het eerst Afrika bin- nenstap. Omarmd door de geluiden, de geuren en de warmte van het continent gaan we onderweg. De eerste beelden komen als ik de volgende och- tend vanaf mijn balkon de stad in alle stilte zie ontwaken. We zijn in Kampala, Oeganda. Samen met tien andere voorgan- gers en leiders van zendingsorga- nisaties ben ik op uitnodiging van Tear op reis om, zo hebben we ons ingeprent, te leren van de kerken in Afrika. De komende dagen bewegen we ons steeds dieper Oeganda in. We ontdekken een groen en vruchtbaar land. Bananenbomen, mais, rijst, mangos, cassave, pin- das, sesamzaad, aardappels, pas- sievruchten en, voor de meesten van ons nieuw, jackfruits groeien overal om ons heen. Tegelijk ontdekken we ook een land met een verdrietige ge- schiedenis. Dictators, oorlog, los- geslagen rebellenbewegingen en ook hiv/aids hebben huisgehou- den. Kijk, zegt een van onze be- geleiders: Bij die school zijn tien jaar geleden 150 meisjes meege- nomen. Even merk je iets van de ga- pende wonden die achter de schoonheid van het land schuil- gaan. Overal vind je samenge- stelde gezinnen van eigen kinde- ren aangevuld met kinderen van overleden familieleden. Juist hier gebeurt iets bijzon- ders. Waar de overheid, de VN en de hulporganisaties zich terug- trokken, is de kerk gaan staan. We worden rondgeleid door de Oegandese Pinkstergemeenten (PAG), een van de grootste deno- minaties van Oeganda. Deze kerk heeft zich als het ware naar buiten gekeerd. Van een kerk vol trots: Wij gaan naar de hemel, jullie zijn verloren, heeft ze zich omgevormd tot een kerk die vol van het evangelie hele dorpen in beweging brengt. Were not just clapping our hands, were also loving the community. PEP noemen ze het hier; parti- cipatie- en evaluatieproces. Ze leveren geen producten zoals waterputten en schoolgebouwen maar veranderen de mindset van mensen: hoe kan ik met mijn talenten en hulpbronnen mijn eigen leven verbeteren. Ziel Het is de kerk die de bronnen in huis heeft om de ziel van de men- sen te raken. PEP begint bij de Bij- bel, bij de ontdekking dat God ons maakt met een doel. Hij geeft ons middelen om te werken aan onze eigen ontwikkeling. Middelen die we, hoe klein ook, in zijn handen mogen leggen en niet voor ons- zelf hoeven te houden maar mo- gen delen met het hele dorp. Zo ontstaat een reis vol ver- halen. Van twee gezinnen die vol trots de bakstenen laten zien, die ze zelf gemaakt hebben. De eer- ste muren van hun huizen zijn al zichtbaar. Van een man van 60 die in zijn leven al vier keer getraind is door een ontwikkelingsorgani- satie, maar waarbij nu pas iets is geraakt. Van de kerk die met het dorp een school bouwt, van de hiv-be- smette man die voor een volle zaal getuigt hoe de kerk heeft geholpen het stigma rond aidspa- tinten te doorbreken. Dit is wat Tear ons wilde laten zien: wat de kracht is van de loka- le kerk en hoe effectief ontwikke- lingshulp wordt als je die inzet. Tegelijk is het meer. De men- sen die we ontmoeten lachen, ze lijken in bloei te staan, ondanks de armoede en de nog zo recente gruwelijke verhalen. Niet alleen hun omstandighe- den zijn veranderd, er is iets met henzelf gebeurd. Ze getuigen met grote kracht van hun houvast en de hoop en de liefde die ze gevon- den hebben. We hebben soms het gevoel dat Jezus net de hoek om is als wij arriveren. Revival Voorzichtig stellen we de vraag: is dit een ontwikkelingsproject of een revival? Het antwoord is allebei. In een gebied waar alles aan de grond zat, gebruikt God de kerk om nieuw leven te brengen in alle facetten. Het is geweldig om er midden in te staan, Gods koninkrijk is tast- baar aanwezig, breekt door alle verdriet heen. Nog niet eerder heb ik zo sterk het verlangen 8 Debat 9 Ik wandel met collegas door de prachtige pol- ders van Arkemheen- Eemland, een van onze Nationale Landschap- pen. O p deze zonnige vrijdag, vlak voor het reces, zijn we met zn allen op stap. Een afsluiting van het politieke jaar. Even uitwaaien