You are on page 1of 16

'De Taliban zijn het kleinste probleem van Afghanistan'

2015 moest het begin worden van een nieuwe toekomst voor Afghanistan: zonder westerse troepen,
maar met onderhandelingen tussen de opstandelingen en de nieuwe regering. Gie Goris zag in Kaboel
een verdeelde regering van nationale eenheid, een groeiend veld van opstandelingen, blijvend grote
inmenging van buitenaf en een bevolking die waardig probeert te leven, tegen de wanhoop in.

Gie Goris
MO*redactie
Hoofdredacteur, Azi, religie & conflict
9 juni 2015
@GieGoris
Dit artikel is het resultaat van een bezoek aan Kaboel half april. Met 23 mensen had ik een gesprek
van minstens een uur. Ik vond het onmogelijk op deze beperkte ruimte recht te doen aan hun
genuanceerde en vaak complexe analyses, en tegelijk een toegankelijk artikel te schrijven. Vandaar
de keuze de neerslag van al die gesprekken onder eigen verantwoordelijkheid uit te schrijven, in de
vorm van een klein alfabet van een groot probleem. De namen van de gesprekspartners vindt u hier.

Veertien jaar na de inval van het Westen en de verdrijving van de Taliban, blijft Afghanistan betwist
gebied.
Brecht Goris
A van Abdullah en Ashraf
De regering van nationale eenheid is hopeloos verdeeld. Het machtsvacum maakt
vooruitgang onmogelijk.
De vorming van een nieuwe regering was sowieso een van de moeilijkste opdrachten voor Afghanistan
in 2014, het jaar dat ook de militaire aanwezigheid van de Navo beindigd zou worden en de
economische gevolgen van die terugtrekking duidelijk werden.
Op 5 april 2014 won de coalitie rondom Abdullah Abdullah de eerste ronde met 14,5 procent
voorsprong op de tweede, Ashraf Ghani. Bij de tweede ronde, op 14 juni, kreeg de coalitie rondom
Ashraf Ghani bijna 13 procent meer dan Abdullah Abdullah. Die laatste sprak over fraude op
industrile schaal en weigerde de uitslag te aanvaarden.
Onder zware Amerikaanse druk werd op 19 september een compromis bereikt. Ashraf Ghani werd
president, Abdullah Abdullah kreeg de titel CEO van de regering, met de afspraak dat een
grondwetswijziging de post van eerste minister zou creren en dat hij die dan zou invullen.

So far, so good. Alleen slaagden de twee politieke rivalen er niet in om een begin van samenwerking te
realiseren. Zo werd pas op 18 april 2015, zeven maanden na het aantreden van de twee
regeringsleiders, een tweede groep ministers goedgekeurd door het parlement. Daarmee is de
regering trouwens nog niet volledig, want voor de cruciale portefeuille van Defensie was op dat
moment nog niemand voorgedragen.
Het Abdullah-kamp wijt de vertraging aan de weigering van president Ghani om te overleggen en zich
aan de oorspronkelijke afspraak te houden: de minister zou uit het Ghani-kamp mogen komen, de
stafchef van het leger uit het Abdullah-kamp. Beide posten zijn dus nog vacant, en dat voor een land
in oorlog.
Intussen neemt de onveiligheid hand over hand toe, verdwijnt buitenlands n Afghaans kapitaal uit
de economie, en piekt de drugsproductie voor het zoveelste jaar op rij.
Eind mei werd eindelijk een kandidaat voor Defensie voorgedragen: Masoom Stanekzai, de man dit
tot dan de Hoge Vredesraad leidde en al drie zelfmoordaanslagen overleefde. Een dik jaar geleden
waren er nog meer dan 150.000 buitenlandse militairen in Afghanistan, vandaag zijn het er ongeveer
10.000. In de meeste provincies en op de meeste basissen zal je geen buitenlanders meer vinden.
Eigenlijk kunnen de Taliban gerust zeggen dat 80 procent van hun voorwaarden om te praten al
vervuld zijn. Als ze nu nog niet bereid zijn om rond de tafel te komen zitten, dan zijn ze niet ernstig,
stelde Staznekzai in een exclusief interview.
Er zijn nog wel meer sleutelposten die nog niet ingevuld zijn, nadat president Ashraf Ghani heel wat

gouverneurs en andere beleidsverantwoordelijken die verdacht werden van corruptie of


