You are on page 1of 3

Een week Boedapest

Wil je gastcollege komen geven over kerk en kerkelijk leven in Nederland? Het
ging om een blok in het masterprogramma van studenten Neerlandistiek aan de
Karoli-Universiteit te Boedapest. Het verzoek bereikte me via Prof. dr. A.M. Kool,
missioloog aldaar.

Het werd een heel avontuur. Wat was de plek van een dergelijk onderwerp in het
curriculum? Waarom zouden Neerlandici daar iets van moeten weten? Het lag
voor de hand een antwoord te zoeken in de Nederlandse literatuur. Veel daarvan
veronderstelt kennis van kerk en kerkelijk leven.
Er bleek nog een andere reden mee te spelen. Het ging om onderwijs aan de
Károli Gáspár Református Egyetem, de universiteit van de Hongaarse
Protestantse Kerk. De colleges moesten ook recht doen aan die identiteit. Dat
maakte het lastig: hoe moest je het aanpakken, meer (kerk)historisch of toch
theologisch? Ik heb die vraag meteen maar op tafel gelegd en onderweg steeds
aangegeven vanuit welke discipline de stof aan de orde werd gesteld.

Het is op zich al een interessant gegeven, zo’n Gereformeerde universiteit. Wat is


er de status van? Gaat het om een soort VU? Of juist helemaal niet? Dat was een
heel aardig aanknopingspunt voor een stuk 19de eeuwse kerkgeschiedenis over
de scheiding van kerk en staat, Hoedemaker en Kuyper, schoolstrijd en
verzuiling. Actueel, ook voor de Hongaarse Gereformeerde Kerk en haar plek in
de samenleving bleek de tegenstelling tussen beide theologen: Hoedemaker en
de volkskerk, zijn kijk op de natie als organisme zoals de Romantiek dat zag, en
daar tegenover Kuyper die dacht in termen van een Verlicht liberalisme en pleitte
voor een vrije, belijdende kerk waarvan de leden zich maatschappelijk
organiseerden. Er bleek meer affiniteit met de eerste.

De universiteit ligt aan het Calvijnplein in het centrum van Pest, met daaraan
een serie kroegen waarvan er een naar de grote reformator is vernoemd. Calvijn
en meer in het bijzonder het calvinisme hebben een belangrijke rol gespeeld in
de strijd van de Hongaren tegen de Habsburgers. Ook dat leverde een aardige
parallel met onze vaderlandse geschiedenis. In beide gevallen bleek dat er steun
gezocht werd bij de Turkse sultan Suleiman en zijn moslimlegers (wat de
Nederlanden betreft door Willem van Oranje via een Joodse relatie). Het kan
inderdaad verkeren.
Arminius van Hollandse komaf, en Gomarus van Vlaamse huize kwamen voorbij
en met de laatste de grote stroom vluchtelingen van calvinistische overtuiging uit
het zuiden. Zij versterkten de burgerij in de steden met kennis, geld en
ondernemingszin. De positie van beide theologen bleek onlosmakelijk verweven
met de strijd om de macht tussen Maurits en de burgers aan de ene kant, en Van
Oldenbarnevelt en de regenten aan de andere. De Synode van Dordt,
1618/1619, bevestigd meer dan de overwinning van de Gereformeerde religie.
Een interessant agendapunt op die synode, ingebracht door koning Jacoubus I
van Engeland, was of dat kon, een bisschop in een kerk van gereformeerde
signatuur. De Hongaarse Gereformeerde Kerk kent als enige van die signatuur
het episcopaat. Waarom zou die koning geïnteresseerd zijn in zo’n hiërarchisch
gestructureerde kerk? Wilde hij de kerk als tegenhanger van de staat? Zoals je in
de Republiek een presbyteraal georganiseerde kerk had. Zou dat een reden zijn
waarom de Hongaarse Gereformeerde Kerk een bisschop heeft? Wat verder
rondkijken in het Europa van na de Reformatie leverde meer parallellen.
Het laatste deel van de colleges werd gewijd aan een derde ingrijpende
verandering in maatschappijstructuur: het ontstaan van de open samenleving na
de Tweede Wereldoorlog en het proces van ontzuiling. Naast de analyses en de
cijfers van de godsdienstsociologen kwam ook de theologische bezinning op de
positie van de kerk ter sprake, de kerkorde (Christus-belijdende volkskerk), de
publicaties van de synode, de apostolaatstheologie, soms haast wanhopige
pogingen om haar bestaan als volkskerk te rechtvaardigen. Aan de hand van Van
Ruler en Kraemer probeerden we de theologische discussie in grote lijnen te
volgen. De fusies in kerk en politiek, CDA en PKN, demonsteerden eerder
verlegenheid dan visie. Uit de weerklank die Wilders beroep op de nationale
(joods-christelijke) identiteit vondt, bleek dat de open samenleving voor veel
mensen een angstig avontuur is. De studenten voelden precies aan om welke
problematiek het ging.

