Professional Documents
Culture Documents
Jack Breen
Bernard Olsthoorn
Staf Vormstudie
Faculteit der Bouwkunde / Technische Universiteit Delft
4 Summary
5 Voorwoord
6 Afbeeldingen
7 Jack Breen
De tafel als archftectonisch object
15 Noten
Boven
Links M.Rodigas 16 Opdrachtblad
Midden H.B. Hulsbos
Rechts R.Gort 18 Bernard Olsthoorn
De tafel van Tien, een selectie:
Midden 22 01 Scarface, oftewel het centrum van de macht
Links I. Gndz 23 02 De constructieve knoop
<l Midden M. ter Braak 24 03 Het royale gebaar
Rechts W.R. v.d. Groep 25 04 The bridge
26 05 Steun-last: een relativering
Beneden: 27 06 Synthese als beeld
Links M.Vervoort 28 07 Goldberg variaties
Midden G. van Heuvelen 29 08 De puntige toonzetting
Rechts M. Vervoort(alt.) 30 09 Carnac revisited
31 10 Het kruis en wat daarmee samenhangt
32 Moderne klassieken
34 Sculptuur en constructie
36 Dynamiek en asymmetrie
38 Apparaat en bouwpakket
40 Colofon
Summary Zusammenfassung Sommaire
This book is the result of an exercise at the Dieses Buch ist das Ergebnis eines Ce livre est Ie rsultat d'un sujet d'tude de
Faculty of Architecture of Delft Technical Praktikums im Fach Gestaltungslehre an der la section "Etude de l'Esthtique"
University, The Netherlands, The task was Fakultt tor Architektur der Technischen l'Universit de Technologie de Delft, Facult
set by the Staff of the department for Study Universitt Delft, d'Architecture,
of elementary form and composition, Das Thema der bung lautete : "Der Tisch L'objet du sujet d'tude tait Ie design d'une
The theme of this exercise was 'the Table as als Metapher fr Architektur" im Rahmen des table concernant Ie thme: "La Table comme
ametaphor for architecture' which was one Lehrblocks "Bildgestaltung und mtaphore pour I'architecture", Ce thme a
of the tasks in the study project entitted Materialisation", fait partie de I'unit d'enseignement:
'Image and materialisation', Die Studenten arbeiteten ihre ldeen in "Conception, Image et Matrialisation", Les
The students developed and presented their Modellen im MaBstab 1 :5 aus, projets des tudiants ont t labors sous
ideas in models scale 1 to 5, In dem Artikel "Der Tisch als forme de maquettes I'chelle 1 :5,
In the article 'the table as an architectural architektonisches Objekt" von Jack Breen Dans son article "La table comme objet
object' by Jack Breen, tabledesign is wird das Tischdesign im Verhltnis zur architectonique" Jack Breen examine Ie
reviewed in relation to the architectural Entwurfstradition der Architektur beleuchtet. design de tables en rapport avec la tradition
design tradition, Bernhard OIsthoorn liefert in seinem Beitrag de design architectonique,
In the article 'the table of ten : aselection', "Der Tisch von 10, eine Auswahl" eine Dans l'article "La table de 10: une slection",
Bernard OIsthoorn offers a critical analysis of kritische Betrachtung der Studentenarbeiten Bernard OIsthoorn prsente une analyse
the students' designs and focusses on ten und geht auf 10 ausgewhlte Entwrfe nher critique des projets des tudiants en
selected projects , ein, (Im Niederlndischen beinhaltet der Titel abordant plus particulirement 10 projets
4 In the categories 'Modern Classics', eine Doppelbedeutung : 'de tafel van 10' ist slectionns,
Dynamism and a A-symmetry', 'Sculpture auch 'das kleine Einmaleins von 10',) Le livre se termine par un aperu de tous les
and Construction' and 'Devise and Building SchlieBlich wird anhand der folgenden projets raliss, subdiviss en quatre
Kit' a thematic impression of the students' Kategorien eine bersicht der rubriques : "Classiques modernes",
designs is given, Studentenarbeiten gegeben : "Dynamique et Asymtrie", "Sculpture et
"Moderne Klassiker", "Dynamik und Construction" et "Outil et Kit",
Asymmetrie", "Skulptur und Konstruktion "
und "Apparat und Baupaket",
Het Tafel-project maakte deel uit van Blok 12: Beeldvorming en Materialisatie, het laatste
onderwijsblok van het tweede jaar onder leiding van Max Risselada. Naast dit practicum be-
staat de bijdrage van Vormstudie aan het blok uit het computer-practicum 12 CAD, in samen-
werking met het CAD-atelier Bouwkunde.
De tafelontwerpen die de kern vormen van boekje en tentoonstelling werden gemaakt in twee
onderwijsperiodes: mei/juni 1992 en december 19921januari 1993. Om niet in herhaling te
vervallen is het de bedoeling dat er per studiejaar een nieuwe probleemstelling voor het prac-
ticum wordt geformuleerd met een vergelijkbaar soort moeilijkheids- en bewerkingsgraad ...
Wij hopen dat iets van het enthousiasme en plezier waarmee de studenten aan deze op-
dracht hebben gewerkt bij de lezer en toeschouwer over zal komen. Als docenten waren wij
onder de indruk van de inzet en vindingrijkheid van veel studenten, hetgeen naar onze over-
tuiging heeft geresulteerd in een aantal ontwerpen die zeker 'gezien' mogen worden!
Tafels ziJn In ons bestaan van een zodanige 'alledaagsheid' dat ze ons doorgaans
amper opvallen. Gaan we echter gericht kiJken, dan Is deze ervaring enigsinds te ver-
geliJken met sterren kiJken: op het moment dat we bulten komen en onze ogen aan de
duisternis moeten wennen, zien we nog vrijwel niets, maar vriJ snel valt het ene na het
andere lichtpuntje ons op en naarmate we ons langer concentreren worden de onder-
linge verschillen en samenhangen, patronen en Intensiteiten ons duidelijk en worden
we bijna overrompeld door de 'veelheid' om ons heen.
Hoewel er veel Is geschreven over meubelkunst en design wordt er In de literatuur
weinig aandacht besteed aan het fenomeen Tafel. Het 'materiaal' Is - zoals gezegd -
echter ruimschoots aanwezig en we gaan er dagelijks mee om, zodat het Interessant
leek om het verschijnsel tafelontwerp - met name In relatie tot het architectonische ont-
2 werp - nader te beschouwen.
