You are on page 1of 20

DEELOPDRACHT 1

1.1 Kleur
Kleurruimte

Een kleurruimte is een variant van een kleurmodel en heeft een specifiek gamma
(kleuromvang of kleurbereik). Het RGB-kleurmodel omvat bijvoorbeeld een aantal
kleurruimten: Adobe RGB, sRGB en ProPhoto RGB, enzovoort.
Elk apparaat, zoals uw beeldscherm of printer, beschikt over een eigen kleurruimte en kan
alleen de kleuren binnen
het desbetreffende
kleurbereik
reproduceren. Als een
afbeelding van het ene
apparaat naar het andere
wordt verplaatst,
veranderen de kleuren
mogelijk omdat elk
apparaat de RGB- of
CMYK-waarden
interpreteert volgens de
eigen kleurruimte. U kunt
kleurbeheer gebruiken
bij het verplaatsen van
afbeeldingen, zodat u
zeker weet dat de
meeste kleuren gelijk of
gelijk genoeg zijn om
consistent over te
komen. Zie Waarom
kleuren soms niet
overeenkomen.
Kortom een ander woord
voor kleurruimte is een
kleurspectrum

3
PMS (Pantone Matching
System)

Kleur in drukwerk kan op


twee manieren tot stand
komen, De eerste manier is
door samendruk van zwart
en de drie drukkleuren
cyaan, magenta en geel. De
andere manier is het
gebruiken van vooraf
gemengde
standaardkleuren.
Deze standaardkleuren zijn
vastgelegd in
kleurenmengsystemen.
Van deze systemen wordt
het Pantone Matching
System het meest gebruikt.

Uit een kleurencatalogus


kun je ongeveer 1000
standaardkleuren kiezen. Iedere kleur heeft een eigen nummer. Dat maakt het praten over
kleuren tussen vormgever en drukker gemakkelijker.

Duotone

Duotone of duotoon is de algemene


naam voor multitone afdrukken die
gemaakt worden met twee, drie of vier
kleuren.
Dankzij onder andere Photoshop is
duotone een generale term in
fotobewerking geworden voor
afbeeldingen die gebruik maken van
kleurseperatieschema's. Normaal is dit
een CMYK (Cyaan, Magenta, Yellow, and
Key (blacK)) separatie, maar bij duotone
bestaat deze uit twee separaties en kan
deze ieder kleur inkt hebben binnen offsetdruk.

4
Conversie n. CMYK

De kleurruimte van een digitale foto getoond op een beeldscherm is soms erg groot, die van
offsetdruk in CMYK, zeker op kwalitatief mindere papiersoorten is kleiner.
Dit heeft tot gevolg dat voor het drukproces de kleurruimte van het oorspronkelijke RGB
beeld teruggebracht moet worden naar de kleinere kleurruimte die in vierkleurendruk
bereikt kan worden. Dat kan een stapje terug in kwaliteit betekenen, sommige zeer heldere
en verzadigde kleuren kunnen nu eenmaal niet met slechts 4 drukkleuren bereikt worden,
maar wanneer u de aanbevelingen uit deze publicatie opvolgt kunt u er zeker van zijn dat u
in ieder geval het best haalbare resultaat verkrijgt.

RGB kleurprofielen
Een RGB bestand moet altijd een ingesloten bronprofiel hebben (bijv. Adobe RGB, s-RGB of
ECI-RGB) om een kwalitatief goede conversie naar CMYK te kunnen maken. Wanneer een
bestand geen ingesloten kleurprofiel heeft zal men eerst een kleurprofiel moeten
toekennen, men kan dit doen door visueel te beoordelen welk profiel het beste resultaat
geeft: Adobe RGB, s-RGB of ECI-RGB. Als je in Photoshop een bestand opent met een profiel
dat afwijkt van de in kleurinstellingen
gekozen werkruimte dan komt Photoshop met een waarschuwing. Kies in dit geval altijd
voor het behouden van het ingesloten kleurprofiel:

CMYK kleurprofielen
Voor de conversie van RGB naar CMYK heeft je een ICC kleurprofiel nodig voor vellen offset
op de juiste papiersoort. Je kunt deze ICC profielen voor vellen offset op diverse
papiersoorten downloaden van onze website www.boomvanketel.nl
Voor vellen offset op glanzend en mat gestreken papiersoorten (Papiertype 1 en 2) is
ISOcoated.icc het juiste profiel. Voor ongestreken houtvrij offset papiersoorten (Papiertype
4) is ISOuncoated.icc het juiste profiel.

5
Kleurinstellingen in Photoshop
Gebruik uitsluitend de versies CS3, CS2, CS, 7 of 6 van Photoshop.
De juiste kleurinstellingen voor het maken van RGB-CMYK kleurconversies in Photoshop zijn
afhankelijk van het gebruikte soort papier. Hieronder zie je een voorbeeld voor de juiste
kleurinstellingen voor Papiertype 1/2 .

