You are on page 1of 12

Het hoe en waarom van

de Mobiliteitstoets
voor bedrijventerreinen
en goederenvervoer
Februari 2004
Het hoe en waarom van
de Mobiliteitstoets
voor bedrijventerreinen
en goederenvervoer

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 1


.............................................................................................
Colofon
Uitgegeven door:
Ministerie Verkeer en Waterstaat
DG Rijkswaterstaat
Adviesdienst verkeer en Vervoer
Postbus 1031
3000 BA Rotterdam

Auteur Arjan Levinga


Telefoon: 010 - 282 5720
Fax: 010 - 282 5643
Email adres: e.a.r.levinga@avv.rws.minvenw.nl
Internet: www.rws-avv.nl (themasite Mobiliteitstoets)

Projectcodes: VE.2004.051
Datum: februari 2004

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 2


Summary

.............................................................................................

The “Mobiliteitstoets” (Mobility check) as an aid in accessibility


for freight transport

Traffic and transport should be considered during the design phase


of industrial and residential areas and facilities. This may seem
logical, but in reality it either happens too late or not at all. To assist
de-centralized authorities, investors and other parties involved, the
“Mobiliteitstoets” was designed.

The “Mobiliteitstoets” is a tool which incorporates traffic and


transport aspects in spatial design in a timely and explicit way. The
“Mobiliteitstoets” shows an insight in the traffic and transport
effects of spatial planning and possibilities to handle these effects.

In the design phase of projects which generate transport of goods in


a municipal area (such as industrial areas en shopping centres), the
goal is to achieve more attention for a safer, more efficient and
more durable traffic and transport network. The application of
several of the instruments from the “Mobiliteitstoets” can also
contribute to an improvement of the factors determining the
business location decisions.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 3


Inleiding

.............................................................................................

Bij het plannen van bedrijventerreinen, woonlocaties en


voorzieningen moet tijdig worden nagedacht over verkeer en
vervoer. Dat klinkt logisch, maar gebeurt in de praktijk vaak niet
of te laat. Om decentrale overheden, marktpartijen en anderen te
helpen is de Mobiliteitstoets in het leven geroepen.

De Mobiliteitstoets is een “gereedschapskist” met instrumenten


waarmee verkeer- en vervoeraspecten tijdig en expliciet in de
ruimtelijke planontwikkeling kunnen worden meegenomen. De
Mobiliteitstoets biedt inzicht in de verkeer- en vervoereffecten
van ruimtelijke plannen en vervolgens ook mogelijkheden om met
die effecten om te gaan.

De voorliggende notitie gaat in op de vraag wat het nut is van de


Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen en goederenvervoer. Daarbij
wordt aangegeven welke instrumenten inmiddels beschikbaar zijn en
hoe deze kunnen bijdragen aan leefbaarheid en economische
ontwikkeling in stedelijk gebied.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 4


De relatie tussen verkeer en vervoer en ruimtelijke
ordening

.............................................................................................

Er is een belangrijke relatie tussen verkeer en vervoer en ruimtelijke


ordening. Toegespitst op goederenvervoer kan worden gesteld dat
de ruimtelijke ordening zowel een afgeleide van, als een voorwaarde
voor de vraag naar goederenvervoer is.
Enerzijds is er immers als gevolg van goederenvervoer een behoefte
aan ruimte voor infrastructuur, bedrijventerreinen en
overslagpunten. Die ruimtebehoefte is van belang voor het ruimtelijk
ordeningsbeleid dat betrekking heeft op de verdeling van de ruimte
tussen verschillende functies en het voorkomen of omgaan met
knelpunten.
Anderzijds kan ruimtelijk beleid het goederenvervoer beïnvloeden.
De gedachte bij dit locatiebeleid is dat via ruimtelijke maatregelen
invloed kan worden uitgeoefend op de routes en het volume van
het goederenvervoer. 1

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) draagt de


infrastructurele consequenties van het ruimtelijke beleid en pleit
daarom voor het beter rekening houden met de benodigde
infrastructuur bij het kiezen van nieuwe locaties voor wonen, werken
en recreëren. In zowel het personen- als goederenvervoer streeft
V&W naar een hechtere relatie tussen verstedelijking en
infrastructuur.

Het onderwerp verkeer en vervoer speelt echter niet altijd tijdig of


op de juiste wijze een rol in het ruimtelijke ordeningsproces. Bij
locatiebeslissingen over economische activiteiten of wonen wordt
vaak geen rekening gehouden met de mobiliteitseffecten, zoals
begin 2003 ook door de Commissie Mobiliteitsmarkt A4 (de
“Commissie Luteijn”) is geconstateerd in het advies “Beweging door
samenwerking”. Hierdoor wordt bijvoorbeeld pas gekeken naar de
effecten die een nieuw bedrijventerrein heeft op de doorstroming op
het omliggende wegennet wanneer al een groot deel van het
ruimtelijke ordeningsproces is doorlopen en de belangrijkste
beslissingen zijn genomen.