Dit artikel heeh niet de pretentie om een 'volledig' overzicht of Inzicht In deze materie
te verschaffen, daarvoor Is de Imaginaire tafelcollectie te uitgebreid. Binnen het kader
van dit boekje wordt wel getracht om - vanuit het perspectief van de Vormleer - enig
Inzicht te verschaffen In de verschillende aspecten van het tafelontwerp: opvattingen
ten aanzien van compositie (de vorm) en techniek (het maken).
De tafel zou wellicht - bijvoorbeeld aan de hand van categorien als: ontwerpers, stro-
mingen of methoden - onderwerp van nader onderzoek kunnen zijn. Dit artikel Is vooral
bedoeld als 'eye-opener', dat naar Ik hoop de lezer zal aansporen tot een gerichter 7
kiJken : een aanzet tot verder eigen onderzoek en kritische analyse.
Als meubel zijn tafels veel 'neutraler' dan de meer in het oog springende stoelen. Stoelen - als
contravorm van de menselijke gestalte - hebben een nadrukkelijk ergonomische kwaliteit, als
het ware een gestolde en gestyleerde menselijke zitvorm . De vorm is daardoor tegelijkertijd
complex en uitermate herkenbaar.
Omdat tafels over het algemeen worden omringd door stoelen, die de aandacht trekken,
springt vooral het tafelblad als duidelijk contrasterend element in het oog (afb.2)
Stoelen hebben iets uitgesproken 'menselijks'. Zelfs als er niemand op zit zijn ze 'aanwezig' .
Wie in de parken van Parijs de (verdwijnende) metalen stoeltjes ziet (afb. 3) of de ligstoelen
in de Engelse parken , ziet een groep individuen.
Tafels zijn eerder 'architectonisch', er zijn althans duidelijke overeenkomsten tussen tafelbla-
den en poten en de dakvlak ken en kolommen waar we in de moderne architectuur vertrouwd
mee zijn geraakt (afb. 4) .
3 4
Zijn we ons als volwassenen nauwelijks bewust van de ruimtelijke kwaliteiten van de tafel (het
domein van voeten en knien), voor kleine kinderen zijn tafels geliefde ruimtelijke speelobjec-
ten waarbij juist de onderkant beleefd wordt. Iedere ouder herkent de betekenis van het mo-
ment waarop een kind 6ver de tafel heenkijkt terwijl het er tot voor kort onderdoor ging (met
hiertussen de kritische periode dat het blad zich op ooghoogte bevindt).
De hoogte van het blad wordt gedicteerd door de functie: bij een 'salon'tafel is het blad be-
trekkelijk laag, een tafel waaraan men bijvoorbeeld staand kan werken vanzelfsprekend juist
relatief hoog.ln het traditionele japanse woonhuis leeft men op de vloer en zijn meubels tot
een minimum teruggebracht. Behalve de vaste onderdelen (zoals de in de vloer ingebouwde
'haard') vormt de lage tafel het centrale meubelstuk (afb. 5).
Le Corbusier bepaalde aan de hand van zijn Modulor, gebaseerd op de gulden snede-ver- 5
houdingen van het menselijk lichaam de hoogte van het werkvlak in zittende houding op
ongeveer 70 centimeter. In de praktijk schommelt de hoogte van tafels om aan te werken of
te eten tussen de 72 en 75 centimeter. 1
De vorm van de tafel speelt bij grote bijeenkomsten een belangrijke rol (zoals bij de mythi-
sche 'ronde tafel' van Koning Arthur en zijn twaalf hovelingen). Een ronde tafel, schept een
zekere gelijkwaardigheid - niemand zit 'aan het hoofd' . Begin jaren zeventig werd het vredes-
overleg over de oorlog in Vietnam geruime tijd opgehouden omdat de onderhandelaars het
niet eens konden worden - over de IIOfm van de tafel.
In de voorgaande voorbeelden is het vooral van belang wat zich aan en op de (met een tafel-
k/eedbedekte) tafel afspeelt. We zouden de tafel zelf bijna uit het oog verliezen. 7
Waren de oorspronkelijke - ceremoniele - tafels zoals het altaar van Delos van steen,
voor meer algemene toepassingen werd voomamelijk hout gebruikt. Hout heeft als belang-
rijke voordelen dat het goed druk- en trekkrachten op kan nemen en dat het bovendien rela-
tief gemakkelijk te bewerken is.
Voor de ontwikkeling van het meubel zijn de mogelijkheden en verbeteringen van gereed-
schap en bewerkingstechnieken bepalend geweest. Mart Stam, architect van het Nieuwe
Bouwen vatte in zijn artikel 'Meubel-Gereedschap-Machine' 3 deze evolutie als volgt samen:
De ontwikkeling kan beschouwd worden als beginnende bij het houten meubel dat met de bijl
uit n of meerdere stukken hout gehakt was. Waarschijnlijk waren het lange tijd niet veel
anders als stukken boomstam en eerst veel later ontstonden primitieve bank vormen.
Een belangrijke verbetering was de beitel en de zaag; 't ging daarbij in de eerste plaats om
een spaarzamer gebruik van het materiaal. De tot planken gezaagde boomstam was een be-
langrijke vooruitgang. De meubeltypen, die duidelijk uit planken opgebouwd zijn, met de zoo
typische houtverbindingen, ontstonden. De planken werden tot strokfJn gezaagd en daarmee
8 ontstond de behoehe aan de bekende raam verbindingen.
Deze hout verbindingen hebben zich als konstruktieve elementen tot in onze tijd gehandhaafd
en we vinden ze zelfs in het bijna volkomen mechanisch gefabriceerde meubel nog terug,
naast verschillende nieuwe konstrukties die geheel en al vanuit deze totaal andere werkwijze
ontstaan zijn.
De draaibank is reeds zeer vroeg bekend en in zeer primitieve omstandigheden toegepast.
Ze moet eigenlijk beschouwd worden als volgende op de behandeling van het hout met bijl of
beitel; met dat verschil, dat niet het gereedschap bewogen wordt maar in tegenstelling daar-
mee het gereedschap onbeweeglijk is en het stuk hout beweegt.
