You are on page 1of 51

BEDRIJFSPLAN DUURZAAMHEIDCENTRUM DEN HAAG

5 OKTOBER 2012

Verantwoording
Titel Opdrachtgever Auteurs Aantal paginas Bedrijfsplan Duurzaamheidcentrum Den Haag gemeente Den Haag Robert van Lente, Shalini Siwpersad, Tom Golder 16 (exclusief bijlagen)

Colofon
Ontwikkelingsmaatschappij Den Haag Riouwstraat 191 2585 HT Den Haag Postbus 622 2501 CP Den Haag T 070 311 49 40 F 070 362 61 53 E info@omdenhaag.nl W www.omdenhaag.nl

Inhoudsopgave
Voorwoord en leeswijzer ....................................................................................................... 3 1. Inleiding.......................................................................................................................... 4
1.1. 1.2. 1.3. Beleidskader ............................................................................................................................ 4 Maatschappelijke context ........................................................................................................ 5 Onderzoeksfase ...................................................................................................................... 5

2.

Missie, doelstellingen en functies ................................................................................... 5


2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. Missie en visie ......................................................................................................................... 5 Doelstellingen .......................................................................................................................... 6 Strategie .................................................................................................................................. 6 Functies en activiteiten ............................................................................................................ 6 Scope van het centrum ............................................................................................................ 8

3. 4.

Stakeholderanalyse ........................................................................................................ 8 Organisatie ..................................................................................................................... 9


4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. Rechtsvorm.............................................................................................................................. 9 Toezicht ................................................................................................................................... 9 Raad van Advies ................................................................................................................... 10 Organisatiestructuur .............................................................................................................. 10 Positie van Om Den Haag ten opzichte van het DC ............................................................. 10 Positie van Klimaatfonds Haaglanden binnen het DC .......................................................... 10 Positie van de founding fathers binnen het DC ..................................................................... 11 Positie van de overige partners ............................................................................................. 11 Huisvesting ............................................................................................................................ 12

5. 6.

Communicatie ...............................................................................................................12 Financin ......................................................................................................................13


6.1. 6.2. Veronderstellingen en toelichting begroting .......................................................................... 13 Begroting april-december 2013 en 2014 ............................................................................... 15

Bijlagen
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Business Case Duurzaamheidscentrum Den Haag Advies Rob Brons Toelichting stakeholderanalyse Concept statuten Reglementen Raad van Toezicht Organogram Personeel en Taakomschrijvingen Uitwerking communicatie Deelnemers Conferentie Duurzaamheidcentrum 27 juni 2011 Projecten Om Den Haag

Voorwoord en leeswijzer
Voorwoord
Voor u ligt een voorstel voor een bedrijfsplan voor het Duurzaamheidcentrum Den Haag. Dit bedrijfsplan is een concretisering van het collegeakkoord van 2010-2014, waarin het oprichten van een Duurzaamheidcentrum (toen nog Klimaatcentrum genoemd) is opgenomen. In het verlengde van het collegeakkoord is de gemeente Den Haag in 2011 met partners uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen een verkenning gestart naar de mogelijkheden voor een op te richten Duurzaamheidcentrum in Den Haag (DC). Dit heeft geresulteerd in een verkennende business case, opgesteld door kwartiermaker Hans van der Vlist. Het rapport van Hans van der Vlist staat aan de basis van voorliggend bedrijfsplan. Het bedrijfsplan is een uitwerking van het beleidskader, de doelstellingen, de stakeholders, organisatie, communicatie en de juridische en financile inrichting van het DC en is bedoeld om de besluitvorming, om al dan niet over te gaan tot de vorming van een DC in Den Haag te ondersteunen. Het vastgestelde bedrijfsplan kan worden gezien als randvoorwaarde waarbinnen het DC tot stand gebracht kan worden. De oplevering van het bedrijfsplan is een afsluiting van een proces, dat al eerder is ingezet en uiteindelijk moet leiden tot een DC dat van en voor de stad is. Het DC zal zich nadrukkelijk richten op het uitvoeren van door de gemeenteraad vastgestelde doelen op het gebied van duurzaamheid, in het bijzonder het klimaatbeleid. In de uitvoering moet het DC geheel onafhankelijk zijn en er zal nadrukkelijk de samenwerking gezocht moeten worden met alle Hagenaars, burgers en bedrijven. Om Den Haag heeft in een relatief korte tijd de opdracht van de gemeente Den Haag om een bedrijfsplan te schrijven met veel inzet en hulp van diverse stakeholders uitgevoerd. Daarbij mag niet onvermeld blijven, dat de gemeentelijke organisatie Om Den Haag gedurende het hele proces zeer van dienst is geweest met suggesties en adviezen. Toch is dit bedrijfsplan voor een Haags Duurzaamheidcentrum uiteraard geheel ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van Om Den Haag.

Leeswijzer
Hoofdstuk 1 is een inleidend hoofdstuk waarin het beleidskader en de maatschappelijke context worden geschetst waarbinnen het op te richten Duurzaamheidcentrum Den Haag zal opereren. Aan het opstellen van dit bedrijfsplan is een uitgebreid onderzoeks- en verkenningstraject voorafgegaan. Voor een weergave van deze onderzoeksfase wordt verwezen naar bijlagen 1 en 2. De resultaten uit de onderzoeksfase zijn vervolgens in hoofdstuk 2 vertaald in de missie, doelstellingen en functies van het DC. Hoofdstuk 3, de stakeholdersanalyse, geeft inzicht in de diverse belanghebbenden. Hoofdstuk 4 gaat in op de gewenste organisatievorm van het op te richten DC. In dit hoofdstuk worden onder andere de rechtsvorm en posities van de founding fathers behandeld. In de bijlage 8 van hoofdstuk 5 Communicatie wordt onder meer ingegaan op de communicatiestrategie en communicatiedoelstellingen van het DC. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de financin en de begroting voor 2013 en 2014 behandeld.

1. Inleiding
De gemeenteraad van Den Haag heeft het college in de motie DSB/2009.500 verzocht de haalbaarheid van een klimaatcentrum in Den Haag te onderzoeken. Op 30 oktober 2008, tijdens de bespreking van de Programmabegroting 2009-2012, heeft de gemeenteraad van Den Haag de volgende motie aangenomen met betrekking tot een klimaatcentrum:

Constaterende dat - de klimaatcrisis n van s werelds grootste problemen is; - duurzaamheid de vierde pijler van het gemeentebeleid is; - Den Haag de ambitie heeft om een CO2-neutrale stad te worden en als gemeente een voortrekkersfunctie wil vervullen. Overwegende dat - de overheid niet alleen voor een beter klimaat kan zorgen, maar dat ook inzet van burgers en maatschappelijke en private partijen noodzakelijk is; - Den Haag, met haar internationale ambities, de aanwezigheid van vele nationale en internationale instellingen en door de ligging aan zee, goede kansen biedt voor profilering met klimaatbeleid; - een publiekscentrum kan bijdragen aan verwezenlijking van de gemeentelijke ambities. Verzoekt het college de mogelijkheden voor realisatie van een klimaatcentrum in Scheveningen of het centrum in overleg met andere partijen te verkennen, de mogelijke bijdrage van de gemeente daarbij te onderzoeken en de raad hierover te rapporteren. Na het aannemen van deze motie zijn de mogelijkheden verkend voor de realisatie van een klimaatcentrum later omgedoopt tot Duurzaamheidcentrum - door onder andere diverse partijen in de stad te consulteren. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op het beleidskader waarbinnen het voornemen voor de oprichting van een DC zich afspeelt, wordt de maatschappelijke context geschetst waarbinnen het DC zal opereren en wordt de onderzoeksfase toegelicht.

1.1.

Beleidskader

Internationaal worden klimaatafspraken gemaakt en is gesproken over oplossingen op de diverse klimaattoppen. Op Europees en nationaal niveau zijn doelstellingen gesteld met betrekking tot klimaat. De inspanningen op deze hogere schaalniveaus leiden tot maatregelen, wetten en regelingen die, ook in Den Haag, CO2 uitstoot moeten reduceren. Daarnaast heeft het Rijk aangegeven dat voor haar de Europese doelen voor een duurzame energievoorziening leidend zijn. Dit betekent voor Nederland 20% CO 2-reductie en 14% duurzame energie in 2020. De ambitie van Den Haag om klimaatneutraal te worden, is sterk afhankelijk van dit regionaal, landelijk en Europees beleid. Hierbij heeft de gemeente ook een eigen taak, een eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden om de CO 2-uitstoot in de stad te reduceren. Den Haag heeft de ambitie om in 2040 klimaat neutraal te zijn. Deze doelstelling is opgenomen in het coalitieakkoord 2010-2014. In lijn met de doelstellingen in het coalitieakkoord heeft het college op 1 april 2011 het Klimaatplan Den Haag en de Energievisie Den Haag 2040 vastgesteld. Beide beleidsstukken zijn de uitwerking van het hoofdstuk Energie uit de Kadernota Op weg naar een duurzaam Den Haag. Het Klimaatplan Den Haag neemt het al ingezette beleid op het gebied van de duurzame energievoorziening, wonen, werken en mobiliteit als vertrekpunt en geeft richting aan de verder te ondernemen stappen binnen deze beleidsterreinen. De Energievisie Den Haag 2040 sluit aan bij het 4

Klimaatplan en geeft de strategie en visie op een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening voor Den Haag. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de klimaatproblematiek niet door de gemeente alleen kan worden opgelost, maar dat er in belangrijke mate een bijdrage vanuit partijen in de stad, zoals bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nodig is. Dit laatste uitgangspunt raakt de kern van het op te richten Duurzaamheidcentrum.

1.2.

Maatschappelijke context

Duurzame ontwikkeling staat niet alleen politiek hoog op de agenda, koplopers in de maatschappij, het bedrijfsleven en kennisinstellingen signaleren eveneens dat een nieuwe fase aanbreekt. De houding ten aanzien van duurzaamheid verandert. In plaats van bedreigend voor groei en comfort, wordt duurzame ontwikkeling steeds meer als kans gezien. Zowel als economische kans, omdat er steeds meer een markt ontstaat voor duurzame producten en technologien, maar ook de overtuiging dat duurzaamheid bijdraagt aan welzijn, welbevinden en een betere leefomgeving. Investeren in duurzame ontwikkeling kan daarom ook de regionale en lokale economie een impuls geven. In Den Haag zijn dan ook veel initiatieven die bewoners uit de stad zelf ondernemen, bijvoorbeeld bewoners die energiebesparingsmaatregelen toepassen of bedrijven die een duurzamere bedrijfsvoering nastreven. Dergelijke initiatieven zijn onmisbaar om van Den Haag een klimaat neutrale stad te maken. Het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen vraagt actief participerende stakeholders, of beter shareholders, die gezamenlijk het duurzaamheidsproces in de stad vormgeven. Het Duurzaamheidcentrum wil bewerkstelligen dat er een beweging op gang komt van denken naar doen, van koplopers naar massa, van experiment naar transitie en van weten naar kunnen. Alleen dan wordt duurzame ontwikkeling mainstream en dat is nodig om Den Haag in 2040 klimaatneutraal te kunnen noemen.

1.3.

Onderzoeksfase

Aan het opstellen van dit bedrijfsplan is een uitgebreid onderzoeks- en verkenningstraject voorafgegaan. Met behulp van een haalbaarheidsstudie, een rondetafelconferentie met stakeholders, consultatierondes met clusters van partijen en bilaterale verdiepingsgesprekken, zijn de mogelijkheden tot het oprichten van een DC genventariseerd. Daarbij is ook het draagvlak gepeild bij externe partijen om een dergelijk centrum samen met de gemeente op te zetten. Het gehele verkenningsrapport van kwartiermaker Hans van der Vlist (bijlage 1) en het advies van Rob Brons (bijlage 2) zijn als bijlagen opgenomen.

2. Missie, doelstellingen en functies


De resultaten uit de onderzoeksfase, in het bijzonder uit het verkenningstraject van kwartiermaker Hans van der Vlist, worden in dit hoofdstuk vertaald in de missie, visie, strategie en activiteiten.

2.1.

Missie en visie

Missie: het DC levert een aantoonbare bijdrage aan het verduurzamen van de stad, in lijn met de doelstellingen van de gemeente Den Haag en in het bijzonder het bereiken van een klimaat neutrale stad in 2040. Visie: Het DC is een plek in de stad (zowel fysiek als virtueel) waar burgers, bedrijven en organisaties elkaar ontmoeten op het vlak van duurzaamheid, en waar de kennis en kunde van (Haagse) bedrijven en burgers aanwezig is en wordt gemobiliseerd. Het DC zorgt voor de verbinding, zodat partijen van elkaar kunnen leren, elkaar kunnen motiveren en stimuleren met als doel de stad te verduurzamen. Het DC is een organisatie die de ontwikkeling van nieuwe ideen en initiatieven op het gebied van duurzaamheid stimuleert en aanjaagt, maar ook zorg draagt voor de omzetting van initiatieven in de 5

praktijk en het effect van de initiatieven meet en zichtbaar maakt. Het DC stelt de stad in staat een voortrekkersrol te vervullen.

2.2.

Doelstellingen

Het DC levert een aantoonbare bijdrage aan het verduurzamen van de stad, in lijn met de doelstellingen van de gemeente Den Haag en in het bijzonder de ambitie om in 2040 een klimaat neutrale stad te zijn. Het DC initieert, stimuleert en versterkt duurzame ontwikkeling van de stad Den Haag met name door begeleiding en cordinatie van projecten, helpen en adviseren van burgers en ondernemers die willen bijdragen aan duurzaamheid, op te treden als makelaar, fungeren als kennisbank en het organiseren van activiteiten en projecten in het kader van de doelstelling. Het einddoel is een klimaatneutraal Den Haag in 2040. Om dit doel te bereiken, dient eerst een voor alle betrokken partijen geloofwaardige nulmeting te worden uitgevoerd: hoeveel broeikasgassen veroorzaakt de bevolking van Den Haag. Vanaf 2014 dient dan een meetbaar en afrekenbaar stappenplan te worden geformuleerd op basis van geformuleerde prestatie indicatoren: elk jaar dient de CO2- uitstoot met circa 4% te verminderen en ten opzichte van de nulmeting. Dit dient elk jaar op gemonitord te worden en de resultaten dienen op een aansprekende wijze te worden getoond aan de Haagse bevolking (via de website of op een andere wijze). Tevens is het van belang de resultaten op een onafhankelijke wijze te laten vaststellen. Mogelijk is hier een rol weggelegd voor de Haagse Rekenkamer. Om bovengenoemd einddoel te bereiken, heeft de gemeente belangrijke tussenstappen geformuleerd: in 2020 dient de CO2-uitstoot met 30% te zijn verminderd, er dient tot dat jaar voor 20% op energiegebruik bespaard te worden en in de energiemix in Den Haag dient het aandeel duurzaam opgewekte energie 20% te bedragen. Dit alles is gebaseerd op de trias energetica. Als hier eveneens een nulmeting wordt toegepast, zal vanaf 2014 de CO2-uitstoot met bijna 4,5 % per jaar moeten verminderen, dient het energieverbruik elk jaar met circa 2,8% te dalen en dient de energie-mix eveneens met 2,8% per jaar te verduurzamen. Ook deze doelstellingen worden gemonitord en de resultaten moeten op een aantrekkelijke, toegankelijke wijze worden weergeven. Uiteraard dient de meting onafhankelijk plaats te vinden.

2.3.

Strategie

De strategie om aan bovenstaande missie en visie invulling te geven, is vormgegeven in de door de kwartiermaker geformuleerde vier functies, te weten: de Etalagefunctie, de Platformfunctie, de Makelaarsfunctie en de Ontzorgingsfunctie van het DC (zie ook paragraaf 2.4). Door bestaande activiteiten op het gebied van duurzaamheid te bundelen en nieuwe activiteiten tot ontplooiing te laten komen door verbindingen te leggen tussen partijen, kunnen de duurzaamheidsdoelstellingen van de stad worden gerealiseerd.

2.4.

Functies en activiteiten

Uit de inventarisatie van de kwartiermaker zijn vier onderling samenhangende functies voor het DC naar voren gekomen, welke aan de basis staan van onderhavig bedrijfsplan. De functies die zijn geformuleerd, sluiten direct aan op de behoefte uit de stad (van zowel bedrijfsleven, burgers als maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen). Bij al deze functies geldt, dat het DC geen activiteiten ontplooit, die al door de gemeente of door andere organisaties worden uitgevoerd. Het DC moet er juist toe leiden dat de gemeente en andere organisaties effectiever zijn in het behalen van de duurzaamheiddoelstellingen. Het DC wordt juist opgericht om bestaande activiteiten te versterken, processen te versnellen en eventuele nieuwe activiteiten te ontplooien. De Raad van Toezicht van het DC zal in de eerste vergadering een uitvoeringsprogramma vaststellen, waarin onderstaande functies nader uitgewerkt zijn. Hierin worden tevens de kaders, eisen en randvoorwaarden van activiteiten en projecten vastgesteld.

Hieronder de belangrijkste bevindingen uit de consultatierondes en de daaruit afgeleide functies die het DC moet krijgen. Toelichting over de wijze van uitvoering en communicatie van bovenstaande functies wordt per functie beschreven in bijlage 8, horende bij hoofdstuk 5.