1
Zie Stolwijk, S., “Ruimte voor goederenvervoer: ruimtelijke ordening als
instrument in het goederenvervoerbeleid”, augustus 2003.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 5


Doel en werking van de Mobiliteitstoets

.............................................................................................

Om tot een goede integratie van verkeer en vervoer in het


ruimtelijke ordeningsproces te komen, is besloten om een
Mobiliteitstoets te ontwikkelen.

De Mobiliteitstoets is opgezet als een “gereedschapskist” met direct


te gebruiken (kennis-)instrumenten voor de diverse overheden en de
overige betrokken partijen. Centraal staat het tot stand brengen van
een actieve afstemming tussen ruimtelijke ordening en verkeer en
vervoer in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming.

Vanuit juridisch oogpunt is er een noodzaak om tot een betere


integratie van verkeer en vervoer in het planproces te komen. Zo
heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, in een
uitspraak waarbij zij een besluit van Gedeputeerde Staten van
Gelderland vernietigde 2, aangegeven dat het bestemmingsplan voor
een nieuwe woonwijk mede gebaseerd moet zijn op een deugdelijke
verkeerskundige onderbouwing van de gekozen ontsluitingsvariant.

De Mobiliteitstoets is echter geen onderdeel van de formele


beoordeling en besluitvorming. Dit betekent dat toepassing van de
Mobiliteitstoets vanuit het rijk niet verplicht is. Met behulp van de
diverse instrumenten binnen de Mobiliteitstoets kunnen
planontwikkelaars zelf beoordelen of ze verkeer- en vervoeraspecten
voldoende hebben meegenomen in de ruimtelijke planontwikkeling
van activiteiten die verkeer en vervoer genereren. Dit geldt op zowel
provinciaal en regionaal als lokaal niveau. Verder kan de
Mobiliteitstoets het planproces meer inzichtelijk maken voor
beleidsmedewerkers en bestuurders.

Het gebruik van de Mobiliteitstoets draagt bij aan een zorgvuldige


planontwikkeling. Hiermee kan ook worden ingesprongen op
mogelijke bezwaren van omwonenden. Het gebruik van de
Mobiliteitstoets zorgt voor een transparanter afwegingsproces en
een beter inzicht in de verkeer- en vervoereffecten van een ruimtelijk
plan. Hierbij gaat het niet alleen om voldoende capaciteit op het
wegennet, maar ook om zaken als externe veiligheid,
verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. Daarnaast biedt
de Mobiliteitstoets mogelijkheden om op basis van dat inzicht
maatregelen te treffen om eventuele problemen aan te pakken.

2
Uitspraak in zaak 200001649/1, 22 mei 2002.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 6


Goederenvervoer en ruimtelijke ordening

.............................................................................................

De Mobiliteitstoets kent drie invalshoeken: bedrijventerreinen,


woonlocaties en voorzieningen. Het onderstaande gaat in op het
kennisinstrumentarium dat vanuit de invalshoek bedrijventerreinen is
ontwikkeld.

Goederenvervoer in stedelijk gebied

Een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling van een


gemeente of regio is een goede bereikbaarheid van goederenvervoer
genererende activiteiten in stedelijk gebied. Het gaat hierbij om
winkelcentra, bedrijventerreinen en binnenstedelijk gelegen
bedrijfslocaties. Deze kunnen niet functioneren en een economische
meerwaarde leveren wanneer ze niet voor het goederenvervoer
bereikbaar zijn. Tegelijkertijd kan met behulp van een goede
bereikbaarheid de aantrekkelijkheid van een gemeente als
vestigingsplaats voor bedrijven worden vergroot.

Een goede afstemming tussen ruimtelijke planning en


goederenvervoerbeleid is voor deze bereikbaarheid van groot
belang. Dit betekent dat bij de ontwikkeling of herinrichting van
stedelijke gebieden al in een vroegtijdig stadium aandacht
geschonken zou moeten worden aan de daarmee verbonden
goederenvervoeraspecten.

Aangrijpingspunten hiervoor liggen bij het opstellen van de


gemeentelijke structuurvisie, de stedenbouwkundige visie en de
inrichtingsplannen van een gemeente. Hier worden namelijk
belangrijke keuzes gemaakt over de locatie, globale inrichting en
ontsluiting van de goederenvervoer genererende activiteiten.
Ook vindt hier een eerste weging plaats van de diverse belangen,
waaronder die van economie (welvaart) en leefbaarheid (welzijn).
Een goede, expliciete en evenwichtige afstemming op dit planniveau
van de belangen en effecten van het goederenvervoer met alle
overige belangen kan een bijdrage leveren aan veilig, efficiënt en
duurzaam goederenvervoer, waarmee de bereikbaarheid en
tegelijkertijd ook de leefbaarheid van de stad en de economische
centra daarin worden gediend.

