You are on page 1of 7

Europa onder de Loupe

OEES (1947):
Vlak na de oorlog wou staatssecretaris van de VS, George Marshall, miljoenen geld steken in de
wederopbouw van de Europese economie

Waarom: uit schrik dat europa anders weer in een oorlog verwikkeld zou geraken + door armoede
zouden kiezen voor communisme + VS had handelspartner en afzetmarkt nodig  Europeanen
moesten dus koopkrachtig worden

Hoe: Hij dwong alle Europese laden aan tafel te doen zitten en zo samen het gekregen geld verdelen
over de verschillende landen. = Organisatie voor Europese Economische Samenwerking. Dit was
de eerste keer dat verschillende landen hun economische belangen coördineerde  landbouw en
industrie moderniseerden.
In 1961 werd het overgenomen door de OESO = Organisatie voor Europese Samenwerking en
Ontwikkeling

Vragen: niet ingevuld (dus niet te kennen?)

NAVO (1949):

Zie ook gewone leerstof


Pact van Brussel: Westerse Unie beloofden elkaar militaire bijstand. Later omgevormd tot West-
Europese Unie (WEU) en traden ook Duitsland en Italië toe.  omdat deze militaire hulp niet zou
voldoen tegen sovjet-unie werd de Amerikaanse economische hulp (OEES) uitgebreid met militaire
bescherming.

Vragen: zie gewone leerstof

Raad van Europa (1948):


Waarom: nationalisme van Europese landen leidde tot conflicten, Europa moest samenwerken
In 1948 was er een Congres in Den Haag dat pleitte voor de oprichting van een verenigd Europa
(=Europese Raad) met vrij verkeer van mensen, goederen en ideeën. Ze stelde ook ‘de verklaring
van de rechten van de mens’ op. De organisaties die zich inzetten voor de vereniging werd de
‘Europese Beweging’ genoemd.
De Raad van Europa werd intergouvernementeel (zie leerstof)

Vragen: niet beantwoord


Oefening 7 pag 9: lezen, maar moeten makkelijk zijn als je de leerstof kent.
a. fout, niet economie maar buitenlandse zaken b. fout, ze weigerden onder
russische bedreiging c. juist d. juist e. fout, militaire bijstand en in 1955
f. fout, SU en VS g.fout Verdragsorganisatie h. juist i. fout, een land moet
democratisch zijn j. juist

1
2
EGKS (1951)
Verdrag van Parijs: 6 landen (B, Lux, Fr, Ned, D, Ned) tekenden voor de Europese gemeenschap
voor Kolen, en Staal. = plan van Robert Schuman, frans minister van buitenlandse zaken, om ervoor
te zorgen dat de landen samenwerken en zodat één land niet ineens veel staal kon gaan produceren
(voor het maken van wapens) zonder controle van de anderen. (Supranationaal niveau)
 Spill-over effect: het begon met het een kleine staalsector, maar breidde zich later uit tot andere
sectoren (beginnen met een kleine spot, maar veel groter eindigen)

Vragen (gewoon eens lezen, niet gedetailleerd kennen):


a) Waarom is het noodzakelijk om een ‘europese volkeren gemeenschap op te richten? (Schuman)
Het is noodzakelijk dat de eeuwenoude tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland wordt overbrugd,
de ondernomen actie dient in de eerste plaats Frankrijk en Duitsland nader tot elkaar te brengen. De
solidariteit van de productie zal tot gevolg hebben, dat een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland niet
alleen ondenkbaar doch ook materieel onmogelijk wordt.
b) Hoe stelt hij dit concreet voor? Welke grondstoffen?
Schuman stelde voor de gehele Frans-Duitse productie van kolen en staal te plaatsen onder een
gemeenschappelijke Hoge Autoriteit.
Door de samenvoeging van de kolen- en staalproductie zullen onmiddellijk de gemeenschappelijke
grondslagen voor de economische ontwikkeling, de eerste fase van de Europese
volkerengemeenschap, worden gelegd en zal er een wending optreden in het lot van deze gewesten
welke lange tijd oorlogswapens hebben moeten vervaardigen waarvan zij zelf regelmatig het
slachtoffer zijn geweest.
c) Naam gemeenschappelijke oranisatie die boven landen geplaatst is + revolutionaire kant?
een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit, in een organisatie welke openstaat voor deelname van de
andere landen van Europa
d) Tot wie richt hij zich?
In de eerste plaats richt hij zich tot Frankrijk en Duitsland, maar andere Europese landen mogen ook
altijd meedoen.
e) Waarom is de toespraak van 9 mei een ‘symbool’?
De toespraak van 9 mei 1950 wordt beschouwd als de geboorteakte van de Europese Unie.
Inmiddels is 9 mei uitgegroeid tot een echt Europees symbool ( Europadag) die de Europese politieke
eenheid symboliseert
Vraag 10:
a) Wie is Jean Monnet (Schuman basseerde hier zijn idee op) ?
De Franse economische adviseur en politicus Jean Monnet was een toegewijd voorvechter
van Europese Integratie. Hij was de inspirator van het Schumanplan. Tussen 1952 en 1955 was hij de
eerste voorzitter van de Hoge Autoriteit van de EGKS.  heeft ‘spill over effect’ theorie bedacht
b) Waar groeide Schuman op? ~ verband met zoveel belang hechten aan de eur-samenwerking?
Schuman was afkomstig van de tussen Frankrijk en Duitsland betwiste regio Elzas-
Lotharingen. waarschijnlijk daarom dat hij wou dat de twee landen in vrede konden samen leven.