Van RGB naar CMYK: De juiste


conversie instellingen
Ook de conversie instellingen voor
het maken van RGB-CMYK
kleurconversies zijn afhankelijk van
de druktechniek en het te gebruiken
papier. Hierbij een voorbeeld voor
Papiertype 1/2 in vellen offset. De
juiste instellingen in Photoshop zie
je links staan.

6
Opmerking: Wanneer gekozen wordt voor relatief kleurmetrisch (Relative Colorimetric) dan
zullen de meeste kleuren uit het RGB beeld bestand zo nauwkeurig mogelijk worden
weergegeven in CMYK. Alleen kleuren aan de rand van de kleurruimte, de meest verzadigde
kleuren, worden enigszins “samengedrukt”. Wanneer het noodzakelijk is om in die kleuren
geen detaillering te verliezen dan is het soms beter om te kiezen voor Perceptueel, daarmee
worden nuances in de verzadigde kleuren behouden maar het nadeel is dan wel dat lichte
pasteltinten iets te flets worden weergegeven.

1.2 Fonts
Soorten Fonts

1. bitmapped fonts
2. stroked fonts
3. outline fonts

Die laatste soort is weer onder te verdelen in vier sub-groepen

• PostScript Type 1 en Multiple Master


• TrueType
• Open Type
• PCL-Scalable

Bitmap-fonts
Bitmap-fonts werden vroeger op het
beeldscherm gebruikt en in sommige
goedkope printers worden nog steeds
bitmap-fonts gebruikt. Dit type font is
duidelijk niet meer van deze tijd, maar
toch kan geen Macintosh gebruiker
zonder! PostScript-fonts bevatten
namelijk geen informatie over de
breedte van de verschillende letters.
Ook de informatie over hoeveel
bijvoorbeeld een A en V dichter bijelkaar mogen worden geplaatst, de zogenaamde
'kerning', staat niet in een PostScript-font opgeslagen. Al deze informatie staat echter wel in
een bitmap-font voor de Macintosh opgeslagen. Vandaar dat voor ieder PostScript-font op
de macintosh tenminste één bitmap-font nodig is.

7
Stroked-fonts
De eerste versies van Microsoft
Windows hadden echt moeite met
het weergeven van grote letters.
Daarom werd de vorm van grote
letters min of meer nagebootst door
lijnen op het beeldscherm te
tekenen. Het begrip What You See Is
What You Get was beslist niet van
toepassing op de eerste versies van
Windows.

Wat weinig mensen weten is dat op veel Windows nog steeds een aantal stroked-fonts staan
geïnstalleerd. Hoedt u voor bijvoorbeeld het font Modern.

Outline-fonts
Ah, nu komt de moderne technologie aan de beurt. Er zijn verschillende soorten outline-
fonts, en ze hebben één ding met elkaar gemeen: letters worden als wiskundige formules in
een bestand opgeslagen.

Helaas zijn ook niet alle outline-fonts geschikt voor prepress-werk.

De PCL-Scalable fonts worden toegepast in printers van Hewlett-Packard. Dankzij het


geweldige verkoopsucces van deze printers is de PCL-Scalable-technologie de meest
gebruikte fonttechnologie ter wereld. Maar omdat PostScript-printers niet met dit type fonts
overweg kunnen, worden de PCL-Scalable fonts voor de rest van deze presentatie buiten
beschouwing gelaten.

Postscript Om PostScript-fonts op een beeldscherm te kunnen zien of op een


niet-PostScript-printer af te drukken, is meestal Adobe Type Manager
(ATM) noodzakelijk. Dit hulpprogramma is beschikbaar voor zowel
Apple Macintosh als Windows.

PostScript, een uitvinding van Adobe Systems, is een


paginabeschrijvingstaal met een eigen fontformaat. Daarnaast is
PostScript een complete programmeertaal, waarmee in principe zelfs
een boekhoudprogramma is te programmeren.

PostScript is nog steeds de factor standaard in de grafische industrie voor het aansturen van
laserbelichters. Hierbij wordt, hoe kan het anders, gebruik gemaakt van PostScript-fonts.
PostScript wordt gebruikt door zowel printers als belichters. Het enige verschil tussen de
proefdruk en de afdruk van de belichter is de resolutie.

8
Langzaam maar zeker wordt PostScript-verdrongen door het Portable Document Format
(PDF) dat direct kan worden verwerkt met Adobe Extreme. Deze opvolger van PostScript
maakt nog steeds gebruik van de Type 1-fonts van PostScript. Maar ook de Type 1-fonts
zullen langzaam maar zeker gaan verdwijnen. Zij zullen worden vervangen door zogenaamde
OpenType-fonts. Deze technologie is ontwikkeld door Adobe en Microsoft samen en maakt
gebruik van de beste mogelijkheden van zowel Type 1 als TrueType.

TrueType Ondersteuning voor TrueType-fonts zit standaard ingebouwd in


Windows (vanaf versie 3) en Mac OS (vanaf versie 7).