machtsmisbruik kort na zijn aantreden ontslagen had.
In het Westen kon dat besliste optreden op applaus rekenen en organisaties als Human Rights Watch
vonden dat hij nog veel te terughoudend was.
In Afghanistan zelf is de twijfel intussen groter dan de opluchting. Om te beginnen is ontslaan
blijkbaar makkelijker dan benoemen waardoor het land onthoofd dreigt te worden op het moment
dat het voor moeilijke jaren van zelfstandige heropbouw staat.
Bovendien wil de president alle touwtjes zelf in handen houden en micromanagen, waardoor
Afghanistan paradoxaal genoeg in een machtsvacum terechtkomt, al was het maar omdat n man
dat niet allemaal aankan hoezeer hij ook overtuigd is van zijn eigen kunnen.
Intussen neemt de onveiligheid hand over hand toe, verdwijnt buitenlands n Afghaans kapitaal uit
de economie, piekt de drugsproductie voor het zoveelste jaar op rij en kijkt de bevolking meer
cynisch dan gelaten toe hoe de nationale eenheidsregering het land tot stilstand brengt.

In Kaboel groeit de onzekerheid over de toekomst. Niemand wil dat de oorlog verdergaat, maar wie
wil een overeenkomst met de Taliban? En onder welke voorwaarden?
Brecht Goris
B van burgeroorlog
De parallel tussen de terugtrekking van de Sovjettroepen en de terugtrekking van Navo-troepen.
Lessen uit het verleden, verschillen tussen toen en nu.
Het grote spookbeeld voor gewone Afghanen n voor internationale waarnemers is de burgeroorlog
uit de jaren negentig. Na de ondertekening van een vredesakkoord in Genve, waarbij de strijdende
moedjahedien niet rechtstreeks betrokken waren, trokken de Sovjettroepen zich in 1989 terug uit
Afghanistan. Moskou bleef wel de regering van ex-communist Najibullah steunen tot 1992, waardoor
die verrassend goed kon standhouden tegen de moedjahedien.
Er zijn parallellen tussen 1989 en 2015. De wereldmacht die moet toegeven dat er in Afghanistan
geen militaire overwinning te behalen valt, de plotselinge desinteresse van een internationale
gemeenschap, de alomtegenwoordigheid van wapens.
Toen ook de Sovjet-Unie ophield te bestaan en de kraan vanuit Moskou dichtgedraaid werd, klapte
het regime in Kaboel in elkaar en begon de bloedigste en verwoestendste fase van de nu 37 jaar
durende oorlogen: de burgeroorlog onder voormalige bondgenoot-moedjahedien. De totale afbraak
van infrastructuur, economie en tradities die daarmee gepaard ging, zette de deur wijd open voor
Pakistaanse inmenging en legde de basis voor de opkomst en machtsovername door de Taliban in 1996.
Er zijn natuurlijk parallellen. De wereldmacht die moet toegeven dat er in Afghanistan geen militaire
overwinning te behalen valt, ondanks het verpletterende overwicht in militairen en middelen. De
plotselinge desinteresse van een internationale gemeenschap die meer dan een decennium
Afghanistan in het middelpunt van haar handelen zette. Het wantrouwen tussen diverse groepen en
de alomtegenwoordigheid van wapens.
Maar er zijn ook grote verschillen. Het Westen kan vandaag wat de Sovjet-Unie 25 jaar geleden niet
kon: het Afghaanse leger en de Afghaanse administratie nog zeker tien jaar blijven financieren.
Dat is een hoge kostprijs volgens Mahmoud Saikal, bijzonder vertegenwoordiger van CEO Abdullah
Abdullah, heeft de regering jaarlijks ongeveer 2 miljard dollar inkomsten en 10 miljard dollar
uitgaven maar niet onmogelijk voor de rijke landen samen.
Bovendien is Pakistan vandaag vele keren zwakker dan een kwarteeuw geleden n de verschillende
fracties in de Afghaanse samenleving, inclusief de Taliban, staan veel minder onder buitenlandse
controle. De kans dat Islamabad zijn belangen kan opleggen in Kaboel is dus veel geringer. Daar
hebben de Afghanen trouwens een gezegde voor: Een man mag zich niet tweemaal laten bijten door
dezelfde slang.
C van China
Peking is een nieuwkomer op het diplomatieke front. Economisch belang en binnenlandse veiligheid.
Driehoeksrelatie met Pakistan.