Het andere uiterste is om het verschil (want: "gelijk is ongelijk" aldus de meubelmaker) juist te
benadrukken door middel van een duidelijke naad of verschil in dikte van de materialen . Dit is
behalve in de meubelkunst ook in de moderne architectuur een terugkerend thema. 6
Het aspect van materiaalexpressie: de richting van de nerven in het hout bij een 'naadloze'
verbinding is bijvoorbeeld te zien in chinese tafels (afb. 8).
Bij traditionele houten tafels wordt het uit massieve delen samengestelde blad over het alge-
9 meen gedragen door een (konstruktief) frame met een min of meer rechthoekige doorsnede.
Op de hoeken is het frame verbonden met (dikkere) vierkante poten die naar beneden toe
vaak rond zijn gedraaid en zich visueel 'verjongen'. De meubels van de Shakers in de Vere-
nigde Staten zijn indrukwekkend door de manier waarop een uiterst soberse uitvoering wordt
gekoppeld aan eenvoudige, heldere verhoudingen (afb . 9). De doelmatigheid van het meubel
staat voorop. 7
Rietveld is natuurlijk vooral bekend geworden door zijn stoel- ontwerpen. Het gaat wat ver om
te zeggen dat, zijn tafelontwerpen er 'bij hangen', maar feit is dat vooral het probleem van de
stoel hem zijn hele (ontwerpende) leven heeft gefascineerd. Een passende tafel bij de bril-
jante zigzagstoel bleek bijvoorbeeld een moeilijk karwei. .. (afb. 13). De 'militaire' tafel uit 1923
is onderdeel van een serie meubels waarbij vooral de uitdrukking van de verbinding en het
spel van verhouding en ritmiek binnen het geheel in het oog springen . De compositie als som
10 der delen is een terugkerend thema in het werk van Rietveld : de Krattafels van 1934 bestaan
uit ruimtelijke constructies van eenvoudige, geschaafde grenen planken (afb. 14) .
Het meest opmerkelijke resultaat van deze benadering is ongetwijfeld het 'constructivistische'
tafeltje uit 1923 dat hij ontwierp voor het Schrderhuis: het is tegelijk een op zichzelf staande 12
alzijdige 'sculptuur', als een meubelstuk dat onderdeel uitmaakt van een groter geheel : een
Gesamtkunstwerk (afb. 15).
13
15 14
Staal - en in het bijzonder (verchroomd) stalen buis - was bij uitstek het materiaal waar de
meubelontwerpers van de moderne beweging verliefd op waren. Vooral de stoelontwerpen
van architecten/ontwerpers als Stam, Breuer, Le Corbusier, Mies van der Rohe, van der Vlugt
en Oud 9 zijn klassiek geworden. Het is vooral het ruimtelijke lijnenspel dat in de onderstellen
van de 'bijbehorende' tafels opvalt. Zoals in de stoelen de archetypische vierpoter verlaten
wordt, gebeurt dit vaak ook bij de tafels, zij het meestal op een minder revolutionaire wijze:
qua verhoudingen zijn de tafels betrekkelijk compact (wellicht omdat ze in aanzet bedoeld
waren voor de nieuwe volkswoningbouw (afb. 16). Om de (functie) splitsing tussen de boven-
kant en het onderstel te benadrukken zijn de bladen meestal strak en immaterieel: van
(gespoten of gegoten) plaatmateriaal of van glas, het andere favoriete materiaal van het
Nieuwe Bouwen .
Le Corbusier en zijn medewerkster Charlotte Perriand gingen in het ontwerp uit 1928 dat
tegenwoordig bekend staat als LC6 een stuk verder. De plastische mogelijkheden van het on-
derscheid tussen blad en drager worden hier volledig benut de ruimtelijke compositie van het
onderstel is uitgevoerd in ovaal buismateriaal dat in die tijd in de vliegtuigbouw werd gebruikt.
Mede door de ovale buis toont de tafel zich van verschillende zijden geheel anders.
16 De zware, meestal getextureerde glasplaat die op het onderstel rust heeft een duidelijke over-
maat waardoor deze zich visueel 'losmaakt' . De rubberen opleggingen zijn in de huidige uit-
voering van Cassina verdraai baar zodat het blad 'gesteld' kan worden (afb. zie opdrachtblad) .
De 'esprit' van deze periOde wordt ook weerspiegeld in het werk van Eileen Gray. Een mooi
voorbeeld van de manier waarop zij gebruiksvoorwerpen als het ware opnieuw uitvond is het
ingenieuze ontbijttafeitje, dat zij ontwierp voor haar eigen huis E 1027 (afb. 17).
Doordat het blad in de hoogte eenvoudig verstelbaar is kon het tafeltje worden aangeschoven
voor een stijlvol ontbijt op bed.
11
Een vergelijkbare experimentele mentaliteit komen we ook tegen in het werk van Pierre
Chareau , samen met Bemard Bijvoet verantwoordelijk voor het invloedrijke Maison de Verre
waarin hij op een oorspronkelijke manier industriele vondsten van die tijd combineerde en
daardoor later de eerste grote held van de 'hi-tech' beweging zou worden ...
Chareau paste in zijn tafelontwerpen een verscheidenheid aan materialen toe. Het oeuvre
ontwikkelde zich van een comfortabele art deco via verscheidene 'veranderbare' tafels tot ori-
ginele voorlopers van verstelbare (kantoor)werkmeubels (afb. 18).
17 18
De tweede wereldoorlog zorgde voor een versnelling van technische ontwikkelingen, met
name van lichtgewicht toepassingen voor de vliegtuigbouw zoals gebogen triplex en gegoten
aluminium. De draad werd aan de Westkust van de Verenigde Staten opgepakt door een
nieuwe generatie ontwerpers, waaronder Charles Eames. Hij ontwierp - onder andere - bij zijn
stoelen uit de jaren '50 in 1964 een tafel met een vergelijkbaar onderstel uit gegoten alumi-
nium (afb. 19). Met de zuilenvoeten kan men veel kanten op: voor de tafelbladen kan er uit
een ruim assortiment van uitvoeringen en maten worden gekozen.
Ame Jacobsen heeft bij zijn bekende 'mier'- en 'vlinderstoelen' geen passend tafelconcept
ontworpen . Deze stoelen worden vaak gecombineerd met de tafel uit 1968 van zijn landge-
noot Piet Hein, uitvinder van de 'superelips' die hij toepaste voor het blad. De rand wordt
meestal met een aluminium strip afgewerkt (afb. 20) .
