You are on page 1of 561

Begroting 2011

RAADSDRUK
Gemeente Amsterdam

RAADSDRUK Begroting 2011 Gemeente Amsterdam


Gemeente Amsterdam

Raadsdruk
Begroting 2011
6 oktober 2010
Dit is een publicatie van de Gemeente Amsterdam
Directie Concern Financiën
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Bezoekadres:
Stadhuis, Amstel 1

Telefoon: 020-6241111
Internet: www.amsterdam.nl

Dit boek is gedrukt met milieuvriendelijke inkten op milieuvriendelijk papier


Inhoud
Leeswijzer 1

1 Inleidend hoofdstuk 3

2 Bestuurlijke hoofdlijnen 7
Beleidsinhoudelijk 9
Programakkoord en indicatoren 15
Financieel 23

3 Programma’s 51
Openbare orde en veiligheid 52
Werk en inkomen 68
Zorg 90
Educatie, jeugd en diversiteit 112
Verkeer en infrastructuur 139
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 171
Cultuur en monumenten 189
Milieu en water 203
Economie en haven 227
Facilitair en bedrijven 253
Stedelijke ontwikkeling 269
Bestuur en concern 311
Dienstverlening 335
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 347
Algemene dekkingsmiddelen 349

4 Gemeentebrede aspecten 365


Risico’s en weerstandsvermogen 367
Financiering 378
Lokale heffingen 384
Verbonden partijen 389
Onderhoud van kapitaalgoederen 399
Gemeentelijk grondbeleid 412
Bedrijfsvoering 414
Duurzaamheid 430

5 Cijfermatige overzichten 439


Leeswijzer 441
Programmabegroting 443
Baten en lasten per resultaatgebied 447
Overzicht rentelasten 503
Subsidiestaat 507
Subsidies ten laste van de stelposten 517
Routinematige investeringen 521
Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening
aan uw Vergadering zal worden voorgelegd 529
Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door
ons College zal plaatsvinden 533
Raming EMU saldo 545
Personele verantwoording 549
Leeswijzer
Begroting 2011
De begroting is bedoeld voor uw Vergadering en bevat de beleidsvoornemens van ons College voor
2011 en de financiële vertaling daarvan.

1 Inleidend hoofdstuk
In het inleidend hoofdstuk vindt u een overzicht van het College van Burgemeester en Wethouders en
de portefeuilles waar zij verantwoordelijk voor zijn. Tevens vindt u in dit hoofdstuk een organigram van
de gemeentelijke organisatie.

2 De bestuurlijke en financiële hoofdlijnen


In dit hoofdstuk worden de bestuurlijke hoofdlijnen voor het komende jaar aangegeven. Dit hoofdstuk
bestaat uit drie onderdelen:
1. de beleidsinhoudelijke hoofdlijnen
2. de uitwerking van het programakkoord in een compacte set doelstellingen met bijbehorende
indicatoren
3. en de financieel technische hoofdlijnen

3 De programma’s
De kern van de begroting wordt gevormd door de programma’s die elk zijn onderverdeeld in twee of
meer subprogramma’s. In de programma’s wordt aangegeven welke maatschappelijke effecten
worden nagestreefd in 2011, wat de voorgenomen doelstellingen en resultaten zijn en welke
activiteiten en middelen daartoe worden ingezet. Ieder programma is onderverdeeld in de volgende
onderdelen.
 Maatschappelijk effect: hier vindt u de beschrijving van het maatschappelijk effect van de
activiteiten van het programma
 Kerncijfers: hier vindt u de financiële kerncijfers van het programma
 Doelstellingen, activiteiten en financiën per sub programma: hier vindt u per subprogramma
antwoord op de vragen: hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken, wat gaan we ervoor
doen en wat mogen de activiteiten kosten
 Reserves, voorzieningen, investeringen: hier vindt u informatie over de reserves die ultimo 2011
zijn afgewikkeld, de reserves die naar verwachting ultimo 2011 niet zijn afgewikkeld, de
voorzieningen die ultimo 2011 zijn afgewikkeld en de voorzieningen die naar verwachting ultimo
2011 niet zijn afgewikkeld. Tevens worden investeringen toegelicht
 Verdelingsvoorstel: hier vindt u het voorstel van ons College over de toe te kennen prioriteiten en
posterioriteiten

Informatie over het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing is als apart onderdeel opgenomen.

4 Gemeentebrede aspecten
Voor een aantal onderwerpen is een paragraaf opgenomen waarin een “dwarsdoorsnede” wordt
gepresenteerd van de verschillende resultaatgebieden. De onderwerpen zijn:
 risico’s en weerstandsvermogen
 financiering
 lokale heffingen
 verbonden partijen
 onderhoud van kapitaalgoederen
 grondbeleid
 bedrijfsvoering
 duurzaamheid

Raadsdruk Begroting 2011 1


5 Cijfermatige overzichten
In dit deel van de begroting vindt u een aantal financiële overzichten op detailniveau. Dit bevat onder
andere de programmabegroting. Daarnaast zijn hier de subsidiestaat en het investeringsoverzicht
opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 2


1 Inleidend hoofdstuk
Organigram
College van Burgemeester en Wethouders

Raadsdruk Begroting 2011 3


Gemeente Amsterdam

Gemeenteraad Stadsdeelraden

Raadsgriffie

Gemeentelijke
Ombudsman

Rekenkamer

College van burgemeester Dagelijkse besturen


en wethouders

Bestuursdienst
(BDA)

Gemeentelijk diensten en bedrijven Stadsdeelorganisaties


ACAM Accountancy en Advies * Noord
Afval Energie Bedrijf (AEB) Centrum
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) Zuidoost
Dienst ICT (DICT) Nieuw-West
Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (dIVV) West
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) Zuid
Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) Oost
Dienst Noord/Zuidlijn
Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S)
Dienst Persoonsen- en Geo- informatie(DPG)
Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO)
Dienst Stadstoezicht
Dienst Verzekeringszaken (VGA)
Dienst Werk en Inkomen (DWI)
Dienst Wonen Zorg en Samenleven (DWZS)
Zetelverdeling Amsterdam 2011
Dienst Zuidas
Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) Partij Aantal zetels
Economische Zaken (EZ)
Gemeentelijke Ombudsman
Geneeskundige- en Gezondheidsdienst (GGD) PvdA 15
Haven Amsterdam VVD 8
Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) GroenLinks 7
Ontwikkelingsbedrijf (OGA)
Projectmanagementbureau (PMB) D66 7
Servicehuis Personeel (SHP) SP 3
Stadsarchief Amsterdam (SAA) CDA 2
Stadsbank van Lening (SBL) Red Amsterdam 1
Waternet
Wibautgroep Partij voor de Dieren 1
Trots op Nederland 1
* Aansturing door College betreft bedrijfsvoering.
Accountantscontrole vindt plaats in opdracht van de
Totaal 45
Gemeenteraad.

Op www.amsterdam.nl staan de websites van de


gemeentelijke diensten en bedrijven van Amsterdam.

Raadsdruk Begroting 2011 4


College van Burgemeester en Wethouders

Burgemeester Eberhard van Wethouder Lodewijk Asscher Wethouder Carolien Wethouder Eric van der
(PvdA) Gehrels (PvdA) Burg (VVD)
der Laan
beheert de portefeuilles beheert de portefeuilles beheert de portefeuilles Zorg
is verantwoordelijk voor
Financiën, Jeugdzaken, Economische Zaken, en welzijn, Sport en
Openbare Orde en Veiligheid,
Educatie en Project 1012. Waterbeheer, Monumenten, Recreatie, Luchthaven,
Integraal Veiligheidsbeleid,
Kunst en Cultuur, Lokale Media, Personeel, Organisatie en
Regelgeving en Handhaving,
Bedrijven, Deelnemingen, Integriteit, Dienstverlening
Algemene zaken,
Bedrijfsvoering en Inkoop. en Externe Betrekkingen en
Communicatie, Juridische
Dierenwelzijn.
Zaken en de Bestuursdienst.

Wethouder Freek Ossel Wethouder Maarten van Wethouder Eric Wiebes (VVD) Wethouder Andrée van Es
(PvdA) beheert de portefeuilles
Poelgeest (GroenLinks) Wethouder Eric Wiebes beheert
beheert de portefeuilles Wonen Werk, Inkomen en
beheert de portefeuilles de portefeuilles Verkeer Vervoer
en Wijken, Armoede, Openbare Participatie, Diversiteit en
Ruimtelijke Ordening (incl. inclusief de Noord/Zuidlijn, ICT,
Ruimte en Groen, Programma Integratie, Inburgering en
Bouw en Woningtoezicht) glasvezel en Luchtkwaliteit.
Maatschappelijke Investeringen Bestuurlijk stelsel.
Grondzaken.
(PMI), Koers Nieuw West,
Zeehaven en Westpoort

Gemeentesecretaris Henk de
Jong
is eerste adviseur van het
College van B&W en
eindverantwoordelijk voor de
diensten van de centrale stad.

Raadsdruk Begroting 2011 5


Raadsdruk Begroting 2011 6
2 Bestuurlijke hoofdlijnen
Beleidsinhoudelijk
Programakkoord en indicatoren
Financieel

Raadsdruk Begroting 2011 7


Raadsdruk Begroting 2011 8
Beleidsinhoudelijk

Inleiding
De gemeente Amsterdam stevent af op flinke financiële tekorten in de komende jaren. De
uitgaven stijgen, de inkomsten dalen. Er moet dus fors worden bezuinigd. Komend jaar € 83
miljoen, oplopend naar ruim € 208 miljoen structureel vanaf 2014. In absolute getallen was de
financiële opgave voor het stadsbestuur nog nooit zo groot. Het nieuwe college is dan ook
doordrongen van de ernst van de situatie waarin het deze begroting aanbiedt.

Kiezen voor de stad


Na een forse dip groeit de Nederlandse economie slechts mondjesmaat. De wereldhandel,
financiële en monetaire markten en werkgelegenheid kenmerken zich vooralsnog door
onzekerheid en instabiliteit. Dit raakt ook Amsterdam. Niemand weet precies wat de toekomst
ons brengt, al moeten we ons voorbereiden op minder financiële middelen van het Rijk
zonder op dit moment de plannen van een nieuwe regering te kennen. We moeten daarnaast
rekening houden met stijgende uitgaven, bijvoorbeeld voor uitkeringen. Ook is de financiële
positie van de stad de afgelopen jaren beïnvloed door tegenvallers binnen de eigen
begroting, in het bijzonder de Noord/Zuidlijn.

Bij het opstellen van het Programakkoord Kiezen voor de stad is rekening gehouden met de
grote bezuinigingsoperatie waar dit college voor staat. Binnen deze kaders is de begroting
2011 opgesteld.

Minder geld, veel ambitie


Urgente problemen in de stad moeten worden aangepakt. Ook nu er minder geld is.
Amsterdammers hebben de terechte wens dat hun stad die ene unieke plek op aarde blijft,
waar je je kunt ontplooien en jezelf kunt zijn. Een stad waar werk is, waar je een betaalbaar
huis kunt vinden, waar kinderen goed onderwijs krijgen en waar je ’s avonds zonder angst
met het openbaar vervoer kunt gaan. Een stad die we graag zo schoon en ‘gezond’ mogelijk
willen nalaten aan onze kinderen.
Minder geld mag daarom nooit worden verward met minder ambitie. We zullen de verbetering
van de stad minder in geld moeten zoeken en meer met onze kwaliteiten moeten waarmaken.
Doorzettingsvermogen, oprechte aandacht en kwaliteit in de uitvoering zijn minstens zo
belangrijk om maatschappelijke ambitie waar te maken.

Er staan ook mooie dingen te gebeuren: komende bestuursperiode openen het


Scheepvaartmuseum, het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum weer hun deuren. Met
grootscheepse verbouwingen heeft Amsterdam geïnvesteerd in haar culturele en
economische toekomst. De komende jaren kunnen we beginnen daar de vruchten van te
plukken. Ook blijven onze armoedevoorzieningen ondanks de krappe portemonnee op
niveau. Hiermee houden we de stad niet alleen financieel maar ook sociaal gezond.

Een solide begroting 2011


Al onze toekomstplannen beginnen en eindigen met een sobere, solide en sluitende
begroting voor 2011. Alleen zo kunnen we de stad financieel gezond houden en Amsterdam
wapenen tegen eventuele, nieuwe tegenslagen. Nu ingrijpen voorkomt dat we toekomstige
generaties opzadelen met grote tekorten en bijbehorende rentelasten. Dat vraagt om
fundamentele keuzes en een gerichte manier van besturen.

Onze keuzes
Een waarschuwing is op zijn plaats: het is onmogelijk om meer dan € 208 miljoen te
bezuinigen zonder dat de Amsterdammers dit voelen. Iedere Amsterdammer zal de komende
jaren geconfronteerd worden met de gevolgen van de financiële situatie van de gemeente.
Het college doet er alles aan om de pijn te beperken en de lasten eerlijk te verdelen.

Ingrijpen gemeentelijke organisatie


Dat gebeurt allereerst door ruim de helft van de totale bezuinigingsopgave uit de
gemeentelijke organisatie zelf te halen. Dat vraagt om een forse ingreep in de manier van
werken, een daling van het aantal ambtenaren en slim omgaan met huisvesting, ICT en
inkoop. De komende vier jaar wordt gewerkt aan een kleinere, zelfbewuste gemeentelijke

Raadsdruk Begroting 2011 9


overheid, die Amsterdammers levert waar ze recht op hebben: basisvoorzieningen die
gewoon goed zijn.

Hervormingsagenda
Niet alleen de gemeentelijke organisatie moet veranderen en bezuinigen. Er moet ook
worden nagedacht over de vraag hoe we de gemeentelijke taken in de stad in de toekomst
beter kunnen uitvoeren. Daarom presenteren wij bij de begroting 2011 een concept-
hervormingsagenda. Met deze agenda zetten we in op een drastische hervorming van beleid.
Dat is nodig om in een voortdurend veranderende samenleving en met minder middelen te
kunnen blijven werken aan een sociale, economisch sterke en duurzame stad. De
hervormingsagenda richt zich op vijf onderwerpen waar we grote kansen zien om betere
resultaten te bereiken voor de stad en Amsterdammers. Tegelijk zullen we niet ontkomen aan
keuzes en het stellen van nieuwe prioriteiten. Daarmee willen we ook flexibel kunnen inspelen
op nog komende bezuinigingen van het rijk. Met deze agenda willen we kansen kunnen
blijven bieden op begeleiding naar werk, op adequate zorg en ondersteuning waar nodig in
het meedoen in de Amsterdamse samenleving. Toezicht en handhaving dragen bij aan een
veilige stad, maar kan veel effectiever en efficiënter. De crisis heeft duidelijk gemaakt dat
onze wijze van het maken van ruimtelijke plannen en het verrekenen van kosten en baten
anders moet om ruimte te kunnen blijven bieden voor nieuwe woningen, herstructurering,
bedrijven, groen en een kwalitatief goede openbare ruimte. Samenwerking binnen en buiten
de gemeente dient versterkt te worden. We zullen samenhangenden en krachtiger prestaties
moeten leveren in nauwe samenwerking met betrokken maatschappelijke organisaties.

Drie basisprincipes: solidariteit, rendement, toekomstgericht


Naast de eigen bestuurlijke organisatie zal er in 2011 gekort worden in het sociale (€ 12
miljoen) en het fysieke domein (€ 31 miljoen). Bij het maken van deze keuzes hanteert ons
College drie basisprincipes.

Ten eerste zal iedereen die de gemeente écht nodig heeft op ons kunnen blijven rekenen.
Solidariteit is een wezenskenmerk van onze stad. Die sociale verbondenheid maakt dat
mensen bij wie het tegen zit, mee kunnen blijven doen of noodzakelijke zorg kunnen
ontvangen.

Ten tweede kijken we zeer kritisch naar wat uitgaven opleveren. ‘Effectiviteit per euro’ speelt
een cruciale rol bij het bepalen van onze bestedingen. Bij de besteding van gemeentegeld
wordt gekozen voor die alternatieven die het meeste rendement opleveren voor de
Amsterdammer.

Ten derde kiest ons College ervoor om te blijven investeren in de vitale infrastructuur die
nodig is voor de duurzame toekomst van de stad. Zo voorkomen we dat soberheid gelijk komt
te staan aan stilstand. Amsterdam moet straks volop mee kunnen draaien als de
economische kansen zich voor doen. Ons College zal hiervoor een beroep doen op het
Amsterdams Investeringsfonds (AIF).

Amsterdammers en de gemeente
Ons College legt de komende jaren een ander accent op de rol van de gemeente in de stad.
Op veel gebieden verschuift de inzet van ‘regelen en reguleren’ naar ‘stimuleren en
faciliteren’. Solidariteit, rendement en gericht investeren vormen de leidraad bij het besteden
van de schaarse middelen om de stad aantrekkelijk te houden en financieel op orde te
krijgen. Dat is de belofte van dit college aan alle Amsterdammers.

Keerzijde is dat Amsterdam de komende jaren een beroep zal doen op de veerkracht van alle
Amsterdammers, organisaties en bedrijven. De stad zal zich aan moeten passen aan de
veranderde omstandigheden. Daar waar instanties geraakt worden door een vermindering, of
stopzetting, van subsidies zal de gemeente dit in 2011 in veel gevallen geheel of gedeeltelijk
compenseren, zodat zij de bedrijfsvoering hierop kunnen aanpassen.

De bezuinigingen zullen de komende jaren ook van invloed zijn op de hoogte van het
stadsdeelfonds. Stad en stadsdelen zullen deze effecten gezamenlijk uitwerken en zoeken

Raadsdruk Begroting 2011 10


naar schaalvoordelen en maatregelen die de onderlinge rolverdeling versterken en de
Amsterdammers zoveel mogelijk ontzien.

Bedrijfsvoering en dienstverlening
De helft van de totale bezuinigingen wordt gehaald uit de gemeentelijke organisatie. In 2011
wil ons College een bezuiniging van bijna € 40 miljoen realiseren door onder meer te
bezuinigen op de onderdelen Bestuursdienst (€ 4,7 miljoen), huisvesting (€ 4,6 miljoen),
inkoop (€ 4,2 miljoen) en personeel (€ 14,2 miljoen). In de periode tot 2014 moet het
bestaande ambtenarenapparaat met enkele honderden slinken. Om toezicht te houden op de
voortgang van de bezuinigingen en de realisatie ervan te waarborgen, zullen gerichte
organisatorische maatregelen volgen. Deze veranderingen gaan niet over een nacht ijs.

De nadruk ligt op het leveren van kwalitatief goede dienstverlening bij alle basisvoorzieningen
van de gemeente: van het aanvragen van een nieuw rijbewijs of een kapvergunning tot het
verstrekken van armoedevoorzieningen of een rolstoeldeken. Dat vraagt ook om heldere
focus en duidelijke taakverdeling binnen de gemeentelijke organisatie. Ons College zet
hiermee de volgende stap in het proces naar 1 Amsterdam, dat is ingezet bij de herindeling
van de stadsdelen.

Het college ziet zich genoodzaakt om een groot bedrag in de gemeentelijke ICT te investeren.
Het gaat om een bedrag van ten minsten € 60 miljoen tot 2014. Dit is noodzakelijk om de
genoemde ambitie op het terrein van de dienstverlening waar te kunnen maken: goede
basisvoorzieningen vragen om een dito ICT. Ons College heeft er duidelijk niet voor gekozen
om met tijdelijke, minder dure oplossingen de ergste nood te lenigen, maar een investering te
doen die na vier jaar een jaarlijkse besparing van
€ 20 miljoen oplevert. Tevens heeft ons College in de Actualisatie 2010 € 22 miljoen
uitgetrokken voor het wegwerken van achterstallig onderhoud op het terrein van ICT en € 2
miljoen voor de voorbereidingen om het realisatieplan in 2011 te kunnen uitvoeren.

Sociale domein

Veiligheid
Veiligheid is een primaire levensbehoefte en een speerpunt van dit college.
Ondanks de bezuinigingen wordt aan de capaciteit voor toezicht en handhaving op straat niet
getornd. Toezichthouders en straatcoaches zijn net als in 2010 herkenbaar op straat
aanwezig. Ook de aanpak van criminaliteit binnen het Project 1012 en een lik-op-stuk aanpak
in combinatie met recidivebeperkende trajecten voor criminele en risicojongeren, blijven in
2011 de volle aandacht houden. Bezuinigingen worden gerealiseerd door minder
ondersteuning van overlegstructuren, een voorlopige begrenzing van het aantal
veiligheidshuizen tot twee en beperking van de reikwijdte van de gebiedsaanpak.

Jeugd en Onderwijs
Investeren in kinderen blijft een van de belangrijkste prioriteitenIeder kind in Amsterdam heeft
recht op een goede school. Ons College zet de kwaliteitsaanpak basisonderwijs voort en
zorgt voor een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen in de stad. Schoolverzuim en
voortijdig schoolverlaten worden onverminderd aangepakt. In 2011 is er minder
investeringsruimte voor schoolgebouwen. Dat is moeilijk, maar ons College kiest er
uitdrukkelijk voor om kwaliteit van het onderwijs zelf de voorrang te geven.

Binnen de portefeuille Jeugd en Onderwijs is een aantal pijnlijke keuzes gemaakt. Ons
College kiest duidelijk voor het in stand houden en verbeteren van kerntaken: kwaliteit van
onderwijs, maar ook voor een duidelijke verbeterslag in de Jeugdzorg. Hoe complex dit soms
ook is, houdt ons College vast aan haar ambitie om Amsterdam voor alle Amsterdamse
kinderen een kwalitatief goede stad te laten zijn om in op te groeien.

Deze keuze heeft direct pijnlijke gevolgen voor enkele organisaties binnen de portefeuille. Dat
geldt bijvoorbeeld voor twee organisaties voor talentontwikkeling, Nowhere en Studio West.
Ook van het Streetcornerwork, de Ketenunits, Basta school tv en het Stedelijk Jongeren
Netwerk worden de subsidies afgebouwd.

Raadsdruk Begroting 2011 11


Werk en meedoen
De werkloosheid in Amsterdam is de laatste jaren tot bijna 6% gestegen en de prognose is
dat dit percentage de komende tijd eerder zal stijgen dan dalen. Dat betekent dat de druk op
zowel het uitkeringsbudget, als op de re-integratiegelden toeneemt. Meer mensen doen een
beroep op de steun van Dienst Werk en Inkomen (DWI). Op de middelen die de rijksoverheid
hiervoor beschikbaar stelt, wordt flink gekort. Tevens houdt dit college vast aan de in het
Programakkoord gestelde besparing van € 15 miljoen op inkomensvoorzieningen.
DWI ziet zich voor de taak gesteld met minder geld, meer mensen te helpen. De wijze waarop
wordt bij de Voorjaarsnota 2011 besproken in de gemeenteraad. Zie ook de passage over de
hervormingsagenda. Ons College trekt hoe dan ook € 4 miljoen uit om de capaciteit bij DWI
op de werkvloer te vergroten.

Via Pantar Amsterdam werken 3.000 mensen in de Sociale Werkvoorziening. De


gemeentelijke bijdrage voor Pantar Amsterdam was in 2010 4 miljoen euro. Deze daalt naar
€ 2,5 miljoen in 2011. Ook zal de druk op de beschikbare re-integratiemiddelen naar
verwachting doorwerken bij de overige trajecten van Pantar.

Armoedebeleid
De huidige economische en financiële toestand van de stad mogen we niet afwentelen op de
allerzwaksten. Ons College kiest er expliciet voor het budget voor armoedebestrijding de
prioriteit uit het Programakkoord toe te kennen van € 11,5 miljoen. Armoedevoorzieningen
waarborgen niet alleen de mogelijkheid op een menswaardig bestaan, ook bieden zij de
noodzakelijke basis van waaruit de eigen situatie verbeterd kan worden.

Zorg
De zorgsector wordt geconfronteerd met forse Rijksbezuinigingen. De gemeente Amsterdam
compenseert daar een groot deel van. Zorg die voor een humaan bestaan vereist is, wordt
gewaarborgd. Dat betekent behoud van voorzieningen zoals het aanvullend openbaar
vervoer, waar veel ouderen en gehandicapten gebruik van maken. Ook compenseert de
gemeente de bezuinigingen op de woningaanpassingen, die mensen in staat stelt langer
zelfstandig te wonen, de alfahulpen en psychosociale ondersteuning.

Amsterdam moet helaas ook in de zorgsector bezuinigingen doorvoeren van € 3,4 miljoen in
2011. Een deel hiervan wordt gerealiseerd door het leveren van minder uren op
voorzieningen zoals hulp bij huishouden aan speciale groepen.

Voorzieningen
Van belangrijke sociale voorzieningen in de stad zoals Hortus en Artis wordt een bijdrage
verwacht aan de financiële gezondmaking van de stad. Zij worden gefaseerd gekort op hun
subsidies.

Fysieke domein

Wonen
Zo’n 60.000 mensen zijn in Amsterdam op zoek naar een goedkope huurwoning. De starters
binnen deze groep hebben een wachttijd die door de jaren heen is opgelopen tot meer dan 7
jaar. Ook de doorstromers komen steeds moeilijker aan een andere huurwoning. Ons College
legt zich toe op de ontwikkeling van een beter woonruimte-verdeelsysteem voor Amsterdam.

In delen van de stad is ruimte om minder sociale huurwoningen te bouwen. Dit bevordert de
woningbouwproductie. Gemiddeld genomen houden we vast aan de algemene lijn van 30%
sociale woningbouw. In de stadsdelen Oost en West zijn er in de bestaande voorraad veel
sociale huurwoningen (70%). In deze wijken mag het percentage sociale huur naar beneden
zodat hier meer doorstroming ontstaat.

Besparingen in de woonsector worden onder andere doorgevoerd op de vermindering van de


subsidie aan het Amsterdams Steunpunt Wonen/Huurdervereniging Amsterdam (ASW/HA)
en de beëindiging van de subsidie aan Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag. Wijksteunpunt
Wonen voert deels dezelfde taken uit als het Meldpunt en kan, samen met de dienst Wonen,
Zorg en Samenleving, de overige diensten opvangen.

Raadsdruk Begroting 2011 12


Minder nieuwbouw
De nieuwbouw in de stad is niet alleen hard getroffen door de economische crisis, maar ook
door het structureel kleiner worden van de kantorenmarkt. Ons College grijpt daarom fors in
op de grote nieuwbouwprojecten in de stad. Van alle geplande woningen en kantoren in de
stad, zal een derde tot de helft de komende jaren niet gebouwd worden. Dit betekent dat
(grote) delen van nieuwbouwprojecten zullen worden stilgelegd .

Het overzicht van de ingrepen per project wordt separaat door ons College aan uw
Vergadering aangeboden.

Wijken
De continuïteit van de wijkaanpak staat onder druk. Afgezien van de Rijksbezuinigingen
worden ook stadsdelen geconfronteerd met de noodzaak te bezuinigen. Signalen uit de
corporatiewereld duiden op een aanzienlijke teruggang in de investeringen in wijkaanpak,
stedelijke vernieuwing en maatschappelijk vastgoed. Tegen deze achtergrond ontstaat het
sombere beeld van een stokkende vernieuwing in die delen van de stad, die deze het hardst
nodig hebben. Dit betekent een aanslag op de leefbaarheid van deze buurten en een harde
knauw voor de verwachtingen van de bewoners.

In de begroting is daarom € 7,5 miljoen gereserveerd voor het verbeteren van de leefbaarheid
in aandachtswijken. Komende vier jaar wil ons College de verschillende sociale maatregelen
en investeringen beter op elkaar afstemmen. Zo moet de aanpak van achterstandswijken
gerichter gekoppeld worden aan kwaliteitsverbetering van onderwijs, renovatie van huizen en
het vernieuwen van de openbare ruimte en groenvoorzieningen, (wijk)inburgeringsbeleid en
sociale (wijk)voorzieningen. Actieve betrokkenheid van buurtbewoners en de inzet van
bestuurders van stad en stadsdelen, met die van betrokken instanties, zijn een vereiste om
deze aanpak tot een succes te maken.

Bereikbaarheid, verkeer en vervoer


De bereikbaarheid van de stad wordt in een klap groter op het moment dat de Noord/Zuidlijn
rijdt. Tot die tijd is het vooral zaak om het werken aan de Noord/Zuidlijn zo veilig en voor de
omgeving zo draaglijk mogelijk te houden. Mede op basis van het rapport van de commissie
Veerman heeft ons College er voor gekozen om een aanzienlijk bedrag te reserveren voor
het afdekken van risico’s die zich mogelijk nog voor doen bij de aanleg van de lijn.

Dit college reserveert € 2 miljoen voor de verbetering van de verbinding van P+R’s met het
openbaar vervoer. De dagtarieven van de P+R-voorzieningen worden verhoogd.

Voor de eerste fase van de aanpak van de Rode Loper, het stuk tussen Dam en Spui, wordt
€ 5 miljoen uitgetrokken.

Ons College zet, naast het Mobiliteitsfonds, € 0,5 miljoen incidenteel in om het ingezette
taxibeleid voort te zetten. Gewerkt wordt aan de totstandkoming van de Amsterdamse
taxiverordening 2011, waarmee de gemeente de taximarkt reguleert.

Schone energie
Amsterdam maakt zich klaar voor een energietransitie. Van een stad die afhankelijk is van
olie, kolen en gas moet Amsterdam een stad worden die gebruik maakt van schonere
energievormen en die daar zuinig mee omgaat. Dit houdt de energierekening van de
Amsterdamse burgers en bedrijven betaalbaar en verlaagt de CO2 uitstoot van de stad. Ons
College reserveert daarom het komende jaar € 10 miljoen uit het Amsterdams
Investeringsfonds voor de peiler Klimaat, Duurzaamheid en Luchtkwaliteit. Met deze eerste
tranche zal in concrete projecten worden geïnvesteerd, die aantoonbaar bijdragen aan het
maken van de energietransitie en het terugbrengen van de CO2 uitstoot van de stad. In
december 2010 zal ons College een concreet verdelingsvoorstel doen.

Raadsdruk Begroting 2011 13


Het Amsterdams Investeringsfonds
De Begroting 2011 kent naast de noodzaak tot grote structurele bezuinigingen een aantal
incidentele baten die optellen tot € 320 miljoen, waarvan € 145 miljoen afkomstig is uit de
opbrengst van de NUON verkoop.

In lijn met de wens van de gemeenteraad wordt een deel van de incidentele meevallers
gestort in een investeringsfonds. Voor dit Amsterdams Investeringsfonds (AIF) wordt € 200
miljoen uitgetrokken en wordt gebruikt voor Stedelijke Ontwikkeling en Bereikbaarheid,
Economie en Innovatie en Klimaat, Duurzaamheid en Luchtkwaliteit. Geld dat aan het fonds
wordt onttrokken, moet zichzelf in belangrijke mate terug kunnen verdienen en zo als
aanjager fungeren voor economische ontwikkelingen. Het AIF biedt de unieke mogelijkheid
om juist in economisch zware tijden gericht te kunnen investeren wanneer concrete kansen
zich voordoen die de stad ten goede komen.

Ons College stelt voor om ten behoeve van de ontwikkeling van het Food Center, en
investeringen in het project 1012 en voor maatschappelijk vastgoed € 50 miljoen euro uit het
AIF te tillen, aangezien deze projecten niet voldoen aan de aan het AIF gestelde criteria.
Daarnaast stelt ons College investeringen voor op het gebied van (sport)evenementen, het
aantrekken van buitenlandse ondernemingen en concrete duurzaamheidprojecten.

Ons College wil in gesprek met uw Vergadering de criteria nader uitwerken voor toekomstige
bestemmingen van middelen uit het AIF.

Raadsdruk Begroting 2011 14


Programakkoord doelstellingen en indicatoren

Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Objectieve veiligheidsindex 1 80 2009 78-75 78-74 78-73 78-72
Subjectieve veiligheidsindex 76 2009
Element buurtproblemen 63 2009 61-58 61-57 61-56 61-55
Element vermijding 81 2009 79-76 79-75 79-74 79-73
Leefbaarheidsindex Wordt nog ontwikkeld

Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Afname recidive: 2/2010
First Offenders 30% 28% 25% 23% 20%
Licht Criminelen 45% 43% 40% 37% 35%
Potentieel Jeugdige Veelplegers 63% 60% 57% 53% 50%
Harde Kern Jeugd 90% 87% 83% 79% 75%
Afname aantal problematische 40 2009 40-37 37-34 37-34 34
jeugdgroepen
Aantal VO scholen dat een
schoolveiligheidsteam heeft 6 2010 10 Nader idem idem
vast te
stellen;
afhankeli
jk van
budget

Doelstelling 3: Geweld achter de voordeur


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Verhouding aangiften / incidenten 30% 2009 32,5% 35% 37,5% 40%
Toename huisverboden 97 2009 minimaal minimaal minimaal minimaal
250 250 250 250

Doelstelling 4: Mensen ontwikkelen zich naar werk (zie ook bij armoede)
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Uitstroom naar werk in een jaar 2.513 3.500 4.000 4.000 4.200
(2009)

Doelstelling 5: Meer jongeren terug naar school of aan het werk


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Percentage jongeren dat binnen een 38% 40% 42% 44% 45%
jaar terug naar school gaat of aan 1e kw 2010
het werk is 89%
Percentage jongeren dat na 1e kw 2010 85% 85% 90% 95%
aanmelding bij het Jongerenloket
binnen 4 weken een werkleeraanbod
krijgt

Doelstelling 6: Mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij reguliere arbeidsmarkt
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Percentage mensen dat werkzaam 12% 12% 12% 12% 12%
is bij een werkgever via Begeleid (2009)
Werken

1
Bij het objectieve en het subjectieve indexcijfer is daling een positief effect. Het objectieve indexcijfer bestaat uit de
elementen inbraak, diefstal, geweld, overlast, vandalisme, verkeer en drugs. Deze elementen worden gemeten met
behulp van in totaal 36 indicatoren. Het subjectieve indexcijfer bestaat uit drie elementen: veiligheidsbeleving,
vermijdingsgedrag en buurtproblematiek. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 31 indicatoren.

Raadsdruk Begroting 2011 15


Doelstelling 7: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en geschiedenis van
de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal Amsterdammers dat een taal- 2.514 6.200 6.200 6.200 6.200
en inburgeringscursus krijgt (1e kw 2010)
aangeboden (aantal WI-trajecten)
Aantal Amsterdammers dat een 2.826 1.375 1.375 1.375 1.375
educatietraject krijgt aangeboden (2009)
(WEB-traject)

Doelstelling 8: Verhogen bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen


Indicator Nulmeting
Nulmetingen
enpeildatum
peildatum 2011
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014
Bereik voorzieningen per jaar 69%2 80% 85% 90% 90%
(2008)

Doelstelling 9: Versterken schuldhulpverlening


Indicator Nulmeting
Nulmetingen
enpeildatum
peildatum 2011
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014
Geen wachtlijst informatieadvies- 5 Geen Geen Geen Geen
gesprek en intake (2009) wachtlijst wachtlijst wachtlijst wachtlijst
schuldhulpverlening

Doelstelling 10: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Verhoogd PGB gebruik bij cliënten Percentage 1-6-2010 12 % 13 % 14% 15 %


individuele voorzieningen (HBH, PGB is
woningaanpassingen en 11%
vervoersvoorzieningen)

Minder bureaucratie (aanvragen, 1-6-2010


verantwoorden etc.) door: 1800 1400 1000
-lichtere verantwoordingsprocedure
% PGB met zware verantwoording

Doelstelling 11: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal cliënten in de 50% (moet 1-1-2010 60% 70% 80% 90%


maatschappelijke opvang dat nog
minimaal 3 dagdelen per week geverifieerd
dagbesteding/arbeid heeft worden)

Doelstelling 12: Kinderen krijgen goede scholing


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
3
% kinderen met een indicatie VVE 50 2009 70 75 80 85
dat deelneemt aan VVE
# zwakke basisscholen (PO) volgens 18 Juli 2010 13 9 4 0
oordeel inspectie 4
% jongeren van 23 jaar dat als Nulmeting Schooljaar op basis idem idem idem
leerplichtige VO en/of MBO in volgt in 2009/2010 van
Amsterdam heeft gevolgd met een november nulmeting
startkwalificatie 2010

2
In de armoedemonitor over 2009 wordt als basis een nieuwe nulmeting gedaan
3
VVE is Voor- en Vroegschoolse Educatie.
4
Het betreft de scholen die deelnemen aan de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 16


Doelstelling 13: Snel ingrijpen bij problemen
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
# Gezinnen dat instroomt in de MPG 235 2010 235 Nader vast idem idem
aanpak te stellen

Doelstelling 14: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Door homo’s ervaren discriminatie 19% Burgermoni 18 17 16 15
tor 2009

Doelstelling 15: Discriminatie is afgenomen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal meldingen bij Meldpunt 965 Meldpunt 1000 1050 1075 PM
Discriminatie Amsterdam5 Discriminati
e
Amsterdam
, 2009

Doelstelling 16: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en sociale
ontwikkeling van alle Amsterdammers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Percentage sportdeelname kinderen 75% 2009 77% 80% 80% 80%
en jongeren 6 t/m 18 jaar volgens
RSO6
Percentage kinderen en jongeren 4 65% 2010 67% 68% 69% 70%7
t/m 18 jaar dat deelneemt aan
naschools sport- en beweegaanbod

Doelstelling 17: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal programma’s en bonden Progr. 12 2010 12 13 14 15
verankerd in Centrum voor Topsport Bonden 7 2010 7 8 9 9
en Onderwijs (CTO)
Aantal internationale topsportevene-
menten, onder te verdelen in
- Jaarlijks terugkerend 7 2010 7 7 7 7
- Aantal van EK/WK niveau, 6 1 4 2 48
georganiseerd in 2011-2014
(streven is 11 in totaal)
- Aantal grote evenementen
geacquireerd in de periode 2011- 4
2014 voor de periode ná 2014

Doelstelling 18: Ruimtelijk/accommodaties: a) sportievere inrichting openbare ruimte; b) voldoende


basissportvoorzieningen en c) kwalitatief betere sportvoorzieningen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal op te knappen en/of te 6 2010 7 7 7 7
realiseren sportvoorzieningen in de
openbare ruimte
Adequate accommodatiecapaciteit
basissportvoorzieningen9.

5
Deze indicator hoort bij de doelstelling dat de meldingsbereidheid in verband met gevallen van discriminatie moet
toenemen. Echter, een toename van het aantal meldingen is ook voor andere interpretatie vatbaar, hij kan ook
worden gezien als toename van de discriminatie. Nadere analyse van de gegevens geeft hier ieder jaar meer zicht
op.
6
Richtlijn Sportdeelname Onderzoek. Norm: minimaal 1 x per maand sporten.
7
Financiële dekking voor de programma’s die hiervoor nodig zijn, moet nog gevonden worden.
8
Waarvan twee zeer grote, waarschijnlijk in 2014, of één in 2013 en één in 2014
9
Dekking voor het op peil brengen van accommodatiebestand moet nog worden gevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 17


− Sporthalcapaciteit 26 2010 27 28 30 32
− Aantal hockeyvelden 32 34 36 40 42
− Aantal tennisbanen 221 230 235 250 270
Aantal “topparken” in ontwikkeling 4 2010 4 5 6 7

Doelstelling 19: kinderen ontwikkelen culturele kansen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

% scholen met cultuureducatie in het 67% / 33% 2006 86% / 65% 90% / 75%
15programma (PO-scholen/VO-
scholen)

Doelstelling 20: Stimuleren van kennis en innovatie


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Op basis van de – nog op te stellen - - PM PM PM PM
– regionale kennis en
innovatieagenda worden nader te
bepalen indicatoren geformuleerd10

Doelstelling 21: Faciliteren en


ondersteunen van ondernemers
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Gemeentelijke regeldruk neemt af 01-01-2010 -6% -12% -18% -25%
(cumulatief)
Tevredenheid ondernemers over 6.1 2010 6.5 6.7 7.0 7.0
gemeentelijke dienstverlening
Aantal (startende) ondernemers die - - 500 500 500 500
geholpen worden per jaar

Doelstelling 22: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Het aantal nieuwe internationale - - 50 100 150 200


bedrijven dat zich vestigt in de regio
(cumulatief)11
Aantal bedrijfsbezoeken per jaar12 - - 80 80 80 80

Behoud van een plaats in de top tien 7 2009 Top 10 Top 10 Top 10 Top 10
van Europese toeristensteden
Aantal overnachtingen (in miljoenen) 8.8 2007 9 9 9 9

Waardering Kunst en Cultuur (Staat


van de Stad)

Doelstelling 23: De stad groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door een pakket aan maatregelen


kan de stad zich ook na 2014
ruimtelijk ontwikkelen. De gemeente
heeft daar investeringsmogelijk-
heden voor. Toekomstige
ontwikkelingen uit de Structuurvisie,
zoals Havenstad, dokmodel Zuidas
en Foodcenter zijn in 2015 een reëel

10
Doelstellingen die in de agenda worden opgenomen kunnen alleen behaald worden indien er een bijdrage uit het
Amsterdam Investeringsfonds wordt gehonoreerd.
11
Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijven naar de regio worden gehaald. Indien de extra inzet die in het
programakkoord is opgenomen met middelen uit het Investeringsfonds gedekt wordt, kan dit aantal minimaal
verdubbeld worden
12
Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijfsbezoeken per jaar afgelegd worden. Indien er uit het
Investeringsfonds extra middelen bijkomen, kunnen er +PM bedrijfsbezoeken afgelegd worden

Raadsdruk Begroting 2011 18


perspectief.

Doelstelling 24: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie om (ten
opzichte van 1990) in 2025 de CO2 uitstoot met 40 procent te reduceren
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Jaarlijkse CO2 uitstoot 1990 Jaarlijkse
toename is
tot staan
gebracht

Doelstelling 25: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal gerealiseerde
studentenwoningen (door een mix 9.000 (over gehele bestuursperiode)
van maatregelen,niet alleen
nieuwbouw)
Aantal gerealiseerde
jongerenwoningen (idem, door een
mix van maatregelen) 2.500 (over gehele bestuursperiode)

Doelstelling 26: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Minimaal 40% van de tussen 2010


en 2014 gerealiseerde nieuwbouw is minimaal 40% klimaatneutraal
klimaatneutraal.

Voorbereidingen voor 100% Afronding


klimaatneutrale nieuwbouw vanaf in 2014
2015

Doelstelling 27: De hoeveelheid broedplaatsen groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vierkante meters broedplaats ca. 100.000 m2 31-12- 120.000 130.000 140.000 150.000
(aantal m2 BVO, cumulatief) 2009

Doelstelling 28: Aanpak leegstaande kantoren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal m2 dat getransformeerd 200.000 m2 over gehele bestuursperiode


wordt naar nieuwe functies

Doelstelling 29: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage eigen woningbezit 29 % Mei 2009 31 % geen 34 % geen


volgens tweejaarlijks onderzoek meting meting,
Wonen in Amsterdam doel 35 %

Doelstelling 30: De aanpak van illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, o.a. door middel van
Zoeklicht

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal vrijgekomen onrechtmatig 650 2007 1200 1200 1200 1200
verhuurde woningen
Aantal handhavingsbesluiten 900 2007 1300 1300 1300 1300

Raadsdruk Begroting 2011 19


Doelstelling 31: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal labelsprongen bij woningen


23.000 2009 tussen 75.000 en 100.000 (in de periode 2011-2014)
sociale sector

Doelstelling 32: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Uitbreiding huurdersondersteuning dienstverlening uitgebreid
vanuit de steunpunten wonen

Doelstelling 33: Aantrekkelijke, leefbare wijken


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Alle buurten en inwoners bereiken Zie Monitor 2008 Jaarlijkse gemiddelde stad is Streefwaarde
het gemiddelde niveau NAP op Wijkaanpak
sociaal, fysiek en economisch terrein
in 2018.13

Doelstelling 34: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Amsterdam laat van 2010-2014 een p.m. 1 januari 2% 5% 10% 16%
verbetering van zien 16 % ten 2011
opzichte van de ICT benchmark voor
Nederlandse gemeenten.

Doelstelling 35: Minder ernstige verkeerslachtoffers


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Het aantal ernstige 353 2009 345 335 325 315
verkeersslachtoffers

Doelstelling 36: Minder incidenten in het openbaar vervoer


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Het aantal aangiften van reizigers en In In In In In In
incidentmeldingen door ontwikkelin ontwikkelin ontwikkelin ontwikkelin ontwikkelin ontwikkelin
vervoerbedrijven bij de politie wat g g g g g g
betreft criminaliteit en overlast in en
rond het openbaar vervoer

Doelstelling 37: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
percentage negatieve beoordelingen 8% 2009 8% 7% 6% 5%
(5 of lager) over taxiritten in
Amsterdam

Doelstelling 38: Gebruik P+R-plekken


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal parkerende auto’s op 422.065 2009 Nader in te Nader in
Amsterdamse P+ R terreinen vullen te vullen

13 Het uitgangspunt is dat de buurten dan niet langer in de probleem-categorieën zeer veel aandacht of veel
aandacht vallen. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de indicatoren: leefsituatie-index, Cito-eindtoets,
startkwalificatie, sociale cohesie, minima < 18 jaar, werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid.

Raadsdruk Begroting 2011 20


Doelstelling 39 : Betere toegankelijkheid OV
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Bushaltes die toegankelijk zijn Aantal 2008 Aantal Aantal Aantal Aantal
voor mensen met een fysieke bushaltes bushaltes in bushaltes in bushaltes in bushaltes in
beperking toegankelijk: Noord, Geuzenveld, Bos en Centrum en
0 Zuidoost en Slotervaart, Lommer, Zeeburg
Westerpark Westpoort Baarsjes, (gehele
en Osdorp Oud West, programma
Oud Zuid en 918
Zuideramstel bushaltes)

Doelstelling 40: Meer fietsers


indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aandeel fiets in de modal split14 Volgt na Volgt na Volgt na Volgt na Volgt na Volgt na
vaststelling vaststelling vaststelling vaststelling vaststelling vaststelling
MJP Fiets MJP Fiets MJP Fiets MJP Fiets MJP Fiets MJP Fiets
2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014 2011-2014

Doelstelling 41: Luchtkwaliteit verbeteren


Indicator Nulmeting en 2011 2012 2013 2014
peildatum
Oordeel NSL of Amsterdam op Ontwikkeli Ontwikkeling Ontwikkeling Ontwikkeling
schema ligt om doel 2015 te ng op op schema op schema op schema
bereiken (2015: reductie van NO2 schema
met 0,5 µ / m3 in 2015 door
projecten uit VGS)

Doelstelling 42: De stad is financieel gezond


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Realisatie bezuinigingen per jaar € 81,5 € 57,7 € 37,6 € 34,4
miljoen miljoen miljoen miljoen
(cumulatief: (cumulatief: (cumulatief
€ 139,2) € 176,8) € 211,2)

Structureel evenwicht inkomsten -


uitgaven
Weerstandsvermogen voldoende
om risico’s op te vangen
Voldoende ruimte om te
investeren (AIF)

14
De verdeling van de verschillende vervoersvormen over de auto, het OV en de fiets

Raadsdruk Begroting 2011 21


Raadsdruk Begroting 2011 22
Financiële hoofdlijnen

1 Inleiding
De gemeente Amsterdam staat voor een grote financiële opgave. Uitgaven nemen toe, terwijl
inkomsten afnemen. Een gezonde financiële basis met voldoende bestedingsruimte is niet meer
vanzelfsprekend. Ons College ziet het als zijn taak om, ook voor toekomstige generaties, de
gemeentelijke financiën meerjarig op orde te krijgen en te houden. Daarom staan wij een financieel
beleid voor met de volgende uitgangspunten:

 een (meerjarig) structureel sluitende begroting


 het op peil houden van het weerstandsvermogen van de gemeente
 een voldoende niveau van reserves en voorzieningen
 geen dekking van structurele uitgaven met incidentele middelen
 voldoende financiële ruimte om te kunnen blijven investeren in de stad
 speciale aandacht voor risicovolle projecten
 prudent treasurybeleid

Deze uitgangspunten zijn gerespecteerd en gehanteerd bij het opstellen van de Begroting 2011 en
hebben samen met de uitgangspunten uit ons Programakkoord 2010-2014 geleid tot een forse
structurele bezuinigingstaakstelling van € 83 miljoen in 2011, oplopend tot € 208 miljoen vanaf 2014.
Dat betekent dat wij voor moeilijke en soms pijnlijke keuzes gesteld worden en nog gesteld zullen
worden. Iedereen in de stad zal de gevolgen van de noodzakelijke bezuinigingen voelen, maar
getracht is de pijn zo eerlijk mogelijk te verdelen. Er is voor gekozen om het zwaartepunt van de
bezuinigingen bij de gemeentelijke organisatie zelf neer te leggen: € 112 miljoen van de benodigde
besparingen wordt binnen de gemeente gevonden. Het is echter onvermijdelijk dat de bezuinigingen
effect hebben op de stad en de mensen die daar wonen en werken. Er is gezocht naar de
besparingsmogelijkheden die – ook op de langere termijn – het (leef)klimaat in de stad en het welzijn
van de burgers en de ondernemers ontzien en, waar mogelijk, de economische groei bevorderen.

Bezuinigingen 2011-2014 (x € 1 miljoen)

Sociaal; € 41

Bedrijfsvoering;
€ 112
Fysiek; € 41

De gemeentefinanciën verkeren in structureel opzicht in zwaar weer, maar tegelijkertijd ook in


de omstandigheid dat er voldoende incidentele middelen zijn om te kunnen blijven investeren. In 2011
beschikt de gemeente over middelen die vrij komen door de eerdere verkoop van Nuon-aandelen en
een gunstig rekeningresultaat 2009. Daardoor is ons College in staat om de prioriteiten in het
programakkoord financieel te ondersteunen, maar ook om een flinke dotatie te doen aan het
Amsterdams Investeringsfonds (AIF).

Hierna worden eerst de financiële ontwikkelingen in het jaar 2010 en de jaren daarna toegelicht.
Vervolgens wordt aangegeven hoe structureel dekking wordt gevonden voor de meerjarige tekorten
en invulling gegeven aan de incidentele ruimte. Ook het Amsterdams Investeringsfonds wordt nader
toegelicht. Aansluitend volgen paragrafen over de fondsen, waaronder het Vereveningsfonds, de

Raadsdruk Begroting 2011 23


ontwikkelingen van de tarieven en onrendabele investeringen. In de laatste paragraaf wordt ingegaan
op het gemeentefonds en de stadsdelen.

2 Financiële ontwikkelingen 2010


De uitkomst van de Actualisatie 2010 vertoont een voordelig resultaat van circa € 9 miljoen ten
opzichte van de vastgestelde begroting. Dit is het gevolg van een aantal ontwikkelingen die hieronder
worden toegelicht. Bij het opmaken van de Jaarrekening 2010 zal het definitieve resultaat bekend
worden. De ontwikkelingen zijn onder te verdelen in budgetneutrale ontwikkelingen enerzijds en voor-
en nadelige effecten anderzijds.

Er zijn drie grote budgetneutrale effecten. Ten eerste is bij de Jaarrekening 2009 besloten dat in de
Actualisatie 2010 alle reserves vakantiegeld voor een totaalbedrag van € 18,7 miljoen vrijvallen. De
vrijval is al in het rekeningresultaat 2009 opgenomen en daarom in de actualisatie saldoneutraal
verwerkt. Tevens is bij de Jaarrrekening 2009 besloten om een bedrag van € 20 miljoen te onttrekken
aan de reserve gevormd uit de ontvangen bate door verkoop van de Nuon-aandelen. Het bedrag is
bestemd voor de gemeentelijke bijdrage in de kosten van de herstructurering van het Foodcenter en
aan een nieuw gevormde reserve Herstructurering Foodcenter toegevoegd. Tot slot is er in de
actualisatie rekening gehouden met € 33,6 miljoen hogere integratie- en decentralisatie uitkeringen via
het gemeentefonds. In de betreffende programma’s leidt dit (in veel gevallen) tot navenant hogere
lasten. De grootste toevoegingen zijn een vergoeding voor de kosten van bodemsanering (€ 9,6
miljoen), de toename van de decentralisatie-uitkering leefbaarheid en veiligheid (€ 7,3 miljoen), de
decentralisatie-uitkering voor de aanpak van Marokkaanse probleemjongeren (€ 4,3 miljoen), voor
instapcursussen inburgering (€ 2,5 miljoen) en voor de langzaam verkeerspassage bij het Centraal
Station (€ 2 miljoen). De overige uitkeringen zijn elk kleiner dan € 2 miljoen.

De voor- en nadelige mutaties zijn talrijk. De grootste ontwikkelingen worden genoemd.

In de Begroting 2009 en de Begroting 2010 zijn nominale aanpassingen verwerkt voor de personele
en materiële kosten en de subsidies, welke achteraf gezien (substantieel) te hoog waren. In de
Actualisatie 2010 zijn de te hoge indexeringen gecorrigeerd. In de Actualisatie 2010 heeft dit een
totaal positief effect van ruim € 15 miljoen. Voor de Begroting 2011 is overigens eveneens een
negatieve nominale bijstelling geraamd. Tegenover deze nominale correcties staat een aantal reële
correcties, zoals de eerdere verwerking van de rijksbijdrage voor maatschappelijke opvang en
verslavingszorg, die leiden tot een incidentele verslechtering van in totaal € 20 miljoen.

Ten opzichte van de begroting treedt bij de rente over reserves en voorzieningen een verbetering van
€ 20 miljoen op. De verbetering is het gevolg van de toename van het totaal bedrag aan reserves en
voorzieningen, waarvan de rente ten gunste van de algemene dienst komt. Door een achterblijvend
investeringsniveau bij onder meer onderwijshuisvestingsprojecten en cultuurpanden, bij de
hoofdinfrastructuurprojecten en de Noord/Zuidlijn, vallen incidenteel afschrijvingskosten vrij voor een
totaalbedrag van € 15 miljoen.
Bij het Servicehuis Personeel is, vooruitlopend op de jaarrekening, een voorziening voor diverse
privatiseringstrajecten vrijgevallen voor een bedrag van ruim € 8 miljoen.

De situatie rondom de ICT in de gemeente verdient het om apart bij stil te staan. De Dienst ICT (DICT)
is per 1 januari opgericht, op basis van de samenvoeging van het Servicehuis ICT (SHI) en de afdeling
Informatie beleid van de bestuursdienst (CO-IB). Deze dienst is de spil in het streven naar een
samenhangende, efficiënte en effectieve ICT-functie binnen de gemeente Amsterdam. De dienst ICT
verkeert in een fase waarbij de invulling van de nieuwe dienst steeds meer vorm krijgt. Dit
overgangproces verloopt niet zonder problemen. Zo is er sprake van achterstallig onderhoud bij de
deelnemende diensten van het SHI (de zogenaamde BRI-diensten) en zelfs op de huidige
arbeidsmarkt blijken vacatures voor ICT- functies lastig te vervullen. Daardoor is het inhuren van
externen onontkoombaar. Daarnaast is gebleken dat soms nog veel verbeterd dient te worden aan de
interne bedrijfsvoering; ook op dit punt was sprake van achterstallig onderhoud bij het SHI.
De afgelopen jaren zijn weinig vervangingsinvesteringen uitgevoerd, waardoor de ICT van belangrijke
en grote diensten sterk is verouderd. Dit is een direct risico voor de continuïteit van de bedrijfsvoering
van deze diensten. De oorspronkelijke opzet bij het SHI was dat al het beheer uitgevoerd wordt voor
het vaste (lumpsum)bedrag, de zogenaamde deelnemersbijdrage. Deze bijdrage hield geen gelijke
tred met de toenemende beheerskosten. Dit leidde ertoe dat er minder middelen beschikbaar waren

Raadsdruk Begroting 2011 24


voor vervangingsinvesteringen. Dat heeft geleid tot uitval waardoor er, duurdere, noodvoorzieningen
en oplossingen gezocht moest worden. In de Actualisatie 2010 is een bedrag (€ 22 miljoen)
opgenomen om het achterstallig onderhoud weg te werken. Dit is nodig om de bedrijfsvoering van de
betrokken diensten te kunnen waarborgen en een stabiele basis te creëren voor de uitvoering van het
Realisatieplan ICT op Open Amsterdams Peil (OAP). Voorts is bij DICT een bedrag van € 7 miljoen
opgenomen voor noodzakelijke maatregelen gericht op verbetering van de interne bedrijfsvoering
(uitvoering realisatieplan, inrichting ICT control en verbetering van de organisatie) en voor het tekort
ten gevolge van niet gerealiseerde taakstellingen.

De verwachte verslechtering van de dividenduitkering van Schiphol van € 9,5 miljoen doet zich niet
voor. Dit leidt tot een voordeel ten opzichte van de begroting. Daarnaast is de vrijval verwerkt van
€ 18,3 miljoen, die samenhangt met de verkoop van de aandelen Nuon. Bij de verkoop van de
aandelen is een bedrag van € 36 miljoen op een rekening bij de BNG gestort als compensatie voor
mogelijke verborgen gebreken. Op 1 juli is dit bedrag voor de helft vrijgevallen

Tot slot is er een aantal negatieve mutaties, die optellen tot een totaal van circa € 10 miljoen.
Daaronder valt de terugloop van het resultaat van Haven Amsterdam met een kleine € 7 miljoen,
voornamelijk het gevolg van achterblijvende gronduitgiften en het wegvallen van de containerlijnen op
Oost-Azië.

Vooruitkijkend naar het rekeningresultaat 2010 dient het volgende te worden opgemerkt. In de
begroting en in de actualisatie wordt bij de rente eigen financieringsmiddelen uitgegaan van een rente
van 3,5%. In de Jaarrekening 2010 zal worden uitgegaan van een rentepercentage overeenkomend
met éénmaands Euribor. Op dit moment ligt deze rente aanzienlijk beneden het percentage waarvan
in de begroting is uitgegaan. In de rekening zal daarom gerekend moeten worden op een substantieel
lagere opbrengst. Daartegenover staat een aanzienlijk hogere meevaller als gevolg van het verschil
tussen de in de begroting geraamde rente en de éénmaands Euribor rente bij de omslagrente – en
ook de ten laste van de omslag te vergoeden rente is in de rekening lager dan de geraamde rente.
Aangezien het rente-egalisatiefonds de maximale omvang van € 140 miljoen heeft bereikt komt een
positief resultaat op de omslag (na aftrek van het aandeel voor de stadsdelen en Waternet) ten gunste
van het resultaat van de Jaarrekening 2010. In zijn totaliteit heeft dit dus een positief effect voor de
Jaarrekening 2010. In de Jaarrekening 2009 was eenzelfde effect aan de orde.
In het verdelingsvoorstel wordt een nieuwe methodiek van rentetoerekening voorgesteld. Niet langer
wordt uitgegaan van de één-maands Euribor, maar van de werkelijke omslagrente. Aangezien deze
zowel in de begroting als in de rekening gelijk is zal het hierboven aangegeven effect in komende
jaren niet meer in deze omvang voorkomen.

Nominale compensatie
In de Jaarrekening 2009 is in de bestuurlijke hoofdlijnen het onderzoek naar de verwerking van de
nominale compensatie gemeld. De nominale compensatie wordt via de begrotingsvoorschriften aan
diensten en bedrijven voorgeschreven. Het onderzoek heeft zich in de eerste helft van 2010
voltrokken en heeft het inzicht opgeleverd dat niet op alle begrotingsposten consequent de juiste
nominale aanpassingen worden verwerkt. Facilitaire onderdelen mogen, beargumenteerd en onder
specifieke omstandigheden, afwijken. Zij doen dat regelmatig. Onderbouwing van de afwijkingen
behoeft echter aandacht. De nominale aanpassing op incidentele budgetten zoals incidentele
prioriteiten wordt niet op eenduidige wijze verwerkt. Ons College zal scherper toezien op de naleving
van de voorschriften en deze in een beleidsnotitie opnemen en indien nodig een voorstel voor
verbetering doen.

3 Financiële ontwikkelingen 2011-2014

3.1 Vooraf

De structurele financiële ontwikkelingen kenmerken zich de komende jaren door afnemende


inkomsten. Niet alleen de eigen inkomsten van de gemeente, zoals erfpacht en inkomsten van
gemeentelijke bedrijven, laten een daling zien, ook de rijksbijdragen nemen af. Als rijksbijdragen
afnemen zal de gemeente haar uitgaven hierop (moeten) aanpassen. Ten opzichte van de Begroting
2010 zijn zowel de baten en lasten naar beneden bijgesteld op het gebied van de middelen voor de
wijkaanpak (€ 15 miljoen), brede doeluitkering economie (€ 7,8 miljoen), leefbaarheid en veiligheid
(€ 4,9 miljoen), bodemsanering (€ 5 miljoen), inburgering (€ 12,9 miljoen) en participatiebudgetten

Raadsdruk Begroting 2011 25


(€ 28,5 miljoen). Behalve door de noodzakelijke structurele besparingen, wordt de gemeente dus ook
door teruglopende rijksbijdragen fors in haar uitgaven beknot. De bovengenoemde voorbeelden tellen
al op tot € 74 miljoen.

Hieronder zijn de totale lasten en baten van de begroting 2011 weergegeven.

Lasten en Baten 2011 (x € 1 miljoen)

Openbare orde en veiligheid 111


11
Werk en inkomen 1.093
829
Zorg 380
141
Educatie & jeugd en diversiteit 195
74
439
Verkeer en Infrastructuur 232
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 2 45
131
Cultuur en monumenten 12
Milieu en water 482 Lasten
445
Economie en haven 109 Baten
130
Facilitair en bedrijven 316
291
Stedelijke ontwikkeling 209
201
Bestuur en concern 85
9
Dienstverlening 67
30
uitkering gemeentefonds (excl stadsdeelfonds) 0 909
overige baten 0 354
574
Reserves 565

3.2 Ontwikkeling structureel tekort


In het programakkoord is, op basis van het Financieel Meerjarenperspectief, de financiële opgave
berekend, waar de gemeente de jaren 2011-2014 voor staat. Deze opgave betrof een verwachting
van de structurele veranderingen in de gemeentelijke financiën bij ongewijzigd beleid en een
inschatting van een aanvullende korting van het gemeentefonds. De bezuinigingsopgave bij het
opstellen van het programakkoord is zodoende bepaald op tenminste € 79,5 miljoen in 2011 oplopend
tot € 207,3 miljoen vanaf 2014.

Bedragen * € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 Totaal


Structurele veranderingen bij ongewijzigd beleid
79,5 13,5 20,5 16,8 130,3
(FMP 2011-2014)

Aanvullende korting gemeentefonds - 26,0 27,0 24,0 77,0

Totaal structurele opgave Programakkoord 79,5 39,5 47,5 40,8 207,3

Bij het opstellen van de Begroting 2011 zijn de structurele veranderingen op een aantal onderdelen
bijgesteld. Deze worden hierna toegelicht. Onze veronderstellingen uit het voorjaar over de
aanvullende korting op het gemeentefonds zijn nog immer van kracht. Derhalve is
voorzichtigheidshalve gerekend met een korting van € 3 miljard op het totale gemeentefonds.
Uitgaande van het Amsterdamse aandeel in het gemeentefonds, de verdeling gemeentefonds-
stadsdeelfonds en een gelijkmatige spreiding over de jaren 2012-2017, betekent dat in deze
bestuursperiode een korting van € 77 miljoen. Tijdens de begrotingsvoorbereiding zijn de
onderhandelingen over een nieuw te vormen kabinet in volle gang. Uitkomsten zijn nog ongewis. De
veronderstellingen in het meerjarenbeeld over de mogelijke effecten van rijksbezuinigingen op het
gemeentefonds zijn vooralsnog niet aangepast.

Eerder is, onder andere in het rapport Inzet op Herstel, melding gemaakt van een onderzoek door de
Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) naar de uitkeringen in het gemeentefonds. Dit onderzoek
was van belang voor de gemeente omdat het recht zou kunnen doen aan de financiële positie van de
G4 en andere (grotere) gemeenten in het gemeentefonds. Amsterdam ontvangt samen met de drie

Raadsdruk Begroting 2011 26


andere grote gemeenten sinds 1997 een vast bedrag bovenop de gewone uitkering uit het
gemeentefonds. In 2010 is het vaste bedrag bijna € 300 miljoen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond.
De Raad heeft, kort samengevat, geadviseerd het vaste bedrag opnieuw te onderzoeken, aangezien
de uitgangspunten uit 1997 die ten grondslag liggen aan de uitzonderingspositie van de G4 volgens
de Rfv ten dele niet meer relevant zijn. In reactie op het advies van Rfv hebben de G4 in het voorjaar
2010 gezamenlijk een brief gestuurd aan de staatsecretaris van het ministerie van Binnenlandse
Zaken. In deze brief wordt aangegeven dat de herziening van de onderbouwing van het vaste bedrag
wenselijk is, maar dat de herijking van de verdeelsystematiek van het gemeentefonds – en de
onderbouwing van het vaste bedrag van de G4 – op integrale wijze en in onderlinge samenhang
bezien moet worden. Onze gemeente zal dit onderwerp verder bespreken met het nieuwe kabinet.

De grootste structurele veranderingen ten opzichte van de cijfers gepresenteerd in het


Programakkoord 2010-2014 zijn de volgende.

Totaal
Bedragen x € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 t.o.v. 2010
Tekort bij Programakkoord -79,5 -39,5 -45,5 -42,8 -207,3
Bijstellingen in Begroting 2011
1 Gemeentefonds 5,0 PM PM PM 5,0
2 Belastingen -1,0 -1,0
3 Erfpacht 3,2 -0,9 0,4 0,2 2,9
4 Deelnemingen 3,5 -3,5 0
5 Haven 0,6 2,1 1,0 2,4 6,1
6 Afvalenergiebedrijf 1,1 -1,1 0
7 Rente eigen financieringsmiddelen -5,6 0,3 0,4 2,0 -2,9
8 Overige FMP posten -0,6 1,0 1,2 1,6
9 Uitkeringslasten WWB 12,6 -2,6 10,0
Subtotaal -60,7 -44,2 -43,7 -37,0 -185,6

Overige rompmatige ontwikkelingen


10 Zorg (WMO) -12,4 -12,4
12 Vrijval kapitaallasten Nuon -2,2 -2,2
13 Diverse -3,3 -3,3
11 Kapitaallasten onvermijdbare investeringen -4,3 -4,3
Totaal structureel tekort -82,9 -44,2 -43,7 -37,0 -207,8

 De gemeentefondsuitkering is voor het jaar 2011 € 5 miljoen gunstiger. Dit bedrag is vrij
besteedbaar, aangezien bij het opstellen van het FMP in het voorjaar voorzichtigheidshalve al
rekening was gehouden met een mogelijke nominale bijstelling. Er is dus al financiële dekking
aanwezig voor de gevolgen van de nieuw afgesloten CAO. Overigens is voor de jaren daarna nog
geen dekking opgenomen voor de nominale ontwikkelingen (PM post)
 De ontwikkeling van de belastinginkomsten zijn minder positief dan verwacht. Dit leidt tot een
structurele verslechtering van € 1 miljoen vanaf 2011
 De inkomsten uit erfpacht verbeteren in 2011 met € 3,2 miljoen. De structurele verbetering voor de
periode 2011–2014 bedraagt € 2,9 miljoen
 Zoals bij de Financiële ontwikkelingen 2010 al is gemeld, doet de verwachte verslechtering van de
dividenduitkering van Schiphol zich niet voor. In het FMP werd nog uitgegaan van een dividend
uitkering van € 8,5 miljoen in 2011 en € 12 miljoen vanaf 2012. Op grond van de laatste
ontwikkelingen is het verantwoord om reeds vanaf 2011 uit te gaan van het structurele niveau van
€ 12 miljoen
 Een daling van het resultaat van Haven Amsterdam was al voorzien bij het opstellen van het FMP.
Bij de Actualisatie 2010 is deze daling ook verwerkt. De verwachting is dat in de jaren 2011 en
verder de resultaten van de Haven weer naar het oude niveau groeien

Raadsdruk Begroting 2011 27


 De verbeteringen van het resultaat van het Afval Energie Bedrijf treden eerder op dan verwacht.
Dit heeft een positief effect in 2011, maar levert op de langere termijn geen extra voordelen op
 De structurele inkomsten uit eigen financieringsmiddelen nemen af, doordat de omvang van de
structurele reserves en voorzieningen afneemt
 De grootste post binnen de FMP post overige betreft de opbrengst van parkeergebouwen. In 2011
wordt als gevolg van lagere bezettingsgraden bij de parkeergarages, het niet verhogen van
tarieven, eenmalige frictiekosten en het realiseren van het supportershome Ajax een lagere
winstafdracht verwacht. De verwachting is dat het resultaat in de daaropvolgende jaren verbetert
 Het structurele tekort voor de uitkeringslasten van de Wet werk en bijstand (Wwb) wordt geraamd
op € 45 miljoen. Bij deze berekening is rekening gehouden met de neerwaartse bijstelling van het
budget dat het rijk eind juli heeft afgegeven en tevens is uitgegaan van de op het moment van
schrijven meest recente realisatiecijfers over het aantal uitkeringsgerechtigden (juli 2010). Tevens
is in de berekeningen de verlaging van de uitkeringslasten met € 15 miljoen, conform het
programakkoord, meegenomen. In 2011 en 2012 worden tekorten boven de € 45 miljoen
verwacht, maar deze kunnen met een onttrekking aan de risicoreserve Wwb gedekt worden. Voor
een nadere toelichting wordt verwezen naar het Programma Werk en inkomen.

Ontwikkeling Wwb

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Uitkeringslasten Wwb 585 528 589 625 634 634
Programakkoord -7 -13 -14 -15
dekking:
Wwb Inkomensdeel
(rijksbudget) -500 -466 -497 -540 -549 -549
Wwb aanvullende uitkering
(rijksbudget) -11 - - - - -

overige inkomsten -24 -23 -24 -24 -24 -24


Saldo tekort 51 39 61 48 45 45
Onttrekking aan risicoreserve
Wwb -14 -2 -19 -3 0 0

Saldo ten laste van de


algemene dienst 37 37 42 45 45 45

 De Wmo-uitkering in het gemeentefonds is door het rijk met € 10,4 miljoen verlaagd. Ons College
heeft ervoor gekozen deze niet direct door te vertalen naar het Wmo-budget, maar op te vangen
binnen de algemene dienst. Dit leidt tot een structureel nadeel van € 10,4 miljoen.
Daarnaast heeft het rijk besloten in de nieuwe verdeelsystematiek voor de maatschappelijke
opvang dat een aantal taken binnen de zogenoemde ‘grensstrook’ valt. Deze taken worden in het
vervolg op een andere manier, namelijk via de zorgverzekeraars, gecompenseerd. Deze
inkomsten zijn in de Begroting 2009 ten onrechte vrijgevallen ten gunste van de algemene dienst.
Dit leidt tot een tegenvaller van € 2 miljoen
 In het FMP was uitgegaan van een structurele vrijval van kapitaallasten over de boekwaarde van
de deelneming Nuon, voor een bedrag van € 6,5 miljoen. De hoogte van de kapitaallasten
bedroeg echter € 4,3 miljoen. Het levert een structurele tegenvaller van € 2,2 miljoen op
 In de rompbegrotingen van diensten is een aantal rompmatige ontwikkelingen opgenomen die
leiden tot een structurele verslechtering van € 3,3 miljoen. Het gaat om gestegen lasten bij DMB
voor de vergunningverlening, kosten voor de zevende wethouder, te hoog ingeschatte baten van
het Contactcenter en wegvallende baten bij de Bestuursdienst die verband houden met de 10%-
operatie. Daarnaast wordt ook de laatste tranche van de ombuiging van SHI door de algemene
dienst gedragen
 Voor investeringen in de Noord/Zuidlijn, onderwijshuisvesting, vervangingsonderhoud
infrastructuur en de Hoge Sluis worden in de begroting kapitaallasten opgenomen. Het gaat hier
om onvermijdelijke uitgaven. Deze zijn als structurele prioriteit in het verdelingsvoorstel bij de
betreffende programma’s opgenomen. De lasten bedragen structureel € 4,3 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 28


Structurele prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen
Omschrijving 2011
Hoge sluis (kapitaallasten) 0,40
Onderwijshuisvestingsprogramma 2011 (kapitaallasten) 1,25
Vervangingsonderhoud infrastructuur (kapitaallasten) 1,20
Noord-Zuidlijn (kapitaallasten) 1,43
Totaal structurele prioriteiten 2011 4,28

3.3 Dekking structureel tekort


In de navolgende tabel wordt een totaaloverzicht gegeven van de structurele ombuigingen vanaf
2011. In totaal zal er voor een bedrag van € 194,1 miljoen structureel worden omgebogen in de
periode 2011-2014. In de bijlage bij deze Financiële Hoofdlijnen wordt een gedetailleerd overzicht
gegeven van alle meerjarige posterioriteiten. Het totaal bedrag aan voorgestelde bezuinigingen is
lager dan het totaal bedrag in het programakkoord. Dit is het gevolg van de verlaging van de
uitkeringslasten Wwb die reeds in de romp zijn verwerkt (zie toelichting Wwb in vorige paragraaf). Dit
is ook opgenomen in de bijgestelde berekening van het structurele tekort 2011-2014.

Het verdeelvoorstel van de Begroting 2011 bevat alle ombuigingen die vanaf 2011 zullen ingaan. In de
paragraaf ‘verdelingsvoorstel’ die in alle Programma’s in opgenomen worden deze ombuigingen nader
toegelicht. Daar zal ook nader worden ingegaan op eventuele risico’s met betrekking tot de
haalbaarheid en fasering van de ombuigingen.

Structurele Ombuigingen 2011-2014 per pijler Bedragen x € 1 miljoen

Pijler 2011 2012 2013 2014 Totaal


Bedrijfsvoering 39,6 32,8 15,7 23,8 111,9
Bestuur/concern 2,0 3,9 1,5 0,4 7,7
Bestuursdienst 4,7 1,8 0,7 0,8 8,0
Subsidieproces 0 0 0 1,5 1,5
Rentestelsel 8,0 0 0 0 8,0
Huisvesting 4,6 3,6 0 2,7 10,9
ICT 2,0 4,4 6,0 9,0 21,4
Inkoop 4,2 6,8 4,9 7,8 23,7
Personeel 14,2 12,4 2,6 1,5 30,7
Fysiek 31,3 4,8 2,2 2,9 41,3
Sociaal 12,0 7,9 16,6 4,4 40,9
Eindtotaal 82,9 45,6 34,5 31,0 194,1

Door middel van het verdeelvoorstel van de Begroting 2011 vindt besluitvorming plaats over de
ombuigingen die vanaf 2011 ingaan. Bij de begrotingen in komende jaren zal telkens formeel over de
volgende ombuigingstranche worden besloten.

Raadsdruk Begroting 2011 29


Bezuinigingen 2011 (x € 1 miljoen)

Bestuur/concern; € 2,0

Bestuursdienst; € 4,7

Rentestelsel; € 8,0
Sociaal; € 12,0

Huisvesting; € 4,6

Bedrijfsvoering ICT; € 2,0


€ 39,7

Inkoop; € 4,2
Fysiek; € 31,3

Personeel; € 14,2

Ombuigingen Bedrijfsvoering
Conform het programakkoord zal het grootste gedeelte van de bezuinigingen binnen de gemeentelijke
organisatie gerealiseerd worden. Effecten van de bezuinigingen op de stad, de burgers en bedrijven,
worden zodoende zoveel mogelijk voorkomen. In totaal is voor een kleine € 112 miljoen besparingen
opgenomen, te realiseren in de jaren 2011-2014. In de eerste twee jaren wordt bijna tweederde van
de besparingen gerealiseerd. De grootste besparingen worden behaald door de structurele ICT- en
personeelsuitgaven te verlagen en het realiseren van inkoopvoordelen. De besparingen zijn van dien
aard dat het een andere manier van werken en aansturen van de gemeentelijke onderdelen vereist.
Ons College zet daarom in op meer uniformiteit in de aansturing van processen, meer samenwerken
en zal meer flexibiliteit en creativiteit van de organisatie verlangen. Dit zal de komende jaren op
diverse onderdelen van de bedrijfsvoering zijn beslag krijgen.

Ombuigingen Fysiek
In totaal wordt ruim € 41 miljoen bespaard in de fysieke sector. De grootste ombuigingen worden
gerealiseerd binnen het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (€ 8 miljoen), het Mobiliteitsfonds
(€ 10 miljoen), binnen de portefeuilles verkeer (€ 10,3 miljoen) en Haven (€ 2,5 miljoen). Ten aanzien
van de € 8 miljoen structurele ombuiging Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV) moet
opgemerkt worden dat het in feite om een meerjarige incidentele ombuiging gaat. Het huidige budget
voor ISV loopt tot en met 2014, is het niet zeker of er daarna een volgende ISV-tranche vanuit het rijk
zal worden toegekend. Mogelijk leidt dit in 2015 tot een structureel dekkingstekort van € 8 miljoen.
Naast deze besparingen zal wordt het gemeentelijk beleid in de fysieke sector sterk beïnvloed door de
noodzakelijke keuzes ten aanzien van de verbetering van de stand van het Vereveningsfonds.
Bij de grootstedelijke projecten en de Zuidas zal mede op basis van de besluitvorming in het kader
van het programakkoord jaarlijks € 15 miljoen worden bespaard op uitvoeringskosten.

Ombuigingen Sociaal
In het sociale domein wordt bijna € 41 miljoen bespaard. Zoals eerder opgemerkt worden de
besparingen op de uitkeringslasten hier niet meer gepresenteerd, maar verwerkt in de bijgestelde
berekening van het structurele tekort. De besparingen binnen de sociale sector zijn divers en over
verschillende portefeuilles verdeeld. Voor een toelichting wordt verwezen naar de bijlage en de
desbetreffende programma’s in deze begroting. Voor 2013 is, conform het programakkoord een
besparing van bijna € 10 miljoen op het Kunstenplan opgenomen. Deze besparing wordt in 2013
geëffectueerd, aangezien het huidige Kunstenplan tot en met 2012 loopt. Het voornemen is om vanaf

Raadsdruk Begroting 2011 30


2013 subsidierelaties met een aantal van de huidige 140 door het kunstenplan begunstigde
instellingen te verminderen of te beëindigen.

Vooral in de sociale sector zal de subsidierelatie met een aantal subsidieontvangers in 2011 beëindigd
of gekort worden. Deze instellingen worden in 2011 daarvoor eenmalig, ter afbouw, geheel of
gedeeltelijk gecompenseerd. De structurele bezuiniging wordt daardoor pas in 2012 in de
gemeentelijke financiën zichtbaar. Het betreft een totaalbedrag van € 3,7 miljoen in 2012. In 2013
volgt nog € 0,95 miljoen (exclusief € 9,8 miljoen in het kader van het Kunstenplan). Bij de verlaging
van de subsidiebedragen is een aantal criteria gehanteerd: de mate waarin de subsidies bijdragen aan
de uitvoering van wettelijke taken, de aard en structuur van de werkzaamheden en de mate waarin de
werkzaamheden bijdragen aan de te realiseren beleidsdoelen. Bij instemming met dit voorstel zal ons
College de uitwerking in de richting van de instellingen ter hand te nemen.

Afbouw subsidies Bedragen x € 1.000


Incidentele Subsidies Structurele subsidies
2011 2012 Jaarlijks
Openbare Bibliotheek Amsterdam 1.000 500 15.036
Mozeshuis 100 382
Artis 900 450 4.580
Hortus 200 409
Stichting Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam 1.000 1.031
Het gespuis 43 0
World Press Photo 26 0
Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) 200 1.118
Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) 75 415
Meldpunt ongewenst verhuurgedrag (ASW) 189 0
Totaal 3.733 950 22.971

Haalbaarheidsrisico’s
Elke ombuigingsoperatie gaat gepaard met risico’s inzake de haalbaarheid en de fasering van de
realisatie. Voor de ombuigingen die bij de Begroting 2011 ingaan, worden, indien van toepassing, de
risico’s in het verdeelvoorstel bij de betreffende programma’s toegelicht.
Daarnaast zal in 2011 actie ondernomen worden om de zekerheid te vergroten over de realisatie van
de besparingen in de jaren na 2011. Te denken is aan een onderzoek naar de wijze waarop
besparingen het meest effectief geëffectueerd kunnen worden, zoals de synergievoordelen bij
pontveren, de uniformering van het subsidieproces en het verlagen van de brandweerzorgnorm. Op
onderdelen dienen de besparingen, of de effecten van besparingen per dienst(onderdeel) nog nader
te worden uitgewerkt (bijvoorbeeld de besparingen op huisvesting, de Bestuursdienst en de sociale
werkvoorziening).

Om de risico’s te beheersen en de besparingen daadwerkelijk te realiseren zal ons College een


andere vorm van volgen en aansturen van de gemeentelijke organisatie ontwikkelen. Ons College zal
de voortgang in de realisatie van de ombuigingen strak monitoren om snel in te kunnen springen op
knelpunten als die zich voordoen. De realisatie van de ombuigingen zullen een vaste plek in de
planning en controlcyclus en de daarmee verbonden rapportages krijgen.

Effecten voor de burger


Een groot deel van de ombuigingen heeft betrekking op efficiency binnen het ambtelijk apparaat. De
gevolgen hiervan voor de burger zullen over het algemeen gering zijn. Niet te voorkomen zal zijn dat
de stad zal merken dat we moeten bezuinigen. Ingrijpende maatregelen, zoals beëindiging of
vermindering van subsidies, zullen vooral in latere jaren merkbaar worden. De bezuinigingen kunnen
de volgende effecten hebben:
 direct financieel
 indirect financieel – gesubsidieerde instellingen bieden diensten niet langer aan of tegen een
(hoger) tarief
 afnemende dienstverlening

Raadsdruk Begroting 2011 31


De effecten van het tarievenbeleid (zie paragraaf 7 van dit hoofdstuk) zijn beperkt. De
verhoging van het rioolrecht betekent een extra last van € 2,47 per jaar voor eigenaren van
panden die zijn aangesloten op het gemeenteriool. Daarnaast zal een aantal leges verhoogd
worden (zie verderop in dit hoofdstuk 7.5. Leges). De verhoging van het binnenhavengeld
voor de pleziervaart komt voor rekening van bootbezitters in Amsterdam. De hogere tarieven
voor P+R-voorzieningen zullen vooral de bezoekers van Amsterdam treffen.

In totaal tellen de besparingen op tot € 194,1 miljoen. Afgezet tegen het structurele tekort
levert dat meerjarig het volgende beeld op.

2011 2012 2013 2014 Totaal


Bedragen * € 1 miljoen
Structureel tekort -82,9 -44,2 -43,7 -37,0 -207,8
Besparingen 82,9 45,6 34,5 31,0 194,1
Tekort (-) / overschot (+) 0,0 1,4 -9,2 -6,0 -13,7

In het programakkoord is voor de periode 2011-2014 in totaal € 211 miljoen aan


bezuinigingen opgenomen. We gaven hierboven al aan dat het totaal bedrag nu lager is, als
het gevolg van het feit dat de lagere uitkeringslasten Wwb al zijn meegenomen in de
rompbegroting en de bijgestelde berekening van de structurele financiële ruimte. Dit kan dus
niet meer worden meegenomen als ‘bezuinigingsmaatregel’. Het structurele tekort ten
opzichte van programakkoord is vrijwel gelijk aan het tekort waarin het Programakkoord
vanuit is gegaan, maar in de nieuwe berekening is de meevaller van de Wwb dus al
meegenomen. Met de kennis die we nu hebben, bedraagt het structurele tekort afgerond € 14
miljoen in 2014. De aanvullende bezuinigingen die nodig zijn om de begroting structureel
sluitend te maken, worden gekoppeld aan de hervormingsagenda, die wordt toegelicht in de
beleidsinhoudelijke hoofdlijnen.

Mee rjarenbee ld 2011-2014 (cumulatief)


8
20

4
19


1
17

3
16


9
7
12
12


x € 1 miljoen

Tekort
83

83

Bes paringen

hervormings agenda
1
0


2011 2012 2013 2014


8

14
-€

-€

Jaren

In het programakkoord is een verdeling opgenomen van de vrij besteedbare middelen. Er was
rekening gehouden met € 5 miljoen structurele vrije ruimte in de periode 2011-2014. Deze
ruimte is echter pas beschikbaar wanneer er méér bezuinigd wordt dan de som van het
structurele tekort en de onvermijdelijke structurele uitgaven in de rompbegroting en het
verdelingsvoorstel (prioriteiten). In 2011 is dit niet het geval. Dat betekent dat er geen
structurele ruimte is die vrij besteedbaar is. Er zijn in het verdelingsvoorstel dan ook geen
structurele prioriteiten opgenomen die voortvloeien uit het programakkoord .

1.1 Ontwikkeling incidentele ruimte


Incidenteel is geen sprake van een tekort aan middelen. In het programakkoord was al
duidelijk dat er, met name door het rekeningresultaat 2009 (€ 121 miljoen) en de verkoop van
Nuon-aandelen een

Raadsdruk Begroting 2011 32


flinke incidentele ruimte is. In de Begroting 2011 is nog een toename van de beschikbare middelen
opgenomen. Dit heeft voornamelijk te maken met een hoge eenmalige vrijval van kapitaallasten door
later tot uitgaven komende investeringen en een financieel voordeel door lage rentelasten. Het totaal
aan beschikbare middelen voor de gehele bestuursperiode is vooralsnog berekend op circa € 507
miljoen. Voor 2011 is de totale incidentele ruimte € 320 miljoen.

Ontwikkeling incidentele ruimte 2011 Bedragen x € 1miljoen


Programakkoord 2011
1 Effecten van rente en afschrijving 42,8
2 Nuon (opbrengst + dividend) 145,4
3 Rekeningresultaat 2009 121,4
4 Overige incidentele ontwikkelingen -14,4
5 Vrijval leningfonds 61,6
Totaal incidenteel (conform Programakkoord) 356,8

Ontwikkeling begroting 2011


6 Rente eigen financieringsmiddelen 14,3
7 Incidentele vrijval kapitaallasten 17,9
8 Tweede kamer verkiezingen 1,9
9 Haven -1,0
10 Incidentele tegenvaller dienst Stadstoezicht -3,2
11 Opvangen incidentele dekking structurele besparingen -2,9
12 Dotatie weerstandsvermogen -65,0
13 Overige incidentele posterioriteiten 1,6
Totaal incidentele ruimte 2011 320,3

In het programakkoord is rekening gehouden met € 356,8 miljoen aan incidentele middelen. Daar zijn
in de begroting 2011 de volgende wijzigingen op gekomen:
 de rente eigen financieringsmiddelen nemen toe door een hoger volume aan incidentele
reserves en voorzieningen
 door vertraging in de investeringsuitgaven treden de kapitaallasten die met de investeringen
gepaard gaan later op. Dit levert een incidentele vrijval op van bijna € 18 miljoen
 lagere uitgaven ten opzichte van het FMP (€ 1,9 miljoen) voor de organisatie van verkiezingen,
aangezien de Tweede Kamer verkiezingen een jaar eerder hebben plaatsgevonden, in 2010 in
plaats van 2011
 de verslechtering van de resultaten van Haven Amsterdam wordt voor € 1 miljoen als
incidenteel aangemerkt. De verwachting is dat een stijging van de overslag van goederen na
2011 tot verbeteringen leidt
 de dienst Stadstoezicht laat in de begroting een meerjarig negatieve financiële ontwikkeling
zien. Dit is grotendeels het gevolg van de verwachte afloop van de
dienstverleningsovereenkomst met Cition bij de beoogde privatisering en de afname van omzet
bij stadsdelen. Ons College is voornemens nog voor aanvang van het jaar 2011 een realistisch
perspectief op te stellen voor Stadstoezicht als facilitaire dienst die in opdracht kostendekkend
hoogwaardige toezicht en handhavingstaken uitvoert. Vooralsnog is de negatieve financiële
ontwikkeling daarom als incidenteel aangemerkt
 de besparingen op inkoop en personeel worden taakstellend verdeeld over alle gemeentelijke
diensten en bedrijven. Voor een deel komen deze besparingen niet direct ten gunste van de
algemene dienst, maar bijvoorbeeld van derde partijen. In 2011 worden de mogelijkheden
onderzocht om deze ‘nevenbesparingen’ toch ten gunste van de algemene dienst te brengen.
De helft van de nevenbesparingen (€ 2 miljoen) worden in dit jaar incidenteel opgevangen door
de algemene dienst. Vanaf 2012 wordt ook dit bedrag structureel ten gunste van de algemene
dienst gebracht
 uit de 10%-bezuinigingsoperatie uit de voorgaande bestuursperiode resteert een taakstellende
besparing van € 0,85 miljoen voor Waternet. Deze besparing kan op dit moment alleen
gerealiseerd worden door een verhoging van het watertarief voor de inwoners van Amsterdam.

Raadsdruk Begroting 2011 33


Ons College heeft er daarom voor gekozen deze besparing pas vanaf 2012 structureel in te
boeken en in 2011 te onderzoeken of deze besparing zonder lastenverzwaring gerealiseerd kan
worden
 in 2009 heeft de commissie Veerman ons College geadviseerd om het budget van de
Noord/Zuidlijn met € 500 miljoen te verhogen. Ons College heeft bij de Jaarrekening 2009
afgerond € 390 miljoen daarvan van dekking voorzien en de rest vooralsnog niet. Het nog niet
gedekte deel van de extra middelen had betrekking op zogenaamde kleine-kans-groot-gevolg
(KKGG)-risico's. Om dit risico af te dekken heeft ons College in de rompbegroting een
toevoeging aan het weerstandsvermogen opgenomen van € 65 miljoen
 In het verdelingsvoorstel is voor een bedrag van € 63,2 miljoen aan incidentele baten en
besparingen opgenomen. Bij het schrijven van het programakkoord is hiermee al voor € 61,6
miljoen rekening gehouden.

Bedragen x € 1
Incidentele ombuigingen 2011
miljoen
Stelselwijziging rentetoerekening 61,6
Extra inkomsten AEB 1,0
Overige incidentele besparingen (stadsmariniers, agentschap China en vrijval voorziening
0,6
meetbouten NAP)
Totaal 63,2

3.5 Invulling incidentele ruimte


In het verdelingsvoorstel is de volgende verdeling van de incidentele ruimte voor 2011 opgenomen;

Verdeling incidentele middelen 2011 Bedragen x € 1 miljoen


2011 2012-2014 Totaal
Prioriteiten programakkoord 58,8 58,8
Overige prioriteiten programakkoord (PMI, evenementen, ICT) 32,0 18,0 50,0
Investeringsfonds 28,0 122,0 150,0
Overige prioriteiten 16,5 16,5
Frictiekosten 2011 4,6 40,4 45,0
Totaal 139,9 180,4 320,3

Prioriteiten programakkoord
In onderstaande tabel is weergegeven op welke manier invulling is gegeven aan de prioriteiten die in
het programakkoord opgenomen zijn. Voor een nadere toelichting op de prioriteiten wordt verwezen
naar het betreffende programma. Alle opgenomen prioriteiten zijn incidenteel.

Overzicht programakkkoord prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving Bedrag in Omschrijving prioriteit Bedrag Totaal


programakkoord
S Participatie en Integratie 1 Taalcoaches 0,250
Uitwerking Programma Burgerschap
0,150
en participatie
Gay Capital 0,130
Discriminatie bestrijding 0,180
Maatschappelijke begeleiding
0,250 0,960
vluchtelingen
S combifuncties sport 1 Combinatiefuncties 1,000 1,000
I Onderwijs 15 Kwaliteit onderwijs 6,200
S 1 Bureau Leerplicht Plus 0,750 6,950

Raadsdruk Begroting 2011 34


Armoede incl. 46 Armoedebeleid 11,500 11,500
zelfstandigen zonder
I
personeel en werkende
armen (46 milj)
I Kwetsbare groepen 3 Specifieke Armoedeinzet 0,500 0,500
I Wijkaanpak 15 Gebiedsgerichte inzet (wijkaanpak) 7,500 7,500
I Zorg 2 Stille dilemma's en huisverboden 0,500 0,500
I Jeugd 4 Van 8 tot 8 0,800 0,800
I integratie diversiteit 5 Taal en Ouderbetrokkenheid 0,300
inburgering en slavernij Herdenking Slavernij verleden 0,100
Herdenking Maatschappelijke allianties 0,100
Vaderemancipatie 0,075 0,575
I woningbouwproductie/ 4 Woningbouwregie 0,600
huurdersondersteuning uitbreiding wijksteunpunten wonen 0,200 0,800
Continueren uitstapprogramma’s
I Prostitutie 0,200
2 prostituees
Uitbreiding bereik P&G292 0,300 0,500
I Openbare ruimte 10 Grootstedelijke openbare ruimte 4,000
Artis Masterplan (pas in 2012)
Reconstructie Rode Loper 5,000 9,000
I Groen 10 Groengelden 5,500 5,500
I Veiligheid 6 Taxibeleid en handhaving 0,500
Opleiding, omscholing en begeleiding
0,040
personeel opgeheven taken
Schoolveiligheidsteams 0,150
Bestuurlijke aanpak georganiseerde
0,130
criminaliteit
Coffeeshopbeleid 0,100
Leefbaarheidsindex 0,075
Gebiedsgerichte aanpak en
0,525
veiligheidshuizen
Organisatie Bestuurlijk Toezicht 0,200
S 2 Straat- en gezinscoaches 0,500
Cameratoezicht 0,350
Handhaving taak controle
adresregistratie en aanpak 0,100 2,67
identiteitsfraude
P+R plaatsen + vrijval
I P+R programma tweede fase 2,000 2,000
VGS-fonds 32
I Olympische ambitie 8 Olympische Ambitie 2,000 2,000
I Kantoren 2 Transformatie kantoren 1,000 1,000
Kantorenloods 0,350 0,350
Broedplaatsen 6 Broedplaatsen 1,000 1,000
I IJburg 4 Tegemoetkoming stadsdeel Oost 0,500 0,500
I lokale media 5 AT5 2,850
FunX 0,300 3,150
Totaal Programakkoord I+S 184 Totaal incidenteel toegekend 58,755 58,755
* I=incidenteel in PA, S=structureel in PA

Raadsdruk Begroting 2011 35


Overige prioriteiten Programakkoord
ICT
In het programakkoord is € 100 miljoen opgenomen voor de uitvoering van het Realisatieplan ICT op
Open Amsterdamspeil (OAP). Deze investering brengt de kwaliteit van de ICT binnen de gemeente
weer op niveau door middel van rationalisatie, standaardisatie en, vooral, consolidatie. Het
Realisatieplan ICT bestaat uit een aantal actielijnen. Voor 2011 heeft ons College besloten om voor de
uitvoering van de actielijnen die zijn gericht op het orde brengen van de basis en de implementatie
van één gemeentebreed financieel pakket, een bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de
gehele bestuursperiode bedraagt de omvang van deze onderdelen uit het Realisatieplan € 60 miljoen.
Hiervan is in de Begroting 2011 een bedrag opgenomen van € 20 miljoen. Daarnaast is in de
Actualisatie 2010 reeds een bedrag opgenomen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud van
€ 22,3 miljoen en € 1,9 miljoen voor de kosten van de voorbereidingen om het Realisatieplan in 2011
te kunnen uitvoeren. Van de € 100 miljoen uit het programakkoord resteert nog een niet toebedeeld
bedrag van € 16 miljoen. Hiervan heeft circa € 10 miljoen betrekking op onderdelen uit de overige
actielijnen van het Realisatieplan die zijn gericht op het orde brengen van de basis. Het besluit over
deze middelen zal, mede afhankelijk van de voortgang van de verbeteringen van de ICT, in de
komende jaren aan uw Vergadering worden voorgelegd.

Programma Maatschappelijk Investeren (PMI)


In het programakkoord stond het Programma Maatschappelijk Investeringen (PMI) nog in de lijst met
voorstellen voor het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). In de uitwerking is dit onderdeel uit het AIF
gehaald (zie verder paragraaf 4). In het verdelingsvoorstel is voor 2011 een bedrag opgenomen van
€ 10 miljoen voor 2011 en € 10 miljoen voor 2012-2014.

Evenementen
Net als PMI stond Evenementen nog in de lijst met voorstellen voor het AIF. In de uitwerking is dit
onderdeel uit het AIF gehaald (zie verder paragraaf 4).. In het verdelingsvoorstel is voor 2011 een
bedrag opgenomen van € 2 miljoen voor 2011 en € 8 miljoen voor 2012-2014. Jaarlijks wordt bij het
verdelingsvoorstel de noodzaak van het benodigde bedrag bekeken.

Investeringsfonds
In de verdeling van de incidentele ruimte is € 150 miljoen opgenomen voor het Amsterdams
investeringsfonds. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4 van dit hoofdstuk.

Overige prioriteiten
Buiten de programakkoordprioriteiten zijn enkele incidentele prioriteiten in het verdelingsvoorstel
opgenomen, die van een dusdanig belang worden geacht dat er middelen voor zijn opgenomen. Voor
en toelichting wordt verwezen naar het verdelingsvoorstel in het betreffende programma.
Overige incidentele prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen
Omschrijving 2011
Ijsei toezicht 2011 t/m 2014 0,410
Koninginnedag 0,250
Stedelijk Museum 0,800
Pantar 1,100
Ketenunits 0,200
Basta 0,250
Streetcornerwork 0,200
ID banen 0,500
Studio West 0,090
Nowhere 0,040
Apparaatskosten DWI 4,000
DWZS (alphahulpen / WMO) 4,500
Klimaatbureau 0,750
Verantwoordelijke hoofdstad en versterken economische positie Amsterdam 0,100
Westpoort promotie 0,100
Pieken in de Delta 2,000
Amsterdam in Business 1,200
Totaal 16,490

Raadsdruk Begroting 2011 36


Frictiekosten
In het programakkoord is € 45 miljoen geoormerkt voor frictiekosten. Frictiekosten worden alleen ten
laste van de algemene dienst gedekt, indien zij nodig zijn om structurele besparingen te realiseren en
er geen andere dekking aanwezig is. Er zijn vooralsnog twee prioriteitsaanvragen die onder de
noemer frictiekosten zijn opgenomen in het Verdelingsvoorstel 2011. Om de taakstellingen op inkoop
en huisvesting te realiseren is een financiële impuls noodzakelijk. Deze zal ook in de jaren na 2011
noodzakelijk zijn om de voorwaarden te kunnen scheppen om de besparingen te realiseren.
Daarnaast is er op bepaalde besparingsonderdelen een haalbaarheidsrisico. Bijvoorbeeld bij de
besparingen op het gebied van personeel: terugdringen inactieven, CAO afspraken en terugdringen
externe inhuur. Gelet op de noodzakelijke uitgaven en de risico’s acht ons College het van belang om,
voorzichtigheidshalve, het resterende ‘frictiekostenbudget’ te handhaven op € 40,4 miljoen.

Overzicht Frictiekosten 2011 bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving 2011

Inkoop-en aanbestedings stategieën 2,0

Taskforce huisvesting 2,6

Totaal 4,6

4 Amsterdams Investeringsfonds

Bij de Begroting 2010 heeft uw Vergadering ingestemd met de oprichting van een investeringsfonds
ten behoeve van het duurzaam inzetten van grote incidentele inkomstenmeevallers voortvloeiend uit
gemeentelijk bezit. Er is in 2010 een bedrag van € 10,4 miljoen aan het fonds toegekend waardoor
een viertal projecten doorgang hebben kunnen vinden: Project 1012, verbeteren binnenmilieu van
schoolgebouwen, energiebesparing in woningen en creatieve topopleidingen. Daarmee waren de
destijds beschikbare middelen volledig belegd.

In ons Programakkoord 2010-2014 is opnieuw de kracht en potentie van het Amsterdams


Investeringsfonds bevestigd. Het streven is om in de komende bestuursperiode € 200 miljoen van de
opbrengst van de verkoop van Nuon ten gunste te laten komen van het AIF. Daarbij is de in de
Begroting 2010 ingezette lijn met betrekking tot de investeringen bevestigd: investeringen uit het AIF
dienen de stedelijke infrastructuur voor de toekomst te versterken en zich maatschappelijk en/of
economisch terug te verdienen.
De investeringen kennen drie bestedingsrichtingen (drie pijlers):
 Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid
 Economie en innovatie
 Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit

Vooruitlopend op een nadere uitwerking en beschrijving van het AIF en het vereiste
‘terugverdieneffect’, is in het programakkoord al een aantal uitgaven ten laste van het fonds
opgenomen Ze betreffen het Foodcenter (€ 20 miljoen) en het Programma Maatschappelijke
Investeringen (€ 20 miljoen) binnen de bestedingsrichting Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid.
Binnen de bestedingsrichting economie en innovatie zijn kosten opgenomen voor het organiseren van
grootstedelijke evenementen.

Ons College hecht sterk aan de voorwaarde dat de waarde die het fonds vertegenwoordigt voor
toekomstige generaties behouden moet blijven. Daarom dienen potentiële investeringen grotendeels
een renderend karakter te hebben, opdat middelen in de toekomst opnieuw besteedbaar zijn. Er
worden verschillende soorten van rendement onderscheiden. De projecten onder het AIF zullen deels
financieel rendement op leveren, maar daarnaast onderscheidt ons College ook maatschappelijk,
economisch en klimatologisch rendement. Randvoorwaarde is dat deze investeringen ‘terugslaan’ op
de stad, duidelijk meetbaar zijn en aansluiten bij de doelstellingen van de drie pijlers van het fonds.
Uitsluitend subsidies uitgeven is daarmee uitgesloten. Cofinancieringsprojecten zijn mogelijk indien er
substantiële bedragen mee gepaard gaan vanuit het rijk of Europa, en wanneer er sprake is van
verantwoorde risicospreiding.

Raadsdruk Begroting 2011 37


Uitvoeringskosten, zoals apparaatskosten en onderzoekskosten, zijn doorgaans niet financieel
renderend. Zonder deze vaak noodzakelijke uitgaven zullen echter weinig projecten daadwerkelijk tot
stand kunnen komen. Daarom stelt ons College voor een beperkt bedrag beschikbaar te stellen voor
uitvoeringskosten, indien deze direct gerelateerd zijn aan een project, geen structurele uitgaven
betreffen en niet anderszins op te vangen zijn. Voor deze projecten geldt verder dat zij:
 incidenteel zijn, maar een belangrijk zichtbaar en structureel (vliegwiel-)effect op de Amsterdamse
ruimtelijke, economische of maatschappelijke infrastructuur hebben
 binnen het programakkoord passen
 de gemeente niet in een concurrerende positie ten opzichte van marktpartijen plaatsen
 gericht zijn op Amsterdam en/of directe omgeving

Uitgaande van deze voorwaarden, heeft ons College moeten constateringen dat de uitgaven voor het
PMI en evenementen strikt genomen niet binnen het AIF passen. Dat neemt niet weg dat wij de
projecten wel uit willen voeren, conform het programakkoord. Voorgesteld wordt daarom deze
onderdelen ‘uit het Fonds te tillen’ en in het verdelingsvoorstel op te nemen onder de Programakkoord
prioriteiten.

Over het Foodcenter heeft uw Vergadering reeds een besluit genomen, en bepaalde de gemeentelijke
bijdrage voor de herstructurering bij amendement op € 20 miljoen (prijspeil 1 januari 2009). Voorts
besloot uw Vergadering dat deze bijdrage in elk geval tijdelijk gedekt zou worden binnen het
Vereveningsfonds, in afwachting van de verwerking in de voorstellen aan uw Vergadering over het
AIF. De gemeentelijke bijdrage is als onderdeel van het AIF opgenomen in het Programakkoord 2010-
2014. Naar aanleiding daarvan en de besluitvorming van uw Vergadering over de Jaarrekening 2009
is bij de Actualisatie 2010 vanuit de voor het Amsterdam Investeringsfonds gereserveerde middelen
een bestemmingsreserve gevormd van € 20 miljoen voor de gemeentelijke bijdrage.

Dat betekent dat het bedrag voor het ‘zuivere’ AIF met € 50 miljoen wordt verlaagd tot € 150 miljoen
met de volgende verdeling :
 Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid: € 40 miljoen
 Economie en innovatie: € 50 miljoen
 Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit: € 60 miljoen

Voor 2011 is een totaalbedrag van € 28 miljoen beschikbaar voor de drie pijlers. In december zal een
verdeelvoorstel van de projecten die in 2011 binnen de pijlers worden uitgevoerd, maar nog niet in
deze begroting zijn opgenomen, aangevuld met eventuele aanvullende specifieke pijlercriteria ter
instemming aan uw Vergadering worden voorgelegd. De komende jaren zal bekeken worden in
hoeverre er middelen beschikbaar zijn om het AIF verder aan te vullen. Ons College denkt aan de
volgende bestedingsrichtingen.

Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid


De pijler stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid richt zich op de volgende investeringen:
 investeringen ten behoeve van een fysiek project, waarbij het gaat om de (her)ontwikkeling (op
termijn) van grond en/of vastgoed
 incidentele investeringen, maar met een belangrijk zichtbaar en structureel effect op de
Amsterdamse ruimtelijke infrastructuur
 investeringen die een in maatschappelijk opzicht belangrijke ontwikkeling op gang brengen die
zonder het investeringsfonds niet of te laat zal plaatsvinden
 investeringen die passen binnen het programakkoord en/of de structuurvisie.

Concreet gaat het hierbij om transformatieprojecten (inclusief 1012), strategische aankopen (vanaf
2013) en bereikbaarheid. Het laatste onderdeel komt aanbod zodra er meer voeding voor het fonds
beschikbaar komt, dan de in het programakkoord overeengekomen € 80 miljoen. In dit laatste bedrag
is het Foodcenter begrepen.

Economie en innovatie
De investeringen ten behoeve van structuurversterking en innovatiekracht van de Amsterdamse
economie zullen plaatsvinden in lijn met de Amsterdamse Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) die door
de Economic Development Board Metropool Amsterdam wordt opgesteld.

Raadsdruk Begroting 2011 38


In 2011 is € 10 miljoen beschikbaar, die ingezet zal worden voor projecten die bijdragen aan :
 excellentie: komt tot uitdrukking in de internationale positie van bedrijven (productiviteit,
marktaandeel op wereldmarkt), de internationale kennispositie van bedrijven, de beschikbaarheid
van menselijk kapitaal en de wetenschappelijke kwaliteit van kennisinstellingen in internationaal
perspectief
 de Amsterdamse economie: bijdrage is afhankelijk van het aandeel van een sector/cluster in de
Amsterdamse economie (bijvoorbeeld in toegevoegde waarde, werkgelegenheid, export, en
aantal Amsterdamse bedrijven dat op het terrein actief is), de groeimogelijkheden van de
wereldmarkt en het aandeel van Amsterdam in die wereld en van de mogelijkheid van het
programma om bij te dragen aan Amsterdamse maatschappelijke doelen
 samenhang en (internationale) samenwerking: bij samenhang gaat het om samenwerking tussen
bedrijven en kennisinstellingen en betrokkenheid van MKB om te komen tot excellentie
 het oplossen van knelpunten: er moeten concrete knelpunten zijn die met het voorstel worden
aangepakt. Gemeenschappelijk kenmerk van deze knelpunten is bijvoorbeeld dat deze het
bereiken van de excellente Amsterdamse concurrentiekracht in de weg staan.
 effectiviteit en efficiëntie van overheidsingrijpen: overheidsfinanciering moet innovatie kunnen
uitlokken (stimulerend effect). De private leverage van de aanpak zou een criterium kunnen zijn.
Het is belangrijk om de na te gaan welke rol de overheid in het voorstel heeft bij het wegnemen
van knelpunten. Marktimperfecties en publieke belangen kunnen een overheidsrol rechtvaardigen

Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit


Deze pijler wordt ingezet om de uitvoering van de Energiestrategie Amsterdam 2040 te ondersteunen.
In het fonds passen projecten, die een aantoonbare bijdrage leveren aan de beperking van de uitstoot
van CO2 en de overgang naar een duurzame energiehuishouding. Criterium bij de aanwending van
het fonds is derhalve de te behalen CO2-reductie per geïnvesteerde euro. Bovendien geldt de eis dat
een veelvoud van het bedrag dat uit het fonds wordt geput, wordt geïnvesteerd door derden.
Samenvattend:
 het gaat uitdrukkelijk niet om subsidies
 investering moet bijdragen aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding zoals
beschreven in de Energiestrategie 2040
 investering moet reductie van CO2 uitstoot opleveren
 investering moet een economische multiplier opleveren

Invulling Amsterdams Investerings Fonds Bedragen x € 1 miljoen


2011 2012 2013 2014 totaal

Pijler Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid


Project 1012 8 8
Nog in te vullen 32
Subtotaal pijler 8 40
Waarvan Ingevuld 8 8

Pijler Economie en Innovatie


Nog in te vullen 10 50
Subtotaal pijler 10 50
Waarvan Ingevuld 0 0

Pijler Klimaat en duurzaamheid


Nog in te vullen 10 60
Subtotaal pijler 10 60
Waarvan Ingevuld 0 0

Totaal Amsterdams investeringsfonds 20 50

Raadsdruk Begroting 2011 39


5 Vereveningsfonds

De gevolgen van de kredietcrisis en de teruggang van de kantorenmarkt hebben grote gevolgen voor
de ruimtelijke sector van Amsterdam. De te verwachten grondopbrengsten lopen fors terug. De
negatieve financiële effecten hiervan zijn in het Vereveningsfonds groot. De weerstandcapaciteit van
het fonds om de verwachte tekorten in de plannen die in uitvoering zijn op te kunnen vangen, is
hierdoor fors verkleind. Onder de huidige omstandigheden is het besluiten tot geheel nieuwe
ruimtelijke plannen vanuit financieel en programmatisch oogpunt onmogelijk.
De centrale stad loopt bij de dekking van de lopende investeringen in het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting minder risico omdat stadsdelen en corporaties verantwoordelijk zijn voor het
opvangen van risico’s, en een afdoende buffer bestaat binnen de vastgestelde vernieuwingsplannen.
De fysieke doelstellingen staan wel onder druk.
Voor de Zuidas is de prognose van de lopende grondexploitaties nog steeds positief, maar is de winst
geoormerkt als gemeentelijke bijdrage aan de ontwikkeling van het Dok.

In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds maatregelen
getroffen. De zogenaamde stofkamoperatie en de beheersmaatregel grondexploitaties zijn de
belangrijkste. In februari 2010 stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De nota bevat
een inventarisatie van maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen opgenomen, een
bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing op proceskosten. De noodzaak
voor verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010 door ons College bekend gemaakt in
een brief aan uw Vergadering.
Naar aanleiding hiervan heeft ons College inmiddels besloten om de beheersmaatregel
grondexploitaties, zoals door de gemeenteraad in december 2009 is vastgesteld en waarbij alle
investeringen boven de € 1 miljoen afzonderlijke goedkeuring van ons College behoeven, te
continueren en aan te scherpen. De aanscherping zal ertoe leiden dat er:
 een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van overmaat aan
(nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel
 voorkomen wordt dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren van
opbrengsten, waardoor onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel worden vermeden
 voorkomen wordt dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium worden aangegaan, zodat
de mogelijkheden om een plan bij te sturen en/of te stoppen worden verbeterd

Bovendien zijn in de afgelopen maanden de grootste projecten aan een nadere beschouwing en
actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen van kostbare planonderdelen
dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling (de gemeente investeert op het moment
dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk grond afneemt) zal een aanzienlijke financiële
verbetering in het Vereveningsfonds optreden (€ 280 miljoen).
In een tweede ‘schouw’ in oktober zijn nog elf projecten doorgelicht; de overige projecten in het
Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde EindejaarsRAG worden geactualiseerd
(€ 100 miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende verlaging
van de grondkosten worden doorgevoerd (€ 50 miljoen).
Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten heeft ons College ook besloten de
proceskosten verder te reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor Bouwen aan Stad II
ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (€ 225 miljoen). Deze maatregelen zijn al in het
Programakkoord aangekondigd.

Tenslotte heeft ons College besloten de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet langer
ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur in de nieuwbouw
van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering, zoals opgenomen in de
verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en worden voortaan beschouwd als
kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor de sociale huursector heeft ons College
maatregelen genomen die in totaal tot een geraamde verbetering van € 50 miljoen voor het
Vereveningsfonds zullen leiden; enerzijds betreft dit het laten vervallen van de reservering voor de
sociale huur bij het Dokmodel van de Zuidas, anderzijds het verlagen van het percentage sociale
huurwoningen bij nieuwbouw in de stadsdelen Oost en West.

Overzicht maatregelen Vereveningsfonds

Raadsdruk Begroting 2011 40


Bedrag x € 1 miljoen
Onderwerp Bedrag
Resultaat 1e projectenschouw 280
Verwachte uitkomst 2e projectenschouw 100
Generieke besparingen grondkosten 50
Reductie uitvoeringskosten 90
Bouwen aan de stad II 225
Kosten 1e aanleg riolering niet ten laste van de grondexploitaties 100
Vervallen module sociaal Zuidas / verlaging percentage sociale woningbouw 50
Totaal 895

Met deze maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte financiële
vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de huidige
veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze veronderstellingen kunnen
veranderen op basis van voortschrijdend inzicht.

Het totale pakket aan maatregelen zal apart worden voorgelegd aan uw Vergadering.

6 Overige fondsen

6.1 Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV)


In 2010 is het rijk gestart met de derde termijn Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3).
Begin 2010 heeft de gemeente Amsterdam een beschikking ontvangen voor circa € 230 miljoen voor
ISV3 (2010 t/m 2014). Voor het verdeelvoorstel ISV 2011 is € 37,9 miljoen beschikbaar. Met ingang
van 2011 is het ISV geen gebundelde doeluitkering meer, maar een decentralisatie-uitkering. Dat
betekent dat het onderdeel is geworden van het gemeentefonds en dat ISV-middelen in principe vrij
besteedbaar zijn, met uitzondering van bestaande specifieke afspraken met het rijk.
In 2011 neemt het beschikbare bedrag voor het ISV sterk af ten opzichte van vorig jaar (2010: € 44,1
miljoen). Dit is voornamelijk het gevolg de ombuiging van € 8 miljoen zoals in het programakkoord
opgenomen. Ons College heeft ervoor gekozen om de totale benodigde ombuiging ten dele te
effectueren door een daling van het sleutelbedrag richting stadsdelen. Het sleutelbedrag richting
stadsdelen zal ten opzichte van vorig jaar met circa € 5 miljoen afnemen totcirca € 15 miljoen. Het
aandeel van de stadsdelen in de beschikbare ISV middelen blijft daarmee ongeveer gelijk aan de
vorige ISV-periode. Daarbij wordt opgemerkt dat de overige ISV middelen, zoals bij voorbeeld de
uitgaven voor monumenten, ook effect hebben in de stadsdelen. De rest van de ombuiging (€ 3
miljoen) komt overwegend ten laste van het budget voor het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJ-
oevers, Sanering Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking van het budget vergt een strenge
beoordeling van ingediende bestedingsvoorstellen en zal mogelijk gepaard gaan met lastige keuzes.

6.2 Mobiliteitsfonds
In het najaar van 2009 heeft er een analyse plaatsgevonden ten aanzien van de oorzaak van het op
de oorspronkelijke verwachting achterblijven van de totale parkeerinkomsten over 2009. Het
achterblijven wordt voor het grootste deel verklaard door structurele oorzaken. Er wordt nu ingeschat
dat de parkeeropbrengsten in de jaren 2010 en 2011 een autonome groei zullen vertonen tot het
niveau dat gelijk is aan helft van de incidentele oorzaken (te bereiken in 2011). Hiervoor zijn
verschillende oorzaken voor aan te geven. Het wegebben van het schrikeffect op eerdere
tariefsverhogingen is een belangrijke verklaring. Daarnaast wordt er op basis van de
programakkoorden van de stadsdelen van uitgegaan dat de stadsdelen Oost en West de
vergunningtarieven in hun stadsdeel zullen optrekken naar het nu geldende hoogste niveau en dat de
voorgenomen invoering van fiscaal parkeren in het laatste deel van Buitenveldert en een groot deel
van het voormalige stadsdeel Slotervaart in 2011 hun beslag hebben gekregen.

Raadsdruk Begroting 2011 41


Op basis van deze uitgangspunten wordt voor de komende jaren de volgende totale opbrengst uit
parkeerbelastingen verwacht:

Bedragen x € 1 miljoen
2010 2011 2012 2013 2014
Parkeeropbrengsten € 128,3 € 133,2 € 133,2 € 133,2 € 133,2

Daarnaast is in het programakkoord een taakstelling van € 10 miljoen structureel met betrekking tot de
parkeeropbrengsten opgenomen. De verdeling tussen de centrale stad en stadsdelen is nog
onderwerp van gesprek. Het is daarom nog niet mogelijk een bestedingsvoorstel voor het
Mobiliteitsfonds te presenteren. Dit zal separaat aan uw Vergadering worden voorgelegd.

7 Tarieven

In de paragraaf Lokale heffingen van hoofdstuk 4 Gemeentebrede Aspecten zijn alle voornemens met
betrekking tot de fiscale tarieven opgenomen. Hier schetsen wij de hoofdlijnen.

In het Programakkoord 2010-2014 is geen expliciet beleidsvoornemen ten aanzien van de belastingen
en tarieven opgenomen. Maar hierin zijn wel de hoofdlijnen van de bezuinigingen opgenomen en
daarin is niet gekozen voor belastingverhogingen. In het rapport Inzet op Herstel, zijn wel
mogelijkheden voor belastingverhogingen geïnventariseerd, maar dus niet overgenomen. Wel zijn er
enkele voorstellen die tot verhoging van tarieven leiden, zoals bij de rioolheffing, het binnenhavengeld
en leges. Deze worden tevens bij de desbetreffende posterioriteiten in het verdelingsvoorstel
toegelicht.

Belastingen die niet gekoppeld zijn aan uitgaven (zoals OZB, RRB en hondenbelasting) volgen over
het algemeen de nominale bijstelling. Het is echter niet toegestaan de tarieven achteraf bij te stellen.
Daarom stellen wij voor bij genoemde heffingen – in afwijking van het aanvankelijk verwachte
negatieve percentage (0,75%) – een nominale aanpassing van 0% aan te houden.

7.1 Onroerende zaakbelasting (OZB)


De tarieven van de OZB kunnen pas later worden vastgesteld in verband met de nog niet definitief
bekend zijn van de effecten van de jaarlijkse herwaardering. Er wordt uitgegaan van een
gelijkblijvende opbrengst (exclusief areaaluitbreiding). Bij de tariefvaststelling voor 2011 zal rekening
gehouden worden met de waardeontwikkeling van prijspeil 1-1-2009 naar 1-1-2010.

7.2 Rioolheffing
De rioolheffing, die gekoppeld is aan de ontwikkeling van de kosten voor de riooltaak, hoeft op grond
van de begroting bij ongewijzigd beleid niet verhoogd te worden. Wij stellen echter voor om de kosten
van grondwaterzorg met ingang van 2011 ook via de rioolheffing te verhalen. Daardoor stellen wij een
verhoging van het tarief van € 145, 46 naar € 147,93 per aansluiting voor.

7.3 Drinkwater
Voorgesteld wordt om de drinkwatertarieven niet te wijzigen.

7.4 Binnenhavengeld
Als ombuigingsmaatregel wordt een verhoging van het binnenhavengeld voor pleziervaartuigen van
gemiddeld € 100 naar € 180 per jaar voorgesteld.

7.5 Leges
In het kader van de ombuigingen worden voorstellen gedaan om bepaalde leges (meer)
kostendekkend te maken. Het betreft leges voor uittreksels en archief- en erfrechtonderzoek van de
Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie en de leges in het kader van de
Huisvestingsverordening voor huisvestingsvergunningen, vergunningen voor tijdelijke verhuur en
vergunningen voor woning- en kamerbemiddelingsbureau’s.

Raadsdruk Begroting 2011 42


7.6 P&R voorzieningen
Daarnaast stellen wij voor de kostendekkendheid van P+R-voorzieningen te verbeteren door de
dagtarieven te verhogen van € 6 naar € 8.

8 Onrendabele investeringen

8.1 In de Begroting 2011 opgenomen investeringsprojecten


In het kader van de gemeentebegroting worden drie categorieën van geheel of gedeeltelijk
onrendabele investeringen onderscheiden:
1. routinematige investeringen
2. niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid
3. niet routinematige investeringen met een vrij beslisbaar karakter

Ad 1 Routinematige investeringen
Het betreft de zogenaamde vervangingsinvesteringen die onderdeel uitmaken van de
Investeringsstaat en zijn opgenomen in de begroting. Indien uw Vergadering met de in dit overzicht
opgenomen investeringsprojecten instemt, is de directeur van de desbetreffende diensttak gemachtigd
over te gaan tot de uitvoering van de projecten.

Onderstaande tabel toont de totaalbedragen per diensttak:

Diensttak Bedragen x € 1.000


Stadsarchief Amsterdam 267.970
Dienst ICT 6.831.049
Dienst Milieu en Bouwtoezicht 950.000
Dienst Persoonsgegevens 590.000
Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 3.784.244
Dienst Onderzoek en Statistiek 50.000
Ingenieursbureau Amsterdam 230.000
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1.835.000
Dienst Ruimtelijke Ordening 353.000
Haven Amsterdam 23.852.867
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 2.734.224
Projectmanagementbureau 190.000
Dienst Stadstoezicht 750.000
Afval Energie Bedrijf 1.680.000
Waternet 48.371.000
Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 17.162.000
Totaal 109.631.354

Ad 2 Niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid


Jaarlijks wordt ten behoeve van de besluitvorming over de begroting aan de diensttakken een
overzicht gevraagd van niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid: de
investeringen met een rompmatig karakter. De kapitaallasten van de investeringen met een rompmatig
karakter zijn gedekt in de begroting. Uitgangspunt is dat slechts die investeringsprojecten in de
begroting zijn opgenomen, waarbij de planning zodanig is dat in 2011 een uitvoeringsbesluit zal
worden verkregen. Bovendien is nageaan of de dekking van de kapitaallasten ten laste van de
algemene dienst moet plaatsvinden. Bij de reserveringen voor niet routinematige investeringen die
voortvloeien uit het bestaand beleid wordt het volgende onderscheid gemaakt:

Raadsdruk Begroting 2011 43


a) Reserveringen voor loon- en prijspeilstijgingen. Hieronder zijn de volgende investeringen
opgenomen:

Omschrijving Bedragen x € 1.000 Bedrag Kapitaallasten


Depot AHM prijsstijging 2010 3.263 277
Nominale aanpassing busstation en auto-onderdoorgang 544 35
Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de Noord/Zuidlijn -24.700 -1.606
Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn 32.000 2.080
Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010 rijksbijdrage tbv de
Noord/Zuidlijn 16.600 1.079
Nominale aanpassing 2011 bijdrage tweede Zeesluis 1.700 111
Totaal 29.407 1.977

b) Overige reserveringen (die óf uitvoering beogen te geven aan onvermijdelijke, wettelijke, niet
uitstelbare verplichtingen, óf onvermijdelijk en onlosmakelijk samenhangen met door derden
geïnitieerde projecten, óf expliciete bestuurlijke besluitvorming kennen). Onder deze categorie zijn
de volgende investeringen opgenomen:

Omschrijving Bedragen x € 1.000 Bedrag Kapitaallasten


Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3 4.700 400
Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en serververvanging) 1.000 295
Krediet verbetering kwaliteit BAG (Basisadministratie gebouwen) 525 129
BHG-4 bouw/realisatie 480 118
Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen 6.330 573
Vervanging en herprofilering openbare verlichting 17.700 1.682
Vervangingsprogramma stadsverlichting 590 66
Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011 14.610 950
Totaal 45.935 4.213

Ad 3 Niet routinematige investeringen met een vrij beslisbaar karakter


De categorie niet routinematige, geheel of gedeeltelijk onrendabele investeringen met een vrij
beslisbaar karakter maakt onderdeel uit van ons voorstel met betrekking tot de verdeling van de
structurele prioriteiten. De prioriteiten zijn opgenomen in het desbetreffende programma.

8.2 Besluitvormingsprocedure niet routinematige investeringen


Instemming met de reserveringen voor niet routinematige investeringen (rompmatig en vrij beslisbaar)
betekent dat de financiële consequenties van de investering in de begroting zijn gedekt. Voordat tot de
uitvoering kan worden overgegaan, moet een uitvoeringsbesluit (krediet) in procedure worden
gebracht.

Procedure kredietverlening
Met ingang van de Begroting 2006 heeft uw Vergadering ingestemd met een structurele procedure
voor het beschikbaar stellen van kredieten. Deze procedure houdt het volgende in:
 bij de besluitvorming over de begroting wordt voor de voorgenomen investeringen een financiële
reservering getroffen
 bij de investeringsprojecten is een zodanige toelichting gevoegd dat uw Vergadering een goed
inzicht krijgt in de aard van het project
 bij de begroting wordt aan uw Vergadering voorgelegd:
a) een overzicht van investeringsprojecten, waarvan de kredietverlening wordt
voorgelegd aan uw Vergadering, en
b) een overzicht van investeringsprojecten, waarvan de kredietverlening zal plaatsvinden door
ons College. In dit overzicht worden alleen projecten opgenomen die naar de mening van ons
College geen grote politiek bestuurlijke impact hebben

Raadsdruk Begroting 2011 44


Beide overzichten worden bij de behandeling van de begroting ter besluitvorming aan uw Vergadering
voorgelegd. Na de besluitvorming worden deze overzichten – met eventueel door uw Vergadering
aangebracht wijzigingen – opgenomen in de begrotingswijziging nr. 1, waarin eveneens de prioriteiten
en de ombuigingsmaatregelen zijn verwerkt.

Kredietvoorstellen waarvan de besluitvorming plaatsvindt door ons College worden vervolgens de


betrokken Raadscommissie ter kennisneming toegezonden. Aangezien ons College voor de
kredietverlening bevoegd is, heeft het ter kennisneming toezenden van het kredietbesluit geen
opschortende werking. Nadat het krediet door ons College is verleend, kunnen verplichtingen worden
aangegaan. Voor projecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering wordt voorgelegd,
kunnen uiteraard pas verplichtingen worden aangegaan nadat uw Vergadering het krediet heeft
verleend.

Met betrekking tot de investeringen in ICT heeft ons College een extra toets ingesteld. Alvorens
diensten (vervangings)investeringen mogen doen, dienen zij aan te tonen de investeringen urgent zijn,
aansluiten op het realisatieplan ICT en er geen goedkopere alternatieven zijn. Op deze wijze wil ons
College meer inzicht en grip op de uitgaven voor ICT krijgen.

9 Gemeentefonds - stadsdeelfonds

9.1 Gemeentefonds
De algemene uitkering gemeentefonds is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de
gemeente. In de Begroting 2010 is al gewezen op de bijzondere situatie welke zich ten aanzien van
het Gemeentefonds voordoet. In het Aanvullend Beleidsakkoord 2009 heeft het toenmalige Kabinet
besloten de reguliere normeringssystematiek, de koppeling tussen rijksuitgaven en de groei van het
gemeentefonds, tijdelijk niet toe te passen. Dit betekent dat de reële groei, voor 2009, vastgezet is op
het niveau van de Septembercirculaire 2008. Voor de jaren 2010 en 2011 is de reële groei vastgesteld
op 0%.

De vraag is of de normeringssystematiek wordt hersteld, wat de omvang is van de verwachte


bezuinigingen van het nieuwe kabinet en in hoeverre dit het gemeentefonds raakt. Ten opzichte van
de Begroting 2010 stijgt de gemeentefondsuitkering met € 16,5 miljoen naar € 1,533,3 miljoen. De
algemene uitkering binnen het gemeentefonds laat een daling zien van -/- € 12,3 miljoen. De
decentralisatie en intergratieuitkeringen daarentegen, stijgen met € 28,9 miljoen.
Dit is het gevolg van de volgende ontwikkelingen:
 bijstelling van de uitkeringsfactor, voornamelijk, voor de ontwikkeling van de landelijke
uitkeringsbasis (aantallen inwoners, bijstandontvangers) leidt tot een daling van de algemene
uitkering ( -/- € 20,9 miljoen)
 de ontwikkeling van de Amsterdamse uitkeringsbasis leidt tot een stijging van de algemene
uitkering 12,1 miljoen
 ontwikkeling negatieve inkomsten maatstaf OZB ( € 0,2 miljoen)
 toename van de decentralisatie en integratie uitkeringen (€ 28,9)
 afname van de middelen voor de Wmo (-/- € 10,4 miljoen)
 diverse taakmutaties die per saldo leiden tot een toename van € 5,5 miljoen
 overige ontwikkeling (€ 1,2 miljoen)

9.2 Stadsdeelfonds
De totale uitkering aan de stadsdelen van Amsterdam bedraagt in de Actualisatie 2010 € 637,6
miljoen. Ten opzichte van de Begroting 2010, waarin € 633,4 miljoen werd geraamd, is de uitkering
€ 4,2 miljoen gestegen.
Deze toename wordt veroorzaakt door de uitname van -/- 7 miljoen vanwege de centralisatie van het
leerlingen vervoer, de uitname uit het stadsdeelfonds van -/- 0,3 miljoen vanwege de centralisatie van
de rekenkamerfunctie, een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- 2,8), een daling van de
Amsterdamse uitkeringsbasis (-/- € 1,6 miljoen), taakmutaties die betrekking hebben op
stadsdeeltaken ( € 1,4 miljoen),de areaal- en waardeontwikkeling OZB (€ 0,3 miljoen), de ontwikkeling
negatieve inkomstenmaatstaf OZB (-/- € 0,2), de toevoeging van een decentralisatie-uitkering aan het
stadsdeelfonds (€ 1,7 miljoen). Tot slot is in de actualisatie van het stadsdeelfonds een incidentele

Raadsdruk Begroting 2011 45


post verwerkt die voortkomen uit de vaststelling van de gemeentefondsuitkering in de jaarrekening van
de gemeente Amsterdam (€ 12,8 miljoen).

Voor 2011 is de begroting van het stadsdeelfonds geraamd op € 622,6 miljoen; een afname van
€ 15,1 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. Dit komt voor een belangrijk deel door het
wegvallen van een incidentele post uit de actualisatie (€ 12,8 miljoen). Voor het overige deel wordt de
daling van het stadsdeelfonds verklaard door; een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- € 6,4
miljoen), een toename van de Amsterdamse uitkeringsbasis (€ 6,3 miljoen), canonopbrengsten einde
tijdvak particulier (€ 0,4 miljoen), de negatieve inkomstenmaatstaf OZB in het gemeentefonds (€ 0,3
miljoen), de waarde- en areaalontwikkeling van de OZB (-/- € 2,3 miljoen), taakmutaties in het
gemeentefonds die (deels) betrekking hebben op het stadsdeelfonds (per saldo -/- € 0,6 miljoen),
afname van de decentralisatie-uitkeringen in het stadsdeelfonds (-/- € 0,3 miljoen) en de uitname uit
het stadsdeelfonds vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie (-/- € 0,2 miljoen)
Tot slot is er € 0,5 miljoen toegevoegd aan de voeding van het stadsdeelfonds ter compensatie van
het effect van de groei van IJburg. Deze toevoeging wordt gericht toegekend aan Stadsdeel Oost. Dit
stadsdeel ontvangt in 2011 € 1,0 miljoen door gerichte toekenning van deze toevoeging (tranche 2010
en 2011).

Effecten voor de stadsdelen


Ons College heeft in het verdeelvoorstel voor een bedrag van circa € 83 miljoen aan structurele
bezuinigingen opgenomen. De komende jaren zal er nog meer bezuinigd worden. Het is
onvermijdbaar dat dit gevoeld wordt in de stad. Ook de stadsdelen zullen dit merken. Naast de
maatregelen die de burgers raken, zijn er ook maatregelen die de stadsdelen in budgettaire zin raken.
Voor 2011 gaat het om de financiële consequenties van de decentralisatie van de OKC-JGZ en de
korting van € 2,5 miljoen op de middelen die worden gedecentraliseerd, de extra afdracht van
parkeerinkomsten van € 10 miljoen en de verlaging van het ISV budget met € 5 miljoen. Ook dient de
verlaging van het budget ten behoeve van het bestuurlijk stelsel genoemd te worden. Over de wijze
waarop stadsdelen betrokken worden bij het Realisatieplan ICT moet besluitvorming nog plaatsvinden.
Een gedeelte van de besparingen slaan echter neer bij de stadsdelen. Deze bedragen zijn in het
programakkoord als bezuiniging ingeboekt bij de centrale stad. Tot slot kunnen kortingen op het
participatie budget leiden tot een toename van het aantal burgers dat een beroep doet op lokale
welzijnsvoorzieningen in de stadsdelen.
Hiertegenover staan de voordelen op het gebied van inkoop. Door aan te sluiten bij centraal stedelijk
afgesloten mantelcontracten kunnen aanzienlijke inkoopvoordelen worden gerealiseerd.

Politiek bestuurlijke afweging


Ten opzichte van de Begroting 2010 daalt het stadsdeelfonds met € 2,9 miljoen. In de Actualisatie
2010 laat het stadsdeelfonds per saldo nog een incidentele stijging zien ten opzichte van de Begroting
2010 van zo'n € 11 miljoen. Over het geheel beschouwd is er sprake van een beperkte daling van het
stadsdeelfonds waarbij de ontwikkeling van het gemeentefonds op basis van het aandeelpercentage
evenredig is verdeeld tussen stad en stadsdelen.

Voor de financiële verhouding met de stadsdelen is verder het verdelingsvoorstel ISV van belang. Ten
opzichte van 2010 daalt het niveau van de ISV-sleutelgelden met € 5 miljoen. Indien het deel van de
ISV-middelen voor bodemsanering buitenbeschouwing wordt gelaten, bedraagt het aandeel van de
staddelen nog steeds ruim 40 procent.

De stadsdelen zullen in 2011 meer parkeerinkomsten moeten afdragen. De taakstelling is € 10


miljoen. De verdeling tussen centrale stad en stadsdelen is nog onderwerp van gesprek.
De verdelingen van de parkeerinkomsten tussen stadsdelen is zeer ongelijk verdeeld. Dit voorstel
raakt met name de stadsdelen met veel parkeerinkomsten. Deze inkomsten houden geen verband
met specifieke taken en specifieke sociale- en fysieke factoren.

Het geheel overziend, en gezien financiële en economische ontwikkelingen, is er voor ons geen reden
om (structureel) middelen vrij te maken ten behoeve van het stadsdeelfonds of een aanvullende
verlaging op te nemen.

Raadsdruk Begroting 2011 46


Bijlage Structurele Posterioriteiten

Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014


fysiek Afschrijvingsmethodiek exploitatie parkeergebouwen s 500.000 0 0 0
Agenstschappen Dui/eng beëindigen s 200.000 0 0 0
beperking bestuursondersteuning s 70.000 0 0 0
Beperking wettelijke taken BMA s 100.000 0 300.000 0
bezuinigingen ISV s 8.000.000 0 0 0
binnenhavengeld s 800.000 0 0 0
bodemsanering/nazorg s 1.000.000 0 0 0
bodemsanering (lagere kosten) s 100.000
budget analyse bedr. afvalwater s 30.000 0 0 0
doorbelasten personeel (Haven Amsterdam) s 15.000 15.000 0 0
Efficiency in taakuitvoering (EZ) s 500.000 0 0 0
fusie BBA/waternet s 350.000 0 600.000 0
Grondwaterkosten in rioolheffing s 1.076.560 0 0 0
kostendekkendheid bestaande P+R s 500.000 500.000 0 0
Lager beheer niveau (dIVV) s 1.150.000 1.150.000 0 0
Middelen RO-beleid stedelijke samenhang s 100.000 100.000 150.000 250.000
Parkeerbeheer s 140.000 0 0 0
Opheffen procesbegeleiding bewoners (OGA) s 400.000 0 0 0
reclame MUPI's s 45.000 0 0 0
Verhogen rendabiliteit materiaaldienst (dIVV) s 150.000 0 0 0
slimmer uitvoeren milieutaken (DMB) s 500.000 0 0 0
sociale veiligheid OV s 1.000.000 2.000.000 0 0
Structureel Budget klimaatbureau s 400.000 0 0 0
Synergie pontveren s 0 0 0 2.500.000
Taakvermindering erfpachtbeheer/regie productie s 650.000 0 0 0
Toezicht activa BV s 0 200.000 0 0
Vastgoedadvies s 950.000 0 0 0
Verbeterd contract MUPI/Abri IVV s 0 500.000 500.000 0
Vergroting efficiency Monumenten/archeologie s 130.000 0 0 0
Verminderen groenbeleid/ecologie/OR s 25.000 25.000 50.000 50.000
verminderen bestuurlijke Begeleiding ZA s 370.000 0 0 0
Westpoortbeheer s 200.000 0 0 0
windmolens inkomsten s 200.000 25.000 25.000 0
Zuiderkerk s 600.000 0 0 0
Mobiliteitsfonds/parkeerinkomsten s 10.000.000 0 0 0
Vermindering sluiswachters s 0 0 120.000 0
Implementatie walradar s 0 140.000 140.000 95.000
Verminderen formatie interne controle Haven s 0 0 40.000 0
Overname inning binnenhavengeld BBA s 0 40.000 0 0
Afstoten Clipper s 0 0 85.000 0
Contributies en bijdragen Haven afbouwen s 0 122.900 10.100 0
Differentieren zeehavengelden s 0 0 200.000 0
Inzet Stadstoezicht lager beheersniveau s 50.000 25.000 25.000 0
Aanvullende besparing dIVV (parkeergebouwen, P&R
exploitatie en verbeteren contract ABRI) s 1.000.000
Totaal
fysiek 31.301.560 4.842.900 2.245.100 2.895.000

Raadsdruk Begroting 2011 47


Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014
sociaal Ambulancedienst FLO s 1.160.000 0 0 0
Ambulancedienst NRGA s 0 500.000 0 0
Ambulancedienst OOV s 0 0 0 300.000
Antwoord s 70.000 0 0 0
Artis s 0 450.000 450.000 0
Bibliotheek s 0 500.000 500.000 0
dienstverlening Niv. Huisuitzettingen s 0 250.000 0 0
Differentiatie PGB s 250.000 0 0 0
Het gespuis s 0 42.000 0 0
Hortus s 0 100.000 100.000 0
Infectieziektebestrijding (efficiency) s 0 0 0 190.000
Infobalie (DWZS) s 100.000 0 0 0
Inhuur Sw-ers s 0 1.491.000 0 0
Inkomensverhoging DBC s 0 0 880.000 0
Kostendekkend maken activiteiten Boedelbeheer s 90.000 90.000 90.000 0
Kunstbegroting s 0 0 9.800.000 0
Luchtmeetnet s 0 0 0 50.000
Methodon arrestanten s 0 0 0 200.000
Methodonbus s 0 0 370.000 0
Mozeshuis s 0 100.000 0 0
opheffen kenniscentrum a'dam s 200.000 0 0 0
PvA Diversiteitsbeleid s 100.000 0 0 0
Regeling Huisbewaring (DWZS) s 75.000 0 0 0
Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam s 0 1.000.000 0 0
stelpost werk s 1.500.000 200.000 0 0
Taakstelling i-deel WWB s 0 0 0 0
Verhoging Leges (DWZS) s 620.000 0 0 0
verlaging bedrag OKC s 1.700.000 0 0 0
Verlaging formatie WZS s 100.000 100.000 0 0
Verlaging Wmo voorzieningen s 2.000.000 0 0 0
versobering bedrijfsvoering (DWZS) s 100.000 0 0 0
voorlichting migranten eigentaal s 0 0 0 290.000
Vermindering subsidie ASW/HA s 0 280.000 0 0
beëindiging subsidie Meldpunt Ongewenst
Verhuurgedrag s 0 200.000 0 0
aanvullende taakstelling scenario's
woonruimteverdeling s 0 0 900.000 0
Verlagen gemeentelijke bemoeienis (DWZS) s 0 0 400.000 200.000
beëindigen vergunningverlening WKB s 0 150.000 0 0
handhavingstaak gemeentelijke verordeningen zoals
huisvestingsverordening s 0 0 600.000 0
Efficiency apparaat kunst en cultuur s 200.000 0 0 0
Burgerschap en Diversiteit s 0 200.000 0 0
informatie huishouding radicalisering s 250.000 0 0 0
verlagen brandweerzorgnorm s 0 0 1.000.000 1.750.000
ombuiging Spa s 200.000 0 0 0
stichting bijzondere noden, beeindigen
apparaatskosten s 0 0 230.000 0
efficiency apparaat onderwijs s 150.000 150.000 0 0
Jeugd Beëindigen Onderzoek s 240.000 0 0 0
Jeugd Beëindigen innovatie/leuk en spannend/jouw
idee maak het waar s 0 240.000 0 0
beëindigen XXXS card s 0 600.000 0 0
efficiency apparaat jeugd s 100.000 0 0 0
efficiency apparaat sport s 170.000 170.000 0 0
Apolloloket (toegewezen struct prio in 2010) s 840.000 0 0 0
efficiency apparaat (DMO) s 0 0 500.000 500.000
ombouw MO intramuraal naar kleinschalig begeleid
wonen s 0 300.000 600.000 900.000
efficiency indicatiestelling overige diensten
(GGD/DWI) s 0 0 150.000 0
efficiency indicatiestelling DWZS s 0 150.000 0 0
onderzoeksbudget onderwijshuisvesting VO s 150.000 0 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 48


leerlingenvervoer: invoeren wettelijke grensafstand 0 550.000 0 0
en aanscherpen indiceren
s
wijzigen organisatie OKC en invoeren gereduceerd 800.000 0 0 0
basispakket s
Amsterdamse Bos: aanpassen openingstijden 0 50.000 0 0
bezoekerscentrum
s
Amsterdamse Bos: personeelslasten s 200.000
stopzetten bijzondere subsidieverordening 0 30.000 0 0
sportevenementen s
OOV strategische aankopen buiten 1012 s 200.000 0 0 0
Veiligheidsmanager (platform criminaliteitsbestrijding s 100.000 0 0 0
Organisatie leerplicht s 300.000 0 0 0
Rechtswinkel en zeemanswelvaren s 70.000 0 0 0
Totaal sociaal 12.035.000 7.893.000 16.570.000 4.380.000

Raadsdruk Begroting 2011 49


Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014

Bedrijfsvoering
Bestuur en
concern dienstauto's s 0 0 74.000 0
Efficiency (ACAM) s 100.000 300.000 0 0
Efficiency VGA s 34.000 0 0 0
leges verhoging naar 100% (DPG) s 30.000 0 0 0
Minder advert DFM s 0 300.000 0 0
Openingstijden stadhuis s 0 100.000 260.000 0
Optimalisatie huisvesting stadhuis s 0 1.500.000 0 0
vermindering basisbudget O+S s 0 120.000 105.000 0
vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer
distributie,advies s 120.000 120.000 120.000 120.000
Uitvoering Voormalig werkgeverschap
(Servicehuis personeel) s 515.747 585.217 883.253 264.825
Kostendekkend maken leges (DPG) s 0 30.000 30.000 40.000
reductie inzet accountantscontrole s 300.000 800.000 0 0
Vermindering niet wettelijke audits s 400.000 0 0 0
Raadsonderdelen s 475.000 0 0 0
Inkoop 48uurs Post s 300.000 0 0 0
Centrale coördinatie inkoop s 1.500.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000
Centralisering werving s 0 370.000 0 0
Inkoop- en aanbestedingsstrategieën s 1.200.000 1.200.000 1.100.000 2.500.000
Inkoop- en aanbestedings-strategieën s 0 600.000 300.000 200.000
Reduceren leveranciers communicatiemiddelen s 0 700.000 0 0
Reduceren wagenpark s 200.000 300.000 500.000 500.000
versoberen, normeren en optimaliseren
facilitaire zaken pllus gebruik en onderhoud
gebouwen s 0 600.000 0 1.100.000
optimaliseren proces invulling flexibele krachten
en externe inhuur s 1.000.000 2.000.000 2.000.000 2.500.000
Huisvesting Huisvesting gemeentelijke diensten s 4.550.000 3.600.000 0 2.730.000
Bestuursdienst afname wachtgelder s 50.000 0 0 0
Heroverwegingen bestuursdienst s 4.318.307 0 0 0
budget representatiekosten wethouders s 70.000 0 0 0
Onbevoegd toezicht op afstand s 300.000 0 0 0
meerjarige BD posterioriteiten s 0 1.800.000 700.000 800.000
Personeel uitstroom inactieven s 500.000 1.000.000 1.500.000 1.000.000
externe inhuur (maximaal 13% concern als
geheel) s 9.700.000 0 0 0
minder communicatie fte's s 0 500.000 600.000 0
opleidingsbudget (maximaal 2%) s 4.000.000 0 0 0
sobere arbeidsvoorwaarden s 0 6.900.000 500.000 500.000
staffuncties bestuur en concern s 0 4.000.000 0 0
ICT Invoering van een nieuw ICT s 2.000.000 4.400.000 6.000.000 9.000.000
Rentestelsel stelselwijziging rente egalisatie reserve s 8.000.000 0 0 0
subsidieproces uniformeren subsidieproces s 0 0 0 1.500.000
Totaal bedrijfsvoering 39.613.013 32.825.217 15.672.253 23.754.825

Eindtotaal 82.949.573 45.561.117 34.487.353 31.029.825

Raadsdruk Begroting 2011 50


3 Programma’s
Openbare orde en veiligheid
Werk en inkomen
Zorg
Educatie, jeugd en diversiteit
Verkeer en infrastructuur
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie
Cultuur en monumenten
Milieu en water
Economie en haven
Facilitair en bedrijven
Stedelijke ontwikkeling
Bestuur en concern
Dienstverlening

Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing


Algemene dekkingsmiddelen

Raadsdruk Begroting 2011 51


Programma Openbare orde en veiligheid
Maatschappelijk effect Een veiliger Amsterdam
Amsterdam is van oudsher een vrije en tolerante stad. Daarin moet iedereen veilig zijn, maar
zich ook vrij en veilig voelen, ongeacht tijd, plaats, functie, seksuele geaardheid, voorkeur of
levensovertuiging. Er worden duidelijke grenzen en normen gesteld, waarop degenen die
deze aantasten worden aangesproken. Door de overheid, en door de Amsterdammer zelf, die
daarvoor rugdekking krijgt. Als grenzen worden overschreden treedt de overheid tijdig,
krachtdadig en effectief op. Dit doet de overheid niet alleen voor het slachtoffer, maar ook als
duidelijk signaal aan de dader, de maatschappij en de handhavers: crimineel en asociaal
gedrag worden niet getolereerd.
In de Veiligheidsregio hebben we een belangrijke rol voor het behoud en verbetering van de
fysieke veiligheid. Met de partners in de regio staan we borg voor het in stand houden van de
openbare orde.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 127,2 122,5 145,2 111,0 109,7 110,4 110,4
Baten - 31,8 11,4 14,7 10,5 10,0 10,8 10,8
Resultaat t.l.v. 95,4 111,1 130,5 100,4 99,7 99,6 99,6
algemene middelen
voor mutaties
reserves
Toevoeging minus 10,2 0,0 - 16,7 - 08, - 0,1 0,0 0,0
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. 105,7 111,1 113,9 99,6 99,6 99,6 99,6
algemene middelen
na mutaties reserves
Saldo reserves 17,4 0,0 0,8 0,0 -0,1 -0,1 - 0,1
Saldo voorzieningen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
De komende tijd vraagt om een stevige gemeentelijke inzet op veiligheid en leefbaarheid. De
financiële crisis, haar risico’s en negatieve consequenties moeten het hoofd worden geboden.
Werkeloosheid, armoede en schulden, uitzichtloosheid en ontevredenheid vormen een
voedingsbodem voor criminaliteit en maatschappelijke onrust. Het handhaven, en waar nodig
verbeteren, van het huidige veiligheidsniveau is daarom een randvoorwaarde voor een
leefbare en levensvatbare stad. De continuering van grootstedelijke inspanningen voor jeugd
en veiligheid hebben een blijvende gemeentelijke impuls nodig. De aanpak van de
veelplegers mag juist nu niet verslappen. We mogen de probleemgebieden van de stad, hot
spots en prachtwijken, nu het moeilijk wordt niet aan hun lot overlaten. Immers veiligheid
staat niet op zich maar zorgt in belangrijke mate voor een levenvatbare stad, een
levensvatbare stad die kansen biedt voor economische ontwikkeling, ten behoeve van het
zakencentrum als ook van de middenstand en de grootwinkelbedrijven, kansen voor het
vergroten van de toeristische aantrekkingskracht en voor culturele ontwikkelingen¸ voor
investeringstrajecten als Topstad en voor evenementen als Sail en Koninginnedag. Ook het
tolerante klimaat van de stad staat of valt in belangrijke mate met reële en gevoelde veiligheid
waardoor mensen zich vrijelijk bewegen en uiten.

Raadsdruk Begroting 2011 52


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Openbare orde en veiligheid
3.1.1: Openbare orde en veiligheid: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd


Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014
Objectieve veiligheidsindex 1 80 2009 78 78-75 78-74 78-73 78-72
Subjectieve veiligheidsindex 76 2009
Element buurtproblemen 63 2009 61 61-58 61-57 61-56 61-55
Element vermijding 81 2009 79 79-76 79-75 79-74 79-73
Leefbaarheidsindex Wordt nog ontwikkeld

Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast


Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014
Afname recidive: 2/2010
First Offenders 30% 30% 28% 25% 23% 20%
Licht Criminelen 45% 45% 43% 40% 37% 35%
Potentieel Jeugdige 63% 63% 60% 57% 53% 50%
Veelplegers Harde Kern Jeugd 90% 90% 87% 83% 79% 75%
Afname aantal problematische 40 2009 40-37 40-37 37-34 37-34 34
jeugdgroepen
Aantal VO scholen dat een
schoolveiligheidsteam heeft 6 2010 10 Nader idem idem
vast te
stellen;
afhankelijk
van
budget

Doelstelling 3: Geweld achter de voordeur


Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014
Verhouding aangiften / 30% 2009 30% 32,5% 35% 37,5% 40%
incidenten
Toename huisverboden 97 2009 166 minimaal minimaal minimaal minimaal
250 250 250 250

Gewenste samenwerkingsvorm
De resultaten kunnen alleen behaald worden met medewerking van een groot aantal partners
in de keten. Politie en justitie zijn daarbij van groot belang. Daarom worden de beoogde
doelstellingen ook voorgelegd aan de Driehoek (Burgemeester, Hoofdofficier van Justitie en
Hoofdcommissaris van Politie). Daarnaast is voor de vermindering van jeugdcriminaliteit en
overlast en voor de verbetering van toezicht en handhaving de inzet van de stadsdelen
onontbeerlijk.
3.1.2 Openbare orde en veiligheid: Wat gaan we ervoor doen?
Buurtveiligheid en sociale cohesie
Niet alle Amsterdammers voelen zich altijd veilig in hun wijken: de subjectieve veiligheid moet
worden verbeterd; het gevoel dat mensen over hun veiligheid hebben wordt zeer serieus
genomen. Sociale cohesie draagt in belangrijke mate bij aan een gevoel van veiligheid in de
buurt. In een prettige buurt is ruimte voor iedereen, gaan ouderen met een gerust hart de
straat op en voelen jongeren zich op hun gemak.

Veiligheid in de buurt en op school is een prioriteit. De verruwing van het gedrag van jongeren
tussen 12 en 17 jaar is zorgelijk en verdient extra aandacht. Wij voeren daartoe een effectief
lik-op-stuk beleid ten aanzien van jeugdcriminaliteit, met een goede balans tussen preventie

1
Bij het objectieve en het subjectieve indexcijfer is daling een positief effect. Het objectieve indexcijfer bestaat uit de
elementen inbraak, diefstal, geweld, overlast, vandalisme, verkeer en drugs. Deze elementen worden gemeten met
behulp van in totaal 36 indicatoren. Het subjectieve indexcijfer bestaat uit drie elementen: veiligheidsbeleving,
vermijdingsgedrag en buurtproblematiek. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 31 indicatoren.

Raadsdruk Begroting 2011 53


en repressie. Er wordt geïnvesteerd in een gerichte wijkaanpak waarbij stadsdelen,
bewoners, buurtregisseur, straatcoaches en ondernemers samen werken aan het veiliger
maken van de buurt. In samenwerking met schoolveiligheidsteams wordt de veiligheid op
scholen verbeterd.

Een openbare ruimte die schoon, gaaf en veilig is, draagt bij aan een veiliger Amsterdam en
aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. De door de stadsdelen opgezette
leefbaarheidsindex vormt samen met de veiligheidsindex een compleet sturingsinstrument.
Geweld in alle verschijningsvormen dient te worden bestreden. Er worden maatregelen
genomen tegen uitgaansgeweld, voetbalgeweld, geweld achter de voordeur en geweld tegen
dienaren van het algemeen belang, zoals ambulancepersoneel, brandweerlieden,
verloskundigen en buschauffeurs.

Grote zorg is er over de aanzienlijke stijging van het aantal overvallen op woningen en
ondernemers, die steeds vaker gepaard gaan met grof geweld, terwijl de buit vaak heel klein
is. De effecten op de mensen die geconfronteerd worden met een dergelijke overval zijn
enorm. Wij helpen ondernemers zich te beschermen tegen overvallen.
Extra aandacht is nodig voor de positie van slachtoffers en de vergroting van de
aangiftebereidheid. Veel mensen doen geen aangifte omdat ze denken dat daar toch niets
mee gebeurt. Er komt een plan voor de vergroting van de aangiftebereidheid, want er ligt een
taak het vertrouwen van de Amsterdammers terug te winnen.

Criminaliteit
Zware criminaliteit wordt met kracht bestreden. Mensenhandel en gedwongen prostitutie zijn
niet geografisch beperkt of slechts aan bepaalde onderdelen van de prostitutiebranche
gerelateerd, maar komen in de prostitutiebusiness algemeen voor. De controles in de gehele
prostitutiebranche worden dan ook geïntensiveerd.
Criminaliteit en overlast pakken we aan met een goede mix van middelen. Al naar gelang de
ernst van het normoverschrijdend gedrag zullen de instrumenten worden ingezet: waar
mogelijk preventie, waar nodig repressie. Een goede ketenaanpak van politie, justitie,
rechterlijke macht en reclassering is daarbij essentieel. Wij zien graag meer en beter blauw
op straat, met de beste politieagenten op de moeilijkste plaatsen. Daarnaast is ook voldoende
en professioneel bestuurlijk toezicht nodig.

Cameratoezicht, gebiedsverboden, samenscholingsverboden en noodverordeningen zijn


ingrijpende maatregelen die alleen worden toegepast waar noodzakelijk en waar de middelen
effectief bijdragen aan het oplossen van de problematiek. De inzet van dergelijke middelen
wordt jaarlijks getoetst op noodzaak, effectiviteit, subsidiariteit, proportionaliteit, en beëindigd
zodra de doelstelling is behaald die geformuleerd werd bij de eerste inzet van het middel.
Preventief fouilleren is onder strikte voorwaarden toegestaan. Rechtstatelijkheid is daarbij het
uitgangspunt. Een goede balans tussen veiligheid en vrijheid is geboden.

Verlagen geweld
Er wordt prioriteit gegeven aan het tegengaan van wapenbezit en wapengebruik. Naast de al
bestaande instrumenten (zoals preventief fouilleren) wordt door het Openbaar Ministerie (OM)
een lik-op-stuk beleid ontwikkeld dat wordt ingezet wanneer een wapen wordt aangetroffen
op een jeugdige verdachte. De politie maakt in lijn daarmee een voorlichtingsfilm voor
jeugdigen over de gevaren van wapenbezit. Ook binnen de aanpak veiligheid op school wordt
gefocust op geweld. Nieuw in de aanpak van School en veiligheid zijn de
Schoolveiligheidsteams die op verschillende scholen worden ingezet. Belangrijk actiepunt van
deze teams is de aanpak van geweld op school en als onderdeel daarvan, het wapenbezit
van leerlingen (vroege starters). Daarbij gaat het om een nauwe samenwerking tussen
school, politie en leerplichtambtenaar. Binnen de aanpak veilig uitgaan is er specifiek
aandacht voor geweld. Onder andere door te starten met een ‘weekend-lik-op-stuk’
benadering. OM en politie zorgen voor voldoende capaciteit op de uitgaansmomenten (met
name het weekend) zodat bij voorkomende geweldsfeiten na aanhouding direct een
onderzoek kan worden ingesteld waarbij de verdachte in hechtenis wordt genomen.

Ten slotte wordt binnen de gekozen aandachtsgebieden prioriteit gegeven aan de aanpak
van geweld. Het gaat niet altijd om de inzet van nieuwe maatregelen, maar om bundeling van

Raadsdruk Begroting 2011 54


krachten, verbetering van de informatiepositie en een gerichte inzet van de bestaande
aanpak (bijvoorbeeld koppeling jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, inzet van toezicht en
preventief fouilleren).

Coffeeshops
De achterdeurproblematiek bij coffeeshops maakt deze branche per definitie vatbaar voor
criminaliteit. Amsterdam staat een tolerant softdrugsbeleid voor, maar hecht aan de
bestrijding van de (internationale) drugscriminaliteit. Om misbruik van softdrugs en alcohol
tegen te gaan wordt een actief voorlichtingsbeleid gevoerd.

Coalitieproject 1012
Het doorbreken van de criminele infrastructuur door het terugdringen van overlastgevende
criminogene branches is het doel van het Coalitieproject 1012. Er is jaarlijks een
voortgangsrapportage en er komt een vervolgonderzoek Grenzen aan de Handhaving.
Bonafide ondernemers moeten zo goed mogelijk worden beschermd tegen potentiële
ongewenste neveneffecten van het project. Het is een langlopend project waarbij een breed
draagvlak bij ondernemers, prostituees en bewoners van groot belang is.

Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd


De algemene hoofddoelstelling voor het programma is de verbetering van de objectieve
veiligheidsindex2 – bij gelijkblijvend aangiftegedrag van burgers – in alle 78 buurten van
Amsterdam, van gemiddeld 80 in 2009 naar tussen de 78 en 72 in 2014.In het verlengde van
de Wijkaanpak ligt de focus in hogere mate dan voorheen op meer toezicht, aanpak overlast,
aanpak multiprobleemgezinnen en efficiënter cameratoezicht

Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast


De aanpak van jongeren die zich stelselmatig schuldig maken aan strafbare feiten – de
zogenoemde ,0harde kernjongeren – wordt met kracht voortgezet.
De interventies en projecten op het terrein van Jeugd en Veiligheid zijn bedoeld voor
criminele en overlastgevende jongeren uit alle doelgroepen. Maar waar nodig, is er specifieke
aandacht voor specifieke doelgroepen. Naar aanleiding van de evaluaties ketenunits zijn
nieuwe afspraken gemaakt met politie en justitie. Om het aantal groepen dat ernstige overlast
veroorzaakt terug te dringen, krijgen de stadsdelen ook in 2011 ondersteuning van de flexibel
inzetbare teams, die bij overlast snel kunnen ingrijpen. Zie voor de schoolveiligheidsteams
Programma Educatie, jeugd en diversiteit, Subprogramma Jeugd, Indicator 5.1. Aantal
Voortgezet Onderwijs scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft.

Doelstelling 3: Vermindering geweld achter de voordeur


Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht. Bij een tijdelijk huisverbod wordt
de persoon van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat op last van de burgemeester
voor tien dagen uit huis gezet. Deze periode kan met 18 dagen worden verlengd. De
bevoegdheid tot het opleggen van huisverboden is in Amsterdam gemandateerd aan de
hulpofficier van justitie. De uithuisgeplaatste, de achterblijvende en eventuele kinderen krijgen
direct de benodigde zorg aangeboden om herhaling of verdere escalatie van het geweld te
voorkomen

2
. Het gemiddelde is in 2003 gesteld op 100. Voor de Veiligheidsindex geldt (net zoals voor de Buurtcijfers): hoe
lager het cijfer, hoe veiliger de buurt.

Raadsdruk Begroting 2011 55


3.1.3 Openbare orde en veiligheid: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 44,5 63,7 42,5 32,5 33,4 33,4
Veiligheid (doelstelling 1 tot en met 3) 36,2 55,0 34,5 24,8 25,4 25,4
Jeugd en veiligheid (doelstelling 2) 8,3 8,7 8,0 8,0 8,0 8,0
Baten - 9,3 12,7 17,5 8 8,8 8,8
Veiligheid (doelstelling 1 tot en met 3) 9,0 12,5 17,3 7,8 8,6 8,6
Jeugd en veiligheid (doelstelling 2) 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Mutaties in reserves ,0,0 -14,9 -0,5 -0,1 0,0 0,0
Saldo 35,2 37,3 24,6 24,6 24,6 24,6

Financiële toelichting

Toelichting Actualisatie 2010


Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten toe met € 19,2 miljoen en de baten met
€ 3,4 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn:
 nominale aanpassingen voor het subprogramma Openbare orde en veiligheid leiden tot
een verlaging van de lasten met € 0,18 miljoen en van de baten met
€ 0,012 miljoen
 verwerking van de motie Rust op het maatschappelijk front leidt tot een verlaging van de
materiële budgetten met € 0,05 miljoen
 structurele verhoging van de lasten met € 0,65 miljoen vanwege overheveling budget
Platform Amsterdam Samen naar Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en
Informatie Huishouding ten behoeve van tegengaan van radicalisering
 toename van de lasten Jeugd en Veiligheid als gevolg van ontvangen decentralisatie
uitkering Leefbaarheid en Veiligheid van € 0,4 miljoen.
 geraamde mutaties in reserves ad € 15 miljoen

In de ctualisatie zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt:


 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,306 miljoen vanuit GSB gelden ten
behoeve van het Veiligheidsplan
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 2,31 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen GSB-bijdragen (Donnergelden)
 incidentele verhoging baten en lasten met € 0,026 miljoen vanwege de besteding van
vooruitontvangen gelden van Dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS)
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,125 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen gelden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties ten behoeve van experiment ex-amv’s (alleenstaande minderjarige
asielzoekers)
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,123 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen gelden ten behoeve van het Regionale Informatie en Expertise
Centrum (RIEC)
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,017 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Bibob OOV
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,202 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Huisvesting Pardonners3
 incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,347 miljoen vanwege de besteding
van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Stedelijk Programma Regelgeving en
Handhaving (SPRH) stadsdelen

Toelichting Begroting 2011


Ten opzichte van de Actualisatie 2010 nemen de lasten af met € 21,2 miljoen en de baten toe
met € 4,9 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn:
 vervallen incidentele onttrekkingen uit reserves ad € 15 miljoen

3
De 27.700 vreemdelingen die in Nederland mogen blijven op grond van het Generaal Pardon voor asielzoekers die
voor 1 april 2001 asiel hadden aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 56


 vervallen van budgetneutrale mutaties van € 3,5 miljoen
 vervallen bijdrage Geertsdeal en RIEC voor € 4,4 miljoen
 afname lasten met € 0,7 miljoen van het budget jeugd en veiligheid als gevolg van een
daling van de decentralisatie uitkering Leefbaarheid en Veiligheid met € 1,4 miljoen, het
vervallen van een incidentele prioriteit ketenunits van € 0,2 miljoen en een stijging van
€ 0,9 miljoen door overheveling van middelen schoolveiligheid
 geraamde mutaties in reserves per saldo € 0,5 miljoen
 vervallen incidentele prioriteiten aanpak wallengebied (€ 0,5 miljoen), regelgeving en
handhaving ( € 0,4 miljoen), fonds gevolgen vreemdelingenbeleid (€ 0,8 miljoen),
Veiligheidsplan (€ 0,2 miljoen) en 1012 panden/Wallengebied (€ 5 miljoen)

In de begroting zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt


 afname decentralisatie uitkering Leefbaarheid cameratoezicht en overlast voor € 0,8
miljoen
 vooruitontvangen bedragen RIEC ad € 0,5 miljoen

Meerjarenraming begroting 2012 tot en met 2014


Vooralsnog zijn er geen noemenswaardige ontwikkelingen te melden.

3.2 Crisisbeheersing en brandweerzorg

3.2.1 Crisisbeheersing en brandweerzorg : Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?


Doelstelling 4: Brandweerzorg
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Binnen de norm ter plaatse 2010 80% 80% 80% 80% 80%
Kazernes 24 uur bezet 95% 95% 95% 95% 95%

Doelstelling 5:
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Beleidscentrum operationeel 2010 1 uur 1 uur 1 uur 1 uur 1 uur

3.2.2.: Crisisbeheersing en brandweerzorg: Wat gaan we ervoor doen?


De verantwoordelijkheid van de lokale brandweerzorg ligt bij de gemeente, de uitvoering bij
de Regionale Brandweer. Tussen de opdrachtgever, de gemeente en de Regionale
Brandweer wordt een dienstverleningovereenkomst (DVO) gesloten. De DVO is – bij het
opstellen van deze begroting – nog niet gerealiseerd. Daarmee kan nog niet definitief bepaald
worden welke indicatoren maatgevend worden.

Brandweerzorg/verhogen fysieke veiligheid


Fysieke veiligheid is een onderdeel van integrale veiligheid. In Amsterdam is de brandweer in
de veiligheidsindex opgenomen en vormt van oudsher een onlosmakelijk onderdeel van het
veiligheidsdomein. Bovendien is er samenhang tussen fysieke en sociale veiligheid: afname
van de fysieke veiligheid leidt tot afname van sociale veiligheid en heeft daarmee invloed op
de leefbaarheid.

Brandweerzorg/bestrijden van branden


Het verlenen van adequate brandweerzorg en het bestrijden van branden is de core business
van de brandweer. Daarom heeft de paraatheid en geoefendheid van het
brandweerpersoneel prioriteit. Tegelijkertijd zal de komende jaren meer worden geïnvesteerd
in preventie.

Crisisbeheersing
Onder de crisisbeheersing vallen de budgetten van voorheen Bestuursdwang en de
Bestuurlijke coördinatie rampenbestrijding.
Er wordt adequaat gereageerd op niet voorzienbare ordeverstoringen. Demonstraties,
manifestaties en evenementen worden bestuurlijk begeleid. Het Draaiboek Vrede wordt
zonodig in werking gesteld. Het beleidscentrum in de kelder van het stadhuis is beschikbaar
voor calamiteiten en voor oefeningen.

Raadsdruk Begroting 2011 57


3.2.3. Crisisbeheersing en brandweerzorg: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 75,9 79,5 75,1 75,0 75,0 75,0
Brandweer 75,3 78,9 74,8 74,8 74,8 74,8
Crisisbeheersing 0,6 0,6 0,3 0,3 0,3 0,3
Baten - 0,006 0,005 0,005 0,005 0,005 0,005
Brandweerzorg
Crisisbeheersing 0,006 0,005 0,005 0,005 0,005 0,005
Mutaties in reserves -3,0
Saldo 75,9 76,5 75,0 75,0 75,0 75,0

Financiële toelichting

Toelichting Actualisatie 2010


Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten toe met € 3,6 miljoen. De belangrijkste
oorzaken zijn:
 nominale aanpassingen voor het crisisbeheersing leidt tot een verlaging van de lasten
met € 0,004 miljoen
 verwerking motie B434 rust op het maatschappelijk front betekent een verlaging van de
lasten met € 0,001 miljoen
 structurele verhoging kapitaallasten Brandweer met € 0,2 miljoen
 incidentele verhoging lasten Brandweer i.v.m. extra capaciteit voor € 0,4 miljoen
 geraamde onttrekking uit de reserve Brandweer van € 3 miljoen. Het grootste deel van de
onttrekking heeft betrekking op de verrekening van het exploitatietekort van de
Brandweer van € 2,7 miljoen.

In de actualisatie zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt.


Incidentele verhoging van baten en lasten met € 0,034 miljoen vanwege de besteding van
vooruit ontvangen bedragen ten behoeve van het veiligheidsbureau

Toelichting Begroting 2011


Ten opzichte van de Actualisatie 2010 nemen de lasten af met € 4,3 miljoen. De belangrijkste
oorzaken zijn:
 nominale aanpassingen Brandweer leiden tot een verlaging van de lasten met € 0,4
miljoen
 vervallen van de incidentele prioriteit Koninginnedag van € 0,3 miljoen
 vervallen van de incidentele verhoging lasten Brandweer i.v.m. extra capaciteit voor € 0,4
miljoen
 vervallen budgetneutrale mutatie betreffende de besteding van vooruit ontvangen
bedragen ten behoeve van het veiligheidsbureau ad € 0,034 miljoen
 vervallen van de incidentele onttrekkingen uit de reserve Brandweer van € 3 miljoen

Meerjarenraming begroting 2012 tot en met 2014


Vooralsnog zijn er geen noemenswaardige ontwikkelingen te melden.

Raadsdruk Begroting 2011 58


4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


1 miljoen Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010

+ -/- + -/-
Reserves
Brandweer 3,0 0,0 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Aankopen 9,4 0,0 9,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
project 1012 /
Wallen
Reserve OOV 4,6 0,0 4,0 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0
Gevolgen 0,4 0,0 0,2 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
vreemdelingen
wetgeving
Totaal 18,6 0,0 17,8 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0
reserves

Af te wikkelen reserves

Reserve Brandweer
De begrote onttrekking van de reserve Brandweer in 2010 bestaat uit opdrachtgeverschap
Brandweer voor een bedrag van € 0,1 miljoen en de exploitatiekosten van het
Veiligheidsbureau in 2010 ad € 0,13 miljoen. Het exploitatietekort van de Brandweer van
€ 2,7 miljoen is vanuit deze reserve verrekend met de Brandweer. De stand van de reserve
ultimo 2010 bedraagt € 0.

Reserve Aankopen project 1012/Wallen


Het doel van de reserve is onroerend goed onttrekken aan het criminele circuit. Het in de
reserve aanwezig budget zal in 2010 tot besteding komen

Reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving


Deze reserve heeft als doel het vergoeden van bijzondere kosten die verband houden met de
terugkeer van uigeprocedeerde vreemdelingen.
De onttrekking bedraagt € 0,2 miljoen, zowel in 2010 als 2011, en heeft betrekking op het
vergoeden van bijzondere kosten die verband houden met de terugkeer van
uitgeprocedeerde vreemdelingen. De stand ultimo 2011 bedraagt dientengevolge € 0.

Reserve OOV
Deze reserve betreft de uitvoering van diverse projecten voor het programma OOV.
In 2010 zijn de volgende onttrekkingen begroot:
1. (het restant van) de prioriteit aanpak mensenhandel ad € 0,2 miljoen
2. de aanpak illegale bordelen voor een bedrag van € 0,4 miljoen
3. de evaluatie verwarmde terrassen ad € 0,01 miljoen
4. de kosten cameratoezicht uitgaanspleinen ad € 0,5 miljoen
5. investering voor de centrale camera uitkijkruimte ad € 1,5 miljoen
6. het Stedelijk Project Regelgeving en Handhaving ad € 1,2 miljoen
7. uitgaven voor BRI ad € 0,15 miljoen
Vervolgens wordt in 2011 een bedrag van € 0,6 miljoen begroot voor de aanpak van illegale
bordelen € 0,1 miljoen en het restant van de investering voor de centrale camera uitkijkruimte
€ 0,5 miljoen. Hierdoor bedraagt de stand ultimo 2011 € 0.

4 Investeringen
Binnen het programma Openbare orde en veiligheid worden geen investeringen geraamd. De
Brandweer maakt geen onderdeel meer uit van de gemeente. Investeringen van de
Brandweer worden dus niet in dit programma opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 59


5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Straat- en gezinscoaches Aanvulling op wegvallen Stadsdekkend systeem van 500 500
rijksbijdrage straat- en gezinscoaches

2 Cameratoezicht Aanvulling op wegvallen Functionerend systeem van 350 350


rijksbijdrage cameratoezicht

3 Veiligheidshuis Verbetering ketenaanpak Agressie trajecten/ pilots 275 275


psychologie en alcohol

4 Bestuurlijke aanpak Toepassen Emergo en Bibob Integrale bestrijding zware 130 130
georganiseerde criminaliteit methode criminaliteit. Bibob taxi’ s en
vastgoed

5 Aanpak woningovervallen Aanpak woningovervallen Minder overvallen 100 0

6 Coffeeshopbeleid Ontwikkelen nieuw model Toekomst bestendig beleid 100 100

7 Openingstijden Horeca Onderzoek openingstijden Breed gedragen besluitvormig 100 0


horeca

8 Leefbaarheidsindex Ontwikkeling Informatie gestuurd werken 75 75


leefbaarheidsindex

9 Intensivering toezicht Intensivering toezicht Uitbreiding toezicht komende 250 0


prostitutiebranche prostitutiebranche 4 jaar, per jaar

10 Schoolveiligheidsteams Schoolveiligheidsteams, Meer veiligheid op scholen 325 150


uitbreiding

11 Veiligheidsplan: Veiligheidsaanpak in Verbetering veiligheid in die 400 250


Gebiedsaanpak en specifieke gebieden gebieden
ketenaanpak/veiligheidshui
zen
12 Organisatie Bestuurlijk Regie unit OBT Invoering plan van eisen en 450 200
Toezicht doorontwikkeling BT

3.055 2.030

Raadsdruk Begroting 2011 60


I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
13 Versterking Veiligheidsregio Meer samenwerken betere Effectievere crisisbeheersing 192 0
control

14 Koninginnedag Koninginnedag Onverstoorbaar verloop 300 250

942 250

I8 Amsterdams Investeringsfonds
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
15 Coalitieproject 1012 Project 1012 aanpak Uitvoering strategienota 8.000 8.000
wallengebied wallengebied (project 1012)

8.000 8.000

S1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
16 Bestuurlijk Interventieteam Uitbreiding werkzaamheden Een leefbare en veilige 1.235 0
handhaving en toezicht openbare ruimte

1.235 0

S4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
17 Veiligheidsplan: Veiligheidsaanpak in Verbetering veilgheid in die 350 0
Gebiedsaanpak en specifieke gebieden gebieden
ketenaanpak/veiligheidshui
zen

350 0

Raadsdruk Begroting 2011 61


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
18 Strategische aankopen -200 -200
buiten postcodegebied
1012
19 Veiligheidsmanager -100 -100
(platform
criminaliteitsbestrijding)
20 Vrijval in budget Sociale Het niet verder invullen van de -1.000 -1.000
veiligheid OV efficiencywinst als gevolg van
de oprichting van het
Veiligheidsteam Openbaar
Vervoer

-1.300 -1.300

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Straat- en gezinscoaches
De aanpak van jeugdproblematiek in Amsterdam heeft de afgelopen jaren veel vooruitgang
geboekt. Dit moet met kracht worden voortgezet. Een belangrijk instrument hierbij is de inzet
van straatcoaches. Door een verlaging van de decentralisatie uitkering Veiligheid en
leefbaarheid valt de dekking gedeeltelijk weg.
Het Programakkoord heeft de veiligheidsambitie duidelijk geformuleerd op het gebied van
buurtveiligheid en sociale cohesie. De investering in een gerichte wijkaanpak waarbij
stadsdelen, bewoners, buurtregisseur, straatcoaches en ondernemers samenwerken aan het
veiliger maken van de buurt, geeft aan dat ons beleid is gericht op een integrale aanpak.
Binnen de gemeente geldt als algemene gedragslijn, dat wegvallende rijksmiddelen niet
automatisch worden gecompenseerd door gemeentelijke middelen. Echter, gelet op de
duidelijke relatie met het Programakkoord heeft ons College deze prioriteit in ons
verdelingsvoorstel opgenomen.

2. Cameratoezicht
Het gemeentelijk aandeel in de kosten van de exploitatie van cameratoezicht op het Centraal
Station en het Wallengebied en de exploitatie van het cameratoezicht op de uitgaanspleinen
en de centrale uitkijkruimte bedraagt € 1 miljoen. Een deel van deze kosten werden ten laste
gebracht van de decentralisatie uitkering Veiligheid en leefbaarheid. Door de verlaging van
deze uitkering valt een deel van de dekking weg.
Binnen de gemeente geldt als algemene gedragslijn, dat wegvallende rijksmiddelen niet
automatisch worden gecompenseerd door gemeentelijke middelen. Echter, gelet op de
duidelijke relatie met het Programakkoord heeft ons College deze prioriteit in ons
verdelingsvoorstel opgenomen.

3. Veiligheidshuis
Doel van de prioriteit is de verbetering van de ketenaanpak met politie, justitie, rechterlijke
macht en reclassering. De laatste jaren dalen de objectieve veiligheidscijfers, maar het
veiligheidsgevoel, ervaren overlast, huftergedrag en geweld in de openbare ruimte blijven de
aandacht opeisen. Er is behoefte aan een zichtbare en merkbare aanpak in wijk en buurt.
Veiligheidshuizen bieden daar uitkomst. Een lokale samenballing van de huidige meer
justitiële ketenunits en gemeentelijke jeugd, zorg en opvangketens biedt de mogelijkheid om
sancties, maatregelen en begeleiding in wijk en buurt te realiseren. Jeugdige raddraaiers,
veelplegers en specifieke groepen of hot spots worden zichtbaar en merkbaar voor een ieder
aangepakt. Een betere informatiepositie en nauwe operationele aansluiting van gemeentelijke
ketens zijn noodzakelijk.

Raadsdruk Begroting 2011 62


De komende jaren ontwikkelen de stadsdelen zich tot stevige bestuurlijke en ambtelijke
eenheden. Een uitgelezen kans om, naast de bestuurlijke aanhaking via de subdriehoeken,
de samenwerking van decentrale uitvoeringsorganisaties op veiligheidsgebied een impuls te
geven. Het trekken van dit veranderproces, de regie in het veiligheidshuis, informatiepositie
en bijbehorende pilot vragen om de volgende besluiten en gemeentelijke investeringen:
 gemeentelijke regie/management veiligheidshuizen
 verbeteren en verbreden informatie positie
 veranderproces fysieke huisvesting/werkomgeving

Hoewel de in de prioriteit voorgestelde activiteit geen directe relatie met het Programakkoord
heeft, acht ons College deze van zodanig belang, dat de prioriteit in ons verdelingsvoorstel is
opgenomen.

4. Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit


Het Emergo-project heeft tot doel in het Wallengebied criminele macht- en
gelegenheidsstructuren te bestrijden door o.a. het intensiveren van strafrechtelijke, fiscale en
bestuursrechtelijke interventies. Het 1012-project is de bestuurlijke variant en richt zich op
bestuurlijke interventies door o.a. het saneren van criminogene branches in dit gebied.
Het project wordt voornamelijk gedekt uit bijdragen van het rijk. Het project loopt eind 2010 af.
Ook hier geldt dat het wegvallen van rijksinkomsten niet automatisch leidt tot een toekenning
van gemeentelijke middelen.
Vanwege de relatie met het Programakkoord neemt ons deze aanvraag op in het
verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten. Wij tekenen hierbij nog aan, dat geen
structurele uitgaven ten laste van de prioriteit kunnen worden gebracht.

5. Aanpak woningovervallen
In 2009 is het aantal overvallen op ondernemers (inclusief geldtransporteurs) en woningen,
met ruim 10% gestegen. Reden voor de de driehoek om topprioriteit te geven aan de aanpak
van dit misdrijf, dat enorme impact heeft op de slachtoffers en de samenleving.
In februari 2010 heeft de driehoek het plan van aanpak Overvallen 2010 aangenomen. Politie,
Openbaar Ministerie en Bestuur investeren extra om het aantal overvallen substantieel
omlaag te krijgen.
Bestuurlijke instrumenten die worden ingezet zijn: preventief toezicht gemeentelijke MTV-ers,
gericht uitkijken cameraprojecten, inzet van gemeentelijk personeel in de openbare ruimte als
ogen en oren voor de politie, aanbrengen van fysieke maatregelen bij geldpunten, extra
(personele) inzet bij het organiseren van anti inbraakvoorzieningen bij woningen, versterking
van activiteiten veilig ondernemen en communicatiemiddelen.
Wij zijn er ons van bewust dat in het Programakkoord wordt aangegeven, dat er meer
aandacht moet zijn voor overvallen in woningen. Volgens ons College is hier echter sprake
van een kerntaak van de politie en niet van de gemeente. De uitvoering zal daarom binnen de
financiële kaders van Openbare Orde en Veiligheid moeten plaatsvinden. Wij hebben de
prioriteit daarom niet in ons verdelingsvoorstel opgenomen.

6. Coffeeshopbeleid
Coffeeshops staan sterk in de belangstelling in stad en land: spreiding, klanten en overlast,
een nieuw model voor coffeeshops nieuwe stijl en de regulering van de achterdeur, het zijn
de zaken waarvoor oplossingen worden gevraagd. Snel uitgevoerde en probleem- en
oplossingsgerichte studies zijn dan een probaat hulpmiddel. Daarbij wordt aan het volgende
gedacht:
 wetenschappelijk onderzoek naar spreiding van coffeeshops, onderzoek naar
bezoekersstromen naar coffeeshops, motieven voor coffeeshop bezoek en criteria die
bezoekers stellen aan spreiding van bestaande en nieuw te vestigen coffeeshops
 het zoeken naar mogelijkheden om statistische gegevens over coffeeshop bezoekers
aan demografische gegevens uit de wijken en infrastructuur en aanbod van
voorzieningen (winkelcentra, uitgaansgelegenheden) te koppelen om de huidige
spreidingsgraad van coffeeshops te toetsen
 verkooppunt soft drugs nieuwe stijl? Kan een nieuw soort coffeeshop worden ontwikkeld?
 onderzoek naar mogelijkheden van regulering achterdeur door middel van pilot in een
stadsdeel.
Voor de kosten van deze onderzoeken is € 100.000 aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 63


Ons College onderschrijft de noodzaak van een goed coffeeshop beleid. Ook gelet op de
duidelijke relatie tussen de aanvraag en het Programakkoord hebben wij de aanvraag in ons
verdelingsvoorstel opgenomen.

7. Openingstijden Horeca
Het huidige beleid op het terrein van horecavergunningen, waarvan de sluitingstijden
onderdeel uitmaken, is een helder en uitgebalanceerd systeem met veel onderlinge
afhankelijkheden en veel betrokken partners bij zowel de vormgeving, de uitvoering als de
handhaving. Wijzigingen op geïsoleerde onderdelen aanbrengen hebben repercussies voor
het gehele systeem. Te veel uitzonderingen kunnen het systeem onwerkbaar maken, met
name omdat de handhaving ingewikkeld en kostbaar is.
Om de bestuurlijke wens voor aanpassingen van de sluitingstijden uit te voeren, moet naar
het gehele systeem van (horeca)vergunningverlening en handhaving(scapaciteit) en de
kerntaken discussie tussen politie en de gemeente worden gekeken. Het voorstel is om
hiervoor langs twee lijnen te werken. Hierbij kan de methode worden gebruikt die ook is
toegepast bij de aanpassing van het terrassenbeleid.
Om te beginnen komt er een onderzoek naar de vormgeving van de sluitingstijden in andere
steden in Nederland en daarbuiten. Tegelijkertijd komt er een brede werkgroep bestaande uit
alle betrokken gemeentelijke onderdelen, stadsdelen, politie, ondernemers en bewoners om
te bouwen aan een nieuwe systematiek van vergunningverlening.
Ons College merkt op dat een financiële vertaling van het horecabeleid in het
Programakkoord ontbreekt
Verder zijn wij van mening dat diensten over onderzoeksbudgetten beschikken.
Dientengevolge moeten onderzoeken binnen dit budget worden gedekt. Wij hebben daarom
deze aanvraag niet opgenomen in het verdeelvoorstel.

8. Leefbaarheidsindex
Een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, draagt bij aan een veiliger Amsterdam en
kan een goede bijdrage leveren aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. De op
te zetten leefbaarheidsindex zal samen met de veiligheidsindex een compleet
sturingsinstrument geven.
Gelet op de duidelijke relatie van deze aanvraag met het Programakkoord neemt ons College
deze aanvraag op in het verdeelvoorstel.

9. Intensivering toezicht prostitutiebranche


In het Programakkoord is opgenomen dat controles in de gehele prostitutiebranche worden
geïntensiveerd. In 2008 heeft uw Vergadering ingestemd met de inzet van gemeentelijke
toezichthouders in de prostitutiebranche en heeft hiervoor € 400.000 in de begroting
opgenomen. De aangestelde toezichthouders richten zich vooral op het gebied 1012. Bij
intensivering van de controles en uitbreiding over de gehele stad is het gewenst, dat het
toezicht op de branche zoveel mogelijk informatie gestuurd plaatsvindt, namelijk op basis van
signalen over misstanden in de vergunde branche dan wel op vermoedens van illegale
prostitutie in bedrijven waar een risico hierop bestaat, zoals massagesalons en nagelstudio’s.
Eind 2009 zijn drie gemeentelijke toezichthouders aangesteld. Op grond van de resultaten
van de evaluatie van het bestuurlijk toezicht op de prostitutiebranche in gebied 1012 kan het
team worden uitgebreid. De kosten voor twee extra toezichthouders worden geraamd op €
250.000 op jaarbasis.
In het Programakkoord is € 2 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van het
prostitutiebeleid. Voorstellen voor de aanwending van deze middelen zullen worden
voorbereid door de portefeuille Zorg. Ons College verwijst daarvoor naar de bij het
Programma Zorg ingediende prioriteit.
Om deze reden hebben wij deze aanvraag niet afzonderlijk in het verdeelvoorstel
opgenomen.

10. Schoolveiligheidsteams
In het kader van het scheppen van een veilig schoolklimaat zijn op een aantal scholen in het
voortgezet onderwijsteams (SVT) actief. De experimentele aanwezigheid op vier scholen van
Schoolveiligheid teams heeft aangetoond dat er resultaten zijn geboekt. SVT”s zijn een
samenwerkingsverband tussen de gemeente (leerplicht) en politie om scholen te
ondersteunen in hun taak te zorgen voor veiligheid op scholen en het tegengaan van verzuim.

Raadsdruk Begroting 2011 64


De prioriteit betreft een uitwerking van de in het programakkoord gereserveerde middelen
voor Veiligheid. In ons verdelingsvoorstel hebben wij hiervoor € 150.000 opgenomen. Wij
tekenen hier het volgende bij aan.
De aanvraag moet in samenhang worden bezien met de bij het programma Educatie, jeugd
en diversiteit opgenomen prioriteit voor Schoolveiligheid teams.

11. Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen


Het Veiligheidsplan voorziet in accenten op de doelgroepgerichte aanpak, een
gebiedsgerichte aanpak, toezicht en op handhaving gericht instrumentarium en enkele
geprioriteerde delicten. Het Veiligheidsplan staat of valt met concrete maatregelen en
investeringen in de criminele en overlast hotspots en aandachtsgebieden van Amsterdam. De
kosten van deze aanpak werden tot dusverre ten laste van GSB middelen gebracht.
Hoewel als algemene gedragslijn geldt, dat wegvallende rijksmiddelen niet automatisch door
gemeentelijke middelen worden gecompenseerd, heeft ons College bij wijze van uitzondering
voor het Veiligheidsplan € 250.000 in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Onze overweging
daarbij is de aanwezige problematiek en het gegeven, dat het niet toekennen van middelen
leidt tot “kapitaalvernietiging” als gevolg van het stopzetten van de activiteiten. Eventueel
aanvullende middelen zullen binnen de overige aan het programma OOV ter beschikking
staande budgetten worden gedekt.

12. Organisatie Bestuurlijk Toezicht


Het Bestuurlijk Team Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT) heeft ingestemd met het
Eindrapport Programma van Eisen Organisatie Bestuurlijk Toezicht. Hiermee kan voor de
domeinonderdelen openbare ruimte, bouwen en milieu een concernorganisatie worden
opgezet, waarbinnen decentrale en centrale gemeentelijke (dienst) onderdelen samenwerken
en problemen oplossen. Voor de implementatie van het Programma van Eisen is een
veelheid van activiteiten noodzakelijk.
In samenhang daarmee worden de volgende vervolgacties uitgevoerd: organiseren van het
gehele domein van toezicht en handhaving volgens het OBT, organiseren van het verband
tussen bestuurlijk toezicht en politietoezicht en regionalisering van het OBT.
Voor regie-unit is nodig: projectleiding, ondersteuning en een werkbudget. De kosten van de
uitvoering lopen via de reguliere begrotingscyclus van stad en stadsdelen. Deze kosten
betreffen de implementatie van het Programma van Eisen en de doorontwikkeling van het
bestuurlijk toezicht.
Professionalisering van het bestuurlijk toezicht houdt in meer focus, meer effectiviteit
(oplossen van problemen) en efficiency (besparingen), meer dienstverlening en meer
veiligheid.
Gelet op de nu ingezette lijn van het OBT en de relatie hiervan met de opzet van de
hervormingsagenda, heeft ons College deze aanvraag incidenteel voor € 0,2 miljoen in het
verdeelvoorstel opgenomen. De overige middelen moeten binnen de portefeuille OOV
gevonden te worden.

I4 Overige prioriteiten

13. Versterking Veiligheidsregio


De Veiligheidsregio, die twee jaar bestaat, moet de centrale spil in de crisisbeheersing
worden. De Veiligheidsregio draagt zorg voor een betere samenwerking en effectieve
crisisbeheersing. Voorts heeft Amsterdam recht op een adequate brandweerzorg. Hiervoor is
een professionele brandweer en een goed functionerende brandweerorganisatie onmisbaar.
Daartoe moet de control functie binnen de Veiligheidsregio (ter ondersteuning van het
Veiligheidsbestuur) worden versterkt. Daarnaast is voor een goede crisisbeheersing de
invoering van netcentrisch werken nodig. De kosten worden geraamd op € 240.000; het
aandeel voor Amsterdam bedraagt € 192.000.
Ons College is van mening, dat de Veiligheidsregio beschikt over een stafbureau dat
verantwoordelijk is voor de ondersteuning van het veiligheidsbestuur. Bij de totstandkoming
van de Veiligheidsregio is de formatie bepaald op 14 fulltime eenheden. Ons College geen
reden om hiervan af te wijken. Met deze aanvraag hebben wij daarom geen rekening
gehouden in ons verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 65


14. Koninginnedag
Ook in 2011 zal de gemeente weer een grote inspanning leveren om Koninginnedag
succesvol te laten verlopen. Ter uitvoering van de nota “Toekomstvisie Koninginnedag” dient
de samenwerking met het bedrijfsleven en de gesubsidieerde sector te worden voortgezet.
Om de grote stromen bezoekers te beheersen, worden deze geleit door zichtbare looproutes
door de stad.. De bezoekers krijgen informatie over alle festiviteiten in onder meer een
voorlichtingskrant, waarin voor de oriëntatie van de bezoeker een duidelijke plattegrond is
opgenomen. Voor de actieve sturing van de mensenstromen worden elektronische matrix
schermen ingezet, worden straten met hekken afgesloten en worden toezichthouders
ingeschakeld. Via de matrix schermen kunnen de bezoekers bij calamiteiten worden
geïnformeerd. Daarnaast dienen de ruim 750.000 bezoekers te worden gefaciliteerd met
eerste hulp posten en extra inzet van nood- en hulpdiensten. Aanvullende inzet van openbaar
vervoer is vereist om bij de aanvoer congestie te voorkomen.
Evenals in de voorgaande jaren heeft ons Collegej voor de kosten van de organisatie van
Koninginnedag middelen in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Gelet op de financiële situatie
zijn wij van mening, dat de kosten extra kritisch tegen het licht moeten worden gehouden. In
ons verdelingsvoorstel hebben wij € 250.000 opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

15. Coalitieproject 1012


In het programakkoord heeft het College de doelstellingen van het project 1012
onderschreven. In het verdelingsvoorstel is voor 2011 € 8,0 miljoen opgenomen, gedekt uit
het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). In de Financiële Hoofdlijnen wordt nader ingegaan
op het AIF. Voor zover de middelen dit toelaten zal na 2011 in de resterende programperiode
extra € 7,0 miljoen voor het project worden uitgetrokken.

S1 Programakkoord

16. Bestuurlijk Interventieteam

De gemeente Amsterdam streeft naar een integrale aanpak van grootstedelijke overlast
problemen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. De aanpak vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van ons College. Voor de uitvoering is het gewenst één of twee
Bestuurlijk Interventie Teams (BIT) te formeren. De kosten van twee teams worden geraamd
op € 1,2 miljoen. Voor de dekking wordt een beroep gedaan op in het Programakkoord
gereserveerde middelen. Aangezien de aanvraag geen relatie heeft met het Programakkoord
heeft ons College voor deze prioriteit geen middelen in onst verdelingsvoorstel opgenomen.

S4 Overige prioriteiten

17. Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen

Zie de toelichting bij de incidentele prioriteit nr. 11.

SP4 Structurele posterioriteiten

18. Strategische aankopen buiten postcodegebied 1012


Het budget voor aankopen van panden buiten het postcodegebied 1012 kan met € 0,2
miljoen worden verlaagd.

19. Veiligheidsmanager (Platform Criminaliteitspreventie)


Ten behoeve van het Platform Criminaliteitsbestrijding is een Veiligheidsmanager aangesteld.
De jaarlijkse kosten bedragen € 0,2 miljoen. Ons College is van mening dat op deze kosten in
2011 een structurele besparing van € 0,1 miljoen mogelijk is

Raadsdruk Begroting 2011 66


20. Vrijval in budget Sociale veiligheid OV
Het totale budget voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer bedraagt ongeveer € 11
miljoen. Dit bedrag wordt op dit moment als volgt ingezet:
• € 7 miljoen bijdrage aan het veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV). Dit betreft met
name de inzet (ruim 60 FTE) van de Dienst Stadstoezicht;
• € 3 miljoen bijdrage aan de Stadsregio Amsterdam voor de conducteurs op de tram;
• € 1 miljoen nog niet ingevulde vrije ruimte vanwege efficiencywinst bij de oprichting
van het VOV. Dit budget is bedoeld voor extra inzet van het VOV.

Ons College stelt voor hierop een bedrag van € 1 miljoen te bezuinigen in 2011. Voor deze
ombuiging is € 1 miljoen van de vrije ruimte in te zetten.

Raadsdruk Begroting 2011 67


Programma Werk en inkomen
Maatschappelijk effect
In Amsterdam is werken het doel en participeren de norm. Zoveel mogelijk Amsterdammers zijn
aan het werk of op weg naar werk. Het beleid is gericht op werk, re-integratie en participatie.
Dat betekent investeren in de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt en in de ontwikkeling
van Amsterdammers op verschillende niveaus. Ons College zet hierbij in op het voorkomen en
het beëindigen van maatschappelijk isolement.

Werk is niet voor iedereen te realiseren. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen maximale
zelfredzaamheid bereiken. Daarom zijn interventies vanuit het armoedebeleid en de
schuldhulpverlening gericht op een activerend aanbod en het vergroten van financiële en
administratieve vaardigheden, zodat mensen mee kunnen doen in de samenleving.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 1.017,3 1.108,5 1.136,0 1.093,3 1.094,2 1.100,7 1.091,8
Baten - 781,8 829,9 849,9 829,0 848,0 857,6 851,4
Resultaat t.l.v. algemene 235,5 278,6 286,0 264,3 246,2 243,1 240,5
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus -12,0 - 19,3 - 9,8 - 21,5 - 3,4 - 0,3 - 0,0
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene 223,5 259,3 276,2 242,8 242,7 242,7 240,4
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 39,5 17,6 30,2 8,4 5,0 4,6 4,8
Saldo voorzieningen 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Investeringsuitgaven 8,4 5,6 10,1 6,6 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
2.1 Grote druk op de financiële kaders
De financiële crisis heeft grote impact op de economie en daarmee op de arbeidsmarkt. Steeds
meer mensen moeten (op de korte termijn) noodgedwongen gebruik maken van een uitkering
en van armoedevoorzieningen. Dit zorgt voor druk op de overheidsmiddelen. Naast een
toenemend beroep op voorzieningen veroorzaakt diezelfde crisis ook een beperking van de
financiële ruimte (landelijk en gemeentelijk) en dat leidt tot een heroverweging van de inzet van
middelen.

De Dienst Werk en Inkomen (DWI) moet nog efficiënter worden in het uitoefenen van zijn taak
mensen aan het werk te krijgen en te laten participeren. Daarbij blijft strenge selectie aan de
poort een eerste vereiste, met rechtmatigheid en doelmatigheid als de sleutelbegrippen.
Mensen die geen recht hebben op een uitkering worden uit de uitkering gehouden en mensen
die kunnen werken worden via snelle interventies, zoals de vacaturecarrousel, zo snel mogelijk
aan werk geholpen. Deze gerichte interventies moeten de uitstroom vergroten. Bijstand in
Amsterdam duurt niet langer dan strikt noodzakelijk. De taakstelling is op deze wijze een
besparing te realiseren en tekorten op de uitkeringsmiddelen zoveel mogelijk te beperken.

Tegelijkertijd is duidelijk dat de komende jaren veel minder middelen beschikbaar zijn voor re-
integratie en participatie. Dit vraagt bij de inzet van re-integratiemiddelen om het maken van
fundamentele keuzes, op basis van een helder afwegingskader.

Raadsdruk Begroting 2011 68


2.2 Economische ontwikkelingen
De – stijging van de – werkloosheid blijft altijd achter bij de economische ontwikkeling. In 2009
kromp de economie met maar liefst 4,75%, terwijl het aantal banen met slechts 1% is
afgenomen en de totale werkloosheid met niet meer dan 1 procentpunt is gestegen. Dit komt
deels door de deeltijd-WW en daarnaast heeft de overheid het begrotingstekort laten oplopen,
waardoor verlies van duizenden banen voorkomen werd. Verder hebben veel schoolverlaters
besloten nog een tijdje door te leren en melden veel zzp‘ers1, hoewel ze hun opdrachten zien
teruglopen, zich nog niet als werkloze. Het achterblijvende banenverlies is dus geen reden tot
optimisme.

Duidelijk is dat het banenverlies op korte termijn sterk zal oplopen. Bedrijven zullen mensen
ontslaan, omdat ze het niet lang vol kunnen houden met een gelijkblijvend personeelsbestand
een veel lagere omzet te draaien. De vergrijzing biedt – zeker op korte termijn – geen soelaas.
De beroepsbevolking zal – landelijk – de komende tien jaar jaarlijks met hooguit 20.000
personen krimpen, terwijl de economische crisis waarschijnlijk leidt tot een banenverlies dat kan
oplopen tot ongeveer 400.000. Specifiek op Amsterdam gericht onderzoek geeft aan dat onze
stad dezelfde trends en ontwikkelingen te wachten staat.

Dit plaatst de gemeente Amsterdam voor een grote opgave. Er zullen nog meer mensen een
beroep doen op bijstand, zeker als de plannen van het rijk voor een verkorting van de duur van
de WW doorgang vinden. Mensen komen dan eerder in de bijstand. Ook de voorgenomen
bezuiniging op het W-budget2 zal haar weerslag hebben op het bijstandsvolume. Doordat er
minder geld is voor ondersteuning bij arbeidsintegratie zullen veel bijstandsgerechtigden minder
kans maken om uit te stromen naar een betaalde baan.

2.3 Speerpunten in de aanpak


Ons College wil blijven investeren in mensen. Niet alleen in het belang van het individu, en in
het licht van de huidige crisis, maar ook om over een aantal jaren te kunnen voldoen aan een
aantrekkende vraag naar arbeidskrachten. Hoewel de berichten voor Amsterdam niet
eensluidend zijn, is de veronderstelling dat er een structureel knelpunt ontstaat doordat de
babyboomgeneratie de arbeidsmarkt gaat verlaten. Hiermee komen er nieuwe arbeidsplaatsen
beschikbaar, maar verdwijnt er ook veel kennis en ervaring. Het tekort aan vakkrachten (in de
techniek, het onderwijs en de zorg) zal hierdoor toenemen.

In deze context is de positie van jongeren van groot belang en één van de speerpunten van
onze aanpak. Al in 2009 is, samen met andere regionale partijen, gestart met het Actieplan
Jeugdwerkloosheid en de uitvoering daarvan wordt in 2011 voortgezet.

Ondersteuning van zelfstandigen – die het moeilijk hebben – en stimulering van zelfstandigheid
is een ander speerpunt. Uitkeringsgerechtigden die zelfstandige willen worden (en hiertoe in
staat zijn) worden gestimuleerd om een (duurzame) economische zelfstandigheid te bereiken.

2.4 Samenwerking in de keten


Er is één integrale visie op het voor de stad zo belangrijke vraagstuk participatie. En ook één
wet waarbinnen de financiën zijn geregeld: de Wet participatiebudget3. Binnen verschillende
samenwerkingsverbanden wordt een gezamenlijke inspanning geleverd die zich richt op een
groot aantal Amsterdammers. Door het creëren van een stevig programma participatie in
samenhang met re-integratie, armoedebeleid, inburgering en volwasseneneducatie wordt er
binnen de gemeente effectiever voor de burger gewerkt, met betere resultaten. Dit vergt een
nauwe samenwerking tussen verschillende gemeentelijke diensten in het sociale domein,

1 Zelfstandige zonder personeel


2
Via de Wwb krijgen gemeenten de beschikking over twee budgetten: het werkbudget (W-budget als onderdeel van het
Participatiebudget) en het inkomensbudget (I-budget). Uit het inkomensbudget betalen gemeenten de
bijstandsuitkeringen, terwijl uit het werkbudget reïntegratietrajecten gefinancierd worden.
3 Wet participatiebudget van 29 december 2008 tot bundeling van het Wwb-werkdeel, budgetten voor
inburgeringsvoorzieningen en de middelen voor volwasseneneducatie

Raadsdruk Begroting 2011 69


stadsdelen (onder andere in de aanpak van Multi Probleem Gezinnen), UWV Werkbedrijf,
bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de G4 partners.

Vanaf 1 januari 2010 is DWI verantwoordelijk voor de volledige uitvoering van de Wet
participatiebudget. De onderdelen inburgering en volwasseneneducatie zijn toegevoegd aan de
organisatie. Zij hebben een nauwe samenhang met re-integratie, inkomen en armoede. De
uitvoering van de inburgering vindt plaats in hechte samenwerking met de stadsdelen.

De samenwerking met UWV Werkbedrijf is de afgelopen jaren geïntensiveerd. Vanuit de


Werkpleinen wordt samengewerkt bij de intake van klanten. In de backoffice worden
specialisten ingezet. Bij het verder vormgeven van de samenwerking wordt ingezet op het
uitwisselen van instrumenten en een gezamenlijke werkgeversbenadering. Met andere
gemeenten wordt gezamenlijk invulling gegeven aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid.

Met bedrijven en maatschappelijke organisaties worden coalities gesloten, gericht op het


verminderen van armoede (Armoedepact) en het stimuleren van werkgelegenheid door
werkervaringsplaatsen beschikbaar te stellen en uiteraard banen te scheppen.

Samenwerking binnen de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) richt zich op de


uniformering van beleid, ICT en processen.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Participatie en werk
3.1.1 Participatie en werk: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Mensen ontwikkelen zich naar werk (zie ook bij armoede)
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Uitstroom naar werk in een jaar 2.513 3.500 4.000 4.000 4.200
(2009)

Doelstelling 2: Meer jongeren terug naar school of aan het werk


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Percentage jongeren dat binnen een 38% 40% 42% 44% 45%
jaar terug naar school gaat of aan 1e kw 2010
het werk is 89%
Percentage jongeren dat na 1e kw 2010 85% 85% 90% 95%
aanmelding bij het Jongerenloket
binnen 4 weken een werkleeraanbod
krijgt

Doelstelling 3: mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij reguliere arbeidsmarkt
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Percentage mensen dat werkzaam 12% 12% 12% 12% 12%
is bij een werkgever via Begeleid (2009)
Werken

Doelstelling 4: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en geschiedenis van
de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal Amsterdammers dat een taal- 2.514 6.200 6.200 6.200 6.200
en inburgeringscursus krijgt (1e kw 2010)
aangeboden (aantal WI-trajecten)
Aantal Amsterdammers dat een 2.826 1.375 1.375 1.375 1.375
educatietraject krijgt aangeboden (2009)
(WEB-traject)

Raadsdruk Begroting 2011 70


Overige doelstellingen

Doelstelling 5: Uitstroom van ouderen naar het werk


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aandeel uitstroom vijftig plussers in 14% 2009 14% 14% 14% 14%
de totale uitstroom naar werk (344)
In aantallen: 490 560 560 588

3.1.2 Participatie en werk: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Mensen ontwikkelen zich naar werk


De hoofdlijn van deze doelstelling is dat er minder mensen afhankelijk zijn van een uitkering of
van de gemeente. Er gaan meer mensen aan het werk. Mensen voor wie dat nog niet lukt
ontwikkelen zich richting de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd moeten we ook realistisch zijn over de
arbeidsmarkt in de komende jaren. De arbeidsmarkt volgt met vertraging de economische
ontwikkeling. De inspanningen van ons College zijn erop gericht het aantal klanten te
verminderen, met name door uitstroom naar werk. De verwachting is dat dit pas vanaf 2013
leidt tot een daling, mede door de korting op de middelen voor re-integratie die het rijk heeft
aangekondigd.

Voor deze doelstelling is de volgende indicator geformuleerd:


 uitstroom naar werk in een jaar:
Amsterdam gaat uit van de kracht van Amsterdammers. Wie kan, moet zelf in zijn
levensonderhoud voorzien. Wanneer dat niet mogelijk is, worden mensen gestimuleerd om
zichzelf te ontwikkelen, zodat zij uiteindelijk kunnen uitstromen naar werk. De uitstroom
naar werk moet zich de komende jaren verder verbeteren. Daarvoor wordt nauw
samengewerkt met werkgevers. Zij worden ondersteund, eventueel ook financieel, als de
loonwaarde van iemand nog niet 100% is. Daarnaast worden jobcoaches ingezet

Als mensen nog niet kunnen uitstromen naar werk worden re-integratie-instrumenten ingezet
om ze te ontwikkelen richting de arbeidsmarkt. Over de effectiviteit is veel discussie4.
Amsterdam vindt het van groot belang om transparant te zijn over de resultaten van re-
integratie, niet alleen in aantal deelnemers en instrumenten, maar ook op het gebied van
effectiviteit. Daarom wordt dit continu onderzocht en is ook in de komende jaren de inzet de
effectiviteit verder inzichtelijk te maken.

Doelstelling 2: Meer jongeren terug naar school of aan het werk


Het uiteindelijke doel van de aanpak van de jeugdwerkloosheid is dat jongeren terug gaan naar
school om hun startkwalificatie of een diploma te halen, of dat zij aan het werk gaan.

Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren geformuleerd:


 percentage jongeren dat in een jaar terug naar school gaat of aan het werk gaat:
het aantal jongeren dat terug gaat naar school of aan het werk gaat in een jaar stijgt
(uitgedrukt in een percentage). De aanpak van jeugdwerkloosheid van Amsterdam en de
andere regiopartners bestaat uit drie hoofdactiviteiten: stimuleren van jongeren om door te
leren, intensiveren van de begeleiding bij het solliciteren via een vacaturecarrousel en het
aanbieden van een tijdelijke stage/traineeplaats bij een werkgever
 percentage jongeren dat na aanmelding bij het Jongerenloket binnen vier weken een
werkleeraanbod krijgt:
de meeste jongeren die zich melden bij DWI zijn nog niet zo ver dat zij klaar zijn om terug
te gaan naar school of om aan het werk te gaan. Daarom krijgen ze in de tussentijd
ondersteuning via een werkleeraanbod. Dit vloeit voort uit de Wet investeren in jongeren
(WIJ). Dit geldt voor jongeren tot en met 27 jaar. Jongeren worden in eerste instantie

4
Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (2008 en 2009) heeft aangetoond dat klanten van DWI zich
ontwikkelen op factoren die van belang zijn om uiteindelijk aan het werk te kunnen gaan. Deze ontwikkeling was sterker
bij klanten die een re-integratietraject hebben doorlopen.

Raadsdruk Begroting 2011 71


begeleid naar school, werk of een combinatie daarvan, of ze volgen een traject hiernaar
toe. Wanneer er belemmeringen zijn voor de jongeren dan worden deze weggenomen

Doelstelling 3: Mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij de


reguliere arbeidsmarkt
Pantar Amsterdam voert in opdracht van Amsterdam de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit.
Dat is een wettelijke taak. Mensen met een handicap kunnen, na indicatie door UWV, een
beroep doen op werk in de sociale werkvoorziening (SW). In totaal zijn 3.300 Amsterdammer in
de SW aan het werk. Daarvan werken er 1.000 bij reguliere werkgevers, 300 in oproepteams bij
reguliere bedrijven, 500 in de openbare ruimte (groenvoorziening) en 1.500 in één van de
werkbedrijven van Pantar.

Doel is om zoveel mogelijk mensen uit de bedrijven van Pantar aan het werk te krijgen in
reguliere bedrijven. Gestuurd wordt op de beweging ’van binnen naar buiten’. Dit wordt
uitgedrukt in Begeleid Werken (werken in dienst van een reguliere werkgever met
loonkostensubsidie en zonodig jobcoaching). De doelstelling het landelijk percentage van Sw-
ers in begeleid werken (ongeveer 5%) te overtreffen is met 12% al bereikt. Meer mensen in
Begeleid Werken betekent meer mensen dichter bij de reguliere arbeidsmarkt. Het is een grote
opgave om dit constant te houden (12%), zeker gezien de economische ontwikkeling.

Doelstelling 4: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en
geschiedenis van de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers
Mee kunnen doen, betekent beheersing van de Nederlandse taal en begrip van de cultuur en
de geschiedenis.

Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren opgenomen:


 aantal Amsterdammers dat een taal- en inburgeringscursus krijgt aangeboden:
voor het onderdeel inburgering is de doelstelling voor 2011 en verder, gesteld op 6.200
inburgeringstrajecten (WI) voor de stad als geheel, voor zowel inburgeringsplichtigen als
inburgeringsbehoeftigen. De opgave bestaat erin gecombineerde trajecten aan te bieden,
dus niet alleen taal maar ook activiteiten die de taal versterken én daardoor de klant beter
in staat stellen überhaupt te participeren, dan wel op een hoger plan te participeren. Vanaf
2011 kan nog meer accent gelegd worden op maatwerk bij de benadering van
inburgeraars. Samen met de klant wordt onderzocht welk inburgeringsaanbod en welke
duale activiteiten het passendst zijn: als iemand werk heeft, wellicht Nederlands op de
werkvloer, met eventueel in de weekenden nog extra activiteiten. Voor mensen die wat
verder van participatie af staan, enkele dagdelen taal gecombineerd met vrijwilligerswerk
op de school van hun kinderen. Taal op de werkvloer (via werkgevers) is ook in 2011 een
belangrijk speerpunt van het wervingsbeleid

 aantal Amsterdammers dat een educatietraject krijgt aangeboden:


de educatietrajecten worden aangeboden vanuit de Wet educatie beroepsonderwijs (Web).
De gemeente is wettelijk verplicht om het gehele Web-budget te besteden aan het ROC
van Amsterdam. Het ROC biedt de volgende educatietrajecten aan: Voortgezet Algemeen
Volwassenen Onderwijs (VAVO), Alfabetiseringstrajecten voor Nederlandssprekenden
(NT1), Alfabetiseringstrajecten voor niet-Nederlandssprekenden (NT2), Aanbod na
inburgering en Geïntegreerde (GIT) trajecten: NT2 taal in combinatie met een
beroepsopleiding op MBO-niveau. Deze trajecten leveren een bijdrage aan de participatie
van Amsterdammers en in veel gevallen ook aan het instromen in het arbeidsproces

Doelstelling 5: Uitstroom van ouderen naar het werk


Vijftig plussers zijn een kwetsbare groep binnen het klantenbestand van DWI. De komende
jaren wordt er nadrukkelijk naar gestreefd ouderen te activeren, opdat de gevolgen van de
economische crisis niet onevenredig neerslaan op deze leeftijdscategorie. Uitgangspunt is dat
van deze groep het percentage uitstroom naar werk op hetzelfde niveau blijft als in 2009.

Raadsdruk Begroting 2011 72


3.1.3 Participatie en werk: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 378,0 460,9 382,5 355,3 355,4 348,5
Doelstelling 1, 2, 4, 5
Participatie en Werk (WPB)
Re-integratie 217,3 233,4 224,5 214,8 206,7 204,7
Budgettaire maatregelen WPB -7,2 -7,2 -7,2 -7,2 -7,2
(bezuiniging 2010 / - 63,2 -61,8 -52,4 -56,6
afwegingskader 2011-2014)
Inburgering* - 54,0 62,1 44,6 44,6 44,6
Volwasseneneducatie* - 9,1 7,0 7,0 7,0 7,0
Overig gemeente, niet WPB 20,1 14,7 6,2 6,2 6,2 6,2
(jeugdwerkloosheid,
kinderopvang, stelpost werk)
Doelstelling 3: Wsw 79,9 89,5 86,8 86,8 86,8 86,8
Toerekening uitvoeringskosten 60,8 67,5 66,3 65,0 63,8 63,1
DWI
Baten - 293,4 357,3 306,3 281,9 283,2 277,0
Doelstelling 1, 2, 4, 5
WPB
Re-integratie en Werk 192,3 176,0 163,8 155,0 156,3 149,9
Inburgering * - 61,3 48,4 36,0 36,0 36,0
Volwasseneneducatie * - 8,9 6,8 6,8 6,8 6,8
Schuif W naar Inburgering -20,0 - - - - -
Onttrekking/toevoeging 46,8 23,2** -0,7** -3,8** -3,8** -3,6**
spaarsaldo
Doelstelling 3: rijksbudget Wsw 74,0 83,8 83,8 83,8 83,8 83,8
Overig gemeentelijk 0,4 4,2 4,2 4,1 4,1 4,1
Mutaties in reserves -0,3 1,2 -1,8 -0,3 -0,3 0,0
Saldo 84,3 104,7 74,4 73,1 71,9 71,5
* bij de Begroting 2010 waren de taken inburgering en volwasseneneducatie onderdeel van het Programma EJD
** Actualisatie 2010: onttrekking voor W-deel € 37,3 miljoen en toevoeging vanuit Inburgering € 14,1 miljoen
Begroting 2011: toevoeging vanuit W-deel van € 11,9 miljoen en onttrekking voor Inburgering van € 11,2 miljoen
Meerjarig 2012-2014: verwachte toevoeging aan het spaarsaldo van circa € 4 miljoen vanuit W-deel

Doelstelling 1,2,4 en 5: Participatie en werk


De activiteiten bij deze doelstellingen worden betaald uit het Participatiebudget, zo mogelijk
aangevuld met gelden uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). Tot en met 2007 heeft de
gemeente geld overgehouden op het WWB-werkbudget (onderdeel van het huidige
Participatiebudget). Van de overschotten is een spaarsaldo gevormd dat kan worden ingezet
voor tekorten op het Participatiebudget. Eind 2009 bedroeg het spaarsaldo € 48,9 miljoen.

Door de economische crisis is het aantal re-integratieklanten toegenomen, waardoor de lasten


bij de Actualisatie 2010 zijn gestegen. Met name voor mensen op de lagere treden zijn de
lasten (mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt) gericht op maatschappelijke
participatie sterk toegenomen. Het verslechterde saldo ten laste van de algemene dienst
bevestigt dit beeld. Om binnen de beschikbare financiële kaders te blijven zijn aanpassingen
noodzakelijk in 2010. In de tabel is dit opgenomen onder ‘budgettaire maatregelen’. Bij de
Actualisatie 2010 gaat het om maatregelen van € 7,2 miljoen. Met deze maatregelen wordt
binnen het budgettaire kader gebleven.