China is, zeker in Azi, de nieuwe supermacht. Maar het land heeft zich altijd strikt gehouden aan
een politiek van non-interventie en respect voor nationale soevereiniteit. Het is dan ook verrassend
dat Peking zich in het Afghaanse wespennest begeeft om de strijdende partijen aan de
onderhandelingstafel te krijgen.
Na wat aarzelen gaf Peking in 2014 toe dat het al verschillende malen contact had met de Taliban.
Ook van Talibanzijde werden de gesprekken bevestigd. Daar bleef het voorlopig bij.
Voor China is vrede en stabiliteit in Afghanistan op de eerste plaats een
binnenlandse aangelegenheid.
Voor China is vrede en stabiliteit in Afghanistan op de eerste plaats een binnenlandse
aangelegenheid. De Afghaanse opstand werkt immers al 25 jaar als een magneet op allerlei
geradicaliseerde moslims, ook op Oeigoerse islamisten die zich verzetten tegen de sinisering van hun
regio Xinjiang goed voor een zevende van het huidige Chinese grondgebied.
Al sinds midden 2001 werkt China aan regionale militaire samenwerking tegen wat de Chinese pers de
Drie Kwade Krachten noemt: terrorisme, separatisme en religieus extremisme.
De leiders in Peking weten natuurlijk dat de trainings- en schuilplaatsen van de Oeigoerse jihadis
zich op Pakistaans grondgebied bevinden. De diplomatieke demarches van China vinden dan ook plaats
in een trilateraal verband. Want als Pakistan niet beter samenwerkt met Afghanistan, dan maakt
zelfs Chinese druk op de Afghaanse Taliban geen kans. En China kan er beter dan wie ook voor zorgen
dt Pakistan zijn beleid herziet.
Afghanistan heeft immense grondstoffenreserves, waar de Chinese groeieconomie behoefte
aan heeft.
Voor Pakistan is China de vriendelijke supermacht in het noordoosten, een soort levensverzekering
tegen de grootmacht in het oosten, India, n een strategisch tegenwicht tegen de Verenigde Staten,
waarmee Pakistan een haat-liefdeverhouding cultiveert.
Dat president Xi Jinping eind april in Pakistan infrastructuurcontracten kwam afsluiten ter waarde
van 46 miljard dollar, met een looptijd van meer dan tien jaar, is tegelijk een bevestiging van de
speciale relatie n een hefboom om het beleid in Islamabad langdurig te benvloeden.
Afgezien van de binnenlandse veiligheid heeft China ook economische redenen om de opstand in
Afghanistan niet op zijn beloop te laten. Afghanistan heeft immers immense grondstoffenreserves,
waar de Chinese groeieconomie behoefte aan heeft. De concessie voor de Aynak-kopermijn, die de
China Metallurgical Group Corporation (MCC) in 2007 verwierf, wordt nog altijd niet
actief ontgonnen.
De geschatte 6 miljoen ton koper, ter waarde van ongeveer 62 miljard euro, kon door een combinatie
van technische, archeologische en veiligheidsredenen niet gexploiteerd worden. En dus wil China
opnieuw over de winstafspraken onderhandelen, ten nadele van Afghanistan. Zodra het land
gestabiliseerd is, hopen Chinese bedrijven nog veel meer bij te dragen tot de ontginning van lithium,
koper, gas, olie en edelstenen.

