You are on page 1of 4

N* A* O* S

WIJKPLAATS VOOR ANDERMANS OBSESSIES

BLOEM
S T U K

L E Z I N G
ENIG BLOEMLEZER

&

PANTOFFEL 140 NUMMER

: DE NAAMLOZE ACHTER ONS

De confederale onderbouw Hoe confederaal is het federale Belgi?


Dries Bergen

Kan een federaal land confederaal zijn of omgekeerd? Misschien een beetje van beide? Of is de federalist toch de eigenlijke separatist?

-1Het is niet ondenkbeeldig dat confederalisme een belangrijk strijdpunt zal zijn bij de verkiezingen van 25 mei 2014. Met aan de ene zijde van het politieke spectrum N-VA als uitdager van het bestaande politieke systeem en volop de confederalistische kaart trekkende [1]. Aan de andere zijde de drie Vlaamse federale regeringspartijen die niet echt staan te springen om over confederalisme te spreken, laat staan om er na de verkiezingen met de Franstaligen over te onderhandelen [2]. Enkele misschien provocatieve kanttekeningen bij confederalisme en confederalisme in Belgi in het bijzonder dringen zich dan ook op. Juridisch is het eenvoudig(er): een

confederale staat wordt gedenieerd als een staat opgericht bij verdrag door twee of meer onafhankelijke staten, waarbij overeengekomen wordt om bepaalde materies samen binnen een vastgestelde structuur te regelen [3]. Het verschil tussen confederaal en federaal kan dan juridisch misschien duidelijk(er) zijn, in de Belgische politiek is het begrip allerminst duidelijk omlijnd noch gedenieerd. Het kan velen misschien een troost wezen (en anderen een bang vooruitzicht) dat dit voor het federalisme in het verleden evenmin het geval was. Binnen het amingantisme tekenen zich in de eerste helft van de 20ste eeuw langzaam twee strekkingen af: een strekking die de Vlaamse eisen binnen het unitaire Belgi wenst te realiseren en daarbij gebruik wenst te maken van het numerieke overwicht van de Vlamingen binnen dat unitaire Belgi en een andere strekking die kiest voor een tweeledig federalisme. Achter de vlag van het federalisme verzamelden zich ook de meer radicale confederalisten en separatisten (die federalisme als een nuttige stap in de juiste richting beschouwen). Door het opnemen van grendels in de Belgische grondwet vanaf de eerste staatshervorming in 1970 wordt de numerieke (democratische) meerderheid van de Vlamingen binnen Belgi uitschakeld. Het unitaire amingantisme verliest zo zijn geloofwaardigheid en was op termijn dan ook ten dode opgeschreven. Vervolgens ontstond een symbiose tussen Flamingant en

federalist enerzijds en unitarist en Belgicist anderzijds. De daaropvolgende staatshervormingen maakten van Belgi een 'federale staat'. De Belgicist liet met pijn in het hart (althans op de publieke tribune) de unitaire staat achter zich en schaarde zich achter de banier van het federale Belgi, waarbij hij de autonomie van gewesten en gemeenschappen zo minimalistisch mogelijk invult en interpreteert. De Flamingant had dan wel zijn federale staat, maar wenste nog meer bevoegdheden en autonomie voor Vlaanderen. Om zich duidelijk te kunnen onderscheiden van de Belgicist die zich nu federalist ging noemen, besloten vele Flaminganten voortaan als confederalist door het leven te gaan. Samengevat kan men stellen dat zich vandaag in Vlaanderen drie groepen verzamelen of verschuilen achter het begrip confederalisme: de maximalistische federalisten die streven naar een verdere uitbreiding van bevoegdheden en autonomie van Vlaanderen binnen een 'federaal' Belgi, de confederalisten 'pur sang' en de separatisten voor wie confederalisme een (haalbare) stap in de juiste richting is. Het confederalisme werd dan wel door geen enkele politieke partij grondig gedenieerd, maar houdt wel duidelijk de belofte van nog meer Vlaanderen en nog minder Belgi in. Is confederalisme echter werkelijk zo revolutionair en een zo grote stap ls sommigen hopen en anderen vrezen?

