You are on page 1of 1

De gronden van Humes sceptical doubts concerning the opertions of the human understanding hebben te maken met de manier

waarop we kennis verkrijgen van matters of fact. Humes stelt dat alle objecten van de menselijk kennis kunnen worden onderverdeeld in relations of ideas en matters of fact. De mens kan onderzoek naar de relations of ideas, zoals in de wiskunde. Deze kennis is zeker, ofwel intutief, bijvoorbeeld een vierkante cirkel is onmogelijk , ofwel bewijsbaar, bijvoorbeeld 1+2=3. Deze wetenschappen hebben een streng karakter. Kennis van matters of fact gaat over de werkelijkheid. Ze komt op een ander manier tot stand. Deze kennis is niet intutief of logisch bewijsbaar. Het tegendeel van een matter of fact blijft namelijk mogelijk: The contrary of every matter of fact is still possible; because it can never imply a contradiction (p.1). Zo kan een vierkante cirkel onmogelijk gedacht worden, omdat dit een logische tegenspraak is. Maar het tegendeel van de feit dat als het regent wordt je nat is, is logisch niet ondenkbaar. Er bestaat geen logische tegenspraak in de gedachte als het regent wordt je niet nat. Dit betekend dat de verbinding die we leggen tussen oorzaak en gevolg, bijvoorbeeld als het regent word je nat, anders dan de verbinding tussen relations of ideas, zoals een cirkel is rond. De zekerheid van de cirkel is rond is een logische noodzakelijk en gebaseerd op het principe van non-contradictie. De verbinding tussen oorzaak en gevolg is niet logisch noodzakelijk. Het enige wat we ervan kunnen zeggen is dat de relatie zich tot nu toe altijd heeft voorgedaan. De ervaring leert ons dat het altijd zo is geweest. Dit noemt Hume custom of habit (p. 9). Maar we kunnen niet stellen dat de relatie zich altijd zal voordoen. Dit zou een noodzakelijkheid impliceren die we niet hard kunnen maken. Maar wat garandeert onze zekerheid dat een bepaald gevolg een oorzaak heeft, als dit logisch niet noodzakelijk is? Het causale verband is een step taken by the mind(p. 9). Het is iets wat de mens er van nature zelf inlegt. Een van de inzichten die Hume geeft is dat de rede niet het hoogste en meest doorslaggevende is van de menselijke natuur. De rede kan misschien niet alles blootleggen. Dit is tegelijk het verwijt aan de rationalisten, zoals Spinoza, die de pretentie hebben het bestaan en de werkelijkheid louter met de rede te kunnen begrijpen. De rede moet zijn plaats kennen binnen de menselijke natuur. De redeneringen van Spinoza gaan in Humes ogen te ver. De filosofie moet volgens Hume verband houden met de empirie, met de werkelijkheid. De rationalisten denken vanuit hun leunstoel de werld te kunnen verklaren, maar verliezen zo het contact met de werkelijkheid.

You might also like