Verdagen van Rome (1957)


Doordat de Russen de overhand hadden in de Koude Oorlog, wou Europa Duitsland militair steunen.
Franse minister van Denfensie, René Pleven, baseerde zich op het idee van de EGKS om een
Europese defensiegemeenschap (EDG) voor te stellen. Zo kon Duitsland zich herbewapenen in een
Europese context. Het leger moest politiek gestuurd worden dus werd er een Europese Politieke
Gemeenschap (EPG) voorzien. Maar er werd geen consensus gevonden over de EDG en de EPG
(vooral Frankrijk stond hier sceptisch over)  Mislukking is reden waarom Europees leger nu nog in
kinderschoenen staat.
Een comité van deskundigen uit de EGKS-landen zochten oplossing om europa op economisch vlak
te doen samenwerken  Twee verdragen, getekend in Rome:
- Europese gemeenschap voor Atoomenergie / Euratom
- Europese economische gemeenschap (EEG): zes lidstaten van EGKS verklaren een
Interne markt te willen met vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. +
landbouw en vervoer werden Europees beleid

3
Oef 11: voorzitten van comité van deskundigen: Belgisch minister van Buitenlandse zaken Spaak
Europese Gemeenschap (1967)
In de jaren ’60 - ’70 was het succes van de samenwerking van Europa overweldigend. Ze besloten de
verschillende organisaties samen te voegen tot de Europese gemeenschap (EG) = EEG + EGKS +
EGA(Euratom)

Vragen 12,13,14 zijn niet belangrijk.


Vraag 15: De jaren ’70-’80 wordt periode van de ‘eurosclerose’ genoemd. Wat bedoelt men hiermee?
Europa roest vast, er kan niet verder geëvolueerd worden dan de Eruopese Gemeenschap.
Het is een soort ouderdomsziekte van economische systemen die gedurende lange tijd stabiliteit
hebben gekend.

Open grenzen: Eenheidsakte en Single Market


In 1986 ondertekenden de EG-landen een eenheidsakte om de gemeenschappelijke markt nog verder
uit te bouwen door hindernissen voor handel en verkeer weg te ruimen = operatie Single Market 1992
De douanehokjes aan de grenzen verdwenen en de EG kreeg meer bevoegdheden, zoals milieu en
wetenschappelijk onderzoek.
Europa was grondig veranderd: Gorbatsjov was aan de macht in de SU, maar wilde ‘perestrojka’ en
‘glasnot’ + heeft ontwapeningsakkoorden getekend met West-Europa (zie gewone leerstof)
 Opstanden in communistische landen, die verlangden naar Westerse vrijheid. Om de massale
toestroom te verminderen, sloopten ze op 9 november 1989 de Berlijnse Muur. = het symbool van de
Koude oorlog = de tweedeligheid van Europa was voorbij

Vraag 16: cartoon


a) Uitleg: De open slagboom stelt de open grens voor omdat je in Europa overal kon reizen, wonen,
studeren waar je wou, dus dat de grenzen je niet meer konden stoppen. En de schaduw van de
slagboom staat voor de échte grenzen die er nog wel steeds waren voor de landen aan te duiden 
geen politieke eenheid
b) Fout in de cartoon: In het echt staat de slagboom open, maar in de schaduw is hij toe

Vraag 17: Op 3 oktober 1990, gebeurde iets in duitsland = nationale feestdag, wat?
Op 3 oktober 1990 bekwam Duitsland naast de hereniging van beide Duitslanden eindelijk, 45 jaar na
het einde van de Tweede Wereldoorlog opnieuw haar volledig onafhankelijkheid

Vraag 18: Welk Europees land ging niet vredevol uiteen? (tegenstelling Tsjecho-slowakije)
Joegoslavië  Slovenië, Kroatië en romp-Joegoslavië (Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië
en Macedonië)
Oorzaken conflicten: heterogene bevolking (niet uitgebreid kennen)
Opgelost door: VN en NAVO

Verdrag van Maastricht (1992)


Verdrag van Maastricht werd getekend door de “Twaalf” (=EG landen; België, Denemarken,
Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en het
Verenigd Koninkrijk) en bevatte 2 elementen:
EU
EMU EPU
Monetair (€) politiek (?) staat nog niet ver

- Gemeenschappelijke Europese munt: Bondskanselier Kohl wilde Oost- en West- Berlijn opnieuw
herenigen, maar moest hiervoor een tegenprestatie doen (eis Europese partners):
gemeenschappelijke europese munt, want de munt was de enige ‘hindernis’ in handelssector .

