Professional Documents
Culture Documents
hoog rapportcijfer.
BRON VOOR DEZE NOTITIE: VRIJE UNIVERSITEIT PANELSURVEYONDERZOEK VERKIEZINGSCAMPAGNE 2012, UITGEVOERD DOOR INTOMARTGFK. DEZE NOTITIE IS GEBASEERD OP EEN SELECTIE VAN 1455 RESPONDENTEN DIE ZOWEL DEELNAMEN AAN EERSTE GOLF ALS AAN GOLF VOOR VERKIEZINGEN. Er is gekeken naar 2012, en alleen naar veranderingen op macroniveau (netto verschuivingen), niet naar veranderingen op microniveau (verschuivingen op individueel niveau). De macroverschuiving (11.6% in Kamerzetels) is uiteraard veel kleiner dan de microverschuiving (33.3% kiezers veranderde zijn voorkeur, van/naar weet niet en stemt niet meegerekend).
Tabel 1 laat op macroniveau een terugloop zien van het percentage kiezers dat het nog niet wist en van het percentage kiezers dat niet wilde stemmen. Winst is er vooral voor de PvdA. De netto-verschuiving bedraagt 11.6%. Wat uit deze tabel niet blijkt, maar wel kan worden afgeleid uit de panelsurveydata is dat 33% van de kiezers nog verschoof.
Als men het partijpotentieel conservatief schat (alleen kiezers die een 8 of hoger geven aan partij) dan zien we dat: 1. De verkiezingscampagne ervoor zorgt dat nagenoeg alle partijen beter voor het voetlicht komen (van 95.3% totaal naar 129.9%). 2. De percentuele winst in partijpotentieel afgaande op de laatste kolom van Tabel 2a groter is dan de feitelijke winst in termen van partijvoorkeur/Kamerzetels, afgaande op de laatste kolom van Tabel 1. Bijvoorbeeld PvdA: winst in termen van partijvoorkeur 7.1%, winst in termen van potentieel 18.2%; VVD: winst in termen van partijvoorkeur 2.0%, maar in termen van partijpotentieel 6.8%. 3. Het partijpotentieel zoals gemeten in de eerste week van juli (eerste kolom Tabel 2a) een slechte predictor vormt van de partijvoorkeur vlak voor de verkiezingen (tweede kolom Tabel 1). Voorbeeld: PvdA had potentieel van 10.5%, krijgt toch 17.5% van de stemmen.
De conclusies onder Tabel 2a, waarin partijpotentieel conservatief werd gemeten met een rapportcijfer van een 8 of hoger, blijven overeind uitgaande van Tabel 2b waarin partijpotentieel optimistisch wordt gemeten met een rapportcijfer van 7 of hoger.
Merk bijvoorbeeld op dat het potentieel van de SP niet noemenswaardig daalt (-0.2%) terwijl het percentage kiezers (afgaande op deze steekproef) wel daalt (-1.1%).
Uit Tabel 2a en Tabel 2b komt het bekende gegeven naar voren dat partijpotentieel niet in termen van kansen zoals gedefinieerd in de wiskunde of de statistiek kan worden begrepen. De kansen tellen op tot meer dan 1 (=100%) Door de campagne wordt de som van alle kansen groter Het intutieve idee bij de kans om op een partij te stemmen is dat gemiddeld gesproken als de verkiezingen naderen voor de meeste mensen zal gelden dat ze met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid op 1 partij zullen gaan stemmen, en in toenemende mate alle andere partijen zullen verwerpen. Met andere woorden, vlak voor de verkiezingen zou voor de meeste partijen moeten gelden dat ze door meer kiezers dan voorheen definitief zijn afgewezen. Dat is echter niet het geval, zoals kan worden toegelicht met Tabel 3.
CDA PvdA SP VVD PVV GroenLinks ChristenUnie D66 Partij voor de Dieren SGP Democratisch Politiek Keerpunt (DPK) Piratenpartij 50Plus-Partij SOM KANSEN N
Als vlak voor de verkiezingen de meeste partijen GEEN kans meer maken bij de meeste kiezers, dan zouden veel kiezers vlak voor de verkiezingen aan de afgewezen partijen een lage stemkans (cijfer 1, 2 of 3) geven. Dat is echter niet het geval. Zelfs de PVV krijgt minder harde vijanden. Alleen de SGP (denk aan de spraakmakende opmerkingen van SGP-fractieleider Kees van der Staaij over de kans op zwangerschap, en de onwenselijkheid van abortus, na een aanranding) slaagt erin meer vijanden te krijgen. De piratenpartij en DKP blijven totaal onzichtbaar, en ook daarvoor geldt dat meer mensen de partij echt gaan afwijzen. Over de hele linie krijgen partijen echter iets MINDER harde tegenstand vlak voor de verkiezingen. CONCLUSIE Partijpotentieel op deze manier gemeten ijlt na op feitelijke veranderingen in partijvoorkeur, en is daarvan zeker geen voorspeller. Een interpretatie in termen van kansen is onmogelijk. Kortom, partijpotentieel is een volatiel en tamelijk ongedefinieerd begrip.