Met dit voor ogen is de “Handleiding goederenvervoer in stedelijk


gebied” opgesteld. In deze handleiding zijn zes groepen van
mogelijke maatregelen uitgewerkt. Hierbij zijn de wijze van
implementatie, de voordelen en aandachtspunten aangegeven en

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 7


zijn praktijkvoorbeelden van een succesvolle toepassing van die
maatregelen opgenomen.

Als voorbeeld van zo’n maatregel kan het vaststellen van logistieke
routes in de ruimtelijke plannen worden genoemd. Logistieke routes
in steden zorgen er voor dat de bereikbaarheid van economische
centra wordt bevorderd. Logistieke routes zorgen er tevens voor dat
de overlast van vrachtverkeer, zoals geluids- en emissiehinder, wordt
geconcentreerd. Daardoor kunnen gericht maatregelen worden
getroffen om die overlast aan te pakken. Daarnaast wordt
vrachtverkeer op andere wegen dan de logistieke routes
teruggedrongen. Dit heeft een positief effect op de
verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving buiten de
logistieke routes.

Goederenvervoer en bedrijventerreinen

Een verbijzondering van het goederenvervoer in stedelijk gebied is


het goederenvervoer van en naar bedrijventerreinen.

Een meer op verkeer en vervoer afgestemde ontwikkeling van


bedrijventerreinen kan bijdragen aan het verwezenlijken van de
beleidsdoelen met betrekking tot goederenvervoer. Op
bedrijventerreinen zijn immers veel verladers en vervoerders
gevestigd en hun vestigingslocatie bepaalt mede de omvang en
wijze van het goederenvervoer.

Voor verladers en vervoerders is een bedrijventerreinontwikkeling


die meer rekening houdt met goederenvervoer eveneens van
belang. Voor verladers kunnen efficiënter en duurzamer
goederenvervoer en een goed bereikbaar bedrijventerrein bijdragen
aan goedkopere en betrouwbaardere logistieke processen. Voor
vervoerders biedt het mogelijkheden om de vervoercapaciteit beter
te benutten en kan het een waarborg zijn voor een betere
bereikbaarheid.

Hiertoe is de “Handleiding goederenvervoer en bedrijventerreinen”


opgesteld. Deze handleiding biedt een handelingsgerichte
uitwerking van een tiental concrete maatregelen om verkeer- en
vervoeraspecten beter tot hun recht te laten komen in de totale
afweging van belangen die bij de ontwikkeling van een
bedrijventerrein aan de orde is. Daarbij wordt niet alleen gekeken
naar de doelstellingen vanuit het goederenvervoer, maar ook naar
afwegingen vanuit personenvervoer, milieu, veiligheid en
werkgelegenheid.

De eerste maatregel die in deze handleiding wordt genoemd, betreft


het inzichtelijk maken van de effecten van de ontwikkeling van een
bedrijventerrein op het goederenvervoer. Het gaat daarbij om de
relatie tussen de samenstelling en inrichting van een bedrijventerrein

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 8


en de productie van goederenvervoer van en naar dat
bedrijventerrein. Samen met Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft AVV
daarvoor de rapportage “Goederenvervoer en bedrijventerreinen:
kengetallen voor het inschatten van de omvang en aard van
goederenvervoer van en naar bedrijventerreinen” laten opstellen.
Met deze kengetallen is het mogelijk om vroegtijdig in de
planontwikkeling van een bedrijventerrein een eerste, globale
inschatting te maken van de omvang en aard van het vrachtverkeer
dat het bedrijventerrein na ontwikkeling zal genereren.

Voor een volledig inzicht in de omvang en aard van het verkeer dat
een bedrijventerrein zal genereren, dient naast het goederenvervoer
ook het toekomstige personenverkeer van en naar dat
bedrijventerrein te worden ingeschat. Daarvoor kan het rapport
“Personenvervoer en bedrijventerreinen: kengetallen voor het
inschatten van de omvang van personenverplaatsingen van/naar
bedrijventerreinen” worden gebruikt.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 9


Nadere informatie

.............................................................................................

De volgende rapporten zijn beschikbaar op de thema-site


Mobiliteitstoets op www.rws-avv.nl :

• AVV en RD Zuid-Holland, “Goederenvervoer en


bedrijventerreinen: kengetallen voor het inschatten van de
omvang en aard van goederenvervoer van en naar
bedrijventerreinen”, opgesteld door TNO Inro, maart 2002.

• AVV, “Handleiding goederenvervoer en bedrijventerreinen: hoe


verkeers- en vervoersaspecten mee te nemen in de
planontwikkeling voor bedrijventerreinen”, opgesteld door
Arcadis, december 2002.

• AVV, “Personenvervoer en bedrijventerreinen: kengetallen voor


het inschatten van de omvang van personenverplaatsingen van
en naar bedrijventerreinen”, augustus 2003.

• AVV, “Handleiding goederenvervoer in stedelijk gebied:


mogelijkheden om goederenvervoeraspecten mee te nemen in
het ruimtelijk ordeningsproces”, opgesteld door DHV Milieu en
infrastructuur, november 2003.

De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 10


De Mobiliteitstoets voor bedrijventerreinen 11

You might also like