19
De Franse ontwerper Jean Prouve was in eerste instantie 'konstrukteur'. Hij was opgeleid
als (meester)smid en hield zich ondermeer bezig met de problematiek van gevelkonstrukties,
prefab-woningen en meubels, die hij tot begin jaren '50 in zijn eigen bedrijf vervaardigde.
In 1930 was Prouve mede-oprichter van de 'Union des Artistes Modemes', samen met ont-
werpers als Pierre Chareau, Rob Mallet Stevens, Charlotte Perriand en Le Corbusier die hem
roemde als architect en bouwmeester. 10
Volgens Prouve was er geen wezenlijk verschil tussen de konstruktie van een meubelstuk
en de konstruktie van een huis. Een ontwerpconcept ontstond bij hem als konstruktief idee,
waarbij hij zich direct de manier van maken probeerde voor te stellen, en zich afvroeg "hoe
denkt het materiaal"? 11
12 In zijn tafelontwerpen werd het onderstel - veelal uitgevoerd in gebogen staalplaat - duidelijk 20
opgevat als drager van het blad, waarbij hij veel aandacht besteedde aan de konstruktieve
stijfheid van de vorm en de uitdrukking van de verbinding. (afb. 21). 12
21
Eind jaren '40 en jaren '50 was ltali ht centrum voor meubeldesign. De traditionele kennis
van ambachtelijke technieken bij de Italiaanse meubelontwerpers - meestal tevens architect-
leidde samen met de nieuwe technieken tot een zwierige nieuwe stijl, in geexalteerde vorm te
herkennen in het werk van Carlo Mollino (afb. 22). Was het meubilair van de Nieuwe Zakelijk-
heid rond 1940 allerminst 'ingeburgerd' geweest 13, salontafeltjes met glasplaat en niervor-
mige bijzettafeltjes veroverden de woonkamers. Verder bleef het voorlopig vooral traditioneel:
generaties zijn opgegroeid met de houten eetkamertafel met een blad uit twee halfronde
delen die, bij bezoek - overigens zeer ingenieus - kon worden 'uitgeschoven' en waarbij het
tussenblad omhoog werd geklapt.
22
13
23
Een belangrijke ontwikkeling is het gevolg van de introductie van nieuwe kunststoffen - met
name de slijtvaste laminaten - en de verbetering van de samengestelde plaatmaterialen zoals
multiplex, spaanplaat en meer recent het MOF (medium density fibreboard) dat eenvoudig en
strak gespoten kan worden.Deze materialen hebben geleid tot ontwerpen waarbij de mate-
riaalexpressie vrijwel nihil is. In 1970 ontwierpen Adolfo Natalini en Super Studio voor een
prijsvraag, uitgeschreven door een Italiaanse fabrikant van laminaten, een tafel waar niets
van de (spaanplaten) konstruktie nog zichtbaar is. Het minimalistische geheel wordt volledig
bedekt door het ruitjespatroon van het opgeplakte laminaat (afb. 23).14
De toenemende welvaart en modegevoeligheid ("trend!") van de jaren '60, '70 en '80 leidde
ook tot de opkomst van het 'fun'-meubel (in het Nederlandse taalgebruik van die tijd: "prettig
gestoorde meubel"). Design-groepen als Memphis gingen het meubel opnieuw 'bedenken'.
Gebruik makend van de mogelijkheid om door toepassing van kleur en patronen (laminaten)
het ontwerp vrijwel volledig te dematerialiseren ontstonden spraakmakende meubels met een
frivole monumentaliteit (afb. 24).
Parallel aan deze stromingen op het gebied van styling zien we de ontwikkeling van het
systeem meubel. De belangrijkste impuls van deze ontwikkeling komt natuurlijk uit de branche
van het kantoormeubilair. De onderdelen van het traditionele bureau zijn bij wijze van spreken
uit elkaar gehaald om ze afhankelijk van de wensen van de gebruiker, op een systematische
wijze weer samen te voegen . De ontwikkeling van werktafels die kunnen worden geschakeld
en uitgebreid met verschillende functionele opties en onderstellen zien we duidelijk terug in
het werk van ontwerpers als Friso Kramer. Door de introductie van PC's op de werkplek
waren verstelbare meubels - de tafel als apparaat - korte tijd een rage.
24
Tegelijkertijd is er de ontwikkeling van de tafel als (bouw-)pakket. De tendens is om - met het
oog op transport en opslag - meubels in delen te vervoeren en naderhand te assembleren.
Vooral tafels bestaan in toenemende mate uit een stelsel van onderdelen die met de Imbus-
sleutel in elkaar worden gezet (afb. 25).
De anonieme behangtafeis en campingtafels (met verstelbare poten) zijn voorlopers van de
'platte pakjes' van de grote woon-warenhuizen. De cultuur van het 'zelf uitzoeken en combi-
neren' heeft de laatste jaren ook de opkomst van de 'dikke poot' die rechtstreeks in het blad
wordt vastgeschroefd (afb. 26) te zien gegeven.
25 26
Naast de producten van de massacultuur is er in het kader van de toegenomen publieke inte-
resse voor design en architectuur, de laatste jaren een markt ontstaan voor geacheveerde
tafelontwerpen . Opmerkelijk zijn ondermeer de 'Nornos' tafelserie van architect Norman
Foster met zijn nadrukkelijke (zelfs wat overdreven) apparaat/maanlander -esthetiek (afb. 27)
14 en de tafels van het 'enfant terrible' van het Franse design : Philippe Starck, die ondermeer
een reeks ontwerpen maakte op het thema van het samenklapbare onderstel met rond blad
(afb. 28).15
Uiteindelijk blijft het ontwerpprobleem van de tafel door de tijd dezelfde: de keuze van het
blad (vorm, materiaal, rand, (over)maat) in relatie tot het onderstel (konstruktie, sokkel of
(stelsel van) poten (bij bijzonder elegante tafels zelfs 'benen') en de ontmoeting (verbinding
of oplegging) hiertussen.
27
In zoverre is de tafel niet alleen ruimtelijk een metafoor voor architectuur, maar (in geredu-
ceerde vorm) ook een metafoor voor het architectonisch ontwerpproces: afwegen van keuzes
op het niveau van vorm en techniek en het nemen van beslissingen.