Het leven zoals het is: Jalalabad. De kleurrijke draaimolen van multi-etnisch Afghanistan dreigt tot
volledige stilstand te komen.
Brecht Goris
D van Durand Line
Wat wil Pakistan nu eigenlijk: vrede en stabiliteit, of instabiliteit en controle?En deelt de regering in
Islamabad de lakens uit of is het de legertop in Rawalpindi?
De Taliban vormen het kleinste probleem dat we moeten oplossen, zegt Faramarz Tamanna,
directeur-generaal van het Center for Strategic Studies op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De Durand Line is het grootste probleem. Daarmee moeten we wachten tot de Afghaanse staat
sterker is.
Wie de menselijke, economische en financile kosten van de strijd tegen de Taliban gedurende de
voorbije veertien jaar optelt, en dan beseft dat dit als een secundair probleem beschouwd wordt, die
beseft hoe onoverzichtelijk het Afghaanse-Pakistaanse conflict over de 2430 kilometer lange
grens is.
Zal Ashraf Ghani de Durand Line erkennen, om de Pakistanen gunstig te stemmen? De kans is zo goed
als onbestaande, tenzij hij politieke zelfmoord wil plegen.
De Durand Line werd in 1896 opgelegd door de Britse kolonisator aan de Afghaanse koning
Abdurrahman, maar sinds het ontstaan van Pakistan in 1947 werd die grens door geen enkele
Afghaanse regering erkend. Niet door de Taliban, niet door Hamid Karzai. Zal Ashraf Ghani dat wel
doen, om de Pakistanen gunstig te stemmen? De kans is zo goed als onbestaande, tenzij hij politieke
zelfmoord wil plegen.
Er is wel een hemelsbreed verschil tussen de manier waarop de nieuwe president met Pakistan
omgaat en hoe de vorige president dat deed. Hamid Karzai beschuldigde Pakistan er geregeld van de
Taliban en andere opstandelingengroepen te steunen en te dirigeren.
De nieuwe president Ashraf Ghani heeft het op het publieke forum alleen over de vriendschap tussen
beide landen. Hij schortte het militaire samenwerkingsverband met India op en nodigt om de
haverklap de hoogste militaire verantwoordelijken uit Pakistan uit.
De onderliggende analyse wordt wel gedeeld: de regering van Pakistan heeft af te rekenen met
dezelfde extremistische vijanden als Afghanistan, maar de Pakistaanse legertop blijft nauw
verbonden met de Afghaanse Taliban en hoopt via hen invloed te kunnen uitoefenen op het
toekomstige Afghaanse beleid. Ghani wil die legertop verleiden tot samenwerking, Karzai wilde hen
dwingen hun spelletjes te staken.
Bovendien zet de nieuwe regering met voorrang in op economische samenwerking als speerpunt van
haar buitenlands beleid. Het bezoek van de Pakistaanse minister van Handel aan Kaboel, half april,
past daarin. Als Pakistan economische winst haalt uit een stabiel Afghanistan, dan verdwijnt het
voordeel van een zwak en instabiel buurland ook voor het Pakistaanse leger, dat zelf grote
commercile belangen heeft.

In eerste instantie leek de nieuwe aanpak vruchten af te werpen. De Pakistaanse overheid ontkende
jarenlang dat ze banden of contacten had met de Talibanleiders, ook al opereren die sinds eind 2001
vanaf Pakistaans grondgebied.
Na het aantreden van Ashraf Ghani beloofde Pakistan plots wl zijn invloed op de Taliban aan te
wenden om hen tot echte onderhandelingen met de regering in Kaboel aan te zetten. Tegen begin
maart zouden de gesprekken echt van start gaan, kondigde zowel Islamabad als Kaboel aan.
Zowel voor de Taliban als voor het Pakistaanse leger geldt dat ze pas bereid zijn hun kaarten op
tafel te leggen als er in Kaboel een sterke regering is die haar beloften en afspraken ook
kan waarmaken.
Maart en april kwamen en gingen, zonder dat er iets bewoog op het diplomatieke front. Maar begin
mei zaten vertegenwoordigers van de Taliban en de regering samen rond de conferentietafel in
Qatar, al mocht die samenkomst zeker geen onderhandeling genoemd worden. Toch werden er
betekenisvolle stappen gezet -zoals de gezamenlijke erkenning van het recht op onderwijs voor
meisjes- op weg naar wat wie weet, ooit vredesgesprekken zouden kunnen worden.
Nogal wat waarnemers stellen dat president Ashraf Ghani een grote fout begaan heeft door zich
meteen helemaal over te leveren aan de Pakistaanse goodwill. Anderen denken dat de Taliban zelf te
verdeeld zijn om te onderhandelen, zeker nu ze de ideologische concurrentie met IS moeten aangaan.
Beide redenen spelen wellicht, maar zowel voor de Taliban als voor het Pakistaanse leger geldt dat ze
pas bereid zijn hun kaarten op tafel te leggen als er in Kaboel een sterke regering is die haar
beloften en afspraken ook kan waarmaken.
Dat is de huidige verdeelde regering zeker niet. Bovendien heeft de president geen eigen
machtsbasis: geen partij iets als politieke partijen bestaat bijna niet in Afghanistan , maar ook
geen diepgeworteld netwerk van tribale en historische loyaliteiten. En laat dat nu net bepalend zijn
voor de politieke overlevingskansen in Afghanistan.
K van Khorasan
Het verschijnen van IS en de pogingen om daar betekenis aan te geven. Nationalisme versus
islamisme; fundamentalisme versus salafisme.
De Islamitische Staat eiste half april een aanslag in de grensstad Jalalabad op, waarbij dertig doden
en 120 gewonden vielen. En al werd die opeising een week later door een andere woordvoerder
ontkend, toch was de naam IS onmiskenbaar op de kaart gezet als een factor van belang in de
toekomst van strijd en eventuele vredesgesprekken.
De nationalistische agenda van de Taliban heeft meer draagvlak bij de Afghanen dan de
antinationalistische agenda van IS.
De meeste waarnemers, zowel in regerings- als Talibankringen, zijn het erover eens dat de
nationalistische agenda van de Taliban meer draagvlak heeft bij de Afghanen dan de
antinationalistische agenda van IS.