Raadsdruk Begroting 2011 73


Overige gemeentelijke lasten in het kader van deze doelstellingen dalen met € 5,4 miljoen bij de
Actualisatie 2010 en met nog eens € 8,5 miljoen bij de Begroting 2011. Dit als gevolg van het
wegvallen van incidentele middelen (incidentele prioriteiten als Blijf aan de bal banen,
gemeentelijke bijdrage Participatiebudget en middelen voor de bestrijding van
jeugdwerkloosheid) en het dalen van de lasten kinderopvang als ook een daling van de stelpost
werk.

De baten voor re-integratie dalen daarnaast aanzienlijk. In bovenstaande tabel lijkt het
overigens of de totale baten Participatie en werk bij de Actualisatie 2010 sterk gestegen zijn. In
de begrotingcijfers 2010 maakten de lasten en baten van Inburgering en Volwasseneneducatie
echter nog deel uit van het Programma Educatie, jeugd en diversiteit.

Op het W-deel is bij de Actualisatie 2010 een tekort van € 50,2 miljoen en bij inburgering wordt
op de rijksmiddelen juist € 14,1 miljoen overgehouden. Vanwege het tekort op het W-deel wordt
bij de Actualisatie 2010 geen schuif meer gemaakt van W-deel naar Inburgering, wat in
voorgaande jaren wel het geval was en ook in de Begroting 2010 nog was opgenomen.

Met een spaarsaldo ultimo 2009 van € 48,9 leidt dat er toe dat € 37,3 miljoen wordt onttrokken
voor het tekort op het W-deel. Dan resteert een geoorloofde bijdrage van de algemene dienst
van € 12,9 miljoen (€ 10,7 incidentele prioriteit Participatiebudget en € 2,2 miljoen BTW-lasten
Pantar voor re-integratietaken waar baten BTW Compensatiefonds tegenover staan). Wat
betreft Inburgering wordt € 14,1 miljoen toegevoegd aan het spaarsaldo, waardoor de
geoorloofde bijdrage van de algemene dienst Inburgering uitkomt op € 8,2 miljoen (€ 6,7
miljoen lasten niet Wpb declarabel en € 1,5 miljoen aan dotatie reserve instapcursussen voor
2011). Voor de Actualisatie 2010 betekent dit per saldo een onttrekking uit het spaarsaldo van
€ 23,3 miljoen. Dit geeft een restant spaarsaldo ultimo 2010 van € 25,7 miljoen. Dit spaarsaldo
kan worden ingezet voor toekomstige tekorten op het Participatiebudget.

Rijksbezuinigingen leiden er in 2011 toe dat het budget krapper wordt en door verdere afname
van de baten komt het huidige re-integratiebeleid sterk onder druk te staan. Toekomstige
rijksbezuinigingen zijn daarnaast niet uit te sluiten. De verwachting is dat vanaf 2012 nog eens
€ 60 miljoen extra op het Participatiebudget wordt gekort. In bovenstaande tabel is voor 2011
de ontwikkeling van de uitgaven opgenomen inclusief het afwegingskader Participatiebudget
waarin maatregelen staan om de re-integratielasten terug te dringen. Besluitvorming over het
afwegingskader vindt plaats medio 2010. De lasten begroot voor 2011 zijn derhalve
€ 63 miljoen lager als gevolg van de voorgenomen maatregel op de re-integratiemiddelen.

Het saldo ten laste van de algemene dienst daalt bij de Begroting 2011 substantieel. Deze
daling is direct gekoppeld aan het al dan niet realiseren van de bezuinigingen in het
afwegingskader. Het eerder genoemde verwachte overschot op het W-deel in 2011 en verder
bij ongewijzigd beleid is alleen mogelijk als de bezuiniging van € 63 miljoen wordt gerealiseerd.
De Begroting 2011 bij ongewijzigd beleid laat zien dat in 2011 een overschot op het W-deel van
€ 11,9 miljoen wordt verwacht en ingezet kan worden voor het tekort op inburgering van
€ 11,2 miljoen. Per saldo wordt in 2011 dus € 0,7 miljoen aan het spaarsaldo toegevoegd.

Doelstelling 3: Wsw
Per Sw-plek ontvangt de gemeente een vast bedrag van het rijk, dat beschikbaar wordt gesteld
aan Pantar omdat zij is belast met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Dit
bedrag is onvoldoende om de loon- en uitvoeringskosten, verminderd met de omzet die Pantar
met deze en andere activiteiten realiseert, te dekken. Er resteert jaarlijks een exploitatietekort
van circa € 4 miljoen. Een bedrag van € 1,4 miljoen is structureel gedekt in de begroting. Het
resterende tekort van € 2,6 miljoen heeft de gemeente tot en met 2010 incidenteel bijgedragen.

Voor 2011 is een prioriteitsvraag van € 1,1 miljoen opgenomen en voor het restant van € 1,5
miljoen worden bezuinigingsmaatregelen bij Pantar gerealiseerd (in het uiterste geval wordt het
restant gedekt uit de risicoreserve van Pantar). Verder heeft de gemeente jaarlijks ongeveer
€ 1,5 miljoen beschikbaar voor inhuur Sw-werknemers door gemeentelijke instellingen.
Vanaf 2012 dienen de verschillende gemeentelijke onderdelen de gemeentelijke inhuur te
dekken binnen de eigen begroting.

Raadsdruk Begroting 2011 74


Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn zowel de lasten als de baten van de Wsw met circa
€ 10 miljoen gestegen, als gevolg van de toename van het aantal Sw-ers.

3.1.4 Participatie en Werk: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de


programakkoord doelstellingen?
De mate waarin klanten uitstromen naar werk hangt af van de vraag op de arbeidsmarkt en de
mate waarin DWI erin slaagt om klanten te ontwikkelen. Het is van belang om inzicht te krijgen
in de effectiviteit van re-integratie en participatie op de ontwikkeling van de klant. DWI wordt
geacht in de huidige situatie zijn klanten te ontwikkelen en uit te laten stromen met minder
middelen. Dit houdt in dat effectiviteit steeds belangrijker wordt en dit vraagt het nodige van
primaire proces (systeem van competentie-ontwikkeling, andere inzet van projectconsulenten,
benchmarking).

Als gevolg van landelijke heroverwegingen wordt een extra korting op het Participatiebudget
verwacht, waardoor nog meer druk op het huidige participatiebeleid ontstaat. Verder worden
tekorten voor inburgering verwacht en bestaat de mogelijkheid dat de rijksfinanciering voor
inburgering wordt gestopt. Het spaarsaldo Participatiebudget raakt op en er is mogelijk
onvoldoende spaarsaldo beschikbaar om toekomstige tekorten te dekken (met name omdat
trajecten meerjarig zijn en de gemeente ook na het stopzetten van de rijksfinanciering de
aangegane verplichtingen voor inburgeringstrajecten dient na te komen).

Verder kan het niet realiseren van de benodigde bezuinigingen zoals gepresenteerd in het
afwegingskader c.q. het niet in staat zijn om beleid aan te passen, enorme tekorten opleveren
voor de algemene dienst. Derhalve zal ons College de voortgang van het afwegingskader
monitoren middels de kwartaalrapportage aan de Raad.

3.2 Subprogramma Inkomen


3.2.1 Inkomen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 6: Klanten worden snel en adequaat geholpen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Klantwaardering klanten 6,8 6,9 7,0 7,0 7,0
(2009)
Percentage aanvragen 87,1% binnen 5 weken 90% 90% 90% 90%
levensonderhoud, afgehandeld (2009) binnen 4 binnen 4 binnen 3 binnen 3
binnen de gestelde termijn weken weken weken weken
Percentage bezwaarschriften 95,9 % 97% 97% 97% 97%
afgehandeld binnen de wettelijke (2009)
termijn
Percentage aanvragen Individuele 95,3 % 90% 90% 90% 90%
bijzondere bijstand afgehandeld binnen 8 weken binnen 7 binnen 6 binnen 5 binnen 4
binnen gestelde termijn (2009) weken weken weken weken

3.2.2 Inkomen: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 6a: Klanten worden snel en adequaat geholpen


Ons College werkt aan verbetering van de dienstverlening. Niet de regels staan centraal, maar
de klant. De komende periode wordt ingezet op ‘ontbureaucratisering’, met als doel de
(aanvraag)procedures verder te vereenvoudigen.

Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren geformuleerd:


 verbeteren van klanttevredenheid:
het oordeel en de wensen van de omgeving vormen het vertrekpunt voor de inrichting van
de dienstverlening en de uitvoering van DWI. Een respectvolle bejegening van de klanten
en het waarborgen van hun rechten maken daar integraal onderdeel van uit. Om inzicht in
klanttevredenheid te verkrijgen houdt DWI periodiek een klanttevredenheidsonderzoek
onder zijn klanten.

Raadsdruk Begroting 2011 75


Het streven is het algemeen klantoordeel ten opzichte van het ondergezoek dat in 2009 is
uitgevoerd te verhogen. Tegelijkertijd is de realiteit dat de klanttevredenheid van
organisaties als DWI slechts zelden boven een 7,0 uitkomen. Handhaven van minimaal dat
niveau is daarom het doel. Uiteraard wordt de komende periode bezien op welke wijze de
meting van de klanttevredenheid op een kwalitatief hoger niveau kan komen, in
samenwerking met het UWV
 afhandeling aanvragen:
de afhandelingtermijn van bijstandsaanvragen is sinds 2008 flink teruggebracht en
bedraagt inmiddels vijf weken. Doelstelling voor 2011 is vier weken. Ondanks de toename
van het aantal aanvragen als gevolg van de economische crisis en ondanks de invoering
van een nieuw uitkeringssysteem binnen DWI, wordt gestreefd naar een zo kort mogelijk
afhandelingtermijn voor de aanvragen (90% in drie weken in 2013)
 afhandeling bezwaarschriften:
in lijn met de nieuwe Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen wordt gestreefd
naar verkorting van de afhandelingtermijn van de bezwaarschriften
 afhandeling Individuele bijzondere bijstand:
bij de afhandeling van de aanvragen voor de Individuele bijzondere bijstand wordt ingezet
op een steeds korter wordende afhandelingtermijn. Dit is een verscherping ten opzichte van
de geldende wettelijke termijn van acht weken. Digitalisering van de dienstverlening speelt
hier een prominente rol

Doelstelling 6b: Overige


Gedurende de tijd dat iemand nog niet zelfstandig in zijn of haar inkomen kan voorzien, wordt
hij of zij door de gemeente tijdelijk met een inkomensvoorziening ondersteund. In veel gevallen
is dit een bijstandsuitkering. Het recht op de bijstandsuitkering moet worden vastgesteld. DWI
borgt de rechtmatigheid van de uikering. Tegelijkertijd moet iedereen met een uitkering re-
integreren en participeren. Die verplichting geldt in principe voor alle uitkeringsgerechtigden,
dus ook voor diegene voor wie uitstroom naar regulier werk op korte termijn niet haalbaar is.
Ook van hen wordt gevraagd zich in te zetten om hun competenties te verhogen, zodat ook zij
op termijn terug kunnen naar de arbeidsmarkt. Zo wil ons College bereiken dat iedereen
meedoet.

De Wwb garandeert iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft en die onvoldoende middelen
heeft om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien een minimuminkomen. Een onderdeel
van het systeem van werk en inkomen is ook een goede monitoring op, en aanpak van
oneigenlijk gebruik op voorzieningen. Als gevolg van de economische crisis stijgt het aantal
mensen dat een beroep doet op een bijstandsuitkering. Een onnodig beroep op bijstand moet
altijd voorkomen worden. Op het terrein van handhaving blijft het noodzakelijk om misbruik en
oneigenlijk gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Om daar zeker van te kunnen zijn, worden
bij de uitkeringsaanvraag de gegevens van de klant zorgvuldig gecontroleerd. Om zekerheid te
verkrijgen over de woonsituatie wordt een huisbezoek afgelegd. Naast het huisbezoek bij
aanvraag, worden ook naar aanleiding van vermoedens van fraude (zoals ontvangen signalen
van burgers, bestandskoppelingen of onduidelijkheden in de onderzoeken door medewerkers)
onderzoeken ingesteld, waarvan een huisbezoek onderdeel kan uitmaken. Uiteindelijk komt ook
handhaving neer op het aanspreken van klanten op hun verantwoordelijkheden en
mogelijkheden om te voorzien in hun eigen levensonderhoud. Verbetering van de efficiency in
de handhaving van de rechtmatigheid van de uitkering staat de komende jaren centraal. Het
resultaat moet verder omhoog, waarschijnlijk met minder middelen. Daarom wordt gekeken of
een profielbenadering (risicogestuurde handhaving) wordt geïmplementeerd. Hiermee komt een
sterkere focus te liggen op risicogroepen en tegelijkertijd een hogere trefkans van het
handhavinginstrumenten.

In de komende jaren zal in het kader van rechtmatigheid extra aandacht gaan naar preventie.
Ingezet wordt op een grotere nalevingbereidheid. Door goede voorlichting, duidelijke
regelgeving en nadruk op het principe ‘werk boven uitkering’, wordt voorkomen dat ten onrechte
uitkeringen worden verstrekt.

De inzet is om adequate voorlichting aan klanten als preventief middel te verbeteren. Ook een
verbetering van bestaande succesvolle controle- en opsporingsmethodieken blijft de komende
tijd nodig.

Raadsdruk Begroting 2011 76


Daar waar achteraf geconstateerd wordt dat bijstand ten onrechte is verstrekt, volgt
terugvordering. Ons College streeft er naar de effectiviteit van de terugvordering de komende
jaren te vergroten en zal daartoe verdere samenwerking zoeken met andere partijen.

3.2.3 Inkomen: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 657,6 599,6 652,0 680,3 686,9 685,0
Doelstelling 6a: 72,2 71,1 69,6 68,3 67,0 66,3
Toerekening uitvoeringskosten
DWI
Doelstelling 6b (overige): 560,3 491,6 530,8 558,1 564,7 563,5
Uitkeringen WWB
Overige uitkeringen 25,1 36,9 51,5 53,9 55,2 55,2
Baten - 534,6 489,5 521,5 564,8 573,1 573,1
Doelstelling 6b (overige):
WWB Inkomensdeel (rijksbudget) 429,7 452,4 469,9 510,9 517,9 517,9

WWB extra budget conjunctuur 69,3 - - - - -


WWB aanv. Uitkering 10,9 - - - - -

Overige uitkeringen (rijksbudget,


declaratie en overige inkomsten) 24,7 37,1 51,6 54,0 55,3 55,3

Mutaties in reserves -18,9 -10,6 -19,8 -3,2 0,0 0,0


Saldo 104,1 99,5 110,7 112,3 113,8 111,9

Doelstelling 6a: Klanten worden snel en adequaat geholpen


Deze doelstelling kan worden gerealiseerd door een goed werkend apparaat binnen DWI. De
dienst heeft hiervoor een regulier en incidenteel budget beschikbaar. Het totaal van de
apparaatskosten wordt met een kostenverdeelstaat aan de verschillende programma’s
toegerekend. Als gevolg van de stijging van het klantenbestand wordt in 2010 € 5 miljoen
incidenteel uit de Risicoreserve Wet Werk en Bijstand toegevoegd aan het
apparaatskostenbudget van DWI. Voor 2011 is een incidentele prioriteit van € 4 miljoen
beschikbaar vanwege het verwachte nog verdere stijgen van het klantenbestand. Deze
apparaatsmiddelen worden ingezet voor extra formatie en voor verhoging van de effectiviteit
van trajecten.

Doelstelling 6b: Overige


De conjunctuur is als gevolg van de economische recessie drastisch gewijzigd en dat heeft een
substantiële impact op het aantal uitkeringsverstrekkingen door DWI. Derhalve werd in de
Begroting 2010 een tekort op het Inkomensbudget verwacht van € 61 miljoen voor 2010,
€ 68 miljoen voor 2011 en ongeveer € 60 miljoen per jaar vanaf 2012. De conjuncturele
ontwikkelingen blijken overigens in 2010 minder ongunstig dan eerder door CPB geraamd.
Minder mensen doen een beroep op de uitkering dan verwacht, waardoor de uitkeringslasten bij
de Actualisatie 2010 minder hoog zijn dan begroot. Verder heeft de inwerkingtreding van de
Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (BUIG) per 1 januari 2010 een positief
effect op het resultaat. Bij de Actualisatie 2010 bedraagt het verwachte tekort derhalve niet
€ 50,4 miljoen, maar € 39,2 miljoen.

De korting – in augustus 2010 – van 10% door het rijk op het Inkomensdeel, blijkt het meerjarig
tekort vooralsnog niet nadelig te beïnvloeden. Desalniettemin blijven er de aankomende jaren
tekorten op het beschikbare uitkeringsbudget. Voor een deel van het verwachte tekort kan in
2011 en verder de Risicoreserve WWB worden ingezet, die is gevormd om dergelijke tekorten
op te vangen. Deze tekorten zijn ontstaan omdat de gemeenten binnen een (macro)
bandbreedte klanten, vaste budgetten hebben afgesproken met het rijk. In het huidige
economische klimaat leidt deze afspraak aanhoudend tot grote tekorten.

De lasten van de uitkeringen stijgen substantieel in 2011, wat behalve door een toename van
Wwb-klanten voor een groot deel verklaard wordt door de stijging van het aantal mensen dat

Raadsdruk Begroting 2011 77


valt onder de Wet investeren in jongeren (WIJ), die per 1 oktober 2009 in werking is getreden.
Daarnaast is de stijging van de lasten ook een gevolg van het afwegingskader.

De maatregel in het afwegingskader tot beperken van stagevergoedingen heeft in 2011,dan wel
een positief effect op het W-deel van € 24,3 miljoen, tegelijkertijd heeft deze maatregel echter
frictiekosten ten bedrage van € 24,3 miljoen tot gevolg voor het I-deel. De rijksbaten stijgen in
2011 eveneens. Het uiteindelijke risico wordt beperkt doordat een aanvullend budget kan
worden geclaimd bij het rijk, indien het tekort groter is dan 10%. Het verwachte tekort in 2011
komt uit op 14,4 % van het totale Wwb-Inkomensdeel. In 2012 (een jaar nadat het tekort zich
heeft voorgedaan) kan onze gemeente hiervoor door middel van een speciale procedure een
claim neerleggen bij het rijk.

Overigens is in het verdelingsvoorstel conform het programakkoord een posterioriteit op het


Inkomensdeel opgenomen van € 7 miljoen. Dit houdt in dat voor 2011 uitgegaan wordt van een
daadwerkelijk tekort van circa € 61 miljoen in plaats van € 68 miljoen. Deze taakstelling kan
worden bereikt door via een stevig re-integratie- en handhavingsbeleid meer mensen uit de
uitkering te laten stromen. Er wordt uitgegaan van een jaarlijks tekort van € 45 miljoen, vanaf
2011, waardoor een inzet van € 18,4 miljoen uit de risicoreserve. Hiermee komt het tekort voor
2011 afgerond uit op € 43 miljoen..

3.2.4 Inkomen: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord


doelstellingen?
Verdere bezuinigingen op het Inkomensdeel vanuit het rijk zijn niet uit te sluiten. Dit geldt
eveneens voor verdere bezuinigingen op het W-deel (re-integratiemiddelen). Deze
bezuinigingen hebben een effect op het re-integratiebeleid, omdat zonder middelen voor stevig
re-integratiebeleid de uitstroom van mensen uit de uitkering niet plaats zal vinden. Het
toekomstige tekort op het Inkomensdeel is daarmee afhankelijk van het realiseren van de
posterioriteit conform programakkoord, als ook van de bezuinigingen op het Inkomendseel.

Er is een duidelijke samenhang met rijksbezuinigingen op het W-deel. Effectief re-


integratiebeleid met de juiste formatie is nodig om de uitstroom te bevorderen én daarmee de
taakstelling uit het programakkoord van € 7 miljoen te realiseren. Het niet realiseren van deze
ombuiging in 2011 betekent een hoger tekort en mogelijk een hogere uitname uit de
risicoreserve.

3.3 Subprogramma Armoede


3.3.1.: Armoede: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 7: Verhogen bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Bereik voorzieningen per jaar 69%5 80% 85% 90% 90%
(2008)

Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Geen wachtlijst informatieadvies- 5 Geen Geen Geen Geen
gesprek en intake (2009) wachtlijst wachtlijst wachtlijst wachtlijst
schuldhulpverlening

5
In de armoedemonitor over 2009 wordt als basis een nieuwe nulmeting gedaan

Raadsdruk Begroting 2011 78


Overige doelstellingen
Doelstelling 9: Tegengaan van sociale uitsluiting van kinderen en jongeren
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Gebruik scholierenvergoeding 70% 80% 85% 90% 90%
en PC for kids (2008)
Gebruik stadspas door kinderen en 58% 70% 80% 80% 80%
jongeren uit minimagezinnen (2008)

3.3.2 Armoede: Wat gaan we ervoor doen?


Ons College houdt vast aan de inzet op actief armoedebeleid. Gezien de grote onzekerheden in
de ontwikkeling van het beroep op de armoedemiddelen en schuldhulpverlening, keuzes van
het nieuwe kabinet en economische ontwikkelingen is ons College voornemens de
doelstellingen op het terrein van het armoedebeleid te herijken. Parallel aan de besluitvorming
in uw Vergadering over de begroting zal ook het meerjarenbeleidsplan inkomen en
armoedebeleid worden voorgelegd waarin de herijking is opgenomen.

Doelstelling 7: Vergroten bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen


Iemand die recht heeft op een (aanvullende) inkomensvoorziening zou deze ook moeten
krijgen. Het streven is dan ook om het bereik van de armoedevoorzieningen te verhogen naar
90% in 2013. Primair zet ons College in op een groter bereik in absolute termen. Als de
doelgroep groter wordt dan wordt het lastiger naar een bereik van 90% procent te komen.

Dit wordt bereikt door:


 een proactieve benadering. De medewerkers van DWI dragen actief de voorzieningen uit.
Daarnaast worden de intermediairs van de maatschappelijke dienstverlening hierbij
betrokken en worden zelforganisaties ingeschakeld. Ook wordt gewerkt met
bewonersadviseurs in de stadsdelen
 bestandskoppelingen. DWI, de Dienst Belastingen, DMO en UWV koppelen hun bestanden
om een groter aantal mensen te bereiken die een inkomen hebben tot 110% van een
sociaal minimum
 vereenvoudiging van procedures. Dit wordt onder andere bereikt door het realiseren van
één loket voor alle voorzieningen, en waar mogelijk één verkorte aanvraag per jaar voor
alle voorzieningen, ondersteund door een duidelijke en simpele uitleg op internet

Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening


De uitvoering van de schuldhulpverlening is de verantwoordelijkheid van de stadsdelen, die de
uitvoering hebben ondergebracht bij de instellingen voor maatschappelijke dienstverlening. DWI
heeft tot taak te zorgen dat de schuldhulpbureaus een uniforme werkwijze hanteren, er stedelijk
een eensluidende registratie wordt gevoerd en dat er afspraken worden gemaakt met grote,
veel voorkomende schuldeisers. De gemeentelijke kredietbank (GKA) is onderdeel van DWI.

Vanwege de economische crisis, maar ook door de proactieve benadering van schuldenaren is
de vraag naar schuldhulpverlening in 2009 met 20% gestegen tot 12.500 aanvragen. De
verwachting is dat deze stijging zich voortzet. Dit vereist een blijvende inspanning van alle
partijen om zoveel mogelijk mensen te bereiken, de dienstverlening zo goed mogelijk in te
richten, waardoor geen wachtlijsten ontstaan, en het effect te vergroten. Een goede
dienstverlening houdt ook in dat mensen snel worden geholpen. Dit komt overeen met de
doelstellingen van het wetsvoorstel Gemeentelijke schuldhulpverlening, waarin termijnen
worden genoemd van twee weken voor een informatieadviesgesprek en vier weken voor een
intake.

Voor de verbetering van de schuldhulpverlening zijn twee speerpunten benoemd: verbetering


van de effectiviteit en het verkorten van de doorlooptijden. Onderdeel van de verbetering van de
effectiviteit is de verbijzondering in de hulpverlening. Er wordt verder ingezet op
schuldstabilisatie voor hen die niet in aanmerking komen voor de schuldsanering, vanwege de
strenge eisen die daaraan worden gesteld. Verder wordt gekeken wat de rol van de betrokken
organisaties zou moeten zijn.

Raadsdruk Begroting 2011 79


Ons College wil aandacht besteden aan de ondersteuning van zzp’ers en kleine ondernemers.
Amsterdam ondersteunt niet alleen kleine ondernemers die hun bedrijf beëindigen, maar ook
6
degenen die mogelijk een doorstart kunnen maken met een BBZ-krediet . Naast een onderzoek
naar de levensvatbaarheid van het bedrijf is schuldsanering een instrument om de financiële
problemen te saneren en een doorstart te realiseren.

Voor de doelstelling Versterken schuldhulpverlening is de volgende indicator geformuleerd:


 geen wachtlijst informatieadviesgesprek en intake schuldhulpverlening: in 2009 is veel
aandacht geschonken aan het wegwerken en voorkomen van wachtlijsten bij de
schuldhulpverlening. Dit is uiteindelijk gelukt en 2010 is, over het algemeen, zonder
wachtlijsten gestart. Uitgangspunt binnen de Amsterdamse aanpak van
schuldhulpverlening is dat er geen wachtlijsten mogen zijn voor mensen die een beroep
willen doen op schuldhulp, zodat hiermee reeds voldaan wordt aan de verplichtingen in het
kader van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (die waarschijnlijk per
1 januari 2011 van kracht wordt)

Aanvullend op de inzet op schuldhulpverlening wordt ingezet op onder meer de volgende


aspecten:
 aantal deelnemers van de outreachende werkwijze betalingsachterstanden: ons College wil
Amsterdammers in een vroeg stadium helpen om betalingsachterstanden bij huur, energie
en ziektekosten te voorkomen, dan wel te beperken. In 2009 zijn 3.800 huishoudens
benaderd met een beginnende huurachterstand door het project Vroeg er Op af. Er zijn
gesprekken met ziektekostenverzekeraar Agis en energieleverancier Nuon (pilots) om
mensen met betalingsachterstanden te benaderen waardoor het aantal aanmeldingen
uiteindelijk zal stijgen. Door deze vroegtijdige aanmelding zal naar verwachting het
percentage geslaagde saneringen stijgen. In de komende jaren zal moeten blijken of deze
aanname juist is
 aantal maatjes schuldhulpverlening: het voltooien van een schuldhulptraject vereist
doorzettingsvermogen en motivatie. Getrainde vrijwilligers bieden hierin een goede
ondersteuning. Nu al zijn maatjes actief bij de klanten van de Voedselbank. Ons College wil
dat uitbreiden tot mensen in een schuldhulptraject
 aantal jongeren van ROC’s dat deelneemt aan schuldhulpverlening: binnen de
schuldhulpverlening zijn jongeren een speciale doelgroep. De komende jaren wordt de
schuldhulpverlening aan jongeren geïntensiveerd. Op alle vestigingen van de beide ROC’s
in Amsterdam zijn inmiddels schuldhulpverleners ingezet. Als voorwaarde voor deze inzet
zal de opleiding budgetcursussen opnemen in het curriculum. De schuldhulpverleners
houden spreekuren op de vestigingen om informatie en advies te geven over financiële
problemen. Voor deelnemers met problematische schulden start een
schuldhulpverleningstraject waarvan in 2011 900 jongeren zullen gebruik maken.
Om meer jongeren bekend te maken met schuldhulpverlening wordt het aantal scholen
waar budgetcursussen worden gegeven de komende jaren uitgebreid. Gezamenlijk met de
stadsdelen organiseert DWI budgetcursussen voor scholieren in de hoogste groep van het
basisonderwijs, het praktijk- en speciaal onderwijs en het VMBO. Bij het MBO en Vmbo zal
tevens voorlichting met behulp van peereducators worden aangeboden

Vanwege geringe of ontbrekende inkomsten zijn schulden van jongeren moeilijk te saneren.
Voor deze categorie is het jongerensaneringskrediet ontwikkeld waardoor de mogelijkheid om
schulden van jongeren te saneren aanmerkelijk wordt vergroot. Het inkomen is namelijk niet het
uitgangspunt voor de sanering, maar een vast bedrag dat de jongere maandelijks kan
opbrengen via onder andere bijbanen. Ook de voorwaarden voor aflossing zijn soepeler door
een langere aflossingstermijn.

Doelstelling 9: Tegengaan van sociale uitsluiting van kinderen en jongeren uit minimagezinnen
Voor de gemeente Amsterdam zijn kinderen en jongeren al jaren een topprioriteit. Er wordt
door ons College extra aandacht gevraagd voor kinderen en jongeren die tussen wal en schip
dreigen te vallen. Het gaat om oplossingen in gezinsverband en het integreren van
armoedebestrijding in gezinsgerichte activiteiten voor de jongeren zelf.

6
Een BBZ krediet, volgens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, wordt verstrekt vanuit de gemeente.

Raadsdruk Begroting 2011 80


Ook worden in het kader van armoedebestrijding voorzieningen ingezet die specifiek gericht zijn
op jongeren. Daarbij gaat het onder andere om de scholierenvergoeding, de PC-regeling voor
kinderen en de stadspas. Verhoging van het aantal jongeren dat hiervan gebruik maakt is dan
ook een belangrijke indicator voor deze doelstelling.

3.3.3 Armoede: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 72,8 75,5 58,8 58,6 58,4 58,3
Doelstelling 7& 9
Bijzondere bijstand en 39,4 39,9 36,9 36,9 36,9 36,9
armoedebeleid
Flankerend bijstandsbeleid 0,5 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5
Kwijtschelding 4,1 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0
afvalstoffenheffing
Woonlastenfonds 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0
Stichting Bijzonder Noden 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Stadspas 2,6 2,1 1,9 1,9 1,9 1,9
Doelstelling 8
Interventies Armoedebeleid 12,0 13,0 - - - -
(schuldhulpverlening &
inkomensbeheer)
Uitvoeringskosten 8,9 10,6 10,4 10,2 10,0 9,9
armoedebestrijding DWI
Baten - 1,9 3,2 1,3 1,3 1,3 1,3
Doelstelling 7 & 8
Bijzondere bijstand 1,2 2,9 1,2 1,2 1,2 1,2
Stadspas 0,7 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
Mutaties in reserves 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 70,9 71,9 57,5 57,3 57,1 57,0

* Middelen schuldhulpverlening zijn onderdeel van middelen armoedebeleid. Extra schuldhulpverlening wordt bij
doelstelling 8 omschreven, maar daar zijn nog geen middelen voor bestemd

Doelstelling 7 & 9: Vergroten bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen & Tegengaan van


sociale uitsluiting van kinderen en jongeren uit minimagezinnen
De toename van de uitvoeringskosten DWI van € 1,7 miljoen bij de Actualisatie 2010 verklaart
meer dan de helft van de lastenstijging van € 2,7 miljoen. Verder stijgen ook de lasten voor
bijzonder bijstand en armoedebeleid, maar dit wordt deels gecompenseerd door een stijging
van de baten bijzondere bijstand. Deze baten worden in 2011 weer neerwaarts bijgesteld en de
lasten voor bijzondere bijstand en armoedebeleid dalen in 2011 ook, maar de uitvoeringskosten
blijven ongeveer gelijk. Bij de Actualisatie 2010 nemen de baten voor bijzondere bijstand toe
met € 1,7 miljoen. Voor tijdelijke compensatie chronisch zieken is na versobering van de
gemeentelijke regeling via de voorjaarsnota € 1,1 miljoen toegekend in 2010. Voor extra
schuldhulpverlening is via de motie Mahrach Ulichki eenmalig € 0,3 miljoen beschikbaar
gesteld. De uiteindelijke toename van het saldo bij de actualisatie is € 1,0 miljoen in verband
met een hogere lastenstijging.

De daling van het saldo € 14,4 miljoen van Actualisatie 2010 naar Begroting 2011 is voor
€ 14,2 miljoen te verklaren door daling lasten bijzondere bijstand en armoedebeleid en betreft
het wegvallen van incidentele prioriteit.

Het andere deel is te verklaren door het stopzetten van de bijdrage vanuit dit programma voor
het gratis lidmaatschap van de Openbare Bibliotheek voor stadspashouders. Voor 2011 zijn
prioriteiten ingediend om het armoedebudget op hetzelfde niveau als in 2010 te houden.

Kwijtscheldingen en woonlastenfonds
De geprognosticeerde totale kwijtschelding Afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2010 is in de
actualisatie vrijwel gelijk aan de Begroting 2010. De bijdrage van de centrale stad voor
kwijtschelding is in de actualisatie, behoudens nominale aanpassingen, onveranderd ten
opzichte van de Begroting 2010. De regeling Woonkostenbijdrage 2010 is dezelfde als die in

Raadsdruk Begroting 2011 81


2009. Daarmee is de Actualisatie 2010 op dezelfde uitgangspunten gebaseerd. Als gevolg van
de negatieve nominale ontwikkeling is het uitvoeringsbedrag iets naar beneden bijgesteld.

Voor de kosten van de kwijtschelding 2011 is gerekend met dezelfde aantallen huishoudens die
in aanmerking komen voor kwijtschelding en betalende huishoudens als in de Actualisatie 2010
(geen prognose voor autonome areaalgroei). De toename van de verwachte kwijtschelding van
€ 0,7 miljoen (Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010) is gebaseerd op een
verwachte stijging van ongeveer 4,4 % in de belastingtarieven van de stadsdelen (dit op basis
van de tariefstijging van 2009 naar 2010) en een gelijkblijvend aandeel van de centrale stad in
de kwijtschelding. Dit leidt tot een solidariteitsheffing van € 48,37 (was € 45,85) per huishouden
die de stadsdelen in hun tarieven doorberekenen.

Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening


In het overzicht zijn de uitgaven schuldhulpverlening en inkomensbeheer gepresenteerd die ten
laste van de reguliere armoedemiddelen zullen worden gebracht. Ten behoeve van de
versterking van schuldhulpverlening in 2010 is een prioriteit van € 4,1 miljoen aangevraagd.
Hetzelfde geldt voor 2011. De toekenning hiervan is ondermeer afhankelijk van de verwachte
toevoeging van het rijk aan het gemeentefonds in verband met de crisis.

3.3.4 Armoede: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord


doelstellingen?
Zonder toekenning rijksmiddelen voor extra schuldhulpverlening kan programakkoord-
doelstelling 8: versterken van schuldhulpverlening niet worden gerealiseerd, tenzij uit het
armoedebeleidbudget een deel wordt vrij gemaakt voor extra schuldhulpverlening.

Voor doelstelling 7 is het van belang om de doelgroep ook daadwerkelijk bereikt kan worden.
Hiervoor worden campagnes opgezet om de klant te informeren over de mogelijkheden.
Daarnaast wordt de regelgeving om armoedevoorziening aan te vragen zo eenvoudig mogelijk
gehouden. Een ander risico is het mogelijk overschrijden van de budgettaire ruimte. De
armoederegelingen zijn open einde regelingen. Dit houdt in dat van iedereen die voldoet aan de
criteria de aanvraag van een voorziening gehonoreerd moet worden, ook als het budget wordt
overschreden. Zeker gezien het feit de middelen in de twee andere subprogramma’s van dit
programma minder worden, is de kans groter dat een beroep gedaan zal worden op
armoedevoorzieningen en dat de druk op de budgettaire ruimte toeneemt.

Raadsdruk Begroting 2011 82


4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties ultimo mutaties Ultimo ultimo Ultimo ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-
Participatie en Werk
Huisvesting kinderopvang 1,3 0,0 0,3 1,0 0,0 0,3 0,7 0,4 0,0 0,0
Triade
Instapcursussen 0,0 1,5 0,0 1,5 0,0 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Inkomen
WiGo4IT 0,8 0,0 0,0 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0
Geïntegreerde voorziening 1,4 0,0 0,0 1,4 0,0 0,5 0,9 0,0 0,0 0,0
Risicoreserve WWB 31,3 0,0 7,1 24,2 0,0 18,6 5,6 3,3 3,3 3,3
Rechtmatigheid 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
onderzoeken
Vakantiegeld 3,0 0,0 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Laarderhoogtweg 1,3 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 1,3 1,3 1,3 1,3
Totaal reserves 39,5 1,5 10,8 30,2 0,0 21,5 8,5 5,0 4,6 4,6

De omvang van de reserves en voorzieningen daalt van € 30,2 miljoen ultimo 2010 tot € 4,8
miljoen 2014. De ultimo 2014 resterende € 4,8 miljoen bestaat uit de reserve Laarderhoogtweg
en de risicoreserve WWB.

4.1 reserves

Nieuwe reserves
 De reserve Instapcursussen bij het subprogramma Participatie en werk wordt gevormd uit
de extra middelen ad € 2,5 miljoen die het rijk toevoegt aan het gemeentefonds voor dit
doel. Naar verwachting wordt hiervan in 2010 € 1 miljoen besteed en zal het restant ad
€ 1,5 miljoen worden gedoteerd aan een reserve als dekking voor de bestedingen in 2011.

Te handhaven reserves
 De Risicoreserve Wet Werk en Bijstand is gevormd om tekorten in het rijksbudget voor de
Wwb (Inkomensdeel) op te vangen. Eind 2009 bedroeg de reserve € 31,3 miljoen. In 2010
wordt € 7,1 miljoen onttrokken, waarvan € 2,1 miljoen opdat het tekort op de
uitkeringslasten uitkomt op het voor 2010 begrote tekort van € 37 miljoen en € 5 miljoen
voor uitbreiding van het apparaatsbudget DWI. In 2011 wordt € 18,4 miljoen onttrokken
waardoor het tekort voor de algemene dienst uitkomt op € 42,6 miljoen
 De reserve voor de Laarderhoogtweg is bestemd om het groot onderhoud te dekken. Het
bedrag van € 1,3 miljoen is bestemd voor de ‘make-over’ van de Laarderhoogtweg. De
kosten hiervan zijn nog niet in deze begroting verwerkt, aangezien de onderhoudsplanning
nog niet exact bekend is. Ongeveer de helft van het bedrag is onvermijdelijk gezien de
relatie met noodzakelijke ARBO aanpassingen. Het resterende bedrag is meegenomen in
de gemeentelijke heroverwegingen
 De reserves voor rechtmatigheidsonderzoeken, vernieuwing ICT, bestrijding Jeugd-
werkloosheid en de reserve Chronisch zieken zijn toegevoegd c.q. gehandhaafd in 2009
conform de besluitvorming in de baak Jaarrekening 2009. Deze reserves zullen in 2010 en
2011 tot besteding komen
 De reserve met betrekking tot de Geïntegreerde voorzieningen is bestemd voor
frictiekosten in de vorming van locaties waar DWI samen met de GG&GD verslaafden
opvangt
 Voor de huisvesting van kinderopvang in het Triadegebouw wordt jaarlijks € 0,3 miljoen
onttrokken. Eind 2013 zal de reserve nagenoeg leeg zijn.

Af te wikkelen reserves
 Conform besluit van B&W wordt in 2010 de reserve vakantiegeld volledig onttrokken, zodat
deze ultimo 2010 op nul uitkomt.

Raadsdruk Begroting 2011 83


4.2 voorzieningen

De omvang van de voorzieningen neemt waarschijnlijk af tot nul in 2010. De enige voorziening,
die DWI heeft getroffen, is gevormd voor de declaratierisico’s in het Werkdeel. Het tempo
waarin deze voorziening wordt aangesproken is afhankelijk van de administratieve verwerking
bij het rijk. Over de hoogte van de af te wikkelen bedragen wordt geen meningsverschil met het
rijk verwacht.

4.3 investeringen

Er zijn geen nieuwe investeringen opgenomen in 2011. De uitgaven die worden gedaan hebben
betrekking op de deelname van DWI in Wigo4it, de samenwerkingsorganisatie van de sociale
diensten van de vier grote steden. Wigo4it ontwikkelt nieuwe ICT voor de
uitkeringsverstrekkingen. Daarnaast worden er uitgaven gedaan in het kader van de
geïntegreerde voorzieningen. De begrote uitgaven zijn voor 2010 zijn in de actualisatie naar
boven bijgesteld. Voor 2011 worden de investeringsuitgaven geschat op € 6,6 miljoen aan ICT
en geïntegreerde voorzieningen.

Raadsdruk Begroting 2011 84


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Armoedebeleid Continuering Armoedebestrijding op zelfde 11.500 11.500
armoedevoorziening en niveau als 2010
ambities actief armoedebeleid

2 Specifieke Armoedeinzet Specifieke Armoedeinzet Armoedeinzet voor kwetsbare 500 500


werkende armen waaronder groepen
zelfstandigen

3 Extra uitgaven Extra beroep op de Opvangen extra beroep op 4.100 0


schuldhulpverlening schuldhulpverlening door schuldhulpverlening
economische crisis

4 Taalcoaches Koppeling van Inburgeraars 450 nieuwe taalkoppels per 250 250
aan individuele jaar
praktijbegeleiders

5 Maatschappelijke Juridisch/maatschapelijke 3000 niet-traject gerelateerde 250 250


begeleiding vluchtelingen begeleiding Vluchtelingen diensten

6 Taal en Ouders volgen via de school 10 Deelnemende scholen, 150 500 300
Ouderbetrokkenheid van hun kinderen een deelnemers
voortraject op een
inburgeringscursus

17.100 12.800

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
7 Tekort sociale 3.000 Amsterdammers zijn Emancipatie van 2.600 1.100
werkvoorziening werkzaam in de sociale arbeidsgehandicapten
werkvoorziening

8 Vangnetvoorziening afbouw Opvangen onbedoelde In stand houden van 1.000 500


ID banen effecten nieuw ID beleid maatschappelijk relevante
activiteiten in de sectoren:
Kunst en Cultuur,
Zelforganisaties en Zorg/milieu
en maatschappelijke opvang

9 Formatie DWI Uitbreiden formatiebestand Formatieuitbreiding DWI 4.000 4.000


vanwege stijgen van het
klantenbestand door
economische crisis

7.600 5.600

Raadsdruk Begroting 2011 85


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
10 Reductie stelpost Werk Reductie budget niet Geen of minder middelen -1.500 -1.500
declarabele re- beschikbaar voor PAO,
integratiekosten banenmarkten e.d.

-1.500 -1.500

SP6 Budgetneutrale posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
11 Taakstelling I-deel Stevig re-integratiebeleid Dalen van het aantal -7.000 -7.000
uitkeringsgerechtigden

-7.000 -7.000

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Armoedebeleid
Deze prioriteit is in overeenstemming met de incidentele middelen zoals benoemd in het
programakkoord. In het programakkoord is aangegeven dat er in de komende periode niet
wordt bezuinigd op armoedebestrijding en dat voor de periode 2010 – 2014 € 46.000.000
beschikbaar is. Uitgaande van een gelijkmatige inzet van de middelen over de bestuursperiode
is een vierde beschikbaar en derhalve kan € 11.500.000 miljoen in 2011 hiervoor worden
ingezet. Overigens is het van belang de gelden voor armoede in samenhang te zien met gelden
voor participatie, aangezien de druk op de budgettaire ruimte van participatiemiddelen als
gevolg van rijksbezuinigingen enorm toeneemt.

2. Specifieke Armoedeinzet
Deze prioriteit is in overeenstemming met de incidentele middelen zoals benoemd in het
programakkoord. In het programakkoord is aangegeven dat er voor de aankomende
bestuursperiode incidenteel middelen beschikbaar zijn voor kwetsbare groepen. Ons College
stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van € 500.000 in het verdelingsvoorstel
op te nemen. Overigens is het van belang de gelden voor armoede in samenhang te zien met
gelden voor participatie, vanwege de druk op de budgettaire ruimte van de participatiemiddelen
als gevolg van landelijke bezuinigingen.

3. Extra uitgaven schuldhulpverlening


Als gevolg van de economische crisis kunnen Amsterdammers in de problemen komen als zij
door inkomensachteruitgang hun uitgaven moeten aanpassen aan hun verlaagde inkomen. Het
Rijk heeft besloten om extra middelen beschikbaar te stellen in de periode 2009 - 2011 aan
gemeenten voor het opvangen van het verwachte extra beroep op de schuldhulpverlening. Pas
wanneer er duidelijkheid is omtrent de hoogte van de uitkering en de eventuele voorwaarden
waaraan moet worden voldaan, kan een beslissing genomen worden over de inzet van de extra
middelen. Dit overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit
van € 4.100.000 niet in het verdelingsvoorstel op te nemen.

4. Taalcoaches
De prioriteit is aangevraagd onder de structurele programakkoord middelen voor “integratie en
participatie”. ‘Taalcoaches’ wordt niet als dusdanig in het programakkoord benoemd, maar is te
scharen onder het algemene begrip participatie. Er kunnen via 5 stevige clubs in de civil society
ongeveer 450 koppels worden gevormd die een jaar lang een aantal dagdelen samen aan

Raadsdruk Begroting 2011 86


taalverwerving werken. Deze activiteiten vinden plaats voorafgaand en parallel aan de reguliere
Taal en Inburgeringsactiviteiten. De doelgroep die gebruik maakt van de taalcoaches bestaat
voor een groot deel uit mensen die aan huis zijn gebonden, waaronder opvoeders van jonge
kinderen (een groep die absolute prioriteit verdient bij het leren van de Nederlandse taal),
mensen met gezondheidsproblemen en ouderen. Ons College stelt aan uw Vergadering voor
een incidentele prioriteit van € 250.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. Met daarbij de
kanttekening dat in 2010 bezien wordt of taalcoaches mogelijk (deels) declarabel zijn in het
Participatiebudget. In geval dit mogelijk is dienen de kosten of een deel daarvan ten laste te
worden gebracht van dit (rijks)budget en vallen de incidentele middelen in 2011 ten gunste van
de Algemene Dienst vrij.

5. Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen


De prioriteit is aangevraagd onder de structurele programakkoordmiddelen voor “integratie en
participatie”. Eind 2006 heeft ons College besloten voor vier jaar de dienstverlening van
Stichting Vluchtelingen Werk Amstel tot Zaan (SVAZ) te betrekken en dat te financieren. SVAZ
is in Amsterdam verantwoordelijk voor de juridisch maatschappelijke begeleiding van
vluchtelingen. Daarnaast zorgt de Stichting voor begeleiding naar alle diensten en
voorzieningen in de stad, waar nodig maakt de stichting knelpunten aanhangig en behartigt
belangen. Het geregeld hebben van de primaire voorwaarden (veilig verblijf, onderdak en
inkomen) zijn van belang om op een goede manier te kunnen inburgeren en te participeren.
Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 250.000 in het
verdelingsvoorstel op te nemen.

6. Taal en Ouderbetrokkenheid
De prioriteit is aangevraagd onder de incidentele programakkoord middelen voor “integratie
diversiteit inburgering en slavernijherdenking”. Taal en ouderbetrokkenheid wordt niet als
dusdanig in het programakkoord genoemd, maar is te scharen onder het algemene begrip
participatie en inburgering. Één van de successen uit de afgelopen periode is het via
basisscholen mobiliseren van ouders om op de school van hun kinderen deel te nemen aan
programma’s waarin taal activiteiten worden uitgevoerd. De inhoud van de activiteiten is onder
andere gericht op leren voeren van gesprekken met leraren, je kinderen helpen bij huiswerk
maken, etc. Daarnaast leiden deze activiteiten toe naar reguliere Taal- en
Inburgeringsprogramma’s. In 2010 was hier een bedrag van € 500.000 beschikbaar. Ons
College stelt voor een incidentele prioriteit van € 300.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.
Met daarbij de kanttekening dat in 2010 bezien wordt of taalcoaches mogelijk (deels) declarabel
zijn in het Participatiebudget. In geval dit mogelijk is dienen de kosten of een deel daarvan ten
laste te worden gebracht van dit (rijks)budget en vallen de incidentele middelen ten gunste van
de Algemene Dienst vrij.

I4 Overige prioriteiten

7. Tekort sociale werkvoorziening


In de afgelopen jaren is jaarlijks een incidentele prioriteit toegekend van € 2.600.000, omdat de
rijksbijdrage voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening door Pantar niet voldoende is
om de kosten (loonkosten en uitvoeringskosten) te dekken. De tekorten worden daarnaast voor
een deel (€ 1.400.000) vanuit de rompbegroting gedekt. Deze incidentele prioriteit is niet
financieel gedekt in het programakkoord. Pantar heeft een reserve waaruit het tekort voor 2011
gedekt kan worden, maar dit is geen structurele oplossing. Te samen met de ingediende
posterioriteit gemeentelijke inhuur Sw en mogelijke gevolgen daarvan staat Pantar voor een
grote bezuinigingsopgave. Een structurele oplossing voor het tekort kan mogelijk (deels)
gevonden worden in het verlagen van de uitvoeringskosten. Op de loonkosten van Sw-ers zelf
kan weinig invloed worden uitgeoefend vanwege de koppeling aan de CAO Wsw.

Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 1.100.000 in het
verdelingsvoorstel op te nemen. Het resterende tekort van € 1.500.000 wordt opgelost door
bezuinigingsmaatregelen bij Pantar Amsterdam of in het uiterste geval door dekking uit de
risicoreserve van Pantar. Ons College zal voor de Voorjaarsnota 2011 een plan opstellen voor
het structureel oplossen van het tekort (efficiëntere inrichting van het proces en heroverweging
van de beleidsuitgangspunten).

Raadsdruk Begroting 2011 87


8. Vangnetvoorziening afbouw ID banen
Vorig jaar is een prioriteit van € 2.000.000 toegekend voor het opvangen van onbedoelde
maatschappelijke gevolgen van het nieuwe ID-beleid. De middelen zijn in 2010 verdeeld over
een aantal portefeuilles (Kunst en cultuur, zelforganisaties, zorg / maatschappelijke opgang,
milieu / groen) op basis van het aantal ID-medewerkers en daarbinnen het aantal ID-
medewerkers met een specifiek marktprofiel. Deze incidentele prioriteit is niet financieel gedekt
in het programakkoord. Ons College stelt aan uw Vergadering voor om een incidentele prioriteit
van € 0,5 miljoen in het verdelingsvoorstel op te nemen om de bezuiniging gefaseerd door te
voeren en hiermee instellingen de gelegenheid te geven het stopzetten van de subsidie op een
andere wijze op te vangen. Vanaf 2012 vervalt deze tegemoetkoming.

9. Formatie DWI
De formatie van DWI is gekoppeld aan het klantenbestand. Dit betekent dat als het bestand
daalt er ook minder formatie nodig is, maar dit betekent ook dat bij een stijging van het bestand
een stijging van de formatie plaatsvindt.
Ons College verwacht op basis van prognoses dat het klantenbestand in 2011 wederom zal
stijgen en acht het op peil houden van de formatie van belang (circa 5000 klanten t.o.v. 2010).
Het ten laste van de rompbegroting opnemen van de extra lasten in 2011 is gezien het gebrek
aan structurele ruimte niet mogelijk. De extra formatie in 2011 is van belang vanwege het
stijgen van het klantenbestand, maar ook vanwege de forse verhoging van de taakstelling van
DWI voor reductie van het klantenbestand conform het programakkoord. Daarnaast wordt in
2011 substantieel bezuinigd op de re-integratiemiddelen (afwegingskader van € 63 miljoen) en
mogelijk volgt nog een extra rijksbezuiniging vanaf 2012.

Het voorstel is om evenals vorig jaar incidenteel middelen beschikbaar te stellen. De


achterliggende gedachte is hierbij dat voldoende formatie bij DWI de uitvoering dermate ten
goede komt, dat dit ook gunstig uitwerkt op de toekomstige tekorten op het Inkomensdeel van
de WWB. Hierbij is het van belang niet alleen te investeren in extra formatie maar ook in de
effectiviteit van klantmanagers om uitstroom te bevorderen. Ons College acht een incidenteel
bedrag van € 4 miljoen redelijk en stelt voor dit bedrag als prioriteit op te nemen in het
verdelingsvoorstel.

SP4 Structurele posterioriteiten

10. Reductie stelpost Werk


Deze posterioriteit is in overeenstemming met een deel van € 3.200.000 aan bezuinigingen
zoals benoemd in het programakkoord. Hiervan wordt in 2011 € 1.500.000 ingevuld door een
bezuiniging op de stelpost Werk. In 2012 wordt de bezuiniging verhoogd met € 200.000 tot
€ 1.700.000. Uit de stelpost werk worden activiteiten bekostigd op het gebied van re-integratie
die niet declarabel zijn uit het Participatiebudget, waaronder het Platform Arbeidsmarkt en
Onderwijs (PAO), kinderopvang en banenmarkten. In 2011 resteert in de stelpost werk na de
posterioriteit nog een beschikbaar budget van € 600.000 en vanaf 2012 resteert nog € 400.000.
De bezuiniging leidt er onder andere toe dat gekeken zal moeten worden naar de rol en
invulling van PAO. Daarnaast zal gekeken moeten worden naar compensatie voor of
aanpassing van kinderopvangkosten als ook voor dekking van overige niet declarabele
activiteiten zoals banenmarkten. Dit overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor
de structurele posterioriteit van € 1.500.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel.

SP Budgetneutrale posterioriteiten

11. Taakstelling I-deel


Deze posterioriteit is in overeenstemming met de € 7.000.000 aan bezuinigingen voor 2011
zoals benoemd in het programakkoord. Met stevig re-integratie- en handhavingsbeleid dient
een verbetering in het I-deel te worden gerealiseerd (minder uitkeringen), die oploopt tot €
15.000.000 in 2014. Ten opzichte van het financieel meerjarenperspectief is gebleken dat het
tekort op de uitkeringslasten c.q. het I-deel minder groot is dan eerder geprognosticeerd. Ook
nu het budget voor Amsterdam door het Rijk met 10% lager is bijgesteld, zie tabel hieronder.
De bijstelling is voornamelijk het gevolg van een minder ongunstige raming van de werkloze
beroepsbevolking door het CPB.

Raadsdruk Begroting 2011 88


Bedragen x € 1 miljoen
Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Uitkeringslasten 585,4 528,5 589,4 625,1 633,9 633,7
Programakkoord 0 0,0 -7,0 -13,0 -14,0 -15,0
Dekking:
WWB I-deel 499,9 466,2 496,9 540,3 548,6 548,6
WWB aanvullend 10,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Overige inkomsten 23,8 23,2 24,5 24,5 24,5 24,5
Saldo tekort 50,8 39,1 61,0 47,3 46,8 45,6
Onttrekking reserve WWB -14,0 -2,1 -18,6 -2,3 -1,8 -0,6

Structurele tekort in IoH en 36,8 37,0 42,4 45,0 45,0 45,0


FMP

Daarnaast is het CPB ook bezig met een mogelijk aanpassing van de rekenregel die bepaalt
hoeveel compensatie de gemeenten krijgen voor de verslechterde conjunctuur. Deze
aanpassing kan mogelijk nadelige gevolgen hebben.

Ons College stelt aan uw Vergadering voor om de posterioriteit van € 7.000.000 op te nemen in
het verdelingsvoorstel met bovengenoemde risico als aandachtspunt. De posterioriteit is reeds
verwerkt in de ramingen van de uitkeringslasten 2011-2014 in de meerjarenbegroting en
derhalve opgenomen in de categorie budget neutrale posterioriteiten.

Raadsdruk Begroting 2011 89


Programma Zorg
Maatschappelijk effect
Ons College wil dat alle Amsterdammers, jong, oud, gehandicapt of niet, zelfstandig wonen
en participeren in de Amsterdamse samenleving. De bevordering en het behoud van de
gezondheid van alle Amsterdammers en de preventie van gezondheidsproblemen bij de
jeugd zijn belangrijke doelen.
De zorg is toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar voor alle Amsterdammers.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Totaal Programma
Lasten + 380,7 366,2 395,5 380,3 376,9 375,6 374,9
Baten - 203,4 171,4 133,4 141,0 141,0 141,0 141,0
Resultaat t.l.v. algemene 177,3 194,7 262,1 239,3 235,9 234,6 233,9
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus 4,5 - 12,3 - 30,3 - 2,2 - 0,8 0,0 0,0
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene 181,8 182,4 231,7 237,0 235,0 234,6 233,9
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 33,9 7,6 3,0 0,8 0,0 0,0 0,0
Saldo voorzieningen 6,7 6,1 6,4 7,2 7,2 7,6 7,9

Algemeen
In het Programma Zorg gaat in de Begroting 2011 € 380,3 miljoen aan lasten en € 141
miljoen aan baten om. Deze lasten en baten betreffen voornamelijk de GGD Amsterdam en
de Dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS).
Het begrote negatieve saldo in het programma Zorg bedraagt voor de Begroting 2011
€ 239,3 miljoen en wordt verklaard bij de twee subprogramma’s Maatschappelijke zorg en
Openbare gezondheidszorg.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Pakketmaatregel AWBZ

Inleiding
Met ingang van 2009 is de AWBZ-pakketmaatregel ingevoerd; de maatregel betekent een
aanscherping van het beleid voor ondersteunende en activerende begeleiding. Het
onderscheid hiertussen is verdwenen en concreet mag AWBZ-gefinancierde begeleiding
alleen nog worden geboden voor het behoud of de bevordering van zelfredzaamheid en het
voorkomen van opname. De participatiedoelstelling verdwijnt daarmee uit de AWBZ. De
pakketmaatregel moet het rijk een jaarlijkse bezuiniging van € 800 miljoen opleveren. De
taken worden niet overgeheveld naar de gemeenten; de gedachte is dat de meeste mensen
zelfredzaam kunnen zijn of in eigen oplossingen zullen voorzien, dan wel geholpen kunnen
worden met bestaand (collectief) aanbod.

Gemeentelijke activiteiten
Specifiek in relatie tot de pakketmaatregel AWBZ heeft Amsterdam een aanpak ontwikkeld
die erop gericht is om mensen die echt ondersteuning nodig hebben niet tussen wal en schip
te laten vallen.

Raadsdruk Begroting 2011 90


De aanpak loopt langs een aantal lijnen:

1. Onderzoek naar aard en omvang van de problematiek


De grootste doelgroepen die de gevolgen van de pakketmaatregel ondervinden zijn burgers
met een psychiatrische grondslag en jongeren onder 18 jaar met een verstandelijke
beperking. Dementerenden en de zintuiglijk beperkten vormen de doelgroepen met de minste
aantallen.

2. Voorbereiden van een verdeelvoorstel voor de middelen vanaf 2011


In het eerste half jaar 2010 heeft het accent gelegen op het oplossen van gesignaleerde
lacunes in onder andere de dagopvang en ‘steun- en leuncontacten’ en van acute problemen.
Daarnaast wordt onder andere geïnvesteerd in vrijwillige inzet (buddies, maatjes),
mantelzorgondersteuning en het geschikt maken van algemene voorzieningen
(welzijnsaanbod, sportvoorzieningen, culturele activiteiten) voor mensen met beperkingen.
Verder zal een voorstel gedaan worden voor de aanpak van de structurele zorgvraag vanaf
2011.

Heroverwegingen langdurige zorg


Enige tijd geleden kwam het Heroverwegingsrapport Langdurige Zorg beschikbaar, dat door
een landelijke ambtelijke werkgroep is opgesteld om bezuinigingsmogelijkheden (20%)
binnen de AWBZ in kaart te brengen. In het heroverwegingsrapport worden vier scenario’s
beschreven:
1) AWBZ in huidige vorm behouden maar zeer fors versoberen, onder andere door de
subsidie aan MEE af te schaffen, begeleiding helemaal uit de AWBZ te halen, het eerste
half jaar verzorging voor eigen rekening te laten komen en wonen en zorg vergaand te
scheiden
2) scenario 1 + Stelselwijziging variant Eigen Regie  kort gezegd, ‘iedereen een
persoonsgebonden budget’, oftewel iedereen gaat zelf zorg inkopen
3) scenario 1 + Stelselwijziging Zorg dichtbij  intra- en extramurale verpleging en
verzorging, extramurale GGZ en gehandicaptenzorg naar gemeenten (totaal elf miljard).
Recht op zorg wordt vervangen door compensatieplicht. Er blijft een soort romp-AWBZ
over van € 5 miljard (voor intramurale gehandicaptenzorg en intramurale geestelijke
1
gezondheidszorg, uit te voeren door een ZBO /het rijk)
4) scenario 1 + Stelselwijziging Zorg verzekerd  groot deel AWBZ (€ 10 miljard) naar
verzekeraars

De G4 (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag) onderzoeken momenteel welk van de


vier scenario’s het meest gewenst is, of dat er wellicht behoefte is een ander, vijfde, scenario
voor te stellen.

2e fase Plan van Aanpak G4


De afgelopen vier jaar heeft de gemeente Amsterdam uitvoering gegeven aan het Plan van
Aanpak Maatschappelijke Opvang G4 en Rijk 2006-2013.
Rijk en G4 spraken in 2006 af, dat het plan in twee fases uitgevoerd zou worden. In de eerste
fase, tot en met 2010, richt de aandacht zich op daklozen. In de tweede fase meer op
preventie en herstel. Op 9 februari van dit jaar hebben rijk en G4 een intentieverklaring
getekend. Dit landelijk plan zal worden vertaald in een specifieke stedelijke aanpak, die onder
meer de volgende speerpunten zal bevatten.

Preventie:
 versterken van de al ontwikkelde Vroeg Er op Af methode
 ketenafspraken die zich richten op particuliere huiseigenaren
 nazorg detentie en nazorg na opname in GGZ/Jeugdinstelling steviger opzetten
 specifieke preventieprogramma´s opzetten voor mensen die dakloos zijn en geen
ernstige problematiek hebben
 andere routes naar dakloosheid opsporen en aanpakken

1
Een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is een overheidsorganisatie die publieke taken uitvoert, maar niet direct
onder het gezag van een ministerie valt. De ministeriële verantwoording is weliswaar van toepassing, maar geldt niet
voor elk detail in het doen en laten van het ZBO.

Raadsdruk Begroting 2011 91


Maatschappelijke opvang:
 voltooien van de geplande uitbreiding van extra woon/opvangvoorzieningen
 versterken van de persoonsgerichte (keten)aanpak
 realiseren specifieke voorzieningen voor moeilijk plaatsbaren (waaronder mensen met
ernstige gedragsstoornissen)
 sluitende afspraken maken met jeugdzorg om te voorkomen dat jongeren in de opvang
komen
 sterk inzetten op doorstroom en uitstroom en – in het verlengde daarvan – afrekenen op
uitstroom in plaats van op bezetting

Herstel:
 bevorderen zelfstandig wonen van ex-daklozen
 inzetten op dagbesteding/participatie
 aansluiten op stadsdeelstructuur/lokale zorgnetwerken

Bovengenoemde speerpunten zullen vertaald worden in aangepaste doelstellingen voor de


komende jaren. Naar verwachting zal het landelijk plan in september-oktober vastgesteld
worden. De Amsterdamse vertaling zal in oktober/november 2010 aan uw Vergadering
worden voorgelegd.

Huiselijk geweld: Stelselonderzoek vrouwenopvang


Als gevolg van de notitie Beschermd en weerbaar van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) zijn landelijk extra structurele middelen beschikbaar voor de
uitbreiding van opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. Op dit moment loopt bij VWS
een zogeheten stelselonderzoek naar de financiering van de vrouwenopvang.
In de loop van 2010 zal duidelijk worden wat de uitkomsten van het stelselonderzoek zijn en
welke financiële middelen Amsterdam vanaf 2012 structureel zal ontvangen voor de opvang.
2011 wordt daarmee een overgangsjaar waarin Amsterdam zelf nog middelen moet
investeren om enkele nieuwe voorzieningen overeind te houden. Concreet gaat het dan om
het pilot mannenopvang en de opvang in het Leefkringhuis.

Verlaging decentralisatie-uitkering middelen Veiligheid & Leefbaarheid (V&L)


Bij het afsluiten van de GSB-III periode zijn de middelen voor Sociale Integratie en Veiligheid
in een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds ondergebracht. Deze uitkering
(Veiligheid en Leefbaarheid) bedraagt in 2010 ruim € 15 miljoen. Ingaande 2011 wordt de
decentralisatie-uitkering voor Amsterdam door het rijk verlaagd tot ruim € 10 miljoen.
Ons College heeft tijdens zijn bespreking van de Begroting 2011 besloten de middelen in
2011 te verdelen volgens het principe van een gelijkblijvend aandeel. In de totale beschikbare
middelen komt dit voor Zorg neer op een bedrag van € 1,5 miljoen. Dit betekent een
structureel dekkingstekort van € 0,7 miljoen dat binnen de begroting Maatschappelijke
opvang zal worden opgevangen.

Wet ambulancezorg
In december 2008 is de nieuwe Wet ambulancezorg (Waz) aangenomen. Het doel van de wet
is om de kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid van de ambulancezorg te verhogen. Per
ingangsdatum van de Waz (2011 of 2012) wordt er per veiligheidsregio nog maar één
vergunninghouder voor de meldkamer en ambulancezorg toegestaan. Tevens is er in 2010
een nieuwe CAO ambulancezorg afgesloten, waardoor de arbeidsvoorwaarden voor het
personeel van alle ambulancevervoerders gelijkgeschakeld worden.
In het kader van de heroverwegingen is door de GGD onder andere aangegeven dat de
vergoeding voor de FLO (functioneel leeftijdsontslag) van het ambulancepersoneel zal stijgen
en daarmee het gemeentelijk aandeel kan dalen. Deze stijging zal middels de eerste
begrotingswijziging 2011 structureel worden opgenomen in de begroting.

Decentralisatie OKC-JGZ
Streven is dat in 2010 besluitvorming plaatsvindt om de uitvoering van het Basispakket
Ouder-en-Kind-Centrum (OKC), waaronder jeugdgezondheidszorg (JGZ), en de daaraan
verbonden financiële middelen per 1 januari 2011 te decentraliseren naar de stadsdelen. Dit,
met uitzondering van de onderdelen Vangnet Jeugd, Team Vroegtijdige Onderkenning en
Gezondheidsbevordering.

Raadsdruk Begroting 2011 92


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Subprogramma Maatschappelijke zorg (inclusief maatschappelijke opvang voor
jongeren, ouderen, verslaafden)
3.1.1. Maatschappelijke zorg: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Verhoogd PGB gebruik bij cliënten Percentage 1-6-2010 12 % 13 % 14% 15 %
individuele voorzieningen (HBH, PGB is
woningaanpassingen en 11%
vervoersvoorzieningen)

Minder bureaucratie (aanvragen, 1-6-2010


verantwoorden etc.) door: 1800 1400 1000
-lichtere verantwoordingsprocedure
% PGB met zware verantwoording

Doelstelling 2: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal cliënten in de 50% (moet 1-1-2010 60% 70% 80% 90%


maatschappelijke opvang dat nog
minimaal 3 dagdelen per week geverifieerd
dagbesteding/arbeid heeft worden)

Overige doelstellingen

Doelstelling 3: Alle dak- en thuislozen een persoongericht aanbod en onderdak kunnen bieden
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
2
Aantal huisuitzettingen per jaar 1064 1-1-2005 606. (zie
voetnoot)

Doelstelling 4: Opvang en ondersteuning slachtoffers mensenhandel


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal cliënten dat via het 100 1-1-2010 100 100 100 100
Amsterdams Coördinatiepunt
Mensenhandel (ACM) 24 uur per
dag binnen een integrale
ketenaanpak krijgt. (op jaarbasis
maken ongeveer 100 vrouwen en
kinderen gebruik van het ACM)

Doelstelling 5: Reduceren van aantal slachtoffers huiselijk geweld door preventie gericht op het voorkomen
van slachtofferschap
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal huisverboden 21, gestart 17-04-2009 51 (per 21- 250 250 250
op 1 maart 04-2010)

2
In het kader van de tweede fase Plan van Aanpak 2011-2014 worden nieuwe afspraken tussen G4 en rijk gemaakt
gericht op de preventie van dakloosheid enerzijds en mensen onderdak houden die onder dak zijn gebracht
anderzijds. Voor de jaren 2012 en verder gelden de doestellingen die in het plan van aanpak tweede fase zijn
opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 93


2009

% organisaties dat aangesloten is op 0 1-1-2009 100% 100% 100% 100%


meldcode

Doelstelling 6: Burgers kunnen volwaardig participeren door een samenhangend pakket van zorg-, woon- en
mobiliteitsvoorzieningen (de zgn. individuele Wmo voorzieningen)
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Tevredenheid burgers over Klanttevred 2009 >7 >7 >7 >7
(maatwerk, AOV, HbH) enheids-
onderzoek
Maatwerk
(jaarlijks)
met
rapportcijfer
7 tot 8
AOV en
HbH
(maandelijk
s) met
rapportcijfer
7 tot 8

3.1.2 Maatschappelijke zorg : Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s


Bij alle individuele Wmo-voorzieningen bestaat inmiddels de keuze tussen Zorg in Natura
(ZIN) en een Persoonsgebonden Budget (PGB). Bij Hulp in de Huishouding (HbH) bestaat bij
ZIN de keuze tussen meerdere aanbieders. Voor hulpmiddelen is sinds de recente
aanbesteding keuze uit drie aanbieders mogelijk.

De keuzevrijheid zal verder bevorderd worden door betere informatie aan de cliënt, zodat hij
vooraf een heldere keuze kan maken tussen ZIN en PGB. Het aanvragen en de
verantwoording van de PGB brengt onvermijdelijke administratieve handelingen met zich
mee. De gemeente onderhandelt met het CAK om de gegevens over de eigenbijdrage eerder
voor de cliënten beschikbaar te krijgen (kan nu tot zes maanden duren). Er zal een lichtere
verantwoordingsprocedure opgesteld worden. Hierbij zal beleid ten aanzien van misbruik en
onregelmatigheid gehandhaafd blijven. Het van regeringswege aangekondigde experiment
met vouchers lijkt al op voorhand onhaalbaar, omdat deze werkwijze het aantal
administratieve handelingen juist vergroot.

Doelstelling 2: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden
De gemeente subsidieert de instellingen voor maatschappelijke opvang en ambulante
verslavingszorg om producten op het gebied van opvang, begeleiding en dagbesteding te
leveren. De gemeente (WZS, DWI) koopt voor de gehele organisatie in bij
zorgverzekeraar/zorgkantoor zodat budgetten uit verschillende bronnen op basis van
gedeelde doelstellingen worden ingezet.
De gemeente voert regie op de ketenaanpak. Dat doet ze op cliëntniveau (veldregie) en op
beleidsniveau (waaronder financiering).

Kern van de nieuwe aanpak is dat de ketenaanpak van de afgelopen vier jaar geïntensiveerd
wordt’ in die zin dat de trajecten voortaan ook bestaan uit aanbod op het gebied van
dagbesteding (naast verblijf, inkomen en zorg) en dat cliënten over een langere periode
worden gemonitord. In de trajectplannen worden afspraken gemaakt over doorstroom en
uitstroom naar (begeleid) zelfstandig wonen, waarbij de instellingen voor maatschappelijke
opvang gebonden worden aan prestaties. De inhoud van die prestaties en de prestatie-
indicatoren worden nader uitgewerkt. Tot 2012 is de instroom hoger omdat voor er sprake
kan zijn van uitstroom eerst de stabiliteit van de cliënten moet worden verhoogd en ook
moeten de flankerende voorzieningen (uitkering, schuldhulpverlening et cetera) op orde zijn.
Ook zal pas in 2012 de volledige uitbreiding van de capaciteit gerealiseerd zijn. Na 2012 kan
de uitstroom hoger worden dan de instroom. Hierover worden concrete afspraken gemaakt.

Raadsdruk Begroting 2011 94


Doelstelling 3:Alle dak- en thuislozen een persoonsgericht aanbod en onderdak kunnen
bieden
De activiteiten richten zich in 2011 op:
 het realiseren, in samenwerking met diverse partijen, van de resterende 267 van de 480
extra opvangplaatsen
 het uitwerken van een vervolg op het plan van aanpak dat zich zal richten op preventie en
herstel van dakloosheid, in samenwerking met rijk en G4
 het regisseren dat voor 3800 dak- en thuislozen een trajectplan is/wordt opgesteld
waarvan 2/3 deel een stabiele mix van zorg/wonen/werk heeft
 het subsidie verlenen aan instellingen voor maatschappelijke opvang, verslavingszorg en
vrouwenopvang en het maken van kostprijsafspraken naast prestatieafspraken met deze
opvanginstellingen

Doelstelling 4: Opvang en ondersteuning slachtoffers mensenhandel


Het plan van aanpak voortkomend uit de beleidsnota Prostituee V/M 2008-2010 wordt
uitgevoerd en er wordt subsidie verleend aan diverse organisaties die zich bezighouden met
de opvang van slachtoffers van mensenhandel.

Doelstelling 5: Reduceren van aantal slachtoffers huiselijk geweld door preventie gericht op
het voorkomen van slachtofferschap
 De zes bestaande steunpunten worden omgevormd naar één stedelijk Steunpunt
Huiselijk Geweld Amsterdam (SHGA) als expertisecentrum en frontoffice voor de aanpak
huiselijk geweld.
Het aantal huisverboden is voor de collegeperiode 2010-2014 gesteld op 250 huisverboden
per jaar.

Doelstelling 6: Burgers kunnen volwaardig participeren door een samenhangend pakket van
zorg-, woon- en mobiliteitsvoorzieningen
Er worden voor de verbetering van de kwaliteit van de individuele Wmo-voorzieningen
conform het Raadsbesluit van 17 december 2009 voor de volgende voorzieningen een aantal
meerjarige pilots uitgevoerd binnen het reeds gereserveerde budget:
 AOV (Pilots in periode 2009-2010)
 Hulpmiddelen (Pilots in 2010)
 HbH (Pilots in periode 2009-2011)
 Uitbreiding Maatwerk (Geleidelijke uitbreiding in periode 2009-2012 van 200 naar 500
extra cliënten)
Deze pilots zullen moeten leiden tot meer diversiteit in voorzieningen en volumes waaronder
een basisvoorziening voor de meerderheid van de aanvragen in het AOV en HbH en
maatwerk voor complexe aanvragen.

Programakkoord 2010-2014

Het in het Programakkoord 2010-2014 geformuleerde beleid voor Maatschappelijke zorg


wordt in de nieuwe bestuursperiode op de volgende onderdelen voortgezet.

Indicatiesysteem voor zorg minder bureaucratisch


Van de veel aangevraagde AOV pas3 worden er 10.000 jaarlijks indicatievrij via een
beslisboom toegewezen. Voor indicatiestelling HbH bestaat het Amsterdamse model (17.000
indicaties). Er is een automatische beslisboom ontwikkeld voor HbH; bij één aanbieder wordt
deze uitgetest. (2.000 indicaties). Deze beslisboom zal door steeds meer partijen gehanteerd
worden. De beslisboom zal uitgerold worden over meerdere HbH aanbieders en ontwikkeld
worden voor woon- en vervoersvoorzieningen. Het aantal indicaties zal beperkt worden tot de
complexe zaken, waardoor het aantal indicaties bij het Wmo CIZ4 zal afnemen.

Ketenaanpak dementie wordt ontwikkeld

3
Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) voor Amsterdammers van 65 jaar en ouder en voor Amsterdammers met een
handicap.
4 Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) beoordeelt of mensen recht hebben op AWBZ-zorg. Dit gebeurt op basis
van objectieve criteria, zodat de beoordeling overal in het land hetzelfde is.

Raadsdruk Begroting 2011 95


In Amsterdam wordt vanuit de AWBZ ketenzorg dementie opgezet. De Wmo is hier geen
onderdeel van, terwijl de Wmo-voorzieningen een goede basis zijn in met name de beginfase
van dementie. De centrale stad zal met relevante stedelijke partners (zorgverzekeraar,
zorgkantoor, aanbieders) afspraken maken over de afstemming tussen de
verantwoordelijkheden vanuit de AWBZ, de Zorgverzekeraars en de Wmo binnen de keten.
Uitvoering van de Wmo-bijdrage in de keten ligt voornamelijk bij de stadsdelen. Hierover
zullen met de stadsdelen afspraken worden gemaakt in het bestuursakkoord.

Prostituees worden beschermd tegen gezondheidszorgrisico’s, hun positie wordt versterkt en


zij worden ondersteund met programma’s rond uitstappen
Om het beleid naar verschillende sectoren in de prostitutiebranche en naar de hele stad te
kunnen uitbreiden, is naast uitbreiding van het aantal toezichthouders (verantwoordelijkheid
OOV), een uitbreiding nodig van de capaciteit van het Prostitutie- en gezondheidscentrum
5
P&G292 . Vanuit P&G292 vindt coördinatie plaats in de keten voor het zorgaanbod aan
prostituees. Eén van de onderdelen is het uitstapprogramma dat zich richt zich op
weerbaarheidtraining, loopbaanbegeleiding, psychosociale ondersteuning,
schuldhulpverlening en het vinden van passende woonruimte. De aanpak is succesvol en
wordt momenteel voor het grootste deel gefinancierd uit een bijdrage van het rijk, de
zogenaamde RUPS-gelden. Het eerste deel van deze financiering eindigt op 1 januari 2011.
Om het uitstapprogramma te kunnen voortzetten is een prioriteit nodig.
Het programakkoord formuleert geen uitbreidingsambities op het onderwerp Opvang en
begeleiding van slachtoffers mensenhandel‘. De bestaande opvang en hulpverlening worden
gecontinueerd.

Er is een expertisecentrum voor slachtoffers Huiselijk Geweld met extra aandacht voor
kinderen die getuige zijn geweld binnen de privé sfeer
Een goed functionerende infrastructuur is nodig om het hele systeem (plegers, slachtoffers,
getuigen) van de juiste hulp te kunnen voorzien en om in een zo vroeg stadium meer schade
te voorkomen. Om meer efficiency en effectiviteit te bereiken, worden de zes bestaande
steunpunten omgevormd naar één stedelijk Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam (SHGA)
om zowel de professionaliteit als de samenwerking (onder andere met politie en justitie) te
verbeteren. Het SHGA gaat ook functioneren als expertisecentrum. Door meer samenhang in
de aanpak worden ook de kleinere risicogroepen bereikt. Met de politie worden (waar
mogelijk dwingende) afspraken gemaakt om het aantal huisverboden omhoog te brengen. Als
doelstelling wordt 250 huisverboden per jaar gehanteerd. Alle protocollen Signaleren en
melden van huiselijk geweld en kindermishandeling worden al opgesteld volgens de vereisten
van het basismodel meldcode, dat vooruitlopend op de nieuwe wet6, in december 2009 door
VWS alvast bekend werd gemaakt zodat de praktijk daar zijn voordeel mee kan doen. Binnen
de stedelijke aanpak huiselijk geweld zijn of worden specialisaties ontwikkeld (zoals
eergerelateerde geweld, aanpak jeugdige plegers, verborgen vrouwen).

N.B. groeicijfers in de ambulante hulpverlening kunnen mogelijk leiden tot beroep op extra
middelen, omdat deze uitgaan boven de nu beschikbare capaciteit. Voor het
implementatietraject, tijdelijk huisverbod en uitbreiding opvangplaatsen is een prioriteit nodig.

5
P&G292 staat voor prostitutie en gezondheidscentrum, 292 duidt op het adres van het centrum, dat is gevestigd
aan de Nieuwezijds Voorburgwal 292.
6
Naar verwachting treedt de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het voorjaar van 2011 in
werking.

Raadsdruk Begroting 2011 96


3.1.3 Maatschappelijke Zorg: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 247,2 269,1 242,3 240,7 240,2 239,6
WMO 97,6 106,8 100,1 100,1 100,1 100,1
MO 73,2 80,8 64,7 64,0 64,0 64,0
Overig 74,2 79,5 75,5 74,6 74,1 73,5
Boedelbeheer 1,1 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
pensionontruiming / 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
inkomensbeheer
uitvaarten 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
Baten - 85,5 59,3 26,1 25,4 25,4 25,4
WMO 8,8 8,9 8,9 8,9 8,9 8,9
MO 49,9 8,3 0,0 ,00 0,0 0,0
Overig 26,1 41,4 16,5 15,8 15,8 15,8
Boedelbeheer 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8
pensionontruiming / 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
inkomensbeheer
uitvaarten 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
Saldo 163,2 170,2 207,6 216,2 215,2 214,8

Dit subprogramma omvat ook Boedelbeheer, Pensionontruimingen en Inkomensbeheer en


uitvaarten. In de bovenstaande tabel wordt specifiek de ontwikkeling van deze budgetten voor
de baten en lasten weergegeven. De mutaties worden verklaard door de nominale
ontwikkeling en afronding.
De bedragen voor Wmo zijn de bedragen die in de begroting zijn opgenomen en worden
betrokken bij de scenario’s. Deze ruim € 100 miljoen aan lasten is opbebouwd uit de: HbH,
AOV, Woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, Wmo-indicaties en de sociale
alarmeringen. De beheerskosten voor Wmo en de AWBZ-pakketmaatregel zijn hierbij buiten
beschouwing gelaten.

Actualisatie 2010
Het saldo Van de Actualisatie 2010 ten opzichte van de Begroting 2010 stijgt met € 7 miljoen.
Deze stijging van het saldo is te verklaren uit de meerkosten alphahulpen (€ 3 miljoen),
binnen de maatschappelijke opvang, de verlaging van de baten ‘grensstrook’ middelen
(€ 3,15 miljoen) en een aantal kleine wijzigingen. Tevens laat de actualisatie een tekort op de
Wmo-begroting zien, dat grotendeels wordt gevormd door de fluctuaties in de
openeinderegelingen en meerkosten Wmo-ict. Deze overschrijding zal voor een deel binnen
de Wmo-begroting c.q de egalisatiereserve worden opgevangen. Voor de compensatie
AWBZ-maatregel is in 2010 € 8,4 miljoen (€ 6,23 miljoen 2010, reserve € 2,18 miljoen)
beschikbaar. Naar verwachting zal het overgrote deel van de reserves volledig onttrokken
worden voor een bedrag van € 25 miljoen, waaronder de egalisatie reserve voor € 10,7
miljoen, de reserve investeringen Maatschappelijke Opvang € 6,8 miljoen. Voor de
maatschappelijke opvang zijn de baten met € 42,8 miljoen verlaagd doordat de specifieke
uitkering een decentralisatie uitkering is geworden, waarmee de baten in het gemeentefonds
zitten.

Overige mutaties Actualisatie 2010


Veiligheidsmiddelen, aandeel DWZS + € 2,2 miljoen
Indicatiestelling jeugd en 50% prio nazorg detentie aan de GGD -/- € 0,3 miljoen
50% Prio nazorg detentie aan DMO -/- € 0,1 miljoen
Ministerie van justitie nazorg detentie + € 0,8 miljoen
Kleine wijzigingen en nominaal -/- € 0,8 miljoen
Totaal + € 3,0 miljoen

Raadsdruk Begroting 2011 97


Begroting 2011
Het verschil in saldo van de algemene dienst tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting
2011 is € 37,4 miljoen, inclusief reserves en voorzieningen. Dat wordt onder andere verklaard
door het opnemen van de baten voor de vrouwenopvang (€ 7.5 miljoen) in het
gemeentefonds,en het niet opnemen van de meerkosten voor de alphahulpen ( € 3 miljoen) in
de Begroting 2011.Ons College heeft besloten voor de AWBZ-pakketmaatregel € 6,23 miljoen
structurele middelen beschikbaar te stellen die reeds verwerkt zijn in de Begroting 2011 (zie
verdelingsvoorstel). Het saldo lijkt hiermee in 2011 te stijgen maar dit komt mede doordat bij
de actualisatie de baten maatschappelijke opvang in het gemeentefonds zijn opgenomen en
in 2011 vrijwel geen onttrekkingen aan reserves en voorzieningen geraamd zijn. Het
resterende saldoverschil wordt onder andere verklaard door de volgende mutaties.

Overige mutaties Begroting 2011


Zwerfjongen naar DMO -/- € 6,3 miljoen
Incidentele prioriteiten -/- € 1,0 miljoen
7
Extra middelen maatschappelijke opvang + € 1,5 miljoen
8
Minder veiligheidsmiddelen -/- € 0,7 miljoen
Diverse kleine wijzigingen en nominaal -/- € 0,8 miljoen
Totale mutaties romp -/- € 7,3 miljoen

Overige ontwikkelingen

Wmo
De gemeente voert de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) al een aantal jaren uit. Binnen
de Wmo is er altijd een risico aanwezig inzake de openeinde regelingen. Met openeinde
regelingen is moeilijk in te schatten hoe groot het daadwerkelijke beroep op de regelingen zal
zijn. De egalisatiereserve dient ervoor deze fluctuaties binnen de openeinde regelingen op te
vangen. Afgelopen jaren was er een forse onderbesteding te zien binnen de Wmo. Echter,
vanaf 2010 laat de Wmo, en daarmee de Wmo-openeinderegelingen, een forse
overschrijding zien die zonder ingrijpen structureel zal zijn. Bij de vaststelling van de
begroting heeft ons College besloten dat een aantal scenario’s uit te werken waarbij het tekort
op de Wmo-begroting en de egalisatiereserve betrokken wordt.

Vanwege een wetswijziging met betrekking tot de alphahulpen, worden de kosten hoger.
Deze kosten zijn in 2010 geraamd op € 3 miljoen en vanaf 2011 op € 4,5 miljoen. In het
verdeelvoorstel is de dekking voor deze meerkosten incidenteel opgenomen. De structurele
dekking voor deze meerkosten zullen worden betrokken bij de uitwerking van de scenario’s.

Maatschappelijke opvang
9
Het Cebeon heeft een nieuwe verdeelsystematiek voor de maatschappelijke opvang
ontwikkeld. Verder heeft het rijk middelen voor specifiek maatschappelijke opvang (de
zogenoemde ‘grensstrook’ middelen) uit het gemeentefonds gehaald. Deze middelen
declareert de GGD bij de zorgverzerkeraar. Daarmee kan WZS zijn hogere lasten op zijn
begroting handhaven. De baten zijn daarmee verlaagd in het gemeentefonds en verhoogd op
de begroting van de GGD. In 2010 gaat het om een totaal bedrag van € 3,15 miljoen en in
2011 € 2,25 miljoen.

Per 1 januari zijn de Dienst Wonen (DW) en de Dienst Zorg en Samenleven (DZS) gefuseerd
tot de dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS). Bij het samenvoegen van beide
apparaatbegrotingen is kritisch gekeken naar de wijze van doorbelasting. Dit heeft als gevolg
dat er een systeemwijziging is doorgevoerd. De doorbelasting van het Zorggedeelte is niet
langer gebaseerd op de herkomst van middelen maar op de personele en materiele kosten
van het werkelijk aantal fte dat werkzaam is ten behoeve van de verschillende beleidsvelden.
Dit heeft tot saldoneutrale wijzigingen binnen de begroting WZS geleid.

7
extra middelen maatschappelijke opvang zijn gebaseerd op de prognose van het Cebeon.
8
raming veiligheidsmiddelen in 2011 is gebaseerd op een proportionele verdeling van de beschikbare middelen
conform de verdeling van 2010. DWZS heeft voor het volledige bedrag in 2011 kosten geraamd en daarmee een
tekort aan beschikbare middelen van € 0.7 miljoen. Dit tekort zal binnen de begroting DWZS maatschappelijke
opvang gecompenseerd worden.
9
Centrum Beleidsadviserend Onderzoek

Raadsdruk Begroting 2011 98


3.1.4 Subprogramma: Wat zijn de risico’s en beheersmaatregelen bij det programakkoord
doestellingen?

Openeindregelingen individuele Wmo-verstrekkingen


Binnen het Programma Zorg is er een risico aanwezig rond het openeinde karakter van de
specifieke uitgaven. Vooraf is niet met zekerheid aan te geven hoeveel mensen een beroep
zullen doen op bepaalde voorzieningen. Wel wordt getracht dit zo goed mogelijk in te
schatten door trendanalyses en extrapolaties. De omzet wordt op maandelijkse basis
gemonitord en geprognosticeerd. Desondanks blijft onzekerheid blijft bestaan over de vraag
hoe de groei van het aantal aanvragen zich zal ontwikkelen.

Belangrijke groeifactoren bij de openeindregeling zijn het effect van beleid, gericht op een
steeds verder gaande extramuralisering van zorg en een toename van de zorgvraag vanuit
andere doelgroepen. Kort gezegd: de Amsterdammer heeft de weg naar de Wmo en naar
hulp steeds beter gevonden.

De prognose van de groei 2010-2011 laat bij Hulp bij huishouden (HbH)een substantiële
toename zien. Deze toename is niet toe te schrijven aan een groei van het aantal
hulpvragers, maar komt vooral door een aanzienlijke verbetering van de inzet van personeel
bij de zorgaanbieders, omdat het personeelstekort bij deze organisaties grotendeels is
opgelost.
Daarnaast is er ook bij de zorgaanbieders sprake van kostenverhoging voor HbH, omdat de
alfahulpen per 1 januari 2010 in loondienst kunnen komen bij de zorgaanbieder. Dit leidt tot
hogere werkgeverslasten, die in de prijzen doorberekend worden. Deze ontwikkelingen leiden
tot een forse overschrijding van de Wmo-begroting. Deze overschrijding op de Wmo-
begroting zal ten laste komen van de egalisatiereserve.

WMO-ICT
WZS (voorheen DZS) is in 2006 begonnen met het ontwikkelen van een Wmo-ict systeem.
Regelmatig rapporteert WZS aan uw Vergadering over de voortgang en ontwikkeling van het
systeem. In 2009 heeft uw vergadering een tweede krediet beschikbaar gesteld. De huidige
verwachting is dat dit aanvullende krediet niet voldoende is om alle ontwikkelkosten te
dekken. Bij de vaststelling van de begroting heeft ons College besloten dat beoogde
meerkosten, risico en aanvullend businessplan betrokken wordt bij de uitwerking van de
scenario’s Wmo

3.2.1 Openbare gezondheidszorg : Wat gaan we ervoor doen?


Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Alle meldingen bij Vangnet jeugd rond jeugdigen met problemen en Multi Probleem Gezinnen
(MPG’s) worden zo snel mogelijk opgevolgd

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Wachttijden vangnet jeugd
− Percentage dat er na melding
op werkdagen binnen 24 uur 100% 2009 100% 100% 100% 100%
wordt bepaald of VJ deze
melding aanneemt of
− Percentage aangemelde cliënte 85% 2009 90%11 95%2 100%2 100%2
n dat binnen 2 weken in
behandeling is genomen door
VJ
10

10
Wachttijden zijn een indicatie voor de toegankelijkheid van openbare gezondheidszorg. Optimale toegankelijkheid
speelt een rol bij en vroegtijdige signalering.
11
Toelichting: Het behalen van deze streefdoelen is afhankelijk van het al dan niet doorzetten van de trend van
toename aantal meldingen (tot nu toe 2010 t.o.v. 2009 ca. 15%); de te behalen winst van onze eigen bedrijfsvoering
en mogelijkheden om tot formatie-uitbreiding over te gaan indien nodig

Raadsdruk Begroting 2011 99


Doelstelling 2: Om misbruik van softdrugs en alcohol het hoofd te bieden, hanteren wij een actief
voorlichtingsbeleid over verantwoord alcohol- en drugsgebruik

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal deelnemende scholen in het
onderwijs dat mee doet aan:

'De Gezonde School en 40 2007/2008 52 52 52 52


Genotmiddelen' (VO).

Alcoholpreventie basisonderwijs 15 2007/2008 15 15 15 15


(bao).

Rooksignaal (bao). 30 klassen 2007/2008 30 kl 30 kl 30 kl 30kl

Actie Tegengif/Smoke Alert (VO) 25 2007/2008 30 30 30 30


(150 a 180
klassen)

Doelstelling 1: Alle meldingen bij Vangnet jeugd rond jeugdigen met problemen en Multi
Probleem Gezinnen (MPG’s) worden zo snel mogelijk opgevolgd
De GGD afdeling Vangnet Jeugd houdt zich bezig met Amsterdamse kinderen die mogelijk in
hun ontwikkeling worden bedreigd. Het doel daarvan is tijdig in te kunnen grijpen in een
bedreigende situatie, zodat kinderen de zorg krijgen die ze nodig hebben. Op die manier
wordt voorkomen dat ze ontsporen.
Vangnet Jeugd zoekt de gezinnen op, brengt hun situatie in kaart en stelt vast welke hulp
nodig is. Daarna wordt de juiste hulpverleningsinstantie ingeschakeld.

Doelstelling 2: Om misbruik van softdrugs en alcohol het hoofd te bieden, hanteren wij een
actief voorlichtingsbeleid over verantwoord alcohol- en drugsgebruik
Het aantal deelnemende scholen is een indicatie voor een al dan niet succesvol bereik op
scholen. Er zijn 69 scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam die in aanmerking komen
voor De Gezonde School en Genotmiddelen. Als 75% van deze scholen deelneemt zijn 52
scholen bereikt, en dat is conform het streefgetal voor de afgelopen jaren en de bijbehorende
financiering.
In schooljaar 2008/2009 waren 52 scholen betrokken bij het project, waarvan er 43
daadwerkelijk activiteiten hebben uitgevoerd. Dat betekende over het algemeen dat in elk
geval de preventielessen werden gegeven. De docenten geven deze lessen zelf en krijgen
daarvoor bijscholing (dat jaar op vijftien scholen). Bovendien werden op tien scholen speciale
ouderavonden georganiseerd.

Programakkoord 2010-2014

Het in het Programakkoord 2010-2014 geformuleerde beleid voor Openbare


Gezondheidszorg wordt in de nieuwe bestuursperiode op de volgende onderdelen voortgezet.

Het bespreekbaar maken van dilemma’s en taboes in de zorgsfeer


De activiteiten richten zich op:
 betrekken van de zelforganisaties, waar mogelijk, professioneel, bijvoorbeeld bij
methodiek ontwikkeling. We gaan uit van eigen kracht
 betrekken en inzetten van alle ambassadeurs Stille Dilemma’s
 alle bovengenoemde acties kunnen, afhankelijk van de resultaten en middelen, uitgerold
worden over andere stille dilemma’s binnen de portefeuille Zorg

Tijdig onderkennen van geestelijke gezondheidsproblemen (waaronder LVG en


psychosociale problematiek) en het realiseren van wijkgerichte structuren gericht op
kwetsbare personen
Op dit moment zijn er geen aantallen niet herkende LVG’s bekend; absolute aantallen zijn
dus niet te geven. Eind 2009 is een start gemaakt met een pilot waarbij +/- 1200
basisscholieren gescreend worden op aanwezigheid van psychosociale problemen. Hiertoe is
in 2010 op vijf scholen een leerlingvolgsysteem psychosociale problematiek
geïmplementeerd. Binnen dit systeem vullen leerkrachten voor elk kind jaarlijks een korte

Raadsdruk Begroting 2011 100


screeningslijst (SDQ12) in. Naar verwachting zullen zo’n 200 kinderen opgespoord worden
met (beginnende) psychosociale problematiek. Vervolgens zal de Jeugdgezondheidszorg in
overleg met de school bepalen of nadere diagnostiek nodig is (onderzoek op indicatie,
eventueel met behulp van screeningslijsten) en of en zo ja welke (preventieve) zorg voor
deze kinderen geïndiceerd is.

3.2 Openbare gezondheidszorg: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 119,4 127,6 138 136,2 135,7 123,3
Baten - 98,8 105,6 117,1 116,4 115,6 115,6
Saldo 20,6 22,0 20,9 19,8 19,8 19,7

Actualisatie 2010 en Begroting 2011


Voor het subprogramma Openbare gezondheidszorg neemt het saldo in de Actualisatie 2010
toe naar € 22 miljoen. In de Begroting 2011 daalt het saldo ten opzichte van de Actualisatie
2010 met € 1,1 miljoen. Het Subprogramma Openbare gezondheidszorg omvat
jeugdgezondheidszorg, spoedeisende medische hulp, infectieziektebestrijding, openbare
geestelijke gezondheidszorg, onderzoek en gezondheidsbevordering en gezondheidsbeleid,
milieu en gezondheid, algemene gezondheidszorg en overige activiteiten. De tabel hieronder
geeft de baten en lasten van deze specifieke onderwerpen weer.

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
119,3 127,6 138,0 136,2 135,4 135,3
Spoedeisende medische hulp 20,2 20,1 19,6 19,3 19,3 19,3
kapitaallasten van verstrekte
geldleningen Stichtingen
Slotervaartziekenhuis/ Poort/
Sarphatishuis 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
Infectieziekten 30,8 30,6 32,6 32,6 32,4 32,4
Onderzoek
gezondheidsbevordering/ - beleid 7,4 10,2 10,4 9,0 9,0 9,0
Milieu en Gezondheid 4,2 4,3 4,3 4,3 4,3 4,3
Algemene gezondheidszorg 3,5 3,4 3,9 3,9 3,9 3,9
Overige activiteiten GGD 6,6 6,6 4,0 4,6 4,0 4,0
Jeugdgezondheidszorg
46,4 51,7 62,8 62,2 62,2 62,2
Baten -
-98,8 -105,6 -117,1 -116,4 -115,6 -115,6
Spoedeisende medische hulp -17,2 -18,1 -16,6 -16,6 -16,6 -16,6
kapitaallasten van verstrekte
geldleningen Stichtingen
Slotervaartziekenhuis/ Poort/
Sarphatishuis -0,2 -0,3 -0,3 -0,3 -0,3 -0,3
Infectieziekten -26,7 -26,4 -28,9 -28,9 -28,9 -28,9
Onderzoek
gezondheidsbevordering/ - beleid -3,4 -3,4 -4,5 -4,5 -4,5 -4,5
Milieu en Gezondheid -3,0 -2,9 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0
Algemene gezondheidszorg -2,8 -2,8 -3,3 -3,3 -3,3 -3,3
Overige activiteiten GGD -4,1 -4,1 -2,3 -2,3 -2,3 -2,3
Jeugdgezondheidszorg
-39,8 -41,1 -56,9 -56,9 -56,9 -27,8
Mutaties in reserves -1,5 -6,5 -1,5 -0,8 -0,0 -0,0
Saldo
20,6 22,0 20,9 19,8 19,8 19,7

12
Strengths and Difficulties Questionniare (SDQ) instrument voor opsporen psychosociale problemen bij jeugd

Raadsdruk Begroting 2011 101


Ten opzichte van de Begroting 2010 neemt het saldo van de Actualisatie 2010 binnen het
subprogramma Openbare gezondheidszorg toe met € 1,4 miljoen. Dit wordt grotendeels
veroorzaakt door budgetoverheveling van DMO naar onderzoek gezondheidsbevordering en
beleid. De daling van het saldo in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010 is
het gevolg van het terugdraaien van incidentele posten 2010.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € 1 Stand Verwachte Verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010

+ -/- + -/-
Reserves
Reserve AWBZ- 2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
pakketmaatregel
Amsterdam voor 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Elkaar aanvragen
Maatschappelijke 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
dienstverlening
thuiswonenden
ouderen
Reserve armoede 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Tang gelden -
chronische zieken
HAG 0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(Prostitutiecentru
m)
Mantelzorg 0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Vakantiegeld 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(DWZS)
Overgewicht 4-12 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
jarigen/
Toeleiding
kinderen 0-19 met
overgewicht
SDQ 5-10 jaar 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Leraren
Sociale 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
competentietraini
ngen Taakspel
Suicidepreventie 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
van Wiechen 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Research en 3,0 0,0 2,0 1,0 0,0 0,4 0,6 0,0 0,0 0,0
Development
Omvangrijke en 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0
niet jaarlijks
terugkerende
kosten (GGD)
WMO 10,8 0,0 10,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
egalisatiereserve
Reserve 6,8 0,0 6,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Investeringen
Maatschappelijke
Opvang (MO)
WMO Pilots en 2,7 0,0 2,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Kwaliteitsverbeteri
ng open-einde
regelingen
Vakantiegeld 2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(GGD)
Reserve Geweld 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
achter de
Voordeur
Samen Starten 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Reserve Sport 0,6 0,0 0,3 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Jeugd (GGD)
WW-uitkeringen 0,6 0,0 0,5 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 102


(GGD)
Eergeweld, 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
begeleiding en
opvang
slachtoffers
Kidos SO 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Ontbijt en Lunch 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Schoolgaande
Jeugd
Reserve 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Voeding/Bewegen
volwassenen
WW en 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
reïntegratie
(DWZS)
Friends 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
GGZ-Preventie 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Reserve 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Tienerzwangersc
happen (GGD)
Vergoeding 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
experiment
woningaanpassin
gen
mantelzorgers
Voorzorg 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Totaal reserves 34,1 1,3 32,3 3,1 0,0 2,3 0,8 0,0 0,0 0,0

Nieuwe reserves
Het voornemen is de nieuwe reserves bij de jaarrekening 2010 te besluiten. Deze zullen in de
9-maandrapportage worden opgenomen.

Sociale competentietrainingen Taakspel € 0,42 miljoen


Taakspel is een universele, klassikale interventie ter preventie van gedragsproblemen waarbij
leerlingen, door middel van een spel leren zich beter aan de klassenregels te houden. Doel is
het bevorderen van taakgericht gedrag bij kinderen, het verminderen van regelovertredend
gedrag en het bevorderen van een positief onderwijsklimaat. Dit project loopt vanaf 2008 tot
en met 2011. In 2010 wordt er € 0,42 miljoen toegevoegd aan de reserve, dit zal in 2011
onttrokken worden.

Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen 0-19 met overgewicht € 0,42 miljoen


In 2010 is er eenmalig een prioriteit van € 0,5 miljoen toegekend voor het tegengaan van
overgewicht bij jongeren. Het doel van deze prioriteit is het stimuleren van beweging en
preventie van overgewicht bij basisschoolkinderen in sociale en economische
achterstandswijken in Amsterdam in samenwerking met de stadsdelen, sportverenigingen,
JGZ, schoolbegeleidingsdienst en diëtisten. In 2010 wordt hiervan € 0,08 miljoen uitgegeven.
€ 0,42 miljoen wordt aan de reserve toegevoegd en in 2011 weer onttrokken. Het betreft hier
een activiteit die schooljaargebonden is.

Suïcidepreventie € 0,06 miljoen


Het doel van deze prioriteit is te komen tot een concreet plan van aanpak ter vermindering
van suïcide en suïcidaliteit in Amsterdam. Het uiteindelijke doel is om met de uitvoering
hiervan sterfte aan suïcide in Amsterdam ook daadwerkelijk te reduceren. Deze prioriteit is in
de loop van 2010 gestart.
In 2010 wordt € 0,06 miljoen aan de reserve toegevoegd, die in 2011 weer onttrokken wordt.

SDQ 5-10 jaar leraren € 0,15 miljoen


Het betreft de start van een pilot van de leerkrachtenversie van SDQ (Strength and difficulties
Questionairy), een instrument voor het vroegtijdig opsporen van psychosociale problemen in
de leeftijdscategorie van 5 tot 10 jaar. Deze middelen zullen in 2011 worden besteed.

‘V. Wiechen’ € 0,1 miljoen


Deze reserve is gevormd door overgang van andere software door KIDOS (digitaal
kinderdossier) is aanpassing van deze functionaliteit ontstaan. Deze middelen worden in
2011 besteed.

Raadsdruk Begroting 2011 103


Te handhaven reserves

Research en development
Het saldo van deze reserve bedraagt ultimo 2009 € 3 miljoen. In 2010 wordt naar verwachting
€ 1,97 miljoen onttrokken. In 2011 wordt € 0,41 miljoen onttrokken. In 2012 is deze reserve
naar verwachting volledig besteed. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat er geen rekening
is gehouden met eventuele inkomsten uit de B-taken. Deze reserve wordt gevoed door
gedeeltelijk toevoeging van het resultaat (20%) op B-taken (onderzoeksprojecten,
streeklaboratorium en dierplaagbeheersing) en wordt ingezet voor projecten om de kennis en
kwaliteit van GGD op peil te houden. Het saldo van de reserve is belegd in projecten welke
de komende jaren worden uitgevoerd (sommige projecten duren enkele jaren). Door de GGD
is aangegeven dat het resultaat op deze taken de komende jaren minder positief zal zijn dan
de afgelopen jaren.

Omvangrijke en niet jaarlijks terugkerende kosten


Het Streeklaboratorium wil een BSL3 (Bio safety level 3) laboratorium inrichten om aan de
veiligheidseisen te blijven voldoen die aan bepaalde werkzaamheden gesteld worden.
Continuïteit van diagnostiek is onmisbaar voor de klantenbinding. Om deze continuïteit te
waarborgen gedurende toekomstige verbouwingen kan een frictieruimte nodig zijn of moet
diagnostiek uitbesteed worden. De extra kosten kunnen afgedekt worden met deze reserve.

Wmo Egalisatie reserve


De Wmo-egalisatiereserve dient ervoor mogelijk onvoorspelbare effecten van de
openeinderegelingen binnen de Wmo te kunnen opvangen. De Wmo egalisatie reserve zal
naar verwachting in 2010 voor een groot deel onttrokken worden. Een deel wordt onttrokken
door het te verwachte tekort in 2010. Het andere deel € 6 miljoen wordt onttrokken als
posterioriteit ‘vrijval Wmo reserve’ zoals besloten bij de Begroting 2010. Met deze
onttrekkingen komt de egalisatie vrijwel op 0. Dit is een groot risico, omdat nu de fluctuaties
vanuit de openeinde regelingen in 2011niet kunnen worden opgevangen.. Dit risico is extra
groot wegens het grote structurele tekort op de Wmo-begroting.

WW Uitkeringen
Deze reserve is gevormd ter dekking van de kosten van de herstructurering van het
wachtgeldfonds, waartoe ons College in 2002 besloot. Toevoeging vanuit de exploitatie is per
1 januari 2009 niet meer mogelijk. Onttrekking betreft de uitkeringen plus de kosten van de
uitvoering voor WW en Wachtgeld. Deze reserve zal met ingang van 2011 volledig besteed
zijn.

Af te wikkelen reserves

De volgende reserves worden naar verwachting in 2010 en 2011 volledig besteed:


 AWBZ-pakketmaatregel: Deze reserve is bij de Jaarrekening 2009 ingezet om de
effecten van de rijksbezuiniging op de AZWB op te vangen. In dit bedrag zit zowel het
deel voor de ‘centrale stad’ als voor de ‘stadsdelen’. Naar verwachting zal de hele
reserve in 2010 worden besteed.
 Maatschappelijk dienstverlening thuiswonende ouderen
 Armoede Tang gelden chronisch zieken
 HAG (prostitutie centrum) (€ 0,3 miljoen ) 2010
 Mantelzorg(€ 0,3 miljoen) 2010
 Vakantiegeld ,WZS(€ 0,2 miljoen ) 2010
 Reserve maatschappelijk opvang 2010 (€ 6,.8 miljoen ). De reserve maatschappelijke
opvang is gevormd bij de Jaarrekening 2009 om het resterende aantal opvangplekken
van 26713 te realiseren. In de vorige collegeperiode was de doelstelling voor het aantal te
realiseren opvangplekken 480. De verwachting is dat de reserve in 2010 volledig besteed
zal worden om de opvangplekken te realiseren
 Wmo-pilots en kwaliteitsverbetering openeinde regelingen: De reserve Wmo Pilots is
gevormd bij de Jaarrekening 2008, vanuit de onderuitputting op de Wmo met als doel een
kwaliteitsverbetering binnen de Wmo te realiseren.

13
Cijfer gebaseerd opJaarrekening 2009. In totaal waren 213 plekken van de 480 gereserveerd.

Raadsdruk Begroting 2011 104


 Vakantiegeld (GGD)
 Geweld achter de voordeur
 Samen starten
 Eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers
 Ontbijt en lunch op school (€ 0,21 miljoen) 2010
 Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (€ 0,01 miljoen) 2011
 GGZ preventie (€ 0,11 miljoen) 2010
 reserve Voorzorg (€ 0,14 miljoen) 2011
 Samen Starten (€ 0,67 miljoen) 2010
 Invoer Kidos Speciaal Onderwijs prio 2008 (€ 0,19 miljoen) 2011
 Sport jeugd (€ 0,24 miljoen) 2011
 Voeding beweging volwassenen (€ 0,15 miljoen) 2011
 Tienerzwangerschappen (€ 0,15 miljoen) 2011

Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Voorzieningen

Groot onderhoud 2,5 1,3 1,0 2,7 1,3 0,5 3,5 3,7 3,9 4,2
huisvesting (GGD)
GR Amstelland 1,3 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 1,3 1,3 1,3 1,3
Weerstand
BIMZ 1,2 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 1,2 1,2 1,2 1,2
Afbouwkosten VZA 0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5
Verzorgingshuizen 0,3 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3
ouden van dagen
GR. Amstelland 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Algem.
Amsterdamse 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,1
Gezondheidsmonitor
Ambulancedienst, 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
dubieuze debiteuren
Verhagen gelden 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal 6,8 1,4 1,6 6,4 1,4 0,5 7,3 7,3 7,6 7,9
voorzieningen

Te handhaven voorzieningen

Grootonderhoud
De voorziening Grootonderhoud bedraagt ultimo 2009 € 2,5 miljoen. In 2010 wordt er € 1,3
miljoen toegevoegd en € 1 miljoen onttrokken. Het saldo ultimo 2010 bedraagt € 2,7 miljoen.
In 2011 wordt er per saldo € 0,75 toegevoegd. In 2012 en verder per saldo naar verwachting
kleine toevoegingen (€ 0,24 miljoen per jaar).

Weerstandsvermogen GR Amstelland
De voorziening van de gemeenschappelijke regeling Amstelland bedraagt € 1,3 miljoen. Dit is
opgenomen als voorziening omdat dit geld betreft van de GR OG Amstelland
(weerstandsvermogen).

BIMZ (burgerlijke instellingen voor maatschappelijke zorg): betreffende deze voorziening


worden geen mutaties verwacht

Verzorgingshuizen ouden van dagen: zie voorziening BIMZ

Amsterdamse Gezondheidsmonitor
Het doel van deze voorziening is de uitvoering in 2012 van de Amsterdamse
Gezondheidsmonitor. Deze monitor wordt eens in de vier jaar uitgevoerd. Teneinde de kosten
gelijkmatig over de jaren te verdelen wordt jaarlijks een bedrag aan deze voorziening
toegevoegd. De werkelijke lasten worden aan deze voorziening onttrokken.

Raadsdruk Begroting 2011 105


Ambulancedienst Dubieuze debiteuren
Deze voorziening betreft het egaliseren van de lasten met betrekkin tot oninbare vorderingen
Ambulancezorg. Dit geld is van de zorgverzekeraars.

Afgewikkelde voorzieningen
De Verhagenmiddelen (€ 0,6 miljoen) worden volledig besteed in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 106


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)

1 Continueren Voortzetten Prostituees kunnen een 250 200


uitstapprogramma's uitstapprogramma's voor uitstappprogramma volgen om
prostituees prostituees, waarvan de prostitutie te verlaten
gemiddeld 130 vrouwen per
jaar gebruik maken en 100 dit
programma succesvol
afmaken en de prostitutie
verlaten.

2 Uitbreiding bereik P&G292 Met een uitbreiding van de Er worden meer prostituees 100 300
capaciteit van P&G292 toegeleid naar P&G292 vanuit
kunnen ca. 200 vrouwen extra andere sectoren van de
worden bereikt die werkzaam prostitutie, escort en
zijn in andere sectoren van de thuiswerken
prostitutie.

3 Ombudsvrouw/ ketenregie Instellen van een Er is een sluitende zorgketen 100 0


prostitutiebeleid ombudsvrouw/ ketenregisseur en misstanden worden
om de hulpverlening van gesignaleerd en aangepakt
ketenpartners te
optimaliseren, ook zicht krijgen
op misstanden.

4 Stille dilemma's Ontwikkelen actieplan stille Eind 2010 actieplan stille 500 500
dilemma’s en beschikbaar dilemma’s gereed met
stellen van hulpverlening, aandacht voor o.a. huiselijk
zorgcoördinatie en juridische geweld, verslaving,
toetsing bij tijdelijk psychosociale problematiek.
huisverboden Voor 2011kunnen garanderen
van maximaal 250 tijdelijk
huisverboden

5 Aanpak misstanden en Onderzoek naar en Eind 2011 inzicht in 200 0


versterken positie ontwikkelen van integrale misstanden thuisprostitutie- en
thuisprostitutie- escort. aanpak misstanden en escort. 2012 ; ontwikkelen
versterken positie integrale (zorg en veiligheid)
thuisprostitutie- en escort aanpak misstanden
thuisprostitutie- en escort

1.150 1.000

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
6 verhoging WMO budget Met de incidentele verhoging Eind 2011 vertoont de WMO 5.860 4.500
(alphahulpen) van het WMO budget worden rekening weer een overschot,
de openeinderegelingen verwachting is dat
sneller in financieel control egalisatiereserve eind 2014
gebracht weer op niveau gewenste
niveau is t.a.v. de omzet

5.860 4.500

Raadsdruk Begroting 2011 107


I9 Budgetneutrale prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
7 Pakketmaatregel AWBZ Bieden van compenserende Mensen met lichte 6.230 6.230
zorg en ondersteuning aan beperkingen die niet meer in
ruim 3.300 mensen met een aanmerking komen voor
beperking begeleiding uit de AWBZ
krijgen steun vanuit de Wmo

6.230 6.230

S4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
8 rechtswinkel en -70 -70
zeemanswelvaren

-70 -70

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
9 Differentiatie Voor PGB twee tarieven Pgb goedkoper -250 -250
Persoonsgebonden budget instellen gerelateerd aan
(PGB) tarieven HbH 1 en HbH 2

10 Verlaging Wmo Voorzieningenniveau Wmo Vermindering zorgniveau voor -2.000 -2.000


voorzieningen verstrekkingen wordt verlaagd HbH, waardoor een besparing
wordt gerealiseerd

11 Verlaging formatie Vermindering formatie Lagere apparaatskosten WZS -100 -100


onderdeel programma's WZS

12 Kostendekkend maken Kostendekkend boedelbeheer Kostendekkend boedelbeheer -90 -90


activiteiten boedelbeheer

13 Ambulancedienst FLO Lagere uitgaven voor het FLO Lagere uitgaven voor de FLO -1.160 -1.160

14 Antwoord Lagere kosten bij GGD voor Lagere kosten bij GGD voor -70 -70
Antwoord Antwoord

15 Verlaging bedrag OKC Verlagen van de uitgaven voor Verlagen van de uitgaven voor -1.700 -1.700
de Jeugdgezondheidszorg de jeugdgezondheidszorg

-5.280 -5.370

Raadsdruk Begroting 2011 108


5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Continueren uitstapprogramma's prostituees


Het uitstapprogramma voor prostituees richt zich op weerbaarheidstraining, begeleiding naar
werk, psychosociale ondersteuning, schuldhulpverlening en het vinden van woonruimte. De
aanpak is succesvol en dient te worden gecontinueerd. Per jaar maken 130 vrouwen gebruik
van het programma waar de kosten € 0.25 miljoen bedragen. Om het programma te
continueren is € 0.25 miljoen aangevraagd. In het programmakkoord zijn incidenteel middelen
beschikbaar gesteld om de problemen in de prostitutie aan te pakken. Ons College stelt dan
ook voor om incidenteel voor 2011 € 0.2 miljoen toe te kennen voor het continueren van het
uitstapprogramma.

2. Uitbreiding bereik P&G292


Om hulpverlening naar verschillende sectoren in de prostitutie branche te kunnen uitbreiden,
is naast uitbreiding van het aantal toezichthouders, een uitbreiding nodig van de capaciteit
van het P&G centrum. De verbreding van het werkterrein kost € 0,1 miljoen waarmee ruim
200 vrouwen in de escortservice en massagesalons bereikt kunnen worden. Deze prioriteit
moet in samenhang gezien worden met de prioriteit aanpak misstanden en versterken positie
thuisprostitutie- en escort. Deze prioriteiten hebben de doelstelling de misstanden in de
prostitutie te verminderen. Een samenwerking en goede afstemming tussen de verschillende
betrokken diensten GGD, DWZS en OOV is daarbij van groot belang. Ons College stelt voor
om incidenteel € 0.3 miljoen toe te kennen om de misstanden binnen de prostitutie aan te
pakken, inzichtelijk te maken en te verminderen.

3. Ombudsvrouw/ ketenregie prostitutiebeleid


Voor de ontwikkeling van een integrale aanpak van zorg en veiligheid, door het instellen van
een ombudsvrouw / ketenregisseur om de hulpverlening van de ketenpartners te
optimaliseren, heeft ons College geen middelen opgenomen in het verdelingsvoorstel. De
realisatie van deze integrale aanpak is gekoppeld aan de middelen die in het
verdelingsvoorstel zijn opgenomen voor P&G292.

4. Stille dilemma's
Voor de ontwikkeling van het actieplan stille dilemma’s dat is gericht op het opsporen van
'verborgen vrouwen' en psychosociale problematiek, heeft ons College incidenteel € 0,5
miljoen opgenomen in het verdelingsvoorstel.

5. Aanpak misstanden en versterken positie thuisprostitutie- en escort.


Voor de ontwikkeling van een integrale aanpak voor zorg en veiligheid met als doel het
tegengaan van misstanden en het versterken van positie van werkers in de thuisprostitutie-
escort, heeft ons College geen middelen opgenomen in het verdelingsvoorstel. De realisatie
van deze integrale aanpak is gekoppeld aan de middelen die in het verdelingsvoorstel zijn
opgenomen voor P&G292.

I4 Overige prioriteiten

69. verhoging wmobudget (alphahulpen)


Per 1 januari 2010 is de wetswijziging alphahulpen van kracht. Hierdoor zijn voormalige
alphahulpen in loondienst gekomen bij de aanbieders van Hulp bij Huishouden (HbH). Het
Rijk heeft hiervoor landelijk € 130 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Het
Amsterdamse aandeel hiervan is circa € 5,8 miljoen. De verwachte meerkosten voor
Amsterdam worden ingeschat op € 4,5 miljoen voor 2011. De structurele financiele gevolgen
in de komende jaren wil ons College zich baseren op de ervaringscijfers uit 2010 en tevens
betrekken bij de overige (financiele) ontwikkelingen in het kader van de WMO. Dit
overwegende stelt ons College voor om in 2011 incidenteel € 4,5 miljoen in het

Raadsdruk Begroting 2011 109


verdelingsvoorstel op te nemen om in 2011 de meerkosten in verband met alphahulpen te
dekken.

I9 Budgetneutrale prioriteiten

7. Pakketmaatregel AWBZ
Het Rijk heeft een bezuiniging op de AWBZ doorgevoerd. Een van de gevolgen is dat
daarmee een groter beroep gedaan wordt op de gemeentelijke zorg. Het rijk heeft besloten
daarvoor de gemeente structureel te compenseren met € 5,8 miljoen. De werkelijke financiele
gevolgen voor Amsterdam zijn onderzocht door onderzoeks bureau HHM en in het rapport
'Verdelingsvoorstel compensatiemiddelen AWBZ-pakketmaatregel Gemeente
Amsterdam' opgenomen. Uit het onderzoek blijkt een totaal aan benodigde middelen van €
6,23 miljoen (€ 2.35 miljoen centrale stad, € 3.88 miljoen stadsdelen). Ons College heeft
daarom een totaal bedrag van € 6,23 miljoen structureel opgenomen in de begroting 2011 ter
compenstatie van de AWBZ pakketmaatregel. Ons College zal met de stadsdelen concrete
afspraken te maken over de besteding van deze middelen.

S4 Overige prioriteiten

8. rechtswinkel en zeemanswelvaren
De bekostiging van de rechtswinkel Amsterdam en de rechtswinkel Migranten behoren niet
tot de zorgtaken van de Wmo. Mede gezien hiervoor voldoende alternatieven bestaan in de
vorm van juridische ondersteuning/advisering die door de het bureau rechtshulp Amsterdam,
sociaal raadslieden, juridisch loket en juridische afdelingen van vakbonden wordt geleverd.

De taken van Zeemanswelvaren (€38.200) zijn het afgelopen decennium gewijzigd van een
centrum voor directe hulpverlening en ondersteuning (maatschappelijk werk en medische
zorg) voor zeevarenden naar een centrum dat gelegenheid biedt aan zeevarenden om de tijd
te verdrijven in een ontspannen sfeer, andere mensen te ontmoeten of met moderne
communicatiemiddelen met het thuisfront te kunnen communiceren. In voorkomende gevallen
wordt ondersteuning geboden. Daarnaast doet men scheepsbezoeken. Deze
servicecentrum/sociëteitsactiviteiten zijn geen directe zorgtaken voor de Wmo.

Dit overwegende heeft ons College besloten om € 70.000 euro te bezuinigingen op de


rechtswinkel en zeemanswelvaren.

SP4 Structurele posterioriteiten

9. Differentiatie Persoonsgebonden Budget (PGB)


Er zijn verschillende indicaties voor Hulp bij het huishouden (HBH) 1 (schoonmaak) en HBH 2
(schoonmaak + signalering) welke verschillende tarieven kennen. De PGB kent op dit
moment één tarief, dat van de HBH 2. Door in de PGB verschillende tarieven te hanteren kan
een besparing per 1 januari 2011 gerealiseerd worden van €250.000. Ons College stelt voor
deze posterioriteit structureel op te nemen in de begroting 2011.

10. Verlaging Wmo voorzieningen


De versobering op de verstrekkingen WMO HBH heeft betrekking op het verlagen van de
normwerkzaamheden en bijbehorende normtijden binnen de HBH. Bij cliënten die ‘klasse
zorg 2’ ontvangen (wekelijks 2 – 4 uur zorgverlening) zal de zorg met 1/2 uur verlaagd
worden. Dit levert een besparing op van structureel € 5 miljoen (€ 3 miljoen vanaf 2011 en €
2 miljoen vanaf 2012).

Raadsdruk Begroting 2011 110


Ons College stelt voor deze posterioriteit voor € 2 miljoen structureel in de boeken op de
begroting dwzs. De overige €3 besparing die behaald wordt, dient te worden betrokken bij het
tekort op de meerjaren begroting wmo.

11. Verlaging formatie


Door het samenvoegen van de beleidsteams programma’s stedelijke vernieuwing, wonen en
zorg kan in 2 jaar structureel € 0,2 miljoen op 2 formatieplaatsen worden bespaard. Ons
College stelt voor deze bezuiniging op te nemen in de begroting en tevens daarbij het aantal
formatieplaatsen binnen de desbetreffende dienst te verminderen

12. Kostendekkend maken activiteiten boedelbeheer


Het kostendekkend maken van de activiteiten in het kader van boedelbeheer betreft een
bedrag van € 270.000. Ons College stelt voor dit in 3 jaar te realiseren door in de jaren 2011-
2013 elk jaar € 90.000 meer inkomsten te genereren of de kosten te verlagen.

13. Ambulancedienst FLO (gesplitst)


De kosten voor de FLO (functioneel leeftijdsontslag) zullen de komende jaren afnemen.

14. Antwoord
De bijdrage voor Antwoord van de GGD is verlaagd. Het budget dat hiervoor in de begroting
van deze dienst is opgenomen kan worden verlaagd.

15. Verlaging bedrag OKC


De taken op het terrein van de OKC/JGZ zullen gedecentraliseerd worden naar de
stadsdelen. Op 16 augustus 2010 hebben de wethouder Zorg en Jeugd bestuurlijk overleg
gevoerd met de stadsdelen over de financiële heroverwegingen in relatie tot de op handen
zijnde decentralisatie van de OKC middelen (inclusief basistakenpakket JGZ). Met
bestuurlijke vertegenwoordigers van de stadsdelen is overeenstemming bereikt om per 2011
een bedrag van € 2,5 miljoen te bezuinigen en dit bedrag in mindering te brengen op
middelen die aan de stadsdelen worden overgedragen. Deze bezuiniging van € 1,7 miljoen is
onderdeel van deze € 2,5 miljoen. Het overige deel van deze € 2,5 miljoen is opgenomen
onder Educatie,Jeugd en Diversiteit.

Raadsdruk Begroting 2011 111


Programma Educatie, jeugd en diversiteit
Maatschappelijk effect
Kinderen en jongeren kunnen zich optimaal ontwikkelen om volwaardig en verantwoordelijk te
participeren in een samenleving die divers en tolerant is.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 262,5 268,0 208,8 194,5 198,9 198,2 197,4
Baten - 146,7 97,9 47,0 74,4 74,6 71,5 78,2
Resultaat t.l.v. alge- 115,8 170,2 161,9 120,2 124,2 126,6 119,2
mene middelen voor
mutaties reserves
Toevoeging minus -5,3 0,5 -8,0 -1,4 -0,6 -3,7 3,0
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. alge- 110,5 170,7 153,9 118,7 123,6 122,9 122,2
mene middelen na
mutaties reserves
Saldo reserves 29,0 20,1 19,5 20,1 17,2 16,9 16,6
Saldo voorzieningen 0,6 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Investeringsuitgaven 51,1 107,4 78,2 86,8 67,9 43,8 38,7

De cijfers van de Begroting 2010 zijn inclusief de lasten en baten voor inburgering van res-
pectievelijk € 75,9 miljoen en € 64,2. Vanaf de Actualisatie 2010 worden de lasten en baten
van inburgering verantwoord in het programma Werk & inkomen. In het subprogramma edu-
catie worden de cijfers voor de vastgestelde Begroting 2010 exclusief inburgering gepresen-
teerd.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
Het nieuwe beleidsplan Jong Amsterdam (Lokale Educatieve Agenda voor 2010-2014) is het
kader voor het onderwijs en jeugdbeleid van de gemeente. De gemeente werkt samen met
stadsdelen en schoolbesturen aan de doelen van Jong Amsterdam en zorgt voor een goede
aansluiting van onderwijs en jeugdbeleid. In 2010 zijn de doelstellingen van Jong Amsterdam
aangescherpt en vertaald in prestatieafspraken met schoolbesturen en stadsdelen. In 2011
volgt ons College nauwgezet de uitvoering van deze afspraken. Ze ondersteunt de betrokken
partijen hierbij met haar onderwijs- en jeugdbeleid.

Stad en stadsdelen zijn met elkaar in gesprek over de heroverweging van taken en bevoegd-
heden, in het kader van de verbeteringen bestuurlijk stelsel. Deze afspraken bepalen de in-
vulling van het 80/20-prinicpe op dit domein.

De keuzen die het nieuwe kabinet zal maken voor de Rijksbegroting 2011 zijn voor Onderwijs
en Jeugd van groot belang. Een aantal landelijke ontwikkelingen kan direct van invloed zijn
op het gemeentelijk beleid:
 de invoering van Passend Onderwijs (voorzien in 2013): scholen moeten in principe voor
elk kind de benodigde zorg kunnen bieden. Dit stelt extra eisen aan de zorg op en rond
scholen
 de gemeenten krijgen mogelijk extra regietaken voor de organisatie van de zorg in en om
de school
 in de periode 2011-2014 zullen referentieniveaus in het onderwijs worden ingevoerd.
Deze geven aan over welke kennis en basisvaardigheden in taal en rekenen leerlingen

Raadsdruk Begroting 2011 112


moeten beschikken. Naar verwachting zal dit grote gevolgen hebben voor de werkwijze
en beoordeling van scholen
 de decentralisatie van de Jeugdzorg. Het demissionaire kabinet heeft aangegeven grote
delen van de Jeugdzorg naar gemeenten te willen decentraliseren. De wijze waarop en
de betreffende voorwaarden zullen de komende periode duidelijk moeten worden
 de invoering van de Wet Ontwikkelingskansen voor kwaliteit en educatie (Wet OKE),
begin 2010 aangenomen en op 1 augustus 2010 in werking getreden, heeft consequen-
ties voor uitvoering en kosten van de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Deze worden
nog in beeld gebracht

De gemeente Amsterdam is een van de 22 zogenaamde ‘Antillianengemeenten’ waarmee het


rijk arrangementen afsluit voor extra inzet op deze doelgroep met specifieke achterstanden.
Vanaf 2010 gaat een nieuwe beleidsperiode in (tot en met 2014). Voor deze periode is een
programma in voorbereiding, met als speerpunten: opvoed- en opgroeiondersteuning, suc-
cesvolle loopbaan en participatie aan de samenleving.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Educatie
3.1.1. Educatie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Kinderen krijgen goede scholing


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
1
% kinderen met een indicatie VVE 50 2009 70 75 80 85
dat deelneemt aan VVE
# zwakke basisscholen (PO) volgens 18 Juli 2010 13 9 4 0
oordeel inspectie 2
% jongeren van 23 jaar dat als Nulmeting Schooljaar op basis idem idem idem
leerplichtige VO en/of MBO in Am- volgt in 2009/2010 van nulme-
sterdam heeft gevolgd met een november ting
startkwalificatie 2010

Overige doelstellingen

Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal gebouwen en aandeel van VO en SO 1 januari Oplevering Oplevering PM PM
het gebouwenbestand dat onder- scholen 2010 8 opge- 10 opge-
wijskundig, bouwkundig en wat maken knap- knap-
oppervlakte betreft op orde is en gebruik van te/nieuwe te/nieuwe
geschikt is voor het onderwijs dat 100 zelf- gebouwen gebouwen
wordt gegeven. standige
gebouwen. start bouw/ start bouw/
Waarvan renovatie renovatie
54 op orde, PM PM
11 wordt
aan ge-
werkt en
voor 35
zijn plan-
nen in
voorbereid-
ing

1
VVE is Voor- en Vroegschoolse Educatie.
2
Het betreft de scholen die deelnemen aan de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 113


3.1.2 Educatie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Kinderen krijgen goede scholing

Indicator 1.1: percentage kinderen met een indicatie VVE, dat deelneemt aan VVE
De Tweede Kamer heeft op 19 januari 2010 de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en
educatie (Wet OKE) aangenomen. De inzet van de wet is om meer en betere voorschoolse
educatie te bieden. Gemeenten krijgen de wettelijke verplichting om een kwalitatief goed
voorschools aanbod te doen aan jonge kinderen met een taalachterstand en een inspan-
ningsverplichting om al deze kinderen te bereiken. De Wet OKE is op 1 augustus 2010 in
werking getreden. Stad en stadsdelen op basis van de wet nieuwe afspraken maken over
resultaten en opbrengsten van de Voorschool in 2011. Daarnaast wordt een uitgebreid stads-
breed kwaliteitskader VVE (overeenkomst stad en stadsdelen) opgesteld waarin onder ande-
re staat dat alle leidsters aantoonbaar voldoen aan de vastgestelde taalnorm.

Het inrichten van schakelklassen in het primair onderwijs is één van de instrumenten om de
effectieve leertijd van leerlingen te vergroten en hun taalachterstand zo vroeg mogelijk te
verkleinen. Bij gelijkblijvend budget in het schooljaar 2010-2011 zullen naar verwachting in
2011 ongeveer 75 schakelklassen in uitvoering zijn met een bereik van circa 900 leerlingen
(gemiddeld 12 leerlingen per klas).

Indicator 1.2: aantal zwakke basisscholen in het primair onderwijs (PO) volgens oordeel in-
spectie
Het verbeteren van de kwaliteit van het basisonderwijs is in de eerste plaats de verantwoor-
delijkheid van de schoolbesturen. De gemeente ondersteunt de schoolbesturen met de Kwali-
teitsaanpak Basisonderwijs Onderwijs (KBA). De KBA werkt met twee programmalijnen. Bin-
nen deze lijnen wordt tot en met 2014 de hieronder beschreven acties uitgevoerd.

Programmalijn 1. Verbeteraanpak (begeleiding van basisscholen door onderwijsexperts).


 In totaal nemen uiteindelijk 75 basisscholen deel aan de Verbeteraanpak. Scholen die
aan de Verbeteraanpak meedoen werken twee jaar lang systematisch aan een duurzame
verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs. Ze krijgen hierbij ondersteuning van
onafhankelijke onderwijsexperts die door de gemeente zijn ingehuurd
 Ontwikkelen project ‘Sturen op kwaliteit’. Voor het borgen van kwaliteitsverbetering is het
van belang dat schoolbesturen hun rol goed invullen en adequaat sturen op kwaliteit. De
verwachting is dat een deel van de schoolbesturen deelneemt aan dit project

Programmalijn 2. Professionalisering onderwijspersoneel.


 Leergang Opbrengstgericht Leiderschap voor schooldirecteuren is ontwikkeld. In 2010
hebben circa 80 deelnemers de Leergang afgerond (of doen dat in 2011). Ambitie is het
aantal deelnemers in 2011 verder uit te breiden
 Ontwikkelen van een leertraject voor Intern begeleiders (IB-ers) dat is afgeleid van de
Leergang voor schooldirecteuren. De verwachting is dat in 2010-2011 in stadsdeel Nieuw
West (in het kader van het Meesterplan) in ieder geval vijftien IB-ers gaan deelnemen
aan dit leertraject
 Het intensief betrekken bij de Leergang van alle bestuurders van scholen waarvan
schooldirecteuren deelnemen aan de Leergang
 Ontwikkelen van een Maatplan per school in stadsdeel Nieuw West. Doel van dit
maatplan is het bewerkstelligen van een integrale aanpak, ofwel geen losse projecten en
acties, maar een doelgerichte en goed gecoördineerde inzet van acties gericht op
versterken kwaliteit van het onderwijs. Het maatplan kan na uitontwikkeling ook worden
benut en ingezet in andere delen van de stad
 Ondersteuning bij verbeteren taalonderwijs in Nieuw West (in het kader van het
Meesterplan). Een aantal scholen wordt door een onafhankelijke taalexpert ondersteund
bij het maken van analyse van hun taalonderwijs, bij het benoemen van verbeterpunten
en bij het formuleren van concrete verbeterdoelstellingen (in termen van
leeropbrengsten). In het schooljaar 2010-2011 worden deze scholen ondersteund bij het
realiseren van deze doelstellingen. Deze aanpak kan nadat hij is uitontwikkeld naar
behoefte ingezet worden op alle basisscholen in Amsterdam;

Raadsdruk Begroting 2011 114


 Onafhankelijke analyse van het personeelsbeleid, het onderwijs (in de bovenbouw) en de
zorg in een aantal basisscholen in Nieuw West (in het kader van het Meesterplan). Deze
analyse wordt gecombineerd met een advies en gevolgd door concrete ondersteuning
van scholen bij het doorvoeren van verbeteringen. Ook deze aanpak kan na
uitontwikkeling naar behoefte ingezet worden op andere basisscholen in Amsterdam.

Tijdens de vorige bestuursperiode introduceerde ons College de zogenoemde ‘Asschernor-


men’. Iedere basisschool behaalt minimaal de score 534 op de Citotoets, heeft niet meer dan
20% zorgleerlingen (LWOO/PRO verwijzingen)3 en geeft minimaal 25% van de leerlingen een
HAVO/VWO advies. In het programakkoord is opgenomen, dat de gemeente schoolbesturen
uitnodigt om te komen tot een kwaliteitskader dat de ‘Asschernormen’ vervangt. De gemeente
heeft beperkte invloed op de realisatie en daarom zijn voor de Asschernormen geen aparte
indicatoren opgenomen. De schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk.

Indicator 1.3: percentage jongeren van 23 jaar dat als leerplichtige VO en/of MBO in Amster-
dam heeft gevolgd met een startkwalificatie
Het voorkomen van nieuwe voortijdig schoolverlaters, alsook het zoveel mogelijk weer terug-
leiden naar school van jongeren die eerder de school verlieten is bedoeld om zoveel mogelijk
jongeren te helpen aan een startkwalificatie. Scholen zijn er uiteraard voor verantwoordelijk
om jongeren door middel van onderwijs zoveel als mogelijk aan een startkwalificatie te hel-
pen. DMO/Bureau Leerplicht Plus maakt inzichtelijk hoeveel jongeren dat lukt. Daarbij gaat
het om jongeren van 23 jaar die in Amsterdam vanaf hun leerplichtige leeftijd in ieder geval
een wat langere schoolcarrière hebben gehad. Dit is van belang omdat verwacht mag worden
dat voor deze jongeren de gezamenlijke inspanningen van scholen en gemeente het meeste
effect hebben. In november 2010 vindt een nulmeting plaats. Op basis van deze nulmeting
worden de streefwaarden voor de komende jaren geformuleerd.

De Gemeente Amsterdam is als kerngemeente binnen de Agglomeratie Amsterdam4 tevens


verantwoordelijk voor het behalen van de 10% daling van schooluitval in het kader van Aan-
val op uitval (tot en met schooljaar 2010-2011). Binnen de Gemeente Amsterdam wordt door
Bureau Leerplicht Plus en het Jongerenloket samen met scholen (VO, MBO) en ketenpart-
ners aan de hand van het uitvoeringsplan gewerkt aan het realiseren van deze doelstelling.
Bureau leerplicht Plus en het Jongerenloket zetten (extra) formatie in op en rond de scholen
enerzijds om te voorkomen dat jongeren gaan uitvallen en anderzijds om jongeren die wel
uitvallen direct toe te leiden naar een leerwerkplek elders. Zij zijn de ogen en oren van de
gemeente binnen school. Jongeren die gaan werken worden gevolgd en indien mogelijk
wordt hen middels op de werkplek verworven competenties alsnog een startkwalificatie gebo-
den. Jongeren die intensieve begeleiding nodig hebben krijgen een traject aangeboden (bv.
Lokale trajectbegeleiding (LTB), coach 8 tot 8, nieuwe perspectieven, mentoraten). Voor een
kleine groep jongeren is het reguliere onderwijs niet geschikt. Voor deze groep zijn diverse
‘plusvoorzieningen’ gestart. Dit zijn onder andere Amsterdamse Plusschool, ROC op maat,
Werkhotel, Schoolfort en School2care. Deze voorzieningen bieden voor de zogenaamde
overbelaste leerlingen programma’s op maat, die ertoe moeten leiden dat jongeren met
meerdere problemen in hun leven in staat zijn een startkwalificatie te behalen. Ook wordt
gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs in het MBO aan de hand van goede voorbeelden.
Effectieve/succesvolle elementen worden overgedragen naar andere opleidingen. Hierbij
wordt aangesloten bij de drie prioriteiten van de Onderwijsinspectie: studieloopbaanbegelei-
ding (slb), verzuim en uitval en beroepspraktijkvorming (bpv).
Tenslotte zet de gemeente zich vanuit haar regierol in op het versterken van de samenwer-
king met betrekking tot leerplicht en voortijdig schoolverlaten met de gemeenten binnen de
Agglomeratie Amsterdam.

3
Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)/Praktijkonderwijs (PrO)
4
Agglomeratie Amsterdam betreft de regio’s Amsterdam (inclusief Diemen), Waterland, Amstelland en de Meerlan-
den en Zaanstad.

Raadsdruk Begroting 2011 115


Overige doelstellingen

Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen


Gemeente Amsterdam gaat er van uit dat goede schoolgebouwen belangrijk zijn voor alle
gebruikers. De gebouwen bepalen mede het plezier en daarmee de kwaliteit van de presta-
ties die iedere dag van leerlingen, leerkrachten, directies en ander personeel binnen de
school worden gevraagd. Bij het in 2003 vastgestelde Integraal HuisvestingsPlan vo-(v)so zijn
goede schoolgebouwen omschreven als gebouwen die aantrekkelijk en uitdagend zijn voor
leerlingen en leerkrachten, voldoende ruimte hebben om modern onderwijs aan alle aanwezi-
ge leerlingen te kunnen geven en in goede staat van onderhoud verkeren.
Het budget voor deze doelstelling is bestemd voor de dekking van kapitaallasten die voort-
vloeien uit investeringen in schoolgebouwen en voor uitgaven niet zijnde kapitaallasten5. Be-
sloten is om met een inhaalslag de kwaliteit van alle schoolgebouwen op peil te brengen.
Deze actie is in 2011 nog niet afgerond. Omdat het moeilijk is om geschikte locaties te vinden
en door ontbrekende capaciteit bij schoolbesturen verloopt de inhaalslag langzamer dan aan-
vankelijk aangenomen. Begin 2011 voldoen 54 van de 100 ( 54%) gebouwen voor het (voort-
gezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs aan genoemde criteria.

Sinds 2010 is het leidend kader bij het nemen van beslissingen over nieuwbouw en renovatie
het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO). Alle aanvragen worden getoetst aan de
uitgangspunten en doelstellingen van het RPO. Dit betekent dat door scholen gewenste voor-
zieningen alleen getroffen kunnen worden indien deze binnen deze uitgangspunten en doel-
stellingen passen met inbegrip van de daarbij nagestreefde spreiding van de verschillende
onderwijsvoorzieningen over de stad.

Overige educatie
Onder Overige educatie vindt uw Vergadering een aantal onderwerpen dat niet onder één
van de andere doelstellingen valt. Per jaar wordt bekeken welke van deze onderwerpen na-
dere toelichting behoeft.

Servicetaken Onderwijs (ASD)/Leerlingenvervoer


In 2011 wordt de nieuwe verordening Leerlingenvervoer (LLV) ingevoerd. Naar verwachting
stelt uw Vergadering deze verordening eind 2010 vast. De nieuwe verordening kan leiden tot
een aanpassing van het aantal leerlingen dat voor een tegemoetkoming LLV in aanmerking
komt. Per 1 augustus 2011 dient het leerlingenvervoer opnieuw te zijn aanbesteed. Het be-
stek voor de aanbesteding is een belangrijk aangrijpingspunt om de kwaliteit van het vervoer
verder te verbeteren. De nieuwe verordening Leerlingenvervoer vormt de basis voor dit be-
stek.

3.1.3 Educatie: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 16 59,5 70,5 64,2 63,8 63,8 63,8
Doelstelling 2 42,9 41,2 47,0 51,9 51,2 50,5
Doelstelling 3 overige educatie 13,8 20,2 16,9 16,9 16,9 16,9
Baten -
Doelstelling 1 6,5 10,4 47,9 47,5 47,5 47,5
Doelstelling 2 10,8 11,1 8,1 8,7 5,6 12,3
Doelstelling 3 overige educatie 0,1 6,4 3,4 3,4 3,4 3,4
Mutaties in reserves

5
Dit betreft onder andere huur, verzekeringen en een vergoeding voor gymzalen.
6
Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers:
Doelstelling 1: 480.04.02 480.04.10 480.04.13 480.04.14 480.04.15 480.04.16 980.37.25 980.37.28 980.37.79
980.37.81. Doelstelling 2: 431.01.01 433.01.01 441.01.01 443.01.01 480.08.01 480.08.02 980.37.57 Doelstelling 3:
422.01.01 430.01.01 480.04.01 480.04.03 480.04.06 480.04.08 480.04.09 480.04.17 480.05.03 480.07.01 480.08.04
980.37.33 980.37.35

Raadsdruk Begroting 2011 116


Doelstelling 1 0,0 -5,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Doelstelling 2 2,3 2,5 -0,8 -0,2 -3,3 3,4
Doelstelling 3 overige educatie 0,0 -1,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 101,1 99,8 67,9 72,8 72,1 71,5

Het Subprogramma Educatie kent drie doelstellingen. In de Begroting 2010 kende dit subpro-
gramma (toen nog subresultaatgebied) acht doelstellingen en de ‘verzameldoelstelling’ ‘Ove-
rige educatie’. Het budget van een doelstelling wordt gevormd door de begrotingsvolgnum-
mers die aan de doelstelling gekoppeld zijn. Een toelichting op de aan de doelstellingen uit de
Begroting 2010 gekoppelde begrotingsvolgnummers en de aansluiting en koppeling aan de
doelstellingen in de Begroting 2011 is op verzoek voor uw Vergadering beschikbaar. De cij-
fers van de vastgestelde begroting 2010 worden in dit subprogramma exclusief de lasten en
baten van inburgering gepresenteerd (respectievelijk € 75,9 miljoen en € 64,2). De lasten en
baten van inburgering worden verantwoord in het subprogramma werk & participatie.

Het saldo (lasten – baten + mutatie reserves) ten laste van de algemene dienst van de doel-
stellingen onder het subprogramma educatie daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en
de Actualisatie 2010 met € 1,3 miljoen. Deze daling is het effect van een stijging van het sal-
do op doelstelling 1 met € 2,0 miljoen, een daling op doelstelling 2 met € 1,8 miljoen en een
daling op doelstelling 3 met € 1,4 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011
daalt het saldo met € 31,9 miljoen als gevolg van een daling van € 38,7 miljoen op doelstel-
ling 1, een stijging van € 5,5 miljoen op doelstelling 2 en een stijging van € 1,4 miljoen op
doelstelling 3. Hieronder volgt een verklaring per doelstelling.

Doelstelling 1 Kinderen krijgen goede scholing.


Het saldo stijgt tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 met € 2,0 miljoen door de volgen-
de ontwikkelingen:
 een (incidentele) toevoeging van € 1,9 miljoen aan de decentralisatie-uitkering Onder-
wijsachterstanden (gemeentebreed neutraal)
 hogere lasten van € 0,1 miljoen vanwege een stijging van de decentralisatie-uitkering
Jeugd (gemeentebreed budgettair neutraal)
 een verhoging van de uitgaven voor personele lasten met € 0,1 miljoen gedekt door een
verlaging van de personele lasten bij doelstelling 3 (neutraal binnen subprogramma)
 € 0,2 miljoen daling van de lasten vanwege negatieve nominale aanpassingen op de
diverse volgnummers

Het saldo daalt tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 met € 38,7 miljoen door:
 vervallen incidentele prioriteiten van € 3,2 miljoen. Het betreft de volgende prioriteiten
2010: schoolzwemmen € 0,2 miljoen, Hoogleraar taalbeleid € 0,1 miljoen, Kwaliteit On-
derwijs € 2,3 miljoen, Lerarentekort € 0,5 miljoen en Schoolveiligheid € 0,15 miljoen
 een daling in het saldo met € 38,3 miljoen bestaande uit het wegvallen van de (incidente-
le) toevoeging van € 1,9 miljoen decentralisatie-uitkering onderwijsachterstanden en door
het begroten van rijksinkomsten van € 36,4 miljoen vanwege het omzetten van de decen-
tralisatie-uitkering Onderwijsachterstanden naar de specifieke rijksuitkering Onderwijs-
achterstanden. De exacte hoogte van de specifieke uitkering Onderwijsachterstanden is
nog niet bekend. Daarom is hetzelfde bedrag als in de vastgestelde Begroting 2010 op-
genomen. Over de inzet van de middelen 2011 gericht op VVE en overige activiteiten zal
nog besluitvorming plaatsvinden
 een lastendaling van € 0,5 miljoen door het overhevelen van het budget Arubanen en
Antillianen naar het subprogramma Diversiteit (saldoneutraal binnen programma EJD)
 een daling van de lasten met € 0,9 miljoen door het overhevelen van de middelen
Schoolveiligheid naar programma Openbare Orde en Veiligheid (gemeentebreed neu-
traal)
 een stijging van de lasten door overheveling van de middelen Speciaal Onderwijs ad
€ 2,3 miljoen naar Doelstelling 3: overige educatie (neutraal binnen educatie).
 een lastenstijging van € 1,9 miljoen door toevoeging van LTB en Mentoraten aan de
doelstelling (deze middelen maken deel uit van de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid
en Veiligheid en staan in de Actualisatie 2010 bij Doelstelling 7: Overige Jeugd). Vanwe-

Raadsdruk Begroting 2011 117


ge de verlaging van de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid en Veiligheid daalt het sal-
do met € 2,4 miljoen bij Jeugd en stijgt het met € 1,9 miljoen bij Onderwijs)

Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen.


De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor onderwijsgebouwen. In de Amsterdamse
situatie zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor de gebouwen voor basisonderwijs en de
centrale stad voor de gebouwen voor voortgezet onderwijs. Het budget voor deze doelstelling
is bedoeld voor het dekken van incidentele lasten, zoals erfpacht, tijdelijke huur van
klaslokalen, gebouwen, sportvelden en gymzalen en van de kapitaallasten van investeringen
in onderwijsgebouwen. Het onderwijshuisvestingsprogramma (met alle nieuw- en verbouw
projecten) wordt door uw Vergadering elk jaar in november/december vastgesteld. De daling
van het saldo van € 1,8 miljoen tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 wordt verklaard
door de volgende ontwikkelingen:
 de kapitaallasten zijn naar beneden bijgesteld met € 1,8 miljoen op basis van de werkelij-
ke investeringen 2009
 de materiële/incidentele V(S)O en SBO uitgaven zijn gecorrigeerd met € 0,2 miljoen op
basis van het in december 2009 vastgestelde huisvestingsprogramma 2010
 verwachte verkoopopbrengsten zijn opgehoogd met € 0,3 miljoen
 als gevolg van de bovenstaande mutaties is de toevoeging aan onderwijshuisvesting
reserve toegenomen met € 0,2 miljoen

Tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 stijgt het saldo met € 5,5 miljoen omdat:
 de kapitaallasten zijn bijgesteld met € 5,6 miljoen op basis van de verwachte investerin-
gen 2010
 de materiële/incidentele V(S)O en SBO uitgaven met € 0,3 miljoen zijn opgehoogd op
basis van verwachte uitgaven 2011 (het huisvestingsprogramma 2011 wordt in december
2010 aan uw Vergadering voorgelegd)
 de verkoopopbrengsten zijn verlaagd met € 3,0 miljoen. Voor een tekort in dekking (het
verschil tussen uitgaven, verkoopopbrengsten en beschikbare algemene middelen) wordt
€ 0,9 miljoen aan de reserve onttrokken

Doelstelling 3: Overige educatie7


Het saldo van doelstelling 3 daalt tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 met € 1,4 mil-
joen door de volgende ontwikkelingen:
 een lastenstijging van € 0,4 miljoen voor de Participatie-envelop in het kader van Maat-
schappelijke stages (rijksmiddelen via het gemeentefonds)
 een daling van de lasten van € 0,5 miljoen vanwege de overheveling de middelen van het
Mozeshuis naar het subprogramma Diversiteit (neutraal binnen het programma EJD)
 een daling van de lasten met € 0,9 miljoen door de overheveling van de personeelsbud-
getten Onderwijshuisvesting naar SPA (programma Stedelijke Ontwikkeling, € 0,5 mil-
joen) en naar Diversiteit doelstelling 10 (€ 0,4 miljoen)
 door overhevelen van € 0,1 miljoen aan salarisuitgaven en een negatieve nominale aan-
passing op diverse volgnummers binnen deze doelstelling van € 0,2 miljoen dalen de las-
ten verder met € 0,3 miljoen
 aan de reserve Restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd wordt onttrokken voor
€ 0,5 miljoen aan lasten in 2010, hiervan zit voor € 0,1 miljoen aan lasten bij doelstelling 4
(daling saldo met € 0,1 miljoen)

Het saldo daalt tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 stijgt met € 1,4 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een daling van de lasten van € 2,3 miljoen door overheveling van middelen Speciaal On-
derwijs naar doelstelling 1
 wegvallen incidentele prioriteiten voor € 4,4 miljoen. Het betreft de volgende prioriteiten:
Matchpoint € 0,5 miljoen, Ouderbetrokkenheid € 0,25 miljoen, Basta school tv € 0,25 mil-
joen, Verpleegkundige zorg € 0,08 miljoen en Binnenklimaat Scholen € 3,4 miljoen

7
Onder doelstelling 3 vallen alle begrotingsvolgnummers van het subprogramma educatie die niet, zoals de doelstel-
lingen 1 en 2 dat wel doen, bijdragen aan een expliciet geformuleerde doelstelling. De expliciete formulering van de
doelstelling(en) waaraan deze volgnummers (zie voetnoot 6) zullen bijdragen wordt nog nader uitgewerkt in de be-
groting 2012 en later.

Raadsdruk Begroting 2011 118


 stijging van de lasten door extra middelen Participatie-envelop voor de Maatschappelijke
Stages van € 0,2 miljoen (rijksmiddelen via gemeentefonds)
 daling van de lasten van € 0,3 miljoen door overheveling van Matchpoint naar Jeugd
doelstelling 4
 een stijging van het saldo van € 8,1 miljoen door overheveling van de volgnummers
480.04.06 Bureau Servicetaken Onderwijs (Kunstkijkuren, Schoolzwemmen Primair On-
derwijs en Verkeerstesten) en 480.04.17 Leerlingenvervoer van programma Facilitair &
Bedrijven naar programma Educatie, Jeugd en Diversiteit
 wegvallen van de extra uitgaven gedekt uit de reserve Restant gehouden bedragen On-
derwijs en Jeugd, waarvan € 0,1 miljoen aan lasten bij doelstelling 4 was ondergebracht
(saldostijging met € 0,1 miljoen)

3.2 Subprogramma Jeugd


3.2.1.: Jeugd: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 4: Snel ingrijpen bij problemen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
# Gezinnen dat instroomt in de MPG 235 2010 235 Nader vast idem idem
aanpak te stellen

Overige indicatoren
tienermoeders in een traject naar 90 2010 90 90 90 90
school of werk
zwerfjongeren in de maatschappelij- 260 2007 300 300 300 300
ke opvang8
jonge moeders dat ondersteuning 850 2010 850 850 850 850
krijgt van Fiom

Overige doelstellingen

Doelstelling 5: Kinderen/jongeren groeien op in een veilige omgeving


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
VO scholen dat een schoolveilig- 6 2010 10 Nader vast Idem Idem
heidsteam heeft te stellen
afhankelijk
van budget

lichtcriminele jongeren Nulmeting 2010 Op basis Idem Idem Idem


volgt in van nulme-
oktober ting
2010

Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
% basisscholen met naschools 37 2008 100 100 100
sportaanbod

leerlingen (12-18) dat deelneemt aan 3.000 2008 4.500 4.500 4.500
naschools sportaanbod

3.2.2 Jeugd: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 4: Snel ingrijpen bij problemen

8
De indicator zwerfjongeren wordt binnen het programma EJD gepresenteerd. Voor de overheveling van het bijbeho-
rende budget uit het programma Zorg zal, eind 2010, een apart besluit volgen.

Raadsdruk Begroting 2011 119


Indicator 4.1: Aantal gezinnen dat instroomt in de MPG aanpak
De nadruk op de aanpak van Multiprobleemgezinnen is voorliggende collegeperiode tot stand
gebracht en is in lijn met de constatering van Systeem in Beeld dat de jeugdketen versnip-
perd is. Per 1 januari 2009 is een stedelijk procesmanager actief die, waar het misgaat in de
hulp aan multiprobleemgezinnen, zorgt dat er weer voortgang komt. Per 1 juni 2009 zijn veer-
tien coördinatoren risicogezinnen aangesteld in de stadsdelen. Zij zorgen ervoor dat de regu-
liere aanpak verbetert en dat, als het niet anders kan, de MPG-aanpak wordt ingezet. Per
februari 2010 worden 235 gezinnen bediend: zij hebben een gezinsmanager die ervoor zorgt
dat er voor 1 gezin 1 plan van aanpak wordt uitgevoerd. Een belangrijk instrument dat hierbij
wordt ingezet, is de ‘eigen kracht conferentie’ (EKC). Dit is een eenmalige bijeenkomst om
het eigen netwerk van het gezin te versterken. In 2009 zijn 195 EKC’s uitgevoerd, prognose
2010 is vergelijkbaar. Voorts is een stedelijke leerlijn ontwikkeld voor gezinsmanagers en
coördinatoren van risicogezinnen. De leerlijn wordt vanaf december 2009 uitgevoerd en loopt
tot eind 2010. In 2011 wordt de uitvoering van de leerlijn overgedragen naar de HVA. In de
leerlijn krijgen gezinsmanagers en coördinatoren training op nemen van de regie, positione-
ren, intervisie/coaching op doorbreken van de cirkel van onmacht (Systeem in Beeld), voor-
komen/signaleren van systeemfouten, deskundigheidsbevordering op herkennen GGZ en
LVG problematiek.

Indicator 4.2: Aantal tienermoeders in een traject naar school of werk


Weer aan de slag! is een aanpak van de hulpverleningsorganisatie Altra voor jonge moeders
uit regio Amsterdam tussen de 15 en 23 jaar die weer naar school willen of willen gaan wer-
ken. De interventie is succesvol gebleken: uit evaluatie blijkt dat het percentage deelnemers
dat werkt een jaar na de start is verdubbeld. Het aantal deelnemers dat een MBO-opleiding
volgt op niveau 2 tot en met 4 is ruim verdubbeld.

In Weer aan de Slag-plus worden moeders met meervoudige problematiek binnen een jaar
naar arbeid of school begeleid.

75 jonge moeders volgen een traject Weer aan de Slag. Van alle deelneemsters wordt circa
80% succesvol ondersteund bij of teruggeleid naar school (vooral ROC) of werk. Vijftien jonge
moeders met meervoudige problematiek worden bereikt door het traject Weer aan de Slag-
plus,

Indicator 4.3: Aantal zwerfjongeren in de maatschappelijke opvang


In Amsterdam is sinds eind 2008 sprake van een ketenaanpak van zwerfjongeren en jonge
dakloze moeders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Deze ketenaanpak beoogt een integrale
benadering van de complexe problematiek van zwerfjongeren. Dit gebeurt in overleg met de
GGD, overige gemeentelijke partners zoals DWI en DMO en de aanbieders van opvang en
hulp voor zwerfjongeren. Amsterdam hanteert een eigen definitie van zwerfjongeren waarbij
de nadruk ligt op het hebben van OGGZ problematiek: er dient naast dakloosheid ook sprake
te zijn van een vorm van verslavingsproblematiek, GGZ problemen of er is sprake van licht
verstandelijke beperking. Op 24 juni 2010 is een landelijke definitie bekend gemaakt door het
rijk. Deze definitie luidt: Zwerfjongeren zijn feitelijk of residentieel daklozen onder de 23 jaar
met meervoudige problemen. De opvang voor deze groep behelst momenteel 260 plekken en
varieert van een laagdrempelige inloop, 24-uurs opvang tot begeleid wonen.

Het aankomende jaar wordt beoordeeld wat het effect is van de invoering van de landelijke
definitie zwerfjongeren. Onderdeel hiervan is de uitvoering van een telonderzoek naar de
aard en omvang van de doelgroep. Ook zal aan het einde van de zomer een gezamenlijk
visietraject ingezet worden. Doel is om samen met de instellingen te komen tot een gedegen
aanpak en heldere afspraken over taakverdeling.

Indicator 4.4: Aantal jonge moeders dat ondersteuning krijgt van Fiom
Het aanbod van Fiom is laagdrempelig en voor iedereen toegankelijk; het betreft geen geïndi-
ceerde hulpverlening. De Fiom biedt psychosociale hulp, informatie en advies rondom onbe-
doelde zwangerschap, tienerouderschap, risicomoeders met jonge kinderen en hulp na adop-
tie. Zowel mannen als vrouwen kunnen bij de Fiom terecht en er is geen verwijzing nodig.
Fiom is een rijksopdracht, waarbij rijksmiddelen zijn gedecentraliseerd naar het Amsterdamse
Gemeentefonds. De Fiom is op 1 januari 2009 van Bureau Jeugdzorg naar Altra overgegaan.

Raadsdruk Begroting 2011 120


Deze transitie biedt gunstige mogelijkheden om de zorgketen te versterken. De inzet van
deze vorm van laagdrempelige hulp aan jonge moeders kan ervoor zorgen dat de inzet van
zwaarder aanbod minder vaak nodig is. De afstemming met Bureau Jeugdzorg in het kader
van indicatiestellingen vraagt in de komende periode nog wel speciale aandacht. Fiom levert
per jaar circa 500 adviesconsulten, 210 Fiomhulpverleningen, 125 hulpverleningen-plus en 5
afstandsbegeleidingen.

De afgelopen jaren is Fiom veelal op zware MPG-hulpverlening gericht. Doel is om dit meer
te sturen in de richting van korte trajecten, waarbij sneller doorverwezen wordt. Deze veran-
dering is al stevig ingezet.

Overige doelstellingen

Doelstelling 5: Kinderen/jongeren groeien op in een veilige omgeving


Het jeugd & veiligheid beleid van Amsterdam (visie veiligheid begint vroeg) is gericht op:
1. het voorkomen dat jongeren in de criminaliteit belanden, door vroeg in te grijpen bij onge-
wenst gedrag (vanaf 10 jaar) en het voorkomen dat jongeren doorstromen naar zwaardere
doelgroepen, door de inzet van onder andere recidive beperkende trajecten, zoals Nieuwe
perspectieven en 8 tot 8
2. het verhogen van veiligheid op straat en op school, door onder andere de inzet van straat-
coaches en schoolveiligheidsteams

Indicator 5.1: Aantal Voortgezet Onderwijs scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft
Het afgelopen jaar is gestart met de experimentele inzet van schoolveiligheidsteams (een
samenwerking tussen leerplicht en politie) op een aantal VO scholen in Amsterdam. Deze
pilot heeft aangetoond dat er meer problematiek aanwezig is op scholen dan eerder werd
aangenomen. De komende jaren wordt de aanpak van de schoolveiligheidsteams op meerde-
re scholen ingezet.

Indicator 5.2: aantal lichtcriminele jongeren


De trend is dat het aantal nieuwe jeugdige verdachten langzaam afneemt. De ambitie is dat
dit de komende jaren wordt doorgezet. Momenteel loopt er een onderzoek in opdracht van
Openbare orde en veiligheid (OOV) en de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) naar
de jeugdige verdachten door de jaren heen. Dat geeft een goed beeld van de trend door de
jaren heen en biedt de mogelijkheid om de afname van het aantal lichtcriminele jongeren te
kunnen meten.

Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren


In Jong Amsterdam/Kinderen Eerst en het Beleidskader Brede Talent Ontwikkeling (BTO)
voor alle jeugd in Amsterdam is het kader geschetst voor de ontwikkeling van BTO in Am-
sterdam. Daarnaast diende het programma Dagarrangementen en Combinatiefuncties als
aanjager om stadsdelen, schoolbesturen, kinderopvang en welzijn samen te laten werken in
de uitwerking van wijkgerichte dagarrangementen. Hieronder wordt verstaan de organisatie
op buurtniveau van opvang en naschoolse activiteiten. Hierin is het project succesvol ge-
weest, er is inmiddels een breed aanbod van naschoolse activiteiten in de stadsdelen, waarbij
partners in verschillende constructies samenwerken.
We onderscheiden bij BTO vier stadia: kennismaken, ontwikkelen, bekwamen en excelleren
en vier talentgroepen: Kunst & Cultuur, Sport & Bewegen, Communicatie & Media, Natuur &
Techniek. Doel is dat ieder kind in Amsterdam minimaal één keer per week deel kan nemen
aan een kwalitatief goede, betaalbare activiteit. BTO is een van de prioriteiten van Jong Am-
sterdam 2010-2014.

Indicator 6.1: percentage basisscholen met naschools sportaanbod


Na kennismaking is de volgende stap in talentontwikkeling het verder bekwamen van talent.
Hiervoor stellen wij ons als doel dat alle basisscholen een naschools sportaanbod hebben, bij
voorkeur samen met andere scholen, en als onderdeel van een zogenaamd wijkarrangement
(onder verantwoordelijkheid van de stadsdelen). Op dit moment hebben al meer dan de helft
van alle basisscholen een naschools sportaanbod. Doelstelling is om dit uit te breiden naar
alle scholen voor primair onderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 121


Indicator 6.2: aantal leerlingen (12-18 jaar) dat deelneemt aan naschools sportaanbod
In het voortgezet onderwijs lijkt kennismaking met sport minder urgent dan in het basisonder-
wijs. Op deze leeftijd zijn jongeren vaak al met sport in aanraking gekomen. Maar omdat
vooral op het VMBO en in het praktijkonderwijs de sportparticipatie onder het gemiddelde ligt,
krijgen de jongeren in het kader van Topscore een hernieuwde kennismaking aangeboden.
Daarnaast krijgen zij extra mogelijkheden om zich desgewenst na schooltijd verder te be-
kwamen in de sport van hun keuze. De Topscore formule is de laatste jaren erg succesvol en
meer dan 3000 jongeren nemen al jaarlijks deel aan het Naschoolse aanbod. Doelstelling is
om dit de komende jaren uit te breiden naar 4500 leerlingen9.

Overige jeugd
Onder Overige jeugd vindt uw Vergadering een aantal onderwerpen dat niet onder één van
de andere doelstellingen valt. Per jaar wordt bekeken welke van deze onderwerpen nadere
toelichting behoeft.

Systeem in Beweging
Systeem in Beweging is het vervolg op het programma Systeem in Beeld (SiB), waarbij de
wens is uitgesproken om eenvoud en effectiviteit in het jeugdbeleid te brengen.
Ons College zet in op de veranderingen die het primaire proces van het jeugddomein in Am-
sterdam effectiever en efficiënter laten verlopen. Zodanig, dat de bewoners (ouders en kinde-
ren) van Amsterdam gebruik kunnen maken van kwalitatief goede voorzieningen en kunnen
rekenen op een adequate dienst- en hulpverlening.

Van 8 tot 8 aanpak


In februari 2008 is gestart met de nieuwe gemeentelijke aanpak om overlast op straat terug te
dringen en de aanwas van nieuwe jeugdige wetsovertreders terug te dringen, onder de pro-
jectnaam de Van 8 tot 8 aanpak. Inmiddels worden op jaarbasis 150 tot 200 jongeren bege-
leid door de jongerencoaches op de domeinen: openbare orde en veiligheid, school/werk,
vrije tijdsbesteding, het gezin en de zorg.
De Van 8 tot 8 aanpak richt zich met name op jongeren tussen de leeftijd van 10 en de 17
jaar. Via de stadsdelen worden de jongeren toegeleid naar de Van 8 tot 8 aanpak. Momenteel
worden jongeren uit de stadsdelen Nieuw-West en Oost (voormalig stadsdeel Zeeburg) bege-
leid. In het kader van de intensievere jeugdaanpak is de Van 8 tot 8 aanpak sinds kort ook in
stadsdeel Zuidoost gestart. Dit jaar worden vanuit dit stadsdeel 30 jongeren aangemeld en in
2011 worden 50 jongeren in begeleiding genomen.
De dekking voor de Van 8 tot 8 aanpak is in 2010 incidenteel en voor 2011 zijn er nieuwe
incidentele middelen middels een prioriteit aangevraagd.

3.2.3 Jeugd: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 410 20,3 19,3 30,0 30,0 30,0 30,0
Doelstelling 5
Doelstelling 6 6,7 7,7 5,6 5,6 5,6 5,6
Doelstelling 7 overige Jeugd 9,6 11,3 4,5 4,5 4,5 4,5
Baten -
Doelstelling 4 8,7 11,5 11,4 11,4 11,4 11,4
Doelstelling 5
Doelstelling 6 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
Doelstelling 7 overige Jeugd 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
Mutaties in reserves

9
De doelstellingen onder 5.1 en 5.2. zijn te realiseren bij gelijkblijvend budget. In 2009 en 2010 is hiervoor vanuit de
BTO € 1.200.000 beschikbaar gesteld.
10
Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 4: 620.04.02 630.01.12 630.01.13
Doelstelling 5: 620.04.03 Doelstelling 6: 630.01.01 630.01.09 Doelstelling 7: 620.04.04 620.04.05 630.01.03
630.01.04 630.01.05 650.01.01 980.37.29 980.37.31

Raadsdruk Begroting 2011 122


Doelstelling 7 overige Jeugd -1,4 -3,1 -0,2 0,0 0,0 0,0
Saldo 25,9 23,1 28,0 28,3 28,3 28,3

Het subprogramma Jeugd kent vier doelstellingen waarvan één programakkoorddoelstelling


(4) en drie overige doelstellingen (5,6 en 7).

Het saldo ten laste van de algemene dienst van de doelstellingen onder het Subprogramma
Jeugd daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 2,8 mil-
joen. Deze daling is het effect van een daling van het saldo op doelstelling 4 met € 3,8 mil-
joen, een stijging op doelstelling 6 met € 0,9 miljoen en een stijging op doelstelling 7 met
€ 0,1 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 stijgt het saldo met € 5,0
miljoen als gevolg van een stijging van € 10,9 miljoen op doelstelling 4, een daling van € 2,0
miljoen op doelstelling 6 en een daling van € 4,0 miljoen op doelstelling 7. Hieronder volgt
een verklaring per doelstelling.

Doelstelling 4:Snel ingrijpen bij problemen


Het saldo daalt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 3,8 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een daling in de lasten van € 0,3 miljoen door nominale aanpassingen
 een incidentele budgetoverheveling van de JA/KE middelen van € 4,1 miljoen naar het
programma Zorg. In de begroting van 2011 keert dit bedrag weer terug
 een stijging van € 0,6 miljoen door de decentralisatie-uitkering Aanpak Marokkaans- Ne-
derlandse Probleemjongere.

Het saldo stijgt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 10,9 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een stijging van de lasten met € 4,1 miljoen door het terugdraaien van de incidentele
overheveling van deze middelen naar het programma Zorg
 de lasten stijgen met € 6,3 miljoen door de overheveling van de taak subsidieverlening
met betrekking tot zwerfjongeren van programma Zorg (DWZS) naar programma EJD
(DMO)
 een stijging van de lasten door de overheveling van de budgetten Innovatie en Jeugdon-
derzoek (totaal € 0,4 miljoen) van Doelstelling 7: Overige Jeugd
 een stijging van de lasten door overheveling van het budget Matchpoint (€ 0,3 miljoen)
van Onderwijs doelstelling 3
 het vervallen van de incidentele prioriteit Streetcornerwork leidt tot een daling van € 0,2
miljoen

Doelstelling 5: Kinderen/Jongeren groeien op in een veilige omgeving


Het budget van deze doelstelling (volgnummer 620.04.03) wordt verantwoord in het pro-
gramma Openbare orde en veiligheid (OOV).

Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren


Het saldo stijgt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,9 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een incidentele stijging van de lasten met € 0,8 miljoen voor Van 8 tot 8 aanpak (uit de-
centralisatie-uitkering Leefbaarheid & Veiligheid)
 een daling van de lasten met € 0,1 miljoen vanwege de nominale aanpassing
 hogere lasten van € 0,2 miljoen 8 tot 8 (dekking hiervan zit als onttrekking van de reserve
bij doelstelling 6)

Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 2,0 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een daling van € 1,6 miljoen door het wegvallen van incidentele prioriteiten
 een daling van € 0,1 miljoen door de negatieve nominale aanpassing
 een daling van € 0,1 miljoen door het wegvallen van inkomsten XXX’s Card.
 een daling van € 1,8 miljoen bij Acht tot Acht (wegvallen decentralisatie-uitkering Leef-
baarheid en Veiligheid 0,8 miljoen en prioriteit 1,0 miljoen)
 een stijging van € 0,8 miljoen door toevoeging van de middelen Apolloloket aan deze
doelstelling. De daling vindt plaats op het programma Cultuur en Monumenten

Raadsdruk Begroting 2011 123


 een daling van € 0,4 miljoen door overheveling van de budgetten Innovatie en Jeugdon-
derzoek naar doelstelling 4.
 een stijging door de overheveling van de middelen Kinderwerk en de middelen identi-
teitsgebonden vrijwillig jeugd en jongerenwerk van doelstelling 7 van € 1,2 miljoen
11
Doelstelling 7: Overige jeugd
Het saldo stijgt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,1 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een stijging van € 0,4 miljoen door incidentele verhoging decentralisatie-uitkering Leef-
baarheid en Veiligheid t.b.v. risicojongeren.
 Een daling van € 0,1 miljoen door negatieve nominale aanpassing.
 Een daling van € 0,2 miljoen als gevolg van onttrekking reserve 8 tot 8 (kosten geboekt
op begrotingsvolgnummer 630.01.01)

Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 4,0 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 een daling van € 2,8 miljoen door overheveling van risicojongeren naar doelstelling 1
Educatie.
 een daling van € 1,2 miljoen door het overhevelen van de middelen Kinderwerk en de
middelen identiteitsgebonden vrijwillig jeugd en jongerenwerk naar doelstelling 6

3.3 Subprogramma Diversiteit


3.3.1. Diversiteit: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
Doordat de nadere uitwerking van het Programakkoord 2010-2014 en het tijdstip van indienen
van de Begroting 2011 van elkaar afwijken, is er nog geen koppeling tussen deze nieuwe
doelstellingen en de bijbehorende middelen. De paragraaf ‘Wat mag het kosten’ is nu nog
gebaseerd op de oude begrotingsindeling en zal vanaf de Begroting 2012 synchroon aan de
nieuwe doelstellingen lopen.

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 8: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Door homo’s ervaren discriminatie 19% Burgermo- 18 17 16 15
nitor 2009

Doelstelling 9: Discriminatie is afgenomen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal meldingen bij Meldpunt Dis- 965 Meldpunt 1000 1050 1075 PM
criminatie Amsterdam12 Discrimina-
tie Amster-
dam, 2009

Overige doelstellingen

Doelstelling 10: Sociale binding en vertrouwen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal gesubsidieerde stedelijke 88 2007 6013 60 60 PM
zelforganisaties die werken aan
integratie participatie en sociale
cohesie volgens de vereisten van de
SIP (subsidieverordening Integratie,

11
Onder doelstelling 7 vallen alle begrotingsvolgnummers van het subprogramma Jeugd die niet bijdragen aan een
expliciet geformuleerde doelstelling, zoals doelstelling 4, 5 of 6. De expliciete formulering van de doelstelling(en)
waaraan deze volgnummers (zie voetnoot 10) zullen bijdragen wordt nog nader uitgewerkt in de begroting 2012 en
later.
12
Deze indicator hoort bij de doelstelling dat de meldingsbereidheid in verband met gevallen van discriminatie moet
toenemen. Echter, een toename van het aantal meldingen is ook voor andere interpretatie vatbaar, hij kan ook wor-
den gezien als toename van de discriminatie. Nadere analyse van de gegevens geeft hier ieder jaar meer zicht op.
13
De beoogde streefwaarde is door een bezuiniging in 2010 naar beneden bijgesteld.

Raadsdruk Begroting 2011 124


Participatie en Sociale Cohesie)

Aantal gesubsidieerde activiteiten 301 December 310 315 320 PM


(vanuit de SIP subsidies) gericht op 2006
integratie, participatie en sociale
cohesie.

3.3.2. Diversiteit: Wat gaan we ervoor doen?


Burgerschap
Burgerschap is een begrip met vele dimensies; het heeft betrekking op diverse beleidsterrei-
nen en heeft veel raakvlakken met lopende dossiers (preventie Radicalisering, antidiscrimina-
tie met name vrijwilligerswerk, Gay Capital, Wijkaanpak). Diverse van de in deze begroting
opgenomen doelstellingen hebben dan ook direct of indirect invloed op de wijze waarop be-
woners van Amsterdam hun burgerschap kunnen invullen.
Ons College zal in het voorjaar van 2011 zijn programma Burgerschap en Participatie presen-
teren.
Het programma zal langs de volgende lijnen worden opgezet en uitgewerkt:
 wat doe jij voor de stad: het faciliteren en verbinden van de energie van betrokken en
actieve burgers. Hierin wordt ook gekeken naar de rol van vrijwilligers en zelforganisaties
als het gaat om het onderhouden van de verworvenheden van onze open en diverse stad
 aanpak intolerantie: tegengaan van discriminatie, het bevorderen van homoacceptatie en
bewoners en professionals helpen omgaan met verschijnselen van polarisatie en ver-
vreemding
 aanspreken zelfvertrouwen van de stad: jongens en meisjes helpen om op een prettige
manier volwaardige burgers te worden. Het blijft belangrijk om daar waar nodig burgers te
steunen in hun weg naar zelfredzaamheid en participatie en om kansrijke initiatieven te
benutten
 gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst: het benoemen en kenbaar maken van wat
elkaar bindt door het vieren van gemeenschappelijkheden en het zichtbaar maken van
gemeenschappelijke geschiedenissen

Doelstelling 8 en 9 Aanpak discriminatie


De gemeente heeft de Aanpak Discriminatie Amsterdam 2009-2010 uitgevoerd, waarin maat-
regelen zijn opgenomen om (bewuste of onbewuste) discriminatie tegen te gaan. Speerpun-
ten hierin waren het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt, op scholen, in het uit-
gaansleven en de discriminiatie van homoseksuelen. De gemeente werkt hierin samen met
verschillende partners: politie, meldpunt discriminatie regio Amsterdam (MDRA), gay-
netwerken, vrouwenorganisaties, zelforganisaties, scholen, werkgevers, sportorganisaties,
horeca, et cetera. Voor 2011 en verder wordt er een nieuwe aanpak ontwikkeld, waarbij ge-
bruik wordt gemaakt van de verworven kennis en ervaring.

De gemeente heeft met een aantal partners waaronder de politie, de Koninklijke Horeca Ne-
derland (KHN) en de jongerenorganisaties Argan en JAA! Afspraken gemaakt over het te-
gengaan van discriminatie in het uitgaansleven. Er is veel aandacht voor preventie van dis-
criminatie, onder meer door voorlichting op scholen en gesprekken met jongeren.
Daarnaast is het belangrijk dat slachtoffers discriminatie melden. Dit zal een centraal thema
zijn bij de gemeentelijke antidiscriminatiecampagne die van start zal gaan.
Discriminatie op de arbeidsmarkt moet worden teruggedrongen. Aan werkgevers wordt duide-
lijk gemaakt dat divers personeel belangrijk is. Ook de gemeente maakt daar intern werk van,
door te bevorderen dat er meer vrouwen en personen met een niet-westerse achtergrond in
de ambtelijke top komen en dat er meer diversiteit in adviesraden komt. De diversiteitsdoel-
stelling van het gemeentelijk personeelsbeleid wordt onverkort gehandhaafd.

Doelstelling 10 Bevorderen sociale (ver)binding en vertrouwen


We bevorderen sociale cohesie door het bevorderen van ontmoeting en de juiste verbindin-
gen tussen de diverse groepen in Amsterdam. Om dit optimaal te kunnen doen zal de ge-
meente zich in 2011 o.a. richten op het stimuleren van kennisuitwisseling, stedelijke debatten
en discussie. De gemeente zal in 2011 een aantal grootschalige stedelijke evenementen
stimuleren, ondersteunen en faciliteren, gericht op interculturele relaties, identificatie met

Raadsdruk Begroting 2011 125


Amsterdam etc. zoals onder meer Ramadanfestival, Keti Koti en de herdenking 150 jaar af-
schaffing slavernij.

De gemeente Amsterdam is een van de 22 zogenaamde ‘Antillianengemeenten’ waarmee het


rijk arrangementen afsluit voor extra inzet op deze doelgroep met specifieke achterstanden.
Vanaf 2010 gaat een nieuwe beleidsperiode in voor het arrangement vanuit het rijk voor Antil-
lianen en Arubanen. De gemeente ontvangt per jaar € 522.500 van het rijk en moet daar zelf
cofinanciering tegenover stellen voor hetzelfde bedrag.

Het Programma Caribische Amsterdammers (PCA) loopt van 2010 tot 2014. Voor deze peri-
ode is een programmaplan in voorbereiding op basis waarvan een nieuw arrangement met
het rijk kan worden geëffectueerd. De drie speerpunten zijn: opvoed- en opgroeiondersteu-
ning, succesvolle loopbaan en participatie aan de samenleving.

Preventieve aanpak radicalisering en polarisatie


In 2011 blijven we samen met de partners OOV/Informatie Huishouding en de stadsdelen de
nadruk leggen op de volgende zaken:
 het vroegtijdig signaleren van radicalisering
 het de-radicaliseren van radicaliserende jongeren en het aanpakken van het radicaal
gedachtegoed
 het vergroten van de weerbaarheid tegen radicalisering en polarisatie, onder meer via
bijzondere aandacht voor professionals die met jongeren werken en kwetsbare jongeren
 het verkleinen van de voedingsbodem van radicalisering

Emancipatie en participatie
Onder het emancipatiebeleid vallen een aantal grote noemers zoals Homobeleid, vrou-
wenemancipatie en de Subsidieverordening Integratie, Participatie en Sociale Cohesie (SIP).
Daarnaast gaan we aan de slag met de uitwerking van mannenemancipatie en meiden en
hun problematiek.

In 2010 zijn de zelforganisaties die gebruik maken van de Subsidie Integratie Participatie en
Sociale Cohesie (SIP) meer ingezet bij het bestrijden van armoede, tegengaan van homo-
intolerantie en anti-discriminatie. In het voorjaar van 2010 is de verordening geëvalueerd door
een extern bureau. Op basis hiervan zullen aanbevelingen voor de toekomst van de SIP en
eventuele bijstelling op onderdelen in 2011 ter besluitvorming worden voorgelegd en worden
uitgevoerd.

In 2009 is het Servicepunt Vrouwenemancipatie (SPE) operationeel geworden, met als doel
praktische ondersteuning aan vrouwenorganisaties te bieden. In 2011 wordt het Servicepunt
geëvalueerd en worden voorstellen gedaan voor de eventuele voortzetting ervan.

Binnen Amsterdam als Gay Capital wordt er dit jaar naast de veiligheid van homo’s bijzonde-
re aandacht besteed aan lesbische vrouwen, oudere homo’s en homo’s die afkomstig zijn uit
etnische of religieuze groepen die homoseksualiteit niet of minder accepteren.

3.3.3 Diversiteit: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 8+914 1,9 1,6 1,5 1,3 1,3 1,3
Doelstelling 10 6,7 6,5 6,1 6,1 6,1 6,1
Baten -
Doelstelling 8+9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Doelstelling 10 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

14
Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 8+9: 511.02.01 511.02.02
511.02.03 Doelstelling 10: 611.01.13 630.01.02 630.01.10 630.01.14 630.01.15 922.01.42 980.10.54 980.37.34

Raadsdruk Begroting 2011 126


Mutaties in reserves
Doelstelling 10 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 8,5 7,7 7,6 7,4 7,4 7,4

Het subprogramma diversiteit kent drie doelstellingen waarvan twee programakkoord doel-
stellingen (8 en 9) en één onder overige doelstellingen (doelstelling 10).
Het saldo ten laste van de algemene dienst van de doelstellingen onder het subprogramma
diversiteit daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,8
miljoen. Deze daling is het effect van een daling van het saldo op doelstelling 8+9 met € 0,3
miljoen en een daling op doelstelling 10 met € 0,5 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de
Begroting 2011 daalt het saldo met € 0,1 miljoen als gevolg van een daling van € 0,1 miljoen
op doelstelling 10. Hieronder volgt een verklaring per doelstelling.

Doelstelling 8: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad.


en Doelstelling 9: Discriminatie is afgenomen worden gezamenlijk toegelicht. Het saldo daalt
tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,3 miljoen door de volgende ont-
wikkelingen:
 een afname van € 1,0 miljoen door de overdracht van de middelen voor vrijwilligerswerk
naar het programma Zorg
 een toename van € 0,5 miljoen door de overheveling van de middelen voor de structurele
subsidie aan het Mozeshuis van doelstelling 3 Educatie naar Diversiteit
 de toevoeging van de decentralisatie-uitkering homo-emancipatie van € 50.000
 een saldo daling van € 24.000 door prijscompensatie 2010
 de toevoeging van de decentralisatie-uitkering duizend en één kracht van € 0,15 miljoen

Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 9.000 door de nomi-
nale aanpassing.

Doelstelling 10: Bevorderen sociale (ver)binding en vertrouwen


Het saldo daalt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,5 miljoen door de
volgende ontwikkelingen:
 verlaging van de middelen PAS (Platform Amsterdam Samen) met € 0,6 miljoen. Het
structurele bedrag van Wij Amsterdammers is teruggebracht in de lijn bij DMO (program-
ma EJD) en voor € 0,6 miljoen in lijn gebracht bij directie OOV (programma OOV)
 toevoegen van de apparaatskosten diversiteit van € 0,4 miljoen aan het Subprogramma
Diversiteit. Deze kosten waren voorheen ondergebracht bij het Subprogramma Educatie.
Door de wijziging is een betere aansluiting van de kosten bij de doelstelling ontstaan. De-
ze mutatie is saldo neutraal binnen het programma EJD
 een saldo daling van € 63.000 door prijscompensatie 2010
 een daling van het saldo met € 0,2 miljoen door een onttrekking aan de reserve Wij Am-
sterdammers

Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 0,1 miljoen door de
nominale aanpassing.

3.4 Subprogramma Bibliotheek

3.4.1 Bibliotheek: Wat gaan we ervoor doen?


In 2009 is een begin gemaakt met beleidsontwikkelingen voor de Openbare Bibliotheek Am-
sterdam vanuit een brede benadering. Door het ministerie van OCW is het bibliotheekcharter
2010-2012 opgesteld, waarin voor de drie bestuurslagen (rijk, provincie en gemeente) de
taken, verantwoordelijkheden en rollen met betrekking tot het bibliotheekwerk zijn vastgelegd.
De rolverdeling tussen de drie overheden verandert niet op basis van dit charter maar de
inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheden zijn wel geactualiseerd. Tot op heden be-
schikten de overheden niet over benchmarkgegevens. Daarom is in het charter afgesproken
dat er onderzoek komt naar de financiële structuur van het bibliotheekwerk.
In 2010 wordt op basis van bevindingen en landelijke ontwikkelingen de toekomstige relatie
tussen de gemeente en de Openbare Bibliotheek nader uitgewerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 127


3.4.2 Subprogramma Bibliotheek: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 1115 18,9 18,8 18,6 18,7 18,7 18,6
Baten -
Doelstelling 11 3,0 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1
Mutaties in reserves
Doelstelling 11 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4
Saldo 15,5 15,2 15,1 15,2 15,1 15,1

De saldodaling tussen de vastgestelde begroting en de actualisatie en tussen de actualisatie


en begroting 2011 komt door de negatieve nominale aanpassing van respectievelijk € 0,3
miljoen en € 0,1 miljoen.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen


4.1 Reserves

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand Stand


primo mutaties iltimo ultimo ultimo ultimo ultimo
2010 2010 2010 2011 2010 2013 2014

+ -/-

Onderwijshuisvesting 0,0 3,0 -0,5 2,5 1,7 1,5 0,0 3,4

Elleboog 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3


Jongerencentrum Jan Galenstraat 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Bibliotheek 14,9 -0,4 14,5 14,1 13,7 13,3 12,9

Kwaliteit Onderwijs 0,6 -0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Bureau Leerplicht Plus 3,0 -3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Van Acht tot Acht arrangementen 0,2 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Bijzondere Trajecten Risicojongeren 3,1 -2,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

GSBIII 0,4 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

VVE 1,1 -1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0


Matchpoint 1,0 -1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Doorlopende Verplichtingen 2009 0,2 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Diversiteit
Doorlopende Verplichtingen 2009 0,5 -0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Onderwijs en Jeugd
Totaal reserves 26,0 3,0 -10,8 18,2 16,8 16,2 12,4 15,4

Te handhaven reserves
De reserves Jongerencentrum Jan van Galenstraat en Elleboog dienen ter dekking van het
nieuwbouwproject aan de Laan van Spartaan/Jan van Galenstraat. De bouw heeft vertraging
opgelopen.

Af te wikkelen reserves

15
Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 11: 510.01.01 510.01.03
980.37.61

Raadsdruk Begroting 2011 128


Aan de reserve Bijzondere Trajecten Risicojongeren wordt in 2010 onttrokken voor € 2,9 mil-
joen. De resterende € 0,2 miljoen wordt eventueel ingezet voor een uitloop van facturabele
trajecten in 2011.
Aan de reserve Matchpoint wordt in 2010 voor € 1,0 miljoen onttrokken en is daarmee geheel
besteed.

De reserve Kwaliteit Onderwijs wordt in 2010 geheel onttrokken voor Kwaliteit Voortgezet
Onderwijs.

De reserve BLP+ komt in 2010 geheel tot besteding.

Aan de in 2009 niet geheel tot besteding gekomen reserve Acht tot Acht zal in 2010 voor
€ 0,2 miljoen onttrokken worden en deze zal daarmee geheel tot besteding komen.

De reserve doorlopende verplichtingen Jeugd en Onderwijs zal in 2010 in zijn geheel ingezet
worden voor in 2009 aangegane verplichtingen met een uitvoeringsdeel in 2010. Dit geldt ook
voor de reserve Restant gehouden bedragen Diversiteit ad € 0,2 miljoen.

De reserve GSBIII wordt in zijn geheel besteed en ingezet voor kosten in het kader van de
afwikkeling van GSBIII.

De reserve VVE wordt geheel ingezet voor jaargrensoverschrijdende VVE-projecten.

Reserve Onderwijshuisvesting
Aan de reserve Onderwijshuisvesting wordt in 2010 € 2,5 miljoen gedoteerd en in 2011 € 0,8
miljoen onttrokken. Zie verder de risicoparagraaf.

4.2 Voorzieningen

Bedragen x € 1 Werkelijke Mutatie Verwachte Mutatie Verwachte Verwachte Verwachte Verwachte


miljoen stand ulti- 2010 stand ulti- 2011 stand ulti- stand ulti- stand ulti- stand ulti-
mo 2009 mo 2010 mo 2011 mo 2012 mo 2013 mo 2014
Voorzieningen
Diverse fondsen 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Onderwijs
Voorziening te 0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4
stichten scholen
Totaal 0,6 0,0 0,6 0,0 0,6 0,6 0,6 0,6

Diverse fondsen Onderwijs


Het betreft hier zeven verschillende legaten die gevoed worden met de rente-inkomsten.

Voorziening te stichten scholen


In de Jaarrekening 2009 is een voorziening voor een te stichten school in Noord gevormd. De
verwachting is dat er in 2010 geen kosten voor dit onderwerp worden gemaakt. Voor 2011
geldt dat dermate onzeker is of er kosten worden gemaakt dat eventuele uitgaven in de Actu-
alisatie 2011 zullen worden verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 129


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Van 8 tot 8 Begeleiding jongeren door Afname van lichtcriminelen 1.000 800
jongerencoaches

2 Schoolveilgheidsteams Schoolveiligheidsteam Veilige school 150 0


3 Kwaliteit Onderwijs Kwaliteit VO/MBO en Kwaliteit Kwaliteit en spreiding onder- 6.200 6.200
Primair onderwijs wijsvoorzieningen VO/MBO
goed en kwaliteitsaanpak
primair onderwijs
4 Uitwerking Programma Maatschappelijke initiatieven Geen verdere escalatie van 150 150
Burgerschap en participatie t.b.v. bestrijding sociale cohe- gevoelens van onveiligheid en
sieproblematiek en innovatie vervreemding, het bieden van
op dit gebied stimuleren, een adequaat antwoord rond
communicatie over normen, `harde’ sociale cohesie pro-
grenzen, eigen verantwoorde- blemen in de stad, het verster-
lijkheid en stedelijke identiteit, ken van een stedelijke identi-
samenwerking burgerinitiatie- teit en het bevorderen van
ven en overheid, politieke politieke participatie
participatie

5 Gay Capital Gay Straight Alliances, lesbi- Zichtbaarheid, veiligheid en 170 130
sche initiatieven, maatregelen veiligheidsgevoel onder LGT-
tbv roze ouderen, aangiftebe- B's is vergroot
reidheid bevorderen, preven-
tieve aanpak hate crimes,
aanpak niet strafbare feiten
homofobie, buurtgerichte
initiatieven vergroting veilig-
heidsgevoel homo's
6 Discriminatie bestrijding Inzet op preventie en repres- Respect en tolerantie voor alle 180 180
sie van discriminatie en intole- Amsterdammers
rantie door nieuwe aanpak
discriminatie 2011 met focus
op onderwijs, opvoeding,
arbeidsmarkt en publieke
ruimte
7 Herdenking Slavernij verle- Educatieve trajecten voor Historisch besef en erkenning 100 100
den jongeren. Zichtbaar maken van de invloed van het verle-
van cultuur en cultureel erf- den voor zelfvertrouwen en
goed, podia creëren t.b.v. identiteit van een deel van de
heikele thema’s m.b.t. slavernij Amsterdammers en daarmee
ook van de stad
8 Vaderemancipatie Trainingen en voorlichting Verbeteren voorbeeldfunctie 75 75
gericht op mannen met grote vaders, grotere ontwikkelings-
afstand tot de samenleving en kansen kinderen en meer
hun gezin ruimte voor vrouwen
9 Maatschappelijke allianties Creëren sterk maatschappelijk voedingsbodem voor harde 175 100
middenveld in wijken met laag cohesieproblemen wegnemen
sociaal kapitaal en probleem-
cumulatie, inspelen op maat-
schappelijk initiatief t.b.v.
moeilijk bereikbare doelgroe-
pen
10 Bureau Leerplicht Plus Intensivering Bureau Leer- Extra inzet leerplichtambtena- 750 750
plicht ren schoolveiligheidteams,
adequate afhandeling van
toename meldingen

8.950 8.485

Raadsdruk Begroting 2011 130


I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
11 Nowhere Talentontwikkeling 80 40
12 Studio West Talentontwikkeling 180 90
13 Streetcornerwork Jeugdhulpverlening voor Zwerfjongeren en overlastge- 200 200
zwervende en overlastgeven- vende jongeren zijn toegeleid
de jongeren naar een hulpverleningstraject

14 Ketenunits Versnelling doorlooptijd straf- Afname van lichtcriminelen 200 200


recht/ combineren straf en
zorg
15 Basta, school tv Amsterdams tv programma 26 afleveringen school tv 250 250
voor basisscholen waarbij per aflevering een
Amsterdamse basisschool
wordt bezocht

910 780

S1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
16 Onderwijshuisvestingspro- Realisatie goede schoolge- Circa 16 gebouwen opge- 1.250 1.250
gramma 2011 bouwen: investeringen in knapt, uitgebreid en nieuw
eerste inrichting, onderhoud gebouwd
en nieuwbouw voor € 15
miljoen.

1.250 1.250

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
17 Efficiency apparaat onder- -150 -150
wijs
18 Efficiency apparaat jeugd -100 -100
19 Jeugd Beëindigen Onder- -240 -240
zoek
20 Onderzoeksbudget onder- -150 -150
wijshuisvesting VO

21 Wijzigen organisatie OKC Wijzigen organisatie OKC en -800 -800


invoeren gereduceerd basis-
pakket
22 Plan van Aanpak Diversi- Minder flexibel inzetbaar Minder ruimte om in te spelen -100 -100
teitsbeleid budget op acute ontwikkelingen in de
samenleving die te maken
hebben met diversiteit en
integratie
23 besparing uitvoering leer- -300 -300
plicht

-100 -1.840

Raadsdruk Begroting 2011 131


5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Van 8 tot 8
Conform het Programakkoord stelt ons College voor om de prioriteit incidenteel op te nemen
in het verdelingsvoorstel voor 2011 voor een bedrag van € 800.000,-. Het resterende bedrag
van € 200.000 zal bij het verdeelvoorstel 2012 betrokken worden. Voor de uitvoering van de
prioriteit wordt 14,1 fte ingezet.

In februari 2008 is gestart met de nieuwe gemeentelijke aanpak om overlast op straat terug te
dringen en de aanwas van nieuwe jeugdige wetsovertreders terug te dringen, onder de pro-
jectnaam: de Van 8 tot 8 aanpak.

Op jaarbasis begeleiden jongerencoaches 150 tot 200 jongeren op de domeinen: openbare


orde en veiligheid, school/werk, vrije tijdsbesteding, het gezin en de zorg. De jongeren wor-
den via de stadsdelen toegeleid naar de Van 8 tot 8 aanpak. Momenteel worden jongeren uit
Nieuw-West, Oost (het voormalige stadsdeel Zeeburg) begeleid. Kort geleden is in het kader
van de intensievere jeugdaanpak ook begonnen in Zuidoost. Dit jaar zullen vanuit dat stads-
deel 30 jongeren aangemeld worden, in 2011 zullen er 50 in begeleiding genomen worden.
De leeftijd waar de Van 8 tot 8 aanpak zich op richt zijn met name jongeren tussen de 10 en
de 14 jaar.

In 2011 zal de Van 8 tot 8 aanpak gezamenlijk met andere trajecten voor jongeren zoals Lo-
kale TrjactBegeleiding (LTB), Nieuwe Perspectieven, zwerfjongeren, mentoraten, etcetera
onder de loep worden genomen en wordt er – conform Systeem in Beweging – een voorstel
ontwikkeld over ambulante begeleiding voor groepen moeilijke jongeren. Omdat minder mid-
delen beschikbaar zijn, ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) en de Wet ParticiaptieBudget
(WPB) staan onder druk, wordt daarbij ook oud voor nieuw betrokken, en bepaald voor 2012
welke en in welke vorm trajecten voor jongeren blijven gehandhaafd

2. Schoolveilgheidsteams
Voor de toelichting op de prioriteit verwijst ons College naar de gelijknamige prioriteit onder
het programma Openbare Orde en Veiligheid. Waar voor de prioriteit door ons College inci-
denteel € 150.000 is opgenomen in het verdelingsvoorstel.

3. Kwaliteit Onderwijs
In de prioriteitsaanvraag worden de volgende tranches aangehouden € 6,2 (2011), € 5,8 mil-
joen (2012), € 2,5 miljoen (2013) en € 0,5 miljoen (2014). Het programma KBA wordt als ein-
dig gezien, waarbij de resultaten in deze programakkoord periode (2011-2014) behaald moe-
ten worden. De inzet is daarom in het begin maximaal en loopt vervolgens af. Ons College
stelt voor om deze verdeling aan te houden en de prioriteit voor 2011 voor € 6,2 miljoen inci-
denteel in het verdeelvoorstel op te nemen. Voor de uitvoering van de prioriteit wordt 6,8 fte
ingezet.

Deze prioriteit is tweeledig en betreft (a) ‘Spreiding en kwaliteit onderwijsvoorzieningen


VO/MBO’ en (b) ‘Kwaliteit Basisonderwijs Amsterdam’.

(a) Spreiding en kwaliteit onderwijsvoorzieningen VO/MBO:


De problematiek van loting in de overgang van Primair Onderwijs (PO) naar Voortgezet On-
derwijs (VO) kan het beste aangepakt worden door het Regionaal Plan Onderwijsvoorzienin-
gen (RPO) als instrument te benutten voor kwaliteitsverbetering en spreiding van voorzienin-
gen in het VO. Hierdoor krijgen jongeren goed onderwijs in het VO en jongeren (en ouders)
kunnen kiezen uit een evenwichtig verspreid en goed onderwijsaanbod in Amsterdam.

Probleem hierbij is dat te veel scholen in Amsterdam niet voldoen, of onvoldoende, aan de
kwaliteitseisen van de Inspectie (peildatum mei 2009: 26 afdelingen). Het gaat om essentiële
zaken, zoals te hoog verzuim en onvoldoende registratie daarvan, voortijdig schooluitval,
onvoldoende gediplomeerden, lesuitval, onvoldoende kwaliteit leraren en schoolleiding, te

Raadsdruk Begroting 2011 132


weinig begeleiding, onvoldoende leeropbrengst uit en begeleiding bij beroepspraktijkvorming,
onvoldoende aansluiting tussen opleiding en vervolgopleiding. Ook is het niveau van basis-
vaardigheden (rekenen en – vooral – taal) van een groot deel van de leerling-populatie te
laag.

Basis op orde betekent dat ons College de komende vier jaar investeert in:
 Faciliteren van een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen (RPO)
 Sluiten en fuseren van VO afdelingen en investeren in levensvatbaar VMBO conform
RPO
 bindende verbeterplannen voor (zeer) zwakke scholen / afdelingen (V)SO, VO en MBO
 in kaart brengen van de lesuitval en redenen van lesuitval, investeren in bestrijden van
lesuitval.
 investeren in lerarenbeleid en management van onderwijsinstellingen.
 basisvaardigheden (rekenen en taal) vormen een vast element bij de verbeterplannen
van de scholen.
 inzetten op wederzijdse transparantie en verantwoordelijkheid tussen gemeente en de
scholen.

(b) Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam


In het programakkoord is aangegeven dat de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam
(KBA) voortgezet en geïntensiveerd zal worden. Samen met de schoolbesturen is een kwali-
teitsakkoord ondertekend. De ondertekenaars willen dat:
 ieder kind in Amsterdam maximaal uitgedaagd wordt met goed onderwijs;
 schoolbesturen, stad en stadsdelen daar gezamenlijk een bijdrage aan leveren;
 zij de krachten bundelen om de kwaliteit van alle basisscholen in Amsterdam te garande-
ren.

De volgende speerpunten zullen de komende 4 jaar opgepakt worden:


1. Kwaliteitskader:
In het najaar van 2010 ontwikkelen de schoolbesturen PO en de gemeente (DMO/KBA) het
Amsterdams Kwaliteitskader Basisonderwijs.
Het Kwaliteitskader bevat kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren op basis waarvan:
a. de huidige kwaliteit van Amsterdamse scholen in kaart wordt gebracht;
b. scholen concrete ambities voor 2014 formuleren om de kwaliteit van het onderwijs
te verhogen;
c. scholen zich komende collegeperiode verantwoorden over de voortgang.
De ontwikkeling van het Kwaliteitskader leidt tot een verfijning en verbetering van de kwali-
teitsindicatoren uit het Programakkoord. Binnen het nieuwe Kwaliteitskader wordt immers
voor alle scholen het optimale ambitieniveau vastgesteld. Inclusief een bijbehorend maatrege-
lenpakket, uitvoering en monitoring daarvan.

2. Kwaliteit van onderwijs. Hieronder valt onder andere de Verbeteraanpak. Om alle scholen
in Amsterdam op een minimaal niveau te krijgen is de verwachting dat uiteindelijk 80
scholen meedoen. In de nieuwe collegeperiode betekent dit een toename van ongeveer
30 scholen. De werkwijze van opbrengstgericht werken van de verbeteraanpak wordt in
samenspraak met de schoolbesturen voortgezet om in Amsterdam een hoger ambitieni-
veau neer te zetten. Zoals in het programakkoord weergegeven zal in samenwerking met
de schoolbesturen afspraken worden gemaakt over een nieuwe Amsterdamse kwaliteits-
norm die minimaal voldoet aan de huidige eisen.

3. Inzet op professionalisering van personeel. Dit betreft het verhogen van de kwaliteit van
het onderwijsgevend personeel. Hieronder valt o.a. de leergang opbrengstgericht leider-
schap voor schooldirecteuren

4. 46 scholen nemen deel aan het Meesterplan Nieuw West. De interventies op het primaire
proces zijn ontwikkeld en worden uitgevoerd door KBA.

Resultaten 2010: 49 scholen nemen deel aan de Verbeteraanpak. De monitorrapportages


van de onderwijsexperts geven op het merendeel van de scholen aantoonbare verbeteringen
weer. Op 14 van de eerst 19 deelnemende scholen is dit gekapitaliseerd in een verbeterd

Raadsdruk Begroting 2011 133


toezichtarrangement van de onderwijsinspectie. Ook scholen met een basisarrangement
wensen hun kwaliteit duurzaam te verbeteren en melden zich aan voor de Verbeteraanpak.

Kwaliteit van onderwijs wordt in grote mate bepaald door de kwaliteit van het personeel. Voor
de leergang opbrengst gericht leiderschap voor school directeuren hebben zich circa 80 di-
recteuren aangemeld. De leergang voor intern begeleiders heeft 30 aanmeldingen.

4. Uitwerking Programma Burgerschap en participatie


De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie
en participatie”. Binnen dit programma is ons College voornemens:
 Te investeren in de productieve samenwerking tussen burgerinitiatieven en overheid.
 Duidelijkheid te geven hoe de eigen verantwoordelijkheid van de burger zich verhoudt tot
die van de overheid.
 Publiekscommunicatie in te zetten om normen en grenzen duidelijk te krijgen en om de
stedelijke identiteit te versterken
 In te zetten op het versterken van politiek vertrouwen middels het stimuleren van politieke
participatie.
Hierbinnen is rekening gehouden met 0,2 fte, in te zetten vanuit de bestaande formatie. Ons
College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 150.000 in het verde-
lingsvoorstel op te nemen.

5. Gay Capital
De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie
en participatie”. De prioriteit wordt meerjarig incidenteel aangevraagd in plaats van structu-
reel. In het programakkoord is opgenomen: “dat alle homo’s, lesbiennes, biseksuelen en
transgenders zich thuis moeten kunnen voelen in de stad. Binnen Gay Capital is daarom
specifieke aandacht voor lesbische vrouwen, oudere homo’s en homo’s uit etnische of religi-
euze groepen die homoseksualiteit niet of minder accepteren”. De verdeling van het aange-
vraagde bedrag is gericht op deze prioriteiten en op de vraag van uw Vergadering om meer
aandacht te hebben voor voorlichting in het onderwijs, de vorming van Gay & Straight Alian-
ces te intensiveren en het kunnen optreden bij niet-strafbare feiten van homofobie.
Om dit te bereiken is ons College voornemens :
 Zowel in het onderwijs, het jongeren- en ouderenwerk en bij ‘macho-teamsporten’ in te
zetten op het sluiten van Gay Straight Alliances;
 Lesbische initiatieven te faciliteren en zichtbaar te maken;
 Maatregelen te ondersteunen ter voorkoming van het feit dat roze ouderen niet weer te-
rug ‘in de kast’ moeten;
 De aangiftebereidheid te bevorderen
 Een preventieve aanpak te ontwikkelen voor het tegengaan van `hate crimes’
 Op zoek te gaan naar manieren om ook hard te kunnen optreden bij niet strafbare feiten
van homofobie
 Buurtgerichte initiatieven te ondersteunen die het veiligheidsgevoel onder homo’s in de
publieke ruimte vergroten.
De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor deze
prioriteit € 130.000 ter beschikking stellen.

6. Discriminatie bestrijding
De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie
en participatie”. De toelichting geeft aan dat een nieuwe discriminatie aanpak ontwikkeld zal
worden, waarvan de kosten incidenteel van aard zijn. De herhaling van campagnes heeft wel
een structureel karakter. Ons College heeft aangegeven dat de huidige aanpak discriminatie
in 2010 ten einde loopt. Om in 2011 door te kunnen gaan met een stevige aanpak discrimina-
tie wil ons College in 2011:
 Een nieuwe aanpak discriminatie van start laten gaat met daarin aandacht voor onder-
wijs, opvoedingsondersteuning, arbeidsmarkt en extra aandacht voor de publieke ruimte.
 De positieve tegenhanger van discriminatie is gelijke behandeling en gelijke kansen, dit
zal als een rode draad door deze nieuwe aanpak lopen.
De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor deze
prioriteit € 180.000 ter beschikking stellen.

Raadsdruk Begroting 2011 134


7. Herdenking Slavernij verleden
De prioriteit is aangevraagd onder de middelen voor “integratie diversiteit inburgering en sla-
vernij-herdenking” conform programakkoord. Ons College vindt de herdenking van 150 jaar
afschaffing slavernij een uitgelezen gelegenheid voor Amsterdam om verbindingen te leggen.
De activiteiten in 2013 zullen een breed publiek moeten bereiken. Jongeren zijn daarbij een
belangrijke doelgroep; het onderwijs speelt grote rol om hen te bereiken. Ons College wil ten
behoeve van deze herdenking dat:
 Educatieve trajecten worden ingezet, die de doelgroep echt bereiken. Dit door gebruik te
maken van de nieuwe media en samen te werken met scholen en jongerenwerk.
 Cultuur en cultureel erfgoed een belangrijke plaats krijgen en samenwerkingsverbanden
hierin worden gezocht met het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), NiNsee, AHM,
internationale partners en grassroots-organisaties.
 Podia worden gecreëerd ten behoeve van discussies op verschillende niveaus over hei-
kele thema’s die met slavernij te maken hebben.
De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor de
prioriteit € 100.000 ter beschikking stellen.

8. Vaderemancipatie
De prioriteit is aangevraagd onder de programakkoord middelen voor “integratie diversiteit
inburgering en slavernij-herdenking”. Vaderemacipatie wordt niet als dusdanig genoemd in
het programakkoord, maar valt wel onder het algemene begrip emancipatie. Ons College wil
ten behoeve van deze prioriteit de volgende activiteiten ontwikkelen:
 Trainingen voor Caraibische, Surinaamse, Antilliaanse, Arubaanse en Dominicaanse
vaders die buiten hun gezin zijn komen te staan, om ze te betrekken bij hun kinderen. Dit
vergroot de ontwikkelingskansen en het positieve gedrag van hun kinderen, met name
van hun zonen.
 Training en voorlichting gericht op mannen met een grote afstand tot de samenleving en
hun gezin, om ze zo een positiever rolmodel te kunnen laten zijn voor hun kinderen en ze
te betrekken bij hun leefwereld. Daarnaast zorgt dit ervoor dat ze hun vrouwen meer vrij-
heid voor zelfontwikkeling durven te geven.
De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College acht een
incidentele prioriteit van € 75.000 hiervoor voldoende.

9. Maatschappelijke allianties
De prioriteit is aangevraagd onder de programakkoordmiddelen voor “integratie diversiteit
inburgering en slavernij-herdenking”. Ons College realiseert zich dat coalities, maatschappe-
lijke allianties, netwerken en andere verbindingen met bewoners, bedrijven en maatschappe-
lijke organisaties een noodzakelijke voorwaarde zijn voor burgerschap en een noodzakelijke
energie om de kracht van de stad Amsterdam te mobiliseren. Het is goed om deze energie te
kunnen faciliteren en waar mogelijk te verbinden. Dit vergt ook een andere rol van de over-
heid, meer een van faciliteerder en verbinder dan een van opdrachtgever en organisator.
Overheid, maatschappelijk organisaties, bedrijfsleven, burgers en anderen moeten sterker en
nauwer gaan samenwerken aan de oplossing voor problemen in de stad in publiek-private
allianties, waarbij we sterke organisaties betrekken (geen vrijwilligersorganisaties). Er moet
verbinding tussen nieuwe initiatieven en de bestaande sociale infrastructuur tot stand komen.
Ondernemerschap en de innovatieve kracht van bedrijven en maatschappelijke ondernemin-
gen zijn hierbij onontbeerlijk. Ons College wil het verschil maken door in te kunnen spelen op
maatschappelijk initiatief van mensen die moeilijk bereikbare doelgroepen wel kunnen berei-
ken, midden in de samenleving staan en dus de problemen van binnenuit kennen. De inzet
van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College acht een bedrag van
€ 100.000 hiervoor voldoende.

10. Bureau Leerplicht Plus


Leerplicht is een van de twee wettelijke taken van de gemeente (stad en stadsdelen) op het
terrein van onderwijs (naast onderwijshuisvesting). In het Programakkoord is afgesproken dat
de wettelijke taak en de offensieve aanpak van Bureau Leerplicht Plus (BLP+) voortgezet zal
worden. Dit is noodzakelijk omdat schooluitval en -verzuim nog steeds een manifest probleem
is over de hele linie, maar vooral in het MBO niveau 1 en 2.

Raadsdruk Begroting 2011 135


Voldoen aan de wettelijke taak houdt onder meer in dat:
 Het verzuim op VO en MBO is 100% in beeld. Behoud van het totale instrumentarium van
Bureau Leerplicht Plus: consulenten in de school, dicht bij de leerling. Lik-op-stuk-aanpak
spijbelen intensiveren. Samenwerking met politie èn justitie vereist. Pakkans voor spijbe-
len vergroten en direct maatregelen treffen.
 Werkende jongeren zonder startkwalificatie een opleidingstraject bieden om deze alsnog
te halen.
 De bestuurlijke wens om de schoolveiligheidsteams te continueren en uit te breiden (de
ambitie is tot 12 teams / met deze prioriteit kan er worden uitgebreid tot 10 teams), leidt
tot een toename van de inzet van leerplichtambtenaren (per schoolveiligheidsteam 0,5 fte
leerplichtambtenaar).

Gezien de beperkte structurele middelen stelt ons College voor om de prioriteit incidenteel in
het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 6 fte ingezet wor-
den.

I4 Overige prioriteiten

11. Nowhere
De subsidie voor Nowhere (en Studio West) is in 2008, 2009 en 2010 toegekend uit de pro-
gramakkoord middelen Jong Amsterdam Kinderen Eerst. (2007-2010). De subsidiering was
daarmee beperkt tot de vorige programakkoordperiode. Ons College stelt voor om in 2011
nog éénmaal een afbouwsubsidie toe te kennen. Ons College acht de helft van het subsidie-
bedrag uit voorgaande jaren voldoende om de subsidieontvanger voor te bereiden op afbouw
van activiteiten en vermindering van inkomsten vanuit de Gemeente. Er is € 40.000 opgeno-
men in het verdeelvoorstel.

12. Studio West


De subsidie voor Studio West (en Nowhere) is in 2008, 2009 en 2010 toegekend uit de pro-
gramakkoord middelen Jong Amsterdam Kinderen Eerst. (2007-2010). De subsidiering was
daarmee beperkt tot de vorige programakkoordperiode. Ons College stelt voor om in 2011
nog éénmaal een afbouwsubsidie toe te kennen. Ons College acht de helft van het subsidie-
bedrag uit voorgaande jaren voldoende om de subsidieontvanger voor te bereiden op afbouw
van activiteiten en vermindering van inkomsten vanuit de Gemeente. Er is € 90.000 opgeno-
men in het verdeelvoorstel.

13. Streetcornerwork
In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-
tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09
(motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de
voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College
voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,2 miljoen in
het verdeelvoorstel opgenomen.

14. Ketenunits
In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-
tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09
(motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de
voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College
voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,2 miljoen in
het verdeelvoorstel opgenomen.

15. Basta, school tv


In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-
tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09
(motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de
voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College
voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,25 miljoen in
het verdeelvoorstel opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 136


S1 Programakkoord

16. Onderwijshuisvestingsprogramma 2011


Goede kwaliteit van onderwijsgebouwen heeft prioriteit in het Programakkoord en is tevens
een wettelijke taak van de gemeente. Elk jaar wordt door uw Vergadering het huisvestings-
programma onderwijs vastgesteld. In december 2010 worden de investeringen in onderwijs-
huisvesting voor 2011 goedgekeurd. De kapitaallasten die uit deze investeringen voortkomen
dienen in de begroting 2011 gedekt te worden. Voor de periode 2010-2013 is berekend dat er
voor een bedrag van € 134 miljoen aan investeringen noodzakelijk is. Gemiddeld is dit € 33,5
miljoen per jaar. Het werkelijk goedgekeurde budget in het programma kan afwijken van dit
gemiddelde bedrag, maar zou zich op de lange termijn moeten uitmiddelen. Met een gemid-
delde afschrijvingstermijn van 35 jaar zijn de kapitaallasten € 2,4 miljoen bij een investerings-
bedrag van € 33,5 miljoen.

Ons College heeft € 1,25 miljoen structureel opgenomen i.p.v. € 2,4 miljoen, wegens de be-
perkte structurele ruimte in het PA. Met deze dekking aan kapitaallasten kunnen € 15 miljoen
aan investeringen verwezenlijkt worden. Het toekennen van een lager bedrag heeft daarmee
de consequentie dat wordt afgeweken van de afspraken dat voor het investeringsbedrag
wordt uitgegaan van het verwachte gemiddelde investeringsniveau van de komende vier jaar.
Hierdoor mag, bij het vaststellen van het budget voor onderwijshuisvesting voor 2011 door de
uw Vergadering in december 2010, het totale investeringsbedrag niet meer dan € 15 miljoen
bedragen. Dit kan bereikt worden door te temporiseren en slechts de hoogst noodzakelijk
aanvragen op te nemen in het programma.

