You are on page 1of 5

Beste sp.

a-lid,
De verkiezingen zijn nu drie maanden achter de rug. Samen met honderden vrijwilligers, leden en
sympathisanten hebben we in West-Vlaanderen volop campagne gevoerd voor een warm en sociaal
Vlaanderen en Belgi. Ik wil elk van hen nog eens bedanken voor hun warme en vrijblijvende steun.
Ondertussen komt het nieuwe politieke jaar er opnieuw aan. Ik heb jullie, West-Vlaamse sp.a-leden,
in het verleden al enkele keren geschreven. Dit wil ik ook nu doen. Over de voorbije maanden, maar
vooral over de toekomst. Want ook vanuit de oppositie moeten we de toekomst zoals wij die zien,
vorm geven. Alleen wie die ambitie heeft, moet de toekomst niet ondergaan.
Tijdens de voorbije campagne hebben we veel gestapt. John en ikzelf elk zon vierhonderd kilometer.
Maar we hebben natuurlijk vooral veel gepraat met de mensen bij wie we aanbelden. Ht
gespreksonderwerp bij uitstek bleken de pensioenen. Het mag duidelijk zijn: mensen zijn ongerust
over de toekomst van hun pensioen.
Eigenlijk wil ik eerst en vooral een aantal geruststellende feiten meegeven. In 2013 kosten de
pensioenen 10,6 procent van ons Bruto Nationaal Product. Van alles wat we dat jaar als land hebben
verdiend gaat dus ongeveer tien procent naar het betalen van de pensioenen. In 2060 zal dat volgens
de Vergrijzingscommissie 14,7 procent zijn. Dat betekent een gemiddelde stijging van 360 miljoen
euro per jaar. Met de grootste impact tussen nu en 2030. Dat is geld dat we dus jaarlijks ergens
zullen moeten vinden.
Zijn dat cijfers om bij te panikeren? Eigenlijk niet. Eigenlijk is dat een haalbare kaart. Ook de
pensioenexperten zeggen dat. Maar we moeten ambitieuzer zijn dan dat. Sp.a wil er niet alleen voor
zorgen dat we de pensioenen blijven betalen, de pensioenen moeten voor ons ook omhoog.
Een veel gehoorde kritiek is dat een pensioen te weinig verschilt van een leefloon. Terwijl je, zo is de
terechte redenering, voor je pensioen hebt moeten werken, en voor een leefloon niet. Die
vaststelling klopt. Maar de oplossing is niet het leefloon verlagen. Integendeel. Om ook effectief
leefbaar te zijn zou het leefloon boven het armoedeniveau moeten komen. Maar om het verschil
tussen werken en niet werken duidelijker te maken moeten de pensioenen wel omhoog.
Dat kan alleen als we ons pensioenstelsel hervormen en de inspanningen eerlijker verdelen. Sp.a
stelt daarom voor dat voor het pensioen niet langer wordt gekeken naar de leeftijd, maar wel naar
het aantal gewerkte jaren. Wie 42 jaar heeft gewerkt, heeft volgens ons recht op een pensioen. Wie
langer werkt, krijgt meer. Voor sommige mensen die jong begonnen zijn, is dat goed nieuws. Voor de
toenemende groep van mensen die later beginnen werken zijn, vergt dat een inspanning. Maar wij
vinden die inspanning rechtvaardig.
Wanneer we die inspanning leveren en aanvullen met nieuwe financieringsbronnen kunnen we onze
pensioenen stap voor stap verhogen. Te beginnen bij de laagste pensioenen. Op die manier kunnen
we verder zetten wat we de voorbije jaren al zijn gestart: het aantal gepensioneerden dat onder de
armoedegrens leeft gestaag verminderen. Dankzij de maatregelen die we reeds hebben genomen is
deze daling al ingezet. Onze pensioenhervorming moet ervoor zorgen dat deze daling nog sneller
gaat.