voor de laatste drukke week. Ik ken het gebied redelijk goed, maar iede- re keer is het weer verrassend. Het vlakke veenweidegebied met een fijnmazige verkaveling en nauwelijks opgaande begroei- ing spreekt tot de verbeelding. Eeuwenlang hebben onze voorouders eraan gewerkt om het land te veroveren op de zee. De kolkgaten langs de dijk zijn stille getuigen van de dijkdoorbraken. Een kievit vliegt op. Het is genieten van Gods schepping. Van de rust en de stil- te. We zijn te gast bij A Rocha, een christelijke organisatie die zich inzet voor natuurbescherming. Dat natuurbescherming geen overbodige luxe is, weten we allemaal. De natuur, Gods schepping, staat onder druk van milieuvervuiling en klimaatver- andering. Daarvoor hoeven we niet ver van huis te gaan. Als het gaat om de biodiversiteit in ons land, staan de signalen al jaren op rood. De soortenrijkdom holt achteruit. In de polders van Arkemheen- Eemland wordt gewerkt aan her- stel van de weidevogelpopulatie. Een deel van de polder is aange- wezen als weidevogelgebied en boeren en natuurorganisaties zetten zich gezamenlijk in voor een terugkeer van de grutto. Een mooi en succesvol project. En dat zo dichtbij huis. God gaf ons de schepping om daarvoor zorg te dragen. Een prachtig geschenk! Zo staat het in de Bijbel: God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken (Genesis 2:15). Wat een eer. Wat een verantwoordelijk- heid. We weten echter ook hoe het gegaan is. De schepping zucht en lijdt als in barensween, lezen we in Romeinen 8. Een noodkreet van Paulus, die kijkt naar de we- reld om zich heen? Hij heeft het immers over het lijden in deze tijd, zijn eigen tijd dus. Of is het een visioen en wijst Paulus hier vooruit naar de toe- komstige tijd, onze tijd? Gelukkig is dit niet het laatste dat Paulus hierover schrijft. De schepping is weliswaar ten prooi aan zinloos- heid maar zal uiteindelijk delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt (Ro- meinen 8 vers 21). Een prachtige belofte. Intussen kan ik niet stilzitten. Ik ben gegrepen door deze woor- den van Paulus: De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinde- ren zijn (Romeinen 8 vers 19). De schepping ziet niet zomaar uit, maar staat op zn tenen en ziet vol verwachting uit naar Gods kinderen. Naar u, naar jou, naar mij. Een oproep aan ons allemaal om ons te bekommeren om Gods schepping. Waarom nog daarmee wachten? Nogal eens hoor ik dat kli- maatverandering en milieupro- blemen mondiaal moeten wor- den aangepakt. Dat is zo. Wat zou het goed zijn als onder leiding van de Verenigde Naties een ambiti- eus programma wordt opgezet, waar ook landen als de Verenigde Staten en China - grootvervuilers - zich aan committeren. Maar ik ben ervan overtuigd dat ook ons individuele gedrag ertoe doet. Onze economie - onze manier van produceren en consu- meren - gaat de draagkracht van de aarde te boven. In 2013 viel earth overshoot day op 20 augustus. Op die datum hadden we alle natuur- lijke grondstoffen gebruikt die de aarde dat jaar kon produceren. Ieder jaar is die datum weer een beetje vroeger in het jaar. We leven op de pof en dat ver- oorzaakt een ecologische crisis. En omdat de aarde, Gods schep- ping, zich niet kan herstellen is dat misschien wel ingrijpender dan de economische crisis. Is zorg voor de schepping links? Alleen iets voor vegetari- ers en bio-freaks? Ook dat hoor ik nogal eens. En meestal is het geen aanbeveling. Het is natuurlijk zot om te denken dat je links bent (wat dat ook mag zijn) als je na- tuur en milieu belangrijk vindt en je daarvoor wilt inzetten. Ik ben de eerste om te erken- nen dat er actiegroepen zijn die zich met een fanatisme voor het milieu inzetten, waar ik me niet goed in kan herkennen. Tegelij- kertijd vraag ik mezelf af: hoe ra- dicaal ben ik zelf? Durf ik echte keuzes te maken? Misschien een klein beetje comfort of vastge- roeste gewoonten inleveren ten gunste van deze wereldbol? Een wereldbol waar we er maar