De bevrijding van Afghanistan van de buitenlandse bezetting en het installeren van islamitisch
bestuur dat ook recht doet aan de tribale cultuur van de Afghanen is zeker populairder dan een
terugkeer naar een prekoloniaal rijk dat volgens salafistische gestrengheid geregeerd zou worden.
Die tegenstelling maakt een echte samenwerking tussen de twee organisaties op korte termijn
wellicht onmogelijk.
Er wordt druk gespeculeerd over de vraag welke buitenlandse macht achter de plotselinge opkomst
van IS zit. Pakistan en Saoedi-Arabi spelen een prominente rol in die speculaties. Zij zouden er
voordeel in zien dat er naast de Taliban, waarvan men hoopt dat ze willen onderhandelen met Kaboel,
een nog extremistischere variant ontstaat die al te snelle compromissen zou voorkomen. De meer
gevorderde samenzweringstheorie vermoedt zelfs de hand van de VS achter de schijnbaar
ongehinderde opkomst van IS.
Hoe verknocht de Afghanen ook zijn aan hun cultuur en tradities, de Khorasan-agenda van IS is
niet geheel gespeend van aantrekkingskracht in de regio. Khorasan was de naam van de regio die zich,
tijdens de gouden eeuw van de islam, uitstrekte over delen van hedendaags Oezbekistan,
Tadzjikistan, Turkmenistan, Iran, Afghanistan en Pakistan.
Volgens de Amerikaanse inlichtingendiensten bestaat er trouwens ook een Khorasan-groep binnen
Al-Qaeda in Syri, en die groep wordt minstens even gevaarlijk geacht als de ideologische
concurrenten van IS.

Afghaanse vriendelijkheid op de weg naar de grensovergang tussen Pakistan en Afghanistan. Die