***
Als favoriete gespreksonderwerp bij de huisbezoeken staan de pensioenen dan wel met stip op n,
ook de werkeloosheidsuitkeringen en het leefloon kwamen zeer vaak ter sprake. Veel mensen, ook
zeer sociaal voelende mensen, stellen die uitkeringen gelijk aan profitariaat en vinden onze houding
hiertegenover niet goed. Meer nog, ze stellen ons verantwoordelijk voor dit profitariaat. Het hoog
aantal mensen van vreemde afkomst die werkloos zijn of die een leefloon krijgen, is daarbij een
vaststelling die velen zwaar op de maag ligt. Hoe gaan we daar in de toekomst mee om?
Om tot de essentie te komen moeten eerst een aantal misverstanden worden uitgeklaard. Vooreerst:
de mythe dat werken niet loont en je beter een werkeloosheidsuitkering of leefloon int, klopt niet.
Het volstaat even uit te rekenen wat iemand met een laag loon verdient als hij drie jaar werkt en wat
iemand ontvangt als hij drie jaren werkloos is, om tot de conclusie te komen dat de bewering dat
een werkloze evenveel heeft als een werkende gewoonweg fout is. Maar er zijn weinigen die dat
geloven. Nog een hardnekkig misverstand is dat wie wil werken ook werk vindt. Was het maar
waar. Ik begeleid zelf verschillende mensen die bijna wanhopig naar werk zoeken en heus niet
kieskeurig zijn, maar toch niet aan de bak komen. Maar ook dit is iets wat weinig mensen willen
geloven. Daarom moeten we dit blijven herhalen, uitleggen, verduidelijken,...
Maar het gaat niet alleen om misverstanden. Er zijn wel degelijk problemen. Het heeft geen zin dit te
ontkennen. Wel integendeel. Wij socialisten moeten dit net als eersten erkennen en onmiddellijk
aanpakken.
De beste remedie tegen werkloosheid of een leefloon is werk. Een belangrijk sleutelwoord in deze is
activering. Activeren betekent dat we mensen intensief helpen bij het zoeken naar een job. We
plaatsen hen voor hun verantwoordelijkheid en helpen hen die waar te maken. In de periode 2005-
2008 is daar in verschillende steden, onder impuls van toenmalig Vlaams minister van Werk Frank
Vandenbroucke, werk van gemaakt. Met resultaat. De voorbije jaren is dat onder minister Muyters
echter schromelijk verwaarloosd. Om een voorbeeld te geven: het aantal werkzoekenden in mijn
stad Oostende is met meer dan 20 procent gestegen, het aantal mensen dat er bij de VDAB kon mee
bezig zijn is zeker met 20 procent gedaald. Bovendien wordt een deel door de VDAB uitbesteed. De
rompslomp van die uitbesteding neemt vaak meer tijd in beslag dan het begeleiden zelf. Bovendien
leidt het tot een soort omgekeerde concurrentie. Om goede cijfers te halen concentreert men zich op
de beste werkzoekenden, degenen die ze het gemakkelijkst aan het werk krijgen, en worden de
moeilijkste, degenen die deze begeleiding net het meest nodig hebben, vaak achter gelaten. De
praktijk vandaag is dat iemand die werkloos wordt de eerste zes maanden slechts n keer iets van
de VDAB hoort. Dt is gn activering.
Zowel voor leefloners als voor werklozen moet de activering sneller, sterker en strenger. Gemeenten
kunnen helpen, maar de Vlaamse regering blijft de sturende kracht. Alleen als hier meer wordt op
ingezet, kunnen we resultaten behalen. Helaas wijst niets er op dat de nieuwe Vlaamse regering dit
ook zal doen.
Sanctionering is de logische tegenhanger van activering. Wie een job aangeboden krijgt en weigert,
moet zijn uitkering verliezen. Iedereen heeft recht op luiheid maar niet het recht om anderen
daarvoor te doen betalen. Zo eenvoudig is dat. Door een grondigere controle voordat de
werkloosheidsuitkering wordt uitbetaald, werd in 2013 twaalf miljoen euro minder aan onterechte
uitkeringen betaald. Is dat genoeg? Ik denk het niet. Socialisten mogen en moeten hier heel streng
zijn.