Over het algemeen hebben TrueType-fonts een minder goede kwaliteit


dan PostScript-fonts. Dat is slechts zeer gedeeltelijk aan een minder
goede technologie te danken; in sommige opzichten is de TrueType-
technologie zelfs beter. De mindere kwaliteit wordt vooral veroorzaakt
doordat de meeste TrueType-fonts weinig kosten. Duizend fonts voor
199 euro is bij TrueType-fonts geen uitzondering. Door de geringe
prijs, kan weinig tijd worden besteed aan de kwaliteit van de fonts.

Om PostScript te mogen gebruiken in hun printers, moesten fabrikanten vroeger een hoge
royalties betalen aan Adobe. Bovendien behield Adobe de technologie om fonts met
zogenaamde ‘hints’ te maken, strikt geheim, waardoor belangrijke fabrikanten als Linotype,
Agfa en Monotype niet in staat waren kwalitatief even goede fonts te maken als Adobe.

Beide zaken leidden tot veel onvrede en op een gegeven moment besloten Apple en
Microsoft om een andere paginabeschrijvingstaal te gaan ondersteunen: TrueImage. Toen
dit bekend werd besloot Adobe om de hint-technologie openbaar te maken. Hierdoor, en
door lagere royalties voor PostScript, bleef PostScript toch de standaard voor de grafische
industrie.

TrueImage werd een flop, maar de bijbehorende TrueType-lettertypen zijn gebleven. Tot
spijt van de grafische industrie.

OpenType Type 1 is een uitvinding van Adobe, terwijl de rechten voor het
TrueType-formaat tegenwoordig bij Microsoft liggen. In plaats van
elkaar te beconcurreren op de sterke en zwakke punten van elkaars
fontformaat, werken beide bedrijven tegenwoordig samen aan een
nieuw fontformaat waarin de sterke kanten van zowel Type 1 als
TrueType zijn verenigd. Dit zogenaamde OpenType-formaat is
gebaseerd op ‘unicode’-codering, hetgeen wil zeggen dat in een enkel
font-bestand behalve de gebruikelijke tekens, ook de speciale tekens
voor Centraal-Europese talen (waaronder Pools en Turks), Cyrilisch,
Japans, Chinees en Koreaans kunnen worden opgenomen. Het woord
‘kunnen’ wordt in de vorige zin benadrukt, omdat het ook mogelijk is
een niet-volledige unicode-tekenset in het fontbestand op te nemen.
Het opnemen van tekens voor het Japans, Chinees en Koreaans, maakt
een font een stuk duurder, zodat de meeste OpenType-fonts alleen

9
een normale westerse tekenset zullen bevatten (al dan niet
geoptimaliseerd voor diverse corpsgrooten), hooguit uitgebreid met
een aantal speciale tekens zoals kleinkapitalen, extra ligaturen en
uithangende cijfers. Deze extra tekens worden bij gewone Type 1- en
TrueType-fonts ondergebracht in aparte fontbestanden die meestal
met de term ‘expertset’ worden aangeduid.

Dat een enkel fontbestand zonder conversie kan worden toegepast


voor zowel Windows, Macintosh en Unix, is misschien wel het
belangrijkste voordeel van OpenType.

• Zonder conversie te gebruiken op zowel Macintosh- als Windows-computers.


• Unicode-codering voor zeer uitgebreide ondersteuning van internationale tekensets.
• Geavanceerde typografische mogelijkheden voor het positioneren en automatisch
vervangen van speciale tekens zoals ligaturen, uithangende cijfers, kleinkapitalen en
symbooltekens.
• Waar voorheen diverse bestanden nodig waren voor fonts, expertsets,
diktewaardetabellen, kerninginformatie e.d., gebruikt een OpenType-bestand slechts
één bestand, dat bovendien kleiner is dan de oorspronkelijke bestanden.
• Wordt standaard ondersteund in Windows 2000 en XP.
• Is in andere besturingssystemen te gebruiken via het gratis verkrijgbare Adobe Type
Manager.
• Wordt uitgebreid ondersteund in Photoshop 6.0 en InDesign 1.5.
• OpenType-bestanden gebruiken de bestandsextensie .OTF indien de font-informatie
gebaseerd is op de Compact Font Format-standaard (CFF) van Adobe. CFF biedt een
kleiner font dan het Type 1-formaat.
• Als de naam van een OpenType-bestand op .TTF eindigt, wordt intern gebruik
gemaakt van TrueType-codering.

Embedding

Om te voorkomen dat bij het afdrukken een ontbrekend font word vervangen door het font
Courier of dat per ongeluk een verkeerde fontversie wordt gebruikt, is het verstandig fonts
in te sluiten in het document. Dat is mogelijk bij Encapsulated PostScript-bestanden (EPS) en
bij Portable Document Format-bestanden (PDF).

Aanlevering
Als u een PostScript-font wilt aanleveren bij een servicebureau, zult u altijd twee bestanden
moeten aanleveren:

• bij MacOS Classic een koffertje met de juiste bitmap en het feitelijke PostScript-
fontbestand,
• Bij MacOS X de gebruikte fontbestanden, inclusief eventueel aanwezige .pfm-
• of .afm-bestanden.
• bij Windows een .PFB-bestand en een bijbehorend .PFM-bestand.