Nu al is bekend dat de aanvraag voor 2011 voor de A.G. Bellschool als noodzakelijk wordt
gezien. Het betreft een investering van € 8,3 miljoen (inclusief grondkosten) en bijbehorende
kapitaallasten van € 550.000,-. Gezien de beperkte dekking voor het programma 2011 van €
1,25 miljoen, heeft ons College besloten om de kapitaallasten van de A.G. Bellschool voor
2011 te dekken uit de dekking die beschikbaar is voor goedgekeurde investeringen uit eerde-
re huisvestingsprogramma’s (huisvestingsprogramma 2010 en eerder) waar nog geen uitvoe-
ring aan is gegeven. Het gaat daarbij om een werkvoorraad van € 150 miljoen aan investerin-
gen. Sinds 2009 zijn schoolbesturen in het voortgezet onderwijs verplicht om samen een
Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) op te stellen. Eind januari 2011 zal er een
geconcretiseerd RPO worden aangeboden aan ons College, waarin de knelpunten en oplos-
singsrichtingen per school op locatieniveau nader worden uitgewerkt. Dit kan leiden tot nieu-
we noodzakelijk investeringen, maar kan tegelijkertijd eerder goedgekeurde investeringen
overbodig maken. De werkvoorraad van € 150 miljoen aan goedgekeurde investeringen zal in
het licht van het geconcretiseerd RPO nauwlettend worden bekeken. Ons College verwacht
dat als gevolg van de herschikking die binnen de werkvoorraad zal plaatsvinden de ruimte
voor de € 8,3 miljoen aan investeringen voor de A.G. Bellschool wordt gevonden.

SP4 Structurele posterioriteiten

17. Efficiency apparaat onderwijs


De posterioriteit betreft € 0,15 miljoen in 2011 en € 0,15 miljoen in 2012 (totaal € 0,3 miljoen).
Dit is een bezuiniging van 10%, welke door natuurlijke verloop kan worden opgevangen. Het
betreft 2,25 fte inclusief bijbehorende kosten in 2011 en 2012. Ons College heeft de posterio-
riteit voor € 0,15 miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen.

18. Efficiency apparaat jeugd


Dit is een bezuiniging van 10%, welke door natuurlijke verloop kan worden opgevangen. Het
betreft 1,25 fte en de daarbij behorende kosten. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,1
miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 137


19. Jeugd Beëindigen Onderzoek
Onderzoek zal in het vervolg worden gedekt vanuit de beleidsmiddelen. Bezuiniging op deze
post betekent dat er minder geld is om innovatieve projecten te subsidiëren of projecten te
subsidiëren die een leemte vullen in het bestaande aanbod. De posterioriteit heeft geen per-
sonele consequenties. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,24 miljoen structureel in
het verdeelvoorstel 2011 opgenomen.

20. Onderzoeksbudget onderwijshuisvesting VO


Het onderzoeksbudget dient ter controle van de raming die scholen opgeven voor de kosten
van huur voor tijdelijke huisvestingslocaties en bouwkosten. Het budget wordt met € 150.000
verlaagd van € 250.000 naar € 100.000. De posterioriteit heeft geen personele consequen-
ties. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,15 miljoen structureel in het verdeelvoorstel
2011 opgenomen.

21. Wijzigen organisatie OKC


De taken op het terrein van de OKC/JGZ zullen gedecentraliseerd worden naar de stadsde-
len. Op 16 augustus 2010 hebben de wethouder Zorg en Jeugd bestuurlijk overleg gevoerd
met de stadsdelen over de financiële heroverwegingen in relatie tot de op handen zijnde de-
centralisatie van de OKC middelen (inclusief basistakenpakket JGZ). Met bestuurlijke verte-
genwoordigers van de stadsdelen is overeenstemming bereikt om per 2011 een bedrag van €
2,5 miljoen te bezuinigen en dit bedrag in mindering te brengen op middelen die aan de
stadsdelen worden overgedragen. De besparingen betreffen voornamelijk efficiencymaatre-
gelen en uitvoeringskosten. Dit betekent dat de voorgestelde maatregelen naar verwachting
geen effect hebben op het voorzieningenniveau.
Deze bezuiniging van € 0,8 miljoen is onderdeel van deze € 2,5 miljoen. Het overige deel van
deze € 2,5 miljoen is opgenomen in het programma Zorg.

22. Plan van Aanpak Diversiteitsbeleid


Het gaat om een flexibel inzetbaar budget waarmee ons College kan inspringen op actuele
ontwikkelingen die te maken hebben met het beleidsterrein. Ons College kan besluiten min-
der budget in te zetten, derhalve wordt voorgesteld de structurele posterioriteit van € 100.000
op te nemen in het verdelingsvoorstel.

23. besparing uitvoering leerplicht


Bureau Leerplicht plus (BLP+) gaat een efficiency toepassen op de inzet van het apparaat bij
de uitvoering van haar taak. Hierbij wordt ingezet op een slimmere wijze van sanctioneren in
het (nu nog kostbare) proces van verbaliseren bij verzuim. Zo zal als middel de bestuurlijke
boete gehanteerd gaan worden bij overtreding, waarmee de bureaucratie in dit proces terug-
gedrongen wordt. De ombuiging dankzij deze efficiency op het apparaat betreft 6 fte. Ons
College heeft de posterioriteit voor structureel € 0,3 miljoen opgenomen in het verdeelvoor-
stel.

Raadsdruk Begroting 2011 138


Programma Verkeer en infrastructuur
Maatschappelijk effect
Het nieuwe programakkoord en de ervaringen van de afgelopen vier jaar geven aanleiding
om de structuur van dit programma beperkt te wijzigen. In onderstaande figuur wordt het
voorstel voor de nieuwe programmastructuur (en dus ook de subprogramma’s) weergegeven.
Basis zijn de drie nieuw benoemde maatschappelijk effecten:
1. Een veilige stad
2. Een bereikbare stad
3. Een aantrekkelijke stad

Programma Maatschappelijke effecten Subprogramma

Een verkeersveilige stad

Een veilige stad

Een sociaalveilige stad

Goede bereikbaarheid
Verkeer en van de stad
Een bereikbare stad
Infrastructuur
Goede mobiliteit in de stad

Een schone stad


Een aantrekkelijke
stad

Een hele en mooie stad

Met de introductie van de nieuwe subprogramma’s komen de oude subprogramma’s


(voorheen subresultaatgebieden geheten) te vervallen. Dat zijn:
 openbaar vervoer
 luchtkwaliteit
 bereikbaarheid
 verkeersveiligheid
 beheer stedelijke infrastructuur

Raadsdruk Begroting 2011 139


1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten + 505,8 543,8 384,5 439,3 631,2 622,8 387,1


Baten - 742,9 388,9 222,1 232,3 233,3 234,1 236,6
Resultaat t.l.v. algemene - 237,2 154,9 162,4 207,0 397,9 388,7 150,5
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus 346,4 - 32,8 - 40,2 - 67,9 - 252,3 - 245,7 - 9,3
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene 109,2 122,1 122,1 139,1 145,6 143,1 141,2
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 625,7 252,5 585,4 517,5 265,2 19,5 10,2
Saldo voorzieningen 494,6 423,6 498,9 499,2 497,7 494,4 398,9

Om de cijfermatige ontwikkeling tussen de Begroting 2010, de Actualisatie 2010 en de


Begroting 2011 zo inzichtelijk mogelijk te maken, worden de nieuwe subprogramma’s met
terugwerkende kracht gepresenteerd. Dit heeft geen invloed op het totaal van baten en lasten
zoals dat door uw Vergadering bij de Begroting 2010 is vastgesteld. Het betreft hier slechts
verschuiving van volgnummers naar de nieuwe subprogramma’s.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Mobiliteitstoets Structuurvisie


Om de mobiliteitseffecten van de ontwerp Structuurvisie in beeld te brengen en om
aanbevelingen te doen voor eventuele bijsturing wordt een mobiliteitstoets uitgevoerd. Verder
vormt de toets een onderbouwing voor het PlanMER (het milieueffectenrapport over het
plan1).

2.2 Mobilititeitsaanpak Amsterdam


De in de Structuurvisie gemaakte keuzes hebben ook consequenties voor een geïntegreerde
2
MIRT-aanvraag bij het rijk. Daarnaast is er een verdiepingsslag nodig om het nieuwe
programakkoord te vertalen naar beleidslijnen voor de kortere en middellange termijn. Een
actueel Amsterdams verkeer- en vervoerplan waarin de samenhang van het beleid op
deelterreinen expliciet is weergegeven, ontbreekt. Om deze redenen is in 2010 begonnen met
de nota Mobiliteitsaanpak Amsterdam die moet gaan dienen als een strategisch kader voor
het mobiliteitsbeleid van Amsterdam. Het verder uitwerken en bestuurlijk vaststellen van deze
nota zal in 2011 plaatsvinden.

2.3 Investeringsstrategie
De dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) produceert een overzicht van lopende
dossiers op het gebied van stedelijke investeringen. Voor de stedelijke investeringen wordt
gewerkt aan twee producten:
 samen met de diensten EZ (Economische Zaken), Haven Amsterdam, DRO (Dienst
Ruimtelijke ordening) en OGA (Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam) werkt DIVV
aan de Stedelijke Investeringsagenda. De Stedelijke Investeringsagenda wordt een

1
Milieueffectrapportage (m.e.r.) levert de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij
besluiten over plannen en projecten met aanzienlijke milieugevolgen. De rapportage vermeldt de milieugevolgen van
een plan of project en de mogelijke (milieuvriendelijkere) alternatieven. Een m.e.r. is verplicht bij talrijke grote
infrastructurele werken, maar ook voor plannen zoals een structuurvisie of bestemmingsplan. Naast de m.e.r.
bestaat ook het MER. Het verschil is: M.e.r. is de milieueffectrapportage; MER is het milieueffectrapport. Het MER is
onderdeel van de m.e.r.-procedure om te komen tot een besluit over een activiteit of plan.
2
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

Raadsdruk Begroting 2011 140


jaarlijks te actualiseren document waarin te overwegen investeringen in ruimtelijke
ontwikkelingen worden beschreven voor een bepaalde tijdshorizon
 in de Infra Agenda zijn de belangrijkste infrastructuurprojecten voor de stad op de
middellange en lange termijn opgenomen. Deze worden gekoppeld aan scenario’s en
biedt een onderbouwing voor het maken van keuzes uit deze projecten

De eerste versies van de Infra Agenda en de Stedelijke Investeringsagenda zullen in 2010


afgerond zijn, waarna vanaf 2011 een jaarlijkse update wordt uitgevoerd. Daarnaast worden
voor de andere rijks- en/of regiokanalen als MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport), BONRoute3, NMCA4 en Investeringsstrategie Metropoolregio,
bijdragen geleverd aan het investeringsbeleid van de Amsterdamse regio. Dit gebeurt
zelfstandig en in relatie tot het rijk. Ook wordt ondersteuning en advisering geleverd bij de
BDU-aanvragen5 bij de Stadsregio.

2.4 Verkeersonderzoek
DIVV verricht in opdracht van in- en externe organisaties verkeersstudies. Het gaat hierbij
bijvoorbeeld om grootsstedelijke projecten als de Zuidas, Wibaut aan de Amstel en (andere)
binnenstedelijke projecten. De vragen betreffen de huidige en toekomstige verkeersstromen
ten behoeve van het berekenen van lucht- en geluidkwaliteit, verkeerscirculatieplannen en
vervoerwaardestudies. In 2011 zal de implementatie van het nieuwe model plaatshebben.

2.5 Beheer
De verdeling van de verantwoordelijkheden rond het beheer van de infrastructuur in
Amsterdam zijn vastgelegd in de Nota Stedelijke Infrastructuur. In deze nota wordt
aangegeven voor welke infrastructuur de stadsdelen en voor welke infrastructuur de centrale
stad verantwoordelijk is. Voor het beheer van de stedelijke infrastructuur is de nota Beheren
op Niveau het uitgangspunt, waarbij de gewenste effecten van het beheer op gebied van
bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid zijn aangegeven op een viertal niveaus. Op dit
moment wordt gewerkt aan niveau verzorgd, maar in verband met de slechte financiële
situatie zal nu worden voorgesteld om een stapje terug te doen, naar het niveau sober.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Een verkeersveilige stad

3.1.1 Een verkeersveilige stad: Hoe gaan we dat bereiken?

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling 1: Minder ernstige verkeerslachtoffers
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Het aantal ernstige 353 2009 345 335 325 315
verkeersslachtoffers

Doelstelling 1: Minder ernstige verkeerslachtoffers


Voor de indicator Aantal ernstige verkeersslachtoffers wordt aansluiting gezocht bij de
landelijke doelstelling (afname van minimaal 25% van het aantal ernstige verkeersslachtoffers
in 10 jaar). Hierbij vormt de aanpak van de blackspots één van de manieren om deze
doelstelling te realiseren.

3
Bereikbaarheids Offensief Noordelijke Randstad - Stichting Fonds BONRoute is een uitwerking van de
bestuursovereenkomst voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de Noordelijke Randstad (2000)
4
Nationale Markt en Capaciteitsanalyse (NMCA), geeft een confrontatie tussen de markt (vraag naar mobiliteit) en
de capaciteit (aanbod) voor de netwerken van weg, spoor, regionaal openbaar vervoer en vaarwegen.
5
Brede doeluitkering

Raadsdruk Begroting 2011 141


3.1.2 Een verkeersveilige stad: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1:
Het verkeersveiligheidsbeleid (Meerjarenbeleidplan Verkeersveiligheid 2011– 2014) van
Amsterdam steunt op vier pijlers:
 het verbeteren van de infrastructuur: Het grootste deel van de aandacht gaat uit naar het
veiliger maken van de kruispunten met de meeste ongevallen (blackspots) en het veiliger
maken van gevaarlijke routes (redroutes). In 2010 en 2011 worden er in totaal 41
6
kruispunten verkeersveiliger gemaakt. Het gaat om blackspots en schoolspots
 het ontwikkelen en aanbieden van verkeerseducatieprogramma’s: Op alle basisscholen
worden gratis verkeerseducatiepakketten aangeboden om kinderen te leren hoe ze veilig
deel kunnen nemen aan het verkeer. Om de kennis en kunde van de kinderen te testen
worden er theoretische en praktische verkeersexamens georganiseerd
 campagnes: Er worden campagnes georganiseerd om het gedrag van mensen in het
verkeer positief te beïnvloeden, voorbeelden zijn: de dodehoekcampagne, de
fietsverlichtingscampagne en de BOB-campagne
 handhaving: Samen met de politie wordt in een jaarplan beschreven op welke
verkeersovertredingen gecontroleerd gaat worden. Hierbij wordt aangesloten bij de
campagnekalender. Door deze inzet van de politie wordt de fietsverlichtingscampagne
versterkt

Proactieve aanpak van de verkeeronveiligheid


Naast de traditionele blackspotaanpak wordt een nieuwe aanpak opgezet met een meer
proactief c.q. preventief karakter. In samenwerking met de stadsdelen, scholen, Fietsersbond
en Veilig Verkeer Nederland wordt geïnventariseerd welke punten in de stad als gevaarlijk te
beschouwen zijn. Het streven is om in elk stadsdeel ongeveer vijf gevaarlijke kruispunten aan
te pakken.

Verkeersouders Amsterdam
Uitbreiding van het aantal verkeersouders in Amsterdam. Verkeersouders kunnen een
bijdrage leveren bij het oplossen van verkeersveiligheidsproblemen, waarbij zij de gemeente,
de basisschool, lokale bedrijven, buurtbewoners en lokale media kunnen betrekken.
Activiteiten die de verkeersouders kunnen ondernemen zijn onder andere:
 de verkeerssituatie rondom de school in kaart brengen
 verkeersveiligheid bij scholen hoog op de agenda zetten
 invloed uitoefenen op het haal- en brenggedrag van ouders
 in overleg treden met stadsdeelvertegenwoordigers over mogelijke verbeteringen van de
infrastructuur

Brommerbeleid (opstellen & uitvoeren)


In het programakkoord wordt extra aandacht gevraagd voor brommers, scooters en
snorfietsen. Aangezien het aantal brommers/scooters de laatste jaren een sterke groei laat
zien en dit een kwetsbare groep in het verkeer is, wordt er de komende tijd beleid voor
brommers en scooters opgesteld.

Project Renovatie Amsterdamse Wegtunnels (RAW)


Het project RAW betreft de IJtunnel, Piet Heintunnel en de ArenAtunnel. De scope omvat,
naast onderhoudswerkzaamheden, het treffen van veiligheidsmaatregelen volgens de nieuwe
7
wet- en regelgeving (WARVW) . Het projectdeel IJtunnel is in nu de voorbereidingsfase. In
juni 2010 zal het Voorlopig Ontwerp (VO) worden afgerond en na de zomer het Definitief
Ontwerp (DO).

Risico’s en de beheersmaatregelen
Bij het aanpakken van de blackspots liggen de risico’s op het financiële en
samenwerkingsvlak. Er wordt gewerkt met een Werkgroep Blackspots Amsterdam waarbij

6
Een blackspot is een kruispunt waar in drie jaar tijd minimaal 6 verkeersslachtoffers zijn gevallen; een schoolspot is
een kruispunt met drie of meer slachtofferongevallen in drie jaar, waar twee of meer slachtoffers vielen in de
leeftijdscategorie 4 t/m 17 jaar.
7
Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels

Raadsdruk Begroting 2011 142


DRO, DIVV en de Dienst Verkeerspolitie Amsterdam Amstelland samenwerkt. Daarnaast is
de inzet van stadsdelen onontbeerlijk in dit traject. Per slot van rekening kan door wijzigingen
in de infrastructuur een situatie – voorzien of onvoorzien – dusdanig wijzigen dat er nieuwe
blackspots kunnen ontstaan.

3.1.3 Een verkeersveilige stad: Wat mag het kosten?


Dit subprogramma wordt bijna volledig gefinancierd uit het Mobiliteitsfonds. Voor een
toelichting wordt derhalve verwezen naar het hoofdstuk over dit fonds.

Een verkeersveilige Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


stad 2010 ‘10 2011 2012 2013 2014
Bedragen x € 1 miljoen
Lasten + 5,0 5,3 6,3 7,1 7,2 7,3
Gladheidbestrijding 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Uitgaven uit het 3,5 3,8 4,8 5,6 5,7 5,8
Mobiliteitsfonds
Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves -3,5 -3,8 -4,8 -5,6 -5,7 -5,8
Saldo 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5

3.2 Subprogramma: Een sociaalveilige stad

3.2.1 Een sociaalveilige stad: Hoe gaan we dat bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 2: Minder incidenten in het openbaar vervoer


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Het aantal aangiften van reizigers en In ont- In ont- In ont- In ont- In ont- In ont-
incidentmeldingen door wikkeling wikkeling wikkeling wikkeling wikkeling wikkeling
vervoerbedrijven bij de politie wat
betreft criminaliteit en overlast in en
rond het openbaar vervoer

Doelstelling 3: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
percentage negatieve beoordelingen 8% 2009 8% 7% 6% 5%
(5 of lager) over taxiritten in
Amsterdam

Toelichting
Beide doelstellingen en hun indicatoren zijn nieuw in het programma Verkeer en infrastructuur
en vergen nog verdere uitwerking. In 2010 zullen de nulmeting en de bepaling van de
streefwaarden plaatsvinden in de verdere beleidsontwikkeling.
Het taxibeleid richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit van het taxivervoer. Het
gedrag van chauffeurs is hiervoor een belangrijke factor, zowel tegenover de klant als in het
verkeer. Jaarlijks wordt door middel van een mysteryshopperonderzoek de kwaliteit van de
taxi in Amsterdam en in de andere drie grote steden in kaart gebracht. Het algemene oordeel
over een taxirit wordt gegeven in de vorm van een rapportcijfer van 1 tot 10. Het aantal
negatieve beoordelingen (rapportcijfer van 5 of lager) lag in 2009 op 8%. De jaren ervoor lag
dit percentage hoger.

3.2.2. Een sociaalveilige stad: wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 2: Minder incidenten in het openbaar vervoer


In 2007 is het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV) van start gegaan. De doelstelling
van het VOV is door toezicht en handhaving te zorgen voor vermindering van de criminaliteit
en overlast in en om het openbaar vervoer. Dit moet leiden tot een groter gevoel van
veiligheid onder reizigers en een afname van het aantal incidenten en uiteindelijk minder
vermijding van het openbaar vervoer vanwege sociale onveiligheid. Het VOV bestaat uit
veiligheidsmedewerkers van de dienst Stadstoezicht en politiefunctionarissen. In totaal zijn dit

Raadsdruk Begroting 2011 143


circa 150 mensen. De gemeente betaalt de medewerkers van Stadstoezicht, de regiopolitie
betaalt de eigen medewerkers. Eind 2009 is een procesevaluatie uitgevoerd over het
Veiligheidsteam Openbaar Vervoer. De hieruit voortvloeiende verbeterpunten worden in 2010
via een verbeterplan geïmplementeerd. Bij de start van het VOV heeft uw Vergadering ons
College gevraagd na een aantal jaar het effect te toetsen. In 2011 wordt deze effectevaluatie
uitgevoerd.

Doelstelling 3: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi


Met de liberalisering van de taxibranche in 2001 is de gemeente niet langer de eerst
verantwoordelijke bestuurslaag. Met name in grotere steden zorgde de liberalisering juist voor
een verslechtering van de kwaliteit. Amsterdam heeft geen formele instrumenten om de
taximarkt te structuren, maar kan als wegbeheerder via een kwaliteitskeurmerk en
belanghebbendenvergunningen voor standplaatsen en samenwerking met handhavende
organisaties wel eisen stellen en handhaven op de problematiek.
Het rijk is bezig om de Wet personenvervoer 2000 aan te passen, waarin de bevoegdheden
rond de taxi zijn opgenomen. Belangrijkste punten zijn de mogelijkheden die gemeenten
krijgen om kwaliteitseisen te stellen aan taxi’s op de opstapmarkt (standplaatsen en
aanhouden) en de verplichting aan taxi’s om zich bij een groep aan te sluiten. Hiertoe
werkt de gemeente aan het opstellen van een Amsterdams Taxxxi plan. Dit plan wordt naar
aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Taxiwet verwerkt tot een Amsterdamse
taxiverordening, waarmee de taximarkt wordt gereguleerd.
In 2011 wordt de verplaatsing van de taxistandplaatsen in het kader van de herinrichting van
het Leidseplein verder uitgewerkt. In 2011 zal de dialoog met de taxibranche gaande blijven.

3.1.2.3 Een sociaalveilige stad: wat mag het kosten?

Een sociaal veilige stad Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
Bedragen x € 1 miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 11,1 11,8 12,7 12,7 12,7 12,7

Sociale Veiligheid Openbaar 11,1 11,1 10,7 10,7 10,7 10,7


Vervoer
Uitgaven uit het 1,0 0,8 2,0 2,0 2,0 2,0
Mobiliteitsfonds
Baten - 0 0 0 0 0 0
Mutaties in reserves -1,0 -0,8 -2,0 -2,0 -2,0 -2,0

Saldo 11,1 11,1 10,7 10,7 10,7 10,7

De verlaging van het saldo in 2011 is het gevolg van de voorgeschreven nominale
aanpassing.

3.3 Subprogramma: Een goede bereikbaarheid van de stad

3.3.1 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat willen we bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 4: Gebruik P+R-plekken


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal parkerende auto’s op 422.065 2009 Nader in te Nader in
Amsterdamse P+ R terreinen vullen te vullen

Toelichting
De streefwaarden voor P+R (Parkeer + Reis) weerspiegelen de bezetting van de huidige
bestaande P+R plaatsen. Hierbij is de aanwending van de € 32 miljoen uit het
programakkoord nog niet meegenomen. Hierover dient eerst verdere gedachtevorming plaats
te vinden. In 2010 wordt hiervoor een visie ontwikkeld.

Raadsdruk Begroting 2011 144


3.3.2 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 4: Gebruik P+R-plekken

Realisatie & exploitatie P+R’s


 Exploitatie P+R Bos en Lommer: De P+R telt 100 plaatsen in een gehuurde garage bij
het Bos en Lommerplein. Exploitatie is voorzien tot en met 2012
 Exploitatie P+R World Fashion Center: In 2010 in gebruik genomen. De P+R telt 250
plaatsen. Exploitatie is voorzien tot en met 2012
 Realisatie en exploitatie P+R Zeeburg II: Begin 2010 in de P+R Zeeburg II geopend.
Deze P+R telt 400 plaatsen en is gelegen op het Zeeburgereiland. Op termijn zullen de
P+R Zeeburg en de P+R Zeeburg II worden vervangen door een nieuwe P+R elders op
het Zeeburgereiland
 Realisatie en exploitatie P+R Gaasperplas: Deze P+R telt 320 plaatsen en is gelegen
nabij de metrohalte Gaasperplas en de A9. De exploitatie van deze P+R is voorzien tot
en met 2015
 Realisatie en exploitatie P+R Sloterdijk II: Er bestaan mogelijkheden om de capaciteit van
de huidige P+R Sloterdijk te verdubbelen van 200 naar 400 plaatsen. Hiermee wordt de
exploitatie van deze P+R aanzienlijk meer kostendekkend. Exploitatie is voorzien vanaf
(eind) 2011 of (begin) 2012
 Realisatie en exploitatie P+R Noord: Ten noorden van de toekomstige metrohalte
Buikslotermeerplein is ruimte om een P+R van 800 tot 1000 plaatsen te realiseren.
Exploitatie is voorzien vanaf 2016
 Realisatie en exploitatie P+R Overamstel: Ten zuiden van de metrohalte Overamstel
bestaat de mogelijkheid om (op het huidige GVB-terein) een P+R van 400 plaatsen te
realiseren (met uitbreidingsmogelijkheden tot 800 plaatsen). Deze P+R zou eind 2015 in
gebruik genomen kunnen worden.

P+R tweede fase


In het Programakkoord wordt voor deze collegeperiode een budget van € 32 miljoen
uitgetrokken voor investeringen ‘in nieuwe P+R plekken in de omgeving van de Ring A10’.
Hiermee wordt aangesloten bij het P+R Programma van het Actieplan Voorrang voor een
Gezonde Stad (VGS) dat sinds 2008 loopt. Begin 2010 heeft uw Vergadering de
Voortgangsrapportage P+R Programma behandeld en geconstateerd dat er een duidelijke
visie op P+R’s nodig is. Het is de Amsterdamse ambitie bezoekers van de stad te bedienen
met P+R’s van waar met een aanvaardbare reistijd en frequentie per OV naar het centrum
gereisd kan worden en terug. In 2011 krijgt een visie voor de efficiënte uitvoering van die
ambitie vorm en zal het oorspronkelijke P+R Programma uit het Actieplan VGS daarop –
waar nodig – aangepast worden.

Randstad Urgent
De projecten van Randstad Urgent in de metropoolregio Amsterdam zijn: Planstudie weg
Schiphol Amsterdam Almere (A6/A9), A4 Schiphol, Planstudie OV Schiphol Amsterdam
Almere Lelystad, Werkstad A4, Gebiedsontwikkeling Haarlemmermeer, Langetermijnvisie
Schiphol, Toekomstagenda Markermeer/IJmeer en de Schaalsprong Almere. Door de val van
het kabinet is onduidelijkheid gekomen over de toekomst van Randstad Urgent terwijl de
projecten doorlopen. Op dit moment zijn de ministeries en de regionale overheden op zoek
naar nieuwe vormen van samenwerking om bovenstaande projecten te begeleiden en te
versnellen.

Planstudie Schiphol Amsterdam Almere


De (onderlinge) bereikbaarheid van Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad staat steeds
meer onder druk. Naar het zich laat aanzien, wordt door de minister van V&W eind 2010 het
Tracébesluit Schiphol-Amsterdam-Almere genomen. In een aanvullende overeenkomst
tussen rijk en de gemeente Amsterdam worden afspraken over onder meer de
inpassing, geluidsmaatregelen, waterberging, inbreng gronden en de uitgangspunten voor de
uitvoering, gedetailleerd vastgelegd. Hierna kan de uitvoering door Rijkswaterstaat starten.

Raadsdruk Begroting 2011 145


Westrandweg/ 2e Coentunnel
Het project Westrandweg/2e Coentunnel van Rijkswaterstaat houdt voor Amsterdam in de
komende periode, naast het verlenen van de benodigde vergunningen en goedkeuringen,
voornamelijk het er op toezien in dat de afspraken met Rijkswaterstaat worden nagekomen.
Volgens de huidige planning kunnen weg en tunnel eind 2012 worden opengesteld.

Aansluiting Nieuw-West op de om te leggen A9


Op 31 oktober 2005 hebben rijk, provincie Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, gemeente
Haarlemmermeer, Schiphol BV en de gemeente Amsterdam een overeenkomst getekend
voor de verlegging van de A9 bij Badhoevedorp. In de huidige planning is de Omlegging A9
bij Badhoevedorp in 2016 gereed. In 2014 worden kosten gemaakt voor de voorbereiding van
de aansluiting van de omgelegde A9 op de S106. In 2015 en 2016 zal de uitvoering
plaatsvinden.

OV SAAL
De knelpunten in het openbaar vervoer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad en
kansrijke oplossingen worden onderzocht in de Planstudie OV SAAL.
Voor de korte termijn maatregelen in Amsterdam is het Tracébesluit gereed gekomen voor de
inspraakprocedure. Eind 2010 moet met de uitvoering van deze maatregelen van start
worden gegaan. In 2010 moet er een besluit genomen worden over de korte
termijnmaatregelen in Almere en de middenlange termijnmaatregelen rond 2020. In het kader
van de RAAM-brief van het kabinet aan de Tweede Kamer (najaar 2009) heeft de gemeente
Almere de opdracht gekregen een werkmaatschappij op te richten die de opdracht heeft de
plannen voor de westelijke ontwikkeling van Almere inclusief IJmeerverbinding te
optimaliseren. Uiterlijk in 2012 neemt het kabinet een definitief besluit over de
IJmeerverbinding.

Spoor
Een beter treinproduct is van belang voor Amsterdam: een optimale dienstregeling, grotere
capaciteit van het spoor, kwaliteitsverbetering van stations en omgeving, investeringen in
ketenvoorzieningen et cetera. Daarbij is het voor de stad van belang dat de groei van het
gebruik van de spoorlijnen niet ten koste gaat van de leefbaarheid en er voldoende
mogelijkheden blijven voor ruimtelijke ontwikkeling langs het spoor en rondom de stations. De
komende tijd spelen de volgende zaken:
 langere termijn spoorplannen in het kader van MRA-net (Metropool Regio Amsterdam)
 het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
 de planvorming van de spoorprojecten OV SAAL en de Transformatorweg Aansluiting
 de planvorming van de stationsprojecten Sloterdijk, Centraal, Muiderpoort, Lelylaan,
Amstel, Holendrecht en Sciencepark
 afspraken tussen gemeente en de rijksoverheid over spoorvervoer van gevaarlijke stoffen
door de stad

Busstation Buikslotermeerplein en fietsenstallingen


Op basis van het – in 2008 – bestuurlijk vastgestelde Investeringsbesluit CAN6
Stationsgebied en Omgeving, is een nieuw architectonisch voorontwerp voor het busstation
en de fietsenstalling gemaakt. Dit voorontwerp bevat een scopewijziging ten opzichte van het
voorontwerp uit 2002 (geraamd op € 23,7 miljoen, prijspeil 2002). Het nieuwe voorontwerp is
geraamd op € 34,6 miljoen. De hogere raming wordt grotendeels verklaard door een
nominale aanpassing van het prijspeil, de realisatie van een stationshal op maaiveld, een
volledige overkapping over de busperrons. Ook maken de kosten van de ruwbouw van de
fietsenstalling nu onderdeel uit van de raming. De eigen bijdrage van de gemeente komt uit
op € 3,7 miljoen.

Renovatie Station Zuid (korte termijn maatregelen)


Door de komst van de Hanzelijn, Noord/Zuidlijn en de ruimtelijke ontwikkelingen op de Zuidas
ontstaan er transferproblemen op station Zuid. De definitieve OV terminal komt te laat om de
groei op te vangen. Daarom worden op korte termijn maatregelen genomen om de transfer en
6
Centrum Amsterdam Noord

Raadsdruk Begroting 2011 146


stationscapaciteit van metro en trein te vergroten en worden de huidige wachtvoorzieningen
op het metroperron verbeterd. Vanwege de tijdelijke aard en de beschikbare middelen
worden de maatregelen sober en doelmatig uitgevoerd.

Openbaar Vervoer, overige projecten


In 2008 zijn zowel de Amsterdamse OV-Visie 2008-2020 als de Regionale OV-Visie 2010-
2030 van de Stadsregio Amsterdam vastgesteld. Na de vaststelling is begonnen met de
uitwerking van de Amsterdamse OV-Visie. De ambitie is het aandeel van het openbaar
vervoer in de agglomeratie en regio Amsterdam te vergroten. Dit aandeel zal moeten
toenemen door zowel de kwaliteit als de capaciteit van het openbaar vervoer te verbeteren.
Hierin gaat het onder meer om:
 ombouw Amstelveenlijn: de ombouw Amstelveenlijn is een project waarbij het tracé
tussen Amsterdam Zuid en Amstelveen Westwijk omgebouwd wordt van sneltram- tot
metrotracé. Door deze ombouw wordt het mogelijk om de capaciteitsproblemen op het
tracé het hoofd te bieden
 Noordtangent: een eventuele metroverbinding naar Zaanstad is vermoedelijk pas na
2030 een reële optie. In de periode tot 2030 is het wenselijk om de noordelijk IJ-oevers te
ontsluiten met een hoogwaardige busverbinding met eigen infrastructuur, zoals ook de
Zuidtangent die heeft. Een verkenning naar een Zaantangent onder voorzitterschap van
de Stadsregio in de vorm van een HOV-bus is inmiddels afgerond en wordt vervolgd. In
2011 wordt de planstudiefase afgerond en wordt de uitvoeringsfase van bepaalde
onderdelen gestart
• Westtangent: In het 1e kwartaal 2010 is gestart met de verkenningsstudie naar de
Westtangent. Dit is een beoogde hoogwaardige openbaar vervoerverbinding tussen
Station Sloterdijk en Schiphol(-Oost). De meeste OV-verbindingen in het westen van de
stad zijn gericht op het centrum. Dit zorgt voor veel omrijbewegingen voor de bewoners
van dit deel van de stad. Eind 2010 zal de verkenningsfase bestuurlijk worden afgerond
en zal een begin worden gemaakt met de planstudiefase. Deze vindt ook in 2011 plaats
 Westelijke tramlijnen: een pakket van maatregelen is noodzakelijk om deze lijnen naar
een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer zorgt
voor financiering – ongeveer 5% van de regionale bijdrage (is 2,5% op het totale bedrag)
worden gefinancierd uit eigen middelen

Parkeren
In 2010 is het bestaande parkeerbeleid geactualiseerd, waarbij de evaluatie van de
tariefsverhogingen en andere parkeermaatregelen in het kader van het Actieplan Voorrang
voor een Gezonde Stad (VGS) zijn meegewogen. Het geactualiseerde parkeerbeleid zal
regels en normen stellen dan wel (nieuwe) taken bij de gemeente neerleggen om het straat-
en garageparkeren in de stad te reguleren. Daarbij wordt ingegaan op de ontwikkelingen ten
aanzien van tariefdifferentiatie op grond van milieukenmerken, milieuvergunningen en
elektrisch vervoer. Naar verwachting leidt dit in 2011 tot bestuurlijke vaststelling en een
aanpassing van de Parkeerverordening en de Parkeerbelastingverordening.

3.3.3 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat mag het kosten?

Goede bereikbaarheid van de Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


stad 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Bedragen x € 1 miljoen
Lasten + 16,6 12,3 12,9 12,4 10,8 19,1

Uitgaven aan project 0,7 1,7 0,3 0,2 0,1 0,0


Westrandweg
Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 15,9 10,6 12,5 12,2 10,7 19,1

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves -16,6 -12,3 -12,9 -12,4 -10,8 -19,1

Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 147


3.4 Subprogramma: Een goede mobiliteit in de stad

3.4.1 Een goede mobiliteit in de stad: Wat willen we bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 5 : Betere toegankelijkheid OV


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Bushaltes die toegankelijk zijn Aantal 2008 Aantal Aantal Aantal Aantal
voor mensen met een fysieke bushaltes bushaltes in bushaltes in bushaltes in bushaltes in
beperking toegankelijk: Noord, Geuzenveld, Bos en Centrum en
0 Zuidoost en Slotervaart, Lommer, Zeeburg
Westerpark Westpoort Baarsjes, (gehele
en Osdorp Oud West, programma
Oud Zuid en 918
Zuideramstel bushaltes)

Doelstelling 6: Meer fietsers


dicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aandeel fiets in de modal split7 Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Toelichting
De bushaltedoelstelling is gebaseerd op het plan dat samen met de Stadsregio Amsterdam is
opgesteld. Gekeken wordt naar het ontwikkelen van een indicator voor de meting van het
bereik dat het vergroten van de toegankelijkheid OV heeft voor de burgers. De streefwaarden
(het aantal toegankelijk gemaakte bushaltes) volgen nog.
Jaarlijks wordt een enquête gehouden onder de fietsers in Amsterdam. Het aandeel fiets in
de modal split was ook in de vorige periode een van de indicatoren. In 2010 wordt aan een
nieuw Meerjarenbeleidsplan Fiets 2011-2014 opgesteld. Daarin wordt uitgewerkt welke
maatregelen op welke doelgroepen gericht moeten worden om het meest kansrijk te zijn bij
het realiseren van de doelstelling meer fietsers. Op basis van dit plan kunnen ook de
streefwaarden worden aangegeven.

Doelstelling 5 : Betere toegankelijkheid OV


Op 21 april 2009 heeft ons College het plan van aanpak vastgesteld voor het aanleggen van
918 toegankelijke bushaltes in Amsterdam, met als belangrijkste kenmerken:
 de haltes liggen op het hoofdnet Openbaar Vervoer
 het zijn ‘sterhaltes’ (haltes bij ziekenhuizen, bejaardenhuizen, winkelcentra)
 een gefaseerde aanpak per stadsdeel en per lijn

Het projectgebied omvat de gehele stad Amsterdam. In alle stadsdelen komen bushaltes voor
die in aanmerking komen voor een aanpassing in verband met de toegankelijkheid. De
planning van voorbereiding en uitvoering is gebaseerd op de oude indeling van de stadsdelen
en op basis van het aantal haltes dat kan worden uitgevoerd.
Voor de tramhaltes geldt dat op dit moment 47% van de tramhaltes is opgehoogd, maar dat
voor de resterende 242 halten nog een aanzienlijk budget benodigd is. In 2010 zal met de
Stadsregio gekeken worden hoe de aanpak van de resterende haltes vormgegeven dient te
worden.

Doelstelling 6: Meer fietsers


In 2010 wordt een nieuw Meerjarenbeleidplan Fiets (MJP 2011–2014) opgesteld. In 2011
wordt gestart met de implementatie daarvan. Het aandeel van de fiets in het totaal aantal
verplaatsingen en de waardering die Amsterdammers geven aan Amsterdam als fietsstad zijn
belangrijke graadmeters waaraan het beleid wordt getoetst. Om de doelstellingen en daaraan
gekoppelde projecten en maatregelen uit het nieuwe Meerjarenplan te kunnen realiseren, is
een integrale aanpak noodzakelijk. Het gaat daarbij om het fietsnetwerk, fietsenstallingen,
fietsendiefstal, verkeersveiligheid, beeldvorming en gedragsbeïnvloeding.

7
De verdeling van de verschillende vervoersvormen over de auto, het OV en de fiets

Raadsdruk Begroting 2011 148


Het Hoofdnet Fiets verbindt op een voor fietsers veilige, snelle en comfortabele manier alle
woongebieden met alle belangrijke voorzieningen en bestemmingen in de stad. Het Hoofdnet
Fiets wordt in 2010 en 2011 verder verbeterd door fysieke verbeteringen van bestaande
routes en de realisering van ontbrekende schakels.
 Langzaamverkeerspassage CS: Dit is één van de drie grote ontbrekende schakels in het
hoofdnet fiets, die in het MJP Fiets zijn aangewezen als eerste (centraal) stedelijke
prioriteit bij aanleg van fietsinfrastructuur. De passage zorgt voor een snelle, directe en
verkeersveilige fiets- en voetgangersverbinding tussen de IJzijde van het Centraal Station
en de stadszijde. Aan de stadszijde ontsluit de Langzaam Verkeersverbinding tevens de
door ProRail nieuw te bouwen Fietsenstalling CS
 Fietsroute van Hasseltweg (Mosplein-Meeuwenlaan): Dit is ook één van de drie grote
ontbrekende schakels in het hoofdnet fiets. De verbinding maakt het toekomstige
metrostation Van Hasseltweg bereikbaar voor fietsers en voetgangers. Ook biedt het een
directe verbinding tussen de delen van Noord die ten westen en ten oosten van de N/Z-
lijn en Nieuwe Leeuwarderweg liggen. Door verlaging van de Nieuwe Leeuwarderweg is
een aantal directe langzaam verkeersverbindingen in oost-westrichting vervallen. De
nieuwe verbinding vervangt deels de vervallen verbindingen
 Oosteinde, aanleg tweerichtingsfietspad: Het betreft de uitvoering van de aanleg van een
tweerichtingsfietspad dat aansluit op de geregelde fietsoversteek over de
Stadhouderskade naar de Hemonystraat. De veiligheid voor fietsers (m.n. schoolgaande
jeugd) wordt verbeterd door op het hele traject tussen Frederiksplein en Hemonystraat
een tweerichtingen fietsroute te realiseren. Het maaiveld van Oosteinde wordt door
Stadsdeel Centrum heringericht (30-km gebied) in overleg met de Nederlandse Bank.
Daar past verlegging van het fietspad naar de oostzijde van het Oosteinde goed in. De
aanleg van het fietspad dient dan ook geïntegreerd te worden in de plannen van het
stadsdeel.

Fietsenstalling Leidseplein
Realisatie van een hoogwaardige Fietsenstalling voor 2700 fietsen onder het
Leidseplein/Kleine Gartmanplantsoen. De Nota van Uitgangspunten Leidseplein is in februari
2010 vastgesteld. Verwachte oplevering is 2014.

Fysiek programma fiets (knelpunten & stallingen)


Dit is een impulsbudget voor stadsdeelinvesteringen in het hoofdnet fiets, op basis van het
MJP Fiets. Investeringen in het Hoofdnet fiets zijn volgens de Nota Stedelijke Infrastructuur
een taak voor de stadsdelen. Voor de jaren 2010, 2011 en 2012 wordt een studiebudget
opgenomen voor het verkennen van de haalbaarheid van nieuwe stallingen (onder
fietsbeleid). In 2012 t/m 2014 zijn ook bijdragen in het Mobiliteitsfonds vrijgemaakt voor het
realiseren van deze stallingen. De verkenningen moeten onder andere uitwijzen wat de
stallingen kosten, welke locaties in aanmerking komen en hoe ze gefinancierd moeten
worden. Dure, ondergrondse stallingen zijn niet realiseerbaar gezien de huidige financiële
situatie, temeer daar er nauwelijks sprake is van cofinanciering.

Behoud van de huidige doorstroming


Stedelijk verkeersmanagement binnen Amsterdam richt zich op de hoofdnetten auto,
openbaar vervoer en fiets. Kenmerkend voor verkeersmanagement is proactief handelen en
het treffen van dynamische maatregelen. Hierbij staat de verkeersdeelnemer centraal. Dit
gebeurt onder andere door het ontwikkelen en uitvoeren van scenario’s voor de verschillende
modaliteiten en voor verschillende situaties. De ontwikkelde scenario’s zijn in te zetten voor
betere benutting van het huidige wegennet:
 in de reguliere (spits-)situaties
 rond incidenten
 bij geplande wegwerkzaamheden
 bij evenementen

Daarnaast vindt er incidentmanagement plaats op de corridors. Dit houdt bijvoorbeeld in dat


een auto met pech binnen 15 minuten weggesleept wordt. In 2010 is gewerkt aan het
verminderen van verkeershinder bij de zomerwerken door het inzetten van speciaal
ontwikkelde scenario’s. Met deze scenario’s kan de instroom en uitstroom van verkeer door

Raadsdruk Begroting 2011 149


middel van de verkeersregelinstallaties zodanig beïnvloed worden dat dit de doorstroming
van het verkeer op de omleidingroutes bevorderd. Ook in 2011 worden voor de
omleidingroutes tijdens de zomerwerken scenario’s gemaakt en ingezet. Bij het zoeken naar
de optimale situatie wordt gebruik gemaakt van het ontwikkelde dynamische verkeersmodel.

Tramsporenplan CS
Als onderdeel van de herinrichting van de stadszijde CS worden de tramemplacementen
opnieuw ingericht en worden tramsporen verlegd. De tramhaltes worden zodanig verbouwd
dat deze voldoen aan de nieuwste toegankelijkheidsnormen. De start uitvoering is afhankelijk
van de oplevering van andere projecten in de omgeving (met name IJSEI en N/Z-lijn). Eerst
wordt het oostelijk emplacement aangepakt, daarna het westelijk emplacement. Gedurende
de werkzaamheden is een tijdelijk emplacement op het Prins Hendrikplantsoen voorzien.

ODE-brug stationseiland
Dit is onderdeel van de grote stadshartlus. In het kader van de ruimtelijke ontwikkelingen op
het Oosterdokseiland en de aanleg van de stadshartlus is een nieuwe brug nodig in het
verlengde van de oostbuis van de Oostertoegang, ter vervanging van de huidige dam die
meer naar het oosten ligt. Naast aanleg van de brug wordt de oostbuis van de Oostertoegang
geherprofileerd en wordt de aansluitende kruising op de Prins Hendrikkade aangelegd. De
uitvoering is reeds begonnen.

Werkgroep Oplossing Doorstromingknelpunten aan Netten (WODAN)


Een apart onderdeel van het verkeersmanagement in de stad is de Werkgroep Oplossing
Doorstromingknelpunten aan Netten (WODAN). Deze werkgroep draagt zorg voor een
gestructureerde en efficiënte aanpak van knelpunten in de doorstroming op alle hoofdnetten
door relatief kleine en eenvoudige ingrepen. De komende jaren zijn onder andere de
realisatie van vrij liggende trambanen op de zogenaamde Ringen Oud-Zuid en Oud-West in
de programmering.

IJSEI
12 december 2009 is het busstation met een tijdelijke inrichting opgeleverd. De
afhankelijkheid van de voortgang van andere projecten op en om het Stationseiland heeft er
aan bijgedragen dat plaatsing van de kap verschoven is in de planning. In 2010 worden de
restwerkzaamheden voor de tijdelijke inrichting van het busstation verricht. In het voorjaar van
2011 wordt de ruwbouw van de Noord/Zuidlijn aan de IJzijde gerealiseerd. De laatste delen
van de auto-onderdoorgang en het busstation worden dan gebouwd. Deze werkzaamheden
worden verricht door de Noord/Zuidlijn, waarna het terrein begin 2012 wordt overgedragen
aan IJsei dat dan de resterende werkzaamheden kan uitvoeren. In overleg met de aannemer
wordt gezocht naar de meest geschikte methode om de overkapping aan te brengen binnen
aanvaardbare financiële grenzen zonder de dienstregeling van het busstation te verstoren.
Tot deze definitieve inrichting is het busplatform tijdelijk ingericht met abri’s.

Verdieping Westertoegang
Met de komst van de Stadshartlus (en de bijbehorende knip in de Prins Hendrikkade voor het
Victoria hotel) neemt het belang van de Westertoegang voor het verkeer toe. De
Westertoegang zal na oplevering van het busstation IJ-zijde gaan dienen als belangrijke
aanrijdroute voor het OV. Behalve de verdieping van de westbuis zelf, wordt het wegprofiel
gereconstrueerd, kabels en leidingen verlegd, de verlichting vernieuwd en de aansluitende
kruispunten Droogbak/Prins Hendrikkade en de De Ruijterkade opnieuw ingericht.
De realisatie van dit project zorgt voor:
 een betere doorstroming van de bussen van en naar het busstation naar het westen van
Amsterdam
 een beter bereikbare binnenstad voor met name vrachtwagens en touringcars
 verbetering van de fysieke veiligheid door het scheiden van de verkeersstromen
 verbetering van de sociale veiligheid onder het treinviaduct door beter overzicht en goede
verlichting

Het exacte moment van uitvoering is afhankelijk van andere projecten in de omgeving, zoals
de Noord/Zuidlijn, IJSEI, ODE-brug en de Oostertoegang. Gestreefd wordt naar oplevering in
2013.

Raadsdruk Begroting 2011 150


AMSYS
Dit programma behelst:
 aanschaf van nieuwe metrovoertuigen voor het bestaande metronet en voor de
Noord/Zuidlijn
 voorbereiding en realisatie van exploitatievoorzieningen waaronder de
onderhoudswerkplaats en opstelvoorzieningen voor de metrovoertuigen
 aanschaf van systemen die de metrovoertuigen veilig, stipt en (mogelijk) automatisch
laten rijden voor het bestaande metronet en NZL
 het realiseren van overige ICT-voorzieningen voor het bestaande net en de Noord/Zuidlijn
 het leveren van een bijdrage aan de systeemintegratie en het test- en proefbedrijf
Noord/Zuidlijn

Metrovoertuigen
Na toekenning van het uitvoeringskrediet en afronding van de onderhandelingen met de
beoogde leverancier is op 18 februari 2010 de Koopovereenkomst voor de metrovoertuigen
(serie M5/M6) ondertekend door leverancier Alstom en de gemeente Amsterdam. Alstom
werkt in 2010 het ontwerp voor de metrovoertuigen uit. De oplevering van de M5-
metrovoertuigen (voor het bestaande metronet) vindt plaats vanaf begin 2012 en de
oplevering van serie M6 (voor de Noord/Zuidlijn) vanaf 2014.

Signalling & Control (S&C)


In 2009 heeft uw vergadering ingestemd met het principebesluit tot volledig automatisch
rijden op het bestaande metronetwerk en de Noord/Zuidlijn. In 2010 dient, in samenwerking
met de Stadsregio, financiële dekking gezocht te worden voor de S&C-systemen.

IJweg west (Westerdoksdijk / Westelijk Stationseiland / De Ruijterkade)


De Ruijterkade zal in 2012 worden heringericht. Dit is vooruit lopend op de herontwikkeling
van het gehele gebied Westelijk Stationseiland. Aan de IJzijde zal de kade enkele meters het
IJ ingeschoven worden. Er zal een nieuwe kade worden gemaakt met een breed trottoir. In
deze strook zullen bomen, een vrij liggend fietspad in tweerichtingen, een strook met daarin
parkeervakken, een weg met 2 x 1 rijstrook en een brede middenberm worden gerealiseerd.
Door het realiseren van laad- en losvakken voor touringcars zullen ook de riviercruises beter
bereikbaar zijn. Oplevering is, (mede) afhankelijk van werkzaamheden in- en rond het
busstation IJ-zijde en autotunnel, naar verwachting eind 2012.

Veren
DIVV is opdrachtgever van de veren die over het IJ varen. Het betreft de verbindingen van
Amsterdam CS met het IJplein, de Buiksloterweg en het NDSM-terrein en het veer tussen de
Houthavens en het NDSM-terrein/Distelweg. De veren worden geëxploiteerd door GVB-
veren. Sinds december 2007 is DIVV ook opdrachtgever van de veerverbindingen over het
Noordzeekanaal bij Velsen, Buitenhuizen en Zaandam. Connexxion/Naco is de exploitant van
deze veren. Het doel van DIVV als opdrachtgever is de Amsterdamse veren en de
Noordzeekanaalveren op het huidige kwaliteitsniveau te laten doorvaren. In 2011 wordt het
nieuwe Meerjarig Beleidsplan Veren 2011-2014 afgerond.

3.5 Noord/Zuidlijn

Maatschappelik effect
De Noord/Zuidlijn gaat ervoor zorgen dat Amsterdam beter bereikbaar wordt èn blijft. De
Noord/Zuidlijn verbindt Amsterdam Noord met Amsterdam Zuid. In de binnenstad is geen
plaats voor nog meer trams en bussen. Onder de grond is wel ruimte. De metro biedt een
alternatief voor de vaak overvolle trams en bussen. De reis van het Buikslotermeerplein naar
Station Zuid duurt nog maar 16 minuten.

Raadsdruk Begroting 2011 151


3.5.1 Noord/Zuidlijn: wat willen we bereiken?
Het doel van het project Noord/Zuidlijn is het realiseren van een werkend vervoersysteem
Noord/Zuidlijn binnen de kaders die daarvoor zijn gesteld door uw Vergadering voor wat
betreft scope, tijd en geld.

De Noord/Zuidlijn voldoet aan een vervoersbehoefte in Amsterdam en zorgt ervoor dat de


stad zich ook straks als moderne metropool kan doorontwikkelen. De realisatie van de
Noord/Zuidlijn is een groot en complex project waarbij sprake is van veel raakvlakken met
verschillende actoren. De invloed van de omgeving op het project en andersom is groot.
Risicomanagement is voor het project een belangrijk beheersinstrument. Bij de bouw is
veiligheid een topprioriteit. De veiligheid van de omgeving en die van de bouwers van de
Noord/Zuidlijn mogen nooit in het geding zijn.

3.5.2 Noord/Zuidlijn: wat gaan we ervoor doen?

De hoofdactiviteiten in de uitvoering van de Noord/Zuidlijn in 2011 zijn:


 het afzinken van de tunnelelementen Sixhaven
 het afzinken van tunneldeel CS
 het boorproces van het Scheldeplein naar de Vijzelgracht met de passage Ceintuurbaan
 Het definitief ontgraven en de realisatie van de fundatievloer diepe stations Vijzelgracht
en Rokin
 het gereedmaken van de doorbraak van de geboorde tunnel naar de diepe stations
Ceintuurbaan, Vijzelgracht en Rokin
 de aanbesteding en gunning van het contract Tunneltechniek en Afbouw
 het aanbestedingsproces Signalling & Control en ICT & Telecom
 de werkzaamheden om te komen tot een integraal werkend vervoersysteem
 de werkzaamheden ter voorbereiding op het opleveren, het (tijdelijk) beheer en de
exploitatie van het werkend vervoersysteem

Raadsdruk Begroting 2011 152


3.5.3 Een goede mobiliteit in de stad; wat mag het kosten

Goede mobiliteit in de stad Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


Bedragen x € 1 miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 101,3 98,6 146 344,2 330,5 97,9

Exploitatie Parkeergebouwen 36,6 31,9 30,7 31,2 28,9 28,7


Subsidie Fietsersbond strategisch 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
beheer CFA
Coördinatie uitvoering 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6

Exploitatie veren 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2


Exploitatie NZK-veren, 10,2 10,3 10,5 10,6 10,5 10,4
rentetoevoeging
Uitgaven infrastructuurprojecten 7,2 14,8 7,4 11,2 18,3 6,0
IJsei, IJweg
Westertoegang en 0,0 2,0 2,8 2,0 0,0 0,0
langzaamverkeerpassage,
decentralisate uitkering
Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 20,3 16,4 18,9 25,3 14,4 9,7
Uitgaven gemeentelijk aandeel NZ- 0,0 0,0 43,1 221,9 215,3 0,0
lijn
Kapitaallasten 15,7 11,9 21,3 30,7 31,8 31,8
Baten - -77,5 -73,8 -111,4 -301 -288,6 -56,8

Coördinatie uitvoering, bijdragen -0,8 -0,8 -0,8 -0,8 -0,8 -0,8


derden
Inkomsten Parkeergebouwen -35,7 -28,0 -27,8 -28,3 -27,1 -27,6
Exploitatie veren -0,9 -0,9 -0,9 -0,9 -0,9 -0,9

Exploitatie NZK-veren, rente- -10,2 -10,3 -10,5 -10,6 -10,5 -10,4


inkomsten
Kapitaallasten parkeergarages 0,6 0,6 0,7 0,8 0,9 0,9

Mutaties in reserves
-30,5 -34,4 -72,1 -261,2 -250,2 -18
Saldo
23,8 24,8 34,6 43,2 41,9 41,1

Het wijzigingen in het saldo wordt voor dit subprogramma grotendeels veroorzaakt door de
ontwikkelingen in het resultaat van Parkeergebouwen en stijgende kapitaallasten bij de
Noord/Zuidlijn.

In onderstaande tabel wordt nader ingegaan op het onderdeel Parkeergebouwen:


Meerjarenontwikkeling 2010 2011 2012 2013 2014
Parkeergebouwen 2010 t/m
2014
Oorspronkelijke € 561.430- € 2.542.420- € 2.056.110- € 2.037.500- € 801.610-
meerjarenraming
Mutaties van invloed op het
resultaat:
Prijsstijging 2010 negatief
conform begrotingscirculaire € 138.750
Prijsstijging 2010 negatief
conform motie 434 € 63.260
Taakstelling 2010 € 1.000.000
Supportershome Ajax v.n.l.
kapitaallasten € 435.000- € 435.000
Frictiekosten 2010 € 700.000- € 700.000
Opzeggen bedrijfsabonnement
(pwc) € 410.000- € 205.000-
Lagere opbrengsten door het
niet verhogen van de prijzen in
de garages in samenhang met
het straattarief en de
economische recessie. € 713.900-
Bijstelling opbrengsten in
verband met lagere
bezettingsgraden tengevolge
van de economische recessie. € 819.490-

Raadsdruk Begroting 2011 153


Meerjarenontwikkeling 2010 2011 2012 2013 2014
Parkeergebouwen 2010 t/m
2014
Extra afschrijving
Parkeerapparatuur Zeeburg
oud in verband met de
samenwerking met P+R
Zeeburg nieuw. € 55.000- € 55.000
Hogere kosten 5OV kaartjes
i.v.m meer P+R klanten. € 70.000-
Lagere kapitaalrente
Willempoortsgarage € 80.000
Hogere kapitaallasten i.v.m.
investeringen € 97.000-
Overig € 37.390 € 76.310
Lagere opbrengst
Parkeerterreinen i.v.m Cirque
du Soleil € 435.000-
Hogere kapitaallasten i.v.m.
investeringen en hoger rente
percentage leningfonds. € 140.000-
Hogere kapitaallasten i.v.m.
investeringen in
Willempoortsgarage en
parkeerapparatuur en hoger €
rente percentage leningfonds. 491.390-
Lagere kapitaallasten i.v.m.
minder afschrijvingen en
lagere rentelasten € 205.890 € 179.040
Verbetering resultaat t.g.v €
inkomstenstijging 510.000 € 1.030.000 € 1.560.000
Geactualiseerde
meerjarenraming € 2.542.420- € 2.056.110- € 2.037.500- € 801.610- € 937.430

Parkeergebouwen boekt vanaf 2010 een structurele resultaatsverbetering (taakstelling) van


€ 1 miljoen. Om dit te realiseren wordt een bedrijfsplan Huis op orde opgesteld. De
meerjarenraming is een voorlopige schatting van de resultaten die met Huis op orde kunnen
worden gemaakt. In de loop van 2010, als het bedrijfsplan is opgeleverd zal een
nauwkeuriger raming worden opgeleverd. Het ontwikkelen van het bedrijfsplan leidt tot
eenmalige frictiekosten van € 0,7 miljoen in 2010.

Vanaf 2012 wordt rekening gehouden met een inkomstenstijging van 2% (ruim € 500.000) per
jaar ten gevolge van het economisch herstel, een hogere bezettingsgraad ten gevolge van de
effecten van de marketingplannen en een lichte aanpassing van de parkeertarieven.

Overige ontwikkelingen in het saldo algemene dienst:


 in de Actualisatie 2010 is de reserve vakantiegeld van Parkeergebouwen vrijgevallen als
gevolg van besluitvorming bij de Jaarrekening 2009
 het saldo neemt in de Actualisatie 2010 toe met € 2,0 miljoen vanwege de toekenning
van de decentralisatie-uitkering voor het project Langzaam Verkeerpassage. Deze wordt
in drie jaartranches in 2010 t/m 2012 uitgekeerd
 Begroting 2011: Het saldo neemt in totaal met € 0,8 miljoen toe vanwege de toekenning
van de decentralisatie-uitkering voor het project Verdieping Westertoegang (eenmalig
€ 0,84 miljoen)
 Begroting 2012: Het saldo neemt af door het wegvallen van de eenmalige decentralisatie-
uitkering voor het project Verdieping Westertoegang. Tevens starten dit jaar de
kapitaallasten van het gemeentelijk aandeel van het AMSYS-krediet dat leidt tot een
accres van € 0,4 miljoen
 Begroting 2013: Het saldo neemt met ruim € 0,4 miljoen toe omdat de
bestemmingsreserve die is gevormd uit het Vereveningsfonds voor een bijdrage aan het
NDSM-veer is uitgeput. Deze saldotoename is ook verwerkt in de maatregel uit de
heroverwegingen ‘Synergie door samenvoegen twee veerbedrijven’. Daarnaast is de
decentralisatie-uitkering voor het project Langzaam Verkeerpassage geëindigd waardoor
het saldo met € 2 miljoen afneemt

Raadsdruk Begroting 2011 154


3.6 Subprogramma: Een schone stad

3.6.1 Een schone stad: wat willen we bereiken?

Programakkoord 2011-2014

Doelstelling 7: Luchtkwaliteit verbeteren


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Oordeel NSL of Amsterdam op Ontwikkeling Ontwikkeli Ontwikkel Ontwikkeling
schema ligt om doel 2015 te op schema ng op ing op op schema
bereiken (2015: reductie van NO2 schema schema
met 0,5 µ / m3 in 2015 door
projecten uit VGS)

Toelichting
De doelstelling voor luchtkwaliteit laat zich moeilijk herleiden naar technische indicatoren per
jaar en is nog in ontwikkeling. De wisselingen in inzicht en de afhankelijkheden zijn groot.
Relevanter is de analyse van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
of Amsterdam op schema ligt voor het behalen van de Europese doelstelling voor 2015. Dit is
belangrijk voor de gezondheid en voor de bouwactiviteiten in de stad.
De indicator voor het verwijderen van graffiti is nog in ontwikkeling.

Overige doelstellingen

Doelstelling 8 : Schone stedelijke infrastructuur op niveau sober


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Verwijderen graffiti (gekoppeld aan 90% van alle 1/1/2010 Niveau sober:
O&S 2.11 bewoners die hinder/ klad en plak op verwijdering van
overlast ondervinden) DIVV-masten8, graffiti vindt niet
op het hoofdnet meer plaats
Rail, de m.u.v. gemelde
S100/Singelgra schokkende
cht-zone teksten en
alsmede in het afbeeldingen
centrum wordt
binnen 10
werkdagen
verwijderd

3.6.2 Een schone stad: wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 7: Verbeteren luchtkwaliteit: Voorrang voor een gezonde stad


Het plan Voorrang voor een Gezonde Stad (VGS) bevat een pakket maatregelen voor minder
en schoner autoverkeer in Amsterdam. In 2008 is het plan aangemeld bij het Nationaal
Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL). In het NSL worden lokale, regionale, landelijke
en Europese maatregelen gebundeld en wordt de (verwachte) luchtkwaliteit gemonitord met
behulp van de zogenaamde saneringstool. Binnen het NSL is het Actieplan VGS aangemerkt
als een primaire maatregel. Dit betekent dat met behulp van het Actieplan VGS de
concentratie NO2 in Amsterdam in 2015 met 0,5 µ/m3 moet zijn gereduceerd.

Op dit moment worden alle luchtkwaliteitsmaatregelen doorgerekend en gekeken welke


maatregelen effectief zijn, met als doel maximaal effect per geïnvesteerde euro te behalen.

Doelstelling 8: Beheer en onderhoud


Vanuit het beheer van het hoofdnet auto, OV en fiets op het niveau sober vindt verwijdering
van graffiti niet langer plaats met uitzondering van gemelde schokkende teksten en
afbeeldingen.

8
DIVV masten: verkeers- en verlichtingssystemen en bovenleiding tram

Raadsdruk Begroting 2011 155


3.6.3 Een schone stad: Wat mag het kosten?

Een schone stad Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


Bedragen x € 1 miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten + 9,1 7,2 2,0 2,4 6,8 2,5


Mobiliteit en openbaar vervoer 0,0 4,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Uitgaven uit het 9,1 2,9 2,0 2,4 6,8 2,5
Mobiliteitsfonds
Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves -9,1 -7,2 -2,0 -2,4 -6,8 -2,5
Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

3.7 Subprograma: Een hele en mooie stad

3.7.1 Een hele en mooie stad: wat willen we bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 9: Hele infrastructuur op niveau sober


Indicator Nulmeting en 2011 2012 2013 2014
peildatum
Technische kwaliteit verharding Voldoende 81% Sober:
wegvak, percentage totale rijbaan matig 4% voldoende:60
oppervlak hoofdnet auto onvoldoende 15% %
matig: 23%
onvoldoende:
17%

Doelstelling 10: Een aantrekkelijk verlichte stad


Indicator Nulmeting en 2011 2012 2013 2014
peildatum
Op 1/1/2015 voldoet meer dan de In ontwikkeling
helft van de lampen, armaturen en
masten aan de eisen qua
standaardisering, dus aan één van
de negen standaarden uit het
Beleidsplan Openbare Verlichting
Amsterdam

Toelichting
Voor bovenstaande doelstelling voor de kwaliteit van de wegvakken wordt gebruik maakt van
een landelijke normering. Voor een aantrekkelijk verlichte stad wordt uitgegaan van de
vastgestelde eisen uit het beleidsplan Openbare Verlichting Amsterdam.

3.3.2.2 Een hele en een mooie stad: wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 9: Beheer en onderhoud


De stedelijke hoofdinfrastructuur, bestaat uit het Hoofdnet Auto, het Hoofdnet Fiets, het
Hoofdnet Rail en de Hoofdvaarwegen. Beheer en onderhoud vindt plaats door DIVV, dit geldt
ook voor de bruggen, viaducten, gemeentelijke sluizen en autotunnels die in de
hoofdinfrastructuur liggen. De meeste onderdelen van de infrastructuur zijn op het niveau
verzorgd of zijn, via inmiddels genomen maatregelen, op weg naar dat niveau. Uw
Gemeenteraad heeft op 19 november 2008 ingestemd met het voorstel om te kiezen voor het
niveau verzorgd en de nota vastgesteld. In het kader van de heroverwegingen wordt nu
voorgesteld dit niveau terug te brengen naar sober. Zie voor de onderhoudsniveaus verder de
verplichte paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.

Raadsdruk Begroting 2011 156


Wibautstraat (tussen Mauritskade en Spoorviaduct)
Het uitvoeringsbesluit is in 2010 door Uw Vergadering genomen. Hiermee werd het definitief
ontwerp vastgesteld en het uitvoeringskrediet verleend om de Wibaustraat tussen de
Mauritskade en het spoorviaduct te reconstrueren. De reconstructie zal gefaseerd worden
uitgevoerd, beginnend met het verwijderen en verplanten van bomen. Voor de zomer starten
de voorbereidende werkzaamheden om de stuwluchtopeningen van de metro te verplaatsten
van de flanken van de Wibaustraat naar de toekomstige middenberm. In september 2010
begint de werkelijke reconstructie van de Wibaustraat. De werkzaamheden zullen volgens de
huidige planning eind 2011 afgerond zijn.

Utrechtsestraat
In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de
tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating
vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en
Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de
gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden
aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen
worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de
levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in
september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de
Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk
te beperken. Door tegenvallers in de uitvoering (meer vervuiling, slechtere fundering dan
voorzien, lange vorstperiode) is vertraging opgelopen. Grootste knelpunt is echter de
samenwerking met de aannemer, en met name de onvoldoende aanpak en inzet. De huidige
werkzaamheden in fase 1 hebben hierdoor grote vertraging opgelopen en daarmee ook de
eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010). Naar verwachting wordt dit
minimaal september 2011, maar uitloop tot maart 2012 is mogelijk.

Hogesluis
De renovatie van de brug Hogesluis is in 2009 gestart. De tijdelijke hulpbrug is september
2009 opgeleverd. Direct hierna is de renovatie gestart. De in het bestek voorziene
werkzaamheden waren gebaseerd op ervaring en een aantal vooronderzoeken. Bij de
uitvoering is echter geconstateerd dat de brug ‘technisch op‘ is. Tevens bleek de staat van
het natuursteen slechter dan aangenomen. Deze constateringen hebben er toe geleid dat het
bestek grotendeels (natuursteen en technische uitvoering) is herschreven en opnieuw
geprijsd met als gevolg dat aanvullende financiering vereist is om de brug te kunnen
renoveren. Definitieve besluitvorming zal plaatsvinden in tijdens de behandeling van de
Begroting 2011 door uw Vergadering. De uitkomsten daarvan zijn bepalend voor de verdere
planning.

Reconstructie Weesperstraat
De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is.
Daarnaast maken de Weesperstraat en het Weesperplein onderdeel uit van het Masterplan
Wibaut-as. In 2009 heeft een scoopwijziging m.b.t. het project Wibaut-as plaatsgevonden.
Ons College heeft aangegeven de reconstructie van de Weesperstraat gezien de onderlinge
samenhang te willen koppelen aan de reconstructie van het Weesperplein (t/m de kruising
met de Mauritskade).

Mauritskade (tussen Muntendamstraat en Alexanderplein)


De technische staat (asfaltopbouw en ondergrond) van deze weg is erg slecht.
Vervangingsonderhoud is noodzakelijk. Binnen de scope van de Centrale Stad valt derhalve
de vervanging van de rijbanen waarbij tegelijkertijd de aanwezige fietspaden worden
vervangen. Waar nog geen vrijliggende fietspaden aanwezig zijn worden deze gerealiseerd in
het kader van een duurzaam veilige inrichting. Stadsdeel Oost richt tegelijkertijd de openbare
ruimte aan de waterzijde in, evenals de voetpaden gelegen aan de huizenzijde.

Planvoorbereiding Leidseplein en omgeving


Het huidige Leidseplein maakt een chaotische indruk. Het voetgangersareaal wordt
doorsneden door tramlijnen met tramhaltes op het plein. Er is een taxistandplaats op het plein

Raadsdruk Begroting 2011 157


en fietsen worden massaal op het plein gestald. Er is een maatschappelijke en Bestuurlijke
wens om het Leidseplein opnieuw in te richten dusdanig dat het een beter verblijfsgebied
wordt. De raden van stadsdeel Centrum en de gemeente Amsterdam hebben in januari
respectievelijk februari 2010 de Nota van Uitgangspunten vastgesteld voor de herinrichting
van de Leidsebuurt.

Renovatie Oostlijn
Het project Renovatie Oostlijn bestaat uit vijf clusters: Tunnelwerk (spoorgebonden
tunnelveiligheid en spoorvervanging), Vluchtwegmaatregelen (Stationgebonden
tunnelveiligheid), Bovengrondse Perronrenovatie, Stationsrenovaties en Kraaiennest. Het
laatste is als afzonderlijk cluster gedefinieerd vanwege de samenwerking met en de
cofinanciering door stadsdeel Zuidoost.
 Vluchtwegmaatregelen (tunnelveiligheid): De werkzaamheden aan de tunnelveiligheid
zouden oorspronkelijk in 2010 worden uitgevoerd. Omdat de aannemer de vereiste
werkplannen niet tijdig gereed had, heeft deze de benodigde vergunningen niet
ontvangen. Gevolg is dat een deel van de werkzaamheden aan de tunnelveiligheid naar
verwachting in 2011 wordt uitgevoerd. De testen en het proefbedrijf van de
vluchtwegmaatregelen worden eveneens in 2011 uitgevoerd
 Stationsrenovaties: In 2010 is het Programma van Eisen voor de Stationrenovatie
afgerond. Het PvE vormt de basis vormt voor het toetsen van de ontwerpen van de
architect. Het voorlopig ontwerp van de stations wordt begin 2011 afgerond waarna met
de definitieve ontwerpen zal worden gestart. De uitvoering van de stationsrenovaties
staat gepland voor 2013-2014. Vooruitlopend op de stationsrenovaties zullen in 2011 de
laatste roltrappen in de stations van de Oostlijn worden vervangen.
Verder wordt samen met de Stadsregio Amsterdam gewerkt aan het maken van
definitieve afspraken over de financiering van de wens om hogere ambities na te streven
bij de stationsrenovaties
 Kraaiennest: De werkzaamheden aan station Kraaiennest verlopen voorspoedig en de
verwachting is dat het station medio 2011 in gebruik kan worden genomen. De
werkzaamheden zijn afgestemd met de start van de ontwikkelingen van de omgeving
door stadsdeel Zuidoost in het kader van de Bijlmervernieuwing

3.3.2.3 Een hele en mooie stad: wat mag het kosten?

Een hele en mooie stad Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
Bedragen x € 1 miljoen 2010 ‘10 2011 2012 2013 2014

Lasten + 221,8 219,8 227,1 220,4 220,8 212,0


Beheer stedelijke infrastructuur 38,0 34,6 35,0 35,4 36,5 37,5
Beheer en onderhoud OV- 108,2 109,7 108,8 108,8 108,8 108,8
infrastructuur
Parkeerbeheer 13,9 13,9 13,9 13,9 13,9 13,9
Kapitaallasten stedelijke 46,8 46,3 51,2 54,8 52,6 50,8
infrastructuur
Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 6,4 4,2 10,5 6,8 8,8 0,8
Uitgaven uit de reserve beheer
stedelijke infrastructuur
2,9 5,4 2,0 0,4 0,0 0,0
Overig 5,6 5,6 5,6 0,2 0,2 0,2
Baten - -125,5 -127,0 -126,0 -126,3 -126,3 -126,3
Rijksbijdrage exploitatie openbaar -107,7 -109,1 -108,2 -108,2 -108,2 -108,2
vervoer
Inkomsten stedelijke infrastructuur -3,9 -3,9 -4,0 -4,2 -4,2 -4,2
Inkomsten Parkeerbeheer -13,9 -13,9 -13,9 -13,9 -13,9 -13,9
(214.0.09)
Mutaties in reserves -15,8 -14,0 -12,5 -7,2 -8,8 -0,8
Saldo 80,6 78,8 88,6 86,9 85,7 84,9

Raadsdruk Begroting 2011 158


Toelichting op de ontwikkeling van het saldo op hoofdlijnen:

 Actualisatie 2010: Het saldo neemt af met € 1,8 miljoen. Dit is het resultaat van de
nominale aanpassing (-€ 0,6 miljoen), lagere kapitaallasten (-€ 0,5 miljoen) vanwege
lagere investeringen in 2009 en een decres van € 0,8 miljoen bij openbare verlichting.
Deze laatste is veroorzaakt door lagere kosten voor energie (€ 0,7 miljoen), het deels
inboeken van de Ontwikkelingsalliantietaakstelling voor € 0,3 miljoen (budgetneutraal met
SRG Overig) en hogere kosten door het toenemen van schades van € 0,2 miljoen. Het
saldo stijgt tot slot met € 0,1 miljoen vanwege de hogere kosten voor het beheer
busstation CS. Voor met name het onderhoud aan de roltrappen/lift, het verwijderen van
graffiti en de kosten vanwege vandalisme, energievoorziening, het aardingsnet en de
camera- en audiosystemen, drinkwaterlevering, de inspectie van de droge blusleiding en
de vuilwaterafvoer en eigenaarlasten waren de kosten te laag geraamd
 Begroting 2011: Het saldo stijgt met € 9,7 miljoen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is het
wegvallen van de eenmalige vrijval uit de bestemmingsreserve Beheer Stedelijke
infrastructuur van € 5,9 miljoen, die het saldo in 2010 verlaagde. Ook de incidentele
prioriteit voor de Rode Loper uit 2010 van € 1,5 miljoen valt weg waardoor het saldo met
dit bedrag afneemt. Daarbij nemen de kapitaallasten toe met € 4,9 miljoen en is door
areaaluitbreiding € 0,4 miljoen meer benodigd voor het dagelijkse onderhoud. Begroting
2012: Belangrijkste wijziging is het wegvallen van de post aflossing voorfinanciering
personeelsvoorziening GVB van € 5,4 miljoen. Het saldo neemt toe met € 3,7 miljoen
vanwege hogere kapitaallasten (€ 3,5 miljoen) en areaaluitbreiding (netto € 0,2 miljoen.)
 Begroting 2013: Het saldo neemt af met € 1,1 miljoen. Dit is het resultante van vrijval in
de kapitaallasten van € 2,2 miljoen en € 1 miljoen vanwege areaaluitbreiding. Belangrijk
onderdeel van deze laatste betreft de bewaking en bediening van de tunnel achter CS
 Begroting 2014: Het saldo neemt af met € 0,8 miljoen. Dit is het resultante van vrijval in
de kapitaallasten van € 1,7 miljoen en € 0,9 miljoen vanwege areaaluitbreiding. Belangrijk
onderdeel van deze laatste betreft het onderhoud van de tunnel achter CS

Raadsdruk Begroting 2011 159


4 Reserves, voorzieningen, investeringen
Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand
miljoen Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010

+ -/- + -/-
Reserves
IJweg West (VE) 6,6 0,0 1,9 4,7 0,0 2,7 2,0 0,2 0,0 0,0
Westrandweg / 2e 2,3 0,0 1,7 0,7 0,0 0,3 0,3 0,1 0,0 0,0
Coentunnel (VE)
Reserve beheer 11,7 0,0 9,2 2,4 0,0 2,0 0,4 0,0 0,0 0,0
stedelijke infrastructuur
Egalisatiereserve 5,6 0,2 0,8 5,0 0,2 0,7 4,5 4,1 3,6 3,0
CAN-gebied
Gemeentelijk aandeel 480,3 0,0 0,0 480,3 0,0 43,0 437,3 215,4 0,0 0,0
kosten Noord/Zuidlijn
NDSM-veer 1,4 0,0 0,5 0,9 0,0 0,5 0,4 0,0 0,0 0,0
Gemeentelijk aandeel 48,1 3,0 13,0 38,2 0,0 4,7 33,5 24,1 6,0 0,0
in kosten busstation /
auto-onderdoorgang
CS
Risicoreservering IJsei 7,9 0,0 3,0 4,9 0,0 0,0 4,9 4,9 4,9 4,9
Bewonersgarages 2,0 0,1 0,9 1,2 0,1 0,5 0,8 0,4 0,4 0,4
Zuidoost
Inrichting Wibautas 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(UNA-geld)
Mobiliteitsfonds - 3,1 0,0 1,6 1,5 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5
algemene reserve
Reserve Voorrang 4,2 0,0 4,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Gezonde Stad
Vakantiegeld van 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
voormalig DAB -
Parkeergebouwen
medewerkers
Mobiliteitsfonds - 51,4 38,0 44,2 45,2 47,8 61,7 31,4 14,2 2,8 0,0
bestemmingsreserve
Reserve WW van 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4
voormalig DAB-
Parkeergebouwen
medewerkers
Totaal reserves 625,7 41,3 81,7 585,4 48,1 116,1 517,4 265,3 19,6 10,2

4.1 Reserves
Te handhaven reserves

IJweg
Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de uitvoering.

Westrandweg / 2e coentunnel
Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de uitvoering.

Reserve beheer stedelijke infrastructuur


In de Begroting 2008 is voor een bedrag van € 12,96 miljoen een aantal incidentele
prioriteiten toegekend voor het onderhoud van wegen, tunnels en wachtsteigers (Basisweg,
circuit Oostoever, Europaboulevard, tunnels, noodstroomvoorziening tunnel en Wibautas). De
uitvoering van de projecten en de besteding van de middelen zullen in de periode 2008-2012
plaatsvinden. Voor € 5,9 miljoen heeft de onttrekking in 2010 betrekking op de vrijval van de
reservering voor Wibautas (conform de Voorjaarsnota 2009). De overige onttrekking 2010
heeft betrekking op de projecten Oostoever, Wibautas, tunnels en wachtsteigers. Tevens
wordt voorgesteld in 2010 de onderschrijding op het project Europaboulevard van € 498.000
aan te wenden voor de dekking van de overschrijding bij het project Stadhouderskade. In
2011 heeft de onttrekking betrekking op Wibautas, tunnels en de wachtsteigers.

Raadsdruk Begroting 2011 160


Egalisatiereserve CAN-gebied
Op 11 februari 2009 is besloten tot het vormen van een reserve ter dekking van de
aanloopverliezen van het Parkeerschap Boven 't Y tot een bedrag van € 6.827.000. De
onttrekkingen betreffen de verrekening van deze nadelige saldi. De dotaties betreffen de
ontvangen rentevergoeding over deze belegde reserve.

Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn


Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de Noord/Zuidlijn.

NDSM-veer
De onttrekking betreft de jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie van het veer. Daarnaast is er
rente aan de reserve toegevoegd.

Gemeentelijk aandeel in de kosten busstation/auto-onderdoorgang CS


Onttrekking ten behoeve van de dekking van het gemeentelijk aandeel van de
uitvoeringskosten IJsei.

Risicoreservering IJsei
Dit betreft een reserve ter dekking van de risico’s van het project IJsei.

Bewonersgarages Zuidoost
Met deze reserve wordt het exploitatieresultaat op de garages Zuidoost verrekend. In de
Begroting 2010 is uitgegaan van overdracht van de D, E en K serie van de garages Zuidoost.
De overdracht is afgezien van de K serie niet gerealiseerd. De onttrekkingen betreffen het
nadelig exploitatieresultaat van de garages. De dotaties hebben betrekking op de ontvangen
rentevergoeding over deze belegde reserve.

Inrichting Wibautas
De onttrekking heeft betrekking op de gedeeltelijke dekking van de herprofilering Wibautas.

Mobiliteitsfonds-Algemene Reserve
De onttrekking is conform het meerjarenvoorstel 2010-2014

Vervallen reserves

Voorrang voor een gezonde stad


In de Begroting 2008 is voor een bedrag van € 13,235 miljoen incidenteel toegekend in het
kader van acties Voorrang Gezonde Stad. De uitvoering en de besteding van het restant
van de middelen vindt in 2010 plaats.

4.2 Voorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Voorzieningen
Risicofondsen N/Z-lijn 260,9 0,0 0,0 260,9 0,0 0,0 260,9 260,9 259,9 159,7
Exploitatie en 228,8 10,3 5,4 233,7 10,5 9,2 235,0 234,1 232,1 237,4
investeringen NZK-
veren
Groot onderhoud 3,4 0,5 0,8 3,1 0,5 1,4 2,2 1,8 1,6 1,3
Parkeergebouwen
Bijdrage OGA 1,3 0,0 0,1 1,1 0,0 0,1 1,0 0,8 0,7 0,5
Fietsenstalling
Zuid/WTC
Brandwerende coating 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0
Piet Heintunnel
Casco en 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
funderingsherstel
Noord/Zuidlijn
Totaal voorzieningen 494,7 10,8 6,5 498,9 11,0 10,7 499,2 497,6 494,3 398,9

Raadsdruk Begroting 2011 161


4.2 Voorzieningen

Te handhaven voorzieningen

Risicofondsen Noord/Zuidlijn
Voorziening ter dekking van de risico’s bij de Noord/Zuidlijn.

Exploitatie en investeringen NoordZeeKanaalVeren


Eind 2007 is de overeenkomst tussen het rijk en de gemeente getekend betreffende de
overdracht van de veren over het Noordzeekanaal. Voor de kosten heeft het rijk een
afkoopsom betaald van € 220 miljoen. Deze afkoopsom is opgenomen in deze voorziening.
De jaarlijkse kosten worden gedekt uit de voorziening. Voor de kosten, bestaande uit
exploitatie, beheer en onderhoud, vervangingsinvesteringen, etc. wordt rekening gehouden
met een onttrekking van € 5,5 miljoen in 2010 en € 9,2 miljoen in 2011. Aan de voorziening
wordt rente tegen een vaste rentevoet van 4,5% toegevoegd. Deze wordt berekend op basis
van het gemiddelde van de begin- en eindbalans.

Grootonderhoud parkeergebouwen
De dotaties betreffen de toevoegingen ten laste van de exploitatierekeningen. De
onttrekkingen betreffen het werkelijk te plegen groot onderhoud. Zowel de dotaties als het
werkelijk te plegen groot onderhoud zijn gebaseerd op een goedgekeurde
onderhoudsbegroting.

Bijdrage OGA fietsenstalling Zuid/WTC


De onttrekkingen hebben betrekking op de bijdrage van OGA aan de jaarlijks huurkosten van
de fietsenstalling Zuid.

Brandwerende coating Piet Heintunnel


Dit werk kan pas uitgevoerd worden na 2011 omdat de komende jaren werkzaamheden in de
IJtunnel gepland zijn en conform het corridorbesluit er derhalve in die jaren geen
buisafsluiting in de Piet Heintunnel kan plaatsvinden

Casco en funderingsherstel Noord/Zuidlijn


Deze subsidieregeling wordt beëindigd bij de start bij de start van het boren van de
Noord/Zuidlijn. Afwikkeling zal plaatsvinden in het jaar 2010.

4.3 Mobiliteitsfonds

Voeding Centraal Mobiliteitsfonds


Amsterdam ontvangt via twee kanalen parkeerbelasting. Ten eerste via de verkoop van
parkeervergunningen aan bewoners van Amsterdam en ten tweede via de verkoop van
parkeerrechten op straat aan bezoekers (verkoop van week/maand/jaarkaarten, parkeer en
bel en parkeerautomaat). Deze parkeerbelasting wordt namens de stadsdelen geïnd door
Cition (en voor de voormalige stadsdelen Bos en Lommer en De Baarsjes deels door PCH).
De stadsdelen zijn verplicht een deel van deze inkomsten af te staan aan het Centraal
Mobiliteitsfonds (CMF) van de Centrale stad. De overige inkomsten vloeien naar de
individuele parkeerfondsen van de stadsdelen, die hier de parkeerhandhaving van betalen en
het resterende geld mogen gebruiken voor de realisatie van projecten op het gebied van
verkeer en vervoer en/of openbare ruimte.

Verwachte ontwikkeling totale parkeeropbrengsten Amsterdam


In het najaar van 2009 heeft DIVV O+S opdracht gegeven om een analyse uit te voeren ten
aanzien van de oorzaak van het op de oorspronkelijke verwachting achterblijven van de totale
parkeerinkomsten over 2009. Uit deze analyse blijkt dat circa 67% van het verschil tussen de
werkelijke en verwachte opbrengst is te verklaren op basis van structurele oorzaken. Dit
verschil zal dus ook in de komende jaren niet meer goedgemaakt kunnen worden. Er wordt
nu ingeschat dat de parkeeropbrengsten in de jaren 2010 en 2011 een autonome groei zullen
vertonen tot het niveau dat gelijk is aan helft van de resterende 33% (te bereiken in 2011).
Hiervoor zijn verschillende redenen aan te geven waarbij het wegebben van het schrikeffect
een belangrijke is. Daarnaast wordt op basis van de programakkoorden van de stadsdelen er

Raadsdruk Begroting 2011 162


van uitgegaan dat de stadsdelen Oost en West de vergunningtarieven in hun stadsdeel zullen
optrekken naar het nu geldende hoogste niveau en dat de voorgenomen invoering van fiscaal
parkeren in het laatste deel van Buitenveldert en een groot deel van het voormalige stadsdeel
Slotervaart in 2011 hun beslag hebben gekregen.

Op basis van deze uitgangspunten wordt voor de komende jaren de volgende totale
opbrengst uit parkeerbelastingen verwacht:

2010 2011 2012 2013 2014


€ 130,2 miljoen € 132,5 miljoen € 134,2 miljoen € 134,01 miljoen € 134,06 miljoen

Tegenvallende parkeeropbrengsten en de taakstelling


Een belangrijk knelpunt wordt veroorzaakt door het feit dat de effecten van de invoering van
de nieuwe parkeertarieven, parkeergebieden en parkeerbloktijden in 2009 op de totale
inkomsten uit parkeerbelasting te hoog zijn ingeschat. In werkelijkheid kwam er in 2009 niet
€ 137,7 miljoen binnen, maar € 126,1 miljoen. Door de nieuwe afdrachtsystematiek houdt een
aantal stadsdelen nu minder geld over dan in 2008 (na afdracht aan het CMF en vóór aftrek
van de handhavingkosten). Tot slot speelt er nog een probleem over de afdracht over het jaar
2009. Bestuurlijk is een principeafspraak gemaakt dat stadsdelen er wat betreft inkomsten
niet op achteruit mochten gaan ten opzichte van de inkomsten 2008. Dit is nog niet definitief
afgekaart. Dit geldt ook voor een eventuele compensatie voor het jaar 2010.
Daarnaast is in het programakkoord een taakstelling van € 10 miljoen structureel opgenomen
voor de parkeeropbrengsten, De verdeling tussen stad en stadsdelen is nog onderwerp van
gesprek. Vanwege de onzekerheden omtrent de inkomsten kan het bestedingsvoorstel voor
het Mobiliteitsfonds nog niet worden gepresenteerd, maar zal deze met een separaat voorstel
aan uw Vergadering worden voorgelegd.

Raadsdruk Begroting 2011 163


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 P+R programma tweede Uitvoering n.a.v. van nieuwe Realisatie van visievorming 2.000 2.000
fase visievorming P+R in 2010 met 2010
start programma tweede fase

2 Reconstructie Rode Loper Reconstructie Rokin fase 1 Reconstructie Rokin fase 1 5.000 5.000

3 Taxibeleid en handhaving Het voortzetten van het Verbeterde Amsterdamse 500 500
taxibeleid taximarkt

7.500 7.500

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
4 IJsei toezicht, 2011 t/m Toezichthouders op het Veiligheid en BHV organisatie 410 410
2014 busplatform gedurende de busstation
tijdelijke situatie als gevolg van
werkzaamheden
Noord/Zuidlijn conform
richtlijnen DMB
410 410

S4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
5 Vervangingsonderhoud De noodzakelijke Infrastructuur op niveau 1.200 1.200
infrastructuur vervangingen en
reconstructies van hoofdnet
auto, bruggen, kades en
oevers en sluizen
6 Reconstructie historische In plaats van de gedachte Brug geschikt voor 80 jaar met 400 400
Hogesluisbrug renovatie dient de brug het authentieke uiterlijk
volledig vernieuwd te worden
met historisch uiterlijk

7 Meerkosten Noord/Zuidlijn Dekking gemeentelijk aandeel Aanleg Noord/Zuidlijn 1.430 1.430


en tekort indexering rijk

3.030 3.030

Raadsdruk Begroting 2011 164


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
8 Lager beheer niveau (dIVV) Beheer en onderhoud -1.150 -1.150
stedelijke infrastructuur terug
naar niveau Sober

9 Marktconforme Marktconforme -500 -500


afschrijvingsmethodiek afschrijvingsmethodiek
Parkeergebouwen Parkeergebouwen

10 Hogere kostendekkendheid Tarief naar 8 euro in 2011 -500 -500


bestaande P+R

11 Verhogen rendabiliteit Stoppen met Wegbouwkundig -150 -150


Materiaaldienst (dIVV) Adviesbureau, WBA

12 Nieuwe verdeelsystematiek Nieuwe verdeelsystematiek -10.000 -10.000


parkeeropbrengsten en parkeeropbrengsten en
heroverwegingen in heroverwegingen in
Mobiliteitsfonds Mobiliteitsfonds

13 Besparing op diverse -1.000 -1.000


onderdelen van DIVV Besparing op diverse
onderdelen van DIVV

-13.300 -13.300

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. P+R programma tweede fase


Ons College constateert dat er een duidelijke visie op P+R’s nodig is om efficiënt invulling te
geven aan de Amsterdamse ambitie bezoekers van de stad te bedienen met P+R’s van waar
met een aanvaardbare reistijd en frequentie per OV naar het centrum gereisd kan worden en
terug.In 2011 krijgt een visie voor de efficiënte uitvoering van die ambitie vorm en zal het
oorspronkelijke P+R Programma uit het Actieplan VGS daarop – waar nodig – aangepast
worden. Voor deze ‘tweede fase’ van dit bijgestelde P+R-programma is € 2 miljoen
opgenomen in ons verdelingsvoorstel.

2. Reconstructie Rode Loper


Het Programakkoord spreekt als ambitie uit in deze bestuursperiode met de reconstructie van
de Rode Loper te beginnen. Voor de eerste fase van het project op het Rokin (tussen Dam en
Spui) is een bedrag van € 5 miljoen opgenomen.

3. Taxibeleid en handhaving
Naast de middelen die voor Taxi reeds voorzien in het mobitiliteitsfonds is incidenteel
€ 0,5 miljoen opgenomen in ons verdelingsvoorstel. Ons College acht dit nodig om het
ingezette taxibeleid voort te kunnen zetten. Onder andere werkt ons College aan het
opstellen van een Amsterdams Taxxxi plan. Dit plan wordt met de inwerkingtreding van de
nieuwe Taxiwet verwerkt tot een Amsterdamse taxiverordening 2011, waarmee de gemeente
de taximarkt reguleert. In 2011 wordt deze verordening geïmplementeerd.

Raadsdruk Begroting 2011 165


I4 Overige prioriteiten
4. IJsei toezicht, 2011 t/m 2014
Om te voldoen aan de gemeentelijke richtlijnen en ervoor te zorgen dat de veiligheid wordt
gewaarborgd zijn toezichthouders ingeschakeld bij IJsei. Zij vormen de BedrijfsHulpVerlening
(BHV) organisatie van het busstation. De kosten voor de toezichthouders zijn € 0,4 miljoen
per jaar en lopen tot en met 2014. Het betreft hiermee een meerjarig incidentele prioriteit.

S4 Overige prioriteiten

5. Vervangingsonderhoud infrastructuur
Deze prioriteit betreft de volgende projecten in 2011:

1. Amstelveense weg fase 3 – Zuid ts. Zeilstraat en Stadionplein:


Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie van de Amstelveenseweg tussen
Zeilstraat en Stadionplein. De technische kwaliteit is slecht en heeft het einde van zijn
levensduur bereikt. Daarnaast is het kruispunt Amstelveenseweg/Zeilstraat en het
Haarlemmermeercircuit een Blackspot. Een duurzaam veilige inrichting ontbreekt. Ten
aanzien van het gebruik is het gewenst om over de volledige lengte fietspaden aan te leggen,
waar ze nu nog ontbreken. Voor de voorbereiding is een bedrag van € 0,4 miljoen benodigd.
Afschrijvingstermijn: 30 jaar

2. C. Douwesweg-Coentunnelcircuit:
Het gaat om de uitvoering van de vervanging van de Cornelis Douwesweg (vanaf de rotonde
met de Hardwareweg) - Verlengde Stellingweg - Coentunnelcircuit. De technische staat van
deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud (vervanging) noodzakelijk is. Fase 1 is in
2009 uitgevoerd (Verl. Stellingweg en een deel van de Molenaarsweg). De uitvoering van
fase 2 en 3 stond aanvankelijk gepland voor 2013. Door de winterse omstandigheden van
eind 2009/begin 2010 is de technische staat zeer slecht geworden. Eerdere uitvoering is
noodzakelijk. Als gevolg daarvan is in 2010 al gestart met fase 2. Fase 2 wordt gedekt uit de
middelen voor groot onderhoud. In fase 2 wordt de ‘binnenbocht’ aangepakt en in fase 3 komt
de ‘buitenbocht’ in uitvoering. Voor de uitvoering van fase 3 is een bedrag van € 1 miljoen
benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar

3. De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard


Voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van de De Boelelaan tussen de
Buitenveldertselaan en Europaboulevard. De weg is in een slechte staat en moet op basis
van zijn restlevensduur, welke nihil is, en het niet aanwezig zijn van een duurzaam veilige
inrichting gereconstrueerd te worden. De uitvoering zal plaatsvinden in 2 fases. De volgende
fases zijn te onderscheiden: 1. tussen Buitenveldertselaan en Beethovenstraat en 2. tussen
Beethovenstraat en Europaboulevard. Welke fase als eerste wordt uitgevoerd dient nog
bepaald te worden. Voor de reconstructie is een bedrag van € 0,9 miljoen benodigd.
Afschrijvingstermijn: 30 jaar.

4. Mauritskade tussen Alexanderplein en Muntendamstraat:


Uitvoering van de vervanging van de Mauritskade (tussen Alexanderplein en
Muntendamstraat) inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid
verbeteren. Uit wegbouwkundig onderzoek is naar voren gekomen dat de restlevensduur van
de wegconstructie nihil is. Als gevolg hiervan is al een paar noodmaatregels genomen, zodat
in ieder geval de veiligheid van de weggebruiker wordt gegarandeerd. Er is een reservering
toegekend van € 0,9 miljoen (Q 2007) voor de uitvoering + een bijdrage uit het
mobiliteitsfonds van € 0,275 miljoen. De wens van het stadsdeel de openbare ruimte in te
richten conform de Nota Singelgrachtzone heeft gevolgen gehad voor de scope van het
project. De fietspaden worden zodanig neergelegd dat deze voldoen aan de Nota en de
rijbanen worden eveneens aangepast overeenkomstig de maatvoering in de Nota
Singelgrachtzone. Een andere scopewijziging betreft de met verkeerslichten geregelde
kruising met de 's-Gravenzandestraat. Deze wordt eveneens aangepast en wel zo dat het nu
aanwezige knelpunt in de doorstroming op deze corridor wordt opgelost. Voor de uitvoering is
een aanvullend budget van € 1,8 miljoen benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar

Raadsdruk Begroting 2011 166


5. Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg:
Voorbereiding van de vervanging van de Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg. De
technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is.
Daarnaast is er de maatschappelijke behoefte deze wegen in te richten conform de principes
van een duurzaam veilige infrastructuur. Afstemming met de aanleg van de Westrandweg is
noodzakelijk. De voorbereidingskosten bedragen € 0,25 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30
jaar.

6. Diepenbrockstraat
De voorbereiding van de reconstructie van de Diepenbrockstraat. De technische staat van
deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast is een duurzaam veilige
inrichting gewenst. Er ligt een relatie met de herinrichting van de Stadionweg en de
Hobbemakade. De weg wordt Duurzaam Veilig ingericht met vrij liggende fietspaden. De
voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar.

7. Basisweg tussen Kapelweg en Radarweg


Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie/vervanging van de Basisweg tussen
Kabelweg en Radarweg. De weg is van groot belang voor de ontsluiting van Westpoort op het
rijkswegennet. Het is de zwaarst belaste weg van de stad en is op basis van leeftijd en
gebruik toe aan totale vervanging. De uitvoering kan pas gestart worden na het in verkeer
nemen van de Westrandweg en 2e Coen. De technische staat van deze weg is zeer slecht en
de restlevensduur is op basis van de leeftijd nihil. De weg is op dit moment vanuit Westpoort
de enige verbinding met het rijkswegennet. Na in verkeer nemen van de Westrandweg zijn er
meerdere aansluitingen op het rijkswegennet. De voorbereidingskosten zijn € 0,35 miljoen.
De afschrijvingstermijn bedraagt 30 jaar.

8. Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanustraat


Voorbereiding van de reconstructie van de Mauritskade tussen Linnaeusstraat en
Pontanusstraat, inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid
verbeteren. Daarnaast heeft stadsdeel Oost-Watergraafsmeer geld gereserveerd om de
inrichting van de straat uit te voeren conform de het beleid rond het Singelgrachtprofiel
conform de in 2005 vastgestelde Nota Stedelijke Randvoorwaarden Singelgrachtzone.
De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is.
Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze weg in te richten conform de
principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Onderdeel van het plan is dan ook de
aanleg van vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De
afschrijvingstermijn is 30 jaar.

9. Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406


Voorbereiding van de reconstructie van de Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406. De
technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast dient de
weg duurzaam veilig ingericht te worden. Hiervoor is het gewenst dat fietspaden worden
aangelegd. Er is een afhankelijkheid met de inrichting van de Hobbemakade en de
Diepenbrockstraat. De voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De afschrijvingstermijn
is dertig jaar.

10. Baden Powellweg tussen Ookmeerweg en Plesmanlaan


De voorbereiding van de vervanging van de Baden Powellweg tussen de Ookmeerweg en de
Plesmanlaan. De weg is een belangrijke ader voor de ontsluiting van Osdorp en als gevolg
van zijn leeftijd en zijn slechte conditie toe aan vervanging. De technische staat van de weg is
slecht en op basis van de leeftijd van de weg is de restlevensduur van de weg nihil. De
voorbereidingskosten bedragen € 0,35 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar.

11. Risico Inventarisatie en Evaluatie aan beweegbare bruggen


Het betreft hier de uitvoering van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen
van de beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur. Op de gemeente rust namelijk de
wettelijke verplichting om te beschikken over een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in
het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden. Met name van de al wat oudere
bruggen kan nu niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige

Raadsdruk Begroting 2011 167


wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak
met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau
terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en
handhaving van veiligheid in en rond beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur, gepaard
gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen
€ 0,35 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

12. Risico Inventarisatie aan sluizen


Het uitvoeren van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de sluizen
in Amsterdam. Ook voor wat betreft de sluizen dient er een actuele Risico Inventarisatie &
Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden te zijn. Met
uitzondering van de nieuwste sluizen, kan van het merendeel niet worden aangetoond in
welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige wetgeving. In technische zin bestaat het
eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per
afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In
het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid van en rond
sluizen, gepaard gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De
projectkosten bedragen € 0,2 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

13. Brug 400, vaste brug op de Amsteldijk over het Amstelkanaal


Het uitvoeren van de vervanging van brug 400. De PL. Kramerbrug over het Amstelkanaal
dient geheel te worden vernieuwd. Vanwege opgetreden scheurvorming, betonschade en
corrosie van de stalen liggers, dient het brugdek vernieuwd te worden. Verder is uit nadere
controle gebleken dat de fundering wordt overbelast en ook vernieuwd moet worden. Het
uitgangspunt bij de vernieuwing is het behoud van het monument, omdat het een
rijksmonument betreft. De uitvoering van dit project kan pas starten na gereedkomen van de
herprofilering van de Wibautstraat. De totale investering bedraagt € 5 miljoen. De
afschrijvingstermijn is 100 jaar.

14. Gedeeltelijke renovatie brug 265 Alexanderplein


Het uitvoeren van een renovatie aan brug 265. Een uitgevoerde quickscan heeft aangetoond
dat de gemetselde gewelven van het brugdek ter plaatse van de voet-fietspaden veel
watervoerende scheuren vertonen. Dit zal tot gevolg hebben dat het brugdek versneld
degenereert en niet sterk genoeg meer is. Daarom ligt er nu een voorstel om het brugdek
waterdicht te maken en de gemetselde togen van het brugdek ter plaatse van het voetpad en
fietspad gedeeltelijk te renoveren. Deze brug is een rijksmonument. De renovatie vindt plaats
na de herprofilering van de Wibautstraat. De projectkosten bedragen €655.000. De
afschrijvingstermijn is 40 jaar.

15. Onderzoek constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten 2011-2014


Bestaande bruggen en viaducten dienen te voldoen aan het Bouwbesluit, artikel 1b
Woningwet. Het betreft wettelijke minimum technische eisen voor bestaande bouwwerken
geen gebouw zijnde. Voor veel al wat oudere bruggen en viaducten geldt dat niet of
onvoldoende kan worden aangetoond of en in welke mate deze op dit moment voldoen aan
deze wettelijke eisen. Constructieve veiligheid van bruggen en viaducten is daarnaast
belangrijk, omdat een langdurige stremming een grote impact heeft op bereikbaarheid,
leefbaarheid en veiligheid van de stad. Hierbij kunnen niet in het oog springende
constructieve problemen een rol spelen. Bijvoorbeeld de vermoeiing van materiaal door
wisselende belastingen, de verkeerstoename en daardoor verhoogde frequentie van
belastingen en de toename van de zwaarte van het (vracht)verkeer. Ook veranderingen in de
omgeving kunnen van invloed zijn. Op grond van een recent uitgevoerd onderzoek in het
kader zwaar transport is geconcludeerd dat de gemiddelde onderzoekskosten per object circa
€0,01 miljoen bedragen. Het vraagstuk speelt bij circa 200 bruggen en viaducten. Gezien de
omvang van de inspanning is een looptijd van acht jaar gehanteerd met een kasritme van
250.000 per jaar. In eerste instantie wordt er daarom € 1 miljoen aangevraagd. (Voor de
uitvoering 2015 - 2018 zal er naar verwachting nogmaals een bedrag van € 1 miljoen nodig
zijn.) De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 168


16. Aanvullende dekking voor Utrechtse straat
In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de
tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating
vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en
Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de
gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden
aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen
worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de
levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in
september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de
Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk
te beperken. De totale werkzaamheden zullen naar verwachting eind 2010 zijn afgerond. In
fase 1 is het project geconfronteerd met een aantal tegenvallers, waaronder sterkere
bodemvervuiling en slechtere fundering brug dan uit vooronderzoek bleek, waardoor de
uitvoeringskosten voor het project hoger uitvallen. De meerkosten hiervoor worden geschat
op € 2,1 miljoen. Grootste knelpunt is de samenwerking met de aannemer. De
werkzaamheden hebben hierdoor grote vertraging opgelopen en daarmee ook de
eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010, naar verwachting wordt dit
mei 2011). In april 2010 is de boetebepaling uit het bestek in werking gezet en er is een
juridische procedure opgestart. De aannemer heeft een kort geding tegen de gemeente
aangespannen voor de ingebrekestelling. De aannemer is in het kort geding in het gelijk
gesteld. Momenteel worden afspraken gemaakt met de aannemer om fase 1 af te maken en
fase 2 en 3 uit te voeren. Wat de gevolgen zijn voor de uitvoering en planning van fase 2 en 3
is nog niet bekend. Vooralsnog is hiervoor een extra deel onvoorzien opgenomen van € 0,5
miljoen. In totaal is er een aanvullend krediet nodig van € 2,57 miljoen. De afschrijvingstermijn
is 80 jaar.

18. Instandhouding van de sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen


Dit betreft de voorbereidingscomponent voor de onderdelen sluizen, oevers en
scheepvaartvoorzieningen in de hoofdinfrastructuur die in de periode 2012-2015 tot uitvoering
komen. Vanwege de uit te voeren groot onderhoud taken en eventuele vernieuwingen zijn
middelen nodig om onderzoeken te kunnen uitvoeren. Ook bij de vervolgfasen (voorbereiding
t/m fase Aanbesteding & Gunning) zijn onderzoeksbudgetten noodzakelijk. Na de tussenfase
‘Voorontwerp’ kunnen namelijk definitieve aanvragen voor de uitvoeringsfasen worden
gedaan. Na de constatering van (mogelijke) grote gebreken of het bereiken van het einde van
de levensduur zullen objecten, of delen daarvan, allereerst worden onderzocht en voorbereid
op eventuele werkzaamheden. Hierna worden ze opgevoerd in een Voorlopig Ontwerp om
vervangen te worden, waarbij in de tussentijd door gegaan wordt met de voorbereiding tot
aanbestedingsfase. Voor de voorbereiding t/m fase aanbesteding en gunning is een bedrag
nodig van € 1,25 miljoen. De afschrijvingstermijn bedraagt 20 jaar.

19 Brug 117 Raadhuisstraat


Het betreft hier de voorbereiding voor de vernieuwing van het brugdek en het versterken van
de fundering van brug 117 over de Raadhuisstraat. Uit onderzoek is gebleken dat de sterkte
van het brugdek en het draagvermogen van de fundering van de brug onvoldoende sterk zijn
voor de belastingnorm, waardoor de brug niet voldoet voor normaal verkeer. Indien er niet
vernieuwd kan worden, dient er een aslastbeperking voor zwaar verkeer te worden ingevoerd.
Uit nader onderzoek moet blijken welke delen van de brug gerenoveerd moeten worden.
Hierbij dient het gemeentelijk monument te worden behouden en dient de brug aan de
vigerende regelgeving, zonder functie beperking, te voldoen. Het auto- en tramverkeer mogen
tijdens de werkzaamheden niet worden gestremd. De benodigde voorbereidingskosten zijn
€ 0,2 miljoen. De afschrijvingstermijn is 80 jaar.

6. Reconstructie historische Hogesluisbrug


Ter continuering van de renovatie van de Hogesluis, brug 246, conform de
‘reconstructie/renovatievariant’ is deze prioriteit in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Deze
variant houdt in dat de waterpijlers volledig worden vervangen, inclusief de kelders. De
nieuwe einddatum voor oplevering van de gerenoveerde brug wordt augustus 2012.

Raadsdruk Begroting 2011 169


7. Meerkosten Noord/Zuidlijn
Conform het genomen besluit bij de Begroting 2007 worden de kapitaallasten van de
meerkosten van de Noord/Zuidlijn (€ 83 miljoen) in zes jaarlijkse tranches gedekt in de
begrotingen 2007- 2012. Dit legt een beslag van € 897.000 aan kapitaallasten op de
Begroting 2011. In het kader van de Jaarrekening 2006 is voorgesteld de meerkosten op
basis van de meest recente financiële prognose Noord/Zuidlijn volgens dezelfde systematiek
te dekken; de kapitaallasten van de aanvullende meerkosten van € 41 miljoen worden in vijf
tranches gedekt in de Begrotingen 2008-2012. Dit legt een aanvullend beslag op de
Begroting 2011 van € 533.000 aan kapitaallasten. Hiermee komt de totale prioriteit op € 1,43
miljoen structureel.

SP4 Structurele posterioriteiten

8. Lager beheer niveau (dIVV)


De meeste arealen worden thans op niveau verzorgd beheerd. In de nota BON zijn lagere
niveaus gedefinieerd. Het huidig niveau zit tussen niveau Verzorgd en Sober. Het verschil
tussen de beheerniveaus wordt met name gevonden in de werkzaamheden gericht op
inspectie en het eerstelijnsonderhoud. Ons College stelt voor om het niveau terug te brengen
naar sober.

9. Marktconforme afschrijvingsmethodiek Parkeergebouwen


Deze ombuigingsmaatregel gaat uit van het niet meer volledig afschrijven van de gebouwen
(tot 75% van de stichtingswaarde). Deze wijze van afschrijven sluit beter aan bij hetgeen
private partijen in de markt doen en past bij het commerciëler laten werken van
Parkeergebouwen.

10. Hogere kostendekkendheid bestaande P+R


In ons Programakkoord is als maatregel aangekondigd dat P+R tegen een meer
kostendekkend tarief moet gaan plaatsvinden. Ons College stelt voor om het tarief te
verhogen naar € 8 in 2011 en € 10 in 2012.

11. Verhogen rendabiliteit Materiaaldienst (dIVV)


Van de producten van de Materiaaldienst is het Wegbouwkundig Adviesbureau (WBA)
verlieslatend. Grotendeels afstoten van deze taak, met een uitzondering van het keuren van
materialen, kan het rendement van de Materiaaldienst verbeteren.

12. Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds


Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds

13. Besparing op diverse onderdelen van DIVV


Dit betreft een aanvullende besparing op diverse onderdelen van DIVV, zoals de
parkeergebouwen, de P&R exploitatie en het verbeteren van het contract ABRI. DIVV zal bij
de Actualisatie 2011 een concreet voorstel doen om deze ombuiging in te vullen. Vooralsnog
is deze ombuiging als stelpost in de Begroting 2011 verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 170


Programma Openbare ruimte, groen, sport en
recreatie
Maatschappelijk effect
Amsterdam blijft een goed bereikbare, compacte stad en stedelijke samenleving met voldoende
groengebieden waar zowel jong als oud zich thuis voelen en waar mensen graag wonen, werken
en recreëren.
De stad heeft een systeem van bereikbare, goed ingerichte en goed beheerde openbare ruimten en
groengebieden. Pleinen, straten, parken, sportaccommodaties, volkstuinparken en het regionale
landschap maken de stad aantrekkelijker en versterken daardoor de stedelijke (creatieve)
economie, maatschappelijke kwaliteit, cultuur en milieu.

De Amsterdamse samenleving is een samenleving waarin sport een ‘lifestyle’ is met veel (genieten
van) sportbeoefening en waarin topsport een voorbeeldfunctie heeft voor jongeren. Maar ook kan
sport als effectief instrument worden ingezet op andere beleidsterreinen, zoals maatschappelijke
participatie, sociale cohesie, talentontwikkeling, gezondheid en economie.
Sport vormt dan ook een steeds belangrijker onderdeel van gemeentelijk beleid. Sport is behalve
leuk, ook gezond en draagt bij aan onderlinge ontmoeting en verbinding. Bovendien hebben
topsportevenementen (onder andere: Giro d’Italia, Jumping Amsterdam) een economische spin-off
voor de stad. Amsterdam onderschrijft zowel de breedte- als topsport ambities die zijn opgenomen
in het Olympisch Plan 2028. In het nieuwe Programakkoord 2010-2014 is onder andere. de
Amsterdamse SportDag en Nacht geformuleerd, om sport nog meer onder de aandacht te brengen
bij de Amsterdamse jeugd.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 69,4 65,4 67,6 44,5 49,7 43,9 53,0
Baten - 9,8 3,9 3,3 2,3 1,5 1,4 1,4
Resultaat t.l.v.
algemene middelen 59,6 61,5 64,2 42,2 48,2 42,5 51,6
voor mutaties reserves
Toevoeging minus
-7,0 - 11,8 - 14,9 0,5 - 5,0 0,4 - 9,1
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v.
algemene middelen na 52,7 49,7 49,3 42,7 43,2 42,9 42,5
mutaties reserves
Saldo reserves 36,1 18,3 17,8 18,3 13,3 13,7 4,6
Saldo voorzieningen 13,2 14,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
De dynamiek van de stad en de druk van onze bewoners en bezoekers op het stedelijk (verblijfs-)
milieu, zowel in de stedelijke omgeving als in de buitengebieden, maken de uitvoering van het
voorliggende beleid noodzakelijk. Dat deze voorstellen zijn opgesteld onder een slecht financieel
gesternte blijkt uit de sobere invulling die ons College in deze begroting geeft aan de gewenste
ontwikkelingsrichting op het gebied van de openbare ruimte en groen. Deze omstandigheid maakt
overleg met de stadsdelen en de ons omringende gemeenten om gezamenlijk tot een adequate
uitvoering van onze beleidswensen te komen, zowel kwalitatief als kwantitatief des te belangrijker.

In 2008 is het Sportplan 2009-2012 door uw Vergadering vastgesteld. De dekking van de hierin
opgenomen doelstellingen heeft op incidentele basis plaatsgevonden. In het nieuwe
programakkoord zijn de doelstellingen uit dat plan grotendeels overeind gebleven. In de Begroting

Raadsdruk Begroting 2011 171


2011 komen de gevolgen van de financiële crisis tot uitdrukking, en de invloed die zij hebben op de
realisering van de ambities die voor de crisis zijn geformuleerd. Toch houden wij onverkort vast aan
de belangrijkste doelstellingen voor breedtesport en topsport en ook de financiering van de
combinatiefunctionarissen is voor het komende jaar vastgelegd. In 2011 wordt het Amsterdamse
werkplan voor de Olympische ambitie aan uw Vergadering voorgelegd.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


In het verband van de Metropoolregio wordt de verdere ontwikkeling van het gedachtegoed van de
metropool en van het metropolitane groen stevig voortgezet. Het economische belang van de
‘groenblauwe component’, als onderdeel van de metropolitane strategie, wordt in alle bestuurlijke
geledingen erkend. Deze erkenning wordt ruimtelijk doorvertaald in integrale ontwikkelingsvisies en
concrete projecten.

De werkzaamheden die in de afgelopen bestuursperiode in gang zijn gezet richten zich op de stad,
op de overgang tussen stad en land en op het metropolitane landschap van de regio. In 2011 lopen
deze werkzaamheden door en wordt er naast bestuurlijk draagvlak ook gezocht naar een
organisatievorm en naar de financiën die nodig zijn om de uitvoering van deze regionale projecten
mogelijk te maken.

Het optimaliseren van de interactie en wisselwerking tussen stad en ommeland is een speerpunt.
De stad houdt het ommeland vitaal door te investeren in het beheer (door vertegenwoordiging in de
recreatieschappen), in herinrichting (Westrand) en door te investeren in nieuwe economische
ontwikkelingen.
1
De scheggen waar het groen tot diep in de stad doordringt, blijven behouden. Ecologische
gebieden worden met elkaar verbonden en waar mogelijk versterkt en er wordt invulling gegeven
aan het Convenant biodiversiteit. De subsidieregeling voor groene daken blijft in stand.

3.1 Subprogramma Groen

3.1.1 Groen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?


De investeringen in groen zullen ertoe leiden dat mensen in hun directe omgeving kunnen
recreëren en ontspannen. Onder invloed van de wijkaanpak in het stedelijke milieu, zullen de
groenvoorzieningen naar verwachting beter benut worden.

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en van groot belang
voor de recreërende Amsterdammers
Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013
Stijging inkomsten schappen Professionali Profession Begrotingen Begrotingen Begrotingen Begrotingen
en aanpak kostenbeheersing sering en ele op orde op orde op orde op orde
verdienend inrichting
en Gezond Gezond Gezond Gezond
vermogen perspectief perspectief perspectief perspectief
op gang aansturing
schappen schappen schappen schappen schappen
Begrotingen gerealiseer Evaluatie rol Conclusie Nwe Nwe
hebben de d Amsterdam rol beheerorga beheerorga
neiging te Amsterdam nisatie in nisate
blijven in metropolita metropolita
stijgen schappen an an
landschap landschap
staat in de gefaseerd
tijgers ingevoerd.

1
Scheggen zijn tussen de stedelijke bebouwing gelegen en ondanks de moderne ruimtelijke ordening bewaard gebleven
restanten van de oorspronkelijke groene omgeving van de stad. Zij vormen de laatste overblijfselen van de geschiedenis en
de natuur van de oorspronkelijke buitengebieden, waarvan de uitlopers soms nog tot vlakbij het stadscentrum doorlopen.

Raadsdruk Begroting 2011 172


3.1.2 Groen: Wat gaan we ervoor doen?
In het Programakkoord 2010-2014 stelt ons College dat de stadsparken, postzegelparken en het
cultuurhistorisch landschap en groen in en rond onze stad in een optimale conditie moeten zijn om
tegemoet te kunnen komen aan de wensen die de bewoners hebben op het gebied van recreatieve
en sportieve in- en ontspanning. Daartoe is het van belang dit stedelijk milieu in stand te houden en
uit te breiden. Dit vereist voortdurende en goede kwalitatieve en kwantitatieve zorg. Er is voor de
investeringsagenda een lijst gemaakt van projecten die in aanmerking zouden kunnen komen voor
een bijdrage uit de groengelden. Het totaal van de met de projecten op deze lijst gemoeide
bedragen is meer dan € 20 miljoen. Bovendien is deze lijst een uittreksel van een totale ambitie die
nog eens een veelvoud aan investeringen vraagt. Het is dus noodzakelijk om zeer scherp te kiezen
waar de beschikbare € 10 miljoen voor wordt ingezet. Het maken van die keuze wordt in de tweede
helft van 2010 voorbereid. Daarbij zal de prioriteit liggen bij een beperkt aantal parken en zal
bekeken worden of met een deel van de middelen uit het groenfonds versterking van de wijkaanpak
mogelijk is.

Aan het begin van het begrotingsjaar zal ter besluitvorming een voorstel worden voorgelegd
betreffende de toewijzing van middelen aan groenprojecten die en gerealiseerd kunnen worden in
deze bestuursperiode en kunnen rekenen op cofinanciering en bijdragen aan de grootstedelijke
ambitie.

Overige doelstellingen
Doelstelling 1: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en
van groot belang voor de recreërende Amsterdammers
Continuering van de aanbevelingen uit de rapportage aan uw Vergadering uit 2006. De focus ligt op
goed financieel beheer. Daarvoor is ambtelijke ondersteuning en advisering van het bestuur
noodzakelijk en het voorbereiden en inrichten van besluitvormingsprocessen. De positie van
Amsterdam en de rol van Amsterdam in de schappen wordt geëvalueerd en aangepast. Daartoe
zal in overleg met de andere deelnemers in de schappen in de komende periode overleg starten.
Bepaald moet worden hoe in het licht van de interne en externe financiële taakstelling een
substantiële efficiëntieslag tot de mogelijkheden behoort.
3.1.3 Groen: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Kapitaallasten (groenfonds,
openbaar groen, Stichting Hortus) 2,6 2,6 2,6 2,6 2,5 2,5
Groenmiddelen 2007-2010 5,1 4.4 0,3 1,5 0,0 0,0
Sloterplas en Parken 5,1 4,2 0,1 2,6 0,0 0,0
ISV/SV 1,7 1,7 0,8 0,0 0,0 0,0
Amsterdamse Bos 6,1 6,0 5,9 6,0 6,0 5,9
Groen plantage/Hortus 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
Doelstelling 1

Bijdragen aan recreatieschappen 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2


totaal 23,5 21,8 12,6 15,6 11,4 11,3
Baten -
Kapitaallasten (groenfonds,
openbaar groen, Stichting Hortus) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
ISV/SV 1,7 1,7 0,8 0,0 0,0 0,0
Amsterdamse Bos 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
Doelstelling 1

Bijdragen aan recreatieschappen 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1


totaal 2,1 2,1 1,2 0,4 0,4 0,4
Mutaties in reserves -10,3 -8,7 -0,4 -4,0 0,0 0,0
Saldo 1,1 11,0 11,1 11,2 11,1 10,9

Raadsdruk Begroting 2011 173


Actualisatie 2010
Het nadelig saldo in de Actualisatie 2010 blijft ten opzichte van de Begroting 2010 ongeveer gelijk.
De voornaamste ontwikkelingen zijn:
 in 2010 dalen de uitvoeringskosten van groenprojecten volgens planning met € 0,8 miljoen tot
€ 4,4 miljoen. Voor de vertraagde projecten is bestuurlijk uitstel verleend. De uitgaven worden
gedekt uit de bestemmingsreserve
 in 2010 dalen de uitvoeringskosten projecten Sloterplas en parken volgens planning met € 0,9
miljoen tot € 4,2 miljoen. Voor de vertraagde projecten is bestuurlijk uitstel verleend. De
uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

Begroting 2011
Het nadelig saldo van de rompbegroting 2011 daalt ten opzichte van de Actualisatie 2010 met
€ 0,1 miljoen. De voornaamste ontwikkelingen zijn:
 In 2011 dalen de uitvoeringskosten van groenprojecten volgens planning met € 4,1 miljoen tot
€ 0,3 miljoen op basis van bestuurlijke besluitvorming. De uitgaven worden gedekt uit de
bestemmingsreserve
 In 2011 dalen de uitvoeringskosten projecten Sloterplas en parken volgens planning met € 4,1
miljoen tot € 0,1 miljoen op basis van bestuurlijke besluitvorming. De uitgaven worden gedekt
uit de bestemmingsreserve
 De uitgaven in het kader van het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing nemen af met € 0,9
miljoen. Dit is saldoneutraal, aangezien hier ontvangsten uit het Investeringsfonds tegenover
staan

3.1.4 Groen: risico’s


De risico’s van het Subprogramma Groen zijn onderbesteding of vertraging van besteding. Deze
risico’s worden vroegtijdig ondervangen door een strenge selectie van projecten die begin 2011 ter
besluitvorming worden voorgelegd.

3.2 Subprogramma Openbare ruimte

3.2.1.Doelstellingen, activiteiten en financiën subprogramma Openbare ruimte


De openbare ruimte is de ontmoetingsruimte van de stad, waar het sociale en deels ook het
zakelijke leven zich afspeelt. Met name kleinere, creatieve bedrijven gericht op de kennissector
zoeken als vestigingsplaats plekken uit waar de openbare ruimte druk, levendig en mooi is. Een
kwalitatief hoogwaardig ingerichte openbare ruimte is van levensbelang voor de stad.

Overige doelstellingen
Doelstelling 1: Prettige, duurzaam ingerichte en goed te gebruiken openbare ruimte met aandacht voor fietsers,
voetgangers, gehandicapten en kinderen: toegankelijk, schoon, intact en veilig
Financiële ruimte voor kwaliteitsimpuls door efficiënte inkoop van materialen
Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013

Schoonheidsgradenmeting en Nulmeting Schoon- Schonere Uitbereid- Uitbereid- Uitbereid-


ontwikkelen van beleidsvisie Schoonheidsgraden heids- openbare ing ing ing
metropolitaan openbare ruimtebeleid graden ruimte. Schoon- Schoon- Schoon-
Geen of versnipperde heids- heids- heids-
als input voor de Structuurvisie en informatie voorhanden meting Schoon-
beleidskop op de Puccinimethode. uitgebreid heidsgraden graden- graden- graden-
Versnipperde inkoop van met meting meting met meting met meting met
OR-materiaal. subjectieve uitgebreid nieuwe nieuwe nieuwe
Partijen maken hun eigen meting en met een modules modules modules
afweging bij inrichting publicatie. ‘heel’ meting ‘honden- ‘honden- ‘honden-
Meting i.s.m. Dienst poep’ en poep’ en poep’ en
uitgebreid Wonen. ‘zwerfvuil ‘zwerfvuil ‘zwerfvuil
Geen eenheid in met nieuwe Koppelen op het op het op het
uitvoeringskwaliteit in de modules water’ water’ water’
stad metropolita- Advisering Advisering Advisering
‘groen’ en ne visie op
‘zwerfvuil bij openbare bij imple- bij imple- bij imple-
container- mentatie mentatie mentatie
Start fonds openbare ruimte aan Puccini- Puccini- Puccini-
ruimte locaties’. de Puccini- methode. methode. methode.
Beleidsvisie methode.
metropolita- Advisering
ne openbare

Raadsdruk Begroting 2011 174


ruimte uitvoering Catalogus Catalogus Catalogus
voltooid. preadvies verder verder verder
‘Lekker aangevuld aangevuld aangevuld
Leven’ met met met
Centrale straatmeub straatmeub straatmeubi
inkoop Overeenko
mst met ilair. ilair. lair.
materialen
efficiënter stadsdelen
over Centrale Centrale Centrale
mogelijk. inkoop inkoop inkoop werpt
catalogus
materialen werpt werpt vruchten af.
is bereikt vruchten vruchten
af. af.
Centrale
inkoop
materialen
efficiënter
mogelijk.

3.2.2. Openbare ruimte: Wat gaan we ervoor doen?

Programakkoord 2010-2014: De kwaliteit van de openbare ruimte kan een impuls in deze
bestuursperiode goed gebruiken. Hierbij staat de verbetering van de leefbaarheid of wel de
beleving van de openbare ruimte in zijn algemeenheid voorop. Samenhang met projecten als
Stationsplein, de entree van de stad via de Rode loper en het Leidseplein/Leidsebuurt is
onmiskenbaar.
In het Programakkoord Kiezen voor de stad wordt voorgesteld om voor grootstedelijke openbare
ruimte projecten € 10 miljoen extra uit te trekken. Daarbij worden met name projecten als
Stationsplein, Rode Loper en Leidseplein/Leidsebuurt genoemd.
Voor begin 2011 wordt ten behoeve van de definitieve besluitvorming van de besteding van de
middelen een investeringsagenda/ lijst van projecten opgesteld die onder deze titel in aanmerking
zouden kunnen komen voor een bijdrage uit voor de openbare ruimte beschikbare middelen. Voor
2014 zullen de projecten zijn gestart en zullen de verplichtingen tenminste zijn aangegaan, waarbij
een deel van de uitgaven in 2015 zal gaan plaatsvinden.
De voorgestelde budgetverdeling over de jaren 2011-2013 is indicatief, want dat is afhankelijk van
de daadwerkelijke start uitvoering. Wel is het noodzakelijk om duidelijkheid te hebben over het
beschikbare bedrag, om zekerheid over de uitvoering te kunnen bieden aan de planeigenaren. Er
zal gestreefd worden naar cofinanciering met stadsdelen. Nagegaan zal worden of ook bijdragen
van derden tot de mogelijkheden behoren.

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: Prettige, duurzaam ingerichte en goed te gebruiken openbare ruimte met aandacht
voor fietsers, voetgangers, gehandicapten en kinderen: toegankelijk, schoon, intact en veilig
Financiële ruimte voor kwaliteitsimpuls door efficiënte inkoop van materialen

Belangrijke instrumenten voor de realisatie van deze doelstelling zijn de Puccinimethode en de


halfjaarlijkse Schoonheidsgradenmeting.

Puccinimethode
De Puccinimethode gaat voornamelijk over de fysieke inrichting van straten en pleinen. In nauwe
samenwerking met de stadsdelen en de diensten IBA, OGA en IVV werkt DRO aan een nieuwe
traditie voor de inrichting van de Amsterdamse openbare ruimte. Bestuurlijke vaststelling van de
deelproducten Catalogus en Visiekaart staat gepland voor de winter van 2010-2011. In 2011
worden deze producten geïmplementeerd in het beleid en ontwerp van stadsdelen en centrale
diensten.

Schoonheidsgradenmeting
De schoonheid van de openbare ruimte in Amsterdam wordt in opdracht van de stadsdelen en de
centrale gemeten. Middels een fijnmazig netwerk van meetpunten op straat, in plantsoenen en
rondom containerlocaties wordt inzichtelijk gemaakt hoe schoon de openbare ruimten in de
stadsdelen zijn. Eens in de twee jaar worden in opdracht van de Gemeenteraad (motie Flos) de
resultaten van de objectieve schoonheidsgradenmeting in combinatie met de subjectieve
schoonmeting uit het rapport Wonen In Amsterdam (WIA) gepubliceerd.

Raadsdruk Begroting 2011 175


De verloedering van de openbare ruimte is velen een doorn in het oog. Eind 2007 heeft uw
Vergadering voor de Begroting 2008 eenmalig een miljoen euro beschikbaar gesteld voor de
aanpak van verloederde plekken in de Amsterdam. In nauwe samenwerking met de stadsdelen zijn
acht verschillende plekken in de stad opgeknapt. De selectie van deze plekken is tot stand
gekomen door middel van een uitgebreide enquête onder Amsterdammers, uitgevoerd door O+S.
De uiteindelijke keuze uit de vele door burgers aangedragen plekken is gemaakt door een
deskundigenpanel. De aanpak van de plekken is gezamenlijk met de stadsdelen opgepakt. Najaar
2010 wordt de laatste plek opgeleverd.

3.2.3 Openbare ruimte: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Kapitaallasten speelplaatsen en
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
vijvers
Hot spots: reiniging/intensivering
0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
schone stad
Beleidscapaciteit OR&G 1,6 1,6 1,4 1,4 1,4 1,4
Museumplein 0,4 0,8 0,0 0,0 0,6 0,6
Leidseplein 2,0 0,1 0,1 0,0 0,0 5,8
De Rode Loper 0,0 0,0 0,0 2,0 0,0 3,6
Vangnetvoorziening afbouw ID-
0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0
banen
Bijdrage wegen Haven gebied 7,9 7,9 8,0 8,0 8,0 8,0

Baten -
Mutaties in reserves
Hot spots -0,1 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Museumplein - 0,4 - 0,8 - 0,0 - 0,0 - 0,6 - 0,6
Leidseplein - 2,0 - 0,1 -0,1 0,0 0,0 - 5,9
Reserve Rode Loper 1,0 1,0 1,0 - 1,0 1,0 - 2,6
Saldo
10,8 10,8 10,5 10,5 10,5 10,5

Actualisatie 2010
Het nadelig saldo in de Actualisatie 2010 stijgt ten opzichte van de Begroting 2010 met € 0,1
miljoen. De meeste ontwikkelingen in lasten zijn saldoneutraal omdat er onttrekkingen uit reserves
tegenover staan.
 De uitgaven voor de uitvoering van Hotspots verloedering bedragen in 2010 € 0,4 miljoen.
Oplevering en afrekening van projecten vindt plaats in 2010 .De uitgaven worden gedekt uit de
bestemmingsreserve. In de begroting is uitgegaan van een vrijval van € 100.000. Dit bedrag is
echter in de Jaarrekening 2009 al vrijgevallen ten gunste van het concern
 Museumplein: de uitvoeringskosten voor de herinrichting van het plein nemen toe met
€ 0,4 miljoen. Het aanstraten rond het Stedelijk Museum zal als gevolg van de vertraagde
oplevering van dit museum in 2010 plaatsvinden. De inrichting van de directe omgeving van het
Rijksmuseum zal naar verwachting in 2013 en 2014 plaatsvinden. De uitgaven worden gedekt
uit de bestemmingsreserve
 Leidseplein: de uitvoering van de herinrichting van het plein is voor 2014 niet te verwachten.
Tot die tijd worden er wel voorbereidingskosten gemaakt. De lasten dalen met € 1,9 miljoen.
 De onttrekking uit bestemmingsreserves (baten) daalt met € 2,8 miljoen vooral als gevolg van
het de aanpassing in het tempo van uitvoeren van Museumplein, Leidseplein en projecten Hot
Spots verloedering.

Raadsdruk Begroting 2011 176


Begroting 2011
Het nadelig saldo van de rompbegroting 2011 daalt ten opzichte van de Actualisatie 2010 met
€ 0,4 miljoen. De voornaamste oorzaken zijn:
 Het saldo van de beleidscapaciteit jaarprogramma Openbare ruimte en groen neemt af met
€ 0,2 miljoen als gevolg van het vervallen van de incidentele prioriteit 2010 voor proeftuin
Amsterdam
 De incidentele prioriteit 2010 ´vangnet afbouw ID banen´ ad € 0,3 miljoen vervalt in 2011
 Museumplein: de uitvoeringskosten voor de herinrichting van het plein dalen met
€ 1,1 miljoen tot € 0,4 miljoen. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve
 De bestemmingsreserve ´Hot spots verloedering´ is in 2010 volledig besteed. De raming 2011
daalt met € 0,4 miljoen tot 0.
3.2.4 Openbare ruimte: risico’s
Risico’s in het Subprogramma Openbare ruimte zijn onderbesteding of vertraging van besteding.
Deze risico’s worden vroegtijdig ondervangen door strenge selectie van projecten die begin 2011
ter besluitvorming worden voorgelegd. De prioriteitstelling zal niet alleen afhankelijk zijn van de
tekorten op de grootstedelijke openbare ruimte projecten, met name daar waar op de kwaliteit van
de openbare ruimte wordt bezuinigd.

3.3 Subprogramma Sport


3.3.1. Sport: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling 1: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en sociale
ontwikkeling van alle Amsterdammers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Percentage sportdeelname kinderen 75% 2009 77% 80% 80% 80%
en jongeren 6 t/m 18 jaar volgens
RSO2
Percentage kinderen en jongeren 4 65% 2010 67% 68% 69% 70%3
t/m 18 jaar dat deelneemt aan
naschools sport- en beweegaanbod

Doelstelling 2: Volwassenen: stijging van de duurzame sportparticipatie onder volwassenen en vermindering


van bewegingsarmoede4
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Percentage volwassenen dat aan 59% 2009 60% 63% 66% 70%
sport doet volgens RSO
Percentage volwassenen dat voldoet 72% Staat van 73% 74% 75% 76%
aan de Nederlandse Norm Gezond de Stad
Bewegen 2008

Doelstelling 3: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal programma’s en bonden Progr. 12 2010 12 13 14 15
verankerd in Centrum voor Topsport Bonden 7 2010 7 8 9 9
en Onderwijs (CTO)
Aantal internationale topsportevene-
menten, onder te verdelen in
- Jaarlijks terugkerend 7 2010 7 7 7 7
- Aantal van EK/WK niveau, 6 1 4 2 45
georganiseerd in 2011-2014
(streven is 11 in totaal)
- Aantal grote evenementen
geacquireerd in de periode 2011- 4

2
Richtlijn Sportdeelname Onderzoek. Norm: minimaal 1 x per maand sporten.
3
Financiële dekking voor de programma’s die hiervoor nodig zijn, moet nog gevonden worden.
4
Zie noot 2
5
Waarvan twee zeer grote, waarschijnlijk in 2014, of één in 2013 en één in 2014

Raadsdruk Begroting 2011 177


2014 voor de periode ná 2014

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal op te knappen en/of te 6 2010 7 7 7 7
realiseren sportvoorzieningen in de
openbare ruimte
Adequate accommodatiecapaciteit
basissportvoorzieningen6.
− Sporthalcapaciteit 26 2010 27 28 30 32
− Aantal hockeyvelden 32 34 36 40 42
− Aantal tennisbanen 221 230 235 250 270
Aantal “topparken” in ontwikkeling 4 2010 4 5 6 7

Overige doelstellingen
Doelstelling 5: Sportverenigingen: stijging van het aantal maatschappelijk actieve, kansrijke Amsterdamse
sportverenigingen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal uren sportaanbod door Telling 2010 nnb nnb nnb nnb
sportverenigingen in primair en wordt
voortgezet onderwijs uitgevoerd
Percentage sportverenigingen dat Wordt 2010 nnb nnb nnb nnb
zich richt op het bereiken van sociaal momenteel
maatschappelijke doelen herijkt

3.3.2 Sport: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en
sociale ontwikkeling van alle Amsterdammers
Ons College heeft de ambitie om via een convenant met de schoolbesturen en stadsdelen een
minimum van drie sporturen per leerling per week te realiseren. Bovendien is de inzet van
combinatiefunctionarissen zowel gericht op een verhoging van de sportdeelname door jongeren als
een verhoging van de aandacht voor sport op school. Daarnaast streeft ons College ernaar dat in
2014 90% van de Amsterdamse basisscholen een vakleerkracht lichamelijke opvoeding heeft.

Doelstelling 2: Volwassenen: stijging van de duurzame sportparticipatie onder volwassenen en


vermindering van bewegingsarmoede
Dit is uitgewerkt in doelstelling 26 t/m 34 uit het Sportplan 2009-2012. Het betreft voornamelijk
cofinanciering van door stadsdelen in hun sport- en beweegplannen op te nemen en uit te voeren
beweegprogramma’s. Dit moet leiden tot een toename van de gemiddelde sportdeelname van de
Amsterdammers in 2014.
De Amsterdamse sportinfrastructuur moet verspreid zijn over de hele stad, optimaal worden
gebruikt en geen beperking kennen door inkomen of lichamelijke handicap.

Doelstelling 3: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau


De ambities ten aanzien van Topsport zijn verwoord in het Sportplan 2009-2012, doelstelling 38 t/m
42. Met de verlening aan de gemeente van de NOC*NSF licentie voor het Centrum van Topsport
en Onderwijs heeft Amsterdam haar topsport ambities verder concreet inhoud gegeven. Ook het
organiseren van (top)sportevenementen blijft een belangrijk onderdeel van het topsport beleid. Een
goede samenwerking op het gebied van top- en breedtesport met andere gemeenten, het rijk en
NOC*NSF is voor de Nederlandse Olympische ambitie van belang.

Doelstelling 4: Ruimtelijk/accommodaties: a) sportievere inrichting openbare ruimte; b) voldoende


basissportvoorzieningen en c) kwalitatief betere sportvoorzieningen

6
Dekking voor het op peil brengen van accommodatiebestand moet nog worden gevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 178


Uitgewerkt in doelstelling 43 t/m 50 van het Sportplan 2009-2012. De centrale stad maakt
afspraken met de stadsdelen over speelruimte en sportieve inrichting van de openbare ruimte. Zes
sportparken zullen de komende jaren opgewaardeerd worden tot zogenaamd toppark.

Doelstelling 5: Sportverenigingen: stijging van het aantal maatschappelijk actieve, kansrijke


Amsterdamse sportverenigingen
Met het rijk zijn afspraken gemaakt over de cofinanciering van de combinatiefunctionarissen. Deze
functionarissen leveren een cruciale bijdrage in het realiseren van deze doelstelling. Daarnaast
adviseert en ondersteunt de gemeente sportverenigingen in de realisering van sociaal
maatschappelijke doelstellingen.

Raadsdruk Begroting 2011 179


3.3.3 Sport: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 1, 2 en3
Apparaatkosten sport
1,9 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8
(deel stimulering)
Stelpost
Combinatiefuncties 2,1 2,8 1,2 1,2 1,2 1,2
Amsterdamse Sportraad
0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Sportbeleid en
sportservicebureau 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Sportdeelname en
stimulering (beleid,
service, jongeren) 4,7 5,3 2,6 2,6 2,6 2,6
Doelstelling 4
Topsport
1,6 1,6 0,6 0,6 0,6 0,6
Doelstelling 5
Apparaatkosten sport
(deel accommodatie) 1,5 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8
Kapitaallasten geldlening
st. SIA 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0
Subsidies
sportaccommodaties 4,7 4,6 4,9 5,3 5,2 5,1
Exploitatie Sporthallen
Zuid 1,7 1,6 2,0 1,8 1,8 1,8
Exploitatie overige
sportaccommodaties 0,8 0,7 0,7 0,8 0,8 0,7

Baten -
Doelstelling 1, 2 en 3
Sportdeelname en
stimulering (beleid,
service, jongeren) 0,8 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2
Doelstelling 5
Kapitaallasten geldlening
st. SIA 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0
Exploitatie Sporthallen
Zuid 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
Exploitatie overige
sportaccommodaties 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Mutaties in reserves
reserve Impuls Brede
School 0,0 - 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
reserve Sportuitmarkt 0,0 - 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
reserve Verenigingsonder
steuning 0,0 - 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
reserve MAJOS 0,0 - 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo
17,8 17,5 13,8 14,2 14,0 13,8

Actualisatie 2010
De stelpost Combinatiefuncties neemt in de Actualisatie 2010 toe met € 0,7 miljoen als gevolg van
herschikking van apparaatsbudget (€ 0,5 miljoen) en de inzet van de middelen uit de reserve
Impuls Brede scholen (€ 0,2 miljoen).
De budgetten voor sportdeelname en stimulering nemen in de Actualisatie 2010 toe met
€ 0,6 miljoen als gevolg van herschikking budgetten als gevolg van splitsing van de afdeling Sport
en verhoging lasten vanwege de inzet van reserves. De baten in het kader van sportdeelname en
stimulering nemen af met € 0,6 miljoen als gevolg van het wegvallen van de rijksmiddelen Majos.
Dit wordt opgevangen door de inzet van de speciaal daarvoor opgerichte reserve.

Raadsdruk Begroting 2011 180


Apparaatskosten sport (deel accommodatie) neemt in de actualisatie af met € 0,8 miljoen als
gevolg van een daling van € 0.6 miljoen in de apparaatskosten sport beleid (door herschikking van
lasten in verband met het splitsen van de afdeling sport naar sportservice Amsterdam en
sportbeleid). De overige € 0,2 miljoen wordt verklaard door een daling in bij de subsidies
sportaccommodaties en Sporthallen Zuid door lagere kapitaallasten investeringen.

Begroting 2011
De incidentele prioriteiten voor combinatiefuncties (€ 1,4 miljoen) en integrale programma’s sport
en gezondheid (€ 0,2 miljoen) komen te vervallen.
Het budget voor sportdeelname en stimulering neemt af met € 2,7 miljoen als gevolg van onder
andere het vervallen van de gemeentelijke bijdrage voor Brede Talentontwikkeling van € 1,2
miljoen en de bijdrage van het rijk via het gemeentefonds voor het Nationaal actieplan Sport en
Bewegen € 0,5 miljoen.

De lasten in het kader van Topsport dalen tussen de geactualiseerde begroting en de begroting
2011 met € 1 miljoen wegens het vervallen van de incidentele prioriteit olympische ambitie.
Van de Actualisatie 2010 naar de Begroting 2011 stijgen de lasten in het kader van
sportaccommodaties met € 0,7 miljoen. Dit als gevolg van een stijging van € 0.2 miljoen door
hogere kapitaallasten investeringen bij subsidies sportaccommodaties en € 0,4 miljoen voor
Sporthallen Zuid in verband met hogere kapitaallasten investeringen en groot onderhoud.

Begroting 2012-2014
De meest opvallende ontwikkelingen in het meerjaren beeld zijn:
 van de Begroting 2012 naar 2013 dalen de lasten Combinatiefunctie met € 1,2 miljoen wegens
het wegvallen van de middelen
 de subsidies sportaccommodaties nemen in 2012 toe met € 0,4 miljoen

3.4 Subprogramma Dieren


Het dierenwelzijn is een actueel politiek thema. De stad onderhoud de subsidierelaties met de
dierenwelzijnsinstellingen. De grondslag voor de subsidies wordt geëvalueerd en zo nodig
gemoderniseerd. In het nieuwe programakkoord is afgesproken dat er extra aandacht komt voor de
handhaving van de regelgeving voor dierenwelzijn.

3.4.1 Dieren: Wat gaan we er voor doen?

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: Uitvoeren van wettelijke taken m.b.t. dierenwelzijn i.s.m. stadsdelen


Indicator Nulmeting en 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013
peildatum
Uitgekeerde subsidies Subsidieve Subsidieve Subsidieve Subsidieve Subsidiever
rlening op rlening op rlening op rlening op lening op
basis van basis van basis van basis van basis van
een actuele een actuele een actuele een actuele een actuele
subsidiever subsidiever subsidiever subsidiever subsidiever
ordening ordening ordening ordening ordening

Doelstelling 1: Uitvoeren van wettelijke taken m.b.t. dierenwelzijn i.s.m. stadsdelen


Subsidiering van dierenwelzijn instellingen op basis van de subsidieverordening.

Raadsdruk Begroting 2011 181


3.4.3. Dieren: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Subsidie KZ Genootschap
Natura Artis Magistra 8,9 13,7 6.,2 6,2 6,2 6,2
Dierenbescherming
Amsterdam 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
Baten -
Subsidie KZ Genootschap
Natura Artis Magistra 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves
Reserve bijdrage Artis
Masterplan 0,0 - 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo
10,1 9,9 7,4 7,4 7,4 7,4

Actualisatie 2010
Het saldo tussen de vastgestelde begroting en de geactualiseerde begroting daalt met € 0,2 miljoen
door de verwerking van de negatieve nominale aanpassing. Tevens wordt € 5 miljoen onttrokken
aan de reserve Artis die saldo neutraal is door hogere lasten.

Begroting 2011
Het saldo tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 daalt met € 2,5 miljoen. Dit wordt
verklaard door het vervallen van incidentele prioriteit 2010 voor Artis à € 2,5 miljoen.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen

4.1 Reserves

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Reserves
Bijdrage Masterplan Artis 5,0 0 5,0 0 0 0 0 0 0 0
Hot spots verloedering 0,4 0 0,4 0 0 0 0 0 0 0
Impuls Brede School 0,2 0 0,2 0 0 0 0 0 0 0
Reserve MAJOS 0,5 0 0,5 0 0 0 0 0 0 0
Sportuitmarkt 0,1 0 0,1 0 0 0 0 0 0 0
Verenigingsondersteuning 0,1 0 0,1 0 0 0 0 0 0 0
De Rode Loper 3,9 1,0 0 4,9 1,0 0 5,9 4,9 5,9 3,3
Leidseplein 6,0 0 0,1 5,9 0 0,1 5,8 5,8 5,8 0
Museumplein 2,1 0 0,8 1,3 0 0 1,3 1,2 0,6 0
Reserve WW (DRO) 0,8 0 0 0,8 0 0 0,8 0,8 0,8 0,8
Reserve Groengelden 13,1 0 8,7 4,4 0 0,4 4,0 0 0 0
Reserve Hortus 0,5 0 0 0,5 0 0 0,5 0,5 0,5 0,5
Totaal reserves 32,7 1 15,9 17,8 1 0,5 18,3 13,2 13,6 4,6

Af te wikkelen reserves

Bijdrage Masterplan Artis


De bijdrage aan het Masterplan Artis zal in 2010 tot besteding komen. Daarmee wordt de reserve
Bijdrage Masterplan Artis ultimo 2010 afgewikkeld.

Hot spots verloedering


In de Begroting 2008 is een bedrag van € 1 miljoen opgenomen voor de intensivering van de
reiniging van de stad, gericht op de aanpak van de tien meest verloederde plekken. Bij project
Burgemeester De Vlugtlaan heeft overleg met Prorail over armaturen aan kunstwerk veel tijd
gekost. Bij het Purmerplein moest ook de riolering vernieuwd worden. Hierdoor kon de herinrichting
pas later plaatsvinden. De besteding in 2009 was € 0,5 miljoen, daarnaast viel € 0,1 miljoen vrij. De
overige € 0,4 miljoen wordt in 2010 besteed.

Raadsdruk Begroting 2011 182


Reserves Impuls Brede School, Sportuitmarkt en Verenigingsondersteuning
De reserves voor Impuls Brede School, Sportuitmarkt en Verenigingsondersteuning zullen in 2010
tot besteding komen en zullen per ultimo 2010 zijn afgewikkeld.

Reserve MAJOS
De rijksmiddelen MAJOS (GSB III) van € 0,6 miljoen vervielen per 31 december 2009, terwijl de
overeenkomsten doorlopen tot en met 2010. Het wegvallen van deze middelen wordt
gecompenseerd door de onttrekking van een specifiek daarvoor ingestelde reserve van
€ 0,6 miljoen. Daarmee wordt deze reserve dan ook afgewikkeld.

Te handhaven reserves

De Rode Loper
Gelet op de samenhang met de aanleg van de Noord/Zuidlijn zal de besteding van de middelen niet
volledig plaatsvinden in de jaren waarin deze beschikbaar worden gesteld. Niet bestede bedragen
worden in de bestemmingsreserve opgenomen.

Leidseplein
De uitvoering van de herinrichting van het plein is voor 2014 niet te verwachten. Tot die tijd worden
er wel voorbereidingskosten gemaakt.

Museumplein
Het aanstraten rond het Stedelijk Museum zal als gevolg van de vertraagde oplevering van dit
museum in 2010 plaatsvinden. De inrichting van de directe omgeving van het Rijksmuseum zal
naar verwachting in 2013 en 2014 plaatsvinden.

Reserve Groengelden
Er wordt voorzien dat in 2010 de reserve Incidentele groenmiddelen voor een groot gedeelte wordt
afgewikkeld. Voor de overige projecten is uitstel bestuurlijk goedgekeurd.

Reserve Hortus
De reserve voor hortus van € 0,5 miljoen dient nog gereserveerd te blijven omdat de financiering
van de nieuwe kas nog niet rond is.

4.2 Voorzieningen

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Voorzieningen
Groot onderhoud hallen 0,1 0,1 0,0 0,3 0 0 0,3 0,3 0,3 0,3
(DAB / Sporthallen Zuid)
Totaal voorzieningen 0,1 0,1 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3

Groot onderhoud hallen (DAB/Sporthallen Zuid)


De voorziening groot onderhoud hallen wordt gebruikt voor asbestsanering en vervanging van
platte delen van daken. In het kader van groot onderhoud sporthallen Zuid wordt € 0,1 miljoen
gedoteerd aan de voorzieningen in 2010. Voor het groot onderhoud Sporthallen Zuid is een
voorziening getroffen naar aanleiding van het geactualiseerde meerjaren onderhoud plan op basis
waarvan toevoegingen en onttrekkingen plaatsvinden.

4.3 Investeringen
Binnen sport zijn er verschillende investeringen gedaan vanuit het sportaccommodatiefonds
(waaronder Laan van Spartaan), de verbouwing voor de Sporthallen Zuid, bruggen voor het
Amsterdamse Bos, herinrichting Nieuwe Kalfjeslaan en het evenemententerrein Land van Bosse.
Deze investeringen zijn conform begroting en voorgelegd aan het college.

Raadsdruk Begroting 2011 183


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Groengelden Investeringen in parken, Het in stand houden van 10.000 5.500
postzegelparken en groen en cultureel landschap
cultuurhistorisch landschap en rond de stad
groen rond de stad

2 Grootstedelijke openbare Grootstedelijke openbare Kwaliteitsimpuls van de 4.000 4.000


ruimte projecten zoals het openbare ruimte
Stationsplein, de Rode Loper
en Leidseplein/Leidsebuurt

3 Artis masterplan Bijdrage Artis masterplan tvb Uitbreiding artis 2.500 0


uitbreiding

4 Combinatiefuncties Inzet en coördinatie van 66,5 Deelname van kinderen aan 1.000 1.000
fte voor Impuls Brede Scholen, naschools sportaanbod i.s.m.
Sport en Cultuur sportverenigingen

5 Olympische Ambitie Met Rijk, G4, bedrijfsleven Amsterdam op olympisch 2.375 2.000
etc.in Olympische Alliantie niveau in 2016
samenwerken

19.875 12.500

I1b Programakkoord: overige prioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
8 Evenementen Acquisitie en hosting Binnenhalen van 6 grote 2.000 2.000
evenementen,
medefinanciering van 2
daarvan

2.000 2.000

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
9 Bezuinigingen ISV -8.000 -8.000

10 Project Zuidelijke IJ-oevers Herinrichting openbare ruimte Een kwalitatief hoogwaardige 3.420 3.420
Centraal Station en omgeving entrée van de stad

11 Groen in en om de stad Bijdrage aan uitvoering Uitvoering Noorderpark 1.000 1.000


Noorderpark Noorderpark

-3.580 -3.580

Raadsdruk Begroting 2011 184


S4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
12 beheer amsterdamse bos Besparing beheer Besparing op het beheer van 0 -200
amsterdamse bos het Amsterdamse bos

0 -200

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
13 verminderen -25 -25
jaarprogramma OR+groen

14 Ombuiging SPA -200 -200

15 Efficiency apparaat sport -170 -170

-395 -395

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord
1. Groengelden
In het Programakkoord is € 10 miljoen (incidenteel) beschikbaar gesteld voor investeringen in
groenprojecten. In het programakkoord worden als bestedingsrichtingen genoemd: investeringen in
parken, postzegelparken en het in stand houden van cultuurhistorisch landschap en groen rond de
stad. In de Stedelijke Investeringsagenda is ter voorbereiding van de besluitvorming over het
Programakkoord een overzicht van projecten opgenomen tot een totaal bedrag van € 20 miljoen.
Aan de hand van dit overzicht wordt in de tweede helft van 2010 een nader verdelingsvoorstel
opgesteld. Daarbij zal de prioriteit liggen bij een beperkt aantal parken en zal worden bezien of met
een deel van de middelen versterking van de wijkaanpak mogelijk is. Voor 2011wordt gewerkt aan
een voorstel voor de inzet op groenprojecten, die zekerheid bieden op realisatie in deze
bestuursperiode en die kunnen rekenen op cofinanciering en die bijdragen aan de grootstedelijke
ambitie. Om afspraken te kunnen maken over de realisatie binnen deze bestuursperiode is voor
2011 het gehele in het Programakkoord gereserveerde bedrag aangevraagd. De portefeuillehouder
is op dit moment bezig met een voorstel voor invulling van de besteding van dit budget. Hierbij zal
worden betrokken de nog ontbrekende dekking ten laste van de algemene dienst voor de uitvoering
van het Noorderpark (€ 2 miljoen).
Teneinde het risico van onderbesteding (en vervolgens het moeten vormen van een
bestemmingsreserve) te voorkomen hebben wij € 5,5 miljoen in ons verdelingsvoorstel opgenomen.
Het resterend bedrag (€ 4,5 miljoen) zal worden betrokken bij het verdelingsvoorstel voor de
incidentele prioriteiten van de volgende jaren.

2. Grootstedelijke openbare ruimte


In het Programakkoord is € 10 miljoen (incidenteel) beschikbaar gesteld voor projecten in de
grootstedelijke openbare ruimte voor de Collegeperiode 2011-2014. Daarbij worden met name
genoemd projecten als het Stationsplein, de Rode Loper en Leidseplein/Leidsebuurt. Op dit
moment wordt gewerkt aan een overzicht van grootstedelijke openbare ruimte projecten, waarbij de
kwaliteit van de openbare ruimte een impuls kan gebruiken. De uitvoering van de projecten moet
wel vóór 2014 starten.
Wij wijzen er op, dat ten laste van dezelfde reservering in het Programakkoord in ons
verdelingsvoorstel voor het Programma Verkeer en Infrastructuur € 5 miljoen is opgenomen voor de
uitvoering van de Rode Loper.

Raadsdruk Begroting 2011 185


3. Artis masterplan
In 2008 heeft de gemeente € 15 miljoen toegezegd aan Artis als bijdrage in de kosten van de
uitbreiding. Voor Artis was én is dit een belangrijke hefboom voor het binnenhalen van andere
investeerders. De kosten voor de uitbreiding van Artis bedragen in totaal € 85 miljoen. De bijdrage
van de gemeente zou in drie gelijke tranches worden toegekend. Vorig jaar is besloten de laatste
trance te temporiseren en te splitsen in twee tranches van elk € 2,5 miljoen (2010 en 2011). Na
overleg met de directie van Artis stellen wij voor om de laatste tranche niet in ons
verdelingsvoorstel voor de begroting van 2011 op te nemen, maar deze te betrekken bij het
verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten 2012. Wij bevestigen echter ons commitment vor
een totale bijdrage van € 15 miljoen. Het belang voor Artis voor het uitbreidingsproject en de
verdere fondsenwerving blijft ongewijzigd groot.

4. Combinatiefuncties
De rijksregeling combinatie functionarissen (Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur) is een
cofinancieringsregeling, uitgaande van 60% gemeentelijke bijdrage. In 2010 is er in totaal € 2,9
miljoen beschikbaar. Dit is toereikend voor 58 combinatiefunctionarissen. Daarnaast zijn er 8,5
coördinerende functies; deze worden uit in de rompbegroting beschikbare middelen gedekt en
tellen ook mee als cofinanciering. In totaal wordt dus 66,5 fte ingezet op het programma Impuls
Brede Scholen, Sport en Cultuur.
In 2011 blijft de rijksregeling in principe ongewijzigd, waarbij cofinanciering van de gemeente wordt
verwacht. Met de voorgestelde prioriteit van € 1 miljoen is in totaal € 2,3 miljoen beschikbaat. Dit is
€ 0,6 miljoen minder dan in 2010. Om de met het rijk afgesproken 66,5 fte inzet op de Impuls toch
te kunnen bereiken, zullen andere (bestaande) middelen worden aangesproken
De eerder door ons College met het rijk overeengekomen groeidoelstelling voor de jaren vanaf
2012 (doorgroei naar 92,5 fte) kan met de voorgestelde prioriteit niet worden nagekomen. Hierover
is overleg met het rijk nodig. Gelet op de huidige financiële omstandigheden is het denkbaar dat
(ook) het rijk de oorspronkelijk overeengekomen groeidoelstelling wil verlaten.
Voor de combifuncties is in het Programakkoord € 1 miljoen gereserveerd. Wij hebben de prioriteit
daarom opgenomen in ons verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten. Deze toekenning is
echter wel onder voorbehoud. Op het moment dat rijk de doelstellingen en de bijdrage bijstelt, zal
ook de gemeente haar bijdrage negatief bijstellen. Dit houdt in, dat dan ook het aantal
formatieplaatsen wordt bijgesteld.

5. Olympische Ambitie
In het Programakkoord is € 8 miljoen gereserveerd voor de kosten van de Olympische ambitie.
Voor 2011 worden uitgaven voorzien voor een aantal activiteiten. Voor de kosten is een prioriteit
van € 2,4 miljoen aangevraagd.
In ons verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten hebben wij € 2 miljoen opgenomen voor de
Olympische ambitie. Voor deze bestuursperiode zal door ons College een werkplan worden
opgesteld,
Wij merken daarbij op, dat wij deze prioriteit in samenhang bezien met de toegekende prioriteit voor
Evenementen. Binnen het beschikbaar gestelde bedrag zullen ook de kosten voor de “bids” moeten
worden gedekt. Daarnaast merken wij op dat het kan voorkomen, dat voor grote evenementen de
stadions niet voldoen aan de gestelde eisen. Op dit moment is geen dekking aanwezig voor
aanpassingen van en investeringen in stadions.

I1b Programakkoord: overige prioriteiten


8. Evenementen
De Amsterdam Marathon is het enige topsportevenement, waarvoor een structureel budget in de
gemeentebegroting is opgenomen. Voor de acquisitie en hosting van de grotere topsport
evenementen zijn substantiële bedragen nodig. In ons verdelingsvoorstel voor de incidentele
prioriteiten 2011 hebben wij hiervoor € 2 miljoen opgenomen. Door ons College wordt in een
werkplan aangegeven op welke evenementen de acquisitie en organisatie wordt gericht.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing


9. Bezuinigingen ISV
In het Programakkoord is voor het ISV een bezuiniging van € 8 miljoen opgenomen. Ons College
heeft er voor gekozen om de ombuiging gedeeltelijk te effectueren door een verlaging van het

Raadsdruk Begroting 2011 186


sleutelbedrag stadsdelen. Het sleutelbedrag wordt ten opzichte van 2010 verlaagd met € 5 miljoen.
Het resterend bedrag (€ 3 miljoen) komt overwegend ten laste van het budget voor het Plan
Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers, Sanering Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking
van het budget vereist een strenge beoordeling van de ingediende aanvragen en zal gepaard gaan
met lastige keuzes.

10. Project Zuidelijke IJ-oevers


In 2000 heeft uw Vergadering het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers (POR) vastgesteld.
Voor de uitvoering werd jaarlijks € 6,4 miljoen binnen het ISV gereserveerd. In 2008 bleek dat zich
zowel bij de ontwikkeling van de koste als bij de dekking ernstige problemen voordeden. Met de
ISV tranche werd de overeengekomen jaarlijkse dekking na 2009 mogelijk stopgezet. Daarnaast
bleken prijsstijgingen niet te zijn verwerkt, zodat bij de kosten een veel te rooskleurig beeld
ontstond. Het totale tekort was opgelopen tot € 63,2 miljoen.
Om het tekort te dichten is voor € 26,1 miljoen op het POR bezuinigd. De herinrichting van een
groot deel van de Prins Hendrikkade is naar de toekomst verschoven. Daarnaast is gekozen voor
houten in plaats van stenen pieren in het Oosterdok. Ook is besloten de openbare ruimte van het
Stationseiland ut te voeren op het kwaliteitsniveau van het grachtenprofiel met gebakken klinkers in
plaats van natuursteen. Dagelijks maken 250.000 reizigers en bezoekers van de stad gebruik van
het Stationsplein. Dat aantal loopt tot 2018 op tot 340.000 per dag. Verdergaande bezuinigingen
gaan ten koste van de entree van Amsterdam.
In de begroting 2010 is aangegeven, dat van het op dat moment resterend tekort van € 37,1 miljoen
in 2010 een bedrag van € 10 miljoen ten laste van de algemene dienst zou worden gebracht, terwijl
voor € 27,1 miljoen in vijf tranches van € 5,4 miljoen in de jaren 2010 – 2014 dekking binnen het
ISV zou worden gezocht. In de begroting 2010 is de eerste tranche binnen het ISV gedekt, zodat er
nog vier resteren.
Gezien de budgettaire beperkingen en gezien het gegeven dat voor de uitvoering van het POR een
reserve van circa € 30 miljoen beschikbaar is en aangezien uit de aanvraag blijkt, dat de uitvoering
ook na 2014 zal plaatsvinden hebben wij in ons verdelingsvoorstel voor het ISV € 3,4 miljoen
opgenomen voor de Zuidelijke IJoevers. Van dit bedrag is € 2,1 miljoen bestemd voor de uitvoering
van het POR en € 1,3 miljoen voor gebiedsregie Stationseiland.

11. Groen in en om de stad Noorderpark


Het Noorderpark is in uitvoering. Met het plan wordt beoogd de parken aan beide zijden van het
Noord-Hollandskanaal en het tracé van de Noord/Zuidlijn aan elkaar te koppelen en er één centraal
park voor Noord van te maken. De uitvoering loopt over een aantal jaren en is gekoppeld aan de
aanleg van de Noord/Zuidlijn. In 2002 zijn bestuurlijk afspraken gemaakt over de aanleg van het
park en de verdeling van de kosten. De kosten van de aanleg zijn destijds geraamd op € 32
miljoen. Ten aanzien van de dekking is daarbij afgesproken: 25% voor rekening van het stadsdeel,
25% door de centrale stad, terwijl voor 50% vaan de kosten een beroep zou worden gedaan op
bijdragen van het rijk ( bijvoorbeeld: Groen in en om de Stad: (GIOS). Uitgaande van de
oorspronkelijke raming van de kosten en de afgesproken verdeling van de kosten is nog € 11
miljoen nodig om het park af te maken (€ centrale stad: €3,5 miljoen en rijk: € 7,5 miljoen).
Stadsdeel Noord heeft een planning, welke er op is gericht het park in deze bestuursperiode af te
maken. Het betreft de inrichting van delen van het park en de aanleg van twee bruggen over het
Noordhollands kanaal. De bruggen zijn essentieel, omdat deze de twee helften van het park met
elkaar verbinden en omdat de bruggen over de Nieuwe Leeuwarderweg anders nader naar toe
leiden.
De kosten van de bruggen worden geraamd op € 5 miljoen. Ten aanzien van de dekking stellen wij
voor om van dit bedrag € 3 miljoen ten laste van het ISV te brengen, waarvan € 1 miljoen in 2011
en € 2 miljoen te betrekken bij de verdeling van het in het Programakkoord gereserveerde bedrag
voor groenprojecten (€ 10 miljoen).

S4 Overige prioriteiten
12. beheer amsterdamse bos
Op het beheer van Amsterdamse Bos is in 2011 een besparing van € 0,2 miljoen mogelijk.

Raadsdruk Begroting 2011 187


SP4 Structurele posterioriteiten

13. verminderen jaarprogramma OR+groen


Wij achten een besparing van € 150.000 mogelijk op het Jaarprogramma Openbare ruimte en
groen. De besparing zal in tranches worden gerealiseerd. In 2011 betreft het een bedrag van €
25.000.

14. Ombuiging SPA


Het Bureau Service Projecten en Advies (SPA) is het project- en adviesbureau voor het sociale
domein binnen de gemeente Amsterdam. Het oplossen van complexe en urgente sociale
vraagstukken is de belangrijkste activiteit. De apparaatskosten van SPA (€ 5,9 miljoen) worden in
belangrijke mate terugverdiend door betaalde dienstverlening. Het saldo (€ 1,4 miljoen) wordt ten
laste van de begroting gebracht. Voor dit bedrag worden in opdracht van de directie projecten in het
sociale domein uitgevoerd. Het gaat daarbij om bestuurlijke prioriteiten, waarvoor geen
programmabegroting beschikbaar is, zoals gebiedsintensivering Geuzenveld, programma Ruimte
voor sociaal en strategisch beleidsadvies.
Wij achten het mogelijk dat in 2011 een besparing van € 0,2 miljoen bij het SPA mogelijk is door het
terugbrengen van het aantal opdrachten van de directie.

15. Efficiency apparaat sport


Wij achten het mogelijk in 2011 op de apparaatskosten Sport een besparing van € 170.000 te
realiseren.
Ons College stelt aan uw Vergadering voor de structurele prioriteit van € 170.000 in het
verdelingsvoorstel op te nemen.

Raadsdruk Begroting 2011 188


Programma Cultuur en monumenten
Maatschappelijk effect
Bewoners, bezoekers en bedrijven ervaren Amsterdam als een topstad voor Kunst, Cultuur
en Cultureel Erfgoed, met een vruchtbaar klimaat voor creatieve ontwikkeling. De
mogelijkheden voor Amsterdammers om hun talenten te ontplooien worden bevorderd.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 141,5 138,2 136,5 130,6 131,2 130,9 130,7
Baten - 13,5 12,2 12,5 12,5 12,4 12,4 12,4
Resultaat t.l.v. algemene 128,0 126,0 124,0 118,1 118,8 118,5 118,3
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus - 1,4 - 0,5 - 0,7 0,0 - 0,4 - 0,4 - 0,4
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene 126,6 125,6 123,3 118,1 118,4 118,1 117,9
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 15,8 16,1 15,1 15,1 14,7 14,4 14,0
Saldo voorzieningen 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Investeringsuitgaven 21,7 1,8 16,4 3,4 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Cultuur
Op basis van de nieuwe Kunstenplansystematiek zal medio 2011 de Hoofdlijnennota 2013-
2016 verschijnen. De Hoofdlijnennota zal worden geschreven op basis van de uitkomsten van
de verkenning door de Amsterdamse Kunstraad en de vooruitblik door de afdeling Kunst en
Cultuur als ook de adviezen van de Kunstschouwen. De verkenning, de vooruitblik en de
adviezen van de Kunstschouwen geven een beter inzicht in de culturele sector in Amsterdam
en verbeteren het draagvlak. Het debat tussen politiek en veld over de culturele infrastructuur
en over het effect van cultuurpolitieke ambities wordt daardoor bevorderd. Verder zijn de
vooruitblik en de verkenning belangrijk om richting te geven aan de noodzakelijke
bezuinigingen vanaf het Kunstenplan 2013-2016.

Een vast onderdeel van de Hoofdlijnennota zal een voortschrijdende planning voor
onderhoud en verbouwingen van cultuurpanden voor de komende twintig jaar zijn.
Op basis van de Hoofdlijnennota worden culturele instellingen uitgenodigd voor 1 oktober
2011 hun aanvraag voor het Kunstenplan 2013-2016 in te dienen.

In het Programakkoord 2010-2014 is het belang van het ondersteunen en op weg helpen van
beginnende kunstenaars en creatieven onderstreept. In 2010 zijn de gemeentelijke diensten
en stadsdelen opgeroepen om in navolging van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling )
(DMO) hang- en stageld aan kunstenaars te betalen.

2.2 Monumenten
Bewoners, ondernemers, toeristen en passanten ervaren Amsterdam als een dynamische,
culturele metropool. De goed geconserveerde monumentale omgeving bepaalt in sterke mate
de unieke identiteit van de stad en is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en
bewoners. Monumenten worden intensief onderhouden, gebruikt en hergebruikt; eigenaren
investeren in het (duurzame) erfgoed. Het economisch rendement van erfgoed wordt in kaart
gebracht.

Raadsdruk Begroting 2011 189


De bijzondere geschiedenis van Amsterdam is inspiratiebron voor vele instellingen, musea,
kunstenaars en creatieve ondernemers, nationaal en internationaal, en draagt bij aan de
culturele bewustwording van de bevolking: onder meer van kinderen, jongeren en
nieuwkomers in Amsterdam. De bevolking kan daardoor de rol van gastheer en gastvrouw
beter vervullen. Dat is van belang voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en toerisme in de
stad.

Vanaf medio 2010 staat de Amsterdamse zeventiende-eeuwse grachtengordel op de Unesco


Werelderfgoedlijst. Door opname op de lijst van het werelderfgoed positioneert Amsterdam
zich ook op cultuurhistorisch vlak als topstad, hetgeen naar verwachting positieve effecten zal
hebben op het hoogwaardig cultuurtoerisme. En daarmee ook voor de Amsterdamse
economie.

Volgens de richtlijnen van de Unesco is het verplicht om een Bureau Werelderfgoed op te


zetten. De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor het vaststellen en uitvoeren van het
managementplan, waarin de afspraken over het beheer en het onderhoud van het
werelderfgoed zijn vastgelegd. Het Bureau Werelderfgoed maakt onderdeel uit van dit
managementplan en is verantwoordelijk voor de uitvoering.

Aan de Culturele Alliantie (Stadsarchief, Bureau Monumenten en Archeologie en de afdeling


Kunst en Cultuur van DMO) is door ons College de opdracht gegeven de centrale regie te
voeren en in samenspraak met partners binnen en buiten de gemeentelijke organisatie, op
korte termijn een voorstel te doen voor de aanpak van de viering van 400 jaren Amsterdamse
grachtengordel in 2013.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Archeologie en Monumenten
3.1.1. Archeologie en monumenten: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: Zorg dragen voor het behouden, versterken en duurzaam ontwikkelen van het gebouwde,
archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Adviezen en uitgevoerd onderzoek 1.203 2008 1.240 1.271 1.300 1.300
m.b.t. cultuurhistorische objecten
Gemeentelijk Monumenten Project 2008
Stadsdelen:
- Beschreven monumenten 30
- Aangewezen monumenten 48
Digitale waarderingskaarten AUP- 1 2008
gebieden
Atlas AUP
Archeologische verwachtingskaarten 1 2008 1 1

Gebiedsadvies 0 2009 10 10 10 10

Amsterdams Restauratie Fonds 2008


Leningen monumentenrestauraties 0 € 0,8 € 0,8 € 0,8 € 0,2
Investeringsbudget Stedelijke 2008
Vernieuwing (Monumentenzorg)
Beschikbare gestelde subsidies 8 2008 10
Archeologische adviezen en 209 2008 180 180 180 180
archeologisch onderzoek

Raadsdruk Begroting 2011 190


Doelstelling 2: Bewoners en andere stakeholders betrekken bij en informeren over het gebouwde,
archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed door kennisoverdracht, voorlichting en educatie.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Kennisoverdracht: Publicaties 19 2008 25 25 25 25

Voorlichting:
- Bezoekers Open Monumenten Dag 30.000 2008 37.500 37.500 37.500 37.500
- Bezoekers website 223.939 2008 300.000 300.000 300.000 300.000
Educatie:Scholen (stages, opleiding 0 2008 5 5 5 5
jeugdgidsen)

3.1.2 Archeologie en monumenten: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Zorg dragen voor het behouden, versterken en duurzaam ontwikkelen van het
gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed.

Monumenten
Het belang van monumenten voor de economie en verbondenheid in de stad is de afgelopen
jaren steeds duidelijker naar voren gekomen. Een zorgvuldige omgang met het erfgoed heeft
tot gevolg dat het aantal monumenten jaarlijks groeit en daarmee ook het aantal
monumentenadviezen en bouwaanvragen. De werkwijze in het traject van vergunningen
wordt aangepast aan rijksbeleid, zoals de nieuwe omgevingsvergunning WABO. Daardoor
krijgt het voortraject van de vergunningaanvraag een zwaarder accent. De doorlooptijd van
vergunningverlening wordt bekort en de kwaliteit blijft gewaarborgd.
De Modernisering van de Monumentenzorg (MOMO), ingezet door het ministerie, leidt tot
vereenvoudigde procedures voor eigenaren van monumenten, inzet op herbestemming en
efficiënte inbedding van erfgoedbeleid in de ruimtelijke ordening.

In opdracht van de stadsdelen en het College begeleidt Bureau Monumenten en Archeologie


(BMA) grootschalige en ingewikkelde restauraties. Vanaf 2010 brengt BMA gebiedsadviezen
uit. Deze bieden de mogelijkheid om de ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en duurzaamheid
te combineren in plannen voor gebiedsontwikkeling.

Als antwoord op de teruglopende (rijks)subsidies heeft uw Vergadering in 2009 besloten het


Amsterdam Restauratiefonds (ARF) in te stellen. Met als doel lage renteleningen aan
particulieren te verstrekken voor de restauratie van monumenten. Het fonds is in november
2009 gestart. Naar verwachting zal jaarlijks een bedrag van circa € 0,8 miljoen voor circa tien
leningen worden verstrekt.

Archeologie
De kerntaken voor Archeologie liggen op het gebied van beleid (waardestellingen voor
archeologische procedures voor bouwplannen en bestemmingsplannen), veldonderzoek en
synthese en presentatie. De archeologische signaleringskaart dient als archeologisch
verwachtingsmodel voor de hele stad. De kaart is een vangnet voor delen van de stad
waarvan het bestemmingsplan nog niet archeologie-proof is en geeft een eerste inzicht in de
archeologische verwachting bij ruimtelijke ordeningstrajecten. In 2011 volgt vermoedelijk een
eerste actualisatie van de kaart.

Synthetisering van 40 jaar archeologisch onderzoek heeft tot doel de vondstcollectie en


vindplaatsgegevens van Amsterdam toegankelijk te maken via het publiceren van de wettelijk
verplichte AAR rapportages (After Action Review) en het presenteren van vondsten.
Via voorlichting wordt bijgedragen aan de actuele maatschappelijke discussie over de
stedelijke samenleving.

Het meest langlopende en complexe project van de afdeling Archeologie is het onderzoek in
het kader van de Noord/Zuidlijn. Het werk concentreert zich in 2011 op de verwerking en
uitwerking van de vondsten en gegevens en de analyse ervan.

Raadsdruk Begroting 2011 191


Doelstelling 2: Bewoners en andere stakeholders betrekken bij en informeren over het
gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed door kennisoverdracht,
voorlichting en educatie.
Naast de wettelijk verplichte rapportages worden publicaties op de verschillende terreinen
van het erfgoed gemaakt met als doel de historie van het Amsterdamse erfgoed onder de
aandacht van een breed publiek te brengen. Het BMA Jaarboek is daarvan een voorbeeld.
Het gaat ook om publicaties in vakbladen, dagbladen en tijdschriften. Open Monumentendag
(37.500 bezoekers) en de website van BMA zijn de belangrijkste voorlichtingsactiviteiten.
De huidige website trok in 2009 aanzienlijk meer unieke bezoekers dan verwacht (300.000
bezoekers). De activiteiten op het gebied van educatie bestaan de komende jaren uit het
bieden van (snuffel)stages en de opleiding van jeugdgidsen.
Het sluit aan bij de doelstelling culturele talentontwikkeling van kinderen uit het
programakkoord, om kunsteducatie vanzelfsprekend te laten zijn.
3.1.3 Archeologie en monumenten: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Geen saldo ontwikkelingen.

3.2 Subprogramma Kunstenplan1


3.2.1.Kunstenplan: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling 3a: Talentontwikkeling: Amsterdammers hun eigen culturele talent laten herkennen en dat helpen
ontwikkelen zodat zij een culturele loopbaan (actief en passief) kunnen volgen, hetzij als genietende
toeschouwer, hetzij als professional in de culturele sector.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
% scholen met cultuureducatie in het 67% / 33% 2006 86% / 65% 90% / 75%
15programma (PO-scholen/VO-
scholen)

Overige indicator
% van voucherbudget dat is besteed 93% 2008 90% 90%
door scholen (po, praktijk- en
speciaalonderwijs, onderbouw
VMBO)2

Overige doelstellingen

Doelstelling 3b: Prachtstad: Het via kunst en cultuur investeren in de relaties tussen mensen – in de buurt, in
de stad, tussen mensen van dezelfde en van verschillende gezindte. Het vergroten van de leefbaarheid in
wijken.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal personen dat bereikt wordt 230.300 2005-2007 Bezoekerst Bezoekerst
door culturele buurtaccommodaties waarvan oename oename
83.870 t.o.v. 2010: t.o.v. 2011:
nieuwe 6% 4%
en/of jonge
Amster-
dammers

1
Het Kunstenplan loopt van 2009 tot en met 2012. Bij een aantal indicatoren is derhalve de cijfers na 2012 niet
opgenomen.
2
Met inachtneming van de beleidsvrijheid van scholen.

Raadsdruk Begroting 2011 192


Doelstelling 4: Professionalisering ontwikkeling, eigendom, beheer en onderhoud van cultureel vastgoed
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Het cultureel vastgoed is Voortgangs Februari 85% 85%
onderhoudsniveau 3 (redelijke staat rapportage 2010
van onderhoud). Cultuur
onder Dak,
gebaseerd
op de
meerjarig
onderhouds
plannen
van
culturele
instellingen

3.2.2 Kunstenplan: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 3a: Talentontwikkeling: Amsterdammers hun eigen culturele talent laten


herkennen en dat helpen ontwikkelen zodat zij een culturele loopbaan (actief en passief)
kunnen volgen, hetzij als genietende toeschouwer, hetzij als professional in de culturele
sector.
Op basis van de in 2010 uit te voeren evaluatie zal het stelsel cultuureducatie worden
bijgesteld. Er zal daarbij met name gekeken worden naar de omslag die het stelsel heeft
gemaakt van aanbodgericht naar vraaggericht.
Daarnaast zal op basis van het Programakkoord 2010-2014 in 2011 een convenant worden
gesloten met de schoolbesturen en stadsdelen, waarbij wordt ingezet op een minimum van
drie uren kunsteducatie per basisschoolleerling per week. Bij dit voornemen is wel de
voorwaarde gesteld dat het rijk dit ondersteunt. Hierover zullen in 2010 gesprekken met het
rijk worden gevoerd. Ook is ons College voornemens om vanuit de post internationale
cultuureducatie € 250.000 beschikbaar te stellen voor het vervoer van kinderen uit het
Amsterdamse basisonderwijs van en naar school en cultuureducatie-instellingen in
Amsterdam.

Doelstelling 3b: Prachtstad: Het via kunst en cultuur investeren in de relaties tussen mensen
– in de buurt, in de stad, tussen mensen van dezelfde en van verschillende gezindte. Het
vergroten van de leefbaarheid in wijken.
Het Amsterdams Fonds voor de Kunst investeert in culturele buurtaccommodaties die een
onmisbare functie hebben in de buurt en tegelijkertijd een duidelijk artistieke meerwaarde
hebben. Deze regeling wordt gesteund door het landelijk Fonds Cultuurparticipatie.
In 2011 zal, in samenwerking met de zeven stadsdelen, worden toegewerkt naar één collectie
Amsterdam voor de buitenkunst, conform de uitvoering van het beleidskader Kunst in de
openbare ruimte 2009-2015.

Doelstelling 4: Professionalisering ontwikkeling, eigendom, beheer en onderhoud van


cultureel vastgoed
Op basis van de ontvangen meerjaren onderhoudsplannen van de culturele instellingen kan
worden geconstateerd, dat dankzij de (financiële) inspanningen van de afgelopen jaren het
cultureel vastgoed in Amsterdam op dit moment op een voldoende (categorie 3) niveau is.
Wel laten de meerjaren onderhoudsplannen en de informatie van de culturele instellingen
over reserveringen zien dat er in de lopende exploitaties van de culturele instellingen jaarlijks
een bedrag van € 8 miljoen te weinig beschikbaar is om het geplande onderhoud uit te
voeren. Dit kan op termijn betekenen dat het achterstallig onderhoud weer zal toenemen.
In 2011 wordt onderzocht op welke wijze het cultureel vastgoedbeleid geïntegreerd wordt in
het Kunstenplan 2013-2016. Ook komt er een goede ‘voortschrijdende’ planning voor
onderhoud en verbouwingen van cultuurpanden voor de komende twintig jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 193


Wereldklasse
Onder de doelstelling “Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en
bezoekers” (zie programma Economie en Haven) is als indicator opgenomen “waardering
voor Kunst en cultuur”. Deze indicator zal verder worden uitgewerkt en onderdeel uit gaan
maken van de Staat van de Stad.
3.2.3 Kunstenplan: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 114,7 112,7 109,4 110,0 109,7 109,7

Doelstelling 3a, b
Talentontwikkeling en 2,3 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0
vrije tijd
Kunsteducatie 10,1 9,9 9,6 9,6 9,6 9,6
Beeldende kunst 2,6 2,6 2,5 2,5 2,5 2,5
Film en foto 2,8 2,8 2,8 2,8 2,7 2,7
Letteren 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Instellingen theater 27,6 27,4 27,5 27,5 27,4 27,4
Instellingen muziek 28,5 28,1 28,0 28,0 28,0 28,0
Instellingen dans 6,1 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9
Amateurkunst 0,7 0,9 0,8 0,8 0,8 0,8
Flexibele ruimte en 0,8 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5
uitvoering kunstenplan

Amsterdam Historisch en 9,9 10,6 0,0 0,0 0,0 0,0


Willet-Holthuysen
Museum
Kapitaallasten 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Amsterdams Historisch
Museum
Musea 2,5 2,5 28,3 28,4 28,3 28,3

Stedelijk Museum 14,9 14,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Doelstelling 4
Investeringen en 4,3 4,6 2,0 2,0 2,0 2,0
onderhoud cultureel
vastgoed
Exploitatie cultuurpanden 0,0 0,0 1,1 1,6 1,6 1,6
Baten - 8,8 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0
Doelstelling 3a, b, c, d
Instellingen theater 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4
Instellingen muziek 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4
Flexibele ruimte en 0,4 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2
uitvoering kunstenplan

Amsterdam Historisch en 1,1 1,3 0,0 0,0 0,0 0,0


Willet-Holthuysen
Museum
Musea 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5
Stedelijke Museum 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Doelstelling 4
Investeringen en 1,3 1,4 0,0 0,0 0,0 0,0
onderhoud cultureel
vastgoed
Exploitatie Cultuurpanden 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5
Mutaties in reserves -0,3 -0,5 0,2 - 0,3 - 0,4 - 0,3
Saldo 105,6 103,2 100,6 100,7 100,3 100,4

Raadsdruk Begroting 2011 194


De in het bovenstaande overzicht opgenomen bedragen zijn in totaal meer dan het budget
voor het kunstenplan. Ook de kapitaallasten, stelposten, mutaties in reserves en buiten het
plan vallende bestedingen zijn vermeld.

De ontwikkelingen van het saldo zijn grotendeels te verklaren door nominale aanpassingen,
wijzigingen in de kapitaallasten, het wegvallen van incidentele middelen en ontwikkelingen
waar het gaat om exploitatie als ook onderhoud cultureel vastgoed.

Bij de Actualisatie 2010 is de gemeentelijke nominale ontwikkeling vertaald naar de diverse


cultuurinstellingen binnen het Kunstenplan. Deze negatieve nominale ontwikkeling bedraagt
in totaal € 1,6 miljoen. Verder zijn de kapitaallasten en afschrijvingen van het Amsterdams
Historisch Museum en het Stedelijk Museum € 1,0 miljoen lager dan begroot. De lasten
binnen dit subprogramma nemen tot slot met € 0,3 miljoen af als gevolg van verplaatsing van
de subsidie voor Funx X van het Kunstenplan naar lokale media. De toename in lasten wordt
verklaard door uitgaven Talentontwikkeling (€ 0,1 miljoen), uitgaven overhead (€ 0,1 miljoen)
en verhoging van de subsidie aan de Stadsschouwburg conform verzelfstandigingsbesluit en
aanpassing inkomen stadfoyer conform conceptovereenkomst (€ 0,2 miljoen). Deze
ontwikkelingen verklaren het afnemen van het saldo met € 2,5 miljoen ten gunste van de
algemene dienst.

Bij de Begroting 2011 is de negatieve nominale ontwikkeling € 0,7 miljoen en vervallen de


incidentele lasten voor Brede Talentontwikkeling (BTO) en vrije tijd van € 2,2 miljoen (door de
overheveling van BTO naar het programma Educatie, jeugd en diversiteit à € 0,8 miljoen en
het wegvallen van de incidentele prioriteit van € 1,4 miljoen). Andere verlagingen van
incidentele middelen tellen op tot € 1,7 miljoen (prioriteit urgent onderhoud cultureel vastgoed,
de prioriteit Stedelijk Museum Amsterdam (SMA) en verlaging van de incidentele middelen
muziekonderwijs). Waar bij de Actualisatie 2010 de kapitaallasten voor ondermeer
Amsterdams Historisch Museum (AHM) en SMA zijn verlaagd, worden deze in 2011
verhoogd met € 1,4 miljoen. Daarnaast is voor het AHM depot een ophoging van de subsidie
opgenomen van € 0,5 miljoen voor kapitaallasten inrichting en exploitatie conform het
verzelfstandigingsbesluit. De laatste ontwikkelingen betreffen de reserves met betrekking tot
onderhoud cultureel vastgoed (€ 0,6 miljoen). Het saldo bij de Begroting 2011 daalt € 2,6
miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010.

3.2.4 Kunstenplan: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord


doelstellingen?
Voor programakkoorddoelstelling 3a Talentontwikkeling zijn in 2011 geen specifieke middelen
beschikbaar in het Kunstenplan. Dit dient te worden bekostigd uit de reguliere middelen,
waardoor mogelijk druk kan komen te liggen op het realiseren van deze doelstelling.

De heroverwegingen houden een bezuiniging in voor de portefeuille Kunst en cultuur van


ongeveer € 10 miljoen vanaf 2013.

3.3 Subprogramma Lokale media


3.3.1.Lokale media: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 6: Een Amsterdams mediabeleid waarbij de functie van de media centraal staat, de pluriformiteit
van de media bewaakt wordt, zodat deze een weerspiegeling vormt van de samenleving; het actief stimuleren
van innovatie en experiment.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Kijkdichtheid AT5 onder 73% 73% 73% 73%
Amsterdammers
Aantal websitebezoeken per maand 500.000 500.000 500.000 500.000
Aantal programmamakers dat 180 180 180 180
gebruik maakt van Salto
Aantal websitebezoeken per maand 45.000 50.000 55.000 60.000

Raadsdruk Begroting 2011 195


3.3.2 Lokale media: Wat gaan we ervoor doen?
De lokale media zijn cruciaal voor een gezonde democratie en een verbinding tussen politiek
en de Amsterdammers. Op dit moment is een fusie tussen AT5 en RTV Noord-Holland naar
de mening van ons College niet mogelijk vanwege een onvoldoende inhoudelijk en financieel
onderbouwd plan. Van belang is het waarborgen van AT5 als nieuwszender en in deze lijn
het bezien van mogelijke samenwerkingsopties. Door de nieuwe Raad van Commissarissen
van AT5 wordt gewerkt aan een visie en plan voor de toekomst van de onafhankelijke
nieuwszender. Nog in 2010 zullen ons College en uw Vergadering de toekomst van AT5
nader bespreken.

3.3.3 Lokale media: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Doelstelling 6 4,9 5,2 3,1 3,1 3,1 3,1
Baten -
Doelstelling 6 2,2 2,2 2,3 2,3 2,3 2,3
Mutaties in reserves -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 0 0
Saldo 2,6 2,8 0,7 0,7 0,8 0,8

Het saldo stijgt bij de Actualisatie 2010 met € 0,3 miljoen door overheveling van de subsidie
FunX van het kunstenplan naar Lokale media. Bij de Begroting 2011 dalen de lasten € 2,1
miljoen vanwege de verwerkte incidentele prioriteiten van AT5 € 1,8 miljoen en FunX € 0,3
miljoen. Mutaties in de reserves betreffen onttrekkingen aan de reserve AT5. Verder is de
nominale aanpassing verwerkt.

3.3.4 Lokale media: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord


doelstellingen?
Lokale media heeft in het programakkoord een prominente plaats en daarom is voor de
nieuwe bestuursperiode voor Lokale media € 5 miljoen opgenomen.

3.4 Subprogramma Diverse kunst en cultuur


Hieronder vallen het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK), de Amsterdamse Kunstraad
(AKR), het Amsterdams Uitburo (AUB) en aanverwante zaken als ook de kosten van het
ambtelijk apparaat dat zich met kunst en cultuur bezighoudt.
3.4.1.Diverse kunst en cultuur: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
In het Programakkoord 2010-2014 wordt het belang onderstreept van instellingen en
initiatieven die een wijkoverschrijdend kunst- en cultuuraanbod hebben. Zo moeten er meer
culturele vrijplaatsen in de openbare ruimte komen voor exposities en culturele manifestaties.
Dit zal in 2010 onderwerp van gesprek zijn met het AFK en de portefeuillehouders Kunst en
Cultuur van de stadsdelen.

Raadsdruk Begroting 2011 196


3.4.3 Diverse kunst en cultuur: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 18,5 18,5 17,9 17,9 17,8 17,8
Infrastructuur (AFK en AUB) 11,0 10,8 10,8 10,8 10,8 10,8
Beheerskosten Muziektheater 3,3 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5
Kunstraad 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Apparaatskosten Kunst 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0
Vangnetvoorziening afbouw ID 0,5 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Banen
Kapitaallasten van verstrekte 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1
geldleningen
Baten - 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1
Rente van verstrekte 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1
geldleningen
Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 17,3 17,3 16,7 16,7 16,7 16,7

Als gevolg van de nominale aanpassing (AFK) daalt de begroting bij de actualisatie per saldo
met € 0,2 miljoen. Daar tegenover staat eenzelfde stijging van de beheerskosten van het
Muziektheater. Verder zijn er binnen apparaatskosten nog ontwikkelingen, maar die zijn
saldoneutraal.
De Begroting 2011 is exclusief de incidentele prioriteit vangnetvoorziening afbouw ID banen
en daarmee € 0,5 miljoen lager dan de Actualisatie 2010.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen


4.1 Reserves
Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties ultimo mutaties Ultimo ultimo Ultimo ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-
Onderhoud culturele panden 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Laboratorium 0,05 0,05 0 0,1 0,05 0 0,15 0,2 0,25 0,3
Reserve AT5 0,3 0,0 0,1 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0
Cultureel beleggen 0,5 0,2 0,2 0,5 0,2 0,2 0,4 0,4 0,2 0,3
Cultuurpanden (overdracht 1,0 0,1 0,0 1,1 0,5 0,0 1,6 1,6 1,6 1,6
11 cultuurpanden)
Talentontwikkeling 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Nieuwbouw Stedelijk 13,5 0,0 0,3 13,2 0,0 0,3 12,8 12,5 12,2 11,8
Museum
Wachtgelden muziekschool 0,1 0,0 0,02 0,08 0,0 0,02 0,06 0,04 0,02 0,0
Totaal reserves 15,7 0,4 0,9 15,2 0,7 0,6 15,1 14,7 14,3 14,0

Ultimo 2011 nog te handhaven reserves


In 2011 neemt de omvang van de reserves met € 0,7 miljoen af, voornamelijk veroorzaakt
door een drietal onttrekkingen: € 0,3 miljoen Stedelijk Museum en € 0,1 miljoen AT5, € 0,2
miljoen bestedingen cultureel beleggen. Overigens wordt er ook € 0,2 miljoen bestedingen
cultureel beleggen jaarlijks toegevoegd.
 De reserve Stedelijk Museum is bestemd ter structurele dekking van een deel van de
kapitaallasten van de ver- en nieuwbouw, dat is ruim € 0,3 miljoen per jaar
 Kleinere jaarlijkse onttrekkingen vinden plaats voor subsidie aan AT5 en de
muziekschool. De laatste onttrekking aan de reserve AT5 vindt in 2012 plaats, de
laatste onttrekking voor de muziekschool in 2011. Stand van de laatste reserve ultimo
2011 is € 0,06 miljoen en kan vrijvallen.

Raadsdruk Begroting 2011 197


Ultimo 2011 afgewikkelde reserves
 De reserve Talentontwikkeling van € 0,08 miljoen wordt in 2010 besteed aan de
uitvoering van het Keurmerk
 De reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen van € 0,2 miljoen wordt in 2010 volledig
besteed.

4.2 Voorzieningen
DMO Kunst en Cultuur kende in 2010 één voorziening Randstad Urgent € 0,1 miljoen die in
2010 volledig wordt besteed.

4.2 Investeringen
Stedelijk Museum
De nieuwbouw van het Stedelijk Museum is in volle gang. De volledige investering bedraagt
€ 107,1 miljoen, waarvan € 35,4 miljoen door derden wordt gedekt (het rijk, provincie Noord-
Holland en fondsenwerving). De nieuw- en verbouw van het Stedelijk Museum vordert
gestaag. Van de totale kredieten van € 107,1 miljoen is tot en met 2009 € 81,1 miljoen
besteed. Voor 2010 is de raming € 23,8 miljoen, daarna het restant van € 2,2 miljoen.
Eind augustus 2010 is het temporary stedelijk open gegaan en de definitieve opening vindt in
2011 plaats.

Vlakke Vloer Stadschouwburg


De vlakke vloerzaal in de Stadschouwburg is geopend. In 2010 vond de laatste betaling
plaats op het krediet van € 20,8 miljoen (DMO deel), de afsluiting vindt bij de Jaarrekening
2010 plaats. Ook de stadsfoyer in de Stadsschouwburg is open. In 2010 vonden de laatste
uitgaven € 0,1 miljoen plaats en ook dit krediet wordt bij de Jaarrekening 2010 afgesloten

Theater Cosmic
De verbouwing van het theater Cosmic in het Westerpark is afgerond en het krediet van circa
€ 3 miljoen wordt bij de Jaarrekening 2010 afgesloten. De uitgaven in 2010 zijn € 0,6 miljoen,
waarvan de helft ten laste komt van het krediet en de andere helft is een projectsubsidie.

Depot Amsterdams Historisch Museum


In 2009 is een start gemaakt met de bouw van een nieuw depot van het Amsterdams
Historisch Museum in Noord. De bouw van het nieuwe depot van het Amsterdam Historisch
Museum is in volle gang. Naar verwachting vindt de opening begin 2011 plaats. Van het
krediet van € 14 miljoen is tot en met 2009 € 5 miljoen besteed, de resterende € 9 miljoen
volgt in 2010.

De Appel
In de herfst van 2010 start de verbouw van de Prins Hendrikkade 142 ten behoeve van
galerie de Appel. Het pand is onlangs aangekocht en behoort tot de 12 cultuurpanden van
DMO in stadsdeel Centrum. De uitgaven in 2010 zijn € 0,3 miljoen en in 2011 € 1,2 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 198


5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 AT5 Voortbestaan AT5 Zicht en visie op de toekomst 1.800 2.850
van AT5

2 FunX Kweekvijver voor jong Pluriform en divers media 300 300


mediatalent, opleiding– en aanbod in Amsterdam
ontwikkelingstrajecten,
ondersteuning van media
initiatieven en beginnende
artiesten via convenant tussen
OCW en G4

2.100 3.150

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
3 Stedelijk Museum Conform besluitvorming 2003 In 2010 is het temporary 800 800
versterking van de exploitatie stedelijk open en in 2011
van het museum opent het vernieuwde Stedelijk
Museum de deuren

800 800

I9 Budgetneutrale prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
4 Bureau Werelderfgoed Communicatie Unesco Een breder publiek kent 123 123 *
erfgoed vorm geven en deels Amsterdam als
uitvoeren. Monitoren, werelderfgoed.Goed inzicht in
verplichting Unesco de conditie en het rendement
van het Amsterdams erfgoed

5 Vervoer van scholieren Vervoer van kinderen uit het Alle groepen uit het 250 250 *
naar kunstinstellingen basisonderwijs naar Amsterdamse basisonderwijs
cultuureducatie-instellingen maken één keer per jaar een
besloten busrit van en naar
school en cultuureducatie-
instelling in Amsterdam

373 373

IP4 Incidentele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
6 Internationale Oud voor nieuw Oud voor nieuw -250 0
Cultuureducatie

-250 0

Raadsdruk Begroting 2011 199


ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
7 ISV aanvraag Monumenten Verlenen van subsidie voor Een goed onderhouden 2.000 2.000
monumentenrestauratie monumentenbestand

2.000 2.000

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
8 Ombuigingen op apparaat Bezuiniging op apparaat Kunst Efficiënte organisatie -200 -200
Kunst en Cultuur en Cultuur

9 Vergroten efficiency Combineren ICT Bureau Grotere efficiency Bureau -70 -130
Monumenten & Archeologie Monumenten & Archeologie
met Stadsarchief Amsterdam,
reductie uitgaven telefonie

10 Beperkter uitvoeren Eerste tranche beperkter Wettelijke taken ontlast zonder -100 -100
wettelijke taken uitvoeren wettelijke taken verlaging materiële budgetten

11 Apolloloket Uitvoering Apolloloket Stopzetten Apolloloket -840 -840


stopzetten

-1.210 -1.270

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. AT5
In het programakkoord is aangegeven dat lokale media cruciaal is voor een gezonde
democratie en verbinding tussen politiek en Amsterdammers. Derhalve zijn hiervoor in het
programakkoord middelen opgenomen. Op dit moment beraadt AT5 zich op de toekomst als
zelfstandige zender dan wel met andere partners. Mede vanwege het belang van lokale
media en AT5 als onafhankelijke nieuwszender als onderdeel hiervan als ook de huidige
financiële situatie van AT5 stelt ons College aan uw Vergadering voor een incidentele
prioriteit toe te kennen van € 2.850.000.

2. FunX
Voor de periode 2009 – 2012 is met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
de G4 een convenant gesloten over de bekostiging van FunX. De reden voor dit convenant is
het feit dat FunX de pluriformiteit en diversiteit van het media-aanbod in Amsterdam
bevordert. Het ministerie heeft onderzocht of FunX een landelijke zender zou kunnen worden
en daarmee ook de bekostiging zou wijzigen. Dit is door de val van het kabinet stil komen te
liggen. FunX was eerst onderdeel van Jong Amterdam / Kinderen eerst, Brede
Talentontwikkeling. De convenantperiode loopt door tot en met 2012. Vanwege het convenant
dient de gemeente FunX te bekostigen totdat een mogelijke andere wijze van bekostiging
verder is onderzocht. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van
€ 300.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.

I4 Overige prioriteiten

3. Stedelijk Museum
Deze prioriteit is in overeenstemming met eerdere besluitvorming en meerjarig toegekend tot
en met 2012. Bij de begroting 2003 is besloten om het Stedelijke Museum Amsterdam vanaf
moment van heropening structureel € 2.000.000 extra subsidie te geven.

Raadsdruk Begroting 2011 200


Deze afspraak is bekrachtigd bij de verzelfstandiging van het Stedelijke Museum en een
bedrag van € 1 miljoen is reeds toegekend bij de begroting 2007. Een bedrag van € 200.000
wordt vanaf 2010 binnen de kunst- en cultuurbegroting zelf gevonden en het resterende
bedrag van € 800.000 is meerjarig incidenteel in het verdelingsvoorstel opgenomen met
ingang van 2010. Voor 2010 is vervolgens door de gemeenteraad een bedrag van € 415.000
beschikbaar gesteld voor de tijdelijke openstelling van de oudbouw van het Stedelijk
Museum. In augustus wordt het stedelijk tijdelijk heropend en de definitieve opening staat
gepland voor 2011. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van €
800.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.

I9 Budgetneutrale prioriteiten

4. Bureau Werelderfgoed
De portefeuillehouder Openbare Ruimte komt eind 2010 met een verdeelvoorstel voor de
programakkoordmiddelen Openbare Ruimte, waarin dekking voor het Bureau Werelderfgoed
wordt meegenomen.
De dekking van deze prioriteit voor 2011 en 2012 zal dan geschieden. Dientengevolge is
deze aanvraag budgetneutraal opgenomen in het verdelingsvoorstel.

5. Vervoer van scholieren naar kunstinstellingen


Ons College stelt voor om de gereserveerde middelen voor internationale cultuureducatie van
€ 250.000 voor 2011 in te zetten voor vervoer van kinderen uit het Amsterdamse
basisonderwijs naar Amsterdamse cultuureducatie-instellingen. Reden hiervoor is dat de post
internationale cultuureducatie op dit moment alleen ten goede komt aan een kleine groep
leerlingen uit het voortgezet onderwijs, die hierdoor in staat worden gesteld om kennis te
maken met cultuur in het buitenland. De incidentele prioriteit van € 250.000 is een
budgetneutrale prioriteit, omdat hiervoor dekking is uit het structurele budget cultuureducatie.
Een bedrag van € 250.000 zal incidenteel op de post internationale cultuureducatie –
onderdeel van het structurele budget cultuureducatie - in mindering wordt gebracht en worden
bestemd voor vervoer van scholieren naar kunstinstellingen.

IP4 Incidentele posterioriteiten

6. Internationale Cultuureducatie
De budgetneutrale incidentele prioriteit van € 250.000 voor vervoer van kinderen uit het
Amsterdamse basisonderwijs naar Amsterdamse cultuureducatie-instellingen “nieuw”kan
worden gedekt door eenzelfde bedrag in mindering te brengen op de post internationale
cultuureducatie “oud” (onderdeel van de structurele algemene budget cultuureducatie).
Derhalve acht ons College het niet nodig dat hiervoor een posterioriteit wordt ingediend.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

7. ISV aanvraag Monumenten


De aanvraag is op basis van een voorselectie van projecten uit de inventarisatie bij de
stadsdelen, die aan de criteria in de subsidie verordening voldoen en projecten die, vanwege
hun buitengewone cultuurhistorische waarde een financiële injectie voor restauratie
rechtvaardigen. De totale restauratiebehoefte van deze projecten bedraagt € 13,9 miljoen. De
behoefte is aanzienlijk groter dan de beschikbare middelen. Gezien de budgettaire
beperkingen is € 2 miljoen opgenomen in het verdeelvoorstel. Dat is overigens hetzelfde
volume als in 2010.

SP4 Structurele posterioriteiten

8. Ombuigingen op apparaat Kunst en Cultuur


Deze posterioriteit is in overeenstemming met de bezuinigingen zoals benoemd in het
programakkoord. Deze bezuiniging is opgenomen in inzet op herstel maatregel nr. 44.3 en
betreft het verlagen van de bijdrage apparaat Kunst en Cultuur met 10% ( 1,5 fte). Dit
overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor de structurele posterioriteit van
€ 200.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 201


9. Vergroten efficiency
Deze prioriteit betreft het vergroten van de efficiency van Bureau Monumenten & Archeologie
(BMA) door de ICT van BMA te combineren met het Stadsarchief Amsterdam (SAA) en een
reductie van de uitgaven telecommunicatie. De taakstelling vastgesteld door ons College
bedraagt € 130.000. Deze posterioriteit is voor rekening van BMA.

10. Beperkter uitvoeren wettelijke taken


Deze prioriteit betreft de eerste tranche van het beperkter uitvoeren van de wettelijke taken
van Bureau Monumenten en Archeologie (BMA). BMA spant zich in om in de eerste tranche
de wettelijke taken te ontlasten zonder in te grijpen in de personele sfeer, door verlaging van
materiële budgetten. De tweede tranche zal beleidsmatige en personele gevolgen hebben.
In het verdeelvoorstel voor 2011 is een bedrag van € 0,1 miljoen structureel opgenomen en
voor 2013 een bedrag van € 0,3 miljoen structureel.

11. Apolloloket
Het Apolloloket zal voor 100% stopgezet worden. Hierdoor wordt een ombuiging van
€ 840.000 gerealiseerd. Subsidies voor professionele organisaties op het gebied van
talentontwikkeling zijn primair een taak van de stadsdelen. Het Apolloloket was in 2009
ambitieus neergezet als hét integrale loket voor talentontwikkeling en had meer samenhang
moeten brengen in het aanbod van activiteiten. Met de ombuiging zijn geen fte gemoeid. De
inhuur van personeel die met de uitvoering van het Apolloket samenhangt valt wel weg. Ons
College stel voor om een bedrag van structureel € 840.000 op te nemen in het
verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 202


Programma Milieu en water
Maatschappelijk effect
Een duurzaam, gezond en leefbaar Amsterdam tegen de laagst mogelijke kosten voor de
bewoners en de bedrijven. Amsterdam is een geliefde plek om te wonen.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 429,1 516,6 511,5 482,4 478,7 471,8 469,5
Baten - 405,7 482,3 467,7 445,2 445,2 437,0 432,7
Resultaat t.l.v. algemene 23,4 34,3 43,9 37,3 33,4 34,8 36,8
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus onttrekking 2,4 -4,1 -7,3 -2,5 -3,8 -4,8 -5,9
reserves
Resultaat t.l.v. algemene 25,8 30,2 36,6 34,8 29,7 30,0 30,9
middelen na mutaties reserves
Saldo reserves 30,7 20,8 23,5 21,0 17,2 12,3 6,2
Saldo voorzieningen 21,6 26,0 25,5 30,7 39,8 37,4 34,7

Algemeen
In het programma Milieu en water gaat in de Begroting 2011 € 482,4 miljoen aan lasten en
€ 445,2 miljoen aan baten om. Deze lasten en baten betreffen voornamelijk Waternet
(€ 198 miljoen) en het Afvalenergiebedrijf (AEB) (€ 224 miljoen).
Het begrote negatieve saldo in het programma Milieu en water bedraagt voor de Begroting
2011 € 37,3 miljoen en dat wordt vooral verklaard door de milieutaken en het waterbeheer.
Dit wordt nader toegelicht bij de subprogramma’s.
Een toelichting op de financiële aansturing van deze vijf subprogramma’s op hoofdlijnen:
 afvalverwerking (AEB): de onderdelen Afvalenergiecentrale (AEC) en de afvalpunten
worden afgerekend met de stadsdelen/derden. In de exploitatierekening van de centrale
stad wordt het saldo opgenomen van de Hoogrendement Centrale (HRC), het Depot
Gevaarlijk Afval en het Regionaal Overslag Station
 afvalwatertransport (Waternet): het belangrijkste product hierin is de rioleringstaak.
Uitgegaan wordt van een kostendekkendheid van 98,5 procent (exclusief terug te
ontvangen BTW) – in dit verband verwijzen wij naar de verplichte paragraaf Lokale
heffingen; voor- en nadelige verschillen worden verrekend met de egalisatiereserve
 drinkwatervoorziening (Waternet): hiervan is de exploitatie met een gering batig saldo
gedekt door tarieven
 milieu (Dienst Milieu en Bouwtoezicht): het financiële saldo van de hierin opgenomen
producten maakt geheel onderdeel uit van de exploitatierekening
 waterbeheer: dit product betreft in hoofdzaak de activiteiten van Binnenwaterbeheer
(BBA) dat met ingang van 1-1-2011 op zal gaan in Waternet. De activiteiten komen ten
laste van de gemeentebegroting, behalve de opbrengst van het binnenhavengeld

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Afvalverwerking
In Nederland en omliggende landen is de capaciteit voor verbranding van afval toegenomen.
Tegelijk is door de economische recessie het aanbod van afval afgenomen. De tarieven voor
verwerking zijn daardoor gedaald. Omdat de capaciteitsuitbreiding op de (middel)lange
termijn een permanent karakter heeft, wordt verwacht dat deze tarieven in de komende jaren
niet meer terugkomen op hun oude, hogere niveau.
Het rendement uit afval, namelijk energieproductie en afzet van reststoffen, heeft eveneens
door lagere tarieven onder druk gestaan. Deze tarieven stijgen weliswaar, maar zullen ook

Raadsdruk Begroting 2011 203


hun oude niveau niet meer bereiken. Warmte- en elektriciteitsprijzen zullen meer gekoppeld
worden aan de gasprijzen, die ten opzichte van de olieprijzen lager komen te liggen.

Deze marktontwikkelingen vormden de basis van het besluit de verzelfstandiging van het
Afval Energie Bedrijf (AEB) uit te stellen. AEB blijft dus voorlopig een volledig Amsterdams
bedrijf. Diezelfde marktontwikkelingen maken het echter eveneens noodzakelijk een visie te
ontwikkelen voor een succesvolle toekomst van AEB.

AEB kan in deze markt profiteren van haar ligging aan waterwegen en van de hoogwaardige,
technische installaties. Omdat zowel de Afvalenergiecentrale als de Hoogrendement Centrale
bewezen hebben hoge energetische rendementen te kunnen realiseren is aan beide
installaties de ‘R1’ status toegekend. Dit betekent dat ze binnen de EU gezien worden als
middel om grondstoffen uit afval terug te winnen (‘recovery’). Het voordeel hiervan is dat AEB
afval mag importeren vanuit andere EU-landen. Door de ligging aan diep vaarwater is dat ook
praktisch mogelijk. Hiermee kan AEB een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2
uitstoot door het verminderen van stortplaatsen binnen de EU. Tegelijk vult AEB hiermee
eventuele afvaltekorten aan, zodat maximaal rendement uit de installaties gehaald wordt.
Ons college heeft klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit hoog op de agenda gezet en ook in
omliggende gemeenten zijn dat belangrijke thema’s. Het AEB heeft op dit gebied de relevante
kennis, de ervaring en het innovatiepotentieel in huis waarmee praktische oplossingen
gerealiseerd kunnen worden. In samenwerking met partners in de markt kan AEB stad en
regio dus ondersteunen in het realiseren van die doelstellingen. AEB realiseert in 2010 een
uitgewerkte strategische visie die hieraan invulling geeft, met als uitgangspunt het optimaal
functioneren van de huidige installaties.

2.2 Milieu
Voor de handhavingsketen geldt het adagium: decentraal wat kan, centraal wat moet. Als
resultante daarvan is in de loop van 2010 een aantal milieutoezichthouders voor de niet-
complexe inrichtingen overgegaan naar de stadsdelen. De BWT-taken (Bouw- en
WoningToezicht) in de grootstedelijke gebieden zullen in dit kader de komende periode nader
worden bezien. Die ontwikkeling past in de voorbereiding om te komen tot een Regionale
Uitvoeringsdienst (RUD) per 2012. Het zwaartepunt van deze voorbereiding zal in 2011
liggen.

2.3 Bureau Monumenten & Archeologie


Bureau Monumenten & Archeologie zal per 1 januari 2011 van de Dienst Milieu en
Bouwtoezicht overgaan naar het Stadsarchief Amsterdam. Die overgang past in het
perspectief van een culturele alliantie.

2.4 Klimaat & Luchtwaliteit


Er vindt een verschuiving plaats in de programmataken voor klimaat en luchtkwaliteit. Per 1
juli 2010 gaan die voor klimaat en energie over naar de directeur van de Dienst Ruimtelijke
Ordening (DRO) en per 1 januari 2011 zal de directeur van de Dienst Infrastructuur, Verkeer
en Vervoer (DIVV) als opdrachtgever voor luchtkwaliteit gaan optreden.

2.5 Waterbeheer
Waternet is volop bezig de watercyclus te sluiten en vormt zich om tot het geïntegreerde
watercyclusbedrijf Waternet. Voor 2011 wordt een verdere integratie bereikt
door een fusie met de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam (BBA). BBA gaat per 2011
onderdeel uitmaken van Waternet.

De effecten van de economische crisis tekenen zich inmiddels af, in Nederland en ook in
Amsterdam. Voor Waternet is het effect hiervan vooral zichtbaar in de Amsterdamse
drinkwatertaak. Prognoses in afzet zijn ten opzichte van voorliggende perioden naar beneden
bijgesteld, vooral als gevolg van afname van klein zakelijk gebruik. Waternet draagt bij aan
het tegengaan van de negatieve aspecten van de economische crisis door de tarieven voor
drinkwater niet en rioolrecht beperkt te verhogen. Hierdoor neemt de lastendruk voor burgers
en bedrijven voor deze aspecten niet toe. In 2010 wordt onderzocht of het mogelijk en
wenselijk is de eerste aanleg van de riolering niet meer uit de grondexploitatie te financieren
maar uit het rioolrecht. Dit heeft consequenties voor het tarief rioolrecht na 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 204


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Subprogramma Afvalverwerking
3.1.1 Afvalverwerking; Welk maatschappelijk effect willen we bereiken?
Het realiseren van een zo hoog mogelijk economisch rendement bij en een zo duurzaam
mogelijk wijze van verbranden en verwerken van afval en rioolslib.

Programakkoord 2010-2014

Voor dit subprogramma zijn geen programakkoorddoelstellingen geformuleerd.


3.1.2 Afvalverwerking: Wat gaan we ervoor doen?
In 2009 en 2010 heeft het Afval Energie Bedrijf (AEB) gewerkt aan de verbetering van de
bedrijfsvoering. De resultaten zijn dat de beschikbaarheid van de Afvalenergiecentrale is
gestegen en dat de Hoogrendement Centrale de verwachte rendementen in de productie van
elektriciteit realiseert. Daarnaast zijn op gebied van veiligheid verbeteringen gerealiseerd, die
geleid hebben tot een afname van incidenten. In 2011 wordt gewerkt aan verdere
verbeteringen op deze gebieden. Het doel is de verbeteringen die tot nu toe zijn behaald
verder uit te bouwen en voor langere termijn te borgen om zodoende een betrouwbare
partner voor stad, regio en bedrijfsleven op gebied van afvalverwerking te blijven.

Afvalenergiecentrale
De Afvalenergiecentrale (AEC) is een afvalverbrandingsinstallatie die naast afval ook rioolslib
verwerkt. Met de verbranding van afval en slib wordt water tot oververhitte stoom gebracht.
Deze stoom wordt gebruikt voor warmtelevering en om via turbines en generatoren
elektriciteit te produceren. De geproduceerde elektriciteit wordt voor het overgrote gedeelte
aan de gemeente Amsterdam geleverd, die het gebruikt voor de openbare verlichting, het
openbaar vervoer en de verlichting van openbare gebouwen. Ruwe bodemas (hetgeen
resteert na verbranding van het afval) is het andere eindproduct. Dit wordt verwerkt door de
Slakkenopwerkingsinstallatie (SOI). De SOI wint uit deze bodemas metalen die voor
hergebruik aan derden worden geleverd. Daarnaast is er nog een aantal stoffen dat uit de
reiniging van het rookgas komt. Stoffen zoals gips worden ook voor hergebruik doorgeleverd,
anderen worden afgevoerd en veilig gestort.

