Spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen.

spreekwoord Iets op prijs stellen De koning te rijk zijn. Iets binnen handbereik hebben Drinken van de zon. Geen geld om naar de zon te gaan. Hij is na een reis terug thuis gekomen. Hij kan alle problemen aan. Met hem kun je echt niets aanvangen. Hij beseft dat er onheil op komst is. Dat kan hij goed. Warm lopen voor iets. Heel wat in huis hebben. Geen dak boven je hoofd hebben. Iets warm aanbevelen. Huizen op iemand bouwen. Het was niet om over naar huis te schrijven. Iets van de daken schreeuwen. Hij komt uit een goed nest. Ergens geboren en getogen zijn. Iemand uit de nesten helpen. Warm houden. Hij zit er warmpjes bij. Je bent warm. Een nestje bouwen. Het huis is te klein. Voor een appel en een ei. Een dikke huid hebben. De laatste hand leggen aan. Over het hoofd groeien. Zijn mond voorbij praten. nummer evaluatie
vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in vul in

Evaluatie van jouw resultaten

meervoud rij n

(nadat je alles ingevuld hebt) onvoldoende

Kies uit ! 1. Van het weer genieten. 2. In de nabije omgeving. 3. Een reis naar het zuiden is te duur 4. Zich heel goed voelen. 5. Iets waarderen. 1. Hij hoort het in Keulen donderen. 2. Hij is terug van weggeweest. 3. Hij is daar goed in thuis. 4. Geen zee is hem te hoog. 5. Er is geen land met hem te bezeilen. 1. Iets van harte aanbevelen. 2. Geen huis hebben om in te wonen. 3. Over veel goede kwaliteiten beschikken. 4. Veel vertrouwen in iemand stellen. 5. Enthousiast voor iets worden. 1. Iemand in moeilijkheden helpen. 2. Hij komt uit een goede familie. 3. Ergens geboren en opgevoed zijn. 4. Iets aan iedereen vertellen. 5. Het was niet erg goed. 1. Hij is rijk. 2. Er is niets en niemand meer veilig. 3. Een gezin stichten. 4. Je bent dicht bij de oplossing. 5. Ervoor zorgen dat het in de belangstelling blijft. 1. Veel kunnen verdragen. 2. Niet meer onder controle hebben. 3. Iets verklappen. 4. Heel goedkoop. 5. Iets afwerken.

punten t.t.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 op 30 onvoldoende