10
Bij de Macintosh kan het ikoon van het fontbestand anders zijn dan in het eerder gegeven
schema is weergegeven. Het ikoon met de A erin is namelijk specifiek voor Adobe fonts.

PostScript-fonts worden onder Windows geïnstalleerd in de map /psfonts/ (voor de .PFB-


bestanden) en /psfonts/pfm/ (voor de .PFM-bestanden). Met Adobe Type Manager de Luxe
is het echter mogelijk om fonts in iedere andere map te installeren.

Bij MacOS Classic staan fonts meestal geïnstalleerd in de map Lettertypen, tenzij met
bijvoorbeeld een fontbeheerprogramma Suitcase of Adobe Type Manager de Luxe een
andere map wordt gebruikt.

Zoals eerder beschreven kunnen fonts voor MacOS X worden geïnstalleerd in diverse
mappen:

• Macintosh HD:Systeemmap:Lettertypen.
• Macintosh HD:System:Library:Fonts
• Macintosh HD:Users:gebruikersnaam:Library:Fonts.

De meeste DTP-programma’s hebben tegenwoordig een optie waarmee alle voor het
servicebureau belangrijke bestanden, dus ook de fonts, bij elkaar in een map kunnen worden
geplaatst. Hou er echter rekening mee dat het aan een servicebureau aanleveren van fonts
alleen is toegestaan als het servicebureau zelf ook over een licentie voor de fonts beschikt.

Om problemen met fonts te voorkomen, is het beter om PDF-bestanden aan te leveren,


waarbij de gebruikte fonts zijn ingesloten. Dit voorkomt zowel juridische problemen als
allerlei font problemen.

Lettercontouren
Je kunt in sommige software teksten omzetten naar lettercontouren. Voordeel van het
gebruik van lettercontouren is dat deze letters vrij schaalbaar worden en op andere
computers niet het gekozen font meer aanwezig hoeft te zijn.

1.3 Image
Typen Images

JPEG
JPEG staat voor Joint Photographic Experts Group, en is een bestand indeling voor het
opslaan van afbeeldingen.
JPEG wordt vaak gebruikt bij digitale camera’s. Deze slaat automatisch zijn foto’s op in dit
bestand type. Het kwaliteitsverlies van JPEG valt niet veel op bij foto’s, maar wel bij
bijvoorbeeld grafieken, lijnen of letters.

GIF
GIF is een bestandsindeling voor het opslaan van afbeeldingen in digitale vorm, GIF is de
afkorting van Graphics Interchange Format, een grafische bestandsindeling met pixels. GIF
ondersteunt kleuren, verschillende resoluties, animatie en een transparante achtergrond.

11
Het aantal kleuren in een GIF-bestand is beperkt tot maximaal 256 (door het gebruik van 8
bits), die elk wel uit 262.144 verschillende gekozen kunnen worden.

GIF heeft ook iets wat heet, animated GIF. Dit bied de mogelijkheid om verschillende
beelden achter elkaar op te slaan in hetzelfde bestand, waardoor er een klein tekenfilmpje
wordt vertoond.

BMP
BMP is een bestandsindeling voor afbeeldingen.
BMP-bestanden kunnen de volgende indelingen hebben:
1 bit ( 2 kleuren);
4 bits ( 16 kleuren);
8 bits (256 kleuren);
true-color (RGB, 8 bits per kleur, dus 24 bits per pixel).

Embedding
Ook afbeeldingen dienen in een bestand te zijn ‘ingesloten’. Alleen bij afbeeldingen zijn er
wat meer regels, deze regels verschillen per bedrijf.

Geïmporteerde beelden meeleveren. Ook als deze ingesloten zijn in het document.
Beeldresolutie dient op 300 dpi uit te komen bij vergroting of verkleining i.v.m. certifi -
cering document. Uitzondering is Bitmap (lijnillustraties), deze dienen 1200 dpi te zijn.
Bij Illustrator bestanden dient alle tekst omgezet te worden naar lettercontouren.

Kleur
Afbeeldingen zijn er in verschillende kleuren, je hebt CMYK, Duotoon, RGB etc. Zie het deel
‘kleur’ voor meer informatie.

Resolutie
Iedere afbeelding heeft een resolutie. Ofterwijl, DPI (dots per inch). Hoeveel DPI een
afbeelding heeft hangt af van waar je het voor wil gebruiken. Wanneer je afbeeldingen voor
internet wil gebruiken, dan moet de resolutie zo laag mogelijk zijn, in verband met het laden
van de pagina.

Wil je een afbeelding drukken, dan zul je deze met zo hoog mogelijke resolutie (300 DPI
minimaal) moeten aanleveren.