En dan zijn er nog de flagrante misbruiken. Sociale fraude. Met John als staatssecretaris, hebben we
de voorbije jaren de strijd tegen sociale fraude sterk opgevoerd. Net daardoor komen ook de regels
die deze actie bemoeilijken, duidelijker naar voor. Wanneer bijvoorbeeld een OCMW fraude ontdekt,
mag ze een ander OCMW daarover niet informeren. De fraudeur kan het dus net zo goed weer in een
andere stad proberen.
Wij zijn de architecten en de eerste verdedigers van onze sociale zekerheid. We mogen daar fier op
zijn. Maar daardoor worden we vaak ook verantwoordelijk gesteld voor ieder misbruik. En we weten
ook dat dit misbruik door tegenstanders zelf handig wordt misbruikt om de sociale bescherming af te
bouwen. Dus is het onze politieke plicht om strenger dan gelijk wie te zijn tegenover sociale fraude.
We mogen niet toelaten dat misbruik onze sociale bescherming onderuit haalt. We mogen niet
tolereren dat de sociale zekerheid door misbruiken wordt uitgehold. Het systeem moet niet weg, de
misbruiken des te meer.
Sociale fraude tast niet alleen onze sociale zekerheid aan, het raakt ook ons economisch systeem.
Sociale fraude benadeelt steeds meer onze bedrijven die niet meer kunnen concurreren met
ondernemingen die het niet zo nauw nemen met onze sociale wetten. Vandaag is het nog te moeilijk
om daar snel en efficint tegen op te treden, dat hebben Monica en John mogen ondervinden.
Vandaag voorziet de wet immers enkel dat wanneer er sprake is van sociale dumping de werkgever
kan verplicht worden het correcte loon alsnog te betalen. En dat, wanneer het over buitenlanders
gaat, het land waar zij vandaan komen verwittigd wordt zodat zij een boete kunnen opleggen. Dat
werkt niet. Het enige risico voor een bedrijf dat aan sociale dumping doet, is dat het de lonen toch
effectief moet betalen. Willen we dat de controles werken, dan moet de wet worden aangepast.
Belgi moet de bevoegdheid krijgen om zelf boetes op te leggen. Boetes die zo hoog kunnen zijn als
het loon. De frauduleuze werkgever zal dus niet alleen aan zijn werknemer een normaal en correct
loon moeten betalen, maar als boete aan de sociale zekerheid ook nog eens een tweede loon
daarbovenop.
***
Het verschijnt af en toe in de krant: Belgi telt meer en meer miljonairs. De instinctieve reactie van
veel socialisten is er een van afkeer. Waarom? Onze eerste reactie zou moeten zijn: proficiat! Hoe
meer rijke mensen, hoe beter! Het klinkt voor velen als vloeken in de kerk, maar toch sta ik er achter.
Waarom zouden we er iets op tegen hebben dat mensen het goed hebben? Ik ga zelfs nog een stapje
verder: we moeten mensen helpen om rijk te worden. Dat betekent dat we mensen moeten
aanmoedigen om in bedrijven te investeren, om meerwaarde te creren en daar zelf ook welvaart uit
te halen. Dat betekent dat we mensen die extra kapitaal geven aan bedrijven fiscaal mogen
stimuleren, dat we de loonlasten voor de bedrijven die jobs creren mogen verlagen, etc.
Maar dat betekent daarom niet dat we ieder gezin moeten aansporen om te beleggen in
risicokapitaal, in aandelen. Nochtans lijkt de nieuwe federale regering in wording daar net wel op aan
te sturen door de spaarboekjes te willen belasten en risicokapitaal net minder. Gezinnen met een
beetje spaargeld, moeten dat in de eerste plaats ergens veilig kunnen bijhouden. En geen zotte
dingen doen. Arco en Fortis hebben voldoende duidelijk gemaakt wat er gebeurt als iedereen
tegelijkertijd spaarder en belegger wil worden. Laat het spaargeld dus met rust en blijf van de
spaarboekjes af.
Maar terug naar mijn eerste punt. Ja, we mogen het creren van meerwaarde makkelijker maken en
ja, diegene die dat doet mag daar welvarend en rijk van worden. Maar daar houdt het wel niet op.