Geconsulteerde partijen waren het met elkaar eens dat er in Den Haag al veel gebeurt op het gebied van duurzaamheid, maar dat dat niet altijd even zichtbaar is. Een gemiste kans, omdat door te laten zien wat er gebeurt en mogelijk is op het gebied van duurzaamheid je anderen kunt inspireren en motiveren. Daarom is er behoefte aan een DC dat aan burgers, bedrijven en instellingen toont wat er gaande is in de stad.

ETALAGEFUNCTIE Laat elkaar zien wat je doet, werk competitie en samenhang in de hand en wees trots op wat bereikt wordt.

Uit de verkenning van de kwartiermaker kwam naar voren dat er grote behoefte is aan een ontmoetingsplek. De duurzaamheidsopgave voor de stad kan alleen worden gehaald als stakeholders elkaar inspireren en ideen uitwisselen. Hierin werd een belangrijke functie voor het DC gezien. Het DC als centraal punt waar bestaande netwerken een plek hebben en waar nieuwe netwerken worden opgezet.

PLATFORMFUNCTIE Breng bedrijven, burgers en organisaties bij elkaar aan de hand van concrete voorbeelden, opgaven, ontwikkelingen etc.

Bij veel partijen, met name uit het bedrijfsleven, is er behoefte aan een makelaar, aanjager, of zelfs sleurder die partijen bij elkaar brengt om ontwikkelingen van de grond te krijgen. Juist de samenwerking in (gebiedsgerichte) projecten wordt als essentieel gezien voor het bereiken van resultaten, maar het blijkt dat partijen zelf vaak niet weten wie er allemaal bij betrokken zouden moeten zijn.

MAKELAARSFUNCTIE Zoek naar vragen en ideen die door de individueel betrokken partijen niet van de grond komen en voorzie in de eerste aanloopkosten en uren van projecten. Breng vraag en aanbod bij elkaar.

Tot slot kwam uit de verkenning naar voren dat burgers en bedrijven die duurzame maatregelen willen treffen, geholpen en ondersteund moeten worden. Het gaat daarbij om het faciliteren van bottum-up initiatieven van individuele bewoners of bewonersgroepen en om het inzichtelijk presenteren van alle regelingen, acties, procedures voor vergunningen etc.

ONTZORGINGSFUNCTIE Help met potentile verduurzamingswensen van a tot z. Ondersteun en begeleid bedrijven en burgers die duurzame maatregelen willen treffen bij het realiseren van hun ambities.

2.5.

Scope van het centrum


scala aan onderwerpen. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten zal de focus vooral liggen op energiebesparing en klimaat. In de ruimte voor andere onderwerpen, zoals groen, voedsel en groeimodel worden geen onderwerpen uitgesloten, maar geleidelijk

Duurzaamheid omvat een groot worden. Bij de start van het DC toekomst biedt het DC ook grondstoffenproblematiek. Met dit opgepakt.

Het DC biedt ruimte op alle schaalniveaus. Van Haagse buurten met isolatievraagstukken tot (internationale) organisaties die zich inzetten voor mondiale vraagstukken. Dit past bij de internationale rol die Den Haag speelt. Dit biedt ook ruimte aan de ambities van kennisinstellingen als de Universiteit Leiden (Campus Den Haag) en internationale NGOs in de stad.

3. Stakeholderanalyse
Onderstaande figuur geeft inzicht in de diverse belanghebbenden (stakeholders) die van belang zijn voor het DC.

Figuur 1: Stakeholder Analyse DC

Een toelichting op de stakeholdersanalyse is bijgevoegd als bijlage 3 van het bedrijfsplan.

4. Organisatie
Dit hoofdstuk van het bedrijfsplan gaat in op de organisatie van het op te richten DC: welke rechtsvorm krijgt de nieuwe organisatie, hoe wordt het toezicht op het DC vormgegeven, op welke wijze wordt het personeelsbeleid ingericht en hoe verhouden de verschillende partijen die betrokken zijn bij het DC zich tot elkaar.

4.1.

Rechtsvorm

Gelet op de vier hoofdfuncties van het DC, die door kwartiermaker Hans van der Vlist zijn beschreven, met als kerntaak het samenbrengen van de diverse stakeholders om de duurzaamheiddoelstellingen van Den Haag te bereiken, is het van groot belang dat het DC onafhankelijk is. Het centrum kan daarom geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke organisatie en is ook geen lobbyinstantie ten aanzien van het gemeentelijk duurzaamheidbeleid of vooruitgeschoven verkooppunt van commercile partijen. Het DC wordt georganiseerd in een stichting, waarop de gemeente samen met andere stakeholders toezicht houdt. Bijkomende redenen om het DC in een stichting onder te brengen zijn: Activiteiten van het DC zijn niet primair op winst gericht: Het DC streeft er naar zoveel mogelijk verworven gelden lokaal te investeren in activiteiten die een bijdrage leveren aan de duurzaamheiddoelstellingen van de stad. Eventueel gemaakte winsten blijven binnen de stichting en worden aangewend voor het in stand houden van de stichting; Als stichting komt het DC in aanmerking voor subsidiring door fondsen, in tegenstelling tot een BV, die daarvan vaak is uitgesloten. De keuze voor een stichting als organisatievorm maakt het derhalve mogelijk om subsidies aan te vragen; Een niet commercile uitstraling vergroot naar verwachting het draagvlak van het DC en maakt samenwerking met het bedrijfsleven toegankelijker. Een nog niet door een notaris gecontroleerde concept statuten samen met een intern reglement zijn als bijlagen 4 en 5 toegevoegd.

4.2.

Toezicht

Er wordt gewerkt met een Raad van Toezicht-model. In dit model wordt de stichting formeel bestuurd door een directeur/bestuurder, die in de gekozen variant onderdeel uitmaakt van een managementteam, dat verantwoording moet afleggen aan de Raad van Toezicht (RvT). Deze RvT heeft een aantal toezichthoudende functies. Uitgangspunt is dat de RvT waakt over het integrale belang van de organisatie en zijn werkomgeving. De RvT stelt jaarlijks het strategisch beleidsplan vast en de daarmee samenhangende begroting, de jaarrekening en vervult krachtens nader op te stellen statutaire verantwoordelijkheden en bevoegdheden een belangrijke rol in de goedkeuring van strategische plannen en toetsing van de (financile) verantwoording van de beleidsuitvoering aan de gestelde doelen. Daarnaast vervult de RvT een belangrijke rol als klankbord en adviseur. Het exacte kader waarbinnen de RvT dient te handelen, wordt in de statuten van het DC vastgelegd. Tijdens de oprichting van het DC staat de RvT minder op afstand en dichter bij het managementteam om meer invloed te hebben op en ondersteuning te bieden bij de opzet en vormgeving van het DC. De leden van de RvT moeten uiteenlopende achtergronden en kennis hebben op inhoudelijk-, financieel, bedrijfseconomisch-, juridisch, en bestuurlijk gebied. De leden worden op basis van competenties, expertise en achtergrond benoemd. Hiertoe worden profielen opgesteld. In de RvT worden vertegenwoordigers benoemd namens de zogenaamde founding fathers. Om Den Haag heeft in haar netwerk een aantal founding fathers, die ook al eerder door de gemeente zijn benaderd, gesproken en geconcludeerd dat onderstaande organisaties bereid zouden moeten worden gevonden om als founding father op te treden. Deze organisaties moeten nog wel formeel akkoord gaan met het onderhavige bedrijfsplan, maar hebben Om Den Haag aangegeven een positieve 9

grondhouding te hebben t.a.v dit bedrijfsplan. Er wordt in dit plan in ieder geval uitgegaan van de volgende founding fathers: Gemeente Den Haag, Rabobank Den Haag en omgeving, Eneco, Siemens, BAM en MKB Den Haag. RvT-functies zijn onbezoldigd.

4.3.

Raad van Advies

Het DC krijgt een Raad van Advies (RvA), die als een programmaraad functioneert. Hierin hebben inhoudelijk deskundigen zitting. Deze RvA adviseert de RvT en de directeur. De RvA fungeert als denktank van onafhankelijke deskundigen en heeft een belangrijke rol bij de voorbereiding van de standpuntbepaling door de RvT. De RvT raadpleegt de RvA om de kwaliteit van haar besluitvorming te verhogen. De RvA bestaat uit leden die goed thuis zijn in de wereld van duurzaamheid, klimaatbeleid en aanverwante onderwerpen. De RvA bepaalt in overleg met de RvT en de directeur haar werkwijze (frequentie vergaderingen, status adviezen e.d.). RvA -functies zijn onbezoldigd.

4.4.

Organisatiestructuur

Het DC is een kleine flexibele organisatie, gericht op het boeken van concrete resultaten. Vanzelfsprekend zijn de vier pijlers (hoofdfuncties) van het DC weergegeven in de organisatiestructuur (bijlage 6). Van belang hierbij is te benadrukken dat in het organisatieontwerp en de personele invulling uitgegaan wordt van functionele flexibiliteit. Hieronder wordt verstaan de bereidheid en het vermogen van individuele medewerkers om inzetbaar te zijn voor de verschillende taken/pijlers binnen het DC. Derhalve worden de taakomschrijvingen niet toegeschreven aan een van de vier pijlers. Er wordt samengewerkt met partijen uit de stad om projecten te realiseren, Voor grote projecten zullen externe projectleiders worden ingezet die specifieke kennis hebben over het verwante onderwerp. Zij worden aangestuurd door en werken onder toezicht van het managementteam of de projectmanagers van het DC. In bijlage 6 wordt het organogram weergegeven. in bijlage 7 worden de verschillende personeelsfuncties en taakomschrijvingen nader toegelicht.

4.5.

Positie van Om Den Haag ten opzichte van het DC

De huidige activiteiten van Om Den Haag hebben een overlap met een deel van de taken van het DC. Daarom is het advies om, met het oog op kostenbesparing en efficiency, Om Den Haag bij de start van het DC op te laten gaan in de nieuwe organisatie van het DC. Van belang daarbij is dat drie van de potentile leden van de RvT van het DC nu ook al lid zijn van de RvT van Om Den Haag. Over een eventuele transitie van Om Den Haag in het DC en de wijze waarop zal de RvT van Om Den Haag een besluit moeten nemen. Gelet op het belang van de continuteit, wordt aanbevolen dat de medewerkers van Om Den Haag bij de start van het DC overgaan in het DC. Hiermee is in de begrotingsopstelling rekening gehouden.

4.6.

Positie van Klimaatfonds Haaglanden binnen het DC

Klimaatfonds Haaglanden richt zich, sinds de oprichting in 2009, op het concretiseren van het klimaatbeleid van de gemeente Den Haag. Klimaatfonds Haaglanden compenseert de CO 2-uitstoot van inwoners en organisaties door projecten te ondersteunen, die leiden tot aantoonbare CO2reductie. De werkzaamheden van het Klimaatfonds worden uitgevoerd door Om Den Haag. Het Klimaatfonds is een aparte stichting met een eigen RvT. Het Klimaatfonds heeft, ten opzichte van Om Den Haag, een specifiekere functie, doelstelling en werkwijze. Eveneens omwille van de efficiency en kostenbesparing wordt aanbevolen om het Klimaatfonds niet verder te laten gaan als zelfstandige stichting. Omdat het Klimaatfonds een eigen naam heeft opgebouwd en herkenbaar is aan het beeldmerk van de organisatie, zou het fonds, na het opgaan in het DC, de eigen naam en het beeldmerk moeten houden. Ook in dit geval dient de RvT van het Klimaatfonds Haaglanden een besluit te nemen over de transitie van het Klimaatfonds Haaglanden in het DC.

10

Het DC dient voor het Klimaatfonds de huidige procedures en administratieve werkzaamheden te behouden. Deze zijn noodzakelijk voor de controle van de resultaten door de accountant, die vervolgens op basis hiervan een Assurance verklaring over de CO2-administratie kan afgeven. Hiermee is in de begrotingsopstelling rekening gehouden.

4.7.

Positie van de founding fathers binnen het DC

Uit de verkenning van de kwartiermaker is gebleken dat bij een aantal belangrijke partijen uit het bedrijfsleven commitment is om samen met de gemeente het DC tot stand te brengen. Deze partijen moeten dan, naast de gemeente, als zogenaamde founding fathers van het DC zitting nemen in de RvT. De founding fathers uit het bedrijfsleven worden in het vervolg partijen genoemd. In een eerder stadium hebben de volgende partijen aangegeven bereid te zijn om op enigerlei wijze een bijdrage te leveren aan het DC: Fonds 1818, MKB Den Haag, Universiteit van Leiden, Rabobank Den Haag en omgeving, Platform Duurzaam Den Haag, Eneco, Siemens, Haagse Hogeschool en de TU Delft. Omwille van de voortgang en de slagkracht is gestart met een kleine groep partijen, te weten Rabobank Den Haag en omgeving, Siemens, Eneco en gemeente Den Haag. Deze partijen kunnen elk een aspect van duurzame initiatieven ondersteunen en helpen te versterken. Om ook het Haagse MKB zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, is ook MKB Den Haag benaderd om zitting te nemen in de RvT. Omdat het klimaatbeleid in Den Haag alleen kan slagen door de gebouwde omgeving aan te pakken, is eveneens contact gezocht met BAM om lid te worden van de RvT. Het DC wordt van de hele stad en niet alleen van de gemeentelijke overheid. Dat houdt in dat zoveel mogelijk kennis en ervaring op het gebied van duurzaamheidactiviteiten die in de stad aanwezig zijn bij verschillende bedrijven via het DC moet worden geactiveerd om de doelstellingen van het DC dichterbij te brengen. Om dit effectief te bereiken, is het noodzakelijk dat het DC zoveel mogelijk gebruik kan maken de kennis en ervaring van bedrijven, die het belangrijk vinden dat Den Haag een zo duurzaam mogelijke stad wordt en daarom het DC-initiatief willen ondersteunen door founding father te worden. Hierbij is van belang niet op input te sturen, maar op output: wat wil je bereiken en hoe meet je de resultaten. Daarom vraagt het DC aan deze partijen de kennis en ervaring, die men op verschillende terreinen heeft en die tevens de doelstellingen van het DC ondersteunen, in te zetten voor projecten, die door of namens het DC worden uitgevoerd. Uiteraard dienen deze bijdragen aan te sluiten bij de duurzame bedrijfsdoelen die de founding father zelf heeft in Den Haag. In eerste instantie zijn de bijdragen vooral uren in de vorm van advies- en projectmanagement, die deze partijen inzetten. In de begroting wordt deze zogenaamde in-kind bijdrage onder het kopje advies en projectdiensten opgenomen. Deze bijdragen zijn niet vrijblijvend. Elke activiteit zal moeten resulteren in het zo dicht mogelijk benaderen van vooraf gestelde doelen. Het is dan noodzakelijk dat het DC elk jaar een uitvoeringsprogramma vaststelt en in het jaarverslag aangeeft wat is bereikt. Indien blijkt dat voor een bepaalde uitvoering additionele middelen noodzakelijk zijn, is een beperkte hoeveelheid middelen beschikbaar op de begroting van het DC. De intentie van de founding fathers,, die in bijlage 5 is weergegeven in een voorstel voor een Reglement voor de founding fathers, is gebaseerd op het Convenant Platform Duurzaam Den Haag, dat de meeste founding fathers hebben ondertekend.

4.8.

Positie van de overige partners

Waar de founding fathers direct betrokken zijn bij de oprichting van het DC en als zodanig ook lid zijn van de RvT van het DC, is de betrokkenheid van andere bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties/organisaties die burgers vertegenwoordigen essentieel voor het goed functioneren van het DC. Het DC moet immers een centrum zijn vr en dr de stad gericht op het samenbrengen van partijen om de duurzaamheidopgave van Den Haag te realiseren. Om de kerngroep van founding fathers zit een tweede schil van marktpartijen en kennisinstellingen, waaronder Universiteit Leiden (Campus Den Haag), andere leden van het Platform Duurzaam Den 11

Haag en Fonds 1818. Deze partijen zijn speciale partners van het DC, zonder dat zij verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het DC. Er zijn in Den Haag en in de Haagse regio al veel bedrijven en (bewoners)organisaties, die zich bezig houden met duurzame ontwikkeling. Zij hebben behoefte aan samenwerking met andere partners. Met name vanuit haar makelaarsfunctie heeft het DC zich ten doel gesteld de juiste partners samen te brengen en te zorgen voor cordinatie en het vinden van synergie en het juiste aanbod. Het DC zal altijd tot doel hebben concrete en afrekenbare resultaten te bereiken en daarmee kunnen de andere organisaties gebruik maken van het DC als er een inspanningsverplichting tegenover staat.

4.9.