12
1.4 Effectieve resolutie

Vuistregel

Formule effectieve resolutie


Het effectief aantal pixels geeft belangrijke informatie over de resolutie van de digitale
camera. Het wordt berekend door het aantal pixels (beeldpunten) op de horizontale en
verticale beeldlijn met elkaar te vermenigvuldigen. Zo heeft een camera met 5 megapixel
een maximale resolutie van 2560 x 1920 pixels.

Er wordt gesproken van effectief en maximaal aantal pixels. Het maximaal aantal pixels is het
totaal aan beeldpunten dat de sensor van de camera aankan. Een sensor heeft een gegeven
aantal photodiodes die elk corresponderen met één beeldpunt van de foto. Soms kan de
sensor meer beeldpunten aan dan er daadwerkelijk in de foto worden gebruikt. Sommige
photodiodes zitten bijvoorbeeld net buiten de rand van de lens. Men spreekt dus van het
effectief aantal pixels, om aan te duiden hoeveel beeldpunten er echt worden gebruikt in de
uiteindelijke foto. Fabrikanten geven vaak liever het maximaal aantal pixels op, omdat de
camera daardoor beter lijkt dan hij daadwerkelijk is.

1.5 Bestandscompressie

De meest gebruikte bij digitale zendingen en ontvangst.


De meest gebruikte bestandscompressie voor het aanleveren van bestanden zijn: Winrar
(.rar) en Winzip (.zip).

13
DEELOPDRACHT 2
2.1 Bestandsgrootte

Klein vergelijking van technieken op compressie gebied


Kwaliteit van JPEG
Bij de meeste programma’s kan de kwaliteit waarin een foto wordt opgeslagen
ingesteld worden. Bij een hogere kwaliteit wordt het bestand groter, en bij een lagere
kwaliteit wordt het bestand kleiner. Elk programma heeft zijn eigen methode om een
zo goed mogelijke kwaliteit op te slaan in een zo klein mogelijk bestand. Ook de
instelling van compressiefactor of kwaliteitsfactor wordt door het programma
bepaald, en is niet te vergelijken met die van andere programma’s.

Doordat de JPEG compressie hetzelfde werkt in horizontale en verticale richting, is het


mogelijk om een afbeelding, die al is opgeslagen als een JPEG bestand, verliesvrij 90
graden te roteren (en ook 180° en 270°). Ook verliesvrij spiegelen (horizontaal en
verticaal) is mogelijk

Kwaliteit van PNG


PNG afbeeldingen nemen, vergeleken met andere formaten zoals BMP en TGA,
relatief weinig ruimte in, maar met dezelfde kwaliteit. Andere voordelen van het
formaat zijn de mogelijkheden tot gedeeltelijke transparantie en de ondersteuning
van ruim zestien miljoen kleuren, terwijl het GIF formaat nog steeds vastzit aan 256
kleuren als maximum.

Een PNG afbeelding kan echter ook, net als een GIF afbeelding, een "palet" hebben,
wat inhoudt dat er maximaal 256 kunnen worden gebruikt, maar wat de
bestandsgrootte, door het kleinere aantal bits per kleur, extra verkleint.

Op deze manier is PNG zowel voor het verliesloos opslaan van afbeeldingen als voor
het besparen van geheugenruimte voor simpele afbeeldingen zeer geschikt.

In een PNG afbeelding kan voor elke pixel niet alleen een rood- groen- en
blauwwaarde worden opgegeven, maar ook een transparantie (alpha waarde). Het
gevolg hiervan is dat elke pixel een bepaalde hoeveelheid transparantie kan hebben,
bijvoorbeeld helemaal doorzichtig of gedeeltelijk doorzichtig met wat rood
eroverheen.

Kwaliteit van GIF


GIF heeft de mogelijkheid om verschillende beelden achter elkaar op te slaan in
hetzelfde bestand, waardoor er een klein tekenfilmpje wordt vertoond.

14
Doordat een GIF bestand maximaal 256 kleuren kan hebben is het niet erg geschikt
voor (kleuren)foto’s.

2.2 Compressiebestanden www

Uitleg over de meest gebruikte bestanden bij browsers


De meest gebruikte bestandscompressie die bij afbeeldingen worden gebruikt zijn JPEG en
GIF. Bij JPEG is de kwaliteit van het afbeelding hoog, en het bestandsgrootte ervan laag. GIF
compressie gebruikt men voornamelijk voor afbeelding animaties. BMP word zelden
gebruikt vanwege zijn grote bestandsgrootte.

Bij audio gebruikt men MP3. Bij MP3 is het mogelijk de hoeveelheid opslagcapaciteit die
nodig is voor het opslaan van geluid sterk te verminderen. Dit geschiedt door elementen uit
het geluid die een mens toch niet echt waarneemt weg te laten.

MP3-compressie is lossy, dat wil zeggen dat er gegevens bij het comprimeren verloren gaan.
Hierdoor kan de oorspronkelijke vorm niet meer worden teruggewonnen.

2.3 Verantwoordelijke applicatie

Noem de applicatie (of software) die verantwoordelijk is voor je beschreven


bestandsformaat.