Ook hier zijn er rechten en plichten. Eenmaal die meerwaarde is gemaakt, mogen we ook vragen dat
hierop wordt bijgedragen voor ons sociaal systeem. Geen fictieve vermogensbelasting. Wel een
effectieve bijdrage op de gerealiseerde meerwaarde. De voorbije jaren hebben we de inkomsten uit
de vennootschapsbelasting en uit de roerende voorheffing verhoogd. Wie nu correct bijdraagt,
betaalt genoeg. We moeten hen niet vragen nog meer te betalen. Dat moeten we wel vragen van zij
die nu nog niet bijdragen. Van zij die winst maken met hun vermogen, van zij die de waarde van hun
eigendommen doen toenemen, maar daar niets tegenover stellen. Dat is niet alleen een kwestie van
rechtvaardigheid. Het is ook goed economisch en financieel beleid. Want op die manier creren we
ruimte om de te hoge lasten op arbeid structureel te laten dalen en jobs te creren.
Ik heb de voorbije weken heel wat thuisbezoeken afgelegd in de Vuurtorenwijk in Oostende. Ik ga
dan een half uurtje binnen bij de mensen en praat met hem over alles en nog wat. Bij elk van hen kan
ik vandaag klaar en duidelijk zien hoeveel ze de komende jaren gaan moeten inleveren: onderwijs,
huisvesting, kinderopvang, energie, kinderbijslag, openbaar vervoer, zorgverzekering... En dan
kennen we de federale maatregelen nog niet. Die mensen zullen de maatregelen van de nieuwe
rechtse regeringen voelen. Van hen wordt een substantile bijdrage gevraagd. Maar ik kan op
vandaag niet zeggen op welke substantile manier mensen die het de voorbije jaren gemaakt
hebben zullen bijdragen. Hoeveel zal Marc Coucke die maatregelen voelen? Marc Coucke vind ik een
fantastische mens. Hij heeft uit het niets een wereldbedrijf uit de grond gestampt en hij blijft dat
leiden met enthousiasme. Hij heeft zijn bedrijven terug naar Belgi gebracht, hij zorgt voor veel
werkgelegenheid en hij maakt van KV Oostende een weireldploegsje. Marc Coucke is rijk. Proficiat
Marc. Maar het zou toch maar normaal zijn dat de regering ook van hem een bijdrage vraagt?
Betekent dit dat niemand anders nog inspanningen zal moeten doen? Neen. Dat weten we maar al
te goed. Maar als er vijf kinderen zijn die honger hebben en er zijn vier boterhammen, en die zijn al
uitgedeeld aan de vier oudste kinderen, dan zijn alle vier die kinderen bereid een vijfde van hun
boterham aan de jongste te geven. Maar als n iemand niet moet meedelen, is iedere graankorrel
die je aan de andere drie vraagt er n te veel. Wel, zonder een redelijke bijdrage van wie geld
verdient met zijn vermogen, is iedere besparing er ook n te veel. Iedereen moet besparen, zo luidt
het credo van de Vlaamse regering. In de realiteit is dat echter niet zo. Wat ze aan de ene vraagt,
vraagt ze niet aan de andere.
***
Ik kom aan het einde van mijn brief en wil toch nog even iets zeggen over onszelf. De voorbije
verkiezingen hebben we een grote groep jongeren op de lijst gezet en n ervan, Tine Soens, is ook
verkozen. Toegegeven, niet iedere afdeling was in het begin even enthousiast, maar lang heeft die
weerstand niet geduurd. De jongeren zorgden voor extra dynamiek, meer enthousiasme, voor
nieuwe ideen en leuke acties. En voor oudere mensen als ik was het uiteraard leuk om zeven weken
met hen op stap te gaan. Zij zijn voor sp.a West-Vlaanderen een luxe die we moeten koesteren. Het
is dan ook erg belangrijk dat deze jongeren de komende jaren en zeker bij de
gemeenteraadsverkiezingen aan boord blijven en hun stempel kunnen drukken.