Een groot aantal architecten - niet alleen architecten van naam - hebben zich aan het tafel-
ontwerp gewaagd. Wie hun bureaus en interieurs aanschouwt komt ze vaak tegen: tafels ont-
worpen voor een specifieke ruimte , opdracht, of bij een aantal favoriete stoelen.
De interesse voor de tafel als 'object van bewerking' leeft niet alleen bij architecten/ontwer-
pers maar ook onder beeldend kunstenaars (waaronder Sol Le Witt, Joep van Ueshout,
Imi Knoebel, Robert Wilson en Klaas Gubbels die er als schilder bijna een heel oeuvre aan
heeft gewijd).
Donaid Judd is ooit begonnen met zijn minimal meubelen uit ongenoegen met wat er te koop
werd aangeboden .16
Zo zal het ook vaak gegaan zijn met architecten die eigen tafels hebben ontworpen ...
Dit artikel is niet meer dan een korte reis met zevenmijls laarzen door de 'Wondere Wereld
der Tafels'. Wellicht is de lezer iets bewuster geworden van het raffinement van veel tafels
om ons heen ... en wie weet, zelfs gestimuleerd om er zelf ook (nog) n te ontwerpen!
28
Noten for the flush joint of early Mo- recoit immdiatement une forme fabriek van nu, staal en glas al-
dern architecture, implied conti- lgante et plastique, avec des les, zeer hyginisch, als ware
1. Prof jr. A.J.H . Haak en ir. D. nuity is rare. The shadow joint of solutions magistralement rali- onze woning een fabriek van pa-
Leever- van der Bur~, Vemen- Mies' vocabulary tends to exag- ses du point de vue solidit et tent-geneesmiddelen of een ap-
seWkemaat, Delltse niversitai- gerate separation . And Wright, fabrication industrielIe. partment in een ziekenhuis, zoo
re ers, 1989, p.39. especially, articulates ajoint by a Uit: Jan van Geest: Jean Prou- steriel ziet alles eruir.
2. F rits Staal, Over zin en onzin in change in profile wh en there is a v, MbellFurnitureiMeubles, Uit: 80 jaar wonen in het stede-
filosofie, religie en wetenschap, change in material - an expres- BenediktTaschen Verlag, 1991, lijk, Stedelijk Museum Amster-
Meulenhof Informatief, Amster- sive manifestation of !he nature p.22. dam, 1 oktober 1981, p.16.
dam, 1986, p.333. of materials in Organic architec- 11. Jan van Geest "Prouv always 14. "Het is het eni~e goede stuk dat
3. Mart Stam, Meubel Gereed- !ure". In: Compexity andcontra- tried to enter into the material , to Superstudio a s design gemaakt
schap - Machine, 8 en opbouw diction in architecture, The Mu- identity with it as if it had hu man heelt. Vanzelfsprekend IS het
nr. 21, oktober 1937, themanr. seum of Modern Art, 1966, p.96. characteristics . "What is the ma- niet goed als meubelstuk, maar
meubelen, p. 195. 7. 'In de Millennial Laws legden zij terial thinking?" (c.f. Andr Her- meer als een soort manifest te-
4. Robert Venturi: "Cabriole legs de wetten en regels vast die hun mant, Formes Utiles, Paris 1959, gen de meubelen van die tijd" .
disguise!he joint and express werk- en levenswijze bepaalden ~ 86-87) he would wonder". (Natalini,1986) .
continui,"in their shape and or- ( ... ) "Schoonheid berust op doel- itJean Prouv, MbellFumitu- Uit: Meubeldesign van de 20ste
nament. he continuous grooves matigheid". "Alle schoonheid die reIMeubIes, Benedikt Taschen eeuw, SembachlLeuthaserl
common to !he leg and the seat- niet ~ gebruikswaarde geba- Verla~ 1991,p.18. Gssel, Benedikt Taschen Ver-
frame imply a continuity bevond seer is, bevredigt al spoedig 12. Jean rouv: "Les meubles me lag, 1989, p.209.
infleetion which is somewhat niet meer en moet voortdurend fascinent. ren ai construit beau- 15. Zie: Starck, Benedikt Taschen
contradietory to !he material and vervanQen worden". coup parce qu'il y a toujours en Verla~, 1991, p.64-65.
the structural relation-ship of the- V. IlIs In NRC Handelsblad, dans mon atelier une importante 16. Dona d Judd: "Zo is het allemaal
se separate frame elements. 31.10.1975. section ~ur cela. Une structure begonnen, het ontwerpen van
The ubiquitous rocaille is anot- 8. Gerrit Rietveld, Over de Vorm de meu Ie utile est tout aussi dif- stoelen en tafels en bedden: ge-
her omamental device for ex- van het meubel, 8 en opbouw ficile trouver qu'une grande woon voor mijn eigen huis.
pressive continuity common to nr. 21, oktober 1937, themanr. construction . A mon avis, on de- Probeer maar eens een stoel te
the architecture and furniture of meubelen, p.199. vrait, quand on a une ide, com- kopen in een winkel. Het zijn of
the Rococo" . 9. J.J.P. Oud: "De belangstelling meneer construire les meu- reprises van oude stijlen, maar
In: Complexity and Contradiction van het publiek voor het stalen bles. C'est seulement aprs dan veel slechter, of Je komt te-
inArchitecture.The Museum op meubel IS snel groeiende. Het is avoir minutieusement tudi Ie recht bij het ten hemel schreien-
Modern Art, 1966, p.96. daarom misschien aardig iets te prototype que I'on peut faire un de design van Italiaanse make-
S. Gerrit Rietveld: "Een Louis XV zeggen over de ontwikkeling dessin dfinitif et I'amliorer". lijk. Een meubel is geen kunst en
stoel schijnt een product van lou- van dit deel van ons huisraad en Uit: Jean Prouv, Mbel/Furnitu- iedereen die probeert dat ervan
ter fantaSie, toch zijn vorm en wel in het bijzonder over de sta- reiMeubies, Benedikt Taschen te maken, haalt twee dingen
werkwijze hier volkomen n" len stoel, omdat die tot nu toe de VerlaQ, 1991 , p.25. door elkaar die absoluut ~
In: Over de vorm van het Meu- meeste aandacht genoor. 13. Reactie van het Nederlandsch scheiden moeten blijven. u- 15
bel, 8 en opbouw nr. 21, oktober In: "Van hout tot staal.... ", De Dagblad, 23 juli 1941 n.a.v. 'mo- bels zijn elementair en kunnen
1937,themanr.meubelen, p.198. Groene Amsterdammer, 19 janu derne' interieurs op de tentoon- niet heel creatief zijn omdat ze
6. Robert Venturi : "roday we ari 1935,p.16. stelling 'in Holland staat een functioneel moeten zijn. Hun
emphasize our opportunities to 10. Le Corbusier: "Dans la personne huis', die door het uitbreken van vorm moet redelijk zijn, niet bizar
express the literal continuities of de Jean Prouv s'unissentl'a I'ar- de oorl~ ruim een jaar was uit- of extravagant en de proporties
strueture and materials - such as chitecte et I'ingnieur, mieux en gesteld: Huisgoden dezer eeuw, moeten harmonieus zijn".