Hoogrendement Centrale
De Hoogrendement Centrale (HRC) heeft een uitzonderlijk hoog rendement voor een afval
gestookte elektriciteitscentrale. De HRC verwerkt echter geen rioolslib. De HRC wordt
volledig voor rekening en risico van de gemeente Amsterdam gedreven en wordt vooral
gebruikt om bedrijfsafval te verwerken. De opgewekte elektriciteit en bruikbare reststoffen
worden op de vrije markt afgezet.

3.1.3 Afvalverwerking: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Afvalverwerking 194,0 239,8 227,5 225,6 218,6 217,2 215,6
Baten -
Afvalverwerking 193,8 244,2 233,8 230,0 228,7 227,4 225,8
Saldo 0,2 - 4,4 - 6,3 - 4,4 - 10,1 - 10,2 - 10,2

Actualisatie 2010
Het saldo in de geactualiseerde begroting daalt met € 1,9 miljoen. Deze daling wordt
voornamelijk veroorzaakt door de vrijval van vakantiegeld bij AEB en een verbetering van het
bedrijfsresultaat bij de HRC van € 0,7 miljoen naar € 5,7 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 205


Begroting 2011
Bij de Begroting 2011 is het verwachte resultaat voor de HRC € 5 miljoen en vervalt de
eenmalige baat in verband met vrijval vakantiegeld.

Begroting 2012-2014
De verwachting is dat in de jaren 2012 en verder een bedrijfs- en marktsituatie voor AEB
ontstaat, waarin een resultaat gehaald kan worden van circa € 10 miljoen.

3.1.4 Investeringen
In de Begroting 2010 heeft AEB voor 2010 een aantal kredieten aangevraagd voor
investeringen. Deze kredieten zijn uiteindelijk abusievelijk niet opgenomen in de Begroting
2010 van de gemeente Amsterdam. Ter correctie worden deze investeringen opgenomen in
het programma Milieu en water samen met een aantal aanvullende investeringen. Het betreft
rendabele kredieten die gedekt worden binnen de exploitatie van het AEB.

Omschrijving Verwachte uitgaven Verwachte uitgaven


2010 2011
Vervanging Eindovo’s € 4 miljoen
Optimaliseren glasvezelnetwerk en vervangen € 0,35 miljoen
verouderde netwerkapparatuur
Certificering drinkwatersysteem € 0,75 miljoen

Verbouwing magazijn € 2 miljoen


Modificaties biogas € 0,5 miljoen
Aanpassing verwerking RGR € 1 miljoen € 1 miljoen
Bemetering AEC € 1 miljoen
Voorbereidingskrediet (productieverhoging AEC, reststof € 0,75 miljoen
E-filters, transport over water, verhoging stoomproductie)
Bouw depot 3 en sanering depot 1 € 2 miljoen
Modificatie koelwaterkanaal € 0,33 miljoen
Modificatie koelwaterpompen € 0,5 miljoen
Modificatie SOI € 0,35 miljoen
Mobiele kraan SOI € 0,2 miljoen
Hangerhappers WAB € 0,2 miljoen
KCA € 0,25 miljoen
Blusmonitoren € 0,4 miljoen
Bewakingscamera’s/E-ruimte beveiliging € 0,57 miljoen

Voor 2011 verwacht AEB de volgende vervangingsinvesteringen.


Camerabewaking € 0,3 miljoen
Vervangen ICT hardware € 0,33 miljoen
Shredder gevaarlijk afval € 0,35 miljoen
Vervangen keteldak AEC € 0,7 miljoen
Totaal € 1,7 miljoen

Camerabewaking
De Europese aanbesteding voor het beveiligingsproject bij AEB is uitgekomen op net iets
meer dan € 0,7 miljoen. In 2010 is een investeringskrediet van € 0,57 miljoen opgenomen. De
belangrijkste reden voor de uitbreiding van middelen is de omstandigheid dat AEB binnenkort
per schip aangevoerd afval gaat verwerken. De beveiliging van de betreffende kade vraagt
om extra maatregelen, die nodig zijn om toestemming te krijgen de schepen af te laten
meren. Daarnaast is € 0,17 miljoen nodig om een glasvezelnetwerk rondom AEB te plaatsen.
Het huidige netwerk kan de hoeveelheid extra cameradata niet aan. Dit betekent dus een
uitbreiding met € 0,3 miljoen van het krediet van 2010.

Vervanging ICT hardware


De huidige hardware voor het bedrijfsnetwerk, diverse applicaties en de telefooncentrale
voldoen niet meer aan de huidige standaard. Om de continuïteit en een hoge
beschikbaarheid te borgen dient de apparatuur vervangen te worden. Hiervoor heeft AEB een
krediet van € 0,33 miljoen nodig.

Raadsdruk Begroting 2011 206


Shredder gevaarlijk afval
De shredder gevaarlijk afval is nodig zodat het Depot Gevaarlijk Afval (onderdeel van
Inzameling & Hergebruik) bijzondere en gevaarlijke afvalstoffen kan verwerken. Grote
stukken afval kunnen ermee verkleind worden zodat ze gemakkelijk in de installaties van AEB
verbrand kunnen worden. Met de investering is een bedrag van € 0,35 miljoen gemoeid.

Vervangen keteldak AEC


Tijdens de onderhoudsstops in 2010 is geconstateerd dat het keteldak van de verschillende
ovens (AEC) de laatste twee jaar hard achteruit is gegaan. Delen van het keteldak moeten
vervangen worden en gerepareerd. Na vervanging en reparatie kan het dak weer minimaal
tien jaar mee voor de volgende grootschalige vervanging en/of reparatie. In 2011 wordt dit
uitgevoerd op twee van de vier lijnen (lijn 11 en 24). Voor 2012 wordt opnieuw een krediet
aangevraagd om het keteldak van de twee overige lijnen (lijn 12 en 23) te vervangen en
repareren. Voor de realisatie in 2011 is een krediet nodig van € 0,7 miljoen.

3.1.5 Afvalverwerking: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de


programakkoorddoelstellingen
In het kader van risicomanagement is besloten om in de eerste maanden van 2010 het tarief
voor elektriciteit voor 2011 voor ongeveer 50% vast te zetten. Het tarief van de
gecontracteerde hoeveelheid MWh komt gemiddeld uit op € 48,00. De resterende andere
helft wordt naar verwachting tegen een gemiddelde prijs van € 46,00 verkocht, waarmee de
totale gemiddelde prijs voor 2011 op € 47,00 uitkomt.

Het belangrijkste risico voor de hele bedrijfsvoering van het Afval Energie Bedrijf (AEC, HRC,
I&H en AP) lag tot voor kort bij de instabiliteit van de centrales. Inmiddels is, door de
prijsstelling in de markt, de toelevering van afval het grootste risico. De economische recessie
en toenemende verbrandingscapaciteit hebben een remmend effect op het afvalaanbod.
Uitgangspunt van Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is dat contractpartijen minimaal blijven
leveren zoals contractueel is vastgelegd. In 2010 is al gebleken dat contractpartijen moeilijk
hun verplichtingen na kunnen komen. Mocht de toelevering in de tweede helft van 2010
verder verslechteren dan zal AEB de hier gepresenteerde resultaten niet geheel kunnen
realiseren en zo nodig een waarschuwing omtrent het te verwachten afrekentarief en/of
resultaat afgeven. Om de effecten van dit risico te verminderen onderzoekt AEB de
mogelijkheid afval uit het buitenland aan te trekken.

Andere risico’s voor AEB vloeien voort uit het productieproces en de installaties. Met
beheersmaatregelen zoals het inzetten van geschoold personeel, preventief onderhoud en
een verantwoord productieproces worden deze risico’s geminimaliseerd.

3.2 Subprogramma Milieu


3.2.1. Milieu: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Voor dit subprogramma zijn geen programakkoorddoelstelingen geformuleerd..

Overige doelstellingen
Doelstelling 1 : In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of
contractvoorwaarden
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Ambitie is Landelijke 80 % 85% 90% 95%
Amsterdamse monitor duurzaam inkopen
tenminste monitor met
75%. nulmeting
vindt plaats
in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 207


Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam in de top 5 van de EU
green Capital staat
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Positie op EU Amsterdam 4e in 2009 In 2014 is Amsterdam een idem Idem idem
Greencapital list, of toonaangevende stad, waarbij In 2013
evt. andere we in de top 5 eindigen bij de aanvraag
objectieve ranglijst verkiezing EU Green Capital: voor nieuwe
europese steden Vaststellen aanpak waarbij de EU Green
punten verbeterd worden Capital
waarop we bij de vorige voorbereid
verkiezing ondergemiddeld
scoorden en de sterktes
uitbouwen.
Grondstoffen Duurzaamheidsprogramma
transitie: formuleren, zoals hoeveel %
Geformuleerd doel in minder huidhoudelijk afval en
duurzaamheids- % hergebruik materialen
programma doormiddel van de volgende
acties:
− Vastgestelde
grondstoffenstrategie
i.s.m. andere diensten (
AEB, Haven, IVV, IBA,
OGA).
− Bijdrage aan project
haven, grondstof=afval
− C2C loket en website
geactualiseerd
− concrete project-,
productadvisering
Cradle2Cradle
− rapporteren over
gerealiseerde icoon-
projecten in Amsterdam
Economie en − Duurzame bedrijven idem idem idem
innovatie: kiezen voor Amsterdam
Geformuleerd doel in − Amsterdamse bedrijven
duurzaamheids- werken steeds eco-
programma efficienter:
− uitvoering project DEIS
− project Groene Loper
− Duurzaam toerisme
Duurzaamheids- − vaststelling
programmering Duurzaamheidsprogramm
a 2010-2014
− Projecten Duurzaam- idem Idem idem
heidsprogramma in
uitvoering
− Opstellen idem
duurzaamheidsverslag
Duurzaamheid − Kennisnetwerk
verbinden in de stad: duurzaamheid binnen de
Goede en steeds stad onderhouden en
meer versterken
samenwerkingsverba − Vormgeven lobby naar
nden tussen Europa en in Nederland
gemeente en − Externe communicatie
bedrijfsleven, (duurzaamheidswebsite)
Gemeente en − Festival Amsterdam
bewoners versterken Duurzaam
en verbinden op − programmamanagement
duurzaamheid CUD en SET

Raadsdruk Begroting 2011 208


Doelstelling 3: Amsterdam is een compacte en leefbare stad
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Actie plan geluid: Geluidskaart 2007 Beleid geactualiseerd voor:
− het aantal − Bouwen op geluidbelaste
(ernstig) locaties
gehinderden en − Bouwlawaai
slaapgestoorden − Geluid bij evenementen
t.g.v. wegverkeer − Uitvoeren actieplan geluid Idem Idem Idem
− aantal woningen − Opstellen nieuwe
met geluidkaart in kader EU
geluidbelasting richtlijn
boven 68dB − Zonebeheer en beleid Idem Idem Idem
Westpoort
− Uitvoeren acties stille idem idem idem
gebieden
Externe veiligheid: − Externe Veiligheid: o.a.
alle risico’s in beeld groepsrisicobeleid
en overal voldoen gemeentebreed vast-
aan grenswaarde gesteld
− Structuurvisie Externe
veiligheid Amsterdam
vastgesteld Idem Idem Idem
− Voorzitterschap Task force
Lucht idem Idem idem
− Adviseren op Wet
milieubeheer procedures
op gebied van Externe
veiligheid en luchtkwaliteit
Energie: Doelen energie en lucht − 10 energievisies maken,
− Van de elders geformuleerd waar Klimaatneutraal
grootstedelijke bouwen een van de
projecten zal scenario’s is.
100% en van de − 4 quickscans milieu en
overige projecten duurzaamheid
zal 70% die bij − 2 Pilots Breeam uitvoeren
STAT voor 1 nieuwbouw project
langskomen een en 1 vernieuwbouw
duurzaamheidsp project.
aragraaf kennen − Milieuplaberum inclusief
− in de periode toetsing op externe
2011-2014 5000 veiligheid vastgesteld.
woningen − Quickscans uitvoeren en
voorzien van adviseren op ruimtelijke
ieder 6 projecten met betrekking
zonnepanelen tot luchtkwaliteit.

Doelstelling 4: thema gemeentelijke milieutaken t.a.v. bedrijven: regulering, en het toezicht op en de handhaving van de
milieuregelgeving zijn op adequaat niveau
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
− Regulering wordt De vergunning- − 273 Wabo(deel)- Idem Idem Idem
uitgevoerd verlening is op vergunningen en andere
rekening adequaat niveau: reguleringsprocedures
houdend met de milieuvergunningen waarvan 158 voor de
milieurisico’s; binnen wettelijke centrale stad.
waar nodig termijn: 90% (2007) − Vergunningprocedures en idem idem idem
worden overige procedures
specifieke worden voor 100% binnen
voorschriften de wettelijke termijn
opgelegd afgehandeld
− Procedures
worden binnen
de wettelijke
termijnen
afgehandeld
Procedures worden Van de beschikkingen − 320 Beschikkingen op Idem Idem Idem
binnen de wettelijke op BUSmel-dingen en BUS-meldingen en
termijn afgehandeld sanerings- saneringsbeschikkingen
beschikkingen wordt − 250 Evaluatie- en Idem Idem Idem
95% binnen de wet- nazorgbeschikkingen
telijke termijn − 750 Beoordelingen bo- Idem Idem Idem
afgegeven, van de demonderzoeken en
evaluatie-beschik- meldingen
kingen 53% (2007) vrijstellingsregeling idem idem idem

Raadsdruk Begroting 2011 209


− Saneringsbeschikkingen
en beschikkingen op
evaluatieverslagen >98%
binnen de wettelijke
termijn

− Milieugerelateerd Bodemtoezicht: 94% − Toezicht bij bedrijven Idem Idem Idem


e klachten saneringen op beschik- 100% conform planning
worden adequaat king; − Behandelling milieu- Idem Idem Idem
onderzocht; bij 67% op BUS-melding gerelateerde klachten:
constatering van 100%
een gegronde Bodemtoezicht: 90% idem idem idem
klacht volgen saneringen op beschikking;
controle en 60% op BUS-melding
handhaving
− Op
bodemsaneringe
n wordt toezicht
uitgeoefend
afhankelijk van
complexiteit en
milieurisico’s

Doelstelling 5: thema Bodem; Duurzame ambities 2011-2014


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Functionele kwaliteit − Inventarisatie en
voor grond en beheersmaatregelen
grondwater die spoedlocaties humaan
bijdraagt aan een − Inventarisatie en idem idem idem
gezondere beheersmaatregelen
leefomgeving spoedlocaties ecologisch
− Nazorg Wester- en
Oostergasfabriek Idem Idem Idem
− Onderzoeksfase
saneringsvariant
Zuidergasfabriek
− sanering Zuidergasfabriek
− sanering waterbodem van Idem Idem Idem
de Haarlemmer-trekvaart
− Voortgang sanering
Volgermeerpolder
− Nazorg en optimalisering
Idem Idem Idem
nazorg Diemerzeedijk
− midterm-review in het
Idem Idem Idem
kader convenant bodem
− nazorg regulier

idem idem idem

3.2.2 Milieu:Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in


inkoopcriteria of contractvoorwaarden
Eind 2010 vindt een landelijke monitoring plaats. Ambitie van Amsterdam is dat we minimaal
75% van ons budget duurzaam inkopen. Uiteindelijk moet dat in 2015 100% zijn.
Amsterdam grijpt de landelijke monitor aan als nulmeting en gebruikt het om stapsgewijs te
werken naar een verhoging van het percentage duurzaam inkopen tot 100%. Op basis van de
landelijke monitor voert Amsterdam jaarlijks een eigen meting uit waarin de gepleegde
inspanningen goed tot hun recht komen. Verankering van duurzaam inkopen vindt plaats
tezamen met de verdergaande centralisering en professionalisering van de inkoop. In elk
nieuw raamcontract zal duurzaamheid stevig meegewogen worden.

Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam


in de top 5 van de EU green Capitalstaat
In 2014 zijn we een toonaangevende duurzame stad. Dit toetsen we door in 2014 mee te
doen aan de EU green Capital, met als ambitie in de top 5 te eindigen.

Raadsdruk Begroting 2011 210


Op vier subterreinen leveren we daarvoor inzet. Subdoelen voor deze thema;s zullen in een
Duurzaamheidsprogramma (gereed eind 2010) worden vastgelegd.

Doelstelling 3: Amsterdam is een compacte en leefbare stad

Geluid
De inspanningen op het beleidsveld Geluid dragen bij aan een Compacte Leefbare Stad. Het
spanningsveld tussen concentreren en samenvoegen van functies en een akoestisch nog
acceptabel leefmilieu vraagt hier steeds om nieuwe antwoorden. Om een goede aansluiting te
krijgen tussen werkwijzen in de stad (diensten, stadsdelen) is eenheid in beleidsontwikkeling
en uitvoering van groot belang.
In de komende periode zal worden bijgedragen aan:
 Bouwen op geluidbelaste locaties
 Bouwlawaai
 Geluid bij evenementen

Op deze gebieden dient het Amsterdamse beleid geactualiseerd en gestroomlijnd te worden.


Voor het bouwen op geluidbelaste locaties is het doel om in alle stadsdelen een gezamenlijk
beleidskader te laten vaststellen. Verder is in deze collegeperiode uitvoering van het
Actieplan Geluid aan de orde, specifiek gericht op terugdringen van wegverkeerlawaai.
In het Actieplan Geluid, dat is vastgesteld in februari 2009, hebben stad en stadsdelen en
gezamenlijk beleidskader geformuleerd voor het terugringen van het lawaai afkomstig van
autoverkeer en trams.

De belangrijkste in het plan opgenomen maatregelen zijn:


1. aanpassen van het wegdek door gebruik geluidreducerend asfalt
2. sanering van woningen (geluidisolatie)

Externe Veiligheid
In een compacte en leefbare stad zijn de risico’s die gepaard gaan met activiteiten waarbij
gevaarlijke stoffen betrokken zijn algemeen bekend en maatschappelijk aanvaardbaar. In het
programma Externe veiligheid staat beschreven op welke wijze we dit behouden en waar
mogelijk kunnen verbeteren.

Milieu en ruimtelijke ordening


Hoofddoelstelling: klimaat-en gifvrij en waterneutraal bouwen, grondstoffen conform Cradle
toCradle (C2C) filosofie, Leefbaarheid bevorderen (stil, veilig, gezond) zoeken naar
‘toegevoegde waarde’
 Geven van Energie-adviezen aan projecten op basis van de energievisie-notitie
 Advisering en begeleiding van duurzaamheid in aanbestedingsprocedure
 Voorlichting en communicatie naar buiten
 Subsidie aanvraag neerleggen in Brussel
 Milieuplaberum vernieuwen en opnemen in Plaberum
 Externe Veiligheid, Luchtkwaliteit en Geluid onderdeel van duurzame advisering laten zijn

Energie
De doelstellingen op het gebied van energie zullen door het nieuwe energiebureau worden
geformuleerd. Dit zal gebaseerd zijn op de bestaande energiestrategie die uitgaat van: 40%
CO2 reductie, Klimaatneutrale organisatie in 2014, 20% duurzame energie.

Doelstelling 4: Thema gemeentelijke milieutaken t.a.v. bedrijven en bodem: regulering, en het


toezicht op en de handhaving van de regelgeving zijn op adequaat niveau
Het doel van milieuvergunningverlening en overige milieuregulering is de milieueffecten op de
omgeving te beperken binnen het kader van de Wet milieubeheer. Dit doel is bereikt als alle
bedrijfsmatige activiteiten adequaat zijn gereguleerd.

In 2011 maakt de procedure onderdeel uit van de Wabo vergunning. Bij de invoering van de
Wabo worden de stadsdelen coördinator voor de procedures, waarvoor zij bevoegd gezag
zijn. Door de invoering van de Wabo vervalt het delegatiebesluit en daarmee de
werkzaamheden in delegatie voor de provincie. Bij de inschatting voor 2011 is rekening

Raadsdruk Begroting 2011 211


gehouden met de overdracht van taken van gemeente naar provincie en andersom bij de
invoering van de Wabo conform de afspraken tussen provincie en Amsterdam. Daarnaast is
rekening gehouden met het meldingplichtig worden van een groot aantal afvalverwerkende
bedrijven per 1 januari 2011 (2e tranche activiteitenbesluit).

Het effect van de economische crisis op het behalen van de doelstelling lijkt zich bij bedrijven
ook te manifesteren als bezuiniging op onderhoud. Het resultaat is een slechter naleefgedrag
van de milieuregelgeving. Landelijk is deze trend geconstateerd. Amsterdam zal aan dit
aspect expliciet aandacht geven in de risicoanalyse in het kader van het milieutoezicht, en
wanneer dit verschijnsel zich gaat voordoen alert reageren. Het is nog niet te becijferen hoe
zich dat uit in aantallen uit te voeren controles en de daarvoor benodigde capaciteit.

Toezicht en handhaving
In 2011 en de jaren daarna wordt de lijn voor integraal toezicht met kracht voortgezet. Ook
zullen daarbij de mogelijkheden voor een duurzamer Amsterdam worden benut.
Het toezicht op de naleving van de milieuregelgeving bij bedrijven, en op bodemlocaties, vindt
plaats volgens een vooraf op basis van een risicoanalyse vastgestelde bezoekfrequentie.

Doelstelling 5: Thema Bodem; Duurzame ambities 2011-2014


Amsterdam streeft naar een bij haar functie passende bodemkwaliteit. Dit betekent dat
Amsterdam streeft naar een functionele kwaliteit voor grond en grondwater die bijdraagt aan
een gezondere leefomgeving. De nauwe samenhang tussen (grond)water– en bodembeleid
en gebiedsgericht beheer krijgt beleidsmatig zijn neerslag in de ruimtelijke Structuurvisie
Amsterdam 2040 ‘economisch sterk en duurzaam’.
Het rijk financiert een (groot) deel van de bodemsaneringsoperatie en de afspraken uit het
convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties uit 2009.

Gasfabrieken
Amsterdam saneert de grote stedelijke gasfabrieken, zodat deze weer gebruikt kunnen
worden voor maatschappelijke functies. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de
Intentieverklaring gasfabrieken 1999, die mede is ondertekend door Amsterdam.

De Westergasfabriek
De grondsanering is voltooid maar er zijn nog maatregelen nodig voor de
grondwaterverontreiniging en de sanering van de waterbodem in de Haarlemmertrekvaart (zie
hieronder). Ook vereist de afgeronde grondsanering nazorg ter plaatse van het cultuurpark.
De daartoe onlangs opgerichte gemeentelijke organisatie, die is ondergebracht bij het OGA,
zal de nazorg uitvoeren.

De Oostergasfabriek
De grondsanering is gereed. Ook de bijbehorende aanleg van het
grondwatersaneringsysteem is klaar. De opstelling van de eindafrekeningen wordt in 2010
afgerond.

Onzekerheden met financiële consequenties, ondermeer als gevolg van het niet kunnen
trekken van damwanden, zijn geïdentificeerd. In de prognose is een risicoreservering voor
deze onzekerheden opgenomen. Ook zijn de verwachte nazorgkosten voor de periode 2009-
2014 geraamd en opgenomen. De prognose past binnen het beschikbaar gestelde krediet.
De grondwatersanering is per 1 december 2009 gestart en duurt drie tot maximaal vijf jaar.
Parallel hieraan vinden nazorgactiviteiten plaats.
Voor de organisatie van de grondwatersanering en de nazorg zijn afspraken gemaakt tussen
het Stadsdeel (Projectbureau Oostpoort), DMB en Projectbureau Bodem (PBB). De
nazorgorganisatie zal het uitvoeren van nazorg en van de grondwatersanering(en) in de loop
van 2010 overnemen.

De Zuidergasfabriek
De sanering van de Zuidergasfabriek is essentieel voor de herontwikkeling van het
Overamstelgebied. Op dit moment verkeert dit project nog in de onderzoeksfase en worden
de saneringsvarianten onderzocht. In het door het rijk toegezegde budget voor deze sanering

Raadsdruk Begroting 2011 212


is uitgegaan van een rijksbijdrage van 33% van de kosten van de sanering tot een maximum
van circa € 20 miljoen.

Gasfabriek Marnixstraat (Appeltjesmarkt)


De noodzakelijke sanering van de voormalige gasfabriek aan de Marnixstraat is uitgesteld tot
na 2014, In de huidige programmaperiode zijn wel enkele tijdelijke beveiligingsmaatregelen
nodig en zal een deelsanering worden uitgevoerd aan de Groenmarktkade.

De waterbodems bij de gasfabrieken


Alle vier de gasfabrieken stonden aan het water; de waterbodem is daardoor verontreinigd
geraakt. In november 2010 wordt gestart met de sanering van de waterbodem van de
Haarlemmertrekvaart bij de Westergasfabriek. De sanering wordt uitgevoerd door Waternet
en de kosten zijn opgenomen in de ISV-middelen 2010 bij de DMB. De sanering van nog een
waterbodem staat vóór 2015 gepland, de overige twee zijn doorgeschoven tot na 2014.

Volgermeerpolder
De uitvoering is het laatste jaar ingegaan en verloopt volgens schema en binnen budget. Een
nieuw risico vormt het optreden van hoge grondwaterstanden onder de folie en de deels
daarmee samenhangende uittreding van verontreiniging naar het oppervlaktewater.
Beheersmaatregelen voor beide risico’s zijn inmiddels in uitvoering. In de prognose is met de
hiervoor te maken kosten rekening gehouden.
Begin 2010 is een nieuw kredietbesluit Sanering Volgermeerpolder door uw Vergadering
vastgesteld. Daarmee is het krediet opgehoogd van € 79 miljoen naar € 96,4 miljoen inclusief
BTW. Deze ophoging was nodig om de prijsstijgingen sinds 2003 op te kunnen vangen en om
zand te kunnen kopen (als compensatie voor het wegvallen van een deel van het verwacht
Noord/Zuidlijn zand).

Diemerzeedijk
Dit project bevindt zich in de nazorgfase, die wordt uitgevoerd door Waternet. Er is in 2008
een onderzoek gestart naar de effectiviteit van de genomen maatregelen om zo nodig de
aanpak van de nazorg te optimaliseren. Aan de hand van de uitkomst van een expertmeeting
met deskundigen uit het hele land is een projectplan opgesteld; in 2010 is de uitvoering
hiervan gestart.

Nazorg
Naast de nazorg op de gasfabrieksterreinen en de Diemerzeedijk zijn er vele kleine
saneringsprojecten in de stad, waar nazorg noodzakelijk is. De nazorgorganisatie bij OGA
voert deze nazorg uit in opdracht van de stadsdelen en DMB; DMB stelt de middelen voor de
nazorg beschikbaar uit Decentrale uitkering bodem (DU bodem). Uit de inventarisatie bij de
stadsdelen en de DMB blijken er 39 nazorgprojecten te zijn, naast de eerder genoemde
nazorg bij de grote projecten.

2.2.3 Milieu: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten +
Duurzame leefomgeving 55,3 87,9 89,3 66,6 66,5 58,8 55,6
(D1 t/m D5)
Baten -
Duurzame leefomgeving 40,1 64,1 56,4 40,5 40,5 33,2 30,1
(D1 t/m D5)
Saldo 15,1 23,8 32,9 26,0 26,0 25,6 25,5

Actualisatie 2010
Het saldo in de geactualiseerde begroting stijgt met € 9,1 miljoen. Deze stijging van het saldo
wordt in hoofdzaak verklaard door de decentralisatie van de middelen voor bodemsanering.
Dit is het gevolg van de bestuursafspraken met het IP in 2007 en de VNG in 2008. Op 10 juli
2009 is het ‘convenant bodem’ ondertekend door rijk, IPO, VNG en Unie van Waterschappen.

Raadsdruk Begroting 2011 213


Voor Amsterdam is in 2010 € 9,55 miljoen beschikbaar. Voor de jaren 2011 t/m 2014 is de
jaarlijkse uitkering € 4,55 miljoen. Dit betekent dat de specifieke uitkering niet meer wordt
geraamd bij de baten in dit programma aangezien deze baat al als baat is opgenomen in het
gemeentefonds (Algemene Dekkingsmiddelen).

Begroting 2011
Ten opzichte van Actualisatie 2010 daalt het saldo met € 7 miljoen. Deze afname wordt op
hoofdlijnen verklaard door het vervallen van prioriteiten (klimaat), lagere lasten DU uitkering
Bodemsanering (gemeentefonds) en vervallen incidentele posten baten.

Begroting 2012-2014
Het saldo laat een lichte stijging zien door een groter gemeentelijk aandeel in de
bodemsanering.

2.2.4 Investeringen
In 2011 is een tweetal vervangingsinvesteringen opgenomen bij DMB. De eerste voor de
noodzakelijke aanpassingen aan de bekabeling in de Diamantbeurs in 2011 (€ 0,7 miljoen).
Deze aanpassing was al in 2005 aangeven maar door onduidelijkheid over de toekomstige
huisvesting niet doorgevoerd. Nu DMB langer in de Diamantbeurs blijft is deze investering
onvermijdelijk. De tweede voor de vervanging van het huidige financiële pakket K2F door het
gemeentebreed gekozen financiële pakket Enetrprise-One (€ 0,25 miljoen).

3.2.5 Subprogramma Milieu: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen?


Door de economische crisis zullen bedrijven, om de kosten te verlagen, inleveren op
onderhoud en het naleven van de milieuregelgeving. Landelijk is deze trend geconstateerd. In
Amsterdam zal aan dit aspect expliciet aandacht worden gegeven in de risicoanalyse in het
kader van het milieutoezicht.

3.3 Subprogramma Waterbeheer

3.3.1. Waterbeheer: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?


Per 1 januari 2011 fuseert de Dienst Binnenwaterbeheer (BBA) met de stichting Waternet.
Om deze reden is de begroting van deze dienst opgenomen in de Begroting 2011 Waternet
Amsterdamse Taken. Bij deze fusie zijn vrijwel alle taken overgedragen aan de stichting
Waternet, behoudens het onderdeel heffen en innen Binnenhavengeld beroepsvaart. Dit
onderdeel gaat over naar Haven Amsterdam.
Het onderdeel Binnenwaterbeheer vervult de rol van vaarwegbeheerder op het binnenwater
van Amsterdam. Deze taak wordt breed opgevat. De voormalige dienst treedt op als
regisseur bij de voorbereiding en uitvoering van beleid met betrekking tot het binnenwater.

BBA is door de stadsdelen gemandateerd te beslissen op aanvragen van ligplaats-,


verbouwings- of vervangingsvergunningen voor woonboten. Hiertoe heeft BBA contracten
met de meeste waterrijke stadsdelen. De aard en omvang van de dienstverlening varieert:
sommige stadsdelen hebben enkel de vergunningverlening uitbesteed, terwijl andere ook
handhaving en de juridische procedures aan BBA hebben opgedragen.

De voormalige Dienst Binnenwaterbeheer handhaaft op het water op het gebied van nautisch
vaarwegbeheer, verkeersregeling en snelheid en overlast op het water. Het heffen en innen
van Binnenhavengeld Pleziervaart en ook de handhaving op het betalen daarvan wordt door
dit onderdeel uitgevoerd.

De bereikbaarheid van de stad valt of staat met een optimale doorstroming van het land- en
scheepvaartverkeer. Daarnaast int de sector Bruggen & Sluizen Binnenhavengeld op de
clusterposten, bedient sluizen voor de waterhuishouding, coördineert het meldpunt en houdt
toezicht op de bewaarhaven. In 2010 is besloten tot het op afstand bedienen van bruggen en
sluizen in Amsterdam. Dit meerjarige project heeft tot doel de dienstverlening aan de
scheepvaart uit te breiden met een lagere inzet van capaciteit.

Raadsdruk Begroting 2011 214


2.3.2 Waterbeheer: Wat gaan we ervoor doen?
Ons College is het bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet en uit dien
hoofde belast met het toezicht en de handhaving op de orde en veiligheid op het water.
Prioriteiten in de handhaving liggen in 2011 zoals in 2010 op de volgende onderwerpen:
 overlast
 illegaal passagiersvervoer
 vaarsnelheid
 handhaving Binnenhavengeld (BHG)
 wrakken

Waternet is verantwoordelijk voor de Amsterdamse stadsboezem en voert in dat kader de


volgende taken uit:
 baggeren
 onderhoud aan de polderwatergangen
 drijfvuilvissen, grofvuilvissen, wrakken lichten, huisvuil ophalen van de binnenvaart en het
bestrijden van botulisme

3.3.3 Waterbeheer: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Waterbeheer 17,6 17,6 16,5 17,5 16,8 16,3 16,2
Baten -
Waterbeheer 4,4 4,4 4,5 2,1 2,1 2,1 2,1
Saldo 13,2 13,2 12,0 15,4 14,7 14,2 14,2

Actualisatie 2010-Begroting 2011


Per 1 januari 2011 zal de Dienst Binnenwaterbeheer fuseren met de stichting Waternet. Om
deze reden is de begroting van deze dienst opgenomen in de Begroting 2011 Waternet
Amsterdamse Taken. Bij deze fusie zijn vrijwel alle taken overgedragen aan de stichting
Waternet, behoudens het onderdeel heffen en innen Binnenhavengeld beroepsvaart. Dit
onderdeel gaat over naar Haven Amsterdam.

Het saldo in de Actualisatie 2010 daalt ten opzichte van de vastgestelde Begroting 2010 met
€ 1,2 miljoen, door nominale ontwikkelingen, lagere lasten bij het baggeren/drijfvuilvissen van
€ 0,5 miljoen, vrijval vakantiegeld. In de Begroting 2011 stijgt het saldo met € 3,4 miljoen. Dit
wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de overdracht van het heffen en innen binnenhavengeld
beroepsvaart naar Haven Amsterdam, hogere lasten drijfvuilvissen/baggeren, frictiekosten
fusie BBA en het wegvallen van incidentele baten.

Begroting 2012-2014
Naast het wegvallen van de frictiekosten in verband met de fusie doen zich geen
noemenswaardige ontwikkelingen voor.

3.3.4 Investeringen
Voor 2011 worden door BBA twee vervangingsinvesteringen opgenomen. Het betreft de
Hermotorisering BBA 4 (€ 0,05 miljoen) en de aanschaf van het dienstvaartuig BBA 10
(€ 0,15 miljoen). Daarnaast zijn er in dit subprogramma twee grote lopende
investeringsprojecten die onderstaand worden toegelicht.

BHG-4 bouw en realisatie


De voormalige dienst BBA heeft in 2008 een krediet aangevraagd voor het vervangen van het
BHG-3 systeem. In 2009 is de ontwikkeling van dit systeem afgerond. Omdat er nieuwe
functionaliteiten moeten worden toegevoegd op basis van nieuwe beleidsregels zoals
invoering van het dagvignet, boetebeleid pleziervaart, en het digitale bruggenboek zijn er
vooruitlopend op deze investeringsaanvraag in 2009 al verplichtingen aangegaan die in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 215


uitgevoerd gaan worden. Een extra bedrag van € 0,48 miljoen is aangevraagd om deze
nieuwe functionaliteiten uit te voeren.

Masterplan/Projectplan afstandbediening Aker/Cramersluis


Bij raadsbesluit van 17/18 februari 2010 is het krediet ten behoeve van afstandsbediening van
bruggen en sluizen vastgesteld. Er wordt uitvoering gegeven aan de realisatie van
afstandsbediening van de Amsterdamse bruggen en sluizen. Zoals beschreven in het
masterplan levert deze afstandsbediening een flexibelere dienstverlening op tegen lagere
kosten. Voor BBA is een krediet beschikbaar gesteld van € 2 miljoen voor de projectkosten.
Er was eerder al een krediet beschikbaar gesteld voor het project Aker- en Cramersluis,
welke inmiddels in het totale krediet is opgenomen.

3.4 Subprogramma Afvalwatertransport


3.4.1. Afvalwatertransport: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
Het Plan Gemeentelijke Watertaken Amsterdam 2010 – 2015 Breed Water is op 17 februari
2010 door uw Vergadering vastgesteld als vervolg op het Afvalwaterplan Amsterdam 2005-
2009. Het plan geeft de manier weer waarop Amsterdam met de zorgplichten voor stedelijk
afvalwater, hemelwater en grondwater omgaat. Het plan geeft een doorkijk van de te
verwachten kosten en investeringen voor de planperiode tot en met 2015. De in dit plan
opgenomen grondwatertaak is nieuw.

3.4.2 Afvalwatertransport: Wat gaan we ervoor doen?


Zie hierboven, Plan Gemeentelijke Watertaken Amsterdam 2010 – 2015 Breed Water.

3.4.3 Afvalwatertransport: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Afvalwatertransport 59,6 62,3 67,9 63,7 64,7 65,9 66,8
(D9 en D10)
Baten -
Afvalwatertransport 62,4 64,6 68,8 66,0 65,6 65,4 65,4
(D9 en D10)
Saldo - 2,8 - 2,3 -0,9 - 2,2 - 0,9 0,5 1,4

Actualisatie 2010
Het positieve saldo in de geactualiseerde begroting daalt met € 1,4 miljoen ten opzichte van
de vastgestelde begroting. Dit wordt veroorzaakt door de afwijkingen in baten en lasten met
betrekking tot het rioolrecht.

Begroting 2011
De daling in het saldo van de Actualisatie 2010 is in de Begroting 2011 weer gecorrigeerd.

Tarief Rioolrecht
Op basis van de verordening Rioolrecht wordt door de gemeente een recht geheven van
degene die een aansluiting heeft op de gemeentelijke riolering (aansluitrecht). Vanwege
juridische procedures wordt in Amsterdam geen rioolrecht meer geheven voor het gebruik of
de lozing op de gemeentelijke riolering (afvoerrecht). Bij de tariefstelling is de gemeente
wettelijk gebonden aan het beginsel van ten hoogste kostendekkendheid. Hierbij wordt de
BTW die via het BTW compensatiefonds wordt teruggevorderd – conform de wettelijke
regeling – niet op de kosten in mindering gebracht, omdat daar voor de gemeente een korting
in het Gemeentefonds tegenover staat.

De rioleringstaak wordt uitgevoerd door Waternet; de Dienst Belastingen Gemeente


Amsterdam (DBGA) legt de aanslagen op en int deze. Het tarief van het rioolaansluitrecht
wordt berekend door 98,5% van de begrote kosten te delen door het aantal in de heffing te
betrekken aansluitingen op het rioleringsstelsel. Vanwege het risico bij procedures tegen de
kostentoerekening van kosten aan het rioolrecht, werd met ingang van 2001 een

Raadsdruk Begroting 2011 216


veiligheidsmarge toegepast en dus niet langer van volledig kostendekkende tarieven
uitgegaan. De veiligheidsmarge is per 2005 1,5%. De hoogte van het tarief wordt jaarlijks
bepaald aan de hand van een vijfjaren prognose, waarbij de actuele stand van het
egalisatiefonds rioolrecht wordt gebruikt om tariefschommelingen en tariefstijgingen af te
vlakken. Het tarief is de afgelopen jaren beperkt gestegen, doordat kon worden geput uit het
egalisatiefonds rioolrecht.

De egalisatievoorziening rioolrecht kan bij een positieve stand worden aangewend voor het
beperken van tariefstijgingen en het afvlakken van tariefschommelingen.
Dankzij een te verwachten toevoeging in 2010 slaat het negatieve beginsaldo ad € 2 miljoen
om naar een positief saldo van € 0,56 miljoen. De toevoeging is voornamelijk te danken aan
de verbreding van het draagvlak (een toename van circa 4.200 woningen en niet-woningen)
en een (begrotingstechnische) verlaging van de kosten 2010 middels neerwaartse bijstelling
van de nominale ontwikkelingen. Bovendien wordt voorgesteld om de incidentele baat 2009
uit het leningfonds ad € 3,6 miljoen toe te voegen aan de egalisatievoorziening, waarmee de
stand ultimo 2010 uitkomt op € 4,1 miljoen positief.

Door ons College wordt voorgesteld om in het kader van de heroverweging van taken, de
grondwaterkosten in het rioolrecht onder te brengen. Het betreft een bedrag van
€ 1,04 miljoen.

Voor 2011 wordt daarom voorgesteld om het tarief rioolrecht te verhogen met 1,7% en te
bepalen op € 147,93 (2010: € 145,46). In 2011 wordt € 0,6 miljoen aan de voorziening
onttrokken. De egalisatievoorziening sluit ultimo 2011 dan met een saldo van € 3,6 miljoen.

Begroting 2012-2014
Bij de rioleringstaak stijgen de kapitaallasten € 21,8 miljoen in 2011 naar € 22,9 miljoen in
2014. De toename van de kapitaallasten wordt gevormd door rente en afschrijving op nieuwe
investeringen gesaldeerd met de vrijvallende rente en afschrijving op eerdere investeringen.
Voorts nemen de overige exploitatielasten toe van € 61,6 miljoen in 2011 naar € 64,9 miljoen
in 2014 onder andere als gevolg van areaaluitbreidingen.

3.4.4 Investeringen

Onderhoudsmanagement rioolgemalen
Binnen Waternet is gekozen voor een risicogerichte benadering van het onderhoud,
gekoppeld aan de prestatie van de assets. De toepassing van risicogericht onderhoud
betekent dat een koppeling gelegd wordt tussen de te onderhouden assets en de rol die de
assets spelen bij de continuïteit en/of de kwaliteit van het afvalwatertransport. Als
ondersteuning van deze benadering willen we gebruik maken van een
Onderhoudsmanagementsysteem (OMS Maximo). Centraal bij de implementatie van het
OMS staat het verkrijgen van inzicht in de relatie tussen onderhoudsacties en het
functioneren van het systeem (rioolstelsel inclusief gemalen). Met het implementeren van het
OMS, assetmanagement en een risicogerichte onderhoudssystematiek is de verwachting dat
er in de toekomst bespaard wordt op de onderhoudskosten. In 2010 is een krediet toegekend
van € 0,33 miljoen; vanwege vertraging in de uitvoering van dit project worden de werkelijke
kosten geprognosticeerd op € 0,13 miljoen. Het resterende bedrag € 0,2 miljoen wordt nu als
krediet geraamd voor 2012.

Renovatie riolen en regenwaterriolen


Evenals in voorgaande jaren wordt voor de vervanging van het rioolstelsel een krediet van
€ 4,6 miljoen aangevraagd. Sinds enkele jaren worden regenwaterriolen geïnspecteerd. Op
basis van geconstateerde gebreken in de stabiliteit van de riolen blijkt dat deze riolen
vervangen dienen te worden. De vervanging wordt zo veel mogelijk in gecombineerd werk
met de geplande vervanging van vuilwaterriolen uitgevoerd. Op basis van de huidige planning
van werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 3 miljoen gevraagd.

Preventief renoveren Parkstad


In het grootschalige stadsvernieuwingsgebied Parkstad, waarvan het grootste gedeelte ligt in
het stadsdeel Nieuw West en een klein gedeelte in het stadsdeel West (Kolenkitbuurt),

Raadsdruk Begroting 2011 217


worden de riolen ’preventief‘ in gecombineerd werk met de vernieuwing van de wegen
infrastructuur vervangen waardoor de straat niet binnen afzienbare tijd (10 jaar) opnieuw
opengebroken hoeft te worden. De riolen in dit gebied zijn 50 á 60 jaar geleden aangelegd en
zijn op basis van geconstateerde ingrijp- en waarschuwingsmaatstaven en verzakkingen
inmiddels aan vervanging toe. De betreffende vuil- en regenwaterriolen en transportriolen
worden “versneld” in het programma van de stadsvernieuwing in gecombineerd werk
vervangen. De financiering van de vervanging van de riolen komt ten laste van de
renovatie investering Parkstad. Als bij wijziging van de wegen-infrastructuur riolen omgelegd
moeten worden, komen de kosten ten laste van de veroorzaker. Het vervangen van de riolen
is afhankelijk van het tempo van het stadsvernieuwingsproject. Op basis van de huidige
planning van werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 2,5 miljoen aangevraagd.

Rioleringsplan Amsterdam
In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven
dat het project De Basisinspanning in het kader van het verbeteren van de riolering in de
planperiode afgerond wordt. Dit project betreft het verbeteren van de gemengde rioolstelsels
in Amsterdam om te voldoen aan de geldende milieueisen voor het lozen op het
oppervlaktewater. Het project betreft de bouw van 39 Bergbezinkbakken (BBB), het wijzigen
of opheffen van circa 120 overstorten en het vervangen van riolen door een leiding met een
grotere diameter.

Er zijn momenteel nog twee BBB ’s die gerealiseerd moeten worden. Van de BBB aan het
Haarlemmerplein is de ruwbouw in 2010 gereed. Deze BBB is geïntegreerd in het nieuw te
bouwen appartementencomplex ter plaatse. De afbouw van de BBB is gepland begin 2012 na
het gereedkomen van de appartementen. De realisatie van de BBB aan de Vijzelgracht ter
plaatse van het toekomstige metrostation aan de Vijzelgracht is afhankelijk van het oplossen
van de problematiek rondom de verzakte panden. Mogelijke alternatieven worden in 2010
onderzocht in overleg met de Dienst Noord/Zuidlijn.

De realisatie van de vervanging van riolen door leidingen met grotere diameters worden zo
veel mogelijk uitgevoerd in het gecombineerd werk met de vervanging van het wegdek. Het
aanpassen of opheffen van overstortputten is in 2010 gestart en wordt in 2011 afgerond. Op
basis van de huidige planning van de werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van
€ 6,5 miljoen aangevraagd.

Milieuinvesteringen t.b.v. gescheiden stelsels


In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven
dat de hemelwaterriolering van hoofdverkeer routes en marktpleinen moet worden
losgekoppeld van de overige hemelwaterriolering, omdat afstromend hemelwater over deze
oppervlakken meer vervuild kan raken. Dit betreft voornamelijk het scheiden van de
regenwaterriolen in de zijstraten en het zo nodig aanpassen van het lozingspunt van de
regenwaterriolen van de hoofdverkeerroute in relatie tot het ontvangende oppervlaktewater.
De aanpassingen in het gescheiden stelsel in de verkeer- en hoofdroutes worden alleen in
gecombineerd werk uitgevoerd. Op basis van de huidige planning van de werkzaamheden
wordt voor 2011 een krediet van € 2 miljoen aangevraagd.

Ongezuiverde lozingen
In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven
dat er riolering aangelegd wordt opdat nog bestaande ongezuiverde lozingen opgeheven
kunnen worden. In eerdere rapportages van de afgelopen jaren is aangegeven dat het project
Kinselmeer (het opheffen van de ongezuiverde lozingen van de vakantiehuisjes en camping)
gestagneerd is door een dijkverzwaring ter plaatse. Door vertraging in de besluitvorming van
de dijkverzwaring is dit project vertraagd en zal afhankelijk van het moment van
besluitvorming in 2010-2011 worden gerealiseerd. Daarnaast is geconstateerd dat een aantal
percelen in Amsterdam Noord niet in een eerdere inventarisatie zijn opgenomen en alsnog
aangesloten moeten worden. Voor het aansluiten van woonboten in met name het
buitengebied van Amsterdam Noord wordt riolering aangelegd. Op basis van de huidige
planning van het project Kinselmeer en de resterende percelen en woonboten in Amsterdam
wordt voor 2011 een krediet van € 1,5 miljoen aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 218


3.5 Subprogramma Drinkwatervoorziening
3.5.1 Drinkwatervoorziening: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
Waternet staat voor een drinkwaterlevering van betrouwbare kwaliteit, 24 uur per dag.

3.5.2 Drinkwatervoorziening: Wat gaan we ervoor doen?


Waternet levert drinkwater aan inwoners en bedrijven in Amsterdam, Diemen, Muiden
Amstelveen, Ouder-Amstel en Heemstede.
De intern vastgestelde norm voor OLM ongepland (ongeplande ondermaatse leverings
minuten: de gemiddelde duur dat water niet wordt geleverd, uitgedrukt per verbruikadres
binnen het voorzieningsgebied) bedraagt maximaal 5 minuten en wordt ook in 2011
nagestreefd. Hiermee blijft Waternet nog steeds onder het verwachte landelijk gemiddelde en
‘best in class’.

3.5.3 Drinkwatervoorziening: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 109,4 112,9 112,2 110,7 112,1 113,9 115,5
Baten - 109,4 112,9 112,2 110,7 112,1 113,9 115,5
Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Drinkwatertaak
Het oorspronkelijk begroot nadelig tekort bedroeg € 2,9 miljoen. In de Actualisatie 2010 wordt
het nadelig exploitatiesaldo met € 1 miljoen bijgesteld tot € 3,9 miljoen nadelig. Beide saldi
zijn inclusief de toevoeging van € 1,3 miljoen aan de reserve overnamesommen. Conform de
Begroting 2010 wordt dit saldo onttrokken aan de egalisatiereserve drinkwater. Deze reserve
is dan ultimo 2010 naar verwachting € 7,7 miljoen.

De exploitatie drinkwater 2011 sluit met een nadelig saldo van € 2,6 miljoen inclusief
toevoeging van € 1,3 miljoen aan de reserve overnamesommen. Voorgesteld wordt om het
tarief 2011 niet te wijzigen en het tekort aan de reserve te onttrekken. De stand van de
reserve ultimo 2011 zal dan na deze onttrekking € 5,1 miljoen bedragen.

Begroting 2010-2012
Bij de drinkwatertaak stijgen de kapitaallasten van € 36,1 miljoen in 2011 naar € 41 miljoen in
2014. De toename van de kapitaallasten wordt gevormd door rente en afschrijving op nieuwe
investeringen gesaldeerd met de vrijvallende rente en afschrijving op eerdere investeringen.
De drinkwaterbaten stijgen van € 108 miljoen in 2011 naar € 109,3 miljoen in 2014 (alles op
prijspeil 2011)

3.5.4. Investeringen

Bemetering
Voor 2011 wordt gerekend met plaatsing van 7.000 nieuwe meters per jaar. Krediet 2011
€ 1,1 miljoen.

Leidingen
In 2009 heeft uw Vergadering besloten dat de verordening WIOR (Werken In de Openbare
Ruimte) onveranderd toegepast wordt. Als gevolg hiervan wordt sinds de Begroting 2010 al
rekening gehouden met een stijging van het jaarlijkse investeringsbedrag van gemiddeld €
3,5 miljoen ten opzichte van het voorheen gebruikelijke bedrag. Krediet 2011 € 14,9 miljoen.

Keerkleppen en frontbeveiliging
2010 was het laatste jaar van de naloop van een meerjarig standaardisatieproject waarin de
frontbeveiligingen (in de meterput) van etagegebouwen omhoog werden gebracht om werk
daaraan te standaardiseren en op die manier te vergemakkelijken. Vanaf 2010 is er weer
sprake van een regulier niveau van vervanging. Krediet 2011 0,1 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 219


Productie
Voor de drinkwaterproductie zijn vanaf 2009 allerlei investeringsprojecten gestart die tezamen
het project ‘verregaande automatisering’ vormen. Hierin worden de zuiveringsstappen van de
locaties Weesperkarspel en Leiduin, en de pompstations Haarlemmerweg en
Amstelveenseweg gerenoveerd of verder geoptimaliseerd en uiteindelijk zodanig
geautomatiseerd dat ze bij minimale bezetting kunnen draaien. Krediet 2011 € 14,2 miljoen.

Bronnen en natuur
Dit betreft diverse natuurontwikkelingsprojecten met een totaal krediet van € 1 miljoen voor
2011.

Niet-routinematige investeringen
Voor het damhertwerend raster wordt voor het begrotingsjaar 2011 een kredietverhoging van
€ 0,75 miljoen gevraagd omdat vraatschade bij particulieren en bedrijven veroorzaakt wordt
door damherten en er zich in toenemende mate aanrijdingen voordoen met deze herten.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen


4.1 Reserves
Bedragen x € 1 Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand
miljoen ultimo ultimo ultimo

Ultimo mutaties 2010 mutaties Ultimo Ultimo


2009 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-

Nazorg Diemerzeedijjk 12,8 0,5 0 13,3 0 0,7 12,5 12,3 12,5 12,6
Egalisatiereserve 11,6 0 3,9 7,7 0 2,6 5,1 2,2 -2,5 -8,7
Waternet
In te verdienen -2,6 1,3 0 -1,3 1,3 0 0 0 0 0
overnamesommen
Waternet
WW-gelden (BBA en 0,3 0 0,3 0 0,3 0 0,3 0,3 0,3 0,3
vm. BBA)
Toekomstige WW- uitk. 0,6 0 0,4 0,2 0 0,2 0 0 0 0
(AEB)
Vakantiegeld (DMB) 0,6 0 0,6 0 0 0 0 0 0 0
Vakantiegeld (AEB) 0,7 0 0,7 0 0 0 0 0 0 0
Vakantiegeld (BBA) 0,3 0 0,3 0 0 0 0 0 0 0
Bodemsaneringsgelden 1,8 0 0 1,8 0 0 1,8 1,8 1,8 1,8
gemeente
Dienstverlening DMB 0,2 0 0 0,2 0 0 0,2 0,2 0,2 0,2
Luchtkwaliteit 1,5 0 1,5 0 0 0 0 0 0 0
Fonds Luchtkwaliteit 2,2 0 0,6 1,6 0 0,6 1,0 0,4 0 0
Reserve klimaat 0,7 0 0,7 0 0 0 0 0 0 0
Totaal reserves 30,7 1,8 9,0 23,5 1,6 4,1 20,9 17,2 12,3 6,2

Raadsdruk Begroting 2011 220


Afgewikkelde reserves
In te verdienen overnamesommen Waternet
Tot en met 2003 waren de door WLB betaalde overnamesommen voor de voormalige
waterleidingbedrijven van Amstelveen, Ouder Amstel en Heemstede onder de immateriële
activa opgenomen. De overnamesommen betroffen de afkoop van de gekapitaliseerde winst
van de voormalige bedrijven in de komende tien jaar. Met ingang van 2004 is ingevolge het
Besluit Begrotingen Verantwoording deze activering te beschouwen als een negatieve
reserve, welke wordt inverdiend door toevoeging van bedragen in de jaren tot en met 2011.
De aan de reserve toe te voegen bedragen zijn gelijk aan de voormalige
afschrijvingsbedragen.

Reserve Luchtkwaliteit
De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van programma luchtkwaliteit.

Reserve Klimaat
De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van het programma klimaat.
Te handhaven reserves
Reserve Nazorg Diemerzeedijk
De dotatie in de reserve zijn de ontvangen middelen minus de 50% bijdrage in de nazorg
Diemerzeedijk.

Egalisatiereserve Waternet
De egalisatiereserve drinkwater heeft als doel het afdekken van de risico’s van afwijkingen in
het resultaat, die kunnen ontstaan door scherp begroten. Zij wordt gevoed door
winstbestemming ten laste van het batig saldo op basis van afwijkingen tussen het
gerealiseerde en begrote resultaat.
Het verwacht nadelig saldo uit de Actualisatie 2010 ad € 3,9 miljoen zal worden onttrokken
aan de egalisatiereserve, waardoor deze naar verwachting ultimo 2010 zal uitkomen op
€ 7,7 miljoen. Het begroot exploitatietekort 2011 bedraagt € 2,6 miljoen. Met het voorstel om
het tarief 2011 niet te wijzigen en het tekort aan de reserve te onttrekken komt de stand van
de reserve ultimo 2011 dan op € 5,1 miljoen.

Reserve Bodemsaneringsgelden
De reserve is bestemd voor saneringsprojecten zoals van de Volgermeerpolder en de
Westergasfabriek.

Fonds Luchtkwaliteit
De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van programma luchtkwaliteit.

4.2 Voorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties ultimo mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-
Bodemsanering (OGA) 15,4 10 12 13,4 16,8 14 16,2 23,5 19,1 13,9
Technische risico’s AVI 4,7 0 0 4,7 0 0 4,7 4,7 4,7 4,7
Groot onderhoud AVI 3,3 0 3,3 0 0 0 0 0 0 0
VAk matig 0,2 0 0 0,2 0 0 0,2 0,2 0,2 0,2
Herstructurering (AEB) 0,3 0 0,3 0 0 0 0 0 0 0
Groot onderhoud HRC 0 3 0 3 3 0 6 8 10 12
Rioolrecht -2,0 6,1 0 4,1 0 0,6 3,6 3,3 3,3 3,8
Totaal voorzieningen 21,6 19,1 15,3 25,4 19,8 14,6 30,7 39,7 37,3 34,6

Raadsdruk Begroting 2011 221


Te handhaven voorzieningen

Voorziening bodemsanering (OGA)


De voorziening dient ter dekking van de kosten van sanering van vervuilde grond en wordt
gevoed uit bijdragen uit de Algemene Reserve en het ISV. De stand van de voorziening wordt
jaarlijks bepaald aan de hand van verleende machtigingen en de nieuw ingediende
saneringsplannen van projecten.
In 2010 wordt een onttrekking van € 12 miljoen en een toevoeging van € 10 miljoen aan de
voorziening voor bodemsanering geraamd.

Voorziening technische risico’s AVI (Afval Energie Centrale (AEC))


De voorziening voor technische risico’s kent per definitie een tijdelijk karakter en is gevormd
als mengeling van fonds voor het opvangen van calamiteiten bij de bedrijfsvoering en een
(beperkt) weerstandsvermogen gedurende de looptijd van het contract.

Groot Onderhoud AVI (Afval Energie Centrale (AEC))


De benadering van het onderhoud is in 2009 jaar op een drietal punten essentieel gewijzigd
ten opzichte van voorgaande jaren. De verwachting betreffende de gebruiksduur van de AEC
is drastisch naar boven bijgesteld. Grote technologiedoorbraken worden niet voorzien, zodat
de installatie naar verwachting zeker nog 25 jaar in gebruik zal blijven. Het onderhoudsniveau
zal moeten borgen dat de installatie gedurende de gehele looptijd in goede conditie blijft.
Er ligt een nadruk op veiligheid en werken binnen zorgvuldige emissienormen en reinheid van
de installatie. Uit dien hoofde vindt een inhaalslag plaats op onderhoudsgebied. Daarnaast is
een ongewenste verschuiving van preventief naar correctief onderhoud vastgesteld welke
wordt gecorrigeerd.

Groot onderhoud HRC


AEB heeft op basis van een nog op te stellen onderhoudsplan een onderhoudsvoorziening
voor de HRC gevormd. De reden voor het willen vormen van deze onderhoudsvoorziening ligt
bij de ervaringen opgedaan bij de AEC, waar in de eerste jaren weinig onderhoud nodig was
maar dit door ouderdom in latere jaren wel noodzakelijk was. Het onderhoudsplan voor de
HRC zal eind 2010 gereed zijn en aan het Bestuur voorgelegd worden. De verwachting is dat
een gedeelte van het resultaat 2010 in deze onderhoudsvoorziening komt (raming € 3
miljoen). In de Begroting 2011 is op basis van de verwachting en vooruitlopend op het
onderhoudsplan € 3 miljoen aan deze voorziening gedoteerd.

Rioolrecht
De egalisatievoorziening rioolrecht kan bij een positieve stand worden aangewend voor het
beperken van tariefstijgingen en het afvlakken van tariefschommelingen.
Dank zij een te verwachten toevoeging in 2010 slaat het negatieve beginsaldo ad
€ 0,5 miljoen om naar een positief saldo van € 0,56 miljoen. De toevoeging is voornamelijk te
danken aan de verbreding van het draagvlak (een toename van circa 4.200 woningen en niet-
woningen) en een (begrotingstechnische)verlaging van de kosten 2010 middels neerwaartse
bijstelling van de nominale ontwikkelingen. Bovendien wordt voorgesteld om de incidentele
baat uit het leningfonds ad € 3,6 miljoen toe te voegen aan de egalisatievoorziening,
waarmee de stand ultimo 2010 uitkomt op € 4,1 miljoen positief. Bij de tariefstelling 2011
dient betrokken te worden de nieuwe richtlijn van de commissie BBV. Deze richtlijn geeft aan
dat negatieve voorzieningen niet langer zijn toegestaan. Dit betekent dat een negatieve stand
van de voorziening ook niet mag worden begroot. In 2011 wordt € 0,6 miljoen aan de
voorziening onttrokken en toegevoegd aan de exploitatie. De egalisatievoorziening sluit ultimo
2011 dan met een saldo van € 3,6 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 222


5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Klimaatbureau Coördineren, bewaken, Bijdrage aan 40% CO2 750 750
initiëren en aanjagen van alle reductie in 2025
activiteiten die onderdeel
vormen van het programma
‘Nieuw Amsterdams Klimaat’.
Verder uitbouwen van de
samenwerking met bedrijven
en maatschappelijke
organisaties. Bedrijven en
burgers faciliteren bij
energiebesparing en
duurzame energieproductie.

750 750

I8 Amsterdams Investeringsfonds
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
2 Fonds Klimaat en 10.000 10.000
duurzaamheid

10.000 10.000

IP4 Incidentele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
3 Extra opbrengsten AEB -1.000 -1.000

-1.000 -1.000

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
4 Sanering Gasfabrieken Maatregelen ten behoeve van Door sanering worden de 10.266 10.266
de grondwaterverontreiniging, gasfabriekterreinen weer
de waterbodems en nazorg bruikbaar voor stedelijke
van de Wester- en de functies
Oostergas. Sanering van het
Zuidergasfabriekterrein

5 Saneringsprogramma Maatregelen als het Reductie geluidsbelasting van 3.000 3.000


wegverkeer aanbrengen van geluidwerend woningen met een
dubbel glas, kierafdichting, geluidsbelasting boven 65dB
ventilatievoorzieningen en door middel van gevelisolatie
dakisolatie

13.266 13.266

Raadsdruk Begroting 2011 223


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
6 Slimmer uitvoeren -500 -500
milieutaken (DMB)
7 Verlaging budget -1.000 -1.000
bodemsanering en nazorg
8 Schrappen structurele -400 -400
budget Klimaatbureau

9 Verlaging capaciteit -70 -70


bestuursondersteuning

10 Budgetverlaging analyse -30 -30


bedrijfsafvalwater

11 Bodemsanering -100 -100

12 Grondwaterkosten in -1.077 -1.077


rioolheffing

13 Verhoging tarief -800 -800


binnenhavengeld

14 Fusie Waternet en BBA -350 -350

-4.327 -4.327

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I4 Overige prioriteiten
1. Klimaatbureau
Alle toonaangevende wereldsteden kennen ambitieuze klimaat- en duurzaamheids-
programma’s. Investeren in klimaatmaatregelen en een overgang naar een duurzame
energievoorziening is cruciaal voor een sterke economische toekomst. Ook tijdens een
periode van economische recessie biedt investeren in energiebesparing en duurzame energie
grote kansen. Deze investeringen bieden op korte termijn uitzicht op (behoud van)
werkgelegenheid en brengen gelijktijdig de steeds hoger wordende energiekostenkosten
omlaag voor bedrijven en huishoudens.

Dit besef is ook de leidende gedachte achter het Amsterdamse klimaatprogramma ‘Nieuw
Amsterdams Klimaat’. Alleen een schone stad zal in de toekomst een aantrekkelijke stad zijn
voor bewoners en bedrijven. Dat betekent op grote schaal overschakelen op duurzame
energiebronnen, emissievrije transportmiddelen en klimaatneutrale gebouwen en woningen.
Het Klimaatbureau werkt samen met tal van interne en externe partijen aan het realiseren van
deze transitie. In het verdelingsvoorstel is € 0,75 miljoen incidenteel opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

2. Fonds Klimaat en duurzaamheid


Voor een toelichting op deze prioriteit wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen.

IP4 Incidentele posterioriteiten


3. Extra opbrengsten AEB
Met betrekking tot het AEB wordt voor 2011 een extra inkomst verwacht. Het betreft een
incidenteel bedrag van € 1 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 224


ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

4. Sanering Gasfabrieken
Amsterdam saneert de gasfabrieksterreinen, de Westergas, de Oostergas, de Zuidergas en
de gasfabriek Marnixstraat. Het Rijk draagt 33% bij in de kosten; hierop zijn onderbouwde
uitzonderingen gemaakt voor de Westergas (90%) Oostergas (50%) en de waterbodems bij
de gasfabrieken (100%). De basis voor deze bijdrage ligt in de ‘intentieverklaring
bodemverontreiniging voormalige gasfabrieken‘ van 20 december 1999.
Er moeten maatregelen worden genomen voor de grondwaterverontreiniging, de
waterbodems en nazorg van de Wester- en Oostergas. De Zuidergas staat gepland voor de
huidige periode en is van cruciaal belang voor de herontwikkeling van het Overamstelgebied.
Amsterdam vroeg aanvankelijk voor de periode 2010-2014 een rijksbijdrage aan van ruim
€ 73 miljoen. Deze aanvraag was gebaseerd op een herijking van de kosten uit 2008 en heeft
de instemming van het ministerie van VROM. Op verzoek van VROM echter is er een
temporisering aangebracht in het gasfabriekenprogramma en is € 25,8 miljoen
doorgeschoven naar de periode 2015-2019. Dit werd mogelijk door onder andere de sanering
van de Marnixstraat uit te stellen tot na 2015.

Het convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties, ondertekend op 10 juli


2009 tussen het ministerie van VROM, het ministerie van VWS, IPO, VNG en Unie van
Waterschappen, is leidend bij de verdeling van de nieuwe bodembudgetten. In de Nota van
Toelichting op het verdelingsbesluit ISV wordt gerefereerd aan de afspraken voor de
gasfabrieken en wordt Amsterdam daarvoor expliciet € 46,3 miljoen toegekend. En hoewel
het tempo van de uitgaven over de jaren niet gelijk zal zijn (de piek ligt aan het eind van de
periode), zullen deze middelen volledig nodig zijn; de totale kosten voor de Zuidergas
bijvoorbeeld zijn geraamd op € 62 miljoen.
Gezien de afrekenbare afspraken met het rijk is dit bedrag niet-beïnvloedbaar en ons College
stelt voor om € 10,3 miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel 2011 als eerste tranche van
de aan Amsterdam toegekende € 46,3 miljoen.

5. Saneringsprogramma wegverkeer
Het bedrag van € 3 miljoen is het (absolute) minimum om sanering van verkeerslawaai nog
voldoende substantieel voort te kunnen zetten en aan de afspraken met het Rijk te kunnen
voldoen. Ons College stelt voor om in het verdeelvoorstel ISV € 3 miljoen op te nemen voor
geluidsanering.

SP4 Structurele posterioriteiten

6. Slimmer uitvoeren milieutaken (DMB)


In de uitwerking van het Activiteitenbesluit blijken er minder vergunningplichtige bedrijven te
resteren dan aanvankelijk voorzien. Door het werk slimmer te organiseren, meer samen te
werken in het toezicht op de openbare ruimte, én door bepaalde wettelijke taken niet meer of
anders uit te voeren (met name ten aanzien van die taken die een relatief lage ‘milieu-
relevantie’ hebben, zoals bijvoorbeeld het beoordelen van een melding) kan ook enige ruimte
worden gevonden. Daarnaast is ook enige besparing mogelijk in de manier waarop taken
worden uitgevoerd: dat heeft dan wel een verlaging van het dienstverleningsniveau voor
bedrijven tot gevolg, bijvoorbeeld door de beperking van het vooroverleg.
Deze besparing wordt vooral gerealiseerd in de uitvoering van de taken voor de stadsdelen,
waar de kleinere inrichtingen zijn gevestigd. In het verdeelvoorstel is deze posterioriteit
opgenomen.

7. Verlaging budget bodemsanering en nazorg


Deze posterioriteit maakt onderdeel uit van de heroverwegingsmaatregelen ten aanzien van
milieutaken. Deze versobering heeft naar verwachting geen gevolgen voor de kwaliteit van de
bodemsanering en nazorg met betrekking tot de saneringslocatie Diemerzeedijk. De huidige
reserve volstaat. Deze posterioriteit is in het verdeelvoorstel opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 225


8. Schrappen structurele budget Klimaatbureau
In het verdeelvoorstel is een posterioriteit opgenomen van € 0,4 miljoen. Deze posterioriteit
betreft het structurele budget van het klimaatbureau.

9. Verlaging capaciteit bestuursondersteuning


Deze posterioriteit is onderdeel van de heroverwegingen. Het is mogelijk om 20% te korten
op de capaciteit voor coördinatie bestuurszaken, bestuursondersteuning bij de dienst Milieu
en bouwtoezicht. Deze posterioriteit is opgenomen in het verdeelvoorstel.

10. Budgetverlaging analyse bedrijfsafvalwater


Deze posterioriteit maakt onderdeel uit van de heroverwegingen. Het efficiënter uitvoeren van
de analyse bedrijfsafvalwater is mogelijk zonder dat dit verdere gevolgen heeft. Deze
posterioriteit is opgenomen in het verdeelvoorstel.

11. Bodemsanering
Het betreft een ombuiging op bodemsanering van 0,1 miljoen structureel.

12. Grondwaterkosten in rioolheffing


Een deel van de kosten voor grondwater wordt nog gedekt uit de algemene dienst. Bij de
heroverwegingen is besloten deze kosten op te nemen in de rioolheffing. Deze posterioriteit is
conform dit besluit in het verdelingsvoorstel opgenomen.

13. Verhoging tarief binnenhavengeld


Het tarief binnenhavengeld voor plezierboten bedraagt nu gemiddeld € 100 per jaar
(afhankelijk van de lengte van de boot). Het voorstel houdt een verhoging in van € 80 per jaar
zodat de kosten voor een plezierbootbezitter gemiddeld € 180 per jaar worden.

14. Fusie Waternet en BBA


Met betrekking tot de fusie tussen Waternet en BBA wordt een aanvullende posterioriteit van
€ 0,35 miljoen structureel mogelijk geacht. Deze posterioriteit is in het verdelingsvoorstel
opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 226


Programma Economie en haven
Maatschappelijk effect
Met het programma Economie en haven richt ons College zich op de economische
onderbouw waarop het sociale en culturele leven van Amsterdam en de regio zich kunnen
ontwikkelen. Amsterdam en de regio vormen bij uitstek de toegangspoort en uitvalsbasis voor
ondernemingen en ondernemende mensen die de Europese markt willen betreden. De
Amsterdamse regio heeft alle ingrediënten om ook in dit tijdperk van globalisatie tot de meest
welvarende regio’s van Europa – en daarmee van de wereld – te behoren. Bedrijven en
ondernemers moeten zich welkom, gewaardeerd en gefaciliteerd voelen in de Metropoolregio
Amsterdam. Voor de komende periode wordt ingezet op versteviging van het economisch
weefsel van de metropool Amsterdam. We richten onze inspanningen erop om de
werkgelegenheid op peil te houden door de komst van nieuwe internationale bedrijven te
stimuleren, grote bedrijven die hier graag gevestigd blijven en starters die kansen zien om
hun activiteiten op te schalen. Ondernemers en overheid werken gezamenlijk en geïnspireerd
aan projecten die bijdragen aan de economische structuurversterking van de metropool
Amsterdam. Ook in deze periode van economisch zwaar weer blijven we samen met onze
regionale en lokale partners investeren in kennis, innovatie en ondernemerschap. Wij zijn
ervan overtuigd dat deze factoren cruciaal zijn voor het behouden en versterken van de
goede (internationale) concurrentiepositie van de metropool Amsterdam. En ze dragen
beslissend bij aan duurzame economische groei, zoals uiteraard ook een sterke haven en
een sterke luchthaven dat doen.

De Haven Amsterdam is samen met de dienst Economische Zaken actief binnen het
programma Economie en haven.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 136,9 120,6 120,9 108,6 108,3 109,4 110,3
Baten - 154,8 137,4 128,1 130,1 132,8 136,1 139,3
Resultaat t.l.v. algemene -/- 17,9 -/- 16,8 -/- 7,2 -/- 21,5 -/- 24,5 -/- 26,7 -/- 28,9
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus -/- 2,6 -/- 1,3 -/- 6,5 -/- 0,6 -/- 0,6 -/- 0,6 -/- 0,6
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene -/- 20,4 -/- 18,0 -/- 13,6 -/- 22,1 -/- 25,1 -/- 27,3 -/- 29,5
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 104,6 101,2 97,3 96,7 95,6 94,4 93,3
Saldo voorzieningen 33,4 22,5 28,9 28,7 28,2 28,6 29,0
Investeringsuitgaven 53,0 55,0 46,2 52,6 40,0 40,0 40,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Economie
Met de veranderingen in het mondiale economische krachtenveld en de komst van de
economische crisis, is het voor Amsterdam van belang te blijven investeren in economische
groei en in te zetten op een sterke, innovatieve en evenwichtige economie gepaard aan een
gunstig, internationaal concurrerend vestigingsklimaat. Ons College gaat de komende jaren
investeren in een sterker sociaal economisch weefsel in de stad om onze concurrentiekracht
in het mondiale krachtenveld op peil te houden.

Raadsdruk Begroting 2011 227


Amsterdam wordt daarbij, net als veel andere steden, uitgedaagd om een nieuwe positie in te
nemen in het speelveld van metropolen. De economische kracht van Amsterdam is hierin
geen gegeven maar moet blijvend bevochten worden. Dat wat de regio Amsterdam
onderscheidt van andere internationale metropolen verdient continue aandacht en vraagt om
een heldere koers voor de langere termijn. Met onze creativiteit en innovatievermogen
bouwen we aan een Amsterdam dat het hoofd biedt aan de huidige crisis en aan een
Amsterdam dat een toppositie inneemt in het internationale speelveld.

De economische crisis vraagt om een andere werkwijze. Er is minder geld beschikbaar voor
basisvoorzieningen en voor nieuw beleid ter stimulering van de economie. In combinatie met
een kleiner aantal stadsdelen en de regionalisering van de Metropool Amsterdam, vraagt dit
om een heroverweging van taken en bevoegdheden.

Met de middelen beschikbaar vanuit het Amsterdams Investerings Fonds (AIF) voor de pijler
Economie en Innovatie zullen we in de komende jaren met onze partners in de regio,
zorgvuldige afwegingen moeten maken voor het doen van duurzame investeringen, die
bijdragen aan het oplossen van knelpunten en waarmee mogelijkheden tot economische
groei worden versterkt.
Daarbij zullen we de focus leggen op de volgende categorieën:
 basis op orde: aanpakken knelpunten t.a.v. internationale vestigingsklimaat en
concurrentiepositie
 benutten van kennis en innovatie in de economie: investeren in kennis en innovatie,
volgens de lijn van de kennisagenda in vier sleutelgebieden (Creatieve Industrie, ICT,
Rode Life Sciences, Financiële / zakelijke Dienstverlening) en de humuslaag
 lokale voedingsbodem voor de internationale concurrentiepositie: investeren in opheffen
belemmeringen en versterking clusters en ondernemerschap
 ‘incasseren’ van sterke positie: investeren in positionering, citymarketing en acquisitie,
leidend tot meer bezoekers en bedrijven

2.2 Haven Amsterdam


Haven Amsterdam is de onderneming die duurzame economische ontwikkeling regisseert in
Zeehavens Amsterdam. De ambitie is om Zeehavens Amsterdam te ontwikkelen tot een zich
steeds vernieuwend industrieel en logistiek complex dat staat voor een vlotte, veilige en
milieuverantwoorde afwikkeling van het goederenverkeer en dat een maatschappelijk en
economisch rendement oplevert in de vorm van werk en inkomen. Het gebied moet
(inter)nationaal gewaardeerd worden als logistiek knooppunt.

Op 19 november 2008 is de nota Slimme Haven Amsterdam, havenvisie gemeente


Amsterdam 2008-2020 vastgesteld door uw Vergadering. Op 11 maart 2009 stelde uw
Vergadering vervolgens het Milieubeleidsplan van Haven Amsterdam voor de periode 2008-
2012 vast met de titel Duurzaam durven, doen en doorgaan. Deze documenten vormen de
belangrijkste beleidskaders voor Haven Amsterdam. Uitvoering van de Havenvisie en het
Programma Milieu (milieubeleidsplan) zijn gestart.

Belangrijke succesfactor voor de implementatie van de havenvisie is de komst en tijdige


oplevering van de nieuwe grote zeesluis. Op 27 november 2010 hebben het rijk, de provincie
Noord-Holland en de gemeente Amsterdam een gezamenlijk convenant ondertekend voor de
start van de planstudie naar de aanleg van een Nieuwe Zeesluis bij IJmuiden. Het convenant
is vervolgens door uw Vergadering op 17 februari 2010 vastgesteld. Momenteel wordt door
alle partijen gewerkt aan een plan van aanpak voor de planstudie.

Op 28 oktober 2009 heeft uw Vergadering kennis genomen van de conclusies uit het rapport
Denkfase Haven Amsterdam en ingestemd met de start van de Onderzoeksfase
(Gemeenteblad afd 3A, nr 237/657). De planning is dat de onderzoeksfase eind 2010 wordt
afgerond.

Belangrijke risicofactor voor de ambitie ten aanzien van de Amsterdamse haven is de


wereldwijde economische crisis en onzekerheid over het verdere verloop daarvan. De
financiële gevolgen van de economische crisis leken aanvankelijk (2009) voor het resultaat

Raadsdruk Begroting 2011 228


(huurinkomsten en zeehaven-, kade en boeiengeld) van Haven Amsterdam mee te vallen.
Hoewel de goederenoverslag daalde, stegen de inkomsten uit zeehavengeld. De reden
hiervoor is dat de daling in goederenoverslag vooral heeft plaatsgevonden in de
goederensoorten met de laagste tarieven per ton overslag. Daarnaast is de SBT-korting
(separated ballast tanks) op olietankers vervallen. Dit heeft een structureel positief effect op
de inkomsten uit zeehavengeld. Het effect van de economische crisis werd in 2010 merkbaar;
hoe de wereldhandel zich gaat ontwikkelen is ongewis.

In de Havenvisie is aangegeven dat een breed pakket van goederenstromen belangrijk is om


minder kwetsbaar te zijn voor conjuncturele schommelingen. De economische crisis heeft
voor de containerstromen ongunstig uitgewerkt. In de goederenstromen zijn containers
belangrijk voor directe en indirecte toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Het is dus van
belang ook in economisch mindere tijden de diversificatie te handhaven.

Haven Amsterdam speelt hierop in door haar strategische positionering te herijken,


bijvoorbeeld door het kijken naar de achterlandverbindingen, inzet van ICT en implementatie
van het extended-gate principe1 en door bijvoorbeeld de strategie ten aanzien van de
overslag van bio-energy (biomassa en biofuels) verder te ontwikkelen.

1
Het ‘extended gate’ principe gaat uit van regionale distributie van containers via binnenvaartschepen die via
diepzeelijnen aankomen in Rotterdam. .

Raadsdruk Begroting 2011 229


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Economie

3.1.1 Economie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Stimuleren van kennis en innovatie


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Op basis van de – nog op te stellen - - PM PM PM PM
– regionale kennis en
innovatieagenda worden nader te
bepalen indicatoren geformuleerd2

Doelstelling 2: Faciliteren en
ondersteunen van ondernemers
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Gemeentelijke regeldruk (cumulatief) 01-01-2010 -6% -12% -18% -25%

Tevredenheid ondernemers over 6.1 2010 6.5 6.7 7.0 7.0


gemeentelijke dienstverlening
Aantal (startende) ondernemers die - - 500 500 500 500
geholpen worden per jaar
Handhaven kansenzones (en 7 01-01-2010 7 7
regeling microkredieten)

Doelstelling 3: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Het aantal nieuwe internationale - - 50 100 150 200


bedrijven dat zich vestigt in de regio
3
(cumulatief)
Aantal bedrijfsbezoeken per jaar4 - - 80 80 80 80

Behoud van een plaats in de top tien 7 2009 Top 10 Top 10 Top 10 Top 10
van Europese toeristensteden
Aantal overnachtingen (in miljoenen) 8.8 2007 9 9 9 9

Waardering Kunst en Cultuur (Staat


van de Stad)*

* zie voor verdere toelichting Programma Kunst en Cultuur

Overige doelstellingen

Doelstelling 4: Optimale ruimtelijke condities voor ondernemerschap


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Detailhandelsbeleid: fijnmazigheid - 2011 Zie tekst Zie tekst zie tekst zie tekst
en vernieuwing van aanbod
Kantorenleegstand verminderen, 17% 01-10 PM PM PM PM
kleinschalige bedrijfsruimten en
broedplaatsen vermeerderen
(doelstellingen formuleren op basis
van nog vast te stellen

2
Doelstellingen die in de agenda worden opgenomen kunnen alleen behaald worden indien er een bijdrage uit het
Amsterdam Investeringsfonds wordt gehonoreerd.
3
Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijven naar de regio worden gehaald. Indien de extra inzet die in het
programakkoord is opgenomen met middelen uit het Investeringsfonds gedekt wordt, kan dit aantal minimaal
verdubbeld worden
4
Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijfsbezoeken per jaar afgelegd worden. Indien er uit het Investeringsfonds
extra middelen bijkomen, kunnen er +PM bedrijfsbezoeken afgelegd worden

Raadsdruk Begroting 2011 230


kantorenstrategie)

Doelstelling 5: Coördinatie portefeuille Schiphol: instandhouding hub/netwerkkwaliteit Schiphol en versterking


van leefkwaliteit rond de luchthaven
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Behoud en versterking van de Nr. 3 in Nr. 3 Nr. 3 Nr. 3 Nr. 3
concurrentiepositie van Schiphol Europa
(aantal internationale verbindingen)

3.1.2 Economie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Stimuleren van kennis en innovatie

Regionale kennis- en innovatieagenda


Samen met de lokale en regionale overheden, het bedrijfsleven en kennisinstellingen stelt de
gemeente een regionale kennis- en innovatieagenda op. Uit deze agenda volgt een
programma waaraan de gemeente de komende periode uitvoering zal geven binnen de
kaders van het Amsterdamse Investeringsfonds. De governance- aspecten hiervan zullen
worden geregeld door de oprichting van een Economic Advisory Board waarin bedrijven en
overheden financieel en inhoudelijk participeren. De board zal breed gaan adviseren aan
regionale overheden maar de focus van de board ligt in het begin vooral op de Kennis- en
Innovatieagenda.

Met de Kennis - en Innovatieagenda wordt ingezet op het toekomstige verdienvermogen van


de vier kennisintensieve sleutelgebieden: ICT/E-science, Creatieve industrie, Rode Life
Sciences, Zakelijk/Financiële dienstverlening. Met de agenda wordt ingezet op een
innovatieve en ondernemende cultuur; de noodzakelijke voedingsbodem, ofte wel humuslaag,
daarvoor wordt gevormd door ondernemerschap in hoger onderwijs, talent, kennisvalorisatie,
open innovatie, Sciencepark ontwikkeling en meer vraaggericht onderwijs aansluitend op
behoeften van het bedrijfsleven. Talentontwikkeling neemt hierin een belangrijke plaats in.
Toponderwijs zelf is gericht op het versterken van talent en vormt daarom een belangrijk
onderdeel van de kennisagenda. Door de toenemende vergrijzing neemt de concurrentie op
het aantrekken van talent toe. Het toponderwijs in de stad is een magneet voor talent (via het
5
Amsterdam University College, de Duisenberg School of Finance en THNK ). Maar ook in
bredere zin is het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent essentieel voor het
versterken van de kennisintensieve clusters.

Doelstelling 2: Faciliteren en ondersteunen van ondernemers

Ondernemerspaspoort en verminderen regeldruk


Met de invoering van het ondernemerspaspoort wordt in deze collegeperiode een stap gezet
naar verdergaande harmonisering van de gegevens die ondernemers moeten leveren bij de
aanvraag van vergunningen, bij aanbestedingen en bij de Bibob toets. Dit systeem dient met
ingang van 2012 operationeel te zijn. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om de
doorlooptijden voor het verkrijgen van gemeentelijke vergunningen te verminderen. In deze
bestuursperiode wordt de gemeentelijke regeldruk voor bedrijven met 25% verminderd ten
opzichte van de situatie op 1 januari 2010 en gemeten in uren die de ondernemer kwijt is aan
de aanvraag voor een vergunning.

Communicatie en informatievoorziening
Om ondernemers optimaal te kunnen faciliteren is een goede communicatie en positieve
beeldvorming van belang. In dat kader ontwikkelen we een gemeentebrede communicatie
strategie gericht op ondernemers. Deze is toegankelijk en zorgt er voor dat ondernemers
bekend zijn met het aanbod van producten (vergunningen en subsidies), projecten en
relevante informatie van de gemeente Amsterdam. Ondernemers hebben daar ook een
positief beeld over.

5
Institute for Creative Leadership and Entrepreneurship ( opleiding voor creatief ondernemerschap)

Raadsdruk Begroting 2011 231


Startende ondernemers
We loodsen elk jaar ongeveer 500 (startende) ondernemers door het gemeentelijke apparaat
we verbinden ze met de juiste contactpersoon en/of begeleiden ze bij het vinden van een
geschikte bedrijfslocatie. We doen 100 intensieve begeleidingstrajecten met ondernemers
voor daadwerkelijke vestiging in samenwerking met betrokken diensten, stadsdelen en
projectbureaus. Terugkerende thema’s gerelateerd aan knelpunten bij bedrijfsvestigingen
bundelen we en zetten we om in nieuw beleid.

Kansenzones en microkredieten
We handhaven de investeringsregelingen Kansenzones en Microkredieten fonds conform
vigerende afspraken. Het doel van een Kansenzone is de stimulering van ondernemerschap
in een geografisch afgebakend gebied. Daartoe continueert Amsterdam tot ultimo 2012 de
Bijzondere Subsidieverordening Investeringsregeling Ondernemers Kansenzones. Deze biedt
ondernemers in de door ons College aangewezen Kansenzones een bijdrage van 50% in
ondernemersinvesteringen in nieuw- en verbouw van de onderneming en in duurzame
bedrijfsmiddelen. Na 2012 wordt gekeken of er andere gebieden als kansenzone
aangewezen dienen te worden. Het fonds voor Microkredieten biedt een mogelijkheid aan
ondernemers om, onder garantie van het fonds, een kleine lening te verkrijgen bij een bank.

Doelstelling 3: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers

Aantrekken internationale bedrijven


Middels actieve acquisitie en sales trekken we met Amsterdam in Business nieuwe bedrijven
aan voor naar de Metropoolregio. De doelstellingen vanuit Citymarketing sluiten hierbij aan,
alsook het aantrekken van meer bezoekers. Deze inzet is juist in deze tijd van groot belang
door de wissel die de conjunctuurbeweging op bedrijven trekt en de toenemende concurrentie
tussen metropolen. Met de inzet van middelen uit het investeringsfonds kunnen we de ambitie
vergroten tot het aantrekken van 100 bedrijven per jaar en zetten we extra in op de prioritaire
BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) en de sterke clusters van de Metropoolregio.
Het streven is om meer krachten te bundelen in de komende periode en de samenwerking
van de vier gemeenten uit te breiden. De gemeenten die aansluiten betalen –en doen actief
mee. Dit sluit aan bij de ambitie van verdergaande regionalisering en het vormen van een
Economic Development Board.

Investor Development (ID)


Het is ook voor de lokale economie van belang dat grote bedrijven in de regio Amsterdam
blijven. Met het Investor Development (ID) programma zetten we in op het gevestigd
bedrijfsleven, lossen we knelpunten op, faciliteren we uitbreidingen en stimuleren we
publiek/private samenwerking. Vanuit de reguliere middelen is ruimte voor 80 strategische
buitenlandse bedrijfsbezoeken in de Metropoolregio Amsterdam. Daarbij helpen we 40 van
deze bedrijven actief bij knelpunten en ontwikkelingen. Met de extra middelen vanuit het
Investeringsfonds kunnen meer bedrijfsbezoeken worden gerealiseerd (40) en ondersteunt de
gemeente Amsterdam bij circa 15 uitbreidingen per jaar. Van bedrijven die de metropool
verlaten zal de reden voor hun vertrek onderzocht worden. Knelpunten en verbeteringen voor
het vestigingsklimaat worden in kaart gebracht, als input voor nieuw beleid.

Het Expatcenter levert een belangrijke bijdrage aan het internationale vestigingsklimaat. In de
komende periode zullen we kijken naar positionering en uitbreiding van deze dienstverlening.
In 2011 zullen we hierover rapporteren.

Behoud van een plaats in de top 10 van Europese toeristensteden en hotelovernachtingen


Evenementen, toerisme en congreseconomie dragen bij aan internationale
aantrekkingskracht. In 2013 is er één organisatie voor citymarketing gerealiseerd die zich,
vanuit één gemeentelijke opdracht, bezig houdt met het vermarkten van de regio Amsterdam,
als zakenstad en als stad voor zakelijke en toeristische bezoekers. We behouden hierbij onze
plek binnen de top 10 van Europese toeristensteden, zoals gemeten in de benchmark van
ECM Calculations. Ons college zet in op beleid om evenementen aan te trekken die bijdragen
aan het imago van de stad. De komende vier jaar gaan we door met de ambities zoals
opgenomen in de hotelnota. Het is van belang om in de ontwikkeling en planning een goede

Raadsdruk Begroting 2011 232


aansluiting te realiseren met de huidige economische conjunctuur en de lange termijn
verwachting, waarbij het aanbod wordt gematched met het vraagpotentieel. In deze
collegeperiode stimuleren we kleinschalige initiatieven en productverbredende en
marktaantrekkende initiatieven zoals extended stay hotels, familiehotels, nieuwe brands en
concepten, zorghotels en combinatie/mixed use hotels.

Doelstelling 4: Optimale ruimtelijke condities voor ondernemerschap

Ruimtelijke economische structuurversterking


Over 2010 zal een schouw van de detailhandelsstructuur in Amsterdam plaatsvinden die
wordt vergeleken met de schouw van 2006. Deze schouw zal daarmee als input dienen voor
een nieuw detailhandelsbeleid dat in 2011 vastgesteld kan worden met doelstellingen voor
deze collegeperiode. We streven daarbij naar ruimte voor dynamiek die niet ten koste gaat
van de fijnmazigheid van onze detailhandelsstructuur.

Daarnaast zal ook het economische beleid er in de komende periode op gericht zijn om bij te
dragen aan een afname van het percentage leegstaande kantoren. De doelstellingen voor
2011 en verder worden vastgesteld in Kantorenstrategie van Amsterdam en regionaal
afgestemd in Plabekaverband.

Inzetten op kleinschalige bedrijfsruimten en broedplaatsen is van belang voor de lokale


economie en (stadsverzorgende) bedrijvigheid.

Doelstelling 5: Coördinatie portefeuille Schiphol: instandhouding hub/netwerkkwaliteit


Schiphol en versterking van leefkwaliteit rond de luchthaven

Hubfunctie schiphol
Schiphol is als internationaal vervoersknooppunt (mede-)bepalend voor de regionale en
nationale economie en van groot belang voor de internationale concurrentiepositie. De
ontwikkeling en positionering van Schiphol als belangrijke global hub met een uitgebreid en
kwalitatief hoogwaardig bestemmingennetwerk is nodig om een concurrerende luchthaven te
behouden inclusief de bedrijvigheid en werkgelegenheid die ten gevolge van het
bestemmingennetwerk van Schiphol gegenereerd wordt. Amsterdam draagt bij aan de
6
‘license to operate’ van Schiphol door een succes van de Alderstafel te maken. In regionaal
verband werken wij samen met andere overheden in de regio en met Schiphol om stad en
regio aantrekkelijker te maken als bestemming om te werken of te bezoeken.

6
Najaar 2006 kwam onder voorzitterschap van Hans Alders, commissaris van de koningin in Groningen voor het
eerst een vergadering bijeen met als deelnemers Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland, KLM, betrokken
bestuurders van provincie en gemeenten verenigd in de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) en vertegenwoordigers
van Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol die de belangen van de bewoners en platforms behartigen.
De ministeries van V&W en VROM zijn in het overleg ambtelijk vertegenwoordigd.

Raadsdruk Begroting 2011 233


3.1.3 Economie: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Subprogramma 100.4
Doelstelling 5 en 6: Economie en
ruimte
Plan van aanpak Schiphol 0,08 0,08 0,41 0,41 0,41 0,41
3100301 Onderzoeksprogrammering 0,12 0,12 0,31 0,31 0,31 0,31
3100405 Europese aangelegenheden 0,31 0,34 0,69 0,69 0,69 0,69
Doelstelling 2 Stimulering economie 7,41 9,17 1,61 1,61 1,61 1,61
structuur
3200301 Fonds 0,54 0,53 0,58 0,58 0,58 0,58
Ontwikkelingmaatschappij
3100902 Apparaatskosten EZ 5,88 5,99 6,37 6,37 6,37 6,37
cluster van volgnummers 14,34 16,23 9,98 9,98 9,98 9,98
Subprogramma 100.5
Doelstelling 1 Kennis en Innovatie 4,78 7,47 0,88 0,88 0,88 0,88
Doelstelling 3 Internationale 1,05 1,89 2,11 2,11 2,11 2,11
acquisitie
Doelstelling 4 Citymarketing en 6,91 7,83 4,09 4,09 4,09 4,09
toerisme
cluster van volgnummers 12,74 17,19 7,08 7,08 7,08 7,08

Baten -
Subprogramma 100.4
Doelstelling 2 Stimulering economie -0,02 -0,62 -0,02 -0,02 -0,02 -0,02
structuur
3100405 Europese aangelegenheden 0,00 -0,27 -0,27 -0,27 -0,27 -0,27
3200301 Fonds -0,09 0 0 0 0 0
Ontwikkelingmaatschappij
3100902 Apparaatskosten EZ -0,07 -0,14 -0,07 -0,07 -0,07 -0,07
cluster van volgnummers -0,18 -1,03 -0,37 -0,37 -0,37 -0,37
Subprogramma 100.5
Doelstelling 1 Kennis en Innovatie 0 -3,61 0 0 0 0
Doelstelling 4 Citymarketing en -1,51 -1,50 -1,50 -1,50 -1,50 -1,50
toerisme
Doelstelling 3 Internationale -0,39 -1,09 -0,38 -0,38 -0,38 -0,38
acquisitie
cluster van volgnummers -1,90 -2,59 -1,89 -1,89 -1,89 -1,89

Mutaties in reserves -1,60 -3,62 0,55 0,55 0,55 0,55


Saldo 17,63 26,24 15,36 15,36 15,36 15,36
Cijfers bij ongewijzigd beleid, waarin geen posterioriteiten of prioriteiten in zijn verwerkt en middelen voor de pijler
Economie en Innovatie nog niet zijn meegenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 234


3.2 Havenexploitatie
3.2.1.Havenexploitatie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Voor het subprogramma Havenexploitatie zijn geen programakkoorddoelstellingen


geformuleerd.

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: Bouw nieuwe sluis gestart


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Stand van zaken uitvoering Planstudief 17/18 Eerste go-no Tweede go-no Start bouw, Bouw
(besluitvorming aanleg en ase gestart februari go moment go moment met (2016 sluis (2016 sluis
daadwerkelijke bouw) 2010 met positief positief gereed) gereed)
bestuurlijk bestuurlijk
akkoord akkoord
afgesloten afgesloten

Doelstelling 2: Nieuwe positionering Haven Amsterdam


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Stand van zaken doorlopen Denkfase 17/18 Implementati 2012 start
denkkader gemeente Amsterdam afgerond, februari efase nieuwe
Onderzoek 2010 organisatie
sfase
gestart

Doelstelling 3: Implementatie nota ‘Slimme haven, havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Amsterdamse haven beschikt over Geen April 2010 Extended Extended Extended Extended
een goede Binnenvaart concrete gateway bij gateway bij gateway bij gateway bij
containerhub: aantal uitgevoerde acties ACT ACT in vol ACT in vol ACT in vol
acties benoemd operationeel bedrijf bedrijf bedrijf

In totaal 2
Goede bereikbaarheid van het shuttles naar In totoaal 3 In totoaal 5 In totoaal 10
achterland: aantal shuttles naar het het shuttles naar shuttles naar shuttles naar
achterland per spoor en aantal achterland het het het
shuttles naar het achterland per per spoor en achterland achterland achterland
binnenvaart (alleen containers)7 2 shuttles per per spoor en per spoor en per spoor en
binnenvaart 4 shuttles per 8 shuttles per 8shuttles per
binnenvaart binnenvaart binnenvaart

Aantal bruto uitgegeven hectares Gemiddeld April 2010 20 20 20 20


20 ha bruto
per jaar
Intensivering bestaande ruimte Conform April 2010 Verwerven In gebruik Herstruc- Herstructureri
Havenkaart ADMterrein name ADM- turering ng Minerva-
2009 van 25 ha, terrein haven gereed
Petroleum-
haven 2 ha
Overslag haven in tonnen 86,7 2009 93,4 miljoen 96 miljoen 101 miljoen 106 miljoen
miljoen ton ton ANZKG ton ANZKG ton ANZKG ton ANZKG
ANZKG 73,9 miljoen 76 miljoen 80 miljoen 84 miljoen
73,3 ton in ton in ton in ton in
miljoen ton Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Amsterdam

Containeroverslag in TEU 203084TE 2009 120.000 TEU 150.000 190.000 250.000


U TEU TEU TEU

Containeroverslag binnenvaart in 30 TEU 2009 40.000 TEU 80.000 TEU 140.000 TEU 200.000 TEU
TEU

7
Frequentie van lijndienst is afhankelijk van de afstand naar eindbestemming

Raadsdruk Begroting 2011 235


Totale overslag biomassa en fuel in 1,5 April 2010 2,0 3,0 4,5 5,5
tonnen
Aantal tenders dat conform planning 1 tender 2009 2 tenders, in 2 tenders, in 2 tenders, in 2 tenders, in
is uitgevoerd met bijbehorende per jaar totaal max. totaal max. totaal max. totaal max.
aanvragen en toegekende projecten voor bedrag bedrag bedrag bedrag
in het kader van het Duurzaamheid- maximaal € 2 miljoen € 2 miljoen € 2 miljoen € 2 miljoen
én Innovatiefonds € 2 miljoen
Aantal zeecruiseschepen 93 2009 105 115 130 150

Doelstelling 4: Onderzoek op haalbaarheid van een tweede internationale passagiersterminal in de haven.

Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014


en
peildatum
Beschikbaarheid onderzoeksrapport Verkenning April 2010 nvt Onderzoeksr PM PM
uitgevoerd apport afhankelijk afhankelijk
gereed van resultaat van resultaat
onderzoek onderzoek

Doelstelling 5: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe windturbines.

Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014 Indicator


en
peildatum
Extra inkomsten uit windmolens Geen extra April 2010 €0 €0 €0 €0
windmolens
gepland

3.2.2 Havenexploitatie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Nieuwe sluis operationeel


Het rijk, de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland hebben op 27 november
2009 het convenant Planstudie-fase Zeetoegang IJmond gesloten. De Minister heeft op
11 december 2009 het Planstudiebesluit genomen. Uw Vergadering heeft hier in februari
2010 mee ingestemd.

Momenteel wordt door alle betrokken partijen gewerkt aan het plan van aanpak voor de
Planstudiefase. In de Planstudiefase wordt gekeken naar de technische specificaties van de
sluis, de Milieu Effecten Rapportage (MER). In 2011 zal de Planstudie afgerond worden, het
eerste ‘go/nogo moment’. Bij de gunning is het tweede ‘go/nogo moment aangebracht. In
2012 zou dan gestart kunnen worden met de aanleg van de nieuwe grote zeesluis. Eind 2016
zou het project gerealiseerd moeten zijn. Gedurende deze periode participeert Haven
Amsterdam in de projectorganisatie die het rijk voor het project heeft opgetuigd en valt het
project voor Amsterdam onder het regime van de ‘Regeling Risicovolle Projecten’.

Doelstelling 2: Nieuwe positionering Haven Amsterdam


In 2009 heeft de denkfase plaatsgevonden voor de positionering van Haven Amsterdam. De
belangrijkste redenen hiervoor waren: markontwikkeling, flexibiliteit, regionale, landelijke en
mondiale samenwerking. Uw Vergadering heeft op woensdag 28 oktober 2009 kennis
genomen van de conclusies uit het rapport over de denkfase en ingestemd met de start van
de volgende fase, de onderzoeksfase naar verzelfstandiging. De onderzoeksfase duurt
ongeveer een jaar. De hoofdvraag voor de onderzoeksfase is of en hoe Haven Amsterdam
verzelfstandigd kan worden tot een 100% overheid NV met Amsterdam als enig
aandeelhouder. Onderwerpen van onderzoek zijn: Strategie & Samenwerking, Governance &
Juridische Zaken, Financieel & Fiscaal, Personeel & Organisatie (inclusief ontvlechting),
Mandaten & Verantwoordelijkheden. Eind 2010 zal de onderzoeksfase worden afgerond,
waarna de resultaten worden voorgelegd aan ons College en uw Vergadering.

Raadsdruk Begroting 2011 236


Doelstelling 3: Implementatie nota ‘Slimme haven, havenvisie gemeente Amsterdam 2008-
2020

Achterlandverbindingen
De gemeente Amsterdam wil zoveel mogelijk goederenvervoer van de weg halen om de
milieubelasting te beperken. Hiervoor heeft HA heeft in de volgende ambitie opgenomen ten
aanzien van vervoer: binnenvaart 49%, weg 45%, spoor 6%.
Door het Rijk en de regio wordt aanzienlijk geïnvesteerd in een betere bereikbaarheid van de
8
haven op het hoofdspoornet. In het kader van het BOR regiopakket worden drie
bereikbaarheidsprojecten gerealiseerd. De EU heeft hiervoor subsidie verstrekt waarmee van
onder andere een elektrificatie van het emplacement Aziëhaven wordt bekostigd.
Daarnaast heeft de gemeente geïnvesteerd in een gezamenlijk port community systeem,
Portbase, waardoor informatie over goederenstromen tussen bedrijven, havens en douane
sterk wordt verbeterd.

Aantal uitgegeven hectares grond in de haven


In de havenvisie is opgenomen dat de gewenste en realiseerbare groei in de Amsterdamse
haven tot 2020 geaccommodeerd wordt op bestaande haventerreinen. In het Convenant
Houthaven-NDSM-werf heeft de gemeente zich jegens de bedrijven vastgelegd om tot 2029
geen plannen in uitvoering te brengen, die havenbedrijven binnen de ring A10 belemmeren in
hun bedrijfsactiviteiten.

Na 2020 zal de haven alleen uitbreiden in de regio indien breed aanvaard wordt dat de
maatschappelijke voordelen groter zijn dan de nadelen. Hiervoor is in de Structuurvisie
Noord-Holland een locatieonderzoek aangekondigd, waarbij de gemeente haar voorkeur voor
de Houtrakpolder heeft uitgesproken. De Provincie zal nader onderzoek (milieu, economisch,
landschappelijk) doen naar zowel de Houtrakpolder als de Wijkermeerpolder om een keuze te
kunnen maken.

Amsterdam heeft in 2011 nog 151 hectare natte terreinen uit te geven. Aan droge terreinen is
nog 184 hectare beschikbaar. Van de natte terreinen in Amsterdam heeft 61hectare al een
bestemming (reservering containerterminal). De andere 90 hectare zijn verspreid over een
aantal kavels, waarvan er slechts enkele groter zijn dan 10 hectare.

Door intensivering (zoals aankoop van verouderde terreinen, aanpassing van terrein-lay-out)
verwacht HA deze bestuursperiode jaarlijks bruto 20 ha te kunnen uitgeven. Daarnaast vindt
optimalisering plaats door het verleggen van grenzen, demping en ruilverkaveling.
Dit levert per jaar circa 2 ha uitgeefbaar terrein op. Ook ‘dubbel ruimtegebruik’ is mogelijk
door functies te combineren, zoals bijvoorbeeld parkeren boven kabels en leidingen.

Haven Amsterdam voert sinds 2008 gesprekken over ontruiming en verwerving van het land-
en waterdeel van het ADM-terrein. Haven Amsterdam heeft over het waterdeel een
overeenkomst gesloten. Streven is het terrein (landdeel) in 2010 te verwerven, in 2011 te
ontruimen en bouwrijp te maken zodat dit in 2012 uitgegeven kan worden.

Wat betreft de milieuruimte is de verwachting dat de geluidzone binnen twee jaar vergroot
moet worden om de toename van de overslag te kunnen accommoderen. In procedurele en
inhoudelijke zin is dit een complexe zaak, met name omdat zoneverruiming van invloed is op
bestaande woningbouw en woningbouwplannen in regiogemeenten. De provincie is trekker
van dit proces en er is de afgelopen collegeperiode een begin gemaakt met bestuurlijk
overleg tussen Zaanstad en Amsterdam.

Met betrekking tot Externe Veiligheid is een aantal saneringen noodzakelijk, dit betreft een
aantal bedrijven met veel werknemers die binnen de risicocontour van de olieterminals zijn
gelegen. De primaire verantwoordelijkheid voor de sanering ligt bij de provincie (als
vergunningverlener).

8
ProRail, NS, Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam en de provincies Noord-Holland en Flevoland tekenden
in juli 2006 een samenwerkingsovereenkomst voor het Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) RegioNet.

Raadsdruk Begroting 2011 237


Overslag
De financieel-economische crisis is ook merkbaar in de Amsterdamse haven. Veel
productiebedrijven op verschillende niveaus binnen de keten zien hun orders hard teruglopen.
Oude voorraden worden eerst opgemaakt en ook het energieverbruik loopt terug, omdat
productieprocessen stil zijn komen te liggen. Voorbeelden zijn de staalindustrie en de
productie van auto’s.

De verwachting is dat de ladingstromen in 2011 ten opzichte van 2010 ‘over all’ met circa 2%
zullen groeien. Uitgesplitst naar de verschillende ladingstromen zijn de verwachtingen:
 groei containers met 50% ten opzichte van 2010
 groei auto’s: 5% en overig stukgoed: 2% ten opzichte van 2010
 groei droge bulk: 0 % ten opzichte van 2010
 groei olieproducten: 2 % ten opzichte van 2010

Ondanks de economische crisis, is nog steeds de verwachting dat de overslag in 2020 zal
zijn gegroeid tot 125 miljoen ton.

Containers en containerstrategie
Het vervoer per container is veruit de belangrijkste internationale, logistieke ontwikkeling van
de afgelopen decennia. Er is al jaren een verschuiving gaande van (traditioneel) stukgoed
naar containers. De afgelopen 20 jaar is de stroom wereldwijd verzevenvoudigd.

Eind 2008 is als gevolg van de kredietcrisis en door de keuze van rederijen voor grotere
containerschepen een daling ingezet. In 2009 en 2010 zijn alle lijndiensten verdwenen uit de
haven verdwenen. Haven Amsterdam probeert ze, samen met de Amsterdam Container
Terminal (ACT), weer terug te halen.

Naast ACT heeft Amsterdam met United Stevedores Amsterdam (USA, onderdeel van de Ter
Haak Groep) een volwassen containerterminal die vooral groot is in de zogenaamde West
9
Afrika trade. Naar verwachting zal USA ongeveer 80.000 TEU van alle diepzeecontainers
voor zijn rekening nemen in 2011.

Voor Nederland is de ontwikkeling van Amsterdam tot een complete haven essentieel voor
het behoud van de positie als belangrijkste logistieke toegangspoort en knooppunt in West
Europa. De havens van Rotterdam en Amsterdam, in combinatie met luchthaven Schiphol,
vullen elkaar aan en versterken elkaar. Daar komt nog bij dat de achterlandverbindingen
uitstekend zijn, met name de waterwegen. Minstens 50% van de doorvoer vanuit Amsterdam
zal via de binnenvaart gaan. En dit percentage kan nog fors toenemen.

De combinatie van achterlandverbindingen en het grote aantal verladers in Noord Nederland


maakt Amsterdam een uitstekend transferium en Extended Gate voor, met name de
containers die nu via Rotterdam binnenkomen. Amsterdam zal deze positie verder versterken
en uitbouwen. Vanuit het Fonds Achterlandverbindingen zal Haven Amsterdam dit actief
ondersteunen.

Bio-energie
De haven van Amsterdam heeft een sterke internationale marktpositie op het gebied van
energiedragers. De transitie van fossiele naar duurzame energie biedt kansen voor de haven
en versterkt de marktpositie voor op- en overslag van energiedragers.
Uw Vergadering heeft in de havenvisie haar ambities voor bio- energie beschreven en Haven
Amsterdam richt zich op aantrekken van bedrijven die biomassa en biobrandstoffen
overslaan en produceren. Daarmee beoogt HA de sterke internationale positie van de
Amsterdamse haven op het gebied van op- en overslag van energiedragers door groei in bio-
energie te consolideren.

9
Twenty Foot Equivalent Unit (TEU) is de eenheid van de capaciteit van een containerschip

Raadsdruk Begroting 2011 238


Duurzaamheid- en Innovatiefonds Haven Amsterdam
Op 30 september 2009 stemde uw Vergadering in met de Bijzondere Subsidieverordening
Duurzaamheid- en Innovatiefonds Haven Amsterdam (Gemeenteblad, afd. 1, nr 603). Vanaf 1
oktober 2009 is de subsidieregeling van kracht. Dit betekent dat bedrijven en organisaties
subsidieaanvragen kunnen indienen voor projecten op het gebied van duurzaamheid én
innovatie in het Masterplan Noordzeekanaalgebied.

Jaarlijks vinden twee tenders plaats, waarvoor in totaal maximaal € 2 miljoen beschikbaar
wordt gesteld. Aanvragen die aan de formele criteria voldoen worden beoordeeld door de
adviescommissie en gerangschikt in de mate waarin de projecten een bijdrage leveren aan:
duurzaamheid, innovatie, het economisch ontwikkelingsperspectief voor het bedrijf en de
havenregio en de overige doelstellingen van de Havenvisie.

Cruisevaart
Door de nabijheid van Schiphol is de Passengers Terminal Amsterdam (PTA) bijzonder
geschikt voor het ‘turn around’ –aanlopen van cruiseschepen. Passagiers beginnen of
eindigen hun cruises in Amsterdam en worden ingevlogen dan wel vliegen weer huiswaarts
via Schiphol. Vaak worden aan het inschepen c.q. ontschepen een aantal extra
hotelovernachtingen in Amsterdam gekoppeld. Groei van het aantal cruiseschepen wordt
bereikt door actieve acquisitie en samenwerking met de terminal operators.

Doelstelling 4: Onderzoek op haalbaarheid van een tweede internationale passagiersterminal


in de haven
Aanleiding voor het onderzoek vormt de substantiële groei in de rivier- en zeecruises die
Amsterdam als stad aandoen. De huidige terminal kent gedurende het cruiseseizoen een bezetting van
iets meer dan 50%. Vanaf 2012 is een tweede terminal nodig voor de afhandeling van de piekcapaciteiten.
Omstreeks 2020 zijn twee volwaardige terminals noodzakelijk.

Doelstelling 5: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe
windturbines
De uitbreiding van het verdienend vermogen door plaatsing van windturbines betreft het
vervangen van bestaande molens door grotere molens (21 MW) en het plaatsen van nieuwe
molens (15 MW). Het lijkt mogelijk aan het eind van de programakkoord periode circa 101
MW (= 36 MW extra) in Westpoort te hebben staan, wat naar verwachting circa € 700.000
aan extra inkomsten oplevert.

3.2.3 Havenexploitatie: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten +
Havenexploitatie 92,4 86,4 90,6 90,5 91,4 92,4
Baten -
Havenexploitatie 134,8 120,3 127,3 130,0 133,3 136,5
Mutaties in reserves -/- 1,1 -/- 2,8 -/- 1,1 -/- 1,1 -/- 1,1 -/- 1,1
Saldo 43,3 36,7 37,8 40,6 43,0 45,2

Actualisatie 2010
Het voordelig resultaat van de Actualisatie 2010 bedraagt € 36,7 miljoen. Ten opzichte van de
begroting betekent dit een verslechtering van € 6,6 miljoen. De verslechtering van het
resultaat is met name het gevolg van de volgende ontwikkelingen:
 hogere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren als gevolg van het door de
economische crisis oplopende volume aan openstaande vorderingen (-/- € 0,4 miljoen)
 hogere kosten voor WW en wachtgeld (-/- € 0,3 miljoen)
 lagere opbrengst rente rekeningcourant als gevolg van een gemiddeld lager saldo op de
girorekening (-/- € 0,3 miljoen)
 hogere kosten voor onderhoud vaartuigen als gevolg van de op basis van een
onderhoudsplan opgenomen reservering voor achterstallig onderhoud (-/- € 0,3 miljoen)

Raadsdruk Begroting 2011 239


 hogere rentelasten als gevolg van het ten opzichte van de begroting toegenomen totaal
volume van investeringen (-/- € 1,0 miljoen)
 lagere afschrijvingen als gevolg van een bij de begroting achtergebleven volume van
investeringen waarover wordt afgeschreven (€ 1,0 miljoen)
 lagere opbrengst huren en pachten als gevolg van de ontwikkelingen bij de
containerterminal (-/- € 3,0 miljoen). Van deze tegenvaller heeft in de Actualisatie 2010 en
in de Begroting 2011 een bedrag van € 1 miljoen een incidenteel karakter
 lagere opbrengst huren en pachten als gevolg van door de economische crisis
aangepaste uitgangspunten (-/- € 0,6 miljoen)
 lagere opbrengst huren en pachten aangezien een aantal uitgiften in de begroting
abusievelijk dubbel is verwerkt (-/- € 1,9 miljoen)
 het effect van het corrigeren van de te hoge indexering in de Begroting 2009 en 2010
(€ 0,8 miljoen)
 het effect van de vrijval van de reserve Vakantiegeld (€ 0,8 miljoen).

In de Actualisatie 2010 is een aantal mutaties verwerkt welke geen effect hebben op het
resultaat. De belangrijkst zijn de ten opzichte van de begroting gewijzigde bestedingen ten
laste van de reserves (Fonds strategische projecten) en voorzieningen (Verbeteren
achterlandverbindingen). Bij de ontwikkelingen reserves en voorzieningen wordt hier
uitgebreider op ingegaan. Daarnaast is in de Actualisatie 2010 een taakstelling op de
apparaatskosten (€ 0,5 miljoen) verwerkt, door middel van een verhoging van de opbrengst
uit de exploitatie van windmolens.

Begroting 2011
Het voordelig resultaat van de Begroting 2011 bedraagt € 37,8 miljoen. Ten opzichte van de
Actualisatie 2010 betekent dit een verbetering van € 1,1 miljoen. De verbetering is met name
het gevolg van de volgende ontwikkelingen:
 het effect van de correctie op de in de Begroting 2009 en de Begroting 2010 verwerkte te
hoge indexering van de personele kosten (€ 0,2 miljoen)
 het effect van de incidentele prioriteiten 2010 (€ 0,6 miljoen)
 het effect van een ombuiging van € 0,5 miljoen op de apparaatskosten. Tot deze
ombuiging is in het kader van de Voorjaarsnota 2009 besloten. De ombuiging is in de
vorm van een stelpost verwerkt. De uiteindelijke invulling en de uitwerking zal
plaatsvinden in de Actualisatie 2011
 hogere uitgaven voor rente en afschrijving als gevolg van enerzijds de verhoging van de
omslagrente van 4% naar 4,25% en anderzijds de hogere boekwaarde (-/- € 4,3 miljoen)
 hogere kosten voor opleidingen (€ 0,4 miljoen). Hiervan is € 0,2 miljoen het gevolg van
aanscherping van de regelgeving voor bijzondere opsporingsambtenaren bij de nautische
sector en € 0,2 miljoen (incidenteel) als gevolg van de instroom van nieuwe medewerkers
bij de nautische sector in het kader van de 55+ regeling
 hogere uitgaven voor WW-kosten (-/- € 0,1 miljoen)
 lagere opbrengst rente rekening courant als gevolg van een lager gemiddeld saldo van
vorderingen en schulden (-/- € 0,4 miljoen)
 hogere opbrengst huren en pachten als gevolg van de doorwerking van in 2010
gerealiseerde uitgiften en de in 2011 verwachte uitgiften (€ 1,9 miljoen)
 hogere opbrengst zeehavengeld als gevolg van de verwachte groei van de
zeehavenoverslag met 2% (€ 1,6 miljoen)
 lagere opbrengst baggerstort (-/- € 0,4 miljoen)
 het als gevolg van de fusie tussen Binnenwaterbeheer Amsterdam en Waternet wordt
met ingang van 2011 de inning van het binnenhavengeld voor de beroepsvaart volledig
uitgevoerd door HA. Op het resultaat van HA heeft dit een positief effect van
(€ 1,1 miljoen)

Ten opzichte van de Actualisatie 2010 dalen in de Begroting 2011 de uitgaven ten laste van
reserves en voorzieningen. Het betreft met name uitgaven ten laste van het Fonds
strategische projecten ( € 1,3 miljoen), Sail 2010 (€ 0,5 miljoen) en de voorziening Verbeteren
achterlandverbindingen(€ 0,6 miljoen). Voor het resultaat van HA is dit budgettair neutraal.

Raadsdruk Begroting 2011 240


3.3 Scheepvaartafhandeling
3.3.1. Scheepvaartafhandeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen
Doelstelling 6: een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal schepen dat is geschut in het 38.925 2009 39.000 40.000 41.000 41.000
sluizencomplex in IJmuiden
Vertragingen bij het sluizencomplex 2.816 2009 2.900 3.000 3.100 3.100
in IJmuiden
Aantal verleende ontheffingen per 8 2009 6 5 4 4
etmaal (doel: vermindering i.v.m.
wijziging van verbod naar gebod)

3.3.2 Scheepvaartafhandeling: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 4: Een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het


scheepvaartverkeer
De Nautische Sector van Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor een veilige, vlotte en
milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer. Onder verantwoordelijkheid van
10
de regio (te weten het CNB-bestuur) en in opdracht van het rijk, voert Haven Amsterdam de
nautische scheepvaartafhandelingstaken in het hele Amsterdam Noordzeekanaalgebied uit –
van 12 mijl buiten de pieren in IJmuiden in het Westen tot aan de Oranjesluizen in het Oosten
van dit gebied.

Het Centraal Nautisch Beheer (CNB) is een gemeenschappelijke regeling tussen Amsterdam,
Beverwijk, Velsen en Zaanstad waarbij geregeld is dat de nautische taken van deze
gemeentes door het CNB worden uitgevoerd. Het Centraal Nautisch Beheer stelt haar eigen
begroting en jaarrekening op die wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur waarin
raadsleden van de deelnemende gemeenten zitting hebben.

De primaire processen van de Nautische Sector zijn:


 veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer
 handhaven van de wet- en regelgeving binnen het verantwoordelijkheidsgebied
 havenmanagement voeren met betrekking tot de nautische aspecten op, aan en rond het
water
 sluismanagement voeren voor een optimale benutting van het schaarse productiemiddel
sluizen
 adviseren over nautische mogelijkheden
 bijhouden van, inspringen op en ontwikkelen van nautisch beleid en het monitoren van
(internationale) wetgeving op het gehele werkterrein

Het verkeersbegeleidend systeem walradar


Het project walradar is een verzamelnaam voor in totaal negen systemen die geïntegreerd de
communicatie met en de detectie van de scheepvaart mogelijk maakt. Doel is de
verkeersveiligheid in het gehele Noordzeekanaalgebied te verhogen. In de huidige situatie is
alleen het gebied van 12 mijl buiten de pieren in IJmuiden tot aan Buitenhuis op het
Noordzeekanaal onder walradardekking. In de nieuwe situatie zal het gebied van 12 mijl
buiten de pieren tot aan de Oranjesluizen onder walradardekking vallen en is er de
mogelijkheid om adequaat de scheepvaart te begeleiden. Dit is een noodzakelijkheid om de
toenemende aantallen schepen (zeevaart en binnenvaart) in het gehele gebied te kunnen
begeleiden.

10
In april 1994 is door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad het openbaar lichaam Centraal
Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB) opgericht. De genoemde gemeenten hebben hun bevoegdheden
voor het nautisch overgedragen aan het CNB, dat fungeert als één loket voor het scheepvaartverkeer. Doel van het
CNB is het creëren van eenheid van beleid en uitvoering op het gebied van nautisch beheer. Ook de nautische
rijkstaken in het Noordzeekanaalgebied zijn gemandateerd aan het CNB.

Raadsdruk Begroting 2011 241


De besluitvorming over de aanleg van het systeem is in 2009 vertraagd, maar inmiddels heeft
RWS de aanbesteden uitgevoerd. Aanleg start eind 2010 En de verwachting is dat het
systeem in 2011 operationeel zal zijn.

Vernieuwing Toezicht
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in 2007 de Inspectieraad de politieke opdracht
gegeven om het toezicht in Nederland te stroomlijnen. Dit heeft geresulteerd in een
programma Vernieuwing Toezicht.

Voor Haven Amsterdam is het domein Vervoer over water: zeehavens en binnenvaart
relevant. Dit domein betreft de inspecties die te maken hebben met schepen, de bemanning,
de te vervoeren lading en de operationele activiteiten van deze schepen.
In totaal bleken 24 toezichthouders actief zijn binnen dit werkveld die gezamenlijk 72
verschillende soorten inspecties uitvoeren. Het doel van het project is tweeledig:
1. minder toezichtlast voor de schepen en bedrijven
2. een effectiever en efficiënter toezicht

Voor het onderdeel Zeehavens zijn de havenmeesters van Amsterdam en Rotterdam als
coördinerend toezichthouders benoemd op het gebied van samenwerking voor Schip en Port
Security. Het convenant is in december 2009 ondertekend. Het convenant bevat het
streefbeeld van de inspecties in 2011, een actielijst met actie- en verbeterpunten en
afspraken over kosten en de overdracht van taken bevatten.

Voor het onderdeel Binnenvaart is Haven Amsterdam betrokken bij het raamwerk voor het
frontoffice binnenvaart. De streefdoelen 2011 zijn bepaald en een plan van aanpak is
opgesteld voor het raamwerk frontoffice binnenvaart dat in 2009 is gestart. Begin 2010 is de
analyse afgerond.

Regionale havenverordening
Door het algemeen bestuur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB)
is in januari 2009 aan de directeur CNB de opdracht verstrekt te komen tot één regionale
havenverordening in het Noordzeekanaalgebied.

Doelstelling van de opdracht aan de directeur CNB is om ook voor het (haven)beheer de één-
loketfunctie in te richten en daarmee meer eenheid van beleid en uitvoering te realiseren in
het Noordzeekanaalgebied. De ontwikkeling tot één loket vergroot de aantrekkelijkheid van
het havengebied en de concurrentiekracht en anderzijds zorgt dit voor eenduidigheid van
regels op het gebied van de openbare orde, veiligheid en milieu. Door het inrichten van de
één loketfunctie wordt het afbreukrisico in het proces van vergunning- en ontheffingsverlening
verlaagd en daarmee daalt de kans op incidenten.

In 2010 is de Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010 vastgesteld in de


gemeenten Amsterdam, Velsen, Zaanstad en Beverwijk. In de zeehavens in het hele
Noordzeekanaalgebied zijn nu dezelfde regels voor de zee- en beroepsvaart van toepassing.
De vergunningaanvragen zullen door het CNB worden verwerkt. Daarmee wordt de eerste
fase afgerond. Daarnaast worden nadere afspraken gemaakt over samenwerking in het
toezicht en handhaving in de havens en de realisatie van één regionaal loket voor
vergunningaanvragen- en verlening.

3.3.3 Scheepvaartafhandeling: Wat mag het kosten?


Vanaf de Begroting 2008 worden de totale kosten en opbrengsten van Haven Amsterdam
toegerekend aan de Havenexploitatie, de exploitatie PTA en Nautische taken.

Raadsdruk Begroting 2011 242


4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 ultimo 2011 2011 2012 2013 2014
2010

+ -/- + -/-
Reserves
Economische Zaken 1,8 0,0 1,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Topstad 3,2 0,0 3,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Evenementenfonds 2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Vakantiegeld (HA) 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Afkoopsommen 87,0 0,0 0,8 86,2 0,0 0,8 85,4 84,6 83,8 83,0
erfpachttermijnen
Fonds strategische projecten 4,8 2,1 3,8 2,9 2,1 2,5 2,5 2,1 1,7 1,3
Kapitaalsuitbreiding ASP 2,0 0,0 0,0 2,0 0,0 0,0 2,0 2,0 2,0 2,0
Duurzaamheid (HA) 1,9 2,0 2,0 1,9 2,0 2,0 1,9 1,9 1,9 1,9
Fonds promotie Sail 2010 0,5 0,1 0,5 0,1 0,1 0,0 0,2 0,3 0,4 0,5
Holland Casino 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2
Winstdelingsregeling (HA) 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Wachtgeldfonds (EZ) 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Kosten verzelfstandiging HA 0,0 0,7 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
LSFA/LSCA 0,0 2,9 0,0 2,9 0,0 0,0 2,9 2,9 2,9 2,9
Fonds Ontwikkelings 0,0 1,2 0,5 0,7 1,2 0,6 1,3 1,3 1,3 1,3
Maatschappij
Totaal reserves 104,6 9,1 16,5 97,2 5,5 6,1 96,7 95,6 94,5 93,4

Voorzieningen
LSFA/LSCA 2,6 0,0 2,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Latente bodemverplichtingen 11,1 0,5 0,6 11,0 0,5 0,3 11,2 11,3 11,5 11,6
Verbeteren 7,6 0,0 0,6 7,1 0,0 0,0 7,1 7,1 7,1 7,1
achterlandverbindingen
Fonds beheer baggerstort 5,3 0,1 0,0 5,4 0,0 0,0 5,4 5,3 5,2 5,2
locaties
Egalisatie onderhoud 2,7 0,3 0,5 2,5 0,3 0,8 2,0 1,4 1,7 2,0
Touringcarterminal Nieuw
Europa 1,6 0,0 0,0 1,6 0,0 0,0 1,6 1,6 1,6 1,6
Fonds inzamelen
scheepsafval 0,7 0,0 0,1 0,6 0,1 0,0 0,8 0,7 0,6 0,5
Microkredieten 0,3 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3
Wrakkenwet 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Egalisatie onderhoud
vaartuigen 0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
Spinozacentrum 1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Totaal voorzieningen 33,2 1,0 5,4 28,9 1,0 1,2 28,7 28,2 28,6 29,0

4.1 Reserves

Af te wikkelen reserves
In de Actualisatie 2010 wordt voorzien, dat de volgende reserves in 2010 worden
afgewikkeld.

Economische Zaken
De in de Jaarrekening 2009 gevormde reserve is bestemd als cofinanciering door de
gemeente voor de rijksregeling Pieken in de Delta en de uitloop van de subsidieregeling
Veilig ondernemen. De reserve zal in 2010 worden afgewikkeld.

Evenementenfonds
Het in de reserve opgenomen bedrag was bestemd voor de in 2010 te maken kosten voor de
Giro d’Italia. In 2010 wordt de reserve afgewikkeld.

Vakantiegeld HA
Bij de vaststelling van de Jaarrekening 2009 is tevens besloten, dat in de Actualisatie 2010 de
bij de diensttakken aanwezige reserves Vakantiegeld moeten vrijvallen.

Raadsdruk Begroting 2011 243


Te handhaven reserves

Afkoopsommen erfpachttermijnen
Als bij uitgifte in erfpacht wordt gekozen voor afkoop in plaats van jaarlijkse worden de
afkoopsommen canonbetaling in deze reserve gestort. Aangezien niet vooraf bekend is of
erfpachters kiezen voor afkoop of jaarlijkse canonbetaling worden geen toevoegingen
geraamd. Jaarlijks worden de op de afkoopsommen gebaseerde erfpachttermijnen ten laste
van de reserve gebracht. Jaarlijks betreft het een bedrag van circa € 0,8 miljoen.

Fonds strategische projecten


Als gevolg van de economische crisis is het aantal verzoeken om een bijdrage uit het Fonds
in 2010 sterk toegenomen. In de Begroting 2010 werd uitgegaan van een onttrekking van
€ 2,0 miljoen. In de actualisatie is dit toegenomen tot € 3,7 miljoen. Voor de jaren 2011 tot en
met 2014 wordt uitgegaan van een jaarlijkse onttrekking van € 2,5 miljoen. In de begroting is
een structurele dotatie van € 2,1 miljoen opgenomen.

Kapitaalsuitbreiding Amsterdams Science Park (ASP)


De reserve dient ter dekking van het risico als gevolg van de investering in het ASP. Op dit
moment worden geen mutaties binnen de reserve voorzien.

Duurzaamheid
De reserve Duurzaamheid is gevormd ten behoeve van de uitvoering van de in de Havenvisie
2008 – 2020 geformuleerde doelstellingen op het terrein van duurzaamheid en innovatie. In
de begroting is een structurele dotatie van € 2 miljoen opgenomen. Er wordt uitgegaan van
een jaarlijkse besteding van € 2,0 miljoen ten laste van de reserve.

Promotie Sail 2010


Jaarlijks wordt € 0,1 miljoen aan de reserve toegevoegd. Ten behoeve van door HA tijdens
Sail 2010 te organiseren promotie activiteiten wordt in 2010 totaal € 0,5 miljoen aan de
reserve onttrokken.

Holland Casino
De reserve is gevormd in overleg met Holland Casino en wordt gevoed vanuit de afdracht per
bezoeker. De besteding is voor marketingdoeleinden van de gemeente en Holland Casino.

Nieuwe reserves

Kosten verzelfstandiging HA
Bij de besluitvorming over de Rekening 2009 heeft uw Vergadering € 0,7 miljoen beschikbaar
gesteld voor de kosten van de onderzoekfase van de verzelfstandiging van HA. Besteding
van dit bedrag wordt voorzien in 2010,

Life Science Fonds Amsterdam (LSFA/LSCA)


In 2009 is een voorziening gevormd van € 2,6 miljoen ten behoeve van het commitment van
de gemeente Amsterdam in LSFA. Acam heeft aangegeven dat de voorziening moet worden
omgevormd in een reserve.

Fonds Ontwikkelingsmaatschappij (FOM)


De reserve wordt jaarlijks gevoed me een bijdrage van € 1,2 miljoen ten laste van de
exploitatie ten behoeve van de kapitaallasten uit investeringen en bijdragen voor zich
vestigende bedrijven. Het reglement van het FOM zal worden herzien een aangepast aan
huidige regelgeving.

Raadsdruk Begroting 2011 244


4.2 Voorzieningen

Afgewikkelde voorzieningen

Life Science Fonds Amsterdam (LSFA/LSCA)


De voorziening is gevormd in de Rekening 2009. Acam heeft aangegeven dat de voorziening
moet worden omgevormd in een reserve.

Te handhaven voorzieningen

Latente bodemverplichtingen
De voorziening dient ter dekking van de nog te verwachten kosten voor het opruimen en/of
saneren van terreinen van vertrekkende bedrijven. Aan de hand van een extern
bodemonderzoek wordt een afkoopsom bepaald (voor de kosten van sanering passend bij
bedrijfsfuncties). Deze afkoopsom wordt toegevoegd aan de voorziening.
Als bodemsanering aan de orde is worden de kosten ten laste van de voorziening gebracht.

Verbeteren achterlandverbindingen
De voorziening is bestemd voor een gerichte investering ten behoeve van het inlopen van de
achterstand, die de Amsterdamse haven heeft, in de verbindingen met het achterland. De
aanwending vindt plaats op basis van de overeenkomst met Ceres.
Het wegvallen van de containerlijnen leidt in 2010 tot een substantieel lager beslag op de
voorziening. Vanaf 2011 wordt geen onttrekking geraamd.

Touringcarterminal Nieuw Europa


De terminal is een nog te bouwen onderdeel van de Passenger Terminal Amsterdam (PTA).
HA is opdrachtgever voor het project, warvoor verschillende gemeentelijke diensttakken een
bijdrage leveren. In 2008 is van een diensttak een bijdrage ontvangen. Deze bijdrage is een
voorziening opgenomen.

Microkredieten
Het Fonds Microkredieten heeft als doel kleine ondernemers te helpen bij de financiering van
hun activiteiten. Van 2009 tot en met 2012 kunnen garantstellingen worden afgegeven ten
behoeve van bancaire geldleningen. Rekening houdend met een garantstelling van 3,5 jaar
blijft tot medio 2015 een financieel beslag op het fonds mogelijk.

Af te wikkelen voorzieningen

Spinoza centrum
Uw Vergadering heeft in 2009 besloten een lening van € 1 miljoen ter beschikking te stellen
van het Spinoza centrum. Voor het afdekken van het met de lening samenhangend risico is
een voorziening van € 1 miljoen gevormd.
Begin 2010 heeft ons College besloten de lening om te zetten in een subsidie. In de
Jaarrekening 2010 kan de voorziening vrijvallen.

4.3 Investeringen
In de Begroting 2011 van HA is het Investeringsplan 2010 – 2014 opgenomen.
Voor 2010 wordt uitgegaan van een investeringsvolume van € 87,0 miljoen. Hiervan heeft
€ 65,3 miljoen betrekking op uitbreidingsinvesteringen en € 21,7 miljoen op
vervangingsinvesteringen.

Voor de berekening van de kapitaallasten voor de Begroting 2011 wordt verwacht, dat van de
geraamde investeringen € 46,2 miljoen wordt gerealiseerd.

Voor 2011 wordt uitgegaan van een investeringsvolume van € 101,3 miljoen. Hiervan heeft
€ 77,4 miljoen betrekking op uitbreidingsinvesteringen en € 23,9 miljoen op
vervangingsinvesteringen.

Voor de berekening van de kapitaallasten voor de Begroting 2012 wordt verwacht, dat van de
geraamde investeringen € 52,6 miljoen wordt gerealiseerd.

Raadsdruk Begroting 2011 245


De belangrijkste voor 2010 en 2011 geraamde investeringen hebben betrekking op:
a) verwerving terreinen € 55,0 miljoen
b) herstructurering van terreinen en bodemsanering € 10,4 miljoen
c) binnenvaart, inclusief walstroom € 4,3 miljoen
d) kades en steigers € 31,7 miljoen
e) spooraansluitingen € 6,5 miljoen
f) overige investeringen € 11,1 miljoen

In het FMP 2011-2014 is rekening gehouden met de bijdrage van de gemeente in de kosten
van de Tweede Zeesluis. Evenals in de Begroting 2010 zijn de kapitaallasten van deze
bijdrage om administratieve redenen niet verwerkt in de begroting van HA, maar opgenomen
op de stelpost voor Kapitaallasten onrendabele investeringen, welke onder beheer van de
Concerncontroller staat. In de Begroting 2011 zijn de kapitaalasten van een tranche van
€ 14,4 miljoen opgenomen.

In de Begroting 2011 worden geen investeringen voor Economische Zaken geraamd.

Raadsdruk Begroting 2011 246


5 Verdelingsvoorstel
5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Pieken in de Delta 2.000 2.000

2 Amsterdam in Business 1.200 1.200

3 promotie bedrijventerrein Promotie bedrijventerrein 100 100


Westpoort Westpoort

3.300 3.300

I8 Amsterdams Investeringsfonds
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
4 Fonds innovatie en 10.000 10.000
economie

10.000 10.000

IP4 Incidentele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
5 agentschap China Haven Amsterdam zal bij de -250 -250
actualisatie 2011 een concreet
voorstel doen om deze
ombuiging in te vullen

-250 -250

Raadsdruk Begroting 2011 247


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
6 Agenstschappen Duitsland / Beeindigen agentschappen -200 -200
VS beeindigen Duitsland en VS

7 doorbelasten personeel Het doorbelasten van de inzet -15 -15


(Haven Amsterdam) van personeel naar de
diverse deelnemingen

8 parkeerbeheer Een besparing van 50% -140 -140


realiseren door de inzet van
het toezicht op een slimmere
manier in te zetten

9 reclame MUPI's Aanvullende reclame-uitingen -45 -45


in het beheergebied van
haven Amsterdam

10 Westpoortbeheer 24% structureel besparen op -200 -200


het beïnvloedbare deel van de
kosten tussen het huidige
onderhoudsniveau en het
niveau “minimum”

11 windmolens inkomsten De bestaande windmolens -200 -200


zullen vanaf 2011 extra
inkomsten genereren

12 Inzet Stadstoezicht lager Lagere inzet van -50 -50


beheersniveau Stadstoezicht

13 Efficiency taakuitvoering Diverse activiteiten -500 -500

-1.350 -1.350

3.2 Toelichting prioriteiten

I4 Overige prioriteiten

1. Pieken in de Delta
Het regionale innovatieprogramma Pid van het Ministerie van Economische Zaken stelt sinds
enkele jaren middelen beschikbaar voor economische samenwerkingsprojecten die bijdragen
aan het versterken van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel randstad.
Cofinanciering door lokale overheden is een voorwaarde voor toekenning van deze
rijksmiddelen. Dit overwegende stelt ons College voor om deze programma periode
incidenteel € 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de pieken in de delta projecten.

2. Amsterdam in Business
Het binnenhalen van buitenlandse bedrijven is van groot belang voor onze regio en stad. Als
gevolg van de economische crisis zijn internationale bedrijven hun bedrijfslocaties aan het
herschikken. Dit vormt zowel een bedreiging als een kans voor Amsterdam. De afgelopen
jaren heeft Amsterdam in Business bewezen van grote waarde te zijn voor de stad als
internationale vestigingslocatie. Ons College geeft aan dat voor 2011 € 1,2 miljoen nodig is
om specifiek te acquireren in de BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) ten gunste
van het vestigingsklimaat. Ons College heeft de prioriteit voor € 1,2 miljoen opgenomen in het
verdeelvoorstel 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 248


3. promotie bedrijventerrein Westpoort
Voor de promotie van het bedrijventerrein Westpoort heeft ons College € 100.000 in het
verdelingsvoorstel voor de incidentiele prioriteiten opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

4. Fonds innovatie en economie


De investeringen ten behoeve van structuurversterking en innovatiekracht van de
Amsterdamse economie zullen plaatsvinden in lijn met de Amsterdamse Kennis- en Innovatie
Agenda (KIA) die door de Economic Development Board Metropool Amsterdam wordt
opgesteld. Ons College heeft in 2011 is € 10 miljoen als stelpost opgenomen, die ingezet zal
worden voor projecten die bijdragen aan:
1. Excellentie; komt tot uitdrukking in de internationale positie van bedrijven
(productiviteit, marktaandeel op wereldmarkt), de internationale kennispositie van
bedrijven, de beschikbaarheid van menselijk kapitaal en de wetenschappelijke
kwaliteit van kennisinstellingen in internationaal perspectief.
2. De Amsterdamse economie; bijdrage is afhankelijk van het aandeel van een
sector/cluster in de Amsterdamse economie (bijv. in toegevoegde waarde,
werkgelegenheid, export, en aantal Amsterdamse bedrijven dat op het terrein actief
is), de groeimogelijkheden van de wereldmarkt en het aandeel van Amsterdam in die
wereld en van de mogelijkheid van het programma om bij te dragen aan
Amsterdamse maatschappelijke doelen.
3. Samenhang en (internationale) samenwerking; bij samenhang gaat het om
samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en betrokkenheid van MKB om
te komen tot excellentie.
4. Het oplossen van knelpunten; er moeten concrete knelpunten zijn die met het
voorstel worden aangepakt. Gemeenschappelijk kenmerk van deze knelpunten is
bijvoorbeeld dat deze het bereiken van de excellente Amsterdamse
concurrentiekracht in de weg staan.
5. Effectiviteit en efficiëntie van overheidsingrijpen; overheidsfinanciering moet innovatie
kunnen uitlokken (stimulerend effect). De private leverage van de aanpak zou een
criterium kunnen zijn. Belangrijk is eventueel ook om de na te gaan welke rol de
overheid in het voorstel heeft bij het wegnemen van knelpunten. Marktimperfecties en
publieke belangen kunnen een overheidsrol rechtvaardigen
Uw Vergadering zal separaat geïnformeerd worden over de verdere specifieke invulling van
deze stelpost onder de Pijler Economie en Innovatie.

IP4 Incidentele posterioriteiten

5. agentschap China
Haven Amsterdam zal bij de actualisatie 2011 een concreet voorstel doen om deze
ombuiging in te vullen. Vooralsnog is deze ombuiging als stelpost in de begroting 2011
verwerkt.

SP4 Structurele posterioriteiten

6. Agenstschappen Duitsland / VS beeindigen


Op dit moment heeft Haven Amsterdam agentschappen in Duitsland en de Verenigde Staten.
In plaats van permanente vertegenwoordigingen zal Haven Amsterdam deze taken gaan
uitvoeren vanuit Amsterdam. De taken die onder deze maatregel vallen zijn commerciële
inzet en accountmanagement.

7. doorbelasten personeel (Haven Amsterdam)


De besparing in personeelsinzet is mogelijk door het doorbelasten van de inzet naar de
diverse deelnemingen.

Raadsdruk Begroting 2011 249


8. parkeerbeheer
Voor delen van Westpoort geldt een parkeerbeleid. Haven Amsterdam is verantwoordelijk
daarvoor en is opdrachtgever naar Stadstoezicht voor handhaving en toezicht. De kosten van
de personele inzet voor handhaving en toezicht bedragen € 280.000 op jaarbasis. Ons
College meent een besparing van 50% te kunnen realiseren door de inzet van het toezicht op
een slimmere manier te organiseren zodat deze maatregel geen negatief effect heeft op de
parkeergeld inkomsten.

9. reclame MUPI's
Haven Amsterdam heeft een lopende overeenkomst voor reclame-uitingen op diverse
reclameborden en -masten. Ons College stelt voor om aanvullende reclame-uitingen in het
beheergebied van Haven Amsterdam te positioneren.

10. Westpoortbeheer
Op dit moment wordt het onderhoudsniveau van de openbare ruimte in Westpoort als
“verzorgd” aangeduid. Het onderhoudsniveau van de objecten van Haven Amsterdam wisselt,
maar ligt gemiddeld tussen “verzorgd” en “sober”. De maatregelen beogen om van het
beïnvloedbare deel van de kosten tussen het huidige onderhoudsniveau en het niveau
“minimum” een post van circa 24% structureel te besparen.

De maatregel bestaat voornamelijk uit:


1. Verlaging onderhoud openbare ruimte (wettelijke taak)
 verminderen intensiteit straatreiniging tot niveau minimum
 verminderen onderhoud groenvoorzieningen tot niveau minimum
 verminderen onderhoud wegverhardingen tot niveau minimum
 verminderen extern toezicht.

2. Verlaging onderhoud objecten Haven Amsterdam (wettelijke taak)


 verminderen onderhoud woningen en gebouwen tot niveau minimum
 verminderen onderhoud Nautische objecten tot niveau minimum
 verminderen onderhoud steigers, boeien, kademuren tot niveau minimum
 verminderen niveau uitgeefbare terreinen tot niveau minimum.

De maatregel heeft de volgende consequenties:


a) door het verlagen van het onderhoudsniveau van een deel van de objecten naar het
niveau minimum bestaat de kans op verloedering van het gebied Westpoort en bestaat
kans op niet exploiteerbare objecten en dus verlaging van de inkomsten
b) door het verlagen van het onderhoudsniveau tot het niveau minimum zal middelgroot
onderhoud of vervanging van (onderdelen) van objecten op termijn eerder optreden
c) verlaging van de kosten voor regulier onderhoud zal de kosten voor investeren op termijn
verhogen
d) de inzet van de straatreiniging rondom het station Sloterdijk is een grote kostenpost in het
dagelijks onderhoud, maar is belangrijk beeldbepalend voor de grote groep gebruikers

Ons College acht een structurele besparing van € 0,2 miljoen mogelijk.

11. windmolens inkomsten


De inkomsten uit verschillende activiteiten van Haven Amsterdam die variabel zijn betreffen
met name de inkomsten uit windmolens, baggerstort en gronddepots. Het betreft hier niet de
reguliere taken van Haven Amsterdam met betrekking tot grond- en havenexploitatie. De
bestaande windmolens zullen vanaf 2011 extra inkomsten genereren van € 200.000.

12. Inzet Stadstoezicht lager beheersniveau


Deze ombuiging betreft een lagere inzet van Stadstoezicht.

13. Efficiency taakuitvoering EZ


Ons College heeft door het wegvallen van de BDU-middelen en de daarmee fors
teruglopende beschikbare financiële middelen binnen de begroting van Economische Zaken,

Raadsdruk Begroting 2011 250


keuzes moeten maken binnen de begroting. In het kader van de heroverwegingen is daarom
een algemene taakstelling neergelegd voor dit onderdeel van € 0,5 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 251


Dit is op de volgende manier ingevuld:

1. Duurzaamheid 150.000
2. Kredietcrisis 150.000
3. Onderzoeksbudget 40.000
4. Monitoring bedrijventerreinen 60.000
5. Werkbudget accomodatieteam 75.000
6. Ondernemerschap 25.000

Ad1. Middelen voor duurzaamheid zullen worden gevonden binnen de peiler duurzaamheid
van het Investeringsfonds.
Ad2. Er werd extern ingehuurd voor het programmabureau kredietcrisis. Met de resterende
middelen in de begroting kan de rapportage voor het College blijven bestaan.
Ad3. Vrijval door inzet onderzoeksbudget.
Ad4. Bedrijventerreinen zijn de afgelopen jaren opgeknapt. Monitoring kan hierdoor op een
verminder.
Ad5. Met het resterend werkbudget kan nog steeds goed gewerkt worden.
Ad6. Met de stadsdelen en Amsterdamse bedrijven zal een taakdiscussie plaatsvinden om te
kijken welke taken anders, minder of niet meer gefinancierd kunnen worden.

Raadsdruk Begroting 2011 252


Programma Facilitair en bedrijven
Maatschappelijk effect
Het programma Facilitair en bedrijven bevordert de realisering van maatschappelijke effecten
van de overige programma’s door de organisatieonderdelen die binnen die programma’s
opereren te ondersteunen met goederen en diensten. Daarnaast leveren de diensten en
onderdelen in dit programma in beperkte mate goederen en diensten aan de markt. De
dienstverlening aan de gemeentelijke organisatieonderdelen en aan de markt moet qua
efficiëntie en effectiviteit de vergelijking met marktpartijen kunnen doorstaan en mag niet in
strijd zijn met het publieke belang.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 miljoen Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Totaal programma
Lasten + 346,5 298,8 337,0 315,9 306,1 305,3 305,3
Baten - 327,9 287,4 293,7 291,4 282,9 283,1 283,2
Resultaat t.l.v. algemene 18,6 11,4 43,3 24,6 23,1 22,2 22,0
middelen voor mutaties
reserves
Toevoeging minus - 1,2 - 0,7 23,8 - 5,1 - 2,9 - 2,9 - 3,1
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algemene 17,4 10,6 67,1 19,4 20,2 19,3 18,9
middelen na mutaties
reserves
Saldo reserves 28,6 29,9 52,3 47,2 44,3 41,3 38,2
Saldo voorzieningen 3,0 1,2 8,3 12,4 11,6 10,8 10,1
Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
2.1 algemeen
Het programma Facilitair en bedrijven is opgebouwd uit activiteiten van diverse diensten en
dienstonderdelen, die in drie subprogramma’s zijn onderverdeeld:
a) project- en beleidsondersteunende taken
b) financiële dienstverlening/activiteiten
c) ruimtelijk gerichte ondersteuning

Met de economische crisis en de heroverwegingen staat er veel druk op de resultaten van de


facilitaire onderdelen in de categorie ‘Project- en beleidsondersteunende taken’ en de
categorie ‘Ruimtelijk gerichte ondersteuning’, zoals Project Managementsbureau (PMB)
/Wibautgroep, Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en Adviesgroep Amsterdam (AGA). Dit zijn
diensten die specialistische kennis en kunde aanbieden aan zowel binnengemeentelijke
diensten en stadsdelen als externe partijen. Deze kennis en deze kunde worden vooral
ingezet bij tijdelijke en/of projectmatige opdrachten, zodat het heroverwegen en
terugschroeven van activiteiten door de gemeente bijna automatisch consequenties heeft
voor de opdrachtenportefeuilles van deze onderdelen. Om de resultaten op peil te kunnen
houden en de aanwezige capaciteit te kunnen behouden, zullen nieuwe wegen bewandeld
moeten worden, zoals meer opdrachten werven buiten de gemeente.

Voor de onderdelen die onderdeel zijn van het Ontwikkelingsbdrijf Gemeente Amsterdam
(OGA) geldt nog dat de ontwikkelingen rond het beheer van de vastgoedportefeuille mede
afhankelijk zijn van de vraag in hoeverre grondexploitatieplannen kunnen worden
gerealiseerd.
Het opschorten van bouwprojecten, als gevolg van de kredietcrisis, kan leiden tot lagere
inkomsten bij Tijdelijke exploitatie. Daar tegenover staat dat panden die niet in Tijdelijke

Raadsdruk Begroting 2011 253


exploitatie komen, opgenomen zouden kunnen worden in Permanent beheer, en welk geval
er doorlopende exploitatiemogelijkheden ontstaan.

2.2 Dienst ICT (DICT)


Ons College heeft in september 2008 kennis genomen van de rapportage van de werkgroep
Doorlichting IT en het adviesrapport van McKinsey daarbij. In dat rapport werd geconstateerd
dat de ICT in Amsterdam ernstig is versnipperd, leidend tot grote risico’s met betrekking tot
continuïteit en beveiliging, hoge kosten en gebrek aan daadkracht om bestuurlijke ambities te
realiseren. Ons College heeft toen een aantal maatregelen afgekondigd om de aanbevelingen
uit dat rapport te realiseren, met als eerste stap de benoeming van een directeur ICT. Deze
directeur is per 1 juni 2009 aangesteld. Vervolgens heeft ons College eind 2009 het
Organisatieplan vastgesteld, dat de organisatorische inrichting van het nieuwe ICT-stelsel
beschrijft. Op grond hiervan is per 1 januari 2010 de Dienst ICT ingesteld, die vorm heeft
gekregen door een reorganisatie van de beleidstaken van de afdeling Concern
informatiebeleid (CO-IB) van de Bestuursdienst en de uitvoerende taken van het Servicehuis
ICT. Daarbij zijn vier ‘clusters’ gecreëerd waarin de onderlinge samenwerking van diensten
en stadsdelen op het gebied van hun informatievoorziening wordt georganiseerd. In het
Realisatieplan waarover u apart wordt geïnformeerd wordt dit nader uitgewerkt.

De volgende stap is het Realisatieplan ICT op Open Amsterdamspeil (OAP), verder te


noemen Realisatieplan, waarin beschreven wordt hoe de ICT van Amsterdam in de periode
2010-2014 op orde wordt gebracht. Kernbegrippen hierin zijn uniformering van ICT-
oplossingen en consolidatie van het ICT-beheer, zodanig dat – met respect voor de diversiteit
binnen de gemeentelijke organisatie – de versnippering wordt weggenomen, ICT-processen
professioneel worden ingericht en Amsterdam van haar schaalgrootte kan gaan profiteren.

2.3 DFM (Dienstverlening en Facilitair Management)


Duurzaamheid is in het nieuwe programakkoord een belangrijk thema. Het nieuwe groene
data center, een gezamenlijk project van DFM en DICT, sluit hier naadloos bij aan.
De digitalisering zal voortgezet worden. Een goed voorbeeld is het digitaal aanbieden van het
Gemeenteblad (dat gebeurt tot 2011 nog op papier). Voor de repro betekent dit dat zij klanten
met papieren producten zal verliezen, maar nieuwe dienstverlening zal ontwikkelen op het
front van digitale producten.
In de loop van 2010 zal duidelijk worden welke consequenties de De Wet elektronische
bekendmaking (WEB), zal hebben op de manier van communiceren van de stadsdelen, de
gemeentelijke diensten en organisaties. DFM zal deze consequenties monitoren zodat bij
Mediabeheer hierop ingespeeld kan worden.
De werkzaamheden van DFM ten behoeve van dienstverlening voor burgers wordt elders in
deze begroting toegelicht in het Programma Dienstverlening.

2.4 Servicehuis Personeel (SHP)


In 2010 stromen de laatste organisaties die gebruik gaan maken van Mijn Personeelsnet
groepsgewijs in. 2011 wordt daarmee het eerste jaar met een stabiel klantenbestand. Dit
maakt het mogelijk om sterk te focussen op kwaliteitsverhoging en efficiency van de
dienstverlening. In 2011 is ook het moment om nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden verder
vorm te geven. In de businesscase van 2006 was de gezamenlijke personeelsadministratie
een eerste stap naar een gezamenlijk P&O-expertisecentrum.

Raadsdruk Begroting 2011 254


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Subprogramma Project- en beleidsondersteunende taken
3.1.1. Project – en beleidsondersteunende taken: Hoe gaan we het maatschappelijk effect
bereiken?
De onderdelen in dit subprogramma kenmerken zich door hun (vaak tijdelijke)
ondersteunende en uitvoerende taken op gebied van beleid, projecten en het verzorgen van
een efficiënte en integere bedrijfsvoering. In deze groep zijn werkzaam1:
 Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) en daaronder gebracht Mediabeheer.
Het Contactcenter Amsterdam (CCA) en de andere dienstverleningsactiviteiten voor
burgers worden toegelicht in het Programma Dienstverlening. (NB. De toelichting van de
cijfers in dat programma betreft uitsluitend CCA. De overige baten en lasten zijn in het
onderhavige zijn in het onderhavige programma verwerkt).
 Projectmanagementbureau (PMB)
 Wibautgroep ondergebracht bij PMB
 Dienst ICT (DICT)
 Servicehuis Personeel (SHP)
 Adviesgroep Amsterdam (AGA), Bureau Integriteit (BI), Amsterdams Bureau voor de
Communicatie (ABC) en Gemeentelijk Wagenparkbeheer, alle ondergebracht bij de
Bestuursdienst
 Materiaaldienst, ondergebracht bij DIVV

Binnen dit programma is een onderverdeling te maken in onderdelen die zich richten op:
 ondersteuning en de (tijdelijke) invulling van personeelscapaciteit bij
(project)management en beleidsontwikkeling
 het bewerkstelligen van efficiëntere bedrijfsvoering en de controle daarvan

Het werkgebied van de verschillende onderdelen binnen dit subprogramma omvat in de regel
de gemeente Amsterdam. In enkele gevallen wordt ook de regio bediend, zoals in het geval
van PMB/Wibautgroep.

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Amsterdam laat van 2010-2014 een p.m. 1 januari 2% 5% 10% 16%
verbetering van zien 16 % ten 2011
opzichte van de ICT benchmark voor
Nederlandse gemeenten.

3.1.2 Project – en beleidsondersteunende taken: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT


Om de doelstelling te realiseren zullen de volgende activiteiten uitgevoerd worden:
1. basis ICT op orde: de basis-ICT infrastructuur bestaat uit de datacommunicatie, de
kantoorautomatisering en en bijbehorende servers (bijvoorbeeld voor de
mailvoorzieningen). In totaal beslaat dit zo’n 15.000 werkplekken. In een tempo van
5.000 werkplekken per jaar zal de basis-ICT, per dienst of stadsdeel, de komende jaren
worden gemigreerd naar een uniforme oplossing met geconsolideerd beheer. Per 2014
maakt elke medewerker op zijn werkplek gebruik van een gestandaardiseerde en op
basis van functie genormaliseerde inrichting van zijn hard- en software en is er sprake
van één centrale beheerorganisatie
2. herinrichting besturing en professionalisering: het tegengaan van de versnippering van
de ICT in Amsterdam vergt een andere, gemeentebrede, wijze van aansturing en nieuwe

1
Met ingang van de Begroting 2011 zijn de Samenwerkende Amsterdamse Stadsdelen (SAS) en het Bureau
Servicetaken Onderwijs (BSO) overgegaan naar het Programma Educatie en jeugd en diversiteit.

Raadsdruk Begroting 2011 255


werkwijzen, waaronder projectportfolio management. De consolidatie van het beheer van
de ICT vergt een professionalisering van alle betrokken medewerkers: de overgang van
vele relatief kleinschalige beheerorganisaties naar één grootschalige organisatie, waar
de beheerprocessen conform de afgesproken kwaliteitseisen zijn ingericht en
functioneren. De doorvoering van alle veranderingen in de ICT betekent bovendien voor
veel ICT-medewerkers een overstap naar één van de clusters of naar de Dienst ICT. Ter
begeleiding van de mobiliteit wordt een personeelspool (I-WAY) ingericht
3. ontwikkeling gemeenschappelijke ICT voorzieningen: grote diensttak- of
stadsdeelspecifieke voorzieningen lijken niet voor uniformering in aanmerking te komen.
Echter, deze bevatten veelal een groot aantal functies die wel geüniformeerd kunnen
worden (bijvoorbeeld websites, documentmanagement, koppelingen met databases).
Ontwikkeling van dergelijke gemeenschappelijke voorzieningen leidt tot een ‘legodoos’
van ICT-functionaliteiten: uniformiteit in de diversiteit. Dit leidt tot eenmalige
ontwikkelkosten (in plaats van het wiel vele malen opnieuw uitvinden), professioneel
beheer, onderlinge samenhang van de voorzieningen. Hierdoor kunnen ook diensttak- of
stadsdeelspecifieke voorzieningen sneller worden ontwikkeld en efficiënter worden
beheerd
4. basisinformatie op orde: de gemeente heeft nu al een aantal gemeentebrede
gegevensverzamelingen (basisregistraties) en in potentie zijn er nog heel wat meer
(kernadministraties, zaakgegevens, documentverzamelingen). Verdere ontwikkeling,
onderlinge samenhang en ontsluiting van deze gegevensverzamelingen is onderdeel
van de sanering van de gemeentelijke informatievoorziening
5. dienstverlening op orde: de gemeente heeft interacties met de burger langs diverse
kanalen: fysiek (balie), telefonisch (callcenter) en digitaal (mail en websites). Ook hierbij
is nog sprake van grote versnippering (bijvoorbeeld een groot aantal losse websites).
Door die versnippering te reduceren kan de dienstverlening op een hoger peil worden
gebracht, en kan via kanaalsturing de efficiency sterk bevorderd worden
6. vergunningenketen en integrale handhaving op orde: vergunnen en handhaven zijn
voorbeelden van een ketenproces, waarbij veelal meerdere gemeentelijke partijen zijn
betrokken. Het is dus zaak te komen tot een geüniformeerde inrichting waarbij alle
processen en alle ketenpartijen baat hebben
7. sociaal domein op orde: aanpak van die prioriteiten van de diensten in het cluster
Sociaal die bijdragen tot een samenhangende procesketen inrichting en sturing binnen
het sociale domein
8. ruimtelijk domein op orde: aanpak van die prioriteiten van de diensten in het cluster
Ruimtelijk, die bijdragen tot samenhangende procesketen inrichting en sturing binnen het
ruimtelijke domein
9. gemeentebrede bedrijfsvoering op orde: aanpak van die prioriteiten op het gebied van de
gemeentelijke bedrijfsvoering die leiden tot meer samenhang en samenwerking binnen
de stad, bijvoorbeeld de gemeentebrede implementatie van het recent geselecteerde en
aanbestede financieel pakket

In het Realisatieplan DICT zal uw vergadering apart worden geïnfomeerd over bovenstaande
activiteiten.

3.1.3 Project- en beleidsondersteunende taken: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten + 158,8 190,7 179,7 176,5 176,6 176,9


Baten - -148,4 -152,2 -159,8 -159,0 -159,1 -159,2
toevoegingen reserves + 3,1 16,3 0,2 0,3 0,3 0,2
onttrekkingen reserves - -3,3 -8,8 -5,3 -3,3 -3,2 -3,4
Saldo (lasten - baten) 10,1 46,0 14,8 14,6 14,6 14,6

In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo ten laste van de algemene middelen met € 35,9
miljoen tot € 46,0 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 256


In het Programakkoord 2010-2014 is een omvangrijke investering van € 100 miljoen ten
behoeve van de nieuwe Dienst ICT (DICT) opgenomen, die moet leiden tot een besparing
van structureel ruim € 21 miljoen in 2014 (inclusief de stadsdelen). Het omvangrijke project
wordt uitgewerkt in het Realisatieplan DICT waarover ons College uw Vergadering separaat
zal informeren.

Voor het SHI, het voorloper van DICT, was in de Begroting 2010 nog uitgegaan van een
saldo van € 0,2 miljoen ten laste van de algemene middelen. In de Actualisatie 2010 is
uitgegaan van een saldo DICT van € 37,5 miljoen ten laste van de algemene middelen,
inclusief mutaties van diverse reserves.

De belangrijkste oorzaken van de afwijking zijn:


 de overgang van de afdeling Concern informatiebeleid (CO-IB) van de bestuursdienst naar
de DICT. Het nadelig saldo in de Begroting 2010 van CO-IB bedroeg -/- € 7,9 miljoen. De
overgang betekent een gelijke lastenverlaging bij het Programma Bestuur en concern
 het inhalen van achterstallig onderhoud (€ 22,3 miljoen)
 verhoging budget om de inkooptaakstelling te kunnen dekken (€ 0,3 miljoen)
 kosten voorbereidingen voor uitvoering Realisatieplan (€ 1,9 miljoen)
 Inrichting ICT control (€ 0,2 miljoen)
 verbetering organisatie DICT (inclusief frictiekosten € 4,3 miljoen)
 niet verwerkte taakstelling besparing externe inhuur (€ 0,8 miljoen)
 overschrijding aanbesteding E-net (€ 0,4 miljoen)

Binnen dit subprogramma zijn de belangrijkste overige ontwikkelingen van Begroting 2010
naar Actualisatie 2010:
 de baten van het SHP (P-net en P-net beheer) zijn € 1,5 miljoen lager dan begroot tot
€ 13,4 miljoen vanwege vertraagde instroming van de organisaties en de negatieve
indexering van de tarieven over 2010. Inclusief het achterwege blijven van de begrote
toevoeging aan de egalisatiereserves (€ 1,2 miljoen) en vrijval vakantiegeld reserve wordt
een positief saldo van € 0,1 miljoen geraamd
• de omzet van PMB (inclusief Wibautgroep) neemt met € 1,2 miljoen toe tot € 22,8
miljoen. Het bedrijfsresultaat neemt met € 0,7 miljoen toe tot € 2,0 miljoen. Het saldo ten
gunste van de algemene middelen verbetert met € 0,6 miljoen tot € 1,8 miljoen, inclusief
een extra toevoeging aan de algemene reserve van € 0,1 miljoen
• de lasten van DMF nemen met € 4,3 miljoen toe tot € 34,7 miljoen, onder andere door
uitvoering beveiligingsplan nieuwe toegangspassen (€ 0,3 miljoen) en verschuivingen van
lasten van andere programma’s. Het saldo ten laste van algemene middelen verbetert
met € 0,2 miljoen (onder andere door vrijval reserve vakantiegeld) tot € 11,1 miljoen
 baten en lasten van Mediabeheer blijven beiden ongeveer gelijk op € 3,2 miljoen. Het
zelfde geldt voor de baten (€ 4,6 miljoen) en lasten (€ 4,1 miljoen) van de ABC pool. Ook
de baten (€ 0,3 miljoen) en lasten ( 1,3 miljoen) van bureau Integriteit blijven gelijk
 de omzet van de AGA is € 5,4 miljoen, iets minder dan begroot, Het saldo ten gunste van
de algemene middelen blijft gelijk (€ 0,5 miljoen
 de lasten van voertuigbeheer dalen met € 2,8 miljoen tot € 10,6 miljoen, inclusief
onttrekking reserves staan hier gelijke baten tegenover
 de lasten (€ 11,9 miljoen) en baten (€ 3,9 miljoen) van het Bureau Servicetaken
Onderwijs (DMO) en de lasten en baten (beide € 0,5 miljoen) van het Bureau
Samenwerkende Stadsdelen blijven ongeveer gelijk
 de omzet van de Materiaaldienst neemt met € 3,0 miljoen tot € 26,0 miljoen met een
gelijkblijvend positief saldo van € 0,3 miljoen

Het saldo ten laste van de algemene middelen in 2011 wordt geraamd op € 14,8 miljoen.
De belangrijkste ontwikkelingen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010
zijn:
 de baten van de DICT nemen met € 8,4 miljoen toe tot € 58,0 miljoen met een saldo van
€ 5,6 miljoen ten laste van de algemene middelen
 de lasten van het SHP (P-net en P-net beheer) nemen met € 0,4 miljoen af tot € 13,1
miljoen. Dit is het gevolg de vertraging van instroom van diensten. Hierdoor nemen de
baten navenant af

Raadsdruk Begroting 2011 257


 de omzet van PMB (inclusief Wibautgroep) neemt iets af tot € 22,6 miljoen met een
verwacht positief bedrijfsresultaat van € 1,4 miljoen. Het saldo ten gunste van de
algemene middelen verslechtert met € 0,5 miljoen tot € 1,3 miljoen, inclusief een iets
lagere toevoeging aan de algemene reserve
 de lasten van DFM blijven ongeveer gelijk (€ 34,7 miljoen). Het saldo ten laste van
algemene middelen verbetert met € 0,4 miljoen tot € 10,7 miljoen
 baten en lasten van Mediabeheer blijven ongeveer beiden gelijk op € 3,2 miljoen. Het
zelfde geldt voor de ABC pool (omzet € 4,6 miljoen en positief saldo van € 0,5 miljoen) en
AGA (omzet € 5,4 miljoen en positief saldo van € 0,5 miljoen). Ook de baten (€ 0,3
miljoen) en lasten ( 1,3 miljoen) van bureau Integriteit blijven gelijk
 de omzet van Voertuigbeheer neemt met € 0,3 miljoen tot € 8,0 miljoen, gelijk aan de
lasten
 de baten en lasten van het Bureau Servicetaken Onderwijs en het Bureau
Samenwerkende Stadsdelen (DMO) gaan over naar het programmaonderdeel Educatie,
jeugd en onderwijs
 de omzet van de Materiaaldienst neemt met € 0,5 miljoen toe tot € 26,5 miljoen met een
iets hoger positief saldo van € 0,4 miljoen

De meerjarenraming na 2011 laat een nagenoeg gelijk saldo ten laste van de algemene
middelen zien van bijna € 15 miljoen.

3.2 Subprogramma Financiële dienstverlening/activiteiten

3.2.1 Financiële dienstverlening/activiteiten: Hoe gaan we het maatschappelijk effect


bereiken?
De onderdelen binnen dit subprogramma richten zich op de financiële activiteiten richting de
burger, maar ook richting andere onderdelen binnen het concern Amsterdam.
Het gaat om de volgende diensten en dienstonderdelen:
 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken (GDV) die samen met de NV
Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam VGA Verzekeringen vormt (VGA)
 Facilitaire activiteiten van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA)
 ACAM
 Dienst Stadstoezicht
 Parkeerbeheer sinds 20101 ondergebracht in Cition BV waarvan de gemeente de enige
aandeelhouder is. Beoogd wordt privatisering van Cition in 2011.
 Stadswarmte (lening aan Westpoort Warmte BV)

3.2.2 Financiële dienstverlening/activiteiten: Wat gaan we ervoor doen?


De onderdelen binnen dit subprogramma verrichten ondersteunende taken. Voor een nadere
uitwerking van acties en activiteiten wordt verwezen naar de programma’s ten gunste
waarvan die ondersteunende taken worden uitgevoerd.

3.2.3 Financiële dienstverlening/activiteiten: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten + 62,7 66,4 60,6 53,1 52,4 52,1


Baten - -60,6 -60,6 -53,7 -45,7 -45,8 -45,8
toevoegingen reserves + 2,0 0,2 0,2 0,2 0,0 0,0
onttrekkingen reserves - -2,0 -2,6 -0,1 0,0 0,0 0,0
Saldo 2,2 3,3 7,0 7,6 6,7 6,3

In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo met € 1,1 miljoen tot € 3,3 miljoen ten laste van
de algemene middelen met als belangrijkste oorzaken:
 de baten en lasten van leningen ten behoeve van stadswarmte in Westpoort nemen op
jaarbasis met € 0,4 miljoen toe tot € 0,8 miljoen vanwege de uitbreiding op
Zeeburgereiland

Raadsdruk Begroting 2011 258


 de omzet van VGA neemt iets toe tot € 3,6 miljoen met een saldo van € 0,8 miljoen ten
laste van de algemene middelen
 de omzet van het facilitair bedrijf van DBGA neemt met € 0,2 miljoen tot circa € 8 miljoen;
het resultaat neemt met € 0,1 miljoen tot € 0,3 miljoen
 vrijval van de reserves vakantiegeld (bijna € 1 miljoen)
 extra lasten ten behoeve van de opleiding Handhaving en toezicht bij Stadstoezicht van
€ 1,2 miljoen die worden gedekt door een onttrekking aan de reserve HOR. Een
verslechtering van het saldo met € 0,5 miljoen, voornamelijk door niet begrote kosten
 een sterke daling (€ 0,7 miljoen op een begroting van € 9,3 miljoen) van de omzet van
ACAM, die maar voor een deel (€ 0,4 miljoen) wordt gecompenseerd door lagere lasten
 de frictiekosten als gevolg van de ontvlechting van Parkeerbeheer van de Dienst
Stadstoezicht naar Cition en de winsten van Cition worden 50/50 gedeeld met de
stadsdelen. In de begroting werd per saldo € 1,1 miljoen ten laste van de algemene
middelen geraamd. Met ingang van de Actualisatie 2010 worden beide geldstromen
verwerkt in een nieuw gevormde voorziening. Vanwege nog niet verwerkte frictiekosten
en de winst van parkeerbeheer in 2009 wordt in 2010 per saldo € 5,2 miljoen aan de
voorziening toegevoegd

Ten opzichte van de Actualisatie 2010 verslechtert het begrote saldo voor 2011 met € 4,7
miljoen.
De belangrijkste oorzaken zijn:
 er is geen vrijval meer van de reserves vakantiegeld (verslechtering met bijna € 1 miljoen)
 Stadstoezicht gaat uit van een sterke daling van de omzet bij Cition na de beoogde
privatisering medio 2011. Ook de omzet bij de stadsdelen zal naar verwachting sterk
verminderen als gevolg van de bestuurlijke afspraken met de stadsdelen. De daling wordt
maar ten dele gecompenseerd door lagere lasten. Ons College heeft de Dienst
Stadstoezicht als opdracht meegegeven de hierdoor veroorzaakte verslechtering van het
resultaat in 2011 te beperken tot € 6,7 miljoen en te komen met voorstellen die moeten
leiden tot een structureel gezond bedrijf
 ACAM gaat er van uit dat de in 2010 ingezette daling van de omzet in 2011 kan worden
gecompenseerd door lagere lasten (€ 0,3 miljoen), waardoor weer een positief saldo van
€ 0,5 miljoen kan worden gerealiseerd
 de omzet van VGA neemt iets af tot € 3,5 miljoen met een saldo van € 0,9 miljoen ten
laste van de algemene middelen
 de omzet van het facilitair bedrijf van DBGA blijft ongeveer gelijk (€ 8 miljoen), het
resultaat ten gunste van de algemene middelen wordt geraamd op € 0,2 miljoen

In 2012 verslechtert het saldo verder met € 0,6 miljoen, vooral door de doorwerking van de
eerdere omzet daling bij Stadstoezicht. Daarna wordt een geleidelijke verbetering verwacht
met € 0,7 miljoen in 2013 en € 0,3 miljoen in 2014, vooral door de daling van de lasten bij
Stadstoezicht.

3.3 Subprogramma ruimtelijk gerichte ondersteuning

3.3.1 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
De onderdelen binnen dit subprogramma voeren de ondersteunende taken uit binnen de
ruimtelijke sector, zoals beheer, onderhoud en productontwikkeling.

Het gaat om de volgende diensten en dienstonderdelen:


 Ingenieursbureau Amsterdam (IBA)
 Facilitair bedrijf DRO
 Werk in opdacht gebiedsontwikkeling (OGA)
 Beheer gemeentelijk vastgoed (OGA)
 Food Center Amsterdam (FCA)
 Procesbegeleiding bewoners (OGA)
 Kenniscentrum Amsterdam (DW)
 Exploitatie Jodenbreestraat 25 (DW)

Raadsdruk Begroting 2011 259


3.3.2 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Wat gaan we ervoor doen?
De onderdelen binnen dit subprogramma verrichten ondersteunende taken. Voor een nadere
uitwerking van acties en activiteiten wordt verwezen naar de programma’s ten gunste
waarvan die ondersteunende taken worden uitgevoerd.

3.3.3 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014

Lasten + 77,3 79,8 75,6 76,4 76,3 76,3


Baten - -78,4 -80,9 -77,8 -78,2 -78,2 -78,2
toevoegingen reserves + 1,4 20,5 0,2 0,2 0,2 0,2
onttrekkingen reserves - -1,9 -1,7 -0,4 -0,3 -0,3 -0,2
Saldo (lasten - baten) -1,7 17,7 -2,3 -1,9 -2,0 -1,9

In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo met € 18,0 miljoen tot € 17,7 miljoen ten laste
van de algemene middelen.
De belangrijkste ontwikkelingen zijn:
 de lasten van het Foodcenter dalen tot € 2,8 miljoen. Uw Vergadering heeft besloten tot
een bijdrage van € 20 miljoen ten behoeve van de ontwikkeling van het Foodcenter (zie
ook Jaarrrekening 2009, blz. 262 en 264); hiertoe is nu een reserve gevormd
 de omzet van IBA neemt met € 0,5 miljoen tot € 30,9 miljoen. Mede door onttrekkingen
aan reserves (waaronder vrijval reserve vakantiegeld € 0,6 miljoen en extra onttrekking
aan de reserve verbetering bedrijfsvoering van € 0,2 miljoen) neemt het saldo en gunste
van de algemene middelen toe tot € 2,2 miljoen
 Het facilitair onderdeel van OGA verwacht een geringe daling van de omzet tot € 14,4
miljoen met een iets lager saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,4 miljoen;
 het facilitair onderdeel van DRO verwacht een geringe daling van de omzet tot € 13,3
miljoen met een gelijk saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,1 miljoen
 de omzet van Vastgoedbeheer neemt met € 3,6 miljoen toe tot € 14,7 miljoen, het saldo
ten gunste van de algemene middelen blijft gelijk op € 0,4 miljoen. De lasten van de
Exploitatie Jodenbreestraat blijven gelijk op € 4,6 miljoen, waar gelijke baten tegenover
staan
 de lasten van het Kenniscentrum dalen iets tot € 0,7 miljoen, hier staan geringe baten
tegenover
 De lasten van Procesbegeleiding bewoners halveert tot € 0,6 miljoen waarvan € 0,4
miljoen ten laste van de algemene middelen komt; vanaf 2011 vervalt deze activiteit

De Begroting 2011 laat ten opzichte van de Actualisatie 2010 een beter saldo zien ten gunste
van de algemene middelen van € 2,3 miljoen.
De belangrijkste ontwikkelingen zijn:
 IBA verwacht een verlaging van de omzet met € 1,0 miljoen tot € 29,8 miljoen. Het
bedrijfsresultaat verbetert met € 0,6 miljoen tot € 1,6 miljoen ten gunste van de algemene
middelen. Het uiteindelijke saldo is € 1,7 miljoen, minder dan in de Actualisatie 2010
omdat in de Begroting 2011 geen onttrekkingen aan reserves zijn opgenomen
 het facilitair onderdeel van OGA verwacht een verdere daling van de omzet tot € 14,0
miljoen en het saldo ten gunste van de algemene middelen tot € 0,1 miljoen
 het facilitair onderdeel van DRO verwacht een geringe toename van de omzet tot € 13,4
miljoen met een beter saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,3 miljoen
 de omzet van Vastgoedbeheer neemt met € 1,5 miljoen af tot € 13,2 miljoen, het saldo
ten gunste van de algemene middelen neemt toe tot € 0,7 miljoen. De lasten van de
Exploitatie Jodenbreestraat blijven gelijk op € 4,6 miljoen, waar gelijke baten tegenover
staan
 de baten en lasten van het Foodcenter dalen beiden tot € 2,7 miljoen
 de netto lasten van het Kenniscentrum blijven gelijk (€ 0,7 miljoen)

De ramingen na 2011 laten een geringe verslechtering met € 0,4 miljoen zien van het saldo
ten gunste van de algemene middelen tot € 1,9 miljoen. De saldi van het facilitair onderdeel

Raadsdruk Begroting 2011 260


van OGA en Vastgoedbeheer verslechteren, waar tegenover een verbetering van het
resultaat van IBA wordt verwacht.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen

4.1 reserves

Reserves stand Verwachte stand Verwachte stand stand stand stand


ultimo stand ultimo ultimo mutaties ultimo ultimo ultimo ultimo
2009 2010 2010 ultimo 2010
bedragen x € 1 + - + - 2011 2012 2013 2014
miljoen
algemene reserves
SHI 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
IBA 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PMB (incl 3,8 0,1 0,1 3,8 0,2 0,1 3,9 4,0 4,0 4,0
Wibautgroep)
ACAM 3,6 0,2 0,0 3,8 0,2 0,0 3,9 4,1 4,2 4,4
overige algemene 2,0 0,1 0,0 2,1 0,1 0,0 2,2 2,3 2,4 2,4
reserves
totaal algemene 10,3 0,4 1,0 9,7 0,4 0,1 10,1 10,5 10,7 10,9
reserves
bestemmingsreserves
Nieuwe 0,0 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Toegangspassen
Reserve 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Dienstverlening FBA
AGA 0,8 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,8 0,8 0,8 0,8
Bureau Integriteit 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
ABC Pool 0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5
Gemeentelijk 2,8 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Wagenpark
Amsterdam
Reserve BRI Tranche 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
2
Vakantiegeld (SHI) 0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Reserve Tranche 1,1 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
1/Transformatie (SHI)
Reserve ALL IP 0,9 0,0 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Reserve Vorming 0,0 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
DICT (DICT)
Reserve Midoffice 0,0 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(DICT)
Dekking 0,0 15,0 0,0 15,0 0,0 5,3 9,8 6,6 3,4 0,3
kapitaallasten
achterstallig
onderhoud (DICT)
Winstreserve (25%) 0,8 0,2 0,4 0,7 0,2 0,2 0,7 0,7 0,7 0,7
(IBA)
Reserve nieuwe 0,4 0,0 0,1 0,3 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0
huisvesting (IBA)
Reserve Round 0,0 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
About IBA
Reserve Virtuele 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Maquette tafel (IBA)
Reserve Verbetering 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Bedrijfsvoering (IBA)
Reserve bijdrage 0,0 20,0 0,0 20,0 0,0 0,0 20,0 20,0 20,0 20,0
herstructurering Food
Center
Egalisatiereserve 1,5 0,0 0,0 1,6 0,0 0,0 1,6 1,7 1,7 1,7
nieuwe activiteiten
(foodcenter)
Incassobureau 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
Professionalisering 0,4 0,0 -0,1 0,4 0,0 0,1 0,3 0,3 0,2 0,2
PMB
Huisvesting en 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
meubilair (PMB)

Raadsdruk Begroting 2011 261


Reserve LHOR 1,2 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Overige 6,1 0,0 3,1 3,0 0,0 0,1 3,0 3,0 3,0 3,0
bestemmingsreserves
Total 18,2 36,5 12,1 42,6 0,3 5,7 37,1 33,8 30,6 27,3
bestemmingsreserves
totaal reserves 28,6 36,9 13,1 52,3 0,7 5,8 47,2 44,3 41,3 38,2

De meeste reserves zijn bedrijfsmatig van aard. Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn de
belangrijkste ontwikkelingen in de bestaande reserves (zie ook de bijlage met de bedragen
per volgnummer bij deze begroting):
 ons College heeft bij de Rekening 2009 besloten tot een vrijval van alle vakantiegeld
reserves. Voor de onderhavige dienstonderdelen betekent dit een niet begrote vrijval van
€ 4,0 miljoen in de Actualisatie 2010 (onderdeel overige bestemmingsreserves)
 in de loop van de jaren zijn ten behoeve van het SHI een aantal reserves gevormd. In de
begroting 2010 werd uitgegaan van per saldo een onttrekking van € 1,5 miljoen. In de
Actualisatie 2010 is per saldo een onttrekking van € 3,4 miljoen opgenomen. Onderdeel
hiervan zijn de van de Bestuursdienst overgehevelde reserves vorming DICT en midoffice
DICT. In de loop van 2010 zullen dan alle reserves zijn besteed
 aan de reserve Wagenpark wordt in de actualisatie € 2,8 miljoen onttrokken en
toegevoegd aan de voorziening
 de in de begroting opgenomen toevoeging aan de egalisatiereserves P-net (€ 0,7 miljoen)
en P-beheer (€ 0,4 miljoen) zijn in de actualisatie vervallen
 de reserve dienstverlening DFM wordt in 2010 volledig besteed aan de verbetering van
de dienstverlening, zoals de online publicatie van bestemmingsplannen en de aansluiting
op ‘Mijn Overheid’
 een in de actualisatie opgenomen toevoeging en onttrekking van € 0,25 miljoen aan de
reserve Round About van IBA
 aan de reserve verbetering bedrijfsvoering van IBA wordt in de actualisatie € 0,2 miljoen
onttrokken
 naast de jaarlijkse begrote toevoeging en onttrekking van € 0,25 miljoen wordt in de
Actualisatie 2010 € 0,15 miljoen extra onttrokken aan de winstreserve van IBA
 de in de Begroting 2010 opgenomen netto onttrekking aan de reserve
ontwikkelingsstrategie Food Center (€ 0,4 miljoen) vervalt in de Actualisatie 2010
 Aan de reserve toegangspassen (DMF) wordt in 2011 € 0,2 miljoen onttrokken
 De begrote toevoegingen aan de reserves in 2011 en latere jaren (in totaal jaarlijks circa
€ 0,7 miljoen) betreft voornamelijk algemene bedrijfsreserves. De onttrekkingen (jaarlijks
circa € 0,4 miljoen) zijn divers

Nieuwe reserves
 Een reserve van € 15,1 miljoen ten behoeve van de dekking van de kapitaallasten is
gevormd voor het wegwerken van achterstallig onderhoud bij de DICT
 Een reserve van € 20,0 miljoen ten behoeve van de ontwikkeling van het Foodcenter
 Aan de bij de Jaarrekening 2009 ingestelde reserve LHOR van de dienst Stadstoezicht
wordt € 1,2 miljoen onttrokken ter dekking van de kosten voor het volgen van de opleiding

4.2 voorzieningen
De meeste voorzieningen van de facilitaire diensten zijn bedrijfsmatig van aard. Ten opzichte
van de Begroting 2010 zijn de belangrijkste ontwikkelingen:

Voorzieningen stand Verwachte stand Verwachte stand stand stand stand


ultimo stand ultimo ultimo mutaties ultimo ultimo ultimo ultimo
2009 2010 2010 ultimo 2010 2011 2012 2013 2014

bedragen x € 1 + - + -
miljoen
Onderhoudsfonds 2,2 0,0 0,0 2,2 0,0 0,0 2,2 2,2 2,2 2,2
(DFM)
Voorziening 0,6 0,9 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
terugbetaling
efficiencyvoordelen
Sociaal Plan Cition 0,0 3,7 0,8 2,9 4,9 0,8 7,1 6,3 5,5 4,8
Gemeentelijk 0,0 2,8 0,0 2,8 0,0 0,0 2,8 2,8 2,8 2,8
Wagenpark

Raadsdruk Begroting 2011 262


Noordelijke ontsluiting 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
Food Center
Groot onderhoud 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
gebouw en terrein
(Materiaaldienst)
Overige 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
voorzieningen
Total voorzieningen 3,0 7,7 2,4 8,3 5,0 0,9 12,4 11,6 10,8 10,1

De voorziening ten behoeve van de terugbetaling van efficiencyvoordelen bij DFM wordt in
2010 in zijn geheel besteed.

Ten behoeve van de noordelijke ontsluiting van het Food Center is in de Actualisatie 2010
een voorziening van € 0,2 miljoen gevormd.

Inzake de voorziening onderhoudsfonds (DFM) voor groot onderhoud aan het stadhuis en de
ambtswoning (€ 2,2 miljoen) zijn geen mutaties geraamd, in afwachting van de actualisatie
van de onderhoudsbegroting Stadhuis en Muziektheater, die momenteel plaatsvindt.

De nieuwe voorziening sociaal plan Cition dient ter dekking van de frictiekosten als gevolg
van de ontvlechting van het Parkeerbeheer van de Dienst Stadstoezicht naar Cition. De
voeding (€ 3,7 miljoen in 2010 en € 4,9 miljoen in 2011) bestaat uit het positief resultaat van
Parkeerbeheer en vanaf 2010 de winsten van Cition.

4.3 investeringen
De investeringen zijn bedrijfsmatig van aard en in principe rendabel. De meeste investeringen
worden als routinematige kredieten ter besluitvorming voorgelegd en toegelicht in het
betreffende hoofdstuk van deze Begroting 2011.

In oktober 2009 heeft uw Vergadering een rendabel krediet beschikbaar gesteld van € 4,9
miljoen voor het inrichten van een fysieke ruimte in de kelder van het stadhuis voor een
duurzaam datacenter (Groene datacenter) ten behoeve van de dienst ICT en andere
diensten. In het derde kwartaal 2010 zal het project worden afgerond. Het krediet is in de
Actualisatie 2010 van DFM verwerkt.

In februari 2010 heeft uw Vergadering een rendabel krediet van € 3,65 miljoen beschikbaar
gesteld voor het oplossen van de grootste knelpunten in de huisvesting van Stadsdeel
Ccentrum en gelijktijdige invoering van een pilot flexwerken. In 2010 worden voorbereidingen
getroffen waarna in 2011 de verbouwing en inrichting wordt uitgevoerd. Het krediet is in de
Actualisatie 2010 van DFM verwerkt.

In de Actualisatie 2010 heeft de DICT een investering opgenomen voor achterstallig


onderhoud. Er zijn achterstanden ontstaan doordat het SHI niet alle werkzaamheden
uitvoerde die tot haar standaard serviceverlening behoorde. Dit had zowel betrekking op de
kwaliteit en inrichting van de organisatie als de reguliere technische vervangingen. Voor dit
laatste is in de Actualisatie 2010 een investering van € 17,4 miljoen en voor 2011 een
investering van € 3,1 miljoen opgenomen. In de Begroting 2011 heeft DICT daarnaast € 6,8
miljoen opgenomen voor routinematige vervangingsinvesteringen.

5 Risico’s
Het belangrijkste risico voor IBA en de facilitaire onderdelen van OGA en DRO is de
verwachte dalende omzet als gevolg van de ingrepen in de ruimtelijke plannen in Amsterdam.
Compensatie door het verkrijgen van omzet buiten de gemeente is, gezien de
omstandigheden op de markt, maar in beperkte mate een reële optie. Ook voor de andere
facilitaire dienstonderdelen die zelf hun omzet moeten generen (zoals PMB, IBA, Media
beheer, ABC pool en AGA) is het grootste risico de afnemende omzet. De belangrijkste
maatregelen om de risico’s te beheersen zijn erop gericht de kosten zo flexibel mogelijk te
maken. Dit kan onder andere door te werken met flexibel inzetbaar personeel.

Raadsdruk Begroting 2011 263


Ook voor de facilitaire dienstonderdelen met verplichte deelname (zoals SHP en in zekere
mate ook DFM en DICT) dreigt vermindering van de omzet als gevolg van de
heroverwegingen. Het risico bestaat dat de directe en indirecte kosten onvoldoende (dat wil
zeggen te laat) hierop reageren. Een scherpe bewaking van de kosten en flexibilisering zijn
de belangrijkste instrumenten voor risicobeheersing.

5.1 Specifieke risico’s DICT

Saneringsopgave
DICT is gestart met een erfenis: een zware saneringsopgave met het risico van uitloop in het
wegwerken van achterstanden. De huidige kwaliteit van de door DICT beheerde omgevingen
is slecht. De continuïteit van de bedrijfsvoering van de betreffende diensten loopt daarmee
een verhoogd risico. Enerzijds kunnen we geconfronteerd worden met onverwachte
problemen in de ‘oude’ beheerde omgevingen, leidend tot escalaties en onrust. Anderzijds
kunnen we geconfronteerd worden met tegenvallers in de uitvoering. Ook die kunnen leiden
tot escalaties. Escalaties en uitloop verminderen het vertrouwen in de professionaliteit van
DICT en in het verlengde daarvan dat alle ontwikkelingen beheerst tot stand gebracht kunnen
worden. De beheersingsmaatregel is het Realisatieplan, in het bijzonder de onderdelen ICT
Governance en het financiële stelsel, die geborgd worden door ICT Control.

Technische infrastructuur
Het dienstenniveau loopt operationele risico’s die samenhangen met de ‘legacy’ in het
serverpark en het daarop geïnstalleerde applicatielandschap. De globale investeringsraming
bedraagt circa € 1,6 miljoen. Als beheersingsmaatregel fungeren de in de begroting
opgenomen investeringen in achterstallig onderhoud.

Standaard Werkplek
Door diversiteit en complexiteit van de huidige ICT-omgeving, zou de uitrol mogelijk vertraagd
kunnen worden. Daarnaast moet een tijdelijke vangnetconstructie gecreëerd worden voor het
beheer van zowel de nieuwe standaard werkplekomgeving als de oude omgeving. Dit grote
ICT-project zal dit jaar conform de Regeling Risicovolle Projecten geaudit worden. De
resultaten kunnen leiden tot een aanpassing van de standaard en tot een gewijzigde
implementatiestrategie. Ter beheersing van dit risico is de uitrol opgenomen als een actielijn
in het Realisatieplan.

Tegenvallers
De eerste begroting van de DICT op basis van de eerste calculaties draagt nog het risico van
budgetoverschrijding in zich. Close monitoren van de kostenontwikkelingen is noodzakelijk.
Als beheersingsmaatregel wordt in 2010 gewerkt aan gedetailleerde kostprijscalculatie en
versterking van de control.

Generieke voorzieningen
Het exploitatiemodel voor beheer van generieke voorzieningen (I Am, SGI, Portaal) is nog
niet volledig ontwikkeld. Beheer en ontwikkeling wordt nu voor een belangrijk deel door
externen uitgevoerd, waardoor voor DICT in financiële zin de risico’s wel beheersbaar zijn,
ook al doordat ze zijn opgenomen in de begroting.

Omvang externe inhuur


DICT is afgelopen jaren sterk afhankelijk geweest van externen op structurele vaste
formatieplaatsen. Risico is dat de gewenste overschakeling van externen naar vaste
medewerkers leidt tot kennisverlies, vooral als dat te snel en rigide verloopt. Als
beheersingsmaatregel zijn in de begroting bedragen opgenomen om de overdracht van
kennis te kunnen laten plaatsvinden en voorziet actielijn 2 van het Realisatieplan in een
gedegen kennisontwikkeling.

Werving nieuwe medewerkers


Bij onvoldoende succes in het werven van interne medewerkers blijft het aantal externe
medewerkers te hoog. Dit leidt tot hogere uitgaven dan begroot, maar in de begroting is
hierop geanticipeerd.

Raadsdruk Begroting 2011 264


Kwalitatieve frictie
Het merendeel van de huidige medewerkers heeft jaren gewerkt in een uitvoerende
automatiseringsfunctie waarbij ‘u vraagt, wij draaien’ het adagium was. In de nieuwe context
wordt van de medewerkers eerder een regiehouding verlangd. Indien dit niet aanwezig is kan
dit effect hebben op doorlooptijden van projecten en vertrouwen van de afnemers. In het
realisatieplan is als beheersingsmaatregel (in actielijn 2) voorzien in een budget voor
gedegen kennisontwikkeling en komt eventueel in tweede instantie een aanpak voor mobiliteit
aan de orde.

Uitwijkvoorziening
DICT heeft nog geen uitwijk georganiseerd voor calamiteiten. In 2010 wordt beleid
vastgesteld en tot uitvoering gebracht.

Huisvesting
DICT is nu gehuisvest in de Jodenbreestraat op een te kleine oppervlakte. Verandering van
deze situatie is urgent, want op basis van huidige bezetting wordt voor de medewerkers krap
aan de oppervlakte norm van krap 6 m2 voldaan, de ondergrens van de ARBO wet, waar de
gemeentelijke norm is 12 m2 per medewerker is. De geplande groei van de dienst kan zo niet
gehuisvest worden.

Stapeling van ombuigingen


DICT voert zijn ambitieuze Realisatieplan uit naast de dagelijks te leveren dienstverlening. In
het Realisatieplan is voor de komende jaren al een forse besparing gemeentebreed op ICT
voorzien. Een extra taakstelling op ICT brengt de ambities uit het plan in gevaar.

5.2 Specifieke risico’s DFM


In 2009 is een start gemaakt met het op orde krijgen van de bedrijfsvoering in het algemeen
en de administratie in het bijzonder. Het daartoe opgestelde verbeterplan is in 2010 verder
uitgevoerd. De bedrijfsvoering is echter nog niet geheel op orde en daarom is het risico
aanwezig dat verkeerde keuzes worden gemaakt bij de uitvoering van (beleids)doelstellingen.
Een voorbeeld is het optreden van fouten tijdens aanbestedingsprocedures, waardoor
rechtmatigheid en integriteit in het geding komen. DFM heeft binnen de reorganisatie
IMPACT een afdeling regie ingesteld waar de benodigde expertise is geborgd met betrekking
tot aanbestedingsprocedures, tevens vindt toetsing en/of ondersteuning plaats door de
juridisch adviseur.

5.3 Specifieke risico’s Dienst Stadstoezicht


De risico’s hebben vooral betrekking op het dreigende verlies aan omzet door de in 2011
geplande privatisering van Cition (waarin vanaf 2010 het parkeerbeheer is ondergebracht) en
de overdracht van werkzaamheden naar stadsdelen (als gevolg van eerder gemaakte
bestuurlijke afspraken tussen de centrale stad en stadsdelen). Hierdoor ontstaat
overtolligheid van personeel en onvoldoende dekking voor de overhead via tarieven. Het
bedrijf werkt hard om deze risico’s zo goed mogelijk te beheersen onder andere door zoveel
mogelijk gebruik te maken van externe inhuur en de stadsdelen aan te spreken op de
afgesproken beleidslijn van ‘mens volgt werk’. In de bedrijfsvoering verbetert de dienst de
informatie over de kostprijzen om beter inzicht te krijgen in kostendekkende tarieven. Ons
College heeft de dienst opdracht gegeven om te komen met voorstellen die een perspectief
bieden op een structureel gezond bedrijf.

Raadsdruk Begroting 2011 265


6 Verdelingsvoorstel
6.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1b Programakkoord: overige prioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Realisatieplan ICT op OAP Uitvoeren Realisatieplan actielijnen 1 en 2, de 29.700 20.000
(tranche 2011) uitwerking van de architectuur
en routekaart van de
gemeenschappelijk
voorzieningen en de
implementatie van het
gemeentebrede financiële
pakket.

29.700 20.000

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
2 Onbevoegd toezicht op Aanbesteden onbevoegd Efficiëntere inzet toezicht -300 -300
afstand toezicht onder regie van
Dienst Stadstoezicht

3 Reductie inzet Minder controle als gevolg van Minder controle en lagere -300 -300
accountantscontrole fusies stadsdelen en diensten kosten accountantscontrole
centrale stad en stadsdelen

4 Verminderen niet wettelijke Minder audits uitvoeren in Lagere controle kosten voor -200 -400
audits opdracht centrale stad en stadsdelen

5 Efficiency ACAM Interne efficiencymaatregelen een besparing in de huidige -100 -100


controle-inzet

6 Efficiency VGA Verlaging materiële uitgaven Niet van toepassing -34 -34

7 Opheffen Opheffen afdeling binnen Geen gemeentelijke -500 -400


Procesbegeleiding OGA procesbegeleiding Bewoners
Bewoners (OGA) meer

8 Uitvoering Voormalig Meer efficiency in uitvoering Minder personele lasten -2.249 -516
werkgeverschap werkgeversrol voor voormalig
(Servicehuis personeel) personeel, meer aandacht
voor re-integratie naar werk en
rechtmatige uitvoering van de
relevante regelingen

9 Structurele besparing ICT Het verlagen van de kosten Realisatie structurele -2.000 -2.000
2011 van het gemeentelijk netwerk besparing tranche 2011
(brandbreedte WAN) naar Realisatieplan ICT en het
marktconform niveau en actief programakkoord
beleid gebruik van vaste en
mobiele telefonie

-5.683 -4.050

Raadsdruk Begroting 2011 266


6.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1b Programakkoord: overige prioriteiten

1. Realisatieplan ICT op OAP (tranche 2011)


In het programakkoord is € 100 miljoen opgenomen voor de uitvoering van het Realisatieplan
ICT op Open Amsterdamspeil (OAP). Met deze investering wil ons College de kwaliteit van de
ICT binnen de gemeente op niveau brengen. Het uitgangspunt is rationalisatie,
standaardisatie en, vooral, consolidatie. Het Realisatieplan ICT bestaat uit een aantal
actielijnen. Voor 2011 heeft ons College besloten om voor de uitvoering van de actielijnen die
zijn gericht op het orde brengen van de basis en de implementatie van één gemeentebreed
financieel pakket, een bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de gehele
implementatie zal in de komende jaren per jaar bekeken worden welk bedrag voor de
uitvoering van de actielijnen nodig is.

SP4 Structurele posterioriteiten

2. Onbevoegd toezicht op afstand


Op dit moment vindt veel onbevoegd toezicht plaats in opdracht door verschillende
onderdelen van de centrale stad en stadsdelen, uitgevoerd door diverse private partijen. De
gedachte is dat met een sterke regierol door Dienst Stadstoezicht op de aanbesteding hierin
efficiency voordelen zijn te behalen.

3.Reductie inzet accountantscontrole


De besparing op de accountantscontrole bedraagt in totaal € 1,2 miljoen. In de Actualisatie
2010 is € 0,1 miljoen structureel verwerkt. Voor 2011 komt hier € 0,3 miljoen bij. Deze
besparing loopt verder op naar het totale structurele bedrag van € 1,2 miljoen vanaf 2012.
De besparing bestaat deels (€ 0,6 miljoen) uit een gewijzigde opzet van de controle van de
gemeenterekening welke goedkeuring van uw Vergadering vereist. Het overige deel (€ 0,6
miljoen) bestaat uit de afname van de vraag naar accountantscontrole door de fusies van
diensten en stadsdelen.

4.Verminderen niet wettelijke audits


Deze besparing betreft het verminderen van niet wettelijke audits met € 0,4 miljoen
structureel per 2011.

5. Efficiency ACAM
Deze besparing bestaat uit interne efficiencymaatregelen bij ACAM. Hiervan is € 0,1 miljoen
in de Actualisatie 2010 verwerkt. De besparing loopt op naar totaal € 0,5 miljoen structureel
vanaf 2012.

6.Efficiency VGA
Door beperking van verschillende budgetten worden de kosten € 0,1 miljoen lager waarvan
€ 34.000 ten gunste komt van de algemene middelen.

7. Opheffen Procesbegeleiding Bewoners


Het OGA begeleidt de herhuisvesting van bewoners in stedelijke vernieuwingsgebieden in
opdracht van derden. De opdrachten van met name corporaties lopen sterk terug. Daarom is
besloten de activiteiten per 1 juli 2010 te stoppen. Hierdoor wordt per saldo bespaard vanaf
2011, In eerste instantie geraamd op € 0,5 miljoen. Op basis van de Actualisatie 2010 is een
structurele besparing van € 0,4 miljoen reëel.

8. Uitvoering Voormalig werkgeverschap


Besparingen zijn mogelijk bij de uitvoering van de werkgeversrol voor (ontslagen)
personeelsleden die afkomstig zijn van geprivatiseerde, verzelfstandigde of opgeheven
diensttakken. Naast het efficiënte beheer van salaris- en uitkeringskosten zijn andere
aandachtsgebieden: re-integratie naar werk en rechtmatige uitvoering van de relevante

Raadsdruk Begroting 2011 267


regelingen. Ons College heeft voor 2011 een besparing van ruim € 0,5 miljoen ingeboekt die
in de jaren daarna zal toenemen tot ruim € 2 miljoen.

9. Structurele besparing 2011


De ombuiging is een onderdeel van het realisatieplan ICT en betreft verbetering van de
efficiency (meer marktconform) van het gebruik van locale netwerken (WAN) en gericht beleid
op inzet en gebruik van vaste en mobiele telefonie.

Raadsdruk Begroting 2011 268


Programma Stedelijke Ontwikkeling
Maatschappelijk effect
Amsterdam is een geliefde plek om te wonen, werken en recreëren: een compacte en
duurzame stad in een groene omgeving met energiezuinige woningen en gebouwen, zowel
nieuw gebouwd als in de bestaande voorraad.
Op de Amsterdamse en regionale woningmarkt is plaats voor uiteenlopende groepen: voor
jonge starters en gezinnen, kopers en huurders, in woningen in het goedkope segment maar
ook duurder. Nieuwe instroom van talent in onze stad heeft voldoende gelegenheid zich te
kunnen vestigen. Illegale verhuur wordt bemoeilijkt.

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 434,0 357,9 496,9 209,0 208,9 199,9 222,8
Baten - 352,2 266,7 330,5 201,3 124,0 155,8 160,7
Resultaat t.l.v. 81,8 91,2 166,4 7,7 85,0 44,1 62,1
algemene middelen
voor mutaties reserves
Toevoeging minus - 27,7 0,9 - 73,8 37,5 - 43,4 - 2,9 - 20,9
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. 54,1 92,1 92,6 45,3 41,5 41,2 41,2
algemene middelen
na mutaties reserves
Saldo reserves 384,5 233,6 314,0 351,5 342,9 329,0 323,8
Saldo voorzieningen 982,2 1.118,0 1.078,7 1.091,9 1.060,4 1.108,5 1.146,4

Reserves en voorzieningen waaraan bedragen worden onttrokken en ook bedragen worden


toegevoegd bepalen in dit programma een groot deel van de mutaties bij de baten en de
lasten. Om die reden heeft het resultaat vóór mutaties reserves weinig informatieve waarde.
Bij bovenstaand overzicht gaat het er om een beeld te geven van de volumes en mogelijke
geldstromen. Bij de afzonderlijke onderdelen in het vervolg wordt meer concreet op de
afzonderlijke fondsen en relevante mutaties ingegaan.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
Amsterdam heeft ook het komend jaar te maken met de (gevolgen van) de verslechterde
financieel-economische situatie na de kredietcrisis. Dit wordt weerspiegeld in een fors
negatieve stand van de Algemene reserve van het Vereveningsfonds. Om dit probleem zowel
voor de korte als voor de lange termijn op te lossen, wordt gewerkt aan een breed pakket van
maatregelen. Hiermee wordt beoogd het fonds weer gezond te maken, te komen tot een
betere beheersing van de grondexploitaties en een versterking van de financiële en
programmatische regie.

Voor de realisatie van het Programakkoord 2010-2014 geeft de Structuurvisie Amsterdam


2040: economisch sterk en duurzaam een aantal acties aan:
het opstellen van een kantorenstrategie, het verder uitwerken van scenario’s voor het
westelijk havengebied binnen de Ring A10 (havenstad) en het ruimtelijk uitwerken van de
Olympische ambitie.

De Energiestrategie Amsterdam 2040 vormt de leidraad voor het Klimaat- en


energieprogramma van Amsterdam. Energiebesparing, duurzame energiebronnen en
efficiënter gebruik van fossiele bronnen zijn daarbij de pijlers.

De Amsterdamse woningmarkt en woningbouwproductie maken moeilijke tijden door.

Raadsdruk Begroting 2011 269


Het is de ambitie van ons College om de doorstroom op de woningmarkt en de
woningbouwproductie te stimuleren. De gekozen aanpak is deregulering en aandacht voor
diverse groepen op de woningmarkt.

Er is een aantal speerpunten benoemd in het Programakkoord: De woningbouw voor het


middensegment wordt gestimuleerd en uitgebreid. Het aandeel van het eigen woningbezit
wordt verhoogd naar 35% en het aandeel sociale woningen bij nieuwbouw blijft 30%. Er
komen 9000 studentenwoningen en 2500 jongerenwoningen. De transformatie van kantoren
wordt voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. In 2015 wordt klimaat neutraal gebouwd.
Er komt een grootschalig isolatieprogramma van woningen.

Behalve de verslechterde financieel-economische context beïnvloeden ook de mogelijke


hervormingen in het landelijk woonbeleid (hypotheekrenteaftrek) en andere wetgeving de
gemeentelijke aspiraties. Van belang is ook de recente Europese regelgeving die onder meer
de overheidssteun bij het bouwen van huurwoningen in het middensegment aan grenzen
bindt. Andere wijzigingen voor de woonsector zijn het initiatiefvoorstel met betrekking tot
kraken en leegstand en de wijziging van de Huisvestingswet.

In Bouwen aan de Stad 2007-2010 zijn afspraken gemaakt tussen gemeente Amsterdam en
de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties over ambities, programma en financiën.
Deze gelden tot 1 januari 2011. Eind 2010 wordt gewerkt aan de voor de periode 2011 tot en
met 2014 af te sluiten overeenkomst, onder de noemer ‘Bouwen aan de Stad 2’. Daarin zullen
ook afspraken over woningisolatie worden betrokken.

Het programma stedelijke vernieuwing zal antwoord geven op twee aandachtspuntenpunten


uit het programakkoord: gebiedsgerichte arrangementen ter voortzetting van de wijkaanpak
en verbetering van het maatschappelijk vastgoed. Dit programma betreft vooral investeringen
en activiteiten waarmee de centrale stad een bijdrage levert aan de vernieuwing van
stedelijke gebieden die extra aandacht behoeven. De stadsdelen hebben hierbij, met
maatschappelijke partners, een centrale rol. Zij zijn aanspreekbaar op de realisering van de
gebiedsgerichte, integrale programma’s die nodig zijn om de gezamenlijk doelen te behalen.
Voor de centrale diensten ligt het accent op gemeenschappelijke taken, zoals het bieden van
ondersteunende faciliteiten, deskundigheid en innovaties, en het benutten van het
partnerschap met de rijksoverheid.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Ruimtelijke ontwikkeling
Amsterdam is een mooie, leefbare en levendige stad. Amsterdam moet dat ook blijven.
Hoewel Amsterdam, net als de rest van Nederland, economisch in zwaar weer zit, moet het
nadenken over de ruimtelijke ontwikkeling van de stad doorgaan. Bouwen doe je niet voor de
korte, maar voor de lange termijn. Op de juiste plek dát bouwen wat het meeste rendement
(in financiële, maatschappelijke, of klimaattechnische zin) oplevert, is niet alleen slim maar
ook noodzakelijk. Dat maken we zichtbaar in onze ruimtelijke projecten.

Van cruciaal belang zijn de acties die erop zijn gericht om voldoende ruimte te creëren binnen
het Vereveningsfonds voor de bekostiging van de toekomstige stedelijke ontwikkelingen.

De Structuurvisie ‘Amsterdam 2040: economisch sterk en duurzaam’ zal in december 2010


aan uw Vergadering worden aangeboden. Na de vaststelling is deze visie het uitgangspunt
voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam.
Voor de realisatie van het Programakkoord 2010-2014 geeft de Structuurvisie een aantal
acties aan:
 het opstellen van een kantorenstrategie
 Havenstad: het verder uitwerken van de scenario’s 2 en 3 (respectievelijk 13.000 of
19.000 woningen)
 het ruimtelijk uitwerken van de Olympische ambitie
Voorts zal in het kader van de Structuurvisie een uitvoeringsplan worden opgesteld, gericht
op het autoluw maken van de stad binnen de Ring A10 (exclusief Noord).

Raadsdruk Begroting 2011 270


De Energiestrategie Amsterdam 2040 vormt de leidraad voor het Klimaat- en
energieprogramma van Amsterdam. Energiebesparing, duurzame energiebronnen en
efficiënter gebruik van fossiele bronnen zijn daarbij de pijlers.

De komst van zeven nieuwe, grote stadsdelen vraagt om een herpositionering van de
centrale diensten binnen het Amsterdams bestuurlijk stelsel. Er is sprake van een
metropolitane opgave en de wenselijkheid van een verlegging van het accent in het werk van
de centrale stad naar regionale samenwerking. Een nieuwe opzet van het regionale werken
en van de bestuurlijke samenwerking binnen de Metropoolregio zal vorm krijgen.

3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: De stad groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door een pakket aan maatregelen


kan de stad zich ook na 2014
ruimtelijk ontwikkelen. De gemeente
heeft daar investeringsmogelijk-
heden voor. Toekomstige
ontwikkelingen uit de Structuurvisie,
zoals Havenstad, dokmodel Zuidas
en Foodcenter zijn in 2015 een reëel
perspectief.

Doelstelling 2: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie om (ten opzichte
van 1990) in 2025 de CO2 uitstoot met 40 procent te reduceren
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Jaarlijkse CO2 uitstoot 1990 Jaarlijkse
toename is
tot staan
gebracht

Overige doelstellingen

Doelstelling 3: Bewaken stedelijke samenhang

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Bewaken functioneel-ruimtelijke Zie tekst


samenhang binnen de stad en met
de regio.

Doelstelling 4: Beschikbaar stellen van capaciteit en kennis aan het bestuur


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Totaal aantal uren voor o.a. Actualisatie
cultuurgebouw, Parkmanagement, begroting
kantorenloods, kennisdelen etc. 22.957 2010 21.472 21.472 21.472 21.472

Doelstelling 5: Planvorming grootstedelijke projecten


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Voortgang en uitvoering van
grootstedelijke (coalitie)projecten:
Projectbureaus: De projecten zijn in Programma’s per project
- Noordwaarts verschillende stadia van
- IJburg voorbereiding en
- Zuidoostlob uitvoering. Over de
- Zuidelijke IJoever voortgang,

Raadsdruk Begroting 2011 271


- Wibaut aan de Amstel risicobeheersing en
- Werkgebieden: planvormingskosten
- Westpoort wordt verslag gedaan in
- Riekerpolder de Financiële
Perspectieven

Doelstelling 6: Realiseren van een voor de stad optimale grondopbrengst

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Uren bestuursopdracht 0 2010 9.348 9.348 9.348 9.348


- Loket en accountschap voor
stadsdelen en projectbureaus bij
grondprijsadviezen en
aanverwante vraagstukken op
(her)ontwikkelingslocaties;
- Bijdragen aan grondprijsbeleid en
regie op vastgoedproductie in de
stad.
- Kennisopbouw en -verspreiding
Uren betaalde dienstverlening 0 2010 5.381 5.381 5.381 5.381

3.1.2 Ruimtelijke ontwikkeling: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: De stad groeit


Belangrijke voorwaarde voor een voortzetting van de groei van de stad is een stabiele,
degelijke financiële toestand in het Vereveningsfonds. Dat laatste heeft de volle aandacht van
Ons College. Naast de dreiging van fors oplopende financiële tekorten in het
Vereveningsfonds is geconstateerd dat er in Amsterdam een aanzienlijke overmaat bestaat in
de planvorming voor woningen en kantoorruimte.

Uw Vergadering besloot in december 2009 op voorstel van ons College tot de


beheersmaatregel grondexploitaties. Dit betekent onder meer dat elke investering boven de
€ 1 miljoen afzonderlijke goedkeuring van ons College behoeft. Ons College heeft inmiddels
besloten dat het nodig is dat deze beheersmaatregel wordt voortgezet en aangescherpt. De
aanscherping zal ertoe leiden dat er:
 een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van overmaat
aan (nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel
 voorkomen wordt dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren
van opbrengsten, waardoor onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel worden
vermeden
 voorkomen wordt dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium worden
aangegaan, zodat de mogelijkheden om een plan bij te sturen en/of te stoppen worden
verbeterd

Ons College liet een second opinion uitvoeren op de Nota Meer Ruimte Winnen. In dit
onderzoek stond de vraag centraal of de uitgevoerde probleemanalyse tot de juiste
conclusies heeft geleid. Daarnaast werd een kwalitatief oordeel gevraagd over de bij de
analyse gehanteerde grondslagen ten aanzien van de ruimte in het Vereveningsfonds. De
resultaten van dit onderzoek zijn in juli aan uw Vergadering aangeboden.

Verder zijn in de zomermaanden de grootste projecten aan een nadere beschouwing en


actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen van kostbare
planonderdelen dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling (de gemeente
investeert op het moment dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk grond afneemt) zal
een aanzienlijke financiële verbetering in het Vereveningsfonds optreden (€ 280 miljoen).
Een tweede ‘schouw’ is gehouden in oktober waarin nog elf projecten zijn doorgelicht; de
overige projecten in het Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde
EindejaarsRAG worden geactualiseerd (dit levert naar verwachting een verbetering op van
€ 100 miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende
verlaging van de grondkosten worden doorgevoerd (verbetering € 50 miljoen).
Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten heeft ons College ook
besloten de proceskosten verder te reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor

Raadsdruk Begroting 2011 272


Bouwen aan Stad II ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (€ 225 miljoen). Deze
maatregelen zijn al in het Programakkoord aangekondigd en zijn in het kader van de
begroting 2011 verder uitgewerkt.

Tenslotte heeft ons College besloten de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet
langer ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur
in de nieuwbouw van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering,
zoals opgenomen in de verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en
worden voortaan beschouwd als kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor de
sociale huursector heeft ons College maatregelen genomen die in totaal tot een geraamde
verbetering van € 50 miljoen voor het Vereveningsfonds zullen leiden; enerzijds betreft dit het
laten vervallen van de reservering voor de sociale huur bij het Dokmodel van de Zuidas,
anderzijds het verlagen van het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouw in de
stadsdelen Oost en West.

Een totaalpakket aan maatregelen zal apart worden voorgelegd aan uw Vergadering. Met
deze voorgestelde maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte
financiële vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de
huidige veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze
veronderstellingen kunnen veranderen op basis van voortschrijdend inzicht.

De als zeer zorgwekkend ervaren stand van de Algemene Reserve van het Vereveningsfonds
vormde – samen met de uitkomst van de second opinion – tevens aanleiding voor ons
College om een externe commissie in te stellen. Deze commissie heeft als opdracht de
mogelijkheden van een nieuw planeconomisch stelsel voor ruimtelijke plannen te
onderzoeken. De aanbevelingen van deze commissie zullen, als ze worden overgenomen
door uw Vergadering, samen met de adviezen uit de second opinion, in 2011 leiden tot
verdere aanpassing van procesgang en organisatie van grondexploitaties. Daarbij staan
centraal:
 waarborgen van juiste, actuele en betrouwbare informatievoorziening over
grondexploitaties
 een normstelsel voor het Vereveningsfonds, dat voldoende robuust en minder
conjunctuurgevoelig is
 versterking van de risicobeheersing van projecten, met aandacht voor de consequenties
voor de gemeenterekening, rekening houdend met BBV voorschriften

Toekomstige ontwikkelingen uit de Structuurvisie:


 Ontwikkeling Havenstad
Na het vaststellen van de Structuurvisie zullen de scenario’s 2 en 3 (respectievelijk 13.000
of 19.000 woningen) voor het Westelijk Havengebied binnen de ring A10 (havenstad)
verder worden uitgewerkt ter voorbereiding van een bestuurlijk besluit over de gewenste
ontwikkeling

 Zuidas
Voor het project Zuidas-Dok bereiden rijk en gemeente een voorkeursbeslissing voor
conform de adviezen van de commissie Elverding. Verschillende alternatieve oplossingen
worden in kaart gebracht en op hun effecten beoordeeld. In de besluitvormingsfase wordt
de (ontwerp)structuurvisie, inclusief het Plan-MER1 en de concept voorkeursbeslissing,
voorgelegd aan de stakeholders (burgers, politiek, belangenorganisatie en bedrijven) en
publiekelijk getoetst tijdens een openbare voorbereidingsfase.
Definitieve besluitvorming is voorzien medio 2011. Met de voorkeursbeslissing wordt
aangegeven welk voorkeursalternatief zal worden uitgewerkt in de planuitwerkingsfase.
De voorkeursbeslissing wordt ter goedkeuring voorgelegd aan uw Vergadering, de
Tweede Kamer, de Regioraad en Provinciale staten

1
Milieueffectrapportage (m.e.r.) levert de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij
besluiten over plannen en projecten met aanzienlijke milieugevolgen. De rapportage vermeldt de milieugevolgen van
een plan of project en de mogelijke (milieuvriendelijkere) alternatieven. Een m.e.r. is verplicht bij talrijke grote
infrastructurele werken, maar ook voor plannen zoals een structuurvisie of bestemmingsplan. Naast de m.e.r.
bestaat ook het MER. Het verschil is: M.e.r. is de milieueffectrapportage; MER is het milieueffectrapport. Het MER is
onderdeel van de m.e.r.-procedure om te komen tot een besluit over een activiteit of plan.