Huisvesting

Het DC zal zich in eerste instantie effectief digitaal presenteren. Daarnaast wordt een aantal randvoorwaarden geformuleerd voor de huisvesting van het DC. Op grond van eerdere gesprekken met verschillende stakeholders, komt naar voren dat het DC moet onderzoeken of een mobiele baliefunctie kan worden gecreerd. Ook al zal het DC zich vooral digitaal presenteren, voor face-to-face contacten met burgers en bedrijven is een balie noodzakelijk. Die balie kan worden gesitueerd in een apart gebouw, maar kan ook op een duurzame wijze worden ingebouwd in bijvoorbeeld een bus, die elektrisch of met groen gas rijdt. Deze bus zou in alle delen van de stad, vooral in winkelcentra of bij evenementen kunnen worden geplaatst. Waar de bus staat, kan via Google Maps makkelijk worden gecommuniceerd. Afgezien van de balie, dient het DC huisvesting te bieden aan een aantal medewerkers. De kantoorplek voor de medewerkers van het DC zal in beginsel gehuisvest moeten worden op een centrale locatie in Den Haag. Gelet op het karakter van het DC is het een must dat de locatie goed bereikbaar is per openbaar vervoer. Het pand zou bij voorkeur ook ruimte moeten bieden aan andere organisaties, die een eigen rol zien weggelegd voor het bevorderen van een duurzame stad, maar die hun eigen geluid willen laten horen, dat niet botst met de doelstelling van het DC. Er wordt nadrukkelijk niet beoogd dat dergelijke organisaties opgaan in het DC, maar de mogelijkheid bestaat dat het DC dergelijke organisaties opdrachten geeft in het kader van de doelstellingen van het DC. Bovengenoemde aanbeveling kan, indien uitvoerbaar, er toe leiden dat huisvestingkosten worden gedeeld en makkelijk synergie kan optreden. Voor de etalage functie is extra ruimte op de kantoorplek niet noodzakelijk. De etalage functie kan op een andere locatie vervuld worden. Bij voorkeur een locatie die daar al op is ingericht. Mogelijke locatie voor deze functie is het Museon, dat bij navraag graag wil samenwerken met het DC. Tot slot is aangegeven dat het DC ook plek moet bieden voor ontmoeting, inspiratie en discussie. Voor grotere bijeenkomsten hebben diverse partijen uit het Platform Duurzaam Den Haag aangegeven dat zij hiervoor ruimte en vergaderfaciliteiten ter beschikking willen stellen. Daarmee is in deze behoefte voorzien.

5. Communicatie
Het DC streeft naar een duurzaam en klimaatneutraal Den Haag. Communicatie is daarbij een onmisbaar instrument. Communicatie rondom het DC moet bijdragen aan de bekendheid van het bestaan van het DC, de noodzaak, de werkwijze, de (beoogde) activiteiten en de behaalde resultaten. Bovendien moet het de actoren in de stad in beweging brengen en aanzetten tot duurzaam handelen. De definitieve uitvoering, zoals beschreven in de bijlage wordt nog getoetst aan de werkzaamheden van de gemeentelijke afdeling Participatie Duurzaamheid, waar een nauwe band mee moet worden opgebouwd om dubbel werk te voorkomen. Een uitvoerige beschrijving van de doelgroepen, uitganspunten, communicatiestrategie- en doelstellingen, kernboodschap en communicatiemiddelen is opgenomen als bijlage 8 van dit bedrijfsplan.

12

6. Financin
6.1. Veronderstellingen en toelichting begroting
Begrotingsjaar Indien het DC per 1 april 2013 van start gaat, is het eerste begrotingsjaar gelijk aan de periode aprildecember 2013. Het eerstvolgende volledige boekjaar is 2014. Inkomsten en uitgaven In de begroting wordt uitgegaan van een eenmalige bijdrage t.b.v. investeringskosten en investeringsuitgaven, vaste inkomsten en uitgaven en variabele inkomsten en uitgaven. Investeringskosten De investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de oprichting van het DC, worden gefinancierd door de gemeente Den Haag. In de begroting is 50.000,- aan eenmalige kosten opgenomen in 2013. Structurele bijdrage gemeente Den Haag De gemeente Den Haag heeft daarnaast 400.000,- structureel beschikbaar gesteld voor de exploitatie in 2013 en 480.000,- in 2014 . In deze opstelling wordt ervanuit gegaan, dat in de periode april-december 2013 het volledige bedrag beschikbaar is. Geoormerkte inkomsten De inkomsten van het Platform Duurzaam Den Haag en Klimaatfonds Haaglanden blijven binnen deze begroting geoormerkt en worden besteed aan activiteiten gerelateerd aan het Platform en Klimaatfonds. Platform Duurzaam Den Haag Elk lid van het Platform doet jaarlijks in het eerste kwartaal een bijdrage. Het totale bedrag is volledig geoormerkt ten behoeve van de ondersteuning van het Platform en maakt onderdeel uit van de brutoloonkosten van het DC. Klimaatfonds Haaglanden Hoewel wordt voorgesteld het Klimaatfonds te laten opgaan in het DC, zijn alle inkomsten van het Klimaatfonds geoormerkt voor speciale gespecificeerde uitgaven. Daarom worden de uitgaven ten behoeve van het Klimaatfonds zoveel mogelijk apart gespecificeerd. De inkomsten van het Klimaatfonds bestaan uit bijdragen van partners van het fonds en organisaties die de CO2 uitstoot van hun organisatie willen compenseren. Daarvoor ontvangt het fonds 20,- per veroorzaakte ton CO2. Dit bedrag dient te worden genvesteerd in projecten, die evenveel CO 2-uitstoot reduceren. Voor die reductie geeft het Klimaatfonds voor een project maximaal 15,- per gereduceerde ton CO2. Meestal is door het Klimaatfonds projectmanagement nodig om een project tot stand te brengen. Die kosten, die speciaal gerelateerd zijn aan de concrete projecten mogen van de accountant van het Klimaatfonds worden gefinancierd uit deze 15, -. Verondersteld is, dat deze kosten 30% uitmaken van het bedrag dat kan worden uitgekeerd. De rest wordt betaald aan de organisaties die de projecten uitvoeren. Daarnaast is een bedrag van 5, - per ton gereserveerd voor overhead: Assurance verklaring van de accountant, publiciteit en administratiekosten t.b.v. het Klimaatfonds, die niet kunnen worden toegerekend aan specifieke projecten. Het Klimaatfonds heeft specifieke werkzaamheden en kosten die apart gespecificeerd staan in de begroting. Deze zijn afkomstig uit de geoormerkte bedragen. De personele kosten ten behoeve van de administratie van het Klimaatfonds zijn onderdeel van de brutoloonkosten van het DC, accountant kosten zijn onderdeel van de accountant kosten van het DC en kosten voor marketing zijn onderdeel van de marketing kosten van het DC. Uitgegaan wordt van een totaal bedrag van 250.000,- aan inkomsten in 2014 voor het Klimaatfonds. Het totale bedrag is volledig geoormerkt ten behoeve van het Klimaatfonds. Uitgaande van 250.000,- aan inkomsten, is een bedrag van 187.500,- direct gerelateerd is aan CO2 13

reductieprojecten, waarvan 62.500,- direct gerelateerd is aan projectmanagement t.b.v. CO 2 reductieprojecten. 125.000,- wordt bijgedragen aan organisaties, die meetbare energiebesparende maatregelen nemen. Het resterende bedrag is opgenomen als vaste kosten in de begroting. Dezelfde verdeling is gemaakt voor 2013. In-kind bijdrage bedrijven De bijdragen van bedrijven, met name de founding fathers, zijn opgenomen als zogenaamde in -kind bijdragen: bijdragen in natura. Er wordt verondersteld dat founding fathers kunnen bijdragen aan de doelstellingen van het DC door zaken ter beschikking te stellen. In eerste instantie zijn dat vooral uren in de vorm van advies- en projectmanagement, die de founding fathers inzetten. Deze inzet wordt in het bedrijfsplan gekwantificeerd met de veronderstelling dat elk uur dat een medewerker van een founding father voor het DC werkzaamheden verricht een waarde heeft van 100, -. Dit uurtarief hoeft geen enkele relatie te hebben met de werkelijke uurtarieven van de verschillende founding fathers, maar het DC waardeert op deze wijze de inzet van de founding fathers. In de begroting voor de periode april-december 2013 is verondersteld dat per founding father 60 uur beschikbaar is. Dit betekent, dat van elke founding father in 2013 een inspanning wordt verwacht, die overeenkomt met 6.000,- voor de periode april-december 2013. Voor het jaar 2014 wordt deze aanname 80 uur per founding father met een corresponderende waarde van 8.000, -. per founding father. In de begroting wordt deze zogenaamde in-kind bijdrage onder het kopje advies en projectdiensten opgenomen. Opbrengst projecten De andere inkomsten betreffen inkomsten, die Om Den Haag krijgt van opdrachtgevers om projecten op het gebied van duurzaamheid in de stad uit te voeren. Als Om Den Haag opgaat in het DC, wordt er vanuit gegaan dat deze opdrachten in het vervolg direct aan het DC worden verstrekt. De projecten, die Om Den Haag momenteel uitvoert, liggen vooral op het terrein van het makelaarschap. Om een indruk te geven, is een lijst met projecten van Om Den Haag toegevoegd in bijlage 10. Voor 2013 is de raming conservatief, omdat Om Den Haag in het eerste kwartaal van 2013 niet veel tijd kan vrijmaken voor aparte projecten en het DC vanaf de start projecten zal moeten uitwerken en projectteams zal moeten opzetten. Voor 2014 wordt verwacht dat projecten volledig en zelfs versterkt kunnen worden uitgevoerd, omdat de kaders van het DC de uitvoering van de projecten zal versterken. Brutoloonkosten Zoals hierboven beschreven zijn de personele kosten voor de uitvoering Platform en Klimaatfonds opgenomen in de brutoloonkosten. Verhuiskosten Er is daarbij vanuit gegaan, dat als Om Den Haag opgaat in het DC en moet verhuizen, dat de algemene huisvestingskosten en andere bureaukosten betaald worden door het DC. Duurzaamheidportaal Er is van uit gegaan dat het duurzaamheidportaal bij de oprichting van het DC al gereed is, de ontwikkelkosten worden door de gemeente betaald en zijn niet meegenomen in de begroting. De kosten voor onderhoud en beheer worden wel meegenomen. Onderbouwing begroting De begroting is gebaseerd op zowel de begroting, die is opgesteld door de kwartiermaker (bron: Business Case Duurzaamheidcentrum Den Haag, Hans van der Vlist, november 2011) als de begrotingen van Om Den Haag en Klimaatfonds Haaglanden.

14

6.2.

Begroting april-december 2013 en 2014


PERIODE april december 2013 Incidentele inkomsten Incidentele uitgaven 50.000 Inrichting centrum Verhuiskosten Notariskosten Vaste uitgaven Bruto loonkosten personeel DC 400.000 0 Waarvan ondersteuning Platform 55.000 Waarvan administratie Klimaatfonds Huisvestingskosten Automatisering Kantoorkosten Verzekeringen Accountant kosten Waarvan ten behoeve van Klimaatfonds Marketing & communicatie Waarvan ten behoeve van Klimaatfonds Onderhoud portal + real time kaart Variabele uitgaven DC advies/projectdiensten 36.000 In-kind uitgaven bedrijven advies/projectdiensten projecten 150.000 Directe kosten t.b.v. projecten Directe uitgaven CO2 reductie 145.000 projecten Projectmanagement Klimaatfonds 331.000 Totaal Onvoorzien 836.000 Totaal 36.000 150.000 100.000 45.000 331.000 12.000 836.000 270.000 45.000 20.000 30.000 13.000 10.000 10.000 20.000 10.000 60.000 25.000 30.000 443.000 40.000 5.000 5.000 50.000

Bijdrage eenmalige investeringskosten

Totaal Vaste inkomsten DC Bijdrage gemeente exploitatiekosten DC Den Haag structurele

50.000 Totaal

Platform Duurzaam Den Haag Opbrengsten Klimaatfonds

Totaal Variabele inkomsten DC advies/projectdiensten In-kind bijdrage bedrijven advies/projectdiensten Opbrengsten projecten Opbrengsten Klimaatfonds Totaal Totaal

455.000 Totaal

15

PERIODE 2014 Vaste inkomsten DC Bijdrage gemeente exploitatiekosten DC Den Haag structurele 480.000 55.000 Waarvan ondersteuning Platform 62.500 Waarvan administratie Klimaatfonds Huisvestingskosten Automatisering Kantoorkosten Verzekeringen Accountant kosten Waarvan ten behoeve van Klimaatfonds Dir. kosten Marketing & communicatie Waarvan ten behoeve van Klimaatfonds Dir. kosten onderhoud portal + real time kaart Totaal Variabele inkomsten DC advies/projectdiensten In-kind bijdrage bedrijven advies/projectdiensten Opbrengsten projecten Opbrengsten Klimaatfonds 597.500 Totaal Variabele uitgaven DC advies/projectdiensten 48.000 In-kind uitgaven bedrijven advies/projectdiensten 200.000 Directe kosten t.b.v. projecten 187.500 Directe uitgaven CO2 reductie projecten Projectmanagement Klimaatfonds Totaal Totaal 435.500 Totaal Onvoorzien 1.033.000 Totaal 48.000 200.000 125.000 62.500 435.500 32.500 1.033.000 Vaste uitgaven Bruto loonkosten personeel DC 370.000 55.000 27.500 40.000 10.000 10.000 10.000 20.000 10.000 55.000 25.000 50.000 565.000

Platform Duurzaam Den Haag Opbrengsten Klimaatfonds

16

BIJLAGEN

17

BIJLAGE 1

Business Case Duurzaamheidscentrum Den Haag


November 2011

ir. J. van der Vlist

Inhoudsopgave
0. 1. 2. 3. Samenvatting Aanleiding Vraagstelling Welke behoefte is er vanuit de stad ? a. Etalage/Monitoren b. Podium voor Ontmoeting- Inspiratie- Discussie c. Makelaar d. Ondersteunen en Ontzorgen Belangrijke randvoorwaarden voor het duurzaamheidscentrum 4.1 Onafhankelijkheid 4.2 Scope van het centrum 4.3 Virtueel-fysiek centrum 4.4 Governance Beschrijving van het centrum/organisatie 5.1 Om Den Haag 5.2 Haags Milieucentrum 5.3 De gemeentelijke organisatie 5.4 Personeel 5.5. Fysieke ruimte 5.6 Het virtuele centrum 5.7 Communicatie/promotie/marketing Financieel Overzicht Vervolg acties Pagina 3 4 5 5 5 6 6 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 11 11

4.

5.

6. 7.

0.

Samenvatting.

De gemeente Den Haag wil een actieve rol spelen op het gebied van duurzame ontwikkeling. De ambitie is om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Om deze ambitie waar te maken is in het collegeakkoord van 2010 het oprichten van een duurzaamheidsplatform opgenomen. Door wethouder Baldewsingh is in samenwerking met Platform Duurzaam Den Haag opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de haalbaarheid en het draagvlak van een dergelijk centrum. Als aandachtspunten werd daarbij meegegeven dat het een centrum moet zijn voor en door de stad Den Haag en dat het moet leiden tot meer samenhang en integraliteit van de activiteiten in de stad. Gestart is met een inventarisatie van de behoeften die mogelijke samenwerkende partijen zouden kunnen hebben op het gebied van duurzaamheid, en op welke manier een duurzaamheidscentrum daar invulling aan kan geven. Uit deze inventarisatie zijn een 4tal functies voor het duurzaamheidscentrum gekomen: Etalage. Er is behoefte aan een duurzaamheidscentrum dat aan burgers, bedrijven en instellingen laat zien wat er gaande is in de stad. Goede voorbeelden maar ook inzicht in het doel, en wat we nog moeten doen om dat doel te bereiken. Podium voor ontmoeting, inspiratie en motivatie. Een ontmoetingsplek waar ideen uitgewisseld kunnen worden, bestaande netwerken een plek krijgen. Toonaangevende bijeenkomsten die een belangrijke bijdrage leveren aan de internationale rol die Den Haag wil spelen. Makelaar Er is behoefte aan een makelaar, aanjager die partijen bij elkaar brengt om ontwikkelingen van de grond te krijgen. Ondersteunen en ontzorgen. Het helpen en ondersteunen van burgers en bedrijven met het realiseren van hun ambities, maar ook met het een weg vinden in het doolhof van duurzaamheidsmaatregelen/subsidies etc. De scope van het centrum zal in de eerste jaren liggen op het vlak van klimaat en energie themas. Dit kan op termijn worden uitgebreid met bv. groen, (publieke) gezondheid/voedsel etc.. Belangrijke randvoorwaarde van het centrum is dat het onafhankelijk is: geen gemeentelijke organisatie maar ook geen verkoopcentrum voor bedrijven. Voorgesteld wordt om voor het centrum een stichting op te richten door gemeente en andere stakeholders. Partijen als Fonds 1818, MKB Den Haag, Universiteit Leiden en de Rabobank Den Haag eo. hebben aangegeven te willen toetreden tot de Founding Fathers van het centrum (raad van advies voor de nog op te richten stichting) Vanuit de behoefte die de stad heeft komt een duurzaamheidscentrum naar voren dat klein en compact is, die zorgt voor ontmoetingen, inspiratie en het verbinden van partijen. De omvang van het centrum wordt mede bepaald door de keuze een aantal bestaande organisaties in het duurzaamheidscentrum onder te brengen. De kosten voor het kleine compacte centrum zijn geraamd op ca. 650.000 euro investeringskosten en ca. 450.000 euro structurele kosten. De gemeente heeft bij haar voornemen tot de oprichting van een centrum 300.000 euro gereserveerd voor de oprichting en 400.000 euro voor de exploitatiekosten. Met oa. de Founding Fathers zullen afspraken gemaakt worden over financiering van specifieke projecten.

1.

