Polarisatie Provinciale Statenverkiezingen

Als er nu verkiezingen voor de Provinciale Staten zouden worden gehouden, zou de PvdA
met 26,9% in Amsterdam als grootse uit de bus komen; dat is aanmerkelijk minder dan de
35,3% van de laatste Kamer verkiezingen, maar meer dan bij de laatste verkiezingen voor
Provinciale Staten en ook iets meer dan in de laatste peiling.
Dit blijkt uit een onderzoek naar politieke voorkeur onder ruim 600 Amsterdammers in
opdracht van AT5, uitgevoerd door O+S.
Het verlies van de PvdA komt vooral terecht bij de andere grote oppositiepartijen:
GroenLinks, SP en D66. Alle drie boeken winst ten opzichte van de Kamerverkiezingen van
afgelopen juni. GroenLinks en zeker SP lijken hun resultaat van de laatste Statenverkiezingen
evenwel niet te kunnen evenaren.
In deze peiling verliest de VVD licht ten opzichte van de kamerverkiezingen. De PVV lijkt
rond 10% uit te komen, net als bij de laatste kamerverkiezingen.
Belangrijke inzet van de verkiezingen is de vraag of Anders dan bij bijvoorbeeld de Europese
Verkiezingen van 2010 lijken aanhangers van de oppositiepartijen meer gemotiveerd en een
bredere keuze te hebben. De vraag welke kiezers meer of minder gemotiveerd zijn om op te
komen speelt bij verkiezingen die traditioneel een lage opkomst kennen een belangrijke rol.

(Voorgenomen) stemgedrag inwoners Amsterdam (procenten)

peiling PS feb.
uitslag TK2010 uitslag PS2007 2011

Christen Democratisch Appèl (CDA) 3,3 7,1 2,6

Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) 35,3 23,7 26,9
VVD 16,8 17,6 15,7
GROENLINKS 12,5 17,3 15,6
SP (Socialistische Partij) 7,2 18,4 10,4
ChristenUnie-SGP 1,0 2,0 1,2
Democraten 66 (D66) 11,8 5,9 14,6
Partij voor de Dieren 1,8 4,5 2,0
PVV (Partij voor de Vrijheid) 9,4 9,5
Overig 0,9 3,5 1,5
totaal 100 100 100

bron: O+S

De toegenomen polarisatie rond de vraag of het huidige kabinet een meerderheid in de Eerste
Kamer weet te verwerven weerspiegelt zich ook in de vraag naar de verwachting van
respondenten over de opkomstmotivatie van kiezersgroepen.
PVV-stemmers en (de in Amsterdam zeer kleine groep) CDA-stemmers denken dat kiezers
die het kabinet steunen meer gemotiveerd zijn. Bij de kiezers van de oppositiepartijen leeft de
omgekeerde verwachting. De tegenstelling is in vergelijking met twee weken geleden
toegenomen. Opmerkelijk is dat (Amsterdamse) VVD-kiezers denken dat kiezers van
oppositiepartijen meer gemotiveerd om op 2 maart te gaan stemmen.

Figuur 1 Wie zijn meer gemotiveerd om te gaan stemmen? Links = aanhangers van oppositiepartijen,
rechts = aanhangers van regeringspartijen (januari 2011)
 PVV

VVD

CDA

PvdD

CU

D66

PvdA

GL

SP
%
-50 -40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50

Figuur 2 Wie zijn meer gemotiveerd om te gaan stemmen? Links = aanhangers van oppositiepartijen,
rechts = aanhangers van regeringspartijen (februari 2011)

PVV

VVD

CDA

PvdD

CU

D66

PvdA

GL

SP
%
-50 -40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50