Raadsdruk Begroting 2011 273


 Start uitvoering Herstructurering Food Center Amsterdam
De herstructurering van het Food Center is een coalitieproject van de centrale stad en
Stadsdeel West. Om de uitvoering van de herstructurering mogelijk te maken, wordt de
aanbestedingsprocedure doorlopen, waarbij de planning is om eind 2011 de integrale
herstructureringsopgave te gunnen en een overeenkomst te sluiten. Vervolgens wordt het
nieuwe bestemmingsplan opgesteld, waarna de uitvoering kan worden gestart. Deze start
wordt gemarkeerd door de overdracht van het beheer van het Food Center aan de
ontwikkelende partij(en)

Doelstelling 2: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie


om (ten opzichte van 1990) de CO2 uitstoot in 2025 met 40% te reduceren
In 2013 is de groei van de uitstoot, die zich jaarlijks voordeed tot staan gebracht. De
neergaande lijn wordt deze periode ingezet.
Het investeringsfonds Klimaat en Energie wordt ingezet om de beleidsuitgangspunten die de
afgelopen jaren zijn geformuleerd te vertalen naar concrete projecten. De uitvoering wordt
belegd bij de betreffende diensten en er wordt cofinanciering gezocht. Er worden afspraken
gemaakt over de proceskosten en ‘experimenteerruimte’ binnen het fonds.
De resultaten per jaar worden betrokken bij de besluitvorming in het kader van het fonds en
daarom op een later moment vastgesteld.

Overige doelstellingen

Doelstelling 3: Bewaken Stedelijke samenhang


In het programma Stedelijke ontwikkeling bewaakt ons College de functioneel-ruimtelijke
samenhang van de stad met de regio. Door te investeren in het bestaande stedelijke gebied
en door tegelijk met de bestuurlijke partners in verschillende verbanden te werken aan de
metropolitane ontwikkeling van de regio zal op termijn de internationale positie van
Amsterdam aanzienlijk worden verstevigd.
Eind 2008 zijn de omstandigheden voor de ruimtelijke ontwikkeling ingrijpend veranderd. De
kredietcrisis heeft geleid tot onzekerheid bij alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling
van de stad. Maar er bestaat brede consensus binnen en buiten de Ontwikkelingsalliantie dat
de stad moet doorgaan met planontwikkeling, ook wanneer de uitvoering op sommige
plekken zal stagneren. De metropoolregio Amsterdam staat op deze wijze gereed met
plannen wanneer de economie weer aantrekt. Sterker, het effect van de plannen voor de
metropoolregio zou ook een extra bijdrage aan het herstel van de economie kunnen zijn.

Stedelijke samenhang
De aantrekkelijkheid van de stad als vestigingsplek voor bewoners en bedrijven staat of valt
met voldoende woningen, een goede bereikbaarheid en voorzieningen van goede kwaliteit.
De woningbouwbehoefte wordt met demografische verkenningen voortdurend bijgehouden.
Binnen het stedelijke gebied wordt gezocht naar mogelijkheden voor binnenstedelijke
verdichting. De stad moet klimaatbestendig worden gemaakt. De zorg voor het water is daar
een onderdeel van. Een waterpilot moet inzicht geven in de ruimtelijke aspecten van
waterberging. De waterambassadeur zorgt voor de implementatie van de Europese
kaderrichtlijn water. Een ‘waterbank’ voor de stad inclusief de haven is nodig om de wettelijk
vereiste watercompensatie te kunnen regelen.
Daarnaast wordt gewerkt aan de energiehuishouding van Amsterdam vanuit een
koepelverhaal over duurzame investeringen voor de metropool.
De internationale wetgeving op het gebied van natuurbescherming, geluidshinder en
luchtkwaliteit ten slotte is kaderstellend voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, niet
alleen in het IJmeergebied, maar ook in bestaand stedelijk gebied tot in de binnenstad toe.

Doelstelling 4: Beschikbaar stellen van capaciteit en kennis aan het bestuur


De indeling van de werkzaamheden wordt afgestemd binnen de OntwikkelingsAlliantie. De
inhoudelijke inzet op de gewenste werkzaamheden wordt in direct overleg met ons College
bepaald. Onderwerpen zijn onder andere het Cultuurgebouw, Parkmanagement,
kantorenloods, kennisdelen en het inzetten van expertise op het gebied van contracteren van
werken en diensten.

Raadsdruk Begroting 2011 274


Doelstelling 5: Planvorming grootstedelijke projecten
Met ingang van 2008 worden voor alle grootstedelijke projecten jaarlijks Financiële
Perspectieven opgesteld. Hierin wordt ingegaan op de voortgang van het plan en de verdere
planvorming. In elk Financieel Perspectief is opgenomen een actualisatie van de
grondexploitatie, een risicoanalyse en een raming van de planvormingskosten.
De Financiële Perspectieven worden tegelijk met de gemeentebegroting ter besluitvorming
voorgelegd. Kortheidshalve wordt voor de voortgang van de individuele plannen hiernaar
verwezen.

Doelstelling 6: Realiseren van een voor de stad optimale grondopbrengst


Binnen deze taak is het voeren van de regie op de productie en het vormgeven en uitvoeren
van het (grondprijs)beleid cruciaal. Dit behelst onder meer de advisering van stadsdelen en
projectbureaus inzake vastgoedprogramma’s, afzetbaarheid, kosten en opbrengsten van
vastgoed. Dit gebeurt door advisering over marktconforme grondprijzen maar ook door
toepassing van het principe ‘de juiste functie op de juiste plaats’.
Behalve bij nieuwbouw en nieuwe erfpachtuitgiftes wordt vastgoedadvisering ook gebruikt bij
herbestemming of herontwikkeling van bestaande erfpachtrechten.

3.1.3 Ruimtelijke ontwikkeling: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 187,1 317,8 103,8 106,9 108,1 130,2
Waarvan
Vereveningsfonds
en Zuidas 157,5 296,5 84,3 87,8 89,0 111,1
Baten - 186,6 210,1 133,5 57,8 104,9 100,7
Waarvan
Vereveningsfonds
en Zuidas 185,3 208,8 132,2 56,5 103,6 99,4
Toevoegingen
reserves + 95,2 139,0 81,2 9,7 57,2 51,4
Waarvan
Vereveningsfonds
en Zuidas 93,9 128,9 81,1 9,6 57,1 51,3
Onttrekkingen
reserves - 71,3 222,9 37,9 45,5 47,0 67,6
Waarvan
Vereveningsfonds
en Zuidas 69,9 220,7 37,7 45,5 47,0 67,6
Saldo 24,5 23,8 13,6 13,4 13,4 13,4

De baten en lasten binnen het subprogramma Ruimtelijke ontwikkeling worden voor het
grootste deel bepaald door het Vereveningsfonds en de Zuidas, de reserves vrijwel geheel.
Het Vereveningsfonds en de Zuidas kennen een eigen financieel kader dat wordt toegelicht in
paragraaf 4.3.

Alleen het fondsbeheer van het Vereveningsfonds en de bestuurlijke begeleiding Zuidas


komen ten laste van de rompbegroting. De kosten voor het fondsbeheer van het
Vereveningsfonds nemen per saldo in de Actualisatie 2010 af met € 0,1 miljoen tot € 4,6
miljoen. In de Begroting 2011 nemen de kosten per saldo toe tot € 5,5 miljoen. Dit komt door
de kapitaallasten van € 0,6 miljoen voor het nieuwe grondexploitatie-administratiesysteem en
door een hogere doorbelasting van apparaatskosten. De kosten voor de Zuidas ten laste van
de romp bedragen jaarlijks per saldo € 0,5 miljoen.

Planvorming grootstedelijke projecten


Planvormingskosten na de strategiefase worden gedekt uit het Vereveningsfonds. Deze
kosten zijn hierdoor geen onderdeel van de rompbegroting. Onderstaand overzicht bevat
planvormingskosten voor projectgebieden in 2011 zoals deze zijn opgenomen in het
verdelingsvoorstel voor het Vereveningsfonds.

Raadsdruk Begroting 2011 275


Bedragen x € 1 miljoen naar dekkingsbron
Projectbureau VE-fonds Overig ISV Grex Totaal
IJburg (incl. Zeeburgereiland) 8,3
Zuidelijke IJ-oevers (incl. Stationseiland) 1,3 4,1
Noordwaarts 7,0
Zuidoostlob 7,8
Westpoort / Riekerpolder 1,8
Wibaut aan de Amstel 5,2
TOTAAL 34,2

De budgetten zijn tot stand gekomen door de toegekende projectbudgetten bij de Begroting
2010 te korten met 20% (met uitzondering van het project Zuidelijke IJ-oever, daar geldt gelet
op de vergevorderde fase waarin het project zich bevindt een korting van 15%). De
projectbureaus krijgen aldus een bezuinigingstaakstelling van 20%. De verdeling naar de
dekkingscategorieën komt later tot stand, mede op basis van de besluiten van uw
Vergadering over de maatregelen om de financiële positie van het Vereveningsfonds te
verbeteren.

Voor uw inzicht is tevens een meerjarenraming opgenomen. Omdat voor de periode 2010-
2014 geldt dat maatregelen zullen worden uitgevoerd om de positie van het
Vereveningsfonds te verbeteren, zullen de toe te kennen budgetten voor de jaren 2012-2014
uiteindelijk waarschijnlijk verschillen van de bedragen die hieronder in de tabel zijn
opgenomen.

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting


Projectbureau 2010 2011 2012 2013 2014
IJburg 9,7 8,3 9,9 9,7 9,2
Zuidelijke IJ-oevers (incl. 4,9 4,0 3,6 2,7
4,1
Stationseiland)
Noordwaarts 7,4 7.0 6,5 5,9 6,0
Zuidoostlob 8,3 7,8 7,3 7,0 7,0
Westpoort / Riekerpolder 2,0 1,8 1,2 1,2 0,8
Wibaut aan de Amstel 3,5 5,2 5,9 5,1 4,5
Totaal 35,8 34,2 34,8 32,5 30,2

Ontwikkeling overige baten en lasten


 Bij het jaarprogramma van de dienst Ruimtelijke Ordening binnen dit programma dalen in
de actualisatie door nominale ontwikkeling de lasten met € 0,1 miljoen naar € 7,3 miljoen.
In 2011 vervalt de prioriteit voor de strategiefase en dalen de lasten ten opzichte van de
Actualisatie 2010 met € 0,5 miljoen naar € 6,8 miljoen
 Bij de activiteiten in het kader van het bestuurlijk jaarplan van het Ontwikkelingsbedrijf
Gemeente Amsterdam (OGA) gaan de in Actualisatie 2010 de lasten omhoog met € 0,6
miljoen naar € 4 miljoen. De subsidie voor parkmanagement 0,1 miljoen en kosten
beheer panden Noord-Zuidlijn met € 0,2 miljoen. De lasten voor de ondersteuning van
woningbouwprojecten in Suriname stijgen incidenteel met € 0,1 miljoen naar € 0,2 miljoen
en de activiteit kennisdelen stijgt structureel met € 0,1 miljoen. Deze ondersteuning
vervalt in de Begroting 2011.
De rest bestaat uit diverse relatief geringe ontwikkelingen. De baten stijgen structureel
met € 0,1 miljoen naar € 0,2 miljoen vanwege nog niet begrote inkomsten uit het beheer
van panden die zijn aangeschaft in het kader van de aanleg van de Noord/Zuidlijn
In de Begroting 2011 dalen de lasten met € 0,3 miljoen ten opzichte van de Actualisatie
2010 naar € 3,7 miljoen. Voornamelijk betreft dit het wegvallen van de middelen voor de
kantorenloods, € 0,4 miljoen. De baten blijven naar verwachting € 0,2 miljoen, inkomsten
uit het beheer van panden Noord/Zuidlijn, € 0,1 miljoen, en diverse overige baten.
 In 2010 is het budget ter dekking van de gemeentelijke kosten voor de aanleg van
glasvezel in de stad gesplitst in een deel voor de kapitaallasten en een beleidsdeel. Deze
laatste kosten zijn vanaf de Actualisatie 2010 van dit subprogramma. Het gaat om bijna
€ 0,2 miljoen structureel
 Voor broedplaatsen stijgen de lasten in de Actualisatie 2010 met € 1 miljoen. In 2011
dalen ze met € 0,8 miljoen naar € 0,2 miljoen. De lasten zijn saldoneutraal, de middelen
worden onttrokken aan de bestemmingsreserve broedplaatsen

Raadsdruk Begroting 2011 276


 Voor vastgoedadvisering wordt uitgegaan van gelijkblijvende baten, € 0,6 miljoen, en
lasten, € 1,8 miljoen, in de actualisatie en in de Begroting 2011
 Aan het gemeentefonds zijn met ingang van 2010 middelen toegevoegd als bijdrage voor
de kosten van de gemeente voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven
uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om ruim € 0,1 miljoen per jaar met ingang van de
Actualisatie 2010, die onderdeel wordt van de lasten binnen dit subprogramma
 Aan de bestemmingsreserve Zuidelijke IJ-oevers wordt € 10 miljoen gedoteerd, dit is de
prioriteit uit de Begroting 2010 voor de dekking van het tekort in het plan
 In de Begroting 2011 vervalt de incidentele prioriteit voor de verplaatsing van het strand
op IJburg. De lasten dalen daardoor met € 1 miljoen
 De andere baten en lasten zijn voor zaken van voornamelijk bedrijfsmatige aard, zoals de
vakantiegelden. Bij de Actualisatie 2010 vallen de vakantiegelden vrij. Dit leidt incidenteel
tot een daling van het saldo binnen het programma van € 1,0 miljoen. In de Begroting
2011 stijgt het saldo weer met € 1,0 miljoen

3.2 Subprogramma Bouwen


De effecten van de crisis doen zich in de vastgoedwereld nog steeds gelden. De
woningbouwproductie is fors afgenomen. Er zijn weinig projecten die starten zonder een extra
bijdrage van rijk of gemeente. De kantorenmarkt kent een ongekende leegstand, terwijl in de
planvoorraad het kantorenprogramma nog zeer prominent aanwezig is. De kantorenstrategie
(die in 2010 wordt opgesteld) levert het kader voor een realistisch kantorenprogramma. Dit
heeft tot gevolg dat in veel plannen moet worden geschrapt met nadelige gevolgen voor de
betreffende grondexploitaties en het Vereveningsfonds. Het betekent tegelijkertijd dat de druk
op transformatie van de leegstaande voorraad toeneemt, waardoor op lange termijn de
investeringsvoorwaarden voor beleggers verbeteren.

Leegstaande kantoren worden waar mogelijk benut voor andere functies zoals hotels,
studentenhuisvesting, broedplaatsen, kleinschalige bedrijvigheid, woonzorgconcepten en
maatschappelijke functies. De kantorenloods heeft bij de omzetting van kantoorpanden en de
herontwikkeling van kantoorlocaties een actieve en coördinerende rol.
Ook in het woningbouwprogramma zit de komende jaren een grote overmaat. Alle
ontwikkelende partijen hebben moeite de vrije sector woningen af te zetten en de financiering
voor hun projecten rond te krijgen. Ook de bouw van sociale huurwoningen stagneert, onder
andere door de hoge onrendabele investeringen. Door het stellen van programmatische
kaders, die zijn gebaseerd op onderzoek en afzetmogelijkheden, wordt de planvoorraad
waaraan daadwerkelijk wordt gewerkt, teruggebracht tot wat reëel afzetbaar is,
rekeninghoudend met een aantrekkende markt in de loop van deze bestuursperiode.

De in het raadsbesluit Duurzaamheid in de nieuwbouw (september 2008) geformuleerde


ambitie om vanaf 2015 alle woningen en utiliteit klimaatneutraal te bouwen wordt actief
opgepakt. In deze bestuursperiode is de ambitie om gemiddeld 40% van de productie
klimaatneutraal te laten bouwen. Bovendien is bepaald dat duurzaamheid bij alle selecties
van marktpartijen voortaan substantieel wordt mee gewogen.

Het beleid voor energiebesparing wordt voortgezet. De aansluitingen op stadswarmte gaan in


deze periode volgens planning door.

3.2.1. Bouwen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal gerealiseerde
studentenwoningen (door een mix 9.000 (over gehele bestuursperiode)
van maatregelen,niet alleen
nieuwbouw)
Aantal gerealiseerde
jongerenwoningen (idem, door een

Raadsdruk Begroting 2011 277


mix van maatregelen) 2.500 (over gehele bestuursperiode)

Doelstelling 2: Aanpak leegstaande kantoren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal m2 dat getransformeerd 200.000 m2 over gehele bestuursperiode


wordt naar nieuwe functies

Doelstelling 3: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Minimaal 40% van de tussen 2010


en 2014 gerealiseerde nieuwbouw is Minimaal 40% klimaatneutraal
klimaatneutraal.

Voorbereidingen voor 100% Afronding


klimaatneutrale nieuwbouw vanaf in 2014
2015

Doelstelling 4: De hoeveelheid broedplaatsen groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vierkante meters broedplaats ca. 100.000 m20 31-12- 120.000 130.000 140.000 150.000
(aantal m2 BVO, cumulatief) 2009

Overige doelstellingen

Doelstelling 5: Uitbreiden warmtenet

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal stadswarmte aansluitingen (in 50.387 31-12-2009 5.000 5.000 5.000 5.000
woningequivalent)

Doelstelling 6: Stimuleren kansrijke projecten in de woningbouw onder voorwaarde dat er rapportage en


monitoring plaatsvindt
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal woningen 9.000 (over de gehele bestuursperiode)

3.2.2 Bouwen: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren


Met een mix van maatregelen wordt ingezet op het realiseren van 9000 woningen voor
studenten en 2500 woningen voor jongeren. De doelstelling sluit aan bij het al vastgestelde
Plan van aanpak Studentenhuisvesting en het concept Plan van aanpak Jongerenwoningen
(in september 2010 gereed).
Voor studentenhuisvesting wordt ingezet op nieuwbouw (tijdelijk en permanent) en op
maatregelen in de bestaande bouw, zoals het labelen van woningen en het tijdelijk verhuren
van woningen in het kader van de Leegstandswet. Voor jongerenhuisvesting zijn maatregelen
in de bestaande voorraad het meest effectief gebleken.

Doelstelling 2: Aanpak leegstaande kantoren


Amsterdam wil voorop lopen in de aanpak van de kantorenleegstand. De ambitie is om de
komende periode minimaal 200.000 m² kantoren te transformeren tot onder andere hotels en
studenten- en jongerenwoningen. Voorts om één monofunctioneel gebied te transformeren tot
een gebied met een menging van stedelijke leef- en woonmilieus. Voor de continuering van
de activiteiten van de kantorenloods is een prioriteit in het verdelingsvoorstel opgenomen. De
kantorenloods zal beleggers en ruimtevragers actief benaderen zodat leegstaande kantoren

Raadsdruk Begroting 2011 278


snel kunnen worden gebruikt. Alle wettelijke mogelijkheden, inclusief de leegstandswet, zullen
optimaal worden benut om het aantal leegstaande kantoren fors terug te dringen.

Doelstelling 3: Klimaatneutraal bouwen


De Taskforce Klimaatneutraal bouwen stimuleert en faciliteert projectbureaus en stadsdelen
bij het realiseren van de ambitie om in de periode 2010-2014 gemiddeld minstens 40% van
de bouwproductie klimaatneutraal te bouwen. De Taskforce ontwikkelt een instrumentarium
dat onder meer omvat: een label voor klimaatneutrale woningen; financiële participaties in
energieopwekking en het samen met de markt financieren van de extra investeringslasten via
het Amsterdams Investeringsfonds
Bij de selectie van marktpartijen wordt het criterium duurzaamheid substantieel meegewogen.

Doelstelling 4: De hoeveelheid broedplaatsen groeit


In lijn met het Programma Broedplaatsen 2008-2012 blijft gemeentelijke inspanning nodig om
betaalbare ruimte te realiseren voor het basissegment van de creatieve industrie
(kunstenaars en broedplaatsgroepen). Bureau Broedplaatsen doet dit in samenwerking met
de doelgroeporganisaties, stadsdelen, centrale diensten, corporaties, makelaars,
ontwikkelaars en banken. Motieven hiervoor zijn cultureel (ruimte voor creatief talent),
economisch (locaties met veel creatieve werkgelegenheid) ter versterking van onder andere
de internationale concurrentiepositie als creatieve stad, sociaal (functiemenging en centre
points voor interactie met de buurt) en ruimtelijk (aanpak leegstand en verbetering
gebiedsimago) ter verhoging van de waarde van grond en bebouwing.

Het ondernemerschap bij de doelgroep wordt sterker aangesproken (van subsidie naar
borgstelling leningen en terugverdienmodellen). De doorstroming van gebruik van goedkope
ateliers wordt gestimuleerd om toegang voor internationaal toptalent op niveau te houden.
Benutting van leegstand door tijdelijk gebruik is een grote succesfactor in het
broedplaatsenwerk. Deze strategie wordt voortgezet in combinatie met realisatie van
broedplaatsen voor de langere termijn.

Overige doelstellingen.

Doelstelling 5: Uitbreiden warmtenet


Uitbreiding van het warmtenet (stadsverwarming) heeft een gunstig effect op het milieu: het
gebruik van restwarmte leidt tot energiebesparing, CO2 reductie en verbetering van de
luchtkwaliteit. Het stadswarmtebeleid blijft van kracht. Momenteel worden per jaar 5.000
woningequivalenten aangesloten. 2 Dit tempo is ook voor de komende jaren maatgevend,
onder andere door meer nadruk te leggen op uitbreiding van het warmtenet naar de
bestaande bouw.
Ons College is verantwoordelijk voor de algemene beleidsvisie en de algemene planvorming
op het gebied van stadsverwarming. De feitelijke uitbreiding van het warmtenet wordt deels
verzorgd door het bedrijf Westpoort Warmte (een joint venture tussen het Afval Energie
Bedrijf en Nuon) en deels door Nuon.

Doelstelling 6: Stimuleren kansrijke projecten in de woningbouw


Gegeven de problematiek van het Vereveningsfonds en het zeer beperkte overige
beschikbare budget is het niet mogelijk om met een subsidie-instrumentarium extra
woningbouw te realiseren. Het is wel mogelijk om de marktomstandigheden te beïnvloeden
via communicatie. De crisis noopt tot een herijking van de samenwerking met de
marktpartijen en het zoeken van samenwerking met nieuwe partijen. Juist in deze periode is
het goed om belemmeringen in de regelgeving als speerpunt op te nemen. In deze
bestuursperiode wordt door middel van regelmatige monitoring (en rapportages) de situatie
op de woningmarkt in de gaten gehouden en worden programma's indien nodig bijgesteld,
versneld en worden problemen gesignaleerd en aangepakt. De gemeente is voor het halen
van woningbouwproductie afhankelijk van marktpartijen. Met de planeigenaren, marktpartijen
(inclusief ontwikkelende beleggers) worden afspraken gemaakt over herprogrammering zodat
juist de kansrijke (in financiële, maatschappelijke of klimaattechnische zin) projecten tot

2
Een woningequivalent is de hoeveelheid warmte die een standaard woning gebruikt. Voor utiliteit geldt: 100 m²
utiliteit is één woning equivalent.

Raadsdruk Begroting 2011 279


uitvoering kunnen komen. Ook nieuwe partijen worden benaderd om kansrijke projecten uit te
voeren.

3.2.3 Bouwen: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 32,4 27,4 21,8 14,6 10,3 5,9
Baten - 23,9 21,9 14,5 8,4 4,8 2,7
Toevoegingen
reserves + 1,7 1,2 0,8 0,4 0,4 0,4
Onttrekkingen
reserves - 12,1 8,1 6,0 4,5 3,8 1,5
Saldo -1,9 -1,3 2,1 2,1 2,1 2,1

Bij Actualisatie 2010 dalen de lasten met € 5 miljoen. In de Begroting 2011 dalen de lasten
met € 5,6 miljoen. De baten dalen in de Actualisatie 2010 met € 2 miljoen ten opzichte van de
Begroting 2010. In de Begroting 2011 dalen de baten met € 7,4 miljoen.

De meeste baten en lasten hebben betrekking op oude (rijks)regelingen. Het gaat


voornamelijk om aflossingen op gemeenteleningen aan woningbouwcorporaties door
woningbouwcorporaties en baten en lasten die voortvloeien uit het Besluit Woninggebonden
Subsidies (BWS). Daarnaast worden hier de toevoegingen en de onttrekkingen begroot aan
het KTA-deel van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV). BWS en SFV worden
toegelicht bij het onderdeel reserves en voorzieningen van dit programma.
De betreffende baten en lasten staan hieronder. De daling van de baten en lasten komt
vooral door de aflopende aflossingen op de gemeenteleningen aan corporaties.

Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting


miljoen 2010 2010 2011
Lasten 28,2 21,4 17,9
Baten 32,2 24,8 17,9

De overige baten en lasten hebben betrekking op de middelen die uw Vergadering de


afgelopen jaren bestemde voor de stimulering van de woningbouw, waaronder
jongeren/studentenhuisvesting. Het gaat naast de baten en lasten voor de afdeling regie
productie, jaarlijkse lasten € 1,9 miljoen en baten € 0,2 miljoen, om de bestedingen ten laste
van de reserves aanjagen woningbouwproductie en de reserve aanjagen
productie/jongerenhuisvesting.

Aanjagen woningbouwproductie
De reserve aanjagen woningbouw is opgebouwd uit twee onderdelen: aanjagen woningbouw
en studentenhuisvesting. Stimuleren woningproductie en het creëren van voldoende
woningen voor studenten en andere starters.
Voor de bestedingen ten laste van het onderdeel aanjagen woningbouw in 2010 en 2011
wordt uitgegaan van onderstaande ontwikkeling:

Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting


miljoen 2010 2010 2011

Regie productie 0,2 0,2 0,2


Kantorenloods 0,2 0,2 0,0
Woningbouwregisseur 0,1 0,2 0,2
Summit 0,0 0,0 0,1
Duurzaamheid 0,1 0,2 0,0
Prijzen 0,2 0,0 0,0
Projectenboek 0,0 0,1 0,1
Overig 0,9 0,1 0,2

Ten laste van het onderdeel studentenhuisvesting wordt bij de Actualisatie 2010 gerekend op
€ 2 miljoen aan stimuleringsbijdragen voor projecten in 2010, de Begroting 2010 ging daar

Raadsdruk Begroting 2011 280


nog niet van uit. De komende jaren is er vrijwel geen financiële ruimte voor grote
stimuleringsbijdragen. Gerekend wordt met € 0,1 miljoen per jaar vanaf 2011. Voor overige
uitgaven, goeddeels programmamanagement wordt jaarlijks € 0,3 miljoen begroot.
De structurele bijdrage vanuit de algemene middelen van € 0,4 miljoen voor
studentenhuisvesting blijft.

Aanjagen productie/jongerenhuisvesting
Deze reserve is bedoeld voor compensatie van het realiseren van woningen met verlaagde
aanvangshuren in het kader van de huisvesting van stadsvernieuwingsurgenten. In 2010 en
in 2011 wordt daartoe € 0,4 miljoen onttrokken aan de reserve.

3.3 Subprogramma Wonen


Over de ambities ten aanzien van eigenwoningbezit, woningisolatie, aanpak van illegaal
gebruik van woningen en huurdersondersteuning zijn in relatie met het programakkoord vier
doelstellingen geformuleerd, die in paragraaf 3.3.1 meer uitgebreid aan de orde komen.

Daarnaast is sprake van een veelheid van reguliere taken en activiteiten op het gebied van
wonen.
 Uiteenlopende vormen van ondersteuning van mensen op het gebied van wonen:
- begeleiding specifieke groepen woningzoekenden, zoals mensen afkomstig uit de
maatschappelijke opvang, ex-verslaafden, ex-gedetineerden, probleemjongeren, et
cetera
- informatievoorziening burgers over het woonbeleid en de woonpraktijk van
Amsterdam. De site wordt per jaar naar verwachting 1,2 miljoen bezocht
- beschikbaarstelling subsidies, verzorging beheer van woonwagens en standplaatsen,
projectmatige aanpak van gevelsanering verkeerslawaai
- geven van hulp bij het vinden van een woning, bijvoorbeeld aan mensen met een
urgentieverklaring, bemiddeling bij atelierwoningen en werkplaatsen voor
kunstenaars en vanaf 2010 ook de begeleiding van de bewoners uit de particuliere
huursector die in het kader van de stedelijke vernieuwing worden uitgeplaatst
 Toezicht op de naleving van de huisvestingsverordening:
- Over de toewijzing van woningen in sociaal bezit zijn afspraken vastgelegd in het
Convenant Woonruimtebemiddeling en het Draaiboek Woonruimtebemiddeling.
Huisvestingsvergunningen worden verstrekt alsmede vergunningen voor Tijdelijke
verhuur. Er worden ook buitendienstonderzoeken ingesteld, onder andere in het
kader van de aanpak van onrechtmatigheden en woonfraude
 Juridische activiteiten (vertegenwoordiging gemeentebestuur):
- WZS neemt in het primaire proces jaarlijks een groot aantal beslissingen waar
bezwaar op kan worden aangetekend op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Bezwaarschriften daarop moeten worden afgehandeld en beroepsprocedures
gevoerd

Centraal in het beleidsterrein Wonen staat de vraag hoe we een optimale en rechtvaardige
verdeling van de woonruimte realiseren. Voor welke (kwetsbare) doelgroepen, met welk type
woningen (huur of koop, nieuwbouw of aanpassing bestaande voorraad, duur of goedkoop)
en met welke instrumenten? Het beleid van de gemeente is de laatste jaren erop gericht om
de woningvoorraad minder eenzijdig te maken en te transformeren naar een voorraad die
meer in balans is met de verscheidenheid van de bevolking.

Essentieel zijn de afspraken die de gemeente zal maken met de woningcorporaties voor de
periode 2011-2014 in een nieuwe overeenkomst Bouwen aan de Stad 2. Een nieuw
convenant zal naar verwachting eind 2010 kunnen worden gesloten, met als inzet dat
Amsterdam ook in de toekomst een compacte, ongedeelde en duurzame stad blijft.

In het subprogramma Wonen zijn ook de gemeentelijke taken op het gebied van bouw- en
woningtoezicht ondergebracht.

3.3.1. Wonen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Raadsdruk Begroting 2011 281


Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage eigen woningbezit 29 % Mei 2009 31 % geen 34 % geen


volgens tweejaarlijks onderzoek meting meting,
Wonen in Amsterdam doel 35 %

Doelstelling 2: De aanpak van illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, o.a. door middel van
Zoeklicht

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Aantal vrijgekomen onrechtmatig 650 2007 1200 1200 1200 1200
verhuurde woningen
Aantal handhavingsbesluiten 900 2007 1300 1300 1300 1300

Doelstelling 3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal labelsprongen bij woningen
23.000 2009 tussen 75.000 en 100.000 (in de periode 2011-2014)
sociale sector

Doelstelling 4: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Uitbreiding huurdersondersteuning dienstverlening uitgebreid
vanuit de Steunpunten Wonen

Overige doelstellingen:

Doelstelling 5: De gemeentelijke taken bouw- en woningtoezicht worden op adequaat niveau uitgeoefend


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Perceel vergunning verleend binnen 97,4% van 2008 99% van 99% van 99% van 99% van
wettelijke termijn; aantal 1471 750 750 750 750
beschikkingen
Toetsing binnen wettelijke 90% van 31 2008 90% van 90% van 90% van 90% van
voorschriften: perceel zaken dat in 50 50 50 50
laatste instantie in rechte in stand
blijft; aantal zaken
Toezicht: er wordt niet gebouwd in 63 2008 60 60 60 60
afwijking van de vergunning: aantal bestuurs- bestuurs- bestuurs- bestuurs- bestuurs-
bestuursdwangzaken dwang- dwang- dwang- dwang- dwang-
zaken zaken zaken zaken zaken
Adviseren en informeren: tijdig, 10.824 2008 9.500 9.000 8.500 8.500
adequaat en juridisch houdbaar welstands- welstands- welstands- welstands- welstands-
adviezen adviezen adviezen adviezen adviezen

Doelstelling 1: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad


De laatste jaren is het percentage eigen woningbezit met gemiddeld 1,5 procent per jaar
toegenomen. Indien dat percentage zou blijven gelden, zou het aandeel eigen woningen in
onze gemeente in 2014 op 35 procent uitkomen. Als gevolg van de crisis is de nieuwbouw
van koopwoningen echter aanmerkelijk lager en ook de verkopen van huurwoningen zijn
afgenomen. Om in 2014 een percentage eigen woningbezit van 35 procent te bereiken is
aanvullende actie nodig:
 verkoopbevorderende maatregelen (starterslening, koopgarant, sociale koop)
 extra stimulans verkoop sociale huurwoningen binnen het bestaande Convenant
Verkoop; zo min mogelijk beperkende maatregelen in dat verband. Onderdeel
besprekingen met corporaties over Bouwen aan de Stad en de Beleidsovereenkomst
Wonen
 eventueel extra splitsingcontingent voor particuliere huurwoningen in de gereguleerde
voorraad

Raadsdruk Begroting 2011 282


De groei van het eigen woningbezit tot 35 procent zal worden gemonitord door middel van het
tweejaarlijkse onderzoek Wonen in Amsterdam (meetmomenten medio 2011 en medio 2013).
In een evaluatie van het splitsingsbeleid zal een prognose worden gemaakt om te bepalen of
een extra splitsingscontingent wenselijk is. Deze evaluatie zal in oktober 2010 gereed zijn.

Doelstelling 2: De aanpak illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, onder


andere door middel van Zoeklicht
Woonfraude is verweven met allerlei ongewenste ontwikkelingen waaronder de leefbaarheid
van buurten lijdt. Daarom heeft ons College van het voorkomen en bestrijden van woonfraude
een speerpunt gemaakt. Vanaf 2010 is de bestuurlijke boete aan het instrumentarium
toegevoegd. In februari 2010 is ons College hiermee gestart voor de particuliere markt, in
maart voor corporatiewoningen. Voor het startjaar 2010 werd voorzichtig uitgegaan van
minimaal 40 boetes. Gezien de ervaringen tot nu toe, mag worden verwacht dat dit aantal in
2011 ruimschoots naar boven kan worden bijgesteld. Daarnaast zal het instrument van de
dwangsom worden gebruikt. Als gevolg van de strengere handhaving zullen leeg komende
woningen meer volgens de regels worden betrokken.
In 2011 zal de samenwerking met andere partijen (zoals politie, stadsdelen, verhuurders,
belastingdienst) onverminderd worden voortgezet. Verder zal de pilot-Doorzonacties in
Zuidoost, die op verzoek van de subdriehoek van Zuidoost in dit stadsdeel werd verricht, in
2011 over de stad worden uitgerold. In Doorzon wordt tussen gemeente, politie en
corporaties gericht samengewerkt om criminele activiteiten in woningen (zoals wietplantages)
aan te pakken.

Tot slot zal in 2011 het volgende spelen. Omdat er in de praktijk een grijs gebied bestaat
tussen wat stadsdelen en de centrale stad doen en moeten doen in de handhaving op wonen,
heeft uw Vergadering ons College in 2009 opgedragen dit handhaafterrein te heroverwegen.
Deze heroverweging heeft opgeleverd dat alle handhaving op woonfraude zal worden
gecentraliseerd. In 2010 en 2011 zal aan deze centralisering vorm gegeven worden.

Doelstelling 3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd.


Met de corporaties zullen afspraken worden gemaakt in het kader van Bouwen aan de Stad.
Doelstelling is dat in vier jaar tijd minimaal 75.000 labelstappen3 gezet worden met een
ambitie om 100.000 labelstappen te maken. Met dit tempo kan de gemeentelijke doelstelling
op langere termijn worden gehaald. Met particuliere verhuurders is over dit onderwerp een
convenant in de maak (september 2010). Ook daarin worden doelstellingen opgenomen,
maar de hardheid daarvan is onzeker. Daarom is geen gekwantificeerde doelstelling
opgenomen.
Tot slot zullen voorstellen worden gedaan met betrekking tot het proces, zoals communicatie
bewoners, 70 % instemmingsvereiste, welstandseisen. Deze voorstellen zullen uiterlijk
november 2010 gereed zijn.

Doelstelling 4: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen
In het Programakkoord is uitbreiding van de huurdersondersteuning vanuit de
wijksteunpunten als één van de centrale doelstellingen benoemd. Specifiek gaat het daarbij
om een verbetering van de uitvoering van de vijf basistaken van de wijksteunpunten wonen
bij het ondersteunen van huurders. Deze basistaken zijn: 1. Voorlichting en hulpverlening, 2.
Bewonersondersteuning, 3. Ondersteuning collectieve belangenbehartiging op
stadsdeelniveau en/of wijkniveau, 4. Ondersteuning participatie, 5. Signalering van
knelpunten.

Doelstelling 5: De gemeentelijke taken bouw- en woningtoezicht worden op adequaat niveau


uitgevoerd
In het kader van de bouwregelgeving houdt de gemeente zich bezig met het beoordelen van
en beschikken over aanvragen bouwvergunningen, het behandelen van bezwaren en
beroepen, het uitoefenen van toezicht op de uitvoering en het gebruik van bouwwerken en
het opleggen van sancties bij overtredingen.

3
Het energielabel voor woninf=gen kent een schaal van A tot G. De prestaties van de Amsterdamse
woningbouwcorporaties worden inmiddels gemeten in labelstappen (van F naar D zijn twee labelstappen enzovoort).

Raadsdruk Begroting 2011 283


In relatie met de gebeurtenissen rond de aanleg van de Noord/Zuidlijn is een aangescherpte
aanpak van het bouwtoezicht op complexe projecten ontwikkeld. Het toezicht wordt planmatig
uitgevoerd en gericht op onderkende risico’s
De economische crisis doet zich ernstig gelden op het gebied van de Stedelijke ontwikkeling:
Het aantal aanvragen voor grote projecten daalt, waardoor minder leges wordt ontvangen.
Voor de komende jaren is het aantal aanvragen structureel lager gesteld, omdat in het kader
van de Wabo meer vergunningvrij gebouwd kan worden en in een aantal gevallen de
Provincie het bevoegd gezag zal worden.

Voor de voortgang van het toezicht wordt het aantal zaken vermeld waarin overgegaan is tot
bestuursdwang.
De Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) verzorgt welstandsadviezen,
monumentenadviezen en adviezen over plaatsing op de gemeentelijke of
Rijksmonumentenlijst. Het aantal adviezen nam in de laatste jaren toe. Door de lancering van
het systeem De Schoonheid van Amsterdam Digitaal in september 2009 wordt voor 2011 en
later een lichte daling verwacht.

3.3.3 Wonen: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 38,2 38,9 40,9 42,2 40,3 36,2
Baten - 12,7 25,8 12,1 12,0 11,9 11,8
Toevoegingen
reserves + 0,4 15,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Onttrekkingen
reserves - 0,7 1,6 5,0 5,5 4,0 0,0
Saldo 25,3 27,1 23,8 24,7 24,4 24,3

 De baten en lasten van regelingen gericht op Wonen zijn hier opgenomen. Het gaat om
Amsterdamse Middensegment Hypotheken, Starterslening, Betaalbare woningen IJburg,
Van koop naar huur. Voor de dekking van de lasten van deze regelingen zijn reserves en
voorzieningen gevormd. In paragraaf 4 wordt deze ontwikkeling per reserve en
voorziening toegelicht
 De lasten voor de Huisvesting van statushouders zijn in de Begroting 2010, Actualisatie
2010 en in de Begroting 2011 € 0,5 miljoen. Er zijn geen baten
 De lasten voor woonwagens en woonwagenlocaties zijn in de Begroting 2010, de
Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 € 0,6 miljoen. De baten zijn steeds € 0,4 miljoen.
 Een belangrijk deel van de lasten zijn apparaatskosten van de dienst Wonen, Zorg en
Samenleven op het vlak van de stedelijke ontwikkeling. Het budget kan als volgt worden
verbijzonderd naar activiteiten

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting


2010 2010 2011

Lasten + 10,8 10,9 10,9

Harde aanpak illegale verhuur 2,9 3,0 3,0

Het bieden van ondersteuning van mensen op het gebied 4,1 3,9 3,9
van wonen

Het uitoefenen van toezicht op naleving van de 2,2 2,3 2,3


Huisvestings-verordening

Vertegenwoordiging gemeentebestuur 1,6 0,9 0,9

Baten - 1,2 1,1 1,1

Harde aanpak illegale verhuur 0,0 0,3 0,3

Het bieden van ondersteuning van mensen op het gebied 0,1 0,2 0,2
van wonen

Raadsdruk Begroting 2011 284


Het uitoefenen van toezicht op naleving van de 0,6 0,6 0,6
Huisvestings-verordening

Vertegenwoordiging gemeentebestuur 0,5 0,0 0,0

 Een deel van de baten en de lasten heeft ten slotte betrekking op de apparaatskosten
van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) – in het bijzonder op Bouw- en
Woningtoezicht en Welstand. De lasten hiervan nemen in de Actualisatie 2011 af met
€ 0,1 miljoen naar € 12,6 miljoen, in de Begroting 2011 nemen de lasten met € 1,5
miljoen af ten opzichte van de Actualisatie. In de Actualisatie nemen de baten af met
€ 1,9 miljoen tot € 9,9 miljoen. De opbrengsten uit bouwleges nemen af. Voor 2011 wordt
uitgegaan van hogere legesopbrengsten (+ € 1,9 miljoen). De baten nemen toe in 2011
naar € 9,8 miljoen.
3.4 Subprogramma Stedelijke vernieuwing
Dit programma betreft de coördinatie van de stedelijke vernieuwing evenals de investeringen
en activiteiten waarmee de centrale stad een bijdrage levert aan de vernieuwing van
stedelijke gebieden die extra aandacht behoeven. Voor de centrale diensten ligt het accent op
gemeenschappelijke taken, zoals het bieden van ondersteunende faciliteiten, deskundigheid
en innovaties, en het benutten van het partnerschap met de rijksoverheid.

3.4.1. Stedelijke vernieuwing: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Programakkoord 2010-2014

Doelstelling 1: Bereiken van gemiddeld niveau (NAP) in de buurten van de wijkaanpak in 2018
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Alle buurten en inwoners bereiken Zie Monitor 2008 Jaarlijkse gemiddelde stad is Streefwaarde
het gemiddelde niveau NAP op Wijkaanpak
sociaal, fysiek en economisch terrein
in 2018.4

Overige doelstellingen

Doelstelling 2: Faciliteren van meer en beter maatschappelijk vastgoed in de stadsdelen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal m2 bruto vloeroppervlak dat PM Eind 2009 5.000 10.000 2.500 2.500
met de PMI bijdragen kan worden
gerealiseerd.

Doelstelling 3: Nieuwe afspraken over de Parkstaddeal op basis van de evaluatie Koers Nieuw West
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Nieuwe afspraken over beschikbaa
overeenkomst Parkstad r

Doelstelling 4: Voldoende ruimte in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Beschikbare vrije ruimte in het Zie paragraaf 4.4
gronddeel van het fonds ten
behoeve van knelpunten

Doelstelling 5: Realisatie van de plannen voor de stedelijke vernieuwing


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal afgesloten plannen in Noord 3 2010 7 7 1 3
en Parkstad

4 Het uitgangspunt is dat de buurten dan niet langer in de probleem-categorieën zeer veel aandacht of veel aandacht
vallen. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de indicatoren: leefsituatie-index, Cito-eindtoets, startkwalificatie,
sociale cohesie, minima < 18 jaar, werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid.

Raadsdruk Begroting 2011 285


Doelstelling 1: Bereiken van gemiddeld niveau (NAP) in de buurten van de wijkaanpak in
2018
en
Doelstelling 2: Faciliteren van meer en kwalitatief beter maatschappelijk vastgoed in de
stadsdelen
Met betrekking tot deze beide doelstellingen is sprake van een aantal programma’s die
hieronder worden toegelicht.

Wijkaanpak
Het Programma Wijkaanpak is een partnerschap tussen centrale stad, stadsdelen en
corporaties. Het Programma richt zich op het bereiken van een ‘Normaal Amsterdams Peil’ in
2018 in de buurten waarin nu sprake is van significante achterstanden (wijkaanpakbuurten).
Dat wil zeggen dat de betreffende wijken en de inwoners van die wijken in 2018 een niveau
op sociaal, fysiek en economisch niveau hebben bereikt op gemiddeld Amsterdams niveau.
De volgende indicatoren wijken dan niet meer sterk negatief af van het stedelijke gemiddelde;
leefsituatie-index, Cito-eindtoets, startkwalificatie, sociale cohesie, minima < 18 jaar,
werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid. De uitvoering staat centraal in
het programma. De stadsdelen en hun partners hebben voor 2008 t/m 2010
BuurtUitvoeringsProgramma’s (BUP’s) opgesteld die zijn onderverdeeld in thema’s (integratie
en participatie, leren en opgroeien, werken en economie, krachtige uitvoering, veiligheid,
wonen en leven).

Koers Nieuw West


Ultimo 2010 wordt het vierjarig programma Koers Nieuw West (KNW) beëindigd. Dit
programma, een partnerschap tussen centrale stad, stadsdelen en corporaties, beoogt dat
Nieuw West het Normaal Amsterdams Peil bereikt. De uitvoering staat centraal in het
programma. Hiervoor zijn interventies opgezet. KNW is bezig om de interventies af te ronden
en te borgen bij de stadsdeelorganisaties. KNW wordt geïntegreerd met de programma’s voor
de wijkaanpak.

Ruimte voor Sociaal


Amsterdam wil een stad zijn met een leefomgeving die niet alleen nu maar ook in de
toekomst tegemoet komt aan de wensen van bewoners en gebruikers. Een sociaal duurzame
stad, met maatschappelijk vastgoed dat optimaal bijdraagt aan kwaliteit, identiteit en
flexibiliteit van de stedelijke structuur.

In de Sociale Alliantie (SA) werken de diensten DMO, DWI, WZS, GGD en de stadsdelen
samen. De Sociale Alliantie is opgericht om sneller betere resultaten in de uitvoering in het
sociaal domein te realiseren. In de bestuursperiode 2006-2010 is gestart met te zorgen dat
Amsterdammers overal in de stad toegang hebben tot dezelfde diensten, mogelijk aangevuld
met stadsdeelspecifieke voorzieningen. Oftewel het 80 + 20 > 100 principe. De acht
programma’s waaraan de SA extra aandacht gaf vanwege de complexiteit (Leerplicht/VSV,
preventief jeugdbeleid OKC), Aanbodcoördinatie, Dienstverlening, Wmo, Geweld achter de
voordeur, Inburgering en Participatie) zijn grotendeels opgepakt door de lijn. In de komende
bestuursperiode zal de SA zich richten op de thema’s Kwetsbare Amsterdammers, Preventief
Jeugdbeleid en Dienstverlenen. De nadruk ligt op het creëren van meer samenhang tussen
en het verbeteren van bestaand beleid. Door de intensieve samenwerking in de SA is het
sociaal domein verbeterd. Maar het kan nog beter. Daarom zet de SA de samenwerking voort
door in te zetten op preventie en de eigen verantwoordelijkheid en inzet van de burgers.

Doelstelling 3: Nieuwe afspraken over de Parkstaddeal op basis van de evaluatie Koers


Nieuw West
De ‘Parkstaddeal’ en het Kopprogramma Koers Nieuw West worden de komende tijd
geëvalueerd. Deze evaluatie zal volgens planning in november 2010 zijn afgerond. Op basis
van deze evaluatie zullen de afspraken over Parkstad/Nieuw West mogelijk worden herijkt.
Daarbij zal naar verwachting een samenhang ontstaan met de afspraken over Bouwen aan
de Stad 2. Mogelijk dat de uiteindelijke herziene (financiële) afspraken over Parkstad, gezien
de mogelijke impact van de evaluatie, een wat ander tijdpad krijgen.

Raadsdruk Begroting 2011 286


Doelstelling 4 Voldoende ruimte in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
In 1998 is besloten om de in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV) gecreëerde ruimte
(die samenhing met hogere erfpachtinkomsten uit bepaalde groepen oudere
corporatiewoningen) te bestemmen voor de herstructurering van naoorlogse wijken,
voornamelijk in Amsterdam Noord en de Westelijke tuinsteden. In latere jaren heeft
gedetailleerde besluitvorming plaatsgevonden over de bestemming en het budgettaire beheer
van de middelen

Doelstelling 5 Realisatie en financiële afwikkeling stedelijke vernieuwingsplannen


In de afgelopen jaren is de uitvoering van vele stedelijke vernieuwingsplannen van start
gegaan. Als de plannen fysiek klaar zijn, worden deze financieel afgesloten. Verwacht wordt
dat in 2010 drie plannen financieel kunnen worden afgesloten. In de programakkoordperiode
2011-2014 volgt naar verwachting nog de afwikkeling van achttien plannen.

3.4.3 Stedelijke vernieuwing: Wat mag het kosten?


stedelijke vernieuwing
Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 100,1 112,7 42,5 45,2 41,2 50,5
Waarvan
Stimuleringsfonds 50,5 59,6 30,6 37,6 33,6 42,9
Baten - 43,6 72,7 41,1 45,8 34,2 45,5
Waarvan
Stimuleringsfonds 38,1 63,6 35,0 39,6 28,1 39,4
Toevoegingen
reserves + 23,3 52,1 20,2 26,5 16,4 25,7
Onttrekkingen
reserves - 35,7 49,0 15,9 24,6 22,1 29,4
Saldo 44,2 43,1 5,7 1,4 1,4 1,4

Het grootste deel van de begrotingsmutaties in dit subprogramma heeft betrekking op het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, vooral vanaf 2011. Alle mutaties in de reserves hebben
betrekking op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het hele fonds, het KTA-deel valt
onder het Subprogramma Bouwen, kent een eigen financieel kader dat nagenoeg
budgetneutraal is. Er is jaarlijks een saldo van € 0,1 miljoen vanwege een bijdrage in de
beheerkosten van het fonds. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting komt in paragraaf 4.4
aan de orde.

De daling van het saldo in de Actualisatie met € 1,1 miljoen wordt als volgt verklaard:
 de bureaukosten van Koers Nieuw West waren ten onrechte als onderdeel van de
rompbegroting 2010 opgenomen. Door deze correctie daalt het saldo met € 1,0 miljoen
 de in de Jaarrekening 2009 gevormde reserve OKC wordt bij de Actualisatie 2010
volledig onttrokken. Het saldo daalt hierdoor met € 0,8 miljoen
 in de Actualisatie 2010 stijgt het saldo met € 0,8 miljoen omdat bij het programma
maatschappelijke investeringen de lasten stijgen
 bij het Sociaal structuurplan dalen in de Actualisatie 2010 de lasten van € 5,9 miljoen
naar € 5,8 miljoen. Het saldo daalt hierdoor met € 0,1 miljoen

Het saldo daalt met € 37,3 miljoen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie
2010. Toelichting:
 in de begroting 2011 is een daling van de uitkering via het gemeentefonds voor de
wijkaanpak verwerkt van € 19,8 miljoen in 2010 naar € 4,4 miljoen in 2011. Het saldo
daalt daardoor met € 15,4 miljoen
 de incidentele prioriteit € 16,7 miljoen in de Begroting 2010 voor het programma
maatschappelijke investeringen vervalt in de begroting 2011, het saldo daalt daardoor
met € 16,7 miljoen. In het verdeelvoorstel voor 2011 is een prioriteitsaanvraag voor het
programma maatschappelijke investeringen opgenomen
 de middelen voor Koers Nieuw West vallen weg waardoor het saldo daalt met € 6 miljoen
 in 2010 wordt aan de reserve OKC € 0,8 miljoen onttrokken, deze onttrekking vervalt in
de Begroting 2011

Raadsdruk Begroting 2011 287


stedelijke
vernieuwing
Bedragen x € 1 Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 100,1 112,7 42,5 45,2 41,2 50,5
Waarvan
Stimuleringsfonds 50,5 59,6 30,6 37,6 33,6 42,9
Baten - 43,6 72,7 41,1 45,8 34,2 45,5
Waarvan
Stimuleringsfonds 38,1 63,6 35,0 39,6 28,1 39,4
Toevoegingen
reserves + 23,3 52,1 20,2 26,5 16,4 25,7
Onttrekkingen
reserves - 35,7 49,0 15,9 24,6 22,1 29,4
Saldo 44,2 43,1 5,7 1,4 1,4 1,4

Het grootste deel van de begrotingsmutaties in dit subprogramma heeft betrekking op de het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Zeker vanaf 2011. Alle mutaties in de reserves hebben
betrekking op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het hele fonds, het KTA-deel valt
onder het subprogramma bouwen, kent een eigen financieel kader dat nagenoeg
budgetneutraal is. Er is jaarlijks een saldo van € 0,1 miljoen vanwege een bijdrage in de
beheerkosten van het fonds.

De daling van het saldo in de Actualisatie met € 1,1 miljoen kan als volgt verklaard worden:
 de bureaukosten van Koers Nieuw West waren ten onrechte als onderdeel van de
rompbegroting 2010 opgenomen. Door deze correctie daalt het saldo met € 1,0 miljoen
 de in de Rekening 2009 gevormde reserve OKC wordt bij de Actualisatie 2010 volledig
onttrokken. Het saldo daalt hierdoor met € 0,8 miljoen
 in de Actualisatie stijgt het saldo met € 0,8 miljoen omdat bij het programma
maatschappelijke investeringen de lasten stijgen
 bij het Sociaal structuurplan dalen in de Actualisatie de lasten van € 5,9 miljoen naar
€ 5,8 miljoen. Het saldo daalt hierdoor met € 0,1 miljoen

Het saldo daalt met € 37,3 miljoen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie
2010.
Toelichting:
 in de Begroting 2011 is een daling van de uitkering via het gemeentefonds voor de
wijkaanpak verwerkt van € 19,8 miljoen in 2010 naar € 4,4 miljoen in 2011. Het saldo
daalt daardoor met € 15,4 miljoen
 de incidentele prioriteit € 16,7 miljoen in de Begroting 2010 voor het programma
maatschappelijke investeringen vervalt in de Begroting 2011, het saldo daalt daardoor
met € 16,7 miljoen. In het verdeelvoorstel voor 2011 is een prioriteitsaanvraag voor het
programma maatschappelijke investeringen opgenomen
 in de Begroting 2011 worden geen nieuwe middelen De middelen voor koers nieuw west
vallen weg waardoor het saldo daalt met € 6 miljoen
 In 2010 wordt aan de reserve OKC € 0,8 miljoen onttrokken, deze onttrekking vervalt in
de Begroting 2011, het saldo stijgt daardoor met € 0,8 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 288


4 Reserves, voorzieningen, investeringen

4.1 Reserves en Voorzieningen

Bedragen x € 1 miljoen Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand
Ultimo mutaties 2010 ultimo mutaties ultimo ultimo ultimo ultimo
2009 2010 2011 2011 2012 2013 2014
Reserves en voorzieningen + -/- + -/-

Reserves Vereveningsfonds,
Stimuleringsfonds en Zuidas 341,0 181,0 272,1 250,0 101,3 57,1 294,3 292,5 284,0 278,8
Reserves
Betaalbare woningen IJburg 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 00, 0,0 0,0
Strategische ruimtelijke
projecten 3,4 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 3,4 3,4 3,4 3,4
Aanjagen woningbouwproductie 5,1 0,5 3,5 2,2 0,4 1,2 1,4 0,7 0,1 0,0
Besluit Woninggebonden
Subsidies
5e fonds 1,8 0,2 0,7 1,3 0,0 0,5 0,8 0,4 0,0 0,0
Aanjagen productie /
jongerenhuisvesting 1,6 0,0 0,4 1,2 0,0 0,4 0,8 0,4 0,0 0,0
Creatieve Hotspots 0,0 0,5 0,5 0,0 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Broedplaatsen 1,2 0,0 1,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Van koop naar huur 0,0 15,5 1,0 14,5 0,0 5,0 9,5 4,0 0,0 0,0
Zuidelijke IJ-oevers 30,5 10,0 0,0 40,5 0,0 0,0 40,5 40,5 40,5 40,5
Reserve Huisvesting OKC's 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Overige reserves 2,2 0,1 1,5 0,8 0,1 0,1 0,9 1,0 1,1 1,2
Totaal reserves 387,7 207,8 281,6 314,1 110,2 64,8 351,6 342,9 329,1 323,9
Voorzieningen
EFRO Kansen voor West 20,6 0,0 7,0 13,6 0,0 8,0 5,6 1,0 0,0 0,0
EFRO Doelstelling 2 Groot Oost 2,7 0,2 0,0 2,8 0,0 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0
EFRO Urban 2 0,4 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0
AMH-fonds 16,1 0,6 2,0 14,7 0,5 1,9 13,3 11,5 9,0 7,0
Starterslening 5,4 0,0 0,3 5,1 0,0 0,4 4,7 4,2 3,7 3,2
Parkeergarages Bijlmermeer 6,1 0,0 2,0 4,1 0,0 2,0 2,1 1,5 1,0 0,5
BWS Rente 2,6 1,5 3,3 0,8 0,0 0,1 0,7 0,6 0,5 0,4
Risico's grondexploitatie 797,7 133,6 44,4 886,9 41,0 14,0 914 911,8 960,1 989,4
Gronddeel Stimuleringsfonds 130,2 31,9 12,3 149,8 12,2 14,0 147,9 129,6 134,0 145,7
Voorzieningen
Vereveningsfonds 1094, 1135,
en Stimuleringsfonds 927,9 165,5 56,7 1036,7 53,2 28,0 1061,9 1041,0 0 0
Overige voorzieningen 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,2
Totaal voorzieningen 982,2 167,9 71,3 1078,6 53,7 40,4 1091,8 1061,0 1109,0 1146,0

De reserves en voorzieningen binnen het Vereveningsfonds, het stimuleringsfonds


Volkshuisvesting en de Zuidas komen apart aan de orde: het Vereveningsfonds en de Zuidas
in paragraaf 4.3, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting in paragraaf 4.4.
Enkele reserves, totaal ongeveer € 0,2 miljoen, en voorzieningen, totaal ongeveer € 1,1
miljoen, van bedrijfsmatige aard, in de Jaarrekening 2009 verantwoord onder ‘overige’, zijn
met ingang van deze begroting opgenomen in het Programma Dienstverlening.

Nieuwe reserves en voorzieningen

Van Koop naar huur


In het kader van de crisisbestrijding worden ten laste van het Vereveningsfonds en het
Stimuleringsfonds middelen beschikbaar gesteld voor het aanjagen van de bouwproductie.
Indien koopwoningen niet verkocht worden dan kan tijdelijk (na 10 jaar definitief) een bedrag

Raadsdruk Begroting 2011 289


beschikbaar gesteld om de koopwoning om te zetten naar een huurwoning. In 2010 wordt
€ 15,5 miljoen aan de reserve gedoteerd. De besteding wordt naar verwachting € 1 miljoen in
2010 en € 5 miljoen in 2011.

Te handhaven reserves en voorzieningen

De toelichting op de reserves Aanjagen woningbouwproductie en aanjagen


productie/studentenhuisvesting staat bij het Subprogramma Bouwen.

Strategische ruimtelijke projecten


Uw vergadering heeft besloten de middelen in deze reserve te reserveren voor de vestiging
van de hotelschool in de Zuidas. Dit moet nog plaatsvinden.

Reserves en voorzieningen besluit woninggebonden subsidies (BWS)

Het BWS is een in 2004 beëindigde rijksregeling op basis waarvan de gemeente bijdragen
ontving, die vervolgens werden doorgegeven aan bewoners en corporaties. In het kader van
de regeling zijn in het verleden reserves en voorzieningen gevormd, waarvan de besteding
bestuurlijk is vastgelegd. Formeel is het BWS een budget van de stadsregio, maar het
dagelijks bestuur van de stadsregio heeft besloten dat deze bij de gemeente blijft.
e
Reserve BWS 5 fonds
De reserve BWS 5e fonds wordt gevoed door de opbrengsten van handhaving van anti-
speculatiebedingen en de vrijval door intrekking van verleende subsidies, dit valt vrij bij de
jaarrekening. In 2010 gaat het om € 0,2 miljoen. De onttrekking is voor verplichtingen € 0,5
miljoen en de afdracht van de te verwachten vrijval aan het eind van het jaar. De geraamde
onttrekking voor verplichtingen in 2011 bedraagt € 0,5 miljoen.

De voorziening BWS rente dient om het verschil in kasritme op te vangen tussen enerzijds de
betaling van de subsidie van het ministerie van VROM aan de gemeente en anderzijds de
betalingen van de gemeente aan subsidieontvangers te overbruggen. In 2010 wordt aan
rente inkomsten € 3,3 miljoen verwacht, aan betaling € 2,2 miljoen. In 2011 gaat het om
respectievelijk € 3,9 miljoen aan inkomsten en € 2,1 miljoen aan betalingen.

Voorziening BWS vrije ruimte


De voorziening BWS vrije ruimte is in de Rekening 2009 vrijgevallen. De komende jaren
worden geen mutaties meer verwacht.

Creatieve hotspots
De middelen uit deze reserve worden ingezet om in het kader van Amsterdam Topstad de
creatieve industrie te stimuleren. In 2010 wordt aan Topstadmiddelen € 0,5 miljoen ontvangen
en deze € 0,5 miljoen wordt in 2010 besteed door subsidies te verstrekken. In 2011 wordt
hiervoor € 0,4 miljoen aan Topstadmiddelen aan de reserve toegevoegd.

Broedplaatsen
Deze reserve dient voor de financiering van de realisatie van broedplaatsen. In de Begroting
2010 is abusievelijk gesteld dat deze reserve ultimo 2009 afgewikkeld zou kunnen worden.
Dat is echter niet het geval. Ultimo 2009 resteerde nog € 1,2 miljoen in deze reserve. Onder
voorbehoud van mogelijke wijzigingen vanwege bestuurlijke besluitvorming over het
verdeelvoorstel wordt in 2010 € 1 miljoen ingezet en wordt in 2011 de resterende
€ 0,2 miljoen ingezet.

Zuidelijke IJ-oevers
De reserve Zuidelijke IJoevers is onder andere gevoed vanuit ISV middelen en wordt vanaf
2011 aangewend voor de uitvoering van het plan openbare ruimte zuidelijke IJ-oevers. De
dotatie van € 10 miljoen volgt uit de honorering van de prioriteit in de begroting 2010.

Daarnaast worden er in het Programma Stedelijke ontwikkeling een aantal reserves en


voorzieningen opgenomen die relatief gering in omvang zijn en/of betrekking hebben op de
bedrijfsvoering (zoals vakantiegeld en inactieven). De totale onttrekking in 2010 van

Raadsdruk Begroting 2011 290


€ 1,5 miljoen bestaat voor € 1,4 miljoen uit vrijval van vakantiegeld bij (onderdelen) van WZS
en OGA.

EFRO Kansen voor West/doelstelling 2 groot Oost/Urban2


De voorzieningen dienen voor het beheer van Europese subsidieprogramma’s EFRO Kansen
voor West, doelstelling 2 groot Oost en Urban 2. Onttrekkingen zijn voor aangegane
verplichtingen in het kader van de programma’s. Bij kansen voor West gaat het in 2010 en
2011 om respectievelijk € 7 miljoen en € 8 miljoen.
Inkomsten, voor zover ze er zijn, bestaan uit vrijval van aangegane verplichtingen. In 2010
wordt EFRO in totaal € 0,2 miljoen aan vrijval verwacht. Te zijner tijd zullen de openstaande
saldi worden teruggevorderd door de Europese Unie.

Parkeergarages Bijlmermeer
De voorziening dient om de sloop van parkeergarages in de Amsterdam Zuidoost te
financieren. Voeding vindt niet meer plaats. Voor 2010 en voor 2011 wordt gerekend met een
onttrekking aan de reserve van € 2 miljoen voor de sloop van parkeergarages.

Starterslening
De voorziening starterslening dekt de rentekosten van de door de gemeente bij het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten gestorte middelen. Over
gestorte, maar nog niet in startersleningen uitgegeven middelen wordt rente ontvangen. De
onttrekkingen voor de rentekosten voor de gemeente bedragen naar verwachting
€ 0,3 miljoen in 2010 en € 0,4 miljoen in 2011.

Amsterdamse Middensegment Hypotheek


De Amsterdamse Middensegment Hypotheek (AMH) diende nieuwbouw koopwoningen voor
Amsterdamse huishoudens met een middeninkomen bereikbaar te maken. De regeling in
2006 opgeheven. Per AMH woning zijn bedragen vanuit grondexploitaties in het AMH-fonds
gestort. Jaarlijks wordt hieruit de rentekosten van de gemeente gedekt. De voeding wordt
gevormd door de door de betreffende kopers betaalde rente. Naar aanleiding van
driejaarlijkse inkomenstoetsen wordt een deel van het aflossingsvrije/renteloze deel
verschoven naar een deel waarover rente wordt betaald. Tevens wordt door de gemeente
rente bijgeschreven over het saldo van de voorziening. In 2010 wordt naar verwachting
€ 0,6 miljoen ontvangen en in 2011 € 0,5 miljoen. De uitgaven ten laste van de voorziening
worden geraamd voor 2010 en 2011 op respectievelijk € 2 miljoen en € 2,9 miljoen.

Af te wikkelen reserves en voorzieningen

Betaalbare woningen IJburg


Het restant van de reserve betaalbare woningen IJburg, bestemd voor de subsidiëring van
grote woningen met verlaagde aanvangshuren op IJburg, is sinds 2009 belegd met
verplichtingen, de reserve wordt hiervoor in 2010 volledig onttrokken. Het gaat om ruim
€ 0,1 miljoen.

Huisvesting OKC’s
Het restant van de reserve huisvesting OKC’s, € 0,8 miljoen, wordt in 2010 onttrokken om
deze middelen in te zetten voor knelpunten bij de huisvesting van nieuwe/verbouwde OKC’s.

4.2 Investeringen
De investeringen in dit resultaatgebied hebben nagenoeg geheel betrekking op
grondexploitaties. Het is moeilijk om de ontwikkeling van lopende grondexploitaties goed te
ramen omdat deze afhangen van de voortgang van projecten en marktomstandigheden.
Gedurende de uitvoering van de grondexploitaties, die plaatsvinden onder de
verantwoordelijkheid van de centrale stad, worden de uitgaven en inkomsten tot planafsluiting
als voorraden geactiveerd en op de balans verantwoord als de stand van het
grondproductiekapitaal.

Een positieve stand van het grondproductiekapitaal betekent dat er in de actieve


grondexploitaties minder is ontvangen dan besteed. Sinds 2003 is de stand van het
grondproductiekapitaal in toenemende mate positief. Het saldo van het

Raadsdruk Begroting 2011 291


grondproductiekapitaal bedroeg ultimo 2009 € 618 miljoen (ultimo 2008 was dat nog € 504
miljoen). Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, zolang er voldoende dekking tegenover
staat. Door de negatieve effecten van de financiële crisis en de ontwikkeling van met name
de kantorenmarkt staat de dekking onder druk.

De ontwikkeling van de uitgaven en opbrengsten worden nader toegelicht in de financiële


perspectieven van de betreffende grootstedelijke plannen.

4.3 Het Vereveningsfonds en Zuidas

4.3.1. Vereveningsfonds (VE-fonds)


De financiële resultaten van de meeste grondexploitaties van de centrale stad en de
stadsdelen worden verantwoord in het VE-fonds. De centrale stad en de stadsdelen
ontwikkelen ruimtelijke plannen, verwerven daartoe grond, maken deze bouwrijp en geven de
grond in erfpacht uit aan de gebruikers. Tot op heden is de systematiek dat deze
grondexploitaties vooraf door uw Vergadering worden vastgesteld met een taakstellend
positief of negatief resultaat. Tekorten, negatieve resultaten, kunnen acceptabel zijn vanwege
ruimtelijke eisen die aan het plan worden gesteld, of de samenstelling van de beoogde
bebouwing, in het bijzonder sociale woningbouw. Jaarlijks worden de ramingen van uitgaven
en opbrengsten van grondexploitaties geactualiseerd in de rapportages ‘Resultaat Actieve
Grondexploitatiegebieden’ (RAG) die aan uw vergadering worden voorgelegd. De centrale
stad verevent de negatieve saldi met de positieve resultaten van grondexploitaties binnen het
VE-fonds. Van een aantal stedelijke vernieuwingsplannen in de naoorlogse wijken worden de
resultaten van de grondexploitaties niet verrekend binnen het VE-fonds, maar binnen het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV). Ook de grondexploitaties van de Zuidas kennen
een eigen financieel kader.

Het VE-fonds bestaat vooral uit voorzieningen die dienen om de tekorten te dekken op de
vastgestelde grondexploitaties. Dit betekent dat voor elke vastgestelde grondexploitatie (of
een cluster van met elkaar samenhangende grondexploitaties) met een geraamd negatief
resultaat in het VE-fonds een voorziening is opgenomen gelijk aan het geraamde tekort. Elk
jaar wordt dit saldo geactualiseerd en de voorziening zonodig op peil gebracht.
Verder kent het VE-fonds bestemmingsreserves voor de dekking van specifieke kosten in de
sfeer van grondexploitaties of andere bestuurlijk vastgestelde projecten.
Ten slotte bestaat binnen het VE-fonds nog een Algemene Reserve. Het is een bedrag dat
beschikbaar is voor het dekken van tegenvallers in lopende negatieve plannen en voor
eventuele nieuwe grondexploitaties met een geraamd negatief resultaat. De reserve dekt ook
de apparaatskosten voor de coördinatie van de bodemsanering en het beheer van het VE-
fonds.

Binnen het VE-fonds worden, naast individuele plannen, planclusters onderscheiden van met
elkaar samenhangende grondexploitaties. De clusters van samenhangende grondexploitaties
zijn: IJburg, vernieuwing Bijlmer en Overhoeks. Hier worden de saldi van winstgevende
plannen gebruikt ter dekking van verliesgevende plannen en planoverstijgende kosten (zoals
infrastructuur), voor zover passend binnen de bestuurlijk vastgestelde financiële kaders. Elk
jaar wordt per cluster de reserve en voorziening opgerent en zonodig aangepast. Bij het
cluster Herstructurering Bedrijfsterreinen worden de positieve en negatieve plannen niet
direct verevend; in de voorziening zijn alleen de negatieve plannen opgenomen.

Uit het VE-fonds worden bijdragen verstrekt aan de voorzieningen bodemsanering en eerste
verstrating die in andere programma’s worden verantwoord.

De financiële positie van het VE-fonds is sterk verslechterd als gevolg van de kredietcrisis en
vooral ook de teruggang van de kantorenmarkt. De verwachte grondopbrengsten lopen fors
terug. Gerekend wordt op toenemende tekorten op de grondexploitaties bij ongewijzigd
beleid. De te verwachten negatieve financiële effecten hiervan zijn het grootst in het
Vereveningsfonds, waardoor de weerstandcapaciteit van het fonds, om tekorten in de in
uitvoering zijnde plannen op te kunnen vangen, fors is verkleind. Stadsbreed is er verder
sprake van een overmaat aan vooral woningbouwplannen en kantoorplannen.

Raadsdruk Begroting 2011 292


In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds
maatregelen getroffen: de ‘stofkamoperatie’, en de beheersmaatregel grondexploitaties,
waartoe uw Vergadering besloot in december 2009, zijn de belangrijkste. In februari 2010
stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De nota bevat een inventarisatie van
mogelijke maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen opgenomen, een
bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing van op proceskosten. De
noodzaak tot verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010 door ons College
bekend gemaakt middels een brief aan uw Vergadering.

Als vervolg op de brief zijn in de zomermaanden in de projectenschouw grote projecten


doorgelicht en zijn aanvullende maatregelen uitgewerkt. Met deze maatregelen beoogt ons
College de financiële consequenties van de verslechterde vooruitzichten zoveel mogelijk op
te vangen binnen het Vereveningsfonds. Deze maatregelen worden uw Vergadering apart
voorgelegd.
De voorstellen komen in het kort neer op:
 continuering en aanscherping van de beheersmaatregel grondexploitaties, waarbij sinds
december 2009 onder meer alle investeringen boven de € 1 miljoen afzonderlijk ter
goedkeuring aan ons College worden voorgelegd. De aanscherping zal ertoe leiden dat
er een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van
overmaat aan (nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel. Verder moet zo
voorkomen worden dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren
van opbrengsten, om onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel te vermijden. Ten
slotte moet zo voorkomen worden dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium
worden aangegaan. Dit verbetert de mogelijkheden om een lopend plan bij te sturen en/of
te stoppen
 het doorvoeren van maatregelen uit de projectenschouw en een taakstellende verlaging
van de grondkosten. In de afgelopen maanden zijn de grootste projecten aan een nadere
beschouwing en actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen
van kostbare planonderdelen dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling
(de gemeente investeert op het moment dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk
grond afneemt) moet het mogelijk zijn om een financiële verbetering in het
Vereveningsfonds te realiseren (verwacht wordt € 280 miljoen). Een tweede ‘schouw’ is
gehouden in oktober waarin nog elf projecten zijn doorgelicht; de overige projecten in het
Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde EindejaarsRAG worden
geactualiseerd (het positieve effect voor het fonds bedraagt naar verwachting € 100
miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende
verlaging van de grondkosten worden doorgevoerd (€ 50 miljoen)
 het realiseren van de maatregelen die reeds in het programakkoord waren opgenomen.
Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten wil ons College de
proceskosten reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor Bouwen aan
Stad II ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (inzet is € 225 miljoen)
 ons College stelt voor om de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet langer
ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur in
de nieuwbouw van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering,
zoals opgenomen in de verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en
worden voortaan beschouwd als kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor
de sociale huursector heeft ons College maatregelen genomen die in totaal tot een
geraamde verbetering van € 50 miljoen voor het Vereveningsfonds zullen leiden;
enerzijds betreft dit het laten vervallen van de reservering voor de sociale huur bij het
Dokmodel van de Zuidas, anderzijds het verlagen van het percentage sociale
huurwoningen bij nieuwbouw in de stadsdelen Oost en West

Met de maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte financiële
vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de huidige
veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze veronderstellingen
kunnen veranderen op basis van voortschrijdend inzicht. Het pakket maatregelen zal apart
worden voorgelegd aan uw Vergadering.

Raadsdruk Begroting 2011 293


Ontwikkelingen in 2010 en 2011
In afwachting van uw besluiten zijn in de hierna volgende ramingen voor 2010 en 2011 de
effecten van de maatregelen die ons College aan uw Vergadering voorlegt nog niet verwerkt.
Voor zover nodig zal nog afzonderlijke besluitvorming aan uw vergadering worden gevraagd.
Dat geldt in het bijzonder voor wat betreft de grootstedelijke projecten in het kader van de
besluitvorming over de Financiële Perspectieven en verder in het kader van de besluitvorming
over het RAG. Voor nagenoeg alle reserves en voorzieningen geldt dat jaarlijks rente wordt
bijgeschreven dan wel een inflatieaanpassing plaatsvindt.
De raming van toevoegingen en onttrekkingen binnen het VE-fonds bij ongewijzigd beleid is
als volgt:

Reserves en voorzieningen Rekening Actualisatie Actualisatie Actualisatie Begroting Begroting Begroting


VE-fonds 2009 2010 2010 2010 2011 2011 2011
bedragen x € 1 miljoen ultimo Toevoeging onttrekking ultimo toevoeging onttrekking ultimo

R. IJburg reserve 9,0 0,4 -9,5 0,0 0,0 0,0 0,0


V. IJburg voorziening 403,4 25,6 0,0 429,0 17,2 0,0 446,2
Vernieuwing Bijlmermeer
R. reserve 14,0 15,0 -6,9 22,1 0,9 0,0 23,0
Vernieuwing Bijlmermeer
V. voorziening 66,4 9,6 -0,7 75,4 3,0 0,0 78,4
Herstructurering
R. bedrijfsterreinen reserve 4,8 0,6 -0,1 5,4 2,3 0,0 7,8
Herstructurering
bedrijfsterreinen
V. voorziening 2,7 0,2 -1,0 1,9 0,1 0,0 2,0
Zuidas reserve goedkope
R. segment 29,1 1,2 0,0 30,2 1,2 0,0 31,4
R. Overhoeks reserve 2,8 4,1 0,0 6,8 0,3 -1,0 6,1
Overhoeks
grondexploitatie
V. voorziening 49,8 2,0 -3,8 47,9 1,9 0,0 49,9
Programakkoord 1998
R. projecten 3,4 0,1 -0,2 3,3 0,1 -1,0 2,4
Programakkoord 1998
R. vrije ruimte 2,9 0,0 -2,9 0,0 0,0 0,0 0,0
Aankoop
R. schoolgebouwen 0,4 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Verlaging nieuwe
R. Leeuwarderweg 8,2 0,0 -8,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Tijdelijke
R. studentenhuisvesting 2,5 0,0 -2,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Stimulering actieplan
R. woningbouw 8,0 0,0 -8,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Algemene voorziening
V. tekorten grondexploitatie 275,3 88,7 -42,7 321,3 12,9 -14,0 320,2
totaal
bestemmingreserves en
voorzieningen 913,3 148,7 -118,7 943,3 39,9 -16,0 967,3
algemene reserve VE-
R. fonds -256,6 102,9 -136,4 -290,0 82,6 -46,6 -254,0
Subreserve Bouwen aan
R. de Stad 11,7 4,5 -16,2 0,0 0,0 0,0 0,0
R. Subreserve kredietcrisis 233,0 9,3 0,0 242,3 9,7 0,0 252,0
totaal reserves 73,1 12,1 -191,3 19,9 97,1 -48,6 68,6
totaal voorzieningen 797,7 126,1 -48,2 875,6 35,1 -14,0 896,7
totaal VE-fonds 870,8 264,3 -239,6 895,8 132,2 -62,6 965,3
R: reserve; V: voorziening
VE-fonds exclusief de voorzieningen bodemsanering en 1e verstratingen die in andere programma’s worden
verantwoord

Bestemmingsreserves en voorzieningen
De onttrekkingen worden geraamd op basis van verwachte declaraties en benodigde
toevoegingen aan voorzieningen. De verwachte uitgaven voor activiteiten waarvoor de
voorziening in het leven is geroepen bepalen de toevoegingen aan voorzieningen.

Raadsdruk Begroting 2011 294


IJburg
De reserve en voorziening zijn bestemd voor de dekking van de verliesgevende
grondexploitaties van IJburg. De mutaties in de reserve en voorziening worden toegelicht in
het Financieel Perspectief dat separaat aan uw Vergadering zal worden voorgelegd.

Vernieuwing Bijlmer
De reserve en voorziening zijn bestemd als dekking voor het saldo van de cluster van
winstgevende en verliesgevende grondexploitaties voor de vernieuwing van de Bijlmer. Er
vindt rentebijschrijving plaats op de reserve en voorziening. De totale omvang neemt
geleidelijk af door de geraamde onttrekking uit de voorziening bij de afsluiting van
verliesgevende plannen. Vanuit de planafsluitingen van winstgevende plannen wordt in 2010
rekening gehouden met een dotatie op de reserve van € 14,5 miljoen. In 2011 is geen
afsluiting van een winstgevend plan voorzien. In het kader van de actualisatie van de
voorziening wordt rekening gehouden met een onttrekking aan de reserve van € 7,0 miljoen
in 2010; gegeven de clustering van alle plannen is hierin ook de afsluiting van winstgevende
plannen verdisconteerd. In 2010 zullen naar verwachting twee verliesgevende plannen
worden afgesloten waardoor € 0,7 miljoen aan de voorziening moet worden onttrokken. In
2011 wordt geen afsluiting van verliesgevende plannen voorzien.

Herstructurering bedrijfsterreinen reserve en voorziening


Uw Vergadering heeft een programma vastgesteld van te herstructureren bedrijfsterreinen.
Deze reserve dient ter verevening van de resultaten van de betreffende grondexploitaties. In
2010 wordt een verliesgevend plan afgesloten waardoor € 1,0 miljoen aan de voorziening
moet worden onttrokken.

Overhoeks
Uit de reserve wordt de noodzakelijke toevoeging gedekt aan een voorziening specifiek voor
bodemsanering en een voorziening voor tekorten in de grondexploitatie. In 2010 wordt in het
kader van de actualisatie van de grondexploitatie rekening gehouden met een vrijval in de
voorziening van € 3,8 miljoen ten gunste van de reserve. Voor de dotatie aan de voorziening
voor de bodemsanering van Overhoeks wordt in de reserve in 2011 rekening gehouden met
een onttrekking van € 1,0 miljoen. De mutaties in de reserve en voorziening worden toegelicht
in het Financieel Perspectief dat separaat aan uw Vergadering zal worden voorgelegd.

Module goedkoop segment Zuidas


In de Jaarrekening 2008 is de reserve Module goedkoop segment DOK gevormd ad € 28,0
miljoen. Hierop wordt rente bijgeschreven.

Investeringsprojecten programakkoord 1998 – 2002


In het Programakkoord 1998-2002 zijn vier projecten opgenomen, waarvan de kosten uit het
VE-fonds zouden worden gedekt: Holterbergweg, Natuurontwikkeling IJmeer, IJweg en
Noordzeeweg. De eerste twee projecten zijn volledig gedeclareerd. De resterende
reservering voor de IJweg is in 2009 volledig overgedragen aan de Dienst Infrastructuur
Verkeer en Vervoer (DIVV). Tevens is een deel van de resterende reservering van de
Noordzeeweg in 2009 overgedragen aan DIVV. In het Vereveningsfonds is in de jaarrekening
hiervoor nog een bedrag van € 3,4 miljoen opgenomen. De reserve wordt jaarlijks aangepast
aan loon- en prijsstijgingen.

Prioriteiten 2000 (vrije ruimte programakkoord 1998-2002)


In het kader van de besluitvorming over de begroting voor 2000 is een reserve van € 27,7
miljoen gevormd om zes projecten uit te voeren. Hiervan zijn er twee (warmtelevering IJburg
en OV verbinding de Aker) volledig afgerond. De reserve wordt jaarlijks aangepast aan loon-
en prijsstijgingen. De reservering voor de Inpassing Stations Noord-Zuidlijn is in 2009
overgedragen aan DIVV. Het deel dat nog in het Vereveningsfonds is opgenomen heeft
betrekking op werkzaamheden voor IJburg (o.a. sporthallen). Deze zijn in uitvoering.
Verwacht wordt dat de declaratie in 2010 zal worden afgerond.

Aankoop schoolgebouwen
De reserve is gevormd voor het dekken van risico’s door de exploitatie van aangekochte
vrijkomende panden van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Uw Vergadering

Raadsdruk Begroting 2011 295


heeft besloten dat de reserve ook kan worden ingezet als dekking voor de risico’s verbonden
met de exploitatie van aangekochte voormalige ROC-panden. Nadat in 2009 een vrijval ten
gunste van de Algemene Reserve heeft plaatsgevonden van € 0,95 miljoen, wordt nu alleen
nog rekening gehouden met een onttrekking van € 0,4 miljoen als gevolg van de aankoop van
een terrein van ROCvA (op basis van besluitvorming van uw Vergadering op 17 december
2008 ) Dit bedrag zal dan ten gunste gebracht moeten worden van de grondexploitatie
Amstelkwartier.

Verlaging Nieuwe Leeuwarderweg


In 2002 is besloten tot het verlaagd aanleggen van de Nieuwe Leeuwarderweg (tussen
IJtunnel en Purmerweg), in samenhang met het aanleggen van de Noord/Zuidlijn, waarvoor
een bijdrage vanuit het Vereveningsfonds beschikbaar wordt gesteld. De uitvoering van het
project geschiedt door het stadsdeel Noord (kredietbeheerder) in opdracht van het
projectbureau NoordZuidlijn. Verwacht wordt dat in 2010 het nog resterende bedrag van € 8,2
miljoen volledig zal worden gedeclareerd.

Tijdelijke studentenhuisvesting
In 2009 is besloten om voor de dekking van het risico van een gemeentelijke bijdrage in
de kosten voor brandveiligheid voor de containerdorpen voor studenten aan de
Wenckebachweg en op de NDSM-werf een reservering te treffen in het
Vereveningsfonds. De hoogte van de reservering is afgeleid van de toegezegde
verplaatsingsvergoeding en bedraagt ten hoogste € 1 miljoen voor de Wenckebachweg
en ten hoogste € 1,5 miljoen voor de NDSM-werf.
Met de maatregelen wordt bereikt dat de studentenwoningen langer op de betreffende
locaties kunnen blijven. Voor de Wenckebachweg geldt dat indien de
studentenwoningen daar in 2010 weg zouden moeten de gemeente zich garant zal
stellen voor een bedrag van € 7,9 miljoen. Dit risico wordt dus bestreden met de
investering in de brandveiligheid.

Stimulering actieplan woningbouw


In het kader van het stimuleren van de woningmarkt in Amsterdam heeft het ons College het
actieplan Woningbouw in tijden van crisis vastgesteld. Het actieplan zet in op het stimuleren
van woningbouw in tijden van crisis. Er worden meerdere maatregelen genoemd. Eén
daarvan is het mogelijk maken van tijdelijke omzetting van koop- naar huurwoningen om in
feite het voorverkooprisico weg te nemen bij de ontwikkelaar. Als blijkt dat tijdens verkoop de
woningen niet verkocht kunnen worden, kunnen bij oplevering de niet verkochte woningen
tijdelijk worden omgezet naar huur. Hiervoor geeft de gemeente een bijdrage, die daarna bij
de omzetting terug naar koopwoning, met verrekening van winst of verlies, terugkomt naar de
gemeente.

Voor deze stimuleringsmaatregel is bepaald dat hiervoor een budget van € 16 miljoen wordt
vrijgemaakt in het Vereveningsfonds. In de Jaarrekening 2009 is een bestemmingsreserve
‘Stimulering actieplan woningbouw’ gevormd, met een dotatie van € 8 miljoen in 2009 ten
laste van de Algemene Reserve. In 2010 is besloten dat het budget wordt overgeheveld naar
de dienst WZS.

Op dit moment moet geconcludeerd worden dat de aanwending van de middelen achterblijft
bij de vastgestelde planning. De bijdragen lijken te laag om effect te sorteren. Naar aanleiding
van de tegenvallende resultaten voor de eerste reservering van € 8 miljoen wordt afgezien
van de aanvullende onttrekking van nog eens € 8 miljoen uit de Algemene Reserve te doen.
Het besluit om een aparte reservering te treffen wordt dan losgelaten.

Algemene Voorziening Tekorten Grondexploitaitaties


De actualisatie van de Algemene Voorziening Tekorten Grondexploitaties vindt plaats ten
laste (verhoging voorziening) dan wel ten gunste (verlaging voorziening) van de Algemene
Reserve. Er wordt rente bijgeschreven op de voorziening: € 11,0 miljoen in 2010 en € 12,9
miljoen in 2011. De geraamde actualisatie van de Algemene Voorziening Tekorten
Grondexploitaties in 2010 is gebaseerd op de cijfers bij het LenteRAG 2010. Er wordt ook nog
rekening gehouden met een verhogend effect op de voorziening van € 57 miljoen in het kader
van Plabeka-1 (schrappen vierkante meters kantoorprogramma in plannen naar aanleiding

Raadsdruk Begroting 2011 296


van de overmaat op stedelijk niveau). In totaal wordt voor 2010 voor de actualisatie rekening
gehouden met een onttrekking van € 77,7 miljoen uit de Algemene Reserve.
In 2010 zal naar verwachting een bedrag van € 42,7 miljoen aan de voorziening moeten
worden onttrokken voor de afsluiting van verliesgevende plannen. In 2011 zal naar
verwachting voor een bedrag van € 14,0 miljoen aan verliesgevende plannen worden
afgesloten.

Algemene reserve
Hieronder volgt de prognose van de algemene reserve van het Vereveningsfonds. Het
merendeel van de mutaties in onderstaande tabel heeft een incidenteel karakter. De
apparaatskosten toets- en vermogensbeheer en de kosten voor de planvorming worden
jaarlijks onttrokken aan de algemene reserve.
De geschetste ontwikkelingen worden toegelicht in de het Verdelingsvoorstel voor het
Vereveningsfonds en de Zuidas. De ontwikkeling zal veranderen op basis van de aanvullende
besluiten die aan Uw vergadering worden voorgelegd,

Algemene Reserve 2010 2011 2012 2013 2014


(bedragen x € 1 miljoen)
STAND PER 01-01 -256,6 -290 -254 -296 -293,2
1. Planafsluitingen 58,7 74,4 0,4 41,9 38
2. Houthavens 0
3. BLS 25,7
4. Rentebijschrijving -8,2 -11 -9,5 -10,9 -11
5. Actualisatie voorziening grondexploitaties -20,7 -6 -7,5 -8,5 -9,3
6. Bouwen aan de stad 1 16,2 6 7,5 8,5 9,3
7. Plabeka I-effect -57
8. Apparaatskosten toets- en vermogensbeheer -4,4 -5 -5 -5 -5
9. Onttrekking saldi grondbank -1,3 -1,3 -1,3 -1,3 -1,3
10. Proceskosten fase II en III IPB -7,7 -7,5 -7,5 -7,5 -7,5
11. Dotatie aan voorziening bodemsanering -9 -14,7 -20,2 -13,6 -12,7
12. FES-bijdrage bodemsanering Buiksloterham 2 2 2
13. Tegenvaller grondlevering Westrandweg -1
14. Bijdrage ACE 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
15. Stimulering actieplan woningbouw 0
16. Bezuinigingstaakstelling Ontwikkelingsalliantie -25
17. Gaasperdammerweg -25
18. Overig -1,8 -1,1 -1 -1 -1
Totaal STAND PER 31-12 -290 -254 -296 -293,2 -318,5

4.3.2 Zuidas
In 2009 is de dienst Zuidas Amsterdam opgericht. De grondexploitaties zijn daarmee onder
de verantwoordelijkheid van de dienst Zuidas Amsterdam geplaatst. De grondexploitatie
Zuidas is een geclusterde grondexploitatie bestaande uit 22 zogenaamde deelexploitaties.
Deze zijn begin 2010 geactualiseerd, wat veelal een neerwaarste aanpassing van de
grondprijzen betekent en een beperking van het programma op basis van de huidige
verwachtingen in de (kantoren)markt.

Het initiatief voor de ontwikkeling van de Dokzone ligt bij de gemeente en het rijk gezamenlijk.
Naar aanleiding van de voorstellen die in 2009 onder leiding van de rijksvertegenwoordiger
aan ons College zijn voorgelegd, hebben wij de voorkeur uitgesproken voor een eindsituatie
waarin de infrastructuur op de Zuidas onder de grond wordt gebracht.
In 2010 is een traject ingezet waarin wordt toegewerkt naar een voorkeursbesluit in het kader
van de ontwikkeling van de Dokzone. In dat verband zal ook een Business Case worden
opgesteld voor de gehele Zuidas. De kwartiermaker vanuit het rijk heeft een Plan van Aanpak
opgesteld voor de verkenningsfase tot de voorkeursbeslissing Zuidas-dok. Uitgaande van
een zorgvuldige voorkeursbeslissing en een realistische doorvertaling in de tijd geeft de
kwartiermaker aan dat de voorkeursbeslissing medio 2011 genomen kan worden. Ten

Raadsdruk Begroting 2011 297


behoeve van de voorbereiding van de voorkeursbeslissing wordt een gezamenlijke
projecteenheid opgericht.

Financieel
Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
1 Totale lasten
14,1 21,0 19,4 16,6 11,5 11,5 11,5
2 Totale baten
17,6 24,4 19,9 20,8 16,2 16,5 16,7
3 Saldo van baten en
lasten
(excl. mutaties
reserves) -3,4 -3,4 -0,4 -4,2 -4,7 -5,0 -5,2
Toevoegingen
reserves 3,9 4,3 4,7 5,2 5,5 5,7
Onttrekkingen
reserves 0 3,3 0 0 0 0
Mutaties is
reserves 3,9 3,9 1,0 4,7 5,2 5,5 5,7
Saldo van baten en
lasten
(incl. mutaties
reserves) 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Begroting 2011
In de Begroting 2010 is een bedrag van € 12,1 miljoen voor Planvorming grondexploitaties
opgenomen. In de Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is dit bedrag hetzelfde.
In de Begroting 2010 is een bedrag van € 7,3 miljoen opgenomen voor Planvorming
Dokontwikkeling. In de Actualisatie 2010 is dit bedrag met € 3,8 miljoen naar beneden
bijgesteld. De reden voor de neerwaartse bijstelling is dat de setting tussen rijk en gemeente
is veranderd. Het rijk zal voor 50% aan de Dokontwikkelingskosten bijdragen. De neerwaartse
bijstelling van deze lasten heeft geen gevolg voor het saldo aangezien daar een equivalente
daling van de baten tegenover staan aangezien deze lasten worden betaald uit de
grondexploitatie. In de Begroting 2011 nemen de planvormingskosten toe met € 0,5 miljoen
voor de kosten van het begeleiden van verschillende projecten (OV-SAAL, NZL,
Amstelveenlijn, Stationsverbetering korte termijn).
De Actualisatie 2010 laat een eenmalige ophoging van de lasten zien in verband met de
onttrekking van de reserve Groenfonds, die aan de grondexploitaties wordt toegevoegd.

Begroting 2012-2014
In de periode 2012 en verder dalen de lasten ten opzichte van de Begroting 2011 met € 5,1
miljoen. De reden daarvoor is:
 de dienst Zuidas verwacht dat zij op dat moment geen planvormingkosten à € 4,0 miljoen.
voor de Dokontwikkeling meer zullen hebben. Het doel van een Voorkeursbesluit is dan
behaald. De kosten die daarna volgen in verband met de ontwikkeling van het DOK
zullen onderdeel zijn van de Business Case en niet langer via de Begroting dienst Zuidas
verantwoord worden
 er wordt gestreefd naar een daling van de proceskosten gebiedsontwikkeling Flanken à €
1,1 miljoen

Reserves

Bedragen x € 1 Werkelijke Mutatie Verwachte Mutatie Verwachte Verwachte Verwachte Verwachte


miljoen stand 2010 stand 2011 stand stand stand stand
ultimo 2009 ultimo 2010 ultimo 2011 ultimo 2012 ultimo 2013 ultimo 2014
Reserve 3,3 -3,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
groenfonds
Zuidas
Reserve 107,1 4,3 111,4 4,7 116,1 121,3 126,8 132,5
grondexploitaties
Zuidas
Totaal Reserves 110,4 1,0 111,4 4,7 116,1 121,3 126,8 132,5

 De reserve groenfonds Zuidas wordt in 2010 opgeheven. Het bedrag wordt toegevoegd
aan een aparte grondexploitatie

Raadsdruk Begroting 2011 298


 De meerjarige toename van de stand Reserves is het gevolg van een rentebijstelling

4.4 Stimuleringsfonds Volkshuisvesting

Algemeen
Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV) kent twee dekkingsbronnen met ieder een
eigen bestemmingsrichting:
 de opbrengsten uit de verkoop van de Kabeltelevisie Amsterdam, het zogeheten SFV-
KTA deel. Dit deel wordt besteed aan de vernieuwing van de Bijlmermeer, de realisatie
van huurwoningen in de uitbreidingsgebieden en volkshuisvestingsinitiatieven in de
vooroorlogse stad
 de opbrengsten uit de meerwaarde die ontstaat doordat bij de conversie van tijdelijke
naar permanente erfpachtcontracten van woningbouwcorporaties, deze laatste worden
afgekocht. Dit zogeheten erfpachtdeel (SFV-EP) is grotendeels bestemd voor de
herstructurering van de naoorlogse wijken Parkstad en Noord

De Commissie Stimuleringsfonds doet ons College voorstellen over de besteding van de


middelen uit het SFV. De volgende ontwikkeling voor 2010 en 2011 worden geraamd:

Bedragen x € 1 Stand Verwachte Stand Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen ultimo mutaties ultimo mutaties ultimo ultimo ultimo ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-
Reserve, KTA-deel 12,1 0,0 3,0 9,1 0,0 3,5 5,6 3,0 1,0 0,0
Reserve
erfpachtdeel 84,7 9,2 9,0 84,9 8,4 9,0 84,3 75,0 60,0 50,0
vastgoeddeel
Reserve
erfpachtdeel 60,7 42,9 39,3 64,4 11,8 6,9 69,3 80,5 89,8 96,2
gronddeel
Voorziening
erfpachtdeel 130,2 31,9 12,3 149,8 12,2 14,0 147,9 129,6 134,0 145,7
gronddeel
Totaal 287,7 84,0 63,6 308,2 32,4 33,4 307,1 288,1 284,8 291,9

Bij de geraamde ontwikkeling van het SFV dient men zich te bedenken dat de inzet van het
SFV onderdeel is van de onderhandelingen tussen de gemeente en de Amsterdamse
corporaties in het kader van Bouwen aan de stad-2. De inzet van het SFV voor het
Vereveningsfonds is daarbij een belangrijk onderwerp. Verder heeft ons College het initiatief
genomen om een Commissie te laten adviseren over het financieel administratief systeem
van het Vereveningsfonds. De uitkomsten van deze ontwikkelingen kunnen van betekenis zijn
voor het SFV. Op voorhand valt dat echter niet te concretiseren.

KTA-deel stimuleringsfonds
In 2001 heeft uw Vergadering besloten het KTA-deel aan te wenden voor:
 een aantal grote projecten (onder meer IJburg en het vernieuwingsplan Bijlmermeer)
 transformatie van de woningvoorraad in stedelijke vernieuwingsplannen, onder andere
om woningen te kunnen samenvoegen en om subsidies te kunnen verstrekken voor
rolstoelgeschikte woningen (ROWO’s) en wonen in beschermde omgeving (WIBO’s)

Ultimo 2007 was er, binnen het budget voor de transformatie van de woningvoorraad, sprake
van een aanzienlijke vrijval van € 11,8 miljoen. De bedrag is geheel bestemd voor diverse
doeleinden waartoe is besloten bij de Begroting 2009 en de Begroting 2010. Doeleinden zijn
onder andere achterstand onderhoud monumenten, beter verbeteren, museum ’t Schip,
maatschappelijk vastgoed en studentenhuisvesting.

Vanwege niet bestede eerdere reserveringen is er een vrijval van € 1,4 miljoen aan vrij
besteedbare ruimte. Ons College stelt, op advies van de Commissie SFV, voor om de vrijval
als volgt te bestemmen:
 € 0,7 miljoen Maatschappelijk Vastgoed Waterlandplein
 € 0,025 miljoen Zuiderkerk Woonbeurs

Raadsdruk Begroting 2011 299


 € 0,7 miljoen reserve
Erfpachtdeel Stimuleringsfonds
De grond waarop corporaties hun woningen bouwden is destijds grotendeels uitgegeven in
tijdelijke erfpacht. Gemeente en corporaties spraken in 1997 af dat de tijdelijke
erfpachtcontracten bij afloop worden omgezet in voortdurende erfpachtcontracten en dat de
corporaties de canon over een periode van 75 jaar afkopen. Door afkoop ontstaat voor de
gemeente meerwaarde omdat de afkoopsom hoger is dan de boekwaarde van de grond. Op
grond van de gemaakte afspraak zal de gemeente deze meerwaarde storten in het SFV-EP.
Dit deel van het fonds is vooral bedoeld voor de herstructurering van bestaande
woongebieden in Parkstad en Noord. De geraamde voeding van het SFV-EP tot 2020
bedraagt € 493,9 miljoen (netto contante waarde per 1-1-2010, inclusief rente).

Het SFV-EP bestaat uit twee onderdelen die ieder de helft van de meerwaarde als voeding
hebben:
 SFV-EP gronddeel ter dekking van tekorten in de grondexploitaties
 SFV-EP vastgoeddeel ter dekking van onrendabele investeringen in de volkshuisvesting

In de afgelopen jaren heeft uw Vergadering al een groot deel van de middelen die tot 2020
beschikbaar komen gereserveerd voor specifieke stedelijke vernieuwingsplannen (SV-plan).
Voor elk SV-plan heeft uw Vergadering een taakstellend budgettair kader vastgesteld met
een bijdrage uit het gronddeel en vastgoeddeel van het SFV-EP.

Het SFV-erfpacht gronddeel is opgedeeld in de volgende aan elkaar gerelateerde


onderdelen:
 de reserve voor nieuwe negatieve grondexploitaties én de dekking voor niet voorziene
toekomstige tegenvallers in vastgestelde exploitaties met daarbinnen de reserve
knelpuntenpot (ten behoeve van knelpunten in de vernieuwingsgebieden Noord en
Parkstad voor zowel gronddeel als vastgoeddeel) en de reserves Parkstad (ten behoeve
van knelpunten in Parkstadplannen) en uitwerkingsplannen Raamovereenkomst Parkstad
 de voorziening nodig voor de dekking van de negatieve saldi van alle vastgestelde
grondexploitaties onder de werkingssfeer van het SFV met daarbinnen een algemeen
deel en een deel voor de Raamovereenkomst Parkstad

Eind 2009 waren er achtendertig actieve reguliere uitwerkingsplannen, twaalf positief en


zesentwintig negatief. Naar verwachting worden hiervan in 2010 drie uitwerkingsplannen
afgesloten en in 2011 zeven.
De besluitvorming over de uitvoering van nieuwe plannen in 2010 en 2011 is op dit moment
onder voorbehoud van de uitkomst van de heroverweging van de ruimtelijke plannen en de
beheersmaatregel van december 2009. Bezien wordt of in 2010 vier nieuwe reguliere
uitwerkingsplannen kunnen worden vastgesteld en of binnen de kaders van de
raamovereenkomst vier uitwerkingsplannen en drie vernieuwingsplannen kunnen worden
vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de vaststelling van twee nieuwe reguliere
uitwerkingsplannen en binnen de kaders van de raamovereenkomst één uitwerkingsplan in
2011.

In onderstaande tabel is de voorgenomen bestemming van de geraamde beschikbare


middelen voor de periode tot 2020 inzichtelijk gemaakt, tegen de netto contante waarde op
1 januari 2009. In onderstaande tabel zijn geen voorstellen voor nieuwe SV-plannen verwerkt.
Ons College zal nieuwe SV-plannen, na advies van de commissie Stimuleringsfonds, aan uw
Vergadering voorleggen.

Budgettair kader SFV-EP bedragen


Netto contante waarde 1 januari 2010 x € 1 miljoen
Voeding tot 2020 493,9
Reserveringen door uw Vergadering vastgesteld
Voorbeeldprojecten -53,5
Knelpuntenpot -13,2
Knelpuntenpot nog onbesteed -3,1
Parkstad -185,9
Noord -76,9
Bijdrage kosten beheer SFV 2007 – 2019 -1,2

Raadsdruk Begroting 2011 300


Onvoorzien voor dekking van risico’s -44,0
Reservering premieregeling Basiskwaliteit -1,5
Restant benodigde voeding tot 2019 -45,0
Resterende geraamde ruimte 114,5

Ontwikkelingen van het erfpachtdeel in 2009 en 2010


De toevoegingen aan de reserves SFV-EP bestaan uit ontvangen afkoopsommen en
rentebijschrijving. De voeding tot 2020 is in 2010 opnieuw geraamd en naar boven bijgesteld
op € 493,9 miljoen. Tot en met 2009 is € 334,4 miljoen daadwerkelijk ontvangen aan
meerwaarde.

De onttrekkingen aan het vastgoeddeel bestaan uit aan corporaties betaalde premies voor
onrendabele investeringen. De mutaties zijn afhankelijk van de plannen die door de
corporaties worden ingediend. Dat is moeilijk vooraf te ramen. De Actualisatie 2010 wijkt
daarom ook af van de raming voor de Begroting 2010: de voeding zal met € 9 miljoen
ongeveer € 3 miljoen lager zijn, de onttrekking met € 9 miljoen € 2 miljoen hoger.

De Commissie SFV stelt voor om voor € 4 miljoen extra kwaliteitsverbetering in de openbare


ruimte te realiseren in zogenaamde ‘Behoedzame Gebieden Geuzenveld’. Dit zijn gebieden
waarvoor geen stedelijke vernieuwingsplannen worden gemaakt, maar waarvoor de
commissie wel een kwaliteitsverbetering van de onbebouwde ruimte nodig acht.
Ons College stelt aan uw vergadering voor om vooralsnog niet in te stemmen met de
voorstellen van de Commissie SFV om € 4 miljoen bij te dragen aan extra kwaliteit in
behoedzame gebieden in Geuzenveld. Te zijner tijd zal een nader voorstel gedaan worden.
In dit nadere voorstel dat dan ter besluitvorming aan ons College zal worden voorgelegd moet
onderbouwd worden dat de totale investering niet kan worden gedekt uit de reguliere
stadsdeelbegroting en uit bijdragen van de betrokken corporaties. De beoogde bijdrage van
€ 4 miljoen uit het Stimuleringsfonds moet binnen dit kader beschouwd worden als een
eenmalige impulsbijdrage om de openbare ruimte in deze gebieden op een hoger niveau te
brengen.

De ontwikkeling van het gronddeel (reserve en voorziening) is als volgt:

Actualisatie 2010
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Begroting 2010:
 hogere raming te ontvangen meerwaarde (+ € 7,5 miljoen)
 rentebijschrijving reserve (+ € 0,8 miljoen) en voorziening (- € 0,5 miljoen)
 lagere aan reserve af te dragen positieve saldi van afgesloten plannen (- € 0,6 miljoen)
 vrijval voorziening vanwege planafsluitingen en verbetering saldi lopende plannen
(+ € 10,7 miljoen)
 lagere onttrekking reserve (- € 0,1 miljoen) en lagere onttrekking voorziening (-0,4
miljoen) voor planafsluitingen
 lager dan begrote overboeking van reserve (- € 18,7 miljoen) naar voorziening (+ € 18,7
miljoen) voor saldi van vast te stellen negatieve plannen
 overboeking van € 18,4 miljoen vanuit de reserve naar de voorziening voor bijdragen aan
uitwerkingsplannen
 de bijdrage van € 1,6 miljoen voor het plan Waterlandplein verschuift naar 2012 of later
 hogere onttrekking voor vast te stellen negatieve plannen (+ € 1,8 miljoen)
 lagere dotatie aan de voorziening voor raamwerkovereenkomstplannen (- € 2,0 miljoen)

Begroting 2011
De belangrijkste ontwikkelingen in de Begroting 2011 zijn:
 rente bijschrijving reserve en voorziening (€ 8,0 miljoen)
 te ontvangen meerwaarde (€ 8,4 miljoen)
 toevoeging aan de reserve positieve van saldi bij planafsluitingen (€ 0,7 miljoen)
 overboeking vanuit de reserve (- € 3,8 miljoen) aan de voorziening voor vast te stellen
negatieve plannen (+ € 3,8 miljoen)
 overboeking uit de reserve (- € 1,4 miljoen) naar de voorziening (+ €1,4 miljoen) voor
bijdragen aan uitwerkingsplannen
 overboeking vanuit reserve (- € 0,6 miljoen) naar de voorziening (+ € 0,6 miljoen) voor
planafsluitingen

Raadsdruk Begroting 2011 301


 onttrekking aan de reserve voor knelpunten sociaal maatschappelijk vastgoed
(€ 1 miljoen)
 onttrekking aan de voorziening (€ 14,0 miljoen) voor planafsluitingen

Raadsdruk Begroting 2011 302


5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Gebiedsgerichte inzet Komen tot gebiedsgerichte Minder buurten vallen onder 7.500 7.500
(wijkaanpak) arrangementen tussen stad en categorie behoeft zeer veel of
stadsdelen veel aandacht

2 Uitbreiding Wijksteunpunten Uitbreiden van Uitbreiding van 200 200


Wonen wijksteunpunten wijksteunpunten buiten de ring

3 Woningbouwregie Accent van de Realisatie ambitie 12.000 600 600


werkzaamheden ligt op woningen in 2014
systeemverandering in de
woningbouw, inclusief
samenwerking markt,
corporaties en nieuwe
allianties

4 Transformatie, Via onorthodoxe maatregelen Streven naar 200.000 m² 500 350


kantorenloods en transformatie leegstand in (inclusief hotelbedden en
de kantorenactief en studentenwoningen) omgezet
substantieel terug te dringen. in 2014

5 Broedplaatsen Mddelen worden ingezet voor Jaarlijks 10.000 m² 1.500 1.000


objectubsidies en broedplaatsruimte
projectmanagement dat
geleverd wordt voor behoud
en realisatie van
broedplaatsen

6 Transformatie kantoren Realiseren iconen door Doorbreken mono- 1.900 1.000


transformatie van enkele functionaliteit door de
spiegelpaleizen; ontplooien komende 10 jaar kwartier te
tijdelijke initiatieven op lege maken en nieuwe functies te
kavels; incidenteel strategisch introduceren;
aankopen tot 2040 minstens 5.000
woningen toevoegen aan de
kantorenstrook;
kantorenstrook en
bedrijvengebied intensiveren
zonder extra toevoeging van
m² kantoren of bedrijfsmeters
te laten verdwijnen

12.200 10.650

I1b Programakkoord: overige prioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
7 Programma Stimuleren investeringen in Verstrekking financiële 10.000 10.000
Maatschappelijke maatschappelijk vastgoed bijdragen aan stadsdelen voor
Investeringen, PMI realisatie maatschappelijk
vastgoed

10.000 10.000

Raadsdruk Begroting 2011 303


IP4 Incidentele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
8 Budget 'stadsmariniers' Verminderen extra capaciteit Incidenteel minder budget -160 -160
incidenteel (2011) verlagen grote problemen en voor stadmariniers in 2011,
knelpunten doch geen materiële effecten

-160 -160

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
9 Van Groot naar Beter Het vrijmaken van grote 60 vrijgemaakte grote 250 250
woningen voor krap wonende woningen in 2011
mensen

10 Beter Verbeteren en Het verlenen van subsidie aan Behoud en herstel van 615 615
Funderingsherstel eigenaren voor oorspronkelijke gevels en
verbeteringswerkzaamheden architectonisch waardevolle
in het kader van de regeling panden
Beter Verbeteren

11 Stelpost Bodemsanering Bodemonderzoeken en Sanering terreinen ten 2.000 2.000


bodemsanering binnen de behoeve van de realisatie van
gemeentelijke gemeentelijke projecten
grondexploitatieprojecten

12 Sleutelbedrag stadsdelen Beschikbaar stellen van ISV- Stadsdelen beschikken over 14.750 14.750
budget aan stadsdelen eigen ISV-budgetten

13 Vernieuwing Bijlmermeer Bijdrage aan de vernieuwing Vernieuwing Bijlmermeer 365 365


van de Bijlmermeer

17.980 17.980

Raadsdruk Begroting 2011 304


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
14 Infobalie (WZS) -100 -100

15 Opheffen kenniscentrum -200 -200


Amsterdam

16 Regeling Huisbewaring -75 -75


(WZS)

17 Verhoging Leges (WZS) -620 -620

18 Versobering bedrijfsvoering -100 -100


(WZS)

19 Bestuurlijke begeleiding Beperken bestuurlijke -370 -370


begeleiding en beleidsmatige
inzet voor Zuidas

20 RO-beleid stedelijke Er worden minder middelen Het betreft de taken die -600 -100
samenhang beschikbaar gesteld voor RO samenhangen met de
op het niveau van de centrale bewaking van de stedelijke
stad samenhang, het actief
bevorderen van de
samenhang en de
positionering van Amsterdam
richting rijk, Stadsregio,
Provincie, Waterschappen en
Europa

21 Zuiderkerk Ons College stelt voor om het De activiteiten voor -600 -600
informatiecentrum voor de communicatie over de
ruimtelijke sector in de ruimtelijke ontwikkeling van
Zuiderkerk te sluiten. Amsterdam in de Zuiderkerk
stoppen.

22 Vastgoedadvisering t.l.v. Volledige kostendekkendheid -950 -950


Vereveningsfonds van de afdeling
vastgoedadvisering

-3.615 -3.115

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Gebiedsgerichte inzet (wijkaanpak)


De beschikbare PA (programakkoord) middelen voor de Wijkaanpak in deze periode (2011
t/m 2014) bedragen € 15,0 miljoen, waarbij de verdeling als volgt is: € 7,5 miljoen voor 2011
en € 7,5 miljoen voor 2012. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 5,89 fte ingezet worden.

De middelen zullen besteed worden aan Wijkaanpak-arrangementen voor de stadsdelen


Zuidoost, Nieuw-West en Noord voor inzet in de domeinen leren en opgroeien,
armoede/participatie en werkgelegenheid. Zo mogelijk in overleg met de corporaties, worden
de middelen besteed aan andere projecten op sociaal beheer en leefbaarheid. Dit alles ten
behoeve van het voorkomen van (het nog verder) oplopen van achterstanden in de gebieden
die nu ook al het zwaarst getroffen worden door het stilvallen van de stedelijke vernieuwing
en de oplopende (jeugd)werkloosheid. De arrangementen moeten gericht bijdragen aan het
verbeteren van de NAP-indicatoren die onderdeel uitmaken van de domeinen leren en

Raadsdruk Begroting 2011 305


opgroeien, werkgelegenheid en participatie en aantoonbaar een multiplier-investering bij
derden genereren. De prestaties/doelstellingen waarop de middelen zich moeten richten
betreffen die indicatoren zoals gebruikt in de Staat van de Aandachtswijken/Staat van de
Stad. Dit kan per arrangement verschillen, afhankelijk van de bestuurlijke afspraak tussen de
centrale stad en stadsdeel. Ons College stelt voor een incidenteel bedrag incidenteel van
€ 7,5 miljoen op te nemen in het verdelingsvoorstel voor 2011.

2. Uitbreiding Wijksteunpunten Wonen


Om uitbreiding van de wijksteunpunten buiten de ring te stimuleren zijn extra middelen nodig.
In het programmakoord is de uitbreiding wijksteunpunten benoemd als een van de
doelstellingen. Specifiek gaat het om een verbetering van de uitvoering van de vijf basistaken
van wijksteunpunten wonen bij het ondersteunen van huurders. Deze basistaken zijn:
voorlichting en hulpverlening, bewonersondersteuning, ondersteuning collectieve
belangenbehartiging op stadsdeelniveau en/of wijkniveau, ondersteuning participatie,
signaleren van knelpunten. Dit overwegende stelt ons College voor om in 2011 € 0,2 miljoen
toe te kennen aan de uitbreiding van wijksteunpunten buiten de ring.

3. Woningbouwregie
In het Programakkoord is voor woningbouwregie/ huurderondersteuning € 4 miljoen extra
beschikbaar. De aanvraag voor woningbouwregie bedraagt € 3,2 miljoen. Voor de
huurdersondersteuning is een aparte prioriteitsaanvraag ingediend van € 0,8 miljoen voor
deze collegeperiode. Het geheel past binnen de kaders van het Programakkoord.

De prioriteit is voor een systeemverandering in de woningbouw, inclusief samenwerking


tussen markt en corporaties en nieuwe allianties, het continueren van de taken van de
woningbouwregisseur na 2012 en de ondersteuning van de regisseur door de afdeling Regie
Productie.

Ons College stelt voor, gezien de onzekere financiële situatie, de toekenning voor
woningbouwregie te beperken tot de gevraagde € 0,6 miljoen incidenteel voor 2011. De
komende jaren zal bij de begroting steeds opnieuw worden bekeken of er financiële ruimte is
voor verdere honorering.

4. Transformatie, kantorenloods
De kantorenloods ziet zich voor de opgave geplaatst om de komende bestuursperiode
periode door transformatie de leegstand in de kantoren actief en substantieel terug te
dringen. De aanvraag past binnen de kaders van het Programakkoord waarin hiervoor € 2
miljoen is opgenomen.

Gegeven de onzekere financiële situatie stelt ons College positief voor om in 2011 incidenteel
€ 0,35 miljoen voor de kantorenloods toe te kennen. De komende jaren zal bij de begroting
steeds opnieuw worden bekeken of er financiële ruimte is voor verdere honorering.

5. Broedplaatsen
Het broedplaatsenbeleid van de gemeente Amsterdam draait om de realisatie van betaalbare
(woon-)werkruimte voor het ‘basissegment van de creatieve industrie’. De doelgroep die
gebruik maakt van dit basissegment is een mix van startende kunstenaars en creatieve
ondernemers, culturele ondernemers en ambachtelijke bedrijfjes die samen in een
broedplaats een creatieve meerwaarde voor de straat, buurt en stad genereren. Deze
meerwaarde valt te specificeren naar vier thema’s. Ten eerste Kunst&Cultuur waarbij het gaat
om ruimte bieden voor jong kunstzinnig talent uit binnen- en buitenland. Ten tweede de
economische betekenis van broedplaatsen voor de werkgelegenheid voor de creatieve
industrie. Ten derde de sociale waarde van broedplaatsen voor versterking van buurten en
wijken zoals dit concreet is aangetoond in Nieuw-West. Het ruimtelijke thema tot slot betreft
de voortzetting van de succesvolle aanpak om het negatieve imago van sommige buurten
(Zuid-Oost, Nieuw-West) te doorbreken met de komst van broedplaatsen en ook de
kantorenleegstand te bestrijden met al dan niet tijdelijk gebruik als broedplaats.
Deze middelen worden ingezet voor objectsubsidies en projectmanagement dat geleverd
wordt voor de behoud en realisatie van broedplaatsen.

Raadsdruk Begroting 2011 306


Gevraagd wordt ten behoeve van het programma broedplaatsen voor 2011 € 1,5 miljoen toe
te kennen. De aanvraag past binnen de kaders van het Programakkoord waarin voor
broedplaatsen € 6 miljoen is opgenomen. Door toekenning van dit bedrag kan in de periode
2011-2014 worden voldaan aan de doelstellingen van het vigerend broedplaatsenbeleid, te
weten een toevoeging van jaarlijks 10.000 m² broedplaatsruimte.

Ons College stelt voor, gezien de onzekere financiële situatie, de toekenning te beperken tot
€ 1 miljoen incidenteel voor 2011. De komende jaren zal bij de begroting steeds opnieuw
worden bekeken of er financiële ruimte is voor verdere honorering.

6. Transformatie kantoren
Conform het programakkoord wordt de transformatie van kantoorpanden de komende periode
voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. Het voorgestelde budget wordt ingezet voor
onrendabele investeringen in grond en/of vastgoed om de beoogde transformatie van een
gebied een impuls te geven. Met transformatie wordt hier bedoeld dat de huidige
(verouderde) bestemming van gebouwen en/of grond (deels) wordt omgezet naar een nieuwe
bestemming.
Omdat er sprake is van een onzekere financiële situatie stelt ons College voor om in 2011
niet het volledige gevraagde bedrag te honoreren en een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar
te stellen.

I1b Programakkoord: overige prioriteiten

7. Programma Maatschappelijke Investeringen, PMI


Het voorstel voor de PMI-middelen voor de periode 2011 t/m 2014 bedraagt € 20,0 miljoen,
waar bij de aanvraag van de prioriteit de volgende verdeling wordt aangegeven: € 5,0 miljoen
2011, € 10,0 miljoen 2012, € 2,5 miljoen 2013 en € 2,5 miljoen 2014. Het zwaartepunt ligt
daarmee aan het begin van deze Collegeperiode. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 2,81
fte ingezet worden.

In het PMI-verdeelbesluit dat jaarlijks door ons College wordt vastgesteld worden de concrete
projectvoorstellen van de stadsdelen opgenomen.

Opgaven 2011-2014
De stadsdelen bepalen de gewenste PMI-bijdragen op basis van hun meerjarige
investeringsprogramma’s sociale accommodaties (MIPSA). De inhoud en de prioritering in de
toekenning van PMI-middelen worden bepaald door:
 sectoroverschrijdende (sociaal, fysiek, cultuur, economie) integrale afwegingen op wijk-,
buurt- en stadsdeelniveau (gebiedsgerichte aanpak)
 stadsdeelvoorzieningen waarbij sprake is van stedelijke planvorming en regie op de
uitvoering, zoals ouderkindcentra, voorscholen, uitvoering van het sportplan; culturele
voorzieningen; participatiecentra
 wijkaanpak en gebiedsgerichte arrangementen
 herstructureringsgebieden, grootstedelijke en coalitiegebieden (uitbreiding, stedelijke
vernieuwing) waarbij maatschappelijk vastgoed wordt ontwikkeld dat onder beheer van
het stadsdeel komt; een en ander afhankelijk van de nadere prioritering met betrekking
tot voorrangsgebieden)

Maatschappelijk vastgoed is vaak onderdeel van een groter bouwprogramma met andere
functies en voor een deel afhankelijk van de woningbouwopgave. Een dekkende exploitatie
van maatschappelijk vastgoed is vaak afhankelijk van beleidsbudgetten in de sociale sector.
De stadsdelen worden de in gelegenheid gesteld om uiterlijk mei 2011 hun meerjarige
investeringsprogramma’s te hebben afgerond, zodat deze de grondslag kunnen vormen voor
beoordeling van de aanvragen per 1 augustus 2011 voor de periode 2012-2014. Ons College
heeft de prioriteit voor € 10 miljoen opgenomen in het verdeelvoorstel 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 307


IP4 Incidentele posterioriteiten

8. Budget 'stadsmariniers' incidenteel (2011) verlagen


Voor een toelichting wordt verwezen naar de structurele posterioriteit vermindering budgetten
Bestuursdienst in het Programma Bestuur & concern.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

9. Van Groot naar Beter


De regeling Van Groot naar Beter richt zich op het vrijmaken van grote woningen voor krap
wonende grote gezinnen. De regeling wordt op dit moment veranderd van een subsidie voor
bewoners naar een subsidie voor corporaties (ten behoeven van de bewoners). Met deze
verandering zal de effectiviteit verbeteren. De nieuwe regeling houdt in dat kleine
huishoudens (1-3 personen) actief worden benaderd door corporaties om van een woning
met minimaal vijf kamers en groter dan 70 m² te verhuizen naar een kleinere passende
woning. Vervolgens wordt deze grote woning toegewezen aan een krap wonend groot gezin
(huishouden met drie of meer kinderen jonger dan 18 jaar wonend in een woning kleiner dan
60 m2). Corporaties kunnen een subsidieaanvraag doen voor de kosten die gemaakt zijn om
het kleine huishouden te laten verhuizen tot een maximum bedrag van € 6.000. De huidige
regeling wordt uitgevoerd door WZS en is daarbij ondanks soms gerichte actie vooral
‘aanvraag’ gestuurd. Door de regeling te veranderen waarbij corporaties aanvragen kunnen
doen, vermindert de bureaucratie. Corporaties kunnen beter prioriteren en meer gericht
bewoners benaderen, daarmee worden er enkel aanvragen gedaan die een grote kans van
slagen hebben. De verwachting is dat als deze regeling goed op gang is tenminste zestig
grote woningen per jaar beschikbaar komen voor krap wonende grote gezinnen.
Ons College stelt voor de aanvraag op te nemen in het verdeelvoorstel.

10. Beter Verbeteren en Funderingsherstel


Woningcorporaties en particuliere eigenaren worden met de regeling ‘Beter Verbeteren’
gestimuleerd om tijdens hun onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden nadrukkelijk ook te
investeren in behoud of herstel van het oorspronkelijk aangezicht van de gevel. Daarnaast
bevordert de centrale stad duurzaam behoud van architectonisch zeer waardevolle panden
door premies voor funderingsherstel beschikbaar te stellen. Funderingsherstel maakt echter
maar een klein deel van het budgetbeslag uit.
‘Beter Verbeteren’ blijkt, ondanks het verhoudingsgewijs geringe subsidiebedrag, een zeer
effectieve regeling waar het gaat om behoud en herstel van gevels en de uitstraling van de
stad. Het stimuleert tegelijk ook investeringen met een multiplier van ongeveer een
factor 5 tot 6.

Vanuit budgettaire overwegingen is deze regeling eind 2004 beëindigd voor alle
verbeteringen buiten de Stedelijke vernieuwingsplannen. Ondanks de grote vraag die daar
buiten bestaat zijn subsidies alleen nog mogelijk binnen de door uw Vergadering vastgestelde
SV-plannen.

De raming van de budgetbehoefte is deels gebaseerd op deze plannen en deels op de


ervaring van de afgelopen jaren. De afgelopen jaren kwam dat ongeveer neer op de
besteding van het volledige jaarbudget van ruim € 1,5 miljoen. Wellicht mede als gevolg van
de crisis is het beroep op dit budget wat teruggelopen en is er nog een restantbudget van
voorgaande jaren. Gezien het bovenstaande en de budgettaire beperkingen stelt ons College
voor om € 0,615 miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel.

11. Stelpost Bodemsanering


Ons College stelt voor om € 2 miljoen op te nemen in het ISV-verdeelvoorstel voor het
uitvoeren van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Het voorstel volgt uit de
verplichtingen naar het rijk (convenant Bodem).

Raadsdruk Begroting 2011 308


12. Sleutelbedrag stadsdelen
Stedelijke vernieuwing vindt vooral plaats in de stadsdelen. Het ligt dan ook voor de hand
hiervoor een substantieel bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. In de Begroting 2010
was dit € 20 miljoen. Gezien de bezuiniging op het ISV is het vrijwel onmogelijk het
sleutelbudget op dat niveau te handhaven. Ons College stelt voor om € 14,75 miljoen voor
sleutelbudget richting stadsdelen op te nemen in het verdeelvoorstel. Het budget zal verdeeld
worden volgens de sleutel die ons College in december 2009 vaststelde. De sleutel is
aangepast om meer recht te doen aan de feitelijke stedelijke vernieuwingsopgave. Deze
sleutel wordt aan het begin van deze bestuursperiode voor vier jaar vastgelegd, waardoor de
stadsdelen zekerheid hebben ten aanzien van de onderlinge verdeling.

13. Vernieuwing Bijlmermeer


De vernieuwingoperatie Bijlmermeer is nog niet afgelopen. Er moet nog veel gebeuren: de
bouw van ruim 3.000 woningen, renovatie c.q. herpositionering van flats, de inrichting van
tientallen hectare openbare ruimte en het realiseren van nieuwe commerciële functies en
voorzieningen. De beide andere partners van de vernieuwing, Rochdale en Stadsdeel
Zuidoost, hebben gezien het grote belang om de opwaartse lijn van de Bijlmer vast te
houden, inmiddels hun bijdrage aan het voortbestaan van het projectbureau vernieuwing
Bijlmermeer voor de komende jaren vastgelegd. Aan de centrale stad wordt hetzelfde
gevraagd. Het gaat daarbij om een bedrag van € 0,365 miljoen per jaar voor de komende vier
jaar. Aangezien de proceskosten voor de nernieuwing van de Bijlmermeer eigenlijk in het
Vereveningfonds thuishoren, stelt ons College voor alleen voor 2011 het bedrag van € 0,365
miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel en daarna niet meer.Toekenning van dit budget
hangt samen met de herprioriteringsactie ruimtelijke plannen. Als deze plannen worden
geschrapt of uitgesteld, vervalt de grond voor deze aanvraag.

SP4 Structurele posterioriteiten

14. Infobalie (WZS)


Voor informatie over het verkrijgen van een woning wenden burgers zich op tal van manieren
tot dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS). Naast schriftelijk en digitale kanalen zijn er
ook mensen die zich melden bij de informatie balie van de dienst. Door dit voortaan op basis
van afspraak te doen, kan formatie worden bespaard zonder dat de dienstverlening
verslechterd. Ons College stelt voor deze posterioriteit op te nemen in de begroting en daarbij
de vaste formatie van WZS te verlagen met het bij behorende aantal fte.

15. Opheffen kenniscentrum Amsterdam (WZS)


Het kenniscentrum ((bibliotheek voor de ruimtelijke sector) is geen kernactiviteit van de dienst
WZS, daarnaast is het gebruik in de afgelopen jaren fors teruggelopen. Ons College stelt voor
het kenniscentrum op te heffen en daarbij de vaste formatie van WZS te verlagen met het
bijbehorende aantal fte.

16. Regeling Huisbewaring (WZS)


Het in gebruik geven en nemen van een vergunningplichtige woning zonder in bezit te zijn
van een huisvestingsvergunning is verboden. Toch kunnen zich situaties voordoen waarbij
een hoofdbewoner tijdelijk geen gebruik kan maken van de woonruimte. Onder huisbewaring
verstaan we het in gebruik geven en nemen van een woning bij tijdelijke afwezigheid van de
hoofdbewoner. Dienst WZS controleert deze aanvragen en verleent al dan niet toestemming.
Gebleken is dat corporaties deze aanvragen zelf kunnen afhandelen, zodat dit geen controle
door de gemeente meer behoeft. De dienst blijft wel verantwoordelijk voor het vooraf toetsen
van de huisbewaring op de particuliere markt, maar niet op de huurmarkt. Dit overwegende
stelt ons College voor deze prioriteit op te nemen in de begroting en daarbij de benodigde fte
te verlagen bij de dienst.

17. Verhoging Leges (WZS)


De huidige kostendekkendheid van leges in het kader van de huisvesting en
legesverordening is circa 30 procent. Met deze posterioriteit wordt de kostendekkendheid van
leges verhoogd naar 60 procent. Dit heeft gevolgen voor de tarieven voor burgers en
verhuurders. Ons College adviseert deze posterioriteit structureel op te nemen in de
begroting.

Raadsdruk Begroting 2011 309


18. Versobering bedrijfsvoering (WZS)
In het kader van de fusie van wonen en zorg en samenleven is reeds structureel € 1 miljoen
ingeboekt. De verdere invulling van de fusie zal naar verwachting nog structureel
€ 0,1 miljoen opleveren door het doelmatiger inzetten van de uitvoerende functies. Ons
College adviseert deze posterioriteit op te nemen in de begroting. Waarbij in de realisatie
ervan aandacht zal moeten zijn voor het voorkomen van dubbeltellingen met overige
bedrijfsvoeringsmaatregelen. Voor deze maatregel zal in kaart gebracht moeten worden wat
het personele effect is.

19. Bestuurlijke begeleiding


De ombuiging betreft het bezuinigen op het budget voor bestuurlijke begeleiding en
ondersteuning voor de ontwikkeling van de Zuidas. Ons College stelt voor de posterioriteit in
het verdeelvoorstel op te nemen.

20. RO-beleid stedelijke samenhang


In totaal zal er in deze bestuursperiode € 0,6 miljoen worden bezuinigd op het budget
Jaarprogramma Ruimtelijke Ordening beleid. De fasering van deze posterioriteit is wenselijk
omdat de personele consequenties op deze manier geleidelijk doorgevoerd kunnen worden
en zodoende minder frictiekosten met zich meebrengen. Ons College stelt voor om deze
posterioriteit vanaf 2011 gefaseerd op te nemen in het verdeelvoorstel.

21. Zuiderkerk
De ombuiging betreft de sluiting van het informatiecentrum voor de ruimtelijke sector in de
Zuiderkerk.

22. Vastgoedadvisering t.l.v. Vereveningsfonds


De afdeling Vastgoedadvies werkt vooral in het kader van de grondproductie. Ons College
stelt daarom voor om deze kosten in het vervolg ten laste te brengen van het
Vereveningsfonds. Dit levert een besparing voor de algemene dienst van € 0,95 miljoen.
Vervolgens moeten door vermindering van formatie (door vermindering van het aantal gratis
vastgoedadviezen en als gevolg van de crisis) en kennisoverdracht aan stadsdelen leiden tot
een besparing van circa € 0,2 miljoen in de toekomst. Deze besparing komt dan ten gunste
van het fonds.

Raadsdruk Begroting 2011 310


Programma Bestuur en concern
Maatschappelijk effect
Kiezen voor de stad, onder dat motto is ons College in mei 2010 van start is gegaan.
Dit motto is uitgewerkt in het Programakkoord waarin wij onze ambities hebben geformuleerd.
Ons College kiest voor de stad en in het bijzonder voor economisch groeien, voor sociaal
versterken en voor duurzaam investeren. We richten ons op de economische groei van
Amsterdam en werk voor alle Amsterdammers om met elkaar de economische crisis zo goed
mogelijk het hoofd te bieden en de stad financieel sterker te maken. We versterken de sociale
structuren van de stad door iedereen te betrekken en aan te spreken op zijn mogelijkheden.
We investeren duurzaam in de stad, zowel fysiek als sociaal. Dat kan niet zonder
hervormingen; we zullen fors moeten bezuinigen om deze investeringen te kunnen doen.
Prioriteit ligt de komende jaren bij onderwijs, economie, duurzaamheid en bereikbaarheid.
Ook voor in de komende zware jaren blijft het onze ambitie alle mogelijkheden te benutten om
onze stad te vernieuwen en te versterken.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 mil- Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


joen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma
Lasten + 105,5 93,1 92,8 85,1 84,5 84,0 83,7
Baten - 30,1 18,2 27,7 8,6 8,2 7,8 7,4
Resultaat t.l.v. algeme- 75,4 75,0 65,1 76,4 76,3 76,2 76,3
ne middelen voor
mutaties reserves
Toevoeging minus 1,6 - 1,0 - 6,0 - 0,3 - 0,2 - 0,1 - 0,2
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. algeme- 77,1 74,0 59,1 76,2 76,1 76,1 76,1
ne middelen na muta-
ties reserves
Saldo reserves 8,5 7,1 2,5 2,3 2,0 1,9 1,7
Saldo voorzieningen 21,3 19,2 10,8 9,0 7,5 6,3 5,4
Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
Voor zover van toepassing worden de ontwikkelingen en beleidskaders in de afzonderlijke
subprogramma’s besproken.

Raadsdruk Begroting 2011 311


3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma
3.1 Subprogramma Bestuur
3.1.1. Bestuur: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 1: uitoefenen van het dagelijks bestuur van de gemeente


Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten?

3.1.2 Bestuur: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Uitoefenen van het dagelijks bestuur van de gemeente


Uw Vergadering staat aan het hoofd van de stad. Voor de dagelijkse gang van zaken zijn in
de stadsdelen de dagelijks besturen verantwoordelijk, voor de stad als geheel is dat ons
College.

3.1.3 Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 5,9 6,1 6,0 5,9 5,9 6,0

Baten - 2,7 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0


Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 3,2 6,0 6,0 5,9 5,9 6,0

In dit subprogramma zijn de kosten van uw Vergadering, de raadsfracties en ons College


opgenomen.

Actualisatie 2010
Vanwege de uitbreiding van ons College met één wethouder stijgen de lasten (€ 0,2 miljoen).
In de begroting van de raadsgriffie doet zich een budgetneutrale verschuiving voor van € 0,1
miljoen in verband met een verschuiving naar het subprogramma 140.5 griffie.
Het saldo van de uitkeringen en pensioenen aan wethouders en weduwen van wethouders
neemt toe met € 0,1 miljoen. Dit is het gevolg van de instroom van twee wethouders minus
incidentele extra inkomsten van ex-wethouders.
In de Begroting 2010 was in dit subprogramma de stelpost voor nog functioneel te verwerken
nominale bijstellingen geraamd; door de functionele verwerking in de actualisatie komt deze
te vervallen ( -/- € 2,7 miljoen).

Begroting 2011
Vanwege het op jaarbasis ramen van de uitbreiding van ons College met één wethouder stij-
gen de lasten (€ 0,1 miljoen). De begroting van de raadsgriffie is € 0,1 miljoen lager in ver-
band met het vervallen van de incidentele posten voor de verkiezingen in 2010.
Ten opzichte van de Actualisatie 2010 neemt het saldo van de uitkeringen en pensioenen aan
wethouders en weduwen van wethouders toe met € 0,1 miljoen. De toename is het gevolg
van het vervallen van de extra inkomsten van wethouders in 2010 minus de uitstroom van
wethouders.
In dit subprogramma is op een stelpost een structureel bedrag van € 5 miljoen opgenomen
vanwege de taakstelling op externe inhuur, die in 2010 incidenteel ingevuld was en voor 2011
en volgende jaren nog nader verdeeld zal worden.

Raadsdruk Begroting 2011 312


3.2 Subprogramma Bestuursondersteuning

3.2.1 Bestuursadvisering en ondersteuning: Hoe gaan we het maatschappelijk effect


bereiken?
De economische crisis en de aangekondigde rijksmaatregelen hebben het financiële meerja-
renperspectief van de gemeente Amsterdam drastisch veranderd. Er moet vanaf 2011 reke-
ning worden gehouden met verdergaande terugloop van de inkomsten en tegenvallers in de
uitgaven. Ons College heeft zijn ambities betreffende het bestuur van de stad, en de gevol-
gen van de economische crisis hierop, vastgelegd in het Programakkoord 2010-2014 Kiezen
voor de stad. De realisatie daarvan moet worden bereikt met een slanke, sobere ambtelijke
organisatie gericht op een efficiënte uitvoering van de kerntaken van de gemeente. De inrich-
ting van de organisatie zal gestoeld zijn op een vaste hoogwaardige kern, ondersteund door
een flexibele schil met een eenduidige besturing. De ambtelijke organisatie staat voor de
uitdaging om sterk uit de crisis te komen.

Overige doelstellingen

Doelstelling 2: Integrale advisering aan het College, de strategisch inhoudelijke advisering/ondersteuning


en de verzorging van de totale logistiek rondom bestuurlijke besluitvorming, informatievoorziening en
voorbereiding van besluiten door College en afzonderlijke wethouders
Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten?

3.2.2 Bestuursadvisering : Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 2: Integrale advisering aan het College, de strategisch inhoudelijke advise-


ring/ondersteuning en de verzorging van de totale logistiek rondom bestuurlijke besluitvor-
ming, informatievoorziening en voorbereiding van besluiten door College en afzonderlijke
wethouders
De nadruk ligt op de integraliteit van adviezen, de strategisch-inhoudelijke advisering en on-
dersteuning van ons College. Ook ligt de nadruk op de verzorging van de logistiek rond be-
sluitvorming, informatievoorziening en voorbereiding van besluiten door ons College en af-
zonderlijke portefeuillehouders. De Bestuurdienst voert deze kerntaken uit in samenwerking
en in afstemming met de beleidsontwikkelende en uitvoerende diensten en projectorganisa-
ties.

De focus in de bestuursadvisering ligt op politiek gevoelige, risicovolle en domeinoverstijgen-


de onderwerpen. Diensten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de stukken en de bewa-
king van het besluitvormingsproces.
De planning en control gebeurt op basis van risicoanalyse. Bij de belangrijkste diensten treedt
een Toets- en Adviesteam van Bestuursdienstmedewerkers op. In dat kader is voortdurend
aandacht voor verdere professionalisering van de in de Bestuursdienst opererende Toets- en
Adviesteams.

Kiezen voor de Stad


Ons College zet sterk in op onderwijs, economie, duurzaamheid en bereikbaarheid. Om de
participatie te bevorderen is kwalitatief goed en goed toegankelijk onderwijs voor zo veel mo-
gelijk Amsterdammers nodig Als het gaat om creativiteit en koopmanschap loopt Amsterdam
al eeuwen voorop. Amsterdammers zijn creatief, niet alleen in artistieke zin, maar ook in het
vinden van nieuwe innovaties en toepassingen. Dit is een grote kracht van de Amsterdamse
economie, die verder versterkt moet worden door de stad bereikbaar te houden en toeganke-
lijk voor grote en kleine ondernemingen, die op hun beurt van Amsterdam een aantrekkelijke
wereldstad maken om te wonen, werken en vakantie te vieren. Ons College legt daarbij priori-
teit op duurzame ontwikkeling, wat ten goede komt aan de innovatieve kracht van de econo-
mie, de leefbaarheid en de bereikbaarheid. De operationalisering van het programakkoord
2010-2014 is in volle gang.

Communicatieadviezen maken onderdeel uit van de integrale advisering van ons College.
Woordvoerders voeren deze taken uit, waarbij de uitvoering van de communicatie op een
select aantal bestuurlijk relevante thema´s wordt voortgezet. De onderwerpen zijn actueel,

Raadsdruk Begroting 2011 313


concreet, politiek-bestuurlijk van aard en vragen om een aanpak die portefeuille en/of dienst-
overstijgend is. Daardoor vallen zij in de praktijk tussen de werkgebieden van de bestuurs-
voorlichter en de communicatieafdelingen van diensten in.
De media-afdeling ondersteunt het bestuur en de organisatie met versterking intranet (bij-
voorbeeld splitscreen) en meer samenwerking in personeelsblad Maxxx en huis-aan-huis
magazine Amsterdam.nl. Het Amsterdams Bureau voor Communicatie (ABC) draagt bij aan
concernbrede kennisdeling, -vergroting en -behoud. Onder concernbrede kennisdeling valt
tevens het actief uitdragen van de communicatiekaders en de collegebrede communicatie-
aanpak.
Meer en meer bepalen ook persoonlijke vaardigheden de effectiviteit van het bestuur. Com-
municatie is daarin adviserend, maar tegelijk ook ondersteunend op het gebied van media,
externe betrekkingen en internationale relaties.

De Bestuursdienst draagt bij aan de versterking van de juridische weerbaarheid van de


gemeente in politiek gevoelige en juridisch risicovolle dossiers. Het betreft hier overwegend
dossiers die een hoog afbreukrisico met zich meebrengen of om andere redenen van
strategisch belang zijn. Voor civiele procedures wordt gebruik gemaakt van de intern
gepositioneerde Huisadvocaat. Dit levert besparingen op de inhuur van externe
advocatenkantoren op en zorgt dat specialistische juridische kennis binnen de gemeente blijft
en ontwikkeld wordt.
3.2.3 Bestuursadvisering: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 60,1 63,9 58,1 57,6 57,3 56,7
Baten - 3,8 14,4 5,1 4,7 4,3 3,8
Mutaties in reserves -0,7 -3,3 -0,2 -0,2 -0,1 -0,1
Saldo 55,6 46,2 52,8 52,8 52,8 52,8

Actualisatie 2010
De huisvestingslasten van de Bestuursdienst worden hoger omdat de Dienstverlening en
Facilitair Management (DFM) de lasten gaat doorberekenen (€ 0,2 miljoen).
De vrijval van de reserve vakantiegeld van de Bestuursdienst leidt tot een incidentele baat
van € 1,5 miljoen. De taakstelling in het kader van de ombuiging 10%-operatie is bij de Be-
stuursdienst functioneel verwerkt (- € 0,1 miljoen).
Bij de Bestuursdienst vinden diverse overhevelingen van budgetten van en naar andere dien-
sten plaats, waarvan het ICT-budget naar de Dienst ICT en evenementenbudget komend van
Economische Zaken de belangrijkste zijn (per saldo € 0,9 miljoen).
Bij de Bestuursdienst is het effect van de negatieve nominale ontwikkelingen € 0,8 miljoen.

Op grond van de ARA en verordeningen wordt een aantal uitkeringen verstrekt. Het gaat om
5.500 uitkeringen. De kosten worden door het Servicehuis Personeel bij de diensten in reke-
ning gebracht. Voor een 7-tal diensten voert het Servicehuis Personeel de salaris- en perso-
neelsadministratie uit. Dit (Uitkeringen en PSA dienstverlening) is een kostendekkende activi-
teit. Door de ingebruikname van Mijn Personeelsnet wordt deze dienstverlening afgebouwd.
Hierdoor nemen de baten en lasten af met € 0,04 miljoen ten opzichte van de Begroting 2010.
In 2010 is nog een bedrag van € 0,39 miljoen gemoeid met deze activiteit.

Bij het Servicehuis Personeel zijn verschillende voorzieningen voor voormalig personeel te-
gen het licht gehouden. Dit leidt tot een vrijval in de Jaarrekening 2010 van € 8,3 miljoen,
waarmee nu in de actualisatie al via een incidentele baat rekening wordt gehouden.

Begroting 2011
Door de structurele verwerking van de concernbrede inkooptaakstellingen en ombuigingen uit
de 10%-operatie, dalen de lasten in dit subprogramma met € 0,3 miljoen.
Bij de Bestuursdienst is het effect van de negatieve nominale ontwikkelingen € 0,3 miljoen.

De gemeente Amsterdam heeft voor de uitvoering van uitkeringen die ontstaan zijn voor
1 januari 2001 een contract gesloten met Loyalis Valent B.V. Deze uitbesteding is kostendek-
kend. Ten opzichte van de Actualisatie 2010 is er sprake van een afname van de baten en

Raadsdruk Begroting 2011 314


lasten met € 0,06 miljoen. Door uitstroom van wachtgelders worden de kosten voor de uitvoe-
ring van de regeling lager. In 2011 is een bedrag van € 0,16 miljoen gemoeid met de kosten
van deze activiteit.
Door de ingebruikname van Mijn Personeelsnet wordt de dienstverlening van het Servicehuis
Personeel ten behoeve van uitkeringen en PSA dienstverlening verder afgebouwd. Hierdoor
nemen de baten en lasten af met € 0,04 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. In
2011 is een bedrag van € 0,34 miljoen gemoeid met deze activiteit.

Door het vervallen van de incidentele baten in de (geactualiseerde) Begroting 2010 gaan de
baten met € 9,8 miljoen omlaag.

3.3 Subprogramma Concernontwikkeling

3.3.1 Concernontwikkeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Overige doelstellingen

Doelstelling 3: Uitvoeren en/of ondersteuning van activiteiten die beogen de organisatie van het concern
Amsterdam te verbeteren (of die beogen het bestuurlijk stelsel te versterken).
Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten?

3.3.2. Concernontwikkeling: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 3: Uitvoeren en/of ondersteuning van activiteiten die beogen de organisatie van
het concern Amsterdam te verbeteren (of die beogen het bestuurlijk stelsel te versterken).

Concern Organisatie
De realisatie van onze bestuurlijke ambities door middel van een slanke, sobere een efficiën-
te organisatie stelt eisen aan de inrichting van de organisatie. Een flexibele organisatie met
een vaste hoogwaardige kern is hierbij het uitgangspunt. Het behouden en ontwikkelen van
talent is een van de doelstellingen van het strategisch personeelsbeleid, met aandacht voor
mobiliteit, loopbaanbeleid en diversiteit. Daarnaast wordt ingezet op het bieden van stage-
plekken aan jongeren en scholieren.
Andere aandachtspunten zijn het terugdringen van de externe inhuur, professionalisering van
de bedrijfsvoering, het eenduidig beleggen van taken, verminderen van het aantal diensten
(onder andere door positioneringsonderzoeken bij de Haven en gemeentelijke bedrijven), het
professionaliseren en innoveren van werkprocessen en het verbeteren van de samenwerking,
zowel tussen diensttakken onderling als binnen de metropoolregio Amsterdam.

Eén Amsterdam
De Bestuursdienst adviseert het bestuur over de inrichting van en het onderhoud aan het
bestuurlijk stelsel. De gedachte van ‘Eén Amsterdam’ betekent onder andere de erkenning
dat de gemeente één juridische entiteit is. Dat impliceert eenheid in bestuurs-, privaat- en
strafrechtelijk optreden. Binnen de gemeente staat beleidsdiversiteit voorop en wordt tegelij-
kertijd uniforme kwaliteit in regelgeving en besluitvorming nagestreefd. De centrale juridische
directie speelt daar een belangrijke rol in, onder andere door een regierol te nemen in ge-
meentebrede wetgevingstrajecten.

De directie Communicatie werkt verder aan de uitbouw van concernbrede aanpak van de
communicatie waardoor meer onderlinge samenhang ontstaat, meer eenduidigheid voor de
burger en meer efficiency bij besteding van de middelen. Daarbij zijn de speerpunten:
 Uitvoering van de communicatieve aanpak van het programakkoord en bestuursakkoord
met behulp van concrete afspraken binnen het concern over inhoudelijke focus van de
communicatieve aanpak en inzet van middelen
 Eén Amsterdam: herkenbaarheid, eenduidigheid en vindbaarheid van de organisatie is
belangrijk, met nieuwe stadsdelen en verdere clustering binnen het concern. Directie
Communicatie versterkt de regie om digitale versnippering en onsamenhangende inzet
van middelen zoveel mogelijk te voorkomen

Raadsdruk Begroting 2011 315


 centraal campagnemanagement: Het doel is om ten behoeve van het bestuur meer regie
en efficiency te verkrijgen op het gebied van planning, kosten en kwaliteit van gemeente-
lijke campagnes
 in het kader van de heroverwegingen, de nieuwe stadsdelen en verdere clustering levert
ABC een belangrijke bijdrage aan mobiliteit en het behoud van personeel

Heroverwegingen 2011 – 2014


De heroverwegingen die ervoor moeten zorgen dat de gemeente financieel gezond blijft zijn
de komende jaren een belangrijk onderwerp binnen de Bestuursdienst. De gemeente Am-
sterdam moet de komende jaren fors bezuinigen om een sluitende meerjarenbegroting te
behouden. Deze bezuinigingen slaan voor een groot deel neer op de bedrijfsvoering van de
gemeente Amsterdam.
De focus zal grotendeels liggen op de implementatie van de maatregelen en ervoor te zorgen
dat de bezuinigingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Hierbij is het monitoren van de
maatregelen zowel organisatorisch als financieel van groot belang.

Centrale inkoop
Ons College wil de inkoop van diensten en goederen verregaand centraliseren of onderbren-
gen in raamcontracten om besparingen te creëren. Daarbij wil ons College zoveel mogelijk
duurzaam en fair trade inkopen en zegt toe in 2011 met een plan te komen.
Andere doelstellingen uit het Programakkoord, die nog niet financieel in deze begroting zijn
verwerkt, en die een directe relatie hebben met (Concern) inkoop zijn onder andere:
 de extra bezuinigingsvoorstellen, een investering in het sterk verouderde ICT systeem
van de gemeente
 de introductie van een Ondernemerspaspoort (conform het aanbestedingspaspoort) ten
behoeve van aanbestedingen, vergunningaanvragen en Bibob-toetsen
 inzetten op het bieden van stageplekken bij de gemeente en bij bedrijven die voor de
gemeente werkzaam zijn
 Amsterdam heeft de ambitie de eerste stad in Europa te zijn waar elektrisch vervoer nor-
maal is; prioriteit krijgt het verschonen van het gemeentelijk wagenpark

Amsterdam gaat maximaal duurzaam inkopen, de portefeuillehouder zal voor de zomer van
2011 een voorstel doen. Onderhandse gunning wordt betrokken bij het maken van de afwe-
ging welke manier van inkopen of aanbesteden de beste zorg of dienstverlening genereert
voor Amsterdammers. De gemeente wil zo transparant mogelijk zijn over wat er met publiek
geld is gedaan en bereikt.

3.3.3 Concernontwikkeling: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 15,0 10,6 3,9 3,9 3,9 3,9
Baten - 7,9 9,6 0,3 0,3 0,3 0,3
Mutaties in reserves 0,0 -1,9 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 7,1 - 1,0 3,6 3,6 3,6 3,6

Actualisatie 2010
Vanwege de frictiekosten voor de fusie stadsdelen (niet in 2009 bestede middelen) worden de
lasten bij de Bestuursdienst incidenteel € 1,9 miljoen hoger; daar staan bij de algemene dek-
kingsmiddelen hogere baten tegenover. De kosten voor onderzoeken op financieel terrein zijn
€ 0,2 miljoen lager geraamd vanwege minder externe inhuur.
Vanuit de begroting van de Bestuursdienst vindt een budgetoverheveling naar de Dienst ICT
plaats van € 6,8 miljoen. De overige mutaties betreffen voornamelijk de negatieve nominale
ontwikkelingen (-/- € 0,3 miljoen).

Begroting 2011
De lasten zijn lager vanwege het vervallen van incidentele raming in de Begroting 2010, te
weten onderzoeken op financieel terrein (-/- € 0,7 miljoen), kosten fusie stadsdelen (-/- € 5,0
miljoen) en ICT-beleid (-/- € 0,9 miljoen).

Raadsdruk Begroting 2011 316


De concernbrede inkooptaakstelling, die tot en met 2010 aan de gemeentelijke organisatie-
onderdelen werd doorberekend, is in de Begroting 2011 functioneel verwerkt. Hierdoor dalen
de baten met € 4,0 miljoen. In het kader van de vroegere bezuinigingsoperaties is er bij de
inkooptaakstelling een opslag van € 0,3 miljoen opgenomen bij de interne leverancier AEB. In
verband met de overgang naar Nuon komt deze opslag te vervallen. Dit leidt tot een structu-
reel nadeel.
De baten zijn verder lager vanwege het vervallen van incidentele raming in de Begroting
2010, te weten opbrengst fusie stadsdelen (-/- € 4,4 miljoen) en ICT-beleid (-/- € 0,7 miljoen).

3.4 Subprogramma Griffie


De begroting van de Griffie wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden.
3.4.1 Griffie: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 3,3 3,4 3,3 3,3 3,3 3,4
Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves -0,1 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,2
Saldo 3,2 3,2 3,3 3,3 3,3 3,2

Actualisatie 2010
Het saldo is in de Actualisatie 2010 vrijwel gelijk. Dit is het effect van de negatieve nominale
ontwikkelingen, de vrijval van de reserve vakantiegeld en de budgettair neutrale verschuiving
van een budget van het subprogramma bestuur naar dit subprogramma.

Begroting 2011
Het saldo neemt in 2011 toe met € 0,1 miljoen. Dit is het saldo van de negatieve nominale
ontwikkeling en het vervallen van incidentele ramingen in de (geactualiseerde) Begroting
2010, bestaande uit uitgaven verkiezingen (-/- € 0,1 miljoen), onttrekking reserve verkiezingen
(€ 0,2 miljoen) en de vrijval van de reserve vakantiegeld

Begroting 2012-2014
In 2014 is incidenteel rekening gehouden met € 0,2 miljoen hogere lasten vanwege de ver-
kiezingen. Hier staat een onttrekking aan de daartoe bestemde reserve tegenover.

3.5 Subprogramma Ombudsman


De begroting van de Ombudsman wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden.

3.5.1 Ombudsman: Wat willen we bereiken?


Het toetsen van het handelen en het gedrag van de lokale overheid ten aanzien van de
burger aan de hand van een aantal behoorlijkheidsvereisten. De gemeentelijke ombudsman
is een onafhankelijk instituut dat, gevraagd en ongevraagd, het handelen en het gedrag van
de lokale overheid ten aanzien van de burger toetst aan een stelsel van
behoorlijkheidsnormen. Dit doet de ombudsman door:
 Laagdrempeligheid, dat wil zeggen goed bereikbaar en bekend te zijn voor iedereen met
klachten
 onpartijdig en deskundig onderzoek uit te voeren, zowel naar aanleiding van klachten als
op eigen initiatief
 rapporten openbaar te maken en onderzoeksresultaten voor te houden aan politiek,
bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken

Raadsdruk Begroting 2011 317


3.5.2 Ombudsman: Wat mag het kosten?
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8
Baten - 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7

Actualisatie 2010
Het saldo neemt af door de incidentele vrijval van de reserve vakantiegeld. Vanwege de om-
vang en afronding komt dit niet tot uitdrukking in vorenstaande tabel.

Begroting 2011
Het saldo neemt toe als gevolg van het vervallen van de incidentele vrijval van de vakantie-
geldreserve.

3.6 Subprogramma Rekenkamer


De begroting van de Rekenkamer wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden.

3.6.1 Rekenkamer: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 1,6 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Baten - 0,7 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0
Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 1,0 1,2 1,5 1,5 1,5 1,5

Actualisatie 2010
In de actualisatie neemt het saldo ten laste van de algemene dienst met € 0.2 miljoen toe. De
belangrijkste oorzaak is de lagere inkomsten van stadsdelen (-/- € 0,3 miljoen). Naast de
overgang naar een gemeenschappelijke regeling heeft uw Vergadering besloten om met in-
gang van 1 juni 2010 de rekenkamerfunctie op de A-lijst van de verordening op de stadsdelen
te plaatsen. Dit betekent dat het aandeel van alle stadsdelen in de rekenkamerfunctie wordt
uitgenomen uit het stadsdeelfonds. Gemeentebreed is dit budgetneutraal. Met uw Vergade-
ring is afgesproken dat de Rekenkamer het tekort in de Jaarrekening 2008 van € 138.000 zou
compenseren in 2009 en 2010. Dit betekent voor 2010 een compensatie van € 69.000. In
verband met de beëindiging van de lokale Rekenkamer Amsterdam per 1 juni 2010 en de
overgang naar de gemeenschappelijke regeling realiseert de Rekenkamer in 2010 de bespa-
ring gedeeltelijk (5/12 deel); het overige deel komt ten laste van de algemene dienst. De
overschrijding uit 2008 is reeds verwerkt in de Jaarrekening 2008.
Tot 1 juni 2010 voerde de lokale Rekenkamer Amsterdam werkzaamheden uit voor de ge-
meente Zaanstad. Met ingang van 1 juni 2010 wordt de lokale rekenkamer beëindigd; de
lokale rekenkamer heeft voor 2010 dan ook de oorspronkelijk geraamde inkomsten en uitga-
ven voor 7/12 deel (€ 0,1 miljoen) verlaagd.

Begroting 2011
Het saldo ten laste van de algemene dienst neemt met € 0,3 miljoen. De belangrijkste ontwik-
kelingen zijn:
 de verlaging van inkomsten stadsdelen in verband met raadsbesluit tot het op de A-lijst
plaatsen van de rekenkamerfunctie; in de actualisatie zijn de inkomsten met 7/12 deel
verlaagd, in de Begroting 2011 worden de inkomsten volledig afgeraamd. Hier staat een
uitname uit het stadsdeelfonds tegenover (-/- € 0,2 miljoen)
 het vervallen van incidentele posten in de (geactualiseerde) Begroting 2010 en overige
mutaties (-/- € 0,1 miljoen)

Begroting 2012-2014
Er doen zich geen ontwikkelingen voor in de Begroting 2012-2014 ten opzichte van 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 318


3.7 Subprogramma Onderzoek en Statistiek

3.7.1 Onderzoek en Statistiek: Wat willen we bereiken?


Het ondersteunen van het beleids- en besluitvormingsproces met behulp van statistieken,
sociaal wetenschappelijk onderzoek en monitoren, alsmede het realiseren van
programmering van onderzoeken binnen de gemeente.

Doelstelling : Verbetering van prestatiemeting en onderzoekprogrammering


Indicator Nulmeting en 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014
peildatum
In overleg met diensten en Stadstat is Stadstat is Wordt verder Wordt verder ontwikkeld
stadsdelen verdere online en online en ontwikkeld
ontwikkeling van Stadstat openbaar openbaar obv uitkomsten
vormgeven. Publicatie via Stadstat heeft evaluatie eerste
internet. planning en bestuursperiode
controlprijs aanpassing aan
ontvangen nieuw
programakkoor
d
Coördinatie onderzoeken en Periodiek Orientatie op Proces blijven Proces blijven faciliteren
programmering met diensten overleg met doeltreffendhei faciliteren
en stadsdelen. Faciliteren diensten en dsonderzoek
van de clusters in de Sociale- stadsdelen i.o.m. sociale
, ontwikkelingsalliantie en over opzet en
stadsdelen programma ontwikkelingsal
geformalise liantie
erd Sociale en
ontwikkelingsal
liantie hebben
een
(voorzichtig)
begin gemaakt
met
onderzoekspro
grammering.
Uitbouwen samenwerking Neemt deel Samenwerking Samenwerking wordt
kennisinstellingen, onder aan wordt verder verder uitgebouwd
meer via NICIS en Kennis onderzoeken uitgebouwd
voor de stad
Ondersteuning beleids- en Uitvoeren
besluitvorming. Onder meer onderzoeken
monitoren en publicatie Staat
beleidsverkenning van de Stad V.
Uitvoeren
verdiepings- en
signaleringsond
erzoeken
Uitvoeren en
publiceren
Burgermonitor.

3.7.2 Onderzoek en Statistiek: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling: Verbetering van prestatiemeting en onderzoekprogrammering


Stadstat is in de afgelopen bestuursperiode succesvol geïntroduceerd. Met de stadsdelen is
afgesproken hoe hun ambities zichtbaar gemaakt worden. Daardoor is het voor burgers en
andere betrokkenen mogelijk te volgen hoe de stad en de buurten er voor staan en in hoever-
re stad en stadsdelen erin slagen hun beleidsdoelstellingen te realiseren.

In de afgelopen jaren heeft O+S een begin gemaakt met onderzoek dat primair een signalerend
of verkennend karakter heeft. Dat gebeurt veelal in aansluiting op regulier onderzoek en kan
uiteenlopende thema’s betreffen. Voorbeelden hiervan zijn stedelijke ontwikkeling, onderwijs en
segregatie en arbeidsmarktontwikkelingen. In 2011 zal dit type onderzoek, dat vorm krijgt in
samenspraak met diensten en allianties zich richten op de ambities van Amsterdam in 2014,
zoals vastgelegd in het programakkoord: beter onderwijs, een sterker sociaal economisch
weefsel, een duurzame stad, een veiliger en vrije stad en een aantrekkelijke en dynamische
stad.

Raadsdruk Begroting 2011 319


Er zal nieuwe Amsterdamse Economische Verkenning opgesteld worden, aangevuld met stu-
dies naar ZZP’ers en nieuwe economische sectoren, evenals een breder vormgegeven leef-
baarheidindex die naast veiligheid ook elementen van aantrekkelijkheid, vrijheid, aantrekkelijk-
heid en woontevredenheid kan bevatten.

In 2011 zal ook aandacht worden besteed aan de ontwikkelingen in de Metropoolregio Am-
sterdam. Nu de regionale statistiek langzamerhand volwassen wordt, ontstaat ruimte voor het
beschrijven en analyseren van ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond de vraag voor welke huis-
houdens de verschillende delen van de Metropoolregio aantrekkelijk en toegankelijk zijn als
woonplaats en in welke mate.

De samenwerking met kennisinstellingen blijft een speerpunt. Hoewel het nog onzeker is of
en in welke vorm het initiatief Kennis voor de Stad een vervolg krijgt, zal de samenwerking
tussen O+S en de beide Amsterdamse universiteiten hecht blijven, zowel in de vorm van
kennisdeling en consultatie als in de vorm van gezamenlijke projecten. Ook de samenwerking
met Nicis, het instituut dat als doel heeft de lokale beleidspraktijk te verbinden met weten-
schappelijke inzichten, blijft in stand. Thema’s zijn onder meer sociale mobiliteit, kwaliteit van
publieke ruimten, de opkomst en neergang van buurten, segregatie, polarisatie en sociale
cohesie.

De bestedingsmogelijkheden van de gemeente zullen de komende jaren onder druk blijven


staan. Een zekere terugloop in het aantal onderzoeksopdrachten ligt daardoor in de lijn der
verwachting. In 2010 is dat al zichtbaar bij het opdrachtonderzoek. Hoewel daarbij meer oor-
zaken (nieuw college, fusie stadsdelen, conjunctuur) een rol spelen dan verminderde beste-
dingsmogelijkheden voor gemeentelijke onderdelen alleen, is het gevolg steeds hetzelfde:
een krimpende markt. Daarom zal nog meer worden ingezet op binnengemeentelijke en regi-
onale samenwerking, zeker ook met partijen die zelf grote databestanden beheren en onder-
zoek (laten) uitvoeren.

3.7.3 Onderzoek en Statistiek: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 5,2 5,4 5,5 5,4 5,4 5,4
Baten - 3,0 3,1 3,2 3,2 3,2 3,2
Mutaties in reserves -0,1 -0,1 -0,2 -0,1 -0,1 -0,0
Saldo 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1 2,2

Actualisatie 2010 en Begroting 2011


Het saldo van baten en lasten na mutaties in reserves is voor zowel de Actualisatie 2010 en
de Begroting 2011 vrijwel ongewijzigd.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwach- Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen Ultimo mutaties te mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 stand 2011 2011 2012 2013 2014
ultimo
2010
+ -/- + -/-
Reserves
Raadsonder- 0,7 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,7 0,7 0,7 0,7
zoeken
Digitaal archief 0,7 0,0 0,2 0,5 0,0 0,2 0,4 0,2 0,1 0,0
Bouwfraudegel- 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2
den
Egalisatiereserve 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
tarief personeels-
voorzieningen
Vierjarige reserve 0,1 0,1 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,0
Raadsgriffie

Raadsdruk Begroting 2011 320


Bedrijfsvoerings- 2,8 0,1 1,9 1,0 0,1 0,3 0,9 0,8 0,7 0,7
reserves
(WW/vakantiegeld
)
WABO 1,2 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Rampenfonds 1,1 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(internationale
hulpverlening)
Reserve Bestuur- 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
sondersteuning
Reserve Dienst 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
ICT
Totaal reserves 8,3 0,2 6,1 2,5 0,2 0,5 2,3 2,1 2,0 1,7

4.1 Reserves

Nieuwe reserves
Geen.

Gehandhaafde reserves

Raadsonderzoeken
De reserve raadsonderzoeken is ingesteld bij de Jaarrekening 2007 en het saldo ultimo 2009
bedraagt € 0,7 miljoen. Deze reserve en het jaarlijkse budget in de begroting zijn beschikbaar
voor raadsonderzoeken en enquêtes. De reserve kent een maximale omvang van € 1,5 mil-
joen.

Reserve digitaal archief


De reserve heeft tot doel de dekking van de kapitaallasten van de gedane investering in het
digitaal archief door de Bestuursdienst. Jaarlijks worden de kapitaallasten onttrokken uit de
reserve. Over het beginsaldo wordt rente toegerekend die aan de reserve wordt gedoteerd.

Bouwfraudegelden
Het doel van de reserve is de ontwikkeling en implementatie van het concept Advocaat in
loondienst en de inhaalslag in de afhandeling van Beroep- en Bezwaarschriften. Er zijn geen
onttrekkingen geraamd.

Egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen


Deze reserve heeft als doel de tarieven van het Servicehuis Personeel te egaliseren. Ultimo
het jaar wordt bekeken of het tarief aangepast dient te worden. Op basis van deze bevindin-
gen vindt er een onttrekking of dotatie plaats. Er wordt geen toevoeging of onttrekking ge-
raamd in 2011. De stand van de reserve ultimo 2011 bedraagt hierdoor € 0,1 miljoen.

Vierjarige reserve raadsgriffie


Aan de vierjarige reserve voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt jaarlijks € 50.000 gedo-
teerd. In 2014 wordt de reserve weer volledig onttrokken.

Bedrijfsvoeringsreserves (WW en vakantiegeld)


Dit betreft een aantal bedrijfsmatige reserves voor WW-uitkeringen, vakantiegelden en
wachtgelden van diensten, waarvan de activiteiten onder dit programma vallen, te weten de
Bestuursdienst, de Dienst Onderzoek en Statistiek, de Gemeentelijke Ombudsman, de
Raadsgriffie, de Gemeentelijke Rekenkamer Amsterdam en het Servicehuis Personeel.
Vanwege het besluit om de vakantiegeldreserves op te heffen, vindt er in 2010 vrijval van de
vakantiegeldreserves plaats.

Afgewikkelde reserves

Reserve WABO
De reserve ten behoeve van de invoering van de WABO zal, na een begrote onttrekking in
2010 van € 1,2 miljoen, zijn afgewikkeld.

Raadsdruk Begroting 2011 321


Rampenfonds
Het doel van de reserve is om te beschikken over een fonds om noodhulp te verlenen bij
rampen. Na de ombuigingen van € 0,5 miljoen in 2010 is het resterende bedrag van bijna
€ 0.7 miljoen ingezet voor de bijdrage aan de ramp in Haïti in 2010.

Reserve Bestuursondersteuning
Het doel van de reserve is de uitvoering van diverse projecten voor het subprogramma Be-
stuursondersteuning, die in eerdere jaren gepland en begroot waren, maar waarvan de latere
uitvoering gewenst is.
De in 2010 begrote onttrekkingen betreffen de prioriteit methode Overijssel € 73.980, het
juridische opleidingsprogramma stadsdelen € 114.575, de prioriteit tijdelijk huisverbod
€ 27.945, twee prioriteiten Bibob van elk € 68.280, het Veiligheidsfonds/Sail € 250.000 en het
Cultureel festivalfonds € 72.250.

Reserve concernontwikkeling/ICT
Het doel van de reserve is de uitvoering van diverse projecten voor het Subprogramma Con-
cernontwikkeling die in eerdere jaren gepland en begroot waren, maar waarvan de latere
uitvoering gewenst is.
In 2009 is besloten een reserve te vormen ten behoeve van Dienst ICT. Deze wordt in 2010
onttrokken en overgedragen aan de Dienst ICT.

4.2 Voorzieningen

Bedragen x Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


€ 1 miljoen Ultimo mutaties stand ulti- mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 mo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Voorzienin-
gen
Pensioen- 20,3 0,8 11,5 9,8 0,0 1,7 8,9 6,5 5,3 4,4
fondsen,
privatiserin-
gen en
voormalig
personeel
Vicarygoede- 1,0 0,0 0,0 1,0 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0
ren, gilden-
fondsen en
liefdadig-
heidsdoelen
Totaal 21,3 0,9 11,5 10,8 0,0 1,7 8,9 7,5 6,3 5,4
voorzienin-
gen

Nieuwe voorzieningen
Geen.

Gehandhaafde voorzieningen

Pensioenfondsen, privatiseringen en voormalig personeel


Het Servicehuis Personeel beheert een aantal pensioenfondsen en voorzieningen die ge-
vormd zijn bij privatiseringen voor het afdekken van financiële risico’s, c.q. het afwikkelen van
kosten van voormalige diensttakken.
Voor een aantal voormalige diensttakken is een veertiental voorzieningen gecreëerd ter dek-
king van kosten die verband houden met de afbouw, dan wel privatisering. Doorgaans gaat het
om kosten van salarissen, uitkeringen en re-integratie. De voorzieningen worden elk jaar op-
nieuw doorgerekend op toereikendheid. Over het algemeen lopen de geraamde toevoegingen
en onttrekkingen in de pas met de gerealiseerde toevoegingen en onttrekkingen.
In het kader van de heroverwegingen is er een bedrag van € 8,3 miljoen vrijgevallen ten laste
van diverse voorzieningen voormalige diensttakken. Indien in de toekomst de voorzieningen
niet toereikend zijn, zal in eerste instantie worden geprobeerd dit tekort te verrekenen met an-
dere voorzieningen die een gelijksoortig doel hebben.

Raadsdruk Begroting 2011 322


Vicarygoederen
De voorziening is gevormd met het doel 2/3 van de jaarlijkse rente-inkomsten van de Vicary-
inschrijving(en) in de Grootboeken der Nationale Schuld uit te keren voor opvoedingsdoelein-
den of onderstand aan familieleden van de stichter. Dit betreft een inschrijving in het groot-
boek Nederland met een looptijd van 150 jaar. Hier zullen voorlopig geen mutaties op plaats-
vinden.

Algemeen Gildenfonds
De voorziening is gevormd met het doel de financiële ondersteuning van personen of hun
nagelaten betrekkingen, die bij een van de gilden werkzaam zijn geweest. Het fonds wordt
namens ons College beheerd door de Bestuursdienst. De beschikbare middelen komen voort
uit beleggingen. De gemeente heeft geen bestedingsvrijheid over de voorziening.

Liefdadigheidsfonds
Het liefdadigheidsfonds is een fonds dat alleen mag worden gebruikt door ons College. Het
fonds wordt gevoed door het Algemeen Gildenfonds, stortingen van het College en rente van
de bankrekening.

Afgewikkelde voorzieningen
Geen.

4.3 Investeringen

Ten behoeve van de Dienst Onderzoek en Statistiek zijn twee vervangingsinvesteringen voor
inventaris en computers in de investeringsstaat opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 323


5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Frictiekosten inkoop Ontwikkelen van een inkoop- Optimalisatie en schaalvoor- 2.650 2.000
en aanbestedingsstrategie deel voor inkoopcategorieën
voor een aantal organisatie- organisatie-overstijgende
overstijgende inkooppakketten pakketten

2.650 2.000

I4 Overige prioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
2 Opleiding, omscholing en 40 40
begeleiding personeel
opgeheven taken
3 Handhaving taak controle 200 100
adresregistratie en aanpak
identiteitsfraude
4 Verantwoordelijke 100 100
(hoofd)stad en versterken
economische positie Am-
sterdam

340 240

Raadsdruk Begroting 2011 324


SP4 Structurele posterioriteiten
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
5 Centrale coördinatie inkoop Uitbreiding van het aantal -1.500 -1.500
raamcontracten

6 48uurs Post Langere overkomstduur voor -300 -300


bulkpost

7 Inkoop- en aanbestedings- Met leveranciers besparings- -1.200 -1.200


strategieën voorstellen formuleren

8 Optimaliseren inhuur Inrichten van een proces voor -1.000 -1.000


flexibele krachten

9 Reduceren wagenpark Normering dienstauto's -200 -200

10 Uitstroom inactieven Afname inactieven Reductie 100 inactieven bin- -500 -500
nen 4 jaar

11 Opleidingsbudget (maxi- Normeren opleidingsbudget Reductie opleidingsbudget tot -4.000 -4.000


maal 2%) 2%

12 Externe inhuur (maximaal Normeren externe inhuur tot Reductie externe inhuur tot -7.600 -9.700
13% concern als geheel) relatie van de loonsom 13%

13 Heroverwegingen Be- Bezuinigingen Bestuursdienst Formatievermindering Be- -4.318 -4.318


stuursdienst stuursdienst, stopzetten ad-
viesraden en verlaging bud-
getten

14 Verlaging budget represen- Representatie wehouders B esparing kosten door lagere -70 -70
tatiekosten wethouders uitgaven aan representatie
wethouders

15 Vermindering basisbudget -550 0


O+S

16 Leges verhoging naar 100 -30 -30


procent (DPG)

17 Vermindering kwaliteit -120 -120


stadsdelen, beheer distribu-
tie en advies
18 Raadsonderdelen 0 -475

19 Tijdelijk personeel -140 0

-21.528 -23.413

Raadsdruk Begroting 2011 325


5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget

1. Frictiekosten inkoop
Voor de gehele bestuursperiode is voor de Bestuursdienst in de categorie frictiekosten voor
een totaalbedrag van € 7.650.000 aan prioriteiten aangevraagd. De prioriteiten zijn gewenst
om de structurele ombuiging van € 23,7 miljoen te realiseren. Dit is in onderstaand schema
samengevat:

Bedragen x € 1000 2011 2012 2013 2014 Totaal


Structureel 650 1.600 100 100 2.450
Incidenteel 2.000 3.200 0 0 5.200
totaal 2.650 4.800 100 100 7.650

De meeste prioriteiten hebben betrekking inkoop-gerelateerde activiteiten. Het betreft:


 centralisatie werving (beperking aantal bureau’s)
 uitbreiding van het aantal raamcontracten
 beperken van het aantal leveranciers van communicatiemiddelen
 formuleren van besparingsvoorstellen met leveranciers in de grond- weg- en waterbouw
 het inrichten van een proces voor flexibele krachten
 het ontwikkelen van een inkoop- en aanbestedingsstrategie voor een aantal organisatie-
overstijgende inkooppakketten
 energiebeheer en controle verbruik
 inkoop- en aanbestedingsstrategie onderhoud gebouwen en installaties
 normering dienstauto’s en sturing op brandstof- en kilometergebruik

Wij hebben voor het jaar 2011 een incidenteel bedrag van € 2 miljoen in het verdelingsvoor-
stel opgenomen ten laste van het frictiebudget. Pas als er duidelijker uitzicht gaat ontstaan op
de realiseerbaarheid van de structurele ombuigingen en de beschikbare financiële ruimte in
2012 en verder, zal ons College bezien of een en ander inzet van structurele budgetten ver-
eist.
Voor 2012 houden wij voorlopig wel rekening met een incidenteel benodigd bedrag van
€ 3 miljoen. Uiteraard zal dit eveneens in het kader van de voorbereiding van de Begroting
2012 nader moeten worden beschouwd.

I4 Overige prioriteiten

2. Opleiding, omscholing en begeleiding personeel opgeheven taken


De heroverwegingsmaatregelen leiden bij de Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie
(DPG) tot de extra uitstroom van minimaal 8 personen, die al jaren een vaste specialistische
functie vervullen bij DPG. Deze medewerkers in vaste dienst zullen intensief begeleid moeten
worden om tot omscholing en herplaatsing te kunnen komen. Deze extra werkzaamheden
brengen, mede door inzet van externe advisering, extra kosten met zich mee. Hiervoor heb-
ben wij € 40.000 in het verdelingsvoorstel opgenomen.

3. Handhaving taak controle adresregistratie en aanpak identiteitsfraude


In Amsterdam hebben we te maken met ongeveer 70.000 verhuizingen per jaar. Al deze mu-
taties moeten worden verwerkt in de bevolkingsadministratie. Niet elke burger geeft uit zich-
zelf, binnen de wettelijke kaders, een adreswijziging door. Meestal gebeurt dat zonder kwade
bedoeling, maar soms ook bewust. Dat maakt jaarlijks onderhoud van de kwaliteit van de
GBA noodzakelijk. De afgelopen jaren is deze prioriteit eveneens incidenteel toegekend.

4. Verantwoordelijke (hoofd)stad en versterken economische positie Amsterdam


De Burgemeester wil de rol van Amsterdam als verantwoordelijke stad en hoofdstad en de
economische positie versterken. De activiteiten worden zoveel mogelijk uit de staande orga-
nisaties gedekt. Voor ‘out of pocket’ kosten voor planvorming en smeerolie is aanvullend een

Raadsdruk Begroting 2011 326


startbudget van € 100.000 incidenteel nodig. Omdat nog niet alle onderdelen volledig zijn
uitgewerkt wordt er nu een startbudget gevraagd.
Het betreft de volgende onderdelen:

1. Verantwoordelijke stad/Burgemeester in de buurt. Doel: Regelmatig in gesprek met Am-


sterdammers om erachter te komen wat er speelt in de buurten.
a. Zorg voor hen die achteraan of buiten staan
b. Problemen van burgers centraal stellen in plaats van institutionele belangen
c. Samenwerking tussen de verschillende instituties verbeteren

2. Internationale economische positie. Doel: versterken internationale aantrekkingskracht en


positie van Amsterdam.
a. Investeren in beter samenwerken en innovatie als antwoord op de crisis
b. De historische goudmijnen beter benutten in het economische verkeer met het buiten-
land
c. Gastvrijheid en betere service om beter imago van de stad te promoten.

3. Verantwoordelijke hoofdstad. Doel: Amsterdam positioneren als verantwoordelijke hoofd-


stad met goede banden met de rest van Nederland, in het bijzonder de krimpgebieden.
a. Amsterdam niet als probleem, maar als plaats waar aandacht is voor problemen van
anderen en waar geholpen wordt met het oplossen van problemen van heel Neder-
land
b. Samenwerken met anderen om de nationale kar te helpen trekken
c. Amsterdam als belangrijkste internationale motor van en voor heel Nederland
d. Goede relatie met Den Haag/het Rijk is van eminent belang
e. Dit alles impliceert samenwerking ver over de gemeentegrenzen heen bijvoorbeeld
met betrekking tot krimpproblematiek, samen knokken voor Randstadrail, zodat
Zuidas en Schiphol trekker voor iedereen worden, gezamenlijke Havenstrategie.

4. Veiligheid (dekking uit bestaande OOV-middelen)


a. Lik-op-stuk is gewoon in plaats van uitzondering
b. Betere samenwerking in de keten
c. Optreden tegen discriminatie – in het bijzonder tegen anti-homogeweld en tegen an-
ti-semitisme

Wij hebben voor deze initiatieven € 0,1 miljoen in het verdelingsvoorstel opgenomen.

SP4 Structurele posterioriteiten

5. Centrale coördinatie inkoop


Centrale coördinatie van de inkoop via raamcontracten heeft de afgelopen jaren geleid tot
een aantal gemeentebrede raamcontracten, met als resultaten:
 € 135 miljoen inkoop, structurele besparing circa € 20 miljoen
 waarvan € 31 miljoen inkoop met een besparing van € 9 miljoen uit nieuwe raamcontrac-
ten in het kader van de 10%-operatie

Extra besparingen kunnen de komende jaren gerealiseerd worden, door de contract compli-
ance sterk te verbeteren. Dat wil zeggen: alle gemeentelijke organisaties nemen deel aan
gemeentebrede raamcontracten, en die organisaties die al deelnemen, sturen meer op
daadwerkelijke afname binnen de bestaande raamcontracten (‘comply or explain’). De huidi-
ge compliance varieert van vrijwel 100% bij energie en post tot een geschatte 50% bij één
van de contracten voor inhuur dienstverlening.

Ook bij veel verbeteringsideeën wordt een deel van de besparingen gevonden in het opzetten
van gemeentebrede, gemeenschappelijke inkoop- en aanbestedingsstrategieën. Daarbij kan
gedacht worden aan de volgende trajecten:
 werving en selectiebureaus
 software

Raadsdruk Begroting 2011 327


 communicatieadvies/reclamebureaus, drukwerk

Nieuwe raamcontracten kunnen afgesloten worden voor de volgende productcategorieën:


 vergaderlocaties (€ 3,2 miljoen, waarvan € 1,6 miljoen bij de centrale stad)
 studie en opleiding (€ 22,5 miljoen in 2008, waarvan € 16 miljoen bij de centrale stad). Er
zijn veel verschillende grote en kleine leveranciers waarvan een groot gedeelte ook veel
gezamenlijke afnemers heeft.
 koeriersdiensten
 surveillance, beveiliging, bewaking

Er wordt in totaal een besparing van € 4,5 miljoen verwacht, waarvan € 1,5 miljoen in 2011.

6. 48uurs Post
De uitgaven aan post gemeentebreed bedragen € 5,2 miljoen (verdeling centrale
stad/stadsdelen ongeveer 75/25). Het gaat om circa 14,7 miljoen poststukken, waarvan er 2,6
miljoen afkomstig zijn van diensten met veel bulkpost. Deze poststroom loopt meestal via
printbedrijven/drukkerijen. De overige 12,1 miljoen meer gevarieerde poststukken lopen via
de gemeentelijke ‘centrale postkamer’, die is ingericht bij Pantar.
Gebruik maken van 48-uurs post (voor een lager tarief dan de 24 uurbezorging) kan bij TNT,
als minimaal 1.500 stuks gelijksoortige post (afmetingen en gewicht) aangeboden wordt.
Het risico bestaat dat TNT deze postvorm laat vervallen en overgaat op 72 uur.
Concurrenten van TNT geven een 96-uurs bezorgtijd en stellen daarbij andere eisen aan de
poststukken.
Wij verwachten een structurele besparing van € 0,3 miljoen in 2011.

7. Inkoop- en aanbestedingsstrategieën
Door op het gebied van grond- weg- en waterbouw (GWW) het opdrachtgeverschap en het
contractmanagement / de directievoering zowel in de voorbereiding, de uitvoeringsfase als in
de beheerfase te verbeteren kunnen kosten bespaard worden, onder andere door:
 meer aandacht voor het opstellen van een projectopdracht en/of bestek, betere risico-
inschatting en daardoor een beter te beoordelen aanbieding van aannemers, door het in-
zetten van meer technisch inhoudelijke en specifieke inkoopkennis en bestek
 tjdens de uitvoering sterker controleren op de noodzaak van meerwerk.
 beter opdrachtgeverschap in de beheerfase, door onder andere te verplichten dat in iede-
re opdracht ook een beheerplan wordt meegenomen. De beheerorganisatie moet op de
hoogte zijn van de afspraken met leveranciers, garanties, kosten voor opslag en onder-
houd, enz.
 op korte termijn wordt er al een aantal acties ondernomen. Zo worden ingenieursdiensten
door de gezamenlijke stadsdelen aanbesteed, met deelname van een aantal Amster-
damse diensten. Daarnaast worden er in 2010 nog sessies met de grootste gemeen-
schappelijke GWW-leveranciers belegd, waarin een start gemaakt wordt met leveran-
ciersmanagement. De leveranciers worden uitgedaagd de gemeente te helpen besparen
door goede besparingsvoorstellen te bedenken.
 op de lange termijn zijn er meer mogelijkheden om samen te werken en geld te besparen.
Bijvoorbeeld door de logistieke keten, nu vaak door derden uitgevoerd tegen betaling, te
optimaliseren en bewaken/beheer op afstand meer gezamenlijk uit te voeren

Grond Weg en Waterbouw is een grote uitgaven categorie. Diensten zoals OGA, DIVV, Wa-
ternet en stadsdelen gaven hieraan in 2008 meer dan € 400 miljoen uit. De centrale stad is
goed voor 60% van de uitgaven, stadsdelen voor 40%. In deze bedragen zijn zeer grote pro-
jecten als de Noord-Zuidlijn niet meegenomen.
Besparingen in deze categorie zijn - naast het niet doen of uitstellen van projecten - vooral te
behalen door het opdrachtgeverschap te professionaliseren.
Een belangrijke randvoorwaarde hiervoor is goed contractbeheer. De beheerorganisatie moet
op de hoogte zijn van de afspraken met leveranciers, garanties enz., om te voorkomen dat er
twee keer wordt betaald voor producten of diensten waar sprake is van garantie of waarvoor
al contracten bestaan. Het contractbeheer zal binnen de ontwikkelingsalliantie worden opge-
pakt en gestandaardiseerd.

Raadsdruk Begroting 2011 328


Ons College verwacht een totale besparing van € 6 miljoen, waarvan € 1,2 miljoen in 2011.

8. Optimaliseren inhuur
Het optimaal inkopen van benodigde externe capaciteit en expertise biedt besparingsmoge-
lijkheden. Van het voorkómen van inhuur waar interne capaciteit beschikbaar is, tot het inzet-
ten van juiste inkoopstrategieën voor typen externe ondersteuning en het gebruik van een
eenduidige methodiek om de markt te benaderen.
Te ontwikkelen zijn:
 verdere inrichting van één proces voor het aanmelden van alle flexibele krachten en in-
huur externen (aansluitend op de bestaande gedragscode en de toekomstige werkwijze
t.a.v. flexibel werken), met als extra’s onder andere aanmelden via bureau van werk naar
werk, het instellen van een ‘adviesteam’ binnen iedere organisatie, conform de gedrags-
code en het gebruik maken van een ‘marktplaats’ voor specialistische functies
 optimaliseren van een gemeentebrede inkoopstrategie, via inrichten accountmanage-
ment, implementeren van extra (raam)overeenkomsten, pay-rollconstructies, etc.
 het inrichten van een ‘marktplaats’ voor aankondiging van opdrachten en/of vraag naar
advies of de tijdelijke invulling van specifieke functies, en hiervoor een pilot te starten bij
DWI. DWI heeft de inhuur van flexibele krachten en externen professioneel al eenduidig
ingericht
 stimuleren van gebruikmaken van bestaande gezamenlijke contracten bij inhuur.
 professionaliseren opdrachtgeverschap bijvoorbeeld door vaker output contracten aan te
gaan, in plaats van inspanningscontracten
 de inboekbare besparing die door inkoop wordt gerealiseerd ligt in een besparing van 5%
op tarieven en proceskosten door het optimaliseren van inkoop- en aanbestedingsstrate-
gieën voor deze inkoopcategorie

Inhuur van flexibele krachten, advies en externe inhuur is een grote uitgaven categorie ge-
meentebreed. Recent is een gemeentebrede uitgavenanalyse uitgevoerd, waaruit blijkt dat er
in 2008 meer dan € 400 miljoen is uitgegeven, inclusief stadsdelen en Waternet. Ruim € 60
miljoen is inhuur via raamovereenkomsten uitzendkrachten, ICT en financiële dienstverlening.
Voor de centrale stad (incl. Waternet) geldt een uitgaven van ca. € 270 miljoen, waarvan circa
€ 50 miljoen binnen de raamcontracten (incl. ICT-dienstverlening).

Ons College verwacht een besparing van € 7,5 miljoen, waarvan € 1 miljoen in 2011.

9. Reduceren wagenpark
Door een betere sturing op het gebruik van dienstauto’s, het maken van helderder afspraken
tussen gemeentelijke organisaties, en het afsluiten van een aantal extra raamovereenkom-
sten, zijn besparingen te realiseren op het gemeentelijk wagenpark.
Hierbij valt te denken aan:
 terugdringen van het gebruik, door:
− het reduceren van het aantal persoonsgebonden dienstauto’s
− terugdringen van het aantal gereden kilometers door stimuleren van gebruik van
openbaar vervoer, dienstfietsen of scooters voor transport binnen de ring
− inrichten van een pool van dienstauto’s als diensten dichtbij elkaar gehuisvest zijn
− reduceren brandstofverbruik door stimuleren gebruik bestaande elektrische auto’s
 directer sturen op gebruik door:
− Een verdere normering, beperken keuze tot een selectie (zuinige) type auto’s
− Richtlijnen voor huur (maximum aantal dagen, kosten van accessoires op voertuigen
- 10% van de uitgaven in deze categorie)
− Eén systeem voor brandstofgebruik (pasjes, tankcontrole systeem)
− Het terugdringen van het aantal schades door betere voorlichting en controle, en pro-
fessionalisering van het wagenparkbeheer als functie in de organisatie-onderdelen
 uitbreiden aantal raamcontracten en/of concurrentiegerichte marktbenadering:
− Brandstof: Eén systeem voor brandstofgebruik
− Inhuur: inrichten van inkoopstrategie voor veelgehuurde voertuigen

De totale uitgaven aan voertuigen (incl. gespecialiseerde voertuigen) gemeentebreed be-


draagt circa € 36 miljoen in 2008, waarvan 2/3 bij de stadsdelen. Dit is opgebouwd uit:

Raadsdruk Begroting 2011 329


 € 21,5 miljoen dienstauto’s en gespecialiseerde voertuigen (w.o. bedrijfsvoertuigen bui-
tendienst, waaronder bijvoorbeeld reinigingsvoertuigen en groenvoorziening)
 € 6,5 miljoen huurkosten
 € 3,5 miljoen brandstof
 € 2,5 miljoen verzekeringspremie (bonuskorting van gemiddeld 42 %)
 € 1,2 miljoen schades
 € 1 miljoen overige kosten dienstauto’s
Ons College verwacht een besparing van € 1,5 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen in 2011. De
berekening van de besparing is gebaseerd op 10% van totale uitgaven voor centrale stad.

10. Uitstroom inactieven


Door actieve bemiddeling op centraal niveau moet het aantal actieven met 30% verminderen.
De totale bezuiniging wordt geraamd op € 5 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen in 2011.

Het project is er op gericht om alle inactieven binnen de gemeente Amsterdam eerst goed in
kaart te brengen en vervolgens te bevorderen dat zij re-integreren in het arbeidsproces, bin-
nen of buiten de gemeentelijke organisatie. Op deze wijze wordt inhoud gegeven aan goed
werkgeverschap van Amsterdam. Stadsdelen worden nadrukkelijk uitgenodigd om deel te
nemen aan deze maatregel. Er zal hierbij toegewerkt worden aan een gezamenlijke aanpak
tussen diensten en stadsdelen, met duidelijke afspraken over een doelstelling om een be-
paald aantal inactieven op te nemen.

In het kader van dit project is het belangrijk om de groep van inactieven zodanig te begrenzen
dat geen overlap ontstaat met al bestaande activiteiten van diensten en stadsdelen, van het
Bureau van werk naar werk en van het bureau Vervangend Werkgeverschap van het Servi-
cehuis Personeel.
De focus zal - zeker in de beginfase – liggen op de ‘vergeten’ inactieven.

De inactieven zelf, maar ook de diensten en stadsdelen, zullen moeten meewerken aan re-
integratie. Daarnaast zullen er drempels geslecht te worden richting UWV in verband met het
sanctiebeleid en zal er vermoedelijk een aanpassing van mobiliteitsregels plaats moeten vin-
den. Enkele diensten hebben ten aanzien van dit laatste punt al beleid ontwikkeld.

Verbinding van het project inactieven met de het deelproject inhuur/flexibilisering ligt voor de
hand. Daarnaast kunnen besluiten van het deelproject opleidingsbudget van invloed zijn op
de slagkracht met betrekking tot het re-integreren van inactieven.

Het realiseren van deze maatregel is risicovol, zeker daar waar het inactieven betreft die bo-
ventallig zijn en loon ontvangen. Deze groep heeft meestal afvloeiingsregelingen getroffen
met de gemeente Amsterdam. Deze contracten zullen moeten worden opengebroken.

Mochten zich risico’s openbaren die het behalen van de besparingen belemmeren, dan zal
ons College alternatieve maatregelen voorstellen,
Wij hebben de maatregel in het verdeelvoorstel opgenomen.

11. Opleidingsbudget (maximaal 2%)


Het opleidingsbudget van de diensten en bedrijven bedroeg in 2009 2.8% van de loonsom.
Dit betekent dat in 2009 circa € 15,6 miljoen is besteed aan opleidingen van medewerkers.
De onderliggende maatregel betreft een norm van een opleidingsbudget van 2% van de loon-
som. Gerelateerd aan de cijfers van 2009 zou dit een besparing opleveren van € 4,0 miljoen.
Aan de matregel zijn risico’s verbonden, omdat de professionalisering van de zittende mede-
werkers in het geding kan komen en de gemeente Amsterdam voor jonge medewerkers een
minder aantrekkelijke werkgever kan worden.
Ondanks deze risico’s wordt deze posterioriteit haalbaar geacht. Daarom hebben wij deze
maatregel opgenomen in het verdelingsvoorstel.

12. Externe inhuur (maximaal 13% concern als geheel)


Door maximeren van externe inhuur op 13% van de loonsom kan een structurele besparing
van € 10 miljoen worden bereikt.

Raadsdruk Begroting 2011 330


Normering als een sturingsinstrument is een structurele methode waarmee de uitgaven ex-
terne inhuur gericht beheerst en verlaagd kan worden. De norm dient niet te leiden tot extra
bureaucratie en administratieve lasten voor de diensten en bedrijven. Daarnaast dient de
outputsturing niet in het gedrang te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de diversi-
teit van de werkprocessen van de diensten en bedrijven. Ruimte voor doelmatige inhuur dient
behouden te blijven. De opgave is om te komen tot een werkbaar sturingsinstrument waar-
mee elke directeur gericht op de uitgaven van externe inhuur kan sturen en wordt voorkomen
dat deze bij inkrimping van de gemeentelijke organisatie op een hoger niveau uitkomen. Bij
de verantwoording van de resultaten geldt het principe ‘pas toe, of leg uit’.

Voor de besparing op externe inhuur wordt ervan uitgegaan dat de netto besparing op exter-
ne inhuur 50% bedraagt van de bruto besparing en dat het overige wordt gerealiseerd vanuit
het openbreken van de lopende contracten voor externe inhuur. Deze 50% is een aanname
en opgebouwd uit 20% door zeer terughoudend te zijn in de opdrachtverlening (bijvoorbeeld
door het aantal uren te verminderen) en 30% besparing (zelf doen en interne inhuur versus
externe inhuur).
Een belangrijke randvoorwaarde om de besparing te halen is extra inzet op flexibel werken.

De norm wordt gesteld op 13% van de loonsom van actief personeel met ingang van 2011.
De norm is een verhoudingsgetal, waarin een relatie wordt gelegd tussen de inzet van het
eigen ambtelijk personeel en het extern ingehuurde personeel. Een daling van de omvang
van het ambtelijk personeel zal leiden tot een lagere inzet van externe inhuur.

13. Heroverwegingen Bestuursdienst


De formatie en budgetten van de Bestuursdienst worden in totaal circa € 4,5 miljoen in 2011
verlaagd, met als hoofdlijnen:
 het verminderen van de formatie met 22,5 formatieplaatsen (fte); oplopend tot 70 fte in
2014, waarvan:
− Formatievermindering in de verschillende directies binnen de Bestuursdienst met
15,8 fte in 2011
− het stopzetten van de Adviesraad voor Diversiteit en Integratie (ADI) en Amsterdam-
se Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) in 2011. De ambtelijke ondersteuning van-
uit de Bestuursdienst met 6,8 fte wordt gestaakt en het bijbehorend budget bezuinigd.
Er wordt nog nagegaan of er nog functies behouden moeten worden en dit het wen-
selijk maakt om een deel van het materiële budget over te hevelen. Zodra hier meer
duidelijkheid over is zal een aanvullende maatregel nodig zijn om de besparing te
realiseren
 het verlagen van de overige budgetten met circa € 3 miljoen, waarvan € 160.000 inciden-
teel.
Om aan de taakstelling in 2011 te voldoen zijn ingrijpende maatregelen nodig. Ons College
beseft dat dit niet zonder consequenties voor het bestuur en de stad zal blijven. Voor de risi-
co’s die kunnen ontstaan worden zoveel mogelijk beheersmaatregelen getroffen.

Verdeling bezuinigingen in 2011, concrete maatregelen:

Formatiereducties per directie


De formatiereductie zal als volgt doorgevoerd worden (de genoemde bedragen zijn inclusief
materieel personeelsbudget voor opleidingen e.d. en overhead):
 opheffen ADI en ARS: 6,8 fte (€ 476.748)
 4,35 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij stafafdeling Bestuurs-
en managementondersteuning (BMO) (€ 332.482)
 2,3 fte formatiereductie in verband met het al eerder opgeheven diversiteitplatform
(€ 127.725)
 1,8 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Stedelijke Bestuursad-
visering (€ 104.397)
 2,5 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Concern Organisatie
(€ 224.008)
 1,6 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Concern Financiën
(€ 96.508)

Raadsdruk Begroting 2011 331


 2 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Communicatie
(€ 128.886)
 0,75 formatiereductie bij Juridische zaken in verband met terugleggen van werkzaamhe-
den bij de organisatieonderdelen die de primaire besluiten maatregelen (€ 58.757)
 0,5 fte formatiereductie in verband met extra doorbelastingen bij Bureau Integriteit
(€ 36.850)

Budgetreducties:

BMO
 Bezuinigen op budget organisatie ontwikkeling € 80.000
 Opheffing ARS en ADI (materiele budgetten) € 232.000
 Afbouwen van de kosten wachtgelden Amsterdamse Politiekapel € 50.000
 Besparing Werving & Selectie € 30.000
 Stoppen met preventief Medisch onderzoek en Stoelmassages € 180.000
 Vermindering budget stadsmariniers € 160.000 (incidenteel); dit is opgenomen in het
programma Stedelijke Ontwikkeling
 Vermindering budget PSA € 80.000

Stedelijke Bestuursadvisering
 korting budget bestuurlijk stelsel € 15.000
 verminderen coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en terugleggen bij de
dienst Wonen, Zorg en Samenleving € 120.000
 korting van het budget onderzoeken en adviezen van Stedelijke Bestuursadvisering
€ 100.000
 verminderen budget Regionale Samenwerking Amsterdam € 20.000
 afstoten voorbereiding en verslaglegging Portefeuillehoudersoverleg Wonen naar dienst
Wonen, Zorg en Samenleving en het afstoten van de coördinatie stedelijk toets- en ad-
viesteam (STAT) € 20.000

Concern Organisatie
 stopzetten subsidie Maxxx € 230.000
 stopzetten centrale financiering G4 Transstad opleiding € 150.000
 versobering Diversiteit € 25.000
 vermindering budget arbeidsmarkt-communicatie € 25.000
 stopzetten centrale subsidiëring Metropool opleidingen € 30.000
 vermindering activiteiten Communicatiebudget € 50.000
 anders organiseren werk Traineepool € 40.000
 Personeelsbeleid € 40.000
 besparing ten gevolge van synergievoordelen door samenvoeging directies ConcernFi-
nanciën en ConcernOrganisatie € 50.000

Concern Financiën
 beëindigen centrale financiering audits risicomanagement en verminderen onderzoeken
Bestuursdienst € 298.370
 besparing ten gevolge van samenvoeging directies ConcernFinanciën en ConcernOrga-
nisatie € 50.000

Communicatie
 opheffen burgerjaarverslag € 62.072
 versoberen Internationale betrekkingen € 72.000
 vervallen budget nieuwjaarsreceptie € 120.705
 stopzetten gemeentedag € 22.980
 versobering buitenlandse reizen college € 25.000
 versobering algemene representatiekosten college € 20.000
 reisbudget commissies € 77.617
 stoppen onderzoek. Niet meer proactief naar signalen uit de stad over bestuur en beleid
meten € 89.544

Raadsdruk Begroting 2011 332


 stoppen met opleidingen, advertentie inkoop ten behoeve van publieksevenementen en
communicatie, afschaffen bewonersbrieven, foto’s college, ambtswoninggesprekken
€ 26.658

Openbare Orde en Veiligheid


 beëindiging inzet externe projectleiding Groot Oost € 50.000 en externe projectleiding
West € 50.000.
 verlaging budget voor interventies bij nieuwe (onvoorziene) veiligheidsproblemen
€ 200.000

14. Verlaging budget representatiekosten wethouders


Het budget voor de wethouders voor bloemen, kranten, koelkast, telefoons, recepties en der-
gelijke wordt met 50% gekort.

15. Vermindering basisbudget O+S


Aanvankelijk waren voor O+S besparingen geïnventariseerd, die in totaal neerkwamen op
een posterioriteit van € 690.000, bestaande uit een korting van 25% (€ 550.000) op het ba-
sisbudget en het schrappen van tijdelijk personeel (€ 140.000), samen bijna eenderde (33%)
van het totale basisbudget. Deze posterioriteiten zijn relatief omvangrijk en bevatten een dub-
beltelling. Tijdelijk personeel (€ 140.000) wordt gedekt uit het basisbudget (en maakt dan
onderdeel uit van de voorgestelde 25%). Daarom stellen wij voor de korting op het basisbud-
get nog niet in 2011 te laten plaatsvinden.

De strategische functie van O+S acht ons College van groot belang voor de gemeente Am-
sterdam. Ons College is van mening dat de mogelijkheden voor nieuwe initiatieven onder-
zocht dienen te worden. Hiertoe geven wij de opdracht aan de Bestuursdienst om in overleg
met O+S en diensten waarmee samenwerking en of overheveling van taken te bewerkstelli-
gen is, nader te onderzoeken. In eerste instantie denkt ons College aan DWI, DMO en EZ
omdat deze diensten informatieproducten opleveren die mogelijkerwijs naar O+S overgehe-
veld zouden kunnen worden of waarmee samenwerking mogelijk is en waaruit blijkt of de
taakstelling ingevuld kan worden. Indien uit het onderzoek blijkt dat er ook andere diensten en
stadsdelen gelijksoortige taken en/of werkzaamheden leveren, dan is ons College van me-
ning dat ook zij onderdeel van het onderzoek dienen uit te maken.
Ultimo 2011 verwacht ons College de uitkomsten van het onderzoek en mogelijke invulling
van de taakstelling.

Het vorenstaande betekent dat wij thans uitgaan van de volgende reeks:

2011 2012 2013 2014


Structureel €0 € 110.000 € 215.000 € 340.000

16. Leges verhoging naar 100 procent (DPG)


Het betreft de leges van de Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie.

17. Vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer distributie en advies


De bezuiniging bestaat uit 3 elementen:
1. een verminderig van 4 formatieplaatsen op het vlak van de kwaliteit van Persoons en
Geo informatie, onder andere auditing stadsdelen, handhavingstaken, instructie/opleiding
stadsdelen en identiteitsfraude
2. een vermindering van 2 formatieplaatsen door vermindering van activiteiten van beheer
gegevens magazijnen en distributievoorzieningen basisregistraties en vermindering van
beleidsadvisering privacy en informatiebeveiliging
3. een vermindering van 2 formatieplaatsen op het terrein van account management , ad-
viesfunctie en projectmanagement

18. Raadsonderdelen
De bijdrage van de raadsonderdelen aan de ombuigingen dienen van het Presidium van de
Raad te komen. Van die zijde is informeel aangegeven dat bij de Griffie een bezuiniging van

Raadsdruk Begroting 2011 333


€ 475.000 mogelijk wordt geacht. Mogelijkheden bij de andere onderdelen, Rekenkamer en
Ombudsman, moesten nog worden onderzocht.
Ons College heeft daarom een bezuiniging van € 475.000 in de voorstellen opgenomen.

19. Tijdelijk personeel


Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij de posterioriteit vermindering ba-
sisbudget O+S.

Raadsdruk Begroting 2011 334


Dienstverlening
Dienstverlening is een nieuw programma en wordt voor 2011 voor het eerst in een begroting
opgenomen. Het programma is formeel nog niet ingedeeld in subprogramma’s en heeft niet
zoals de overige programma’s een verleden als resultaatgebied. Toch is het vergelijkbaar met
vorige jaren omdat de subprogramma’s naar dit programma verplaatste voormalige subresul-
taatgebieden zijn. U treft daarvan een overzicht aan in de tabel hieronder. Voor de volledig-
heid is daarin ook aangegeven welke diensten een bijdrage aan het desbetreffende subpro-
gramma leveren. Er is voor gekozen om de onderdelen Burgerzaken en basisregistraties,
Archief en Financiële dienstverlening in hun totaliteit over te hevelen naar het Programma
Dienstverlening. In de aanloop naar de Begroting 2012 zal gekeken worden of een verdere
splitsing noodzakelijk is.

Overzicht van de diensten die een bijdrage leveren aan het programma dienstverlening en in
welke programma’s de onderdelen voorheen stonden:

Nieuw subprogramma Voorheen in subprogramma Dienst


programma
1. Dienstverle- Facilitair en Project en beleidsondersteunende Dienstverlening en
ning/Contactcenter bedrijven taken Facilitair Manage-
ment
2. Burgerzaken en Bestuur en Burgerzaken en de basisregistra- Dienst Persoons-
basisregistraties concern ties Personen, Adressen, Gebou- gegevens en Geo-
wen, Kadaster en Topografie informatie
3. Archief Bestuur en Archief Stadsarchief
concern
4. Financiële dienstver- Facilitair en Financiële dienstverle- Stadsbank van
lening bedrijven ning/activiteiten Lening

1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014

Totaal programma
Lasten + 72,8 67,6 73,9 67,2 64,2 63,5 67,4
Baten - 36,7 28,5 32,4 30,1 28,6 28,6 28,6
Resultaat t.l.v. alge- 36,1 39,1 41,5 37,1 35,6 34,9 38,8
mene middelen voor
mutaties reserves
Toevoeging minus - 0,3 - 1,9 - 2,6 - 0,3 - 0,2 - 0,2 - 0,1
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. alge- 35,8 37,1 38,9 36,8 35,4 34,7 38,7
mene middelen na
mutaties reserves
Saldo reserves 10,7 0,0 7,6 7,3 7,1 7,0 6,8
Saldo voorzieningen 1,9 0,0 2,5 1,9 2,0 1,4 1,8
Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders
De kwaliteit van de dienstverlening van onze gemeentelijke organisatie staat nadrukkelijk in
de aandacht. Inwoners en ondernemers stellen steeds hogere eisen, maar ook de ontwikke-
lingen op landelijk niveau nopen tot het verhogen van de kwaliteit. In het Nationaal Uitvoe-
ringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) zijn afspraken gemaakt over het over-
heidsbreed delen van gegevens en het hanteren van overheidsbrede standaarden en voor-
zieningen. De gezamenlijke overheden hebben – in het zogenaamde ‘antwoordconcept’ – de
ambitie geformuleerd dat de gemeenten in 2015 hèt loket voor de gehele overheid zijn. De

Raadsdruk Begroting 2011 335


dienstverlening van de gemeente ondersteunt straks dus niet alleen de eigen producten,
maar moet ook vragen en verzoeken voor andere overheden afhandelen of doorgeleiden.

In Amsterdam heeft met de fusie van de stadsdelen een grote verandering plaatsgevonden.
De organisatorische veranderingen werpen de vraag op of, en zo ja waar, de gemeentebrede
dienstverlening aan de de nieuwe situatie is aangepast. Het ‘Implementatieplan inrichten
nieuwe stadsdeelorganisaties’ geeft aan dat het nieuwe bestuurlijke stelsel de uitvoerings-
kracht zal versterken en meer eenduidigheid in werkprocessen van de stadsdelen zal be-
werkstelligen. En ook deze ontwikkeling moet bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit
van de dienstverlening aan de burger.

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma


3.1 Subprogramma Dienstverlening en contactcenter
3.1.1. Dienstverlening en contactcenter: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
In ons programakkoord geven wij uiting aan onze ambitie de dienstverlening in Amsterdam
van topkwaliteit te laten zijn. Deze ambitie steunt op het bereiken van de volgende drie doel-
stellingen:
 de evaluatie van 14020
 de uitvoering van de Visie op dienstverlening 2010-2014 die door diensten en stadsdelen
gezamenlijk is opgesteld
 het implementatieplan voor het inrichten van nieuwe stadsdeelorganisaties

De groei van de kwaliteit van de dienstverlening staat of valt met de samenwerking tussen
centrale stad die zorg draagt voor 14020 en het digitaal loket enerzijds en de stadsdelen en
diensten met hun eigen balies, websites en telefoonnummers anderzijds. Om met deze ge-
deelde verantwoordelijkheden samen op te kunnen trekken is er een visie op dienstverlening
geformuleerd die breed gedragen wordt door alle diensten en stadsdelen..
Er is een uitvoeringsagenda gemaakt die binnenkort bestuurlijk zal worden vastgesteld.
In het Implementatieplan inrichten nieuwe stadsdeelorganisaties wordt de wens geuit om op
zeven locaties in de stad zogenaamde stadsloketten te openen, waar de burger producten en
informatie vindt van stadsdelen en diensten. In 2014 moeten de zeven loketten opengaan.

In de paragraaf Wat gaan we ervoor doen worden de verschillende doelstellingen voor 2011
en latere jaren toegelicht.

3.1.2. Dienstverlening en contactcenter: Wat gaan we ervoor doen?

Evaluatie 14020
Doelstelling 1: Evaluatie 14020 (Contactcenter Amsterdam):
In het programakkoord is in het licht van de gewenste dienstverlening van topkwaliteit aan de
burger verwezen naar de evaluatie van 14020. Na de afronding van de evaluatie in november
2010, bestaat er inzicht in eventuele verdere verbeterpunten en zal de indicator voor topkwali-
teit dienstverlening via het Contactcenter (CCA) nader ingevuld worden voor de periode
2012-2014. Het doel van het CCA is de burger één telefonische ingang te bieden, waarmee
alle gemeentelijke onderdelen kunnen worden bereikt. Het streven is zoveel mogelijk vragen,
verzoeken en klachten van de burger direct af te handelen. De gesprekken die niet kunnen
worden afgehandeld worden doorverbonden naar de achterliggende gemeenteonderdelen
waar de burger verder geholpen kan worden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is een goede
aansluiting van alle stadsdelen en diensten in de gemeente Amsterdam een vereiste. Daar-
naast stelt het Nationale Uitvoeringsprogramma (NUP) dat in 2015 de gemeente dé ingang is
voor de overheid.
Verbeterde randvoorwaarden, zoals de verhuizing naar één locatie in Bos en Lommer, tech-
nische verbeteringen en toename van beter getraind personeel dragen bij aan een kwalitatief
goed opererend contactcenter.

Visie op Dienstverlening 2010-2014

Raadsdruk Begroting 2011 336


Doelstelling 2: Kennisbank is de bron voor dienstverlening in de gemeente
In 2012 is de Kennisbank de informatiebron voor alle contactkanalen (fysiek, digitaal, telefo-
nisch) voor zowel algemene als specialistische afdelingen met veel klantcontacten. Niet al-
leen de medewerkers op de gemeentebrede contactkanalen maken gebruik van de Kennis-
bank, maar ook de meer specialistische afdelingen met veel klantbezoek. Hiertoe wordt de
kennisbank gedifferentieerd aangeboden en op het gebied van redactie, gebruik en functione-
le eisen aangepast en aangevuld. De burger krijgt zo op iedere locatie en via ieder contact-
kanaal dezelfde informatie.

In 2011 zullen de volgende activiteiten ontplooid worden:


 uitbreiden van de benodigde functionaliteit en toevoegen aan de Kennisbank
 ontwikkeling van content voor nieuwe gebruikersgroepen
 ontwikkeling van redactieproces voor content nieuwe gebruikersgroepen
 aanpassing van beheeromgeving content voor decentrale redacties (WAM)
 gebruikers trainen en Kennisbank in gebruik nemen
 rapportages ontwikkelen en inrichten

Doelstelling 3: Optimaliseren klantprocessen


In 2014 zijn de belangrijkste en meest voorkomende klantprocessen geoptimaliseerd en wor-
den voor de burger sneller, transparanter en efficiënter afgehandeld. Per klantproces worden
de volgende punten bekeken:
 verbeteren en vereenvoudigen van het proces
 transacties mogelijk maken in alle kanalen (digitaal, fysiek, telefonisch)
 informatie inzichtelijk voor de burger
 statusinformatie ontsluiten
 verminderen onnodige producten en diensten
 multichannelmanagement/kanaalsturing
 presentatie in samenhang met life events (bijvoorbeeld trouwen, verhuizing)
 implementatie van een pilot Selfservicebalie

Doelstelling 4: Basiscompetenties
In 2012 hebben in de gehele stad alle medewerkers met veel klantcontacten binnen elk ka-
naal (fysiek, per e-mail en telefonisch) dezelfde basiscompetenties. Klanten worden in elk
klantcontact op eenzelfde wijze geholpen. Hiervoor wordt een competentieprofiel ontwikkeld
en een training met certificering.

Doelstelling 5: Gelijkheid contactkanalen


 in 2012 worden de contactkanalen (digitaal, fysiek, telefonisch) in gelijke stijl, inrichting en
kwaliteit aangeboden en zijn ze in de gehele stad ontsloten. Er is stadsbreed een heldere
uniforme stijl in elk kanaal. Hiertoe wordt een stijlboek ontwikkeld en worden de afspra-
ken daarin bewaakt
 in 2012 worden alle contactkanalen in gelijke kwaliteit aangeboden en hierover wordt op
uniforme wijze gerapporteerd. Serviceniveau en kwaliteit is vergelijkbaar en inzichtelijk
door uniforme KPI’s, kwaliteitsnormen en rapportages. De Servicecode Amsterdam wordt
aangescherpt met nieuwe kwaliteitsnormen en tevredenheidsnormen

Doelstelling 6: Eén ingang voor de burger


In 2012 communiceren de gemeentelijke organisatieonderdelen alleen nog via 14020, am-
sterdam.nl of het stadsloket, zolang dit meerwaarde heeft voor de burger. De burger weet op
welke manier hij contact kan krijgen met de gemeente en vindt zowel digitaal, telefonisch en
fysiek een eenvoudige ingang waardoor alle gemeentelijke organisatieonderdelen te bereiken
zijn.

Doelstelling 7: Eenvoudige en begrijpelijke informatievoorziening


In 2012 is onze informatievoorziening aan de balie, telefoon en digitaal zo helder dat er geen
verder contact nodig is ter verduidelijking. Hiervoor wordt de informatie naar de burger regel-
matig getoetst op helderheid en gebruiksvriendelijkheid.