the welded joint, skin structures, core , I'architecte et Ie btisseur, waar voert gij ons heen? 1940 In: NRC Handelsblad, Cultureel
and reinforeed concrete. Except car tout ce qu'il touche et cre ziet ons aangeland in de woon Supplement, 30 april 1993, p.4 .
29
D E T A F E L
.-_
T
.....
"
KASSA
CONSTRUCTXE )
16
koppeling
oplegging
inkl_ing
uitkraging
naad
naadloos
plank
Hout staaf
plaat
Metalen gelijmd
gedeuve ld
geschroefd
gebout
Kunststof gelast
gevouwen
Glas gespannen
L
<?
4t$~
< ' '\
~~ ~
-
T R E F w o 0 R D E N
( -<
OBJECT VORM
RUIMTE FUNCTIE
massief
samengesteLd
Textuur
transparant vlak
I semi - tansparant reli:!
zijkant
Rand lijst
opstand
BLAD vormvastheid
be_eglijkheid
transfozmeerbaaheid 17
VERBINDING ui twisselbaarb.eid
\Jitbreidbasrb.eid
shakeling
montage
bouwpakket
poot
sokkel
/ volume ladenblok
hOlt.:.
l<o~ ift ~t5-G..&1 ;.J <.t"$
(on) behandeld rond
bewerkt ovaal
geschilderd vierkant <
<
gespoten . .... hoekig
- ,/,.f 1~
ol 'i; \RS-r; u-.vt. Middenblad van het opdrachtvel met Tafel LC6 van
Le Corbusier Ls<m< Charlone Perriand, t928, met
idee-schetsen van Leo van Wingerden<
Bernard Olsthoorn De tafel van Tien, een selectie
"De tafel als metafoor voor architectuur", een opdracht die een gevarieerd
landschap van schaalmodellen heeft opgeleverd. Het landschap overziend,
kan zonder meer worden gesteld dat er sprake Is van een rijke, maar vooral
ook rijpe oogst. Rijk, vanwege de ongelooflijke diversiteit, waarmee het totale
resultaat zich heeft getooid. Rijp door het grote aantal ontwerpen van zonder
meer hoge kwaliteit. Dit laatste heeft overigens niet alleen betrekking op het
ontwerp, de vorm, maar zeker ook op de wijze waarop het merendeel van de
modellen is uitgewerkt. Wellicht is het dan ook juist deze tweeledigheid van
de opgave, namelijk ontwerpen en uitvoeren, die zoveel tintelend, prikkelend
en aanstekelijk enthousiasme heeft losgemaakt. De schaal waarop gewerkt
werd, slechts vijf stappen van de werkelijkheid verwijderd, is ongetwijfeld de
tweede factor die zoveel geestdrift en kwaliteit heeft gegenereerd.
"De tafel als metafoor voor architectuur", een opdracht aan tweede jaars studenten
gesteld. Een moeilijke opgave. Een opdracht ook, die veel architecten van naam en
faam zich van tijd tot tijd zlf stellen. Waarschijnlijk ligt hieraan een nauwelijks ver-
holen behoefte naar autonomie ten grondslag . Immers, je wordt niet in de wielen
gereden door context, regelgeving en opdrachtgevers die hinderlijk over de schou-
der meekijken en mee filosoferen . Het denken over architectuur, en de positie die
men daarin kiest, kan op een extreem zuivere en intrinsieke manier worden aange-
18 scherpt en vooral ook geponeerd, juist in een zo alledaags gebruiksvoorwerp als
een tafel in feite is. Het is natuurlijk een keuze voor een uiterst kwetsbare opstel-
ling, meedogenloos bijna. Er is immers geen faade van excuses mogelijk en in het
resultaat, het object, deelt het subject zich in al zijn rijkdom of armoe mede.
Geldt dit nu ook voor de deelnemers aan het vormstudie practicum? Welnee, het
merendeel van de ontwerpen kenmerkt zich door een ontwapende vrijmoedigheid,
niet gehinderd door wat voor vorm van vooringenomenheid dan ook. Met uitzonde-
ring dan van de juiste constatering dat het blad horizontaal dient te zijn en dat de
ergonomische hoogte van het blad zich op dit moment bevindt tussen de 70 en 75
centimenter. Nee, wat de resultaten grosso modo zeker ook laten zien is dat ont-
werpen, het vormgeven aan een externe vraag, vooral een kwestie van grenze-
loze nieuwsgierigheid is, die, en dat lijkt een ogenschijnlijke tegenstrijdigheid, tege-
lijkertijd een eigen vraagstelling teweegbrengt.
Later, om precies te zijn in het jaar 2010, heb je een zakenlunch in een Chinees
restaurant. Omgeven door een zwaar diep purper rood en door een horizontale
strook van goud geschilderde geometrische motieven. Onder de ellebogen het
papieren tafellaken van "de Chinees" dat in stilte wacht op nadere betekenisgeving.
