Professional Documents
Culture Documents
Inleiding
De huidige recessie in de eurozone duurt inmiddels al vijf kwartalen en de economie is in die periode 5%
gekrompen. Dit geldt ook voor Nederland. Het zijn negatieve cijfers, maar toch (althans tot nog toe) niet zo
slecht als eerder was verwacht op basis van de ervaringen met vroegere bancaire crises. Er zijn regelmatig
recessies geweest die samengingen met een bancaire crisis. In het laatste kwart van de vorige eeuw
bijvoorbeeld in Noorwegen, Zweden, Finland en Japan. Diverse economen hebben geprobeerd een schatting
te maken van het verlies aan productie tijdens recessies die samengingen met bancaire crises. Hun
uitkomsten liegen er niet om. Volgens de economen Reinhart en Rogoff bedraagt de gemiddelde historische
daling van het reële BBP per hoofd van de bevolking in een ‘bancaire’ recessie ruim 9%. Volgens het IMF
duurt een recessie die samenhangt met een bancaire crisis, gemiddeld bijna twee jaar (tegen iets meer dan
drie kwartalen bij een normale recessie) en loopt het outputverlies ten opzichte van de trend op tot bijna
20%. Weer andere studies komen overigens op andere cijfers uit. In vergelijking met deze schattingen valt
de huidige recessie die waarschijnlijk ‘maar’ vijf kwartalen duurt, mee. De eurozone-economie krimpt volgens
de huidige verwachtingen met zo’n 5% en ten opzichte van de trend(groei) is het verlies nu ruim 7%. Hoewel
dat laatste cijfer zeer waarschijnlijk nog verder zal oplopen, lijkt -20% ver weg.
Studies van voorbije recessies noemen factoren die hebben bijgedragen tot de forse krimp van het BBP.
Enkele factoren hebben te maken met het bankwezen. Zo zien we al in een ‘gewone’ economische terugval
dat banken hun kredietrichtlijnen aanscherpen. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat hun klanten in
slechter weer terechtkomen, waardoor het risico dat die klanten niet meer aan hun verplichtingen kunnen
voldoen, toeneemt. Ook zal het voor banken moeilijker zijn om nieuwe middelen aan te trekken. Tijdens een
economische dip lijden banken verliezen en wordt hun balanspositie aangetast. Ze kunnen hun balansen
repareren door nieuw kapitaal aan te trekken en/of hun activiteiten in te krimpen. Gevolg van het laatste is
dat ze minder krediet kunnen verlenen, waardoor potentieel de economische groei wordt gedrukt. Naarmate
banken meer vermogensverlies lijden, zal de balansreparatie ingrijpender zijn. Dat zal zeker het geval zijn bij
een bancaire crisis. We gaan hier nader op in.
Nadat in het eerste kwartaal het nettopercentage banken in de eurozone dat hun acceptatiecriteria voor
kredieten aan bedrijven had aangescherpt, al duidelijk was afgenomen (van 64% naar 43%), was in het
1 Acceptatiecriteria zijn de interne richtlijnen of maatstaven die het kredietverleningsbeleid van een bank weerspiegelen. Zij vormen de op schrift
gestelde en ongeschreven criteria, of andere handelingswijzen die verband houden met dit beleid, die vastleggen welk type leningen de bank
wenselijk en onwenselijk acht, waar de geografische prioriteiten liggen, welk onderpand aanvaardbaar en welk onaanvaardbaar wordt geacht, etc.
Voor de acceptatiecriteria heeft het nettopercentage betrekking op het verschil tussen het deel van de banken dat aangeeft een strenger
kredietbeleid te voeren en het deel dat aangeeft het beleid te versoepelen. (Bron: DNB)
2 ECB, The euro area bank lending survey, July 2009; www.statistics.dnb.nl
tweede kwartaal sprake van een (verdere) halvering van dat percentage. De ECB-enquête verschaft ook
meer detailinformatie over achtergronden. Zo blijkt dat de afname van de aanscherping vooral kan worden
toegeschreven aan de liquiditeitspositie van de banken en aan de verbeterde toegang van de banken tot
financiering via de markt. De verdere aanscherping van de normen kan voornamelijk worden toegeschreven
aan de verwachtingen ten aanzien van de economie en van de specifieke vooruitzichten voor bedrijfstakken
of bedrijven. Niettemin was ook bij deze factoren duidelijk sprake van minder aanscherping dan in de
voorgaande kwartalen.