Er lopen grote weddenschappen over. Is het mijn legendarische volgzaamheid, zwijgzaamheid als
iemand anders spreekt, het gebrek aan enig autoritair trekje? Of is het het geduld van John, zijn
onnavolgbare flexibiliteit, zonder enige zweem van koppigheid? Ligt het aan de eenvoudig te
begrijpen rechtlijnige gesprekstechniek van Renaat, de vriendelijkheid van Jurgen, of al die goede
eigenschappen van de andere leden van het dagelijks bestuur? Feit blijft: de partij kende een zeer
grote eensgezindheid en dat heeft enorm geholpen. Hoe hebben we die eensgezindheid bereikt?
Omdat we die wilden! En die eensgezindheid moeten we ook absoluut houden.
Het is niet omdat er meer leden bijkomen, we er ook meer kiezers bij krijgen. Maar toch is
ledenwerving belangrijk. Wie vandaag leden wil werven, kan dit enkel door aantrekkelijk te zijn. Door
een aangename groep te zijn, met inhoud, maar ook met genoeg ontspanning. Dan pas kun je de
mensen vragen lid te worden. Aandacht voor de leden betekent dus ook aandacht hebben voor een
goede partijwerking. We hebben in West-Vlaanderen de gewoonte aangenomen om vaak de
ledenevolutie te bespreken. Daardoor zijn we op tien jaar tijd, tegen de trend in, gegroeid in leden
(en in stemmen). Maar de nadruk op de ledenaantallen heeft maar zin als we het koppelen aan de
kwaliteitsverbetering van onze werking. Daarom moeten we in het najaar van 2014 aan iedere
afdeling vragen hoe ze de drie cruciale elementen - aangenaam, inhoud en ontspanning - gaan
brengen. Bij deze nodig ik jullie uit om jullie eigen voorstellen aan ons te bezorgen, via het
secretariaat in Brugge of via n van de mandatarissen.
We hebben met Samen Sterker de voorbije jaren veel acties ontwikkeld. Tijdens de campagne kwam
dit veel ter sprake. Ook de telefooncampagne kwam vaak aan bod. Verschillende mensen hebben me
aangesproken over De Ronde. Elk op zich zijn die acties niet zo belangrijk. Sommige avonden van
De Ronde, waren er maar 25 mensen. Gelukkig ook vaak veel meer. Maar in de diepte hebben al die
acties toch wel een impact gehad. We moeten dus een actiepartij blijven en geregeld vanuit het
provinciaal niveau zelf acties initiren. En specifieke actie wil ik extra benadrukken: de
thuisbezoeken. Een bezoek bij mensen thuis met een gesprek van pakweg een half uur. Er zijn in
West-Vlaanderen ongeveer 500 000 gezinnen. We hebben alles bij elkaar ongeveer 300
mandatarissen. Dat zijn dus 1600 gezinnen per mandataris. Op vier jaar tijd gerekend zijn dat er 400
per jaar, of 1 per dag. Gaan we de uitdaging aan om tegen eind 2018 iedereen bezocht te hebben? Ik
ben er in elk geval wel mee begonnen en zal mijn tempo is september verhogen. Doe mee!
Ik wil mijn brief afsluiten met een speciale, persoonlijke bedanking aan al de West-Vlaamse leden.
Hemmingway schreef: men can be destroyed, not defeated. Vrij vertaald: wie integer is kan men
aanpakken, maar niet vernietigen. Ik heb aan den lijve ondervonden wat dat betekent. De voorbije
jaren waren niet gemakkelijk. Er werd enkel op de man getackeld met de bedoeling uit de match te
stampen. De campagne was moeilijk. Maar we hebben het doorstaan en zelfs succes geboekt. De les
is duidelijk: als je recht in je schoenen staat n voldoende mensen hebt die je blijven steunen en mee
willen vechten, komt vroeg of laat de rechtzetting. Het eerste was en is mijn verantwoordelijkheid,
voor het tweede hebben jullie gezorgd. Together we stand. Alleen dan zijn socialisten sterk.

Johan Vande Lanotte

You might also like