grens vormt het grootste probleem voor vrede in Afghanistan.
Brecht Goris
M van multi-etnisch en multicultureel
Pasjtoenen, Tadzjieken, Hazaras en Oezbeken zijn de belangrijkste etnische groepen in
Afghanistan. Is die multi-etniciteit de oorzaak van conflict? Pasjtoens verzet tegen IS,
Tadzjiekse kwetsbaarheid?
Er zijn weinig verhalen over echte etnische conflicten in het vooroorlogse Afghanistan. Niet dat er
nooit problemen waren, maar onder de heerschappij van enkele Pasjtoense clans was er voldoende
lokale autonomie om samenleven mogelijk te maken. De moedjahedienorganisaties die in de jaren
tachtig de strijd tegen de Sovjetunie voerden, kregen echter wel een overwegend etnisch karakter.
Toen deze organisaties in de jaren negentig onderling om de macht in Afghanistan gingen strijden,
werd het geweld steeds nadrukkelijker als etnisch gemotiveerd ervaren. De etnische fragmentering
van de samenleving is dus eerder het resultaat dan de oorzaak van de opeenvolgende conflicten.
Anno 2015 ligt de sluimerende tegenstelling tussen Pasjtoenen, Tadzjieken, Hazaras, Oezbeken en
anderen als een tijdbom onder de samenleving.
Anno 2015 ligt de sluimerende tegenstelling tussen Pasjtoenen, Tadzjieken, Hazaras, Oezbeken en
anderen als een tijdbom onder de samenleving. President Ashraf Ghani krijgt het verwijt dat hij zich
met bijna uitsluitend Pasjtoense medewerkers omringt en dat sommige documenten nog alleen in het
Pasjtoens verschijnen een radicale breuk met het verleden waarin, zelfs aan het hof van de
Pasjtoense koningen in Kaboel, Dari of Perzisch werd gesproken.
Abdullulah Abdullah heeft Tadzjiekse ouders en vertegenwoordigt de Noordelijke Alliantie, de
coalitie van Tadzjiekse, Hazara- en Oezbeekse milities die tegen de Taliban zijn blijven vechten.
Daardoor krijgt de impasse binnen de regering ook al snel een etnische bijklank.
Ook in het verzet lijkt de identitaire factor belangrijker te worden. De Taliban, op de eerste plaats
een islamistische militie, is tegelijk bijna helemaal Pasjtoens. Dat belet hen niet om ook buiten de
regios met Pasjtoense meerderheid actief te zijn, maar het tekent wel de ideologie waarmee
gevochten wordt.
Vaak is te horen dat voor Pasjtoenen de eigen culturele erecode de pasjtoenwali belangrijker is
dan alle religieuze sermoenen die ze houden. Die etnische identiteit is meteen de grootste barrire
voor verregaande samenwerking met de salafistische IS-groepen, die geen enkele culturele traditie
erkennen en enkel de letter van de openbaring en van de traditie van de profeet erkennen.
Daarmee kan IS wel aanspraak maken op de internationalisten die oorspronkelijk in Afghanistan
verbleven in het kader van Al-Qaeda en die na 2001 overleefd hebben in en verder gerekruteerd
hebben vanuit Pakistan: de Oezbeken van de Islamic Movement of Uzbekistan (IMU), de Oeigoeren,
de Tsjetsjenen, de Arabieren.

Hoe meer de Taliban zich opwerpen als verdedigers van de Afghaanse zaak, hoe minder die
internationalisten toekomstperspectieven hebben, waardoor ze dus sneller geneigd zijn om aan te
sluiten bij een beweging die nationale grenzen verwerpt.
Alles wijst er op dat IS het bloedige soennitisch-sjiitische conflict ook in Afghanistan
wil introduceren.
Waarnemers vrezen trouwens dat ook de Afghaanse Tadzjieken en Oezbeken vatbaarder zijn voor
de sirenezang van IS dan de Pasjtoenen. De economische uitzichtloosheid, de etnische
marginalisering en de verbondenheid met radicale groepen in de Centraal-Aziatische republieken
verklaren die bezorgdheid.
De positie van de Hazara is altijd al bijzonder geweest, al was het maar omdat ze er opvallend anders
uitzien en ze bovendien de sjiitische variant van de islam aanhangen. De Hazara vochten in de jaren
negentig mee met de Noordelijke Alliantie tegen de Taliban, wat een aantal bloedige represailles tot
gevolg had.
Sindsdien werd de Hazara in Afghanistan echter het trieste pogromlot bespaard dat hen in de
Pakistaanse grensstad Quetta wel te beurt valt. Tot dit voorjaar.
Op 24 februari werden 31 terugkerende vluchtelingen gekidnapt bij een overval op hun bus. Alleen de
Hazaras werden meegenomen. Eind april kwamen meer ontvoeringen n onthoofdingen van Hazaras
aan het licht, onder andere in Ghazni.
Alles wijst er op dat IS het bloedige soennitisch-sjiitische conflict, dat de organisatie succesvol
aanwakkert in het Midden-Oosten, ook in Afghanistan wil introduceren.
R van regionale inmenging
Rol en belang van India, Iran, Saoedi-Arabi, Rusland en het Westen.
De Afghaanse oorlogen en conflicten zijn geen zaak van Afghanen, maar van buitenlandse machten
die hun belangentegenstellingen uitvechten op Afghaans grondgebied, met Afghaanse strijders en
ten koste van Afghaanse levens. Die overtuiging hoor je overal in Kaboel, soms als een onopvallend
moderato, dan weer als een overdreven fortissimo, maar het refrein wordt altijd gezongen.
Dat is niet verwonderlijk, na meer dan 36 jaar van al te rele inmenging in Afghaanse zaken door
zowat elke denkbare regionale en mondiale macht. Tegelijk is deze nationale reflex een manier om de
oorzaak van alle destructie en ellende op een ongrijpbare andere af te wentelen en zo het geloof in
eigen waardigheid te kunnen behouden.
Pakistan wil de eerste viool spelen in Afghanistan en krijgt daarvoor volop steun uit Saoedi-Arabi,
dat de soennitische meerderheid graag zou bekeren tot het eigen wahabisme.
Pakistan wil sowieso de eerste viool spelen in Afghanistan. Het krijgt daarvoor volop steun uit
Saoedi-Arabi, dat de soennitische meerderheid graag zou bekeren tot het eigen wahabisme.
China is de noodzakelijke, maar twijfelende derde op deze belangenas: het steunt Pakistan, als
tegenwicht voor India, maar is het fundamenteel oneens met de strategie om islamistische milities te
bewapenen en de strijd om invloed aan hen uit te besteden.