Ook met betrekking tot de voorwaarden die worden gehanteerd bij het verstrekken van leningen aan
bedrijven zagen we in het tweede kwartaal een verdere, hoewel geringere, aanscherping. Dat was vooral het
geval bij de marges op gemiddelde leningen. Opnieuw zagen we daar een verdere aanscherping, maar deze
was beduidend geringer dan in het eerste kwartaal. Over het geheel genomen was de netto-aanscherping bij
de niet-prijscondities minder dan bij de prijscondities.
De ontwikkeling van de acceptatiecriteria die Nederlandse banken hanteren (het betreft er zes in de
enquête), is ruwweg vergelijkbaar met die in de eurozone. Ook in ons land neemt het percentage banken dat
de criteria heeft verscherpt per saldo iets af. Dat percentage ligt echter wel fors hoger dan in de eurozone.
Het Nederlandse beeld is - voor dit jaar – afwijkend (zie vierde grafiek). De omslag bij de daling van de vraag
leek in het eerste kwartaal veel nadrukkelijker dan bij de eurozonebanken. Maar in het tweede kwartaal was
toch weer sprake van een fors groter percentage banken dat minder vraag naar krediet signaleerde.
vooruitzichten voor de woningmarkt dan wel de kredietwaardigheid van consumenten (bij consumptief
krediet). Financieringskosten en beperkingen vanwege de bankbalans wogen minder zwaar. Bij de
voorwaarden die worden gehanteerd bij de kredietverlening aan gezinnen, zien we net als bij de
bedrijfskredieten dat de afnemende aanscherping vooral terug te vinden is bij de marges op leningen. Voor
het derde kwartaal verwachten de banken dat de netto-aanscherping van de acceptatiecriteria verder
afneemt.
In Nederland zien we nog niet dat de aanscherping van de acceptatiecriteria per saldo weer afneemt.
Integendeel, in het eerste kwartaal rapporteerden juist meer banken bij de hypothecaire leningen een
aanscherping van de criteria. Dit percentage bleef gelijk in het tweede kwartaal. Ook bij het consumptief
krediet (en overige leningen) zagen we een hoger percentage banken dat in het eerste kwartaal de criteria
verder aanscherpte. In het tweede kwartaal keerde dat percentage weer terug naar het niveau van eind
2008. Wel verwachten de banken een afname van de aanscherping in het derde kwartaal.
Vraag naar bancaire kredietverlening eurozone Vraag naar bancaire kredietverlening Nederland
Netto-pct banken dat toename vraag rapporteert Netto-pct banken dat toename vraag rapporteert
60 60
40 40
20 20
0
0
-20
-20 -40
-40 -60
-60 -80
-80 -100
03 04 05 06 07 08 09 03 04 05 06 07 08 09
In ons land rapporteerde een lager percentage banken een verdere afname van de vraag naar hypothecair
krediet dan eind 2008. Er was geen verschil tussen het eerste en het tweede kwartaal. Bij de vraag naar
consumptief (en overig) krediet werd daarentegen in de eerste kwartalen van dit jaar door een hoger
percentage banken een verdere afname van de vraag gesignaleerd.
Besluit
De acceptatiecriteria voor leningen aan bedrijven en gezinnen in de eurozone zijn in de eerste helft van dit
jaar verder aangescherpt. Het tempo waarin dit gebeurt, neemt echter duidelijk af. Dat is een positief signaal,
maar neemt niet weg dat het nog altijd strenge kredietbeleid van banken niet stimulerend werkt!
Uit de enquête blijkt echter – en dat is een tweede conclusie – dat vooral de verwachtingen ten aanzien van
de economie, van specifieke bedrijfstakken of bedrijven, van de woningmarkt dan wel de kredietwaardigheid
van consumenten verantwoordelijk zijn voor de aanscherping van de acceptatiecriteria van de banken. In
mindere mate geldt dit volgens de banken voor factoren als balansbeperkingen en financierings-
mogelijkheden en -kosten. Verwacht wordt overigens dat de aanscherping van de criteria verder afneemt.
Een laatste conclusie is dat ook de vraag naar krediet over het geheel genomen nog altijd verder afneemt,
hoewel ook hier in geleidelijk mindere mate. De acceptatiecriteria die banken hanteren, zijn dus niet per se
de enige bottleneck.
Voor Nederland ziet het beeld er iets negatiever uit, zowel bij de gehanteerde criteria als bij de vraag naar
krediet. Wel is het zo dat op enkele terreinen (criteria leningen aan gezinnen; vraag naar krediet gezinnen)
de cijfers in Nederland later in negatief territorium doken dan in de eurozone. Verder werd bij de kredietvraag
van bedrijven in 2008 in één kwartaal door de helft van de banken een toename gerapporteerd.