Aanleiding

De gemeente Den Haag wil een actieve rol spelen op het gebied van duurzame ontwikkeling. De ambitie is om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Om deze ambitie waar te maken is in het collegeakkoord van 2010 een aantal maatregelen opgenomen. En daarvan is het oprichten van een duurzaamheidsplatform. In het collegeakkoord staat: En klimaatcentrum. Den Haag kent een aantal afzonderlijk gesubsidieerde duurzaamheidsorganisaties. Wij willen deze functies bundelen zowel inhoudelijk als fysiek om zodoende een steviger duurzaamheidsplatform in de stad neer te zetten. Dit platform kan voor de gemeente, individuele bewoners en instellingen dienen als een advies- en informatiepunt op het vlak van duurzaamheid. Ter uitvoering van dit voornemen heeft wethouder Baldewsingh in een brief aan de commissie Leefbaarheid dd. 21-12-2010 zijn visie op dat centrum gegeven: Het moet een toonaangevend centrum worden met een hoog niveau van kennis en samenwerking tussen diverse partijen in een duurzaam gebouw met uitstraling. Deelname van (internationale) NGOs op het gebied van duurzaamheid is wenselijk, waarmee ook het internationale karakter van Den Haag versterkt wordt. Ook de kennisinstituten zouden aan het centrum moeten worden verbonden. Het centrum moet het centrale punt worden waar burgers met hun initiatieven op het gebied van duurzaamheid terecht kunnen voor informatie en hulp m.b.t. duurzame producten en subsidies, etc. De focus moet gericht zijn op klimaat, maar ook ruimte voor andere duurzaamheidsaspecten. Campagnes op het terrein van duurzaamheid van de gemeente en organisaties in de stad moeten in het centrum worden gebundeld. Gemeentelijke subsidies op terrein van milieu en energie moet vanuit het centrum worden opgezet. Het centrum moet plaats bieden aan partijen als het Klimaatfonds , Om Den Haag en HMC. Ook het bedrijfsleven zou zich er moeten kunnen profileren. Afgelopen jaren is het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid door twee externe partijen tegen het licht gehouden: de visitatiecommissie 10 voor milieu en de in opdracht van Siemens opgestelde Green city index. Uit beide reviews blijkt dat Den Haag het op onderdelen (zoals watergebruik, transport, energie en luchtkwaliteit) erg goed doet. In de Green city index scoren wij ruim hoger dan het gemiddelde maar blijven achter op integraal duurzaamheidsbeleid (governance). Ook de visitatiecommissie constateert dat de integraliteit van het beleid beter kan (en moet). Er blijven namelijk niet alleen kansen liggen, maar het wordt ook steeds moeilijker om in een groeiende, verdichtende stad de leefomgeving aantrekkelijk en acceptabel te houden. Een belangrijke voorwaarde voor die integraliteit is dat kennis en ervaring structureel met elkaar gedeeld moeten worden. Niet alleen binnen het concern, maar stadsbreed. Er is dus veel winst te behalen met het bundelen van resultaten, ervaringen en kennis. Daarmee kunnen nieuwe oplossingen worden ontwikkeld (lerend vermogen). Dit zorgt weer voor inspiratie en motiveert anderen om mee te doen.
2. Vraagstelling en werkwijze

Om een eerste stap te maken in het realiseren van een duurzaamheidscentrum te maken is door wethouder Baldewsingh in samenwerking met Platform Duurzaam Den Haag opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de haalbaarheid en het draagvlak van een dergelijk centrum. Als aandachtspunten werd daarbij meegegeven dat het een centrum moet zijn voor en door de stad Den Haag en dat het moet leiden tot meer samenhang en integraliteit van de activiteiten in de stad. De wethouder ziet het duurzaamheidscentrum daarmee nadrukkelijk als aanvulling op activiteiten die gemeente en andere partijen al uitvoeren. Gestart is met een inventarisatie van de behoeften die mogelijke samenwerkende partijen zouden kunnen hebben op het gebied van duurzaamheid, en op welke manier een duurzaamheidscentrum daar invulling aan kan geven. Middels een rondetafelgesprek met een groot aantal partijen (bedrijfsleven, duurzaamheidsorganisaties, kennisinstellingen en adviesorganisaties), een aantal verdiepingsgesprekken met clusters van partijen en bilaterale gesprekken, is de behoefte aan voor het centrum genventariseerd. En de bereidheid van externe partijen om een centrum samen met de gemeente op te zetten. Een belangrijke signalering vanuit het bedrijfsleven is dat duurzaamheid geen hype is maar is heel duidelijk een trend. In zijn algemeenheid onderschrijven de gesprekspartners de waarde van een duurzaamheidscentrum. Voor de verschillende stakeholders is die waarde verschillend. Zo hebben de kennisinstellingen aangegeven dat met name de netwerkfunctie belangrijk te vinden. Het bedrijfsleven (MKB) hecht juist belang aan de kennisfunctie.

3.

Welke behoefte is er vanuit de stad?

Uit de verkenning zijn vier onderling samenhangende functies naar voren gekomen: etalage ; podium voor ontmoeting, inspiratie en discussie; makelaar en ondersteunen en ontzorgen. De functies worden hieronder toegelicht.
a. Etalage

Iedereen is het er over eens dat er in Den Haag al veel gebeurt op het gebied van Duurzaamheid, het is van groot belang om het ook te laten zien. Dat inspireert en motiveert. Er is behoefte aan een duurzaamheidscentrum dat aan burgers, bedrijven en instellingen laat wat er gaande is in de stad. Wat zijn de goede voorbeelden om de hoek? Naar die inspirerende voorbeelden moet je toe kunnen gaan, of kunnen kijken op internet. Het gaat bij de etalage/monitoring niet om wat er te koop is op het gebied van duurzaamheid, maar om wat er daadwerkelijk gebeurd. Ook is het zinvol om belangrijke mijlpalen te laten zien . Voorbeelden: Barometer. Hoe staan we er als stad voor, hoe gaat het bereiken van het doel om klimaatneutraal te zijn in 2040? Wat moet er voor dat doel gebeuren en hoever zijn we (Distance to target)? Dit vraagt om heldere tussendoelen en (feestelijke) mijlpalen. De gemeente zal die tussendoelen en mijlpalen samen met anderen moeten formuleren en monitoren. Real time kaart. Het is waardevol om door middel van een real time kaart een totaaloverzicht te hebben van wat er in Den Haag wordt gerealiseerd aan duurzame ontwikkelingen. Dat geeft zicht op het geheel, het kan ook inspireren, motiveren, en het kan bijdragen aan een gezonde Het Platform Duurzaam Den Haag bestaat uit de volgende partijen: BAM Woningbouw, Dunea, Eneco, HaagWonen, HTM, Rabobank, Siemens, Staedion, Shell, Vestia, Provincie Zuid Holland en de gemeente Den Haag

competitie tussen buurten in de stad (en tussen steden onderling). Overigens werkt de gemeente momenteel al samen met een aantal partners aan de voorbereidingen van zon real time kaart .

b.

Podium voor ontmoeting, inspiratie en discussie

Alle bevraagde partijen hebben behoefte aan een ontmoetingsplek. De duurzaamheidsopgave voor de stad kan alleen worden gehaald als we elkaar inspireren, samen ideen uitwisselen, en dat kan alleen als je elkaar ontmoet. Men ziet hier een belangrijke functie voor het duurzaamheidscentrum. Dit is ook de plaats waar al bestaande netwerken een plek kunnen krijgen en waar nieuwe netwerken worden opgezet. Deze functie speelt een rol op alle niveaus van Haagse wijken tot internationaal niveau. Met inspirerende en toonaangevende bijeenkomsten op internationaal niveau kan het duurzaamheidscentrum een belangrijke bijdrage leveren aan de internationale rol die Den Haag wil spelen. Naast Den Haag stad voor recht en vrede ook Den Haag stad voor duurzaamheid . Rond themas als global governance, schaarste van hulpbronnen komen deze twee al steeds meer samen. Dit sluit naadloos aan bij de ambities van de kennisinstellingen (met name Universiteit Leiden Campus Den Haag) en internationale NGOs in de stad. Voorbeelden: Inspiratiebijeenkomsten, boekpresentaties, stadsgesprekken, uitreiking van prijzen. Voorzien is dat deze functie niet op n fysieke plek hoeft plaats te vinden; afhankelijk van het type bijeenkomst kan een bijpassende locatie worden gezocht. Het duurzaamheidscentrum is van de hele stad.

c.

Makelaar

Bij veel partijen, vooral bij het bedrijfsleven, is er behoefte aan een makelaar, aanjager, of zelfs sleurder die partijen bij elkaar brengt om ontwikkelingen van de grond te krijgen. Uitgangspunt is steeds een specifieke opgave in een gebied of een concrete ontwikkeling rond een bepaalde techniek. Een soort aanjaagfunctie die de scope van een probleem/oplossing vergroot/verkleint die de eerste (niet rendabele) uren voor zn rekening neemt. Juist de samenwerking in (gebiedsgerichte)projecten is essentieel voor het bereiken van resultaten, maar het blijkt dat partijen zelf vaak niet weten wie er allemaal bij betrokken zouden moeten zijn. Zoals onder de Etalage functie al werd beschreven is een voorwaarde dat de gemeente de targets op het gebied van duurzaamheid (klimaat-energie) uit het Klimaatplan en de Energievisie verder concretiseert en operationaliseert. Voorbeelden: Bijeenbrengen van partijen t.b.v. de realisatie van Warmte Koude Opslag en het bij elkaar brengen van gelijksoortige bedrijven die voor een zelfde/vergelijkbare opgave staan (bijvoorbeeld de verduurzaming van bestaande kantoorgebouwen).
d. Ondersteunen en Ontzorgen

In alle gesprekken kwam naar voren dat burgers en bedrijven geholpen en ondersteund moeten worden bij het realiseren van hun ambities. Ook hier ligt een functie voor het duurzaamheidscentrum. Het gaat hier om het faciliteren van bottum-up initiatieven en om het inzichtelijk presenteren van alle regelingen, acties, procedures voor vergunningen etc op het gebied van duurzaamheid. Daarbij gaat het zowel om haagse regelingen als om landelijke ontwikkelingen als Meer met Minder, Milieu Centraal e.d. Met deze landelijke organisaties kan goed worden samengewerkt en kan bijv. een specifieke Haagse module worden ontwikkeld. Zowel Meer Met Minder, als Milieu Centraal zijn daar graag toe bereid.

Belangrijk is dat de burger /het bedrijf niet zelf zijn weg moet vinden in het doolhof maar zoveel mogelijk wordt geholpen en goed wordt doorverwezen. Uitgangspunt is het gemeentebeleid op het gebied van dienstverlening:helder, makkelijk, en snel. Daarbij wordt gedacht aan het zogenaamde click-call-face systeem. Dus informatie via internet, bellen voor een afspraak en vervolgens face-to face de hulpvraag bespreken. Dit geldt in principe ook voor groepen burgers of bedrijven. Belangrijk om deze functie uit te voeren is een goed werkende internetsite en een goede back office.
Voorbeelden:

Duurzaamheidskringen MKB (momenteel al in werking voor theaters en grafische bedrijven), energiecoaches, digitaal overzicht van ondersteuningsmogelijkheden, (mogelijk) front-office in het duurzaamheidscentrum.

4.

Belangrijke randvoorwaarden voor het duurzaamheidscentrum

Uit de gesprekken met de stakeholders is een aantal belangrijke kenmerken van een te vormen duurzaamheidscentrum naar voren gekomen. 4.1 Onafhankelijkheid

Het duurzaamheidscentrum moet vooral gericht zijn het samenbrengen van partijen om de duurzaamheidsopgave te realiseren. Het centrum moet daarvoor onafhankelijk zijn, dus geen onderdeel van de gemeentelijke organisatie en ook geen lobby-instantie t.a.v. het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Gedacht kan worden aan een stichtingsvorm waarin de gemeente samen met andere stakeholders participeert.
4.2 Scope van het centrum

Duurzaamheid is een containerbegrip waar heel veel in kan worden ondergebracht. Het gevaar is aanwezig dat duurzaamheid zo breed benaderd wordt dat het over bijna alles gaat, en het daarmee onhanteerbaar dreigt te worden. Het is verstandig om te kiezen voor een duidelijke afbakening en de scope van het centrum te leggen bij klimaat en energie themas. Voorstel is om te kiezen voor een groeimodel waarbij de scope in de toekomst verder worden uitgebreid met themas als groen, (publieke) gezondheid/voedsel en mogelijk grondstoffen. Qua schaalniveau loopt de scope van het centrum van micro (individuele woning) tot macro (internationaal) .

4.3

Virtueel-fysiek centrum

Gezien de vier hoofdfuncties is het van belang dat het centrum zowel fysiek als virtueel een goede en vindbare plek heeft. Voor de fysieke locatie zou gedacht moeten worden aan een kleine flexibele ruimte, mogelijk in n van de kantoorverzamelpanden waar ook NGOs huizen die bezig zijn met het thema duurzaamheid. Activiteiten zoals het bieden van een podium voor ontmoeting en inspiratie zouden kunnen worden georganiseerd in het Atrium of in de gebouwen van bedrijven en universiteiten. Zo wordt het duurzaamheidscentrum een centrum van de stad.
4.4 Governance

Zoals in 4.1 is aangegeven zou een stichting een goede vorm zijn voor het duurzaamheidscentrum. De gemeente moet samen met andere stakeholders het

duurzaamheidscentrum tot stand brengen. Uit de verkenning is gebleken dat er commitment is bij een aantal belangrijke partijen omdat in beginsel samen met de gemeente te doen. Daarbij wordt in eerste instantie niet gedacht aan een financile bijdrage maar aan het verbinden van hun naam en het ondersteunen met mankracht, organisatievermogen, vergaderzalen etc. Fonds 1818, MKB Den Haag, Universiteit Leiden, Rabobank Den Haag eo., Om Den Haag zullen naar verwachting positief reageren op een verzoek om samen met de gemeente Den Haag de Founding Fathers te worden van het duurzaamheidscentrum. Ook binnen het platform Duurzaam Den Haag is steun voor zon centrum. Het is verstandig een aantal leden van dat platform naast Rabobank Den Haag eo. hiervoor nog separaat te benaderen. De founding fathers zouden dan samen de Raad van Advies vormen voor de stichting. In overleg met hen kan een onafhankelijk bestuur worden gevormd voor de stichting die het centrum zal exploiteren. Voor de gemeente zelf geldt dat het duurzaamheidscentrum door hen zou moeten worden aangemerkt als centraal punt ziet voor het realiseren van de duurzaamheidsopgave, wensen voor nieuwe overlegvormen etc. worden belegd bij het duurzaamheidscentrum.

5.

Beschrijving van het centrum/organisatie

Vanuit de behoeften die de stad heeft komt een duurzaamheidscentrum naar voren dat klein en complact is die zorgt voor ontmoetingen, inspiratie en verbinden van partijen. Hiervoor is maar een beperkt aantal werknemers nodig. De omvang van het centrum wordt mede bepaald door de keuze een aantal bestaande organisaties in het duurzaamheidscentrum onder te brengen. 5.1 Om Den Haag Om Den Haag is een onafhankelijke stichting met een sterke band met de gemeente Den Haag en voert in opdracht projecten uit, die de duurzaamheid in Den Haag moeten bevorderen. Zo heeft Om Den Haag het Platform Duurzaam Den Haag opgericht, waarin grote Haagse bedrijven, corporaties en de gemeente regelmatig overleggen over duurzaamheid in de stad. Tevens staat Om Den Haag aan de basis van het Klimaatfonds Haaglanden, dat inmiddels als aparte stichting aansprekende resultaten heeft behaald in zichtbaar klimaatbeleid. Verder is vermeldenswaard dat Om Den Haag elektrisch vervoer in Den Haag bevorderd en vanaf volgend jaar bedrijven kennis laat maken met elektrische autos, die voor de eigen bedrijfsvoering kunnen worden ingezet. De Raad van Toezicht van Om Den Haag heeft onlangs besloten, dat de werkzaamheden van Om Den Haag prima kunnen worden uitgevoerd binnen de kaders van een duurzaamheidcentrum. De komst van zon centrum wordt door Om Den Haag dan ook verwelkomd. Om Den Haag is immers vanaf het ontstaan gericht op het opzetten van samenwerkingsverbanden tussen relevante partijen om daarmee concrete resultaten te boeken. De Raad van Toezicht heeft wel als voorwaarde gesteld, dat het centrum onafhankelijk moet kunnen opereren, waarbij een goede band met de gemeente Den Haag van groot belang is en dat Om Den Haag binnen de kaders van een duurzaamheidcentrum rendabel, maar zonder winstoogmerk, kan opereren. 5.2 HaagsMilieuCentrum Het Haags Milieu Centrum heeft een aantal taken. De belangrijkste daarvan is het aangaan van een kritische beleids dialoog met onder andere de politieke partijen in de stad. Deze zgn. luis in de pels functie verdraagt zich niet goed met de functie van het duurzaamheidscentrum. Het is daarom niet verstandig het HMC te laten opgaan in het duurzaamheidscentrum. Ook het HMC