Bij de afbeeldingen gebruikt men Photoshop of Illustrator. Adobe Photoshop is een grafisch
computerprogramma voor het bewerken van foto's en ander digitaal beeldmateriaal via de
computer. Er zijn veel versies van Adobe Photoshop (kort weg vaak Photoshop genoemd).
De meest recente is Adobe Photoshop CS4. Photoshop heeft veel functies voor het
bewerken van foto's.

Photoshop wordt door veel mensen wereldwijd gebruikt. Sommige gebruiken het als hobby
andere gebruiken het voor professionele doeleinden.

Bij geluid kan men gebruik maken van verschillende soorten audio programma’s. Je kan
denken aan bijvoorbeeld Audicity, Logic, GoldWave, of iTunes.

2.3 Vector / pixel


Geef uitleg + voorbeeld van vector- en pixel-georiënteerde files
Een vector afbeelding is een afbeelding dat is opgebouwd uit lijntjes, punten, krommen en
polygonen. Het voordeel hier van is, dat je je bestand zo groot kan ‘uitrekken’ zonder dat je
kwaliteit eraan verloren gaat

15
Een pixel-georiënteerde file is een file dat is opgebouwd uit pixels. Een pixel is een beeldpunt
met gegevens. Een serie pixels geeft een ‘afbeelding’. Wanneer een afbeelding bijvoorbeeld
72 DPI is, dan zijn er per stekkende inch 72 pixels aanwezig.

Met een pixel-georiënteerde afbeelding kun je je afbeelding niet “uitrekken” wanneer je je


afbeelding toch groter maakt dan geeft de afbeelding een “pixelig effect”.

Vector Pixel
Standaard
formaat

Uitgerekt
formaat

16
DEELOPDRACHT 3
3.1 Kleurconversie
Geef het wezenlijke probleem van color-management
Het degelijke probleem bij colormanagement is dat je beeldscherm uit RGB bestaat en je
prints en druks uit CMYK. Dus het is moeilijk om je beeldscherm zodanig te kalibreren dat je
wat je op beeldscherm hebt. Ook terug ziet op je print.

3.2 Bestandsconversie (ASCII)


Wat doet ASCII binnen conversie?
ASCII is de afkorting van American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een

zogenaamde standaard, waarbij codes teksten in computers en communicatiemogelijkheden


representeert.

De ASCII-tabel bevat 95 tekens, de overige karakters zijn zogenaamde stuurcodes, deze


dienen om teksten te sturen, bijvoorbeeld met behulp van tabs of nieuwe regels.
ASCII-conversie zorgt ervoor dat de letters voor bijvoorbeeld pc worden geconverteerd naar
Mac.

3.3 Applicaties (3)


Noem een drietal applicaties die voor conversie bedoelt zijn
- TascalGauge conversie applicatie
- Pro-predict
Dat is je resolutie die je overhoud na vergroting of verkleining.

3.4 DVD rippen/sampling


Beschrijf welke de belangrijkste conversies bij geluid en muziek
Mp3, AAC, WMA

3.5 PDF-Conversie
Beschrijf Het formaat PDF
PDF staat voor Portable Document Format, PDF is een bestandsindeling voor digitale
documenten en is door Adobe uitgevonden. PDF is een universele bestandsindeling

17
waarmee lettertypen, afbeeldingen en lay-out van elk willekeurig brondocument behouden
blijven, ongeacht het programma of het platform waarmee het document werd gemaakt.

Een groot voordeel van een PDF-bestand in tegenstelling tot bijvoorbeeld een WORD-
bestand is dat een PDF-bestand er op iedere printer hetzelfde uit zal zien. Ook als het op een
ander platform bekeken wordt. Het is dus niet platformafhankelijk.
DEELOPDRACHT 4
4.1 Compressiemethodes
Lossy en looseless
Lossy: compressietechnieken met verlies aan beeldkwaliteit
Looseless: technieken zonder verlies aan beeldkwaliteit

4.2 Windows standaarden


Noem de Windows standaarden op compressiegebied
.Rar
Een RAR-bestand is een verzameling van gecomprimeerde bestanden die speciaal zijn
verwerkt om minder ruimte in beslag te nemen. RAR-bestanden hebben meestal de
bestandsextensie .RAR, vandaar de naam. RAR-bestanden kunnen sneller naar andere
computers worden overgedragen dan ongecomprimeerde bestanden. Je hebt een speciaal
programma dat geschikt is voor het werken met RAR-bestanden nodig om bestanden te
extraheren uit een gecomprimeerd RAR-bestand.

In plaats van RAR-bestanden kun je ook ZIP-bestanden gebruiken. Deze kunnen door
Windows worden gecomprimeerd en gedecomprimeerd.

.Winzip
Met het programma WinZip kun je bestanden "comprimeren", ook wel zippen of inpakken
genoemd. Dat is heel handig als je ruimte wilt besparen op uw harddisk of losse diskettes.
Met WinZip maak je bestanden tijdelijk kleiner. En dat is ook wel zo beleefd als je
bijvoorbeeld met een e-mail een groot bestand (een werkstuk, een foto, een geluidsfile) wilt
meesturen.

