You are on page 1of 2

Persbericht 3 januari 2013 Aanpassing screeningwet volstrekt overbodig Het argument van formateur Camelia om de screeningwet aan te passen

is volstrekt overbodig. Volgens formateur Glenn Camelia moet de screening van kandidaat ministers niet onder verantwoordelijkheid van een formateur vallen zoals de huidige wet voorschrijft maar onder een andere persoon. Als argument stelt Camelia dat de uiterst gevoelige informatie terecht zou kunnen komen bij een formateur die zelf ambities heeft om premier te worden. De wet voorziet in een oplossing in een dergelijk geval. Artikel 2 lid 3 stelt dat in een dergelijk geval de screening onder toezicht van de ondervoorzitter van de Raad van Advies plaats vindt.
3. Indien de kabinetsformateur tevens kandidaat is, wordt het verzoek tot de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde onderzoeken gedaan door de ondervoorzitter van de Raad van Advies. De uitkomst van de onderzoeken wordt aan de ondervoorzitter van de Raad van Advies en aan de Gouverneur medegedeeld.

Overigens is het goed te beseffen dat de screening van kandidaat ministers absoluut niet nieuw is. Screening van kandidaat ministers wordt sinds 1995 gedaan door opeenvolgende kabinetsformateurs waarbij dezelfde onderzoeken die nu in de landsverordening staan werden gedaan. Het enige verschil is dat de screening nu bij formele wet is geregeld, waardoor er sancties staan op overtreding van de wet.
Artikel 23 De kabinetsformateur die handelt in strijd met de artikelen 7, eerste lid, of artikel 12 wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.

Mogelijk dat dit artikel een formateur die onder politieke druk staat van de politieke partij door wij hij is opgedragen in een moeilijke positie plaatst. Maar dat is juist de reden waarom ook de formateur wordt gescreend voordat hij wordt benoemd. Hij wordt geacht een integer persoon te zijn die ten alle tijden kiest voor integriteit en niet voor politieke druk.
Artikel 2 lid 4. Voordat een persoon voor de functie van kabinetsformateur wordt aangewezen, wordt ten aanzien van de betrokkene met diens schriftelijke toestemming een justitieel onderzoek en een staatsveiligheidsonderzoek verricht.

Ook de geheimhoudingsplicht is geregeld en de formateur zal ook daar niet mogen zwichten voor politieke druk.
Artikel 22 Onverminderd het bepaalde in artikel 8, is een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Op basis van bovengenoemde argumenten kan gesteld worden dat de screeningwet ( formalisering van de gewoonte sinds 1995) een goed doordachte wet is. Bovendien is de wet gebaseerd op recente bittere ervaring hoe fout het kan lopen zonder deze wet. Wijziging van welke wet dan ook maar zeker van deze screeningwet kan nooit plaatsvinden op basis van lichtzinnige gronden. Daar moet een kritische Parlement voor zorgen. Omayra Leeflang Statenlid

You might also like