heeft zelf aangegeven dit niet te ambiren. Wel ligt het voor de hand om bij specifieke activiteiten af te stemmen / samen te werken ( bijv bij de Haagse Milieu borrel, en dergelijke) . 5.3 De gemeentelijke organisatie Binnen de gemeente zijn uiteraard veel activiteiten die een relatie hebben met de mogelijke activiteiten van het duurzaamheidscentrum. Het is niet verstandig deze activiteiten allemaal onder te brengen bij het duurzaamheidscentrum. In tegendeel, het is verstandig de bestaande gemeentelijke organisatie zoveel mogelijk als back office te beschouwen. Wel is ook hier afstemming belangrijk. Zo blijft de gemeente uiteraard verantwoordelijk voor het monitoren van haar eigen beleidsprestaties, maar moeten er nadere afspraken worden gemaakt ten behoeve van het goed kunnen invullen van de etalage functie van het Duurzaamheids Centrum. Op grond van een verdergaande analyse kan worden overwogen een beperkte overheveling van taken te overwegen (bijv. bij milieucommunicatie). Terughoudendheid is hier belangrijk. Het duurzaamheidscentrum is geen overheidsorganisatie. 5.4 Personeel Op grond van voorgaande kan volstaan worden met een kleine flexibel in te zetten formatie (naast de medewerkers die over komen met Om Den Haag/Klimaatfonds). Gedacht moet worden aan 3 4 medewerkers. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen ca 350.000. Niet alle taken vragen permanente invulling. Zo ligt bijv. bij de makelaarsfunctie een overlap met de taken die Om Den Haag nu al heeft. Belangrijk is dat er ruimte is om de juiste persoon op de juiste plaats te krijgen. Voor de makelaarsfunctie kan worden overwogen hier voor specifieke projecten een makelaar/alliantie manager in te huren. 5.5 Fysieke ruimte Kantoorruimte Rekening houdend met de medewerkers van Om Den Haag is een kantoor accommodatie nodig voor ca 10 medewerkers. Naast kantoorruimte voor de medewerkers van het centrum is enige vergaderruimte noodzakelijk, ca. 50 m2. Voor grotere bijeenkomsten hebben diverse partijen uit het Platform Duurzaam Den Haag aangegeven dat zij hiervoor vergaderfaciliteiten ter beschikking willen stellen. Daarmee is in deze behoefte voorzien. Balie/ expositie ruimte Voor de etalage functie is extra ruimte niet noodzakelijk: juist steeds op wisselende plekken fysieke uitstalling zal meer mensen trekken. Een balie is voor het ontzorgen niet nodig: voor een zon effectief mogelijke ondersteuning zal gewerkt moeten worden met de formule: click-call-face. Er zal dus op afspraak een gesprek plaatsvinden (backoffice) . Locatie van de fysieke ruimte De locatiekeuze is afhankelijk van de noodzakelijke bereikbaarheid van de doelgroepen. Aangezien het niet de bedoeling is dat burgers/bedrijven zonder afspraak in het centrum komen, is een locatie op een looproute/A1 locatie niet noodzakelijk. Ivm het duurzame karakter zal de locatie wel per openbaar vervoer goed bereikbaar moeten zijn. Mogelijke locaties: nutshuis, het magazijn, babaraplaza, zeestraat: ongeveer 150 euro /m2. 5.6 Het virtuele centrum Voor het ondersteunen van burgers en bedrijven met onafhankelijke, neutrale informatie is een website nodig die makkelijk in het gebruik is. In deze business case wordt rekening gehouden met

het geheel nieuw opzetten van een website. Indien besparingsmogelijkheden te behalen zijn door aan te sluiten op al bestaande websites zal dit in de uitvoeringsfase zeker worden opgepakt. Naast de website zal ook de real-time kaart moeten worden ontwikkeld. Naast de ontwikkelingskosten zal in deze business case ook rekening gehouden moeten worden met het up to date houden van de website en de real-time kaart.

5.7 Communicatie/promotie/marketing In de gesprekken met de bedrijven is ook duidelijk geworden dat het heel belangrijk is dat de stad weet heeft van het centrum en dat het centrum ook gevonden kan worden. Daarom is in de financile opzet rekening gehouden met een campagne in het eerste jaar waarin de bekendheid van het centrum centraal staat. In de jaren daarna zal regelmatig de publiciteit gezocht moeten worden.

10

6.

Financieel Overzicht

Hieronder is een overzicht opgenomen van de verwachte kosten voor een duurzaamheidscentrum zoals beschreven in hfd. 5.

Investeringskosten Voorbereiding Website bouwen Real-time kaart opzetten Inrichting centrum Promotiecampagne Totaal Structurele kosten per jaar Personeel Kantoorruimte huur/jr Promotie/communicatie Onderhoud website Onderhoud real-time kaart Activiteiten Totaal 200.000 100.000 200.000 100.000 50.000 650.000

350.000 (alleen personeel DC) 50.000 (alleen voor DC) PM (bestaande budgetten, bijdragen partijen) 20.000 30.000 PM (bestaande budgetten, bijdragen partijen) 450.000

Financile dekking De gemeente heeft bij haar voornemen tot het realiseren van een duurzaamheidscentrum ook geld gereserveerd voor de oprichting en exploitatie hiervan. Het gaat om een bedrag van 0,3 mln. voor eenmalige investeringskosten en 400.000 structurele exploitatiekosten. De kostenopzet zoals hierboven genoemd past nagenoeg binnen deze financile middelen. Met de andere Founding Fathers zullen afspraken moeten worden gemaakt over financiering van specifieke projecten ca.

7.

Vervolg acties

Bespreken van deze business case in de raadscommissie Leefomgeving. Na instemming met deze business case zal in het eerste kwartaal van 2012 de verdere uitwerking ter hand worden genomen. Dat houdt in: een geschikte locatie vinden, met de partners overleggen en afspraken maken over de concretisering van hun inbreng. Na vastleggen van de afspraken en uitwerking van het plan kan dan in het 2e kwartaal van 2012 het duurzaamheidscentrum formeel worden opgericht.

11

BIJLAGE 2

Advies Rob Brons

Aan: de wethouder Rabin Baldewsingh, gemeente Den Haag Van: Rob Brons Datum: 1 mei 2012 Betreft: Duurzaamheidscentrum, verslag activiteiten en advies Inleiding De gemeente Den Haag wil een actieve rol spelen op het gebied van duurzame ontwikkeling. De ambitie is om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Om deze ambitie waar te maken is in het collegeakkoord van 2010 het oprichten van een duurzaamheidscentrum voorzien. Een eerste verkenning is uitgevoerd door Hans van der Vlist. Van der Vlist geeft aan geen rol te zien voor het HMC in het Duurzaamheidscentrum. Het HMC heeft in december 2011 aangegeven positief staan in het deelnemen aan een toekomstig Duurzaamheidscentrum. Ik heb verkend welke rol het HMC en ook Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum kunnen en willen spelen en zo ja onder welke voorwaarden. Het doel van het Duurzaamheidscentrum Het Duurzaamheidscentrum moet vooral zijn gericht op het samenbrengen van partijen om de duurzaamheidsopgave te realiseren. Het centrum moet daarvoor onafhankelijk kunnen opereren. Daardoor kan het centrum geen onderdeel van de gemeentelijke organisatie en ook geen lobbyinstantie t.a.v. het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid zijn. Het Duurzaamheidscentrum zou de volgens het rapport van Hans van der Vlist de volgende taken kunnen hebben: Etalage Er is behoefte aan een Duurzaamheidscentrum dat aan burgers, bedrijven en instellingen laat zien wat op dit gebied gaande is in de stad. Goede voorbeelden maar ook inzicht in het doel, en wat nog moet gebeuren doen om dat doel te bereiken. Podium voor ontmoeting, inspiratie en motivatie Een ontmoetingsplek waar ideen kunnen worden uitgewisseld en bestaande netwerken een plek krijgen. Toonaangevende bijeenkomsten die een belangrijke bijdrage leveren aan de internationale rol die Den Haag speelt. Makelaar Er is behoefte aan een makelaar, aanjager die partijen (overheid, ondernemingen en burgers) bij elkaar brengt om ontwikkelingen van de grond te krijgen. Ondersteunen en ontzorgen Het helpen en ondersteunen van burgers en bedrijven met het realiseren van hun ambities, maar ook met het een weg vinden in het doolhof van duurzaamheidsmaatregelen/subsidies etc. De scope van het centrum zal in de eerste jaren liggen op het vlak van klimaat en energie. In een tweetal indringende gesprekken met vertegenwoordigers van OM Den Haag en het HMC zijn taken en rollen besproken die deze partijen kunnen en willen spelen in het verwezenlijken van de doelstelling van een duurzaamheidscentrum. Rol die Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum wil spelen Om Den Haag vindt de doelstelling van het Duurzaamheidscentrum passen bij de doelstelling van Om Den Haag. Het Duurzaamheidscentrum moet daarom meer zijn dan een versterkte samenwerking tussen partijen (dat kan immers ook worden georganiseerd zonder dat daarvoor een Duurzaamheidscentrum hoeft te worden gevormd). Om Den Haag vindt dat een subsidie niet past bij een Duurzaamheidscentrum, Om Den Haag vindt subsidie voor een dergelijk centrum niet meer van deze tijd. Het centrum moet voldoende projecten binnenhalen, zodat het op eigen benen kan staan.

12

Om Den Haag ziet voor zichzelf als stip op de horizon het opgaan in het Duurzaamheidscentrum, met als groeipad: in 2013 een versterkt samenwerkingsverband, eind 2013 een evaluatie en in 2014 opgaan in het Duurzaamheidscentrum. Zie verder ook de zienswijze van Om Den Haag die als bijlage is toegevoegd. Rol die het HMC in het Duurzaamheidscentrum wil spelen Het HMC vindt beleidsbenvloeding in de vorm van agenderen, belangen behartigen en adviseren haar core business (lobby-instantie zoals in het is het rapport van Hans van der Vlist wordt genoemd). Deze taak wil het HMC altijd zelfstandig en onafhankelijk blijven uitvoeren. Deze taak wil het HMC niet in het Duurzaamheidscentrum onderbrengen. Het HMC voert projecten uit die soms in het teken staan van beleidsbenvloeding. Het HMC wil daarom het liefst een versterkt samenwerkingsverband en zelf onafhankelijk blijven met een basissubsidie van de gemeente Den Haag. Als bespreekbare optie wordt genoemd om een deel (het projectendeel) op te laten gaan in het Duurzaamheidscentrum, maar deze heeft niet de eerste voorkeur. Het HMC wil bijdragen aan het opzetten van het centrum en wil ook projecten samen met het Duurzaamheidscentrum of voor het centrum uitvoeren. Zie verder ook de zienswijze van het HMC die als bijlage is toegevoegd. HMC en Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum Om na te gaan of het zinvol is om het HMC en Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum te laten opgaan, zijn deze organisaties door mij verzocht zichzelf te toetsen op de aspecten kwaliteit, capaciteit en continuteit vanuit hun eigen kerndoelstelling en gericht op de doelstelling van een duurzaamheidscentrum. Kwaliteit: beide organisaties hebben in basis eenzelfde doelstelling op het gebied van milieu en duurzaamheid, zij willen beiden dat het milieu en de leefomgeving kwalitatief beter wordt. Capaciteit: beide organisaties staan los van elkaar, door hen samen te brengen kan een synergie voordeel ontstaan. Het geheel zal meer zijn dan de som der delen. Continuteit: beide organisaties hebben op langere termijn meer bestaansrecht door samen te gaan dan apart te blijven. In tijden van ombuigingen en afhankelijkheid van subsidies of projecten wordt dit bestaansrecht minder zeker. Scenarios Op basis van de geleverde informatie van Om Den Haag en het HMC zijn de volgende scenarios met hen besproken en denkbaar. Scenario 1 Het HMC en Om Den Haag gaan samen op in het Duurzaamheidscentrum Dit kan via een geleidelijke weg door eerst versterkt te gaan samenwerken (2012-2013) om daarna op te gaan in het Duurzaamheidscentrum (2014). Scenario 2 Om Den Haag gaat op in het Duurzaamheidscentrum en het projectendeel (circa 50%) van HMC gaat op in het Duurzaamheidscentrum. Het overige deel blijft onder de naam HMC de overige taken uitvoeren. Het overige deel van het HMC gaat onafhankelijk en zelfstandig verder Scenario 3 Om Den Haag en het HMC blijven onafhankelijk en gaan beiden niet op en dragen niet bij aan het Duurzaamheidscentrum. Advies Ik kom tot de conclusie dat op basis van de gesprekken die ik heb gevoerd met het HMC en Om Den Haag dat de mogelijkheden in scenario 1 om door te gaan met zowel het HMC als Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum vrijwel uitgesloten zijn. Het HMC hecht veel waarde aan haar onafhankelijkheid en aan het benvloeden van de publieke opinie. Deze houding verdraagt zich niet tot het gewenste gedrag van de partners in Om Den Haag. Scenario 3 zou betekenen dat ook Om

13

Den Haag alleen en onafhankelijk verder gaat. Om Den Haag heeft echter aangegeven om (op termijn) te willen opgaan in het Duurzaamheidscentrum. Mijn advies is mikken op scenario 2. In 2013 wordt dan volgens een versterkt samenwerkingsverband toegewerkt naar het opgaan (in 2014) van Om Den Haag in het Duurzaamheidscentrum. Het HMC zal haar projectendeel in ditzelfde scenario kunnen onderbrengen in het duurzaamheidscentrum. Het valt te overwegen dat expliciet te sturen vanuit de voorwaarden in de gemeentelijke subsidieverstrekking bij wijze van stok achter de deur. In 2013 het jaar waarin versterkt wordt samengewerkt, is nog geen sprake van een locatie voor het Duurzaamheidscentrum. Het centrum is dan virtueel in de vorm van een duurzaamheidsportaal beschikbaar. Dit duurzaamheidsportaal kan medio 2012 worden geopend. Vanaf dat moment, tot dat het Duurzaamheidscentrum ook een fysieke vorm krijgt, zal het beheer bij voorkeur door de gemeente Den Haag plaatsvinden. Alles overziend geef ik U in overweging Om Den Haag opdracht te geven om het volgende nader uit te werken: 1. 2. 3. 4. 5. het opzetten van een businesscase (financile paragraaf) een keuze te maken voor de rechtsvorm van het Duurzaamheidscentrum welke locatie in 2014 in aanmerking komt voor het centrum welke partijen gaan deelnemen aan het centrum; hoe het takenpakket en de begroting eruit ziet voor het eerste jaar

Bij deze uitwerking verdient het aanbeveling de resultaten van de gevoerde gesprekken te betrekken in de opdracht. Voor de volledigheid voeg ik hierbij de reacties van HMC en OM bij. Ik teken aan, dat beide partijen consistent en consequent in hun uitingen zijn, waarbij de boventoon voert de wil tot samenwerking, maar terughoudendheid tot samengaan. Met respect voor deze houding adviseer ik een volgende stap te zetten en daarmee druk op het proces te houden zonder overdruk te genereren, omdat deze zeker contraproductief zal werken. Rob Brons

14

BIJLAGE 3

Toelichting stakeholderanalyse

Stakeholders hebben invloed op het succes van het DC en daarom is het van belang te weten welke rol deze partijen hebben met betrekking tot het DC. Hieronder wordt per stakeholder een korte toelichting gegeven. De rol en betrokkenheid van deze partijen zullen elkaar overlappen, samenwerking is immers een van de doelstellingen van het DC en van belang voor het functioneren en slagen van het DC. Verschillende stakeholders hebben verschillende wensen en belangen, voor het DC de uitdaging om deze verschillende invloeden aan elkaar te verbinden met als resultaat concrete projecten en campagnes. Overheid Rol: o.a. facilitator DC, opdrachtgever, samenwerkingspartner, informatieverstrekker, beleidsmaker. De overheid, met name de lokale overheid is van belang bij het opzetten van het DC. Op het gebied van informatievoorziening is de overheid een key player, het DC wordt immers ingezet om reeds gedefinieerde klimaatdoelstellingen te bereiken. Daarnaast wordt nauw samengewerkt met de gemeente om projecten mogelijk te maken en de informatievoorziening richting de doelgroep via het DC te optimaliseren. Bedrijfsleven Rol: o.a. facilitator DC, opdrachtgever, samenwerkingspartner, aanbieder van duurzame oplossingen, informatieverstrekker, versterking platformfunctie. Van het bedrijfsleven wordt geen directe financile bijdrage verwacht, wel het ondersteunen van het DC met kennis, organisatievermogen, gereduceerde tarieven voor diensten en producten en het beschikbaar stellen van ruimte en faciliteiten voor de uitvoering van de etalage- en platformfunctie. Daarnaast wordt ook verwacht dat er opdrachten worden verstrekt aan het DC om specifieke duurzaamheidprojecten, bij voorkeur in samenwerking met andere partijen, uit te voeren. Te allen tijde moet vermeden worden dat het DC als een verkooploket van producten en diensten gaat dienen, het DC blijft onafhankelijk en niet commercieel. Indien producten/diensten ingezet kunnen worden om specifieke projecten mogelijk te maken, zal aan partners uit het bedrijfsleven gevraagd kunnen worden om hier invulling aan te geven. Kennisinstituten Rol: o.a. samenwerkingspartner, informatieverstrekker, innovatiepartner, versterking platformfunctie. Er is veel kennis over duurzaamheid. Kennisinstituten kunnen een bijdrage leveren aan de informatievoorziening richting bewoners en bedrijven. Omgekeerd kunnen zij de kennis, informatie en ervaringen van het DC gebruiken om nieuwe ideen te ontwikkelen, die wellicht in samenwerking met het DC kunnen worden uitgewerkt. Kennisdeling kan partijen versterken en innovatie stimuleren. Onderwijsinstellingen Rol: o.a. samenwerkingspartner, informatieverstrekker, innovatiepartner. Duurzaamheid is een proces, waar jongeren steeds vaker een belangrijke rol in spelen. Voor hen is het belangrijk een verbinding te maken tussen theorie en praktijk. Innovatieve ideen kunnen worden ingebracht en vanuit het DC kan mogelijk worden gekeken naar samenwerking met scholieren, stageplekken en uitwerking van innovatieve projecten. Burgers en bewonersorganisaties Rol: o.a. samenwerkingspartner, vrager van duurzame oplossingen. In Den Haag zijn er al tal van duurzame initiatieven. Niet alleen het bedrijfsleven en de gemeente, maar ook bewoners(verenigingen) zijn belangrijk om de klimaatdoelstellingen te behalen. Deze groep moet daarom goed worden voorgelicht over de mogelijkheden om te verduurzamen en begeleid worden in het proces. Vooral laten zien wat er gebeurt, wat er nog gedaan kan worden en hoe bewoners kunnen meehelpen en ze daarin begeleiden, is een belangrijk doel van het DC. 1

Maatschappelijke organisaties Rol: o.a. samenwerkingspartner, informatieverstrekker. Met deze partijen zal nauw samengewerkt moeten worden. Partijen hebben informatie/kennis nodig van elkaar om samenwerkingen te versterken en nieuwe mogelijkheden te ontdekken. Landelijke, regionale en lokale regelingen kunnen via het DC ook meer bekendheid krijgen. Transparant moet worden gemaakt welke informatie voor welke doelgroep interessant is. Media Rol: o.a. bekendheid geven aan het DC, haar activiteiten, projecten, en beschikbare regelingen. De media zijn essentieel voor het DC. Bekendheid en vertrouwen in het DC zijn belangrijk voor het succes. Stakeholders moeten op de hoogte zijn van het bestaan van het DC en weten welke activiteiten het DC heeft en op welke manier het DC ondersteuning / informatie kan bieden en samenwerkingsverbanden kan aangaan. (In het hoofdstuk 7. Communicatie zal hier verder op worden ingegaan).