N*A* * ""

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Boven- en onderbouw Wie Belgi bestudeert en daarbij vertrekt vanuit de maatschappelijke onderbouw (waarop in een stabiel en 'normaal' land de structuren (bovenbouw) zijn gent), ontdekt heel veel confederale elementen. Dit komt duidelijk tot uiting wanneer men Belgi vergelijkt met het federale Duitsland dat zowel wat zijn maatschappelijke onderbouw als wat zijn structuren (bovenbouw) betreft een duidelijk federaal land is. Vergelijkt men Belgi met de Europese Unie dan herkent men bij beiden een confederale maatschappelijke onderbouw, maar stelt men vast dat in zijn bovenbouwse structuren de Europese Unie misschien wel federaler is dan Belgi. Zoals het hoort starten we bij het onderzoek en vergelijken van de maatschappelijke onderbouw. Wanneer men de maatschappelijke onderbouw van Duitsland bekijkt, kan men daarin duidelijk een federale structuur herkennen: Partijen, vakbonden, sociale organisaties, media, taal.. kortom de democratische ruimte is federaal opgebouwd met regionale accenten. Duitsland heeft n taal en n cultuur en die wordt in het hele land min of meer op dezelfde wijze gesproken en beleefd (wat niet uitsluit dat er regionale verschillen en particulariteiten zijn). Het partijlandschap is in Duitsland federaal opgebouwd: SPD, CDU, FDP, Die Grnen en Die Linke zijn nationale (heel-Duitse) partijen, die in elk van de 16 Lnder een onderafdeling hebben die wel van een zekere autonomie geniet, maar hirarchisch onder de nationale partijleiding ressorteert (CSU, dat alleen in de Freistaat Beieren opkomt en een aparte fractie in de Duitse Bundestag vormt, is de uitzondering die de regel bevestigt). Der Spiegel, Focus of FAZ en

andere geschreven media worden in heel het land gelezen. De commercile en publieke televisieomroepen (ARD, ZDF en WRD) zijn in heel Duitsland te ontvangen en, nog belangrijker, worden in heel Duitsland bekeken (en voor 1991 ook in de DDR). Eenzelfde federale structuur vindt men in Duitsland terug bij de vakbonden, de meeste NGO's, werkgeversorganisatie, sportbonden,.. kortom in de maatschappelijke onderbouw van het federale Duitsland. Wie hier de Belgische maatschappelijke onderbouw tegenover stelt, ziet vrij vlug dat de maatschappelijke realiteit best als confederaal kan worden beschreven. Belgi heeft geen gemeenschappelijke taal en cultuur, maar drie talen met elk een eigen taal- en cultuurgebied [4]. De drie taal- en cultuurgebieden behoren daarenboven elk tot verschillende grotere Europese cultuurgebieden [5]. Er is uitwisseling en interactie tussen de cultuurgebieden, maar deze is veel geringer (en vaak zelfs onbestaande) als binnen het eigen cultuurgebied. De Waalse bevolking heeft nooit Nederlands willen leren en de kennis van het Frans in Vlaanderen gaat achteruit. Vlaamse kranten worden alleen in Vlaanderen gelezen zoals de Vlaamse televisiezenders alleen in Vlaanderen worden bekeken. De Vlaming richt zich in de eerste plaats op de Angelsaksische wereld als hij cultuur, informatie en intellectuele inspiratie buiten zijn taal- en cultuurgebied zoekt (BBC, The Economist,..) en de Waal of ruimer de Franstalige richt zijn horizon naar Frankrijk en de Latijnse wereld wanneer hij inspiratie zoekt en hoeft zelfs zijn taal(gebied) niet te verlaten. Geen succesvolle federale partijen