De laptop heb je op de achterbank van de auto laten liggen. "Ja, jah'", roept je
potentile opdrachtgever uit, "precies, .. precies, .. U begrijpt me en .. en ... . en, nee,
nee, nee, hoh, als U me even laat uitspreken, kijk, mag ik even Uw potlood, als U
dat nu eens zo doet.... " Je gedachten dwalen af, in je hoofd klinken de ruimtelijke
klanken van de magistrale architectuur van de cellosuites van Bach. Ouder gewor-
den, maar nog steeds op een bijna bovennatuurlijke wijze gespeeld door Yo Yo
Ma, afgewisseld door de sensibele toonzetting in de uitvoering van Jacqueline
Dupr. Haar spel heeft zich stevig in de herinnering vastgezet en is blijvend over
het breukvlak van de eeuwwisseling en twee millennia heengetild. In haar uitvoe-
ring van de cellosuites van Bach klinkt een scherp besef van het menselijk tekort
door, mijmer je ... Plotseling dringt de snerpende stem van je opdrachtgever tot je
door. "En, hallo, ... bent u daar nog, ... wat denkt U, spreekt de opdracht U aan".
Je realiseert je dat er snel een beslissing genomen moet worden, dat je een keuze
moet maken. In een fractie van een seconde herinner je je ineens het ontwerp van
je eerste tafel. Gesterkt door die herinnering neem je, uiterst professioneel, de op-
dracht aan . Bij het vallen van de avond, fluister je opgewonden je innig geliefde toe,
dat je besloten hebt een tafel te gaan ontwerpen . Op de achtergrond laat de eerst- 19
geborene zich gelden, een synthese.
Het ontwerp van de tafel van Jasper den Hertog (afb. 1), een asymmetrisch gecom-
poneerd beeld, waarin een veelvoud van asverdraaiingen een complexe en dyna-
mische "constructie" opleveren, is zo'n werkstuk. Het ontwerp roept de herinnering
op aan een belangrijk werk van Wladimir Tatlin, getiteld "Hoekrelif" uit 1915
(afb. 2), dat is samengesteld uit ijzer, aluminium, staalkabel en hout. De hier afge-
beelde "corner construction" is er een uit een reeks waarmee Tatlin in 1914 startte.
Het belang van deze reeks van werken zit hem in het feit dat de sculpturale ruimte,
namelijk die van het object, wordt doorbroken en gerelativeerd door de werkelijke
ruimte te overspannen en deze tot onderwerp van onderzoek te verklaren . Iets ver-
gelijkbaars nu, treft men ook aan in de tafel van Jasper den Hertog. Vanuit een
2
excentrisch gepositioneerd gravitatiepunt, overspannen lijnen, vlakken en massa's
de ruimte en wordt het moment van definitieve ruimtelijke fixatie, zo lijkt het, aange-
houden.
In het ontwerp van Maria Pia Porzio dringt een vergelijking met het monumentale
beeld van Richard Serra, getiteld "Sight Point", (afb. 3 en 4) uit 1971 zich aan ons
op. Het beeld is geplaatst in de tuin van het Stedelijk Museum in Amsterdam . Het
vormt de ouverture tot een reeks van beelden die Serra tussen 1971 en 1980 op dit
thema heeft gemaakt. AI deze beelden bevinden zich in het pandemonium van de
stad, waarin ze zich door hun ongelooflijke zeggingskracht schijnbaar moeiteloos
handhaven. Ook in het werk van Serra -een belangrijke exponent van de Ameri-
kaanse beeldhouwkunst van de zeventiger jaren - vormt het overspannen van de
werkelijke ruimte een belangrijk thema. De sculptuur, getiteld "Shift", (afb. 5 en 6)
uit 1972 laat dit goed zien. Maar belangrijker misschien nog, het is ruimte die in de
werkelijke tijd en in al zijn perspectivische verschuivingen ervaren wordt en die door
de beschouwer ervan bijna letterlijk moet worden veroverd. Hierdoor wordt de be-
schouwer medeacteur. De sculptuur bestaat uit een aantal betonnen wanden die 3
de kwaliteit van het glooiende landschap waarin ze zijn geplaatst, zichtbaar maakt
door de stijging en daling ervan te articuleren. Terug naar het ontwerp van Maria
Pia Porzio en het beeld "Sight Point". Haar ontwerp bestaat in feite uit n, maar
dan wel een uiterst zorgvuldig plastisch geleed vormelement. Een enkelvoudig ele-
-..
ment in viervoud uitgevoerd . Hiermee zijn verschillende configuraties mogelijk. De
afgebeelde variant nu, roept een bijna identiek beeld op aan de sculptuur van Ser-
ra. Beide bezitten een intrigerende complexiteit die in beide, feitelijk met een mini-
mum aan middelen, wordt bereikt. ."W&t~t
20 ~--._
Het ontwerp van Jaakko van 't Spijker (afb. 7) doet denken aan de beelden van
earl Andre en dan vooral de beelden waarin de dialectiek tussen massa en ruimte 5
het onderwerp is. Zijn beelden zijn vooral op te vatten als richting, plaats, of
plekaanduidingen . Het werk van earl Andre -een belangrijke exponent van Minimal
Art- kenmerkt zich door het ontbreken van compositorische zwaartepunten en het
gebruik van gestandaardiseerde platen of massa's van versch illende materiaalsoor-
ten. Per sculptuur echter, word1 nooit meer dan een materiaal toegepast. De mas-
sa's bestaan veelal uit hout, dat, na op maat gezaagd te zijn, geen verdere bewer-
kingen of differentiaties ondergaat. De beschouwer van de sculptuur differentieert
het beeld in feite zelf, afhankelijk van de ruimtelijke positie die hij of zij inneemt.
Een tweede belangrijk kenmerk van zijn werk is het horizontale karakter. In zijn
meest extreme vorm zijn deze "vloerbeelden", gemaakt van gestandaardiseerde 7
betonplaten of staalplaten, vaak niet meer dan enkele centimeters dik. Door de
vaak flinke oppervlaktemaat, word1 de omringende vloer van de ruimte waarin zij
liggen, of het omringende "tapijt" van het landschap deel van de sculptuur. In de
sculptuur WEIR uit 1983 (afb. 8) komt de verwantschap van het ontwerp van de
tafel van Jaakko van 't Spijker met het werk van earl Andre in termen van beeld
heel sterk naar voren.
In 1919 richt Walter Gropius in Weimar het Bauhaus op, om in 1933 door Ludwig
Mies van de Rohe, de laatste directeur, ontbonden te worden onder zware druk van
de enkele maanden eerder aan de macht gekomen nationaal-socialisten.