BIJLAGE 4

Voorstel voor concept statuten DC

NAAM, ZETEL EN DUUR. Artikel 1. 1. De stichting is genaamd: Stichting Duurzaamheidcentrum Den Haag (DC Den Haag). Zij heeft haar zetel in de gemeente 's-Gravenhage. 2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. DOEL. Artikel 2. De stichting heeft ten doel: het initiren, stimuleren en versterken van de duurzame ontwikkeling van de stad Den Haag in de ruimste zin, maar in het bijzonder van de doelstellingen van de gemeente Den Haag op dit punt. Zij tracht haar doel te bereiken door: begeleiden en cordineren van projecten, helpen en adviseren van burgers en ondernemers, die wensen bij te dragen aan dit doel, op te treden als intermediair tussen overheid en bedrijven, fungeren als kennisbank en het op eigen initiatief organiseren van activiteiten en projecten in het kader van de doelstelling. VERMOGEN. Artikel 3. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: (project-)subsidies en donaties; hetgeen de stichting door erfstelling, legaat, schenking of op enigerlei andere wijze verkrijgt. De stichting mag erfstellingen alleen aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. BESTUUR. Artikel 4. 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur bestaat in beginsel uit een of meer bestuurders. 3. De raad van toezicht stelt het aantal bestuurders vast. Indien het bestuur uit meer dan n bestuurder bestaat dan kiest het bestuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in n persoon worden verenigd. De penningmeester legt uiterlijk in de maand mei aan het bestuur rekening en verantwoording af van het door hem in het voorafgaande boekjaar gevoerde beheer. Artikel 5. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door bedanken, door overlijden, door verklaring in staat van faillissement, door aanvrage van sursance van betaling, door onder-curatelestelling, door ontslag door de Rechtbank, zomede door ontslag door het bestuur, dat daartoe dient te besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn. Artikel 6. 1. De bestuursleden worden benoemd, ontslagen of geschorst door de Raad van Toezicht. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 2. Wanneer in het bestuur een vacature is ontstaan zal daarin door de Raad van Toezicht ten spoedigste worden voorzien door benoeming van een nieuw bestuurslid, die als zodanig dezelfde functie zal bekleden als degene in wiens plaats hij werd benoemd. 3. Bij verschil van mening tussen de overblijvende bestuursleden omtrent de benoeming, alsmede wanneer te eniger tijd alle bestuursleden mochten komen te ontbreken en voorts indien de raad van toezicht zou nalaten binnen redelijke termijn in de vacature(s) te voorzien, zal de voorziening geschieden door de Rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het Openbaar Ministerie. 4. De arbeidsvoorwaarden van de bestuurders worden vastgesteld door de Raad van Toezicht.

Artikel 7. 1. Het bestuur is bevoegd, mits met voorafgaande toestemming van de Raad van Toezicht, tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. 2. Het bestuur is bevoegd, mits met voorafgaande toestemming van de Raad van Toezicht, tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt, mits het besluit daartoe wordt genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of door een schriftelijk gevolmachtigde vertegenwoordigd zijn. Artikel 8. 1. Indien er een bestuurder is, is deze belast met de uitvoering van de besluiten. Indien er meerdere bestuursleden zijn, zijn de voorzitter en de secretaris van het bestuur belast met de uitvoering van de besluiten van het bestuur. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk de stichting in en buiten rechte. Ingeval van ontstentenis of belet van de voorzitter of de secretaris wordt de stichting vertegenwoordigd door de voorzitter, casu quo de secretaris tezamen met n ander lid van het bestuur. Bij ontstentenis of belet van zowel de voorzitter als de secretaris wordt de stichting vertegenwoordigd door twee andere bestuursleden gezamenlijk, of, indien slechts een ander bestuurslid in functie is, door dit bestuurslid. Onverminderd het vorenstaande is het bestuur van de stichting bevoegd tot vertegenwoordiging van de stichting in en buiten rechte. 2. Het bestuur stelt jaarlijks voor een mei van ieder jaar een kalenderplan/beleidsplan op, in welk plan het bestuur aangeeft welke activiteiten het volgend boekjaar gepland staan, alsmede de wijze van financiering van deze activiteiten en de herkomst van de middelen. 3. Door het bestuur wordt er een jaarverslag van de activiteiten gedurende het afgelopen boekjaar vastgesteld, dat er binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar door het bestuur aan de Raad van Toezicht ter goedkeuring wordt aangeboden. BESTUURSVERGADERINGEN. Artikel 9. 1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als een bestuurder, of degene die hem als zodanig vervangt, ofwel tenminste twee bestuursleden dit gewenst acht(en). 2. De bestuurder (secretaris) roept op tot de vergadering. Hij maakt van het ter vergadering verhandelde en besloten notulen op, die door hem en indien benoemd, de voorzitter worden ondertekend. Fungeert de secretaris als voorzitter dan geschiedt het notuleren door de penningmeester. Ieder lid van het bestuur heeft recht op een kopie van de notulen. 3. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een schriftelijk gevolmachtigde ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Artikel 10. 1. Het bestuur is bevoegd zowel in als buiten vergadering besluiten te nemen. In het laatste geval is daartoe vereist dat alle bestuursleden hun stem schriftelijk of per email uitbrengen. 2. Tenzij in deze statuten anders wordt bepaald, worden besluiten genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. 3. Stemming geschiedt mondeling, tenzij een bestuurslid schriftelijke stemming verlangt. Stemming bij acclamatie is geoorloofd indien geen der bestuursleden zich daartegen verzet. 4. Mocht bij stemming over personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Indien ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken bij een tussenstemming of een herstemming de stemmen, dan beslist de raad van toezicht. 5. Indien een voorstel zaken betreft, wordt het bij staking van stemmen als verworpen beschouwd.

RAAD VAN TOEZICHT. Artikel 11. 1. De raad van toezicht houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en staat het bestuur met advies terzijde waarbij hij zich richt naar het belang van de stichting. 2. Onverminderd hetgeen elders in de statuten is bepaald, heeft de raad van toezicht de volgende bevoegdheden: a. het verlenen van goedkeuring aan het door het bestuur opgestelde werkplan/beleidsplan, als bedoeld in artikel 8, lid 2; b. het goedkeuren van het jaarverslag, als bedoeld in artikel 8, lid 3; c. het besluiten tot omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm; d. het vaststellen, wijzigen en opheffen van reglementen, als bedoeld in artikel 18; e. het goedkeuren van de jaarstukken, als bedoeld in artikel 19 lid 4; f. het goedkeuren van het besluit tot ontbinding van de stichting. 3. De raad van toezicht kan in zijn daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven bestuursbesluiten aan zijn goedkeuring onderwerpen. De raad van toezicht deelt een dergelijk besluit onverwijld aan het bestuur schriftelijk mede. 4. Een ontbreken van een in het vorige lid bedoelde voorgeschreven goedkeuring van de raad van toezicht op een besluit van het bestuur tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aan. 5. Het bestuur is verplicht de raad van toezicht alle door deze gevraagde inlichtingen te verstrekken en, indien de raad van toezicht daartoe het verlangen te kennen geeft, de vergaderingen van die raad bij te wonen. 6. Het bestuur is voorts verplicht aan de raad van toezicht alle inlichtingen te verschaffen waarvan hij weet of kan weten dat die voor de raad van toezicht van belang kunnen zijn voor het uitvoeren van zijn taak. Artikel 12. 1. De raad van toezicht bestaat uit tenminste zes leden. 2. Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeente 's-Gravenhage. Een lid van raad van toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de coperatie: Coperatieve Rabobank Den Haag en Omgeving B.A., gevestigd te 2594 AB 's-Gravenhage, Bezuidenhoutseweg 5. Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de naamloze vennootschap: Siemens Nederland N.V, statutair gevestigd te 's-Gravenhage, kantoorhoudende te (nog nader in te vullen). Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de naamloze vennootschap: N.V. Eneco gevestigd te Rotterdam, mede kantoorhoudende te (nog nader in te vullen). Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door MKB Den Haag, gevestigd te (nog nader in te vullen) . Een lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd, geschorst en ontslagen door BAM, gevestigd te Den Haag, kantoorhoudend te (nog nader in te vullen). 3. Personen komen in aanmerking voor het lidmaatschap van de raad van toezicht op grond van algemeen bestuurlijke kwaliteiten en op grond van specifieke deskundigheid. In ieder geval dient in de raad van toezicht voldoende deskundigheid aanwezig te zijn op het terrein van de doelstellingen van de stichting. 4. Het aantal leden van de raad van toezicht wordt - met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde - door de raad van toezicht vastgesteld. . 5. De raad van toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter. De enige in functie zijnde bestuurder dan wel de voorzitter van het bestuur is tevens secretaris van de raad van toezicht, zonder lid te zijn van de raad van toezicht. 6. Bij het ontstaan van een vacature in de raad van toezicht zal de raad zo spoedig mogelijk daarin voorzien.

VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT, PLAATS, FREQUENTIE EN WIJZE VAN BIJEENROEPEN. Artikel 13. 1. Vergaderingen van de raad van toezicht worden gehouden te 's-Gravenhage, dan wel een door de voorzitter te bepalen plaats. 2. De raad van toezicht kan derden uitnodigen zijn vergaderingen bij te wonen. 3. De raad van toezicht vergadert ten minste tweemaal per jaar. De agenda van deze vergadering bevat, onder meer, de volgende punten: a. goedkeuring van de jaarstukken, als bedoeld in artikel 19 lid 4; b. goedkeuring van het door de bestuur vastgestelde schriftelijk jaarverslag over het afgelopen boekjaar, als bedoeld in artikel 8, lid 2; c. goedkeuring van het door het bestuur opgestelde werkplan/beleidsplan, als bedoeld in artikel 8, lid 2; d. verantwoording van het door het bestuur opgestelde werkplan/beleidsplan, als bedoeld in artikel 8, lid 2, welke betrekking heeft op het lopende boekjaar; e. goedkeuring van door het bestuur opgestelde kwartaalrapportages; f. verkiezing van bestuurders; g. verkiezing van leden van de raad van toezicht in geval van een vacature. Voorts wordt in de vergadering behandeld, hetgeen verder op de agenda is geplaatst. 4. Vergaderingen van de raad van toezicht zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter van de raad van toezicht of van het bestuur dit wenselijk acht of indien een of meer andere leden van de raad van toezicht, schriftelijk en onder opgave van de te behandelen punten, aan de voorzitter van de raad van toezicht een zodanig verzoek richten. 5. Indien de voorzitter van de raad van toezicht aan een zodanig verzoek geen gevolg geeft, in dier voege dat wordt opgeroepen tot een vergadering van de raad van toezicht te houden binnen dertig dagen na het verzoek, zijn de verzoekers zelf bevoegd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen. 6. Behoudens het in lid 5 van dit artikel bepaalde geschiedt de oproeping tot een vergadering van de raad van toezicht door de voorzitter of namens deze door de secretaris. 7. De oproeping tot een vergadering van de raad van toezicht geschiedt in alle gevallen ten minste een en twintig dagen tevoren, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet medegerekend, door middel van oproepingsbrieven. 8. Uiterlijk twee (2) weken voor de vergadering wordt de agenda van deze vergadering verstuurd. De agendastukken worden uiterlijk een week voor de vergadering verstuurd. 9. Zolang in een vergadering van de raad van toezicht alle zitting hebbende leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen van de raad van toezicht niet in acht genomen. VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT, AANWEZIGHEIDSVEREISTE. Artikel 14. 1. De raad van toezicht kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van zijn zitting hebbende leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 2. Een lid van de raad van toezicht kan zich slechts met voorafgaande toestemming van de voorzitter van de raad van toezicht, ter vergadering door een derde of door een ander lid van de raad van toezicht laten vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. 3. Indien in een vergadering van de raad van toezicht niet de meerderheid van de zitting hebbende leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is, zal een nieuwe vergadering van de raad van toezicht worden bijeengeroepen, te houden binnen vijftien dagen na de eerder bijeengeroepen vergadering van de raad van toezicht, waarin omtrent dezelfde onderwerpen als van de eerder bijeengeroepen vergadering van de raad van toezicht zal kunnen worden besloten met de voorgeschreven meerderheid van stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad van toezicht, mits op deze wijze van besluitvorming uitdrukkelijk in de oproepingsbrief is gewezen.

VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT, WIJZE VAN VERGADEREN, NOTULEN EN STEMRECHT. Artikel 15. 1. Vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter van de raad van toezicht zal die vergadering van de raad van toezicht worden geleid door een ter vergadering daartoe aangewezen lid van de raad van toezicht. 2. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter daartoe aangezochte persoon, tenzij een notarieel proces-verbaal zijn zij bevoegd, die de oproeping tot de betreffende bestuursvergadering hebben gedaan. 3. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen die in de vergaderingen van de raad van toezicht, waarop de notulen betrekking hebben, als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. 4. Ieder lid van de raad van toezicht heeft het recht tot het uitbrengen van een stem. 5. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle besluiten van de raad van toezicht genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. 6. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter van de vergadering een schriftelijke stemming gewenst acht of een van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. 7. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering. BESLUITEN BUITEN VERGADERING. Artikel 16. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden van de raad van toezicht zich schriftelijk voor het voorstel hebben verklaard, welke schriftelijke verklaringen bij de notulen van de stichting bewaard worden. EINDE LIDMAATSCHAP VAN RAAD VAN TOEZICHT Artikel 17. 1. Een lid van de raad van toezicht dat door de raad van toezicht benoemd is, kan door de raad van toezicht worden ontslagen met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen, waarbij het lid van de raad van toezicht wiens ontslag aan de orde is geen stemrecht heeft en niet meetelt bij de berekening van bedoelde meerderheid. 2. Voorts eindigt het lidmaatschap van de raad van toezicht: a. door ontslag door de instantie, die bevoegd is tot benoeming, anders dan de raad van toezicht; b. door benoeming van een lid van de raad van toezicht tot bestuurder; c. door defungeren overeenkomstig het rooster van aftreden zonder herbenoeming; d. door overlijden van een lid van de raad van toezicht; e. bij verlies door een lid van de raad van toezicht van het vrije beheer over zijn vermogen; f. door vrijwillig ontslag van een lid van de raad van toezicht. 3. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt na maximaal drie jaren overeenkomstig een door de raad van toezicht op te stellen rooster. Herbenoeming is steeds mogelijk. Een nieuw benoemd lid van de raad van toezicht, dat in een tussentijdse vacature is benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger. REGLEMENTEN Artikel 18. 1. De raad van toezicht is bevoegd reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die niet in deze statuten zijn opgenomen. 2. De reglementen mogen niet met de Wet of deze statuten in strijd zijn. 3. De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te heffen.