Een verkleind bestand kan namelijk sneller verstuurd en gedownload worden.

4.3 Mac standaarden

Noem de Mac standaarden op compressiegebied


.sitx
StuffIt is een computerprogramma dat veel verschillende soorten digitale bestanden kan
archiveren (verkleinen zonder gegevensverlies). Het programma is een product van Smith
Micro Software en wordt geleverd in een Windows- en een Macintosh versie. StuffIt zet de
bestanden in een archief met de extensie .sitx. Op de website van Smithmicro wordt een
compressiefactor van 98% vermeld. Stuffit heeft ook een gratis (freeware)-programma

18
gemaakt dat de archieven kan uitpakken op een andere computer zonder het betaalde
programma.

4.4 Geluidscompressie

Noem en verklaar de meest gebruikte geluidscompressie


.MP3
MPEG-1 Layer 3 is een manier om geluid te comprimeren en is dus een broncodering-
techniek. De veel gebruikte afkorting is MP3. Dit is een MPEG (Motion Picture Experts
Group) standaard uit 1992, waarvan implementaties bestaan sinds 1994.

De uitvinder van het MP3-bestandsformaat is de Duitser Karlheinz Brandenburg. Hij vond


het uit op aangeven van zijn promotor van zijn doctoraatsthesis. In 2000 ontving hij hiervoor
de Duitse Toekomstprijs.

Met MP3 is het mogelijk de hoeveelheid opslagcapaciteit die nodig is voor het opslaan van
geluid sterk te verminderen. Dit geschiedt door elementen uit het geluid die een mens toch
niet echt waarneemt weg te laten. Als een bepaalde toon bijvoorbeeld luid is, zal een toon
die er vlak naast ligt en minder luid is niet hoorbaar zijn. Deze kan men er dus uit filteren.
Ook wordt er gebruikgemaakt van klassieke compressie, zodat informatie die zowel op het
linker- als rechterkanaal voorkomt slechts eenmaal wordt opgeslagen. Dit laatste noemt
men "joint stereo".

MP3-compressie is lossy, dat wil zeggen dat er gegevens bij het comprimeren verloren gaan.
Hierdoor kan de oorspronkelijke vorm niet meer worden teruggewonnen, alleen benaderd.
Als gevolg kan een muziek-MP3-bestand bij afspelen wat verschillen van het origineel
(vlakker, bijgeluiden), hoewel dat bij blinde luistertests en bij hoge bitrates met een goede
encoder (zoals LAME) buitengewoon lastig aantoonbaar bleek. Dat er sprake is van verlies in
kwaliteit zal in veel gevallen pas merkbaar zijn na een aaneenschakeling van encode-decode-
encode-decode-stappen.

Het is wel mogelijk om MP3-bestanden verliesvrij (Engels: lossless) te bewerken. Een MP3-
bestand bestaat uit kleine pakketjes van een fractie van een seconde. Bij elk pakketje wordt
het volume aangegeven. Dat volume kan achteraf gewijzigd worden zonder de code van het
gecomprimeerde geluid te wijzigen. Ook kunnen pakketjes worden verwijderd.

Door de meeste gebruikers worden mp3's met een bitrate van 192 kbps (kilobits per second)
of hoger vrij goed van kwaliteit ervaren. Bij een bitrate van 256 kbps verschilt de kwaliteit
nauwelijks hoorbaar van een CD. De voor deze standaard geldende bitrates zijn een
veelvoud van 32 of 64 kbps: 128, 160, 192, 256, 320 kbps. Een mp3 bestand met een bitrate
van 128 kbps is 11 maal zo klein als hetzelfde geluidbestand in wav-formaat. Eén minuut
geluid neemt dan een grootte van ca. 1 megabyte in. Bij hogere bitrates neemt de

19
bestandsgrootte bij dezelfde sample rate (en 16 bits) evenredig toe.
Veel mp3-encoders laten frequenties boven de 16 kHz weg als er veel geluid is.

4.5 Beeldscompressie
Noem en verklaar de meest gebruikte beeldcompressie
.JPEG
Met de afkorting JPEG (spreekt uit als: jee-peg) wordt een bestandsindeling aangeduid voor
het opslaan van afbeeldingen in digitale vorm. Het is een vorm van datacompressie en van
broncodering. De naam staat voor Joint Photographic Experts Group.

De JPEG-bestandsindeling kent diverse compressiemogelijkheden. Hoe hoger de compressie


des te kleiner het bestand, en des te geringer de beeldkwaliteit. Het kwaliteitsverlies van
JPEG valt niet veel op bij foto’s, maar wel bij bijvoorbeeld grafieken, lijnen of letters. Voor dit
soort afbeeldingen is de GIF- of PNG-compressie beter geschikt, of de nieuwe RAW-methode
waar de opslag plaatsvindt zonder compressie en het beeld later via geschikte software
bewerkt kan worden. Zodoende wordt JPEG veelal gebruikt voor foto’s, bijvoorbeeld
gemaakt met digitale camera’s.