Implementatieplan inrichten nieuwe stadsdeelorganisaties

Raadsdruk Begroting 2011 337


Doelstelling 8: Stadsloketten
In de periode tot 2014 komen er op zeven locaties in de stad stadsloketten waar de burger
terecht kan met informatievragen en productaanvragen. De stadsloketten kennen ruime ope-
ningstijden. Medewerkers hebben dezelfde competenties en zijn breed inzetbaar.
1
3.1.3. Dienstverlening en contactcenter: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 8,7 8,8 8,8 8,8 8,8 8,8
Baten - 8,3 8,3 8,4 8,4 8,4 8,4
toevoegingen reserves + 0 0 0 0 0 0
onttrekkingen reserves - 0 0,1 0 0 0 0
Saldo (lasten - baten) 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4

Actualisatie 2010
In de Actualisatie 2010 neemt het saldo van lasten en baten van het CCA met € 126.790
incidenteel toe, hier staat een onttrekking ten laste van de reserve verbeterplan CCA tegen-
over. Dit betreft de besteding van het restant van incidentele prioriteit uit 2009 voor het verbe-
terplan Contactcenter. De middelen worden gebruikt voor de verdere verbetering van de pri-
maire werkprocessen en bijbehorende technische verbeteringen.

Begroting 2011
In de Begroting 2011 en de meerjarenbegroting vanaf 2012 bedraagt het saldo van het Con-
tactcenter ten laste van de algemene middelen € 0,4 miljoen. Dit deel van de lasten wordt niet
gedekt uit bijdragen van de deelnemers maar uit het BRI budget.

3.1.4: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de doelstellingen?


Randvoorwaarde voor het realiseren van de projecten die volgen uit de Visie op Dienstverle-
ning 2010-2014 is een stadsbrede infrastructuur en een netwerk die het mogelijk maken om
rapportagemethoden en informatiebronnen in de gehele stad en over alle kanalen te gebrui-
ken.
Samenwerking tussen de centrale stad (DFM), die zorgdraagt voor 14020 en het digitaal lo-
ket, en de stadsdelen en diensten (balie, website, eigen telefoonnummers) is een voorwaarde
voor het realiseren van alle projecten.

3.2 Subprogramma Burgerzaken en basisregistraties


3.2.1 Burgerzaken en basisregistraties: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Ons College streeft er naar op een betrouwbare en veilige wijze zorg te dragen voor uitvoe-
ring van de basisregistraties Personen, Adressen, Gebouwen, Kadaster en Topografie. De
kwaliteit van de basisgegevens en de kwaliteit van de dienstverlening aan afnemers staat
daarbij voorop. Het verbeteren van de kwaliteit van deze twee aspecten is een belangrijke
doelstelling voor de komende jaren.
De dienst Persoons- en Geo-informatie (DPG) is de stelselbeheerder van basisregistraties
voor de gemeente Amsterdam. Zij breidt haar dienstverlening de komende jaren uit zodat
uiteindelijk vanuit één punt gegevens uit dertien basisregistraties, dertien kernregistraties, alle
zaakgegevens en documenten van de gemeente Amsterdam worden geleverd. Het aantal
van dertien basisregistraties en dertien kernregistraties is gebaseerd op het eindrapport van
het programma Basisregistraties en ICT Infrastructuur (BRI).

In 2011 zullen de verkiezingen voor de Provinciale Staten optimaal gefaciliteerd worden met
oog voor het verbeteren van de kwaliteit van de stembureauvoorzitters en plaatsvervangend
voorzitters.

1
De cijfers in de tabel betreffen het contactcenter. De overige bedragen van DFM dienstverlening worden toegelicht
in het programma facilitair en bedrijven.

Raadsdruk Begroting 2011 338


3.2.2 Burgerzaken en basisregistraties: Wat gaan we ervoor doen?
Het is voor afnemers van basisinformatie van het grootste belang dat ze hun vraag bij één
loket kunnen neerleggen. Die loketfunctie heeft DPG nu al voor vijf basisregistraties. Om dat
de dienst het loket wordt voor dertien basisregistraties en dertien kernregistraties staat hij
voor een grote veranderopgave. Voor een deel bestaat die opgaven uit het inrichten van ge-
nerieke inwinnings-, beheer- en verstrekkingsprocessen rond basis- en kernregistraties. In-
winning van de gemeentelijke basisgegevens hoeft daardoor niet meer dubbel plaats te vin-
den. De beheer- en verstrekkingsprocessen stemmen het stelsel af op de informatiebehoefte
van de gemeente. Hiervoor zal structurele afstemming georganiseerd moeten worden met
zowel afnemers als landelijke bronhouders van basisregistraties.

Doelstelling 1: Kwaliteit gegevens verbeteren


Om de kwaliteit van de gegevens te verbeteren worden de volgende activiteiten ontplooid:
 onderzoek naar verschil feitelijke en administratieve werkelijkheid
 verbeteren van samenhang van Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) met an-
dere basisregistraties
 70% van de afnemers is aangesloten op de BAG in 2011, vanaf 2012 zijn alle afnemers
aangesloten
 ontwikkelen van instrumentarium om kwaliteit permanent in beeld te brengen
 het regelen van relatie- en productmanagement voor de bestaande basisregistraties en
daarna uitbreiden voor de overige basisregistraties
 het verder ontwikkelen van kwaliteitsbeleid
 het professionaliseren van steekproeven, opstellen van een kwaliteitshandvest stadsde-
len, bestandscontroles, opstellen digitale handboeken voor de geo-basisregistraties

Doelstelling 2: Dienstverlening aan afnemers verbeteren


Om de kwaliteit van de dienstverlening aan afnemers te verbeteren worden onder andere de
volgende activiteiten ontplooid:
 het platform ‘Op de kaart’ biedt gemeentelijke organisaties de mogelijkheid om op unifor-
me wijze, en met gebruikmaking van de actuele basisgegevens, hun eigen informatie aan
burgers en bedrijven op internet te presenteren. De ambitie is om van ‘Op de kaart’ het
gemeentelijke platform te maken dat gekoppeld is aan www.amsterdam.nl. Daarmee
wordt Op de Kaart een stedelijke voorziening.
 ontwikkelen van een ‘kennisbank geo-informatie’ waarin gemeentelijke gebruikers kunnen
terugvinden waar zij welke geo-informatie kunnen verkrijgen, zowel binnen als buiten de
stad.
 uitbreiden van de dienstverlening met aanvullende basis- en kernregistraties, uitgangs-
punt bij het prioriteren en fasering van de uitbreiding is de behoefte van afnemers
 leveren van de kernregistraties en de aanvullende gegevens van de basisregistraties via
een gemeenschappelijk koppelvlak
 aansluiten bij de digimelding
 invoeren van de nieuwe werkwijze aangifteprocedure vermiste reisdocumenten (landelijk)
 realiseren van een persoonlijke internetpagina voor burgers inclusief terugmeldfunctiona-
liteit
 voorbereiding plaatsonafhankelijke dienstverlening

Doelstelling 3: Zorgen voor een goed verloop van verkiezingen


In 2011 vinden verkiezingen van de Provinciale Staten plaats. Deze verkiezingen zullen nog
met ‘het rode potlood’ plaatsvinden. Op basis van de huidige informatie zal pas na 2011 het
digitaal stemmen weer op de agenda geplaatst worden. Dit leidt vanaf 2012 tot herziening
van het verkiezingsproces. Het (oude en nieuwe) verkiezingsproces en de verbetering van de
kwaliteit stembureauvoorzitters en plaatsvervangend voorzitters zal optimaal worden gefacili-
teerd.
Hiertoe worden:
 alle kiesgerechtigde Amsterdammers uitgenodigd om met een stempas hun stem uit te
brengen
 circa 500 stembureaus ingericht, waarbij circa 2.500 stembureauleden en circa 1.500
tellers ingezet worden
 alle voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de stembureaus (opnieuw) opgeleid

Raadsdruk Begroting 2011 339


 de uitslag(en) overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet en het Verkiezingsregle-
ment op de Stadsdeelraden vastgesteld

3.2.3 Burgerzaken en basisregistraties: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 27,9 30,4 27,7 25,9 25,4 29,6
Baten - -4,6 -5,8 -5,8 -5,8 -5,8 -5,8
toevoegingen reserves + 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
onttrekkingen reserves - -0,5 -1,1 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1
Saldo (lasten - baten) 23,1 23,8 21,9 20,0 19,6 22,7

De Actualisatie 2010 is € 1,3 miljoen nadeliger dan begroot, met name vanwege de niet ge-
raamde Tweede Kamerverkiezing 2010 (€ 1,8 miljoen).
De verwachte verbetering van het saldo in 2011 met € 2,9 miljoen wordt vooral veroorzaakt
door het vervallen van kosten voor de Tweede Kamerverkiezing en Gemeenteraadsverkie-
zing 2010 (€ 4,1 miljoen), waar tegenover de kosten staan van de verkiezingen voor de Pro-
vinciale Staten 2011 (€ 1,8 miljoen). Daarnaast wordt het saldo verklaard door het vervallen
van een incidentele prioriteit (€ 0,2 miljoen), lagere kapitaallasten (€ 0,3 miljoen) en negatie-
ve nominale ontwikkeling (€ 0,4 miljoen).
Na 2011 is de geraamde ontwikkeling als volgt:
 het saldo neemt in 2012 af met € 1,8 miljoen, met name vanwege het vervallen van kos-
ten van de verkiezingen voor de Provinciale Staten
 in 2013 neemt het saldo met € 0,4 miljoen af vanwege vrijval kapitaallasten
 het saldo neemt in 2014 toe met € 4,1 miljoen vanwege verkiezingen voor de Gemeente-
raad en verkiezingen voor het Europees Parlement

3.3 Subprogramma Archief


Het verwerven, bewaren en toegankelijk maken van archieven en collecties en deze aan een
zo groot mogelijk publiek beschikbaar stellen.

3.3.1.Overige doelstellingen
Doelstelling 1: Het Stadsarchief is voor het concern een beheerder van formaat.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
− Aantal overbrengingen digitaal 3 5 5 5
archief uit concern naar e-depot
− Hoeveelheid opnames (Tb) 5 7 10 10
digitale informatie in het E-
depot

Doelstelling 2: Dienstverlening en presentatie


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
De archieven en collecties zijn we-
reldwijd toegankelijk
− aantal scans 1.250.000 1.500.000 1.750.000 2.000.000
− aantal webbezoekers 660.000 670.000 680.000 690.000
1) Het gebouw De Bazel wordt
optimaal benut
2) De Bazel als centrum voor erf-
goed, kunst en cultuur

− aantal bezoekers van de Bazel 120.000 150.000 150.000 150.000 150.000

Doelstelling 3: Nieuwe doelgroepen


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Raadsdruk Begroting 2011 340


Toeristen informeren over de ge- Weinig 2010 Op toeris- Evaluatie Extra Aandacht
schiedenis van Amsterdam door buitenland- ten gerich- en aanpas- aandacht voor toeris-
rondleidingen en tentoonstellingen in se bezoe- te zomer- sing op voor toeris- ten bij
meer talen aan te bieden en door de kers presentatie toeristen ten bij externe
thema’s van evenementen en ten- en com- gerichte communi- communi-
toonstellingen hierbij aan te laten municatie communi- catie over catie
sluiten catiekana- 400 jaar
len Grachten-
gordel
Contacten met migrantenorganisa- Contacten Bekend Ontsluiten Verzame- Goed
ties leiden tot een groter aandeel met mi- maken verworven len websi- migranten-
van bezoek en collecties van nieuwe grantenor- archieven migranten- tes van netwerk
Amsterdammers ganisaties en collec- archieven nieuwe
ties mbt en onder Amster-
nieuwe de aan- dammers.
Amster- dacht Strategie
dammers brengen bepalen
via de via o.a. de om een
portal nieuwsbrief divers
Vijf Eeu- Samen- migranten
wen Migra- werking netwerk op
tie. tussen te bouwen
Bevorderen migranten-
stageplek- archief-
ken voor vormers en
MBO SAA be-
leerlingen vorderen

3.3.2. Archief: Wat gaan we ervoor doen?


Doelstelling 1: Het Stadsarchief is voor het concern een beheerder van formaat
Naar verwachting wordt het E-depot van het Stadsarchief Amsterdam (SAA) in de tweede
helft van 2010 goedgekeurd door de provinciale archiefinspectie. Vanaf dat moment is het
mogelijk papieren archiefbestanden die gedigitaliseerd zijn officieel te vervangen. De papie-
ren dossiers mogen daarna worden vernietigd. In 2011 zullen enkele gedigitaliseerde bouw-
archieven van stadsdelen worden overgedragen aan het Stadsarchief. ‘Digital born’ archie-
ven, zoals de archiefbestanden van het besluitvormingssysteem Andreas en het digitale ar-
chief van de projectorganisatie ‘Verbetering Bestuurlijk Stelsel’ van het Programmabureau
Eén Amsterdam zullen naar verwachting in 2011 worden overgedragen.

De duurzaamheid van de digitale archieven, collecties en reproducties is van groot belang


voor een goed functionerende E-overheid. Het E-depot moet deze duurzaamheid garanderen.
Er zijn op dit moment drie archiefinstellingen die beschikken over een E-depot, het Stadsar-
chief Amsterdam, het Nationale Archief en het Gemeentearchief Rotterdam. Gezamenlijk is
een initiatief gestart om te komen tot gemeenschappelijke E-depotvoorzieningen die een lan-
delijk dekkend net in Nederland vormen. Met deze gemeenschappelijke E-
depotvoorzieningen wordt een constante kwaliteit gewaarborgd en kunnen door schaalvergro-
ting de kosten worden verlaagd.

In de achterliggende jaren zijn achterstanden ontstaan in het behouden en toegankelijk ma-


ken van de papieren archieven en collecties. In de komende jaren is een groot deel van de
inspanning er op gericht om extra middelen te verkrijgen om deze achterstanden weg te wer-
ken en deze collecties en archieven geschikt te maken voor presentatie op de website van
het Stadsarchief. Door herverpakking is het bovendien mogelijk ruimte te winnen in de de-
pots. Dit is hard nodig omdat de depots van De Bazel veel sneller vol lopen dan was voor-
zien.

Doelstelling 2: Dienstverlening en presentatie


De Culturele Alliantie is een netwerkverband van drie gemeentelijke onderdelen die geza-
menlijk werken aan het op de agenda zetten en het meer zichtbaar maken van cultuur en
erfgoed in de stad, met één centraal informatiepunt over kunst, cultuur, media, erfgoed en
geschiedenis. De Culturele Alliantie richt zich dan ook op het ontwikkelen en stimuleren van
die activiteiten waarbij ‘grensoverschrijdend’ wordt gewerkt tussen de culturele en de erf-
goeddisciplines.

Raadsdruk Begroting 2011 341


De archieven en collecties van het Stadsarchief zijn conform de Archiefwet kosteloos te raad-
plegen in het informatiecentrum en de studiezaal van het archief. Veel informatie is online te
raadplegen via de digitale balie: www.stadsarchief.amsterdam.nl. Voor het laten verrichten
van onderzoek, het bestellen van reproducties en het laten maken van scans geldt de leges-
verordening. De ontwikkeling van de digitale dienstverlening zal zich in 2011 voortzetten.

Het Stadsarchief organiseert tentoonstellingen, rondleidingen, evenementen, canongesprek-


ken en boekpresentaties. De Schatkamer met topstukken uit het archief en de Filmzaal met
zijn cineacformule en in het Engels ondertitelde films zijn vrij toegankelijk voor bezoekers en
hebben een wisselende programmering. Voor scholen worden educatieve programma’s sa-
mengesteld. Ook wordt de gelegenheid geboden voor het lopen van stages waarbij leerlingen
werkervaring kunnen opdoen. De tentoonstellingen in 2011 staan in het teken van de nieuwe
samenwerkingsverbanden met Bureau Monumenten en Archeologie en met de Maria Austria
Stichting.

Doelstelling 3: Nieuwe doelgroepen


De zomer van 2011 staat in het teken van de film. Met de productie van de laatste films wordt
de populaire 10-jaren cinema voltooid en dat wordt gevierd met de Filmzomer. Film is een
ideaal medium om snelle en toegankelijke informatie over de geschiedenis van de stad over
te brengen en dus ook uitermate geschikt voor de toeristische doelgroep.

De afgelopen jaren zijn contacten gelegd met migrantenorganisaties met het doel de activitei-
ten van deze doelgroepen te documenteren en de verzamelingen van het Stadsarchief daar-
mee te verrijken. Via de portal Vijf Eeuwen Migratie wordt meer bekendheid gegeven aan de
verworven archieven en collecties met betrekking tot nieuwe Amsterdammers. Deze portal is
een samenwerkingsproject van verschillende erfgoedinstellingen.

3.3.3 Archief: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Lasten + 20,1 23,4 19,6 18,5 18,2 17,9
Baten - -4,0 -6,0 -4,1 -2,7 -2,7 -2,7
toevoegingen reserves + 0,4 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
onttrekkingen reserves - -1,4 -1,4 -0,1 -0,1 -0,1 0,0
Saldo (lasten - baten) 15,1 16,2 15,4 15,7 15,4 15,2

De actualisatie vertoont een verslechtering van het saldo van baten en lasten na mutaties in
reserves met € 1,1 miljoen, vooral omdat de voorgenomen verkoop van de synagoge (met
geraamde opbrengst van € 1,0 miljoen) nog niet is gerealiseerd.
Ten opzichten van de Actualisatie 2010 verbetert in 2011 het saldo met € 0,8 miljoen, onder
andere omdat de opbrengst van de synagoge naar 2011 is verschoven. In 2012 verbetert het
saldo verder, onder andere door het wegvallen van archeologische werkzaamheden bij de
aanleg van de Noord/Zuidlijn. De verwachting is dat de kosten en opbrengsten uit leges zul-
len stijgen door de toename van digitaal beschikbare archieven. De opbrengsten zullen ge-
bruikt worden voor de presentatie van de archieven aan een groot publiek. Na 2011 verbetert
het saldo geleidelijk door vrijval van kapitaallasten

3.4 Subprogramma Financiële dienstverlening


3.4.1. Financiële dienstverlening: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?
De Stadsbank van Lening is een gemeentelijke organisatie, zonder winstoogmerk, die zich
richt op iedereen die direct contant geld nodig heeft op basis van roerend goed als onder-
pand. Ons College wil dat de Stadsbank van Lening voor haar klanten laagdrempelig is en
een sociaal gezicht toont.

3.4.2 Financiële dienstverlening: Wat gaan we ervoor doen?

De navolgende activiteiten zullen worden ondernomen:

Raadsdruk Begroting 2011 342


 Belening tegen zo laag mogelijke tarieven
 Vergroten naamsbekendheid onder inwoners van Nieuw West met een Turkse of Marok-
kaanse achtergrond
 Meting klanttevredenheid

3.4.3 Financiële dienstverlening: Wat mag het kosten?


Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
1 Omzet 12,9 12,5 13,5 12,5 12 12 12
2 Bruto resultaat 3,0 1,5 1,5 0,8 0,6 0,6 0,6
3 Resultaat ten -2,2 -1,5 -1,5 -0,8 -0,6 -0,6 -0,6
gunste van de
algemene dienst

Actualisatie 2010
Voor het jaar 2010 wordt een resultaat verwacht van € 1,4 miljoen.
De taakstelling bedraagt € 0,7 miljoen. Van het resultaat exclusief taakstelling moet 75% wor-
den afgedragen aan de algemene dienst. Hierdoor wordt er bovenop de opgelegde taakstel-
ling een geraamd bedrag van € 0,5 miljoen extra afgedragen aan de algemene dienst. De
geraamde totale afdracht voor 2010 is hiermee gelijk aan € 1,2 miljoen.
Het geactualiseerde gunstige resultaat wordt veroorzaakt door de nog altijd hoge goudprijs,
de lage rente in rekening-courant en door toename van het aantal nieuwe beleningen. Dat
laatste is waarschijnlijk het gevolg van de economische crisis. Het gunstiger resultaat zal
leiden tot aanpassing van de tarieven.

Ten opzichte van de Begroting 2010 neemt de omzet toe met circa € 1 miljoen. Dit is voor-
namelijk het gevolg van een toename van de inkomsten uit beleenrecht (€ 0,7 miljoen) en de
hogere opbrengst uit de heffing bij veilingverkoop (€ 0,2 miljoen).

Begroting 2011
Voor het jaar 2011 verwacht de Stadsbank van Lening een positief resultaat van € 0,8 mil-
joen. Van dit resultaat zal het geraamde bedrag van ruim € 0,7 miljoen worden afgedragen
aan de algemene dienst. De afdracht betreft de taakstelling van € 0,7 miljoen en 75% van de
extra winst.

Ten opzichte van de Actualisatie 2010 neemt de omzet af met circa € 1 miljoen. De inkom-
sten uit beleenrecht nemen - als gevolg van de ingestelde tariefverlaging – af met € 0,7 mil-
joen. De heffing bij veilingverkoop neemt af met € 0,2 miljoen.

Begroting 2012-2014
Geen wijzigingen.

4 Reserves, voorzieningen, investeringen


4.1. Reserves

Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen Ultimo mutaties stand ulti- mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 mo 2011 2011 2012 2013 2014
2010

+ -/- + -/-
Reserves
Portugees / Is- 1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
raelische Syna-
goge
Betaalautomaten 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Reserve Verbe- 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
terplan CCA
Algemene reserve 5,2 0,0 0,8 4,3 0,4 0,0 4,7 4,7 4,7 4,7
(Stadsbank van
Lening)
Amsterdams 1,9 0,0 0,0 1,9 0,0 0,0 1,9 1,9 1,8 1,8

Raadsdruk Begroting 2011 343


Restauratiefonds
WW-reserves 0,9 0,6 0,5 1,0 0,0 0,1 0,8 0,6 0,4 0,3
(DPG, BMA, SBL)
Projecten SBL 0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0
(25% van de
winst)
BRI (Basisregis- 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
traties en ICT)
Vakantiegeld 1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(DPG, SAA, BMA,
SBL)
Totaal reserves 10,8 0,6 3,6 7,7 0,4 0,6 7,3 7,2 6,9 6,8

Te handhaven reserves
Algemene reserve Stadsbank van lening
De Stadsbank van lening onderkent in haar bedrijfsvoering drie financiële risico’s: omzet-,
goudprijs- en rente risico. De algemene reserve heeft als doel het stabiliseren van de hoogte
van het beleentarief. Jaarlijks wordt de algemene reserve geactualiseerd. Als gevolg van de
actualisatie is de verwachting dat € 0,4 miljoen gedoteerd wordt aan de algemene reserve in
2011. De omvang van de algemene reserve ultimo 2011 na onttrekking is € 4,7 miljoen.

Reserve Amsterdams Restauratiefonds BMA


In 2009 is de Gemeente Amsterdam een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de
Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF). De gemeente heeft besloten € 3,4 miljoen be-
schikbaar te stellen voor storting in het Amsterdams Restauratiefonds. Dit fonds heeft een
revolverend karakter. Dit houdt in dat uitgeleende bedragen inclusief rente op termijn terug-
vloeien in het fonds en opnieuw ter beschikking kunnen worden gesteld. Dit zelfde geldt voor
rekening-courant rente over het niet uitgeleende gedeelte. Ultimo 2009 is een bestemmings-
reserve Amsterdams Restauratiefonds ter grootte van € 1,9 miljoen opgenomen. Hiertegen-
over staat de rekening-courant verhouding met het Nationaal Restauratiefonds. Jaarlijks
wordt € 10.000 aan het Amsterdams Restauratiefonds onttrokken ter dekking van de door het
Bureau Monumenten en Archeologie gemaakte onkosten. De stand van de reserve ultimo
2011 is € 1,9 miljoen.

WW-reserves
Diensten beschikken over reserves voor WW-uitkeringen. Het betreft bedrijfsmatige reserves
waarin zich geen bijzondere ontwikkelingen voordoen.

Winstreserve Stadsbank van lening


Van het voordelige exploitatiesaldo komt volgens bestaande afspraken 75% ten gunste van
de algemene dienst van de gemeente en 25% kan de Stadsbank van lening aanwenden ten
gunste van projecten. Deze reserve wordt in 2011 geheel aangewend - € 0,5 miljoen - als
dekking voor de tariefverlaging 2011. Het tarief wordt met 1,2% verlaagd en komt hiermee op
13,2% per jaar.

Af te wikkelen reserves

Portugees-Israëlitische Synagoge
De reserve Portugees-Israëlitische Synagoge is bestemd voor de restauratie van de Synago-
ge. Er wordt een voorstel voorbereid om in 2010 € 1 miljoen te onttrekken aan de reserve en
te bestemmen voor het Amsterdam restauratiefonds. De restauratie van de synagoge wordt
dan voor hetzelfde bedrag ondergebracht in het ISV 2009. De reserve is ultimo 2010 volledig
uitgeput.

Verbeterplan CCA
De reserve Verbeterplan CCA betreft het restant van de incidentele prioriteit voor het verbe-
terplan van het contactcenter; dit wordt in 2010 volledig uitgegeven aan verdere verbetering
van primaire werkprocessen en technische verbeteringen.

BRI

Raadsdruk Begroting 2011 344


De reserve BRI (€ 0,1 miljoen) wordt in 2010 volledig besteed en de vakantiegeldreserves
vallen vrij bij de Actualisatie 2010 (€ 1 miljoen).

4.2. Voorzieningen

Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen Ultimo mutaties stand ulti- mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 mo 2011 2011 2012 2013 2014
2010
+ -/- + -/-
Voorzieningen
Monumenteninfor- 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
matiesysteem
Vervanging / 0,7 0,1 0,0 0,7 0,1 0,0 0,8 0,9 0,0 0,1
vernieuwing Grafisch
Vastgoed
Groot onderhoud 0,6 0,8 0,4 1,0 0,4 0,9 0,5 0,8 1,0 1,3
(Stadsarchief)
Onderhoudsfonds 0,2 0,3 0,1 0,3 0,3 0,4 0,2 0,2 0,2 0,2
gebouwen (Stads-
bank van Lening)
Meten NAP net in 0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,1
2004
Afbouw LMD 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1
Legaat van Eck 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal voorzienin- 2,0 1,3 0,7 2,4 0,9 1,4 1,8 2,0 1,4 1,8
gen

Te handhaven voorzieningen

Vervanging /vernieuwing DIVA


Doel van de voorziening is het actualiseren van het systeem, waarmee de basisgegevens
vanuit Geo-informatie worden geleverd, te kunnen realiseren vanwege de veranderende
technologie. Hiermee is een hoog bedrag gemoeid. Door het vormen van de voorziening wor-
den grote schommelingen in de begroting voorkomen.
Het plafond van deze voorziening wordt geraamd op € 1 miljoen. De looptijd bedraagt 6 jaar.
Jaarlijks wordt gedoteerd. De onttrekking wordt voorzien in 2013.

Groot onderhoud Stadsarchief


Jaarlijks wordt € 0,4 miljoen aan de Voorziening groot onderhoud van het Stadsarchief gedo-
teerd. De onttrekkingen vinden plaats naar gelang het onderhoud volgens het 30-jaren pro-
gramma groot onderhoud wordt uitgevoerd. De stand ultimo 2011 bedraagt € 0,5 miljoen.

Onderhoudsfonds gebouwen
De Stadsbank van Lening heeft een onderhoudsfonds voor gebouwen. Het onderhoud wordt
aan de hand van een tienjarig onderhoudsplan uitgevoerd. De uitvoering van de geplande
werkzaamheden ligt geheel op schema. Er wordt in 2011 € 0,3 miljoen gedoteerd. Hier te-
genover staat een onttrekking van € 0,4 miljoen. De stand van de voorziening ultimo 2011 is €
0,2 miljoen.

Voorziening meten NAP


Doel van de Voorziening meten NAP (ultimo 2011 € 0,2 miljoen) is het hermeten van geogra-
fische bestanden die om de vijf jaar vernieuwd worden. De geraamde uitgaven zijn dermate
hoog dat deze niet in enig jaar volledig ten laste van de begroting gebracht kunnen worden.
Met de voorziening worden grote schommelingen in de begroting voorkomen. Het plafond van
deze voorziening ligt op € 0,3 miljoen. De looptijd bedraagt vijf jaar. De dotatie bedraagt
€ 60.000.

Voorziening Landmeetkundige dienst

Raadsdruk Begroting 2011 345


De Voorziening Landmeetkundige dienst (ultimo 2011 € 0,1 miljoen) is een gevolg van de
opheffing van de Landmeetkundige Dienst (LMD) en is bestemd voor het opvangen van de
loonkosten en begeleidingskosten van de medewerkers van de LMD. De looptijd is tot en met
2012.

Legaat Van Eck


Het legaat Van Eck is bedoeld voor aankopen van het Stadsarchief. Daar onze gemeente het
vruchtgebruik heeft, worden de rente-inkomsten wordt jaarlijks gedoteerd.

Af te wikkelen voorzieningen

Monumenteninformatiesysteem
In 2009 is een voorziening Monumenteninformatiesysteem getroffen in verband met het fail-
lissement van de leverancier van het Amsterdams Monumenten informatie Systeem. In 2010
en 2011 worden de mankementen conform een werkplan hersteld. De verwachte onttrekking
2011 bedraagt € 80.000 en hiermee is de voorziening uitgeput.

4.3. Investeringen
In de investeringsstaat zijn de volgende investeringen opgenomen:
 invoering Basis ICT en omnummering (€ 0,3 miljoen). De investeringen en de hieraan
gerelateerde kosten komen voor rekening van de diensten. Voor de invoering van de ba-
sis ICT geldt als randvoorwaarde dat alle IP-adressen omgenummerd moeten worden.
 vervangingsinvesteringen van het Stadsarchief op basis van het tienjarig programma
(€ 0,3 miljoen)
 routinematige investeringen met betrekking tot ICT-applicaties Stadsbank van Lening
(€ 150.000)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

IP4 Incidentele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Vrijval voorziening peilbou- -180 -180
ten NAP

-180 -180

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

IP4 Incidentele posterioriteiten

1. Vrijval voorziening peilbouten NAP


In Amsterdam zijn honderden bouten aangebracht ter bepaling van de juiste hoogten bij
bouwwerken, de zogenoemde NAP-bouten. Jaarlijks wordt € 60.000 gedoteerd aan een voor-
ziening voor de controle van de NAP-bouten. De voorziening bedraagt momenteel € 180.000.
Het wordt mogelijk geacht het controlemoment 3 jaar op te schuiven zonder dat dit tot onaan-
vaardbare risico's leidt. Hoogtemeting kan bij eventuele aantasting van een bout ook vanuit
een andere bout worden gedaan. Het is derhalve mogelijk de bestaande voorziening vrij te
laten vallen. Deze incidentele posterioriteit hebben wij in onze voorstellen opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 346


Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
Inleiding
In 2010 is het rijk gestart met de derde termijn Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
(ISV3). Begin 2010 heeft de gemeente Amsterdam een beschikking ontvangen voor ca. € 230
miljoen voor ISV3 (2010 t/m 2014). Bij aanvang van ISV3 is de wet op de stedelijke
vernieuwing nog vigerend. Deze wet biedt het kader waarbinnen de gemeente Amsterdam
wordt geacht te opereren. Voor uitvoering van stedelijke vernieuwing heeft de gemeente
afspraken met het rijk gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het
Meerjarenontwikkelingsprogramma III, welke in december 2009 door uw Vergadering is
vastgesteld. Anders dan bij ISV 1 en 2 gaat het hier niet (meer) om afrekenbare afspraken.
De gemeente legt geen verantwoording meer af aan het rijk. Daartoe moet het rijk overigens
nog wel de wet op de stedelijke vernieuwing intrekken. Dat zal in de loop van 2010 gebeuren.
Met ingang van 2011 is het ISV geen gebundelde doeluitkering meer, maar een
decentralisatie uitkering. Dat laatste betekent dat het onderdeel wordt van het gemeentefonds
en dat ISV-middelen in principe vrij beslisbaar worden, met uitzondering van bestaande
specifieke afspraken met het rijk. Enkele van die afspraken zijn vastgelegd in het convenant
Bodem. Het betreft afspraken over bodemsanering ten behoeve van woningbouw en bij
voormalige gasfabriekterreinen. Deze afspraken zijn wel afrekenbaar en besteding van deze
middelen is niet vrij. Sanering verkeerslawaai is een wettelijke taak. Ook hier is besteding van
middelen niet zonder meer vrij beslisbaar; er is wel meer ruimte voor een eigen invulling dan
bij de budgetten uit het convenant Bodem.

Het budgettair kader voor het verdelingsvoorstel


Budgettair kader ISV3 (x€ 1.000) 2010 2011 2012 2013 2014 Totaal

Budget 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000 230.000


Rekeningresultaat 2008/2009 -1.938 -84 -1.333 -1.333 -1.333 -6.021
Bezuiniging PA -8.000 -8.000 -8.000 -8.000 -32.000
Totaal budget 44.062 37.916 36.667 36.667 36.667 191.979

Het totale budgettaire kader voor ISV3 is € 230 miljoen. Dat betekent dat er per jaar een
budget van € 46 miljoen beschikbaar is. Om te komen tot het feitelijk te besteden jaarlijkse
budget moeten een tweetal correcties worden doorgevoerd:

 Verwerking negatief rekeningresultaat 2009


Normaal gesproken wordt het rekeningresultaat van het jaar t-1 ten last (of ten gunste)
gebracht van begrotingsjaar t+1. Omdat het rekeningresultaat 2009 negatief en enigszins
omvangrijk is, zou dat een dip in de bestedingsruimte 2011 veroorzaken. Door het
rekeningresultaat te verdelen over de begrotingsjaren 2011 t/m 2014 vlakt die dip af en
blijft de begrotingsomvang per jaarschijf redelijk gelijk. Het ligt niet in de lijn der
verwachting dat zich de komende jaren opnieuw een negatief rekeningresultaat van die
omvang manifesteert.

 Verwerking bezuiniging programakkoord


In 2011 neemt het beschikbare bedrag voor het ISV sterk af ten opzichte van vorig jaar
(2010: € 44,1 miljoen). Dit is voornamelijk het gevolg van de ombuiging van € 8 miljoen
zoals in het Programakkoord opgenomen. Ons College heeft er voor gekozen de
ombuiging deels te effectueren door een verlaging van het sleutelbedrag voor de
stadsdelen. Het sleutelbedrag neemt ten opzichte van 2010 af met € 5 miljoen tot circa €
15 miljoen. Het resterend bedrag van de ombuiging (€ 3 miljoen) komt overwegend ten
laste van het budget voor het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers, Sanering
Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking van het budget vergt een strenge
beoordeling van ingediende bestedingsvoorstellen en gaat gepaard met lastige keuzes.

Raadsdruk Begroting 2011 347


Het verdeelvoorstel Begroting 2011
Onderstaande tabel toont het verdelingsvoorstel 2011, afgezet tegen de toekenningen voor
2010. Toelichtingen op het verdelingsvoorstel zijn opgenomen in de desbetreffende
programma’s.
Het verdeelvoorstel heeft een meerjarige dimensie. De jaarschijf 2011 wordt ter
besluitvorming voorgelegd en de jaarschijven 2012-2014 zijn ter illustratie.

Stedelijke vernieuwing vindt vooral plaats in de stadsdelen. Het ligt dan ook voor de hand
hiervoor een substantieel bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. In de Begroting 2010
was dit € 20 miljoen. Gezien de bezuiniging op het ISV is het vrijwel onmogelijk het
sleutelbudget op dat niveau te handhaven. Voorgesteld wordt om € 14,75 miljoen toe te
kennen.

Aanvraag
Begroting ISV 2010 in € x 1.000 2010 2011 2011 2012 2013 2014
Budget 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000
Resultaat rekening 2008/2009 - 1.938 - 84 - 1.333 - 1.333 - 1.333
Bezuiniging PA - 8.000 - 8.000 - 8.000 - 8.000
Beschikbaar budget 44.062 37.916 36.667 36.667 36.667

Directe geldstroom stadsdelen aanvraag voorstel


Sleutelbudget 20.000 14.750 14.750 14.750 14.750 14.750
Vernieuwingsoperatie Bijlmermeer 0 365 365 0 0 0

indirecte geldstroom stadsdelen


Broedplaatsen 1.000 0 0 0 0 0
Monumentenzorg 2.000 2.000 2.000 1.500 1.500 1.500
Groen in en om de stad 800 1.000 1.000 1.000 1.000 0
Regeling van groot naar beter 250 250 250 250 250 250
Sanering verkeerslawaai 5.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Woningverbetering 750 615 615 366 366 500
Bodemsanering 2.576 2.000 2.000 1.500 1.500 1.500
Gasfabrieken 6.266 10.266 10.266 10.266 10.266 9.266

Grootstedelijke projecten 5.420 3.670 3.670 3.670 3.670 3.670


Reservering Zuidelijke IJoevers :
Stationseiland/ Oosterdok / Prins
Hendrikkade, inclusief loon- en
prijscompensatie 4.087 2.337 2.337 2.337 2.337 2.337
Stationseiland gebiedsregie:
- bereikbaarheid, leefbaarheid
en veiligheid
- Stationseiland:
informatiecentrum
- Stationseiland:
communicatie
- Stationseiland:
ingenieursdiensten 1.333 1.333 1.333 1.333 1.333 1.333

Totaal ISV voorstel begroting 2011 44.062 37.916 37.916 36.302 36.302 34.436
Nog in te vullen ISV ruimte 0 0 0 365 365 2.231

Raadsdruk Begroting 2011 348


Algemene dekkingsmiddelen
1 Kerncijfers
Bedragen x € 1 Rekening Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
miljoen 2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal programma’s
Lasten + 1.931,0 1.421,5 1.522,3 1.570,5 1.417,7 1.393,6 1.379,8
Baten - 3.680,6 2.743,0 3.011,4 2.832,2 2.785,5 2.749,1 2.745,0
Resultaat t.l.v. - 1.749,6 - 1.321,5 - 1.489,1 - 1.261,7 - 1.367,9 - 1.355,6 - 1.365,2
algemene middelen
voor mutaties reserves
Toevoeging minus 516,6 74,6 128,0 73,5 103,4 112,0 131,5
onttrekking reserves
Resultaat t.l.v. - 1.233,0 - 1.246,9 - 1.361,0 - 1.188,2 - 1.264,5 - 1.243,6 - 1.233,8
algemene middelen na
mutaties reserves
Saldo reserves 5.157,8 4.901,2 5.286,1 5.359,7 5.463,1 5.575,3 5.707,1
Saldo voorzieningen 112,2 71,3 95,1 96,5 97,9 99,3 100,7

1.1 Algemeen
Algemene dekkingsmiddelen is geen programma, maar een verplicht onderdeel in de
begroting waarin de belangrijkste algemene inkomstenbronnen van de gemeente worden
toegelicht en verantwoord. In Algemene dekkingsmiddelen kan geen directe koppeling
worden gelegd tussen (maatschappelijke) doelstellingen en middelen. Feitelijk dienen de in
algemene dekkingsmiddelen opgenomen inkomstenbronnen als dekking voor uitgaven en
doelstellingen in de programma’s. In dit hoofdstuk worden de financiële ontwikkelingen met
betrekking tot deze middelen geschetst.

De komende jaren zal de gemeente Amsterdam fors moeten bezuinigen. Dit heeft te maken
met de afname van de beschikbare algemene middelen. Om die reden is de
bezuinigingsopgave, bij uitzondering, als doelstelling in het Programma Algemene
dekkingsmiddelen opgenomen.

Programakkoord doelstelling

Doelstelling 42: De stad is financieel gezond


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Realisatie bezuinigingen per jaar n.v.t. n.v.t. € 81,5 € 57,7 miljoen € 37,6 miljoen € 34,4 miljoen
(Structureel evenwicht miljoen (cumulatief: (cumulatief: (cumulatief
inkomsten – uitgaven) € 139,2) € 176,8) € 211,2)

Weerstandsvermogen
voldoende om risico’s op te
vangen

De gemeente Amsterdam staat voor een grote financiële opgave. Uitgaven nemen toe, terwijl
inkomsten afnemen. Een gezonde financiële basis met voldoende bestedingsruimte is niet
meer vanzelfsprekend. Ons College ziet het als zijn taak om, ook voor toekomstige
generaties, de gemeentelijke financiën meerjarig op orde te krijgen en te houden. Daarom
staan wij een financieel beleid voor met de volgende uitgangspunten:

 een (meerjarig) structureel sluitende begroting


 het op peil houden van het weerstandsvermogen van de gemeente
 een voldoende niveau van reserves en voorzieningen
 geen dekking van structurele uitgaven met incidentele middelen

Raadsdruk Begroting 2011 349


 voldoende financiële ruimte om te kunnen blijven investeren in de stad
 speciale aandacht voor risicovolle projecten
 prudent treasurybeleid

De bezuinigingen die zijn vermeld zijn gebaseerd op de afspraken uit het programakkoord.
De doelstelling zal worden aangepast als de ontwikkeling van de financiële ruimte daartoe
reden geeft.

1.2 Uitkering gemeentefonds

Subprogramma Uitkering Bedragen x


Gemeentefonds € 1 miljoen
Lasten + 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Baten - 1.463,5 1.516,8 1.546,5 1.533,3 1.533,3 1.533,3 1.533,3
Saldo - 1.463,5 - 1.516,8 - 1.546,5 - 1.533,3 - 1.533,3 - 1.533,3 - 1.533,3

Actualisatie 2010
De uitkering uit het gemeentefonds is voor de gemeente Amsterdam een van de belangrijkste
inkomstenbronnen. De mutatie in deze uitkering is van belang voor de (structurele en
incidentele) ruimte in de Begroting 2011. Voor 2010 werd een totale uitkering uit het
gemeentefonds geraamd van € 1.516,8 miljoen. In de Actualisatie 2010 is dit bijgesteld naar
€ 1.546,5 miljoen. Dit is een toename van € 29,7 miljoen ten opzichte van de begroting.
De belangrijkste oorzaken voor deze ontwikkeling zijn:
 de ontwikkeling van de landelijke uitkeringsbasis leidt tot een daling van de algemene
uitkering ( -/- € 5,6 miljoen) en overige bijstellingen van de uitkeringsfactor (€ 0,9 miljoen)
 de ontwikkeling van de Amsterdamse uitkeringsbasis leidt tot een daling van de algemene
uitkering ( -/- € 3,8 miljoen)
 een nadelig ‘weglekeffect’ OZB in het gemeentefonds (-/- € 0,6 miljoen)
 toename van de decentralisatie en integratie uitkeringen (€ 33,6 miljoen)
 een bijgesteld budget voor de uitvoering van de WMO (€ 0,9 miljoen)
 diverse taakmutaties die per saldo leiden tot een toename van € 3,7 miljoen
 overige ontwikkelingen (€ 0,7 miljoen)

De stadsdelen ontvangen een aandeel in de mutatie van de gemeentefonds uitkering. Voor


2010 is het aandeelpercentage 42,8%. Op specifieke taakmutaties kunnen afwijkende
aandeelpercentages gelden.

Begroting 2011
In de Begroting 2011 is de uitkering uit het gemeentefonds begroot op
€ 1.533,3 miljoen. Dit is € 13,2 miljoen lager dan de Actualisatie 2010. Deze afname wordt
veroorzaakt door:
 daling van het accres door gerichte verdeling (-/- € 1,9 miljoen)
 overige ontwikkelingen van de landelijke uitkeringsfactor (€ 3,8 miljoen)
 ontwikkeling landelijke uitkeringsbasis/OZB (-/- € 18,1 miljoen)
 taakmutaties (€ 1,8 miljoen),
 ontwikkeling Amsterdamse uitkeringsbasis (€ 15,9 miljoen)
 afname van de decentralisatie-uitkeringen (-/- € 4,7 miljoen)
 afname van de middelen voor de Wmo (-/- € 10,4 miljoen)
 ontwikkeling negatieve inkomsten maatstaf OZB ( € 0,8 miljoen)
 afloop van intergratie-uitkeringen/verfijningen (-/- € 0,4 miljoen)

Ook in 2011 werken de mutaties door naar het stadsdeelfonds. Het aandeelpercentage voor
2010 is 39,8%. Op specifieke taakmutaties kunnen afwijkende aandeelpercentages gelden.
Als onderdeel van het aanvullende beleidsakkoord en de afspraken tussen VNG en het rijk is
afgesproken dat de normeringsystematiek (‘samen de trap op, samen de trap af’) tot en met
2011 buiten werking wordt gesteld. De acressen voor 2009, 2010 en 2011 zijn vastgesteld.
Dit betekent dat er geen behoedzaamheidsreserve wordt ingehouden en geen nacalculatie
van het accres plaats zal vinden. In de Begroting 2011 is geen uitkering van de
behoedzaamheidsreserve 2010 opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 350


1.3 Uitkering Stadsdeelfonds

Subprogramma’s Uitkering Bedragen x


Stadsdeelfonds € 1 miljoen
Lasten + 631,1 637,5 642,1 624,8 624,8 624,8 624,8
Baten - 0,0 0,0 12,8 0,0 0,0 0,0 0,0
Saldo 631,1 637,5 629,2 624,8 624,8 624,8 624,8

De totale uitkering 2010 uit het stadsdeelfonds bedraagt € 642,1 miljoen. Hiervan ging
€ 637,6 miljoen als uitkering naar de zeven stadsdelen van Amsterdam. De overige middelen
zijn betreffen de uitkering binnenwaterbeheer aan Stadsdeel Centrum (€ 0,6 miljoen), bijdrage
aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor onderhoud wegen in het landelijk gebied (€ 0,6
miljoen), aanvullende incidentele bijdrage aan Stadsdeel Oost voor de ontwikkeling van
IJburg (€ 0,5 miljoen), een aanvullende bijdrage aan Stadsdeel Oost voor de dekking van
kapitaallasten van tijdelijke voorzieningen voor onderwijshuisvesting (€ 0,4 miljoen) en € 2,3
miljoen voor het beheer van openbare ruimte met extra kwaliteit. In 2011 bedraagt de totale
uitkering aan stadsdelen € 624,8 miljoen. Daarvan komt € 622,6 uit het stadsdeelfonds. De
overige middelen betreffen de uitkering binnenwaterbeheer aan Stadsdeel Centrum (€ 0,6
miljoen), de bijdrage aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor onderhoud wegen in het landelijk
gebied (€ 0,6 miljoen) en de middelen voor openbare ruimte met extra kwaliteit (€ 1,0).

Ten opzichte van de Begroting 2010 stijgt de uitkering uit het stadsdeelfonds in de
actualisatie met € 4,2 miljoen. Deze toename wordt veroorzaakt door de uitname van -/- € 7
miljoen vanwege de centralisatie van het leerlingen vervoer, de uitname uit het stadsdeefonds
van -/- 0,3 miljoen vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie, een daling van de
landelijke uitkeringsbasis (-/- 2,8), een daling van de Amsterdamse uitkeringsbasis (-/- € 1,6
miljoen), taakmutaties die betrekking hebben op stadsdeeltaken (€ 1,4 miljoen), de areaal- en
waardeontwikkeling OZB (€ 0,3 miljoen), de ontwikkeling negatieve inkomstenmaatstaf OZB
(-/- € 0,2), de toevoeging van een decentralisatie-uitkering aan het stadsdeelfonds (€ 1,7
miljoen).

Tot slot is in de actualisatie van het stadsdeelfonds een incidentele post verwerkt die
voortkomt uit de vaststelling van de gemeentefondsuitkering in de jaarrekening van de
gemeente Amsterdam (€ 12,8 miljoen).

Voor 2011 is de begroting van het stadsdeelfonds geraamd op € 622,6 miljoen; een afname
van € 15,1 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. Dit komt voor een belangrijk deel
door het wegvallen van een incidentele post uit de actualisatie (€ 12,8 miljoen). Voor het
overige deel wordt de daling van het stadsdeelfonds verklaard door; een daling van de
landelijke uitkeringsbasis (-/- € 6,4 miljoen), een toename van de Amsterdamse
uitkeringsbasis (€ 6,3 miljoen), canonopbrengsten einde tijdvak particulier (€ 0,4 miljoen), de
negatieve inkomstenmaatstaf OZB in het gemeentefonds (€ 0,3 miljoen), de waarde- en
areaalontwikkeling van de OZB (-/- € 2,3 miljoen), taakmutaties in het gemeentefonds die
(deels) betrekking hebben op het stadsdeelfonds (per saldo -/- € 0,6 miljoen), afname van de
decentralisatie-uitkeringen in het stadsdeelfonds (-/- € 0,3 miljoen) en de uitname uit het
stadsdeelfonds vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie (-/- € 0,2 miljoen)
Tot slot is er € 0,5 miljoen toegevoegd aan de voeding van het stadsdeelfonds ter
compensatie van het effect van de groei van IJburg. Deze toevoeging wordt gericht
toegekend aan Stadsdeel Oost. Dit stadsdeel ontvangt in 2011 € 1,0 miljoen door gerichte
toekenning van deze toevoeging (tranche 2010 en 2011).

De totale uitkering aan stadsdelen in 2011 bedraagt € 624,8 miljoen. Naast de uitkering uit
het stadsdeelfonds is er € 1 miljoen beschikbaar voor openbare ruimte met extra kwaliteit,
een bijdrage van € 0,6 miljoen aan Stadsdeel Centrum voor de kosten van
binnenwaterbeheer en een bijdrage van € 0,6 miljoen aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor
de kosten voor het onderhoud van de wegen in het landelijk gebied.

Raadsdruk Begroting 2011 351


1.4 Belastingen

Subprogramma’s Bedragen x
Belastingen € 1 miljoen
Lasten + 36,9 36,9 36,9 35,0 34,2 33,5 32,5
Baten - 185,6 182,7 183,8 183,4 183,8 184,6 185,2
Saldo - 148,7 - 145,8 - 146,9 - 148,4 - 149,6 - 151,1 - 152,8

De belastingopbrengsten van € 148,4, na aftrek van de apparaatskosten van de Dienst


Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA), worden toegelicht in de paragraaf lokale
heffingen.

Actualisatie 2010
Ten opzichte van de begroting blijven de lasten per saldo gelijk. Tegenover de negatieve
nominale aanpassingen en de correctie van een in 2010 niet meer benodigd budget voor de
ontwikkeling van de basisregistratie WOZ staan hogere lasten. Dit betreft uitsluitende door
baten gedekte uitbreidingen van taken, activiteiten waar financiële voorzieningen c.q.
bijdragen tegenover staan en de bijstelling van de kapitaallasten als gevolg van investeringen
in 2009.

De baten worden circa € 1,1 miljoen hoger geraamd in de Actualisatie 2010. Dit is
voornamelijk het gevolg van hogere OZB-opbrengsten (€ 0,3 miljoen), lagere opbrengsten
toeristenbelasting (- € 0,2 miljoen), incidenteel hogere opbrengst belastingen die eerder
oninbaar waren verklaard (€ 0,2 miljoen), incidentele baten voor het project virtualisatie
domeinen en pilot oude vorderingen (€ 0,4 miljoen), de vrijval van de reserve vakantiegeld
(€ 0,6 miljoen), een incidentele tegenboeking van de BRI-ombuiging in verband met latere
realisatie (€ 0,3 miljoen) en een in het saldo van de baten verwerkte claim (- € 0,5 miljoen).
Voor de Actualisatie 2010 van de toeristenbelasting wordt het bedrag dat begin 2010 is
opgelegd aan voorlopige aanslagen voor 2010 als uitgangspunt genomen. Op basis van de
actuele ontwikkelingen in de hotelbranche is bij de vaststelling van de voorlopige aanslagen
2010 rekening gehouden met een omzetdaling van 3% ten opzichte van belastingjaar 2009.
Het blijkt dat het aantal vergunningen Short Stay ver achter blijft bij het maximaal uit te geven
aantal. Om deze reden wordt in de actualisatie de opbrengst voor Short Stay verlaagd tot
€ 0,2 miljoen.

Begroting 2011
De geraamde lasten nemen, naast de nominale aanpassingen af met € 1,7 miljoen ten
opzichte van de Actualisatie 2010. Dit is voornamelijk het gevolg van de verwerking van de
taakstellende ombuigingen 2011 (10% operatie) en het vervallen van de incidentele posten in
de begroting.

De baten belastingmiddelen worden in de Begroting 2011 € 0,9 miljoen hoger dan de


actualisatie 2010 geraamd. De totale opbrengst OZB is in de begroting 2011 € 1,1 miljoen
hoger dan de Actualisatie 2010 door areaaluitbreidingen en bestandscorrecties. De
voorlopige tarieven zijn gecorrigeerd met de verwachte waardeontwikkeling (woningen -
5,52% en niet-woningen -3%. Voor de toeristenbelasting wordt aangenomen dat het
dieptepunt van de recessie overwonnen is en dat er in 2010 een licht herstel van de omzet
wordt verwacht. De Begroting 2011 is gelijk gehouden aan de verwachtingen voor 2010
waarbij rekening is gehouden met een inflatiecorrectie van – 0,75%.
De baten zijn per saldo lager door de lagere onttrekkingen aan reserves ten opzichte van
2010.

Raadsdruk Begroting 2011 352


1.5 Erfpacht

Subprogramma’s Erfpacht Bedragen x


€ 1 miljoen
Lasten + 254,2 255,7 272,7 166,1 182,2 175,2 209,8
Baten - 302,2 311,8 326,8 223,3 237,4 231,0 263,6
Saldo - 48,0 - 56,0 - 54,1 - 57,3 - 55,2 - 55,8 - 53,8

De centrale stad en de stadsdelen investeren jaarlijks honderden miljoenen euro’s in


grondexploitaties. Deze investeringen moeten worden terugverdiend. Amsterdam geeft
daarom bouwrijpe grond uit in erfpacht. De vraag naar uit te geven grond is sterk afhankelijk
van investeringsbereidheid van marktpartijen (waaronder corporaties), rentestand en
koopkrachtontwikkeling. De overheid heeft daar maar in beperkte mate invloed op.

Bureau Erfpacht van OGA koopt grond van de stadsdelen en de centrale stad, meestal in het
kader van een grondexploitatie, waarbij de opbrengst wordt gebruikt om de kosten van het
bouwrijp maken van grond te dekken. Bureau Erfpacht financiert de aankoop van de
grondwaarden met leningen bij het Leningfonds van de gemeente Amsterdam. De erfpachter
betaalt canon als vergoeding voor het gebruik van de grond gedurende een van te voren
afgesproken tijdvak (over het algemeen 50 jaar).
 Erfpachtcontracten met Algemene Bepalingen van voor 1966 hebben gedurende het
eerste tijdvak een vaste canon. Bij erfpachtcontracten vanaf 1966 wordt de canon
periodiek geïndexeerd. Bij het einde van een tijdvak wordt de canon herzien op basis van
de marktwaarde. Als de waarde van de grond toeneemt door een gewijzigde bestemming
of bebouwing van de grond wordt de canon verhoogd.

 Erfpachters kunnen kiezen voor afkoop van de canon voor de resterende looptijd van hun
tijdvak. De afkoopsom wordt gebaseerd op de canon die past bij de actuele grondwaarde.
Als deze hoger is dan de oorspronkelijke grondwaarde, ontstaat meerwaarde.
Meerwaarde bij afkoop door particulieren komt ten gunste van de Algemene Middelen van
de gemeente. Meerwaarde bij afkoop door woningcorporaties wordt afgedragen aan het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Door de economische crisis zijn erfpachters terughoudender geworden met tussentijdse


afkoop en met erfpachtwijzigingen. Naar verwachting zet deze ontwikkeling zich door in 2010
en 2011. Het niveau van nieuwe uitgiftes is voor 2011 dan ook naar beneden bijgesteld. Als
gevolg van de inzakkende woningmarkt worden ook minder corporatiewoningen verkocht,
waardoor de opbrengsten uit bestemmingswijziging (van huur naar koop) lager uitvallen. Als
gevolg hiervan worden voor 2011 lagere erfpachtinkomsten voorzien.

Grondwaarde
De boekwaarde van de in erfpacht gegeven grond (grondwaarde) is het totaal van de
(historische) uitgifte van grond in erfpacht. De grondwaarde heeft betrekking op zowel
contracten waarvoor jaarlijks een canon wordt betaald, als op contracten die zijn afgekocht.
De verwachte ontwikkeling is als volgt:
Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2010 2010 2011 2012 2013 2014
Grondwaarde afgekochte 4.528 4.305,9 4.336,4 4.438,8 4.508,3 4.588,9
rechten = reserve
afkoopsommen
Grondwaarde canonbetalende 1.027 971,6 998,5 1.024,0 1.013,6 1.020,5
rechten
Totaal grondwaarden 5.555 5.277,5 5.334,9 5.462,8 5.521,9 5.609,4

De grondwaarde van in erfpacht uitgegeven gronden groeit naar verwachting de komende


jaren van € 5,3 miljard in 2010 naar € 5,6 miljard in 2014.

Raadsdruk Begroting 2011 353


Het uitgifteniveau is voor 2011 naar beneden bijgesteld. Als de economische crisis in
intensiteit toeneemt, zal het uitgifteniveau lager worden dan waarmee in de begroting
rekening is gehouden, wat een neerwaarts effect heeft op de canonopbrengsten en
afkoopsommen.

Bedragen x € 1 miljoen Begroting Actualisati Begroting Begroting Begroting Begroting


2010 e 2010 2011 2012 2013 2014

Rente grondwaarde waarover canon


wordt betaald 39,4 38,9 42,4 46,1 45,6 45,9
Apparaatskosten erfpacht 8,1 8,1 8,2 8,4 8,5 8,6
Afdracht meerwaarde SFV 18,3 33,3 16,8 14,5 11,6 22,3
Afdracht meerwaarde
Vereveningsfonds 4,5 4,5 6 7,5 8,5 9,3
Overige lasten 5,1 7,6 4,4 4,3 4,3 4,3
Totale Lasten 75,4 92,4 77,8 80,8 78,5 90,4

Erfpachtcanons 91,4 91,4 94,2 93,1 92,2 90,5


rente 6,0 6,0 5,5 7,0 8,0 8,0
Ontvangen afkoopsommen 180,2 180,2 88,2 101 96,3 118,9
Overige baten 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
Totale Baten 278,3 278,3 188,6 201,8 197,2 218,1

Mutaties Reserves 153,8 138,8 60,6 72,6 69,7 80,7


Dotatie reserve afkoopsommen 153,6 138,6 60,4 72,4 69,5 80,6
Dotatie egalisatiereserve Splitsingsunit 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Saldo ten gunste algemene dienst 49,1 47,1 50,2 48,4 48,9 46,9

Lasten
 rentelasten bij het leningfonds, waarmee de canonbetalende grondwaarden gefinancierd
zijn; door nieuwe uitgiftes van grond en stijgende rentepercentage stijgen de rentelasten
licht tot € 38,9 miljoen in de Actualisatie 2010 en verder tot € 42,4 miljoen in 2011
 In 2010 is gestart met de afschrijving van Hermes fase 2 en procesondersteuning
erfpacht voor in totaal € 0,2 miljoen per jaar. Voor 2011 wordt Hermes release 2
afgemaakt met de module Verwerken Aanvraag. De afschrijvingslasten zullen daarom
vanaf 2011 weer gaan stijgen
 jaarlijks wordt € 0,5 miljoen gedoteerd aan de voorziening dubieuze debiteuren;
 de apparaatskosten, begroot voor 2010 op € 7,6 miljoen, bedragen in de Actualisatie
€ 7,7 miljoen, en blijven voor de komende jaren constant
 de overige lasten (jaarlijks € 0,5 miljoen) hebben vooral betrekking op taxaties, opmaken
van akten, vergoedingen voor erfpachtbeheer aan stadsdelen, communicatie en de
Splitsingsunit (lasten voor het splitsen van te verkopen corporatiewoningen
waartegenover vergoedingdingen van corporaties staan). In de Actualisatie stijgen de
lasten incidenteel met ongeveer € 2,7 miljoen omdat uw Vergadering heeft ingestemd met
het voorstel van ons College om de kosten voor aanpassingen aan de infrastructuur voor
de herontwikkelde voormalige Riva-kavel in Zuidoost ten laste van het erfpachtresultaat
te brengen. Inclusief met ingang van de Actualisatie 2010 een ombuigingstaakstelling van
€ 0,2 miljoen
• de meerwaarde op afkoopsommen voor corporatierechten Begroting 2010: (€ 18,3
miljoen, Actualisatie 2010: € 33,3 miljoen en Begroting 2011: € 16,8) wordt afgedragen
aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
• de meerwaarde van eenmalige afkoopsommen die corporaties betalen bij verkoop van
sociale huurwoningen komt ten goede aan het Vereveningsfonds (Begroting 2010: € 4,5
miljoen, Actualisatie 2010: € 4,5 miljoen en Begroting 2011: € 6 miljoen).

Raadsdruk Begroting 2011 354


Baten
 canoninkomsten waren in de Begroting 2010 en in de Actualisatie 2010 € 91,4 miljoen, en
nemen in de Begroting 2011 toe tot € 94,2 miljoen; meer erfpachters kiezen ervoor om
niet af te kopen
 ontvangen rente, begroot op € 6 miljoen in de Begroting 2010 en Actualisatie 2010,
neemt in 2011 af naar € 5,5 miljoen
 afkoopsommen voor erfpacht van particulieren en van corporaties (Begroting 2010:
€ 180,2 miljoen, Actualisatie: € 180,2 miljoen en Begroting 2011: € 88,2 miljoen). De
sterke daling komt door het lagere niveau van uitgifte en het feit dat meer erfpachters
kiezen voor jaarlijkse canonbetaling in plaats van afkoop
 overige baten bestaan uit boeterente voor te laat ontvangen afkoopsommen en
vergoedingen voor Werken in Opdracht en cursussen (jaarlijks begroot op € 0,7 miljoen)

Mutaties in reserves
De toevoeging aan de reserve afkoopsommen is het met de grondwaarde corresponderende
deel van de ontvangen afkoopsommen. Het verschil met de ontvangen afkoopsommen wordt
als meerwaarde afgedragen aan de Algemene Dienst of aan het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting en het Vereveningsfonds.
Conform voorgaande jaren wordt er € 0,2 miljoen gedoteerd aan de egalisatiereserve
splitsingsunit waarmee kosten en vergoedingen van corporaties worden verevend.

Resultaat erfpachtstelsel
Het resultaat van het erfpachtstelsel wordt bepaald door de ontwikkeling van canon- en
meerwaardeopbrengsten, verminderd met de uitvoeringskosten. De verwachte ontwikkeling is
als volgt:
bedragen x € 1 miljoen) begroting Actualisatie 2011 2012 2013 2014

2010 2010

Resultaat ten goede van algemene dienst 49,1 47,1 50,2 48,4 48,9 46,9
Resultaat ten goede van. SFV 18,3 33,3 16,8 14,5 11,6 22,3
Resultaat ten goede van Vereveningsfonds 4,5 4,5 6 7,5 8,5 9,3

Totaal canonopbrengsten 91,4 91,4 94,2 93,1 92,2 90,5

Het resultaat in Actualisatie 2010 is conform de begroting en neemt vervolgens in 2011 toe
met € 2,8 miljoen (zie de toelichting hierboven).

Netto resultaat ten gunste van de algemene middelen


Bij het erfpachtresultaat wordt aan het resultaat ten gunste van de algemene dienst de
jaarlijkse vrijval € 7 miljoen uit de reserve Afkoopsommen toegevoegd. Dit op basis van
besluitvorming van uw Vergadering in 2008. Uitputting van de reserve is voorzien voor 2020.
Aldus ontstaat in de Actualisatie 2010 een saldo ten gunste van de algemene middelen van
€ 54,1 miljoen, € 2,0 miljoen minder dan begroot. In 2011 wordt een toename verwacht tot
€ 57,3 miljoen.

1.6 Financiering

Subprogramma’s Bedragen x
Financiering € 1 miljoen
Lasten + 299,8 329,5 336,9 406,3 321,5 321,9 319,2
Baten - 404,1 371,7 417,6 425,9 368,6 358,0 347,7
Saldo - 104,3 - 42,2 - 80,7 - 19,6 - 47,1 - 36,1 - 28,4

Door een toename van het volume van reserves en voorzieningen verbetert het resultaat van
de actualisatie in vergelijking met de Begroting 2010. Daarnaast is in de raming een
onttrekking aan de egalisatie reserve kapitaallasten opgenomen. In de Jaarrekening 2009
heeft deze reserve namelijk de maximale hoogte bereikt van € 140 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 355


In de Begroting 2011 verslechtert het resultaat ten opzichte van de Begroting 2010. Dit komt
door een toevoeging aan het weerstandsvermogen van € 65 miljoen. Het toegenomen
volume van reserves en voorzieningen leidt tot een stijging van de baten (ten opzichte van de
Begroting 2010. Daarnaast neemt per saldo het resultaat van de betaalde rente en
doorberekende rente toe met € 6 miljoen. Tot slot leidt de onttrekking aan het egalisatie
reserve kapitaallasten tot een verbetering van het resultaat van per saldo € 28 miljoen ten
opzichte van de Begroting 2010.

1.7 Deelnemingen

Subprogramma’s Bedragen x
Deelnemingen € 1 miljoen
Lasten + 13,6 14,5 10,1 10,7 11,4 11,4 11,4
Baten - 55,4 27,6 37,7 36,4 33,0 33,6 30,4
Saldo - 41,9 - 13,1 - 27,6 - 25,6 - 21,6 - 22,2 - 19,0

Ten opzichte van de begroting nemen de inkomsten van de deelnemingen toe met € 10,1
miljoen. Dit komt doordat een in de Begroting 2010 verwachte incidentele verslechtering van
de dividenduitkering van de deelneming Schiphol zich niet voordoet. In de Begroting 2011 is
rekening gehouden met een incidentele uitkering van het afgesproken dividend van de
voormalige deelneming Nuon en de verdere verbetering van het resultaat van Schiphol in
2011 tot het oude structurele niveau.

De raming van de lasten nemen in de actualisatie af met € 4,4 miljoen. Het betreft rentelasten
over de boekwaarde van de deelnemingen. De afname is voornamelijk het gevolg van de
verkoop van Nuon waardoor de totale boekwaarde van de deelnemingen is afgenomen. De
stijging van de lasten in 2011 is het gevolg van een stijging van de rente.

1.8 Overige algemene dekkingsmiddelen

Subprogramma’s Overige Bedragen x


algemene dekkingsmiddelen € 1 miljoen
Lasten + 1.809,1 370,0 561,0 733,1 387,4 377,3 363,7
Baten - 1.866,9 480,5 695,6 761,8 469,8 447,3 435,0
Saldo - 57,8 - 110,5 - 134,6 - 28,7 - 82,4 - 69,9 - 71,2

Het Subprogramma Algemene dekkingsmiddelen bevat de onderdelen algemene


begrotingsposten, apparaatskosten en mutaties reserves.

Algemene begrotingsposten
Ten opzichte van de begroting zijn in de Actualisatie 2010 de lasten € 19 miljoen en de baten
€ 144 hoger. Per saldo een verbetering van € 125 miljoen. De toename van de lasten is een
stelpost voor de vrijval van vakantiegeld die gerealiseerd dient te worden. De toename baten
wordt voornamelijk verklaard veroorzaakt door het rekeningresultaat 2009 van € 121,4
miljoen en de vrijval van de escrow voorziening Nuon van € 18,3 miljoen.

Apparaatskosten
Op dit onderdeel worden indirecte lasten van een aantal diensten begroot. Deze kosten
worden toegerekend aan activiteiten die in andere programma’s zijn opgenomen. Deze
doorbelasting is binnen dit onderdeel van overige algemene dekkingsmiddelen als baat
opgenomen. In de begroting bedroeg het resultaat € 1 miljoen. In de actualisatie is dit
aangepast en bedraagt is het saldo -/- € 1,6 miljoen. Deze verslechtering van € 2,6 miljoen
wordt veroorzaakt door OGA, DRO, DWI en WZS. In de Begroting 2011 verbetert het
resultaat per saldo met € 7 miljoen ten opzichte van de actualisatie. Dit wordt veroorzaakt
door DWI; in 2010 is een incidentele verhoging van de apparaatslasten opgenomen die
vervalt in 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 356


Mutaties reserves
De begrote lasten nemen in de actualisatie toe met € 118 miljoen. Dit betreft grotendeels de
toevoeging van het rekeningresultaat 2009 aan de reserve incidentele ruimte van € 121,4
miljoen. Daarnaast was in de begroting een aantal toevoegingen aan vakantiegeld reserves
geraamd. De baten nemen toe met € 20 miljoen; dit betreft de onttrekking aan de reserve
opbrengst Nuon. Deze onttrekking dient als dekking voor de nieuwe reserve Foodcenter.
Zowel de verhoging van de lasten als de baten zijn incidenteel en worden in de Begroting
2011 ‘teruggedraaid’.
Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten met € 210 miljoen toe in de Begroting
2011. Dit komt door de aan uw Vergadering voorgestelde toevoeging aan de nieuw te vormen
reserve Amsterdams Investeringsfonds (€ 150 miljoen), reserve frictiekosten
heroverwegingen (€ 40 miljoen) en de reserve voor de dekking van het programma
maatschappelijk investeren en evenementen (€ 18 miljoen). De baten nemen ten opzichte
van de begroting toe met € 148 miljoen. Dit komt door een onttrekking van € 135,6 miljoen
aan de reserve Nuon-opbrengst en de onttrekking aan de reserve incidentele ruimte die € 17
miljoen hoger is dan in 2010; het rekeningresultaat 2008 (incidentele ruimte 2010) was 104,4
miljoen en het rekeningresultaat 2009 (incidentele ruimte 2011) is € 121,4 miljoen.

2 Reserves en voorzieningen

2.1 Reserves

Bedragen x € 1 Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen
Ultimo mutaties stand mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014

+ -/- + -/-
Reserves
Reserve frictiekosten 1,2 0 1,2 0 0 0 0 0 0 0
motie Mulder c.s. /
heroverwegingen
Reserve Incidenteel 0,2 0 0,2 0 0 0 0 0 0 0
2010 vrijval facilitaire
reserves in rekening
2009 (motie 434/ B’)

Afkoopsommen 4.167,30 180,2 41,5 4.306,00 88,2 27,8 4.366,40 4.438,80 4.508,30 4.588,90
erfpacht
Weerstandsvermogen 144,8 5,4 0 150,3 70,7 0 220,9 226,4 232,1 237,9
NUON-opbrengsten 368,7 0 20 348,7 0 135,6 213,1 213,1 213,1 213,1
Egalisatiefonds 140 26,1 26,1 140 35,1 35,1 140 174,1 219,5 273,2
kapitaallasten
Deelneming GVB 78,8 0 0 78,8 0 0 78,8 78,8 78,8 78,8
Meerwaarden 69,6 0 7 62,6 0 7 55,6 48,6 41,6 34,6
afkoopsommen
Grondbedrijf
Reserve fusie 58,6 2,3 3,9 57 2,4 4 55,4 53,8 52,4 51,2
waterbeheer
Reserve Bouwfonds 7,3 0 0 7,3 0 0 7,3 7,3 7,3 7,3
Beurs van Berlage 5,9 0 0,3 5,5 0 0,3 5,2 4,8 4,5 4,1
Algemene reserve 2,2 0 0 2,2 0 0 2,2 2,2 2,2 2,2
(DRO)
Egalisatiereserve 1,5 0,2 0 1,7 0,2 0 1,9 2 2,2 2,4
splitsingsunit
Reserve 0,7 0,4 0 1 0,3 0 1,2 1,5 1,7 1,9
bedrijfsvoering (OGA)
Afkoopsommen 0,9 0 0 0,9 0 0 0,9 0,9 0,9 0,9
erfpacht 2e termijn

Raadsdruk Begroting 2011 357


Garantiefonds 0,6 0,3 0,3 0,6 0,3 0,3 0,6 0,6 0,6 0,6
Gemeentelijke
Kredietbank
Amsterdam
Reserve incidentele 104,5 121,4 104,5 121,4 0 121,4 0 0 0 0
ruimte
Basisregister WOZ 0,9 0 0,5 0,4 0 0,4 0 0 0 0
Reserve Amsterdams 0 0 0 0 150 0 150 150 150 150
Investeringsfonds
Reserve Frictiekosten 0 0 0 0 40,4 0 40,4 40,4 40,4 40,4
Heroverwegingen
2011-2012
Reserve Middelen 0 0 0 0 18 0 18 18 18 18
t.b.v. PMI en
evenementen 2012-
2014
Vakantiegeld reserves 2 0 2 0 0 0 0 0 0 0
WW en Wachtgeld 2,0 0,0 0,2 1,9 0,0 0,1 1,8 1,7 1,7 1,6
reserves
Totaal reserves 5.157,70 336,3 207,7 5.286,30 405,6 332 5.359,70 5.463,00 5.575,30 5.707,10

Af te wikkelen reserves
Incidentele ruimte 2010
Deze reserve is gevormd voor de gedeeltelijke dekking van de incidentele ruimte in de
Begroting 2010. In 2010 wordt het volledige saldo van de reserve onttrokken.

Reserve frictiekosten motie Mulder c.s /heroverwegingen


Deze reserve is ingesteld voor de dekking van frictiekosten die het gevolg zijn van de
uitvoering van deze motie. De middelen worden in 2010 besteed.

Reserve Incidenteel 2010 vrijval facilitaire reserves in rekening 2009 (motie 434/ B’)
Incidenteel is er extra ruimte vrijgemaakt in de Begroting 2010 deze is gedekt uit de vrijval
van een aantal reserves van facilitaire onderdelen van de gemeente. Dit is gerealiseerd.

Vakantiegeld reserves
De vakantiegeld reserves zijn opgeheven.

Te handhaven reserves

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt jaarlijks gecorrigeerd. Daarnaast heeft er nog een
aanvullende toevoeging plaatsgevonden. Deze is toegelicht in de financiële hoofdlijnen en de
risicoparagraaf.

Afkoopsommen erfpacht
In deze reserve worden de van erfpachters ontvangen afkoopsommen gestort. De rente over
de reserve dient als dekking voor de rentelasten over de waarde van de in erfpacht
uitgegeven grond.

Meerwaarde afkoopsommen Grondbedrijf


De bedragen waarmee de erfpachtafkoopsommen de grondwaarden overtreffen, werden tot
2001 door OGA afgedragen aan de algemene dienst en aan onderhavige reserves
toegevoegd. Vanaf 2001 geldt een andere beleidslijn. Conform het toenmalig Financieel
Meerjarenperspectief valt vanaf 2005 uit de reserve jaarlijks een bedrag van € 13 miljoen vrij
ten gunste van de algemene dienst. In de Begroting 2009 is dit bedrag conform Voorjaarsnota
2008 verlaagd naar € 7 miljoen.

Egalisatiefonds kapitaallasten
De door de gemeente te betalen rentelasten worden doorbelast aan de overige onderdelen
van de begroting. Verschillen tussen betaalde en doorberekende rentelasten worden in

Raadsdruk Begroting 2011 358


principe toegevoegd of onttrokken aan het Egalisatiefonds kapitaallasten. Hierdoor wordt het
mogelijk ontwikkelingen van de marktrente op een gematigde wijze in de begroting te
verwerken. In 2009 is de maximale stand van € 140 miljoen bereikt. Dit betekent dat middelen
die worden toegevoegd kunnen vrijvallen.

Deelneming GVB
Deze reserve betreft de waardering in de deelneming NV GVB. De rente over deze reserve
dient ter dekking van de rentelast over de boekwaarde van de deelneming in de NV GVB.

Reserve fusie waterbeheer


Bij de overgang van de gemeentelijke waterkwaliteits- en kwantiteitstaken naar de stichting
Dienst Waterbeheer en Riolering in 1997 zijn afkoopsommen verkregen die gedurende een
aantal jaren (tot 2047) ten gunste van de algemene dienst vrijvallen.

Reserve Bouwfonds
Deze reserve is in 2000 gevormd uit de opbrengst van de verkoop van de aandelen in de NV
Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De rente over de reserve vormt de dekking voor de
vervallen dividendopbrengst en de rentelast over een deel van het aandelenkapitaal in de NV
Zeedijk.

Egalisatie reserve splitsingsunit


De reserve splitsingsunit dient ter verevening van de kosten voor het maken van splitsingen
van erfpachtrechten voor corporaties en de hiervoor ontvangen vergoedingen die in de tijd
niet gelijk lopen.

Reserve bedrijfsvoering OGA


In 2010 wordt € 0,4 miljoen toegevoegd en in 2011 wordt er zowel € 0,3 miljoen toegevoegd.
De verwachte stand ultimo 2011 bedraagt € 1,2 miljoen. In beide gevallen gaat het om de
reservering van een deel van het verwachte resultaat van de facilitaire onderdelen van het
OGA.

Algemene reserves DRO


Aan deze reserve vinden geen onttrekkingen of toevoegingen plaats.

WW reserves
Aan de WW reserves wordt in 2010 per saldo € 0,2 miljoen onttrokken. In 2011 wordt er € 0,1
miljoen onttrokken. De stand ultimo 2010 bedraagt naar verwachting € 1,8 miljoen.

Garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam


Indien de Gemeentelijke Kredietbank (GKA) bij het verstrekken van een persoonlijke lening,
waarbij een schuldregeling met schuldeisers wordt getroffen en waarbij sprake is van
problematische schulden (ziekenfonds, huur, energie), teveel risico loopt, kan de GKA, als de
cliënt te eniger tijd alsnog niet aan zijn of haar verplichtingen kan voldoen, een beroep doen
op een garantiefonds. Aan het Garantiefonds wordt jaarlijks een bedrag van circa
€ 0,4 miljoen gedoteerd. De dotatie is alleen nominaal aangepast. Er wordt vanuit gegaan dat
voor eenzelfde bedrag een beroep op het Garantiefonds wordt gedaan.

Nieuwe reserves

Incidentele ruimte 2011


In 2010 wordt een nieuwe reserve gevormd voor de (gedeeltelijke) dekking van de incidentele
ruimte in 2011. Het betreft de reservering van het rekeningresultaat over 2009 van
€ 121,4 miljoen.

Amsterdams Investeringsfonds
Ten laste van de incidentele ruimte 2011 wordt aan uw Vergadering voorgesteld € 150 toe te
voegen aan deze reserve. Voor een toelichting wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen.

Reserve frictiekosten Heroverwegingen

Raadsdruk Begroting 2011 359


Voor de dekking van de incidentele frictiekosten die gemaakt moeten worden om de
structurele bezuinigingen in het kader van de heroverwegingen te realiseren, wordt aan uw
Vergadering voorgesteld € 40 miljoen te reserveren ten laste van de incidentele ruimte 2011.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen.

Reserve middelen voor PMI en Evenementen 2012-2014


Voor de dekking van het Programma maatschappelijk investeren (PMI) en Evenementen, die
uit het Amsterdams Investeringsfonds zijn gehaald, wordt aan uw Vergadering voorgesteld
om € 18 miljoen te reserveren ten laste van de incidentele ruimte 2010. Voor een toelichting
wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen

Voorzieningen

Bedragen x € 1 Stand Verwachte Verwacht Verwachte Stand Stand Stand Stand


miljoen e
Ultimo mutaties ultimo mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo
2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014
+ -/- + -/-
Voorzieningen
Juridische 49,3 0 0 49,3 0 0 49,3 49,3 49,3 49,3
risico's
Escrow rekening 36,7 0 18,3 18,7 0 0 36,7 36,7 36,7 36,7
NUON
Garanties, 21,2 0 0 21,2 0 0 21,2 21,2 21,2 21,2
geldleningen en
claims
Verstrekte 3,2 1,2 0 4,4 1,4 0 5,8 7,2 8,6 10
geldleningen
Risico's Beurs 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1
van Berlage
Sophia Augusta 0,6 0 0 0,6 0 0 0,6 0,6 0,6 0,6
/ Lopez Suasso
Willet 0,1 0 0 0,1 0 0 0,1 0,1 0,1 0,1
Holthuysen
Totaal 112,1 1,2 18,3 95,0 1,4 0 96,4 97,8 99,2 100,6
voorzieningen

Te handhaven voorzieningen

Juridische risico’s en Garanties, geldleningen en claims


Er zijn geen mutaties begroot op deze voorzieningen. De actualisatie vindt plaats bij het
opmaken van de rekening.

Escrow rekening Nuon


Bij de verkoop van Nuon is overeengekomen dat een deel van het verkoopopbrengst wordt
afgehouden voor het afdekken van eventuele risico’s voor de koper. Dit bedrag (4% van de
verkoopopbrengst) is gestort op een gebokkeerd rekening bij de BNG. Dit bedrag valt na
verrekening van rente, kosten en eventuele claims in vier jaar vrij. In 2010 is € 18,3 miljoen
vrijgevallen.

Verstrekte geldleningen
Op aan derden verstrekte geldleningen wordt een opslag in rekening gebracht, die wordt
toegevoegd aan deze voorziening ter dekking van mogelijke terugbetaalrisico’s.

Risico's Beurs van Berlage


Deze voorziening dient om mogelijk onvoorziene risico’s met betrekking tot de Beurs van
Berlage op te vangen. In de rekening 2008 werd daarvoor € 1,0 miljoen toegevoegd.

Sophia Augusta/Lopez Suasso


Dit is een legaat. De verwachte stand ultimo 2010 bedraagt € 0,6 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 360


3 Verdelingsvoorstel

3.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
1 Huisvesting gemeentelijke Gebruiksklaarmaken panden Maken concreet 2.610 2.610
diensten voor indikken, verhuizen en herhuisvestingsplan
Task Force (regie op gemeentelijke diensten en
huisvesing gemeentelijke realisatie posterioriteit indikken
diensten) huisvesting.

2.610 2.610

I1 Programakkoord
# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
2 Kosten beheer IJburg Aanvullende bijdrage aan Aanvullende bijdrage 500 500
stadsdeel Oost stadsdeel Oost

500 500

IP4 Incidentele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
3 Onttrekking aan rente- Wijziging rentetoerekening -48.300 -61.600
egalisatiereserve

-48.300 -61.600

SP4 Structurele posterioriteiten


# Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag Voorstel
(x € 1.000) (x € 1.000)
4 Stelselwijziging rente Wiijziging rentetoerekening -8.050 -8.000
egalisatie reserve

5 Taakvermindering erfpacht Het efficienter verwerken van -650 -650


en regie splitsingen en het verminderen
van de formatie voor regie

6 Huisvesting gemeentelijke Het beperken van het voor Minder in gebruik zijnde m2 en -4.550 -4.550
diensten huisvesting van gemeentelijke lagere lasten.
diensten in gebruik zijnde
aantal m2 door indikken.

-13.250 -13.200

Raadsdruk Begroting 2011 361


3.2 Toelichting prioriteiten

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget

1. Huisvesting gemeentelijke diensten


Tegenover de structurele ombuigingen met betrekking tot de huisvesting van gemeentelijke
diensten staan ook incidentele kosten. Deze kosten zijn in het navolgende overzicht
weergegeven:
Bedragen x € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014

Verhuiskosten 0,93 0,88 0 1,14


Kosten gebruiksklaarmaken 0,93 0,88 0 1,14
Task Force 0,75 0,75 0 0
Totaal 2,61 2,51 0 2,28

De verhuiskosten en de kosten voor het gebruiksklaarmaken zijn incidentele kosten die


gekoppeld zijn aan de ombuigingen.
Daarnaast wordt het noodzakelijk geacht een Task Force Vastgoed in het leven te roepen,
die met een adequaat mandaat de voorstellen nader moet concretiseren. Ons College heeft
deze incidentele kosten ten laste van het frictiekostenbudget in het verdelingsvoorstel
opgenomen, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat bestedingen slechts plaats zullen vinden
als er duidelijk uitzicht is op de besparingen.

I1 Programakkoord

2. Kosten beheer IJburg


In bestuurlijk overleg heeft het voormalige stadsdeel Zeeburg aangegeven dat de
ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Stadsdeelfonds niet toereikend is om - zeker in
de periode tot en met 2012 – de kosten van het beheer van IJburg en met de ontwikkeling
van IJburg samenhangende kosten van advisering door het stadsdeel te dekken. Ons College
heeft hiervoor € 0,5 miljoen opgenomen als prioriteit opgenomen in de begroting.

IP4 Incidentele posterioriteiten

3. Onttrekking aan rente-egalisatiereserve


De maatregel betreft het wijzigen van de interne rentetoerekening aan reserves en
voorzieningen van korte rente (1-maands Euribor) naar de incidentele omslagrente (met een
maximum van 4,5%). Hierdoor zijn de schommelingen in de rentekosten voor het leningfonds
veel lager, waardoor de omvang van het rente-egalisatiefonds kan worden verlaagd naar
maximaal € 60 miljoen. Het lagere saldo van het rente-egalisatiefonds is voldoende om vier
jaar lang een extra procent korte en lange rente op te vangen. Een bijkomend effect is dat de
structurele opbrengst van de eigen financieringsmiddelen stijgt omdat de incidentele
omslagrente de komende jaren hoger is dan de prognose van de korte rente. De
stelselwijziging heeft dus zowel structurele als incidentele opbrengsten.

In Inzet op herstel waren de incidentele baten berekend op € 48,5 miljoen. Dit was gebaseerd
op de stand van het rente-egalisatiefonds per 1-1-2009. Inmiddels is het saldo van het fonds
gegroeid tot € 140 miljoen. Hierdoor kan het vrij te laten vallen bedrag verhoogd worden tot
€ 80 miljoen. Hiervan komt € 61,6 miljoen ten gunste van de algemene dienst.

Raadsdruk Begroting 2011 362


SP4 Structurele posterioriteiten

4. Stelselwijziging rente egalisatie reserve


Zie toelichting nummer 3.

In Inzet op Herstel waren de structurele opbrengsten berekend op € 8,05 miljoen in 2011,


oplopend tot € 10,7 miljoen in 2012.
De voordelen zijn opnieuw berekend aan de hand van de recente stand van de reserves en
voorzieningen. Daaruit blijkt dat het effect in de jaren na 2012 sterk afneemt. Dit wordt
verklaard door de verwachte omvang van het totaal aan reserves en voorzieningen. De
verwachting is dat in de komende periode met financieel minder gunstige tijden de reserves
eerder onttrokken worden dan groeien en zeer kritisch gekeken wordt naar de vorming van
nieuwe reserves.

Dit betekent dat het risicovol is van een structurele ruimte van € 10,7 miljoen uit te gaan.
Daarom stel ik voor om voor 2011 structureel € 8,0 miljoen op te nemen en eventuele hogere
baten als incidenteel aan te merken.

5. Taakvermindering erfpacht en regie


Efficiëntere verwerking van de aanvragen van splitsingen door woningcorporaties is mogelijk
door een deel van de hiervoor ingezette formatie ook in te zetten voor regulier
woningcorporatiebeheer (overgekomen uit stadsdelen) en voor het Aanvullend Convenant
Erfpacht (ACE).
Daarnaast is, afhankelijk van Bouwen aan de Stad-2, efficiency mogelijk door aanpassingen
in het ACE-beleid. Indicatief gaat het hierbij om € 0,55 miljoen. Vermindering van formatie bij
de afdeling Regie Productie levert indicatief circa € 0,1 miljoen op.

6. Huisvesting gemeentelijke diensten


In het kader van de heroverwegingen zijn de huisvestingskosten van het gemeentelijk
apparaat onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in richtinggevende voorstellen, die
deels nog concretere uitwerking behoeven. De voorstellen betreffen de effecten van
normering van de huisvestingskosten en mogelijkheden tot indikken binnen de bestaande
huisvesting.

Normeren huisvestingskosten
Door een extern bureau is een besparingspotentioneel aangegeven. Dit
besparingspotentioneel is afgeleid van de afwijking van de kosten in Amsterdam ten opzichte
van de landelijke benchmarkgegevens. Dit levert zoekrichtingen op voor mogelijke
besparingen waar Amsterdam afwijkt van de benchmark. Ons College zal dit nader laten
onderzoeken maar acht het op dit moment niet verantwoord al rekening te houden met
mogelijke opbrengsten uit de normering.

Indikken
Een inventarisatie toont aan dat er op diverse plaatsen binnen de gemeentelijke huisvesting
kantoorruimte niet wordt gebruikt en dat er ingedikt kan worden. Er is een bezuiniging
berekend die in totaal € 10,9 miljoen kan opleveren, waarvan € 4,55 miljoen in 2011. Daarbij
is uitgegaan van het meest besparende scenario, waarbij zeer ingrijpende verplaatsingen
zullen plaatsvinden, waarbij de huidige uitgangspunten ten aanzien van ongedeelde
huisvesting per dienst en het bij elkaar huisvesten van Alliantiediensten en soortgelijke
diensten niet gehandhaafd kunnen worden.
Tegenover de ombuigingen staan ook incidentele kosten. Deze zijn afzonderlijk onder de
frictiekosten opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 363


Raadsdruk Begroting 2011 364
4 Gemeentebrede aspecten
Risico’s en weerstandsvermogen
Financiering
Lokale heffingen
Verbonden partijen
Onderhoud van kapitaalgoederen
Gemeentelijk Grondbeleid
Bedrijfsvoering
Duurzaamheid

Raadsdruk Begroting 2011 365


Raadsdruk Begroting 2011 366
1. Risico’s en weerstandsvermogen
Deze paragraaf beschrijft allereerst het wettelijke kader en het risicobeleid van de gemeente
Amsterdam (paragraaf 1). Vervolgens komt de ontwikkeling van het risicomanagement in de
bedrijfsvoering en projecten aan bod (paragraaf 2 en 3). De actuele ontwikkeling ná het
opstellen van de Jaarrekening 2009 van de resterende risico’s volgt in paragraaf 4. In
paragraaf 5 wordt een voorstel gedaan voor de bepaling van de omvang van de Algemene
Risico Reserve.

1.1. Het wettelijke kader en gemeentelijke beleid inzake risicomanagement en


weerstandsvermogen

Een risico is in de meest algemene zin het effect van onzekerheid op het behalen van
doelstellingen, meestal verlies of schade1. Het Besluit begroting en verantwoording provincies
en gemeenten (BBV) schrijft voor dat de gemeente jaarlijks de weerstandscapaciteit en
risico’s inventariseert en hierover beleid formuleert.
Artikel 11 van het BBV definieert het weerstandsvermogen als de verhouding tussen de
beschikbare weerstandscapaciteit om de gevolgen van de risico’s mee te dekken en de
risico’s, waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen (resterende risico’s). Er is
geen wettelijke norm voor de omvang van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit
van de gemeente Amsterdam bestaat uit de Algemene Risico Reserve (ARR).

Het beleid ten aanzien van risicomanagement en de Algemene Risico Reserve (ARR) binnen
de gemeente Amsterdam is vastgelegd in de Notitie Risicomanagement. Deze notitie is op 14
mei 2008 door uw Vergadering vastgesteld en bevat een aantal uitgangspunten.
 Risicomanagement is geen controle instrument achteraf maar een sturingsinstrument
om optimaal bestuurlijke doeleinden (zoals het Programakkoord) te realiseren
 Het gaat er niet om risico’s koste wat kost te vermijden. Maar het College moet
kunnen waarmaken dat al het mogelijke is gedaan om risico’s te beheersen
 Risicomanagement kan alleen vruchtbaar werken in een cultuur waarin ambtelijk
apparaat, College en gemeenteraad open over risico’s communiceren
 Risicomanagement is maatwerk en moet wortelen in de gemeentelijke organisatie.

Risicomanagement is dus geen doel op zich, maar moet helpen bij een zo goed mogelijke
realisatie van onze doelstellingen. De verbetering van risicomanagement richt zich op drie
speerpunten: risico’s in de reguliere bedrijfsvoering, risico’s bij projecten en gemeentebrede
dienstoverstijgende risico’s. Het College heeft de Gemeentesecretaris belast met de
implementatie. Er is een Plan van Aanpak opgesteld dat er toe moet leiden dat de komende
jaren het gemeentelijke risicomanagement voldoet aan de eisen die hier vandaag de dag aan
kunnen worden gesteld. De Gemeentesecretaris heeft een gemeentebrede stuurgroep van
directeuren en een stadsdeelsecretaris belast met de implementatie. De stuurgroep faciliteert,
regisseert en versnelt.

1.2. Risicomanagement bedrijfsvoering

Ons College werkt verder aan verbetering van het risicomanagement, onder andere door:
 trainingen en workshops voor diensten en stadsdelen. De trainingen zijn gericht op risico
identificatie en analyse, verankering risicomanagement binnen de organisatie en
risicomanagement en cultuur
 een interne gemeentelijke website is in de lucht met informatie over de activiteiten in
verband met het gemeentelijke risicomanagement
 opzetten en onderhouden van een gemeentelijk kennisnetwerk en het ontwikkelen van
een gemeenschappelijke taal

In de zogeheten ‘Resultaat Afspraken Directeur’ (voorheen persoonlijke management


doelstellingen, vanaf 2010 geïntegreerd in de P&C-cyclus) is vastgelegd dat directeuren hun
risicomanagement op orde moeten hebben. Tijdens de voortgangsgesprekken met de
Gemeentesecretaris worden directeuren van de diensten hierop aangesproken.

1
Ontleend aan recente ISO leidraad 31000,

Raadsdruk Begroting 2011 367


Uit de risicoparagrafen van de diensten blijkt het volgende:
 veel diensten werken aan verbeteringen van het risicomanagement
 veel diensten hebben de belangrijkste risico’s in kaart gebracht, met name:
− risico’s in verband met ICT
− vooral bij facilitaire dienstonderdelen de boventalligheid van personeel als gevolg van
bezuinigingen/heroverwegingen
− dalende opbrengsten als gevolg van de economische omstandigheden
 een aantal diensten heeft risico analyses laten uitvoeren waarvan de aanbevelingen
zullen worden geïmplementeerd

Ons College meent dat diensten wel het nodige doen aan risicomanagement, maar nog te
weinig risicomanagement structureel als beheersinstrument hebben ingebed in hun
bedrijfsprocessen. Concrete acties op dit terrein:
 analyse van de risico’s die zich kunnen voordoen bij de realisatie van de doelstellingen uit
het Programakkoord. Op basis daarvan de ontwikkeling van beheersmaatregelen om
deze risico’s zo goed mogelijk te beheersen en de naleving hiervan monitoren en
regelmatig actualiseren
 organisatie van workshops voor diensten en stadsdelen
 risicomanagement nadrukkelijk betrekken bij de uitwerking van de gemeentebrede
controlfunctie van de Bestuursdienst nieuwe stijl

1.3. Risicomanagement van projecten

Projecten worden niet alleen uitgevoerd in het fysieke en ICT domein, maar ook in het sociale
domein en binnen de gemeentelijke organisatie (bijvoorbeeld de fusie van stadsdelen). Het
tijdig onderkennen en afdoende beheersen van risico’s is een essentieel onderdeel van het
projectmanagement. Uw vergadering heeft in mei 2008 ingestemd met de Regeling
Risicovolle Projecten en de herziene regeling Kredieten waarin deze aspecten nadrukkelijk
aan de orde komen. Er zijn veel projecten binnen de gemeente in voorbereiding of uitvoering.
Een selectie daarvan valt onder de Regeling Risicovolle Projecten. De regeling wil er toe
bijdragen dat het College en het ambtelijk apparaat vooraf goed nadenken over het project
(hoe, wat en wanneer) en dat zij tijdens de uitvoering zich tijdig ervan vergewissen dat het
project op koers ligt en als dat niet het geval is, bijsturen en na afloop er voor zorgen dat de
resultaten van het project in de goede handen worden overgedragen. De regeling beoogt dus
een hulp te zijn bij de sturing en beheersing van een project. Daarin voorzien de in de
regeling opgenomen rapportage voorschriften, die tevens een invulling zijn van de
verantwoordingsplicht richting de gemeenteraad.

De Regeling Risicovolle Projecten is momenteel (augustus 2010) van toepassing voor 10


projecten: de Noord/Zuidlijn, AMSYS (Amsterdam Metro System), Uitbreiding glasvezelnet,
Project 1012, de Zuidas, de grootstedelijke ruimtelijke projecten (IJburg en Zeeburgereiland,
Noordwaarts, Zuidelijke IJ-oevers, Zuidoostlob, Werkgebieden OGA, Wibaut aan de
Amstel), WMO-ICT (Wet maatschappelijke opvang), Tweede Sluis, Realisatieplan dienst ICT,
Renovatie Oostlijn en Verzelfstandiging Haven.

De regeling schrijft voor dat de projectleiding, in opdracht van de portefeuillehouder, en


voorafgaand aan het definitieve besluit tot uitvoering, een basisrapportage opstelt. Er zijn
inmiddels drie basisrapportages opgesteld (AMSYS, fusie stadsdelen en Project 1012). Voor
drie projecten heeft de ACAM een audit uitgevoerd die hebben geleid tot een aantal
aanbevelingen.

Gemeentebreed is een gebruikersgroep opgericht waarin ervaringen worden gedeeld. In de


regeling wordt nadrukkelijk onderkend dat verdere aanpassingen nodig zouden kunnen zijn.
In het afgelopen jaar is aan de hand van ervaringen een aantal verbeterpunten
geïnventariseerd die in de regeling zullen worden verwerkt.

In december 2009 verscheen het rapport van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn. Een deel
van de aanbevelingen is instrumenteel van aard. In onze brief van 9 juli 2010 aan uw

Raadsdruk Begroting 2011 368


Vergadering staan concrete aanpassingsvoorstellen om een deel van de aanbevelingen te
implementeren in de Regeling Risicovolle Projecten.

Naar aanleiding van problemen bij de uitvoering van een aantal infrastructurele projecten
vindt een extern onderzoek plaats van het opdrachtgeverschap van dIVV bij projecten. Het
onderzoek zal een bijdrage leveren aan de beheersing van projectrisico’s.

1.4. De ontwikkeling van de restrisico’s na de Rekening 2009

Deze paragraaf beschrijft de ontwikkelingen van majeure risico’s die in de begrotingen van de
diensten en projecten zijn gemeld, evenals dienstoverstijgende, gemeentebrede risico’s.

1.4.1. Noord/Zuidlijn
De realisatie van de Noord/Zuidlijn is een groot en complex project waarbij sprake is van veel
raakvlakken met verschillende actoren. De invloed van de omgeving op het project en
andersom is groot. Risicomanagement is voor het project een belangrijk beheersinstrument.
In 2009 is de organisatie op dit punt versterkt qua capaciteit en ervaringsdeskundigheid.
Risicomanagement is nu een ingebed in de managementcyclus. Het identificeren, toewijzen
en beheersen van risico’s is een continu proces waarbij de inhoud van het risicodossier
periodiek getoetst wordt. Het primaire doel van risicomanagement is om bedreigingen op de
projectdoelstellingen zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Secundair wordt het
risicodossier gebruikt ten behoeve van het periodiek opstellen van de financiële prognose van
het project en de haalbaarheid van de planning.

In juni 2009 heeft de commissie Veerman het gemeentebestuur geadviseerd over het project.
De commissie heeft onder andere aanbevelingen gedaan ter verbetering van het
risicomanagementproces die vooral gericht zijn op betere coördinatie en onderlinge
samenwerking tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij de realisatie van het
project. Daarnaast heeft de commissie aanbevolen een aantal technische risico’s toe te
voegen c.q. zwaarder te taxeren. Deze aanbevelingen zijn in 2009 overgenomen en voor een
groot deel geïmplementeerd. Bij de Jaarrekening 2009 heeft uw Vergadering besloten het
risicofonds voor de Noord/Zuidlijn met € 119,4 miljoen te verhogen.
De enquête commissie Noord/Zuidlijn heeft aanbevelingen gedaan, waaronder over het
risicomanagement die het College heeft overgenomen.
Daarnaast wordt een externe audit afgerond naar de projectbeheersing, mede in samenhang
met de andere grote metro projecten (AMSYS en de renovatie van de Oostlijn).

1.4.2. Grondexploitatie en vereveningsfonds


De gevolgen van de kredietcrisis en de teruggang van de kantorenmarkt hebben grote
gevolgen voor de ruimtelijke sector van Amsterdam. De te verwachten grondopbrengsten
lopen fors terug. De negatieve financiële effecten hiervan zijn het grootst in het
Vereveningsfonds, waardoor de weerstandscapaciteit van het fonds om de verwachte
tekorten in de in uitvoering zijnde plannen op te kunnen vangen, fors is verkleind. Onder de
huidige omstandigheden is het besluiten tot nieuwe ruimtelijke plannen vanuit financieel en
programmatisch oogpunt zo goed als onmogelijk.
De centrale stad loopt bij de dekking van de lopende investeringen in het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting minder risico omdat stadsdelen en corporaties verantwoordelijk zijn voor het
opvangen van risico’s en een afdoende buffer bestaat binnen de vastgestelde
vernieuwingsplannen. De fysieke doelstellingen staan wel onder druk.
Voor de Zuidas is de prognose van de lopende grondexploitaties nog steeds positief, maar is
de winst geoormerkt als gemeentelijke bijdrage aan de ontwikkeling van het dok.

In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds
maatregelen getroffen: de ‘stofkamoperatie’, en de beheersmaatregel grondexploitaties zijn
de belangrijkste. In februari 2010 stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De
nota bevat een inventarisatie van maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen
opgenomen, een bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing op
proceskosten. De noodzaak tot verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010
door ons College bekend gemaakt middels een brief aan de Gemeenteraad. Als vervolg op
de brief zijn in de zomermaanden in de projectenschouw grote projecten doorgelicht en zijn

Raadsdruk Begroting 2011 369


aanvullende maatregelen uitgewerkt. Met deze maatregelen beoogt ons College de financiële
consequenties van de verslechterde vooruitzichten zoveel mogelijk op te vangen binnen het
Vereveningsfonds. Deze maatregelen krijgt uw Vergadering apart voorgelegd.

Met deze maatregelen beoogt ons College de verslechterde vooruitzichten voor het
Vereveningsfonds op te vangen. Wel moet daarbij worden onderkend dat door de gevolgen
van de kredietcrisis en de teruggang van de vastgoedmarkt de weerstandscapaciteit van het
Vereveningsfonds drastisch onder druk is komen te staan. De mogelijkheid om aanvullende
tegenvallers binnen het Vereveningsfonds op te vangen is daarmee verminderd en het
risicoprofiel voor de gemeentefinanciën dientengevolge toegenomen.

In de Hoofdlijnen bij deze begroting, het resultaatgebied Stedelijke ontwikkeling en de


verplichte paragraaf grondbeleid wordt nader ingegaan op de actuele ontwikkelingen in de
gemeentelijke grondexploitaties en de beheersing van risico’s daarbinnen.

1.4.3. De kredietcrisis en de Heroverweging


In de risicoparagraaf bij de Rekening 2009 is uitvoerig aandacht besteed aan de kredietcrisis
en de gevolgen daarvan voor de Amsterdamse economie en de gemeentebegroting. Ons
College heeft in het rapport ‘inzicht op herstel’ omvangrijke besparingsmogelijkheden in kaart
gebracht. In het Programakkoord hebben wij ons verbonden aan een bezuinigingsopgave van
€ 211 miljoen structureel. Ons College is er zich wel van bewust dat de implementatie van de
ombuigingen op deze schaal risico’s met zich mee brengen voor de gemeente en haar
bevolking. Daarnaast is er een substantieel risico dat de beoogde ombuigingen niet volledig
gerealiseerd kunnen worden. In de financiële hoofdlijnen en de paragraaf bedrijfsvoering in
deze begroting wordt hier nader op ingegaan.

1.4.4. Onzekerheid over gevolgen van beleid rijk


Welk kabinet de volgende jaren ons land ook zal regeren, het is vrijwel onvermijdelijk dat het
ons zal confronteren met besparingen die de gemeentebegroting en onze burgers hard zullen
raken. Voor een deel hebben wij hier al rekening mee houden in deze begroting (zoals een
daling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds), maar de nog onbekende feitelijke
omvang en richting van de rijksbezuinigingen vormt een fors risico, zeker in meerjarig
perspectief.
Een sprekend voorbeeld is de grote kans dat het rijk vanaf 2012 verder gaat bezuinigingen op
het Participatiebudget. In een van de dit voorjaar gemaakte heroverwegingsrapporten van het
rijk is als mogelijke ombuiging opgenomen een korting van € 500 miljoen vanaf 2012. Het
Amsterdamse deel bedraagt ongeveer 12%. Indien dit scenario werkelijkheid wordt zal het
Amsterdamse Participatiebudget, naast al verwerkte maatregelen, extra € 60 miljoen minder
worden.

1.4.5. De ontwikkeling van de overige risico’s

Facilitaire diensten
Vooral voor de facilitaire onderdelen van gemeentelijke diensten die een groot deel van hun
omzet vinden in de ruimtelijke sector dreigt omzetverlies en daarmee ontstaan risico’s op het
teruglopen van de resultaten die ten gunste komen van de algemene middelen. PMB, IBA en
de facilitaire onderdelen van DRO en OGA hebben een omzet van ruim € 90 miljoen. Deze
diensten hebben een zogeheten flexibele schil (personeel niet in vaste dienst) om dit risico op
te vangen. Daarnaast hebben zij een bedrijfsreserve om onverwachte tegenvallers op te
vangen.

Afval Energie Bedrijf (AEB)


De economische recessie en toenemende verbrandingscapaciteit hebben een remmend
effect op het afvalaanbod. Bij de Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is ervan uitgegaan dat
contractpartijen blijven leveren zoals contractueel is vastgelegd. De langlopende contracten
bieden enige zekerheid met betrekking tot afvalaanvoer en tarifering. Mocht de toelevering in
de tweede helft van 2010 verslechteren dan zal AEB zo nodig een waarschuwing afgeven
omtrent het te verwachten rekentarief en/of resultaat. AEB onderzoekt de mogelijkheid om
afval uit het buitenland aan te trekken.

Raadsdruk Begroting 2011 370


OV Chipkaart
De gemeente is geen opdrachtgever meer voor het openbaar vervoer (OV) en de reserves
OV zijn overgedragen aan de huidige opdrachtgever, de Stadsregio. Het GVB wil de
gemeente echter houden aan de ambtelijke overeenkomst uit 2004 waarin DIVV nog
opdrachtgever is. Het GVB raamt de maximale schade vanwege de introductie van de OV-
chipkaart op € 18 miljoen. De gemeente meent dat een eventuele claim gericht zou moeten
zijn aan de Stadsregio.

Renovatie Oostlijn
De Regeling Risicovolle Projecten is van toepassing voor dit project. Het project kent eerder
onderkende risico’s, zoals tunnelveiligheid, systeemintegratie vluchtwegmaatregelen en
buitendienststellingen. De perronrenovaties zijn nagenoeg afgerond. Afgelopen zomer zijn
onvoorzien problemen opgetreden die ertoe hebben geleid dat geplande werkzaamheden
niet zijn uitgevoerd.

Project Hogesluis
Zowel de fundering van de waterpijlers als de waterpijlers zijn in slechtere staat dan verwacht,
er bestaat een risico op barsten van het metselwerk van de waterpijlers tijdens de gekozen
uitvoeringsmethodiek. Er is in overleg met Bureau Monumentenzorg besloten om de
waterpijlers geheel te slopen en nieuw te bouwen. Ter dekking van de extra kosten heeft ons
College een prioriteit in haar verdelingsvoorstel opgenomen.

IJsei
Met de opening van het busstation zijn risico’s vervallen. Daar tegenover staat dat de
problematiek rond de uitvoering van de kap een verhogend effect heeft op het risicoprofiel. Er
speelt een tweetal risico’s buiten de scope van het project:
 Effect van de vertraging Noord/Zuidlijn op de planning van IJsei waardoor loon- en
prijspeilkrediet niet meer afdoende is
 extra eisen in het kader van de tunnelveiligheid
In 2010 zal duidelijk worden of de bestaande risicovoorziening toereikend zal zijn.
e
Westrandweg / 2 Coentunnel
Ten aanzien van de aanleg van de Westrandweg zijn de volgende risico’s relevant:
 hogere kosten van zandlevering door aankoop schone, i.p.v. gebruikte grond als gevolg
van economische crisis
 onduidelijke kostentoerekening van de verlenging van het viaduct voor het fietspad
 niet tijdige beëindiging van gebruiksrechten van benodigde gronden
 het verleggen van waterleiding op niet Amsterdamse gronden
 verkeersafwikkeling.
Deze risico’s liggen in de bandbreedte € 1, 2 - 2,4 miljoen, met een kans van optreden van
50%. Er vindt overleg plaats met Rijkswaterstaat over de verdeling van de risico’s. Recente
ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er meer risico’s zijn ontstaan. Deze hebben
betrekking op de verplichting van grondlevering door Amsterdam aan het rijk en de
bestuurlijke vaststelling van het bestemmingsplan.

Verbreding A9/A10
Eind 2007 is de overeenkomst ’stroomlijnalternatief planstudie Schiphol Amsterdam Almere‘
ondertekend. Amsterdam heeft – onder voorwaarden – een bijdrage van € 70 miljoen
toegezegd. Hieraan ligt ten grondslag dat Amsterdam door de beoogde inpassing van de
Gaasperdammerweg extra grondopbrengsten kan realiseren, die als gemeentelijke bijdrage
worden ingebracht (€ 25 miljoen). Daarnaast worden de A9 en de A10 verbreed, waarvoor
het rijk grond van de gemeente moet verwerven. Vastgelegd is dat dit gebeurt voor het
resterende bedrag van € 45 miljoen. Met deze bijdragen ‘in natura’ wordt in principe geen
beslag gelegd op de gemeentebegroting.
Er resteren twee risico’s:
 in het besluit is een verwacht verlies van erfpachtinkomsten van € 5 à 10 miljoen
aangekondigd. Nadere uitwerking van de nu voorliggende inpassingsvariant laat een
verliespost van circa € 4 miljoen zien (boekwaardeverlies). Deze inpassingsvariant is nog
niet definitief, al ligt het niet voor de hand dat deze nog substantieel wijzigt. Een
eventueel gewijzigde variant kan tot een andere uitkomst leiden

Raadsdruk Begroting 2011 371


 het is nog onzeker of de gebiedsontwikkeling bij de Gaasperdammerweg per saldo het
volledige bedrag van € 25 miljoen kan genereren

Wibautstraat Noord
Er zijn meerdere nog niet gedekte risico’s onderkend, zoals de raakvlakken met het project
Renovatie Oostlijn, het verplicht toepassen van geluidsreducerend asfalt en de mogelijkheid
van aanwezigheid van vervuild asfalt. De totale omvang van het risico wordt geschat op € 2,4
miljoen.

Losse tramrails
In toenemende mate is geconstateerd dat de klemverbindingen van de rails los trillen met als
gevolg losliggende rails. Het niet treffen van maatregelen kan leiden tot stagnatie van de
dienstregeling. DIVV heeft een onderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt dat het probleem
samenhangt met de zogenaamde ‘lage vloer trams’. Rails die dreigen los te komen worden
directe aangepakt door gebruik van nieuwe klemverbindingen. De kosten voor vervanging
van de klemmen bedragen naar verwachting € 25 à € 35 miljoen. Met de Stadsregio worden
gesprekken gevoerd over de aanpak van het probleem.

Wegtunnels
Het project RAW (Renovatie Amsterdamse Wegtunnels) betreft de IJtunnel, Piet Heintunnel
en de Arenatunnel. De scope omvat, naast onderhoudswerkzaamheden, het treffen van
veiligheidsmaatregelen volgens de nieuwe wet- en regelgeving (WARVW). De oorspronkelijke
voorlopige inschatting kwam uit op € 40 miljoen. Diverse onderzoeken wijzen uit dat de
tunnels drastisch moeten worden aangepast, in het uiterste geval kunnen de kosten oplopen
van € 69 tot € 94 miljoen. Het in gebreke blijven wordt tot 1 mei 2014 gedoogd onder een
overgangsregeling. Vanaf 1 mei 2014 moet worden voldaan aan de nieuwe eisen.

Utrechtsestraat
Het in de Jaarrekening 2009 gemelde risico op hogere kosten voor de grondsanering en de
bruggen in de Utrechtsestraat heeft zich voorgedaan. Er zijn afspraken gemaakt met het
stadsdeel over hoe deze kosten toe te rekenen naar de verschillende deelprojecten. Voor de
bruggen wordt naar dekking binnen het bestaande programma gezocht. Hierover wordt
binnenkort gerapporteerd. Daarnaast loopt er een juridische procedure tegen de aannemer.
De uitkomst hiervan is nog onbekend.

Parkeergarages
In het kader van de opdracht om parkeergebouwen te verzakelijken wordt de huidige portfolio
op risico’s doorgelicht. Enkele voorbeelden zijn; de bouwkundige staat van de Piet
Heingarage leidt tot hoge onderhoudskosten en bemoeilijkt de overdracht van fase 2 en 3, de
overdracht van de bewonersgarages Zuidoost loopt moeizaam waarbij de egalisatiereserve
snel uitgeput raakt. Verder zijn te noemen: parkeergarage P10 kent herstel- en afbouwkosten
en achterstallig onderhoud; de afbouw van de Willemspoortgarage is stilgelegd in verband
met de vergunningverlening. In de tweede helft van 2010 zal gerapporteerd worden over deze
risico’s en de mogelijke beheersmaatregelen.

Vervanging sluisdeuren
De nieuwe Waterwet is op 20 november 2009 van kracht geworden. De overschrijdingskans
op overstroming is in de wet aangegeven. Het is nog onduidelijk of de Amsterdamse sluizen
voldoen aan deze randvoorwaarden voldoen. Als aanpassing nodig is en het rijk niet
bijdraagt, zijn de kosten voor Amsterdam. De maximale schade wordt geraamd op € 20
miljoen.

Onderhoudskosten oeverconstructies
De stadsdelen kunnen een beroep doen op de centrale stad voor de dekking van de kosten
van groot onderhoud en vervanging van oeverconstructies van de Amstel, het IJ en
secundaire vaarwegen. Dit risico bedraagt € 3 miljoen structureel op jaarbasis.

Raadsdruk Begroting 2011 372


Tweede sluis
Met het in november 2009 gesloten convenant tussen het rijk, de provincie en de gemeente is
zicht ontstaan op de daadwerkelijke capaciteitsvergroting van het sluizencomplex. De
bijdrage van de gemeente bedraagt maximaal € 123 miljoen. Er zijn kansen dat de bijdrage
minder zal hoeven te zijn: subsidie Europese Unie, terugvordering van de BTW en
risicodragende participatie van private partijen.
In het besluitvormingstraject zijn twee go/no go momenten opgenomen om het risico voor de
gemeente te beheersen. Een externe risicoanalyse heeft onderdeel uitgemaakt van de
besluitvorming op 17 februari 2010 in de Gemeenteraad. De Regeling Risicovolle Projecten is
van toepassing voor dit project.

Gemeentelijke belastingen
Door de aard van de werkzaamheden en de fiscaaljuridische aspecten, is er geen volledig
beeld van de omvang van de risico’s. Vooral in de bezwaar- en beroepssfeer doen zich
ontwikkelingen voor die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de opbrengst van de
belastingmiddelen. De geschillen hebben veelal effect over meerdere jaren, omdat een
definitieve uitspraak vaak lang op zich laat wachten. Er bestaat een risico van € 0,3 miljoen,
met een kans van 20%, aangaande risico’s van inkomstenderving OZB grote objecten.
Daarnaast kan het risico van oninbaarheid van belastingmiddelen vanwege de economische
crisis groter worden. Op dit moment zijn hierover nog geen signalen ontvangen.

Uitvoering Wet Werk en Bijstand


De uitvoeringsrisico’s van de WWB zijn sterk conjunctuur gerelateerd en de economische
crisis heeft grote financiële consequenties. Om dergelijke risico’s op te vangen is in het
verleden een risicoreserve gevormd. Als gevolg van minder ongunstige conjuncturele
ontwikkelingen (minder ongunstige raming CPB) heeft het rijk het budget voor
uitkeringsgerechtigden neerwaarts bijgesteld met 10%. Naast deze ongunstige ontwikkeling
van het budget heeft de invoering van de wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening
(wet BUIG) een positief effect gehad op het budget in 2010. Het tekort op het (inkomensdeel)
zoals gepresenteerd in het financieel meerjarenperspectief 2011-2014 dient naar aanleiding
hiervan te worden bijgesteld naar € 39 miljoen in 2010, € 61 miljoen in 2011, circa € 46
miljoen vanaf 2012. Een deel van de verwachte tekorten in 2010, 2011 en 2012 zullen
worden gedekt uit de reserve (stand ultimo 2009 € 31,3 miljoen). In overeenstemming met het
programakkoord is een bezuiniging van € 7 miljoen structureel in 2011 voorzien, oplopend tot
€ 15 miljoen structureel in 2014. Met stevig reintegratie- en handhavingsbeleid wordt
verwacht een verbetering in het I-deel te realiseren. De huidige druk op de
reintegratiemiddelen (W-deel) en eventuele voorgenomen aanvullende rijksbezuinigingen
kunnen van invloed zijn op het al dan niet realiseren van de voorgenomen bezuinigingen.

Nieuwe Wet ambulancezorg


Met de invoering van de wet wordt vanaf 2011 of 2012 maar één vergunning per
veiligheidsregio verleend. In de veiligheidsregio zijn momenteel twee vergunninghouders
actief, waaronder de GGD. Deze twee werken aan een plan om gezamenlijk de vergunning te
krijgen. Het risico van inkomstenderving bij de GGD is aanwezig, de omvang hiervan is nog
onbekend. Naar verwachting volgt er in de tweede helft van 2010 duidelijkheid over de
vergunning.

Overige risico’s in verband met claims voor geleden schade en arbitragezaken


Steeds vaker eisen bedrijven (en burgers) schadevergoeding indien voor hen nadelige
besluiten van de gemeente door de rechter worden vernietigd. Specifiek noemen we de
volgende risico’s:
 claims van bollenboeren wegens waterschade (geschat risico van € 2,7 miljoen exclusief
rente). Zij hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank
 mogelijke claims van Frankrijk op teruggave van betaalde schadevergoeding vanwege
zoutlozingen (risico van € 2,9 miljoen)

Fiscale risico’s algemeen


De gemeente loopt een aantal fiscale risico’s die voortvloeien uit verschillende interpretaties
van fiscale wet- en regelgeving. Recent heeft de gemeente (centrale stad en stadsdelen zijn
voor de fiscus één klant) een overeenkomst met de Belastingdienst afgesloten (‘Horizontaal

Raadsdruk Begroting 2011 373


Toezicht’) die als voorwaarde heeft dat binnen de gemeentelijke organisatie de fiscale risico’s
voldoende beheerst worden. In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt hier nader op ingegaan.

Gemeentegaranties
De gemeente Amsterdam verleent garanties, die in principe risico’s voor de gemeente met
zich meebrengen. Door de economische crisis is er een stijging van aanvragen voor leningen
en garanties. De gemeente hanteert een zeer terughoudend beleid bij de beoordeling van
deze aanvragen. Er is een beroep gedaan op enkele garanties waarbij ophoging van de
gegarandeerde som als oplossing is gekozen en enkele instellingen bleken niet in staat te zijn
leningen terug te betalen volgens eerder gemaakte afspraken.
De gemeente verleent garanties in het kader het Nationaal Restauratiefonds (NRF) en het
Waarborgfonds sociale woningbouw (WSW). De gemeente heeft een tertiaire
achtervangpositie en loopt dus een zeer beperkt risico. Daarnaast participeert de gemeente in
het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), waardoor inwoners van Amsterdam kunnen
deelnemen aan de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) voor de aankoop en renovatie van
woningen. Het risico inzake de NHG wordt klein geschat, maar bij een langdurige recessie
kan het fondsvermogen zodanig afnemen dat aanspraak op de achtervang door gemeente en
rijk wordt gedaan in de vorm van het verstrekken van renteloze leningen aan het WEW.
Het rijk en de VNG hebben afgesproken dat de achtervang voor nieuwe NHG vanaf 2011
voor 100% voor rekening van het rijk komt. Over de voorwaarden waaronder het rijk deze
verplichting op zich neemt vindt nog overleg plaats. Amsterdam blijft in dat geval alleen nog
(50%) achtervang voor de tot en met 2010 verstrekte garanties.

Stadstoezicht
De effectuering van de ontvlechting van parkeeractiviteiten naar Cition BV heeft per 1 januari
2010 plaatsgevonden. Aan de ontvlechting is een aantal risico’s verbonden:
 het risico dat de komende jaren voor overtollige medewerkers geen nieuw werk zal
worden gevonden. De dienst maakt afspraken met Cition om personeel over te nemen,
ook door omscholing wordt dit risico verminderd
 de ontvlechting van de ICT kan tot complicaties en daarmee extra kosten leiden. De
ontvlechting is gestart in 2010 en loopt door in 2011.

ICT
Diverse diensten noemen in hun begroting risico’s uit hoofde van eigen ICT projecten en
systemen en de dienstverlening van de dienst ICT. Ons College heeft in 2008 een onderzoek
laten uitvoeren naar de uitvoering van het ICT-beleid. Dit heeft onder andere geleid tot de
oprichting van een nieuwe dienst ICT. De dienst is mede belast met het risicomanagement
van het ICT-beleid binnen de gemeente. Ons College heeft in haar Programakkoord een
investering van € 100 miljoen opgenomen om de komende jaren de ICT voorzieningen
structureel op orde te brengen. Hiertoe zal uw vergadering een realisatieplan worden
voorgelegd waarin onder andere uitgebreid zal worden ingegaan op de risico’s en de
beheersing daarvan. In het verdeelvoorstel 2011 is reeds een bedrag van € 20 miljoen
opgenomen.

Inburgering
De afrekening met het rijk van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en Oudkomers zal
naar verwachting in 2010 plaatsvinden. Er zijn zowel positieve als negatieve
afrekeningsverschillen te verwachten. Sinds 2009 vindt hier al overleg over plaats tussen het
rijk en gemeenten.

Discontinuïteit zorgaanbieders WMO


Enkele grote leveranciers levert WMO voorzieningen. Indien deze in financiële problemen
komen bestaat het risico van discontinuïteit in de zorg. Als beheersmaatregel worden
zorgaanbieders en opvangorganisaties gemonitord. Het risico wordt geraamd op maximaal
€ 2,5 miljoen.

WMO open einde regelingen


De afgelopen jaren waren de schommelingen binnen de WMO-openeinde regelingen goed op
te vangen binnen de WMO-begroting en egalisatiereserve. Echter, begin 2010 is langzaam
duidelijk geworden dat de vraag naar zorg fors is toegenomen waardoor de openeinde
regelingen een groot financieel risico vormen. De egalisatiereserve zal naar verwachting

Raadsdruk Begroting 2011 374


vrijwel volledig in 2010 worden uitgeput waardoor er geen financiële ruimte is om tegenvallers
op te vangen. Daarnaast is het tekort op de WMO-begroting toenemen tot € 6,5 miljoen
structureel waarbij de verwachting is dat de druk op zorg de komende jaren zal toenemen.

WMO ICT
Het recent ontwikkelde WMO–ICT systeem is een voorloper op de gemeentelijke ICT
systeem, hetgeen leidt tot extra kosten. De gemeentebrede ICT systemen plukken hier de
vruchten van maar de kosten worden gedekt uit het WMO budget. De extra kosten worden
geraamd op € 5 miljoen. Het risico is reëel dat de extra kosten hoger zullen worden. Getracht
wordt het risico te beheersen door de implementatie van het WMO-ICT systeem zoveel
mogelijk te koppelen aan de stedelijk ICT ontwikkeling.
Voor 2011 wordt uitgegaan van 40.000 aanvragen voor individuele voorzieningen. Om de
dienstverlening en budgetbeheer te optimaliseren wordt stapsgewijs de dienstverlening
overgezet op het nieuwe WMO-ICT systeem. In 2011 zal het ‘point of no return’ worden
gepasseerd. Het stilleggen van vervolgstappen in de ICT ontwikkeling zal leiden tot een
desinvestering van € 12 miljoen.

Declaratierisico wet Participatiebudget (WPB)


Er bestaat een risico op uitvoeringsfouten binnen het participatiebudget gezien complexe
declaratievereisten en stringente controletoleranties. Als beheersmaatregel worden
maandelijkse kwaliteitsaudits uitgevoerd. Het resterende risico is op maximaal € 2,5 miljoen
geraamd.

Claims softwareleveranciers
De Dienst Belastingen heeft te maken met claims van softwareleveranciers voor het gebruik
van licenties. De claims zijn o.a. het gevolg van niet tijdig de-installeren van niet in gebruik
zijnde software. Dit wordt veroorzaakt door een onvolledige registratie van autorisaties en
software en onvoldoende beheersmaatregelen. De omvang van het risico bedraagt minimaal
€ 0,5 miljoen maar is onder meer afhankelijk van het aantal installaties en licenties.

Verbouwing de Bazel
Zoals gemeld in de Jaarrekening 2008 is de Bazel opgeleverd en wordt nog onderhandeld
over de schade als gevolg van de vertraging in de oplevering.

1.4.6. Vervallen risico’s sinds de jaarrekening 2009


 de strafzaak rond de Probo Koala: op 23 juli j.l. heeft de rechtbank een uitspraak gedaan
in deze zaak. De gemeente Amsterdam komt strafrechtelijk immuniteit toe. De uitspraak
heeft derhalve geen financiële gevolgen voor de gemeente
 Giro d’Italia: de Giro is succesvol verlopen, het in de jaarrekening genoemde risico heeft
zich niet voorgedaan

1.4.7. Nieuwe risico’s

Hoogwaardig openbaar vervoer Schiphol – Amsterdam Zuid


Op 2 maart is het College akkoord gegaan met het plan van aanpak voor dit project.
Uitgangspunt is dat het beheer van de busbaan op dezelfde wijze georganiseerd wordt als
het beheer van de busbaan naast het hoofdkantoor van ING. Gebleken is dat zowel de
Stadsregio Amsterdam als het rijk hier geen budget voor beschikbaar stelt. Voordat het
ontwerptraject start dient eerst duidelijk te zijn wie het budget voor het beheer beschikbaar
stelt. Het risico op vertraging is daardoor aanwezig.

Proef betaald rijden


Vanwege verschil van inzicht tussen het rijk en de regionale partners kan het rijk de
subsidiëring terug draaien, inclusief reeds verstrekte subsidies. Het budget voor de eerste
tranche is € 7,2 miljoen. In totaal is op dit moment voor ongeveer 3,5 miljoen aan
verplichtingen aangegaan en is ongeveer € 1,7 miljoen uitgegeven aan voorbereidingskosten
voor de 1e tranche met 1000 deelnemers, inclusief het opzetten van het totale systeem.

Raadsdruk Begroting 2011 375


Onderwijshuisvesting
De incidentele lasten van onderwijshuisvesting als gevolg van nieuw- of verbouw, zoals
huurkosten voor tijdelijke huisvesting, verzekeringen, erfpacht en klein onderhoud worden
deels gedekt uit de reserve Onderwijshuisvesting. De reserve wordt gevoed door de
verkoopopbrengsten van schoolgebouwen. Dit ‘gesloten’ systeem functioneert alleen
wanneer de verkoopopbrengsten en de incidentele lasten op de lange termijn in de pas lopen.
Deze systematiek kan bij vertraging of het achterwege blijven van deze baten in 2010/2014
leiden tot een mogelijk tekort in dekking.
Medio 2010 zal door DMO in samenwerking met OGA een onderzoek worden uitgevoerd
naar de houdbaarheid van het huidige financieringssysteem van de incidentele lasten van
onderwijshuisvesting. Samen met OGA wordt gekeken naar de risicobeheersmaatregelen. De
kans dat de schade optreedt is 50% en de meest waarschijnlijke (te verwachten) schade
bedraagt € 8 miljoen.

Koers Nieuw West


In 2007 heeft de gemeente met de corporaties de zogeheten Parkstaddeal gesloten waarin
de corporaties de financiële verantwoordelijkheid overnemen voor de verdere ontwikkeling
van de ruimtelijke vernieuwing binnen Nieuw West, inclusief de realisatie van maatschappelijk
vastgoed. Een onderdeel van de overeenkomst is dat de gemeente € 40 miljoen bijdraagt aan
de versterking van de sociale infrastructuur. De stadsdelen dragen voor € 8 miljoen bij en de
centrale stad € 32 miljoen. De bijdrage van de centrale stad kan zowel in de vorm van
middelen als van activiteiten plaatsvinden. Tot en met 2010 heeft de centrale stad € 24,2
miljoen aan middelen bijgedragen, zodat een bijdrage van € 7,8 miljoen aan activiteiten
resteert. Indien deze bijdrage lager is kunnen de corporaties een claim leggen bij centrale
stad over het restant.

Metromorfose
De kosten die het GVB vóór 2002 maakte voor het project MetroMorfose blijken niet
subsidiabel te zijn. Na intensief overleg met de Stadsregio Amsterdam (SRA) was
afgesproken dat deze kosten gedekt konden worden met de vrijval binnen het programma
voor railinfrastructuur. Vorig jaar is deze afspraak aangepast met de bepaling dat maximaal
75% van de vrijval mag worden ingezet. Recent heeft de SRA echter bij de vaststelling en
herbestemming van de vrijval 2008 slechts een derde van de vrijval bestemd als bijdrage. De
afgelopen jaren heeft DIVV het risico teruggebracht van € 15 miljoen naar € 4 miljoen.

Herpositionering Haven Amsterdam


Eind 2009 is besloten tot de onderzoeksfase voor de herpositionering van de Haven
Amsterdam. In de onderzoeksfase komen de risico’s en kansen van al of niet
verzelfstandigen uitgebreid aan de orde. Besluitvorming over de verzelfstandiging vindt plaats
op basis van de uitkomst van de onderzoeksfase. Herpositionering van de Haven Amsterdam
is een belangrijke randvoorwaarde voor het behouden en verbeteren van de
concurrentiepositie van de Haven Amsterdam, namelijk door middel van met name
samenwerkingsverbanden binnen en buiten de regio en verdere professionalisering van de
bedrijfsvoering langs marktconforme principes. De Regeling Risicovolle Projecten is van
toepassing voor dit project.

Raadsdruk Begroting 2011 376


1.5. Algemene Risico Reserve

De weerstandscapaciteit van de gemeente Amsterdam bestaande uit de Algemene Risico


Reserve, dient om restrisico’s op te vangen. Het gaat in het bijzonder om mogelijke
toekomstige financiële tegenvallers die nog onvoldoende hard zijn (in omvang en kans op
realisatie) om een expliciete voorziening te rechtvaardigen.

Ons College hanteert een dynamische methode bij de bepaling van de weerstandscapaciteit
door uw Vergadering jaarlijks een voorstel te doen voor de omvang van de ARR, op basis van
de ontwikkeling van risico’s en bestande dekkingsmiddelen, met name voorzieningen en
reserves. Deze onzekere tijden hebben gevolgen voor het risicoprofiel van de gemeente. Het
volledig kwantificeren van alle risico’s (kans van optreden en mogelijke schade) blijkt
vooralsnog zeer lastig. Als reactie op de opmerkingen van de ACAM bij de Rekening 2009
heeft ons College toegezegd te werken aan een betere onderbouwing van de omvang van de
Algemene Risico Reserve. Bij de Rekening 2010 zullen wij hierop terug komen.

bedragen x € 1 miljoen algemene risico reserve

stand ultimo 2009 144,9


Nominale aanpassing 2010 +5,1
onttrekkingen 2010
stand ultimo 2010 150,0
Nominale aanpassing 2011 +5,2
Toevoeging vertrouwelijk ter inzage voor de leden van de
raadscommissie Financiën 65,0
stand ultimo 2011 220,2

Raadsdruk Begroting 2011 377


2. Financiering
2.1. Algemeen
De financiering van gemeenten moet plaatsvinden binnen de voorwaarden die zijn vastgelegd
in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Het belangrijkste uitgangspunt
van deze wet is het beheersen van de (mogelijk) uit de treasuryfunctie voortvloeiende risico’s.
Dat uit zich in twee kwalitatieve randvoorwaarden voor het door gemeenten te voeren
treasurybeleid:
 het aangaan en verstrekken van leningen evenals het verlenen van garanties is alleen
toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak
 uitzettingen (vooral het verstrekken van geldleningen) anders dan voor de uitoefening van
de publieke taak en het gebruik van derivaten (producten waarmee bijvoorbeeld
renterisico’s kunnen worden afgedekt) moeten een prudent karakter hebben en mogen
niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico’s

Met deze beide randvoorwaarden wordt het bankieren, zoals het bewust aantrekken van
gelden om deze uit te lenen met als doel het genereren van inkomsten, verboden.
Door middel van het stellen van eisen aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, worden de
renterisico’s van zowel de korte en de lange schuld begrensd.
Tot slot is in de wet opgenomen dat de gemeenten verplicht zijn twee treasury-instrumenten
in te hanteren:
 het door uw Vergadering vaststellen van een treasurystatuut
 het in de gemeentebegroting en –rekening opnemen van een financieringsparagraaf

Uw Vergadering heeft in december 2009 de laatste versie van het treasurystatuut


vastgesteld. Hierin is de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie
vastgelegd. Dit statuut behelst de beleidsmatige vaststelling van de uitgangspunten,
doeleinden, risicobeheersing, de organisatorische en financiële kaders, de
informatievoorziening en de administratieve organisatie, Het statuut geldt zowel voor de
centrale stad als voor de stadsdelen. De monetaire functie waarvan de treasury-activiteiten
deel uitmaken, is niet overgedragen aan de stadsdelen maar op de zogenaamde A-lijst
geplaats.

In de financieringsparagraaf van de gemeentebegroting wordt voornamelijk aandacht besteed


aan de volgende onderwerpen:
 wordt met het treasurybeleid slechts de publieke taak behartigd
 draagt het treasurybeleid een prudent karakter
 wordt voldaan aan de kasgeldlimiet
 wordt voldaan aan de renterisiconorm

2.1.1. Publieke taak


Gemeenten mogen uitsluitend geldleningen aangaan, middelen uitzetten en garanties
verstrekken voor de uitoefening van de publieke taak. Uw Vergadering bepaalt in belangrijke
mate het kader daarvan. Regelmatig wordt een beroep gedaan op zowel de stadsdelen als de
centrale stad om leningen te garanderen of te verstrekken. Als die verzoeken worden
ingewilligd, gaan de stadsdelen en de centrale stad nieuwe financiële risico’s aan. Wij zullen
er op toezien dat het begrip ‘publieke taak” niet zodanig wordt opgerekt dat in strijd met de
bedoelingen van de wet FIDO en het treasurystatuut wordt gehandeld.

2.1.2. Prudent karakter


Bij het prudent uitzetten van middelen en het gebruik van derivaten zijn drie aspecten van
belang:
 de tegenpartij moet voldoende kredietwaardig zijn (minimaal zeer goede
kredietwaardigheid door minstens twee van de drie grootste ratingbureau’s)
 de waarde van een geldlening dient zo min mogelijk gevoelig te zijn voor
marktbewegingen. De hoofdsom daarvan moet intact blijven
 het gebruik van derivaten is alleen toegestaan voor het afdekken van financiële risico’s.
De omvang van het risico en de afdekking daarvan dienen aan elkaar gelijk te zijn

Raadsdruk Begroting 2011 378


2.1.3. Kasgeldlimiet (kortlopende schuld)
In de Wet FIDO is een begrenzing (kasgeldlimiet) opgenomen van de kortlopende middelen
die gemeenten mogen opnemen. Dit is door de rijksoverheid geconcretiseerd in de vorm van
een maximum percentage (8,5%) van het (netto) begrotingstotaal. Zonder deze beperking
zouden gemeenten alles met kortlopende middelen kunnen financieren. Door de grote
fluctuaties van de korte rente zou daardoor het begrotingsevenwicht in gevaar kunnen
komen.
Het streven van Amsterdam is er op gericht om, binnen de wettelijke grenzen van de
kasgeldlimiet, een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte te dekken door middel
van kortlopende leningen. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste is de rente op
kortlopende leningen vrijwel altijd lager dan op langlopende leningen. Ten tweede ontstaat
meer flexibiliteit als bijvoorbeeld eerder dan verwacht grote bedragen worden ontvangen. Er
hoeven in die situaties dan geen tijdelijk overtollige geldmiddelen te worden uitgeleend.

In onderstaande tabel wordt de voor 2011 geldende kasgeldlimiet afgezet tegen de verwachte
ontwikkeling van de netto vlottende schuld. Hierbij dient te worden aangetekend dat de
ontwikkeling van deze schuld met veel onzekerheden is omgeven. Vooral de planning van de
uitgaven voor grote (infrastructurele) projecten is moeilijk in te schatten. Dit is afhankelijk van
bestuurlijke besluitvorming over deze projecten en de voortgang van de werkzaamheden.
Zodra blijkt dat de kasgeldlimiet structureel zal worden overschreden, worden ter afdekking
hiervan langlopende geldleningen aangetrokken.
Kasgeldlimiet vlottende schuld 2011 (geraamd)
bedragen x € 1 miljoen
Toegestane kasgeldlimiet
Grondslag (omvang begroting per 1 januari) 5.238
In procenten van de grondslag 8.5%
In bedrag 445
Berekening gemiddelde netto vlottende schuld
Vlottende korte schuld 460
Vlottende middelen 15
Netto vlottende schuld 445
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet 445
Netto vlottende schuld 445
Ruimte (+)/overschrijding (-) 0

2.1.4. Renterisiconorm (langlopende schuld)


De doelstelling achter deze norm is dat gemeenten hun leningenportefeuille (lange leningen)
zo moeten spreiden, dat de te lopen renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden verspreid.
De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen
voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
In onderstaande tabel wordt deze norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Daaruit komt naar
voren dat de gemeente ruimschoots aan de risiconorm voldoet. Met ingang van 2010 wordt
de renterisiconorm berekend volgens de aangepaste Wet FIDO. Hierdoor wordt niet langer de
stand van de vaste schuld als basis genomen maar de omvang van de begroting. Hierdoor
neemt voor de gemeente Amsterdam de ruimte aanzienlijk toe.

Raadsdruk Begroting 2011 379


Renterisiconorm en renterisico op vaste schuld 2009 2010 2011 2012
bedragen x € 1 miljoen (werkelijk) (geraamd) (geraamd) (geraamd)
Berekening renterisiconorm
1 stand van de vaste schuld per 1 januari / m.i.v. 2408 4.569 5.178 5.238
begroting 2010 netto begrotingsomvang
2 het bij ministeriële regeling vastgesteld % 20 20 20 20
3 renterisiconorm (1x2/100) 482 914 1.036 1.048
Toets renterisico op vaste schuld aan renterisiconorm
4 renterisiconorm (3) 482 914 1.036 1.048
5 renterisico op vaste schuld (1) 5 292 286 271
6 ruimte (+)/overschrijding(-); (4-5) 478 622 765 777

Door de onzekerheden van de huidige economische situatie worden in deze


financieringsparagraaf geen verwachtingen uitgesproken over toekomstige
renteontwikkelingen.

2.2. Het leningfonds

2.2.1. Algemeen
De gemeentelijke uitgaven worden gedekt door inkomsten (bij een sluitende begroting). In de
praktijk lopen de uitgaven en inkomsten niet gelijk op: gedurende het jaar ontstaan tekorten
en overschotten. De financiering heeft tot doel deze tijdelijke tekorten en overschotten op te
vangen door middel van een voor de gemeente zo voordelig mogelijke wijze van aantrekken
en uitzetten van gelden. Daarnaast ontplooit de gemeente investeringsactiviteiten. Ook voor
de financiering hiervan worden gelden aangetrokken. Amsterdam heeft op dit moment een
aanzienlijk bedrag aan reserves en voorzieningen. Totdat deze worden gebruikt voor het doel
waarvoor ze bestemd zijn, wordt dit bedrag als interne financiering gebruikt. De hierdoor
bespaarde rente wordt ten laste van het leningfonds gebracht. Voor zover er geen andere
besluiten over zijn genomen, valt deze rente vrij ten gunste van de algemene dienst.

De met de financiering van de investeringen samenhangende rentelasten worden door middel


van een omslagstelsel doorberekend aan de gemeentelijke organisatieonderdelen die deze
investeringen in hun beheer hebben. Dit wordt het omslagrentepercentage genoemd. Daarbij
is het streven gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het omslagrentepercentage en
het niet direct hierin verdisconteren van de schommelingen van de percentages op de geld-
en kapitaalmarkt. Hierdoor wordt verstoring van het (meerjarig) begrotingsbeeld voorkomen.
Een en ander wordt geëffectueerd met behulp van een egalisatiefonds.

2.2.2. Het omslagpercentage


Voor het begrotingsjaar 2011 zal het incidentele omslagpercentage – dat wordt gebruikt voor
de binnengemeentelijke doorbelasting van rentelasten over langlopende geldleningen aan de
gemeentelijke onderdelen 4,25% bedragen. De verwachting is dat de omslagrente in de
daaropvolgende jaren in de buurt zal komen van het structurele omslagpercentage. Het
structurele omslagpercentage blijft in 2011 gehandhaafd op 4,5%. In de volgende paragraaf
wordt dit onderwerp verder uitgewerkt.

In de hiernavolgende grafiek wordt een meerjarig overzicht gegeven van de ontwikkeling van
de structurele omslagrente in vergelijking met die van de kapitaalmarktrente (10-jarige
staatsleningen).
Uit de grafiek blijkt duidelijk dat de schommelingen van de marktpercentages gematigd
doorwerken in het omslagpercentage.

Raadsdruk Begroting 2011 380


Renteontwikkeling omslagrente vs. 10-jarige staatsleningen

9,00
percentage

7,00

5,00

3,00
1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010
jaar omslagrente
10-jarige staatsleningen

Structurele omslagrente
De structurele omslagrente bedraagt zoals hiervoor aangegeven 4,5%. Dit percentage is
hoger dan het (incidentele) omslagpercentage van 4,25 %. De rentelasten in de begroting
2011 zijn gebaseerd op het percentage van 4,25%. Het verschil tussen de structurele 4,5%
en de incidentele 4,25 % is als incidentele ruimte van € 10,8 miljoen in de begroting en het
verdeelvoorstel meegenomen.

Waarom is dit onderscheid tussen structureel en incidenteel van belang?


De structurele omslagrente is zodanig vastgesteld dat de rentelasten van langjarige
investeringsbeslissingen structureel zijn gedekt. Daardoor zullen rentestijgingen in de loop
der jaren niet hoeven te leiden tot structurele bezuinigingen om de in dat geval
onvermijdelijke hogere rentekosten te dekken. Dat betekent dat bij een (tijdelijk) lagere
omslagrente (zoals nu het geval is) er extra incidentele begrotingsruimte ontstaat. Als op
basis van de feitelijke rentekosten de omslagrente hoger zou moeten uitkomen dan de
structurele 4,5% zal eerst een beroep worden gedaan op het gevormde Egalisatiefonds
omslagrente. Zodra dat is uitgeput en de feitelijke rentekosten hoger zijn dan de structurele
4,5% zal door de dan (tijdelijk) hogere omslagrente, de incidentele begrotingsruimte worden
beperkt. De structurele begrotingsruimte wordt door de rentewijzigingen dus niet aangetast.
Dit geeft een stabieler begrotingsbeleid.

Waarop is de structurele omslagrente gebaseerd?


Om te voorkomen dat het structurele percentage toch regelmatig moet worden aangepast is
dit gebaseerd op een langjarig gemiddelde. Bij de investeringen die Amsterdam doet, gaat
het gemiddeld ook om langjarige investeringen in bijvoorbeeld wegen, bruggen,
haventerreinen en gronden. Daarom trekt Amsterdam ook leningen aan die dergelijke
rentevaste perioden kennen. De benchmark voor die aan te trekken leningen is het
renteniveau van de 10-jarige staatsleningen.

De gemiddelde marktrente op de 10-jarige staatsleningen (peildatum 30 juni 2010) bedroeg


de laatste 10 jaar 4,25 %. Gemeenten lenen duurder dan de staat. Op basis van historische
reeksen is de opslag gemiddeld 0,25% (in de huidige marktomstandigheden ligt deze opslag
aanzienlijk hoger). Hieruit blijkt dat het gehanteerde structurele omslagpercentage van 4,5 %
grofweg is vastgesteld op het langjarig gemiddelde rentepercentage voor lange
gemeenteleningen vanuit het verleden. Dit is verantwoord omdat het Egalisatiefonds
omslagrente een eerste buffer vormt indien de marktrente boven deze 4,5% gaat uitkomen.

2.2.3. Het rekening-courantpercentage


Naast het omslagpercentage is ook het rekening-courantpercentage van belang. Ons College
wijst jaarlijks de gemeentelijke organisatieonderdelen aan waarmee over het dagelijks
positieve dan wel negatieve rekening-courantsaldo rente wordt verrekend. Het doel hiervan is
het bevorderen van een optimaal middelenbeheer. Daarnaast is het verrekenen van rente

Raadsdruk Begroting 2011 381


over de banksaldi essentieel bij die onderdelen die op bedrijfsmatige grondslagen moeten
opereren en daarvoor de juiste tarieven moeten kunnen vaststellen. Voorbeelden daarvan zijn
het Ingenieursbureau Amsterdam en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam.

In de begroting 2011 is rekening gehouden met een percentage van 3,5 %, met dien
verstande dat de afrekening met de aangewezen organisatieonderdelen achteraf plaatsvindt
op basis van het gemiddelde werkelijk 1-maands-euribor percentage (de marktprijs).

2.2.4. Opgenomen langlopende geldleningen


Vanaf 1 januari 2010 tot en met juli 2010 is er voor € 88 miljoen aan langlopende
geldleningen aangetrokken. De aflossingen op langlopende leningen bedroegen in dezelfde
periode € 290 miljoen.

Zoals uit het hierna volgende staafdiagram blijkt, is de omvang van de opgenomen
langlopende leningen de afgelopen jaren met een bedrag van rond de € 2,3 miljard vrijwel
gelijk gebleven. Tegenover uitgaven voor grote investeringen (bijvoorbeeld de Noord/Zuidlijn)
stond onder andere de verkoopopbrengst van de aandelen Nuon.

Opgenomen langlopende geldleningen


per 1 januari
bedragen x € 1 miljoen

2000

1000

0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
jaar

2.2.5. Verstrekte langlopende geldleningen en garanties


Op 7 december 2004 heeft ons College de uitvoeringsregels voor het verstrekken van
leningen en/of het garanderen van leningen aan derden aangepast en aangescherpt.

Deze aanpassing was nodig omdat uw Vergadering op 16 juni 2004 de Verordening over de
uitgangspunten van het financiële beleid en beheer en de inrichting van de financiële
organisatie (ex artikel 212 van de Gemeentewet) heeft vastgesteld. Op basis van deze
verordening heeft ons College een aantal nadere uitvoeringsregels vastgesteld. Eén daarvan
is de regeling rond het verstrekken en/of het garanderen van leningen aan derden.
In genoemde verordening is in artikel 8 vastgelegd dat ons College pas een besluit neemt
over het verstrekken van een lening of een garantie als uw Vergadering in de gelegenheid is
gesteld haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

De belangrijkste uitgangspunten in dit uitvoeringbesluit voor de centrale stad zijn:


 zeer terughoudend beleid in verstrekken van leningen of garanties
 bestuurlijke toetsing vooraf door ons College
 bij het verstrekken van leningen wordt altijd uitgegaan van marktconforme rente
 besluitvorming over verstrekken van leningen en garanties geschiedt door ons College
met inachtneming van voornoemd artikel 8 van de Verordening ex artikel 212
Gemeentewet

Bij het beoordelen van deze verzoeken om leningen of garanties wordt in elk geval nagegaan
of er voor de sector waarin de instelling werkzaam is een waarborgfonds bestaat.

Raadsdruk Begroting 2011 382


Onder andere voor de volgende sectoren bestaan waarborgfondsen:
 Sociale Woningbouw (WSW)
 Eigen Woningen (WEW)
 Zorg (WfZ)
 Sport (SWS)
 Kinderopvang

Voor instellingen werkzaam in deze sectoren worden geen leningen of garanties verstrekt. Bij een
aantal van de waarborgfondsen is de gemeente achtervang. Dat houdt dus al een risico in. Het zou
dan onjuist zijn als Amsterdam daarnaast nog risico's zou nemen door zelf garant te staan voor
individuele leningen.

Er zijn door Amsterdam in het verleden veel leningen en/of garanties verstrekt aan instellingen
waarvoor inmiddels een waarborgfonds bestaat. Het beleid van Amsterdam is om deze leningen en
garanties zoveel mogelijk alsnog onder te brengen bij één van de waarborgfondsen. Daarvoor is de
medewerking van zowel de instelling als de geldgever noodzakelijk. Bij aanpassing van de
leningvoorwaarden of bij het aantrekken van een nieuwe lening door de instelling is het meestal
mogelijk deze medewerking te krijgen. Er moet op die momenten actief druk worden uitgeoefend om
de garantie bij een waarborgfonds onder te brengen. Dit actieve beleid heeft er de afgelopen jaren
al toe geleid dat het overgrote deel van de garanties aan de woningbouwverenigingen bij het WSW
is ondergebracht.

De gemeente had ultimo 2009 voor € 840 miljoen aan langlopende geldleningen verstrekt.
Het betrof hoofdzakelijk de leningverstrekking aan woningcorporaties (€ 319 miljoen), aan
GVB Activa B.V. (€ 332 miljoen), NV Stadsgoed (€ 49 miljoen) en aan de regionale
brandweer (€ 46 miljoen).
Wat de huidige portefeuille aan verstrekte leningen betreft, kunnen de volgende categorieën
worden onderscheiden:
 voormalige gemeentelijke onderdelen, vaak als onderdeel van het onderhandelingsresultaat bij
externe verzelfstandiging
 organisaties waar de gemeente een nauwe subsidierelatie mee heeft
 organisaties die – al dan niet in samenwerking met derden – in het leven worden geroepen ter
bevordering van door de gemeente gewenste activiteiten en waarbij directe gemeentelijke
financiële inbreng van doorslaggevend belang is
 overige organisaties waarbij de overwegingen om tot leningverstrekking over te gaan in het
(verre) verleden liggen

Raadsdruk Begroting 2011 383


3 Lokale heffingen

Ook dit jaar wordt de paragraaf “inkomsten, belastingen, tarieven en leges” in de begroting
opgenomen. Deze informatievraag komt voort uit art. 12, lid 1 van de Verordening ex artikel
212 van de Gemeentewet.

3.1 Geraamde inkomsten op hoofdlijnen

Opbrengst belastingmiddelen (bedragen x € 1.000)


Realisatie Begroting Actualisatie Begroting Begroting Begroting Begroting
2009 2010 2010 2011 2012 2013 2014
Programma Milieu en Water
Rioolheffing 58.683 61.622 62.242 62.415 62.415 62.415 62.415

Algemene Dekkingsmiddelen
Roerende 327 379 360 361 361 361 361
ruimtebelastingen
Onroerende 143.824 140.880 141.203 142.312 143.147 144.005 144.674
zaakbelastingen
Hondenbelasting 1.777 1.744 1.703 1.654 1.654 1.654 1.654
Toeristenbelasting 22.213 24.130 23.970 23.791 23.791 23.791 23.791
Vermakelijkheidsretribu 1.712 1.563 1.668 1.668 1.668 1.668 1.668
tie
Precario en 325 343 333 331 331 331 331
reclamebelasting
170.178 169.039 169.237 170.117 170.952 171.810 172.449

Totaal 228.861 230.661 231.479 232.532 233.367 234.225 234.864


belastingmiddelen

Een toelichting is opgenomen in het betreffende programma.

3.2 De belangrijkste ontwikkelingen in 2010, 2011 en verder

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht


Op 1 oktober 2010 zal de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking
treden. Dit brengt een omvangrijke wijziging met zich mee van het bestaande
vergunningstelsel voor ruimtelijke projecten. Op basis van de nieuwe wet wordt straks één
geïntegreerde omgevingsvergunning afgegeven voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en
milieu. Op dit moment zijn deze onderwerpen nog verdeeld over verschillende
vergunningstelsels.

3.3 Overzicht heffingen op hoofdlijnen

Tarieven
Bij bijna alle tarieven voor 2011 is uitgegaan van een nominale aanpassing van 0%.

Voor de OZB is daarna het voorlopige tarief 2011 gecorrigeerd voor de eerste prognose van
de waardeontwikkeling van prijspeil 2009 voor belastingjaar 2010 naar prijspeil 2010 voor
belastingjaar 2011. De prognose laat een daling zien van 5,52% voor woningen en een daling
van 3,0% voor niet-woningen. De definitieve OZB-tarieven voor 2011 worden later berekend,
als met een hogere mate van accuratesse de mutatie in de WOZ-waarden van prijspeil 2009
naar prijspeil 2010 berekend kan worden in de waarderingsapplicatie Ortax.

Het tarief Rioolheffing 2011 is door Waternet berekend op basis van verwachte kosten en het
aantal aansluitingen in 2011. Bij ongewijzigd beleid zal er geen tariefverhoging plaatsvinden.
In het kader van de Heroverwegingen wordt voorgesteld de grondwaterkosten in de
rioolheffing door te berekenen, waardoor het tarief met 1,7% stijgt ten opzichte van 2010. Het
tarief stijgt dan van € 145,46 naar € 147,93 per aansluiting per jaar. De opbrengst van deze
verhoging is nog niet in de vorenstaande tabel verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 384


De (concept) belastingverordeningen 2011 met de nieuwe belastingtarieven zullen in het
najaar van 2010 aan uw Vergadering worden aangeboden ter besluitvorming.

In de volgende tabel zijn de belastingtarieven opgenomen waarmee is gerekend bij het


opstellen van de ramingen belastingmiddelen.

Tarievenoverzicht
Tarief Tarief Tarief Grondslag heffing
2009 2010 2011
Rioolheffing 138,53 145,46 147,93 per aansluiting
OZB / RRB
Gebruik niet-woningen 0,12751% 0,13723% 0,14029% van WOZ-waarde
Eigendom woningen 0,05315% 0,05287% 0,05537% idem
Eigendom niet-woningen 0,015947% 0,17165% 0,17547% idem
Hondenbelasting 99,48 100,18 100,18 per hond
Toeristenbelasting 5% 5% 5% omzet
Vermakelijkheidsretributie
rondvaartboten 0,60 0,60 0,60 per opstapper
waterfietsen 0,30 0,30 0,30 idem

Toelichting per heffing

Rioolheffing
De gemeente heft rioolheffing van de burger die een aansluiting heeft op de gemeentelijke
riolering (aansluitrecht). In 2010 en 2011 wordt 98,5% van de (begrote) kosten gedekt uit
de (begrote) opbrengsten. Het tarief voor 2010 bedraagt € 145,60 per aansluiting op het
gemeentelijke rioleringstelsel.

Onroerende zaakbelastingen en roerende-ruimtebelastingen


OZB en RRB kennen gelijke tarieven voor eigenaren en gebruikers voor woningen en
niet-woningen. De heffing van OZB en RRB geschiedt vanaf 2009 op basis van een
percentage van de WOZ-waarde.

Hondenbelasting
Het houden van een hond wordt door de gemeente belast met hondenbelasting. De
gemeente kent hierbij een ongedifferentieerd tarief per hond van € 100,18 in 2010 en in 2011.
Daarnaast is er een apart vast tarief voor geregistreerde kennels (€ 380,85 in 2010 en in
2011). Er wordt vrijstelling verleend voor politiehonden, blindengeleide honden en speciaal
opgeleide honden voor mensen met een handicap.

Toeristenbelasting
Het tarief van deze belasting is een vast percentage (5%) van de overnachtingvergoeding
(exclusief ontbijt) in hotels en andere belastingplichtige objecten zoals campings en
accommodaties voor short stay. De belastingopbrengst is dus afhankelijk van de
bezettingsgraad en de kamerprijzen.

Vermakelijkheidsretributie
De vermakelijkheidsretributie wordt geheven van de aanbieders van vermaak op het water
tegen vergoeding. De heffing kent twee vaste tarieven per persoon: € 0,60 voor
rondvaartboten en € 0,30 voor waterfietsen (en stationerende vaartuigen).

Overige gemeentelijke belastingen en heffingen


De bevoegdheden ten aanzien van een deel van de lokale heffingen zijn overgedragen aan
de stadsdelen. De belangrijkste heffingen die door de stadsdelen worden geheven zijn de
Afvalstoffenheffing, Reinigingsrecht bedrijven, Precariobelasting en de Leges.
Heffingen die door centrale diensten worden geheven – leges en rechten – komen bij de
betreffende onderdelen aan de orde.

Kostendekkendheid legestarieven
In de Begroting 2010 heeft ons College voor het eerst een overzicht aan uw Vergadering
voorgelegd van de kostendekkendheid van de leges van de centrale stad. Dit overzicht heeft

Raadsdruk Begroting 2011 385


ook gediend als input voor de Heroverwegingen. In dat kader zijn onder de posterioriteiten
voorstellen opgenomen.

De gegevens ten aanzien van de kostendekkendheid in de begroting bij ongewijzigd beleid


zijn samengebracht in het navolgende overzicht.

Dienst Soort leges Totaal Totaal Dekkings-


Lasten € Baten € Percentage
Stadsarchief onderzoek 15.050 14.000 93%
reproducties 260.530 260.500 100%
Bijzondere bepalingen 1.530 520 33%
Dienst Milieu en Verlening bouw- en 6.660.000 6.526.000 98%
Bouwtoezicht gebruiksvergunningen
Vergunningverlening milieu 468.000 170.000 36%
Dienst Persoons- en trouwboekje 1.000 1.000 100%
Geo-informatie
Uittreksel burgerlijke stand 212.000 195.000 92%
Transportkosten GBA 44.000 40.000 91%
Uittreksels elektronisch 145.000 140.000 97%
Uittreksel bevolkingsregister aan het 85.000 80.000 94%
loket
Uittrekstel bevolkingsregister schriftelijk 105.000 100.000 95%
archiefonderzoek 27.000 25.000 93%
Erfrecht onderzoek 130.000 120.000 92%
Bewijs van Nederlanderschap 1.100 1.000 91%
Taxi ontheffing 141.000 140.000 99%
Taxi vermissing 1.000 1.000 100%
belanghebbendenvergunning 15.000 15.000 100%
Benoeming buitengewoon ambtenaar 30.000 30.000 100%
burgerlijke stand
Dienst Wonen, Zorg en huisvestingsvergunning 1.442.670 407.120 28%
Samenleven
Tijdelijke verhuur 197.630 127.790 65%
Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 177.860 6.940 4%
Dienst Ligplaats-, verbouwings-, vervangings-, 31.000 31.000 100%
Binnenwaterbeheer en exploitatievergunningen
Sleeploon en bewaarloon 42.500 42.500 100%
Dienst Belastingen bestemmingsgegevens 128.230 125.100 98%
Waarde- en aanslaginformatie

Stadsarchief
De lasten zijn inmiddels globaal gelijk aan de baten. De tarieven zijn opgesteld aan de hand
van een benchmark met de tarieven van de grote steden en het Nationaal Archief. Om het
voor de burger haalbaar te houden om over de historische informatie te kunnen beschikken,
die nodig is voor hun onderzoek en vanuit het in de Archiefwet verankerde belang dat de
overheid hecht aan de verantwoording van haar handelen tegenover de burger, wordt een
lagere prijs in rekening gebracht.

Dienst Milieu en Bouwtoezicht


De bouwleges zijn vrijwel kostendekkend.
De milieuvergunningen betreffen geluidsbegrenzers, vuurwerkverkoop en ontheffingen geluid-
en lichthinder.

Dienst Persoons- en Geo-informatie


Het gemiddelde dekkingspercentage is 94,8%. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een
lager tarief voor de instellingen van algemeen maatschappelijk belang in Amsterdam en het
lagere rijkstarief voor uittreksels uit de burgerlijke stand.

Dienst Wonen, Zorg en Samenleven


De Dienst Wonen, Zorg en Samenleven heft leges voor de administratieve afhandeling van
aanvragen voor vergunningen op grond van de Huisvestingsverordening en de Verordening
op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus.
In 2008 is onderzoek gedaan naar de mate van kostendekkendheid van het afhandelen van
huisvestingsvergunningen, vergunningen voor tijdelijke verhuur en vergunningen voor
woning- en kamerbemiddelingsbureaus.

Raadsdruk Begroting 2011 386


De leges voor woning- en kamerbemiddelingsbureaus hebben een dekkingspercentage van
slechts 4%. Dit is het gevolg van de ervaring dat bij te hoge of kostendekkende leges het
aantal clandestiene woning- en kamerbemiddelingsbureaus toenam. De vergunningen
worden vooral in het belang van de burger afgegeven, zodat die weet dat de woon- en
kamerbemiddelingsbureaus zich aan de regels houden.

Dienst Binnenwaterbeheer
De leges zijn geheel kostendekkend.

Dienst Belastingen
De leges voor het leveren van bestemmingsgegevens zijn vrijwel geheel kostendekkend.

3.4. Tarieven stadsdelen


Al enige jaren wordt door de stadsdelen gewerkt aan het project Uniforme tarieven.
Ten aanzien van de afvalstoffenheffing en de bouwleges hebben de stadsdelen met elkaar
afgesproken de bandbreedte bij de tarieven in 2011 terug te brengen tot 10%. Verschillen
buiten de bandbreedte zullen, als ze al voorkomen, beargumenteerd toegelicht worden. Voor
de overige leges worden met ingang van 2009 al uniforme tarieven gehanteerd, waarbij
afwijkingen kunnen voorkomen wanneer sprake is van verschillen in dienstverlening aan de
burger.
De Dienst Belastingen zal de tabel bij de centrale legesverordening zo veel mogelijk omzetten
naar een tabel die gelijk is aan de uniforme tabel van de stadsdelen.
De bouwleges die de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) hanteert, komen inmiddels sterk
overeen met die van de stadsdelen. Alleen voor bouwsommen boven de € 5 miljoen rekent
DMB een lager percentage. Het volgen van de stadsdeeltarieven voor de bouwvergunningen
voor de grote projecten is niet opportuun: dat zou een extra stijging van ± 30% bovenop de
voorgestelde verhoging inhouden. De legesinkomsten zouden daarmee meer dan
kostendekkend worden geraamd.

3.5 Lokale lastendruk


Over de lokale lastendruk wordt jaarlijks door diverse organisaties gepubliceerd. In deze
publicaties wordt bij het bepalen van de lastendruk veelal uitgegaan van verschillende
gegevensverzamelingen en verschillende berekeningmethoden. In de ene publicatie
wordt gewerkt met gemiddelden, in de andere worden verschillende standaardprofielen
onderscheiden of wordt alleen een aantal tevoren geselecteerde heffingen opgenomen.
Hierbij gaat het dan ook vrijwel altijd bij uitsluiting om de lasten voor bewoners (en niet
voor de bedrijven). Gelet op de bezwaren die kleven aan de diverse publicaties, wordt al
vele jaren volstaan met een vergelijking van de verschillende tarieven met die in de
andere grote steden. In de navolgende tabel wordt een overzicht gegeven van de tarieven
van de belastingmiddelen, die het grootste deel van de woonlasten voor huishoudens
vormen. Voor de Afvalstoffenheffing voor Amsterdam is het niet gewogen gemiddelde van
de tarieven van de stadsdelen genomen.

Woonlasten 2004-2009 van meerpersoonshuishoudens


A’dam R’dam Den Haag Utrecht Gemiddeld A’dam
t.o.v.
gem.

Woonlasten in:
2005 * 624 656 634 705 655 -5%
2006 ** 526 500 510 599 534 -1%
2007 539 553 540 666 574 -6%
2008 563 575 550 684 593 -5%
2009 595 609 578 704 622 -4%
2010 616 620 550 694 620 -1%
* Zalmsnip is per 1-1-2005 afgeschaft
** OZB-Gebruik voor woningen is per 1-1-2006 afgeschaft

Raadsdruk Begroting 2011 387


Belastingtarieven grote steden 2004-2009 van meerpersoonshuishoudens
A’dam R’dam Den Haag Utrecht Gemiddeld A’dam
t.o.v.
gem.

OZB-eigendom – 2005 1,43 3,03 2,10 2,49 2,26 - 37%


vanaf 2009 wordt
een percentage van 2006 1,60 3,19 2,23 2,78 2,45 - 35%
de WOZ-waarde 2007 1,63 2,89 1,86 NB 2,13 -23%
gehanteerd
2008 1,45 2,68 1,73 2,39 2,06 -30%
2009 0,0532 0,1103 0,0659 0,0935 0,0807 - 34%
2010 0,0529 0,1103 0,0619 0,0898 0,0787 -33%

Rioolrecht eigenaren 2005 107,49 124,35 83,98 157,67 118,37 - 9%


– vanaf 2008:
Rioolheffing geheten 2006 110,19 130,86 84,82 169,91 136,99 - 20%
2007 115,42 145,97 101,48 205,24 142,03 - 19%
2008 131,93 160,41 109,81 205,24 151,85 - 13%
2009 139,00 173,00 118,00 205,00 158,75 - 12%
2010 145,46 180,00 126,47 212,12 166,01 -12%

Afvalstoffenheffing – 2005 273,23 226,92 274,92 183,48 239,64 14%


bedrag van
Amsterdam bestaat 2006 282,31 232,82 277,56 225,36 254,51 11%
uit het gemiddelde 2007 289,57 237,73 304,80 254,76 271,71 7%
van de tarieven van
15 stadsdelen 2008 297,79 248,25 309,00 261,00 279,01 7%
2009 319,50 259,00 323,00 276,00 294,38 9%
2010 332,68 259,04 293,52 256,20 285,36 17%

3.6 Kwijtscheldingsbeleid
Bij het verlenen van kwijtschelding is de gemeente gebonden aan de door de rijksoverheid
vastgestelde regels. Wij passen die regels maximaal toe, dat wil zeggen dat wij de
kwijtscheldingsnorm hebben vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm. De
kwijtscheldingsnormen zijn afhankelijk van de leeftijd en gezinssamenstelling van de
aanvrager.

De kosten van de kwijtschelding komen voor een deel ten laste van de centrale stad en
worden voor een deel doorberekend in de tarieven van de stadsdelen via een zogenaamde
solidariteitsheffing. Deze bedraagt voor 2011 € 48,37 per huishouden.
Het is op dit moment onduidelijk of het wetsvoorstel waarin wordt voorgesteld om gemeenten
de bevoegdheid te geven om kwijtschelding te verlenen van privé-belastingen aan een
bepaalde groep ondernemers met een geringe betalingscapaciteit en geen vermogen door de
Tweede Kamer, vanwege de val van het kabinet, zal worden behandeld in 2010. De Dienst
Belastingen is in samenwerking met de Rijksbelastingdienst wel een onderzoek gestart naar
de financiële impact van deze verruimingsmogelijkheid op het jaarlijkse
kwijtscheldingsbudget.

Raadsdruk Begroting 2011 388


4. Verbonden partijen
4.1. Inleiding
De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in het beleid en de veranderingen inzake
rechtspersonen waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft. Het gaat
hierbij om privaatrechtelijke rechtspersonen (vennootschappen, stichtingen, verenigingen) en
om publiekrechtelijke rechtspersonen. De gemeente gaat de relatie met de verbonden
partijen aan vanuit een publiek belang. De invulling van het publieke belang komt in de
desbetreffende programma’s van de begroting aan de orde.

Deze paragraaf gaat allereerst in op de bestuurlijke relevante zaken met betrekking tot de
verbonden partijen. Daarna volgt informatie over de huidige verbonden partijen en over
trajecten waarbij gemeentelijke diensten (mogelijk) hergepositioneerd worden en daarbij na
herpositionering het karakter van verbonden partij hebben.

Meer informatie over de verbonden partijen van de gemeente is te vinden in de


jaarrekeningen van de afzonderlijke diensttakken en de website
‘www.deelnemingen.amsterdam.nl’.

4.2. Heroverweging gemeentelijke deelnemingen


Conform het gemeentelijke deelnemingenbeleid zijn in 2007 alle gemeentelijke deelnemingen
heroverwogen. Dit houdt in dat alle deelnemingen zijn beoordeeld op het behartigen van het
publieke belang, financiële risico’s en de corporate governance. De komende tijd wordt verder
uitvoering gegeven aan de besluiten die bij de heroverweging genomen zijn. In onderstaande
tabel is de huidige status van de deelnemingen opgenomen. De deelnemingen waarover is
besloten ze aan te houden zijn niet opgenomen in de tabel.

Stand van zaken heroverweging


Besluit heroverweging 2007 Stand van zaken
Amsterdam Science Park NV & Evalueren na herfinanciering Na herfinanciering is Amsterdam Science Park
CV (ASP) financieel stabiel. Met de andere
aandeelhouders wordt de strategische
positionering van ASP besproken. Verkoop van
aandelen door gemeente Amsterdam op
afzienbare termijn is daarbij niet aan de orde.
BV Exploitatiemaatschappij Carré Extern onderzoek (bespreken Extern onderzoek is afgerond. College en
voorjaar 2008) gemeenteraad hebben aanbevelingen in 2008
overgenomen; deze zijn in januari 2009 uitgevoerd.
NV NUON Afstoten (commerciële deel) Per 1 juli 2009 is 49% van de aandelen in NUON’s
wanneer mogelijk productie- en leveringsbedrijf (thans: NUON
Energy NV) verkocht aan Vattenfall ÄB. Tot en met
2015 worden de resterende aandelen in stapjes
verkocht.
Stadion Amsterdam Arena In onderhandeling over Er is een gebrek aan potentiële kopers van de
(gedeeltelijke) afstoten certificaten van de Arena, omdat de certificaten
geen opbrengsten opleveren. Daarom is het niet
aantrekkelijk om een gedeelte af te stoten.
NV Zeedijk Belang terugbrengen Het meer in evenwicht brengen van
aandeelhouderschap privaat – publiek (thans 20-
80) is onderwerp van bespreking, maar tot nu toe
lijkt er onvoldoende voordeel voor gemeente
danwel NV Zeedijk om tot uitvoering hiervan over
te gaan.
Amsterdam Rai BV Aanhouden (opnieuw Momenteel nog niet aan de orde.
bespreken rond 2011)
Amsterdamse Compagnie NV Evalueren (Kw. 3 2008) Geëvalueerd en besloten de deelneming aan te
houden.
Hallum Cruise BV Afstoten (na afstoten Zie Waterkant.
Waterkant)
AT5 Evalueren na vaststelling AT5 onderzoekt verschillende toekomstmodellen.
lokaal media beleid Aan de hand daarvan zal besloten worden hoe met
AT5 verder gegaan wordt.

Raadsdruk Begroting 2011 389


NV Maatschappij tot exploitatie Liquideren na verkoop Het pand van het Bellevue-theater kon niet
v/h Hotel en Café Hollandais onroerend goed (nieuwe De la verkocht worden. Over de toekomst van de NV
Mar en woon- & wordt uw Vergadering naar verwachting eind 2010/
winkelpanden) of nadat o.g. begin 2011 geïnformeerd.
elders in gemeente is onder
gebracht (Kleine Komedie)
Startgoed Amsterdam BV Evalueren (Kw. 3 2008) Geëvalueerd en besloten de deelneming aan te
houden in 2008. Echter, In 2009 bleek dat er geen
samenwerking meer mogelijk was tussen aandeel-
houders Lingotto en woningbouwvereniging Eigen
Haard. Bovendien bood het businessplan onvol-
doende waarborgen voor de continuïteit van de
onderneming. Daarom heeft ons College besloten
de deelname van de gemeente in Startgoed Am-
sterdam BV te willen beëindigen. Naar verwachting
zal uiterlijk in het voorjaar van 2011 duidelijkheid
zijn hoe dit vormgegeven kan worden.
Havengebouw Amsterdam Afstoten (onderzoek Onderzoek afgerond, verkoopprocedure vanwege
mogelijkheid) de economische malaise in de vastgoedsector
opgeschort. Procedure wordt weer hervat als de
marktomstandigheden weer gunstiger worden.
Westpoint Vof Afstoten (binnen 3 jaar) In liquidatie.
Hotel Vieux, de Oude Doelen BV Liquideren als pand is Geliquideerd.
overgedragen
Amsterdam Clipper Beheer BV Afstoten Het rondkijken naar een koper voor een derde
eigendom van een (verlieslatend) zeilschip, leidt
Clipper Stad Amsterdam Afstoten
vooralsnog niet tot concrete resultaten.
Waterkant BV en CV Afstoten (na 2010) In 2011 zal onderzoek gedaan worden naar
beëindiging of wijze van voorzetting van de
samenwerking met NS Stations in Waterkant.
Servicebedrijven Groot In liquidatie Er wordt gewacht met liquidatie, totdat er een
Amsterdam Holding NV schikking is getroffen met een van de voormalig
directeuren over zijn ontslagvergoeding.

4.3. Opbrengsten en lasten


Op twee posten na is er geen aanleiding gezien structurele of incidentele mutaties op te
nemen ten opzichte van de in de begroting 2010 en het FMP geraamde dividenden. Voor
Schiphol geldt dat het herstel van de luchtvaartsector sneller lijkt te gaan dan eerder
verwacht. Zodoende is een ophoging van de dividendverwachting van Schiphol voor 2011
van € 8,5 miljoen tot het reguliere niveau van € 12,0 miljoen gerechtvaardigd. De
dividendraming voor NV Het Havengebouw Amsterdam is € 150.000 naar beneden bijgesteld.
De NV heeft namelijk met leegstand te maken en met forse investeringen die in het gebouw
gedaan moeten worden. Deze ontwikkelingen drukken het resultaat.

In de actualisatie 2010 zijn verschillende afwijkingen te zien ten opzichte van de begroting:
Het dividend van Schiphol is uitgekomen op € 12,9 miljoen. Begroot was € 12,0 miljoen, maar
daar tegenover staat dat er in de begroting 2010 een voorziening van € 9,5 miljoen getroffen
is om het risico van een lagere dividenduitkering door Schiphol in 2010 af te dekken. Deze
voorziening is dus niet benodigd. Dit is verwerkt in de actualisatie 2010 en zal tot uitdrukking
komen in de rekening 2010.

De dividenden van Nuon Energy en Alliander (de twee ondernemingen na splitsing van NV
NUON) komen samen uit op € 14,1 miljoen. Dit is ongeveer één miljoen lager dan in de
begroting 2010 geraamd was voor NV NUON. De verkoop van Nuon Energy speelt hier
echter doorheen, begroting en actualisatie zijn op dit punt daardoor niet goed vergelijkbaar.

GVB keert jaarlijks 6% van het eigen vermogen als dividend uit. Vanwege het lagere
eigen vermogen van de GVB Holding NV is het dividend € 0,5 lager uitgevallen dan begroot.

De ontvangst van de RAI van € 0,5 miljoen betreft de uitgestelde dividendbetaling over het
jaar 2008. Over 2009 keert de RAI geen dividend uit, in 2010 zal het dus blijven bij deze
dividenduitkering.

Tot slot zijn de dividenden van Bank Nederlandse Gemeenten en NV Verzekeringsbedrijf


Groot Amsterdam € 0,7 miljoen respectievelijk € 0,5 miljoen hoger uitgevallen dan begroot.

Raadsdruk Begroting 2011 390


Ten opzichte van de begroting 2010 zijn de lasten van de deelnemingen afgenomen. Dit komt
door het afboeken van de boekwaarde van NV NUON bij de verkoop van Nuon Energy.

Rek
Bedragen x € 1 miljoen BG 2010 Act 2010 BG 2011 BG 2012 BG 2013 BG 2014
2009
Bank Nederlandse Gemeenten NV 0,9 0,8 1,5 0,8 0,8 0,8 0,8
GVB Holding NV 4,4 5,0 4,5 3,6 3,6 3,6 3,6
NV Het Havengebouw Amsterdam 0,5 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
NV Luchthaven Schiphol 13,8 12,0 12,9 12,0 12,0 12,0 12,0
NV NUON 32,1 15,0 nvt nvt nvt nvt nvt
NUON Energy nvt nvt 9,2 9,8 6,5 7,0 3,8
Alliander nvt nvt 4,9 6,0 6,0 6,0 6,0
NV Stadsherstel Amsterdam 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
NV Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam 3,4 3,1 3,6 3,1 3,1 3,1 3,1
RAI Holding BV 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
Voorziening dividenduitkering Schiphol nvt -9,5 0,0 nvt nvt nvt nvt
Totaal 55,4 27,6 37,7 36,4 33,0 33,6 30,4
Lasten 13,6 14,5 10,1 10,7 11,4 11,4 11,4
Saldo 41,8 13,1 27,6 22,1 21,6 22,2 19,0

4.4. Verbonden partijen en ontwikkelingen


In deze paragraaf wordt ingegaan op de verbonden partijen die geactiveerd zijn op de balans
van het concern. Nadere informatie over de andere verbonden partijen is te vinden in de be-
grotingen van de gemeentelijke diensten.

4.4.1. Belangrijkste verbonden partijen concern (financieel en/of vanwege belangrijke


ontwikkelingen)

GVB Holding NV
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het op een efficiënte en effectieve wijze (doen) voorzien in de behoefte aan
openbaar vervoer en overig personenvervoer
Wijze van behartiging 100% aandeelhouder
(Schatting) hoogte financiële € 78,83 miljoen (boekwaarde)
relatie in 2011 € 386,4 miljoen (lening waarmee de activa in GVB Activa BV en GVB Veren BV
gefinancierd worden, stand 1 januari 2010)
Te bereiken beleidsresultaten in Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam is voornemens om de OV-
2011 concessie onderhands te gunnen. Hiervoor is een overeenkomst gesloten tussen de
gemeente Amsterdam en de Stadsregio. Met de overeenkomst wordt een deel van
de bevoegdheid als aandeelhouder overgedragen aan de Stadsregio Amsterdam.
Tevens worden statutenwijzigingen doorgevoerd bij GVB Holding NV en GVB
Exploitatie BV, waarbij de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van GVB de
bevoegdheid krijgt om zaken als de begroting, het bedrijfsplan en belangrijke
besluiten van GVB goed te keuren. Daarmee verkrijgt de Stadsregio de
doorslaggevende zeggenschap, die nodig is om de concessie onderhands te
gunnen. 2011 zal voor GVB in het teken staan van de voorbereidingen en
implementatie van de nieuwe concessie-eisen.

GVB is met de gemeente (DIVV) in bespreking over de inbesteding van beheer en


onderhoud van de railinfrastructuur. GVB heeft een bieding ingediend, DIVV
beoordeelt of deze bieding als marktconform kan worden beschouwd en, bij een
positieve uitslag, tot onderhandse gunning overgegaan kan worden.

Zie verder bij “Publiek belang behartigd”.


Begroot dividend in 2011 € 3,6 miljoen
Boekjaar van meest recent 2009
vastgestelde jaarrekening

Raadsdruk Begroting 2011 391


Boekjaar van laatste bij KvK 2009
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s GVB is grotendeels afhankelijk van de concessie Amsterdam. Deze loopt af op 1
januari 2012. De concessie vanaf 2012 wordt onder marktconforme voorwaarden
onderhands gegund aan GVB. De bedrijfsresultaten en het dividend kunnen
hiermee onder druk komen te staan. Zie verder de nadere toelichting)
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Alliander
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Arnhem
Publiek belang behartigd Goede kwaliteit distributienetwerken voor gas en elektriciteit tegen een redelijke prijs

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap


(Schatting) hoogte financiële 9,2% aandeelhouder
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in De Energiekamer (EZ/NMa) reguleert Alliander, zodat Alliander gehouden is haar
2011 activiteiten uit te voeren conform hun regelgeving.

Begroot dividend in 2011 € 6 miljoen

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Via de regulering zijn de inkomsten van Alliander weinig risicovol.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Nuon Energy
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd N.v.t., wordt daarom verkocht

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap


(Schatting) hoogte financiële Per 1 juli 2009 4,6% aandeelhouder
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in n.v.t.
2011

Begroot dividend in 2011 € 9,8 miljoen

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 In 2011 wordt conform afspraak weer een plukje aandelen aan Vattenfall verkocht
(15% van het initiële belang).

Luchthaven Schiphol
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Schiphol
Publiek belang behartigd De luchthaven Schiphol is van groot strategisch belang voor de economische
ontwikkeling van de metropoolregio Amsterdam, niet alleen vanwege de directe en
indirecte werkgelegenheid die de luchthaven genereert (130.000 arbeidsplaatsen)
maar juist ook als belangrijke vestigingsfactor voor het nationale en internationale
bedrijfsleven.
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 20% aandeelhouder
relatie in 2011

Raadsdruk Begroting 2011 392


Te bereiken beleidsresultaten in Bestendigen hub-functie van de luchthaven
2011

Begroot dividend in 2011 € 12 miljoen


Boekjaar van meest recent 2009
vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Eventuele slechte (financiële) prestaties komen terug in een lager dividend, maar
waarschijnlijk nog meer in minder economische spin off.
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Cition BV
Rechtsvorm BV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Per 1 januari 2010 zijn, uit de dienst Stadstoezicht, de fiscale parkeeractiviteiten
verzelfstandigd en ondergebracht in Cition BV
Wijze van behartiging 100% van de aandelen
(Schatting) hoogte financiële Boekwaarde € 18.000. De gemeente heeft een lening verstrekt van
relatie in 2011 € 4,5 miljoen Verder is er een kredietfaciliteit van maximaal
€ 10 miljoen
Te bereiken beleidsresultaten in Inzetten op verlaging van ziekteverzuim en verhogen van klanttevredenheid
2011

Begroot dividend in 2011 € 5,2 miljoen. De dividenden worden verantwoord in de begroting van
Bestuursdienst.
Boekjaar van meest recent n.v.t.
vastgestelde jaarrekening
Boekjaar van laatste bij KvK n.v.t.
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

AT5 Holding BV
Rechtsvorm BV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het zorg dragen voor een onafhankelijke, kwalitatieve en lokale nieuwsvoorziening
ten behoeve van de Amsterdamse burgers
Wijze van behartiging De gemeente heeft 1 prioriteitsaandeel in AT5. De rest van de aandelen is in
handen van de Stichting Beheer AT5
(Schatting) hoogte financiële Boekwaarde € 100
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Het bieden van een goede lokale nieuwsvoorziening, terwijl de bedrijfsvoering op
2011 orde is.
Begroot dividend in 2011 €0

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s De gemeente verstrekt jaarlijks een subsidie van € 1,8 miljoen. En AT5 ontvangt
jaarlijks € 1,3 miljoen zogenaamde ‘voormalige kabelgelden’ tot 2013
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Het Havengebouw Amsterdam


Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Geen, het medeaandeelhouderschap in onroerend goed is geen publiek belang op
zich zelf
Wijze van behartiging 51% aandeelhouder. Recht op benoeming van één commissaris
(Schatting) hoogte financiële € 240.000 (boekwaarde)
relatie in 2011

Raadsdruk Begroting 2011 393


Te bereiken beleidsresultaten in Geen, zie “Publiek belang behartigd”
2011

Begroot dividend in 2011 € 150.000, dit is lager dan voorheen. Dit komt met name omdat de NV te maken
heeft (gehad) met leegstand en met investeringen in het gebouw die gedaan
moeten worden. Deze ontwikkelingen drukken het resultaat.
Boekjaar van meest recent 2008, (in september 2010 wordt naar verwachting de jaarrekening 2009
vastgestelde jaarrekening vastgesteld)

Boekjaar van laatste bij KvK 2008


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Er is een beperkte kans op ingrijpende gevolgen. De leegstand is sterk afgenomen
doordat in 2010 Cordaan een aantal verdiepingen heeft betrokken. Wel blijft het
risico op leegstand in het Havengebouw groter dan enkele jaren geleden, vanwege
de recessie.
Verwachte wijzigingen in 2011 De procedure voor de verkoop van het gemeentelijke aandelenpakket is vanwege
de economische malaise in de vastgoedsector opgeschort. De procedure wordt
weer hervat als de marktomstandigheden weer gunstiger worden.

Rai Holding BV
Rechtsvorm BV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het creëren van economische bedrijvigheid als spin-off van de georganiseerde
beurzen en evenementen in het complex
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 25% van de aandelen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”
2011

Begroot dividend in 2011 € 500.000

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening
Boekjaar van laatste bij KvK 2009
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te
behalen doelstellingen in gevaar komen
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

4.4.2.Overige verbonden partijen concern

NV Zeedijk
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd De NV behartigt twee publiek belangen. Sinds de oprichting streeft de NV succesvol
naar het vergroten van de leefbaarheid en van (bonafide) economische activiteiten
op de Zeedijk. Daarnaast werkt de NV sinds enkele jaren samen met de gemeente
aan het onttrekken van panden uit het criminele circuit.

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap


(Schatting) hoogte financiële 80% aandeelhouder en € 11,9 miljoen aan leningen. De gemeente is in overleg met
relatie in 2011 de NV Zeedijk over een over de jaren heen opgelopen schuld van de NV aan de
gemeente als gevolg van niet uitgekeerd preferent dividend. Met de onderneming
wordt overlegd hoe die schuld afgelost kan worden.

Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”


2011

Begroot dividend in 2011 €0

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te
behalen doelstellingen in gevaar komen

Raadsdruk Begroting 2011 394


Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Beurs van Berlage


Rechtsvorm BV en CV (voor exploitatiemaatschappij)
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd De in 2008 gestarte samenwerking van de gemeente met drie private partijen heeft
als doelstelling om het rijksmonument Beurs van Berlage een (hernieuwde) invulling
te geven, waarbij het draait om de kernbegrippen "maatschappelijk", "creatief" en
"cultureel". Bovendien speelt de Beurs van Berlage een centrale rol in het 1012-
project (opwaardering A'dam-centrum & De Wallen) en het Rode Loper-project
(opwaardering Damrak-Rokin-Vijzelstraat).
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 25% van de aandelen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in De Beurs probeert via verhuringen en organisatie van evenementen zo veel
2011 mogelijk invulling te geven aan de doelstelling. Jaarverslag 2009 is nog niet klaar.

Begroot dividend in 2011 €0

Boekjaar van meest recent 2008 (in september 2010 wordt ijs en weder dienende de jaarrekening 2009
vastgestelde jaarrekening vastgesteld)
Boekjaar van laatste bij KvK 2008
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te
behalen doelstellingen in gevaar komen
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Stadsherstel Amsterdam
Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Stadsherstel verwerft, restaureert, onderhoudt en beheert voor het stadsbeeld
karakteristieke panden
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 13% van de aandelen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”
2011

Begroot dividend in 2011 € 400.000


Boekjaar van meest recent 2009
vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Naast de crises in de vastgoedmarkt, zijn de vele veranderingen in regelgeving,
zoals in de berekening van huurprijzen, vervallen van vrijstelling van
overdrachtbelasting of wijziging in de woningwet, een risico. Hierdoor kunnen de
doelstellingen en het dividend van Stadsherstel in gevaar komen.
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Exploitatiemaatschappij Carré
Rechtsvorm BV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het publiek belang is het bieden van afwisselende en toegankelijke programmering
in dit monumentale pand
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 100% aandeelhouders en leningverstrekker voor € 10 miljoen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”
2011

Begroot dividend in 2011 €0

Raadsdruk Begroting 2011 395


Boekjaar van meest recent 2009
vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te
behalen doelstellingen in gevaar komen
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Maatschappij tot Exploitatie v/h Hotel en Café “Hollandais”


Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het beheer van de cultuurpanden Bellevue en Kleine Komedie
Wijze van behartiging 100% aandeelhouder. Ambtenaar van OGA voert directie
(Schatting) hoogte financiële € 1,2 miljoen (boekwaarde)
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Het pand van het Bellevue-theater kon niet verkocht worden. Over de toekomst van
2011 de NV wordt uw Vergadering naar verwachting eind 2010/ begin 2011 geïnformeerd.

Begroot dividend in 2011 €0


Boekjaar van meest recent 2008 (in het najaar 2010 wordt naar verwachting de jaarrekening 2009 vastgesteld)
vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2008


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Beperkte financiële risico’s. Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte
prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen
Verwachte wijzigingen in 2011 Zie “Te bereiken beleidsresultaten in 2011”

NV Bank Nederlandse Gemeenten


Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Den Haag
Publiek belang behartigd BNG treedt op de geld- en kapitaalmarkt op als centrale inkooporganisatie voor de
lagere overheden
Wijze van behartiging 1,1% van de aandelen
(Schatting) hoogte financiële Boekwaarde € 1,4 miljoen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”
2011

Begroot dividend in 2011 € 0,8 miljoen

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening

Boekjaar van laatste bij KvK 2009


gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s Hoge waarde van het financiële belang, maar weinig zeggenschap vanwege het
lage aandelenbelang
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV VGA
Rechtsvorm NV, onderdelen vallen onder de dienst VGA
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Gemeentelijk concernbrede inkoopvoorziening voor verzekeringen
Tussenpersoon bij verzekeringen voor ambtenaren
Wijze van behartiging 100% van de aandelen
(Schatting) hoogte financiële Algemene reserve (EV) is € 10 miljoen + € 113.000 gestort kapitaal
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in Zie “Publiek belang behartigd”
2011

Raadsdruk Begroting 2011 396


Begroot dividend in 2011 € 3,1 miljoen

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening
Boekjaar van laatste bij KvK 2009
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s VGA is afhankelijk van diensten die zich verzekeren. Bij uitplaatsing van diensten
vervalt de ‘plicht’ zich bij VGA te verzekeren, hetgeen de omzet en dekking kan
beïnvloeden
Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Holding Servicebedrijven Groot Amsterdam (SGA)


Rechtsvorm NV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd Het schoonmaken van gebouwen in gebruik bij de gemeente Amsterdam
Wijze van behartiging 100% van de aandelen
(Schatting) hoogte financiële Boekwaarde € 2,4 miljoen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in SGA is in liquidatie
2011

Begroot dividend in 2011 0

Boekjaar van meest recent 2009


vastgestelde jaarrekening
Boekjaar van laatste bij KvK 2009
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s SGA is in liquidatie

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Fabchannel Holding
Rechtsvorm BV
Vestigingsplaats Amsterdam
Publiek belang behartigd n.v.t. In 2009 heeft de vennootschap de activiteiten gestaakt en leidt zij een slapend
bestaan, opdat de aandelen wellicht in de toekomst waarde kunnen krijgen vanwege
concertregistraties die de BV in eigendom heeft.
Wijze van behartiging Aandeelhouderschap
(Schatting) hoogte financiële 8% van de aandelen
relatie in 2011
Te bereiken beleidsresultaten in n.v.t.
2011

Begroot dividend in 2011 0


Boekjaar van meest recent 2008 (in September 2010 volgt 2009)
vastgestelde jaarrekening
Boekjaar van laatste bij KvK 2008
gedeponeerde jaarrekening
Gemeentelijke risico’s n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

4.5. Positioneringsprojecten

4.5.1. Voorgenomen privatisering van Cition BV


Het voorgenomen besluit tot aanbesteding in 2011 van de contracten voor parkeerhandha-
ving en het overgaan van Cition BV naar de winnaar van die aanbesteding, zal in december
2010 voorgelegd worden aan uw Vergadering. Op basis van de door uw Vergadering naar
voren gebrachte wensen en bedenkingen zal ons College vervolgens een besluit nemen.

4.5.2.Positionering Haven Amsterdam


Op 28 oktober 2009 heeft uw Vergadering kennis genomen van de uitkomsten van de
denkfase en ingestemd met de start van de onderzoeksfase gericht op finale besluitvorming

Raadsdruk Begroting 2011 397


over de positionering van Haven Amsterdam. Bij dit onderzoek zijn de voor- en nadelen van
een eventuele verzelfstandiging onderzocht en is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en
de haalbaarheid van verzelfstandiging in een overheids NV. De uitkomsten zullen in het
eerste kwartaal van 2011 aan uw Vergadering worden gepresenteerd.

4.5.3.Positionering Stadsbank van Lening


In 2010 is onderzoek gestart naar de positionering van de Stadsbank van Lening (SBL).
Daarbij wordt gekeken naar de toegevoegde waarde van SBL voor het armoedebeleid van de
gemeente. Anderzijds wordt afgewogen of de vernieuwing van de Pandhuiswet (verwacht
wordt dat deze in 2012 ingaat) consequenties heeft voor positionering (intern of extern). In de
tweede helft van 2010 neemt ons College een principebesluit (denkfase), dat vervolgens
wordt voorgelegd aan uw Vergadering.

4.5.4.Positionering VGA Verzekeringen


In 2010 is onderzoek gestart naar de positionering van VGA Verzekeringen (VGA). Daarbij
wordt bekeken of VGA aansluiting kan vinden bij een andere dienst of dat schaalvergroting
mogelijk is door een bredere markt dan alleen de gemeente Amsterdam te bedienen.

4.5.5.Fusie Binnenwaterbeheer Amsterdam met Waternet


Op 7 juli 2010 heeft uw Vergadering ingestemd met het per 1 januari 2011 onderbrengen van
de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam (BBA) in de stichting Waternet (dit is de afronding
van de onderzoeksfase) en met het starten van de uitvoeringsfase. Het gaat hier formeel om
een uitplaatsing, waarbij de statuten en samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente
en de stichting Waternet worden uitgebreid met de taken van BBA. Met de fusie wordt op
termijn, vanaf 2013 een structurele besparing voortkomend uit synergievoordelen voorzien,
die geschat wordt op ca. € 1 miljoen per jaar. In de 2e helft van 2010 worden het
ontwerpbesluit en het definitief besluit voorgelegd aan ons College en aan Gedeputeerde
Staten van de provincie.

4.5.6.Nieuwe Wet Ambulancezorg


Per veiligheidsregio komt per 1 januari 2011 één Regionale Ambulancevoorziening die zorg
draagt voor het in stand houden van de meldkamer en het daadwerkelijk verlenen of doen
verlenen van ambulancezorg en daarmee ook één vergunninghouder annex budgethouder.
Het is op dit moment nog niet bekend hoe de situatie er in 2010 precies uit zal zien. Het
ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) wil in het eerste kwartaal de
vergunningen voor het ambulancevervoer toekennen. VWS geeft daarbij voorrang aan
zittende partijen (voor de regio Amsterdam dus de GGD en VZA), die dan wel verplicht
moeten samenwerken. Er komt immers maar één vergunning. De gevolgen voor de
postionering van de ambulancezorg van de GGD worden in dit kader onderzocht.

4.6. Stadsdelen
De stadsdelen worden beschouwd als verbonden partijen van de centrale stad. De
stadsdelen zijn zelfstandig bevoegd tot het behartigen van de publieke belangen door middel
van verbonden partijen. Deze verbonden partijen worden begroot en verantwoord in de
stadsdeelbegrotingen en zijn niet opgenomen in de gemeentelijke begroting.

In het kader van de verbetering van het bestuurlijk stelsel is het aantal stadsdelen per 1 mei
2010 teruggebracht naar zeven.

4.7. Gemeenschappelijke regelingen


Naast de privaatrechtelijke rechtspersonen kent de gemeente gemeenschappelijke
regelingen. Belangrijke gemeenschappelijke regelingen zijn: Stadsregio Amsterdam, de
recreatieschappen en Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. In 2011 worden geen
ingrijpende wijzigingen voorzien in de verhoudingen.

Raadsdruk Begroting 2011 398


5. Onderhoud van kapitaalgoederen

5.1 Inleiding
Deze paragraaf geeft uw Vergadering inzicht in de onderhoudssituatie van de
kapitaalgoederen die in bezit zijn van de gemeente Amsterdam.

De Begroting 2011 geeft ten opzichte van de Begroting 2010 voor het onderhoud van
kapitaalgoederen een daling van € 99,9 (36%) te zien. Deze daling is vrijwel in haar geheel
toe te schrijven aan de categorie Infrastructuur metro/tram en in het bijzonder aan het feit dat
er voor de Renovatie Oostlijn maar een beperkt bedrag begroot is. Dit sluit aan bij de
ontwikkelingen over de afgelopen periode; in de Jaarrekening 2009 werd € 47,2 miljoen
minder uitgegeven dan begroot, naar aanleiding van de opdracht van uw Vergadering aan
ons College onderzoek te verrichten naar een hoger ambititieniveau, waardoor de
werkzaamheden aan de ondergrondse stations zijn verschoven naar latere jaren. Verder zijn
er ten opzichte van de Begroting 2010 alleen voor Gebouwen en Installaties, machines en
apparaten significante verschillen te melden. Voor Gebouwen daalde het begrote bedrag met
€ 2,1 miljoen (12%), een daling waarvoor geen specifieke oorzaak is aan te wijzen; voor
Installaties, machines en apparaten stijgt het begrote bedrag met € 8,2 miljoen (29%), wat
voornamelijk (€ 6,2 miljoen) voor rekening komt van de parkeerautomaten waarvan het
onderhoud is overgegaan van Dienst Stadstoezicht naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en
Vervoer en de apparatuur onder beheer bij de nieuw opgerichte Dienst ICT (€ 3,1 miljoen).

Onderhoudslasten (bedragen x € 1 miljoen)


Categorie Rekening Begroting Begroting
2009 2010 2011
Wegen 8,2 10,9 10,8
Bruggen 6,2 6,7 6,4
Sluizen en oevers 1,6 1,8 1,8
Tunnels 3,0 5,3 3,1
Kades/steigers 0,4 0,4 0,4
Riolering 37,6 36,1 36,0
Water 6,8 6,8 6,9
Groen 1,2 0,7 0,7
Gebouwen 14,2 18,1 16,0
Materieel 0,3 0,4 0,3
Openbare verlichting 6,0 11,1 10,4
Verkeersregelinstallaties 24,7 6,4 6,6
Infrastructuur metro/tram 86,5 143,2 40,2
Installaties, machines en apparaten 32,8 28,6 36,8

Totaal 229,5 276,4 176,5

5.2 Beheren op Niveau – de visie op het beheer van de stedelijke infrastructuur


De verdeling van de verantwoordelijkheden rond het beheer van de infrastructuur in
Amsterdam zijn vastgelegd in de Nota Stedelijke Infrastructuur. In deze nota wordt
aangegeven voor welke infrastructuur de stadsdelen en voor welke infrastructuur de centrale
stad verantwoordelijk is. Voor het beheer van de stedelijke infrastructuur is de Nota BON
(Beheren op Niveau), vastgesteld door uw Vergadering in november 2008. Daarin worden –
vanuit het perspectief van de gebruiker – een viertal kwaliteitsniveaus ontwikkeld: minimum,
sober, verzorgd en top. In de nota wordt per kwaliteitsniveau de mate van veiligheid,
bereikbaarheid en leefbaarheid beschreven die de stad van het betreffende niveau mag
verwachten. Deze kwaliteitsbeelden hebben een integraal karakter, terwijl de relatie tussen
investeringen, activiteiten en kwaliteitsniveaus zo veel mogelijk is geëxpliciteerd. Daardoor
biedt de nota het bestuur een helder overzicht van de keuzemogelijkheden en de (financiële)

Raadsdruk Begroting 2011 399


consequenties die daaraan verbonden zijn. De vier beheerniveaus die in Beheren op Niveau
zijn uitgewerkt worden in de tabel samengevat naar hun effecten.

Minimum Sober Verzorgd Top


Bereikbaarheid − Omrijden door − Soms omrijden − Nauwelijks omrijden − Zelden omrijden
incidenten − Beperkte afstemming − Goede afstemming − Zelden
− Veel stremmingen − Doorstroming wordt op peil − Doorstroming verbetert, stremmingen door
door storingen gehouden met name op de storingen
− Geen afstemming belangrijkste − Doorstroming
− Doorstroming neemt verkeersaders verbetert op gehele
af hoofdnetten
Veiligheid − Veiligheid − Verkeersveiligheid blijft − Verkeersveiligheid − Verkeersveiligheid
gewaarborgd constant neemt toe, neemt fors toe,
− Verkeersveiligheid − Enige kans op − Nauwelijks kans op − Minimale kans op
neemt af aansprakelijkheidsstelling aansprakelijkheidsstellin aansprakelijkheidss
− Reële kans op g telling
aansprakelijkheids
stelling
Leefbaarheid − Overlast geluid en − Soms overlast geluid/lucht − Overlast geluid/lucht − Geen overlast
lucht − Aanzien op sober niveau neemt af geluid/lucht door
− Slecht beheer is − Veel klad en plak, alleen − Toegankelijkheid OV slechte
zichtbaar aanstootgevende teksten snel verbetert staat/doorstroming
− Veel ‘klad en plak’ verwijderd − Monumentale bruggen − Toegankelijkheid
− Geen stadsilluminatie − Veel standaardmateriaal, en sluizen zien er mooi OV verbetert fors
− Monumentale bruggen en uit. − Snelle aanpak klad
sluizen zien er niet mooi uit. − Materiaal passend in en plak overal
omgeving − Stadsilluminatie
breidt uit, ook naar
grootstedelijke
evenementen

Op dit moment wordt nog gewerkt aan niveau verzorgd, maar door de slechte financiële
situatie zal nu worden voorgesteld een stapje terug te doen naar het niveau sober. Mocht
hiervoor inderdaad worden gekozen dan zal dat gevolgen hebben voor de uitstraling van de
stad, de bereikbaarheid, de veiligheid en de leefbaarheid. De stad zal dan sober en doelmatig
onderhouden worden, dat wil zeggen, wordt aan inspectie gedaan en in het beheer vindt een
verschuiving plaats van geprogrammeerd onderhoud naar ad-hoc onderhoud. De uitval van
verkeerssystemen, verlichting, verkeerslichten, et cetera wordt beheerst maar is vergeleken
met het huidige niveau nog altijd vrij hoog. De bedrijfstijden van bijvoorbeeld openbare
verlichting en verkeerslichten worden korter. De ambitie reikt niet verder dan het op peil
houden van het bestaande op het gebied van doorstroming. Er wordt beperkt aan
verkeersmanagement gedaan, met name gericht hoofdverbindingen. Er is geen begeleiding
van evenementen en er worden geen extra maatregelen genomen voor omleidingroutes bij
wegopenbrekingen. Verbetering van de doorstroming wordt bereikt door de
verkeersregelinstallaties in bepaalde gebieden op elkaar af te stemmen en groene golven te
creëren.

Esthetische overwegingen spelen een bescheiden rol. Zo zullen aanstootgevende teksten bij
graffiti snel worden verwijderd, de rest blijft langer staan. Monumentale objecten worden
functioneel onderhouden maar krijgen geen extra aandacht waardoor ze op het oog
verslonzen.

5.2.1 Totaal beeld infrastructuur


In het algemeen mag gezegd worden dat de infrastructuur in Amsterdam in redelijke staat
verkeert. De meeste arealen bevinden zich inderdaad op het niveau verzorgd of er zijn
maatregelen genomen waardoor dit niveau zal worden gerealiseerd. Alleen bij de bruggen, de
sluizen en in mindere mate bij de oevers wordt het niveau verzorgd nog niet helemaal bereikt.
Vanuit het oogpunt van een aantrekkelijke stad is heeft ons College de ambitie de
monumentale en gezichtsbepalende bruggen en sluizen extra mooi te onderhouden. De
budgetten zijn hiervoor echter niet beschikbaar, het gevaar dreigt dus dat de uitstraling van
deze objecten zal verminderen. Maar als gekozen wordt voor kwaliteitsniveau sober dan zal
dat, zoals gezegd, uiteraard gevolgen hebben voor de uitstraling, de bereikbaarheid, de
veiligheid en de leefbaarheid van de stad.

Raadsdruk Begroting 2011 400


5.3 Wegen
Een belangrijke graadmeter voor de technische staat van de wegen van het hoofdnet auto, is
het percentage slechte wegen. Dit percentage is vanaf 2000 gedaald van 38% naar 15% in
2009. Hoewel dit een goed resultaat is, komt dit percentage nog niet overeen met het niveau
verzorgd, waarbij een percentage van 13% aan wegen met een onvoldoende technische
staat wordt geaccepteerd. Momenteel wordt gewerkt aan een Meerjaren Onderhoudsplan
Wegen 2010-2014. In deze rapportage wordt inzichtelijk gemaakt welke financiële middelen
noodzakelijk zijn om de huidige onderhoudsachterstand in te lopen. Deze rapportage zal in de
tweede helft van 2010 aan ons College worden voorgelegd.

Bij de Begroting 2007 is een ontwikkeling ingezet naar een meer rompmatige financiering van
het beheer aan de wegen van het hoofdnet Auto waardoor het jaarlijkse Programma Groot
Onderhoud kan worden uitgebreid en er minder vervangingsonderhoud noodzakelijk is. Het
groot onderhoud betreft de vervanging van de toplaag en veelal ook delen van de onderlagen
en ondergrond. In een enkel geval wordt bij Groot Onderhoud een geringe wijziging in het
profiel doorgevoerd. Het programma Groot Onderhoud wordt samengesteld op basis van de
resultaten van een visuele inspectie van het hoofdnet Auto die één keer in de twee jaar wordt
gehouden. De laatste visuele inspectie heeft in 2009 plaatsgevonden. Aan de hand van nader
wegbouwkundig onderzoek wordt bepaald welke maatregel (deklaagvervanging en/of
vervanging van de onderlaag en/of ondergrond) toegepast dient te worden. Groot Onderhoud
is de minst ingrijpende wijze van onderhoud in tegenstelling tot vervanging- of
reconstructieprojecten, waarbij de gehele weg van gevel tot gevel wordt aangepakt. De
uitvoering van het Groot Onderhoudsprogramma 2010 verloopt volgens planning.

Het niveau van het huidige net zit tussen sober en verzorgd. De jaarlijkse structurele
verhoging van het Groot Onderhoudsprogramma wordt aangewend om de technische staat
op termijn naar verzorgd te krijgen, tenzij wordt besloten de ambitie terug te brengen tot het
niveau sober. Naast de technische staat gaat het ook om verkeersveiligheid en doorstroming.
Ook daar is en wordt nog steeds fors ingezet met separate programma’s voor de aanpak van
black-spots en ten behoeve van het treffen van maatregelen die de doorstroming op de
diverse hoofdnetten ten goede komen. De stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het dagelijks
beheer. De activiteiten van de stadsdelen hebben dus invloed op de optimalisering van de
centraal stedelijke activiteiten, zodat het van belang is te monitoren of de stadsdelen
adequaat beheer plegen.

5.4 Bruggen
Het areaal bestaat uit:
 37 beweegbare bruggen
 212 vaste bruggen en viaducten
 zes speciale vaste bruggen (zoals de Heermabrug en de Nesciobrug naar IJburg)
 negen viaductdelen van spoorviaducten

Het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud van bruggen is conform de Nota BON
verzorgd. De monumentale en gezichtsbepalende bruggen krijgen daarbij extra aandacht en
zijn schoon en heel. Binnen het totale areaal hebben zevenendertig bruggen een
monumentaal karakter of bevinden zich in een beschermd stadsgezicht. De middelen voor
dagelijks beheer zijn voldoende om vanuit beheertechnisch oogpunt optimaal te kunnen
beheren maar schieten tekort om de extra aandacht te kunnen geven aan het ‘monumentale
en bijzondere karakter’. Daardoor zal de gemiddelde staat van onderhoud het niveau
verzorgd niet halen met als gevolg dat de uitstraling van deze objecten zal verminderen.

5.5 Sluizen en oevers


5.5.1 Sluizen
Het areaal bestaat uit zesendertig sluizen en waterkeringen. Daarvan zijn er zeventien
monumentaal en gelegen in een beschermd stadsgezicht; veertien sluisconstructies zijn
onderdeel van primaire waterkeringen en vallen onder de Wet op waterkeringen. De
levenscyclus is honderd jaar voor de civieltechnische constructie en vijftig jaar voor de
deuren. Ook het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud van oevers en waterkeringen is
verzorgd. En ook hier geldt dat de middelen voor dagelijks beheer voldoende zijn om

Raadsdruk Begroting 2011 401


beheertechnisch optimaal te kunnen beheren maar tekort schieten voor extra aandacht voor
de monumentale sluizen, met als risico dat de uitstraling van deze objecten zal verminderen
en gemiddelde staat van onderhoud zal terugvallen naar sober.

5.5.2 Oevers
Het areaal bestaat uit 42 kilometer oevervoorziening en 250 objecten als paal- en
remmingswerken.
De toestand van het algemene beheerniveau van de oevers en de scheepvaartvoorzieningen
is verzorgd. Dat wil zeggen dat dit areaal veilig gehouden wordt, meer is niet nodig, want het
telt immers geen monumenten. Vervanging vindt alleen plaats als funderingen onherstelbaar
zijn aangetast en het duidelijk is dat de oever of de kade verzakt of dat er instorting dreigt.

In de Nota Stedelijke Infrastructuur 2006 is de verdeling van verantwoordelijkheden tussen


centrale stad en stadsdelen aangaande het groot onderhoud en de vervanging van kades en
oevers in hoofdzaak vastgelegd, maar is op onderdelen een vervolgonderzoek uitgevoerd. Op
basis van dit onderzoek zijn voorstellen geformuleerd voor verduidelijking van de verdeling
van verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud van kades en oevers langs
hoofdvaarwegen en secundaire vaarwegen. Deze voorstellen zullen in de update van de Nota
Stedelijke Infrastructuur worden opgenomen.

5.6 Tunnels
De tunnels in beheer en onderhoud zijn de volgende: IJ-tunnel (1.130 meter), Piet Heintunnel
(1.500 meter) en Arenatunnel (180 meter). De totale lengte is 2,8 kilometer, ruimte biedend
aan 11,2 kilometer rijstrook en vijf kilometer spoorlijn. De levensduur van de tunnels varieert
per onderdeel, van honderd jaar voor de civieltechnische constructie tot tien jaar voor de
geautomatiseerde systemen.

Het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud aan de autotunnels bevindt zich tussen
minimum en sober. Dat verklaart de toename van het aantal storingen per jaar en het niet
voldoen van de tunnels aan de nieuwe strengere eisen voor tunnelveiligheid, voortkomend uit
de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (WARVW). Met ingang van het
begrotingsjaar 2009 zijn extra financiële middelen toegekend voor het onderhoud van de
tunnels mede hierdoor zal op termijn het niveau verzorgd worden bereikt. De komende jaren
zal flink geïnvesteerd worden in de renovatie van installaties en verdere ingrijpende
maatregelen om alle tunnels te in overeenstemming te brengen met de voorschriften van de
veiligheidswet. Deze werkzaamheden, gebundeld in het project RAW (Renovatie
Amsterdamse Wegtunnels), zijn in de zomer van 2009 begonnen en lopen door tot 2014.

5.7 Kades/Steigers
5.7.1 Kades
De staat van onderhoud van de kades is redelijk tot goed te noemen. In verband met een
waarneembare afname van kwaliteit van een aantal stalen damwandconstructies zal de
controle op kwaliteit van de kades worden verscherpt en de frequentie van de controle
verhoogd. De begrotingspost voor kademuren is toereikend. Voor deze post is een grote
reservering aanwezig, die vaker zal worden aangesproken.

5.7.2 Steigers
De onderhoudssituatie van de steigers is goed. Bijna alle houten steigers zijn vervangen door
stalen exemplaren van grotere afmetingen. Wel ontstaat er in toenemende mate schade aan
de steigers aan de De Ruyterkade. Groot onderhoud zal in 2010 worden uitgevoerd en ten
laste van de voorzieningen gebracht. Nieuwe steigers bij ADM en in de Houthavens worden
aangelegd en zullen na overdracht in de onderhoudsbegroting worden opgenomen.

Lichterinstallatie IJ-palen
Grote schepen die niet door de sluizen kunnen vanwege teveel diepgang worden gelichterd.
Een beperkt deel van de lading wordt dan overgeheveld op kleinere schepen, zodat het
zeeschip alsnog door de sluizen kan. Sinds een aantal jaren dalen de onderhoudskosten aan
de lichterinstallatie IJ-palen in IJmuiden en de geschatte posten voor onderhoud zijn dan ook
met ingang van 2009 verlaagd. Vernieuwing van palen is niet direct aan de orde is, en ook
gezien de te verwachten ontwikkelingen rond het lichteren (Tweede Zeesluis), wordt de

Raadsdruk Begroting 2011 402


opbouw van de reserve voor dit object voorlopig bevroren. Indachtig het grote schaderisico
dat dit object loopt, blijft de risicoreservering voor dit object wel gehandhaafd.

5.8 Rioleringen
Binnen de categorie rioleringen wordt onderscheid gemaakt tussen het beleidskader
rioolstelsel en het beleidskader rioolgemaal.

5.8.1 Beleidskader rioolstelsel


Het onderhoud van het rioolstelsel bestaat uit:
 reinigen: rioolreiniging heeft tot doel de afvoer- en bergingscapaciteit van het vuilwater-
en regenwaterriool te handhaven, inspectie mogelijk te maken, aantasting tegen te gaan
en de vuiluitworp op het oppervlaktewater en wateroverlast te beperken. Het beleid is
preventief te reinigen om calamiteiten te voorkomen
 inspecteren: de inspectie van de riolering is gericht op het in kaart brengen van de
constructieve toestand van het rioolstelsel en het functioneren van het openbare riool. Het
beleid is preventief te inspecteren om calamiteiten te voorkomen
 renovatiewerkzaamheden: gericht op het in stand houden van de functionaliteit van het
openbare rioolstelsel. Door het repareren en vervangen van riolen worden calamiteiten en
overlast voorkomen. Incidenteel worden onderheide riolen die constructief nog in goede
staat zijn inwendig bekleed met een relining. Deze methode van renoveren wordt bij
onderheide riolen toegepast wanneer lekkages geconstateerd worden waarbij grondwater
instroomt. Bijkomende voordeel is dat de rijweg beperkt wordt opgebroken en daardoor
overlast voor de burgers zo veel mogelijk wordt voorkomen. Het beleid is er op gericht om
– voor zover mogelijk – de renovatiewerkzaamheden gezamenlijk met andere
Amsterdamse diensten/bedrijven uit te voeren om zodoende kosten te besparen en
overlast te beperken
 calamitieus functieherstel: gericht op het onder alle omstandigheden in stand houden van
de functie van het riool, de kolken, de vuil- en regenwaterputten alsmede de kolken met
aansluitingen

5.8.2 Beleidskader rioolgemalen


Het onderhoud van de rioolgemalen vindt plaats op basis van:
 preventief onderhoud op basis van risico afweging en correctief onderhoud op basis van
storingen. Om de kwaliteit van het transport van het afvalwater en de prestatie van de
gemalen goed te kunnen meten wordt in 2011 voor een Onderhoud Management
Systeem gekozen dat in 2012 wordt ingevoerd
 een beleid waarin gestreefd wordt naar een kostenbewuste balans tussen preventief
onderhoud en correctief onderhoud of calamiteus functieherstel

5.9 Water
5.9.1 Beleidskader drinkwatertaak
De sector Drinkwater van Waternet voert in opdracht van de gemeente Amsterdam de
operationele drinkwatertaken uit. Deze sector continueert het beleid voor onderhoud,
optimalisering en vergaande automatisering van de zuiveringsinstallatie en bouwt het verder
uit.

Het onderhoud van de kapitaalgoederen kent twee componenten: onderhoud aan het
leidingnet en aan de drinkwaterzuiveringsinstallaties.

Leidingnet
De onderhoudstoestand van het leidingnet kan als goed bestempeld worden. Uitval van
installaties en klachten van klanten beperken zich tot een minimum, hetgeen zichtbaar wordt
in een lage OLM ongepland (ongeplande ondermaatse leveringsminuten). De binnenzijde van
het leidingnet wordt toestandsafhankelijk schoongehouden en de vanaf de straat zichtbare en
bedienbare objecten van het leidingnet worden risicoafhankelijk gecontroleerd. Door middel
van assetmanagement vindt gericht onderhoud en vervanging plaats. Hierbij worden
leveringszekerheid, waterkwaliteit en kosten meegenomen in de beslissingen.