28 augustus 2009
Agenda
Tijd Land Data/event Periode Eenheid Verwacht Vorige
maandag 31 augustus
11:00 Eurozone Inflatie (eerste schatting) augustus % j-o-j -0.3 -0.7
15:45 VS Chicago PMI (producentenvertrouwen) augustus Index 47.2 43.4
16:30 VS Dalles Fed. Manfucturing Activity augustus % -25.5
dinsdag 1 september
04:30 China CLSA PMI verwerkende industrie augustus index 52.8
08:00 Duitsland Detailhandelsverkopen juli % j-o-j -1.4 1.6
09:55 Duitsland Werkloosheid augustus % 8.4 8.3
09:55 Duitsland PMI verwerkende industrie augustus index 49 49
10:00 Eurozone PMI verwerkende industrie augustus index 47.9 47.9
10:30 VK PMI verwerkende industrie augustus index 51.5 50.8
11:00 Eurozone Werkloosheid juli % 9.5 9.4
16:00 VS ISM verwerkende industrie augustus index 50.1 48.9
16:00 VS Lopende huizenverkopen juli % 1.5 3.6
woensdag 2 september
e
11:00 Eurozone BBP – voorlopig 2 kwartaal % j-o-j -4.7 -4.6
e
14:30 VS Arbeidskosten per eenheid product 2 kwartaal % -5.5 -5.8
16:00 VS Fabrieksorders juli % 1.5 0.4
20:00 VS Notulen FOMC-vergadering (Fed)
Donderdag 3 september
09:30 Nederland Inflatie (CPI) augustus % j-o-j 0.4 0.2
09:30 Nederland Inflatie (HICP) augustus % j-o-j -0.1
09:55 Duitsland PMI dienstverlening augustus index 54.1 54.1
10:00 Eurozone PMI dienstverlening augustus index 49.5 49.5
10:30 VK PMI dienstverlening augustus index 53.9 53.2
11:00 Eurozone Detailhandelsverkopen juli % j-o-j -2.1 -2.4
13:45 Eurozone Rentebesluit ECB % 1.0 1.0
16:00 VS ISM dienstverlening augustus index 48 46.4
vrijdag 4 september
14:30 VS Verandering werkgelegenheid augustus duizend -225 -247
14:30 VS Werkloosheid augustus % 9.5 9.4
Bron: ABN AMRO, Bloomberg.
Cijfer van de week: inflatie eurozone
% j-o-j
Maandag komt het inflatiecijfer voor de eurozone uit. In de
4 voorbije maanden is de inflatie hard gedaald - naar -0,7% in
3 juli. Het waren vooral de zogeheten basiseffecten die voor die
daling verantwoordelijk waren: de forse prijsstijgingen van olie
2
en voedsel in de eerste helft van 2008 vallen na twaalf
1 maanden weg uit het inflatiecijfer.
0 De olieprijs piekte half juli vorig jaar en ging vervolgens hard
omlaag. De verwachting is nu dat de inflatie weer wat zal
-1
oplopen (minder negatief wordt).
99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09
Inflatie Kerninflatie
© Copyright 2008 ABN AMRO Bank N.V. and affiliated companies ("ABN AMRO"). Alle rechten voorbehouden.
Dit document dient uitsluitend ter informatie en wij geven, hoewel het document is gebaseerd op informatie die betrouwbaar wordt geacht, geen garantie aangaande de juistheid of
volledigheid hiervan. ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor de informatie opgenomen in dit document. De weergegeven marktinformatie
alsmede de opinies, prognoses, aannames, schattingen, afgeleide waarderingen en koersdoelstelling(en) die zijn opgenomen in dit rapport en die de opinie van de auteur vormen dateren
van de aangegeven datum en kunnen op enig moment zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hoewel wij ernaar streven de in dit document opgenomen informatie en
opinies naar redelijkheid te actualiseren, kunnen er op grond van de regelgeving, compliancevereisten of andere oorzaken redenen zijn waardoor dit niet mogelijk is. Dit document vormt
geen uitnodiging of aanbod tot het kopen of verkopen van effecten of andere financiële instrumenten. Dit document is uitsluitend bedoeld voor de professionele beleggers actief en ervaren
in de Nederlandse markt, niet zijnde natuurlijke personen, en de informatie mag niet - geheel of gedeeltelijk – voor enig doel worden vermenigvuldigd, opnieuw worden verspreid of
gekopieerd zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van ABN AMRO. ABN AMRO is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.