You are on page 1of 2

Floris van Enter

Jan Groenhof
NOB 2* Instructeur
27 maart 2010

REFLECTIE VERSLAG
Afgelopen zaterdag hadden we weer een lesdag om NOB 2* instructeur te
worden, deze vond deels plaats in de lesruimte en deels in het buitenwater bij
Oostvoorne.

Binnendeel

De lesdag opende met een presentatie over een evenement organiseren en


snel kregen we via een werkvorm de gelegenheid om hier zelf over na te
denken. Door deze werkvorm vind ik dat we weer veel meer met de materie
bezig zijn. Je neemt heel veel zelf de tijd om heel breed te denken. Als er een
hoorcollege was gegeven dan had je een veel smallere blik in deze materie
gekregen en als je uitweidt tijdens een hoorcollege heb je al veel kans dat het
saai of onoverzichtelijk wordt. Nu geef je een mogelijkheid om heel breed te
denken via een werkvorm wat je later structureert door het met een hele groep
nog eens te bespreken.

Arthur merkte op dat we tijdens het presenteren nu minder onzeker waren,


niet meer afhankelijk van de media die naast ons stond en kort to-the-point
een verhaal deden. Dit was een eye-opener omdat we het zelf niet
doorhadden. Nu kan ik een presentatie nog meer gebruiken ter ondersteuning
in plaats van leidraad. Ik heb een stukje meer zekerheid in mijn eigen kunnen
gekregen.

Tijdens het functionerings gesprek deden we rollenspellen. Ik ben geen fan


van rollenspellen omdat het wat inlevingsvermogen van de participanten
verlangt om het te laten slagen. Ik zou niet zo snel een alternatief weten
overigens om de materie anders over te brengen. Tijdens het functionerings
gesprek heb ik geleerd dat je een aantal steekwoorden kan gebruiken bij de
aard van het gesprek: positieve opening, ordenen, samenvatten, luisteren,
motiveren, positieve uitkomst, duidelijk doel. Verder is het belangrijk in welke
sfeer, omgeving je het doet, maar het hangt ook van de deelnemers en de
locatie af. Ik merkte dat ik een valkuil gebruikte om het gesprek te openen:
vraag “Hoe gaat het” reactie “Goed” en dan zit je vast. Een mogelijkheid is om
op het antwoord goed voort te borduren, een voorbeeld: “Ja, ik zie ook dat je
lekker bezig bent. Je bent enthousiast en gedreven, maar Ik merk ook dat.....”
Een andere valkuil is dat ik de teugels van het gesprek kwijt kan raken. Als
iemand anders het gesprek overneemt dan ga je niet meer op jouw doel af,
maar dan laat je het over aan degene tegenover je. Een optie om dit te
voorkomen is je doel van het gesprek te noemen of diegene er aan te
herinneren en weer die kant op te sturen. Ook een handige tip is om af en toe
een stilte te laten vallen. Dit doe ik nog te weinig, het is een handige truc om
mensen meer uit zichzelf te laten zeggen. Ik heb tenslotte geleerd dat ze niet
tegen stiltes kunnen.
Buitendeel

De organisatie van de IT’ers en docent zat goed in elkaar en daardoor heb


je op het gebied van wie doet wat op welk moment geen chaos en brengt rust
die je hard nodig hebt om je les gestructureerd te laten lopen. Jan nam de tijd
om rustig een briefing te doen zodat iedereen wist waar hij aan toe was. Deze
rust ontbreekt soms bij onze vereniging en ik zie het belang er nu weer extra
vanaf. Het enige waar wij als cursisten ons druk om maakten was de inhoud
van de les en niet de organisatie er omheen.

Wat me wel tegenviel en voor mij een extra herinnering is dat ik er goed op
moet letten is dat Hans niet zijn spullen voor elkaar had. Zijn seal was
verkleefd en dit had hij ook twee weken van te voren kunnen ontdekken. Nu
gebeurde het terwijl een aantal cursisten de verwachting hadden les te krijgen.
Uiteindelijk is voor alles een oplossing en ook voor dit probleem, maar het
wakkert bij mij de gedacht op dat ik goed mijn eigen spullen voor elkaar moet
hebben zodat mij niet hetzelfde overkomt.

Ik merkte dat het zwemmen met 3 cursisten (1 buddypaar + 1 cursist als


jouw buddy) erg lastig is om overzicht te houden. In mijn geval zwom ik als
cursist met een assistent achter me en een instructeur voor me. Als je als
instructeur voor zwemt dan moet je ook oppassen dat je niet teveel stof
opwappert; je cursisten hebben daar immers last van en het kan ze nog
lastiger maken.

Vorig jaar raadde Fred Snijders me aan om voor de twee cursisten te


zwemmen met je buddy, dan bepaal jij de snelheid. Hans gaf aan dat hij altijd
achter de cursisten aan zwemt, dan kan hij ze goed in de gaten houden. Ik kies
voorlopig ook voor de positie achter de cursisten aan zodat ik de boel goed in
de gaten kan houden. Dan heb ik enkel een assistent nodig die voorop zwemt
om de richting te bepalen bij 1* in opleiding. Bij een 2* in opleiding cursist is
het direct een oefening om de juiste weg te vinden.

You might also like