Professional Documents
Culture Documents
Het Mysterie Van Het Utrechtse Domplein
Het Mysterie Van Het Utrechtse Domplein
Het Domplein.
Als een groot uitdagend vraagteken, zowel van ruimte als van tijd, ervaar ik
deze tochtige plek, die zich tooit met een dubieuze en dubbelzinnige naam.
De snelle veranderingen gaan gepaard met een taaie strijd om de hoogste macht.
Wiens woord is wet, dat van de paus of dat van de keizer? Wie is de ware
opvolger van Julius Caesar - pontifex maximus en grondlegger van het
Romeinse Rijk - en van Constantijn de Grote - de keizer die het Rijk naar de
enig ware religie leidde?
De paus bezit de beste kaarten: de kracht van de christelijke heilsleer is de
krijgshaftige Duitse keizer net iets te machtig.
Dan meldt een derde speler zich op het toneel. De verenigde burgerij weet
privileges af te dwingen en Utrecht verwerft aan het begin van de twaalfde
eeuw, veel eerder dan elders in de Rijndelta, stadsrechten. De zelfverzekerde
nederzetting groeit en bloeit, een uitzonderlijk groot gebied eromheen wordt met
wallen en muren, poorten en torens beveiligd. Halverwege de dertiende eeuw
wordt een aanvang gemaakt met de kolossale herschepping van de Romaanse
Dom in een Gotische. Als in de jaren tachtig van de veertiende eeuw de trotse
toren gereedkomt is de Utrechtse Dom het op vier na hoogste kerkgebouw ter
wereld.
Hoe kan het, dat in de elfde eeuw de elders in Europa toegepaste Romaanse
nieuwigheden binnen luttele jaren ook in Utrecht te bewonderen waren, terwijl
er meer dan honderd jaren voorbijgingen voordat eindelijk de Gotiek onze
bisschopsstad bereikte?
Heeft bisschop Bernold werkelijk zijn kerken in de vorm van een groot kruis
willen bouwen met de Romaanse Dom als stralend middelpunt? Of is het
gewoon toeval dat die kerken met elkaar een wat kromgetrokken kruis vormen?
Waarom stonden er vanaf het begin niet één maar twee kathedralen in de slordig
gerepareerde middeleeuwse opvolger van het Romeinse stenen fort?
Waarom vullen de geschreven geschiedenis van het Domplein en zijn
archeologische vondsten elkaar zo slecht aan? Sterker nog, waarom spreken zij
elkaar zo vaak tegen?
Onder het Domplein wemelt het van bewijzen van de Romeinse aanwezigheid.
Men kan de archeologische spade niet in de grond steken of men stuit op de
resten ervan. Resten van hout, steen, organisch materiaal, as en metaal. Er waren
daar ooit vier opeenvolgende houten forten en één stenen met alles erop en
eraan. Wallen, grachten, palissades. Poorten, torens, straten. Een
onderofficiersverblijf met latrine. Soldatenbarakken met woonvertrekken en
wapenopslag. Gebouwen met muren van hout, tuf- en baksteen. Een stafgebouw
(principia) voorzien van vloerverwarming. Vóór het stafgebouw een galerij,
daarbinnen diverse vertrekken, waaronder die voor het vaandel en de
garnizoenskas, een gaanderij (porticus) met zware staanders, een binnenhof
(atrium) met waterputten, een dwarshal met spreekgestoelte. Een enorm depot
heeft zich gevuld met Romeinse voorwerpen, daterende uit de eerste tot en met
de derde eeuw na Christus. Het gaat om tientallen munten van koper, brons,
zilver en goud, honderden stukken van reliëfversierde schalen, kommen en
bekers, talloze dakpanfragmenten met en zonder stempels, een ijzeren
dolkschede, een deel van een theatermasker, glazen voorwerpen, sieraden,
inscripties en graffiti, mozaïekstenen, altaren, godenbeelden.
Zowel de munten als de vaatwerkresten, waarvan de vondsten redelijk
nauwkeurig te dateren zijn, geven aan dat de Romeinen omstreeks het midden
van de derde eeuw de nederzetting hebben verlaten. De totale duur van hun
aanwezigheid op deze plek, die later het Domplein zal heten, bedraagt derhalve
zo’n 200 jaar.
Volgens de papieren geschiedenis, die wij kennen van kopieën van kopieën,
hebben vanaf Willibrordus, die rond 690 na Christus arriveert, tot aan bisschop
Balderik, die in 928 in het verlaten fort aankomt, 14 elkaar opvolgende
bisschoppen, met hun gevolg, hun twee kathedralen, hun klooster,
woonvertrekken, begraafplaatsen en andere noodzakelijke bestaansmiddelen,
datzelfde stukje grond bewoond.
De Romeinen zaten er dus zowat 40 jaar korter en bovendien veel langer
geleden dan die bisschoppen. Toch is de bodem van het Domplein nog steeds
met hun resten doordrenkt. Van die veertien bisschoppen evenwel, vindt men
niets van betekenis, niets dat met enige zekerheid te dateren valt.
Als dat geen groot mysterie is.