Raadsdruk Begroting 2011 403


Drinkwaterzuiveringsinstallaties
Voor de zuiveringsinstallaties voert Waternet een onderhoudsbeleid op basis van
risicoanalyse. De criteria daarvoor zijn leveringszekerheid, veiligheid, milieu, kwaliteit, imago
en (financiële) schade. Het Onderhoud Management Systeem (OMS) wordt permanent
geactualiseerd, waardoor stijlanalyses steeds beter uitgevoerd kunnen worden..

5.10 Groen
De gemeente Amsterdam beheert in het Amsterdamse Bos ongeveer duizend hectare groen
– met daarin wegen en paden, water, bruggen, oevers, gebouwen en materieel. Het was
onderdeel van de Dienst Advies en Beheer (DAB). Bij de opsplitsing van DAB, in april 2008,
werd het Amsterdamse Bos toegewezen aan de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
(DMO).

De doelstelling voor het Amsterdamse Bos is dat het wordt gebruikt en gewaardeerd door
Amsterdammers. Het onderhoud richt zich op een schoon, heel en veilig Amsterdamse Bos,
met behoud van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteit.

5.11 Gebouwen
5.11.1 Stopera
De Dienst Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) draagt de verantwoordelijkheid
voor het Stadhuis en de ambtswoning. De staat van onderhoud van het Stadhuis wordt
gemeten conform de NEN-methodiek, volgens de volgende schaal van condities van het te
onderhouden en beheren object:

(1) uitstekend: nieuwbouwkwaliteit en/of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit


(2) goed: nieuwbouwkwaliteit met de eerste tekenen van feitelijke veroudering
(3) redelijk: het verouderingsproces is over de hele linie duidelijk op gang gekomen
(4) matig: het verouderingsproces heeft het gebouw (of elementen daarvan) duidelijk in
de greep
(5) slecht: het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden c.q. heeft
het gebouw (of elementen daarvan) zeer duidelijk in de greep
(6) zeer slecht: een zodanig slechte toestand dat dit niet meer te classificeren is onder
conditie 5

De onderhoudssituatie van het stadhuis en de ambtswoning is op hoofdlijnen op niveau 3 –


en dat is ook het gewenste niveau –, wat overeenkomt met instandhouding van de objecten.
In afwachting van besluitvorming over een grondige renovatie van het stadhuis, wordt het
groot onderhoud beperkt en worden uitsluitend die werkzaamheden uitgevoerd waarvan
uitstel risicovol is. Dit om kapitaalvernietiging bij renovatie te voorkomen. Maar wel moet
beseft worden dat blijven uitstellen geen optie is.

In de actualisatie van de Begroting 2010 is, als actiepunt uit het verbeterplan bedrijfsvoering,
de splitsing tussen groot en regulier onderhoud verwerkt, evenals de bijbehorende
doorberekening naar rato van de personele lasten van de technische en civiele dienst. Deze
uitwerking loopt door in de Begroting 2011. Naar aanleiding van het accountantsverslag bij de
Jaarrekening 2009 is een actualisatie van de onderhoudsbegroting in gang gezet. De
financiële effecten daarvan zullen in de loop van 2010 bekend zijn. In de actualisatie van de
Begroting 2011, in de 9-maandsrapportage 2010 en in de Jaarrekening 2010 zullen eventuele
financiële effecten worden verwerkt.

5.11.2 Stadsarchief Amsterdam (SAA)


Alle werkzaamheden uit de bestekken Renovatie, Restauratie en Verbouwing voor gebouw
De Bazel zijn afgerond. Het bitumendak en de daaronder aanwezige isolerende laag zijn in
2009 en 2010 vervangen. Voorjaar 2009 heeft Monumentenwacht Noord Holland een
inspectierapport opgesteld inclusief een dertigjarig onderhoudsprogramma.
Uit het rapport blijkt dat de constructieve toestand van het gebouw goed is en de
onderhoudstoestand redelijk goed. Urgent onderhoudswerk betreft onderhoud van de
buitengevel en schilderwerk aan alle kozijnen. Dit werk wordt in de jaren 2010 en 2011
uitgevoerd. Door de planmatige aanpak van het onderhoud zal de kwaliteit binnen vijf jaren
over de gehele linie verbeteren naar goed.

Raadsdruk Begroting 2011 404


Afgelopen jaar bleek dat aanzienlijk meer onderhoud aan de Synagoge Uilenburg nodig is
dan op grond van inspectierapporten en een taxatierapport uit voorgaande jaren kon worden
verwacht.

5.11.3 Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD)


In 2010 wordt op een groot aantal locaties een inspectie uitgevoerd om de staat van
onderhoud vast te stellen en een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) op te stellen in de vorm
van een activiteitenplanning per locatie. Het gaat daarbij om de uitstraling, de instandhouding
en het onderhoud van de panden en de installaties. Dit plan heeft een horizon op de korte,
middellange en lange termijn. In overleg met de gebruiker (clusters) zal afgestemd worden
wat het gewenste kwaliteitsniveau is en wat de toekomst van iedere locatie is binnen het
meerjarenhuisvestingsplan. Op basis van voornoemde inspecties kan een betere inschatting
van de te verwachten onderhoudskosten gemaakt worden en in het verlengde daarvan ook
een nog nauwkeurigere verdeling van de dotaties worden gerealiseerd. Aan de hand van
onder andere de NEN 2767-methodiek zijn alle installaties op de Nieuwe Achtergracht
geïnventariseerd en onderworpen aan een nauwkeurige conditiemeting. Aan de hand
daarvan kunnen zaken als toekomstige kosten voor onderhoud en restant levensduur
bepaald worden en wordt het mogelijk vroegtijdig hoge onderhoudskosten te signaleren en
een goede forecast te maken voor vervangingsinvesteringen.

Heroverwegingen en onderhoud
Als gevolg van de heroverwegingen en de samenvoeging van stadsdelen is er een vertraging
opgetreden in de uitrol van de OKC’s. Hierdoor zijn een aantal voorgenomen verhuizingen en
verbouwingen uitgesteld waardoor de kosten voor (groot)onderhoud in de komende jaren licht
zullen stijgen omdat er nu langer gebruikt gemaakt wordt van bestaande locaties. In de
afgelopen periode zijn op deze locaties bewust geen aanpassingen uitgevoerd en is het
(groot) onderhoud uitgesteld. Noodzakelijk onderhoud en aanpassingen zullen nu mogelijk
alsnog uitgevoerd moeten worden om de locaties veilig, arbo conform en bruikbaar te houden
voor de gebruikers en cliënten.

5.11.4 Dienst Wonen Zorg en Samenleven (WZS)


De Gemeente Amsterdam onderhoudt 15 woonwagenlocaties met in totaal 167 standplaatsen
en heeft 31 woonwagens in bezit die worden verhuurd. Deze kapitaalgoederen hadden op
31 december 2009 een boekwaarde van € 3.160.602.

Het budget voor het onderhoud van deze kapitaalgoederen bleek in 2009 opnieuw te klein te
zijn, als gevolg van de veroudering van de sanitaire units waaraan veel
herstelwerkzaamheden moeten worden verricht en de sterk gestegen kosten voor van het
daarvoor benodigde materiaal en arbeidsloon
De uitgaven voor onderhoud van woonwagens en standplaatsen in 2011 zijn in de begroting
geraamd op € 125.950, maar dat budget is waarschijnlijk te krap.

Voor 2010 wordt een overschrijding verwacht vanwege reparatiewerkzaamheden aan een
verzakkend riool bij Markengouw.

In feite is het beleid het beheer over te doen aan een woningcorporatie, waar dat meer op zijn
plaats lijkt te zijn dan bij WZS. De corporaties lijken echter niet erg geneigd tot zo’n overgang,
gezien de financiële eisen die zij daaraan verbinden. Vooralsnog is het in beheer en
onderhoud houden van de genoemde kapitaalgoederen veel voordeliger dan ingaan op de
voorwaarden van de corporaties.

5.11.5 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA)


Het beheer van de kapitaalgoederen binnen het Ontwikkelingsbedrijf is gericht op het
exploiteren van onroerende zaken (terreinen, panden en waterpercelen) op een zodanige
wijze dat een optimaal financieel rendement wordt bereikt binnen de door het
gemeentebestuur gestelde beleidskaders. In de operationele en financiële beleidskader voor
het onderhoud van de kapitaalgoederen wordt een onderscheid gemaakt tussen Permanent
beheer en Tijdelijke exploitatie.

Raadsdruk Begroting 2011 405


De afgelopen jaren gaf OGA in zijn begroting en jaarrekening alleen de situatie van
Permanent beheer weer; nu wordt ook aandacht gegeven aan Tijdelijke exploitatie. Tijdelijke
exploitatie is het beheer van een terrein of opstal na een verwerving ten behoeve van een
grondexploitatie.

Voor alle panden in Permanent beheer (met uitzondering van de panden van het Food
Center) is een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) aanwezig. De financiële consequenties
(exclusief de werkzaamheden die voortvloeien uit het toe te kennen milieulabel) zijn verwerkt
in de begroting van OGA. Daarbij zij opgemerkt dat het bedrag wat er beschikbaar is voor het
betreffende begrotingsjaar expliciet benoemd wordt en dat geen van de onderhoudsuitgaven
gedekt is door een voorziening.
Het Permanent beheer is gericht op het exploiteren van onroerende zaken (terreinen, panden
en waterpercelen) die niet betrokken zijn in (her)ontwikkelingsplannen. Het betreft hier veelal
gebouwen en terreinen die als gevolg van privatisering van gemeentelijke diensten in
eigendom bij het Ontwikkelingsbedrijf zijn gestald en panden en terreinen die al lange tijd
gemeentelijk eigendom zijn en zijn gelegen in centraal stedelijke gebieden. Het gaat om een
bonte verzameling van vastgoed. Van volkstuincomplexen en bedrijfsgebied de Heining tot
cultuurgebouwen als de Engelenbak en Frascati en logistieke complexen als Bornhout 8.

Algemeen uitgangspunt bij Permanent beheer is dat er een optimaal financieel rendement
wordt bereikt binnen de bestuurlijk vastgestelde beleidskaders. Tot de belangrijkste taken van
het beheer onroerende zaken behoren de verhuur van woon- en bedrijfspanden.

Voor alle panden die bij OGA in Permanent beheer zijn is onderzocht welk milieulabel deze
hebben en hoe de gebouwen energie efficiënter gemaakt kunnen worden. Deze toekenning
van labels en het advies hoe te komen tot een ander (en beter) label is voor 80% van de
panden in Permanent beheer afgerond.
Voor de Tijdelijke exploitatie is het toekennen van een milieulabel niet zinvol, omdat panden
in de Tijdelijke exploitatie binnen afzienbare tijd deel gaan uitmaken van een herontwikkeling.

5.11.6 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling


Cultuurgebouwen (lasten eigenaar bij gebruiker)
De cultuurpanden die in eigendom zijn van de gemeente, maar waarvan de eigenaarlasten bij
de huurder liggen zijn de volgende:
 Theater Carré
 Muziekgebouw aan het IJ
 Stadsschouwburg
 Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA)
 Amsterdams Historisch Museum (AHM) met de gebouwen aan de Nieuwezijds
Voorburgwal 359 en de Herengracht 609 (Museum Willet Holthuysen)
 Stedelijk Museum

Voor ieder pand, uitgezonderd het Stedelijk Museum en de Stadsschouwburg, is een


Meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld.
Wij vermelden de volgende bijzonderheden.
1. Muziekgebouw aan ’t IJ: De problemen aan het gebouw zijn in beeld gebracht en tenzij
het om garantiezaken gaat, zullen deze voornamelijk worden opgelost met een eenmalige
subsidie uit de middelen voor urgent onderhoud 2009 en 2010. De uitvoering is gestart.
2. Stedelijk Museum: De ver- en nieuwbouw zijn in volle gang. De verwachte opening is in
2011. Het beoogde huurcontract zal, zoals afgesproken bij de verzelfstandiging van het
museum, zal soortgelijke voorwaarden kennen als bijvoorbeeld het contract van de
Stadsschouwburg. Dit geldt ook voor het nieuwe depot dat in 2009 is opgeleverd.
3. Depot Amsterdams Historisch Museum: er wordt momenteel een depot gebouwd in
Amsterdam Noord. De oplevering is in het najaar van 2010 voorzien.

Cultuurgebouwen (lasten eigenaar DMO)


De cultuurpanden die in eigendom zijn van de gemeente, maar waarvan de eigenaarlasten bij
DMO liggen zijn de volgende:
 Amsterdams Marionettentheater (Nieuwe Jonkerstraat 8)
 De Balie (Kleine Gartmanplantsoen 10)

Raadsdruk Begroting 2011 406


 FOAM (Keizersgracht 609 – 613)
 Hollandsche Schouwburg (Plantage Middenlaan 24)
 De Melkweg (Lijnbaansgracht 234 A)
 Multatulimuseum (Korsjespoortsteeg 20)
 Nederlands Instituut voor Mediakunst (Keizersgracht 264)
 Paradiso (Weteringschans 6 – 8)
 Rembrandthuis (Jodenbreestraat 4)
 Rozentheater (Rozengracht 117)
 De Waag Society (Nieuwmarkt 4)
 Zeemanshoop (Prins Hendrikkade)

Het laatste pand wordt momenteel voorbereid op de verbouwing ten behoeve van de
huisvesting van Stichting De Appel. De oplevering wordt medio 2011verwacht. Voor deze
verbouwing heeft uw Vergadering een krediet ter beschikking gesteld. Bij de besluitvorming
over de overname van dit pand is vastgesteld dat eventuele mee- en tegenvallers ten laste
worden gebracht van de Reserve onderhoud cultuurpanden DMO.

De exploitatie van de panden vindt budgettair neutraal plaats. Tekorten en opbrengsten


worden verrekend met de Reserve onderhoud cultuurpanden DMO en, zoals de naam al
zegt, worden daaruit ook de onderhoudskosten gedekt, zowel planmatig volgens een MOP
als ter bestrijding van incidenten. Voor alle panden is een MOP opgesteld.

DMO heeft OGA ingeschakeld voor het dagelijkse beheer van al deze panden.

Het aantal panden van DMO kan nog verder groeien als de gemeentelijke NV Hollandais
wordt geliquideerd. Hiertoe zijn voorstellen in de maak.

Overige cultuurgebouwen in eigendom van de gemeente


Van enkele andere cultuurpanden, die al veel langer in eigendom van de centrale stad zijn,
ligt het eigendom niet bij DMO maar bij OGA. Dit zijn Frascati, De Engelenbak, De Kleine
Komedie. Theater Bellevue is eigendom van de NV Hollandais en is in beheer bij OGA. Het
huurregime van deze cultuurpanden is gelijk aan dat van de cultuurpanden van DMO.

Onderwijsgebouwen
Met behulp van een meerjarig huisvestingsplan zijn de behoeften aan onderhoud en
(ver)nieuwbouw in beeld gebracht. In het zogenaamde Integrale Huisvestingsplan (IHP) zijn
de hieruit voortvloeiende investeringen opgenomen. Jaarlijks worden de door ons College
goedgekeurde huisvestingsvoorzieningen opgenomen in het Huisvestingsprogramma. De
verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs
berust sinds 1 januari 2005 bij de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs. Ons College is
verantwoordelijk voor het onderhoud aan de gebouwen voor het primair onderwijs en het
speciaal onderwijs.

Onderwijsgebouwen
Een meerjarig huisvestingsplan brengt de behoeften aan onderhoud en (ver)nieuwbouw in
beeld. In het zogenaamde Integrale Huisvestingsplan (IHP) zijn de hieruit voortvloeiende
investeringen opgenomen. Jaarlijks worden de door ons College goedgekeurde
huisvestingsvoorzieningen opgenomen in het Huisvestingsprogramma. De
verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs
berust sinds 1 januari 2005 bij de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs. De gemeente is
verantwoordelijk voor het onderhoud aan de gebouwen voor het primair onderwijs en het
speciaal onderwijs. Het economische claimrecht van de onderwijsgebouwen die door de
gemeente gefinancierd worden ligt bij de gemeente. Het IHP en de daaruit voortvloeiende
investeringen – wordt jaarlijks geactualiseerd en aan uw Vergadering voorgelegd ter
besluitvorming. Het achterstallige onderhoud wordt hierbij gefaseerd aangepakt.

Amsterdamse Bos
Het administratieve beheer van het onroerend goed van en in het Amsterdamse Bos is per 1
maart 2008 overgedragen aan de DMO. Naast de openbare infrastructuur, de bosbaan e.d.
betreft het ook circa 100, veelal kleine, gebouwen. Het structurele onderhoud van de

Raadsdruk Begroting 2011 407


gebouwen van het Amsterdamse Bos is in 2010 verwerkt in een meerjarenonderhoudsplan
(MOP).

Sporthallen Zuid
De Sporthallen Zuid zijn per 1 maart 2008 van de Dienst Amsterdam Beheer (DAB) in
administratief beheer overgedragen aan de DMO. Een aantal jaren geleden is dit gebouw
intern gerenoveerd. Hierbij is niet de vervanging van het platte dak en van de gevel
meegenomen. Een MOP voor het gehele gebouw is in 2009 opgesteld. Uit een eerste
inventarisatie blijkt dat het achterstallig onderhoud op de platte daken en gevel circa
€ 400.000 bedraagt. In december 2009 heeft heeft uw Vergadering een krediet beschikbaar
gesteld voor de bouw van kantoorruimten op een groot deel van de platte daken van de
sporthallen Zuid ten behoeve van de huisvesting van het personeel. Met de bouw van de
kantoorruimten wordt ook het achterstallig onderhoud aan de platte daken meegenomen.
Genoemde werkzaamheden zijn in 2010 gerealiseerd zodat al het achterstallig onderhoud is
weggewerkt en er voor 2011 geen bijzondere voorzieningen getroffen hoeven te worden.

5.11.7 Haven Amsterdam


De loods aan de Danzigerkade is begin 2010 gesloopt. Alle onderhoudsposten en
voorzieningen zijn in de herziene begroting 2010 afgeboekt. Per 1 januari 2011 zal het object
uit het activabestand en de onderhoudsbegroting worden verwijderd. Resterende woningen in
het gebied van de haven hebben een lage onderhoudsnorm, aangezien woningen direct na
vrijkomen zo mogelijk direct gesloopt worden. In een aantal gevallen moet het actief
beëindigen van bewoning nog bestuurlijk geaccordeerd worden. Voor deze woningen zijn
minimale posten voor onderhoud opgenomen in de begroting.

In samenhang met de verbouwing van het Haven Operatie Centrum (HOC) te IJmuiden is
met Rijkswaterstaat overeengekomen dat Haven Amsterdam daarvan het beheer gaat
uitvoeren en deels bekostigen.

5.12 Materieel
Sinds de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf bestaan de
onderhoudsgoederen in deze categorie hoofdzakelijk uit boeien en tonnen van Haven
Amsterdam.

De afgelopen jaren hebben een groei te zien gegeven in de onderhoudskosten aan boeien. In
2009 is de begrotingspost aangepast en toereikend bevonden. Met de NS en RWS wordt
nagegaan of op termijn eenduidigheid in vaarwegmarkering kan worden bereikt. Dat betekent
dan wel dat een groot deel van de vaarwegmarkering zal moeten worden vervangen. De post
voor groot onderhoud aan vaarwegmarkering blijft daarom ongewijzigd. Bij doorvoering van
de vernieuwing zal worden onderzocht op welke wijze deze post eventueel kan worden
verlaagd.

5.13 Verkeersregelinstallaties
De staat van onderhoud van de verkeersregelinstallaties, de verkeersinformatiesystemen en
de dynamische verkeersinformatiesystemen is redelijk tot goed en bevindt zich in het
algemeen op niveau verzorgd.

Vanaf de onderhoudsbegroting 2011 wordt in het accres rekening gehouden met de


voorzieningen die zijn getroffen in de regelinstallaties voor verkeersmanagement, zoals
monitoring en scenario’s. Nog geen rekening wordt gehouden met het onderhoud van de
black-spot mirrors dat wordt meegnomen in het accres van 2012.
Bij de vervanging van de technische installatie van een kruispunt, wordt uitgegaan van de
standtijd van de regelkast die gemiddeld twintig jaar bedraagt. Mede in het kader van
duurzaamheid, wordt gekeken en gemeten of de infrastructuur (masten, bekabeling) langer
mee zou kunnen dan twintig jaar. Bij de technische vervanging van de regelkast worden ook
de lantaarns vervangen door LED-lantaarns met lage spanning (veiligheid). Voorts worden bij
de technische vervanging (hardware) voorzieningen aangebracht voor wachttijdmelders,
terugmeld drukknoppen, akoestische signalering. Of er en zo ja, welke vervangingen
daadwerkelijk zullen plaatsvinden is afhankelijk van verkeerstechnische overwegingen.

Raadsdruk Begroting 2011 408


In de toekomst zal het beheer van de verkeerslichten waarschijnlijk met nieuwe
ontwikkelingen te maken krijgen. Mogelijke wordt voor het openbaar vervoer KAR (Korte
Afstand Radio) geïntroduceerd, dat de huidige methode met detectielussen en kabels
overbodig maakt. Er wordt een onderzoek verricht naar de wijze waarop de
datacommunicatie tussen regelinstallatie en processor op dit moment plaatsvindt. De
verwachting is dat dit zal leiden tot een andere wijze van communiceren.

5.13.2 Verkeersinformatiesystemen
Zowel de vaste als de dynamische systemen zijn in goede staat, op het niveau verzorgd.
Voor de vaste systemen worden auto- en fietsverkeerbewegwijzering aangelegd en
onderhouden volgens landelijke richtlijnen die ook het referentiekader vormen voor het
beheer van het voetgangerssysteem in de binnenstad en omliggende stadsdelen. De
ontwikkeling van de afgelopen jaren met betrekking tot de meer dynamische systemen is
gekoppeld aan de ambities voor het verbeteren van verkeersmanagement, ofte wel het beter
benutten van de huidige infrastructuur door het ontwikkelen van scenario’s voor verschillende
verkeerssituaties (spits, incident, evenement) ten einde een maximale benutting, betrouwbare
reistijd en minimale omgevingshinder te bewerkstelligen.
De daarvoor benodigde geavanceerde systemen zijn een groeiende markt. Deze systemen
kennen overigens een stevig investeringsniveau en vooral ook relatief hoge beheerkosten,
dat laatste mede als gevolg van snelle afschrijving.

5.14 Openbare verlichting


De staat van de openbare verlichting is verzorgd en de middelen dat niveau te handhaven
zijn aanwezig via de functionele begroting en de rompmatige kredieten. Op het aspect
aardingveiligheid scoort de installatie lager en op een aantal locaties onderschrijdt het
waarschijnlijk zelfs de minimumnorm. Dit punt is opgenomen in de risicoparagraaf. Uit het
expertiseonderzoek van het keuringsinstituut voor de Nederlandse elektriciteitssector (KEMA)
is gebleken dat bestaande regels niet aansluiten en normen ontbreken, is aangeboden aan
de wethouder en deze heeft ingestemd met voorgestelde maatregelen.

In 2006 is het Beleidsplan Openbare Verlichting 2005-2015 door uw Vergadering vastgesteld.


Het beleidsplan legt de ambities vast met betrekking tot aanleg, beheer, wijziging en
vervangingsprogramma’s. In 2009 is er gestart met het actualiseren van het Meerjaren
Vervangingsprogramma (2009-2012). Via een integrale aanpak bestaande uit inspectiebeleid,
het objectbeheersysteem en het meerjaren vervangingsprogramma wordt het niveau op
verzorgd gehouden.

5.14.1 Stadsklokken
De stadsklokken die Amsterdam thans rijk is verkeren in goede staat en worden op een
zelfde wijze beheerd als de openbare verlichting. Twee keer per jaar, (zomertijd en wintertijd)
worden de klokken visueel geïnspecteerd. Eén keer per drie jaar vindt er een integrale
inspectie plaats waarbij door middel van een grondige schouw de technische staat waarin de
stadsklokken verkeren wordt geanalyseerd. Op basis daarvan wordt het meerjaren
vervangingsprogramma geactualiseerd. De klokken gaan ongeveer 15 jaar mee.

5.14.2 Stadsilluminatie
Bij stadsilluminatie vinden zowel visuele als (één keer per 2 á 3 jaar) integrale inspecties
plaats. Op basis van de daar uit de integrale inspectie voortvloeiende rapportages wordt een
vervangingsprogramma opgesteld dat vervolgens in jaarschijven en projecten wordt vertaald.
Eind 2009 heeft een algehele remplace van lampen plaatsgevonden. Voorts vinden in 2010
twee visuele inspecties plaats. Deze leveren een overzicht van niet brandende verlichting,
verlichting die niet goed is uitgericht en/of verlichting die zichtbaar beschadigd of smerig is.

5.15 Infrastructuur tram/metro

5.15.1 Metro
De staat van onderhoud van de infrastructuur metro is de laatste jaren sterk verbeterd. Net
als de Ringlijn en Amstelveenlijn komt de Oostlijn naar niveau verzorgd. Netwerkdelen die
van 2012 tot 2014 nog uitgevoerd gaan worden, zijn onder andere de stationstoegangen van
de Oostlijn. In 2010 zal het nieuwe station Kraaiennest in gebruik genomen worden en wordt

Raadsdruk Begroting 2011 409


de tunnelveiligheid naar het door VROM geëiste niveau gebracht. Gemeten naar het aantal
storingen mag het netwerk – vanuit het perspectief van de reizigers – gekwalificeerd worden
als verzorgd. Het treinbesturingssysteem (Signaling) en het centrale bedieningssysteem (CBI)
hebben de theoretische technische levensduur echter reeds overschreden. In het kader van
AMSYS worden deze systemen (2013-2018) grotendeels vervangen en robuust gemaakt.

5.15.2 Tram
De traminfrastructuur scoort op dit moment onder het niveau verzorgd. De technische staat is
redelijk, maar de kwaliteit staat onder druk en er zijn te weinig middelen om de infrastructuur
weer op het niveau verzorgd te krijgen. In 2009 is geconstateerd dat er sinds 2005 op
sommige plekken in de stad sprake is van degeneratie van de klemverbindingen voor
bevestiging van de tramrail. Dit lijkt te worden veroorzaakt door zwaardere belasting sinds de
komst van de Combino en heeft losliggende tramrails tot gevolg. In de afgelopen periode is
een deel van de losliggende rail weer vastgezet met nieuwe, betere klembevestigingen, maar
nog niet alle trajecten waar zich problemen voordoen zijn aangepakt. Bovendien kan het
probleem in de toekomst op meer locaties ontstaan. Losliggende tramrail leiden tot hogere
kosten, die niet binnen de reguliere middelen kunnen worden gedekt. Hiervoor is nu en in de
toekomst aanvullende financiering nodig. Hierover wordt met de Stadsregio overlegd. Op het
gebied van de toegankelijkheid en de doorstroming zijn verbeteringen gewenst. Zo is nu 45%
van de tramhaltes opgehoogd, maar is voor de resterende 264 haltes nog een aanzienlijk
budget benodigd. Gerichte slimme doorstromingsmaatregelen kunnen, zeker bij een
lijnsgewijze aanpak, resultaat opleveren in regelmaatbeheersing en stiptheid, hetgeen de
algemene kwaliteit vanuit het reizigersperspectief ten goede komt. Tegelijkertijd doet zich de
ontwikkeling voor dat er door ruimtegebrek, bijvoorbeeld door aanleg van vrijliggende
fietspaden bij reconstructies, steeds vaker wordt gekozen voor medegebruik van de trambaan
door autoverkeer, waardoor de doorstroming weer in het geding komt.

5.16 Installaties, machines en apparaten


Deze categorie behelst voornamelijk het onderhoud aan de installaties van het Afval Energie
Bedrijf (AEB) die onder andere afval omzetten in elektriciteit. Het gaat om de
Afvalenergiecentrale (AEC) en de Hoog Rendementscentrale (HRC). Deze installaties zijn in
het bezit van de naamloze vennootschap AVI, volledig eigendom van de gemeente
Amsterdam. De installaties worden dan ook tot de kapitaalgoederen van de gemeente
gerekend en in de balans opgenomen onder materiële vaste activa. Met ingang van deze
begroting worden hier ook de de Dienst ICT en de parkeerautomaten, die zijn overgegaan
van de Dienst stadstoezicht naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV), apart
besproken omdat ze een groot aandeel hebben in de totale onderhoudskosten voor deze
categorie.

5.16. 1 Afval Energie Bedrijf


Afvalenergiecentrale (AEC)
De intensivering van het onderhoud, ingezet door de in 2008 aangetreden directie, heeft tot
nu toe geleid tot goede verbeteringen. Begin 2010 is over een periode van enkele maanden
een installatiebeschikbaarheid van 100% gerealiseerd. In 2010 en 2011 wordt verder gewerkt
aan het groot onderhoud van de installatie. Hiermee wordt de verdere verschuiving van
correctief naar preventief onderhoudswerk gerealiseerd en kan de installatie na volledige
afschrijving ook na 2017 in bedrijf blijven.
Om de staat van onderhoud te borgen is een preventief onderhoudsschema verder in detail
uitgewerkt. Dit onderhoudsschema leidt ertoe dat:
 in de jaren 2011 – 2017 een jaarlijks onderhoudsbudget van € 20 miljoen noodzakelijk is
voor revisies, preventief en correctief onderhoud
 in de jaren 2013 en 2014 naar verwachting € 4 miljoen per jaar nodig is
 de installatie ook in de jaren na 2017 (einde afschrijvingstermijn) operationeel
beschikbaar blijft

Hoog Rendementscentrale (HRC)


Ook voor de HRC dient er een meerjaren onderhoudsplan opgesteld te worden, dat naar
verwachting eind 2010 gereed zal zijn. Onderhoud wordt dan planmatig uitgevoerd, met als
doel een maximale beschikbaarheid tegen zo laag mogelijke kosten. Om fluctuaties in groot
onderhoud in de periode 2012-2022 op te kunnen vangen, zal gedoteerd moeten worden aan

Raadsdruk Begroting 2011 410


de voorziening groot onderhoud HRC. Vorming van deze voorziening is alleen mogelijk als de
exploitatieresultaten van 2010 en 2011dit toelaten. Later beginnen met de vorming van deze
voorziening is niet verstandig. In 2017 zal het HRC-tarief mogelijk dalen door loskoppeling
van de AEC-tarieven (contract is dan afgelopen) en in 2017 eindigen de inkomsten vanuit de
MEP-subsidie. De uiteindelijke hoogte van de voorziening kan begin 2011 bepaald worden op
basis van het definitieve meerjarige onderhoudsschema.

5.16. 2 Parkeerautomaten
Bij de ontvlechting van de dienst Stadstoezicht, per 1 januari 2010, zijn de parkeerautomaten
naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer overgeheveld. De komende jaren zal een
groot deel van het areaal via rendabele vervangingsinvesteringen worden vernieuwd. Naast
de afschrijvingstermijnen zijn ook de betaal- en registratietechnologieën gewijzigd
(belparkeren, kentekenparkeren). Het aantal contant-geld-vrij automaten, met als voordeel
minder braak, zal groeien. De stadsdelen zijn hiervoor opdrachtgever en financier. De eisen
aan beschikbaarheid en kwaliteit voor het dagelijks beheer en onderhoud van de
parkeerautomaten zijn in een Service Level Agreement met Cition (uitvoering operationeel
beheer en onderhoud) en de Stadsdelen (opdrachtgevers) vastgelegd. De komende jaren
wordt in samenwerking met de stadsdelen onderzocht of de parkeerautomaten onderdeel
kunnen worden van de Stedelijke Infrastructuur, zodat een hogere mate van uniformiteit en
kwaliteit kan ontstaan tegen lagere beheerskosten. Daarna kan het gewenste beheerniveau
vastgelegd worden in de Nota Beheren op Niveau (BON).

5.16. 3 Dienst ICT


In 2011 wordt € 3,1 miljoen geïnvesteerd in de bestrijding van achterstallig onderhoud. Het betreft
hier hoofdzakelijk een inhaalslag voor de vervangingen voor servers en werkplekken. Deze
achterstand is vorig jaar geconstateerd in de schouw die binnen Basisdiensten heeft
plaatsgevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 411


6 Gemeentelijk grondbeleid
6.1 Algemene uitgangspunten
Amsterdam voert een actief grondbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente actief locaties
(her)ontwikkelt (voor o.a. woningen, kantoren) om de gewenste ruimtelijke ontwikkeling te
bewerkstelligen. De uitgifte in erfpacht van bouwrijpe grond en het beheer van uitgegeven
erfpachtrechten behoren tot de kerntaken van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam
(OGA). Het bepalen van grondprijzen is voor beide taken van essentieel belang. De
grondprijzen moeten de gewenste ontwikkeling mogelijk maken en bijdragen aan een stabiele
ontwikkeling van de vastgoedmarkt. De hoogte van de grondprijzen en de omvang van de
grondproductie zijn bepalend voor de te genereren opbrengsten in de plangebieden, en voor
de dekking van investeringen in de stad.

Amsterdam hanteert een residueel grondprijsbeleid. Dit houdt in dat de marktconforme


nieuwbouwwaarde (verkoopprijs of beleggingswaarde) van het vastgoed wordt verminderd
met de bouwkosten en de bijkomende kosten van de beoogde bebouwing (incl. opslag voor
rendement). Het verschil (residu) is de waarde die aan de grond wordt toegeschreven.
Amsterdam hanteert hierbij de genormeerd residuele methode, waarbij voor een te
(her)ontwikkelen locatie per functie marktconforme commerciële waarden worden bepaald en
waarbij de gemiddelde bouw- en bijkomende kosten gebaseerd zijn op een aantal
referentieprojecten. Voor enkele functies, bijvoorbeeld sociaal maatschappelijke
voorzieningen en kleinschalige bedrijfsruimten binnen woonmilieus, gelden standaard (lage)
grondprijzen, die in de gehele stad gelijk zijn.

Voor sociale woningbouw gelden standaard grondprijzen voor drie zones (centrumgebied,
tussengebied en het gebied buiten de Ring). In de gemeente Amsterdam zijn het grond- en
grondprijsbeleid centraal stedelijke taken, die door het OGA worden vormgegeven. In de
Grondprijzenbrief 2010 zijn de hoofdlijnen van de grondprijsbepaling voor de belangrijkste
ruimtelijke functies (wonen, werken, recreëren, et cetera) in Amsterdam beschreven. De
nieuwe grondprijzenbrief voor het jaar 2011 wordt uiterlijk eind 2010 door uw Vergadering
vastgesteld. In de eveneens jaarlijks te actualiseren Handleiding Grondprijsbepaling worden
de grondprijzen per locatie gegeven, alsmede spelregels voor de toepassing van het
grondprijsbeleid. De (residuele) grondprijzen voor de verschillende functies en locaties
vormen de basis voor de grondprijs waarover in concrete projecten wordt onderhandeld.
Deze grondprijzen zijn daarom niet openbaar. In de openbare Grondprijzenbrief is per functie
op hoofdlijnen de bandbreedte van de grondprijzen opgenomen.

Medio 2010 is op voorstel van het College de externe commissie ‘nieuw planologisch stelsel
voor de ruimtelijke plannen’ ingesteld. Deze commissie is gevraagd om te adviseren over de
positionering en inrichting van een robuust en toekomstbestendig financieel administratief
systeem voor grondexploitaties op basis waarvan stedelijke investeringsbesluiten voor
ruimtelijke plannen genomen kunnen worden.

Transformatie
Voorheen lag de nadruk voor de ruimtelijke sector bij de uitbreidingslocaties. Behalve op
IJburg zijn de mogelijkheden hiervoor steeds beperkter. Daarom werkt de gemeente steeds
meer aan transformatie van verouderde gebieden. De gemeente heeft hierbij drie prioriteiten:
• stedelijke vernieuwing in naoorlogse wijken (m.n. Parkstad)
• bedrijfsgebieden
• leegstaande kantoren

Om de aantrekkelijkheid, de leefbaarheid, de sociale samenstelling en het grondgebruik in


naoorlogse wijken met veel corporatiebezit te verbeteren, werkt de gemeente aan
herstructurering en functiemenging in wijken die op achterstand dreigen te komen. De
vernieuwing van de Bijlmermeer is reeds ver gevorderd.

Momenteel ligt de nadruk bij de reconstructie van de Westelijke Tuinsteden (Parkstad).


Daarnaast zal stadsvernieuwing plaatsvinden in delen van stadsdeel Noord. De gemeente is
met de betrokken corporaties in de Westelijke Tuinsteden de Raamovereenkomst Parkstad
overeengekomen. Doel is dat tot 2016 verouderd corporatiebezit vervangen wordt door een

Raadsdruk Begroting 2011 412


meer gemengde bebouwing (meer koopwoningen) en dat er verdichting plaatsvindt met 6.000
woningen. De gemeente draagt hieraan financieel bij via het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting.

Diverse bedrijfsgebieden uit de jaren ’60, ’70 en ’80 worden relatief extensief gebruikt en
komen aan het einde van hun economische levensduur. Dit is vooral het geval in het gebied
tussen het Amstelstation en de Arena en in delen van Amsterdam Noord. Om een negatieve
spiraal van leegstand, veroudering en een negatief imago te voorkomen, zijn investeringen
nodig.

Vroeger lagen deze gebieden perifeer ten opzichte van de stad, maar inmiddels zijn de
potenties van deze gebieden toegenomen. De gemeente streeft voor delen hiervan naar
transformatie tot een gemengd stedelijk milieu (wonen, werken en recreëren). Voor andere
delen in deze gebieden streeft de gemeente naar een hoogwaardiger en intensiever
grondgebruik, waarbij de ruimtevraag van kennisintensieve en creatieve bedrijfstakken
optimaal wordt gefaciliteerd.

Aan de (her)ontwikkeling van bedrijfsgebieden werkt het Ontwikkelingsbedrijf in regionaal


verband samen met Haven Amsterdam, de Schiphol Area Development Company (SADC) en
de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON). Daarnaast levert het
Ontwikkelingsbedrijf de kwartiermaker voor het in 2010 opgerichte pilotbureau
Herstructurering Bedrijventerrein Metropool Regio Amsterdam. De aanpak van
bedrijventerreinen moet bijdragen aan een economisch sterk Nederland.

Er is een structureel overaanbod op de kantorenmarkt. In het bijzonder incourante,


verouderde kantoren staan langdurig leeg. Uit onderzoek is gebleken dat het overaanbod
structureel is en dat er weinig vraag is naar deze kantoorpanden. Om transformatie naar
andere functies (waaronder wonen, broedplaatsen en horeca) te bevorderen, heeft de
gemeente gedurende de Programakkoordperiode 2006-2010 de kantorenloods aangesteld.
Taak van de kantorenloods was transformatie naar andere functies faciliteren en stimuleren
(maar niet subsidiëren); dit ging gepaard met nauwe samenwerking met onder andere de
stadsloods, de bedrijvenloods en de hotelloods. Het Programakkoord 2010-2014 zet in op
voortzetting van de activiteiten van de kantorenloods.

In 2010 startte het Ontwikkelingsbedrijf met een transformatieteam voor de stadsbrede


transformatieopgave. Het team werkt ondermeer aan een (financieel) beleidskader voor
transformatie. Het transformatieteam werkt samen met de andere diensten binnen de
Ontwikkelingsalliantie om de haalbaarheid van transformatieprojecten te vergroten en de
doorlooptijd te verkorten.

Raadsdruk Begroting 2011 413


7. Bedrijfsvoering
7.1 Inleiding
In deze paragraaf beoogt ons College uw Vergadering inzicht te geven in de stand van zaken
binnen de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering en in de risico’s die de gemeente in dit
verband mogelijk loopt. Elke gemeentelijke organisatie moet haar taken vervullen zoals ze door
het gemeentebestuur zijn vastgesteld. Adequate bedrijfsvoering, dat wil zeggen goede interne
sturing en beheersing van primaire en ondersteunende processen, is een essentieel instrument
voor de daadwerkelijke en goede uitvoering van die taken. Uitgangspunten bij goede
bedrijfsvoering zijn doelmatigheid en doeltreffendheid (efficiency en effectiviteit). Bedrijfsvoering
heeft een afgeleide betekenis: de gedachtevorming begint bij een visie op de stad, staat dan stil
bij de beleidsdoelen en de gemeentelijke organisatie die daarbij passen en eindigt bij de daaruit
voortvloeiende eisen aan de bedrijfsvoering.

7.2 Heroverwegingen
De economische crisis stelt de gemeente Amsterdam voor één van de grootste financiële
uitdagingen van de afgelopen decennia. Ons College wil dat de gemeente sterk en vitaal uit de
crisis komt, en wil daartoe duurzaam investeren in de stad, zowel fysiek als sociaal. Om duurzaa
te kunnen investeren zal de gemeente echter eerst fors moeten bezuinigen. Voor ongeveer de
helft van het te bezuinigen bedrag kijken wij naar de eigen organisatie. We stellen voor
maatregelen te nemen op de bedrijfsvoeringsonderdelen personeel, inkoop, organisatie,
financiën, ICT en huisvesting.
De maatregelen op deze onderdelen zijn ook elders bij de betreffende programma’s opgenomen.
Hieronder beschrijven we de hoofdlijnen van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering,.

7.2.1 Hoofdlijnen
De heroverweging van de bedrijfsvoering wordt concernbreed ingezet langs vier lijnen, die deels
in elkaars verlengde liggen:

1. Vergroten efficiency organisatie

De organisatie van de centrale stad heeft een decentrale opzet. Op dit moment telt de
organisatie achtentwintig diensten en bedrijven. De afzonderlijke diensten kennen een grote
mate van vrijheid bij de inrichting van hun organisatie en de inzet van middelen op het terrein
van bedrijfsvoering en organisatie. De diensten zijn als gevolg daarvan ook zeer verschillend
ingericht en worden verschillend bestuurd. De bedrijfsvoering is hierdoor suboptimaal
georganiseerd. Mogelijkheden tot synergie- en schaalvoordelen worden onvoldoende benut.
Vanuit het perspectief van de gehele gemeente geldt het verschil in organisatie en
bedrijfsvoering ook tussen stadsdelen en centrale stad. Ook hier zijn synergievoordelen te
behalen als stadsdelen en centrale stad hierover een bestuurlijk akkoord sluiten.

Leidend bij de hervorming van de gemeentelijke organisatie en bedrijfsvoering is het centraal


stellen van het concernbelang. In de bezuinigingsvoorstellen die zijn uitgewerkt staat
standaardisering en samenwerking centraal. Deze lijn is al eerder ingezet, maar dient
versneld en minder vrijblijvend te worden voortgezet. Het leidt tot Amsterdamse kaders en
normen voor bedrijfsvoering en samenwerking over de grenzen van diensten en stadsdelen
heen.
Door de bedrijfsvoering beter, slimmer en vooral meer gezamenlijk te organiseren, kan de
gemeente grote winst boeken. Dit wordt in eerste instantie vooral bereikt bij ICT, inkoop en
huisvesting.

2. Versoberen bedrijfsvoering
Naast het vergroten van de efficiency maakt de omvang van de bezuinigingsopgave het ook
noodzakelijk om de bedrijfsvoering te versoberen. Niet noodzakelijke uitgaven moeten

Raadsdruk Begroting 2011 414


worden gestopt of getemporiseerd. Budgetten voor onder meer communicatie, onderzoek,
audits, telefonie en opleidingen worden verlaagd. In beperkte mate wordt ook het niveau van
dienstverlening verlaagd. Bij al deze maatregelen wordt getracht het directe effect op burgers
en medewerkers zoveel mogelijk te beperken.

3. Verhogen van kwaliteit en effectiviteit


Hoewel de bezuinigingen op onderdelen van diensten en voor de betreffende medewerkers
ingrijpend kunnen zijn, wil het College het momentum benutten om met een slankere
organisatie toch te komen tot hogere kwaliteit en grotere effectiviteit van het beleid. Deels
wordt dit bereikt door betere samenwerking tussen diensten onderling, en tussen diensten en
stadsdelen. De vereenvoudiging van het subsidieproces draagt bijvoorbeeld na de
succesvolle implementatie ervan bij aan de kwaliteit van de dienstverlening, zowel richting
burgers als binnen de gemeente. Door te werken met een flexibele schil kunnen
gemeentelijke experts eenvoudig op het juiste moment worden ingezet. De flexibiliteit
betekent ook dat de experts weer elders ingezet kunnen worden als de expertise niet langer
wordt verlangd.

4. Betere beheersing van uitgaven


Randvoorwaardelijk voor bovenstaande verbeteringen is een beter inzicht in hoe
werkprocessen op dit moment georganiseerd zijn en welke middelen hiervoor moeten
worden aangewend. Op dit moment ontbreekt het aan goede concernbrede stuurinformatie
over de feitelijke uitgaven aan de verschillende type apparaatskosten. Dit hangt samen met
de decentrale inrichting van de financiële functie. Diensten en bedrijven maken gebruik van
verschillende financiële systemen en hanteren niet overal dezelfde definities. Zonder goede
informatie kan ons College niet goed sturen op de uitgaven aan apparaatskosten. Het is
daarom nodig om te komen tot een uniform en transparant systeem voor alle diensten en
bedrijven, waar op snelle wijze eenduidige informatie uit te destilleren valt over (o.a.)
apparaatskosten zoals de kosten van personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT.
Aangesloten wordt bij de al geplande implementatie van het nieuwe financiële pakket. Van
dit pakket gaan alle diensten, bedrijven en stadsdelen gebruik maken.
Tot het moment dat de nieuwe systematiek wordt toegepast door alle diensten en bedrijven
en betrouwbare stuurinformatie oplevert, zal de stuurinformatie op andere wijze
samengesteld moeten worden.

7.2.2 Nieuw kader voor de bedrijfsvoering


Om de voorgestelde ombuigingen te kunnen realiseren zal de bedrijfsvoering op een aantal
punten anders moeten worden ingericht. Het kader waarbinnen diensten en bedrijven opereren
wijzigt hiermee. Ons College heeft de volgende uitgangspunten vastgesteld voor de inrichting van
de bedrijfsvoering van het concern Amsterdam:
a. het ambtelijk apparaat bestaat uit een professionele kern, met daarom heen een flexibel
netwerk. Hiertoe worden functiegerichte flexibele pools ingericht met medewerkers van in
opdracht werkende diensten of onderdelen daarvan. Door de inzet van deze pools kan een
deel van de externe inhuur vervangen worden door het flexibele interne netwerk. Nog
resterende externe inhuur kan meer gericht worden ingezet
b. flexibel werkende onderdelen hanteren transparante tarieven Het concernbelang is leidend
bij de inrichting en invulling van de bedrijfsvoeringsfuncties. Centraal worden kaders
opgesteld waarbinnen diensten en bedrijven opereren en worden normen geformuleerd op
basis waarvan wordt gebudgetteerd. Door kaderstelling en normering vindt standaardisatie
plaats over organisatiegrenzen heen. Bedrijfsvoeringsfuncties worden, voor zover dit
schaalvoordelen heeft, gebundeld
c. apparaatskosten worden in de gemeentebegroting en de onderliggende dienstbegrotingen
apart inzichtelijk gemaakt, ongeacht de bron waaruit de kosten worden gedekt. Alle diensten
en bedrijven registreren alle apparaatskosten op een uniforme en transparante manier,
waardoor alle onderdelen van de apparaatskosten inzichtelijk worden. Onder
apparaatskosten worden daarbij alle kosten verstaan die te maken hebben met bijvoorbeeld
personeel, overhead, staf, huisvesting en ICT

Raadsdruk Begroting 2011 415


d. per dienst of bedrijf wordt jaarlijks als onderdeel van de begroting de opbouw van de formatie
vastgesteld
e. alle diensten en bedrijven ontvangen een apparaatskostenbudget dat genormeerd wordt voor
generieke uitgaven posten zoals personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT. De
normbedragen worden vastgesteld aan de hand van benchmarkgegevens. Basis voor de
normering is de vastgestelde formatie per dienst/bedrijf
f. directeuren kunnen binnen (dus niet tussen) de verschillende uitgavenposten voor
apparaatskosten schuiven met de inzet van middelen. In incidentele gevallen kan tijdelijk
geschoven worden tussen de verschillende uitgavenposten voor apparaatskosten. In geval
van schuiven tussen posten wordt de reden aangegeven en de tijdsduur
g. normen en kaders zijn generiek waar het kan, en specifiek waar het nodig is, zodat recht
wordt gedaan aan de verschillen die er zijn tussen diensten en bedrijven onderling
h. sturing op kaders en normen vindt plaats volgens het principe ‘pas toe, of leg uit’
i. de voorgestelde maatregelen en uitgangspunten gelden voor de centrale stad (concernbreed
dan wel per cluster van diensten of dienst afzonderlijk). Daar waar maatregelen vanwege
schaalvoordelen en synergievoordelen idealiter door centrale stad en stadsdelen samen
worden opgepakt (gemeentebreed) wordt dit benoemd en onderdeel van de inzet van de
centrale stad bij het komen tot afspraken met de stadsdelen. Op voorhand geldt dit voor het
ICT-realisatieplan, de versterking van de inkoopfunctie, het nieuwe financiële systeem, de
onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en het vergroten van subsidiestromen vanuit het
rijk en Europa

Ons College heeft opdracht gegeven om bovenstaand kader verder uit te werken en een plan op
te stellen voor de invoering. Voor een deel betreft het veranderingen die eenvoudig zijn in te
voeren. Voor een deel gaat het ook om systeemveranderingen die niet van vandaag op morgen
gerealiseerd zijn. Een voorbeeld is het normeren van het apparaatskostenbudget. Alle diensten
en bedrijven zullen in de toekomst een apparaatskostenbudget ontvangen dat genormeerd wordt
voor generieke uitgaven. Dit betreft posten als personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT.
De normbedragen kunnen bijvoorbeeld worden vastgesteld aan de hand van
benchmarkgegevens. Bij het vaststellen van normen zal recht gedaan worden aan de verschillen
tussen diensten en bedrijven.

7.2.2 Overzicht bezuinigingen bedrijfsvoering


De tabel hieronder geeft een overzicht van de gemeentebrede bezuinigingen op de
bedrijfsvoering die ons College voorstelt voor 2011 en latere jaren. Deze tabel is eveneens
opgenomen in de Bijlage Structurele Posterioriteiten bij de Financiële hoofdlijnen, in het eerste
hoofdstuk van de Begroting 2011.

Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014


Bedrijfsvoering
Bestuur en
concern dienstauto's s 0 0 74.000 0
Efficiency (ACAM) s 100.000 300.000 0 0
Efficiency VGA s 34.000 0 0 0
leges verhoging naar 100% (DPG) s 30.000 0 0 0
Minder advert DFM s 0 300.000 0 0
Openingstijden stadhuis s 0 100.000 260.000 0
Optimalisatie huisvesting stadhuis s 0 1.500.000 0 0
vermindering basisbudget O+S s 0 120.000 105.000 0
vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer
distributie,advies s 120.000 120.000 120.000 120.000
Uitvoering Voormalig werkgeverschap
(Servicehuis personeel) s 515.747 585.217 883.253 264.825
Kostendekkend maken leges s 0 30.000 30.000 40.000
reductie inzet accountantscontrole s 300.000 800.000 0 0
Vermindering niet wettelijke audits s 400.000 0 0 0
Raadsonderdelen s 475.000 0 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 416


Inkoop 48uurs Post s 300.000 0 0 0
Centrale coördinatie inkoop s 1.500.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000
Centralisering werving s 0 370.000 0 0
Inkoop- en aanbestedingsstrategieën s 1.200.000 1.200.000 1.100.000 2.500.000
Inkoop- en aanbestedings-strategieën s 0 600.000 300.000 200.000
Reduceren leveranciers communicatiemiddelen s 0 700.000 0 0
Reduceren wagenpark s 200.000 300.000 500.000 500.000
versoberen, normeren en optimaliseren
facilitaire zaken pllus gebruik en onderhoud
gebouwen s 0 600.000 0 1.100.000
optimaliseren proces invulling flexibele krachten
en externe inhuur s 1.000.000 2.000.000 2.000.000 2.500.000
Huisvesting Huisvesting gemeentelijke diensten s 4.550.000 3.600.000 0 2.730.000
Bestuursdienst afname wachtgelder s 50.000 0 0 0
Heroverwegingen bestuursdienst s 4.318.307 0 0 0
budget representatiekosten wethouders s 70.000 0 0 0
Onbevoegd toezicht op afstand s 300.000 0 0 0
meerjarige BD posterioriteiten s 0 1.800.000 700.000 800.000
Personeel uitstroom inactieven s 500.000 1.000.000 1.500.000 1.000.000
externe inhuur (maximaal 13% concern als
geheel) s 9.700.000 0 0 0
minder communicatie fte's s 0 500.000 600.000 0
opleidingsbudget (maximaal 2%) s 4.000.000 0 0 0
sobere arbeidsvoorwaarden s 0 6.900.000 500.000 500.000
staffuncties bestuur en concern s 0 4.000.000 0 0
ICT Invoering van een nieuw ICT s 2.000.000 4.400.000 6.000.000 9.000.000
Rentestelsel stelselwijziging rente egalisatie reserve s 8.000.000 0 0 0
subsidieproces uniformeren subsidieproces s 0 0 0 1.500.000
Totaal bedrijfsvoering 39.613.013 32.825.217 15.672.253 23.754.825

7.3 Overige onderwerpen centrale sturing bedrijfsvoering

7.3.1 Concernbrede normen, bedrijfsvoeringsverklaring en integrale meting


In 2005 voerde ons College het instrument Bedrijfsvoeringsverklaring in voor sturing op en
bewaking van de bedrijfsvoering. De basis voor dit instrumentarium is een door ons College
vastgestelde set van 27 concernbreed geldende normen voor de bedrijfsvoering. Deze normen
zijn als volgt verdeeld:

Aandachtsgebied Aantal normen


1 Financiën en processturing 3
2 Juridische kwaliteitszorg, inclusief inkoop 9
3 Informatie: ICT en informatiebeheer 4
4 Personeel en organisatie 6
5 Communicatie en dienstverlening 4
6 Dienstspecifieke risico’s 1
Totaal 27

Jaarlijks leggen alle directeuren van gemeentelijke diensten en bedrijven in de


Bedrijfsvoeringsverklaring (BVV) verantwoording af over de stand van zaken betreffende alle
aspecten (aandachtsgebieden) van de bedrijfsvoering van hun dienst. Eens in de vier jaar wordt
bij alle diensten en bedrijven de Integrale Meting Bedrijfsvoering (IMB) uitgevoerd, waarin de
bedrijfsvoering integraal wordt doorgelicht. De IMB dient als toets op de jaarlijks door de

Raadsdruk Begroting 2011 417


diensten af te geven Bedrijfsvoeringsverklaring (BVV). Daarnaast worden door middel van de
integrale doorlichting de oorzaken opgespoord waardoor producten kwalitatief, kwantitatief en/of
financieel niet aan de gevraagde eisen voldoen. Verder wordt inzicht verkregen in de wijze
waarop producten en diensten tot stand komen (efficiënt, effectief), en worden hiaten in de
bedrijfsvoering benoemd die kunnen leiden tot risico’s zoals financiële en/of imagoschade,
vertraging bij de uitvoering van het beleid of onnodige juridische procedures. Met behulp van de
inzichten die BVV en IMB verschaffen, kunnen maatregelen getroffen worden om deze risico’s te
vermijden en te beheersen en de bedrijfsvoering te verbeteren. Tussen 2005 t/m 2008 is er bij
alle diensten en bedrijven een IMB uitgevoerd.

De instrumenten concernbrede normen, bedrijfsvoeringsverklaring en integrale meting


bedrijfsvoering zijn heroverwogen en het voornemen is de IMB met ingang van 1 januari 2012 af
te schaffen. Dit is alleen mogelijk als de nieuwe visie op control is geformuleerd en de P&C-
cyclus is gemoderniseerd. Mede op basis van de uitkomsten van de notitie Evaluatie IMB 2005-
2008 komt er voor 2011, het laatste jaar waarin de IMB vooralsnog wordt toegepast, een
gewijzigde aanpak voor de uitvoering. Door onder andere de doorlooptijd (oorspronkelijk 4
maanden) van de IMB te verkorten moet het mogelijk zijn de capaciteit van medewerkers van de
Bestuursdienst efficiënter in te zetten.

Uit het Evaluatierapport IMB 2005-2008 blijkt ondermeer dat de gemeentesecretaris en de


dienstdirecteuren behoefte hebben aan korte compacte rapporten, waarbij niet steeds opnieuw
alle 27 normen en aspecten van de bedrijfsvoering aan bod komen. De voorkeur gaat uit naar
meer gedetailleerd onderzoek en rapportage over de mate waarin en de wijze waarop risicovolle
projecten en processen door de diensten worden beheerst. Deze behoefte sluit aan bij de
constatering dat niet alle normen op elke dienst van toepassing zijn of even grote risico’s met zich
meebrengen. Zo is, om een voorbeeld te geven, bij een dienst die twee keer per jaar voor
€ 10.000 inkoopt het belang van de naleving van een inkoopnorm van een heel andere orde dan
bij een dienst die meerdere keren per jaar voor milioenenbedragen aanbesteedt.

De voordelen van de gewijzigde aanpak zijn:


 een beter en diepgaander inzicht in de belangrijkste risico’s per dienst en de mate waarin een
dienst maatregelen heeft genomen deze risico’s te beheersen en hierover te rapporteren
 reductie van personeelsinzet bij zowel de Bestuursdienst als de te meten dienst
 betere aansluiting op de informatiebehoefte van de gemeentesecretaris en de
dienstdirecteuren (‘meer met minder’)

De IMB werd aanvankelijk ontwikkeld als een adviesinstrument om de diensten en bedrijven te


ondersteunen bij de verbetering van hun bedrijfsvoering. Echter, al snel, en mede onder invloed
van de invoering van de Wet dualisering, die onder andere verplichtte tot het opstellen van
1
verordeningen inzake rechtmatigheid van financieel beleid enerzijds en doelmatigheid en
2
doeltreffendheid anderzijds kwam het accent te liggen op control in plaats van advisering. In
2011 zal nagegaan worden welke elementen van de IMB bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van de
nieuwe visie op control, met name op het terrein van risicobeheersing.

7.3.2 Risicomanagement
Ons College werkt verder aan verbetering van het risicomanagement, onder andere door de
diensten en stadsdelen trainingen en workshops aan te bieden en een speciale interne website te
in de lucht te houden met informatie over activiteiten in verband met het gemeentelijke
risicomanagement. Verder onderhouden wij een gemeentelijk kennisnetwerk en stimuleren het
ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal.

1
Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet
2
Verordening ex artikel 213a van de Gemeentewet

Raadsdruk Begroting 2011 418


Via de zogeheten ‘Resultaat Afspraken Directeur’ worden de dienstdirecteuren tijdens hun
voortgangsgesprek met de Gemeentesecretaris aangesproken op de voortgang van
risicomanagement binnen hun eigen (dienst)onderdeel. Wij stellen vast dat veel diensten en
bedrijven weliswaar actief aan risicomanagement doen maar het nog te weinig als
beheersinstrument hebben ingebed in de reguliere bedrijfsprocessen.

Op moment van schrijven vindt een analyse plaats van de risico’s die zich (kunnen) voordoen bij
de realisatie van de doelstellingen uit het Programakkoord. Als die risico’s geïnventariseerd zijn is
de volgende stap het kwantificeren van de risico’s. Daarna wordt bezien wat de impact van deze
risico’s is, om vervolgens beheersmaatregelen te kunnen ontwikkelen waarmee deze risico’s
beheerst kunnen worden en instrumenten waarmee de naleving afgedwongen en gemonitord kan
worden. Deze maatregelen en instrumenten worden regelmatig geactualiseerd. Tenslotte zal
risicomanagement nadrukkelijk betrokken worden bij de uitwerking van de gemeentebrede
controlfunctie van de Bestuursdienst nieuwe stijl. Meer informatie over risicomanagement vindt u
in paragraaf 04.01 Risico’s en weerstandvermogen.

7.3.3 Ontwikkeling nieuwe visie op control


In hun verslagen over de Jaarrekening 2008 van de gemeente Amsterdam adviseerden ACAM
en de Rekeningencommissie uw Vergadering ons College te verzoeken om in het kader van
concernbrede control te komen ‘met een visie te komen op toezicht, met inbegrip van de toe te
passen toezichtinstrumenten’ en ‘met een visie op centrale en decentrale managementaansturing
en de positionering van concerncontrol in relatie met de dienstcontrollers’.
Bij motie van de raadsleden de Wit c.s. heeft uw Vergadering – naar aanleiding van voornoemde
adviezen – ons College opgedragen de directie Concern Financiën een belangrijkere taak toe te
bedelen bij de (gemeentebrede) control. Ons College zegde toe inhoud aan de motie te gaan
geven door een integrale visie op het versterken van de controlfunctie op te stellen, met daarin
begrepen een visie op centrale en decentrale managementaansturing en de positionering van
concern control.

Inmiddels heeft ons College het onderwerp concern control nauw betrokken bij de
Heroverwegingen, de reorganisatie van de Bestuursdienst en de invoering van een nieuw
financieel systeem, ontwikkelingen die op moment van schrijven in volle gang zijn. Daarbij is het
uitgangspunt dat de Bestuursdienst in het algemeen, en daarbinnen Concern Financiën in het
bijzonder, deze concern control enten op het nieuwe financiële systeem dat gemeentebreed
volledige, betrouwbare en tijdige financiële informatie moet leveren. Verderop gaan wij daar
nader op in. Uw Vergadering zal in het kader van de uitwerking van de reorganisatie van de
Bestuursdienst worden geïnformeerd over het voorgestelde model van concern control. De
positionering van de concerncontroller zal opnieuw bepaald worden in het kader van de
ontwikkeling van de Bestuursdienst Nieuwe Stijl. Daarbij zullen de taken en
verantwoordelijkheden van de voor concern control verantwoordelijke ambtenaar vastgesteld
worden. De nieuwe visie zal op 1 januari 2011 gereed zijn.

7.4 Financiën

7.4.1 Kwaliteitsverbetering planning & controlcyclus


Uit oogpunt van kwaliteitsverbetering van de planning & controlcyclus, zijn een aantal
ontwikkelingen ingezet waarvan wij verwachten dat ze zullen leiden tot verbetering van de
planning en controlcyclus en haar producten en tot verlichting van de administratieve last voor de
diensten en bedrijven.

Stroomlijnen P&C cyclus


Ter verhoging van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de planning en control-cyclus is
het traject Stroomlijnen P&C cyclus ingezet. Mede als resultaat van overleg met controllers van
diensten en bedrijven worden de volgende verbeteringen doorgevoerd:

Raadsdruk Begroting 2011 419


 de samenvoeging van Financieel Meerjarenperspectief en Voorjaarsnota – voor het eerst in
2011, ten behoeve van de Begroting 2012
 de samenvoeging van begroting en eerste begrotingswijziging, met ingang van de Begroting
2011
 in 2010 een nieuwe opzet ontwikkelen voor de geactualiseerde begroting en de
bestuursrapportage en die vervolgens implementeren in 2011

Besturen zonder Ballast


Besturen Zonder Ballast vindt zijn oorsprong in het de vorige bestuursperiode. Er zijn afspraken
gemaakt tussen de stadsdelen en de centrale stad op het gebied van bedrijfsvoering. Het doel
van Besturen zonder Ballast is een grotere transparantie en vergelijkbaarheid,
kwaliteitsverbetering in de sturing en meer doelmatigheid, één stad.

De handreiking bestaat uit vijf richtpunten die als best practices zijn gepresenteerd:
 we werken met hetzelfde begrippenkader
 we werken met een zelfde indeling in programma’s
 we werken met een zelfde productentabel (voor stadsdelen en opdrachtgerelateerde
instellingen en diensten)
 we werken met een onderling afgestemde kalender voor de P&C cyclus
 we werken met een zelfde format voor het programmablad

Borgen programakkoord in planning en controlcyclus


Voor de goede borging van de doelstellingen uit het programakkoord (PA) in de P&C cyclus
(begroting en rekening) en in de uitvoering onderscheiden we de volgende stappen:
 uitwerking van het programakkoord in SMART doelstellingen en opnemen in de Begroting
2011
 gebruik en verdere ontwikkeling monitor Uitvoering in Beeld en Statstad

7.4.2 Implementatie nieuw financieel pakket


De keuze voor en de implementatie het nieuwe financiële pakket EnterpriseOne als generieke
voorziening is een belangrijke stap op de weg naar een uniforme en efficiënte bedrijfsvoering
voor het concern Amsterdam. De reikwijdte van dit pakket is breder is dan de financiële functie
alleen: ook zaken als inkoop, projectadministratie, tijdschrijven en kostentoerekening, fiscale
labelling, de registratie van verplichtingen en activa, om er enkele te noemen, vallen binnen de
functionaliteit. Door middel van een standaard rekeningschema en stamgegevens en een
onderliggende standaard werkwijze wordt in de kern van het pakket geregeld dat gegevens op
eenduidige wijze worden vastgelegd en geconsolideerd en er uniform over wordt gerapporteerd.
Ook biedt het daardoor een basis voor ConcernControl, passend bij de binnen de
heroverwegingen ingezette lijn.

Het opzetten van dit basismodel vindt plaats in een samenwerking van de centrale stad en de
stadsdelen, wat past in de gedachte te komen tot een stadsbrede uniforme werkwijze en
systematiek en gebruik makende van bestaande kaders als Besturen zonder Ballast.

De aanschaf van het financiële pakket sluit aan bij de actielijn ‘gemeentebrede bedrijfsvoering’
die met de instelling van de Dienst ICT is ingezet en die voorziet in een strategie ter voorkoming
van versnippering. Er wordt gestreefd naar samenhang en samenwerking. Dit biedt in combinatie
met werken onder architectuur de mogelijkheid om regie te voeren over de ontwikkelingen in de
informatievoorziening..

De planning voorziet in een implementatietraject vanaf 2011 en loopt door tot eind 2014. Per
januari 2015 worden alle financiële administrateies gevoerd in EnterpriseOne.
Begin 2011 zullen een viertal pilotorganisaties als kopgroep fungeren. Afhankelijk van de
uitkomsten kan de planning nog worden aangepast.

Raadsdruk Begroting 2011 420


Het nieuwe financiële pakket moet niet gezien worden als een wondermiddel. De onderlinge
samenwerking van de gemeentelijke organisaties (inclusief de stadsdelen) en de bereidheid
binnen die organisaties mee te gaan met veranderingen en verbeteringen is cruciaal.

7.4.3 Fiscaliteit
De gemeente Amsterdam heeft in 2009 met de Belastingdienst het Convenant horizontaal
toezicht gesloten. De overeenkomst houdt in dat de Belastingdienst na enkele jaren kan volstaan
met een beperkte systeemgerichte controle, omdat zij er op kan vertrouwen dat de gemeente het
aangifteproces structureel op orde heeft (dus fiscaal in control is). Dit laatste is het doel van het
project Amsterdam Fiscaal in Control (AFC). Indien nodig zal ons College de Regeling Risicovolle
Projecten van toepassing verklaren op dit project.

Begin 2010 is Bureau Fiscaal Advies & Control (FAC) gestart met de gemeentebrede uitvoering
van het project Amsterdam Fiscaal in Control (AFC). De doelstellingen van het project is de
gemeente Amsterdam in drie jaar toe te laten groeien naar de status van fiscaal in control te zijn.
FAC heeft hiervoor een systematische aanpak (een zogenoemd Tax Control Framework)
ontworpen, waarmee Amsterdam fiscaal in control zal komen en blijven.

De aanpak is gestart met een nulmeting om bij alle organisaties een gedetailleerd inzicht te
krijgen in de fiscale risico's en de getroffen beheersmaatregelen. Vervolgens stellen de
organisaties de gewenste verbeteringen vast en voeren deze uit. Met een interne en externe
controle zal daarna worden vastgesteld of de gewenste situatie daadwerkelijk is gerealiseerd. Om
in control te blijven zal dit proces zich steeds herhalen. FAC ziet erop toe dat alle organisaties
deze aanpak volgen en de gewenste verbeteringen implementeren. Als verantwoordelijke voor
Bureau Fiscaal Advies & Control informeert de directeur Dienst Belastingen Gemeente
Amsterdam ons College over de voortgang van het project AFC.

7.5 Juridische Zaken


Naast de reguliere werkzaamheden van de Directie Juridische Zaken (DJZ), zal in 2011 aan de
volgende speerpunten worden gewerkt:

7.5.1. Optimalisering subsidieproces


In 2010 is een gemeentebrede samenwerking op het gebied van subsidieverstrekking opgezet.
Dit gebeurde naar aanleiding van de ervaringen uit de adviespraktijk van de directie Juridische
Zaken, de uitgevoerde IMB’s en het eerder verschenen Siras-onderzoek. In de komende periode
zal deze samenwerking verdergaan in het hiervoor genoemde project vereenvoudiging
subsidieproces. Onder andere worden opgezet:
 standaardproces voor subsidieverstrekking
 modelbeschikkingen
 een praktische werkinstructie, inclusief staatssteuntoets.

7.5.2. Wetgeving
In 2011 wordt een start gemaakt met een versterking van de wetgevingsfunctie van de gemeente.
Die functie is op dit moment versnipperd over diensten en stadsdelen. Het structureel borgen van
een kwalitatief hoogwaardige en sterke wetgevingsfunctie, vraagt om het ontwikkelen van een
gemeentebrede visie daarop. Juridische kwaliteitszorg omvat ook het borgen van de kwaliteit van
regelgeving in brede zin. Hiertoe behoort het in kaart brengen en vastleggen van de verschillende
rollen die de centrale stad, de diensten en de stadsdelen in het regelgevingproces spelen en de
verantwoordelijkheden die bij die rollen horen. Het streven naar meer kwaliteit van de regelgeving
houdt direct verband met één van de vereisten van een rechtsstaat, namelijk dat regelgeving hét
democratisch gelegitimeerde instrument is om burgers en bedrijven gezaghebbend normen op te
kunnen leggen. Dat vraagt om goede regels die niet onnodig belastend zijn, die helder,
eenduidig, uitvoerbaar en handhaafbaar zijn en die geschikt zijn om het doel te bereiken waartoe
ze zijn opgesteld. Burgers en bedrijven zijn gebaat bij goede regelgeving. Bovendien leveren
gebrekkige regels grote risico’s op voor het bestuur.

Raadsdruk Begroting 2011 421


7.5.3 Optimaliseren juridische functie
Het College heeft bij besluit van 6 juli 2010 de Gemeentesecretaris opdracht gegeven een
ontwikkelplan op te stellen waarbij één van de lijnen is optimalisering van de juridische functie in
het concern. In het kader van deze collegeopdracht heeft de directeur Juridische Zaken (DJZ) de
opdracht te onderzoeken hoe de juridische functie gemeentebreed zo optimaal mogelijk kan
worden ingericht en hoe de externe inhuur van de juridische dienstverlening gemeentebreed op
een verantwoorde wijze verder wordt teruggedrongen. De voorstellen moeten op termijn (2014)
kunnen leiden tot een besparing van minimaal € 1 miljoen voor het concern.
Een andere belangrijke stap om de juridische functie van de gemeente als geheel meer met
elkaar in onderling verband te brengen, is te komen tot een hoofdenoverleg juridische zaken (met
als opdrachtgevers het stadsdeelsecretarissenoverleg en het overleg algemeen directeuren).

7.6 Inkoop
In het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de Stad formuleert ons College de volgende
doelstelling: Inkoop van diensten en goederen wordt verregaand gecentraliseerd of
ondergebracht in raamcontracten om besparingen te creëren. We kopen zoveel mogelijk
duurzaam en fair trade in. Het college komt binnen een jaar met een plan.

In dat plan wordt beschreven hoe inkoopmaatregelen een forse taakstelling in het kader van de
heroverwegingen zullen kunnen bewerkstelligen en hoe de aansturing van de inkoop in
samenhang met de overige bedrijfsvoeringfuncties wordt ingericht. Hierbij wordt voortgebouwd op
de professionalisering van de gemeentelijke inkoopfunctie, die de afgelopen jaren is ingezet (en
heeft geresulteerd in een groeiende inkoopcoördinatie tussen gemeentelijke organisaties).
Concern Inkoop werkt hierin in nauw samen met inkopers van verschillende diensten en clusters,
inclusief de stadsdelen.

Om de doelstellingen uit het Programakkoord en de besparingen te realiseren wordt – volgens de


indeling van de inkoopmatrix en indien mogelijk organisatieoverstijgend onder het motto: ‘samen
wat kan, alleen wat moet’– ingezet op:
 verbetering van leveranciersmanagement
 ontwikkelen van inkoopstrategieën voor meer productgroepen
 uitbreiding van het aantal gemeentebrede raamcontracten
 implementeren van eenduidiger processen

Inkoopsamenwerking resulteert in meetbare besparingen doordat lagere prijzen bedongen


kunnen worden (door bundeling van inkoopvolume, versobering van specificaties, richten op
marktstandaards en het organiseren van contract compliance), maar levert ook veel besparingen,
die – hoewel ze mogelijk zelfs groter zijn – minder meetbaar zijn. Deze besparingen zijn het
gevolg van:
 een verhoogde kwaliteit/prijsverhouding als gevolg van het delen van expertise en het
uitwisselen van ‘best practices’ tussen Amsterdamse organisaties
 de kostenreductie door het delen van gemeenschappelijke operationele voorzieningen
 het vermijden van kosten, prijsstijgingen, of claims

De beïnvloedbare externe bestedingen van de gemeente bedragen jaarlijks ongeveer € 1 miljard


(inclusief de stadsdelen), en ongeveer de helft hiervan betreft ‘generieke’ inkopen. € 135 miljoen
daarvan is in 2009 ingekocht via de gemeentebrede raamcontracten van Concern Inkoop, en dat
was een besparing van € 20 miljoen ten opzichte van de oude situatie. Naast deze besparingen,
bieden raamcontracten een goede route naar rechtmatigheid en doelmatigheid, zijn ze dragers
van duurzaam inkopen en social return, en leveren ze een bijdrage aan kwaliteitsverbeteringen.
In 2011 en volgende jaren moeten extra besparingen en verhoogde doelmatigheid en
professionaliteit gerealiseerd worden. Dit kan worden bereikt door nog meer gemeenschappelijke
inkoop- en aanbestedingstrajecten, bundeling van inkoopvolume, het rationaliseren van
specificaties en het stroomlijnen van operationele- en inkoopprocessen, zowel gemeentebreed
als binnen de verschillende clusters. Hiervoor is zowel een incidentele als een structurele
investering nodig in de versterking van de gemeentebrede inkoopfunctie.

Raadsdruk Begroting 2011 422


7.7 Personeel en Organisatie
Voor het beste resultaat en een professionele en efficiënte uitvoering van taken is een slanke,
topfitte organisatie nodig met een goed geoliede bedrijfsvoering. De maatregelen die in het kader
van de heroverwegingen getroffen worden zullen ook hun effect hebben op de formatie van de
gemeentelijke organisatie en moeten leiden tot een afname.
De gemeente Amsterdam moet voortdurend inspelen en liefst vooruitlopen op ontwikkelingen als
regionale samenwerking, een krimpend overheidsapparaat, digitalisering, schaarste op de
arbeidsmarkt voor specifieke doelgroepen en hogere eisen van burgers aan de dienstverlening
van de gemeente. Om de burgers beter van dienst te kunnen zijn, wordt verder gewerkt aan een
meer diverse samenstelling van het personeelsbestand.

7.7.1 Personeel
Hieronder worden de ambities en initiatieven op het terrein van personeel en werkgeverschap
weergegeven.

Personeelsontwikkeling
 het opzetten van één gemeentelijk management ontwikkelingsproces voor startende HBO-
ers en academici tot eindverantwoordelijke topfunctionarissen. Het uitvoeren van een
jaarlijkse talentenschouw bij diensten en stadsdelen en aanbieden van passende collectieve
en individuele scholingsmogelijkheden voor managers. Het bevorderen van diversiteit en
mobiliteit tussen diensten en stadsdelen krijgt hierbij speciale aandacht
 het opzetten en deels tot uitvoering brengen van de projecten binnen het in 2009 ontwikkelde
strategisch personeelsbeleid, waarbij bijgedragen wordt aan Eén Amsterdam en Amsterdam
als topfitte en excellente werkgever
 diversiteit blijft prioriteit waar de gemeente structureel concernbreed sterk op blijft inzetten.
Gemeente Amsterdam profileert zich als aantrekkelijke werkgever voor
diversiteitdoelgroepen zoals allochtonen, jongeren en vrouwen
 traineepool 13, met trainees met veelal een multiculturele achtergrond. De traineepool
optimaal inzetten als arbeidsmarktinstrument om de schaarse doelgroepen aan te trekken en
te behouden zoals bijvoorbeeld juristen en ICT'ers
 een verdere uitbouw van de Amsterdam Academie op basis van het in 2009 opgestelde
visiedocument Opleiding in ontwikkeling. Waar nodig opleidingsplaatsen benutten om diverse
kandidaten intern verder op te leiden voor leidinggevende functies op alle niveaus en
specifieke coaching programma’s bieden die hen helpen om goed te functioneren
 verder implementeren en uitvoeren van de nieuwe arbeidsmarktstrategie (werktitel Passie
voor Amsterdam) 2010-2015
 alle diensten en stadsdelen zijn gekoppeld aan het systeem voor gemeentelijke incidenten
registratie (GIR), en voldoen aan alle werkgeversverplichtingen en het kader rondom
Agressie en Geweld. Participeren in de pilot Ketenintensivering Agressie en geweld, dat
gesubsidieerd wordt door Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
 het gemeentelijke stagebeleid wordt herijkt; onder andere wordt bekeken of de stagenorm
aangepast moet worden. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om meer
stageplekken te bieden op MBO niveau 1 en 2. Op deze wijze neemt de gemeente
Amsterdam haar verantwoordelijkheid als groot werkgever binnen de regio

Werkgeverschap
 in het kader van de gemeentebrede heroverwegingsoperatie wordt een project Handhaving
Nieuwe Rechtspositieregeling gemeente Amsterdam (NRGA) uitgevoerd. Het project is in
2010 opgestart. Doelstelling is te voorkomen dat uitgaven voor arbeidsvoorwaarden worden
gedaan die niet zijn gebaseerd op het NRGA
 in 2010 is de besluitvorming afgerond over een sociaal plan voor alle reorganisaties in de
gemeente Amsterdam. Dit vereenvoudigt de besluitvorming over reorganisaties en zorgt voor
een meer eenduidig hanteren van personele effecten bij reorganisaties. De toepassing is in
2010 gestart, maar zal in 2011 op alle reorganisaties van toepassing zijn

Raadsdruk Begroting 2011 423


 in 2011 zal het in samenhang met het sociaal plan ontwikkelde Bureau van Werk naar Werk
volledig operationeel zijn, en de mobiliteit in Amsterdam ondersteunen

Formatie

Jaarekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011


Formatie in fulltime equivalents (fte) 9.263 9.236* 9.220

Onderverdeling formatie 2011


Ten laste van algemene middelen 5.581
100% facilitair doorberekend 1.947
Ten laste van rijksbijdragen 585
Ten laste van overige externe financieringsbronnen 1.107
Totale formatie begroting 2011 9.220
* in de Begroting 2010 is 9.233 als getal voor de formatie opgenomen; dat was exclusief Dienst Noord/Zuidlijn

In de Begroting 2011 neemt, volgens opgave van de diensten en bedrijven, de formatie ten
opzichte van de Jaarrekening 2009 af met 42,7 fte (0,5%). Het verschil tussen de begrote
formatie 2011 en de Jaarrekening 2009 is per dienst in het totaal overzicht opgenomen. De cijfers
betreffen de rompbegroting, dus zonder de effecten van prioriteiten en posterioriteiten.
Ruim 18% van de benodigde formatie komt ten laste van rijksbijdragen dan wel andere externe
financieringbronnen en komt dus niet ten laste van de algemene middelen. Daarnaast wordt van
de totale formatie 21 procent 100% facilitair doorberekend.

Afname formatie
Door de verzelfstandiging van het onderdeel Parkeerbeheer van de Dienst Stadstoezicht is de
formatie van die dienst verlaagd met 283,2 fte naar 315,4 fte. Door de te verwachten uitplaatsing
van Binnenwaterbeheer naar Waternet zijn de cijfers voor 2011 en verdere jaren van deze dienst
buiten de totaalcijfers gehouden. Dat leidt tot een daling in de formatie over 2011 van 163,0 fte.
Verder zal naar verwachting het ambulancepersoneel van de Geneeskundige en
Gezondheidsdienst uitgeplaatst worden en de Bestuursdienst slanker worden.

Toename formatie
Sommige diensten en/of bedrijven (zoals AEB, DPG, DWI, Stadsarchief, SHP, DICT, DFM en
DMO) laten een stijging zien van de formatie door enerzijds afstemming van de bezetting op de
formatie en anderzijds uitbreiding van taken. De belangrijkste stijgingen per dienst of bedrijf zijn in
3
de tabel hieronder opgenomen .

Dienst/bedrijf Toename Reden toename


In fte
Afval- en Energiebedrijf (AEB) 16,9 Een belangrijk deel van de nieuwe extra taken als gevolg van
de nieuwe centrale (HRC) –onderhoud, productie et cetera –
werd door inhuur van externen opgevangen. Om de kennis
intern te borgen en het uitgangspunt dat de bedrijfsvoering
van de nieuwe installatie door eigen personeel moest
plaatsvinden, is de formatie uitgebreid met 16,9 fte.

Dienst Persoons- en Geo-informatie 14,0 De toename bij de Dienst Persoons- en Geo-informatie is een
(DPG) gevolg van de uitbreiding van de Stadspool Burgerzaken met
14 fte, die mede op verzoek van de stadsdelen plaatsvond.

Dienst Werk en Inkomen (DWI) 197,5 Het verschil wordt veroorzaakt doordat de afdeling Educatie &
Inburgering (E&I) is overgegaan van DMO naar DWI (dit

3
Zie voor gedetailleerde formatiegegevens de cijfermatige overzichten.

Raadsdruk Begroting 2011 424


betreft 36 fte). Verder heeft er een uitbreiding plaatsgevonden
bij het in eigen beheer uitvoeren van re-integratietaken zoals
VSA carrousel en Herstelling (dekking niet uit algemene
middelen), voorheen werden deze taken uitbesteed. Als
gevolg van de economische crisis stijgt het aantal klanten
sterk. De persoonskosten voor de formatie van DWI nemen
toe me € 1 miljoen per 1000 klanten. De verwachte stijging in
2011 ten opzichte van de Jaarrekening 2009 bedraagt 7.000
klanten.
Stadsarchief 43,7 De uitbreiding is grotendeel het gevolg van de overgang van
het Bureau Monumenten en Archeologie van de dienst Milieu
en Bouwtoezicht naar het Stadsarchief (41,12 fte).
Servicehuis Personeel 38,9 De personeelsomvang van het Servicehuis Personeel is
gekoppeld aan het aantal medewerkers in de gemeente
Amsterdam dat gebruik maakt van het digitale
personeelssysteem Mijn Personeelsnet (MPN). Op 1 januari
2010 maakten 8.150 medewerkers gebruik van MPN. Eind
2010, als alle diensten en stadsdelen gebruikmaken van
MPN, zijn dat er 14.950. Als gevolg daarvan bedraagt de
groei van de personeelsomvang van het Servicehuis
Personeel in 2010 38,9 fte. De betreffende functies worden
ingenomen door de P&O medewerkers van de deelnemende
diensten en stadsdelen die in dienst komen bij het
Servicehuis.
Dienst ICT (DICT) 112,7 Als onderdeel van het realisatieplan en door een toename van
taken (samenhang in de ICT infrastructuur en
informatievoorziening) van de DICT stijgt de formatie.

Dienst Facilitair Management 57,0 Het verschil tussen de formatie van de Jaarrekening 2009 en
(DFM) de Begroting 2011 heeft te maken met de reorganisatie van
DFM in december 2009. De totale formatie van DFM was tot
aan de reorganisatie 244,75 fte, in de nieuwe organisatievorm
is dit een formatie van 201,79 fte geworden (-42,96 fte).
Daarbij komt, zoals ook in de begroting is toegelicht, 100 fte
die flexibel ingezet wordt bij het CCA. Deze flexibele inzet
wordt ingevuld met uitzendkrachten.
Dienst Maatschappelijke 18,7 Bureau Leerplicht Amsterdam is in de loop van 2010
Ontwikkeling (DMO) ondergebracht bij DMO, een toename met 58 fte. Daarnaast
is Educatie & Inburgering met ingang van 1 januari 2010
overgegaan naar DWI, een afname van de formatie met 36
fte.

Externe inhuur
In 2008 en 2009, en bij de heroverwegingen is, mede op basis van de in uw Vergadering
aangenomen moties, een aantal maatregelen genomen om de inhuur van externen te
verminderen. In 2010 is de gedragscode externe inhuur opnieuw vastgesteld en is de inhuur van
externen transparanter gemaakt. In het kader van de heroverwegingen is een structurele
bezuiniging op externe inhuur opgenomen.

Het management is verantwoordelijk voor de uitvoering van de aan haar opgelegde primaire en
ondersteunende taken. Uit de door de diensten en bedrijven opgestelde ramingen blijkt dat
verwacht wordt dat de inhuur van externen verder teruggedrongen kan worden. Ten opzichte van
de Jaarrekening 2009 betekent een verlaging met 45%, in 2012 ten opzichte van 2011 een
verlaging met nog eens 12% en in 2013 ten opzichte van 2012 een verlaging met nog eens 3%.
Uitgaande van de Begroting 2014 betekent dat de inhuur van externen ten opzichte van de
Jaarrekening 2009 zal dalen met 53,5 procent.
De besparing wordt, uitgaande van de ramingen van de diensten en bedrijven, voornamelijk
gerealiseerd door het terugdringen van de inhuur van interim managers, organisatie- en
formatieadvies, communicatieadvies en specifieke beleidsexpertise. Ook de advisering op ICT
gebied wordt sterk teruggedrongen.

Raadsdruk Begroting 2011 425


DICT
Bij de Dienst ICT is in de Begroting 2011, conform de werkwijze bij de jaarrekening van het SHI,
een bedrag voor externe inhuur opgenomen. In de loop van 2010 wordt bezien of en in hoeverre
die inhuur valt onder uitbesteding. In verband met het aantal te vervullen vacatures (65) zijn die
vacatures voorlopig opgevuld door inhuur van externen.

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer


Voor de jaren 2012-2014 is door DIVV geen prognose aangeleverd, aangezien de inhuur
grotendeels word bepaald door de uitvoering van specifieke taken bij projecten. Hierin kunnen
belangrijke autonome schommelingen ontstaan door exogene factoren.

Inhuur externen onderverdeeld naar Rekening**) Begroting


categorieën
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Interim management 4.448 1.575 815 693 693 693
Organisatie- en formatieadvies 1.457 641 489 385 385 385
Beleidsonderbouwend onderzoek 1.080 100 100 0 0 0
Beleidsondersteuning 4.011 1.867 1.737 1.863 1.845 1.838
Specifieke beleidsexpertise 6.709 3.988 1.991 473 473 473
Communicatieadvies 2.221 1.222 985 978 978 978
Juridisch advies 1.189 721 676 653 653 653
Advisering ICT 19.951 18.565 12.029 11.148 11.148 11.148
Advies accountancy, financiën en AO 2.291 1.484 679 171 171 171
Uitzendkrachten 48.581 33.636 29.652 27.122 26.044 26.028
Totaal*) 91.938 63.799 49.152 43.486 42.390 42.367

Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim geeft in 2010 ten opzichte van 2009 een daling te zien. In 2011 wordt een
lichte stijging voor het totale ziekteverzuim verwacht en het gelijk blijven van percentage voor het
verzuim korter dan één jaar.

Rekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011


Verzuimpercentage korter dan één jaar 5.2% 4.6% 4.6%
Verzuimpercentage inclusief verzuim langer 5.8% 5.2% 5.3%
dan één jaar

7.7.2 Organisatie
Hieronder worden de ambities en initiatieven op het terrein van organisatieontwikkeling
weergegeven.

Organisatieontwikkeling
 door de heroverwegingsoperatie 2010 -2014 zal de gemeentelijke organisatie slanker en
flexibeler worden, gericht op een efficiënte uitvoering van de kerntaken van de gemeente.
Ontwikkelingen hierbij zijn het verminderen van de externe inhuur, een herpositionering van
de facilitaire diensten, het verminderen van het aantal diensten (onder andere door
normering van de diensten op het gebied van overhead en personeelslasten, en
positioneringsonderzoeken bij de Haven en gemeentelijke bedrijven), het éénduidig beleggen
van taken en verantwoordelijkheden, het professionaliseren van werkprocessen en een
kleinere Bestuursdienst
 onder de noemer Eén Amsterdam wordt gewerkt aan verbetering van de samenwerking
tussen centrale stad en stadsdelen. De zeven stadsdelen zullen werken aan een
zogenaamde ‘convergentieagenda’ inzake bedrijfsvoering, organisatieontwikkeling,
dienstverlening en strategische visie. Daarnaast zullen diensten en stadsdelen hun
samenwerking verbeteren door een herverdeling van taken en verantwoordelijkheden en
geprofessionaliseerde opdrachtrelaties

Raadsdruk Begroting 2011 426


 ten behoeve van de versterking van de positie van Amsterdam in de regio worden
organisatievormen en bijbehorende besturingsmodellen onderzocht voor regionale
samenwerking en verdere metropoolvorming
 daarnaast wordt gewerkt aan uniformering en normering van de bedrijfsvoering en een
bijbehorende besturingsfilosofie. Het is van belang de visie op control uit te bouwen op het
gebied van financiële, bedrijfsvoerings- en beleidscontrol en de handhaving te verstevigen

7.8 Informatie en communicatietechnologie


7.6.1 Instelling van de Dienst ICT
Op 8 december 2009 heeft ons College ingestemd met het Reorganisatieplan dat was gericht op
de instelling van de Dienst ICT. In deze nieuwe dienst zijn het ICT-beleid en de ICT-uitvoering per
1 januari 2010 samengebracht. Dit besluit was het gevolg van de constatering in 2008 dat de ICT
én de ICT-organisatie in Amsterdam ernstig versnipperd waren geraakt. Ook de
informatiebeveiliging bleek een groot punt van zorg voor de stad te zijn. De gemeente
Amsterdam kan mede hierdoor niet adequaat reageren op nieuwe landelijke wetgeving, die soms
grote consequenties heeft voor de informatiehuishouding. De achterstand ten opzichte van
andere grote informatie-intensieve organisaties dreigt nog te groeien, omdat Amsterdam de
trends in de IT niet kan volgen en niet weet te profiteren van haar schaalgrootte.

7.8.2 Inrichting van de Dienst ICT


De Dienst ICT is per 1 januari 2010 opgericht en voert een aantal werkzaamheden met een
onderscheidend karakter uit namelijk Basisdiensten, Informatiemanagement, Besturing &
Architectuur en daarnaast Management, Bedrijfsvoering en ICT Control.

7.8.3 ICT in Amsterdam


De informatiehuishouding in Amsterdam behoort in vergelijking met andere gemeenten in
Nederland tot de middenmoot van de ‘elektronische overheid’. Er moet nog veel worden gedaan
om de informatiehuishouding op het gewenste basisniveau te brengen teneinde daarmee een
goede bijdrage te kunnen leveren aan de bestuurlijke ambities. Ons College heeft eind 2009
gevraagd om een allesomvattend plan op te stellen. Het Realisatieplan getiteld ICT op Open
Amsterdams Peil is daarvan het resultaat. Het doel van dit realisatieplan is samenhang
aanbrengen in de Amsterdamse informatievoorziening en te standaardiseren. De hoofdpunten
van het realisatieplan zijn:
 de burger centraal, ook digitaal
 Amsterdam volgt rijksbeleid
 reductie onnodige complexiteit

In het Realisatieplan 2010-2014 is een negental actielijnen beschreven om de gestelde doelen


voor de gehele stad te realiseren. De uitvoering van het plan moet leiden tot substantiële
structurele besparingen op de ICT uitgaven oplopende tot 21,4 miljoen in 2014. Voor de
realisatie van de actielijnen die gericht op het oop orde brengen van de basis is € 60 miljoen
toegekend, ter aanwending in de periode 2011-2014. In de Actualisatie 2010 is een bedrag van
€ 22 miljoen toegekend voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan de ICT en € 2 miljoen
voor de voorbereiding van de uitvoering van het Realisatieplan in 2011.

7.8.4 ICT-stelsel
Een organisatorische randvoorwaarde voor de doelen uit het Realisatieplan is een nieuw ICT-
stelsel. Onder het motto: generiek waar mogelijk, verbijzondering waar noodzakelijk, werkt de
gemeente Amsterdam hieraan. De komende jaren wordt de informatievoorziening in samenhang
ontwikkeld, vormgegeven en beheerd. Een van de veranderingen door de invoering van het ICT-
stelsel is, dat de gemeentelijke organisaties zich voor wat betreft de ICT organiseren in vier
clusters. Clusters vormen binnen het ICT-stelsel de essentiële schakel tussen de stadsdelen en
diensten enerzijds en de Dienst ICT anderzijds. De clusters kennen de primaire processen
van hun diensten en stadsdelen én ze kennen de producten en de dienstverlening van de Dienst
ICT. De centrale opdracht voor de clusters is daarom het verzorgen van de business IT
alignment.

Raadsdruk Begroting 2011 427


De volgende clusters zijn vastgesteld:
 Cluster Besturen & Ondersteunen
 Cluster Stadsdelen
 Cluster Sociaal
 Cluster Ontwikkeling

De clusters zijn in januari 2010 voortvarend van start gegaan, maar de uitdaging is groot en het
op orde krijgen van business IT alignment zal enige jaren in beslag nemen. De komende jaren zal
alle inzet gericht zijn op het creëren van synergie, door het toepassen van het uitgangspunt:
‘uniformeren waar mogelijk, verbijzonderen alleen daar waar noodzakelijk’. Met de besluitvorming
over het Realisatieplan wordt er ook een governance voorgesteld om dit ingrijpende
veranderingsproces en de realisatie van het plan door een Ambtelijk en een Bestuurlijk Overleg
stadsbreed (inclusief diensten én stadsdelen) aan te sturen.

Wegwerken van achterstanden


Over een reeks van achterliggende jaren zijn grote achterstanden opgelopen op het gebied van
aansturing, standaardisering en ICT-control. In 2009 is een ‘schouw’ uitgevoerd, om de
achterstanden in kaart te brengen. Het beleid is de forse achterstanden in 2010 en 2011 met
prioriteit weg te werken. Dit vergt een forse inspanning én investering, hetgeen in de begroting
duidelijk tot uitdrukking komt.

Herinrichting van beheerprocessen


Daarnaast worden ook de beheerprocessen en de organisatie opnieuw ingericht, waarmee de
borging plaatsvindt van de resultaten die in het wegwerken van het achterstallig onderhoud op
het gebied van infrastructuur worden bereikt.

Professionalisering en portfoliomanagement
Voorts wordt doorgebouwd op een aantal dringend noodzakelijke (gemeentebrede) zaken, zoals
professionalisering ICT stelsel, generieke voorzieningen, het op orde brengen van de
basisregistratie, projectportfoliomanagement, waar de afgelopen jaren al een start mee was
gemaakt. Echter, het regime wordt anders: in plaats van deelname op basis van vrijwilligheid
wordt het Ambtelijk Team verantwoordelijk voor prioriteringen en kunnen diensten en stadsdelen
niet meer autonoom besluiten nemen over investeringen en vervangingen.

Functiegebonden beleid en sturing


Functiegebonden beleid betekent, dat voor dezelfde soort personele functies een centraal
bepaalde standaard uitrusting geldt qua hardware, software en telefonie. De uitvoering van dit
beleid vindt plaats op basis van normen. Dit maakt centrale financiering mogelijk, waarmee veel
administratieve rompslomp (interne doorbelasting, facturering, betalingen, controles en
dergelijke) wordt teruggedrongen.

7.8.5 Open source


In 2009 is op verzoek van uw Vergadering onderzoek gedaan naar de mogelijkheid en
wenselijkheid van overschakeling op open standaarden en open source alsook naar de
inspanningen die moeten worden gedaan om de Open Werkplek als standaard service aan te
bieden. Dat is uitgemond in een geslaagde praktijkproef bij de (voormalige) Dienst Wonen en het
stadsdeel Zeeburg. Dat onderzoek heeft echter ook uitgewezen, dat Amsterdam eerst
gemeentebreed de technische voorwaarden moet scheppen om de ambities met betrekking tot
open source door te kunnen voeren. Eerst zal, zoals de uw Vergadering ook al constateerde, een
grootschalige operatie moeten plaatsvinden om te standaardiseren en te consolideren. Daarbij
gaat het niet alleen om standaardisatie van de ‘harde’ ICT, maar met nadruk ook om de
organisatie en de aansturing van de informatievoorziening. Een en ander betekent ook dat – met
in achtneming van aanbestedingsregels – contracten met ‘closed leveranciers’ niet uitgesloten
worden en dat investeringen hierin voor de komende periode nodig zijn om te consolideren en
actualiseren.

Raadsdruk Begroting 2011 428


7.8.6 ICT-Concerncontrol
Doel is om de ICT-uitgaven toekomstvast te laten zijn, vooral door te komen tot synergie en
samenhang in de inrichting van de ICT-infrastructuur en de informatievoorziening. Maar ook door
het vermijden van desinvesteringen of onnodige uitgaven. Bij het besluit tot instelling van de
Dienst ICT heeft het College aangegeven, dat alle ICT investeringen voortaan ter fiattering aan
de directeur van de Dienst ICT moeten worden voorgelegd. De inrichting van de ICT-
concerncontrol is randvoorwaardelijk om dit te borgen. In 2010 wordt een ICT-concerncontroller
geworven en gestart met de inrichting van de ICT-concerncontrol.
Uiterlijk in 2011 zullen – conform de principes van de P&C – de kaders en richtlijnen voor de inzet
van standaard ICT-voorzieningen worden verstrekt, zodat diensten en stadsdelen hiermee
rekening kunnen houden bij hun plannen en Begroting 2012, maar ook bij hun lopende
activiteiten. De eerste kaders en richtlijnen worden opgesteld door de Dienst ICT in
samenwerking met de ICT-clusters, die worden vastgesteld in het Ambtelijk Team – ingaand 1
oktober 2010.

7.9 Communicatie
Communicatieafdelingen van de gemeentelijke diensten en bedrijven functioneren over het
algemeen naar behoren. Communicatie heeft veelal een centrale plaats in de verschillende
organisaties als een geïntegreerd onderdeel van beleid en uitvoering. Daarom zal jaarlijks het
behoud en de ontwikkeling van de kwaliteit van de communicatie en van de daarbij betrokken
medewerkers bewaakt moeten worden. Aandacht voor de huisstijl, die weliswaar gemeentebreed
goed wordt toegepast, verschuift naar handhaving en verdieping en zal ook komend jaar de
aandacht vragen. Het ABC en de directie Communicatie van de Bestuursdienst spelen ten
aanzien van deze kwaliteitsaspecten een centrale rol.

Ons College wil de burgers bij het beleid betrekken maar tegelijkertijd ook op de eigen
verantwoordelijkheid wijzen. Daarom is het van belang dat die eigen verantwoordelijkheid een
praktische inhoud krijgt. De burgers moeten niet alleen nauwer bij het bestuur betrokken worden,
ze moeten ook de ruimte krijgen eigen oplossingen te bieden. Vanuit het recente verleden lopen
al enkele ‘communicatielijnen’ die deze inzet kunnen ondersteunen.

Per beleidsthema wordt op verschillende niveaus van intensiteit gecommuniceerd.


Communicatie over de uitvoering van beleid moet in principe uitgevoerd worden door de
bestaande formatie van de diensten en bedrijven – inclusief die van de directie communicatie van
de bestuursdienst – en de kosten bestreden uit de beschikbare budgetten.
Bij projectcommunicatie moet per project bekeken worden wat er nodig is om voldoende impact
te kunnen hebben. Als regel geldt dat 3 tot 5% van het betreffende beleidsbudget gereserveerd
wordt voor communicatie. Daarmee wordt voorzien in gebruik van eigen media, extra publicitaire
aandacht, intensivering van publiekscommunicatie (activiteiten en bijeenkomsten) en ingekochte
externe media.

Campagnecommunicatie gaat om brede publiekscampagnes met een substantiële tijdsduur. Hier


is sprake van een brede inzet van de eigen media, woordvoering, publieksevenementen,
management by speech en ingekochte media (RTV, print en digitale media).

Raadsdruk Begroting 2011 429


8 Duurzaamheid
8.1 Inleiding
Duurzaamheid en milieu staan bij ons College ook tijdens de economische crisis hoog op de
agenda. Wij zien de kansen die het huidige tijdsgewricht biedt, ook al is de omgeving onzeker
en moeten de financiële risico’s goed afgewogen worden. Daarom kiezen wij, zoals we
aangeven in het programakkoord, voor economisch groeien, voor sociaal versterken en voor
duurzaam investeren. De rol van de gemeente als uitvoerende en handhavende partij op het
gebied van klimaat, energie, luchtkwaliteit en milieu, naast de marktpartijen en het rijk, is
gecompliceerd, veelomvattend en uitdagend. Voor het beleid waarmee vorm gegeven wordt
aan deze rol zijn wij voornemens het Duurzaamheidsprogramma 2010-2014 te ontwikkelen.
De basis voor dit programma leggen wij in het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de
stad. Hierin kondigen wij aan geld vrij te zullen maken uit het Amsterdams Investeringsfonds
voor stedelijke ontwikkeling, bereikbaarheid, economie en innovatie, klimaat, duurzaamheid
en luchtkwaliteit, maar ook voor onderwijs, armoedebestrijding, de wijkaanpak, openbare
ruimte en veiligheid en groen. Dit weerspiegelt de wens van ons College de balans te vinden
tussen het welbevinden van mensen, de zorg voor het milieu en economische voordelen, kort
gezegd, de balans tussen people, planet en profit. Alleen dan kan er met recht van duurzame
ontwikkeling gesproken worden.

8.2 Duurzaamheid in de planning en controlcyclus


Paragraaf Duurzaamheid
Ons College zal uitvoering geven aan de verdere ontwikkeling van de paragraaf
Duurzaamheid. Deze paragraaf moet uiteindelijk een overzicht gaan geven van de totale
gemeentelijke activiteit op het gebied van klimaat, energie, luchtkwaliteit en milieu, zowel voor
het op burgers en bedrijven gerichte beleid als voor de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het
gaat met name om beleidslijnen en indicatoren die van belang zijn voor het realiseren van de
doelstellingen. Uit zijn aard komt de informatie over duurzaamheid veelal versnipperd voor in
de begroting en de jaarrekening en is daardoor minder inzichtelijk voor uw Vergadering. Het
is de bedoeling dat uw Vergadering op deze plaats integrale informatie krijgt om zijn
kaderstellende en controlerende rol ook op het gebied van duurzaamheid waar te maken.

Duurzaamheidsverslag in jaarrekening
Enkele jaren geleden uitte ons College de wens om op termijn een duurzaamheidsverslag op
te nemen in de financiële jaarrekening. In de Jaarrekening 2009 ging die wens in vervulling,
want daarin werden de hoofdlijnen opgenomen van Kwaliteit van leven in een compacte stad,
het derde duurzaamheidsverslag – over 2009 – dat door de gemeente Amsterdam is
uitgebracht. Deze lijn zetten wij voort en het duurzaamheidsverslag over 2011 zal op
hoofdlijnen opgenomen worden in de Jaarrekening 2011.

Programmataken
Er vindt een verschuiving plaats in de verantwoordelijkheden voor klimaat en luchtkwaliteit.
Per 1 juli 2010 zijn die voor klimaat en energie overgegaan naar de directeur van de Dienst
Ruimtelijke Ordening en per 1 januari 2011 zal de directeur van de Dienst Infrastructuur,
Verkeer en Vervoer als opdrachtgever voor luchtkwaliteit gaan optreden.

Handhavingsketen milieu
Voor de handhavingsketen geldt: decentraal wat kan, centraal wat moet. Als resultante
daarvan is in de loop van 2010 een aantal milieutoezichthouders voor de niet-complexe
inrichtingen overgegaan naar de stadsdelen. De taken voor Bouw- en WoningToezicht in de
grootstedelijke gebieden zullen in dit verband in de komende periode nader worden bezien.
Deze ontwikkeling past in de voorbereidingen van de komst van een Regionale
Uitvoeringsdienst (RUD) per 2012. Het zwaartepunt van deze voorbereiding zal in 2011
liggen.

8.3 Naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering


Ons College heeft duidelijke doelstellingen voor de duurzaamheid van de onderdelen van de
gemeente Amsterdam. De informatievraag die de diensten en bedrijven bij de begroting en de
rekening wordt voorgelegd richt zich uiteraard op de belasting die de gemeentelijke
organisatie zelf vormt voor het milieu, om deze belasting te kunnen verminderen of zelfs

Raadsdruk Begroting 2011 430


vermijden. Het uiteindelijke doel is een duurzame gemeentelijke bedrijfsvoering die het
mogelijk moet maken dat de gemeentelijke organisatie in 2015 klimaatneutraal is. Ons
College onderschrijft de opvatting dat de gemeentelijke organisatie een voorbeeldfunctie te
vervullen heeft op het terrein van duurzaamheid, maar beseft tegelijkertijd dat het rapporteren
over prestatie-indicatoren met betrekking tot duurzaamheid in het algemeen nog in de
kinderschoenen staat. In een proces van trial and error ontwikkelen wij een op de
Amsterdamse situatie toegesneden methodiek. Voor de diensten en bedrijven zal ter
ondersteuning bij hun verslaglegging over 2010 een nieuwe versie van een Handboek
Duurzaamheid beschikbaar zijn, dat overigens niet alleen dient als handleiding, maar ook een
verzameling is van goede Amsterdamse voorbeelden.

8.4 Monitor Duurzaam Inkopen 2010


In januari 2011 zal VROM de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 uitvoeren bij de Nederlandse
overheidsinstanties (ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen en grotere
onderwijsinstellingen). Bij deze monitor worden alle meervoudig onderhandse
aanbestedingen betrokken – vanaf € 50.000 voor diensten en leveringen en € 100.000 voor
werken –, die vallen binnen de 45 productgroepen waarvoor AgentschapNL
duurzaamheidcriteria heeft vastgesteld. Aanbestedingen worden als duurzame
aanbestedingen aangemerkt als alle minimumeisen voor de productgroepen zijn toegepast.

Het ministerie zal de resultaten van de monitor voorjaar 2011 per overheidscategorie
presenteren. Ons College beschouwt de monitor als een belangrijke benchmark voor de
plaatsbepaling van de gemeente Amsterdam met betrekking tot duurzaamheid en draagt de
gemeentelijke diensten en bedrijven dan ook op nauwkeurig opgave te doen van de
gevraagde gegevens. Dat laatste temeer daar de monitor ook fungeert als de nulmeting voor
de doelstelling die een speerpunt is voor de komende jaren.

Deze doelstelling luidt: In elk inkooptraject is duurzaamheid mee gewogen en waar mogelijk
vertaald in inkoopcriteria of contractvoorwaarden. Voor gemeenten geldt als doelstelling dat
van alle binnen voornoemde 45 productgroepen vallende aanbestedingen in 2010 (naar
euro’s) 75% duurzaam moet zijn, maar het College wil stapsgewijs toewerken (via een
jaarlijkse stijging van 5%) naar 100% in 2015.

8.5 Duurzaamheidsprogramma 2010-2014


Een duurzaamheidsprogramma is in voorbereiding, dat aansluit op het programakkoord,
waarin ons College de ambitie uitspreekt: In 2014 is de stad duurzaam. De inzet van de
diensten en het energie-/klimaatprogramma maken onderdeel uit van het programma. De
diensten en bedrijven sturen op de eigen lijnresultaten en daar waar nodig wordt
programmatisch gestuurd op onderwerpen als Klimaat en Energie. De diensten en bedrijven
– en ook het nieuwe programmabureau Energie/klimaat – zijn hierbij zelf verantwoordelijk
voor hun eigen bijdrage en het behalen van de eigen doelen. Dit programma heeft een
looptijd van vier jaar en is een natuurlijk vervolg op de huidige plannen en programma’s zoals
het vierjarige Milieubeleidsplan en de wettelijk verplichte Milieuprogramma’s. En bouwt voort
op de inzichten verkregen uit het visiedocument Amsterdam Uitgesproken Duurzaam.
Perspectief voor 2040.

Het programma steunt op vier pijlers.


 Klimaat en Energie
 Mobiliteit en Luchtkwaliteit
 Consumenten en Materialen
 Innovatieve Economie.

Zoals hierboven al werd aangegeven vormt het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de
stad de basis voor het duurzaamheidsprogramma, terwijl het programma op haar beurt weer
thema’s en ambities uit het programakkoord met elkaar verbindt. Het programma vervult de
volgende kernfuncties:
 consistentie (samenhang aanbrengen tussen de acties uit de ondersteunende
programma’s)
 monitoring (kwantificeren van de bijdragen aan de overall doelstelling)

Raadsdruk Begroting 2011 431


 participatie (vorm geven aan het streven naar een duurzame stad en verbinden van de
stakeholders op dit onderwerp)
 efficiency en financiering (stimuleren waardevermeerdering en kostenverlaging)
 innovatie (creëren en benutten van kansen)

8.6 Doelstellingen duurzaamheid 2011-2014


In deze subparagraaf zijn de doelstellingen opgenomen die betrekking hebben op
duurzaamheid, zodat er een overzicht ontstaat van de activiteiten die op het gebied van
duurzaamheid in 2011 en latere jaren zullen worden uitgevoerd. Ze zijn gerangschikt onder
de namen van de programma’s en de subprogramma’s waarin ze zijn opgenomen – en daar
vindt u ook de toelichtingen.

8.6.1 Programma Verkeer en infrastructuur

Subprogramma: Goede mobiliteit in de stad

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling 7: Verhogen fietstevredenheid
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Beoordeling fietsers van 7,2 2009 7,2 7,3 7,4 7,5
Amsterdam als fietsstad

Subprogramma: Een aantrekkelijke stad


Programakkoord 2011-2014
Doelstelling 9: Betere luchtkwaliteit in de stad
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Oordeel NSL of Amsterdam op Ont- Ont- Ont- Ont-
schema ligt om doel 2015 te wikkeling wikkeling op wikkeling wikkeling
bereiken (2015: reductie van NO2 op schema schema op schema op
met 0,5 µ / m3 in 2015 door schema
projecten uit VGS)

Doelstelling 10: Groter aandeel voor elektrisch vervoer


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aandeel elektrische in plaats van 0% 4% van
fossiele kilometers in het stedelijk alle
autoverkeer afgelegde
kilo-
meters
elektrisch

8.6.2 Programma Milieu en water

Subprogramma: Milieu

Overige doelstellingen
Doelstelling 1 : In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of
contractvoorwaarden
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Amsterdamse monitor duurzaam inkopen Ambitie is Landelijke 80 % 85% 90% 95%


tenminste monitor met
75%. nulmeting
vindt plaats
in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 432


Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam in de top 5 van de EU
green Capitalstaat
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Positie op EU Amsterdam 4e in 2009 In 2014 is Amsterdam een idem Idem idem
Greencapital list, of toonaangevende stad, waarbij In 2013
evt. andere we in de top 5 eindigen bij de aanvraag
objectieve ranglijst verkiezing EU Green Capital: voor
europese steden -Vaststellen aanpak waarbij de nieuwe
punten verbeterd worden EU Green
waarop we bij de vorige Capital
verkiezing ondergemiddeld voorbereid
scoorden en de sterktes
uitbouwen.
Grondstoffen Duurzaamheidsprogramma
transitie: formuleren, zoals hoeveel %
Geformuleerd doel in minder huidhoudelijk afval en
duurzaamheids- % hergebruik materialen
programma doormiddel van de volgende
acties:
- Vastgestelde
grondstoffenstrategie i.s.m.
andere diensten ( AEB,
Haven, IVV, IBA, OGA).
- Bijdrage aan project haven,
grondstof=afval
- C2C loket en website
geactualiseerd
- concrete project-,
productadvisering
Cradle2Cradle
- rapporteren over
gerealiseerde icoon-projecten
in Amsterdam
Economie en *Duurzame bedrijven kiezen idem idem idem
innovatie: voor Amsterdam
Geformuleerd doel in * Amsterdamse bedrijven
duurzaamheids- werken steeds eco-efficienter:
programma * uitvoering project DEIS
* project Groene Loper
*Duurzaam toerisme
Duurzaamheids- * vaststelling
programmering Duurzaamheidsprogramma
2010-2014
*Projecten Duurzaam- idem Idem idem
heidsprogramma in uitvoering
* Opstellen
duurzaamheidsverslag idem
Duurzaamheid * Kennisnetwerk
verbinden in de stad: duurzaamheid binnen de stad
Goede en steeds onderhouden en versterken
meer * Vormgeven lobby naar
samenwerkingsverba Europa en in Nederland
nden tussen * Externe communicatie
gemeente en (duurzaamheidswebsite)
bedrijfsleven, *Festival Amsterdam
Gemeente en Duurzaam
bewoners versterken *programmamanagement
en verbinden op CUD en SET
duurzaamheid
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Actie plan geluid: Geluidskaart 2007 * Beleid geactualiseerd voor:
- het aantal (ernstig) -Bouwen op geluidbelaste
gehinderden en locaties
slaapgestoorden -Bouwlawaai
t.g.v. wegverkeer -Geluid bij evenementen
- aantal woningen * Uitvoeren actieplan geluid Idem Idem Idem
met geluidbelasting * Opstellen nieuwe geluidkaart
boven 68dB in kader EU richtlijn

Raadsdruk Begroting 2011 433


* Zonebeheer en beleid
Westpoort Idem Idem Idem
* Uitvoeren acties stille
gebieden idem idem idem
Externe veiligheid: * Externe Veiligheid: o.a.
-alle risico’s in beeld groepsrisicobeleid gemeente-
en overal voldoen breed vastgesteld
aan grenswaarde
* Structuurvisie Externe
veiligheid Amsterdam
vastgesteld Idem Idem Idem
* Voorzitterschap Task force
Lucht idem Idem idem
* Adviseren op Wet
milieubeheer procedures op
gebied van Externe veiligheid
en luchtkwaliteit
Energie: Doelen energie en lucht * 10 energievisies maken,
-Van de elders geformuleerd waar Klimaatneutraal bouwen
grootstedelijke een van de scenario’s is.
projecten zal 100% * 4 quickscans milieu en
en van de overige duurzaamheid
projecten zal 70% *2 Pilots Breeam uitvoeren
die bij STAT voor 1 nieuwbouw project en 1
langskomen een vernieuwbouw project.
duurzaamheidsparagr *Milieuplaberum inclusief
aaf kennen toetsing op externe veiligheid
- in de periode 2011- vastgesteld.
2014 5000 woningen *Quickscans uitvoeren en
voorzien van ieder 6 adviseren op ruimtelijke
zonnepanelen projecten met betrekking tot
luchtkwaliteit.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
*Regulering wordt De vergunning- *273 Wabo(deel)- Idem Idem Idem
uitgevoerd rekening verlening is op vergunningen en andere
houdend met de adequaat niveau: reguleringsprocedures
milieurisico’s; waar milieuvergunningen waarvan 158 voor de centrale
nodig worden binnen wettelijke stad.
specifieke termijn: 90% (2007) idem idem idem
*Vergunningprocedures en
voorschriften overige procedures worden
opgelegd voor 100% binnen de
*Procedures worden wettelijke termijn afgehandeld
binnen de wettelijke
termijnen
afgehandeld
* Procedures worden Van de beschikkingen *320 Beschikkingen op BUS-- Idem Idem Idem
binnen de wettelijke op BUSmel-dingen en meldingen en
termijn afgehandeld sanerings- saneringsbeschikkingen
beschikkingen wordt Idem Idem Idem
95% binnen de wet- *250 Evaluatie- en nazorgbe-
telijke termijn schikkingen Idem Idem Idem
afgegeven, van de *750 Beoordelingen bodemon-
evaluatie-beschik- derzoeken en meldingen
kingen 53% (2007) vrijstellingsregeling idem idem idem
*Saneringsbeschikkingen en
beschikkingen op
evaluatieverslagen >98%
binnen de wettelijke termijn

 Milieugerelateerde Bodemtoezicht: 94% *Toezicht bij bedrijven 100% Idem Idem Idem
klachten worden saneringen op beschik- conform planning
adequaat onderzocht; king; Idem Idem Idem
67% op BUS-melding *Behandelling milieu-
bij constatering van gerelateerde klachten: 100%
een gegronde klacht
volgen controle en Bodemtoezicht: 90% idem idem idem
handhaving saneringen op beschikking;
60% op BUS-melding
*Op
bodemsaneringen
wordt toezicht
uitgeoefend
afhankelijk van
complexiteit en
milieurisico’s

Raadsdruk Begroting 2011 434


Functionele kwaliteit * Inventarisatie en
voor grond en beheersmaatregelen
grondwater die spoedlocaties humaan
bijdraagt aan een * Inventarisatie en idem idem
gezondere beheersmaatregelen idem
leefomgeving spoedlocaties ecologisch
* Nazorg Wester- en
Oostergasfabriek Idem Idem
* Onderzoeksfase Idem
saneringsvariant
Zuidergasfabriek
* sanering Zuidergasfabriek
* sanering waterbodem van de Idem Idem
Haarlemmer-trekvaart Idem
* Voortgang sanering
Volgermeerpolder
* Nazorg en optimalisering
nazorg Diemerzeedijk Idem Idem
* midterm-review in het kader Idem
convenant bodem Idem Idem
* nazorg regulier Idem

idem idem
idem

8.6.3 Programma Economie en haven

Subprogramma: Havenexpoitatie
Overige doelstellingen
Doelstelling 4: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe windturbines.

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Extra inkomsten uit windmolens Geen extra April 2010 €0 €0 €0 €0


windmolens
gepland

8.6.4 Programma Stedelijke Ontwikkeling

Subprogramma: Ruimtelijke Ordening

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling Ro5: Amsterdam stabiliseert CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambititie om (ten
opzichte van 1990) in 2025 40% van de CO2 uitstoot te reduceren.
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
In 2013 is de groei van de uitstoot, n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.
die zich jaarlijks voordeed tot staan
gebracht. De neergaande lijn wordt
deze periode ingezet

Overige doelstellingen
Doelstelling Ro7 Bewaken stedelijke samenhang (dRO)

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Bewaken functioneel-ruimtelijke Zie tekst


samenhang binnen de stad en met
de regio.

Raadsdruk Begroting 2011 435


Subprogramma: Bouwen

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling Bo3: Klimaat en energie

Subdoelstelling Bo3a: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Duurzaamheid substantieel Jaar 2010 100% 100% 100% 100%


meewegen bij selectie marktpartijen
40% klimaatneutraal in 2010-2014 20% 40% 60% 80%

Subdoelstelling Bo3b: Uitbreiden warmtenet


Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal stadswarmte aansluitingen in 50.387 31-12-2009 5.000 5.000 5.000 5.000
woningequivalent 1)

Subprogramma: Wonen

Programakkoord 2010-2014
Doelstelling Wo3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd
Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014
Aantal labelsprongen in
23.000 2009 17.500 18.500 19.000 20.000
energielabeling sociaal
Concept
Particulier
Convenant
sept 2010
Stimulering
sprogramm
a nov. 2010

8.6.5 Programma Openbare ruimte, groen sport en recreatie

Subprogramma: Groen

Overige doelstellingen
Doelstelling 1: De stadsparken, postzegelparken en het in stand houden van cultuurhistorisch landschap en
groen in en rond onze stad moeten in een optimale conditie zijn om tegemoet te komen aan de wensen van de
stadsmensen voor hun recreatieve en sportieve in- en ontspanning. Daartoe is het van belang dit stedelijk
milieu in stand te houden en uit te breiden. Dit vereist constant een goede kwalitatieve en kwantitatieve zorg.

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014


Uitputting van de middelen wordt 1e kwartaal 8 2
nader bepaald aan de hand van het 2011
voorstel dat begin 2011 wordt
voorgelegd, waarbij de middelen aan
het eind van deze bestuursperiode
voor 100 %l zijn verplicht en voor ca.
80% zijn uitgegeven.

Doelstelling 2: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en van groot belang voor de
recreërende Amsterdammers
Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013
Stijging inkomsten schappen en Professionali Profession Begrotingen Begrotingen Begrotingen Begrotingen
aanpak kostenbeheersing sering en ele op orde op orde op orde op orde
verdienend inrichting
en Gezond Gezond Gezond Gezond
vermogen perspectief perspectief perspectief perspectief
op gang aansturing
schappen schappen schappen schappen schappen
Begrotingen gerealiseer Evaluatie rol Conclusie Nwe Nwe
hebben de d rol beheerorga beheerorga

Raadsdruk Begroting 2011 436


neiging te Amsterdam Amsterdam nisatie in nisate
blijven in metropolita metropolita
stijgen schappen an an
landschap landschap
staat in de gefaseerd
tijgers ingevoerd.

Raadsdruk Begroting 2011 437


Raadsdruk Begroting 2011 438
5 Cijfermatige overzichten
Leeswijzer
Programmabegroting
Baten en lasten per resultaatgebied
Overzicht rentelasten
Subsidiestaat
Subsidies ten laste van de stelposten
Routinematige investeringen
Overzicht van investeringsprojecten waarvan de
kredietverlening aan uw Vergadering zal worden
voorgelegd
Overzicht van investeringsprojecten waarvan de
kredietverlening door ons College zal plaatsvinden
Raming EMU saldo
Personele verantwoording

Raadsdruk Begroting 2011 439


Raadsdruk Begroting 2011 440
Leeswijzer
Met de vaststelling van dit onderdeel van de gemeentebegroting machtigt uw Vergadering
ons College tot het doen van een bepaald bedrag aan uitgaven voor het bereiken van een
bepaald resultaat en de realisatie van de daarmee samenhangende inkomsten.

Het bestaat uit de volgende overzichten:

1. Programmabegroting 2011. Dit is een totaaloverzicht van baten en lasten


2. Baten en lasten per resultaatgebied
3. het overzicht rentelasten 2011
4. de aan derden te verstrekken subsidies:
a. subsidiestaat
b. subsidies ten laste van stelposten
5. de geraamde routinematige investeringen in 2011
6. een overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering
zal worden voorgelegd
7. een overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College
zal plaatsvinden
8. het geraamde EMU-saldo over de jaren 2011 tot en met 2014
9. een personele verantwoording bestaande uit ‘formatie in fte’, ‘ziekteverzuim’ en ‘externe
inhuur’.

Hieronder wordt, indien benodigd, een korte toelichting gegeven op de overzichten.

ad. 2
Dit betreft alle begrotingsposten bij ongewijzigd beleid en een aantal stelposten. De
belangrijkste daarvan zijn opgenomen in ons verdelingsvoorstel voor de invulling van de
structurele en incidentele begrotingsruimte. Na vaststelling door uw Vergadering van de
verdeling van deze ruimte, worden de betreffende begrotingsposten met een afzonderlijke
begrotingswijziging aangepast.

ad. 3
Naast afschrijvingen wordt ook de rente over de door de gemeente aangetrokken
geldleningen, via een omslagstelsel, doorbelast aan de desbetreffende begrotingsposten.

ad. 4
De aan derden te verlenen subsidies zijn als onderdeel van de desbetreffende
begrotingsposten opgenomen in de begroting bij ongewijzigd beleid. In dit afzonderlijke
overzicht wordt daarvan een nadere specificatie opgenomen. Met de vaststelling hiervan
machtigt uw Vergadering ons College tot subsidieverlening.

ad. 5
Kredieten voor routinematige investeringen worden door uw Vergadering verleend met de
vaststelling van de begroting bij ongewijzigd beleid. Het betreft reguliere
vervangingsinvesteringen dan wel investeringen met een jaarlijks terugkerend karakter.

ad. 6
Bij de begroting wordt een overzicht opgenomen van niet routinematige investeringen, welke
geen grote bestuurlijke impact hebben en waarvan de financiële dekking volledig is geregeld.
Bij de projecten is een zodanige toelichting gevoegd dat uw Vergadering een goed inzicht
krijgt in de aard van het project. Indien uw Vergadering daarmee instemt zal de
kredietverlening plaatsvinden door ons College.

ad. 8
Met ingang van 2006 moeten de gemeenten in hun begroting een driejaarsraming opnemen
van hun eigen EMU-saldo waarmee landelijk inzicht wordt verkregen in het deel van het
financieringstekort dat veroorzaakt wordt door gemeenten.

Raadsdruk Begroting 2011 441


Raadsdruk Begroting 2011 442
Programmabegroting 2011

Raadsdruk Begroting 2011 443


Raadsdruk Begroting 2011 444
Programmabegroting 2011
Rekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011
€ € €
Openbare orde en veiligheid 127.246.377 122.453.827 110.953.209
Werk en inkomen 1.017.297.463 1.108.478.410 1.093.309.230
Zorg 380.681.455 366.172.929 380.264.259
Educatie & jeugd en diversiteit 262.454.944 268.035.818 194.538.150
Verkeer en Infrastructuur 512.818.458 543.781.870 439.335.860
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 69.429.746 65.443.060 44.639.420
Cultuur en monumenten 141.504.262 138.216.077 130.590.977
Milieu en water 429.104.540 516.623.454 482.446.721
Economie en haven 136.944.284 120.606.664 108.582.875
Facilitair en bedrijven 346.461.896 298.794.074 315.910.773
Stedelijke ontwikkeling 433.965.885 357.916.675 209.040.270
Bestuur en concern 105.546.096 93.134.965 85.078.645
Dienstverlening 72.775.128 67.606.215 67.164.928
Totaal lasten 4.036.230.534 4.067.264.038 3.661.855.317

Openbare orde en veiligheid 31.811.280 11.374.780 10.525.720


Werk en inkomen 781.800.365 829.892.250 829.025.080
Zorg 203.409.592 171.422.990 141.011.069
Educatie & jeugd en diversiteit 146.690.372 97.857.550 74.379.260
Verkeer en Infrastructuur 742.948.786 388.880.860 232.304.490
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 9.788.241 3.905.680 2.423.380
Cultuur en monumenten 13.500.880 12.196.390 12.457.940
Milieu en water 405.699.897 482.326.610 445.181.157
Economie en haven 154.831.917 137.368.260 130.091.870
Facilitair en bedrijven 327.900.648 287.442.076 291.355.712
Stedelijke ontwikkeling 352.166.788 266.696.331 201.327.682
Bestuur en concern 30.104.034 18.162.210 8.648.527
Dienstverlening 36.657.747 28.541.760 30.145.915
Totaal baten 3.237.310.547 2.736.067.747 2.408.877.802

Saldo lasten en baten 798.919.987 1.331.196.291 1.252.977.515

Algemene dekkingsmiddelen
Uitkering gemeentefonds 1.463.489.563 1.516.774.933 1.533.298.286
Uitkering stadsdeelfonds -631.138.135 -637.521.885 -624.756.890
Belastingen 149.327.249 145.697.860 148.006.130
Erfpacht 123.790.691 202.839.860 110.833.890
Financiering 122.977.422 77.130.320 90.292.269
Deelnemingen 41.871.567 13.148.750 25.629.170
Overige algemene dekkingsmiddelen 479.325.671 3.445.396 -21.608.809
Totaal algemene dekkingsmiddelen 1.749.644.028 1.321.515.234 1.261.694.046

Resultaat voor onttrekking/toevoeging aan reserves 950.724.041 -9.681.057 8.716.531


Onttrekkingen aan reserves 1.047.946.327 425.283.116 565.320.484
Toevoegingen aan reserves -1.872.689.707 -415.602.059 -574.037.015

Resultaat na onttrekking/toevoeging aan 125.980.661 0 0


reserves
Niet in de Rekening 2009 verwerkte reserverings- 4.600.000
voorstellen
Resultaat na verwerking 121.380.661

Raadsdruk Begroting 2011 445


Raadsdruk Begroting 2011 446
Baten en lasten per programma

Raadsdruk Begroting 2011 447


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Openbare orde en veiligheid

Sub-programma 10.1 Openbare orde en veiligheid


1400301 Projecten veiligheidsbeleid 0,00 0 0
1400304 Commissies en secretariaten politieorganen 460.332,00 457.480 445.500
1400601 Veiligheidsplan 24.553.027,00 22.655.607 22.197.347
1400605 Informatiehuishouding radicalisering 520.275,00 500.680 1.142.770
1400606 Bestuurlijke bestrijding (georganiseerde) criminaliteit 5.122.465,00 5.560.050 1.645.132
1400607 Vreemdelingenbeleid 2.398.661,00 1.121.280 528.340
1400610 Stedelijk project Toezicht en Handhaving 3.733.388,00 400.000 0
1400611 Aanpak Wallengebied 0,00 5.500.000 0
6200403 Jeugd en Veiligheid 8.891.903,00 8.324.200 7.975.940

9801002 Dotatie reserve Aankopen Van Traa-team (BDA) 7.432.000,00 0 0


9801018 Dotatie reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving 317.888,00 0 0
9801024 Dotatie reserve OOV (BMO) 3.196.503,00 0 0
Subprogramma 10.1 Openbare orde en veiligheid 56.626.442,00 44.519.297 33.935.029

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer


1400303 Nazorg calamiteiten 0,00 0 0
Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg


1200101 Brandweerzorg 70.516.488,00 70.729.590 70.890.590
1200103 Kapitaallasten verstrekte geldlening aan Regionale Brandweer Amsterdam Amstelland 2.059.028,00 2.059.030 1.983.740

1200201 Veiligheidsregio 494.301,00 0 0


1200301 Crisisbeheersing 564.918,00 575.160 273.100
1200303 Functioneel leeftijdsontslag Brandweer 7.931.591,00 4.570.750 3.870.750
9801050 Dotatie reserve Brandweer 2.868.610,00 0 0
9801601 Dotatie reserve vakantiegeld (Brandweer) 0,00 0 0
9801603 Dotatie reserve vakantiegeld Brandweer (rekening 2008) 0,00 0 0
Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 84.434.936,00 77.934.530 77.018.180

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding


9801609 Dotatie reserve nieuwe kazerne Westerpark 0,00 0 0
Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 0,00 0 0

Totaal van de lasten 141.061.378,00 122.453.827,00 110.953.209,00


Totaal van de baten 35.400.973,00 11.374.780,00 11.335.189,00
Nadelig saldo 105.660.405,00 111.079.047,00 99.618.020,00

Resultaat voor bestemming 95.435.097,00 111.079.047,00 100.427.489,00


Dotaties 13.815.001,00 0,00 0,00
Onttrekkingen 3.589.693,00 0,00 809.469,00
Resultaatbestemming 10.225.308,00 0,00 -809.469,00
Resultaat na bestemming 105.660.405,00 111.079.047 99.618.020

Raadsdruk Begroting 2011 448


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Openbare orde en veiligheid

Sub-programma 10.1 Openbare orde en veiligheid


1400301 Projecten veiligheidsbeleid 0,00 0 0
1400304 Commissies en secretariaten politieorganen 610.456,00 617.950 613.320
1400601 Veiligheidsplan / GSB 16.633.414,00 6.943.730 6.162.650
1400605 Informatiehuishouding radicalisering 539.830,00 500.680 496.920
1400606 Bestuurlijke bestrijding (georganiseerde) criminaliteit 1.299.494,00 967.870 1.063.610
1400607 Vreemdelingenbeleid 1.743.610,00 0 0
1400610 Stedelijk project Toezicht en Handhaving 2.135.596,00 0 0
1400611 Aanpak Wallengebied 0,00 0 0
6200403 Rijksbijdrage Sociale Integratie en Veiligheid (onderdeel preventie jeugdcriminaliteit) 6.295.223,00 280.000 200.000

9801002 Onttrekking reserve Aankopen Van Traa-team (BDA) 458.309,00 0 0


9801018 Onttrekking reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving 654.839,00 0 209.472
9801024 Ontrekking reserve OOV (BMO) 1.797.655,00 0 599.997
Subprogramma 10.1 Openbare orde en veiligheid 32.168.426,00 9.310.230 9.345.969

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer


1400303 Verhaal kosten nazorg calamiteiten 0,00 0 0
Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg


1200101 Brandweerzorg 0,00 0 0
1200103 Rentebaten verstrekte geldlening aan Regionale Brandweer Amsterdam Amstelland 2.059.028,00 2.059.030 1.983.740

1200201 Veiligheidsregio 494.304,00 0 0


1200301 Crisisbeheersing 325,00 5.520 5.480
1200303 Functioneel leeftijdsontslag Brandweer 0,00 0 0
9801050 Onttrekking reserve Brandweer 678.890,00 0 0
9801601 Onttrekking reserve vakantiegeld (Brandweer) 0,00 0 0
9801603 Onttrekking reserve vakantiegeld Brandweer (rekening 2008) 0,00 0 0
Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 3.232.547,00 2.064.550 1.989.220

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding


9801609 Onttrekking reserve nieuwe kazerne Westerpark 0,00 0 0
Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 0,00 0 0

Totaal van de baten 35.400.973,00 11.374.780,00 11.335.189,00


Totaal van de lasten 141.061.378,00 122.453.827,00 110.953.209,00
Voordeling saldo -105.660.405,00 -111.079.047,00 -99.618.020,00

Resultaat voor bestemming -115.885.713,00 -111.079.047,00 -98.808.551,00


Dotaties 13.815.001,00 0,00 0,00
Onttrekkingen 3.589.693,00 0,00 809.469,00
Resultaatbestemming 10.225.308,00 0,00 -809.469,00
Resultaat na bestemming -105.660.405,00 -111.079.047 -99.618.020

Raadsdruk Begroting 2011 449


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Werk en inkomen

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk


6110101 Sociale Werkvoorziening 80.151.824,00 76.587.000 85.182.000
6110102 Pantar 1.139.008,00 2.939.000 1.491.000
6110106 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen WRA-groep 363.177,00 354.270 152.400
6110109 Werkfonds WIW (DWI) 201.784.130,00 217.300.000 0
6110201 Uitvoeringskosten werkgelegenheid Dienst Werk en Inkomen 59.767.679,00 60.800.000 0
6110404 Voorziening declaratie WIW/Kinderopvang 133.423,00 0 0
6110410 Kinderopvang bijstandsgerechtigden 3.585.610,00 2.404.000 2.329.000
6110412 Stelpost werk (DWI) 2.725.483,00 3.214.000 2.124.000
6110413 Gemeentelijke middelen WWB werkbudget 1.664.983,00 1.750.000 1.750.000
6110415 Gemeentelijk overig 0,00 0 0
6110417 Blijf aan de bal banen (incidentele prioriteit 2010) 0,00 2.000.000 0
6110418 Gemeentelijke bijdrage Participatiebudget (incidentele prioriteit 2010) 0,00 10.700.000 0
6230101 WWB-middelen 0,00 0 154.124.000
6230150 Uitvoeringskosten reintegratie (WPB) 0,00 0 56.554.820
6230201 Inburgering (WPB) 0,00 0 62.050.000
6230250 Uitvoeringskosten inburgering (WPB) 0,00 0 7.866.010
6230301 Educatie (WPB) 0,00 0 7.021.540
6230350 Uitvoeringskosten educatie (WPB) 0,00 0 1.856.110
9804505 Dotatie reserve Huisvesting kinderopvang Triade (DWI) 0,00 0 0
9808030 Dotatie reserve Instapcursussen (DWI) 0,00 0 0
9808101 Dotatie reserve vakantiegeld (Maatwerk) 0,00 0 0
Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 351.315.317,00 378.048.270 382.500.880

Subprogramma 20.2 Inkomen


6100102 Bijstand aan thuiswonende personen van 65 jaar en ouder 27.638.517,00 0 0
6100103 Bijstand aan thuiswonende personen jonger dan 65 jaar 471.781.620,00 560.258.610 530.812.700
6100104 Wet Investeren in Jongeren 0,00 0 22.445.800
6100105 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden 0,00 0 4.323.330
6100110 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers 0,00 0 7.112.170

6100111 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 0,00 0 1.325.160

6100120 Wet inkomensvoorziening kunstenaars 0,00 0 8.737.510


6100202 Bijstandsbesluit zelfstandigen 7.336.434,00 6.036.000 7.595.040
6100301 Bijstand aan ondernemers in de binnenvaart -19.219,00 0 0
6100302 WWB en WFA budget 0,00 0 0
6100303 WWB budget - aanpassing conjunctuur 0,00 0 0
6100304 WWB budget - aanvullende uitkering 0,00 0 0
6100401 Uitvoeringskosten bijstandsverlening Dienst Werk en Inkomen 63.431.728,00 67.898.600 69.644.850
6100501 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden (niet krachtens rijksgroepsregeling) 3.844.810,00 5.660.420 0

6120101 Uitvoering van de Wet Inkomensvoorziening oudere en oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze 4.696.856,00 6.023.340 0
werknemers
6120102 Uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen 1.215.431,00 1.341.560 0
zelfstandigen
6120103 Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars 6.220.442,00 6.080.840 0
6120201 Uitvoeringskosten inkomensvoorzieningen Dienst Werk en Inkomen 3.935.030,00 4.350.200 0
9800117 Dotatie weerstandsvermogen (WWB) 0,00 0 0
9804521 Dotatie reserve vakantiegeld (DWI) 3.112.000,00 3.033.940 0
9804533 Dotatie reserve rechtmatigheidsonderzoeken (DWI) 400.000,00 0 0
9804535 Dotatie reserve WiGo4IT 750.000,00 0 0
9804536 Dotatie reserve projectconsulenten 500.000,00 0 0
9808027 Dotatie reserve geïntegreerde voorziening 1.396.189,00 0 0
Subprogramma 20.2 Inkomen 596.239.838,00 660.683.510 651.996.560

Raadsdruk Begroting 2011 450


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Werk en inkomen

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk


6110101 Rijksbijdrage Sociale Werkvoorziening 76.251.824,00 73.987.000 83.782.000
6110102 Pantar 0,00 0 0
6110106 Rente van verstrekte geldleningen WRA-groep 363.177,00 354.270 152.400
6110109 Werkfonds WIW (DWI) 205.137.561,00 219.100.000 0
6110201 0,00 0 0
6110404 Voorziening declaratie WIW/Kinderopvang 559.427,00 0 0
6110410 Kinderopvang bijstandsgerechtigden 30.581,00 0 0
6110412 Stelpost werk (DWI) 0,00 0 0
6110413 25.202,00 0 0
6110415 Gemeentelijk overig 0,00 0 4.000.000
6110417 Blijf aan de bal banen (incidentele prioriteit 2010) 0,00 0 0
6110418 Gemeentelijke bijdrage Participatiebudget (incidentele prioriteit 2010) 0,00 0 0
6230101 WWB-middelen 0,00 0 151.924.000
6230150 Uitvoeringskosten reintegratie (WPB) 0,00 0 0
6230201 Inburgering (WPB) 0,00 0 59.640.000
6230250 Uitvoeringskosten inburgering (WPB) 0,00 0 0
6230301 Educatie (WPB) 0,00 0 6.800.000
6230350 Uitvoeringskosten educatie (WPB) 0,00 0 0
9804505 Onttrekking reserve Huisvesting kinderopvang Triade (DWI) 320.000,00 320.000 320.000
9808030 Onttrekking reserve Instapcursussen (DWI) 0,00 0 1.500.000
9808101 Onttrekking reserve vakantiegeld (Maatwerk) 0,00 0 0
Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 282.687.772,00 293.761.270 308.118.400

Subprogramma 20.2 Inkomen


6100102 Bijstand aan thuiswonende personen van 65 jaar en ouder 27.638.517,00 0 0
6100103 Bijstand aan thuiswonende personen jonger dan 65 jaar 470.474.546,00 429.672.310 513.512.700
6100104 Wet Investeren in Jongeren 0,00 0 22.445.800
6100105 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden 0,00 0 4.323.330
6100110 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers 0,00 0 7.112.170

6100111 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 0,00 0 1.325.160

6100120 Wet inkomensvoorziening kunstenaars 0,00 0 8.737.510


6100202 Bijstandsbesluit zelfstandigen 6.931.298,00 5.969.500 7.606.950
6100301 Rijksbijdrageregeling ondernemers in de binnenvaart 0,00 0 0
6100302 WWB budget -27.470.863,00 0 -43.630.900
6100303 WWB budget - aanpassing conjunctuur 0,00 69.283.430 0
6100304 WWB budget - aanvullende uitkering 0,00 10.924.070 0
6100401 0,00 0 0
6100501 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden (niet krachtens rijksgroepsregeling) 3.844.810,00 5.660.420 0

6120101 Uitvoering van de Wet Inkomensvoorziening oudere en oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte 4.810.711,00 5.655.950 0
werkloze werknemers
6120102 Uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen 1.249.584,00 1.345.240 0
zelfstandigen
6120103 Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars 6.220.442,00 6.080.840 0
6120201 0,00 0 0
9800117 Onttrekking weerstandsvermogen (WWB) 13.700.000,00 19.000.000 18.600.000
9804521 Onttrekking reserve vakantiegeld (DWI) 2.909.000,00 2.967.180 0
9804533 Onttrekking reserve rechtmatigheidsonderzoeken (DWI) 910.000,00 0 0
9804535 Onttrekking reserve WiGo4IT 0,00 0 750.000
9804536 Onttrekking reserve projectconsulenten 500.000,00 0 0
9808027 Onttrekking reserve geïntegreerde voorziening 0,00 0 530.000
Subprogramma 20.2 Inkomen 511.718.045,00 556.558.940 541.312.720

Raadsdruk Begroting 2011 451


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding
6140101 Bijzondere bijstand 24.313.177,00 23.731.680 14.197.000
6140201 Armoedebeleid 28.299.436,00 27.660.140 22.663.000
6140204 Kwijtschelding afvalstoffenheffing 6.031.373,00 3.743.400 3.718.400
6140206 Stadspas 2.638.494,00 2.562.850 1.853.500
6140207 Woonlastenfonds 5.178.683,00 5.035.000 4.996.000
6140208 Flankerend bijstandbeleid 472.005,00 476.190 473.000
6140209 Uitvoeringskosten armoedebestrijding Dienst Werk en Inkomen 8.523.498,00 8.937.240 10.385.230
6140210 Uitkeringen uit reserves en voorzieningen 232.427,00 402.000 300.000
6140211 Stichting Bijzondere Noden 211.404,00 232.070 225.660
9804534 Dotatie reserve KOA 0,00 0 0
9808028 Dotatie reserve armoede Tang gelden - chronische zieken 400.000,00 0 0
Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 76.300.497,00 72.780.570 58.811.790

Totaal van de lasten 1.023.855.652,00 1.111.512.350,00 1.093.309.230,00


Totaal van de baten 800.349.365,00 852.179.430,00 850.725.080,00
Nadelig saldo 223.506.287,00 259.332.920,00 242.584.150,00

Resultaat voor bestemming 235.497.098,00 278.586.160,00 264.284.150,00


Dotaties 6.558.189,00 3.033.940,00 0,00
Onttrekkingen 18.549.000,00 22.287.180,00 21.700.000,00
Resultaatbestemming -11.990.811,00 -19.253.240,00 -21.700.000,00
Resultaat na bestemming 223.506.287,00 259.332.920 242.584.150

Raadsdruk Begroting 2011 452


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding
6140101 Bijzondere bijstand 1.609.181,00 1.179.370 1.179.000
6140201 3.434.297,00 0 0
6140204 0,00 0 0
6140206 Stadspas 690.070,00 679.850 114.960
6140207 0,00 0 0
6140208 0,00 0 0
6140209 0,00 0 0
6140210 0,00 0 0
6140211 Stichting Bijzondere Noden 0,00 0 0
9804534 Onttrekking reserve KOA 210.000,00 0 0
9808028 Onttrekking reserve armoede Tang gelden - chronische zieken 0,00 0 0
Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 5.943.548,00 1.859.220 1.293.960

Totaal van de baten 800.349.365,00 852.179.430,00 850.725.080,00


Totaal van de lasten 1.023.855.652,00 1.111.512.350,00 1.093.309.230,00
Voordeling saldo -223.506.287,00 -259.332.920,00 -242.584.150,00

Resultaat voor bestemming -211.515.476,00 -240.079.680,00 -220.884.150,00


Dotaties 6.558.189,00 3.033.940,00 0,00
Onttrekkingen 18.549.000,00 22.287.180,00 21.700.000,00
Resultaatbestemming -11.990.811,00 -19.253.240,00 -21.700.000,00
Resultaat na bestemming -223.506.287,00 -259.332.920 -242.584.150

Raadsdruk Begroting 2011 453


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Zorg

Subprogramma 30.0 Zorg


9803812 Dotatie reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0
Subprogramma 30.0 Zorg 0,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg


1200302 Gemeenschappelijke regeling geneeskundige hulp bij rampen 3.023.400,00 3.064.410 2.859.880
1400501 Boedelbeheer 968.604,00 1.067.750 967.670
6110114 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zorg / maatsch. opvang (prioriteit 2010) 0,00 150.000 0

6200301 Maatschappelijke opvang en drugshulpverlening 75.987.480,00 73.220.170 63.742.330


6200302 Subsidies t.b.v. diverse instellingen Maatschappelijke Dienstverlening 350.518,00 250.770 244.930
6200303 Subsidie voor activiteiten ten behoeve van lichamelijk gehandicapten 0,00 10 10
6200313 DWZS Zorg 3.373.534,00 3.454.370 3.258.060
6200803 Wonen, Zorg en Dienstverlening 4.841.992,00 5.892.120 5.025.040
6201102 Wachtgelden subsidieportefeuille Maatschappelijke Gezondheidszorg 0,00 600 600
6201105 Pensionontruimingen 263.115,00 297.430 287.100
6201106 Inkomensbeheer en Uitvaarten 810.857,00 758.800 733.680
6201107 Uitvoeringskosten maatschappelijke zorg Dienst Werk en Inkomen 701.310,00 588.680 626.220
6210102 Centrale opvang asielzoekers/VVTV (vergoedingen) 747,00 0 0
6220101 WMO Hulp bij het Huishouden 60.117.446,00 57.717.520 57.394.720
6220102 Subsidieregelingen in het kader van de WMO -156.120,00 0 0
6220103 Vergoedingen aan stadsdelen in het kader van de WMO 1.044.997,00 1.064.633 1.064.633
6220104 Maatschappelijk meedoen 4.812.362,00 4.385.490 3.324.230
6220105 Eigen kracht conferenties 716.319,00 0 0
6220106 Uitvoering aanpak AWBZ-Pakketmaatregel 0,00 0 6.230.000
6220107 Vrijwilligerswerk 0,00 0 1.193.630
6520101 WMO aanvullend openbaar vervoer 12.891.431,00 13.921.000 14.620.000
6520201 WMO verstrekkingen woonvoorzieningen 17.514.631,00 17.171.860 16.400.010
6520203 WMO apparraatskosten woonvoorzieningen 815.710,00 832.790 0
6520301 WMO verstekkingen vervoersvoorzieningen 18.367.551,00 19.605.110 20.125.920
6520302 WMO apparaatskosten vervoersvoorzieningen 1.451.732,00 1.502.360 0
6520401 WMO overige lasten 7.649.059,00 8.882.360 9.467.390
6520402 WMO Indicaties 4.696.999,00 3.838.000 4.400.000
6520403 DWZS WMO 1.068.290,00 1.084.990 5.847.320
6520404 WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open einde regelingen 1.846.374,00 4.500.000 0
6520501 Stimuleringsfonds gehandicapten 4.743,00 0 0
7140102 Openbare geestelijke gezondheidszorg 21.330.523,00 21.152.050 22.210.290
7140105 Subsidies t.b.v. diverse instellingen gezondheidszorg 564.470,00 577.430 563.990
7140106 Versterking cliëntorganisaties 1.645.907,00 1.791.370 1.750.070
9802309 Dotatie reserve geïntegreerde voorziening 0,00 0 0
9802348 Dotatie reserve Sociale competentietrainingen Taakspel (GGD) 0,00 0 0
9802350 Dotatie reserve Suicidepreventie (GGD) 0,00 0 0
9802351 Dotatie reserve SDQ 5-10 jaar Leraren (GGD) 0,00 0 0
9802352 Dotatie reserve van Wiechen (GGD) 0,00 0 0
9803730 Dotatie egalisatiereserve WMO 988.000,00 282.130 0
9803807 Dotatie reserve HAG (prostitutiecentrum)(DZS) 269.000,00 0 0
9803808 Dotatie reserve Vakantiegeld (DZS) 200.000,00 183.770 0
9803809 Dotatie reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0
9803810 Dotatie reserve Mantelzorgers (DZS) 252.870,00 0 0
9803811 Dotatie reserve vakantiegeld (DZS) 0,00 0 0
9803813 Dotatie reserve eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers 200.003,00 0 0
9803814 Dotatie reserve Eigen Kracht Centrale (DZS) 0,00 0 0
9803815 Dotatie reserve Amsterdam voor Elkaar aanvragen (DZS) 400.000,00 0 0
9803816 Dotatie reserve Maatschappelijke dienstverlening aan thuiswonenden ouderen (DZS) 350.000,00 0 0

9803817 Dotatie reserve WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open-einde regelingen (DZS) 0,00 0 0

9803818 Dotatie vergoeding experiment woningaanpassingen mantelzorgers 0,00 0 0


9803820 Dotatie reserve Geweld achter de Voordeur 793.582,00 0 0
9803821 Dotatie reserve Investeringen Maatschappelijke Opvang (MO) 6.842.523,00 0 0
9803822 Dotatie reserve AWBZ-pakketmaatregel 2.180.000,00 0 0
Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 259.179.959,00 247.237.973 242.337.723

Raadsdruk Begroting 2011 454


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Zorg

Subprogramma 30.0 Zorg


9803812 Onttrekking reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0
Subprogramma 30.0 Zorg 0,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg


1200302 Gemeenschappelijke regeling geneeskundige hulp bij rampen 2.849.169,00 2.853.620 2.650.620
1400501 Boedelbeheer 768.075,00 801.580 795.570
6110114 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zorg / maatsch. opvang (prioriteit 2010) 0,00 0 0

6200301 Rijksbijdrage maatschappelijke opvang en verslavingszorg 62.877.200,00 49.892.040 0


6200302 Subsidies t.b.v. diverse instellingen Maatschappelijke Dienstverlening 0,00 0 0
6200303 Onttrekking reserve Stimuleringsfonds t.b.v. Europees Jaar 0,00 0 0
6200313 DWZS Zorg 0,00 0 0
6200803 Onttrekking aan voorzieningen 47.898,00 0 0
6201102 0,00 0 0
6201105 Pensionontruimingen 6.084,00 23.030 22.860
6201106 Inkomensbeheer en Uitvaarten 736.198,00 727.140 710.210
6201107 0,00 0 0
6210102 Centrale opvang asielzoekers/VVTV (vergoedingen) 7.345,00 0 0
6220101 WMO Hulp bij het Huishouden 7.342.064,00 7.663.250 7.750.000
6220102 0,00 0 0
6220103 0,00 0 0
6220104 Maatschappelijk meedoen -10.535,00 0 0
6220105 Eigen kracht conferenties 0,00 0 0
6220106 Uitvoering aanpak AWBZ-Pakketmaatregel 0,00 0 0
6220107 Vrijwilligerswerk 0,00 0 0
6520101 WMO aanvullend openbaar vervoer 929.590,00 1.100.000 1.150.000
6520201 WMO verstrekkingen woonvoorzieningen 0,00 0 0
6520203 0,00 0 0
6520301 WMO verstekkingen vervoersvoorzieningen 0,00 0 0
6520302 WMO apparaatskosten vervoersvoorzieningen 0,00 0 0
6520401 WMO overige baten 1.079.160,00 0 0
6520402 WMO Indicaties 0,00 0 0
6520403 DWZS WMO 0,00 0 0
6520404 WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open einde regelingen 0,00 0 0
6520501 Stimuleringsfonds gehandicapten 0,00 0 0
7140102 Openbare geestelijke gezondheidszorg 12.858.153,00 11.099.990 12.338.489
7140105 Regiovisie verstandelijk gehandicapten 0,00 0 0
7140106 Versterking cliëntorganisaties 0,00 0 0
9802309 Onttrekking reserve geïntegreerde voorziening 192.949,00 0 0
9802348 Onttrekking reserve Sociale competentietrainingen Taakspel (GGD) 0,00 0 416.290
9802350 Onttrekking reserve Suicidepreventie (GGD) 0,00 0 57.860
9802351 Onttrekking reserve SDQ 5-10 jaar Leraren (GGD) 0,00 0 150.000
9802352 Onttrekking reserve van Wiechen (GGD) 0,00 0 100.000
9803730 Onttrekking egalisatiereserve WMO 1.886.030,00 10.810.880 0
9803807 Onttrekking reserve HAG (prostitutiecentrum)(DZS) 211.566,00 0 0
9803808 Onttrekking reserve Vakantiegeld (DZS) 192.728,00 191.730 0
9803809 Onttrekking reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 36.070 0
9803810 Onttrekking reserve Mantelzorgers (DZS) 418.471,00 252.870 0
9803811 Onttrekking reserve vakantiegeld (DZS) 0,00 0 0
9803813 Onttrekking reserve eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers 141.353,00 0 0
9803814 Onttrekking reserve Eigen Kracht Centrale (DZS) 718.596,00 0 0
9803815 Onttrekking reserve Amsterdam voor Elkaar aanvragen (DZS) 618.807,00 0 0
9803816 Onttrekking reserve Maatschappelijke dienstverlening aan thuiswonenden ouderen (DZS) 161.940,00 0 0

9803817 Onttrekking reserve WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open-einde regelingen (DZS) 1.846.374,00 0 0

9803818 Onttrekking vergoeding experiment woningaanpassingen mantelzorgers 65.770,00 0 0


9803820 Onttrekking reserve Geweld achter de Voordeur 0,00 0 0
9803821 Onttrekking reserve Investeringen Maatschappelijke Opvang (MO) 0,00 0 0
9803822 Onttrekking reserve AWBZ-pakketmaatregel 0,00 0 0
Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 95.944.985,00 85.452.200 26.141.899

Raadsdruk Begroting 2011 455


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg


7110401 Spoedeisende medische hulp 20.994.069,00 20.176.540 19.647.470
7120501 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/Poort/Sarphatihuis 274.555,00 233.370 274.560

7140101 Infectieziekten 29.466.332,00 30.814.970 32.563.370


7140103 Onderzoek gezondheidsbevordering/ -beleid 9.573.321,00 7.368.290 10.393.340
7140201 Milieu & Gezondheid 4.443.197,00 4.231.180 4.330.630
7140202 Algemene gezondheidszorg 4.342.873,00 3.498.290 3.904.760
7140203 Overige activiteiten 6.970.704,00 6.640.716 4.027.796
7140302 Arbo frictiekosten 27.729,00 0 0
7150101 Jeugdgezondheidszorg 57.884.694,00 46.437.500 62.784.610
9802301 Dotatie reserve Gezondheidscentra (GGD) 0,00 0 0
9802305 Dotatie reserve WW-uitkeringen (GGD) 89.950,00 0 0
9802306 Dotatie reserve vakantiegeld (GGD) 3.326.346,00 0 0
9802307 Dotatie reserve Research en Development (GGD) 550.615,00 0 0
9802310 Dotatie reserve streeklaboratorium 0,00 0 0
9802311 Dotatie reserve Friends (programma depressie) (GGD) 0,00 0 0
9802313 Dotatie reserve Samen Starten (GGD) 55.305,00 0 0
9802315 Dotatie reserve Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (GGD) 0,00 0 0
9802335 Dotatie reserve Ontbijt en Lunch Schoolgaande Jeugd (GGD) 0,00 0 0
9802337 Dotatie reserve GGZ-Preventie (GGD) 0,00 0 0
9802338 Dotatie reserve Kidos SO (GGD) 0,00 0 0
9802339 Dotatie reserve Voorzorg (GGD) 114.431,00 0 0
9802345 Dotatie reserve Sport Jeugd (GGD) 576.575,00 0 0
9802346 Dotatie reserve Voeding en Bewegen volwassenen (GGD) 152.614,00 0 0
9802347 Dotatie reserve Tienerzwangerschappen 147.891,00 0 0
9802349 Dotatie reserve Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen met overgewicht (GGD) 0,00 0 0

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 138.991.201,00 119.400.856 137.926.536

Totaal van de lasten 398.171.160,00 366.638.829,00 380.264.259,00


Totaal van de baten 216.398.196,00 184.237.310,00 143.230.259,00
Nadelig saldo 181.772.964,00 182.401.519,00 237.034.000,00

Resultaat voor bestemming 177.271.863,00 194.749.939,00 239.253.190,00


Dotaties 17.489.705,00 465.900,00 0,00
Onttrekkingen 12.988.604,00 12.814.320,00 2.219.190,00
Resultaatbestemming 4.501.101,00 -12.348.420,00 -2.219.190,00
Resultaat na bestemming 181.772.964,00 182.401.519 237.034.000

Raadsdruk Begroting 2011 456


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg


7110401 Spoedeisende medische hulp 20.162.561,00 17.169.440 16.556.660
7120501 Rente van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/Poort/Sarphatihuis 274.555,00 233.370 274.560

7140101 Infectieziekten 25.866.747,00 26.670.120 28.870.680


7140103 Onderzoek gezondheidsbevordering/ -beleid 4.815.384,00 3.441.760 4.492.440
7140201 Milieu & Gezondheid 3.085.322,00 2.994.560 3.020.250
7140202 Algemene gezondheidszorg 3.672.901,00 2.833.110 3.254.000
7140203 Overige activiteiten 4.489.926,00 4.101.120 2.267.380
7140302 Arbo frictiekosten 0,00 0 0
7150101 Jeugdgezondheidszorg 51.551.795,00 39.818.860 56.857.350
9802301 Onttrekking reserve Gezondheidscentra (GGD) 60.694,00 0 0
9802305 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (GGD) 574.995,00 543.000 72.800
9802306 Onttrekking reserve vakantiegeld (GGD) 3.081.746,00 0 0
9802307 Onttrekking reserve Research en Development (GGD) 1.154.334,00 716.000 408.310
9802310 Onttrekking reserve streeklaboratorium 454.530,00 0 0
9802311 Onttrekking reserve Friends (programma depressie) (GGD) 30.250,00 0 17.090
9802313 Onttrekking reserve Samen Starten (GGD) 0,00 113.770 0
9802315 Onttrekking reserve Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (GGD) 19.483,00 0 0
9802335 Onttrekking reserve Ontbijt en Lunch Schoolgaande Jeugd (GGD) 108.279,00 150.000 0
9802337 Onttrekking reserve GGZ-Preventie (GGD) 109.050,00 0 0
9802338 Onttrekking reserve Kidos SO (GGD) 673.406,00 0 93.590
9802339 Onttrekking reserve Voorzorg (GGD) 267.253,00 0 100.000
9802345 Onttrekking reserve Sport Jeugd (GGD) 0,00 0 239.720
9802346 Onttrekking reserve Voeding en Bewegen volwassenen (GGD) 0,00 0 85.930
9802347 Onttrekking reserve Tienerzwangerschappen 0,00 0 57.600
9802349 Onttrekking reserve Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen met overgewicht (GGD) 0,00 0 420.000

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 120.453.211,00 98.785.110 117.088.360

Totaal van de baten 216.398.196,00 184.237.310,00 143.230.259,00


Totaal van de lasten 398.171.160,00 366.638.829,00 380.264.259,00
Voordeling saldo -181.772.964,00 -182.401.519,00 -237.034.000,00

Resultaat voor bestemming -186.274.065,00 -170.053.099,00 -234.814.810,00


Dotaties 17.489.705,00 465.900,00 0,00
Onttrekkingen 12.988.604,00 12.814.320,00 2.219.190,00
Resultaatbestemming 4.501.101,00 -12.348.420,00 -2.219.190,00
Resultaat na bestemming -181.772.964,00 -182.401.519 -237.034.000

Raadsdruk Begroting 2011 457


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Educatie & jeugd en diversiteit

Subprogramma 40.1 Educatie


4220101 Pensioenkosten voormalige kleuterleidsters 127.521,00 237.390 0
4300101 Van Detschool 91.507,00 75.730 0
4310101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting openbaar voortgezet speciaal onderwijs 1.931.395,00 2.441.110 2.620.640
4330101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 2.124.391,00 2.807.370 2.755.390
4410101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting openbaar voortgezet onderwijs 4.074.675,00 4.789.150 5.492.510
4430101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet onderwijs 11.409.014,00 15.042.540 17.893.940
4800401 Overig Stedelijk Onderwijsbeleid 10.796.086,00 5.714.810 3.504.690
4800402 VVE Taalbeleid 38.373.935,00 36.387.680 36.387.680
4800403 Gesubsidieerde instellingen onderwijs 592.671,00 1.139.790 0
4800406 Bureau Servicetaken Onderwijs (DMO) 12.233.944,00 11.991.440 3.272.730
4800407 Nieuwkomersbeleid 552.330,00 0 0
4800408 Apparaatskosten Onderwijs 3.810.521,00 3.167.140 2.092.000
4800409 Uitkeringen uit reserves en fondsen onderwijs 2.027,00 0 2.000
4800410 Voortijdig schoolverlaten 21.501.048,00 13.587.390 6.870.260
4800413 Zorg en Brede School 0,00 2.774.290 4.991.960
4800414 Kwaliteit onderwijs 0,00 6.789.900 788.800
4800415 KBA programma 0,00 0 1.778.540
4800416 Bureau Leerplicht 0,00 0 13.359.810
4800417 Leerlingenvervoer 0,00 0 8.077.130
4800503 Ziektekostenvergoeding gepensioneerden 18.643,00 31.300 0
4800701 Financiële gelijkstelling in het onderwijs 157.310,00 0 0
4800801 Incidentele lasten onderwijshuisvesting 13.473.009,00 16.021.098 16.004.870
4800802 Subsidie kapitaallasten stadsdelen speciaal basisonderwijs 1.503.052,00 1.782.280 2.248.400
4800804 Binnenmilieu schoolgebouwen 0,00 3.400.000 0
4820101 Volwasseneneducatie 13.210.921,00 12.458.230 0
4820103 Inburgeringstrajecten 8.892.626,00 1.631.750 0
6210103 Wet Inburgering 49.646.486,00 61.796.690 0
9803709 Dotatie reserve inburgeringstrajecten 0,00 0 0
9803725 Dotatie reserve Kwaliteit Onderwijs (DMO) 609.645,00 0 0
9803727 Dotatie reserve Taalcoaches (DMO) 0,00 0 0
9803728 Dotatie reserve Bureau Leerplicht Plus (DMO) 3.000.000,00 0 0
9803733 Dotatie reserve Matchpoint 1.255.000,00 0 0
9803735 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd 1.361.055,00 0 0
9803757 Dotatie reserve panden onderwijshuisvesting 0,00 2.690.202 8.080.000
9803779 Dotatie reserve GSB III 400.000,00 0 0
9803781 Dotatie reserve Voor- en Vroegschoolse Educatie 1.100.000,00 0 0
Subprogramma 40.1 Educatie 202.248.812,00 206.757.280 136.221.350

Subprogramma 40.2 Bibliotheken


5100101 Bibliotheken 18.538.039,00 18.880.280 18.643.990
5100103 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Buurtcentra/Stichting Openbare Bibliotheek 8.686,00 1.240 0

9803761 Dotatie reserve Openbare Bibliotheek (DMO) 0,00 0 0


Subprogramma 40.2 Bibliotheken 18.546.725,00 18.881.520 18.643.990

Subprogramma 40.3 Diversiteit


5110201 Organisaties op specifieke terreinen van de emancipatie 1.204.379,00 1.568.630 1.058.920
5110202 Subsidies vrouwenemancipatie 124.862,00 73.430 221.750
5110203 Subsidies homo-emancipatie 304.076,00 216.120 261.090
6110113 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zelforganisaties diversiteit (prioriteit 2010) 0,00 555.000 0

6300102 Allochtonenorganisaties 2.027.352,00 1.879.620 1.666.100


6300108 Diversiteit MGI Wij Amsterdammers -47.748,00 0 0
6300110 Plan van aanpak diversiteitsbeleid (DMO) 2.071.883,00 1.580.680 2.202.980
6300114 Apparaatskosten BIND 0,00 0 1.672.460
6300115 Programma Caribische Amsterdammers 0,00 0 522.500
9220142 Wij Amsterdammers 4.596.646,00 2.638.940 0
9801054 Dotatie reserve Wij Amsterdammers (BMO) 1.114.000,00 0 0
9803726 Dotatie reserve Vrouwenemancipatie (DMO) 0,00 0 0
9803734 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Diversiteit 336.400,00 0 0
Subprogramma 40.3 Diversiteit 11.731.850,00 8.512.420 7.605.800

Raadsdruk Begroting 2011 458


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Educatie & jeugd en diversiteit

Subprogramma 40.1 Educatie


4220101 0,00 0 0
4300101 Rijksbijdrage en overige baten Van Detschool 0,00 0 0
4310101 Onderwijshuisvesting 0,00 0 0
4330101 Rijksbijdrage onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 0,00 0 0
4410101 Onderwijshuisvesting 0,00 0 0
4430101 Onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet onderwijs (huur) 0,00 0 0
4800401 Overig Stedelijk Onderwijsbeleid -5.236.195,00 120.000 120.000
4800402 VVE Rijksbijdrage 46.032.901,00 0 36.387.680
4800403 Overige rijksbijdragen onderwijs 0,00 0 0
4800406 Bureau Servicetaken Onderwijs (DMO) 3.929.658,00 3.885.330 3.272.730
4800407 Rijksbijdragen nieuwkomersbeleid en Antillianen/Arubanen 552.331,00 0 0
4800408 Apparaatskosten Onderwijs 0,00 0 0
4800409 Uitkeringen uit reserves en fondsen onderwijs 2.027,00 0 2.000
4800410 Rijksbijdrage voortijdig schoolverlaten 18.272.858,00 6.501.070 1.850.000
4800413 Zorg en Brede School 0,00 0 0
4800414 Kwaliteit onderwijs 0,00 0 0
4800415 KBA programma 0,00 0 0
4800416 Bureau Leerplicht 0,00 0 9.652.030
4800417 Leerlingenvervoer 0,00 0 0
4800503 0,00 0 0
4800701 Financiële gelijkstelling in het onderwijs 0,00 0 0
4800801 Onderwijshuisvesting 18.281,00 10.800.000 8.080.000
4800802 0,00 0 0
4800804 Binnenmilieu schoolgebouwen 0,00 0 0
4820101 Rijksbijdrage volwasseneneducatie 12.347.444,00 12.231.410 0
4820103 1.045.000,00 0 0
6210103 Wet Inburgering 49.646.484,00 51.996.690 0
9803709 Onttrekking reserve inburgeringstrajecten 4.972.342,00 0 0
9803725 Onttrekking reserve Kwaliteit Onderwijs (DMO) 1.116.000,00 0 0
9803727 Onttrekking reserve Taalcoaches (DMO) 0,00 0 0
9803728 Onttrekking reserve Bureau Leerplicht Plus (DMO) 1.900.000,00 0 0
9803733 Onttrekking reserve Matchpoint 255.000,00 0 0
9803735 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd 833.790,00 0 0
9803757 Onttrekking reserve panden onderwijshuisvesting 3.119.984,00 354.190 8.917.600
9803779 Onttrekking reserve GSB III 0,00 0 0
9803781 Onttrekkingen reserve Voor- en Vroegschoolse Educatie 0,00 0 0
Subprogramma 40.1 Educatie 138.807.905,00 85.888.690 68.282.040

Subprogramma 40.2 Bibliotheken


5100101 Onttrekking reserve bibliotheken 3.000.000,00 3.000.000 3.124.200
5100103 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Buurtcentra/Stichting Openbare Bibliotheek 8.686,00 1.240 0

9803761 Onttrekking reserve Openbare Bibliotheek (DMO) 402.550,00 402.550 402.550


Subprogramma 40.2 Bibliotheken 3.411.236,00 3.403.790 3.526.750

Subprogramma 40.3 Diversiteit


5110201 Rijksbijdrage Stimulering Vrijwilligers 0,00 0 0
5110202 0,00 0 0
5110203 0,00 0 0
6110113 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zelforganisaties diversiteit (prioriteit 2010) 0,00 0 0

6300102 Allochtonenorganisaties 0,00 0 0


6300108 Diversiteit MGI Wij Amsterdammers 0,00 0 0
6300110 Plan van aanpak diversiteitsbeleid (DMO) 55.473,00 0 0
6300114 Apparaatskosten BIND 0,00 0 0
6300115 Programma Caribische Amsterdammers 0,00 0 0
9220142 Wij Amsterdammers 549.400,00 0 0
9801054 Onttrekking reserve Wij Amsterdammers (BMO) 345.643,00 0 0
9803726 Onttrekking reserve Vrouwenemancipatie (DMO) 200.000,00 0 0
9803734 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Diversiteit 180.150,00 0 0
Subprogramma 40.3 Diversiteit 1.330.666,00 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 459


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 40.4 Jeugd
6200402 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren 2.885.410,00 2.888.210 9.653.510
6200404 Risicojongeren 0,00 3.800.000 0
6200405 Acht tot Acht 0,00 0 51.540
6300101 Sociaal cultureel werk/stedelijk jeugd- en jongerenwerk 12.602.603,00 6.081.040 4.731.800
6300103 Apparaatskosten Jeugd 1.987.907,00 1.503.730 1.395.110
6300104 Identiteitsgebonden vrijwillig jeugd- en jongerenwerk 168.297,00 184.490 0
6300105 Kinderwerk 1.004.640,00 1.023.020 0
6300109 XXXS Card 879.063,00 649.750 882.850
6300111 Hefboom sociaal domein 282.231,00 0 0
6300112 Ouder-kindcentra 13.254.838,00 16.383.470 18.403.590
6300113 Multiprobleemgezinnen 1.078.529,00 1.000.000 1.986.250
6500101 Kinderdagverblijven en naschoolse opvang 4.960.139,00 3.061.090 3.042.360
9801048 Dotatie reserve Sociaal domein (BMO) 0,00 0 0
9803718 Dotatie reserve Jong Amsterdam / Kinderen Eerst 0,00 0 0
9803729 Dotatie reserve Van Acht tot Acht arrangementen (DMO) 0,00 0 0
9803731 Dotatie reserve Bijzondere Trajecten Risicojongen (DMO) 1.773.414,00 0 0
Subprogramma 40.4 Jeugd 40.877.071,00 36.574.800 40.147.010

Totaal van de lasten 273.404.458,00 270.726.020,00 202.618.150,00


Totaal van de baten 162.953.748,00 100.014.290,00 83.907.870,00
Nadelig saldo 110.450.710,00 170.711.730,00 118.710.280,00

Resultaat voor bestemming 115.764.572,00 170.178.268,00 120.158.890,00


Dotaties 10.949.514,00 2.690.202,00 8.080.000,00
Onttrekkingen 16.263.376,00 2.156.740,00 9.528.610,00
Resultaatbestemming -5.313.862,00 533.462,00 -1.448.610,00
Resultaat na bestemming 110.450.710,00 170.711.730 118.710.280

Raadsdruk Begroting 2011 460


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 40.4 Jeugd
6200402 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren 0,00 0 0
6200404 Risicojongeren 0,00 0 0
6200405 Acht tot Acht 0,00 0 0
6300101 Rijksbijdrage GSB III risicojongeren 5.713.771,00 0 0
6300103 Apparaatskosten Jeugd 561.944,00 527.580 517.190
6300104 0,00 0 0
6300105 0,00 0 0
6300109 XXXS Card 251.700,00 56.560 6.000
6300111 Hefboom sociaal domein -61,00 0 0
6300112 Ouder-kindcentra 6.860.138,00 7.737.670 11.367.430
6300113 Multiprobleemgezinnen 1.078.531,00 1.000.000 0
6500101 Rijksbijdragen kinder-, tiener- en naschoolse opvang 2.000.001,00 0 0
9801048 Onttrekking reserve Sociaal domein (BMO) 372.875,00 0 0
9803718 Onttrekking reserve Jong Amsterdam / Kinderen Eerst 800.092,00 0 0
9803729 Onttrekking reserve Van Acht tot Acht arrangementen (DMO) 900.000,00 0 0
9803731 Onttrekking reserve Bijzondere Trajecten Risicojongen (DMO) 864.950,00 1.400.000 208.460
Subprogramma 40.4 Jeugd 19.403.941,00 10.721.810 12.099.080

Totaal van de baten 162.953.748,00 100.014.290,00 83.907.870,00


Totaal van de lasten 273.404.458,00 270.726.020,00 202.618.150,00
Voordeling saldo -110.450.710,00 -170.711.730,00 -118.710.280,00

Resultaat voor bestemming -105.136.848,00 -171.245.192,00 -117.261.670,00


Dotaties 10.949.514,00 2.690.202,00 8.080.000,00
Onttrekkingen 16.263.376,00 2.156.740,00 9.528.610,00
Resultaatbestemming -5.313.862,00 533.462,00 -1.448.610,00
Resultaat na bestemming -110.450.710,00 -170.711.730 -118.710.280

Raadsdruk Begroting 2011 461


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Verkeer en Infrastructuur

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst


2120503 Kapitaallasten onrendabele investeringen openbaar vervoer 0,00 0 0
Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer


2120107 Kapitaallasten Metromorfose 0,00 0 0
2120506 Afkoop oude infrastructuur metro/sneltram 0,00 0 0
Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer


2120106 Anti graffiti metro 0,00 0 0
2120109 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen GVB Activa BV 14.030.841,00 15.000.000 15.900.000
2120304 Kapitaallasten Hemspoorlijn 611.618,00 610.290 594.500
2120504 Vervangen bussen GVB 3.388.788,00 0 0
2230102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen GVB Veren BV 146.494,00 165.000 110.000
9809524 Dotatie reserve Gratis openbaar vervoer (dIVV) 0,00 0 0
Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 18.177.741,00 15.775.290 16.604.500

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit


2100105 Fietsvoorziening 0,00 0 0
2110215 Uitgaven omgevingsmanagement Stadsregie 0,00 0 0
Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid


2100110 Betaald Parkeren Sloterdijk/ Telepoort 449.244,00 530.000 980.000
2140103 Betaald parkeren (beheer Dienst Stadstoezicht) 143.337.686,00 155.432.000 0
2140201 Exploitatie parkeergebouwen 0,00 0 0
Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 143.786.930,00 155.962.000 980.000

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid


3100402 Illuminatie van de stad 0,00 0 0
Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur


2400103 0,00 0 0
Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig


9809520 Dotatie langzaamverkeer passage CS 0,00 0 0
Subprogramma 50.12 Overig 0,00 0 0

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad


2100102 Kapitaallasten wegen (gehele stad) 10.204.528,00 11.814.180 12.634.260
2100104 Onderhoud en vervanging van de hoofdinfrastructuur 4.848.582,00 6.537.350 4.404.750
2100106 Uitgaven ten laste van reserve beheer stedelijke infrastructuur 2.048.470,00 2.870.000 2.000.000
2100205 Beheer en onderhoud verkeerstunnels 5.057.238,00 5.256.760 5.110.300
2100206 Kapitaallasten verkeerstunnels 6.678.913,00 6.947.970 7.370.700
2100301 Onderhoud bruggen en viaducten (Centrale Stad) 6.196.379,00 6.501.890 6.374.780
2100302 Kapitaallasten bruggen (gehele stad) 6.698.180,00 6.929.370 7.682.230
2100401 Openbare verlichting 10.481.000,00 11.132.690 10.326.680
2100402 Kapitaallasten openbare verlichting 10.665.369,00 12.272.780 13.894.600
2100403 Reclame 331.925,00 371.040 361.110
2110101 Verkeerssystemen 5.973.095,00 6.479.660 6.683.740
2110103 Kapitaallasten verkeerssystemen 4.600.233,00 4.963.180 5.534.950
2110105 Kapitaallasten infrastructuur IJ-oevers 210.508,00 215.850 247.580
2120201 Bijdrage exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0
2120202 Bijdrage beheer en onderhoud railinfrastructuur 63.065.712,00 107.698.050 108.011.810
2120206 Uitgaven personeelsvoorziening GVB 5.400.000,00 5.400.000 5.400.000
2120207 Strategisch beheer Activa BV 277.323,00 211.630 205.050
2120208 Beheer busstations 0,00 255.000 400.000
2120301 Spoorbaan Amsterdam-Utrecht, inclusief bijbehorende viaducten, alsmede enige kunstwerken in andere 365.895,00 249.820 396.710
spoorbanen
2120302 Kapitaallasten spoorbaan Amsterdam-Utrecht inclusief viaducten 679.272,00 678.180 674.920
2140109 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor goed beheerde stedelijke infrastructuur 1.712.125,00 320.000 10.540.000
2140209 Uitgaven Parkeerbeheer 0,00 13.906.000 13.906.000
2210102 Kapitaallasten havens, vaarten enz. (gehele stad) 1.757.657,00 1.871.240 1.981.320
2400101 Sluizen en waterkeringen 1.584.037,00 1.759.930 1.766.760
2400102 Kapitaallasten sluizen en waterkeringen 598.868,00 667.060 716.670
3100411 Kapitaallasten illuminatie van de stad 533.261,00 447.840 512.560
9809514 Dotatie reserve inrichting Wibautas (dIVV) 0,00 0 0
9809522 Dotatie reserve beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0
9809529 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een goed beheerde stedelijke infrastructuur 0,00 0 0
Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 149.968.570,00 215.757.470 227.137.480

Raadsdruk Begroting 2011 462


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Verkeer en Infrastructuur

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst


2120503 0,00 0 0
Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer


2120107 Doorberekende kapitaallasten Metromorfose 0,00 0 0
2120506 Afkoop oude infrastructuur metro/sneltram 0,00 0 0
Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer


2120106 0,00 0 0
2120109 Rente van verstrekte geldleningen GVB Activa BV 14.030.841,00 15.000.000 15.900.000
2120304 0,00 0 0
2120504 0,00 0 0
2230102 Rente van verstrekte geldleningen GVB Veren BV 146.493,00 165.000 110.000
9809524 Onttrekking reserve Gratis openbaar vervoer (dIVV) 360.009,00 0 0
Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 14.537.343,00 15.165.000 16.010.000

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit


2100105 0,00 0 0
2110215 Inkomsten omgevingsmanagement Stadsregie 0,00 0 0
Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid


2100110 Betaald Parkeren Sloterdijk/ Telepoort 1.064.159,00 530.000 980.000
2140103 Betaald parkeren (beheer Dienst Stadstoezicht) 143.337.687,00 155.432.000 0
2140201 Exploitatie parkeergebouwen 0,00 0 0
Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 144.401.846,00 155.962.000 980.000

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid


3100402 0,00 0 0
Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur


2400103 Bijdragen aan het onderhouden van dijken 0,00 0 0
Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig


9809520 Onttrekking langzaamverkeer passage CS 0,00 0 0
Subprogramma 50.12 Overig 0,00 0 0

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad


2100102 Onderhoud bestrating 0,00 0 0
2100104 249.524,00 0 0
2100106 Voeding reserve beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0
2100205 Beheer en onderhoud verkeerstunnels 39.000,00 0 0
2100206 0,00 0 0
2100301 Huurinkomsten bruggen en viaducten (Centrale Stad) 24.319,00 170.960 170.960
2100302 0,00 0 0
2100401 Openbare verlichting 1.274.497,00 1.250.000 1.250.000
2100402 0,00 0 0
2100403 Reclame 2.038.375,00 2.010.770 2.038.270
2110101 Verkeerssystemen 330.003,00 474.810 491.260
2110103 0,00 0 0
2110105 0,00 0 0
2120201 Rijksbijdrage exploitatie openbaar vervoer 63.065.713,00 107.698.050 108.011.810
2120202 0,00 0 0
2120206 0,00 0 0
2120207 0,00 0 0
2120208 Beheer busstations 0,00 0 0
2120301 149.302,00 0 150.000

2120302 0,00 0 0
2140109 0,00 0 0
2140209 Inkomsten Parkeerbeheer 0,00 13.923.000 13.923.000
2210102 0,00 0 0
2400101 Sluizen en waterkeringen 50.000,00 0 0
2400102 0,00 0 0
3100411 0,00 0 0
9809514 Onttrekking reserve inrichting Wibautas (dIVV) 1.000.000,00 564.270 0
9809522 Onttrekking reserve beheer stedelijke infrastructuur 2.099.019,00 8.770.000 2.000.000
9809529 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een goed beheerde stedelijke infrastructuur 1.712.125,00 320.000 10.540.000
Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 72.031.877,00 135.181.860 138.575.300

Raadsdruk Begroting 2011 463


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad


2100108 Uitgaven IJweg 156.405,00 1.206.000 2.706.000
2100111 Langzaam verkeerpassage CS, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 2.000.000

2100207 Westertoegang, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 841.090


2110203 Subsidie Echte Nederlandse Fietsers Bond 113.390,00 127.430 124.460
2110208 Coördinatie uitvoering 2.575.649,00 2.614.860 2.552.280
2110217 Strategisch beheer CFA 396.987,00 382.320 370.440
2120108 Investeringen ten laste van de reserve Noord/Zuidlijn 0,00 0 0
2120203 Bijdrage busstation Centraal Station (IJsei) 5.767.082,00 6.000.000 4.722.000
2120508 Kapitaallasten Noord/Zuidlijn 6.848.958,00 14.620.920 20.103.740
2120509 Kapitaallasten IJ-tram 279.949,00 288.600 298.670
2120510 Kapitaallasten overige railverbindingen 349.373,00 189.870 217.570
2120515 Uitgaven gemeentelijk aandeel Noord/Zuidlijn 76.156.939,00 0 43.011.000
2120519 Kapitaallasten Amsys 0,00 0 0
2140105 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 7.452.425,00 14.118.000 18.941.000
2140203 Kapitaallasten parkeergarages 553.080,00 653.950 720.030
2140206 Exploitatie parkeergebouwen OGA 19.223.367,00 19.769.100 20.042.840
2140207 Exploitatie parkeergebouwen dIVV 9.565.881,00 9.503.030 7.926.430
2140208 Exploitatie parkeergebouwen Parkeergebouwen 2.965.588,00 831.180 2.162.290
2230101 Exploitatie pontveren 8.143.715,00 8.189.160 8.185.700
2230103 Pontveren Noordzeekanaal 9.983.964,00 10.176.170 10.515.090
9600149 Parkeergebouwen 6.144.841,00 6.475.940 605.420
9804091 Dotatie reserve bewonersgarages Zuidoost 1.213.726,00 240.770 52.440
9804093 Dotatie reserve vakantiegeld van voormalig DAB - Parkeergebouwen medewerkers 115.000,00 115.000 0

9804094 Dotatie Egalisatiereserve CAN-gebied 6.870.000,00 258.520 212.840


9804095 Dotatie reserve WW van voormalig dAB-Parkeergebouwen medewerkers 392.640,00 0 0
9809506 Dotatie reserve Gemeentelijk aandeel in kosten busstation / auto-onderdoorgang CS (dIVV) 0,00 0 0

9809507 Dotatie reserve Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn 333.762.061,00 0 0


9809521 Dotatie reserve NDSM-veer 85.170,00 41.230 18.030
9809525 Dotatie Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 0,00 0 0
9809530 Dotatie reserve IJweg 6.708.412,00 0 0
Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 505.824.602,00 95.802.050 146.329.360

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad


2100109 Uitgaven Westrandweg / 2e Coentunnel 158.000,00 700.000 310.000
2140107 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor beter bereikbaarheid in stad en regio 7.716.470,00 7.337.000 12.548.450
9809527 Dotatie Mobiliteitsfonds voor betere bereikbaarheid in stad en regio 0,00 0 0
9809531 Dotatie reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 2.499.974,00 0 0
Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 10.374.444,00 8.037.000 12.858.450

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad


2100502 Gladheidsbestrijding hoofdinfrastructuur exclusief Noord en Zuidoost 1.453.829,00 1.468.370 1.500.170
2140108 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor een veiliger stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000
9809528 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een veiligere stad 0,00 0 0
Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 4.969.731,00 4.951.370 6.282.170

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer


2110206 Bestuurshulp van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 1.098.207,00 503.610 490.730
2110209 Verkeer en Vervoer 4.026.865,00 3.147.700 2.993.180
2110212 Kapitaallasten huisvesting Nieuwe Vaart 199.345,00 193.520 185.890
2110213 Stelpost bezuiniging apparaatskosten dIVV -999.164,00 -1.316.160 -1.979.920
2140101 0,00 0 0
2140102 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 260.899,00 828.000 10.828.000
2140104 Mobiliteitsfonds 100.966,00 98.020 94.620
8100104 Kapitaallasten ruimtelijke ordening 4.218.022,00 2.676.280 2.089.260
9809503 Dotatie Mobiliteitsfonds - algemene reserve (dIVV) 1.645.552,00 0 0
9809504 Dotatie Mobiliteitsfonds - bestemmingsreserve (dIVV) 44.029.819,00 43.271.000 47.833.960
Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 54.580.511,00 49.401.970 62.535.720

Subprogramma 50.18 Een schone stad


2110218 Mobiliteit en openbaar vervoer 8.147.507,00 0 0
2140106 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 4.999.128,00 30.962.660 2.033.000
9809523 Dotatie reserve Voorrang Gezonde Stad 0,00 0 0
9809526 Dotatie Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 0,00 0 0
Subprogramma 50.18 Een schone stad 13.146.635,00 30.962.660 2.033.000

Raadsdruk Begroting 2011 464


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad


2100108 Voeding reserve IJweg 6.708.412,00 0 0
2100111 Langzaam verkeerpassage CS, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 0

2100207 Westertoegang, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 0


2110203 0,00 0 0
2110208 Coördinatie uitvoering (inkomsten) 832.085,00 788.820 804.820
2110217 Strategisch beheer CFA 0,00 0 0
2120108 0,00 0 0
2120203 Bijdrage busstation Centraal Station (IJsei) 0,00 0 0
2120508 Noord/Zuidlijn 0,00 0 0
2120509 IJ-tram 0,00 0 0
2120510 0,00 0 0
2120515 409.919.000,00 0 0
2120519 Kapitaallasten Amsys 0,00 0 0
2140105 0,00 0 0
2140203 Kapitaallasten parkeergarages 553.080,00 653.950 720.030
2140206 Exploitatie parkeergebouwen OGA 16.866.058,00 18.849.510 16.544.550
2140207 Exploitatie parkeergebouwen dIVV 16.862.101,00 9.299.700 8.895.960
2140208 Exploitatie parkeergebouwen Parkeergebouwen 3.794.576,00 1.071.950 1.743.330
2230101 Exploitatie pontveren 955.170,00 911.230 888.030
2230103 Pontveren Noordzeekanaal 9.983.964,00 10.176.170 10.515.090
9600149 Parkeergebouwen 6.537.482,00 6.475.940 605.420
9804091 Onttrekking reserve bewonersgarages Zuidoost 384.741,00 0 471.400
9804093 Onttrekking reserve vakantiegeld van voormalig DAB - Parkeergebouwen medewerkers 115.000,00 115.000 0

9804094 Onttrekking Egalisatiereserve CAN-gebied 1.317.870,00 1.820.010 685.490


9804095 Onttrekking reserve WW van voormalig dAB-Parkeergebouwen medewerkers 0,00 0 0
9809506 Onttrekking reserve Gemeentelijk aandeel in kosten busstation / auto-onderdoorgang CS (dIVV) 5.767.082,00 6.000.000 4.722.000

9809507 Onttrekking reserve Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn 0,00 0 43.011.000


9809521 Onttrekking reserve NDSM-veer 494.460,00 494.460 494.460
9809525 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 7.452.425,00 14.118.000 18.941.000
9809530 Onttrekking reserve IJweg 156.405,00 1.206.000 2.706.000
Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 488.699.911,00 71.980.740 111.748.580

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad


2100109 Voeding reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 2.499.974,00 0 0
2140107 0,00 0 0
9809527 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor betere bereikbaarheid in stad en regio 7.716.470,00 7.337.000 12.548.450
9809531 Onttrekking reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 158.000,00 700.000 310.000
Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 10.374.444,00 8.037.000 12.858.450

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad


2100502 0,00 0 0
2140108 0,00 0 0
9809528 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een veiligere stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000
Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer


2110206 Bestuurshulp van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 25.652,00 0 0
2110209 Verkeer en Vervoer 141.207,00 0 0
2110212 0,00 0 0
2110213 Stelpost bezuiniging apparaatskosten dIVV 0,00 0 0
2140101 Afdracht Mobiliteitsfonds aan algemene dienst 714.000,00 728.000 728.000
2140102 Voeding Mobiliteitsfonds 40.756.112,00 43.271.000 47.833.960
2140104 0,00 0 0
8100104 Kapitaallasten ruimtelijke ordening 0,00 0 0
9809503 Onttrekking Mobiliteitsfonds - algemene reserve (dIVV) 3.389.200,00 0 0
9809504 Onttrekking Mobiliteitsfonds - bestemmingsreserve (dIVV) 1.790.958,00 828.000 10.828.000
Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 46.817.129,00 44.827.000 59.389.960

Subprogramma 50.18 Een schone stad


2110218 Mobiliteit en openbaar vervoer 0,00 0 0
2140106 0,00 0 0
9809523 Onttrekking reserve Voorrang Gezonde Stad 8.101.556,00 0 0
9809526 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 4.999.128,00 30.962.660 2.033.000
Subprogramma 50.18 Een schone stad 13.100.684,00 30.962.660 2.033.000

Raadsdruk Begroting 2011 465


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad


2120104 Sociale veiligheid openbaar vervoer 9.311.648,00 11.058.580 10.712.450
2140110 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor fietsendiefstalpreventie 0,00 0 1.980.000
9809832 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een sociaal sterke stad 0,00 0 0
Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 9.311.648,00 11.058.580 12.692.450

Totaal van de lasten 910.140.812,00 587.708.390,00 487.453.130,00


Totaal van de baten 793.479.136,00 465.599.260,00 348.357.290,00
Nadelig saldo 116.661.676,00 122.109.130,00 139.095.840,00

Resultaat voor bestemming -230.130.328,00 154.901.010,00 207.031.370,00


Dotaties 397.322.354,00 43.926.520,00 48.117.270,00
Onttrekkingen 50.530.350,00 76.718.400,00 116.052.800,00
Resultaatbestemming 346.792.004,00 -32.791.880,00 -67.935.530,00
Resultaat na bestemming 116.661.676,00 122.109.130 139.095.840

Raadsdruk Begroting 2011 466


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad


2120104 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0
2140110 0,00 0 0
9809832 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een sociaal sterke stad 0,00 0 1.980.000
Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 0,00 0 1.980.000

Totaal van de baten 793.479.136,00 465.599.260,00 348.357.290,00


Totaal van de lasten 910.140.812,00 587.708.390,00 487.453.130,00
Voordeling saldo -116.661.676,00 -122.109.130,00 -139.095.840,00

Resultaat voor bestemming -463.453.680,00 -89.317.250,00 -71.160.310,00


Dotaties 397.322.354,00 43.926.520,00 48.117.270,00
Onttrekkingen 50.530.350,00 76.718.400,00 116.052.800,00
Resultaatbestemming 346.792.004,00 -32.791.880,00 -67.935.530,00
Resultaat na bestemming -116.661.676,00 -122.109.130 -139.095.840

Raadsdruk Begroting 2011 467


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte


2100101 Onderhoud en beheer van het openbaar areaal in Westpoort 2.118.459,00 0 0

2100107 Bijdrage van de gemeente in de kosten van het onderhoud en de vernieuwing van wegen in het 3.356.656,00 7.884.780 8.181.450
havengebied
5600105 Beleidscapaciteit openbare ruimte en groen 2.343.181,00 1.595.550 1.360.470
5600107 De rode loper 7.000,00 0 0
5600111 Reiniging/intensivering schone stad 477.959,00 0 0
5600112 Museumplein 747.859,00 408.000 40.000
5600113 Leidseplein 0,00 2.000.000 50.000
5600201 Kapitaallasten speelplaatsen en -vijvers 131.008,00 104.920 103.880
6110115 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - milieu / groen (prioriteit 2010) 0,00 270.000 0
8300118 Dotatie voorziening 1e verstrating 315.600,00 0 0
9803206 Dotatie reserve De Rode Loper 1.000.000,00 1.000.000 1.000.000
9803207 Dotatie reserve Integraal informatiebeheer (DRO) 0,00 0 0
9803208 Dotatie WW-reserve (DRO) 0,00 0 0
9803210 Dotatie reserve Museumplein (DRO) 0,00 0 0
9803211 Dotatie reserve Hot spots verloedering (DRO) 0,00 0 0
9803212 Dotatie reserve Leidseplein (DRO) 0,00 0 0
Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 10.497.722,00 13.263.250 10.735.800

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad


5600101 Kapitaallasten investeringsbijdragen aan stadsdelen (groenfonds) 1.712.549,00 1.676.360 1.677.290
5600102 Kapitaallasten openbaar groen (gehele stad) 1.026.755,00 939.620 911.570
5600103 Amsterdamse Bos 10.115.617,00 6.129.210 5.870.280
5600106 Incidentele groenmiddelen 993.954,00 0 0
5600108 Groenmiddelen 2007-2010 4.111.251,00 5.122.000 305.000
5600114 Sloterplas en parken 1.077.985,00 5.066.480 95.370
5600116 ISV/SVF (DRO) 0,00 1.730.020 800.000
5600301 Bijdrage aan de Stichting Gooisch Natuurreservaat 145.388,00 152.920 148.810
5600303 Bijdrage aan het Recreatieschap Het Twiske 297.170,00 284.940 290.070
5600304 Bijdrage aan het Recreatieschap Waterland 131.688,00 97.940 105.140
5600305 Bijdrage aan het Recreatieschap Vinkeveense Plassen 226.322,00 231.560 233.130
5600306 Bijdrage aan het Recreatieschap Spaarnwoude 119.076,00 139.100 168.240
5600307 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Hortus 17.881,00 15.750 13.530
5600308 Bijdrage aan het Groengebied Amstelland 1.121.479,00 1.235.770 1.236.580
5600311 Groene Plantage inclusief subsidie Hortus 734.407,00 720.260 705.300
5600312 Personele inzet recreatieschappen 43.848,00 44.410 43.340
5600313 Bijdrage aan het recreatieschap Haarlemmermeer Groen -13.200,00 0 0
5600316 Bijdrage aan het Nationaal Landschap Laag Holland 100.000,00 0 0
9803204 Dotatie reserve Groenmiddelen (DRO) 0,00 0 0
9803213 Dotatie reserve Sloterplas en parken (DRO) 0,00 0 0
9803214 Dotatie reserve Groenmiddelen 2007-2010 (DRO) 0,00 0 0
9803742 Dotatie reserve Amsterdamse Bos 280.000,00 0 0
9803774 Dotatie reserve Hortus 497.000,00 0 0
9804001 Dotatie reserve Versterking grenzen Amsterdamse Bos (DAB - Amsterdamse Bos) 0,00 0 0

9804014 Dotatie reserve afwikkeling verzelfstandiging camping (DAB - Amsterdamse Bos) 0,00 0 0

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 22.739.170,00 23.586.340 12.603.650

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering


5300116 Stelpost combinatiefunctie 3.867.802,00 2.050.160 1.151.330
5300201 Amsterdamse Sportraad 233.534,00 202.580 199.050
5300202 Sportbeleid en sportservicebureau 2.173.237,00 235.000 0
5300203 Sportdeelname en stimulering (beleid) 0,00 1.768.400 442.840
5300212 Sportstimulering jongeren 5.882.656,00 810.000 0
5300502 Sportdeelname en stimulering (service) 0,00 2.145.900 2.122.300
5300504 Apparaatskosten Sport (service) 0,00 1.908.900 1.787.630
9803723 Dotatie reserve Impuls Brede School (DMO) 60.000,00 0 0
9803737 Dotatie reserve Jump in 400.000,00 0 0
9803738 Dotatie reserve Sportuitmarkt 100.000,00 0 0
9803739 Dotatie reserve Verenigingsondersteuning 100.000,00 0 0
9803776 Dotatie reserve MAJOS 540.000,00 0 0
Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 13.357.229,00 9.120.940 5.703.150

Subprogramma 60.4 Topsport


5300104 Kapitaallasten van verstrekte geldlening - Basketbalvereniging ABC 51,00 0 970
5300215 Topsport 1.496.720,00 1.588.960 575.240
Subprogramma 60.4 Topsport 1.496.771,00 1.588.960 576.210

Raadsdruk Begroting 2011 468


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Openbare ruimte, groen, sport en recreatie

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte


2100101 Inkomsten uit uitvoering voor externe partijen (Westpoort), uitvoering gladheidsbestrijding en 0,00 0 0
verkoop van zout aan stadsdelen
2100107 0,00 0 150.000

5600105 0,00 0 0
5600107 0,00 0 0
5600111 Reiniging/intensivering schone stad 0,00 0 0
5600112 Museumplein 0,00 0 0
5600113 Leidseplein 0,00 0 0
5600201 0,00 0 0
6110115 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - milieu / groen (prioriteit 2010) 0,00 0 0
8300118 Vrijval voorziening 1e verstrating 0,00 0 0
9803206 Onttrekking reserve De Rode Loper 7.000,00 0 0
9803207 Onttrekking reserve Integraal informatiebeheer (DRO) 499.785,00 0 0
9803208 Onttrekking WW-reserve (DRO) 0,00 0 0
9803210 Onttrekking reserve Museumplein (DRO) 747.859,00 408.000 40.000
9803211 Onttrekking reserve Hot spots verloedering (DRO) 572.419,00 100.000 0
9803212 Onttrekking reserve Leidseplein (DRO) 0,00 2.000.000 50.000
Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 1.827.063,00 2.508.000 240.000

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad


5600101 0,00 0 0
5600102 Bespaarde rente 0,00 0 0
5600103 Ontvangen huur en pacht Amsterdamse Bos 4.468.750,00 281.910 284.270
5600106 Incidentele groenmiddelen 0,00 0 0
5600108 0,00 0 0
5600114 Sloterplas en parken 0,00 0 0
5600116 ISV/SVF (DRO) 0,00 1.730.020 800.000
5600301 0,00 0 0
5600303 0,00 0 0
5600304 Recreatieschap Waterland 74.955,00 71.280 69.530
5600305 0,00 0 0
5600306 Bijdrage aan het Recreatieschap Spaarnwoude 68.000,00 69.240 49.670
5600307 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Hortus 17.882,00 15.750 13.530
5600308 0,00 0 0
5600311 Groene Plantage 0,00 0 0
5600312 Personele inzet recreatieschappen 0,00 0 0
5600313 0,00 0 0
5600316 0,00 0 0
9803204 Onttrekking reserve Groenmiddelen (DRO) 6.183.191,00 10.188.480 400.480
9803213 Onttrekking reserve Sloterplas en parken (DRO) 0,00 0 0
9803214 Onttrekking reserve Groenmiddelen 2007-2010 (DRO) 0,00 150.000 0
9803742 Onttrekking reserve Amsterdamse Bos 280.000,00 0 0
9803774 Onttrekking reserve Hortus 0,00 0 0
9804001 Onttrekking reserve Versterking grenzen Amsterdamse Bos (DAB - Amsterdamse Bos) 47.968,00 0 0

9804014 Onttrekking reserve afwikkeling verzelfstandiging camping (DAB - Amsterdamse Bos) 52.000,00 0 0

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 11.192.746,00 12.506.680 1.617.480

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering


5300116 0,00 0 0
5300201 Amsterdamse Sportraad 49.775,00 0 0
5300202 Sportbeleid en sportservicebureau 508.225,00 0 0
5300203 Sportdeelname en stimulering (beleid) 0,00 664.860 0
5300212 Sportstimulering jongeren 3.439.788,00 0 0
5300502 Sportdeelname en stimulering (service) 0,00 148.140 150.840
5300504 Apparaatskosten Sport (service) 0,00 0 0
9803723 Onttrekking reserve Impuls Brede School (DMO) 1.160.000,00 0 0
9803737 Onttrekking reserve Jump in 400.000,00 0 0
9803738 Onttrekking reserve Sportuitmarkt 12.500,00 0 0
9803739 Onttrekking reserve Verenigingsondersteuning 0,00 0 0
9803776 Onttrekking reserve MAJOS 0,00 0 0
Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 5.570.288,00 813.000 150.840

Subprogramma 60.4 Topsport


5300104 Rente van verstrekte geldlening - Basketbalvereniging ABC 51,00 0 970
5300215 27.525,00 0 0
Subprogramma 60.4 Topsport 27.576,00 0 970

Raadsdruk Begroting 2011 469


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties
5300102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting SIA 79.242,00 65.970 51.760
5300103 Subsidies sportaccommodaties 5.873.405,00 4.732.510 4.947.120
5300106 Exploitatie Sporthallen Zuid 2.119.234,00 1.666.940 1.988.060
5300107 Exploitatie overige gemeentelijke sportaccommodaties 760.074,00 823.630 747.160
5300204 Apparaatskosten Sport 2.974.103,00 1.486.100 850.520
9803741 Dotatie reserve Topsportevenementen 400.000,00 0 0
9804072 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Sporthallen Zuid) 0,00 0 0
Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 12.206.058,00 8.775.150 8.584.620

Subprogramma 60.6 Dieren


1400201 Dierenbescherming Amsterdam 1.219.035,00 1.212.800 1.184.550
1400202 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Vereniging Dierenopvangcentrum Amsterdam 4.834,00 5.700 0

5600310 Subsidie Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra 11.285.927,00 8.889.920 6.251.440
9801007 Dotatie reserve achterstallig onderhoud Artis 0,00 0 0
9803732 Dotatie reserve Bijdrage masterplan Artis 0,00 0 0
Subprogramma 60.6 Dieren 12.509.796,00 10.108.420 7.435.990

Totaal van de lasten 72.806.746,00 66.443.060,00 45.639.420,00


Totaal van de baten 20.150.963,00 16.752.160,00 2.913.860,00
Nadelig saldo 52.655.783,00 49.690.900,00 42.725.560,00

Resultaat voor bestemming 59.641.505,00 61.537.380,00 42.216.040,00


Dotaties 3.377.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00
Onttrekkingen 10.362.722,00 12.846.480,00 490.480,00
Resultaatbestemming -6.985.722,00 -11.846.480,00 509.520,00
Resultaat na bestemming 52.655.783,00 49.690.900 42.725.560

Raadsdruk Begroting 2011 470


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties
5300102 Rente van verstrekte geldleningen Stichting SIA 79.242,00 65.970 51.760
5300103 Subsidies sportaccommodaties 0,00 0 0
5300106 Exploitatie Sporthallen Zuid 787.948,00 618.050 618.050
5300107 Exploitatie overige gemeentelijke sportaccommodaties 246.533,00 219.590 219.590
5300204 0,00 0 0
9803741 Onttrekking reserve Topsportevenementen 400.000,00 0 0
9804072 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Sporthallen Zuid) 0,00 0 0
Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 1.513.723,00 903.610 889.400

Subprogramma 60.6 Dieren


1400201 Dierenbescherming Amsterdam 0,00 0 0
1400202 Rente van verstrekte geldlening Vereniging Dierenopvangcentrum Amsterdam 4.834,00 5.700 0

5600310 Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra 14.733,00 15.170 15.170
9801007 Onttrekking reserve achterstallig onderhoud Artis 0,00 0 0
9803732 Onttrekking reserve Bijdrage masterplan Artis 0,00 0 0
Subprogramma 60.6 Dieren 19.567,00 20.870 15.170

Totaal van de baten 20.150.963,00 16.752.160,00 2.913.860,00


Totaal van de lasten 72.806.746,00 66.443.060,00 45.639.420,00
Voordeling saldo -52.655.783,00 -49.690.900,00 -42.725.560,00

Resultaat voor bestemming -45.670.061,00 -37.844.420,00 -43.235.080,00


Dotaties 3.377.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00
Onttrekkingen 10.362.722,00 12.846.480,00 490.480,00
Resultaatbestemming -6.985.722,00 -11.846.480,00 509.520,00
Resultaat na bestemming -52.655.783,00 -49.690.900 -42.725.560

Raadsdruk Begroting 2011 471


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Cultuur en monumenten

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie


5410202 Kapitaallasten torens, poorten, monumenten en fonteinen 177.632,00 159.810 158.420
5410306 Kapitaallasten stadsarcheologie 38.276,00 38.190 37.990
Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 215.908,00 198.000 196.410

Subprogramma 70.2 Kunstenplan


5110105 Kunsteducatie 9.531.343,00 10.065.240 9.606.010
5400101 Beeldende kunst 2.490.084,00 2.594.370 2.529.290
5400102 Film, fotografie en nieuwe media 2.775.142,00 2.823.130 2.757.000
5400104 Letteren 423.090,00 430.840 420.810
5400305 Instellingen theater 28.043.969,00 27.558.500 27.513.990
5400306 Instellingen muziek 28.681.013,00 28.532.300 28.021.190
5400307 Instellingen dans 5.929.702,00 6.058.620 5.895.040
5400312 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Het Ketelhuis 4.354,00 3.760 3.170
5400601 Amateurkunst 851.743,00 663.670 846.880
5400704 Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed 5.622.304,00 4.280.240 1.988.260
5400705 Exploitatie cultuurpanden 0,00 0 1.075.610
5400712 Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan 483.684,00 838.300 500.670
5400713 Talentontwikkeling en vrije tijd 3.642.364,00 2.290.000 0
5410102 Exploitatie Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen 10.249.990,00 9.884.480 0
5410103 Kapitaallasten Amsterdams Historisch Museum (grond en gebouwen) 384.054,00 1.184.930 0
5410106 Overdracht reserves en voorzieningen aan AHM in 2009 (incidentele last) 1.961.766,00 0 0
5410120 Gesubsidieerde musea 2.446.696,00 2.481.120 28.264.490
5410121 Subsidie en kapitaallasten Stedelijk Museum Amsterdam 12.796.116,00 14.897.650 0
9803716 Dotatie reserve Cultureel Beleggen 384.722,00 194.120 194.120
9803724 Dotatie reserve Onderhoud culturele panden (DMO) 721.033,00 96.120 518.390
9803760 Dotatie reserve Kunstenplan 2001-2008 (DMO) 0,00 0 0
9803762 Dotatie reserve wachtgelden Muziekschool (DMO) 0,00 0 0
9803768 Dotatie reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen (DMO) 0,00 0 0
9803769 Dotatie reserve Kunstenplan 2001-2004 (DMO) 17.000,00 0 0
9803775 Dotatie reserve Talentontwikkeling 80.000,00 0 0
9803777 Dotatie reserve Laboratorium 50.000,00 0 50.000
9803786 Dotatie reserve nieuwbouw Stedelijk Museum 0,00 0 0
9805102 Dotatie reserve Personele lasten ATV i.v.m. pensioen (AHM) 0,00 0 0
9805103 Dotatie reserve aankopen (AHM) 0,00 0 0
9805104 Dotatie reserve vakantiegeld (AHM) 0,00 0 0
9805106 Dotatie reserve wachtgeldkosten (AHM) 0,00 0 0
9805110 Dotatie reserve incidentele prioriteit nieuw depot (AHM) 0,00 0 0
Subprogramma 70.2 Kunstenplan 117.570.169,00 114.877.390 110.184.920

Subprogramma 70.3 Lokale media


5800204 Lokale media (DMO) 5.137.005,00 4.917.840 3.092.710
5800205 Kapitaallasten verstrekte geldlening AT5 11.388,00 7.730 4.060
9803770 Dotatie reserve AT5 0,00 0 0
Subprogramma 70.3 Lokale media 5.148.393,00 4.925.570 3.096.770

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur


5400204 Beheerkosten Muziektheater 3.015.413,00 3.293.797 3.543.197
5400308 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Carré 639.463,00 598.940 585.140
5400309 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Stadsschouwburg Amsterdam 538.820,00 554.390 554.390
5400310 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Melkweg 33.052,00 30.680 28.300
5400311 Carré 2.100.000,00 0 0
5400402 Infrastructuur (AFK) 10.944.550,00 11.008.160 10.751.810
5400404 Kunstraad 424.860,00 432.780 429.530
5400703 Apparaatskosten Kunst 2.106.871,00 2.048.600 1.976.520
5410104 Kapitaallasten van verstrekte geldlening SSMA 13.021,00 6.510 0
6110112 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - kunst en cultuur (prioriteit 2010) 0,00 525.000 0
9803743 Dotatie reserve website Your Amsterdam 200.000,00 0 0
Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 20.016.050,00 18.498.857 17.868.887

Subprogramma 70.5 Lokale media


9803763 Dotatie egalisatiereserve AT5 (DMO) 0,00 0 0
Subprogramma 70.5 Lokale media 0,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten


5410105 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. A'dams Historisch Museum 6.497,00 6.500 6.500
9803722 Dotatie reserve programmering Muziekgebouw aan het IJ (DMO) 0,00 0 0
Subprogramma 70.6 Overige kunsten 6.497,00 6.500 6.500

Totaal van de lasten 142.957.017,00 138.506.317,00 131.353.487,00


Totaal van de baten 16.323.206,00 12.945.680,00 13.174.630,00
Nadelig saldo 126.633.811,00 125.560.637,00 118.178.857,00

Resultaat voor bestemming 128.003.382,00 126.019.687,00 118.133.037,00


Dotaties 1.452.755,00 290.240,00 762.510,00
Onttrekkingen 2.822.326,00 749.290,00 716.690,00
Resultaatbestemming -1.369.571,00 -459.050,00 45.820,00
Resultaat na bestemming 126.633.811,00 125.560.637 118.178.857

Raadsdruk Begroting 2011 472


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Cultuur en monumenten

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie


5410202 0,00 0 0
5410306 0,00 0 0
Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 0,00 0 0

Subprogramma 70.2 Kunstenplan


5110105 Rijksbijdrage kunsteducatie en onttrekking aan voorziening 0,00 0 0
5400101 Rijksbijdrage beeldende kunst 0,00 0 0
5400102 Film, fotografie en nieuwe media 0,00 0 0
5400104 0,00 0 0
5400305 Instellingen theater 3.453.397,00 3.439.830 3.431.000
5400306 Instellingen muziek 2.411.000,00 2.410.300 2.410.300
5400307 Instellingen dans 0,00 0 0
5400312 Rente van verstrekte geldlening Stichting Het Ketelhuis 4.354,00 3.760 3.170
5400601 Amateurkunst 0,00 0 0
5400704 Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed 1.343.340,00 1.262.240 0
5400705 Exploitatie cultuurpanden 0,00 0 1.490.920
5400712 Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan 545.941,00 369.120 194.120
5400713 Talentontwikkeling en vrije tijd 0,00 0 0
5410102 Exploitatie Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen 1.335.720,00 1.098.220 0
5410103 Kapitaallasten Amsterdams Historisch Museum (grond en gebouwen) 0,00 0 0
5410106 Vrijval voorzieningen AHM (incidentele baat) 761.210,00 0 0
5410120 0,00 0 1.497.720
5410121 Rijksbijdrage werkgelegenheidsimpuls nieuwbouw Stedelijk Museum 238.000,00 200.000 0
9803716 Onttrekking reserve Cultureel Beleggen 136.000,00 242.000 242.000
9803724 Onttrekking reserve Onderhoud culturele panden (DMO) 0,00 0 0
9803760 Onttrekking reserve Kunstenplan 2001-2008 (DMO) 17.580,00 0 0
9803762 Onttrekking reserve wachtgelden Muziekschool (DMO) 37.000,00 47.600 15.000
9803768 Onttrekking reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen (DMO) 601.000,00 0 0
9803769 Onttrekking reserve Kunstenplan 2001-2004 (DMO) 0,00 0 0
9803775 Onttrekking reserve Talentontwikkeling 0,00 0 0
9803777 Onttrekking reserve Laboratorium 0,00 0 0
9803786 Onttrekking reserve nieuwbouw Stedelijk Museum 8.000,00 337.500 337.500
9805102 Onttrekking reserve Personele lasten ATV i.v.m. pensioen (AHM) 140.000,00 0 0
9805103 Onttrekking reserve aankopen (AHM) 32.423,00 0 0
9805104 Onttrekking reserve vakantiegeld (AHM) 139.357,00 0 0
9805106 Onttrekking reserve wachtgeldkosten (AHM) 254.185,00 0 0
9805110 Onttrekking reserve incidentele prioriteit nieuw depot (AHM) 634.591,00 0 0
Subprogramma 70.2 Kunstenplan 12.093.098,00 9.410.570 9.621.730

Subprogramma 70.3 Lokale media


5800204 Kabelgelden UPC 2.165.677,00 2.208.170 2.252.330
5800205 Rente verstrekte geldlening AT5 11.388,00 7.730 4.060
9803770 Onttrekking reserve AT5 122.190,00 122.190 122.190
Subprogramma 70.3 Lokale media 2.299.255,00 2.338.090 2.378.580

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur


5400204 0,00 0 0
5400308 Rente van verstrekte geldlening Carré 639.463,00 598.940 585.140
5400309 Rente van verstrekte geldlening Stichting Stadsschouwburg Amsterdam 538.820,00 554.390 554.380
5400310 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Melkweg 33.052,00 30.680 28.300
5400311 Carré 0,00 0 0
5400402 Infrastructuur (AFK) 0,00 0 0
5400404 Kunstraad 0,00 0 0
5400703 Apparaatskosten Kunst 0,00 0 0
5410104 Rente van verstrekte geldlening SSMA 13.021,00 6.510 0
6110112 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - kunst en cultuur (prioriteit 2010) 0,00 0 0
9803743 Onttrekking reserve website Your Amsterdam 200.000,00 0 0
Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 1.424.356,00 1.190.520 1.167.820

Subprogramma 70.5 Lokale media


9803763 Onttrekking egalisatiereserve AT5 (DMO) 0,00 0 0
Subprogramma 70.5 Lokale media 0,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten


5410105 Rentebaten verstrekte geldlening St. A'dams Historisch Museum 6.497,00 6.500 6.500
9803722 Onttrekking reserve programmering Muziekgebouw aan het IJ (DMO) 500.000,00 0 0
Subprogramma 70.6 Overige kunsten 506.497,00 6.500 6.500

Totaal van de baten 16.323.206,00 12.945.680,00 13.174.630,00


Totaal van de lasten 142.957.017,00 138.506.317,00 131.353.487,00
Voordeling saldo -126.633.811,00 -125.560.637,00 -118.178.857,00

Resultaat voor bestemming -125.264.240,00 -125.101.587,00 -118.224.677,00


Dotaties 1.452.755,00 290.240,00 762.510,00
Onttrekkingen 2.822.326,00 749.290,00 716.690,00
Resultaatbestemming -1.369.571,00 -459.050,00 45.820,00
Resultaat na bestemming -126.633.811,00 -125.560.637 -118.178.857