Het docentencorps kende vele vooraanstaande architecten en kunstenaars, waar-
van een groot deel inmiddels vanuit een vaste plaats het architectuur en kunsthisto-
risch spectrum kleurt. Door met name twee van hen, te weten Marcel Breuer en
8
Mart Stam, zijn de stalen buismeubelen ontwikkeld. Een van deze stoelen, de zo-
genoemde "achterpootloze" stoel, (afb. 9) heeft tot een nooit opgeloste controver-
se tussen beiden geleid. De controverse ging erover wie de geestelijke vader van
de inventie was. Tot op de dag van vandaag is deze niet opgelost, of het moet zijn
dat in de recent verschenen publikatie "Der Frelschwlnger" van de hand van
Otakar Mcel 1 het verlossende antwoord op deze prangende kwestie gevonden is.
Dat zoeken jullie op! Het ontwerp voor een salontafel van Danielle Segers, (afb. 10)
sluit aan op de karakteristieke kwaliteiten van het stalen buismeubel.
Deze manifesteren zich namelijk vooral als in de ruimte uitgezette lineaire tekenin-
gen. Een karakteristiek die ook van toepassing is op het ontwerp van Danielle
Segers. Haar ontwerp kan dan ook gezien worden als een werkstuk dat wortelt in
het collectieve geheugen, die ongrijpbare drager der dingen. Hiermee schuift haar
ontwerp onontkoombaar en met gepaste trots aan in de traditie van de moderne
klassieken. Met gepaste trots omdat haar ontwerp ook iets toevoegt aan het
"beeld" zoals we dat kennen. Anders dan de meeste tafels uit die periode, ontsnapt
haar ontwerp namelijk aan de kenmerkende, vaak relatief zware, cubische of cilin-
4 drische ruimtebegrenzing. Vanuit de basis ontvouwt de tafel zich op een sierlijke
wijze naar een horizontaal vlak dat ruim de basis overkraagt. Hierdoor bezit de tafel
een veel grotere ruimtelijkheid dan die van de meeste moderne klassieken . Hierin
onderscheidt het ontwerp zich dan ook. Het ontwerp kenmerkt zich verder door een
afgewogen en heldere compositorische opbouwen een goed gedoseerde contrast-
werking tussen de gesloten en transparante horizontale vlakken. In de orthogonale
opbouw werkt de diagonale kruising van de lijnen in het grondvlak van het ontwerp,
als een krachtige aanscherping of toonzetting van het beeld. In een serie mooie te-
keningen is de subtiele enscenering van het krachtenspel van de verhoudingen
goed in kaart gebracht. 21
6 Uit de rijke oogst aan ontwerpen, uitgewerkt in schaalmodellen 1:5, moest de Tafel
van Tien worden samengesteld. Twee van de hierboven besproken ontwerpen zit-
ten daar niet bij. Dit geeft goed aan dat het voorwaar geen gemakkelijke opgave
was gezien het grote aantal goede ontwerpen. En toch, gewogen op basis van cri-
teria, zoals gevoel voor proporties, detail, contrast, ritme, materile uitdrukking,
constructieve verfijning, kleur, schaal en uitwerking, kon de Staf Vormstudie uitein-
delijk betrekkelijk snel tot overeenstemming komen.
De Tafel van Tien laat een breed scala van uiteenlopende inventies zien. Hiermee
doet de keuze recht aan het diverse karakter dat het totaal aan ontwerpen ken-
merkt. De tien ontwerpen zijn, voorzover de foto's al niet voor zich spreken, voor-
zien van een korte toelichting. Aan de volgorde van de besproken ontwerpen ligt
geen hirarchie in termen van een kwalitatief oordeel ten grondslag. Gekozen is
9 voor de alfabetische volgorde. Het uitdelen van de rugnummers een tot en met tien
zal, naar de Staf Vormstudie hoopt, nog voor de nodige discussie zorgen.
Binnen het diverse karakter van het totaal aan ontwerpen tekent zich een aantal
categorien af. Deze zijn "sculptuur en constructie", "apparaat en bouwpak-
ket", "moderne klassieken", en "dynamiek en asymmetrie". Hierbinnen zijn de
overige geselecteerde ontwerpen ondergebracht. Hoewel het een betrekkelijk gro-
ve indeling betreft - er zijn natuurlijk allerlei overlappingen tussen de categorien -
wordt de vergelijking van de enorme hoeveelheid ontwerpen erdoor vergemakke-
lijkt.
1) Uitgave Vakgroep GMT, Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft, ISBN 90-9005594-0
10
1 JasperBaas
De constructieve knoop
Thebrldge
)"
, ,,
" ."fv .'
.:.'t-
5 Jeroen de Loor
,
gasbetonblokken in twee richtingen toe te passen .
j
o
o
6 Patrick de Lauwere
Goldberg variaties
De puntige toonzeHlng
{
9 Jaakko van 't Spijker
Camac revlslted
32
4 5
7 9
IL
/I
v
10 11
12 13 14
33
15
16 17 18
19 20
Sculptuur en
constructie
34
4 5
6 7
I ilit
~
.>.
ct
8 8
9
10 11
12
13
14 15
Dynamiek en
asymmetrie
36
5 6
7
8 9
1. I. Hollebeek, 9. B. Hilbers ,
2. J. den Hertog, 10. M. de Rooy ,
3. M. Booltink, 11 . L. Kerpel ,
4. J.w. Fransen , 12. A. Hofst, 37
5. J. van der Vegt, 13. A. Brewster ,
6. J. Steenkamp, 14. A. van Nifterik
7. C. de Wolf, 15. A. Harstra
8. N.Jutten,
10
11 12 13
14 12 16
Apparaat en
bouwpakket
38
3 4
1. A. Spinhoven, 9. F.deVreugd ,
2. Y .G. Smeets, 10. F.deKok,
3. J.Bosma, 11. D. van de Berg
4. D.Schenk, 12. E. de Koning .
5. A.P. Klaase,
6. H.B. Huisbos,
7. M. ter Braak,
8. E. Schaaf,
5 6 4
8
39
10
11 10 12
Colofon
Uitgave Publikatieburo Bouwkunde
Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft
Berlageweg 1, 2628 CR Delft, telefoon (015) 784737
~D
20 12 J M Haarlem / 023 - 158800 schriftelijke toestemming van de uitgever