Het Belgische partijlandschap kent geen succesvolle federale of unitaire partijen [6]. De 'Belgische' partijen zijn ofwel Vlaams ofwel Franstalig en functioneren volledig autonoom. Er is geen nationale structuur, laat staan dat er van enige hierarchie sprake is. Waar CSU in Duitsland de uitzondering is, is deze situatie in Belgi de regel en is er zelfs geen succesvolle uitzondering te bespeuren. De betekenis en gevolgen van deze situatie (die door democratische druk van onderuit is ontstaan) kan moeilijk overschat worden, zeker als men weet dat de meeste politicologen bevestigen dat de politieke macht in Belgi voornamelijk bij de politieke partijen berust en veel minder in het parlement te vinden is [7]. Ook in het maatschappelijke middenveld is zeer vaak een duidelijke confederale opbouw te onderscheiden: Voka, de spreekbuis en vertegenwoordiger van de Vlaamse ondernemers, is volledig autonoom en op geen enkele manier ondergeschikt aan het VBO (Verbond van Belgische Ondernemers), de spreekbuis en vertegenwoordiger van de Belgische ondernemers. Bij de vakbonden is nog wel een federale structuur terug te vinden, maar dit zegt wellicht meer over de beperkte democratische interne structuur van de vakbonden [8]. Er zijn daarenboven, zoals bij de politieke partijen, duidelijk verschillen in krachtsverhouding en programma tussen de vakbonden afhankelijk van de regio [9]. Men kan deze situatie of de evolutie naar deze situatie aantreffen in zeer vele actoren in het 'Belgisch middenveld' in de ruime zin van het woord: sportclubs, beroepsverenigingen (advocaten, architecten,..), s t u d e n t e n c l u b s , milieuverenigingen,.. Voor de volledigheid kan vermeld

N*A* * ""

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

worden dat het Belgisch Koningshuis, de federale regering en de nationale voetbalploeg als restanten (uitzonderingen) van een zeker 'federaal' bewustzijn kunnen worden beschouwd, die haaks staan op de algemene confederale regel [10]. Men kan besluiten dat de maatschappelijke onderbouw van de Belgische samenleving veel dichter aansluit bij deze van de confederale Europese Unie (geen eenheidstaal, geen eenheidscultuur, geen Europese partijen of vakbonden, geen Europees middenveld, geen Europese media,..), dan bij deze van het federale Duitsland.

-2

Op de Belgische confederale maatschappelijke onderbouw heeft men vanaf de jaren zeventig in vijf opeenvolgende staatshervormingen een 'federale staat' gebouwd. Wie de structuren van deze Belgische 'federale' staat onder de loep neemt, moet echter vaststellen dat ook deze bovenbouw heel wat confederale elementen bevat en dat men zelfs de basis als confederaal kan deniren. Ook deze stelling komt het best tot uiting wanneer men de Belgische (con)federale staatsstructuur vergelijkt met deze van het federale Duitsland of met de federatie in wording die de Europese Unie misschien is. In grote lijnen kan men stellen dat het federale Duitsland en de Europese Unie steunen op een

systeem van gemengde bevoegdheden. In dit systeem delen de federale staat (Duitsland of de Europese Unie) en de deelstaten (Lnder in Duitsland en de lidstaten in de Europese Unie) de bevoegdheden en is er geen strikte bevoegdheidsverdeling. Het hogere niveau (federale Duitsland of EU) werkt een kader uit en de lagere niveaus (Lnder en lidstaten) kunnen binnen dit kader bijkomend wetgevend optreden. Wanneer een wet van een lager niveau (Lnder of lidstaten) in strijd is met een wet van een hoger niveau (federale Duitsland of EU), dan zal de wet van het lager niveau zich moeten conformeren/aanpassen aan de hogere norm. Er is dus een duidelijke hirarchie van normen die perfect uitgedrukt wordt in het Duits door Bundesrecht bricht Lndes recht. In mensentaal het federale of Europese niveau staat boven (is superieur) aan het regionale of lidstaatniveau en het regionale of lidstaatniveau moet zijn wetgeving dus conformeren/aanpassen aan het federale of Europese niveau. Het systeem van gemengde bevoegdheden en hirarchie van normen zoals hierboven geschetst is niet terug te vinden in het Belgische federale systeem. Het Belgisch federalisme vertrekt immers niet van gemengde bevoegdheden, maar van exclusieve bevoegdheden. Binnen Belgi is ofwel het deelstaatniveau (Vlaanderen) ofwel het federale niveau (Belgi) bevoegd voor een welbepaalde materie [11]. Zo is Vlaanderen bijvoorbeeld bevoegd voor onderwijs en cultuur en heeft Belgi hierover geen enkele zeggenschap meer. Er is dus geen Belgische minister van onderwijs/ cultuur, maar wel een Vlaamse minister van onderwijs/cultuur. In Duitsland heeft elk van de zestien Lnder een minister van onderwijs/