Raadsdruk Begroting 2011 473


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Milieu en water

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking


2210106 Baggerslibverwerking J. v. Riebeeckhaven 243.551,00 1.049.010 1.025.680
7210201 Depot Gevaarlijk Afval 10.310.407,00 8.369.530 9.905.530
7210202 Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam 104.623.109,00 106.047.060 94.422.760
7210203 Gemeentelijke afvalsorteerstations 11.508.557,00 11.061.170 11.412.000
7210204 Regionaal Sorteer Centrum 735.802,00 687.650 508.500
7210205 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Afvalservice West 200.025,00 187.610 175.190
7210206 HR Centrale 65.742.632,00 111.490.810 108.129.600
9806001 Dotatie reserve technische risico's AVI (AEB) 0,00 0 0
9806002 Dotatie reserve Toekomstige WW-uitkeringen (AEB) 0,00 0 0
9806003 Dotatie reserve vakantiegeld (AEB) 675.814,00 925.000 0
9806004 Dotatie reserve REB-gelden (AEB) 0,00 0 0
Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 194.039.897,00 239.817.840 225.579.260

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport


7220101 Projecten rioolrecht 582.298,00 593.440 600.620
7220102 Grondwaterzorg in het kader van de Wet Verbrede Watertaken 761.992,00 1.894.550 1.826.170
7220103 Rioolgemalen 7.434.949,00 7.591.710 7.721.740
7220104 Perceptiekosten rioolrecht 2.341.072,00 2.168.830 2.288.180
7220108 Rioleringstaken 45.116.556,00 47.023.300 48.377.120
7220116 Dotatie voorziening rioolrecht 0,00 35.000 0
7220401 Bestuurshulp (Waternet) 268.969,00 310.740 304.860
7220402 Huis- en kolkaansluitingen 3.110.560,00 2.686.280 2.596.500

7260101 0,00 0 0
Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 59.616.396,00 62.303.850 63.715.190

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening


3300201 Exploitatie door de Gemeentewaterleidingen 105.302.432,00 111.574.460 109.355.800
3300202 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Het Waterlaboratorium 53.720,00 43.600 33.480
9806301 Dotatie egalisatiereserve (Waternet) 2.708.661,00 0 0
9806305 Dotatie reserve in te verdienen overnamesommen (Waternet) 1.321.481,00 1.321.000 1.321.961
9806306 Dotatie reserve wachtgeld (Waternet) 0,00 0 0
Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 109.386.294,00 112.939.060 110.711.241

Subprogramma 80.4 Milieu


7220403 Peilfilternet (voormalige opdrachten Omegam) 488.836,00 479.130 462.160
7220404 Peilfilternet 148.676,00 152.650 151.500
7220405 Grondwaterzorg 401.912,00 413.150 406.730
7220406 Analyse bedrijfsafvalwater 75.503,00 107.210 105.880
7230102 Klimaatprogramma 3.231.885,00 4.960.850 405.340
7230103 Geluidwerende voorzieningen 58.999,00 58.810 58.430
7230104 Bevordering van het milieubesef 222.400,00 258.080 252.070
7230105 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (milieu) 16.356.007,00 14.830.336 15.989.216
7230107 Luchtkwaliteit 9.071.769,00 5.850.000 6.250.000
7230108 Bodemsanering -5.712.448,00 35.400.310 11.620.780
7230109 Gronddepots 4.048.189,00 3.595.930 3.341.710
7230110 Bijdrage Vereveningsfonds aan bodemsanering -1,00 0 0
7230113 Bodemcoördinatie 527.900,00 1.026.280 1.155.310
7230114 Subsidie NME-Centrum 560.730,00 565.910 552.730
7230115 Geotechnisch archief 83.406,00 84.610 83.300
7230116 Budget ten behoeve van de stadsdelen voor uit te voeren milieutaken 4.984.521,00 5.471.860 4.671.860
7230117 Onderhoud Diemerzeedijk (Waternet) 1.268.054,00 1.214.820 1.200.230
7230118 Onderhoud Diemerzeedijk (DMB) 1.205.941,00 1.300.000 2.900.000
8300115 Dotatie voorziening bodemsanering 15.988.808,00 10.793.430 16.807.340
8300123 Warmtenet 150.489,00 143.920 138.585
9801909 Dotatie reserve dienstverlening DMB (Milieu) 96.000,00 0 0
9801911 Dotatie reserve vakantiegeld (DMB) 621.603,00 565.820 0
9801912 Dotatie reserve Diemerzeedijk (DMB) 131.227,00 650.000 0
9801917 Dotatie reserve Luchtkwaliteit (DMB) 0,00 0 0
9801934 Dotatie reserve modelwoningen (DMB) 0,00 0 0
9801935 Dotatie reserve Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (DMB) 0,00 0 0
9801936 Dotatie reserve Fonds Luchtkwaliteit (DMB) 579.102,00 0 0
9801937 Dotatie reserve Klimaat 678.892,00 0 0
Subprogramma 80.4 Milieu 55.268.400,00 87.923.106 66.553.171

Raadsdruk Begroting 2011 474


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Milieu en water

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking


2210106 0,00 0 0
7210201 Depot Gevaarlijk Afval 10.309.053,00 8.844.740 10.204.480
7210202 Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam 104.419.309,00 106.046.510 94.422.760
7210203 Gemeentelijke afvalsorteerstations 11.508.558,00 11.091.480 11.412.000
7210204 Regionaal Sorteer Centrum 735.802,00 702.570 446.500
7210205 Rente van verstrekte geldlening Stichting Afvalservice West 200.025,00 187.610 175.190
7210206 HR Centrale 65.742.474,00 116.490.810 113.129.570
9806001 Onttrekking reserve technische risico's AVI (AEB) 0,00 0 0
9806002 Onttrekking reserve Toekomstige WW-uitkeringen (AEB) 343.440,00 0 215.450
9806003 Onttrekking reserve vakantiegeld (AEB) 537.683,00 865.000 0
9806004 Onttrekking reserve REB-gelden (AEB) 0,00 0 0
Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 193.796.344,00 244.228.720 230.005.950

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport


7220101 0,00 0 0
7220102 Grondwaterzorg in het kader van de Wet Verbrede Watertaken 0,00 0 0
7220103 0,00 0 0
7220104 0,00 0 0
7220108 Rioleringstaken 0,00 0 0
7220116 Vrijval voorziening rioolrecht 0,00 0 560.000
7220401 0,00 0 0
7220402 Heffing voor het opbreken van de openbare weg ten behoeve van particuliere riolen 3.659.567,00 3.022.060 2.985.980

7260101 Rioolrechten 58.718.961,00 61.622.000 62.415.200


Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 62.378.528,00 64.644.060 65.961.180

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening


3300201 Exploitatie door de Gemeentewaterleidingen 109.332.574,00 110.001.000 108.080.000
3300202 Rente van verstrekte geldleningen Het Waterlaboratorium 53.720,00 43.600 33.480
9806301 Onttrekking egalisatiereserve (Waternet) 0,00 2.894.460 2.597.000
9806305 Onttrekking reserve in te verdienen overnamesommen (Waternet) 0,00 0 0
9806306 Onttrekking reserve wachtgeld (Waternet) 0,00 0 0
Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 109.386.294,00 112.939.060 110.710.480

Subprogramma 80.4 Milieu


7220403 0,00 0 0
7220404 0,00 0 0
7220405 0,00 0 0
7220406 Analyse bedrijfsafvalwater 0,00 0 0
7230102 Klimaatprogramma 554.000,00 0 0
7230103 0,00 0 0
7230104 Bevordering van het milieubesef 0,00 0 0
7230105 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (milieu) 8.522.543,00 7.519.740 6.634.080
7230107 Luchtkwaliteit 7.048.070,00 4.174.300 5.650.000
7230108 Rijksbijdrage op grond van de Wet Bodem Bescherming -2.728.428,00 30.828.330 2.917.880
7230109 Gronddepots 4.048.190,00 3.364.800 3.007.253
7230110 Bijdrage Vereveningsfonds ten behoeve van bodemsanering 15.988.808,00 11.850.870 18.097.084
7230113 Bodemcoördinatie 527.901,00 200.000 200.000
7230114 0,00 0 0
7230115 0,00 0 0
7230116 0,00 0 0
7230117 Onderhoud Diemerzeedijk 1.268.054,00 1.214.820 1.200.230
7230118 Onderhoud Diemerzeedijk (DMB) 1.337.169,00 1.049.800 1.380.230
8300115 Vrijval voorziening bodemsanering 0,00 0 0
8300123 Warmtenet 26.254,00 143.920 138.590
9801909 Onttrekking reserve dienstverlening DMB (Milieu) 100.000,00 0 0
9801911 Onttrekking reserve vakantiegeld (DMB) 553.576,00 553.370 0
9801912 Onttrekking reserve Diemerzeedijk (DMB) 0,00 0 705.760
9801917 Onttrekking reserve Luchtkwaliteit (DMB) 579.102,00 1.800.000 0
9801934 Onttrekking reserve modelwoningen (DMB) 100.000,00 50.000 0
9801935 Onttrekking reserve Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (DMB) 182.330,00 0 0
9801936 Onttrekking reserve Fonds Luchtkwaliteit (DMB) 2.023.697,00 1.375.700 600.000
9801937 Onttrekking reserve Klimaat 0,00 0 0
Subprogramma 80.4 Milieu 40.131.266,00 64.125.650 40.531.107

Raadsdruk Begroting 2011 475


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 80.5 Waterbeheer
2210101 Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 12.482.657,00 12.242.168 0
2210105 Onderhoud poldergangen 577.726,00 532.430 550.160
2210107 Baggeren/drijfvuilvissen 4.379.920,00 4.128.430 4.120.070
2210109 Gangbaar houden sluizen 81.996,00 114.610 112.050
2210110 0,00 0 0
2210111 Lasten Binnenwaterbeheer 0,00 0 12.354.360
2210112 Havengeld binnenvaart 0,00 0 0
7220409 Waterbeheer IJburg 84.034,00 83.780 73.180
9804801 Dotatie reserve Aanleg standaardligplaatsen (BBA) 2.489,00 0 0
9804802 Dotatie reserve vakantiegeld (BBA) 21.550,00 450.000 0
9806307 Dotatie reserve aanleg standaard ligplaatsen (vm BBA) 0,00 0 28.267
9806308 Dotatie reserve WW-gelden (vm. BBA) 0,00 0 288.101
9806309 Dotatie reserve compensatie onttrekking leningfonds 0,00 0 0
Subprogramma 80.5 Waterbeheer 17.630.372,00 17.551.418 17.526.188
Totaal van de lasten 435.941.359,00 520.535.274,00 484.085.050,00
Totaal van de baten 410.119.725,00 490.315.140,00 449.299.367,00
Nadelig saldo 25.821.634,00 30.220.134,00 34.785.683,00

Resultaat voor bestemming 23.404.643,00 34.296.844,00 37.265.564,00


Dotaties 6.836.819,00 3.911.820,00 1.638.329,00
Onttrekkingen 4.419.828,00 7.988.530,00 4.118.210,00
Resultaatbestemming 2.416.991,00 -4.076.710,00 -2.479.881,00
Resultaat na bestemming 25.821.634,00 30.220.134 34.785.683

Raadsdruk Begroting 2011 476


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 80.5 Waterbeheer
2210101 Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 1.668.594,00 1.022.500 0
2210105 0,00 0 0
2210107 Opbrengst drijfvuilvissen 13.072,00 18.150 18.150
2210109 0,00 0 0
2210110 Havengeld binnenvaart 2.745.627,00 2.887.000 0
2210111 Baten Binnenwaterbeheer niet zijnde Havengeld 0,00 0 1.022.500
2210112 Havengeld binnenvaart 0,00 0 1.050.000
7220409 0,00 0 0
9804801 Onttrekking reserve Aanleg standaardligplaatsen (BBA) 0,00 0 0
9804802 Onttrekking reserve vakantiegeld (BBA) 0,00 450.000 0
9806307 Onttrekking reserve aanleg standaard ligplaatsen (vm BBA) 0,00 0 0
9806308 Onttrekking reserve WW-gelden (vm. BBA) 0,00 0 0
9806309 Onttrekking reserve compensatie onttrekking leningfonds 0,00 0 0
Subprogramma 80.5 Waterbeheer 4.427.293,00 4.377.650 2.090.650
Totaal van de baten 410.119.725,00 490.315.140,00 449.299.367,00
Totaal van de lasten 435.941.359,00 520.535.274,00 484.085.050,00
Voordeling saldo -25.821.634,00 -30.220.134,00 -34.785.683,00

Resultaat voor bestemming -28.238.625,00 -26.143.424,00 -32.305.802,00


Dotaties 6.836.819,00 3.911.820,00 1.638.329,00
Onttrekkingen 4.419.828,00 7.988.530,00 4.118.210,00
Resultaatbestemming 2.416.991,00 -4.076.710,00 -2.479.881,00
Resultaat na bestemming -25.821.634,00 -30.220.134 -34.785.683

Raadsdruk Begroting 2011 477


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Economie en haven

Subprogramma 100.0 Economie en haven


9805610 Dotatie reserve Topstad (EZ) 0,00 0 0
Subprogramma 100.0 Economie en haven 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie


2200101 Exploitatie Haven Amsterdam 86.951.803,00 92.381.250 90.695.790
2200102 Leges Haven Amsterdam 62.768,00 1.500 1.500
2200105 Vergoeding Haven Amsterdam 263.900,00 277.760 291.650
9803501 Dotatie reserve afkoopsommen van erfpachttermijnen (HA) 237.862,00 10 10
9803502 Dotatie fonds strategische projecten (HA) 1.580.180,00 2.080.180 2.080.180
9803503 Dotatie fonds promotie Sail 2010 (HA) 100.000,00 100.000 100.000
9803505 Dotatie Fonds exploitatieverliezen (HA) 0,00 0 0
9803508 Dotatie reserve duurzaamheid (HA) 1.500.000,00 1.000.000 1.000.000
9803509 Dotatie reserve innovatie (HA) 0,00 1.000.000 1.000.000
9803510 Dotatie reserve vakantiegeld (HA) 1.424.601,00 1.292.960 0
9803513 Dotatie reserve wachtgeld (HA) 0,00 0 0
9803514 Dotatie reserve winstdeling(HA) 0,00 0 0
Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 92.121.114,00 98.133.660 95.169.130

Subprogramma 100.3 Baggerstort


9803504 Dotatie Fonds beheer baggerstortlocaties (HA) 0,00 0 0
Subprogramma 100.3 Baggerstort 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur


2300101 Economie en Ruimte 267.922,00 83.730 0
2300102 Economie en Ruimte 0,00 0 414.992
3100301 Onderzoeksprogammering 73.601,00 119.300 310.000
3100405 Europa 272.675,00 314.610 693.170
3100501 Ondernemerschap 19.639.824,00 7.409.962 1.607.602
3100503 Kennis en innovatie 0,00 0 880.000
3100505 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Zeedijk 554.467,00 487.700 544.440
3100902 Apparaatskosten Economische Zaken 7.160.129,00 5.880.168 6.207.631
3200301 Fonds Ontwikkelingsmaatschappij 434.250,00 537.000 576.740
8300121 Glasvezelnet 892.153,00 371.860 257.310
9805603 Dotatie reserve Kapitaalsuitbreiding ASP (EZ) 0,00 0 0
9805604 Dotatie Fonds Ontwikkelings Maatschappij (EZ) 1.282.931,00 1.186.780 1.186.780
9805605 Dotatie WW-reserve (EZ) 74.360,00 0 0
9805607 Dotatie reserve vakantiegeld (EZ) 0,00 0 0
9805617 Dotatie reserve Economische Zaken 1.808.028,00 0 0
9805618 Dotatie reserve LSFA/LSCA 0,00 0 0
Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 32.460.340,00 16.391.110 12.678.665

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie


3100401 Citymarketing en toerisme 6.210.319,00 6.906.970 3.991.020
3100404 Internationale acquisitie 745.506,00 1.053.364 2.111.030
3100502 Kennis en Innovatie 13.414.967,00 4.781.490 0
9805608 Dotatie reserve deelneming Topstad (EZ) 2.368.401,00 0 0
9805609 Dotatie reserve Evenementenfonds (EZ) 1.555.204,00 0 0
9805611 Dotatie reserve Holland Casino (EZ) 81.128,00 126.000 126.000
Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 24.375.525,00 12.867.824 6.228.050

Totaal van de lasten 148.956.979,00 127.392.594,00 114.075.845,00


Totaal van de baten 169.402.647,00 145.439.040,00 136.170.725,00
Nadelig saldo -20.445.668,00 -18.046.446,00 -22.094.880,00

Resultaat voor bestemming -17.887.633,00 -16.761.596,00 -21.508.995,00


Dotaties 12.012.695,00 6.785.930,00 5.492.970,00
Onttrekkingen 14.570.730,00 8.070.780,00 6.078.855,00
Resultaatbestemming -2.558.035,00 -1.284.850,00 -585.885,00
Resultaat na bestemming -20.445.668,00 -18.046.446 -22.094.880

Raadsdruk Begroting 2011 478


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Economie en haven

Subprogramma 100.0 Economie en haven


9805610 Onttrekking reserve Topstad (EZ) 0,00 0 0
Subprogramma 100.0 Economie en haven 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie


2200101 Exploitatie Haven Amsterdam 127.940.164,00 134.792.780 127.294.680
2200102 Leges Haven Amsterdam 51.550,00 500 500
2200105 0,00 0 0
9803501 Onttrekking reserve afkoopsommen van erfpachttermijnen (HA) 777.017,00 758.460 817.120
9803502 Onttrekking fonds strategische projecten (HA) 2.343.409,00 2.000.000 2.500.000
9803503 Onttrekking fonds promotie Sail 2010 (HA) 0,00 500.000 0
9803505 Onttrekking Fonds exploitatieverliezen (HA) 669.345,00 0 0
9803508 Onttrekking reserve duurzaamheid (HA) 136.517,00 1.750.000 2.000.000
9803509 Onttrekking reserve innovatie (HA) 0,00 0 0
9803510 Onttrekking reserve vakantiegeld (HA) 1.283.808,00 1.292.960 0
9803513 Onttrekking reserve wachtgeld (HA) 264.400,00 50.000 0
9803514 Onttrekking reserve winstdeling(HA) 0,00 0 0
Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 133.466.210,00 141.144.700 132.612.300

Subprogramma 100.3 Baggerstort


9803504 Onttrekking Fonds beheer baggerstortlocaties (HA) 0,00 0 0
Subprogramma 100.3 Baggerstort 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur


2300101 Economie en Ruimte 0,00 0 0
2300102 Economie en Ruimte 0,00 0 0
3100301 Onderzoeksprogammering 49.923,00 0 0
3100405 Europa 12.966,00 0 274.170
3100501 Ondernemerschap 17.831.617,00 19.680 19.230
3100503 Kennis en innovatie 0,00 0 0
3100505 Rente van verstrekte geldleningen Zeedijk 554.467,00 487.700 544.440
3100902 Apparaatskosten Economische Zaken 682.524,00 73.770 73.220
3200301 Fonds Ontwikkelingsmaatschappij 96.151,00 93.950 0
8300121 Glasvezelnet 118.234,00 0 0
9805603 Onttrekking reserve Kapitaalsuitbreiding ASP (EZ) 501.890,00 0 0
9805604 Onttrekking Fonds Ontwikkelings Maatschappij (EZ) 4.030.093,00 534.360 576.735
9805605 Onttrekking WW-reserve (EZ) 0,00 59.000 59.000
9805607 Onttrekking reserve vakantiegeld (EZ) 100.285,00 0 0
9805617 Onttrekking reserve Economische Zaken 0,00 0 0
9805618 Reserve reserve LSFA/LSCA 0,00 0 0
Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 23.978.150,00 1.268.460 1.546.795

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie


3100401 Citymarketing en toerisme 2.759.077,00 1.512.000 1.500.660
3100404 Internationale acquisitie 246.183,00 387.880 384.970
3100502 Kennis en Innovatie 4.489.061,00 0 0
9805608 Onttrekking reserve deelneming Topstad (EZ) 3.934.628,00 1.000.000 0
9805609 Onttrekking reserve Evenementenfonds (EZ) 529.338,00 0 0
9805611 Onttrekking reserve Holland Casino (EZ) 0,00 126.000 126.000
Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 11.958.287,00 3.025.880 2.011.630

Totaal van de baten 169.402.647,00 145.439.040,00 136.170.725,00


Totaal van de lasten 148.956.979,00 127.392.594,00 114.075.845,00
Voordeling saldo 20.445.668,00 18.046.446,00 22.094.880,00

Resultaat voor bestemming 23.003.703,00 19.331.296,00 22.680.765,00


Dotaties 12.012.695,00 6.785.930,00 5.492.970,00
Onttrekkingen 14.570.730,00 8.070.780,00 6.078.855,00
Resultaatbestemming -2.558.035,00 -1.284.850,00 -585.885,00
Resultaat na bestemming 20.445.668,00 18.046.446 22.094.880

Raadsdruk Begroting 2011 479


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Facilitair en bedrijven

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven


9801110 Dotatie reserve meubilair CI&B 0,00 0 0
Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 0,00 0 0

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf


2120101 Gemeentevervoerbedrijf: exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0
9800144 Deelneming GVB 0,00 0 0
9806601 Dotatie algemene reserve (GVB) 0,00 0 0
9806605 Dotatie reserve vakantiegeld (GVB) 0,00 0 0
Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 0,00 0 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken


0020201 Dienstverlening en Facilitair Management 30.581.118,00 29.890.788 34.685.398
0020203 Mediabeheer 3.113.997,00 3.232.771 3.232.791
0020306 Servicehuis ICT 49.537.227,00 44.700.673 0
0020307 Dienst ICT 0,00 0 63.622.638
0020517 ABC-pool 5.672.695,00 4.151.112 4.075.002
0020518 Adviesgroep Amsterdam 5.668.976,00 5.018.695 4.862.665
0020519 Integriteitsbeleid 1.423.136,00 1.374.035 1.335.185
0020522 P-Net 4.145.677,00 4.453.920 0
0020523 P-Net beheer 5.056.575,00 9.256.930 13.063.960
9220237 Samenwerkende Amsterdamse stadsdelen 1.136.325,00 588.360 0
9220240 Materiaaldienst 30.009.764,00 22.710.600 26.130.000
9220241 Stichting Voertuigbeheer Amsterdam 10.090.885,00 13.069.450 8.036.840
9220246 Projectmanagementbureau 18.767.889,00 18.886.131 19.048.120
9220249 Wibautgroep 1.225.050,00 1.450.600 1.626.330
9800202 Dotatie reserve Wachtgeld (FBA) 0,00 0 0
9800204 Dotatie reserve data- en telecommunicatie (FBA) 0,00 0 0
9800205 Dotatie reserve vakantiegeld (FBA) 581.916,00 517.000 0
9801021 Dotatie reserve AGA (BDA) 297.344,00 0 0
9801046 Dotatie reserve Wagenpark (BMO) 987.876,00 0 0
9801047 Dotatie reserve Bureau Integriteit (BMO) 55.736,00 0 0
9801053 Dotatie reserve Dienstverlening (BMO) -1,00 0 0
9801055 Dotatie reserve Dienstverlening FBA 323.550,00 0 0
9801101 Dotatie algemene reserve (SHI) 0,00 0 0
9801103 Dotatie reserve WW en wachtgeld (SHI) 0,00 0 0
9801104 Dotatie reserve vakantiegeld (SHI) 571.092,00 465.000 0
9801106 Dotatie reserve voicemail (E-Net) 0,00 0 0
9801107 Dotatie reserve telecommunicatie (E-Net) 0,00 0 0
9801108 Dotatie bedrijfsreserve ICTB (SHI) 176.625,00 0 0
9801109 Dotatie reserve Tranche1 / Transformatie (SHI) 0,00 0 0
9801113 Dotatie egalisatiereserve ALL-IP 0,00 14.912 0
9801116 Dotatie reserve (kapitaallasten) achterstallig onderhoud 0,00 0 0
9801203 Dotatie reserve vakantiegeld (SHP) 209.119,00 230.000 0
9801220 Dotatie egalisatiereserve P-Net (SHP) 0,00 704.070 0
9801222 Dotatie egalisatiereserve P-beheer (SHP) 0,00 391.560 2.320
9802908 Dotatie reserve Round About IBA 396.080,00 0 0
9802909 Dotatie reserve Virtuele Maquette tafel 100.000,00 0 0
9802910 Dotatie reserve Verbetering Bedrijfsvoering 250.000,00 0 0
9804021 Dotatie bedrijfsreserve (DAB ICT - Beheergroep) 0,00 0 0
9804061 Dotatie algemene reserve Materiaaldienst 193.485,00 72.000 62.300
9804062 Dotatie reserve vakantiegeld (Materiaaldienst) 0,00 0 0
9804601 Dotatie reserve professionalisering (PMB) 0,00 0 0
9804602 Dotatie algemene reserve (PMB) 327.290,00 150.620 153.370
9804604 Dotatie reserve vakantiegeld (PMB) 468.830,00 468.390 0
9804608 Dotatie reserve huisvesting en meubilair (PMB) 0,00 0 0
9804901 Dotatie algemene reserve (Wibautgroep) 31.480,00 11.600 14.400
9804903 Dotatie reserve vakantiegeld (Wibautgroep) 36.946,00 38.450 0
Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 171.436.682,00 161.847.667 179.951.319

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten


2140301 Bijdrage aan Cition BV 0,00 2.600.000 0
2140401 Frictiekosten ontvlechting parkeer BV 2.268.865,00 2.549.520 5.652.590
3300203 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Westpoort Warmte BV 430.975,00 395.980 804.300
9220203 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 4.336.394,00 4.307.000 4.386.175
9220247 ACAM Accountancy en Advies 8.731.392,00 8.676.500 8.037.000
9220250 Dienst Stadstoezicht 63.571.030,00 36.501.189 33.861.346
9400103 Dienst Belastingen: overige activiteiten 10.386.722,00 7.703.320 7.836.390
9800301 Dotatie reserve vakantiegeld (GDV) 193.084,00 190.000 0
9800302 Dotatie reserve WW (GDV) 0,00 0 0
9803401 Dotatie egalisatiereserve commerciële activiteiten (Dienst Belastingen) 89.100,00 40.670 43.300
9803402 Dotatie reserve incassobureau (Dienst Belastingen) 0,00 3.680 3.520
9804701 Dotatie algemene bedrijfsreserve (ACAM) 121.000,00 127.000 166.000
9804702 Dotatie reserve WW-uitkeringen (ACAM) 0,00 0 0
9804703 Dotatie reserve vakantiegeld (ACAM) 383.918,00 360.000 0
9805001 Dotatie algemene reserve (Stadstoezicht) 0,00 0 0
9805002 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadstoezicht) 1.541.212,00 1.271.410 0
9805003 Dotatie reserve LHOR 1.200.000,00 0 0
Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 93.253.692,00 64.726.269 60.790.621

Raadsdruk Begroting 2011 480


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Facilitair en bedrijven

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven


9801110 Onttrekking reserve meubilair CI&B 5.757,00 0 7.700
Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 5.757,00 0 7.700

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf


2120101 Gemeentevervoerbedrijf: exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0
9800144 Deelneming GVB 0,00 0 0
9806601 Onttrekking algemene reserve (GVB) 0,00 0 0
9806605 Onttrekking reserve vakantiegeld (GVB) 0,00 0 0
Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 0,00 0 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken


0020201 Dienstverlening en Facilitair Management 19.087.946,00 18.585.639 24.013.549
0020203 Mediabeheer 3.113.997,00 3.232.771 3.232.771
0020306 Servicehuis ICT 44.424.477,00 43.048.146 0
0020307 Dienst ICT 0,00 0 52.731.830
0020517 ABC-pool 6.553.534,00 4.682.810 4.537.240
0020518 Adviesgroep Amsterdam 7.157.708,00 5.551.900 5.379.290
0020519 Integriteitsbeleid 498.239,00 293.010 290.810
0020522 P-Net 4.447.982,00 5.157.990 0
0020523 P-Net beheer 4.334.252,00 9.648.490 13.066.280
9220237 Samenwerkende Amsterdamse stadsdelen 1.136.325,00 588.360 0
9220240 Materiaaldienst 30.420.693,00 22.987.500 26.500.000
9220241 Stichting Voertuigbeheer Amsterdam 11.078.789,00 13.061.910 8.037.200
9220246 Projectmanagementbureau 21.218.780,00 20.072.310 20.338.260
9220249 Wibautgroep 1.439.100,00 1.532.550 1.713.350
9800202 Onttrekking reserve Wachtgeld (FBA) 1.838,00 0 0
9800204 Onttrekking reserve data- en telecommunicatie (FBA) 21.401,00 0 0
9800205 Onttrekking reserve vakantiegeld (FBA) 534.387,00 517.000 0
9801021 Onttrekking reserve AGA (BDA) 0,00 0 0
9801046 Onttrekking reserve Wagenpark (BMO) 0,00 0 0
9801047 Onttrekking reserve Bureau Integriteit (BMO) 0,00 0 0
9801053 Onttrekking reserve Dienstverlening (BMO) 160.750,00 0 0
9801055 Onttrekking reserve Dienstverlening FBA 160.750,00 0 0
9801101 Onttrekking algemene reserve (SHI) 2.119.800,00 0 0
9801103 Onttrekking reserve WW en wachtgeld (SHI) 25.506,00 0 0
9801104 Onttrekking reserve vakantiegeld (SHI) 435.247,00 465.000 0
9801106 Onttrekking reserve voicemail (E-Net) 126.125,00 0 0
9801107 Onttrekking reserve telecommunicatie (E-Net) 29.066,00 0 0
9801108 Onttrekking bedrijfsreserve ICTB (SHI) 0,00 0 0
9801109 Onttrekking reserve Tranche1 / Transformatie (SHI) 10.000,00 1.108.000 0
9801113 Onttrekking egalisatiereserve ALL-IP 0,00 0 0
9801116 Onttrekking reserve (kapitaallasten) achterstallig onderhoud 0,00 0 5.267.274
9801203 Onttrekking reserve vakantiegeld (SHP) 170.143,00 230.000 0
9801220 Onttrekking egalisatiereserve P-Net (SHP) 224.956,00 0 0
9801222 Dotatie egalisatiereserve P-beheer (SHP) 58.813,00 0 0
9802908 Onttrekking reserve Round About IBA 396.080,00 0 0
9802909 Onttrekking reserve Virtuele Maquette tafel 20.498,00 0 0
9802910 Onttrekking reserve Verbetering Bedrijfsvoering 30.916,00 0 0
9804021 Onttrekking bedrijfsreserve (DAB - ICT Beheergroep) 0,00 381.198 0
9804061 Onttrekking algemene reserve Materiaaldienst 792.000,00 0 0
9804062 Onttrekking reserve vakantiegeld (Materiaaldienst) 125.528,00 0 0
9804601 Onttrekking reserve professionalisering (PMB) 50.000,00 80.000 50.000
9804602 Onttrekking algemene reserve (PMB) 43.000,00 0 0
9804604 Onttrekking reserve vakantiegeld (PMB) 392.945,00 456.120 0
9804608 Onttrekking reserve huisvesting en meubilair (PMB) 13.350,00 43.350 13.350
9804901 Onttrekking algemene reserve (Wibautgroep) 2.000,00 0 0
9804903 Onttrekking reserve vakantiegeld (Wibautgroep) 32.737,00 33.870 0
Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 160.889.658,00 151.757.924 165.171.204

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten


2140301 Bijdrage van Cition BV 0,00 5.200.000 4.885.330
2140401 Frictiekosten ontvlechting parkeer BV 0,00 1.274.760 767.263
3300203 Rente van verstrekte geldleningen Westpoort Warmte BV 430.975,00 395.980 804.300
9220203 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.671.967,00 3.583.000 3.532.159
9220247 ACAM Accountancy en Advies 8.882.339,00 9.255.000 8.535.000
9220250 Dienst Stadstoezicht 60.690.690,00 32.977.160 27.167.260
9400103 Dienst Belastingen: overige activiteiten 10.457.900,00 7.881.230 8.030.750
9800301 Onttrekking reserve vakantiegeld (GDV) 186.296,00 188.500 0
9800302 Onttrekking reserve WW (GDV) 9.511,00 0 0
9803401 Onttrekking egalisatiereserve commerciële activiteiten (Dienst Belastingen) 200.000,00 0 0
9803402 Onttrekking reserve incassobureau (Dienst Belastingen) 80.000,00 0 0
9804701 Onttrekking algemene bedrijfsreserve (ACAM) 228.969,00 75.000 50.000
9804702 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (ACAM) 64.973,00 65.000 20.000
9804703 Onttrekking reserve vakantiegeld (ACAM) 379.057,00 360.000 0
9805001 Onttrekking algemene reserve (Stadstoezicht) 319.956,00 0 0
9805002 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadstoezicht) 1.544.028,00 1.271.410 0
9805003 Onttrekking reserve LHOR 0,00 0 0
Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 87.146.661,00 62.527.040 53.792.062

Raadsdruk Begroting 2011 481


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning


3100201 Food Center Amsterdam 4.414.989,00 3.276.990 2.738.270
3100203 0,00 0 0
8100102 Dienst Ruimtelijke Ordening - Overige opdrachten 21.434.925,00 13.370.130 13.150.260
8300130 Werken in opdracht gebiedsontwikkeling 14.270.532,00 14.179.210 13.949.361
8300134 Beheer gemeentelijk vastgoed 12.596.934,00 10.697.890 12.509.932
8300135 Procesbegeleiding bewoners 1.491.382,00 1.542.680 0
9220226 Kenniscentrum Amsterdam 690.407,00 775.840 771.930
9220227 Exploitatie Jodenbreestraat 25 4.513.165,00 4.637.450 4.575.570
9220229 Ingenieursbureau Amsterdam 30.894.870,00 28.796.310 27.918.720
9802901 Dotatie winstreserve (IBA) 298.409,00 225.000 225.000
9802902 Dotatie algemene reserve (IBA) 201.338,00 0 0
9802903 Dotatie reserve wachtgeld (IBA) 0,00 0 0
9802905 Dotatie reserve Nieuwe Huisvesting (IBA) 0,00 0 0
9802906 Dotatie reserve vakantiegeld (IBA) 1.009.564,00 946.110 0
9807201 Dotatie reserve Afkoopsommen erfpachttermijnen (Food Center) 0,00 0 0
9807202 Dotatie reserve Exploitatieverliezen groente- en fruithal (Food Center) 0,00 0 0
9807205 Dotatie reserve ontwikkelingsstrategie Food Center 0,00 178.942 0
Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 91.816.515,00 78.626.552 75.839.043

Totaal van de lasten 356.506.889,00 305.200.488,00 316.580.983,00


Totaal van de baten 339.127.694,00 294.572.404,00 297.141.546,00
Nadelig saldo 17.379.195,00 10.628.084,00 19.439.437,00

Resultaat voor bestemming 18.561.248,00 11.351.998,00 24.555.061,00


Dotaties 10.044.993,00 6.406.414,00 670.210,00
Onttrekkingen 11.227.046,00 7.130.328,00 5.785.834,00
Resultaatbestemming -1.182.053,00 -723.914,00 -5.115.624,00
Resultaat na bestemming 17.379.195,00 10.628.084 19.439.437

Raadsdruk Begroting 2011 482


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning


3100201 Food Center Amsterdam 3.194.780,00 2.880.930 2.701.920
3100203 Rente belegde afkoopsommen 0,00 0 0
8100102 Dienst Ruimtelijke Ordening - Overige opdrachten 21.088.034,00 13.503.300 13.445.790
8300130 Werken in opdracht gebiedsontwikkeling 13.485.004,00 14.629.430 14.046.740
8300134 Beheer gemeentelijk vastgoed 12.122.314,00 11.129.470 13.188.560
8300135 Procesbegeleiding bewoners 963.821,00 1.306.820 0
9220226 Kenniscentrum Amsterdam 46.562,00 30.720 30.490
9220227 Exploitatie Jodenbreestraat 25 4.424.640,00 4.640.890 4.575.570
9220229 Ingenieursbureau Amsterdam 33.529.800,00 30.310.000 29.804.000
9802901 Onttrekking winstreserve (IBA) 0,00 225.000 225.000
9802902 Onttrekking algemene reserve (IBA) 39.000,00 0 0
9802903 Onttrekking reserve wachtgeld (IBA) 1.233,00 0 0
9802905 Onttrekking reserve Nieuwe Huisvesting (IBA) 109.772,00 109.770 109.770
9802906 Onttrekking reserve vakantiegeld (IBA) 954.283,00 946.110 0
9807201 Onttrekking reserve Afkoopsommen erfpachttermijnen (Food Center) 140.431,00 0 0
9807202 Onttrekking reserve Exploitatieverliezen groente- en fruithal (Food Center) 0,00 0 42.740
9807205 Onttrekking reserve ontwikkelingsstrategie Food Center 985.944,00 575.000 0
Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 91.085.618,00 80.287.440 78.170.580

Totaal van de baten 339.127.694,00 294.572.404,00 297.141.546,00


Totaal van de lasten 356.506.889,00 305.200.488,00 316.580.983,00
Voordeling saldo -17.379.195,00 -10.628.084,00 -19.439.437,00

Resultaat voor bestemming -16.197.142,00 -9.904.170,00 -14.323.813,00


Dotaties 10.044.993,00 6.406.414,00 670.210,00
Onttrekkingen 11.227.046,00 7.130.328,00 5.785.834,00
Resultaatbestemming -1.182.053,00 -723.914,00 -5.115.624,00
Resultaat na bestemming -17.379.195,00 -10.628.084 -19.439.437

Raadsdruk Begroting 2011 483


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Stedelijke ontwikkeling

Subprogramma 120.1 Bouwen


8200101 Bijdragen voor woningexploitatie en -bouw 0,00 0 0
8200102 Kapitaallasten woningbouw 17.592.065,00 16.446.970 13.906.800
8220103 Uitgaven ten laste van de reserve BWS 5e fonds 376.539,00 800.000 500.000
8220303 Tekort in de exploitatiekosten van woningwetwoningen, vallende onder de bijdrageregelingen 1950 en 2.107,00 1.000 1.000
1960
8220401 Uitgaven ten laste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - KTA-deel 3.719.437,00 7.500.000 3.500.000

8220609 Uitgaven ten laste van de voorzieningen trafoleningen 1.153.223,00 450.000 0


8220625 Uitgaven ten laste van de reserve aanjagen productie/jongerenhuisvesting 396.000,00 400.000 400.000

8220636 Uitgaven ten laste van de voorziening BWS vrije ruimte 207.000,00 0 0
8220637 Uitgaven ten laste van de voorziening BWS rente 6.411.958,00 2.424.000 0
8220638 Uitgaven ten laste van de reserve aanjagen woningbouw 1.298.263,00 2.018.040 1.173.910
8220649 Uitgaven t.l.v. de reserve Creatieve Hotspots 500.000,00 500.000 400.000
8300131 Regie productie 1.697.966,00 1.872.590 1.871.341
9802602 Dotatie reserve BWS 5e fonds (Dienst Wonen) 1.945.901,00 600.000 0
9802605 Dotatie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, KTA-deel (Dienst Wonen) 0,00 0 0
9802625 Dotatie reserve aanjagen productie / jongerenhuisvesting (Dienst Wonen) 0,00 0 0

9802634 Dotatie reserve Creatieve Hotspots (DW) 236.588,00 400.000 400.000


9802635 Dotatie reserve Woon-, Leer- en Werktrajecten (DW) 0,00 0 0
9802636 Dotatie reserve Restantgehouden bedragen (DWZS) 0,00 250.000 0
9803115 Dotatie reserve aanjagen woningbouw (OGA) 421.162,00 417.000 417.000
Subprogramma 120.1 Bouwen 35.958.209,00 34.079.600 22.570.051

Subprogramma 120.2 Wonen


8220101 DWZS Wonen 18.134.653,00 19.428.090 19.265.260
8220106 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (bouwtoezicht) 15.832.258,00 12.704.304 11.164.894
8220109 Fonds Woningbedrijf 0,00 0 0
8220302 Bijdrage voor woonwagenlocaties (beheer, begeleiding en exploitatie) 643.268,00 631.330 630.630
8220306 Huisvesting statushouders 438.106,00 532.960 527.570
8220614 Subsidies Volkshuisvesting 3.849.322,00 3.917.380 3.826.150
8220615 Uitvoering VRH (Vangnet Regeling Huursubsidie) 635,00 15.000 15.000
8220620 Uitgaven ten laste van het AMH-fonds 1.194.210,00 1.000.000 500.000
8220648 Voorziening Starterslening 6.570,00 20.000 0
8220651 Uitgaven t.l.v. voorziening Kansen voor West 34.734.000,00 0 0
8220652 Uitgaven t.l.v. reserve van koop naar huur 0,00 0 5.000.000
9801910 Dotatie reserve dienstverlening DMB (Stedelijke ontwikkeling) 119.000,00 0 0
9802632 Dotatie WW-fonds (DWZS) 0,00 0 0
9802633 Dotatie reserve vakantiegeld (DWZS 428.552,00 410.000 0
9802637 Dotatie reserve van koop naar huur 0,00 0 0
Subprogramma 120.2 Wonen 75.380.574,00 38.659.064 40.929.504

Raadsdruk Begroting 2011 484


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Stedelijke ontwikkeling

Subprogramma 120.1 Bouwen


8200101 Bijdragen voor woningexploitatie en -bouw 0,00 0 0
8200102 Kapitaallasten woningbouw 17.592.065,00 16.446.970 13.906.800
8220103 Ontvangsten ten gunste van de reserve BWS 5e fonds 1.945.901,00 600.000 0
8220303 Tekort in de exploitatiekosten van woningwetwoningen, vallende onder de bijdrageregelingen 1950 0,00 0 0
en 1960
8220401 Ontvangsten ten gunste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - KTA-deel 0,00 0 0

8220609 Ontvangsten ten gunste van de voorziening trafoleningen 2.334.323,00 650.000 0


8220625 Ontvangsten ten gunste van de reserve aanjagen productie/jongerenhuisvesting 0,00 0 0

8220636 Ontvangsten ten gunste van de voorziening BWS vrije ruimte 414.000,00 0 0
8220637 Ontvangsten ten gunste van de voorziening BWS rente 30.612.738,00 5.624.000 0
8220638 Ontvangsten ten gunste van de reserve aanjagen woningbouw 4.162,00 0 0
8220649 Ontvangsten t.g.v. de reserve Creatieve Hotspots 236.588,00 400.000 400.000
8300131 Regie productie 200.603,00 200.000 200.000
9802602 Onttrekking reserve BWS 5e fonds (Dienst Wonen) 3.199.028,00 1.400.000 500.000
9802605 Onttrekking Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, KTA-deel (Dienst Wonen) 3.969.437,00 7.500.000 3.500.000
9802625 Onttrekking reserve aanjagen productie / jongerenhuisvesting (Dienst Wonen) 396.000,00 400.000 400.000

9802634 Onttrekking reserve Creatieve Hotspots (DW) 500.000,00 500.000 400.000


9802635 Onttrekking reserve Woon-, Leer- en Werktrajecten (DW) 0,00 0 0
9802636 Onttrekkingreserve Restantgehouden bedragen (DWZS) 243.877,00 250.000 0
9803115 Onttrekking reserve aanjagen woningbouw (OGA) 1.297.580,00 2.018.030 1.173.910
Subprogramma 120.1 Bouwen 62.946.302,00 35.989.000 20.480.710

Subprogramma 120.2 Wonen


8220101 DWZS Wonen 2.573.634,00 1.409.160 1.392.790
8220106 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (bouwtoezicht) 10.105.362,00 9.870.770 9.864.840
8220109 150.000,00 0 0
8220302 Woonwagens en woonwagenlocaties 356.932,00 370.450 373.230
8220306 0,00 0 0
8220614 Aanwending reserves 0,00 0 0
8220615 Uitvoering BBH (Bijzondere Bijdrage Huurlasten) 0,00 0 0
8220620 Ontvangsten ten gunste van het AMH-fonds 1.194.210,00 1.000.000 500.000
8220648 Voorziening Starterslening 6.570,00 20.000 0
8220651 Ontvangsten t.g.v. voorziening Kansen voor West 34.734.000,00 0 0
8220652 Inkomsten t.g.v. reserve van koop naar huur 0,00 0 0
9801910 Onttrekking reserve dienstverlening DMB (Stedelijke ontwikkeling) 100.000,00 0 0
9802632 Onttrekking WW-fonds (DWZS) 51.325,00 268.000 0
9802633 Onttrekking reserve vakantiegeld (DWZS) 413.702,00 410.000 0
9802637 Onttrekking reserve van koop naar huur 0,00 0 5.000.000
Subprogramma 120.2 Wonen 49.685.735,00 13.348.380 17.130.860

Raadsdruk Begroting 2011 485


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling
8100101 Dienst Ruimtelijke Ordening - Ruimtelijke Ordening 9.090.242,00 7.456.460 6.786.220
8100105 Plan Openbare Ruimte IJ-oevers 4.400.000,00 10.000.000 0
8100107 Planvorming IJburg 7.843.001,00 0 0
8100109 Planvorming IJ-oevers 913.886,00 5.032.000 0
8100111 Planvorming Middenmeer Noord 0,00 0 0
8100113 Planvorming Science Park 0,00 0 0
8100115 Planvorming Wibaut aan de Amstel 0,00 5.297.000 0
8100116 Planvorming Noordwaarts 1.916.067,00 8.728.000 0
8100117 Planvorming Zuidoostlob 2.010.719,00 12.397.000 0
8100118 Aanleg van een tijdelijk strand op IJburg 145.832,00 970.000 0
8100119 Publieksvoorlichting Zuiderkerk 1.617.476,00 966.640 975.980
8100120 Planvorming werkgebieden 19.820,00 2.315.000 0
8100121 Projectbureau Wibaut aan de Amstel 559.829,00 0 0
8100125 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 305.953,00 0 0
8100127 Diverse projecten OGA 4.534.531,00 3.429.470 3.688.141
8100128 Kennisregie Grote Projecten 199.844,00 203.760 196.980
8100129 Planvorming Oostpoort 0,00 2.402.000 0
8100130 Planvorming IJburg (OGA) 0,00 10.345.000 0
8100131 Planvorming Glasvezelnetwerk 0,00 0 160.730
8100301 Planvorming Zuidas grondexploitaties 7.863.634,00 12.154.000 12.088.389
8100302 Zuidas Dok 5.829.873,00 7.346.000 4.000.000
8100303 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 451.949,00 509.470 509.470
8220612 Broedplaatsen 65.258,00 0 172.130
8300114 Dotatie voorziening voor plantekorten Vereveningsfonds 95.939.227,00 57.967.977 41.024.853
8300117 Voorziening Goedkoop Segment Zuidas 0,00 0 0
8300132 Toetsing en fondsbeheer 4.662.898,00 4.835.138 5.631.528
8300133 Vastgoedadvisering 1.873.047,00 1.805.730 1.775.560
8300207 Uitgaven ten laste van de algemene reserve grondexploitatie 31.741.734,00 20.391.850 24.683.130

8300208 Uitgaven ten laste van bestemmingsreserves Vereveningsfonds 32.533.136,00 12.590.926 2.000.000
8300212 Kosten voor ruimen explosieven WOII 0,00 0 120.000
8300301 Dotatie voorziening module goedkope segement woningbouw 0,00 0 0
8300302 Uitgaven inzake Groenfonds Zuidas 0,00 0 0
8300304 Uitgaven inzake Zuidas grondexploitatie 0,00 0 0
8300305 0,00 0 0
9802614 Dotatie reserve Broedplaatsen (Dienst Wonen) 1.205.824,00 0 0
9803102 Dotatie Algemene Reserve Vereveningsfonds (OGA) 117.860.954,00 72.429.469 71.631.368
9803103 Dotatie Bestemmingsreserves Vereveningsfonds (OGA) 23.212.068,00 16.603.566 4.757.380
9803113 Dotatie reserve vakantiegeld (OGA) 1.501.341,00 1.200.000 0
9803114 Dotatie reserve inactieven (OGA) 100.000,00 100.000 100.000
9803118 Dotatie egalisatiereserve Noordwaarts 0,00 0 0
9803127 Dotatie reserve Zuidelijke IJ-oevers 30.546.241,00 0 0
9803215 Dotatie reseve Ontwikkelingsalliantie (DRO) 0,00 0 0
9803219 Dotatie reserve Bestuurlijke Begeleiding Zuidas(DRO) 0,00 0 0
9803301 Dotatie reserve Goenfonds Zuidas 0,00 120.690 0
9803302 Dotatie reserve Zuidas grondexploitatie 3.870.678,00 3.739.080 4.733.323
9803303 Dotatie reserve module goedkope segment woningbouw 0,00 1.014.300 0
Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 392.815.062,00 282.350.526 185.035.182

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing


3100508 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stadsgoed 1.258.487,00 920.680 1.689.120
5110205 Grote stedenbeleid 296.990,00 0 0
6200701 Sociaal structuurplan 6.723.088,00 5.941.180 5.754.020
6200702 Koers Nieuw West 13.768.115,00 6.990.170 0
6200703 Programma Maatschappelijke Investeringen 18.976.347,00 15.900.000 0
6200704 Wijkaanpak 20.505.643,00 19.745.000 4.365.000
8200103 Stadsmariniers 219.452,00 164.360 161.310
8210315 EZ Stedelijke Ontwikkeling (ISV) 854.148,00 0 0
8210319 Stenen voor Sociaal -1.854.606,00 0 0
8220402 Uitgaven ten laste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - erfpachtdeel vastgoed 13.340.834,00 7.000.000 9.000.000

8220639 Uitgaven ten laste van de voorziening Izmit rampenbestrijding 0,00 0 0


8300103 Afdracht ten gunste van het Stimuleringsfonds volkshuisvesting, vastgoeddeel 22.662.948,00 9.150.000 8.400.000
8300105 Uitgaven ten laste van het Gronddeel Stimuleringsfonds 0,00 0 0
8300116 Dotatie voorziening Stimuleringsfonds gronddeel 9.854.123,00 32.693.200 12.154.154
8300209 Uitgaven ten laste van de reserve gronddeel Stimuleringsfonds 4.654.780,00 1.607.000 1.021.000
9802606 Dotatie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, erfpachtdeel vastgoed (Dienst Wonen) 17.805.496,00 9.150.000 8.400.000

9803104 Dotatie reserve Gronddeel Stimuleringsfonds (OGA) 69.998.179,00 14.164.070 11.840.982


9803704 Dotatie reserve Huisvesting OKC's 754.000,00 0 0
9803715 Dotatie reserve Koers Nieuw West 0,00 0 0
9803720 Dotatie reserve Programma Maatschappelijke Investeringen 0,00 0 0
9803736 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Stedelijke vernieuwing 18.750,00 0 0
Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 199.836.774,00 123.425.660 62.785.586

Totaal van de lasten 703.990.619,00 478.514.850,00 311.320.323,00


Totaal van de baten 649.904.564,00 386.430.371,00 266.066.899,00
Nadelig saldo 54.086.055,00 92.084.479,00 45.253.424,00

Resultaat voor bestemming 81.799.097,00 91.220.344,00 7.712.588,00

Raadsdruk Begroting 2011 486


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling
8100101 Dienst Ruimtelijke Ordening - Ruimtelijke Ordening 39.292,00 0 0
8100105 Plan Openbare Ruimte IJ-oevers 30.546.241,00 0 0
8100107 Planvorming IJburg 7.785.156,00 0 0
8100109 Planvorming IJ-oevers 913.885,00 5.032.000 10
8100111 Planvorming Middenmeer Noord 0,00 10 10
8100113 Planvorming Science Park 0,00 10 10
8100115 Planvorming Wibaut aan de Amstel 0,00 5.297.000 10
8100116 Planvorming Noordwaarts 1.916.066,00 8.728.000 10
8100117 Planvorming Zuidoostlob 2.010.720,00 12.397.000 10
8100118 0,00 0 0
8100119 Publieksvoorlichting Zuiderkerk 966.879,00 343.130 374.390
8100120 Planvorming werkgebieden 19.820,00 2.315.010 10
8100121 Projectbureau Wibaut aan de Amstel 559.832,00 10 0
8100125 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 0,00 0 0
8100127 Diverse projecten OGA 1.233.635,00 80.000 176.570
8100128 Kennisregie Grote Projecten 0,00 0 0
8100129 Planvorming Oostpoort 0,00 2.402.000 0
8100130 Planvorming IJburg (OGA) 0,00 10.345.000 0
8100131 Planvorming Glasvezelnetwerk 0,00 0 0
8100301 Planvorming Zuidas grondexploitaties 7.863.634,00 12.154.000 12.100.000
8100302 Zuidas Dok 5.829.873,00 7.346.000 4.000.000
8100303 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 0,00 0 0
8220612 Broedplaatsen 1.205.824,00 0 0
8300114 Vrijval voorziening voor plantekorten Vereveningsfonds 40.773.245,00 0 0
8300117 Voorziening Goedkoop Segment Zuidas 0,00 0 0
8300132 Toetsing en fondsbeheer 1.577.543,00 145.780 109.200
8300133 Vastgoedadvisering 330.670,00 635.000 635.000
8300207 Bijdragen uit grondexploitaties ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie 45.850.761,00 105.945.066 109.223.410

8300208 Ontvangsten ten gunste van bestemmingsreserves Vereveningsfonds 437.303,00 8.513.395 2.190.200
8300212 Bijdragen grondexploitaties voor ruimen explosieven WOII 0,00 0 0
8300301 Onttrekking voorziening module goedkope segement woningbouw 0,00 1.014.300 0
8300302 Inkomsten inzake Groenfonds Zuidas 0,00 120.700 0
8300304 Ontvangsten inzake Zuidas grondexploitatie 0,00 3.739.080 0
8300305 Ontvangsten inzake rente over bestemmingsreserve 3.870.678,00 0 4.733.323
9802614 Onttrekking reserve Broedplaatsen (Dienst Wonen) 65.258,00 0 172.130
9803102 Onttrekking Algemene Reserve Vereveningsfonds (OGA) 164.024.385,00 49.032.014 35.683.130
9803103 Onttrekking Bestemmingsreserves Vereveningsfonds (OGA) 54.582.480,00 20.843.306 2.000.000
9803113 Onttrekking reserve vakantiegeld (OGA) 1.397.571,00 1.200.000 0
9803114 Onttrekking reserve inactieven (OGA) 640.585,00 203.260 0
9803118 Onttrekking egalisatiereserve Noordwaarts 398.032,00 0 0
9803127 Onttrekking reserve Zuidelijke IJ-oevers 0,00 0 0
9803215 Onttrekking reseve Ontwikkelingsalliantie (DRO) 421.143,00 0 0
9803219 Onttrekking reserve Bestuurlijke Begeleiding Zuidas(DRO) 305.953,00 0 0
9803301 Onttrekking reserve Goenfonds Zuidas 0,00 0 0
9803302 Onttrekking reserve Zuidas grondexploitatie 0,00 0 0
9803303 Onttrekking reserve module goedkope segment woningbouw 0,00 0 0
Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 375.566.464,00 257.831.071 171.397.423

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing


3100508 Rente van verstrekte geldlening Stadsgoed 1.258.487,00 920.680 1.689.120
5110205 Grote stedenbeleid 296.990,00 0 0
6200701 Sociaal structuurplan 5.002.436,00 4.485.590 4.451.950
6200702 7.313.089,00 0 0
6200703 Programma Maatschappelijke Investeringen 754.000,00 0 0
6200704 Wijkaanpak 709.111,00 0 0
8200103 Stadsmariniers 0,00 0 0
8210315 EZ Stedelijke Ontwikkeling (ISV) 854.148,00 0 0
8210319 0,00 0 0
8220402 Ontvangsten ten gunste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - erfpachtdeel vastgoed 17.805.496,00 9.150.000 8.400.000

8220639 Ontvangsten ten gunste van de voorziening Izmit rampenbestrijding 564,00 0 0


8300103 0,00 0 0
8300105 Ontvangsten ten gunste van het Gronddeel Stimuleringsfonds 29.084.376,00 16.506.650 17.501.040
8300116 Vrijval voorziening Stimuleringsfonds gronddeel 6.856.420,00 0 0
8300209 Ontvangsten ten gunste van de reserve gronddeel Stimuleringsfonds 26.039.526,00 12.489.570 9.105.749
9802606 Onttrekking Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, erfpachtdeel vastgoed (Dienst Wonen) 13.340.834,00 7.000.000 9.000.000

9803104 Onttrekking reserve Gronddeel Stimuleringsfonds (OGA) 45.278.509,00 28.709.430 6.910.047


9803704 Onttrekking reserve Huisvesting OKC's 0,00 0 0
9803715 Onttrekking reserve Koers Nieuw West 0,00 0 0
9803720 Onttrekking reserve Programma Maatschappelijke Investeringen 7.112.077,00 0 0
9803736 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Stedelijke vernieuwing 0,00 0 0
Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 161.706.063,00 79.261.920 57.057.906

Totaal van de baten 649.904.564,00 386.430.371,00 266.066.899,00


Totaal van de lasten 703.990.619,00 478.514.850,00 311.320.323,00
Voordeling saldo -54.086.055,00 -92.084.479,00 -45.253.424,00

Resultaat voor bestemming -26.373.013,00 -92.948.614,00 -82.794.260,00

Raadsdruk Begroting 2011 487


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Dotaties 270.024.734,00 120.598.175,00 102.280.053,00
Onttrekkingen 297.737.776,00 119.734.040,00 64.739.217,00
Resultaatbestemming -27.713.042,00 864.135,00 37.540.836,00
Resultaat na bestemming 54.086.055,00 92.084.479 45.253.424

Raadsdruk Begroting 2011 488


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Dotaties 270.024.734,00 120.598.175,00 102.280.053,00
Onttrekkingen 297.737.776,00 119.734.040,00 64.739.217,00
Resultaatbestemming -27.713.042,00 864.135,00 37.540.836,00
Resultaat na bestemming -54.086.055,00 -92.084.479 -45.253.424

Raadsdruk Begroting 2011 489


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Bestuur en concern

Subprogramma 140.1 Bestuur


0010101 Vergoeding en tegemoetkoming aan raadsleden 1.702.744,00 1.744.560 1.577.239
0010102 Tegemoetkoming raadsfracties 1.633.667,00 1.594.880 1.674.026
0010103 Uitkerings- en pensioenvoorziening raadsleden 84.124,00 240.380 86.961
0010201 Jaarwedde enz. van de burgemeester 212.504,00 223.620 217.410
0010202 Jaarwedden enz. van de wethouders 984.827,00 975.890 1.107.960
0010203 Uitkeringen en pensioenen aan gewezen wethouders en weduwen van (gewezen) wethouders 871.347,00 615.300 755.500

0020104 Wethoudersassistenten 614.161,00 495.460 616.280


9220114 Functioneel te verwerken nominale verhogingen 0,00 0 5.000.000
9801020 Dotatie reserve vakantiegeld wethouders (BDA) 30.570,00 29.970 0
Subprogramma 140.1 Bestuur 6.133.944,00 5.920.060 11.035.376

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning


0020101 Jaarwedde enz. van de secretaris 187.688,00 196.250 190.150
0020102 Bestuursdienst 55.541.820,00 44.570.687 42.311.037
0020204 Communicatie 6.138.775,00 5.289.654 4.043.394
0020207 Adviesorganen 717.189,00 668.220 655.120
0020401 Juridische kosten (abonnement gemeenteadvocaat, rechtsgedingen) 698.121,00 133.858 132.148
0020520 Uitvoering Bestuursopdrachten 898.952,00 766.120 840.970
0050101 Stadsregio Amsterdam 1.632.107,00 1.614.780 1.666.900
0050102 Bestuurlijk stelsel 77.146,00 88.160 87.060
0050103 Ontwikkelingssamenwerking/internationale contacten 769.381,00 780.060 771.070
0060201 Kosten bestuurshulp ACAM Accountancy en Advies 119.198,00 105.000 85.000
9220111 Verzekering tegen fraude 98.548,00 100.800 99.540
9220116 Personeelskosten voormalige diensttakken 6.599.205,00 5.906.920 7.208.250
9220146 Van ongeduld naar actie 0,00 0 0
9220211 Personeelsbeheer 0,00 -1.000 0
9801001 Dotatie Rampenfonds (internationale hulpverlening) (BDA) 216.310,00 44.500 0
9801008 Dotatie reserve wachtgeld (BDA) 0,00 0 0
9801010 Dotatie reserve vakantiegeld (BDA) 1.517.124,00 1.298.310 0
9801012 Dotatie reserve WW (BDA) 12.260,00 0 0
9801013 Dotatie reserve bouwfraudegelden (BDA) 0,00 0 0
9801022 Dotatie reserve Bestuursondersteuning (BMO) 610.735,00 0 0
9801025 Dotatie reserve Digitaal Archief (BMO) 28.998,00 28.060 23.302
9801217 Dotatie reserve vakantiegeld VWS (SHP) 195.846,00 160.000 0
9801221 Dotatie egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen SHP 0,00 0 0
Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 76.059.403,00 61.750.379 58.113.941

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling


0020208 Onderzoeken op financieel terrein 1.839.929,00 1.613.770 754.120
0020216 Privatisering en verzelfstandiging en fusies stadsdelen 878.364,00 2.639.160 137.420
0020217 Opbrengsten fusies stadsdelen 0,00 0 0
0020302 ICT-beleid 7.187.667,00 7.678.330 0
0020308 Inkoop 561.390,00 536.310 571.810
0020509 Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling 2.708.108,00 2.550.930 2.417.800
9801015 Dotatie reserve informatiebeveiliging (BDA) 0,00 0 0
9801019 Dotatie reserve Multichannel/Burger Koning 0,00 0 0
9801023 Dotatie reserve Concernontwikkeling (BMO) 245.500,00 0 0
9801056 Dotatie reserve Dienst ICT 714.536,00 0 0
9801057 Dotatie reserve WABO 1.200.000,00 0 0
9804043 Dotatie reserve ontwikkelkosten basisregistratie en ICT-infrastructuur (DAB - Directie en Staf) 0,00 0 0

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 15.335.494,00 15.018.500 3.881.150

Subprogramma 140.5 Griffie


0060101 Raadsbudget 2.146.010,00 1.637.152 1.802.473
0060102 Fractiebudget 400.960,00 0 0
0060103 Griffie 1.367.935,00 1.650.670 1.468.409
0060203 Onderzoeksbudget Rekeningencommissie 8.413,00 35.880 11.911
9801301 Dotatie reserve vakantiegeld (Raadsgriffie) 35.569,00 52.660 0
9801302 Dotatie reserve WW (Raadsgriffie) 1,00 0 0
9801303 Dotatie vierjarige reserve Raadsgriffie 50.260,00 50.750 50.369
9801304 Dotatie reserve Raadsonderzoeken (Griffie) 0,00 0 0
Subprogramma 140.5 Griffie 4.009.148,00 3.427.112 3.333.162

Subprogramma 140.6 Rekenkamer


0060204 Rekenkamer 1.589.176,00 1.615.560 1.511.963
9801401 Dotatie reserve vakantiegeld (Rekenkamer) 39.271,00 67.470 0
9801402 Dotatie reserve WW (Rekenkamer) 0,00 0 0
Subprogramma 140.6 Rekenkamer 1.628.447,00 1.683.030 1.511.963

Subprogramma 140.7 Ombudsman


0020805 Bureau Gemeentelijke Ombudsman 1.815.030,00 1.823.494 1.823.084
9801701 Dotatie reserve vakantiegeld (Ombudsman) 44.415,00 42.970 0
9801702 Dotatie reserve WW (Ombudsman) 0,00 0 0
Subprogramma 140.7 Ombudsman 1.859.445,00 1.866.464 1.823.084

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek


9220224 Onderzoek en Statistiek 5.461.610,00 5.244.110 5.453.640

Raadsdruk Begroting 2011 490


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Bestuur en concern

Subprogramma 140.1 Bestuur


0010101 0,00 0 0
0010102 0,00 0 0
0010103 0,00 0 0
0010201 Jaarwedde enz. van de burgemeester -214,00 0 0
0010202 Jaarwedden enz. van de wethouders 2.125,00 0 0
0010203 Uitkeringen en pensioenen aan gewezen wethouders en weduwen van (gewezen) wethouders 87.249,00 0 0

0020104 Wethoudersassistenten 0,00 0 0


9220114 Functioneel te verwerken nominale verlagingen 0,00 2.665.000 0
9801020 Onttrekking reserve vakantiegeld wethouders (BDA) 29.970,00 29.970 0
Subprogramma 140.1 Bestuur 119.130,00 2.694.970 0

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning


0020101 Jaarwedde enz. van de secretaris 0,00 0 0
0020102 Bestuursdienst 11.901.672,00 426.230 354.520
0020204 Communicatie 2.803.853,00 1.070.410 1.062.380
0020207 Adviesorganen 47.515,00 870 0
0020401 Juridische kosten 388.582,00 0 0
0020520 Uitvoering Bestuursopdrachten 904.892,00 766.120 840.970
0050101 Stadsregio Amsterdam 0,00 0 0
0050102 Bestuurlijk stelsel 62.560,00 0 0
0050103 Ontwikkelingssamenwerking/internationale contacten 246.547,00 44.740 -340
0060201 0,00 0 0
9220111 0,00 0 0
9220116 Personeelskosten voormalige diensttakken 1.660.216,00 1.548.170 2.849.500
9220146 0,00 0 0
9220211 Personeelsbeheer 0,00 0 0
9801001 Onttrekking Rampenfonds (internationale hulpverlening) (BDA) 0,00 500.000 0
9801008 Onttrekking reserve wachtgeld (BDA) 11.234,00 0 0
9801010 Onttrekking reserve vakantiegeld (BDA) 1.298.310,00 1.298.310 0
9801012 Onttrekking reserve WW (BDA) 0,00 100.000 0
9801013 Onttrekking reserve bouwfraudegelden (BDA) 44.350,00 0 0
9801022 Onttrekking reserve Bestuursondersteuning (BMO) 296.654,00 0 0
9801025 Onttrekking reserve Digitaal Archief (BMO) 100.800,00 187.670 181.267
9801217 Onttrekking reserve vakantiegeld VWS (SHP) 198.884,00 160.000 0
9801221 Onttrekking egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen SHP 33.036,00 0 0
Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 19.999.105,00 6.102.520 5.288.297

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling


0020208 Onderzoeken op financieel terrein 371.028,00 0 0
0020216 Privatisering en verzelfstandiging en fusies stadsdelen 110.191,00 0 0
0020217 Opbrengsten fusies stadsdelen 636.000,00 2.500.000 0
0020302 ICT-beleid 2.681.883,00 731.120 0
0020308 Inkoop 3.333.879,00 4.394.490 0
0020509 Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling 518.967,00 259.690 257.740
9801015 Onttrekking reserve informatiebeveiliging (BDA) 0,00 0 0
9801019 Onttrekking reserve Multichannel/Burger Koning 0,00 0 0
9801023 Onttrekking reserve Concernontwikkeling (BMO) 395.500,00 0 0
9801056 Onttreking reserve Dienst ICT 0,00 0 0
9801057 Onttrekking reserve WABO 0,00 0 0
9804043 Onttrekking reserve ontwikkelkosten basisregistratie en ICT-infrastructuur (DAB - Directie en 0,00 0 0
Staf)
Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 8.047.448,00 7.885.300 257.740

Subprogramma 140.5 Griffie


0060101 Raadsbudget 0,00 0 0
0060102 Fractiebudget 0,00 0 0
0060103 Griffie 10.000,00 11.110 10.277
0060203 Onderzoeksbudget Rekeningencommissie 0,00 0 0
9801301 Onttrekking reserve vakantiegeld (Raadsgriffie) 32.520,00 53.130 0
9801302 Onttrekking reserve WW (Raadsgriffie) 0,00 0 0
9801303 Onttrekking vierjarige reserve Raadsgriffie 0,00 198.953 0
9801304 Onttrekking reserve Raadsonderzoeken (Griffie) 821.678,00 0 0
Subprogramma 140.5 Griffie 864.198,00 263.193 10.277

Subprogramma 140.6 Rekenkamer


0060204 Rekenkamer 647.007,00 651.420 0
9801401 Onttrekking reserve vakantiegeld (Rekenkamer) 37.611,00 66.260 0
9801402 Onttrekking reserve WW (Rekenkamer) 7.941,00 0 0
Subprogramma 140.6 Rekenkamer 692.559,00 717.680 0

Subprogramma 140.7 Ombudsman


0020805 Bureau Gemeentelijke Ombudsman 129.920,00 94.840 94.840
9801701 Onttrekking reserve vakantiegeld (Ombudsman) 43.682,00 42.970 0
9801702 Onttrekking reserve WW (Ombudsman) 1,00 0 0
Subprogramma 140.7 Ombudsman 173.603,00 137.810 94.840

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek


9220224 Onderzoek en Statistiek 3.560.162,00 2.998.000 3.178.640

Raadsdruk Begroting 2011 491


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
9802401 Dotatie reserve WW-uitkeringen (O+S) 200.000,00 0 0
9802402 Dotatie reserve vakantiegeld (O+S) 87.340,00 92.030 100.000
Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 5.748.950,00 5.336.140 5.553.640

Totaal van de lasten 110.774.831,00 95.001.685,00 85.252.316,00


Totaal van de baten 33.690.377,00 21.015.613,00 9.082.794,00

Raadsdruk Begroting 2011 492


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
9802401 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (O+S) 145.500,00 125.470 153.000
9802402 Onttrekking reserve vakantiegeld (O+S) 88.672,00 90.670 100.000
Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 3.794.334,00 3.214.140 3.431.640

Totaal van de baten 33.690.377,00 21.015.613,00 9.082.794,00


Totaal van de lasten 110.774.831,00 95.001.685,00 85.252.316,00

Raadsdruk Begroting 2011 493


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Nadelig saldo 77.084.454,00 73.986.072,00 76.169.522,00

Resultaat voor bestemming 75.442.062,00 74.972.755,00 76.430.118,00


Dotaties 5.228.735,00 1.866.720,00 173.671,00
Onttrekkingen 3.586.343,00 2.853.403,00 434.267,00
Resultaatbestemming 1.642.392,00 -986.683,00 -260.596,00
Resultaat na bestemming 77.084.454,00 73.986.072 76.169.522

Raadsdruk Begroting 2011 494


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Voordeling saldo -77.084.454,00 -73.986.072,00 -76.169.522,00

Resultaat voor bestemming -78.726.846,00 -72.999.389,00 -75.908.926,00


Dotaties 5.228.735,00 1.866.720,00 173.671,00
Onttrekkingen 3.586.343,00 2.853.403,00 434.267,00
Resultaatbestemming 1.642.392,00 -986.683,00 -260.596,00
Resultaat na bestemming -77.084.454,00 -73.986.072 -76.169.522

Raadsdruk Begroting 2011 495


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Dienstverlening

Subprogramma 145.1 Dienstverlening


0020702 Contactcenter (FBA) 8.918.366,00 8.700.005 8.818.935
0030101 Dienst Persoonsgegevens 25.139.162,00 27.854.030 27.739.080
0040101 Afdracht Rijksleges 0,00 0 0
3100802 Stadsbank van Lening 9.404.224,00 10.291.020 10.500.239
3100803 Gevonden voorwerpen 480.565,00 664.120 642.814
5410206 Bureau monumentenzorg 4.589.052,00 4.438.140 4.256.070
5410208 ISV 2.999.027,00 0 0
5410209 Noord/Zuidlijn 729.886,00 1.000.250 946.000
5410301 Stadsarchief Amsterdam 14.706.400,00 14.658.650 14.261.790
8100114 Geo- en Vastgoedinformatie 5.808.446,00 0 0
9800213 Dotatie reserve Verbeterplan CCA 126.790,00 0 0
9800403 Dotatie reserve Toekomstige WW-uitkeringen (Stadsarchief) 0,00 0 0
9800404 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadsarchief) 363.314,00 334.740 0
9800411 Dotatie reserve opdrachten fotografen (Stadsarchief) 0,00 0 0
9802001 Dotatie reserve WW-uitkeringen (DPG) 0,00 381.149 0
9802002 Dotatie reserve vakantiegeld (DPG) 588.785,00 980.380 0
9802003 Dotatie reserve kwaliteit authentieke registraties 0,00 0 0
9802004 Dotatie reserve handhaving adrescontroles 0,00 0 0
9802005 Dotatie reserve BRI (Basisregistratie en ICT) (DPG) 0,00 0 0
9802006 Dotatie reserve Digitaliseren Archieven 0,00 0 0
9802007 Dotatie reserve Digitaal Afspraken BZ (DPG) 0,00 0 0
9804031 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Archeologie en Monumentenzorg) 84.060,00 86.940 0
9804032 Dotatie reserve Amsterdams Restauratiefonds (DAB Bureau Monumenten en Archeologie) 1.295.764,00 0 0

9804033 Dotatie reserve Portugees/Israelische Synagoge (dAB/Archeologie en Monumenten) 0,00 0 0

9804034 Dotatie reserve toekomstige WW-uitkeringen (BMA) 0,00 0 0


9804051 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Geo- en Vastgoedinformatie) 133.545,00 0 0
9804052 Dotatie reserve WW-uitkeringen (DPG/GVI) 0,00 0 0
9807001 Dotatie winstreserve projecten (Stads-bank van Lening) 510.457,00 0 0
9807002 Dotatie algemene reserve (Stads-bank van lening) 537.257,00 0 352.352
9807006 Dotatie reserve Betaalautomaten (Stadsbank van Lening) 0,00 0 0
9807007 Dotatie reserve Opknappen / onderhoud Nes 57b (Stadsbank van Lening) 0,00 0 0

9807009 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadsbank van Lening) 205.536,00 230.000 0


9807010 Dotatie WW reserve (SBL) 0,00 0 0
Subprogramma 145.1 Dienstverlening 76.620.636,00 69.619.424 67.517.280

Totaal van de lasten 76.620.636,00 69.619.424,00 67.517.280,00


Totaal van de baten 40.827.670,00 32.481.459,00 30.829.707,00
Nadelig saldo 35.792.966,00 37.137.965,00 36.687.573,00

Resultaat voor bestemming 36.117.381,00 39.064.455,00 37.019.013,00


Dotaties 3.845.508,00 2.013.209,00 352.352,00
Onttrekkingen 4.169.923,00 3.939.699,00 683.792,00
Resultaatbestemming -324.415,00 -1.926.490,00 -331.440,00
Resultaat na bestemming 35.792.966,00 37.137.965 36.687.573

Raadsdruk Begroting 2011 496


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Dienstverlening

Subprogramma 145.1 Dienstverlening


0020702 Contactcenter (FBA) 8.145.154,00 8.300.000 8.417.100
0030101 Dienst Persoonsgegevens 4.351.851,00 3.704.100 4.934.440
0040101 Leges Dienst Persoonsgegevens 831.777,00 917.160 910.280
3100802 Stadsbank van Lening 12.842.351,00 10.952.590 11.644.343
3100803 Gevonden voorwerpen 69.542,00 664.120 93.072
5410206 Bureau monumentenzorg 1.631.672,00 598.360 597.620
5410208 ISV 2.999.446,00 0 0
5410209 Noord/Zuidlijn 729.887,00 1.000.250 946.000
5410301 Stadsarchief Amsterdam 3.364.415,00 2.405.180 2.603.060
8100114 Geo- en Vastgoedinformatie 1.691.652,00 0 0
9800213 Onttrekking reserve Verbeterplan CCA 0,00 0 0
9800403 Onttrekking reserve Toekomstige WW-uitkeringen (Stadsarchief) 24.063,00 20.450 5.130
9800404 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadsarchief) 354.351,00 328.150 0
9800411 Onttrekking reserve opdrachten fotografen (Stadsarchief) 20.199,00 0 0
9802001 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (DPG) 106.804,00 108.700 108.700
9802002 Onttrekking reserve vakantiegeld (DPG) 558.165,00 764.400 0
9802003 Onttrekking reserve kwaliteit authentieke registraties 141.558,00 0 0
9802004 Onttrekking reserve handhaving adrescontroles 58.309,00 0 0
9802005 Onttrekking reserve BRI (Basisregistratie en ICT) (DPG) 2.030.067,00 0 0
9802006 Onttrekking reserve Digitaliseren Archieven 92.135,00 0 0
9802007 Onttrekking reserve Digitaal Afspraken BZ (DPG) 132.826,00 0 0
9804031 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Archeologie en Monumentenzorg) 77.597,00 85.030 0
9804032 Onttrekking reserve Amsterdams Restauratiefonds (DAB Bureau Monumenten en Archeologie) 0,00 10.000 10.000

9804033 Onttrekking reserve Portugees/Israelische Synagoge (dAB/Archeologie en Monumenten) 0,00 1.000.000 0

9804034 Onttrekking reserve toekomstige WW-uitkeringen (BMA) 0,00 0 49.500


9804051 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Geo- en Vastgoedinformatie) 120.900,00 193.820 0
9804052 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (DPG/GVI) 0,00 381.149 0
9807001 Onttrekking winstreserve projecten (Stads-bank van Lening) 42.760,00 0 510.462
9807002 Onttrekking algemene reserve (Stads-bank van lening) 61.000,00 818.000 0
9807006 Onttrekking reserve Betaalautomaten (Stadsbank van Lening) 70.297,00 0 0
9807007 Onttrekking reserve Opknappen / onderhoud Nes 57b (Stadsbank van Lening) 62.000,00 0 0

9807009 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadsbank van Lening) 216.892,00 230.000 0


9807010 Onttrekking WW reserve (SBL) 0,00 0 0
Subprogramma 145.1 Dienstverlening 40.827.670,00 32.481.459 30.829.707

Totaal van de baten 40.827.670,00 32.481.459,00 30.829.707,00


Totaal van de lasten 76.620.636,00 69.619.424,00 67.517.280,00
Voordeling saldo -35.792.966,00 -37.137.965,00 -36.687.573,00

Resultaat voor bestemming -35.468.551,00 -35.211.475,00 -36.356.133,00


Dotaties 3.845.508,00 2.013.209,00 352.352,00
Onttrekkingen 4.169.923,00 3.939.699,00 683.792,00
Resultaatbestemming -324.415,00 -1.926.490,00 -331.440,00
Resultaat na bestemming -35.792.966,00 -37.137.965 -36.687.573

Raadsdruk Begroting 2011 497


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Algemene dekkingsmiddelen

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds


9210101 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 0,00 0 0
9210106 0,00 0 0
9210116 0,00 0 0
9210122 Integratie- en Decentralisatie Uitkeringen (verzamelpost) 0,00 0 0
Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 0,00 0 0

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds


9210201 Uitkering uit het Stadsdeelfonds 628.773.395,00 633.451.145 622.545.850
9210203 Uitkering binnenwaterbeheer Amsterdam-Centrum 622.000,00 633.000 618.300
9210204 Bijdrage Stadsdeel Noord in kosten beheer wegen landelijk gebied 592.740,00 592.740 592.740
9220133 Stadsdeel Centrum erfpachtbeheer 0,00 45.000 0
9220135 Bijdrage Zeeburg in verband met IJburg 250.000,00 500.000 0
9220136 Bos en Lommerplein 0,00 0 0
9220137 Beheer openbare ruimte met extra kwaliteit 900.000,00 2.300.000 1.000.000
Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 631.138.135,00 637.521.885 624.756.890

Subprogramma 150.3 Belastingen


9310101 0,00 0 0
9310102 0,00 0 0
9320101 0,00 0 0
9330101 0,00 0 0
9360101 0,00 0 0
9360102 0,00 0 0
9370101 0,00 0 0
9380101 0,00 0 0
9390101 0,00 0 0
9400101 Dienst Belastingen 33.687.062,00 34.484.780 33.550.460
9400102 0,00 0 0
9400105 Bureau Rijksbelastingzaken 1.354.640,00 1.365.940 1.430.870
9803403 Dotatie Wachtgeldfonds (Dienst Belastingen) 0,00 0 0
9803406 Dotatie reserve vakantiegeld (DBGA) 984.536,00 1.042.900 0
9803408 Dotatie reserve BR WOZ 904.309,00 0 0
9803409 Dotatie reserve Wegwerken voorraden bezwaren en verzoeken (DBGA) 0,00 0 0
Subprogramma 150.3 Belastingen 36.930.547,00 36.893.620 34.981.330

Subprogramma 150.4 Erfpacht


8300101 Exploitatie Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (erfpacht) 58.385.702,00 52.142.140 54.468.110
8300104 Uitgaven ten laste van de reserve afkoopsommen erfpacht 11.330.745,00 0 0
8300122 Afdracht meerwaarden afkoopsommen ten behoeve van het Stimuleringsfonds volkshuisvesting, 48.399.767,00 22.772.000 22.759.000
erfpachtdeel
8300211 Uitgaven ten laste van de egalisatiereserve splitsingsunit 511.730,00 500.000 500.000
9800116 Dotatie reserve meerwaarden afkoopsommen Grondbedrijf 0,00 0 0
9803101 Dotatie reserve Afkoopsommen (OGA) 135.533.384,00 180.159.000 88.161.000
9803109 Dotatie reserve Afkoopsommen erfpacht 2e termijn (OGA) 3.855,00 0 0
9803116 Dotatie egalisatiereserve splitsingsunit (OGA) 0,00 175.000 175.000
Subprogramma 150.4 Erfpacht 254.165.183,00 255.748.140 166.063.110

Subprogramma 150.5 Financiering


3300102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen NUON 0,00 0 0
8300201 0,00 0 0
9140101 0,00 0 0
9140102 Rente eigen financieringsmiddelen Noord/Zuidlijn 0,00 0 0
9140103 Rente eigen financieringsmiddelen enkele reserves en voorzieningen 2.642.548,00 2.932.400 3.634.630
9140104 Rentelast door lagere omslagrente 0,00 21.000.000 10.800.000

9140105 Betaalde rentelasten 196.070.426,00 270.656.168 278.767.000


9140106 0,00 0 0
9140108 Teruggaaf rente als gevolg van te hoog geraamde omslagrente 0,00 0 7.361.201
9800106 Dotatie egalisatiefonds kapitaallasten 99.101.900,00 29.476.520 35.059.920
9800110 Dotatie algemene risicoreserve 1.693.027,00 5.415.399 70.676.190
9801049 Dotatie reserve ABC Pool (BMO) 252.524,00 0 0
Subprogramma 150.5 Financiering 299.760.425,00 329.480.487 406.298.941

Subprogramma 150.6 Deelnemingen


9130103 Rentelasten verbonden aan deelnemingen 13.565.637,00 14.451.250 10.745.830
9130104 Rente deelneming Zuidasonderneming i.o. 0,00 0 0
9800145 Dotatie reserve Beurs van Berlage (CoFin) 0,00 0 0
Subprogramma 150.6 Deelnemingen 13.565.637,00 14.451.250 10.745.830

Raadsdruk Begroting 2011 498


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Algemene dekkingsmiddelen

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds


9210101 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 1.463.489.563,00 1.333.601.358 1.330.709.342
9210106 Integratieuitkering WMO 0,00 67.962.158 58.406.690
9210116 Nog te ontvangen middelen Septembercirculaire 0,00 11.500.000 0
9210122 Integratie- en Decentralisatie Uitkeringen (verzamelpost) 0,00 103.711.417 144.182.254
Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 1.463.489.563,00 1.516.774.933 1.533.298.286

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds


9210201 0,00 0 0
9210203 0,00 0 0
9210204 Bijdrage Stadsdeel Noord in kosten beheer wegen landelijk gebied 0,00 0 0
9220133 0,00 0 0
9220135 0,00 0 0
9220136 Bos en Lommerplein 0,00 0 0
9220137 Beheer openbare ruimte met extra kwaliteit 0,00 0 0
Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 0,00 0 0

Subprogramma 150.3 Belastingen


9310101 Onroerende-zaakbelasting ten laste van gebruikers 38.064.902,00 36.923.710 37.117.980
9310102 Oninbaar verklaarde belasting, welke alsnog is geïnd 984.586,00 300.000 300.000
9320101 Onroerende-zaakbelasting ten laste van zakelijk gerechtigden 105.759.159,00 103.955.940 105.194.020
9330101 Roerende-ruimtebelasting 326.219,00 380.000 361.040
9360101 Toeristenbelasting 22.213.051,00 24.130.000 23.791.180
9360102 Vermakelijkheidsretributie 1.712.027,00 1.563.000 1.668.290
9370101 Hondenbelasting 1.777.637,00 1.744.000 1.653.630
9380101 Reclamebelasting 315.088,00 292.000 309.000
9390101 Precariobelasting 4.056,00 50.100 23.100
9400101 Dienst Belastingen 12.943.054,00 11.839.730 12.194.120
9400102 Leges Dienst Belastingen 125.085,00 170.100 125.100
9400105 Bureau Rijksbelastingzaken 144.087,00 200.000 250.000
9803403 Onttrekking Wachtgeldfonds (Dienst Belastingen) 285.940,00 74.920 0
9803406 Onttrekking reserve vakantiegeld (DBGA) 945.963,00 1.029.600 0
9803408 Onttrekking reserve BR WOZ 0,00 0 400.000
9803409 Onttrekking reserve Wegwerken voorraden bezwaren en verzoeken (DBGA) 0,00 0 0
Subprogramma 150.3 Belastingen 185.600.854,00 182.653.100 183.387.460

Subprogramma 150.4 Erfpacht


8300101 Exploitatie Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (erfpacht) 96.698.481,00 97.420.000 99.725.000
8300104 Ontvangen afkoopsommen erfpacht 145.056.117,00 180.159.000 88.161.000
8300122 0,00 0 0

8300211 Ontvangsten ten gunste van de egalisatiereserve splitsingsunit 664.037,00 675.000 675.000
9800116 Onttrekking reserve meerwaarden afkoopsommen Grondbedrijf 7.000.000,00 7.000.000 7.000.000
9803101 Onttrekking reserve Afkoopsommen (OGA) 51.230.493,00 26.536.000 27.759.000
9803109 Onttrekking reserve Afkoopsommen erfpacht 2e termijn (OGA) 0,00 0 0
9803116 Onttrekking egalisatiereserve splitsingsunit (OGA) 1.542.110,00 0 0
Subprogramma 150.4 Erfpacht 302.191.238,00 311.790.000 223.320.000

Subprogramma 150.5 Financiering


3300102 Rente van verstrekte geldleningen NUON 0,00 0 0
8300201 Rente op reserve meerwaarde afkoopsommen 689.557,00 2.436.610 2.191.610
9140101 Rente eigen financieringsmiddelen 23.646.014,00 45.874.588 61.836.570
9140102 Rente eigen financieringsmiddelen Noord/Zuidlijn 0,00 0 0
9140103 Rente eigen financieringsmiddelen enkele reserves en voorzieningen 0,00 0 0
9140104 Incidenteel niet tot uitgave komende omslagrente door structureel lagere rente 0,00 21.000.000 10.800.000

9140105 Doorberekende rentelasten 295.172.281,00 300.132.690 313.826.920


9140106 Buiten de omslag doorberekende rente 2.182.544,00 2.275.000 2.200.000
9140108 0,00 0 0
9800106 Onttrekking egalisatiefonds kapitaallasten 82.393.322,00 0 35.059.920
9800110 Terugboeking inflatiecorrectie Noord/Zuidlijn 0,00 0 0
9801049 Onttrekking reserve ABC Pool (BMO) 0,00 0 0
Subprogramma 150.5 Financiering 404.083.718,00 371.718.888 425.915.020

Subprogramma 150.6 Deelnemingen


9130103 Deelnemingen 55.437.204,00 27.600.000 36.375.000
9130104 Rente deelneming Zuidasonderneming i.o. 0,00 0 0
9800145 Onttrekking reserve Beurs van Berlage (CoFin) 0,00 0 0
Subprogramma 150.6 Deelnemingen 55.437.204,00 27.600.000 36.375.000

Raadsdruk Begroting 2011 499


Lasten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen
3100103 Marktbergingen Waterloopleinmarkt 17.358,00 16.990 16.550
5400720 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. Beurs van Berlage 349.230,00 349.230 349.230
8210302 Dotatie voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 0,00 49.100.000 55.923.740
8300119 Uitgaven ten laste van de reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.842.844,00 76.250 50.000
9130101 Uitkering van 2/3 van de rente van Vicarygoederen 2.502,00 3.300 4.370
9220106 Kapitaallasten voorgenomen onrendabele investeringen 0,00 55.667.212 42.913.300

9220107 Toe te kennen prioriteiten (structureel en incidenteel) 0,00 582.030 111.525.000


9220109 Exploitatielasten verbonden aan voorgenomen onrendabele investeringen 0,00 374.000 0

9220112 Nog functioneel te verwerken posterioriteiten 8.000.000,00 0 710.000


9220120 Lasten concerncontroller niet tot vorenstaande behorende 562.826.369,00 1.211.000 0
9220144 Uitgaven ten laste van reserves Concerncontroller 0,00 0 0
9220148 Bijdrage Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier a.g.v. overdracht waterschapstaken 14.700.000,00 0 0

9220149 Frictiekosten Motie Mulder c.s. 300.000,00 0 0


9220151 0,00 0 0
9220152 Frictiekosten 2011 0,00 0 4.600.000
9220301 Onvoorziene uitgaven 0,00 582.525 2.000.000
9220401 Dotatie voorziening juridische risico's 13.612.746,00 0 0
9600119 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 4.258.850,00 0 0
9600123 Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 26.628.984,00 26.061.350 27.762.260
9600131 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 44.767.605,00 3.800.358 4.539.473
9600132 Dienst Ruimtelijke Ordening 23.175.322,00 23.071.290 22.738.830
9600137 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 34.790.207,00 19.481.140 24.008.206
9600138 Apparaatskosten DWZS 10.173.591,00 9.357.120 28.370.630
9600180 Dienst Werk en Inkomen 184.966.876,00 172.772.480 191.529.840
9600195 Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 475.599,00 1.198.320 4.672.600
9800105 Dotatie reserve Incidenteel 2010 (gevormd uit vrijval reserves fac. diensten in rekening 09) 200.000,00 0 0

9800124 Dotatie reserve fusie waterbeheer 2.255.362,00 2.342.410 2.421.540


9800131 Dotatie garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank 400.000,00 402.000 300.000
9800138 Dotatie bestemmingsreserve Beurs van Berlage 0,00 0 0
9800146 Dotatie reserve incidenteel 2009 0,00 0 0
9800148 Dotatie reserve incidentele ruimte 2010 104.450.448,00 0 0
9800149 Dotatie reserve NUON-opbrengsten 758.294.406,00 0 0
9800150 Dotatie reserve Amsterdams Investeringsfonds 0,00 0 150.000.000
9800151 Dotatie reserve Middelen t.b.v. PMI en evenementen 2012-2014 0,00 0 18.000.000
9800152 Dotatie reserve Frictiekosten Heroverwegingen 2011-2012 0,00 0 40.400.000
9801058 Dotatie reserve frictiekosten motie Mulder c.s. / heroverwegingen 1.200.000,00 0 0
9803117 Dotatie reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.441.701,00 106.980 276.000
9803202 Dotatie algemene reserve (DRO) 326.631,00 0 0
9803205 Dotatie reserve vakantiegeld (DRO) 955.089,00 931.000 0
9803798 Dotatie reserve vakantiegeld (DMO) 1.133.408,00 1.218.080 0
9804532 Dotatie reserve WW (DWI) 0,00 0 0
9809513 Dotatie reserve vakantiegeld (dIVV) 1.601.125,00 1.343.700 0
9809517 Dotatie reserve WW (dIVV) 0,00 0 0
Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 1.809.146.253,00 370.048.765 733.111.569

Totaal van de lasten 3.044.706.180,00 1.644.144.147,00 1.975.957.670,00


Totaal van de baten 4.277.747.113,00 2.891.040.318,00 3.164.145.136,00
Nadelig saldo -1.233.040.933,00 -1.246.896.171,00 -1.188.187.466,00

Resultaat voor bestemming -1.749.644.028,00 -1.321.515.234,00 -1.261.694.046,00


Dotaties 1.113.731.705,00 222.612.989,00 405.469.650,00
Onttrekkingen 597.128.610,00 147.993.926,00 331.963.070,00
Resultaatbestemming 516.603.095,00 74.619.063,00 73.506.580,00
Resultaat na bestemming -1.233.040.933,00 -1.246.896.171 -1.188.187.466

Raadsdruk Begroting 2011 500


Baten
Rekening Begroting Romp begr.
Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011
€ € €
Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen
3100103 Marktbergingen Waterloopleinmarkt 0,00 0 0
5400720 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. Beurs van Berlage 349.230,00 349.230 349.230
8210302 Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 0,00 49.100.000 0
8300119 Ontvangsten ten gunste van de reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.841.701,00 106.980 276.000
9130101 Uitkering van 2/3 van de rente van Vicarygoederen 0,00 0 0
9220106 Stelpost voor het gedeeltelijk niet tot uitgaaf komen van kapitaallasten met betrekking tot 0,00 43.308.735 42.912.300
voorgenomen onrendabele investeringen
9220107 Posterioriteiten (structureel en incidenteel) 0,00 693.075 146.139.573
9220109 Stelpost voor het gedeeltelijk niet tot uitgaaf komen van exploitatielasten met betrekking tot 0,00 374.000 0
voorgenomen onrendabele investeringen
9220112 Nog functioneel te verwerken posterioriteiten 31.968.803,00 15.228.471 1.239.177
9220120 Baten concerncontroller niet tot vorenstaande behorende 114.845.457,00 1.265.000 0
9220144 Ontvangsten ten gunste van reserves Concerncontroller 909.324.310,00 0 0
9220148 Bijdrage Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier 0,00 0 0

9220149 Motie Mulder c.s 0,00 0 0


9220151 Stelpost nog te realiseren baten uit vrijval reserves vakantiegeld 18.740.597,00 0 0
9220152 0,00 0 0
9220301 0,00 0 0
9220401 Vrijval voorziening juridische risico's 1.265.000,00 0 0
9600119 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 5.951.597,00 0 0
9600123 Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 26.628.985,00 26.061.280 27.762.450
9600131 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 44.330.790,00 3.802.790 3.339.820
9600132 Dienst Ruimtelijke Ordening 24.763.012,00 23.071.290 22.738.830
9600137 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 35.035.627,00 19.929.580 23.734.770
9600138 Apparaatskosten DWZS 9.727.417,00 9.613.040 28.370.630
9600180 Dienst Werk en Inkomen 184.966.879,00 173.108.200 198.629.840
9600195 Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 474.349,00 1.138.320 4.612.600
9800105 Vrijval reserve Incidenteel 2010 (gevormd uit vrijval reserves fac. diensten in rekening 09) 0,00 200.000 0

9800124 Onttrekking reserve fusie waterbeheer 3.838.072,00 3.925.120 4.004.260


9800131 Onttrekking garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank 232.427,00 402.000 300.000
9800138 Onttrekking bestemmingsreserve Beurs van Berlage 0,00 349.230 349.230
9800146 Onttrekking reserve incidenteel 2009 51.841.744,00 0 0
9800148 Onttrekking reserve incidentele ruimte 2010 0,00 104.400.446 121.380.660
9800149 Onttrekking reserve NUON-opbrengsten 389.600.000,00 0 135.600.000
9800150 Onttrekking reserve Amsterdams Investeringsfonds 0,00 0 0
9800151 Onttrekking reserve Middelen t.b.v. PMI en evenementen 2012-2014 0,00 0 0
9800152 Onttrekking reserve Frictiekosten Heroverwegingen 2011-2012 0,00 0 0
9801058 Onttrekking reserve frictiekosten motie Mulder c.s. / heroverwegingen 0,00 0 0
9803117 Onttrekking reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.975.321,00 76.260 50.000
9803202 Onttrekking algemene reserve (DRO) 0,00 0 0
9803205 Onttrekking reserve vakantiegeld (DRO) 922.243,00 931.000 0
9803798 Onttrekking reserve vakantiegeld (DMO) 887.002,00 1.096.000 0
9804532 Onttrekking reserve WW (DWI) 0,00 569.650 0
9809513 Onttrekking reserve vakantiegeld (dIVV) 1.365.688,00 1.343.700 0
9809517 Onttrekking reserve WW (dIVV) 68.285,00 60.000 60.000
Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 1.866.944.536,00 480.503.397 761.849.370

Totaal van de baten 4.277.747.113,00 2.891.040.318,00 3.164.145.136,00


Totaal van de lasten 3.044.706.180,00 1.644.144.147,00 1.975.957.670,00
Voordeling saldo 1.233.040.933,00 1.246.896.171,00 1.188.187.466,00

Resultaat voor bestemming 716.437.838,00 1.172.277.108,00 1.114.680.886,00


Dotaties 1.113.731.705,00 222.612.989,00 405.469.650,00
Onttrekkingen 597.128.610,00 147.993.926,00 331.963.070,00
Resultaatbestemming 516.603.095,00 74.619.063,00 73.506.580,00
Resultaat na bestemming 1.233.040.933,00 1.246.896.171 1.188.187.466

Raadsdruk Begroting 2011 501


Raadsdruk Begroting 2011 502
Overzicht rentelasten 2011

Raadsdruk Begroting 2011 503


Raadsdruk Begroting 2011 504
Overzicht kapitaallasten 2011 (4,25%)

Door te berekenen rente lasten: Bedragen in €


Begroting 2011
1 Rente van premies en aangegane langlopende geldleningen 100.655.360
overlopend passief rentevoordeel cultuurleningen 490.140
101.145.500

2 Rente van aangegane kortlopende geldleningen 8.000.000

3 Rente van gestorte langlopende waarborgsommen 5.240

4 Rente in rekening courant 46.309.650

5 Rente over eigen financieringsmiddelen:


Rente toegevoegd aan algemene dienst 55.297.070
Rente toegevoegd aan reserve / voorziening 70.129.769
125.426.840

6 Overige kosten en rente 165.000

7 Toevoeging c.q. onttrekking voorzieningen en overlopende passiva:


voorziening verstrekte geldleningen 1.398.550
Totaal toevoeging/onttrekking 1.398.550

Personele kosten 316.220

Totaal netto door te berekenen 282.767.000

Verschil Begroting/Rekening (- = voordeel)


Doorberekend aan:

8 Binnen de omslag (4,25%) 236.882.000


9 Buiten de omslag:
Verstrekte geldleningen 23.298.380
Woningbouwleningen 14.433.010
HR-AVI 20.258.430
AVI-West 18.955.100

Totaal doorberekend 313.826.920

Verschil Begroting/Rekening (- = voordeel)

Totaal doorberekende rente 313.826.920


Totaal netto lasten 282.767.000

Totaal toevoeging/onttrekking egalisatiefonds omslagrente 31.059.920


(- = onttrekking aan egalisatiefonds)

Raadsdruk Begroting 2011 505


Raadsdruk Begroting 2011 506
Subsidiestaat

Raadsdruk Begroting 2011 507


Raadsdruk Begroting 2011 508
Subsidiestaat

In onderstaand overzicht zijn de subsidies opgenomen die ons College voornemens is te verstrekken indien
uw Vergadering instemt met continuering van het tot nu toe gevoerde beleid. Naast subsidies bevat deze staat
ook enkele stelposten. Stelposten zijn begrotingsbedragen waarvoor nog geen bestuurlijke bestemming is
vastgesteld. Deels zullen voor deze stelposten tijdens uw Vergadering over de Begroting 2011
bestedingsvoorstellen beschikbaar zijn, anderzijds zal ons College gedurende het jaar binnen het vastgestelde
beleid invulling geven aan de stelposten. Met de vaststelling van de subsidiestaat door uw vergadering wordt
invulling gegeven aan de uitvoering door het College binnen de gestelde kaders. De hoogte van de subsidie
kan gedurende het begrotingsjaar worden bijgesteld als gevolg van de nominale prijsaanpassing.

Bedragen in €

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting


2011

20 Werk en Inkomen
614.02.11 Stichting Bijzondere Noden Amsterdam 11.930

30 Zorg
620.03.01 Bestrijding Geweld achter de Voordeur 1.668.270
Herverdeling rijksbijdrage maatsch. opvang 3.741.660
Maatschappelijke steunsystemen stadsdelen 2.113.420
Nazorg detentie - Ministerie van Justitie 768.230
OB psychosociaal 2.706.340
Productgroep ambulante begeleiding 9.150.090
Productgroep inloopvoorzieningen 6.443.120
Productgroep preventie 2.272.220
Productgroep sociaal netwerk 1.365.980
Productgroep wonen 28.519.310
Productgroep zorgtoeleiding 1.608.350
Regiogemeente intensivering verslavingszorg 79.100
Regiogemeenten OGGZ beleid 385.280
Tussenfasehuis 148.290
Uitvoering prostitutienota 622.150
Veiligheidsmiddelen 1.524.670
620.03.02 St. Welzijn Doven Amsterdam SWDA 164.150
Stichting Humanitas 24.190
Stichting Rechtswinkel Amsterdam 27.590
Stichting Rechtswinkel Migranten 15.040
Visio /Losb 13.960
620.08.01 Uitkeringen uit reserves en voorzieningen 11.720
620.08.03 Alarmaansluitingeng/ATA 782.030
Alarmering ATA 40.110
WTV 6.110
620.11.03 uitkeringen uit res. & fonds MOZ 52.950
622.01.04 CABO 228.270
Chinese ouderenvereniging Tung Lok 15.040
Coke van Jou 20.820
Humanitas Afdeling Amsterdam 28.640
Joods Mawe 437.560
Joods Mawe/ Kosjere Eettafel 47.920
Joods Mawe/Tijdsbesteding 35.770

Raadsdruk Begroting 2011 509


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
Kenniscentum voor ouderen (Stichting Hofje) 4.390
Stg Jam/ouderensonfestival 18.140
Stichting Chen Hui 8.750
Subsidieplafond A 1.788.720
Subsidieplafond B 351.920
Vrijwilligersacademie 198.920
Zeemanswelvaren 38.200
652.04.01 Vraagsturing Maatwerk 2.038.810
714.01.05 Ago Dagverblijven 34.530
Ago Zwembad 276.690
Prisma 252.770
714.01.06 Beheer Website (structureel) 31.230
Clientenparticipatie/platform 86.340
Digitale Informatie Toegankelijkheid 17.500
Huisvesting Stichting Vier Sterren 74.010
Patienten- en consumentbeleid 27.200
Stichting Vier Sterren 1.122.310
Subsidie patienten- en consumentenbeleid instellingen 303.100
714.01.09 Overige uitgaven geesteijke gezondheidszorg 88.700
715.01.01 Bureau Jeugdzorg Agglomaratie Amsterdam 286.000
GGD Gooi en Vechtstreek (Driemond) 21.104
Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra 1.805.688

40 Educatie, Jeugd en Diversiteit


480.04.01 Onderwijs zieke kinderen, personeel + materieel 77.980
480.04.01 School tv 260.370
480.04.01 Van Detschool 80.640
480.04.10 Aanval op de Uitval 503.030
480.04.13 De Bascule 2.159.290
480.04.14 Info punt vraaggericht onderwijs 330.340
480.04.16 RMC kwalificatieplicht 1.030.190
RMC Westpoort 60.980
510.01.01 Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) 15.035.610
Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) (incidenteel)* 1.000.000
511.02.01 Hart voor je stad 68.600
Mozeshuis 382.390
Mozeshuis (incidenteel)* 100.000
Nationaal Instituut Slavernijverleden en Erfenis 156.070
Stichting Meldpunt Discriminatie Amsterdam 307.310
620.04.02 Altra/FIOM 671.680
Stadsregio Jeugdzorg best. kosten rijksvergoeding 513.800
Streetcornerwork 1.436.810
620.04.03 Bureau Halt 118.630
Nieuwe perspectieven 1.349.730
Parket/Ketenunits 720.250
Schoolveiligheid 949.470
630.01.01 Agnes 87.340
Centraal buro Licht en Lucht 83.730
Het Gespuis (incidenteel)* 42.400
Kindercircus Elleboog 794.240
Nowhere 175.360
Stichting Scouting Amsterdam 145.760
Stichting Stedelijk jongerenwerk 1.030.690

Raadsdruk Begroting 2011 510


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
Stichting Stedelijk jongerenwerk (incidenteel)* 1.000.000
Vakantiekamp de Duinrakkers 34.290
Vrijwillig Jeugd-en Jongerenwerk 34.280
630.01.02 Wereldpand 468.880
630.01.10 Amsterdams Solidariteitskomitee Vluchtelingen 52.830
630.01.12 Ouder-kindcentra 16.760.640
630.01.13 Multiprobleemgezinnen 1.176.250

60 Openbare Ruimte, Groen, Sport en Recreatie


530.01.03 Jaap Eden ijscomplex budgetsubsidie 1.093.820
Jaap Eden ijscomplex subsidie annuïteitenlening 269.430
Max Euwe Centrum 29.800
530.02.03 Marathon Amsterdam 228.950
530.02.15 Stichting Topsport Amsterdam 575.240
560.03.10 Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra 4.579.620
Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra (incidenteel)* 900.000
560.03.11 Groengebieden in en nabij de stad Hortus Botanicus 486.150
Groengebieden in en nabij de stad Hortus Botanicus (incidenteel)*
200.000

70 Cultuur en Monumenten
511.01.05 SeP 161.940
Amsterdam Roots Festival 107.950
Amsterdamse Hogeschool / 5 O'clock Class ZO 74.200
Amsterdamse JeugdteJAterschool 107.950
Artisjok / 020 166.800
Aslan Muziek 368.750
Balls 215.910
Bekijk't 114.160
Don't Hit Mama 91.330
Het Syndicaat 108.450
Huis aan de Amstel 605.630
JAM 139.770
Jeugdtheater De Krakeling 1.030.770
Jeugdtheaterschool Zuidoost 291.080
Kunstbende 43.150
Kunstenaars en Co, voucherbank 317.020
Likeminds 139.570
Marmoucha 91.290
Mocca 817.240
Muziekschool A'dam, wachtgelden 2001-2011 15.000
Muziekschool Amsterdam 3.703.140
Nowhere 107.950
Studio West / de Meervaart 79.100

Raadsdruk Begroting 2011 511


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
Taalvorming 59.320
Urban Myth 107.060
ZO! (MC/Paradiso) 151.400
540.01.01 Amsterdams Grafisch Atelier (AGA) 90.080
ARCAM 189.080
Centrum Beeldende Kunst Zuidoost 83.340
De Appel 476.410
Droog Design 57.180
Imagine Identity and Culture 283.100
Kunstvlaai 35.090
Premsela Stichting 96.500
Smart project space 88.600
Stedelijk Museum / Bureau Amsterdam 249.270
Stedelijk Museum / opdrachten en aankopen 186.160
Thami Mnyele 57.210
Via Milano 22.470
W139 kunstenaarswerkplaats 351.630
Young Designers & Industry 53.980
540.01.02 A"dams centrum voor fotografie 53.980
Africa in the Picture 59.520
Amsterdam Fantastic Film Festival 80.970
Amsterdams Filmhuis Rialto 262.250
Cinekid 389.550
Fotomuseum (FOAM) 526.600
International Documentary Festival A'dam (Idfa) 539.780
Ketelhuis 69.400
Maatschappij oude en nieuwe media 79.250
Maria Austria Instituut 173.570
Mediamatic 102.780
Montevideo / Time Based Arts 201.200
Pips:lab 92.230
Submarine Media 76.240
540.01.04 Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA) 213.530
Perdu 104.710
School der Poëzie 102.570
540.03.05 Y Producties (Over 't IJ Festival) 148.290
Amsterdams Marionettentheater 27.000
Brokken 21.590
Cultuurlab 123.580
De Balie 647.740
De Engelenbak 726.480
De Kleine Komedie 588.400
De Nieuw Amsterdam 148.440
Dood Paard 106.520
Felix Meritis 143.350
Gasthuis Frascati 1.864.570
Handtheater 97.270
Holland Festival 763.860
Stadsschouwburg Amsterdam t.b.v. huur (budg. neutraal) 3.215.870
Kulsan 71.480
Lange Poten 53.980
Maatschappij Discordia 118.760
MC 737.970

Raadsdruk Begroting 2011 512


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
Monk 211.180
NDSM-werf oost (vh. Kinetisch Noord) 107.950
Parels voor de zwijnen 76.590
Podium Mozaïek 216.480
Poldertheater 38.600
RAST, Theater 179.550
Robodock 107.950
Rozentheater 439.830
Stadsschouwburg Amsterdam 7.021.080
Sugar Factory 19.770
The Glasshouse 86.370
Theater Amsterdamse Bos 225.020
Theater Bellevue 1.364.400
Theater Carré (annuïteit) 457.040
Theater Terra 73.480
Theaterdagen/TF 53.980
Theatergroep Werktuig 102.570
Theaterwerkplaats Zuidoost 47.390
Toneelgroep Amsterdam 3.494.190
Tropenmuseum 163.440
Tropenmuseum (junior) 196.090
Veemtheater 159.110
Vondelpark Openluchttheater (incl. stadsdelen) 171.730
ZEP 107.950
540.03.06 5 Days Off 53.980
Atlas & Consorten /Atlas Academy 75.570
Beheerstichting Muziekgebouw aan 't IJ (BAMB) 455.520
Bimhuis / Jazz in Amsterdam 1.308.010
Calefax Rietkwartet 32.390
Capella Amsterdam 33.950
Concertgebouw NV 1.129.700
De Melkweg 959.310
Grachtenfestival 107.950
Groepenraad A'damse Popmuziek (GRAP) 188.130
Beheerstichting Muziekgebouw aan 't IJ t.b.v. huur (budg. neutraal)
2.375.000
Internaal Theaterschool Festival 157.590
KAM, Kamermuziek Amsterdam 21.980
Karnatic Lab 25.680
Koninklijk Concertgebouworkest 5.893.870
Krater theater 148.290
Leerorkest 98.860
Leo Smit Stichting 28.540
Multi Origin (MO) / Music Activation 121.100
Muziekgebouw aan 't IJ (IJsbreker) 3.080.440
Muziektheater 5.743.930
Muziektheater groot onderhoud 2.113.770
NedPho Go! 98.860
Noorderkerkconcerten 22.820
Orkest Max Tak 29.140
Paradiso 744.810
Proms 116.360
Trytone 45.650

Raadsdruk Begroting 2011 513


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
540.03.07 AnoukvanDijk (stichting A3ana) 161.940
DansVak 62.800
Danswerkplaats Amsterdam 248.440
Henny Jurriëns Stichting 56.220
Het Nationale Ballet 4.629.770
Internationaal Choreografisch Kunstencentrum EG/PC 215.910
Julidans 118.760
Leine & Roebana 107.950
Spin Off 32.390
540.04.02 AFK 9.171.870
Amsterdams Uitburo 1.421.660
Kunst en Zaken 37.790
Uitmarkt 120.490
540.06.01 Servicepunt amateurkunst 200.000
541.01.20 A'dams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuisen 9.115.050
Bijbels Museum 249.220
De Nieuwe Kerk 130.910
Filmmuseum 48.280
A'dams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuisen t.b.v. huur
(budg. neutraal) 1.097.720
Multatuli Genootschap 27.380
Museum Amstelkring / Onze Lieve Heer op Solder 609.030
Museum Rembrandthuis 999.670
Stedelijk Museum 12.180.600
Vereniging Vrienden der Aziatische Kunst 18.980
Verzetsmuseum Amsterdam 349.860
580.02.04 Algemene Programmaraad (APR) 70.210
AT5 1.546.130
MTNL / Migrantentelevisie 593.940
Salto 855.850

100 Economie en haven


310.04.01 Amsterdam Partners 800.000
ATCB 2.441.848
310.05.02 Amsterdam Innovation Motor 300.000
Amsterdam University College 500.000
Creative city lab 50.000

120 Stedelijke Ontwikkeling


810.01.02 ARCAM 185.750
BRASA 33.449
St. Parkmanagement Amsterdam (SPA) 50.000
822.06.14 Backoffice huurteams (ASW) 226.090
Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) 414.730
Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) (incidenteel)* 75.000
Meldpunt ongewenst verhuurgedrag (ASW) (incidenteel)* 188.740
Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) 1.118.290
Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) (incidenteel)* 200.000
Wijksteunpunten Wonen 994.580
Wijksteunpunten Wonen huurteams 608.720

Raadsdruk Begroting 2011 514


Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting
2011
140 Bestuur en Concern
002.02.04 World Press Photo (incidenteel)* 25.710
002.02.08 Wibautleerstoel 62.320
005.01.03 Koninklijk Instituut voor de Tropen 55.040
140.06.01 BJAA problematische gezinnen 860.000
Reclassering 188.000
SAoA straatcoaches 7.500.000
Spirit Jeugdcriminaliteit 2.800.000

*:In de begroting 2011 wordt aan uw Vergadering voorstellen gedaan omtrent prioriteiten en posterioriteiten. In het kader
van de heroverwegingen 2010 – 2014 wordt in uw Vergadering diverse ombuigingsvoorstellen ter besluitvorming
voorgelegd. Voor 2011 is het subsidiebedrag in overeenstemming met voorgaande jaren, waarvan een deel structureel en
een deel incidenteel is opgenomen voor 2011. De incidentele bedragen maken onderdeel uit van de heroverwegingen 2010
– 2014. Het ombuigingsvoorstel heeft geen effect op 2011, maar wel voor de daaropvolgende jaren. De incidentele subsidie
komt te vervallen bij het eerstvolgende begrotingsjaar.

Raadsdruk Begroting 2011 515


Raadsdruk Begroting 2011 516
Subsidies ten laste van stelposten

Raadsdruk Begroting 2011 517


Raadsdruk Begroting 2011 518
Subsidies ten laste van stelposten

Bedragen in €

Begrotingsvolgnummer Omschrijving Begroting 2011

30 Zorg
620.08.03 Regeling Maaltijdvoorziening 1.007.220
Stedelijk budget Wozodi 346.290
Stimuleringsreg. Woonservicewijken 2.675.430
622.01.04 Prioriteit: Wmo / Zorggerelateerde projecten 814.420
Stelpost MM 7.560

40 Educatie, Jeugd en Diversiteit


480.04.01 Cultuureducatie 1.205.120
Div. subsidies Onderwijs 95.460
Participatie envelop 552.470
480.04.10 Programma Beroepsonderwijs 1.523.150
480.04.13 kantoorschool bredeschool 1.013.320
Programma brede school 680.620
480.04.15 KBA programma 204.510
480.08.01 Overige uitgaven onderwijshuisvesting 800.000
Sepciaal Onderwijs huren en erfpacht 2.234.860
Voortgezet Onderwijs huren en erfpacht 9.813.100
Voortgezet onderwijs: doorlopende verpl. 1.400.000
480.08.02 Doorlopende verplichtingen + SBO lasten 2.248.380
511.02.01 stelpost antiracisme / emancipatie 31.110
511.02.02 Stelpost Innovatief emancipatiebeleid 221.750
511.02.03 Stelpost Homo-emancipatie 261.090
620.04.02 Stelpost Innovatie 226.960
630.01.01 Stelpost Leuk en spannend 246.770
630.01.02 Subsidieverordening Integratie en Participatie 1.171.640
630.01.10 Stelpost diversiteitsbeleid 990.650

60 Openbare Ruimte, Groen, Sport en Recreatie


Educatie, voorlichting gezelschapsdieren en andere
140.02.01 activiteiten 132.530
Opvang vrij levende dieren 80.280
Opvang zwervende gezelschapsdieren 474.450
St. Centrale dierenambulance 471.210
530.01.03 Huursubsidies accommodaties watersport 910
OZB bijdrage watersportverenigingen 35.060
Reductie huur gymnastieklokaal openbaar onderwijs 222.120
530.02.03 Sportevenementen 43.790
530.05.02 Aangepast sporten 53.510
Vervoer Jeugdsportteams 50.660
560.03.10 Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra 20.020

Raadsdruk Begroting 2011 519


Begrotingsvolgnummer Omschrijving Begroting 2011

70 Cultuur en Monumenten
511.01.05 Stelpost talentontwikkeling 390.540
540.03.07 Huis voor de Dans, voorbereiding 90.230
Papaver 77.910
Stelpost Huis voor de dans 7.570
Studio Dok 60.160
540.06.01 Waarderingssubsidies amateurkunst 648.140
540.07.04 Investeringen 380.670
Onderhoud 118.710
Urgent onderhoud 1.488.880
540.07.12 Cultureel beleggen 132.030
Laboratorium 39.510
Stelpost flexibel 178.115
580.02.04 Stelpost Lokale media 16.150

80 Milieu en Water
723.01.04 Milieu Centrum Amsterdam 252.070
723.01.14 Natuur & Milieu Educatie Centrum 552.730

100 Economie en haven


310.04.01 Citymarketing 75.632
Promotiebudget Holland Casino 123.070
310.05.01 Stimulering economische structuur 1.143.443

310.05.02 Amsterdam Topstad (per 2011 nw volgnr Kennis en innovatie) 30.000


320.03.01 Fonds Ontwikkelings Maatschappij 197.930

140 Bestuur en Concern


002.02.04 VSE-budget 494.270
140.06.01 Atas toeristen slachtofferhulp 59.000

Raadsdruk Begroting 2011 520


Routinematige investeringen

Raadsdruk Begroting 2011 521


Raadsdruk Begroting 2011 522
Routinematige investeringen

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Stadsarchief Amsterdam 267.970


Apparatuur automatisering 113.640
Duplicatie diefstalgevoelige stukken 47.540
Vervanging zoeksysteem 36.230
Tentonstellingsmaterialen 46.560
Beveiliging 24.000

Servicehuis ICT 6.831.049


Werkstations 1.253.269
Servers 1.755.745
Printers 298.115
LAN 501.920
ALL IP 2.000.000
Generieke voorzieningen 570.000
Facilitaire zaken 452.000

Dienst Milieu en Bouwtoezicht 950.000


Vervangingsinvestering bekabeling 700.000
Enterprise -One (Licentie) 250.000

Dienst Persoonsgegevens 590.000


Vervanging vastgoedregistratie 300.000
Basis ICT 290.000

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 3.784.244


Medische apparatuur 290.000
Overige apparatuur 109.244
Meubilair 50.000
Bouwkundig 1.700.000
Automatisering 1.635.000

Dienst Onderzoek en Statistiek 50.000


Inventaris 10.000
Computers e.d. 40.000

Ingenieursbureau Amsterdam 230.000


Materiële vaste activa 230.000

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1.835.000


FIS nieuwe release en Oracle upgrade 60.000
Planex 2 1.000.000
OGAGIS 500.000
Phoenix 275.000

Dienst Ruimtelijke Ordening 353.000


Kantoorinventaris 120.000
Netwerk en infra 55.000
Machines en apparaten 10.000
Computerapparatuur 83.000
Software 85.000

Raadsdruk Begroting 2011 523


Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Haven Amsterdam 23.852.867


Plangebied 1: Mercuriushaven
Reconstructie oostzijde Pier Azië; uitbreiding 923.940
afmeervoorzieningen tbv duwvaart; studie en maatregelen
intensivering Coenhavengebied; renovatie dak van loods
Aegir; reconstructie Papierweg; aanpassingen kantoorpand
Nieuwe Hemeg 10; vervangen deklaag Coenhavenweg
(evenzijde), incl. fietspad; reconstructie Vlothavenweg;
onderzoek kade Westerhoofd t.b.v. cruisevaart; aanleg
wachtplaatsen, loppelverbanden buitenzijde strekdam; sloop
loodsen Vlothavenpier en vervangen fendering
Mercuriushaven.
Plangebied 2: Alfa-driehoek
Reconstructie Kabelweg; verdere inrichting Alfadriehoek; 40.000
aanleg fietspad Contactweg
Plangebied 3: Petroleumhaven e.o.
Ontwikkeling bodembeleid Petroleumhavengebied; vervangen 1.533.756
deklaag Hexaanweg; vervangen deklaag Kajuitweg; bijdrage
kade Vopak Petroleumhaven; groot onderhoud Bruggen 0361,
0244 en 0330 Nieuwe Hemweg; vernieuwen dakpannen en
dakbeschot Agidalex.
Plangebied 4:Vervoercentrum
Vernieuwen verharding Deccaweg en Marifoonweg; 203.418
vervangen deklaag Gyroscooprondweg en verbreden
parkeerstrook
Plangebied 5: Westhaven-Oost
Reconstructie steiger Sonthaven; reconstructie Donauweg; 3.718.000
renovatie kade Bosporushaven; vervangen deklaag
Moezelhavenweg; vervangen deklaag Mainhavenweg;
vervanging deklaag Sextantweg; vervangen elementen van de
kadeverharding Sonthaven; renovatie kades noord- en
oostzijde Suezhaven; reconstructie noordoever voormalig
Fordterrein; reconstructie Kwadrantweg; reconstructie
Valreep; groot onderhoud brug nr 1936 Radarweg.
Plangebied 6: Westhaven-West
Aanleg Lipariweg + spporwegovergang + riolering + fase 2; 213.760
aanleg wachtplaatsen + walstroom Hornhaven.
Plangebied 7: Amerikahaven-Noordoost
Inrichten openbare parkeerplaats voor vrachtauto's; 3.634.673
ontruiming ex. ADM - terrein e.o. + herinrichting; aanleg
boeien-overslag ADM-haven.
Plangebied 8: Amerikahaven-Zuidoost
Reconstructie fenders Aziëhaven; reconstructie 408.430
Australiëhavenweg, incl. ontsluiting t.o. AEB; sanering terrein
(N.P.M.)
Plangebied 9: Amerikahaven-Zuidwest
Ontsluitingsweg Blue Ocean; aanleg voetpad Ruigoordweg - 380.000
Kopraweg, incl. sloop oude fietspad.
Plangebied 10: Amerikahaven-Noordwest
Reconstructie Cacaoweg; vervangen deklaag Latexweg; 287.500
aanleg rotonde Ruigoordweg / Latexweg; reconstructie
Ruigoordweg.
Plangebied 11: Containerterminal
Aanpassing layout en infrastructuur containerterminal; 100.000
reconstructie verzakkingen containerterrein

Raadsdruk Begroting 2011 524


Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Plangebied 21: Afrikahaven e.o.


Afspraken Ruigoord investering ateliers; reconstructie 450.000
Accraweg.
Plangebied 22: Atlaspark-west
Aanbrengen deklaag Machineweg. 180.000
Plangebied 23: Atlaspark-oost
Beheersmaatregelen voormalige vuilstort Houtrakpolder. 9.000
Plangebied 60: IJmuiden
Bijdrage aanpassing nautische infrastructuur buitenhaven 475.000
Ijmuiden. Begeleiden Rijkswerven (incl. salariskosten
projectleider HA).
Plangebied 89: Overige 7.318.057
Algemene uitgaven t,b,v, gereedmaken terreinen,
bodemonderzoeken, inrichtingsplannen, inmetingenen
groenvoorzieningen vooraf niet aan plangebieden toe te
wijzen; isolerende maatregelen aan woningen in geluidszone;
enginerineering diverse uitbreidingsinvesteringen;
herinrichting steiger 16 Westelijk Stationseiland; vernieuwen
en aanpassen scheepvaartbebording; renovatie paal- en
remmingswerk oostelijk havengebied; verplaatsen steigers
aan de De Ruyterkade i.v.m. werkzaamheden IJSEI;
vervangen Westpoortwegwijzering; voorbereiding
milieuvoorziening overslagterminals; fysieke voorzieningen
n.a.v. Port Security Plan; vervangen scheepvaartboeien;
sloopkosten diverse woningen Westpoort; renovatie en
onderhoud woningen Houtrakpolder; afmeervoorzieningen
riviercruisevaart; slopen steiger Stenen Hoofd; verruiming van
de vaargeul in het IJ t.b.v. de Cruisevaart; aanpassen
havenaccommodatie (plaatsen meerpalen en boei met anker);
watermanagement beheersgebied Haven Amsterdam;
uitvoering milieubeleidsplan / milieumaatregelen; overname en
reconstructie bedrijfssporen; fietsroutes en recreatieve voorzieningen; onderzoeken t.b.v. en opstellen van diverse bestemmingsplannen;
slopen steiger Stenen Hoofd; Aanpassen havenaccomodatie
(plaatsen meerpalen en boei met anker); watermanagement
beheersgebied Haven Amsterdam; aanschaf "calamiteiten"
IJpalen; uitvoering milieubeleidsplan / milieumaatregelen;
opstellen luchtkwaliteitmodel Westpoort en bijdrage bouw
luchtkwaliteitmeetnet; overname en reconstructie
bedrijfssporen; fietsroutes en recreatieve voorzieningen;
onderzoeken t.b.v. en opstellen van diverse
bestemmingsplannen; aanleg bushaltes in het havengebied;
aanleggen van "paddenstoelen"; renovatie drijvende steigers;
vervangen van diverse tonnen en lichtboeiinstallaties;
aanpassen bushaltes conform wettelijke eisen incl. voetpaden;
aanpassen fietspaden (uitvoering gemeentelijk beleid) +
voetpaden; aanpassen inritten naar landelijke norm; Noorder
Y plas aanleg wachtplaatsen; inventarisatie + plan
milieugevaarlijke stoffen (spoor)weg; onderzoek &
uitvoeringsplan intensivering Westpoort; aanpassing
afmeervoorzieningen t.b.v. de binnenvaart a.g.v.
schaalvergroting; vergroten waterberging en aanpassingen
waterafvoer

Raadsdruk Begroting 2011 525


Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Plangebied 90: Diversen 3.977.333


Vervanging olieschermen (mi.v. toename i.v.m. uitbreiding
olieterminals; vervanging werkstations; vervanging servers
centrale computerruimte; Mercurius (optimalisering en
digitalisering documentenhuishouding); aanschaf salaris- en
personeelsinformatiesysteem; implementatie CRM;
ontwikkeling datawarehouse; vervanging en aanpassing
internet en ontwikkeling intranet; vervanging
datacommunicatieapparatuur; herziening geluidzone
beheermodel incl. onderz. ACT; upgrade van het
contractenadministratiesysteem; geografisch informatie
systeem Haven Amsterdam; aanvullende ontwikkeling E-
Synergie; aanschaf brandblusponton; vernieuwen daken en
aanbrengen zonnepanelen gebouw Capriweg; aanleg
windmeetnet; aanbrengen diverse voorzieningen aan de
vaartuigen i.v.m. arbo- en milieuaspecten; opstellen en
implementeren onderhoudsplan vaartuigen; aanpassen
infrastructuur externe locaties Nautische Sector, incl.
vaartuigen; vervanging hardware Geoinfo incl. potter;
aanschaf dagvaarplansysteem; vervanging
ligplaatsreserveringssysteem; aankoop en inbouw van de
vervangen / optimaliseren HAP-applicatie; aanpassen Pontis
t.b.v. pontbase + wettelijke aspecten; koppelen Pontis aan HA-
berichtenverkeer; aanschaf systeem voor uivoering
coördinatie toezicht; voorziening aflossen Capriweg incl.
constructieve aanpassingen; ontvangstinstallaties voor
afvalvaartuigen (grijs water en olie); messagebroker voor
koppeling vbackoffice met platforms (o.a. Portbase); lichtkrant
Havengebouw; voorbereiding ontwikkeling binnenvaart
Lelystad; vervanging mobiele voorzieningen; vervangende
inrichting Exact.
Vervanging olieschermen; vervanging mistverlichting;
vervanging werkstations; vervanging servers centrale
computerruimte; digitalisering documentaire
informatievoorziening; ontwikkeling datawarehouse;
vervanging softwarelicenties (Centrale Inkoop Gemeente
Amsterdam); vervanging portocabin op steiger 15; vervanging
datacommunicatieapparatuur; herziening geluidzone
beheermodel; vervanging simulatieprogramma zeehavengeld
en integrale havenaanloopkosten; aanachaf van een
rapportage generator t.b.v. het inzichtelijk maken van
aanwezige bedrijfsvoeringsgegevens van de Nautische
Sector; uograde contractenadministratiesysteem; vervanging
serverkasten in computerruimte; aanpassen huisvesting alle
vestigingen Haven Amsterdam; vervanging diverse
modulesvan het VTM-systeem; aanschaf

Raadsdruk Begroting 2011 526


Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 2.734.224


Aanschaf kantoormeubilair 575.000
Sporthallen Zuid 1/3-1/3-1/3 regeling 2011 608.189
Groen 160.950
Sportpark 258.230
Huisvesting Genie-terrein 314.855
Rondvaart 110.000
Boswachterij 15.000
Sporthallen Zuid 692.000

Projectmanagementbureau 190.000
Hard- en software 90.000
Huisvesting en meubilair 100.000

Dienst Stadstoezicht 750.000


Vervanging automatisering 2011 400.000
Huisvesting Nieuwpoortstraat 125.000
Huisvesting DG straat 125.000
Vervanging handterminals 100.000

Afval Energie Bedrijf 1.680.000


Vervangen keteldak 700.000
Shredder voor bijzondere afvalstoffen 350.000
Vervanging hardware ICT 330.000
Camerabewaking 300.000

Raadsdruk Begroting 2011 527


Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Waternet 48.371.000
Riooltaken: 16.849.000
Onderhoudsmanagement rioolgemalen 116.000
Renovatie riolen 4.111.000
Renovatie regenwaterriolen 1.333.000
Parkstad 1.778.000
Gescheiden rioolstelstels 2.222.000
District Amsterdam (gemengd stelsel) 6.667.000
Ongezuiverde lozingen 622.000
Drinkwatertaken: 31.322.000
Bemetering 1.100.000
Leidingen 14.866.000
Keerkleppen en frontbeveiliging 96.000
Productie 14.220.000
Bronnen en natuur 1.040.000
Binnenwaterbeheer: 200.000
Hermotorisering BBA 4 50.000
Aanschaf dienstvaartuig BBA 10 150.000

Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 17.162.000


Vervanging automatisering 150.000
Vervanging inventaris 10.000
Database coördinatiestelsel 75.000
Vervanging bodemplaten arken 110.000
Vervanging automatisering MD 65.000
Vervanging installaties MD 35.000
Vervanging actiewagens MD 35.000
Vervanging strooiers MD 720.000
Vervanging diversn MD 40.000
Vervanging telpunten en apparatuur 22.000
Vervanging verkeersmodel 250.000
Vervanging en uitbreiding parkeerautomaten 15.000.000
Vervanging parkeerapparatuur 650.000

Totaal 109.631.354

Raadsdruk Begroting 2011 528


Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening
aan uw Vergadering zal worden voorgelegd

Raadsdruk Begroting 2011 529


Raadsdruk Begroting 2011 530
Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan
uw Vergadering zal worden voorgelegd

Krediet Omschrijving Investering Kapitaall


reserverings (x € 1.000) asten (x
nr* € 1.000)
2011.040.2.02 Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3 4.700 400
2011.050.1.10 Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de -24.700 -1.606
Noord/Zuidlijn
2011.050.1.11 Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn 32.000 2.080
2011.050.1.12 Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010 16.600 1.079
rijksbijdrage tbv de Noord/Zuidlijn
2011.100.2.13 Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011 14.610 950
2011.100.1.14 Nominale aanpassing 2011 Bijdrage tweede Zeesluis 1.700 111
2011.040.2.15 Onderwijshuisvesting programma 2011 15.000 1.250
2011.050.2.18 Meerkosten Noord/Zuidlijn tranche 3/6 + tranche 2/5 22.000 1.430
* Het kredietreserveringsnummer wordt gebruikt bij het bestuurlijk voorleggen van het voorbereidings- en/of
uitvoeringskredietbesluit.

Toelichting:

2011.040.2.02 Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3


De totale investeringen met betrekking tot het huisvestingsprogramma 2008 bedragen € 26,8
miljoen. Hiermee worden de huisvestingsvoorzieningen in het voortgezet onderwijs
gerealiseerd. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten van € 1,98 miljoen is voor € 1,0 miljoen
gedekt in de begroting 2008 middels een prioriteit. De overige € 0,98 miljoen is in drie
tranches opgenomen in het Financieel Meerjarenperspectief (FMP). Tranche 1 van
€ 0,3 miljoen in het FMP 2009-2010, tranche 2 van € 0,3 miljoen in het FMP 2010-2013 en
tranche 3 van € 0,4 miljoen in het FMP 2010-2014.

2011.050.1.10 Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de


Noord/Zuidlijn
De voorcalculatie van de prijspeilaanpassing 2009 voor de gemeentelijke kosten voor de
Noord/Zuidlijn werd berekend op basis van 3,0%. De contractuele prijspeil-aanpassing is in
de loop van 2009 veel lager gebleken. Berekend over alle afzonderlijke contracten, bedroeg
de verplichting aan aannemers ca. € 25,3 miljoen minder. Daartegenover staat dat de
(rijks)index in 2009 ook iets lager is uitgevallen dan geraamd: 2,137% i.p.v. 2,25 %. Dit leidt
tot een nadeel van € 0,6 mln.

2011.050.1.11 Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn


De budgetten voor de Noord/Zuidlijn worden in de begroting 2011 verhoogd naar prijspeil
2010. Voor 2010 wordt de index berekend op basis van het gemeente- en het rijksdeel. Voor
prijspeil 2011 wordt nog geen correctie toegepast. De contractindex wordt voorcalculatorisch
vastgesteld op 4,4 % voor de bouwkosten en 2,3% voor de overige kosten. In de
geactualiseerde begroting 2011 (tlv 2012) worden de indexcorrecties op basis van
nacalculatie aangepast. Zo kan er rekening worden gehouden met ontwikkelingen, die in het
tweede halfjaar van 2010 zullen plaatsvinden. Op basis van 4,4 respectievelijk 2,3% dient het
budget van het gemeentelijk aandeel te worden verhoogd met € 32 mln.

2011.050.1.12 Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010


rijksbijdrage tbv de Noord/Zuidlijn
Bij de behandeling van de begroting 2007 is besloten het risico voor de gemeente niet verder
te laten oplopen, als gevolg waarvan het naar verwachting niet door het rijk te vergoeden deel
van de indexering jaarlijks in de gemeentebegroting wordt gedekt. In de begroting 2011 zal
het tekort naar prijspeil 2010 worden verwerkt. Het tekort naar prijspeil 2010, uitgaande van
een (rijks)index van 1,0%, bedraagt € 16,6 mln.

Raadsdruk Begroting 2011 531


2011.100.2.13 Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011
De bijdrage van de gemeente Amsterdam bedraagt maximaal € 123,3 miljoen (prijspeil 2007).
De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd met de IBOI (index bruto overheidsinvesteringen). In
de begroting 2009 en 2010 zijn 2 tranches van € 10 miljoen gedekt. Er moet nog dekking
worden geregeld voor € 102,3 miljoen in 7 tranches van € 14.610.000,-. In de begroting 2011
wordt € 14,61 miljoen gedekt; de kapitaallasten bedragen € 950.000 en de
afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar.

2011.100.1.14 Nominale aanpassing 2011 Bijdrage tweede Zeesluis


De bijdrage van de gemeente Amsterdam bedraagt maximaal € 123,3 miljoen (prijspeil 2007).
De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd met de IBOI (index bruto overheidsinvesteringen). In
de begroting 2009 en 2010 zijn 2 tranches van € 10 miljoen gedekt. Er moet nog dekking
worden geregeld voor € 102,3 miljoen in 7 tranches van € 14.610.000,-. In de begroting
2011wordt een bedrag voor de indexering opgenomen van € 1.700.000. De kapitaallasten
bedragen € 110.000 en de afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar.

2011.040.2.15 Onderwijshuisvesting programma 2011


Goede kwaliteit van onderwijsgebouwen is een onderdeel van het PA en tevens een
wettelijke taak van de gemeente. Elk jaar wordt door het college het huisvestingsprogramma
onderwijs vastgesteld. In dec 2010 worden de investeringen in onderwijshuisvesting voor
2011 goedgekeurd. De kapitaallasten die uit deze investeringen voortkomen dienen in de
begroting 2011 gedekt te worden. Voor de periode 2010-2013 is berekend dat er voor een
bedrag van € 134 miljoen aan investeringen noodzakelijk is. Gemiddeld is dit € 33,5 miljoen
per jaar. Het werkelijk goedgekeurde budget in het programma kan afwijken van dit
gemiddelde bedrag, maar zou zich op de lange termijn moeten uitmiddelen. Met een
gemiddelde afschrijvingstermijn van 35 jaar zijn de kapitaallasten bij een investeringsbedrag
van € 33,5 miljoen € 2,4 miljoen.

Ons College heeft echter € 1,25 miljoen structureel opgenomen i.p.v. € 2,4 miljoen, wegens
de beperkte structurele ruimte in het PA. Met deze dekking aan kapitaallasten kunnen € 15
miljoen aan investeringen verwezenlijkt worden bij een rentepercentage van 4,5% en een
gemiddelde afschrijvingstermijn van 26 jaar. Het toekennen van een lager bedrag heeft
daarmee de consequentie dat wordt afgeweken van de afspraken dat voor het
investeringsbedrag wordt uitgegaan van het verwachte gemiddelde investeringsniveau van de
komende vier jaar. Hierdoor mag, bij het vaststellen van het budget voor onderwijshuisvesting
voor 2011 door de Raad in dec 2010, het totale investeringsbedrag niet meer dan € 15
miljoen bedragen. Dit kan bereikt worden door te temporiseren en slechts de hoogst
noodzakelijk aanvragen op te nemen in het programma.

2011.050.2.18 Meerkosten Noord/Zuidlijn tranche 3/6 + tranche 2/5


Conform het genomen besluit bij de begroting 2007 worden de kapitaallasten van de
meerkosten van de Noord-Zuidlijn (€ 83 miljoen) in zes jaarlijkse tranches gedekt in de
begrotingen 2007- 2012. Dit legt een beslag van € 897.000 aan kapitaallasten op de
begroting 2011. In het kader van de rekening 2006 is voorgesteld de meerkosten op basis
van de meest recente financiële prognose Noord-Zuidlijn volgens dezelfde systematiek te
dekken; de kapitaallasten van de aanvullende meerkosten van € 41 miljoen worden in vijf
tranches gedekt in de begrotingen 2008-2012. Dit legt een aanvullend beslag op de begroting
2011 van € 533.000 aan kapitaallasten. Hiermee komt de totale prioriteit op € 1,43 miljoen
structureel bij een afschrijvingstermijn van 50 jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 532


Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening
door ons College zal plaatsvinden

Raadsdruk Begroting 2011 533


Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College zal
plaatsvinden

Krediet Omschrijving Investering Kapitaall


reserverings (x € 1.000) asten (x
nr* € 1.000)

2011.110.2.03 Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en 1.000 295


serververvanging)
2011.140.2.04 Krediet verbetering kwaliteit BAG 525 129
2011.080.2.05 BHG-4 bouw/realisatie 480 118
2011.050.1.06 Nominale aanpassing busstation en autoonderdoorgang 544 35
2011.050.2.07 Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen 6.330 573
2011.050.2.08 Vervanging en herprofilering openbare verlichting 17.700 1.682
2011.050.2.09 Vervangingsprogramma stadsilluminatie 590 66
2011.050.2.16 Vervangingsonderhoud infrastructuur 17.175 1.200
2011.050.2.17 Reconstructie historische Hogesluisbrug 7.300 400
2011.050.2.19 Vervangen walmuren stadsdeel Centrum 5.269 307
2011.050.2.20 Voorbereiden vervangen walmuren/bruggen stadsdeel Centrum 357 23
* Het kredietreserveringsnummer wordt gebruikt bij het bestuurlijk voorleggen van het voorbereidings- en/of
uitvoeringskredietbesluit.

Toelichting:

2011.110.2.03 Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en serververvanging)


Er wordt geïnvesteerd in apparatuur voor werkplekken en servers. De afschrijvingstermijn
bedraagt 4 jaar en de kapitaallasten zijn € 295.000. De kapitaallasten zijn reeds gedekt in de
reserve ‘Dekking kapitaallasten achterstallig onderhoud’ in het programma Facilitair en
Bedrijven (Dienst ICT).

2011.140.2.04 Krediet verbetering kwaliteit BAG


De investering is ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de Basisregistratie
Adressen en Gebouwen. De afschrijving is 5 jaar. Looptijd 2 jaar. De verbetering van de
kwaliteit levert een bijdrage aan de gemeentelijke erfpachtinkomsten en de uitkering uit het
Gemeentefonds.

2011.080.2.05 BHG-4 bouw/realisatie


Deze investering betreft de vervanging van het systeem voor de heffing en inning van
Binnenhavengeld (BHG). De implementatie van het systeem BHG 4 ondersteund het proces
om de heffing en inning van het BHG efficiënter en doelmatiger in te richten. De
afschrijvingstermijn bedraagt 5.

2011.050.1.06 Nominale aanpassing busstation en autoonderdoorgang


De reservering betreft de nominale aanpassing van het ten laste van de algemene dienst
komend gemeentelijk aandeel in de kosten van het busstation en auto-onderdoorgang CS.
De nominale aanpassing van de ten laste van fondsen en grondexploitatie gedekte kosten
komt ten laste van de desbetreffende dekkingsbronnen. De nominale aanpassing 2011 is op
basis van een wijzigingspercentage van 1,00% berekend op € 544.360. Bij de berekening van
de prijspeilaanpassing is rekening gehouden met de uitgaven in 2009 en de verwachte
uitgaven 2010. De afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar.

2011.050.2.07 Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen

Bedragen x €1.000 2010 2011 2012 2013 2014 2015


07.1 Technische vervanging 3.990 4.240 4.500 4.100 4.100 4.600
07.2 Kleine aanpassingen 363 356 356 356 356 356
07.3 Processoren 262 257 146 146 146 146
07.4 Ombouw 818 802 802 802 802 802

Raadsdruk Begroting 2011 534


07.5 Verkeers TV 143 140 140 140 140 140
07.6 VIS-systemen 262 285 317 348 588 300
07.7 Verplaatsen techn. centrum 250 800 800 0 0
Totaal 5.838 6.330 7.061 6.692 6.132 6.344

De in de planning vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 1e kwartaal 2010 en zijn
excl. BTW/BCF. Het gehanteerde percentage voor de BTW component bedraagt 16,9%. Dit
is van toepassing op alle posten. De voor 2010 vermelde gegevens betreffen het door het
college goedgekeurde krediet.

Toelichting op de posten op de posten uit de tabel


07.1 Technische vervanging
De afschrijvingstermijn van de verkeersregelinstallaties is gewijzigd. De
verkeersregelautomaat en de lantaarns (armaturen) worden nog steeds na 20 jaar
vervangen. Voor de masten, uitleggers en portalen en de bekabeling is de afschrijftermijn op
30 jaar gesteld. Om dit te bereiken is er een schilderprogramma, waarbij een mast na 10 en
na 20 jaar opnieuw wordt geschilderd, een controle op stevigheid (schudden) van masten na
20 en 25 jaar, waardoor corrosie kan worden opgemerkt en het doormeten van de
bekabeling. Slechte masten en kabels worden nog steeds vervangen.

Hiermee rekening houdend zullen in 2011, 17 installaties worden vervangen. Hieronder staan
vermeld de technische vervangingen die ten laste komen van het krediet 2011:
157 Bilderdijkstraat - Kinkerstraat € 280.000,-
206 Kamperfoelieweg - Floraweg € 240.000,-
215 Klaprozenweg- Ataturk € 260.000,-
246 Zuiderzeewg – A10 binnenring € 230.000,-
434 Oosterpark – Eikenweg € 210.000,-
435 K. Onneslaan – Nobelweg € 260.000,-
534 Ceintuurbaan – Ferd. Bolstraat € 280.000,-
572 Overtoom – Rhijnvis Feithstraat € 270.000,-
639 Europaboulevard – RAI parkeerterrein € 280.000,-
641 Rooseveltlaan - Maasstraat € 260.000,-
652 Pres. Kennedylaan – Waalstraat € 240.000,-
653 Pres. Kennedylaan – Maasstraat € 240.000,-
670 Hobbemakade – v. Hilligaertstraat € 240.000,-
690 A.J. Ernststraat - v. Leijenberghlaan € 270.000,-
692 Europaboulevard – A.J. Ernststraat € 260.000,-
931 De Clercqstraat – Elisabeth Wolffstraat € 210.000,-
932 Kinkerstraat – ten Katestraat € 210.000,-
Totaal € 4.240.000,-

Hierbij wordt rekening gehouden met een standtijd voor de installatie van gemiddeld 20 jaar.
Voor 2012 wordt rekening gehouden met de technische vervanging van 17 installaties. In
2013 en 2014 zullen 16 installaties technisch worden vervangen, terwijl dit aantal voor 2015,
17 bedraagt. De bij de verschillende jaren aangegeven bedragen verschillen, omdat rekening
gehouden wordt met de complexiteit van de vervanging, indexering en onvoorzien.

07.2 Kleine aanpassingen.


Om verschillende redenen is het noodzakelijk om een aantal regelinstallaties, die nog lang
niet in aanmerking komen voor technische vervanging, elk jaar aan te passen. Deze redenen
zijn onder andere: klachten, verkeersveiligheid (black spots), verbetering verkeersafwikkeling.
Dit onderdeel is alleen met de indexering aangepast. Hiervoor is een bedrag van € 356.000
nodig.

07.3 Wijkprocessoren.
In de meerjarenplanning wordt jaarlijks een bedrag opgenomen voor regelmatige
aanpassingen en nieuwe software ten behoeve van gevraagde en nieuwe ontwikkelingen
(hardware en software). Door toepassing van de index, is dit bedrag vanaf 2011 € 146.000.

Raadsdruk Begroting 2011 535


Bestaande installaties moeten geschikt gemaakt worden om te kunnen functioneren met de
nieuwe centrale, om in 2011 te kunnen stoppen met aansturing door de oude processor.
Sinds 2008 wordt hiervoor jaarlijks een bedrag gereserveerd (t/m 2011). In totaal komt het
bedrag van de post processoren voor 2011 op € 257.000; daarna kan deze post worden
teruggebracht tot € 146.000.

07.4 Ombouw.
Volgens het in 1989 door de gemeenteraad genomen delegatiebesluit stadsdelen worden de
kosten van aanpassing van verkeerslichten gefinancierd door de centrale stad, zodat voor
deze profielaanpassingen vanuit de centrale stad middelen gereserveerd moeten worden.
Bij grootschalige profielaanpassingen, die vanuit de centrale stad gefinancierd worden,
worden de kosten van aanpassingen verkeerslichten in de betreffende kredieten
meegenomen.
Voor profielaanpassingen, waarvan de financiering ten laste van de stadsdelen komt, worden
binnen deze post middelen voor de bijbehorende aanpassingen van de verkeerslichten
gereserveerd. Voor 2011 wordt uitgegaan van 8 ombouw-projecten. Tevens is een
reservering opgenomen van € 300.000 in verband met lijnaanpassingen van de openbaar
vervoerbedrijven. Door deze lijnaanpassingen gaan bussen of trams rijden over nieuwe
routes, waar nog geen prioriteit voor het openbaar vervoer in de regeling aanwezig is. Op
gemiddeld 6 kruisingen kan dan ieder jaar de regeling gewijzigd worden en zal de
infrastructuur worden aangepast. Gelet op het aantal kruisingen dat jaarlijks aangepast moet
worden is dit een reëel aantal. Hiermee komt het totaal van de post ombouw op een bedrag
van € 802.000.

07.5 Verkeers-TV
Om de verkeersafwikkeling goed te kunnen begeleiden zijn in de stad op strategische punten
camera’s geplaatst. Het gaat op dit moment om 43 locaties. De post verkeers-TV omvat het
totaal van de camera’s en de presentatie van de beelden hiervan. Voor de noodzakelijke
technische vervanging van de onderdelen (incl. de camera’s zelf) is vanaf 2010 een bedrag
van € 140.000 per jaar nodig.

07.6 Vervanging VerkeersInformatieSystemen (VIS)


De aangevraagde bedragen voor 2011 en later zullen worden ingezet voor:
e
 2011: Dynamische displays 1 fase Cityring (7 stuks)
 2012: Parkeerverwijzing IDP, signaalgevers
 2013: Parkeerverwijzing IDP, signaalgevers
 2014: In totaal is een bedrag benodigd van € 588.000 te verdelen over:
- € 350.000 voor de vervanging van 5 DRIPS van het IDP
- € 200.000 voor de vervanging van de bedienposten van DVM
- € 38.000 voor de vervanging van de centrale computer van MOZO.
 2015: aanvullende technische vervanging voor in voorgaande jaren genoemde
systemen
- € 300.000

07.7. Verplaatsen technisch centrum


Alle verbindingen, die te maken hebben met de technische systemen van de verkeerslichten
en verkeersinformatiesystemen, komen nu samen in het technisch centrum aan de
Spaklerweg, gevestigd op het NUON-terrein. Dit gebied wordt echter herontwikkeld, waarbij in
ieder geval het NUON zal verdwijnen en nieuwe activiteiten op de vrijkomende ruimte worden
gerealiseerd. Op dit moment is niet duidelijk of het technisch centrum door de herontwikkeling
kan blijven bestaan of zal verdwijnen. Bij dat laatste zullen vele verbindingen anders moeten
worden geleid en moet een nieuw technisch centrum worden gerealiseerd. Waarschijnlijk zal
in de loop van dit jaar meer duidelijkheid ontstaan. In de begroting 2011 is een bedrag van €
250.000 gereserveerd voor de voorbereiding van een mogelijke verhuizing. Zowel voor de
begroting van 2012 als 2013 is een bedrag opgenomen van € 800.000 voor een mogelijke
verplaatsing.

2011.050.2.08 Vervanging en herprofilering openbare verlichting


De totale investeringen bedragen € 17,7 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar en de
kapitaallasten bedragen € 1,7 miljoen. Hieronder volgt een verder toelichting op de

Raadsdruk Begroting 2011 536


investeringen.

Het areaal openbare verlichting in Amsterdam omvat 129.500 lichtmasten, 143.000


armaturen en 152.500 lampen (schatting 1 januari 2011). Binnen de stadsgrenzen van
Amsterdam wordt hier dagelijks aan gewerkt. Een belangrijk aspect hiervan is het realiseren
van vervanging- en wijzigingsprojecten. Vervangingsprojecten zijn projecten met het doel het
tijdig vervangen van masten, armaturen en/of lampen zodat de kwaliteit en veiligheid van de
openbare verlichting gehandhaafd blijft. Dit zijn grootschalige projecten die zich stadsbreed
voordoen en kleinschalige projecten per stadsdeel. Wijzigingsprojecten zijn projecten die
plaatsvinden op plaatsen waar door bouwactiviteiten en werkzaamheden aan de weg de
bestaande verlichting wordt gewijzigd. Dit kan betrekking hebben op uitvoering, type en/of
aantallen. In overleg met verschillende partijen wordt bepaald wat het type object moet
worden, zowel met voldoende verlichtingsniveau als passend in het vernieuwde straatbeeld.

De Begroting 2011 is gebaseerd op een begin 2007 opgesteld meerjarig


vervangingsprogramma. Dit programma is gebaseerd op het gewenste kwaliteitsniveau zoals
beschreven in het beleidsplan, het aanwezige areaal zoals vastgelegd in het
objectbeheersysteem en de bestaande kwaliteit verkregen uit inspecties. Bij de vervanging-
en wijzigingsprojecten wordt gewerkt op basis van het op 12 juli 2006 door uw Vergadering
aangenomen Beleidsplan openbare verlichting 2005-2015. Belangrijke elementen daaruit zijn:
verlichtingsniveau, lichtkleur, lampen en standaardisatie van masten en armaturen.
Daarnaast wordt in het beleidsplan veel aandacht geschonken aan milieu. Een belangrijk
milieuaspect bij de openbare verlichting is het energieverbruik; juiste toepassing van de
normen, energiebesparing door bijvoorbeeld het gebruik van betere optieken en lampen,
slimmer gebruik van het schakelsysteem met o.a. variabele in- en uitschakeltijden en het op
bepaalde locaties tijdelijk dimmen van het lichtniveau.

Bedragen x € 1.000 2010 2011 2012 2013 2014


08.1 Vervanging 10.560 10.700 10.840 11.096 11.262
08.1.1 Vervanging grote en stadsbrede projecten 8.560 8.700 8.840 9.096 9.262
08.1.1.1 waarvan vervanging stadsbrede projecten 7.060 7.200 7.340 7.596 7.762
08.1.1.2 waarvan grote projecten 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
08.1.2 Vervanging overige projecten 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400
08.1.3 Vervanging elektriciteitsnet openbare verlichting 600 600 600 600 600
08.2 Profielwijzigingen 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000
08.2.1 waarvan grote projecten 2.600 2.600 2.600 2.600 2.600
08.2.2 waarvan overige projecten 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
08.2.3 waarvan klussen 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400
Totaal vervanging + profielwijzingen 17.560 17.700 17.840 18.096 18.262

Planning en opgave OVL


De voor 2010 vermelde gegevens betreffen het door ons College toegekende krediet. De in
de planning vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 1e kwartaal 2010 en zijn
exclusief BTW.

Toelichting op de posten uit de tabel


Het vaststellen van een basiskwaliteitsniveau voor de openbare verlichting, het zorgdragen
voor de uitvoering daarvan en het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het
beschikbaar stellen van lichtmasten voor reclamedoeleinden zijn door de raad expliciet als A-
taak gedefinieerd. Bij de kredietaanvraag wordt een specificatie toegevoegd van de grote
vervangings- en wijzigingsprojecten.

08.1.1 Vervangingsprogramma grote en stadsbrede projecten, € 8.700.000


Projecten worden zoveel mogelijk vanuit meerjarenprogramma’s opgepakt. Een
vervangingsproject, waarvoor materiaal wordt ingekocht via een aanbesteding en waar
langlopende contracten voor worden afgesloten, wordt stadsbreed aangepakt. Ook projecten
die door anderen geïnitieerd worden in het kader van een herinrichting of reconstructie van de

Raadsdruk Begroting 2011 537


straat/weg en vervanging van (standaard) materiaal nodig is, worden in de
vervangingsprogramma’s opgepakt.

08.1.1.1 Vervangingsprogramma stadsbrede grote projecten € 7.200.000


Stadsbrede vervangingsprogramma’s worden door de centrale stad (DIVV) geïnitieerd.
Volgens de meerjarenvervangingsprogramma’ s worden openbare verlichtingsinstallaties
vervangen. Door te kiezen voor een stadsbrede aanpak kan er efficiënt worden voorbereid en
uitgevoerd en kan maximaal worden geprofiteerd van schaalvoordelen bij de engineering,
inkoop van materialen en uitvoering van het werk. Bij de inkoop van materiaal wordt
uitgegaan van toepassing van energiezuinige, duurzame armaturen, lampen en materialen.

08.1.1.2 Vervangingsprogramma straatgebonden grote projecten € 1.500.000


Naast de stadsbrede vervangingswerkzaamheden worden grootschalige projecten voorbereid
en/of uitgevoerd, waarbij vervangingswerkzaamheden plaatsvinden. Deze projecten worden
daarom als straatgebonden projecten gekenmerkt. De planning bij openbare verlichting volgt
de planning van projecten bij stadsdelen en diensten.
Bij de werkelijke kredietaanvraag wordt deze lijst van grote projecten als bijlage toegevoegd.

08.1.2 Vervangingsprogramma overige projecten 2009, € 1.400.000


Conform het gemeentelijk beleid wat betreft het “werk-met-werk-maken”, wordt bij elke
voorgenomen herinrichting van een straat of gebied c.q. reconstructie van een weg
onderzocht of de openbare verlichting aan vervanging toe is c.q. slechts moet worden
gewijzigd. In het eerste geval wordt het werk opgenomen in het vervangingsprogramma. Voor
2011 betreft het naar schatting 300 locaties. In het bedrag zit ook een budget van € 125.000
voor het plaatsen en vervangen van 15 straatklokken.

08.1.3 Vervangingsprogramma elektriciteitsnet openbare verlichting, € 600.000


De gemeente is eigenaar van het ovl-elektriciteitsnet in Zuidoost (en IJburg). De komende
jaren wordt dit zogenaamde “solonet” in Zuidoost in samenhang met het ruimtelijke bouw- en
herinrichtingsprogramma vernieuwd. Daarnaast worden onderdelen vervangen van het
intelligente schakelsysteem waarbij elk van de 650 deelgebieden in Amsterdam apart kunnen
worden in- en uitgeschakeld.

08.2.1 Profielwijzigingsprogramma 2009: grote projecten, € 2.600.000


De openbare verlichting in een straat moet voldoen aan een aantal in het beleidsplan
openbare verlichting opgenomen criteria en normen. Het wijzigen van de indeling van de
straat vanwege een herinrichting of reconstructie heeft meestal gevolgen voor de openbare
verlichting in die zin dat die moet worden aangepast of tijdelijk verplaatst. Jaarlijks gaat het in
Amsterdam om vele tientallen grote en kleine projecten welke via het Coördinatiestelsel
worden aangemeld.
De uitvoeringsplanning van de openbare verlichting en daarmee de budgettaire uitputting is
geheel volgend en afhankelijk van de mate waarin de feitelijke planning van de bestratings-,
kabel- en leidingwerkzaamheden zich verhoudt tot de oorspronkelijke opgave.
Verschuivingen door de initiator (stadsdelen en diensten) vanwege actualisatie van de
planning komt veelvuldig voor. Ook het opvoeren van projecten nadat het budget voor de
begroting is vastgesteld komt helaas af en toe voor.
Verschuivingen op projectniveau met financiële gevolgen worden binnen het
wijzigingsprogramma 2011 opgevangen. Bij de afsluiting van het krediet wordt gerapporteerd
over de daadwerkelijk gerealiseerde projecten welke ten laste zijn gebracht van het
betreffende programma.

08.2.2 Profielwijzigingsprogramma: overige projecten, € 3.000.000


In dit programma zijn alle projecten opgenomen met een geschatte waarde kleiner dan €
100.000 waarvoor budget nodig is om de vereiste werkzaamheden wat betreft engineering,
directievoering, aansluiting, materiaal en/of aannemer te kunnen opdragen. Het gaat om naar
schatting 380 projecten.

Raadsdruk Begroting 2011 538


08.2.3 Profielwijzigingsprogramma klussen 2009, € 1.400.000
Jaarlijks worden er in Amsterdam op initiatief van stadsdelen, diensten of andere partijen
werkzaamheden in de openbare ruimte uitgevoerd. Vaak is het noodzakelijk lichtmasten of
overspanningen tijdelijk te verplaatsen. Ook bestaat de mogelijkheid dat de situatie op straat
niet langer voldoet aan de nu geldende normen en criteria. Dit komt onder andere voort uit
“veiligheidsschouwen” die worden gehouden met de buurtregisseur, de politie en derden.
Indien het maximaal vijf objecten betreft, worden deze werkzaamheden als klus uitgevoerd in
het wijzigingsprogramma. Deze wijzigingen aan de verlichtingssituatie resulteren op jaarbasis
in naar schatting 940 wijzigingsklussen kleiner dan € 10.000.

2011.050.2.09 Vervangingsprogramma stadsilluminatie


Op 30 november 2005 heeft de Gemeenteraad ingestemd met een wijziging van de
Verordening op de Stadsdelen waarmee de verantwoordelijkheid voor aanleg en beheer van
de stadsilluminatie als A-taak is gedefinieerd. Vanaf de begroting 2007 wordt onderscheid
gemaakt tussen vervanging van stadsilluminatie (rompmatig) en nieuwbouw (prioritair).

Vervangingsprojecten: Bedrag
09.1 Brugboog/bruggenverlichting € 200.000
09.2 Nieuw Rijksmuseum € 150.000
09.3 Nieuwe Kerk € 75.000
09.4 Aanpassing schakeltijden fase 3 € 50.000
09.5 Walter Susskindbrug € 50.000
09.6 Posthoornkerk (ged.) € 15.000
09.7 Oostelijke onderdoorgang € 50.000
Totaal € 590.000

09.1 Brugboog/bruggenverlichting
In 2010 heeft een geslaagde proefneming plaatsgevonden met een aangepast concept van
verlichten van bruggen met gebruikmaking van LED.
Naast esthetische overwegingen hebben duurzaamheidsredenen hierbij een grote rol
gespeeld. De ontwikkeling is zover dat fasegewijze de huidige brugboogverlichting kan
worden vervangen. Bij vervangingsprojecten wordt, -indien mogelijk-, structureel
overgeschakeld op LED-verlichting, zo is het voornemen. Hiertoe wordt nog besluitvorming
voorbereid. Vooruitlopend op deze besluitvorming wordt hier in deze opgave rekening
gehouden, indien anders wordt besloten dan zal de opgave worden aangepast.

09.2 Nieuw Rijksmuseum


In 2010 is het ontwerp voor vervangende illuminatie van het (Nieuwe) Rijksmuseum tot stand
gekomen. De uitvoering start vanaf 2011

09.3 Nieuwe Kerk


In 2010 is het ontwerp voor vervangende illuminatie van het Koninklijk Paleis en de Nieuwe
Kerk tot stand gekomen. De uitvoering start vanaf 2011

09.4 Aanpassing schakeltijden fase 3


Omvat de afronding van de uitvoering van de motie-Geurts waarbij de illuminatie volgens
nieuwe, strengere criteria vervroegd wordt uitgeschakeld om energie te besparen.

09.5 Walter Susskindbrug


Brugverlichting wordt vervangen door energiezuinige LED-verlichting. Zie toelichting bij
Brugboog/bruggenverlichting

09.6 Posthoornkerk
Betreft gedeeltelijke aanpassing die noodzakelijk is als gevolg van herinrichting openbare
ruimte.

Raadsdruk Begroting 2011 539


09.7 Oostelijke onderdoorgang
Ontwerp ter vervanging van bestaande, afgeschreven illuminatie dat past binnen beleid
sociale veiligheid en beleving onderdoorgangen te verbeteren.

2011.050.2.16 Vervangingsonderhoud infrastructuur


16.1 Amstelveense weg fase 3 – Zuid ts. Zeilstraat en Stadionplein:
Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie van de Amstelveenseweg tussen
Zeilstraat en Stadionplein. De technische kwaliteit is slecht en heeft het einde van zijn
levensduur bereikt. Daarnaast is het kruispunt Amstelveenseweg/Zeilstraat en het
Haarlemmermeercircuit een Blackspot. Een duurzaam veilige inrichting ontbreekt dus. Ten
aanzien van het gebruik is het gewenst om over de volledige lengte fietspaden aan te leggen,
waar ze nu nog ontbreken. Voor de voorbereiding is een bedrag van € 400.000 benodigd.
Afschrijvingstermijn: 30 jaar

16.2 C. Douwesweg-Coentunnelcircuit:
Het gaat om de uitvoering van de vervanging van de Cornelis Douwesweg (vanaf de rotonde
met de Hardwareweg) - Verlengde Stellingweg - Coentunnelcircuit. De technische staat van
deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud (vervanging) noodzakelijk is. Fase 1 is in
2009 uitgevoerd (Verl. Stellingweg en een deel v.d. Molenaarsweg). De uitvoering van fase 2
en 3 stond aanvankelijk gepland voor 2013. Door de slechte winterse omstandigheden van
eind 2009/begin 2010 is de technische staat zeer slecht geworden. Eerdere uitvoering is
noodzakelijk. Als gevolg daarvan is in 2010 al gestart met fase 2. Fase 2 wordt gefinancierd
uit de middelen voor groot onderhoud. In fase 2 wordt de "binnenbocht” aangepakt en in fase
3 komt de "buitenbocht" in uitvoering. Voor de uitvoering van fase 3 is een bedrag van €
1.000.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar

16.3 De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard


Voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van de De Boelelaan tussen de
Buitenveldertselaan en Europaboulevard. De weg is in een slechte staat en moet op basis
van zijn restlevensduur, welke nihil is en het niet aanwezig zijn van een duurzaam veilige
inrichting gereconstrueerd te worden. De uitvoering zal plaatsvinden in 2 fases. De volgende
fases zijn te onderscheiden. 1 tussen Buitenveldertselaan en Beethovenstraat en 2. tussen
Beethovenstraat en Europaboulevard. Welke fase als eerste wordt uitgevoerd dient nog
bepaald te worden. Voor de reconstructie is een bedrag van € 900.000 benodigd.
Afschrijvingstermijn: 30 jaar.

16.4 Mauritskade tussen Alexanderplein en Muntendamstraat:


Uitvoering van de vervanging van de Mauritskade (tussen Alexanderplein en
Muntendamstraat) inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid
verbeteren. Uit wegbouwkundig onderzoek is naar voren gekomen dat de restlevensduur van
de wegconstructie nihil is. Als gevolg hiervan is al een paar noodmaatregels genomen, zodat
in ieder geval de veiligheid van de weggebruiker wordt gegarandeerd. Er is een reservering
toegekend van € 900.000 (Q 2007) voor de uitvoering + een bijdrage uit het mobiliteitsfonds
van € 275.000. De wens van het stadsdeel de openbare ruimte in te richten conform de Nota
Singelgrachtzone heeft gevolgen gehad voor de scope van het project. De fietspaden worden
nu dusdanig neergelegd dat deze voldoen aan de Nota en de rijbanen worden eveneens
aangepast overeenkomstig de maatvoering in de Nota Singelgrachtzone. Een andere
scopewijziging betreft de met verkeerslichten geregelde kruising met de 's-
Gravenzandestraat. Deze wordt eveneens aangepast dusdanig dat het nu aanwezige
knelpunt in de doorstroming op deze corridor wordt opgelost. Voor de uitvoering is een
aanvullend budget van € 1.800.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar

16.5. Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg:


Voorbereiding van de vervanging van de Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg. De
technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is.
Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze wegen in te richten conform de
principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Afstemming met de aanleg van de

Raadsdruk Begroting 2011 540


Westrandweg is noodzakelijk. De voorbereidingskosten bedragen €250.000. De
afschrijvingstermijn is 30 jaar.

16.6 Diepenbrockstraat
De voorbereiding van de reconstructie van de Diepenbrockstraat. De technische staat van
deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast is een duurzaam veilige
inrichting gewenst. Er ligt een relatie met de herinrichting van de Stadionweg en de
Hobbemakade. De weg wordt Duurzaam Veilig ingericht met vrij liggende fietspaden. De
voorbereidingskosten bedragen € 300.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar.

16.7 Basisweg tussen Kapelweg en Radarweg


Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie/vervanging van de Basisweg tussen
Kabelweg en Radarweg. De weg is van groot belang voor de ontsluiting van Westpoort op het
rijkswegennet. Het is de zwaarst belaste weg van de stad en is op basis van leeftijd en
gebruik toe aan totale vervanging. De uitvoering kan pas gestart worden na het in verkeer
nemen van de Westrandweg en 2e Coen. De technische staat van deze weg is zeer slecht en
de restlevensduur is op basis van de leeftijd nihil. De weg is op dit moment vanuit Westpoort
de enige verbinding met het rijkswegennet. Na in verkeer nemen van de Westrandweg zijn er
meerdere aansluitingen op het rijkswegennet. De voorbereidingskosten zijn €350.000. De
afschrijvingstermijn bedraagt 30 jaar.

16.8 Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanustraat


Voorbereiding van de reconstructie van de Mauritskade tussen Linnaeusstraat en
Pontanusstraat, inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid
verbeteren. Daarnaast heeft stadsdeel Oost-Watergraafsmeer geld gereserveerd om de
inrichting van de straat uit te voeren conform de het beleid rond het Singelgrachtprofiel
conform de in 2005 vastgestelde Nota Stedelijke Randvoorwaarden Singelgrachtzone.
De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is.
Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze weg in te richten conform de
principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Onderdeel van het plan is dan ook de
aanleg van vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen €300.000. De
afschrijvingstermijn is 30 jaar.

16.9 Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406


Voorbereiding van de reconstructie van de Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406. De
technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast dient de
weg duurzaam veilig ingericht te worden. Hiervoor is het gewenst dat fietspaden worden
aangelegd. Er is een afhankelijkheid met de inrichting van de Hobbemakade en de
Diepenbrockstraat. De voorbereidingskosten bedragen €300.000. De afschrijvingstermijn is
30 jaar.

16.10 Baden Powellweg tussen Ookmeerweg en Plesmanlaan


De voorbereiding van de vervanging van de Baden Powellweg tussen de Ookmeerweg en de
Plesmanlaan. De weg is een belangrijke ader voor de ontsluiting van Osdorp en als gevolg
van zijn leeftijd en zijn slechte conditie toe aan vervanging. De technische staat van de weg is
slecht en op basis van de leeftijd van de weg is de restlevensduur van de weg nihil. De
voorbereidingskosten bedragen €350.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar.

16.11 Risico Inventarisatie en Evaluatie aan beweegbare bruggen


Het betreft hier de uitvoering van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen
van de beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur. Op de gemeente rust namelijk de
wettelijke verplichting om te beschikken over een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in
het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden. Met name van de al wat oudere
bruggen kan nu niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige
wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak
met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau
terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en
handhaving van veiligheid in en rond beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur, gepaard

Raadsdruk Begroting 2011 541


gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen
€350.000. De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

16.12 Risico Inventarisatie aan sluizen


Het uitvoeren van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de sluizen
in Amsterdam. Ook voor wat betreft de sluizen dient er een actuele Risico Inventarisatie &
Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden te zijn. Met
uitzondering van de nieuwste sluizen, kan van het merendeel niet worden aangetoond in
welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige wetgeving. In technische zin bestaat het
eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per
afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In
het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid van en rond
sluizen, gepaard gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De
projectkosten bedragen €200.000. De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

16.13 Brug 400, vaste brug op de Amsteldijk over het Amstelkanaal


Het uitvoeren van de vervanging van brug 400. De PL. Kramerbrug over het Amstelkanaal
dient geheel te worden vernieuwd. Vanwege opgetreden scheurvorming, betonschade en
corrosie van de stalen liggers, dient het brugdek vernieuwd te worden. Verder is uit nadere
controle gebleken dat de fundering wordt overbelast en ook vernieuwd moet worden. Het
uitgangspunt bij de vernieuwing is het behoud van het monument, omdat het een
Rijksmonument betreft. De uitvoering van dit project kan pas starten na gereedkomen van de
herprofilering van de Wibautstraat. De totale investering bedraagt €5.000.000. De
afschrijvingstermijn is 100 jaar.

16.14 Gedeeltelijke renovatie brug 265 Alexanderplein


Het uitvoeren van een renovatie aan brug 265. Een uitgevoerde quickscan heeft aangetoond
dat de gemetselde gewelven van het brugdek ter plaatse van de voet-fietspaden veel
watervoerende scheuren vertonen. Dit zal tot gevolg hebben dat het brugdek versneld
degenereert en niet sterk genoeg meer is. Daarom ligt er nu een voorstel om het brugdek
waterdicht te maken en de gemetselde togen van het brugdek ter plaatse van het voetpad en
fietspad gedeeltelijk te renoveren. Deze brug is een rijksmonument. De renovatie vindt plaats
na de herprofilering van de Wibautstraat. De projectkosten bedragen €655.000. De
afschrijvingstermijn is 40 jaar.

16.15 Onderzoek constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten 2011-2014


Bestaande bruggen en viaducten dienen te voldoen aan het Bouwbesluit, artikel 1b
Woningwet. Het betreft wettelijke minimum technische eisen voor bestaande bouwwerken
geen gebouw zijnde. Voor veel al wat oudere bruggen en viaducten geldt dat niet of
onvoldoende kan worden aangetoond of en in welke mate deze op dit moment voldoen aan
deze wettelijke eisen. Constructieve veiligheid van bruggen en viaducten is daarnaast
belangrijk, omdat een langdurige stremming een grote impact heeft op bereikbaarheid,
leefbaarheid en veiligheid van de stad. Hierbij kunnen niet in het oog springende
constructieve problemen een rol spelen. Bijvoorbeeld de vermoeiing van materiaal door
wisselende belastingen, de verkeerstoename en daardoor verhoogde frequentie van
belastingen en de toename van de zwaarte van het (vracht)verkeer. Ook veranderingen in de
omgeving kunnen van invloed zijn. Op grond van een recent uitgevoerd onderzoek in het
kader zwaar transport is geconcludeerd dat de gemiddelde onderzoekskosten per object ca.
10.000 bedragen. Het vraagstuk speelt bij ca. 200 bruggen en viaducten. Gezien de omvang
van de inspanning is een looptijd van 8 jaar gehanteerd met een kasritme van 250.000 per
jaar. In eerste instantie wordt er daarom € 1.000.000 aangevraagd. (Voor de uitvoering 2015
- 2018 zal er naar verwachting nogmaals een bedrag van € 1.000.000 nodig zijn.) De
afschrijvingstermijn is 20 jaar.

16.16 Aanvullende dekking voor Utrechtse straat


In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de
tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating
vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en

Raadsdruk Begroting 2011 542


Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de
gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden
aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen
worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de
levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in
september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de
Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk
te beperken. De totale werkzaamheden zullen naar verwachting eind 2010 zijn afgerond. In
fase 1 is het project geconfronteerd met een aantal tegenvallers, waaronder sterkere
bodemvervuiling en slechtere fundering brug dan uit vooronderzoek bleek, waardoor de
uitvoeringskosten voor het project hoger uitvallen. De meerkosten hiervoor worden geschat
op € 2.100.000. De werkzaamheden hebben grote vertraging opgelopen en daarmee ook de
eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010, naar verwachting wordt dit
mei 2011). In april 2010 is de boetebepaling uit het bestek in werking gezet en er is een
juridische procedure opgestart. De aannemer heeft een kort geding tegen de gemeente
aangespannen voor de ingebrekestelling. De aannemer is in het kort geding in het gelijk
gesteld. Momenteel worden afspraken gemaakt met de aannemer om fase 1 af te maken en
fase 2 en 3 uit te voeren. Wat de gevolgen zijn voor de uitvoering en planning van fase 2 en 3
is nog niet bekend. Vooralsnog is hiervoor een extra deel onvoorzien opgenomen van €
500.000. In totaal is er een aanvullend krediet nodig van € 2.570.000. De afschrijvingstermijn
is 80 jaar.

16.17 Instandhouding van de sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen


Dit betreft de voorbereidingscomponent voor de onderdelen sluizen, oevers en
scheepvaartvoorzieningen in de hoofdinfrastructuur die in de periode 2012-2015 tot uitvoering
komen. Vanwege de uit te voeren groot onderhoud taken en eventuele vernieuwingen zijn
middelen nodig om onderzoeken te kunnen uitvoeren. Ook bij de vervolgfasen (voorbereiding
t/m fase Aanbesteding & Gunning) zijn onderzoeksbudgetten noodzakelijk. Na de tussenfase
“Voorontwerp” kunnen namelijk definitieve aanvragen voor de uitvoeringsfasen worden
gedaan. Na de constatering van (mogelijke) grote gebreken of het bereiken van het einde van
de levensduur zullen objecten, of delen daarvan, allereerst worden onderzocht en voorbereid
op eventuele werkzaamheden. Hierna worden ze opgevoerd in een Voorlopig Ontwerp om
vervangen te worden, waarbij in de tussentijd door gegaan wordt met de voorbereiding tot
aanbestedingsfase. Voor de voorbereiding t/m fase aanbesteding en gunning is een bedrag
nodig van € 1.250.000. De afschrijvingstermijn bedraagt 20 jaar.

16.18 Brug 117 Raadhuisstraat


Het betreft hier de voorbereiding voor de vernieuwing van het brugdek en het versterken van
de fundering van brug 117 over de Raadhuisstraat. Uit onderzoek is gebleken dat de sterkte
van het brugdek en het draagvermogen van de fundering van de brug onvoldoende sterk zijn
voor de belastingnorm, waardoor de brug niet voldoet voor normaal verkeer. Indien er niet
vernieuwd kan worden, dient er een aslastbeperking voor zwaar verkeer te worden ingevoerd.
Uit nader onderzoek moet blijken welke delen van de brug gerenoveerd moeten worden.
Hierbij dient het gemeentelijk monument te worden behouden en dient de brug aan de
vigerende regelgeving, zonder functie beperking, te voldoen. Het auto- en tramverkeer mogen
tijdens de werkzaamheden niet worden gestremd. De benodigde voorbereidingskosten zijn €
200.000. De afschrijvingstermijn is 80 jaar.

2011.050.2.17 Reconstructie historische Hogesluisbrug


Ter continuering van de renovatie van de Hogesluis, brug 246, conform de
“reconstructie/renovatievariant” wordt deze investering uitgevoerd. Deze variant houdt in dat
de waterpijlers volledig worden vervangen, inclusief de kelders. De nieuwe einddatum voor
oplevering van de gerenoveerde brug wordt augustus 2012. De afschrijvingstermijn is 100
jaar.

2011.050.2.19 Vervangen walmuren stadsdeel Centrum


Bij de inpassing van de begroting van de dienst Binnenstad in het Stadsdeelfonds is onder
meer besloten dat jaarlijks een opgave bij de centrale stad kan worden ingediend voor de
kosten van het vervangen van walmuren en bruggen. Voor de begroting 2011 is een opgave

Raadsdruk Begroting 2011 543


van het stadsdeel ontvangen, waarbij wordt uitgegaan van een bedrag van € 5,3 miljoen voor
het vervangen van walmuren en € 0,4 miljoen voor de voorbereiding van het vervangen van
walmuren en bruggen.
De opgave voor 2011 betreft de volgende projecten:
a. Vernieuwing walmuur Prinsengracht evenzijde tussen Leidsestraat en Spiegelgracht
en onevenzijde tussen Nieuwe Spiegelstraat en Leidsestraat. De kosten worden
geraamd op € 2.116.000.
b. Oudezijds Achterburgwal onevenzijde tussen Oude Hoogstraat en Molensteeg. De
kosten worden geraamd op € 2.023.000
c. Oudezijds Achterburgwal evenzijde tussen brug 210 en 211. De kosten worden
geraamd op € 1.130.000
Voor alle drie de projecten bedraagt de afschrijvingstermijn 75 jaar. De totale kapitaallasten
voor de projecten bedragen € 307.358.

2011.050.2.20 Voorbereiden vervangen walmuren/bruggen stadsdeel Centrum


Voor de voorbereiding van het vervangen van in het meerjaren programma opgenomen
walmuren en bruggen wordt € 0,36 miljoen aangevraagd. De gemiddelde afschrijvingstermijn
is 50 jaar; de kapitaallasten bedragen € 23.205.

Raadsdruk Begroting 2011 544


Raming EMU-saldo

Raadsdruk Begroting 2011 545


Raadsdruk Begroting 2011 546
Raming EMU-saldo

Om het financieringstekort van de totale overheid te kunnen ramen, moeten de gemeenten sinds 2006 een meerjarenraming
van hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Overschrijdt het EMU-tekort in enig jaar 2,5% van het Bruto Binnenlands
Product (BBP) – de zogenoemde signaalwaarde – dan is een land verplicht maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat
het tekort niet verder oploopt. Ultimo 2009 bedroeg het EMU-tekort (in % BBP) van de gehele overheid: 5,3% waarvan 0,6%
voor rekening kwam van lokale overheden. Van dit tekort van 5,3% heeft 3,7% een structureel karakter, waardoor de
Rijksoverheid verplicht is in 2010 en verder maatregelen te treffen om het tekort terug te dringen met mogelijke consequenties
voor de gemeente (bron: http://www.rijksbegroting.nl/2009/ verantwoording/financieel_jaarverslag,kst139641_7.html). De
gemeente volgt zijn bijdrage aan het EMU-saldo via de reguliere (verplichte) kwartaalrapportages aan het CBS. Voor
Amsterdam komt de meerjarenraming 2011-2014 uit op de volgende bedragen:

Bedragen x
€ 1 miljoen
2011 2012 2013 2014

1 Exploitatiesaldo voor dotaties en onttrekkingen aan reserves 155 -17 61 280


2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 120 120 115 108
3 Dotaties aan voorzieningen 93 96 90 97
4 Investeringen in materiële vaste activa 385 148 40 26
5 Ontvangen investeringsbijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie 278 242 178 257
en overigen die niet via de exploitatie lopen
6 Desinvesteringen in vaste activa:
6a Ontvangsten uit desinvesteringen in vaste activa tegen verkoopprijs 8 9 6 12
6b De daarin de te verwachten boekwinst 8 9 6 12
7 Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken 0 0 0 0

8 Grondverkopen:
8a Ontvangsten uit verkopen van grond tegen verkoopprijs 0 0 0 0
8b De daarin de te verwachten boekwinst 0 0 0 0
9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 70 119 49 157
10 Bij de berekening van het EMU-saldo wordt gecorrigeerd voor verkoop van
deelnemingen en aandelen
10a Worden en deelnemingen en aandelen verkocht nee nee nee nee
10b De bij verkoop verwachte boekwinst 0 0 0 0

Berekend EMU-saldo 191 174 357 558

Raadsdruk Begroting 2011 547


Raadsdruk Begroting 2011 548
Personele verantwoording

Raadsdruk Begroting 2011 549


Raadsdruk Begroting 2011 550
Personeelskosten
begroting 2011 *) Personeelskosten
rekening geactualiseerde begroting
2009 2010 2011 2012 2013 2014
bedragen x €1.000,-

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders


uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel


salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten


totaal

totaal

totaal

totaal

totaal

totaal
Bestuursdienst 48.077 8.506 518 57.101 41.693 1.063 316 43.072 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834
Ombudsman 1.362 - - 1.362 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374
Raadsgriffie 2.695 - 33 2.728 1.220 - 140 1.360 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278
Rekenkamer 1.117 - 11 1.128 1.247 - - 1.247 1.112 - 7- 1.105 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 17.919 140 241 18.300 17.159 165 256 17.580 17.979 163 253 18.395 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495
Economische zaken 4.159 1 0 4.160 4.003 58 - 4.061 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446
Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 28.743 346 69 29.158 31.908 310 100 32.318 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 31.606 644 412 32.662 37.932 224 385 38.541 36.625 221 381 37.227 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234
Dienst Milieu en Bouwtoezicht 18.215 174 110 18.499 17.919 246 95 18.259 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361
Dienst Onderzoek en Statistiek 2.581 17 166 2.764 2.800 61 152 3.013 2.885 38 152 3.075 2.885 22 122 3.029 2.885 19 68 2.972 2.885 19 68 2.972
Dienst Persoons- en Geo-informatie 13.805 94 106 14.005 14.489 95 108 14.692 13.786 95 108 13.989 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774
Dienst Ruimtelijke Ordening 17.008 188 181 17.377 16.911 337 63 17.311 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137
Dienst Werk en Inkomen 96.442 2.631 2.528 101.601 105.189 794 1.884 107.867 106.038 786 1.865 108.689 98.038 786 1.865 100.689 97.438 786 1.865 100.089 96.438 786 1.865 99.089
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 18.608 478 302 19.388 20.453 498 283 21.234 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021
Stadsarchief 8.955 36 61 9.052 9.038 22 157 9.217 8.893 22 141 9.056 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985
Geneeskundige en Gezondheidsdienst 65.644 1.294 857 67.795 66.580 1.314 782 68.676 70.403 1.169 330 71.902 69.443 1.095 257 70.795 69.444 1.048 257 70.749 69.444 1.013 257 70.714
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 26.171 420 128 26.719 28.682 - - 28.682 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449
subtotaal overheidssector 403.107 14.969 5.723 423.799 418.597 5.187 4.721 428.504 421.444 4.984 4.142 430.570 412.309 4.895 4.041 421.245 411.710 4.845 3.987 420.542 410.710 4.810 3.987 419.507
Afval Energie Bedrijf 19.059 1.306 - 20.365 25.403 - - 25.403 25.935 - - 25.935 26.166 - - 26.166 26.414 - - 26.414 26.651 - - 26.651
Haven Amsterdam 25.722 305 264 26.291 24.734 310 376 25.420 24.496 310 504 25.310 24.496 310 382 25.188 24.496 310 314 25.120 24.496 310 276 25.082
Stadsbank van Lening 3.881 23 - 3.904 4.124 18 - 4.142 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096
subtotaal bedrijvensector 48.662 1.634 264 50.560 54.261 328 376 54.965 54.509 328 504 55.341 54.740 328 382 55.450 54.988 328 314 55.630 55.225 328 276 55.829
Acam Accountancy en Advies 6.953 65 28 7.046 6.620 100 20 6.740 6.420 70 20 6.510 6.420 70 20 6.510 6.420 70 8 6.498 6.420 70 - 6.490
Dienst Stadstoezicht 29.994 702 623 31.319 23.859 865 935 25.659 19.066 1.191 1.108 21.365 17.355 1.241 1.278 19.874 16.957 1.246 1.365 19.568 16.957 1.213 1.368 19.538
Dienst Noord/Zuidlijn - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Dienst Zuidas 539 - - 539 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410
Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.342 40 11 3.393 3.552 48 32 3.632 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595
Dienstverlening en Facilitair Management 10.454 121 - 10.575 12.389 158 - 12.547 12.580 83 - 12.663 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594
Ingenieursbureau Amsterdam 18.513 - - 18.513 20.493 - - 20.493 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769
Projectmanagementbureau 13.423 70 42 13.535 14.112 60 40 14.212 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596
Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 9.433 8 - 9.441 17.102 - - 17.102 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226
Servicehuis Personeel 6.837 2.823 3.221 12.881 7.857 2.049 2.544 12.450 9.014 1.826 2.141 12.981 8.561 1.624 1.546 11.731 8.397 850 1.206 10.453 8.076 738 980 9.794
subtotaal facilitaire bedrijven 99.488 3.829 3.925 107.242 106.394 3.280 3.571 113.245 105.458 3.277 3.380 112.115 103.225 3.125 2.955 109.305 102.663 2.356 2.690 107.709 102.342 2.211 2.459 107.012
Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 551.257 20.432 9.912 581.601 579.252 8.795 8.668 596.714 581.411 8.589 8.026 598.026 570.274 8.348 7.378 586.000 569.361 7.529 6.991 583.881 568.277 7.349 6.722 582.348
*) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijven
exclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

Raadsdruk Begroting 2011 551


Formatie en bezetting gemeente Amsterdam
exclusief stadsdelen FORMATIE in Fte Bezetting in Fte aantal medewerkers
begroting 2011 *)
Begroting 2011

verschil bezetting 2011 ten opzichte van formatie 2011


2011 formatie tlv overige externe financieringsbronnen
2011 formatie 100% facilitair doorberekend

verschil ten opzichte van rekening 2009

verschil ten opzichte van rekening 2009

verschil ten opzichte van rekening 2009


2011formatie tlv algemene middelen

2011 formatie t.l.v. rijksbijdragen


Totaal begroting 2010

Totaal begroting 2011


Totaal rekening 2009

begroting 2010

begroting 2011

begroting 2010

begroting 2011
rekening 2009

rekening 2009
Bestuursdienst 419,0 410,0 410,0 410,0 0,0 0,0 0,0 -9,0 440,0 434,0 434,0 -6,0 24,0 472 465 465 -7
Financ. Adm. uitgevoerd door de Bestuursdienst **) 50,0 41,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -50,0 192,0 192,0 192,0 0,0 192,0 207 207 207 0
Ombudsman 19,2 19,2 19,2 19,2 0,0 0,0 0,0 0,0 19,2 19,2 19,2 0,0 0,0 21 20 20 -1
Raadsgriffie 17,7 19,3 19,3 19,3 0,0 0,0 0,0 1,6 17,0 19,3 19,3 2,3 0,0 18 20 20 2
Rekenkamer 14,5 15,2 15,2 15,2 0,0 0,0 0,0 0,7 14,0 14,0 14,0 0,0 0,0 15 15 15 0
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 354,0 355,0 350,0 350,0 0,0 0,0 0,0 -4,0 344,0 350,0 345,0 1,0 -5,0 363 370 365 2
Dienst Binnenwaterbeheer 163,0 160,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -163,0 154,0 154,0 0,0 -154,0 0,0 154 154 0 -154
Economische zaken 61,5 55,2 61,7 60,7 0,0 0,0 1,0 0,2 51,0 55,2 60,7 9,7 -1,0 63 59 66 3
Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 525,5 516,3 550,0 178,7 153,5 33,5 184,3 24,6 455,6 445,0 450,0 -5,6 -100,0 479 475 475 -4
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 532,9 528,0 552,0 386,0 30,0 23,0 113,0 19,1 531,0 531,0 531,0 0,0 0,0 583 583 583 0
Dienst Milieu en Bouwtoezicht 358,8 359,0 305,0 280,0 19,0 3,0 3,0 -53,8 319,9 300,0 279,6 -40,4 -25,4 351 340 290 -61
Dienst Onderzoek en Statistiek 43,5 41,2 44,1 17,7 26,5 0,0 0,0 0,7 43,5 41,2 44,1 0,7 0,0 49 46 49 0
Dienst Persoons- en Geo-informatie 233,0 250,0 247,0 170,0 0,0 0,0 77,0 14,0 239,0 249,0 246,0 7,0 -1,0 260 271 273 13
Dienst Ruimtelijke Ordening 210,0 211,0 209,0 209,0 0,0 0,0 0,0 -1,0 250,0 249,0 248,0 -2,0 39,0 281 280 278 -3
Dienst Werk en Inkomen 1767,5 1879,0 1965,0 1550,0 0,0 275,0 140,0 197,5 1767,5 1850,0 1900,0 132,5 -65,0 1898 1950 2100 202
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 327,7 322,5 316,8 302,1 4,4 3,9 6,4 -10,9 317,5 313,0 316,8 -0,7 0,0 354 357 355 1
Stadsarchief 113,8 113,8 157,5 142,5 13,0 0,0 2,0 43,7 121,9 116,3 157,4 35,6 -0,1 135 130 168 33
Geneeskundige en Gezondheidsdienst 1108,0 1069,0 1101,0 275,0 105,0 242,0 479,0 -7,0 1108,0 1069,0 1111,0 3,0 0,0 1299 1270 1350 51
Amsterdamse Kunstraad 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 3 3 3 0
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 391,0 407,8 402,0 100,0 201,0 0,0 101,0 11,0 396,0 375,0 381,0 -15,0 -21,0 430 410 414 -16
subtotaal overheidssector 6710,5 6772,4 6724,7 4485,3 552,3 580,4 1106,7 14,2 6784,0 6779,1 6752,0 -32,1 36,5 7435 7425 7496 61
Afval Energie Bedrijf 361,9 368,8 378,8 378,8 0,0 0,0 0,0 16,9 331,4 368,8 378,8 47,4 0,0 338 378 390 52
Haven Amsterdam 361,2 362,2 363,7 356,3 2,4 5,0 0,0 2,5 363,5 350,0 363,5 0,0 -0,2 376 362 376 0
Stadsbank van Lening 75,0 75,0 75,0 0,0 75,0 0,0 0,0 0,0 75,0 75,0 75,0 0,0 0,0 85 86 86 1
subtotaal bedrijvensector 798,1 806,0 817,5 735,1 77,4 5,0 0,0 19,5 769,9 793,8 817,3 47,4 -0,2 799 826 852 53
Acam Accountancy en Advies 103,5 99,5 94,5 0,5 94,0 0,0 0,0 -9,0 103,5 99,5 94,5 -9,0 0,0 113 107 103 -10
Dienst Stadstoezicht 598,6 484,0 315,4 0,0 315,4 0,0 0,0 -283,2 566,2 484,0 315,4 -250,8 0,0 580 498 325 -255
Dienst Noord/Zuidlijn 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0
Dienst Zuidas 0,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 0,0 3,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 3 3 3 0
Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 55,7 55,7 55,7 55,7 0,0 0,0 0,0 0,0 52,5 55,4 52,5 0,0 -3,2 57 60 57 0
Dienstverlening en Facilitair Management 244,8 301,8 301,8 301,8 0,0 0,0 0,0 57,0 198,8 300,0 300,0 101,2 -1,8 212 320 320 108
Ingenieursbureau Amsterdam 298,0 298,0 298,0 0,0 298,0 0,0 0,0 0,0 286,3 285,0 280,6 -5,7 -17,4 295 300 295 0
Projectmanagementbureau 198,0 202,0 202,2 0,0 202,2 0,0 0,0 4,2 198,0 202,0 202,2 4,2 0,0 217 220 222 5
Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 187,3 187,0 300,0 0,0 300,0 0,0 0,0 112,7 145,0 170,0 300,0 155,0 0,0 165 177 320 155
Rokin groep Afbouw 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 51,9 51,9 46,3 -5,6 0,0 73 70 66 -7
Servicehuis Personeel 68,3 107,2 107,2 0,0 107,2 0,0 0,0 38,9 68,3 107,2 107,2 38,9 0,0 75 120 120 45
subtotaal facilitaire bedrijven 1754,1 1738,2 1677,8 361,0 1316,8 0,0 0,0 -76,4 1673,5 1758,0 1701,7 28,2 -22,4 1790 1875 1831 41
0,0
Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 9262,7 9316,6 9220,0 5581,4 1946,5 585,4 1106,7 -42,7 9227,5 9330,9 9271,0 43,6 13,9 10024 10126 10179 155
*) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijven
**) o.a. ABC-pool, AGA, wethoudersassistenten

Raadsdruk Begroting 2011 552


Ziekteverzuimpercentage exclusief > 1 jaar verbaanorm totaal ziekteverzuim
begroting 2011 *) rekening jaarplan jaarplan indicatie rekening jaarplan jaarplan
2009 2010 2011 2011 2009 2010 2011
Overheidssector
Bestuursdienst 3,12% 3,12% 3,12% 3,99% 3,66% 3,66% 3,66%
Ombudsman 4,70% 3,77% 3,77% 3,77% 4,70% 3,77% 3,77%
Raadsgriffie 4,10% 4,35% 4,35% 4,35% 4,10% 4,35% 4,35%
Rekenkamer 3,80% 3,44% 3,44% 3,44% 3,80% 3,44% 3,44%
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 6,40% 5,80% 4,40% 4,40% 7,00% 5,50% 5,00%
Economische zaken 3,70% 7,00% 4,17% 3,91% 4,26% 7,00% 4,17%
Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 5,40% 5,00% 5,00% 4,60% 5,80% 5,60% 5,60%
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 4,70% 4,50% 4,50% 4,30% 5,30% 5,30% 5,30%
Dienst Milieu en Bouwtoezicht 4,70% 4,50% 4,30% 4,40% 5,00% 4,60% 4,30%
Dienst Onderzoek en Statistiek 4,30% 3,70% 3,70% 4,00% 4,30% 3,70% 3,70%
Dienst Persoons- en Geo-informatie 3,50% 3,50% 3,00% 3,50% 4,00% 4,00% 3,50%
Dienst Ruimtelijke Ordening 4,30% 4,00% 4,20% 4,20% 5,00% 4,50% 4,50%
Dienst Werk en Inkomen 6,56% 5,80% 6,00% 4,60% 7,09% 6,30% 6,50%
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 4,20% 4,56% 4,60% 4,61% 4,27% 5,28% 4,70%
Stadsarchief 3,59% 4,00% 4,00% 4,70% 4,41% 5,00% 5,00%
Geneeskundige en Gezondheidsdienst 5,21% 4,50% 4,50% 3,81% 5,90% 5,50% 5,50%
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 4,59% 3,90% 4,00% 4,10% 4,87% 4,10% 4,10%
Bedrijvensector
Afval Energie Bedrijf 4,30% 4,50% 4,50% 4,75% 5,40% 4,90% 4,90%
Haven Amsterdam 4,77% 4,50% 4,50% 4,50% 5,30% 5,30% 5,30%
Stadsbank van Lening 4,27% 4,30% 4,30% 4,30% 4,64% 4,30% 4,30%
Facilitaire bedrijven
Acam Accountancy en Advies 5,31% 4,00% 4,00% 4,06% 5,45% 4,00% 4,00%
Dienst Stadstoezicht 9,05% 4,10% 7,70% 5,00% 11,41% 4,10% 8,70%
Dienst Noord/Zuidlijn nvt
Dienst Zuidas 0,00% 4,00% 4,00% 4,00% 0,00% 4,00% 4,00%
Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 7,67% 5,00% 5,10% 5,10% 7,67% 3,00% 5,10%
Dienstverlening en Facilitair Management 6,32% 5,80% 5,50% 4,90% 7,30% 7,10% 6,50%
Ingenieursbureau Amsterdam 3,04% 4,00% 4,00% 4,20% 3,16% 4,50% 4,50%
Projectmanagementbureau 2,90% 3,90% 3,90% 3,90% 2,90% 3,90% 3,90%
Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 5,74% 4,50% 4,50% 4,50% 6,21% 4,50% 4,50%
Servicehuis Personeel 6,52% 4,40% 4,45% 4,45% 6,57% 4,40% 4,45%

Totaal gemeete Amsterdam 5,20% 4,60% 4,60% nvt 5,80% 5,20% 5,30%
*) bron begrotingen diensten en bedrijven 2011
exclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

Raadsdruk Begroting 2011 553


Personeelskosten
begroting 2011 *) Personeelskosten
rekening geactualiseerde begroting
2009 2010 2011 2012 2013 2014
bedragen x €1.000,-

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders

ww-uitkeruingen en kosten wachtgelders


uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel

uitkeringen voormalig personeel


salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten

salarissen en sociale lassten


totaal

totaal

totaal

totaal

totaal

totaal
Bestuursdienst 48.077 8.506 518 57.101 41.693 1.063 316 43.072 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834
Ombudsman 1.362 - - 1.362 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374
Raadsgriffie 2.695 - 33 2.728 1.220 - 140 1.360 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278
Rekenkamer 1.117 - 11 1.128 1.247 - - 1.247 1.112 - 7- 1.105 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112
Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 17.919 140 241 18.300 17.159 165 256 17.580 17.979 163 253 18.395 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495
Economische zaken 4.159 1 0 4.160 4.003 58 - 4.061 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446
Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 28.743 346 69 29.158 31.908 310 100 32.318 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 31.606 644 412 32.662 37.932 224 385 38.541 36.625 221 381 37.227 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234
Dienst Milieu en Bouwtoezicht 18.215 174 110 18.499 17.919 246 95 18.259 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361
Dienst Onderzoek en Statistiek 2.581 17 166 2.764 2.800 61 152 3.013 2.885 38 152 3.075 2.885 22 122 3.029 2.885 19 68 2.972 2.885 19 68 2.972
Dienst Persoons- en Geo-informatie 13.805 94 106 14.005 14.489 95 108 14.692 13.786 95 108 13.989 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774
Dienst Ruimtelijke Ordening 17.008 188 181 17.377 16.911 337 63 17.311 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137
Dienst Werk en Inkomen 96.442 2.631 2.528 101.601 105.189 794 1.884 107.867 106.038 786 1.865 108.689 98.038 786 1.865 100.689 97.438 786 1.865 100.089 96.438 786 1.865 99.089
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 18.608 478 302 19.388 20.453 498 283 21.234 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021
Stadsarchief 8.955 36 61 9.052 9.038 22 157 9.217 8.893 22 141 9.056 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985
Geneeskundige en Gezondheidsdienst 65.644 1.294 857 67.795 66.580 1.314 782 68.676 70.403 1.169 330 71.902 69.443 1.095 257 70.795 69.444 1.048 257 70.749 69.444 1.013 257 70.714
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 26.171 420 128 26.719 28.682 - - 28.682 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449
subtotaal overheidssector 403.107 14.969 5.723 423.799 418.597 5.187 4.721 428.504 421.444 4.984 4.142 430.570 412.309 4.895 4.041 421.245 411.710 4.845 3.987 420.542 410.710 4.810 3.987 419.507
Afval Energie Bedrijf 19.059 1.306 - 20.365 25.403 - - 25.403 25.935 - - 25.935 26.166 - - 26.166 26.414 - - 26.414 26.651 - - 26.651
Haven Amsterdam 25.722 305 264 26.291 24.734 310 376 25.420 24.496 310 504 25.310 24.496 310 382 25.188 24.496 310 314 25.120 24.496 310 276 25.082
Stadsbank van Lening 3.881 23 - 3.904 4.124 18 - 4.142 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096
subtotaal bedrijvensector 48.662 1.634 264 50.560 54.261 328 376 54.965 54.509 328 504 55.341 54.740 328 382 55.450 54.988 328 314 55.630 55.225 328 276 55.829
Acam Accountancy en Advies 6.953 65 28 7.046 6.620 100 20 6.740 6.420 70 20 6.510 6.420 70 20 6.510 6.420 70 8 6.498 6.420 70 - 6.490
Dienst Stadstoezicht 29.994 702 623 31.319 23.859 865 935 25.659 19.066 1.191 1.108 21.365 17.355 1.241 1.278 19.874 16.957 1.246 1.365 19.568 16.957 1.213 1.368 19.538
Dienst Noord/Zuidlijn - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Dienst Zuidas 539 - - 539 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410
Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.342 40 11 3.393 3.552 48 32 3.632 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595
Dienstverlening en Facilitair Management 10.454 121 - 10.575 12.389 158 - 12.547 12.580 83 - 12.663 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594
Ingenieursbureau Amsterdam 18.513 - - 18.513 20.493 - - 20.493 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769
Projectmanagementbureau 13.423 70 42 13.535 14.112 60 40 14.212 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596
Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 9.433 8 - 9.441 17.102 - - 17.102 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226
Servicehuis Personeel 6.837 2.823 3.221 12.881 7.857 2.049 2.544 12.450 9.014 1.826 2.141 12.981 8.561 1.624 1.546 11.731 8.397 850 1.206 10.453 8.076 738 980 9.794
subtotaal facilitaire bedrijven 99.488 3.829 3.925 107.242 106.394 3.280 3.571 113.245 105.458 3.277 3.380 112.115 103.225 3.125 2.955 109.305 102.663 2.356 2.690 107.709 102.342 2.211 2.459 107.012
Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 551.257 20.432 9.912 581.601 579.252 8.795 8.668 596.714 581.411 8.589 8.026 598.026 570.274 8.348 7.378 586.000 569.361 7.529 6.991 583.881 568.277 7.349 6.722 582.348
*) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijven
exclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

Raadsdruk Begroting 2011 554


overzicht externe inhuur

Dienst Onderzoek en Statistiek


Dienst Milieu en Bouwtoezicht
Dienst Belastingen Gemeente

Dienst Infrastructuur, Verkeer

Dienst Ruimtelijke Ordening


Dienst Economische Zaken

Dienst Persoons- en Geo-

Dienst Werk en Inkomen


Dienst Maatschappelijke

Dienst Wonen, Zorg en

Gezondheidsdienst *)
Geneeskundige- en
Gemeentearchief)
Stadsarchief (vh
Bestuursdienst

Ombudsman

Ontwikkeling
Rekenkamer

Samenleven
Amsterdam

en Vervoer

informatie
Griffie
percentage van de loonsom
rekening 2009 18,9% 0,3% 62,8% 8,7% 16,3% 66,1% 13,6% 6,3% 48,8% 4,1% 17,0% 4,1% 9,4% 7,9% 8,9% 0,9%
begroting 2010 geactualiseerd 4,0% 0,5% 8,9% 3,0% 14,4% 0,2% 12,7% 4,7% 7,2% 2,5% 7,0% 3,1% 17,3% 4,9% 1,4% 9,0%
begroting 2011 3,0% 0,5% 7,2% 6,7% 8,2% 0,2% 9,2% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 16,2% 4,4% 1,4% 4,8%
begroting 2012 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 16,5% 4,4% 1,4% 4,0%
begroting 2013 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 15,6% 4,4% 1,4% 4,0%
begroting 2014 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 15,8% 4,4% 1,4% 4,0%
bedragen x €1.000,-
BELEIDSGEVOELIGE INHUUR
interim management
rekening 2009 100 - - - 143 738 558 - 601 - 187 - 281 409 - 21
begroting 2010 geactualiseerd - 7 - - - - 342 - - - 130 - 430 - - 33
begroting 2011 - 7 - - - - 100 - - - - - 430 - - 110
begroting 2012 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110
begroting 2013 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110
begroting 2014 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110
organisatie- en formatieadvies
rekening 2009 10 - 30 - - 63 505 - 427 - - - 21 62 26 3
begroting 2010 geactualiseerd - - - - 279 - 104 - - - - - 136 - - -
begroting 2011 - - - - 253 - 104 - - - - - 132 - - -
begroting 2012 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - -
begroting 2013 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - -
begroting 2014 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - -
BELEIDSADVIES
beleidsonderbouwend onderzoek
rekening 2009 200 - - - - 410 - 311 56 - - - 61 21 21 -
begroting 2010 geactualiseerd - - - - - - 40 - - - - - - - - 60
begroting 2011 - - - - - - 100 - - - - - - - - -
begroting 2012 - - - - - - - - - - - - - - - -
begroting 2013 - - - - - - - - - - - - - - - -
begroting 2014 - - - - - - - - - - - - - - - -
beleidsondersteuning - -
rekening 2009 307 4 1.284 - - 1.044 154 144 290 4 - - - 74 - 28
begroting 2010 geactualiseerd 63- - - - - 7 24 - - - - - 74 - - -
begroting 2011 63- - - - - 7 24 - - - - - 72 - - 12
begroting 2012 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12
begroting 2013 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12
begroting 2014 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12
specifieke beleidsexpertise - -
rekening 2009 2.888 - 226 78 149 6 574 325 1.789 - 5 227 - 314 8 86
begroting 2010 geactualiseerd 535 - 109 38 - - 1.467 1.552 - - - 147 - - - 7
begroting 2011 109 - 87 74 - - 1.467 - - - - 147 - - - 37
begroting 2012 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37
begroting 2013 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37
begroting 2014 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37
communicatieadvies - -
rekening 2009 1.306 - - - - 101 45 - 356 - 22 128 - 0 - 41
begroting 2010 geactualiseerd 953 - - - - 3 - - - - - - - - - -
begroting 2011 953 - - - - - - - - - - - - - - -
begroting 2012 953 - - - - - - - - - - - - - - -
begroting 2013 953 - - - - - - - - - - - - - - -
begroting 2014 953 - - - - - - - - - - - - - - -
ONDERSTEUNENDE INHUUR
juridisch advies
rekening 2009 170 - 39 - 75 - 64 34 184 - - 231 - - 47 56
begroting 2010 geactualiseerd - - - - - - 30 - - - - 290 - - - -
begroting 2011 - - - - - - - - - - - 290 - - - -
begroting 2012 - - - - - - - - - - - 290 - - - -
begroting 2013 - - - - - - - - - - - 290 - - - -
begroting 2014 - - - - - - - - - - - 290 - - - -
advisering ICT - -
rekening 2009 2.209 - 35 - 1.067 - 205 - 577 - 1.033 - 337 - 5 39
begroting 2010 geactualiseerd - - - - 1.312 - 311 - - - 190 - 287 - - 1.693
begroting 2011 - - - - 823 - 110 - - - 175 - 284 - - 650
begroting 2012 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725
begroting 2013 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725
begroting 2014 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725
accountancy, financiën en AO - -
rekening 2009 1.013 - - - 111 11 248 272 141 - - 53 144 - - 85
begroting 2010 geactualiseerd 6 - - - - - 837 - - - - 60 - - - 49
begroting 2011 6 - - - - - 428 - - - - 60 - - - -
begroting 2012 6 - - - - - - - - - - 60 - - - -
begroting 2013 6 - - - - - - - - - - 60 - - - -
begroting 2014 6 - - - - - - - - - - 60 - - - -
INHUUR t.b.v. BEDRIJFSPROCESSEN
uitzendkrachten
rekening 2009 862 - 79 19 1.374 378 1.542 900 4.474 101 1.105 56 8.184 587 688 222
begroting 2010 geactualiseerd 241 - - - 883 - 887 243 1.293 70 698 22 17.308 992 128 4.143
begroting 2011 241 - - - 403 - 674 236 1.293 61 698 22 16.296 883 128 2.550
begroting 2012 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 15.296 883 128 1.863
begroting 2013 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 14.296 883 128 1.863
begroting 2014 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 14.296 883 128 1.863
TOTAAL
rekening 2009 9.065 4 1.693 97 2.919 2.751 3.895 1.986 8.895 105 2.352 694 9.028 1.467 795 581
begroting 2010 geactualiseerd 1.672 7 109 38 2.474 10 4.042 1.795 1.293 70 1.018 519 18.235 992 128 5.984
begroting 2011 1.246 7 87 74 1.479 7 3.007 236 1.293 61 873 519 17.214 883 128 3.358
begroting 2012 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 16.214 883 128 2.746
begroting 2013 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 15.214 883 128 2.746
begroting 2014 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 15.214 883 128 2.746

verschil 2011 t.o.v rekening 2009 7.819- 3 1.606- 23- 1.440- 2.744- 888- 1.750- 7.602- 44- 1.479- 176- 8.186 584- 667- 2.777
verschil 2011 t.o.v. begroting 2010 426- - 22- 36 995- 3- 1.035- 1.559- - 9- 145- - 1.021- 109- - 2.626-
Ombudsman

Rekenkamer

Archief
Griffie

DBGA

DWZS
OenS
DMO

DMB

GGD
DRO
BDA

DPG

DWI
IVV
EZ

Inbesteding
rekening 2009 5.117 - - - - 2.245 13.654 3.098 4.746 95 113 359 15.122 1.019 91 214
begroting 2011 267 - - - - 107 12.284 - 600 124 68 369 17.431 1.113 - 373
Uitbesteding
rekening 2009 2.692 - 476 - - - 22.542 - - - - 265 15.777 2.394 - 1.296
begroting 2011 2.692 - 433 - - - 21.257 - - - - 265 15.777 2.494 - 1.075

exclusief Binnenwaterbeheer en
Amsterdamse Kunstraad

Raadsdruk Begroting 2011 555


Ontwikkelingsbedrijf Gemeente

ACAM Accountancy en Advies

Ingenieursbureau Amsterdam
Dienst Facilitair management

Projectmanagementbureau

Servicehuis Personeel
Stadsbank van Lening

Gemeentelijke Dienst
Dienst Stadstoezicht
Afval Energie Bedrijf

Verzekeringszaken
Haven Amsterdam

Servicehuis ICT
Dienst Zuidas
Amsterdam

totaal
percentage van de loonsom
33,9% 31,5% 7,0% 4,1% 2,4% 29,2% 0,0% 5,3% 40,0% 0,1% 2,7% 156,9% 4,5% 21% rekening 2009
7,8% 7,7% 3,4% 3,3% 0,8% 6,3% 31,7% 3,7% 19,4% 0,8% 5,5% 87,1% 2,5% 10% begroting 2010 geactualiseerd
6,7% 2,8% 1,9% 3,3% 0,9% 4,7% 31,7% 3,7% 20,2% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 2011
6,7% 2,7% 1,7% 3,3% 0,9% 1,7% 31,7% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 2012
6,7% 2,6% 1,4% 3,3% 0,9% 1,6% 31,7% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 2013
6,7% 2,6% 1,4% 3,3% 0,9% 1,5% 55,8% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 8% begroting 2014

BELEIDSGEVOELIGE INHUUR
interim management
- 393 293 - - 724 - - - - - - - 4.448 rekening 2009
- 96 110 - - 36 - - - 117 - 274 - 1.575 begroting 2010 geactualiseerd
- 96 50 - - 22 - - - - - - - 815 begroting 2011
- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2012
- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2013
- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2014
- organisatie- en formatieadvies
- 21 2 5 - 45 - - 237 - - - - 1.457 rekening 2009
- - - - - - - - - - - 122 - 641 begroting 2010 geactualiseerd
- - - - - - - - - - - - - 489 begroting 2011
- - - - - - - - - - - - - 385 begroting 2012
- - - - - - - - - - - - - 385 begroting 2013
- - - - - - - - - - - 385 begroting 2014
BELEIDSADVIES
beleidsonderbouwend onderzoek
- - - - - - - - - - - - - 1.080 rekening 2009
- - - - - - - - - - - - - 100 begroting 2010 geactualiseerd
- - - - - - - - - - - - - 100 begroting 2011
- - - - - - - - - - - - - - begroting 2012
- - - - - - - - - - - - - - begroting 2013
- - - - - - - - - - - - - - begroting 2014
beleidsondersteuning
- 77 266 - - - - - 335 - - - - 4.011 rekening 2009
1.445 - 150 100 - - 130 - - - - - - 1.867 begroting 2010 geactualiseerd
1.405 - 50 100 - - 130 - - - - - - 1.737 begroting 2011
1.405 - 50 100 - 150 130 - - - - - - 1.863 begroting 2012
1.405 - 50 100 - 132 130 - - - - - - 1.845 begroting 2013
1.405 - 50 100 - 125 130 - - - - - - 1.838 begroting 2014
specifieke beleidsexpertise
- - 5 - - - - - 30 - - - - 6.709 rekening 2009
- - - - - 133 - - - - - - - 3.988 begroting 2010 geactualiseerd
- - - - - 70 - - - - - - - 1.991 begroting 2011
- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2012
- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2013
- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2014
communicatieadvies
- 83 132 - - - - - 7 - - - - 2.221 rekening 2009
- 188 50 - - 28 - - - - - - - 1.222 begroting 2010 geactualiseerd
- - 25 - - 7 - - - - - - - 985 begroting 2011
- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2012
- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2013
- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2014
ONDERSTEUNENDE INHUUR
juridisch advies
73 - 15 - 9 154 - - 26 12 - - - 1.189 rekening 2009
338 - 15 - 10 38 - - - - - - - 721 begroting 2010 geactualiseerd
338 - 15 - 10 23 - - - - - - - 676 begroting 2011
338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2012
338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2013
338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2014
advisering ICT
- - - - - 145 - - - - - 14.299 - 19.951 rekening 2009
- - - - - 741 - - - 39 - 13.992 - 18.565 begroting 2010 geactualiseerd
- - 50 - - 446 - - - - - 9.491 - 12.029 begroting 2011
- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2012
- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2013
- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2014
accountancy, financiën en AO
- - 12 - 28 - - - 53 - - 120 - 2.291 rekening 2009
- 72 20 - 15 99 - - - - - 326 - 1.484 begroting 2010 geactualiseerd
- - 15 - - 80 - - - - - 90 - 679 begroting 2011
- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2012
- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2013
- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2014
INHUUR t.b.v. BEDRIJFSPROCESSEN
uitzendkrachten
8.805 5.432 1.087 156 131 7.689 - 176 3.489 - 360 377 309 48.581 rekening 2009
451 1.592 500 35 30 423 - 130 2.404 - 775 189 200 33.636 begroting 2010 geactualiseerd
151 620 250 35 50 254 - 129 2.544 1.920 215 - - 29.652 begroting 2011
149 610 200 35 50 150 - 129 2.554 1.920 215 - - 27.122 begroting 2012
149 600 150 35 50 132 - 129 2.554 1.920 215 - - 26.044 begroting 2013
149 591 150 35 50 125 - 129 2.554 1.920 215 - - 26.028 begroting 2014
TOTAAL
8.878 6.006 1.811 161 168 8.757 - 176 4.177 12 360 14.796 309 91.938 rekening 2009
2.234 1.948 845 135 55 1.498 130 130 2.404 156 775 14.903 200 63.799 begroting 2010 geactualiseerd
1.894 716 455 135 60 901 130 129 2.544 1.920 215 9.581 - 49.152 begroting 2011
1.892 706 405 135 60 299 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 43.486 begroting 2012
1.892 696 355 135 60 264 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 42.390 begroting 2013
1.892 687 355 135 60 250 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 42.367 begroting 2014

6.984- 5.290- 1.356- 26- 108- 7.856- 130 47- 1.633- 1.908 145- 5.215- 309- 42.786- verschil 2011 t.o.v rekening 2009
340- 1.232- 390- - 5 597- - 1- 140 1.764 560- 5.322- 200- 14.647- verschil 2011 t.o.v. begroting 2010
Toezicht

Zuidas
Haven

ACAM

totaal
DICT
OGA

PMB
VGA

DFM
AEB

SHP
SBL

IBA

Inbesteding
8.239 156 223 26 30 - 8.367 - 458 34 80 - - 63.485 rekening 2009
- - 50 7 - - 8.250 - 82 - 150 - - 41.275 begroting 2011
- - Uitbesteding
3.261 - 15.485 - - - 170 - 75 - - - - 64.433 rekening 2009
3.261 - 14.120 - - - 170 - 75 - - - - 61.619 begroting 2011

63.799

Raadsdruk Begroting 2011 556

You might also like