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN Artikel 19. 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar, met dien verstande, dat het eerste boekjaar van de stichting eindigt op een en dertig december tweeduizend n. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van al haar handelingen zodanig aantekening te (doen) houden dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten en daaruit worden door het bestuur binnen zes maanden na afloop van ieder boekjaar een balans en een staat van baten en lasten met toelichting opgemaakt (in deze statuten aan te duiden als: jaarstukken), welke bescheiden, getekend door het bestuur en vergezeld van een rapport van de door het bestuur benoemde register-accountant of accountant-administratieconsulent, aan de raad van toezicht ter goedkeuring worden aangeboden. 4. Goedkeuring zonder voorbehoud van de jaarstukken door de raad van toezicht strekt het bestuur tot dcharge voor het bestuur over het afgelopen boekjaar. STATUTENWIJZIGING. Artikel 20. 1. Het bestuur is bevoegd, na goedkeuring van de raad van toezicht, de statuten te wijzigen. 2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notarile akte tot stand komen. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar Handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden en Fabrieken te 's-Gravenhage. ONTBINDING. Artikel 21. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is toepasselijk hetgeen in artikel 11 van deze statuten is bepaald aangaande een besluit tot wijziging van de statuten. 2. De stichting wordt bovendien ontbonden: a. door insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; b. door rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen. VEREFFENING. Artikel 22. 1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht. 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo moet worden bestemd voor een doel hetwelk het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt. SLOTBEPALING. Artikel 23. In alle gevallen waarin door de statuten van de stichting niet wordt voorzien, beslist de raad van toezicht. De comparant is mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE in minuut opgemaakt is verleden te 's-Gravenhage ten dage en jare in het hoofd dezer gemeld. Na zakelijke opgave en toelichting van de inhoud van deze akte aan de verschenen persoon heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparant en mij, notaris, ondertekend. 8

Bijlage 5: Reglementen Raad van Toezicht conform artikel 18 concept statuten


De reglementen zijn bedoeld om het doel en het karakter van de samenwerking van de founding fathers , hier partijen genoemd, nader te regelen.

Doel en karakter van de samenwerking


1.1. Partijen spreken de intentie uit om binnen de in het bedrijfsplan Duurzaamheidcentrum Den Haag (DC) vastgelegde kaders te onderzoeken of zij overeenstemming kunnen bereiken over een of meer gemeenschappelijk te ondernemen projecten met betrekking tot het ontwikkelen van en investeren in duurzame energie en het bevorderen van energiebesparing met als doel bij te dragen aan het bereiken van de duurzaamheiddoelstellingen van de gemeente Den Haag en om duurzame economische groei en maatschappelijk ondernemerschap in Den Haag te stimuleren. Partijen spreken de intentie uit om binnen de in dit bedrijfsplan vastgelegde kaders te onderzoeken of zij overeenstemming kunnen bereiken over een of meer gemeenschappelijk te ondernemen projecten die kunnen helpen om de CO2-uitstoot in Den Haag meetbaar te reduceren. Behoudens de verplichtingen die zijn neergelegd in of voortvloeien uit het reglement en de op voet van bepaling 1.12 te sluiten overeenkomsten inzake geheimhouding en (intellectuele) eigendomsrechten, schept of behelst dit reglement geen rechtens afdwingbare verplichtingen. Jaarlijks, te beginnen in 2013, wordt door partijen in gezamenlijk overleg een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen opgesteld. In het uitvoeringsprogramma staan projecten, die partijen in het kader van het Duurzaamheidcentrum Den Haag, zelfstandig of in samenwerking met een of meer andere partijen en/of derden, wensen uit te voeren. Voor de selectie van projecten die door het Duurzaamheidcentrum kunnen worden uitgevoerd wordt door de Raad van Toezicht een lijst met criteria vastgesteld, waaraan deze projecten tenminste moeten voldoen. De projecten worden zoveel mogelijk aangedragen door de betrokken partijen. Projecten, die ondersteund worden door het uitvoeringsprogramma, worden binnen de kaders van de vastgestelde begroting uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de geselecteerde projecten wordt door de Raad van Toezicht bepaald of, en zo ja welke, andere partijen eventueel kunnen worden betrokken bij de daadwerkelijke ontwikkeling en realisering daarvan, welke afspraken daartoe dienen te worden gemaakt, en tussen wie die afspraken dan gelden. Daartoe wordt onder andere onderzocht of aansluiting bij beleidsvoornemens, programmas en projecten van overheden, bedrijven, organisaties en instellingen mogelijk en zinvol is. Elke partij verbindt zich om, indien hij in het kader van een door de Raad van Toezicht goedgekeurd project uitdrukkelijk en schriftelijk heeft toegezegd om een zekere bijdrage aan de uitvoering van dat project te leveren, die aldus toegezegde bijdrage ook daadwerkelijk te leveren. Hij kan door de andere bij het project betrokken partijen (maar niet door de overige partijen in de Raad van Toezicht) tot nakoming van die toezegging worden aangesproken, tenzij de bij het project betrokken partijen iets anders zijn overeengekomen. Het managementteam van het Duurzaamheidcentrum Den Haag rapporteert halfjaarlijks over de voortgang van de geselecteerde projecten aan de Raad van Toezicht. Dit Reglement is gesloten voor bepaalde duur. Het Reglement treedt in werking met ingang van de eerste vergadering van de Raad van Toezicht en eindigt 3 jaar later. Na afloop van de looptijd kunnen de partijen ieder jaar besluiten tot verlenging met een jaar. Elke partij is bevoegd tot opzeggen van dit Reglement met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste een maand. Opzegging geschiedt per brief gericht aan alle partijen. Bij opzegging door een partij blijft het uitvoeringsprogramma ten aanzien van de overige partijen van kracht. Indien een of meer partijen het uitvoeringsprogramma na ommekomst van de geldende looptijd willen verlengen, maar andere partijen dat niet willen, blijft het uitvoeringsprogramma ten

1.2

1.3

1.4

1.5

1.6

1.7 1.8

1.9 1.10

aanzien van de partijen die voortzetting wensen na ommekomst van de looptijd van kracht voor de dan tussen hen overeen te komen nadere looptijd. In beide gevallen maken de partijen die betrokken zijn bij projecten, die nog lopen op het moment waarop het uitvoeringsprogramma ten aanzien van een of meer partijen eindigt, zoveel mogelijk voorafgaand aan dat einde, afspraken over de voortzetting of beindiging van die projecten. 1.11 Indien een partij een of meer andere partij(en) in het kader van het uitvoeringsprogramma een projectvoorstel wil doen, doet hij die andere partij(en) een schriftelijke beschrijving van dat voorstel toekomen. Tenzij de betrokken partijen voorafgaand aan de toezending van een dergelijk voorstel uitdrukkelijk schriftelijk anders overeen komen, dragen dergelijke projectvoorstellen en de daarin opgenomen informatie geen vertrouwelijk karakter. Indien een of meer partijen in beginsel genteresseerd zijn om een aldus voorgesteld project gezamenlijk te ondernemen, treden zij (dan wel een door een partij aangezochte met die partij gelieerde maatschappij) met elkaar in overleg over de voorwaarden voor het uitvoeren van het voorgestelde project. Partijen maken in dat verband onder meer afspraken over bepalingen ten aanzien van eigendomsrechten omtrent in het kader van een dergelijk project te gebruiken en te ontwikkelen informatie en vindingen, alsmede omtrent eventuele gebruiksrechten en publicatierechten voor dergelijke informatie en vindingen. De afspraken ter zake worden in een schriftelijke overeenkomst tussen de betrokken partijen vastgelegd. Elke partij verplicht zich om geen technische informatie van vertrouwelijke aard aan een andere partij of een aan een partij gelieerde maatschappij te verstrekken, tenzij die laatste daarin tevoren uitdrukkelijk schriftelijk heeft toegestemd en tevoren schriftelijk overeengekomen is welke geheimhoudingsverplichtingen op dergelijke informatie van kracht zijn. De partijen kunnen aan het uitvoeringsprogramma geen aanspraken ontlenen met betrekking tot de publiekrechtelijke taakuitoefening van de gemeente Den Haag. Geen der partijen staat in voor (acties of omissies van) aan hem gelieerde maatschappijen in het kader van of verband houdende met het uitvoeringsprogramma of enig in het verband met het uitvoeringsprogramma te ondernemen project. In het geval een der partijen besluit geen projecten uit te voeren, voordat deze partij zich hiertoe verbonden heeft, of besluit uit de Raad van Toezicht te treden en daarmee het uitvoeringsprogramma op te zeggen, vormt dit geen reden voor de andere partijen om enige vordering (voor bijvoorbeeld maar niet daartoe beperkt- schadeclaims, kostenvergoedingen en dergelijke) tegen de ander in te dienen. Alle geschillen tussen twee of meer partijen in verband met het uitvoeringsprogramma of afspraken, die daarmee samenhangen, worden voorgelegd aan de rechtbank te Den Haag, nadat gebleken is, in overleg tussen de betrokken partijen en na rapportage in de Raad van Toezicht daarover, dat de beslechting van het geschil in goed overleg niet mogelijk is. Een geschil bestaat, indien een van de partijen dat stelt en dit aan de andere partijen schriftelijk mededeelt.

1.12

1.13 1.14

1.15

1.16

1.17

10

BIJLAGE 6

Organogram

11

BIJLAGE 7

Personeel en Taakomschrijvingen

Deze korte toelichting bevat geen uitgebreide functiebeschrijvingen, maar geeft inzicht in de kerntaken per functie en de onderlinge relaties, conform bovenstaand organogram van het DC. De vaste formatie bestaat uit 5 fte. Managementteam Een Directeur/bestuurder en een plv. directeur vormen samen het managementteam (MT) van het DC. Beide worden voor totaal 2 fte ingezet, verdeeld over 1 fte als managementteam en 1 fte als projectmanager. Alle besluiten in het managementteam worden in gezamenlijkheid genomen. Directeur/Bestuurder (0,5 fte) - projectmanager (0,5 fte) De directeur is als bestuurder (onder de RvT) eindverantwoordelijk voor de algehele gang van zaken. Hij stelt een meerjarenbeleidplan en operationele jaarplannen op. Daarnaast is hij eindverantwoordelijk voor het realiseren van financile en inhoudelijke targets. Daarbij hoort ook het acquireren van opdrachten en het werven van fondsen en overige inkomsten. Hij legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De directeur is tevens eerste aanspreekpunt voor de founding fathers, partners en eventuele subsidinten van het DC. Hij onderhoudt nauwe contacten met partijen in het netwerk en is tevens het boegbeeld met betrekking tot public relations en treedt op als gastheer bij door het DC georganiseerde evenementen en vertegenwoordigt het DC bij externe bijeenkomsten. De directeur is tevens voor 0,5 fte projectmanager. Plv. directeur (0,5 fte) - projectmanager (0,5 fte) De plv. directeur is verantwoordelijk voor het opstellen van kwartaalrapportages, het voeren van de projectadministratie en bepaalt in overleg met de directeur de financile kaders voor de uitvoering van projecten. Hij is tevens eerste aanspreekpunt voor de interne organisatie, van buiten betrokken arbeidskrachten en draagt zorg voor het project- en procesmanagement en stuurt op en rapporteert over de inhoudelijke en financile voortgang. Daarnaast is de plv. directeur voor 0,5 fte projectmanager. Algemene projectmanagers De projectmanagers zijn flexibel inzetbaar en verantwoordelijk voor het initiren, uitvoeren, bewaken en afronden van de diverse projecten onder supervisie van het managementteam. Projectmanagers van het DC hebben een belangrijke taak in het waarborgen dat de projecten die onder de vlag van het DC worden uitgevoerd een concrete bijdrage leveren aan de duurzaamheiddoelstellingen. Door hun contacten in het werkveld en samenwerking met externe projectpartners hebben zij ook een belangrijke functie in het signaleren van kansrijke gebieden voor nieuwe projecten. Hierin ligt voor hen ook de taak om waar mogelijk en nodig als makelaar op te treden tussen de diverse stakeholders bij de overheid, het bedrijfsleven en bij maatschappelijke organisaties en individuele bewoners of bewonersgroepen. Voor grote projecten zal gewerkt worden met externe projectleiders die specifieke kennis hebben over een bepaald onderwerp. Zij worden bijgestuurd door en werken onder toezicht van het managementteam of de projectmanagers van het DC. Bijvoorbeeld rond mobiliteitsvraagstukken of het clusteren van particuliere opdrachtgevers in de stad. De projectmanagers dragen bij aan de ondersteunende ontmoetings- (podium) en makelaarsfunctie van het DC. Medewerker communicatie en informatievoorziening De medewerker draagt zorg voor de interne en externe communicatie van het DC. Een belangrijke taak van het DC is gedragsbenvloeding en bewustwording van burgers en bedrijven met betrekking tot duurzaamheid. Het DC zelf moet zichtbaar zijn en laten zien wat er allemaal in Den Haag en 12

omgeving gebeurt en mogelijk is op het gebied van duurzaamheid. De medewerker is verantwoordelijk voor het onderhouden van mediacontacten en alle communicatie uitingen van het DC. De medewerker draagt bij aan de platform- en etalagefunctie van het DC. Vanuit de founding fathers en andere betrokken partijen wordt de medewerker inhoudelijk ondersteund. De medewerker is het eerste aanspreekpunt voor bedrijven en burgers. In die hoedanigheid beantwoordt de medewerker duurzaamheidvragen van inwoners en bedrijven en geleidt hen bijvoorbeeld door naar de juiste adressen voor begeleiding bij hun wens tot verduurzaming. Omdat 1 fte nooit de hele stad kan ontzorgen is het DC voor het goed invullen van de ontzorgingstaak afhankelijk van de door de founding fathers geleverde capaciteit op dit punt. Het DC fungeert hier slechts als doorgeefluik. Medewerker facilitair/algemene ondersteuning De medewerker facilitair/algemene ondersteuning is verantwoordelijk voor de dagelijkse huishoudelijke werkzaamheden in het DC en biedt waar mogelijk en nodig ondersteuning bij diverse werkzaamheden die vanuit het DC worden uitgevoerd. Te denken valt aan secretarile werkzaamheden en ondersteuning bij de organisatie van bijeenkomsten en vergaderingen. Ook de dagelijkse financile administratie en de boekhouding behoren tot het takenpakket.

13

BIJLAGE 8

Uitwerking communicatie

Deze bijlage borduurt voort op de inzichten verkregen uit de onderzoeksfase en het verkenningstraject. Het is geen uitputtend communicatieplan, maar geeft richting aan de communicatiestrategie van het DC.

Doelgroepen
Voor het opstellen en uitvoeren van een goed communicatiebeleid is het van belang helder te hebben wat de doelgroepen zijn. In hoofdstuk 5 is een analyse gemaakt van de stakeholders van het DC. Bij stakeholders gaat het om partijen die zowel bewust als onbewust betrokken zijn bij het realiseren van de doelstellingen van het DC. Doelgroepen zijn de partijen waar het DC zich met haar kernactiviteiten direct op richt. Gelet op de vier functies van het DC, zoals geformuleerd door kwartiermaker Hans van der Vlist, worden voor het communicatiebeleid van het DC de volgende primaire doelgroepen onderscheiden: Bedrijven en instellingen Bedrijven en instellingen kunnen duurzame ontwikkeling mogelijk maken vanuit de aanbodzijde; verandering vindt plaats via organisaties die duurzame oplossingen leveren. (Bedrijven en instellingen kunnen ook via leveranciers vragers zijn van duurzame producten en diensten). Burgers en bewonersgroepen Burgers en bewonersgroepen kunnen duurzame ontwikkeling mogelijk maken vanuit de vraagzijde als consument of als mondige burger; verandering vindt plaats door duurzaam consumerende en handelende burgers.

Per doelgroep kan de boodschap, het gewenste effect en de in te zetten communicatiemiddelen verschillen. Meer daarover in de volgende paragrafen.

Probleemstelling
Hoe kan het DC de doelgroepen zo informeren, dat ze zich bewust worden van de invloed van hun handelswijze op een duurzaam en CO2-neutraal Den Haag en hoe kan het DC hen stimuleren en ondersteunen zodat zij bij hun bedrijfsvoering of handelen een optimale bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van Den Haag?

Uitgangspunten
Mede gerelateerd aan de inzichten verkregen uit de verkenning van Hans van der Vlist, zullen voor de communicatie door het DC de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: Focus op een positieve benadering Aangenomen wordt dat het meeste effect wordt bereikt door stakeholders op een positieve manier te benaderen en door als DC en partners van het DC zelf het goede voorbeeld te geven. Het DC kiest dus niet voor een boodschap waarbij mensen worden afgeschrikt (vergelijk. Als we nu niet duurzaam handelen, zijn de gevolgen rampzalig. In plaats daarvan zal het DC steeds communiceren in hoeverre bepaalde projecten, initiatieven of gedragingen bijdragen aan een schoner, leefbaarder en duurzamer Den Haag. Of bijdragen aan kostenbesparingen. Belonen van goed gedrag Het belonen van goed gedrag is een strategie die past bij de hiervoor genoemde positieve benadering. Met communicatie kan ervoor gezorgd worden dat doel groepen die goed bezig zijn positieve publiciteit krijgen. Zo kan het DC regelmatig haar waardering uitspreken en aandacht generen voor doelgroepen/stakeholders die een concrete bijdrage leveren aan een duurzaam Den Haag. Voortdurend voortgang laten zien 14

Verder moet het DC voortdurend laten zien welke resultaten er zijn geboekt en wat de voortgang is van bepaalde projecten en activiteiten. Hierdoor blijven stakeholders goed genformeerd en ontstaat er een gevoel dat we met zn allen vooruitgang blijven boeken. Dit stimuleert mensen om het goede gedrag vast te houden. Ook is het van belang dat mijlpalen en andere successen worden gevierd en dat betrokkenen hiervoor de credits krijgen.