Een overblijfsel uit de tijd dat het besturingssysteem MS-DOS populair was, is dat de JPEG-
bestanden vaak de extensie ‘JPG’ krijgen

DEELOPDRACHT 5
5.1 PS – PRN – EPS

Noem en verklaar de basis formaten die door distiller gebruikt worden voor het omzetten.
EPS: EPS (Encapsulated PostScript) format is een grafische bestandsindeling. Verscheidene
grafische programma's ondersteunen EPS, bijvoorbeeld Adobe Illustrator. EPS kan dienen als
"universele" indeling voor uitwisseling van grafisch rijke documenten en voor het
overbrengen (Kopiëren en plakken) van grafische elementen van het ene naar het andere
programma.

Postscript: PostScript is een printertaal waarin het feit dat een moderne printer in feite een
gespecialiseerde computer is, grondig wordt uitgebuit.

5.2 PDF-printer
Noem en verklaar direct printen naar PDF
Printen naar PDF is een printfunctie in bijvoorbeeld word. Dit werkt het zelfde als wanneer je
bijvoorbeeld iets op papier print. Het verschil met printen naar PDF, is dat je van je word
document een PDF formaat maakt en deze opslaat. Wanneer je dit hebt gedaan staan als je

20
gegevens die je in word gemaakt hebt in pdf formaat. Je conventeerd als het ware dus je
word bestand (.Doc, .Docx, of .RTF) naar een PDF bestand.

5.3 Applicatiemogelijkheden
Verklaar welke applicaties rechtstreeks PDF’s maken
Indesign,
Photoshop
Illustrator
PDF creator

5.4 Hulpprogrammateur
Noem hulpprogramma’s bij het vervaardigen en editting van PDF’s
Adobe acrobat
Enfocus pitstop, plugin
Adobe illustrator
PDF editor

5.5 Certified PDF

Verklaar het begrip certified PDF en noem de meest gebruikte.


Certified betekent verklaard.

Over certified PDF bestanden bestaan veel misverstanden.

Voor alle duidelijkheid:

Een PDF is pas dan Certified, als deze door het programma EnFocus Pitstop is nagekeken en
gecertificeerd met het door de drukker gevraagde profiel.

Als dit zo is dan verschijnt er links in Acrobat een groen vinkje. Als het vinkje rood is, dan is
de PDF niet in orde. Als het vinkje grijs is dan is de controle niet uitgevoerd.

Wat moet ik doen om een PDF gecertified te krijgen?


1. Zorg in de opmaak reeds voor een zo schoon mogelijk document.
2. Als het drukwerk Full Color is alle Pantone kleuren omzetten naar CMYK.
3. Als het drukwerk in Pantone gedrukt wordt gebruik dan de namen voor deze kleuren uit
het opmaakprogramma
4. Maak altijd eerst een postscript. Er kan vanuit InDesign een PDF gemaakt worden maar dit
is niet zonder gevaar.

21
5. Maak vervolgens de PDF in Acrobat Distiller met gebruik van instelling PDFX-1a. Verander
niets aan deze instelling.

Enige jaren geleden kwam de tijdschriften- en krantenwereld met de eis dat advertenties als
Certified PDF moesten worden aangeleverd. Hierdoor werden ze niet meer geconfronteerd
met opmaken van verschillende versies van alle mogelijke DTP-pakketten zoals QuarkXpress,
Adobe InDesign, Adobe Pagemaker, Corel Draw etc.
Daarna nam een groot deel van de grafische industrie deze vorm van aanlevering van
digitale bestanden over. cPDF is vooral een hele geruststelling voor de ontvangende partijen:
de drukkers en lithografen. De meest voorkomende fouten zoals RGB beelden, ontbrekende
fonts, ontbrekende illustraties of te lage resolutie kunnen niet meer gemaakt worden omdat
de PDF dan niet gecertificeerd wordt. Op deze manier voldoet al het digitale aangeleverde
werk aan de Certified PDF norm.
Voor de DTP-er die het opmaakt geeft het cPDF-proces de mogelijkheid tot het opmerken en
oplossen van technische problemen met zijn werk. Het Certified PDF systeem is zo opgezet
dat de DTP-er door middel van een door Instant PDF gegenereerd rapport getoond wordt
waarom de PDF afgekeurd is. Op deze manier leert de DTP-er van zijn fouten en zal hij ze
(hopelijk) niet meer maken.

Het enige minpunt aan de cPDF is dat er minder aandacht is voor de kleur. Voorheen werd
het opgemaakte bestand op een CD aangeleverd met daarbij een kleurproef. De proef (mits
goed gemaakt) toonde iedereen hoe de advertentie eruit behoorde te zien. Het cPDF
systeem kent nu nog geen vergelijkbaar alternatief. Bij Certified werken hoort naast
zekerheid over de digitale bestanden ook zekerheid en voorspelbaarheid over de kleur.

22

You might also like