een van hebben, die we graag willen doorgeven aan volgende genera- ties. Ik zou de stelling zelfs willen omdraaien: hebben we het mi- lieu, de natuur om ons heen, het klimaat niet te lang overgelaten aan anderen, waardoor we ons er nu minder gemakkelijk bij voe- len? Zorg voor onze naaste zit - bij wijze van spreken - in onze genen. En dat is goed. Christus zelf heeft ons daarin voorgeleefd. We mo- gen echter de Bijbelse opdracht om voor Gods schepping te zor- gen niet aan anderen overlaten. Rentmeesterschap is niet alleen voor vegetarirs of voor de Ver- enigde Naties. Als het gaat om Gods schep- ping, zijn we allemaal wereld- leiders. Verantwoordelijk voor de keuzes die we maken, ieder binnen de eigen mogelijkheden, waarin we anderen tot voorbeeld kunnen zijn. Waar is die maat- schappelijke beweging van chris- tenen die zich inzet voor natuur en milieu? De schepping ziet reik- halzend uit naar Gods kinderen. Naar u, naar mij. Carla Dik-Faber Carla Dik-Faber is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie
Zorg voor de schepping! Wat moeten wij doen om God het werk te laten doen? Hoe kunnen plaatselijke kerken hun licht laten schijnen voor de mensen? Hulp- verleningsorganisatie Tear reisde met Nederlandse voorgangers door Oeganda om te leren van de kerken daar. Gerbram Heek was een van hen. gevoeld om hier onderdeel van te zijn. Om hier in te stappen en mee te doen. Ondertussen vult de reis zich ook met een aangenaam soort traagheid. We hobbelen uren in een busje over stoffige onver- harde wegen, ontdekken de Afri- kaanse gewoonte van eindeloze voorstelrondes, staan regelmatig een poos te wachten. Die traagheid vult zich met gedachten en gesprekken. Vol van wat we zien, realiseren we ons ook hoe totaal anders onze ei- gen wereld is. Wat zijn de noden in Nederland en hoe kan een kerk daar verschil in maken? Waar zit- ten de grote eyeopeners voor Ne- derlanders? Welke blokkades moeten we bij onszelf verwijderen? Wat moe- ten wij loslaten of juist durven om- armen om dezelfde beweging op gang te brengen? Waarvan moet de kerk in Nederland zich beke- ren? Vragen waar niet zomaar een- voudige antwoorden op zijn. Op de weg terug verblijven we een paar dagen in Jinja, op een prachtig plek aan de oevers van de Nijl. Een plek met een verhaal. Het verhaal van Ingrid Wilts, een vrouw die zich een groot deel van haar leven met volle energie heeft ingezet voor de straatkinderen van Oeganda, maar daar ook op leegliep. Ze heeft zoveel gedaan, maar gaf zichzelf geen ruimte om te ontvangen. Haar leven veranderde toen ze ontdekte dat alles begint bij het ontvangen van de liefde en de vreugde van God. Dit plekje aan de Nijl echoot die ontdekking. Verlangen Hier begint het ook bij ons lang- zaam te landen, temidden van alle terechte vragen is de grootste vraag: hoe kunnen we in onze ei- gen kerk en omgeving God aan het werk laten gaan? Wat moeten wij doen om God het werk te laten doen? Het is het verlangen om die kracht van God die we hier proe- ven te ervaren en aan het werk te zien in onze eigen omgeving. Bestorm Zijn troon met je vragen en verlangens, zei een van de laatste voorgangers die we spraken. Laten we daarmee beginnen. Het is opnieuw donker als we, omringd door de geluiden, geu- ren en warmte, met een brede glimlach afscheid nemen van Afrika. Vol verlangen om wat we gezien hebben te delen en te ver- talen naar onze eigen wereld. Dat wordt niet makkelijk, maar wel fantastisch. Gerbram Heek Gerbram Heek is voorganger van de gereformeerd-vrijgemaakte Veenhart- kerk in Mijdrecht.
Reis om van te leren door Oeganda Christelijk Weekblad Nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland 4 juli 2014 Christelijk Weekblad Nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland 4 juli 2014 Bestorm Zijn troon met je vragen en verlangens, zei een van de voorgangers Gerbram Heek ontdekte in Oeganda, samen met zijn medereizgers, de kracht van God in de plaatselijke kerk. Fotos Tear Afrika