Communicatiestrategie
Het DC wil zogezegd een belangrijke rol spelen om de overgang naar een klimaatneutraal Den Haag mogelijk te maken. Zoals herhaaldelijk naar voren is gekomen, kan dit niet zonder de inzet van en samenwerking met bedrijven en burgers. Zij moeten de ambitie ook omarmen en daar naar gaan handelen. Om aan te zetten tot de noodzakelijke gedragsverandering heeft het Department for Environment Food and Rural Affairs (Groot-Brittanni) het zogenaamde 4 Es model ontwikkeld. Dit model wordt veel gebruikt en kan ook goed toegepast worden op het DC. De 4 Es staan voor Enable, Encourage, Engage en Exemplify: Enable (maak mogelijk), staat voor het mogelijk maken van duurzame keuzes. Het moet eenvoudig zijn en daardoor vanzelfsprekend worden om voor duurzame oplossingen te kiezen. Daarom moet juiste informatie over duurzame oplossingen beschikbaar zijn en een duurzame keuze moet betaalbaar en kwalitatief goed zijn. Kiezen voor bijvoorbeeld een groen dak of zonnepanelen, mag geen tijdrovende zoektocht of een geldverslindend project worden. Encourage (moedig aan), houdt in dat duurzaam gedrag aangemoedigd wordt. Dit kan via prijsaanmoedigingen (bijvoorbeeld subsidies of fiscale voordelen) of via informatiecampagnes. Bewustwording, gezonde marketing en positieve boodschappen kunnen mensen aansporen tot duurzaam gedrag. Exemplify (geef het goede voorbeeld), geeft het belang aan van voorbeeldfuncties. Door de ervaringen of successen van koplopers op het gebied van duurzaamheid te delen, wordt het makkelijker om de gedragswijziging te promoten bij anderen. Engage (betrek de doelgroep), is cruciaal om grote groepen mensen te bereiken. Laat de doelgroep participeren. Kleine groepen bereiken meer dan individuen alleen. Via groepsmatige stimulansen zullen veranderingen beter aanvaard worden.

Communicatiedoelstellingen
Communicatiebeleid heeft eigen doelstellingen, afgeleid van de doelstellingen die in hoofdstuk 4 zijn genoemd. De communicatiedoelstellingen zullen zodanig uitgewerkt moeten zijn, dat deze optimaal bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van het DC. Om te beginnen moet het DC zichtbaar worden en blijven. Voor het realiseren van de centrale doelstelling, een klimaatneutraal Den Haag in 2040, waaraan de activiteiten van het DC een belangrijke bijdrage moeten leveren, is het namelijk van belang dat het DC grote bekendheid geniet. Het DC moet nog opgericht worden en is daarom logischerwijs niet of nauwelijks bekend. Er zal gecommuniceerd moeten worden over het bestaan en de doelstellingen van het DC om naamsbekendheid te genereren. In dit stadium zal via diverse media de doelgroepen (en stakeholders) bereikt moeten worden met een helder en consistent verhaal over het wat en waarom van het DC. Algemene communicatiedoelstellingen: Informeren over het bestaan, het nut, de activiteiten en de noodzaak van het DC; Bewustwording van de noodzaak van duurzame ontwikkeling; Het verankeren van het begrip duurzaamheid bij bedrijven en burgers in de Den Haag; Burgers en bedrijven ertoe aanzetten om te participeren in het behalen klimaatdoelstellingen van Den Haag.

van

de

15

Naast deze algemene doelstellingen zijn, gerangschikt naar de vier hoofdfuncties van het DC, de volgende communicatiedoelstellingen te onderscheiden: (zoals in eerdere hoofdstukken is gebleken, zijn de vier functies met elkaar verbonden, hetgeen ook blijkt uit de overlap in (communicatie)doelstellingen)

Makelaarsfunctie (Engage) Bekendheid van het bestaan van het DC als onafhankelijke centrale schakel in het netwerk van bedrijven, kennisinstellingen en overheidsinstanties op het gebied van duurzame ontwikkeling; Doelgroep actief betrekken en laten meedenken bij het duurzame projecten en ideen. Etalagefunctie (Exemplify, Encourage) Informeren over projecten/plannen en de voortgang en resultaten hiervan; Founding father bedrijven, gemeente Den Haag en koplopers in duurzame ontwikkeling als voorbeeld profileren: zij nemen het voortouw op het gebied van duurzaamheid en klimaatbewust handelen en geven het goede voorbeeld; Laten zien wat de voordelen zijn van duurzaam handelen, zowel de leefomgeving als economisch (door bijvoorbeeld energiebesparing); Doelgroep een handelingsperspectief bieden en enthousiast maken en verleiden tot het ontwikkelen van duurzame initiatieven. Geadviseerd wordt een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met het Museon om een permanente tentoonstelling in te richten, die de activiteiten van het DC aanschouwelijk maakt voor de bezoekers van het Museon. Het Museon heeft aangegeven daar graag in mee te willen denken. Platformfunctie (Engage, Encourage) Draagvlak creren bij founding fathers/partners en potentile partners, zodat zij in hun eigen bedrijfsvoering continue rekening houden met het aspect duurzaamheid; Actief betrekken bij duurzame projecten en ideen; Founding father bedrijven, gemeente Den Haag en koplopers onder de partners van het DC als voorbeeld profileren: zij nemen het voortouw op het gebied van duurzaamheid en klimaatbewust handelen en geven het goede voorbeeld; Burgers, bedrijven, instellingen en maatschappelijk organisaties laten meedenken over initiatieven op het gebied van duurzaamheid en uitwisseling van kennis en ervaring stimuleren. Ontzorgingsfunctie (Enable) Bekendmaken dat het DC ht aanspreekpunt is voor duurzaamheidkwesties; Informeren over regelingen, acties, procedures voor vergunningen etc. op het gebied van duurzaamheid; Nadat de doelgroep een handelingsperspectief is geboden hen zodanig te ondersteunen, te ontzorgen en te informeren dat ze over gaan tot actie om concreet bij te dragen aan een klimaat neutrale stad in 2040.

Boodschap
Het is belangrijk via een eenduidige boodschap te communiceren over het DC. Het doel van deze kernboodschap is consistente informatie te verstrekken over wat het DC is. De kernboodschap verhoogt daarmee de naamsbekendheid van het DC. De kernboodschap van het DC luidt: Den Haag heeft de ambitie om in 2040 klimaat neutraal te zijn. Dat lukt alleen als kennis en ervaring op het gebied van duurzaamheid gebundeld en gedeeld wordt en bedrijven en burgers samenwerken en die ambitie in woord en vooral daad gestalte geven. Het Duurzaamheidcentrum Den Haag stimuleert met concrete projecten en activiteiten op een inspirerende wijze en in nauwe relatie met de samenleving overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en burgers - duurzaam denken en handelen. Zo draagt het DC bij aan de duurzame ontwikkeling van Den Haag.

16

Voortbordurend op de kernboodschap kan deze als volgt worden aangepast/aangevuld per doelgroep: Bedrijven en instellingen Jullie medewerking is hierbij onmisbaar. Het DC werkt graag met jullie samen om dit te bereiken of brengt jullie in contact met (een) geschikte samenwerkingspartner(s); Duurzaamheid moet een vast aandachtspunt in jullie bedrijfsvoering worden. Denk daarom bij elke handeling of advies of het duurzamer kan; Burgers, andere bedrijven en instellingen letten op jullie, geef het goede voorbeeld en draag dat uit. Burgers en bewonersgroepen Jullie medewerking is hierbij onmisbaar. Het DC helpt u graag om duurzaam, milieuvriendelijk en klimaatbewust te handelen. Het DC is de onafhankelijke vraagbaak op het gebied van duurzaamheid.

Afzender
Even belangrijk als een heldere boodschap is een eenduidige afzender. Het DC is een netwerk- en uitvoeringsorganisatie, ondersteund door diverse partijen. Voor het DC wordt een logo ontwikkeld met de tekst Duurzaamheidcentrum Den Haag, dit word t de herkenbare afzender van alle communicatieuitingen. Op de website en in een onderschrift in gedrukte media is voor de lezer altijd terug te vinden wie de partners en ondersteunende partijen zijn.

Communicatiemiddelen
De volgende middelen kunnen worden ingezet om de diverse communicatiedoelstellingen te realiseren: Bestaande websites van partners en direct betrokkenen; Nieuw te bouwen digitale portal van het DC; Social media zoals Facebook en Twitter; Persberichten; Persbijeenkomsten/ludieke acties in de stad; Promotiemateriaal: folders en posters; Seminars, congressen en netwerkbijeenkomsten; Tentoonstellingen en exposities; Jaarlijkse uitreiking DC Duurzaamheidsaward; Duurzaamheids Barometer; Online real-time kaart van duurzame ontwikkelingen in de stad; Aansluiting bij bestaande bijeenkomsten en communicatiemomenten; Educatieprogrammas op scholen; Jaarverslagen.

Evaluatie
Als er op basis van een uitgewerkt communicatieplan een communicatietraject wordt doorlopen zullen de effecten ervan worden na een half jaar of een jaar gevalueerd en besproken worden. Enkele meetinstrumenten zijn: Bezoekersaantallen websites; Aantal contactmomenten met burgers en bedrijven het DC te vinden (e-mails/telefoon); Aantal duurzame ontwikkelingen maatregelen die zijn getroffen (bijvoorbeeld geplaatste zonnepanelen, groene daken etc); Bezoekersaantallen tentoonstellingen; Deelnemersaantallen seminars en netwerkbijeenkomsten; Aanwas partners; CO2 reductie ten opzichte van het jaar ervoor; Aantal projecten dat tot stand gekomen is. 17

BIJLAGE 9
Sessie I
Dander Duijvestein Eleveld Heijer Heykers Huppes Kursten Lap Lichtendonk Rossum Visser Tobias Kees Hilde

Deelnemers Conferentie DC 27 juni 2011

Leendert, den Henk Gjalt Hans Emy Koos Martin, van Friso

Raadslid Voorzitter Bestuur Sectormanager Bouw- en Woningzaken Directeur Senior Beleidsmedewerker Duurzaamheid Department Industrial Ecology, Institute of Environmental Sciences CML Manager Duurzaam & Projectontwikkeling Hoofd Milieubeleid Manager Business Development Senior project manager & liaison officer sustainable development Hoofd Afdeling Educatie & Presentatie

D66 Haags Milieucentrum Gemeente Den Haag BAM Woningbouw Den Haag Gemeente Den Haag Universiteit Leiden Eneco Gemeente Den Haag Siemens InHolland Museon

Sessie II
Boot Dooren Engelsma Janssen van Raay Kabbaj Kapteijns Kok Kuiper Lente Meer Mulder Muller Rog Steen Terlouw Velde Vos Waal Malefijt Mark Eric, van Klaas Carien Fattah Arjen Oda Hans Robert van, Maurice, van der Karel Erik Marcel Frans, van der Henry Marinel, van der Marijke Ad, de ManagerBuilding Technologies Division Hoofd Marketing & Communicatie Manager Social Investment Projectadviseur Adviseur onderhoud, milieu en technische innovaties Raadslid d66 Teamleider opleiding Climate & Environment Voorzitter Directeur Algemeen Directeur Associate Professor Directeur Manager Bedrijfsvoering Directeur Programmacordinator Klimaat Eigenaar & Initiatiefnemer Senior Ontwikkelaar Hoofd Sector Productie Siemens Museon Shell Fonds 1818 Staedion Groenlinks Haagse Hogeschool KOW Om Den Haag ICDubo TU Delft Aardwarmte Vestia Haags Milieucentrum Gemeente Den Haag Swung House Eneco Dunea

18

BIJLAGE 10
AEGON Pendeldienst

Enkele projecten Om Den Haag


Draagvlakonderzoek ten behoeve van een door AEGON gefinancierde Pendeldienst tussen Voorburg 't Loo en Aegonplein. Gefaseerd zijn in de afgelopen jaren door Om Den Haag diverse onderzoeken en proeven uitgevoerd om de problematiek rond bedrijfsafval in kaart te brengen en te verminderen. In 2009 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van efficinter afvalbeleid voor met name horeca in de binnenstad. Eind 2010 heeft Om Den Haag een advies uitgebracht voor een andere manier van bedrijfsafvalinzameling in de binnenstad. De mogelijkheden zijn onderzocht voor een proef met een elektrisch voertuig waarmee dagelijks en inpandig afval wordt ingezameld. In opdracht van de gemeente Den Haag heeft Om Den Haag, in nauwe samenwerking met de gemeente en het bedrijfsleven het Bedrijfsplan Duurzaamheidcentrum Den Haag opgesteld. Op de Duurzaam Den Haag Gids worden duurzame initiatieven in Den Haag letterlijk in kaart gebracht met als doel de zichtbaarheid van duurzame projecten te vergroten en bewoners, bezoekers en bedrijven te inspireren door middel van praktijkvoorbeelden en kennisdeling. Het up-to-date houden van de kaart is afhankelijk van het vinden van sponsors. Meer informatie: www.duurzaamdenhaaggids.nl. Om Den Haag heeft het Ontwikkelingsbedrijf Hoeksche Waard (OBHW) ondersteund bij de ontwikkeling van een duurzaamheidvisie voor het Bedrijvenpark Hoeksche Waard en heeft nu een adviserende rol van duurzaamheidadviseur in het Q-team (Kwaliteitsteam). Het Q-team is de plek waar de bouwplannen van ondernemers worden voorgelegd en getoetst op onder andere duurzaamheid en beeldkwaliteit. De duurzaamheidadviseur ondersteunt bedrijven met kennis en ervaring over de toepassing van duurzaamheid in het bouwproces en in de bedrijfsvoering. Om Den Haag is penvoerder en kennispartner van het project Elektropool Haaglanden: een van de 9 projecten die door Agentschap.nl medio 2010 zijn toegelaten tot het zogenaamde subsidieprogramma Proeftuinen hybride en elektrisch rijden van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, inmiddels overgegaan in het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het project betreft een proef met de inzet en het gebruik van 11 elektrische autos. Ongeveer de helft van de autos wordt toegevoegd aan het wagenpark van partners binnen het project. De overige helft wordt beschikbaar gesteld aan bedrijven en organisaties, waar onder de gemeente Den Haag zelf, die gevestigd zijn in Den Haag via een roulerende carsharing pool. Bijzonder hieraan is dat op deze wijze gedurende de looptijd van het project meerdere organisaties en hun medewerkers kennis kunnen maken en ervaring op kunnen doen met elektrische autos. Naast het opdoen van ervaring inzake het beheer en het gebruik van elektrische autos, zal inzicht verkregen worden in de inrichting van een laadinfrastructuur en in de energieuitwisseling tussen elektrische voertuigen en het energienetwerk. Zie voor meer informatie: www.elektropoolhaaglanden.nl Onderzoek naar de laadinfrastructuur voor Elektrisch vervoer in Haaglanden. Het onderzoek start in het najaar 2012 en geeft inzicht in: de gewenste laadinfrastructuur van laadpalen voor de regio Haaglanden; de randvoorwaarden voor een succesvolle uitrol, minimaal aantal benodigde laadvoorzieningen, mogelijkheden tot dubbelgebruik laadpunten (publiek/privaat) en de financile kaders. De organisatie van het Klimaatfonds is ondergebracht bij Om Den Haag, medeinitiatiefnemer van het fonds. Klimaatfonds Haaglanden compenseert de CO2uitstoot van inwoners en organisaties door projecten te ondersteunen die leiden tot CO2-reductie. Het is het eerste lokale klimaatfonds in Nederland en uniek omdat lokaal verkregen gelden direct in de regio worden besteed. Meer informatie:

Afval Binnenstad

Duurzaamheidcentrum

Duurzaam Den Haag Gids

Duurzame ontwikkeling bedrijventerrein Hoeksche Waard

Elektropool Haaglanden

E-laad

Klimaatfonds Haaglanden

19

www.klimaatfondshaaglanden.nl. Mobiliteitsmakelaar Haaglanden Nieuwe Hagenaars in Groen Den Haag Om Den Haag heeft tot juli 2012 de mobiliteitsmakelaar ondersteund. Nieuwkomers en inburgeraars krijgen een rondleiding door de groene gebieden van de stad, met deskundig uitleg van een medewerker van Staatsbosbeheer over de geschiedenis, bijzonderheden en de aanwezige flora- en faunasoorten van deze gebieden. Dit project zorgt voor de kennisuitbreiding bij de nieuwkomers met betrekking tot groen Den Haag, maar ook voor het leggen van nieuwe sociale contacten. Op initiatief van Om Den Haag is in 2006 het Platform Duurzaam Den Haag opgericht. Het Platform Duurzaam Den Haag is een samenwerkingsverband van bedrijven, overheidsorganisaties en woningbouwcorporaties die duurzaamheid willen bevorderen en anderen willen inspireren hun voorbeeld te volgen. De afzonderlijke leden van het Platform zijn actief op het gebied van duurzaamheid. In het Platform Duurzaam Den Haag hebben zij elkaar gevonden in hun streven naar duurzaamheid. Iedere deelnemende organisatie wordt in het Platform vertegenwoordigd door n beslissingsbevoegde afgevaardigde. Behalve als initiator van duurzame projecten treedt het Platform Duurzaam Den Haag steeds vaker op als onafhankelijk adviseur en gewaardeerd klankbord voor de gemeente Den Haag. Het Platform onderhoudt een hechte relatie met de gemeente en levert de gemeente advies op het gebied van duurzaamheidbeleid. De projectorganisatie van het Platform is ondergebracht bij Om Den Haag.

Platform Duurzaam Den Haag

20

You might also like