India en Iran delen hun afkeer van de Pakistaanse strategie, om verschillende redenen. India heeft
zelf af te rekenen met door Pakistan gesteunde gewapende groepen in Kasjmir, en het vreest dat de
combinatie China-Pakistan zowel commercieel als geopolitiek nadelig zal uitvallen voor de
Indiase belangen.
Iran wil niets weten van al te assertieve en gewapende groepen soennitische islamisten aan zijn
grenzen, en het vreest dat de combinatie Pakistan-Saoedi-Arabi de machtsstrijd in het MiddenOosten in het nadeel van Teheran zal doen kantelen. Sinds de Sovjetterugtrekking in 1989 sluit
Rusland zich aan bij deze anti-Talibancoalitie, die de Noordelijke Alliantie altijd met woord en
wapens gesteund heeft.
De VS en de door hen geleide Navo wedden op verschillende paarden tegelijk. Op India, als
tegenwicht voor China. Op Pakistan en Saoedi-Arabi, als tegenwicht voor Iran. Op de Noordelijke
Alliantie als tegenwicht voor de Taliban.
De inherente tegenstellingen van die positie maken succes zo goed als onmogelijk. Tenzij, zoals veel
goed geplaatste Afghanen blijven herhalen, de eigenlijke doelstelling van de Navo een instabiel maar
beheersbaar Afghanistan is. Maar dat wordt in Evere uiteraard met klem ontkend.
CONFLICT
ZUID- EN CENTRAAL-AZI
AFGHANISTAN
Vond je dit artikel de moeite? Schrijf je hier in op de MO*Daily en ontvang elke dag 5 topartikels.

Delen

Tweeten

Reageer

Linkedin

Print

LEES OOK

Taliban bedreigt Afghaanse


media
19.10.15 - De Taliban stuurde
een alarmerende verklaring de
wereld in: TOLOnews en
1TVNews zijn legitieme
doelwitten.

Waarom steunt Pakistan


Kunduz: Zelfs oorlog heeft
fundamentalisten in
regels
Afghanistan?
07.10.15 - Artsen Zonder
08.10.15 - Met de aanval op
Grenzen dringt aan op een
Kunduz zijn de Taliban helemaal onafhankelijk onderzoek naar
terug van nooit echt
de aanval op hun ziekenhuis in
weggeweest. Vaak wordt
Kunduz, Afghanistan.
verwezen naar de steun die zij
krijgen vanuit Pakistan.
MEEST RECENT VAN GIE GORIS

Meer mensen ontheemd door


25 jaar mondiale journalistiek
ontwikkeling dan door
in vijf (en een halve) lessen
natuurrampen
06.12.15 - MO*hoofdredacteur
15.12.15 - Mensen vluchten voor Gie Goris blaast deze maand 25
oorlog, vervolging, rampen of
professionele kaarsjes uit.
een ronduit uitzichtloze
toekomst.

Amerikaans bomb
ziekenhuis Kunduz
orde van de mens
05.10.15 - Patint
nooit collateral d
zegt dr. Rginald
humanitair chirurg

Robert Fisk: Het Westen wil


Vier ministers, ge
vechten tegen IS, maar laat
het falende konink
intussen na te doen wat mensen 01.12.15 - Size ma
echt verwachten
er bijna boven dez
04.12.15 - 1300 mensen
Maar we hebben i
woonden op 2 december de
drie talen waarin w
MO*lezing door Robert Fisk bij. steeds minder ver
Vooraf sprak Gie Goris met hem
over Syri, het belang van
geschiedenis en de talrijke
tegenstellingen in het MiddenOosten.

You might also like