cultuur, maar is er ook nog een federale minister van onderwijs/ cultuur die bevoegd is voor het ganse Duitse grondgebied en wiens wetten boven de wetten van zestien ministers van de Lnder staan. Men kan stellen dat vanaf het moment dat in Belgi een bevoegdheid is overgedragen aan Vlaanderen, Vlaanderen deze bevoegdheid in volledige onafhankelijk kan uitoefenen (in niets te onderscheiden van een onafhankelijke staat) en dat de Vlaamse wetten dan misschien nog wel ondergeschikt zijn aan de Europese wetgever (zoals dit het geval is voor de 27 onafhankelijke staten die lid zijn van de EU), maar niet meer aan de Belgische. Een wet van de Duitse Lnder daarentegen is ondergeschikt aan de Europese n Duitse wetgever. De 'onafhankelijkheid' van Vlaanderen gaat zelf nog verder, want ze is ook conform op internationaal niveau uitgewerkt. De Belgische deelstaten beschikken immers (in tegenstelling tot de Duitse Lnder en andere regio's) over internationaal verdragsrecht en kunnen dus verdragen sluiten met andere onafhankelijke landen (en internationale organisaties) over de bevoegdheden die ze in Belgi reeds volledig onafhankelijk uitoefenen. Wanneer Vlaanderen bevoegd is voor een bepaalde materie, dan kan alleen Vlaanderen (en niet het federale Belgi) hierover een verdrag sluiten. Over onderwijs, cultuur, landbouw, media, visserij,.. kan Vlaanderen en niet langer Belgi internationale verdragen onderhandelen en sluiten. In Duitsland blijft dit een bevoegdheid van de bondsstaat en niet van de Lnder. De situatie van Vlaanderen sluit dus voor zijn bevoegdheden perfect aan bij deze van een onafhankelijke staat en veel minder bij deze van een regio

N*A* * ""

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

binnen een federaal land. De verdoken separatist Interessant is ook om vast te stellen dat een aantal zaken die in het federale Duitsland als het ware unitair zijn (waarmee ik bedoel dat ze tot de exclusieve bevoegdheden van centrale staat behoren en er formeel geen regionale 'belangen' mogen gelden) in Belgi sterke federale elementen kennen. Enkele voorbeelden: in Duitsland is niet vastgelegd dat elk van de Lnder in de federale regering een minister moet hebben, in Belgie is exact vastgesteld dat er zeven Vlaamse en zeven Franstalige ministers moeten zijn (bijna zoals in de Bundesrat de vertegenwoordiging van de Lnder is vastgelegd), idem voor het Grondwettelijk Hof dat in Belgi zes Franstalige en zes Vlaamse rechters moet hebben (niets van terug te vinden bij het Bundesverfassungsgericht), de taalkaders die in de ganse federale administratie en het leger zijn terug te vinden (60/40 in het leger en de federale ambtenarij, 50/50 in de diplomatie), de opdeling in kamers (op basis van taal) van de Raad van State en het Hof van Cassatie, de verdeling van de investeringen bij het spoor (60% moet in Vlaanderen worden geinvesteerd en 40% in Walloni).. Natuurlijk is iedere staatstructuur sui generis en het product van de specieke historische ontwikkeling en krachtsverhoudingen binnen een land. Als kiezer kunnen we op 25 mei 2014 best niet teveel afgaan op de door de politieke partijen gebruikte terminologie van federaal of confederaal, maar bestuderen we beter hoe politieke partijen deze begrippen concreet invullen. Het is wellicht meer dan raadzaam om bij het uittekenen van het Belgi van de toekomst rekening te houden met de realiteit en dus met de