- Europese Burgerschap: Elke burger van Europa (EU) heeft het recht om te werken, studeren,
reizen, wonen waar hij wil + stemrecht voor gemeenteraad van woonplaats.

4
 Nieuwe naam: Europese Unie om te benadrukken dat ze samenwerken op economisch gebied,
buitenlands beleid, juridisch, veiligheidsbeleid en binnenlandse zaken + politiek vlak (!)
Big Bang (2004)
Wegvallen van het Ijzeren gordijn zorgde ervoor dat veel Centraal, Oost- en Zuid- Oost-Europese
landen lid wilden worden van de EU. Daarom legden ze regels vast voor de toetreding (in
Kopenhagen) : “Het moet gaan om Europese landen, die een stabiel, democratisch beleid
voeren en die de mensenrechten respecteren.” De toetredende landen moeten zich houden aan
de EU-regels en die aqcuis communautaire = in eigen land realiseren.

Vraag 21 is niet belangrijk.


Vraag 22: waarom is de toetreding van de tien nieuwe lidstaten in 2004 zo historisch?
Het gaat hem vooral om ex-Oostblok landen (niet zo Europa-liefhebbend) + grootste uitbreiding ooit

Europese Raad (2004)


De ‘Europese Top’: staats- en regeringsleiders + de voorzitter van de Europese Commissie.
= alle eerste ministers en president van Frankrijk en Finland + Barosso (huidig voorzitter EC)

Europese Commissie
Bestaat uit 27 commissarissen (met elk een specialisatie - commissie) die aangeduid worden door
hun nationale regering en aanvaard worden door het Parlement voor vijf jaar + voorzitter
(Barosso) Vestiging: Berlaymontgebouw – Brussel

Drie taken (zie schema gewone leerstof):


- initiatiefrecht: schrijven van de Europese wetsvoorstellen, die door de ministerraad
en het Europese parlement aanvaard (of niet) worden
- uitvoerende macht: voert de beslissingen van de Ministerraad en het Europees Parlement uit
- controle: gaat na of de lidstaten en de burgers van EU zich houden aan de Europese
wetgeving

Europees Parlement:
Bestaat uit 785 parlementsleden, die voor vijf jaar verkozen zijn door de Europese verkiezingen.
Iedere lidstaat heeft een vast aantal leden (België 24)
Is gevestigd in Straatsburg (boven) (één week/maand) en in ‘Caprice des Dieux’ in
Brussel (onder) + een administratief deel in Luxemburg

Taken: (vertegenwoordigt de belangen van de Europese burger)


- Parlement geeft advies aan de ministerraad over de wetsvoorstellen,, de ministerraad moet
hier rekening mee houden  een europees wetsvoorstel kan slechts goedgekeurd worden
door de Ministerraad én het Parlement
- De Europese begroting goedkeuren (jaarlijks)
- Het controleert de Commissie

Ministerraad:
Bestaat uit 27 ministers uit verschillende EU-landen. Samenstelling hangt af van onderwerp
bv. ministers van Financiën, mobiliteit, … Om de zes maanden neemt een andere
lidstaat het voorzitterschap. Vestiging: Justus Lipsiusgebouw in Brussel

Taken: (lidstaten komen op voor eigen belang en visie)


- wetgevende orgaan van de EU

5
- beslissingen genomen door ‘gekwalificeerde meerderheid’: 345 stemmen over 27landen (in
verhouding met bevolkingsaantal). Wetsvoorstel wordt aanvaard bij min 255 stemmen voor,
en als die uitgebracht wordt door meerderheid van landen. (of beperkt met ‘helft+één’)
Europees Hof van Justitie
In het Hof zetelt er één rechter per lidstaat, bijgestaan door een advocaten-generaal.
Vestiging in Luxemburg

Taken:
- hoogste beroepsinstantie voor europese burgers
- regelt geschillen tussen lidstaten en de instellingen van de EU en tussen instellingen of staten
onderling
- kan uitspraak doen over de interpretatie van de europese verdragen, om een uniforme
toepassing van de regels in alle lidstaten te garanderen

+ Gerecht van Eerste aanleg: neemt een aantal zaken van het Hof over; geschillen tussen Europese
ambtenaren en een Europese instelling.

Parcours Europese Wet:

1. EC doet een voorstel. (uit eigen beweging of op vraag van Raad of Parlement)

2. Twee mogelijkheden:
- Parlement en Ministerraad moet beslissen over zaken op gebied van cultuur, onderwijs,
gezondheidszorg, … (medebeslissingsrecht)
- in een aantal gevallen hoeft de ministerraad geen rekening te houden met mening parlement
(bv. politiesamenwerking) . Parlement kan wel adviseren = raadplegingsprocedure

3. wettekst wordt naar de Commissie gestuurd, die dan voor de uitvoering zorgt

Vragen zijn bij sommigen ingevuld en te kennen, bij anderen niet. ~ goed lezen

6
7

You might also like