Ter afronding van het blok moesten zij een paper over schrijven over een aspect
ervan. Eén van hen had al een scriptie gemaakt over Karel en de Elegast. Zij
wilde over diezelfde Karel nu schrijven als keizer van het Heilige Roomse Rijk, zo
door paus Leo III gekroond in 800. Die wilde daarmee de claim van
Constantinopel als erfgenaam van Rome en het Romeinse Rijk betwisten: Europa
als Corpus Christianum met zijn Codex die inquisitie en kruistochten
rechtvaardigde. Is de islamitische ummah met zijn sharia geen parallel? was de
vraag.
Europa is opnieuw één aan het worden. Zijn Hongarije en Holland eigenlijk geen
provincies van de EU? Wat draagt die eenheid nu? Hoe zien de kerken hun rol
daarin? Kerken, meervoud, want blijven denken in termen van een nationale,
gevestigde kerk is jezelf buiten spel zetten, je missie niet verstaan.

Een andere student koos voor de contacten tussen Oost en West, voor en na de
val van de Muur. Hebe Kohlbrugge inspireert haar. Wat waren de motieven om
de gemeenten onder communistisch regiem te bezoeken? Kwam je namens de
kerk of speelde er ook een politiek protest mee? Of zijn beide verweven? Hoe
dan ook, hoe verdiepen wij die (vooral diakonale) contacten tot een geestelijke
beweging in Europa? Moeten we in onze open samenleving niet leren kerk en
staat strikt te scheiden en het zoeken in de richting van een civil religion?

Het helderst en het hardst kwam de ontzuiling en de daarmee gepaard gaande


identiteitsproblematiek aan het licht toen het ging over jeugd en jeugdcultuur. Al
is het een heel ander verhaal, de val van de Muur schiep eenzelfde vacuüm en zo
ook herkenning en verbondenheid die je deed beseffen deel te zijn van eenzelfde
cultureel klimaat. Het bleek een populair onderwerp om je verder in te
verdiepen: stoeien met een grote variëteit aan stijlen (muziek, kleding enz.) op
zoek naar jezelf. Het kerkelijk instituut bleek jongeren niets te zeggen. Zij zijn
deel van hun eigen netwerk.

Mijn vrouw en ik werden door prof. Kool uitgenodigd voor een ontmoeting met
mensen uitgezonden door de Christian Reformed Church in Amerika in allerlei
landen van Oost-Europa. Zij waren in Boedapest bijeen geroepen voor evaluatie,
bezinning en toerusting. Die avond ging het om de evaluatie. Een deskundige
coach leidde het gesprek. Daarbij kwam ook de relatie tot de respectievelijke
gevestigde kerken ter sprake. Het viel op hoezeer die aspect zijn van de
nationale identiteit. Dat geldt met name voor de Orthodoxe Kerken. Maar juist in
die hoogliturgische kerken wordt het besef wakker dat de deur open moet, dat
het contact met andere kerken gezocht moet worden, dat je je positie als
gevestigde kerk daarom moet willen relativeren en dat je samen teruggeworpen
wordt op de vraag wat je missie als kerk(en) van Christus in een open
samenleving is.

Het werd een verrijkend verblijf. Met veel respect denken wij aan de faculteit
daar en aan het werk van Prof. Kool die in haar wetenschappelijk werk en op het
grondvlak met huid en haar betrokken is bij kerk en kerkelijk leven in een
context van ingrijpende politieke en maatschappelijke verandering. AJ.

You might also like