maatschappelijke onderbouw. Belgi is wat zijn maatschappelijke onderbouw betreft een confederaal land en met een beetje goede wil kan men ook de structurele bovenbouw reeds als confederaal beschouwen. Streven naar een confederaal Belgi is met het inachtnemen van de onderbouw en de structurele bovenbouw, zoals die in de vijf voorafgaande staatshervormingen is uitgetekend en waarop de zesde staatshervorming verder bouwt, zeker niet revolutionair. Het confederalisme ligt als het ware ingebakken in de maatschappelijke onderbouw zoals die zich in het democratische Vlaanderen (en Belgi) ontwikkeld heeft en zich verder lijkt te ontwikkelen, maar evenzeer in de structurele bovenbouw zoals deze vorm gekregen heeft vanaf de staatshervorming van 1970. Zij die pleiten voor federalisme zijn dan ook wellicht grotere spelbrekers en revolutionairen dan zij die streven naar confederalisme. Zeker als men in aanmerking neemt dat om politieke stabiliteit te bewerkstelligen de bovenbouw (structuren) best in zoveel mogelijk in overeenstemming is met de onderbouw (maatschappij). Een stabiel confederaal Belgi heeft wellicht meer overlevingskansen dan een door politieke crisissen geteisterd federaal Belgi. Of hoe de confederalist misschien een Belgicist met visie is en de federalist een verdoken separatist..
[1] De partij wijdt in februari 2014 een meerdaags partijcongres aan haar invulling van het begrip. [2] Bij CD&V staat confederalisme in het partijprogramma, maar de partij acht het afwerken en invullen van de 6de staatshervorming ook na 2014 prioritair. Open Vld zal op een congres in november 2013, althans als het van de huidige voorzitster afhangt, het

begrip uit haar beginselverklaring schrappen. En sp.a acht een staatshervorming de volgende 30 jaar sowieso niet nodig. [3] Of deze onafhankelijke staten zich al dan niet eenzijdig uit deze structuur (toch een niet onbelangrijk detail) kunnen terugtrekken, of dit binnen het verdrag uitdrukkelijk moet worden voorzien en binnen welke tijdsspanne dit kan gebeuren, is niet echt duidelijk. [4] Wellicht kan men stellen dat het Frans de rol van eenheidstaal voor de elite vervulde tot in het midden van de 20ste eeuw. [5] Duitstalig Belgi behoort tot het Germaanse cultuurgebied, Vlaanderen behoort tot het GermaansAngelsaksisch cultuurgebied en Walloni behoort tot het Latijnse cultuurgebied. [6] De PvdA en BEB, partijen die unitair gestructureerd zijn en een unitaire boodschap uitdragen, hebben in geen enkele van de 7 Belgische parlementen verkozenen. [7] Niet alleen zijn er geen nationale partijen meer, de programma's en krachtsverhoudingen van partijen die tot de zelfde politieke familie behoren verschillen sterk naargelang de regio. [8] Het splitsen van de socialistische Metaalbond in 2006 in een volledig autonome Vlaamse en Waalse bond is wellicht de voorbode van een verdere evolutie. [9] Het zwaartepunt van de socialistische vakbond ligt in Walloni (men zou kunnen spreken van de Waalse vakbond met een uitgesproken links programma), het zwaartepunt van de christelijke vakbond ligt in Vlaanderen (men zou kunnen spreken van de Vlaamse vakbond met een gematigder proel). [10] Maar ook hier moet men erkennen dat deze instellingen in beide landsdelen niet dezelfde populariteit en legitimiteit genieten. [11] Wat hier voor Vlaanderen wordt beschreven, geldt natuurlijk ook voor de andere deelstaten (Walloni, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Duitstalige Gemeenschap, Franstalige Gemeenschap)

(De auteur werkt voor de dienst Europa van het Vlaams Parlement maar schrijft dit stuk in eigen naam.)

N*A* * ""

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

You might also like