You are on page 1of 2

Blaasvaren?

8 april 2011 stond tout (militair) Nederland nog op zijn kop vanwege
megabezuinigingen bij het Ministerie van Defensie. Bezuinigingen ingegeven om reden
van het spekken van de staatskas, niet om de alom gewaardeerde operationele inzet
van ’s lands krijgsmacht te stroomlijnen of iets van dien aard.

Drie weken later, op 28 april, wordt Nederland opgeschrikt door een uiterst zeldzaam
en daarom beschermd plantje dat Defensie frustreert: de blaasvaren.

De blaasvaren – wetenschappelijke naam Cystopteris fragilis – komt vooral voor op


kalkrijke bodem in loofbossen en op rotswanden, aldus Wikipedia. Zo kan de
blaasvaren worden aangetroffen op rotsplateaus in de Belgische Ardennen, maar tot
overmaat van ramp wordt dit stukje sporadisch flora ook aangetroffen op Kamp
Soesterberg, een kazerne van de Koninklijke Landmacht.

An sich zou het helemaal niet zo’n ramp zijn als de blaasvaren op die kazerne te
vinden was, ware het niet dat daar nog twaalf vrachtauto’s van het type YAD statisch

1
staan weg te roesten. Ruim twee jaar geleden kwamen in totaal zo'n 350 voertuigen stil
te staan die waren ingesloten door de beschermde plantensoort.

Weliswaar is het grootste deel van


de voertuigen inmiddels
verplaatst na het verplanten van
8.000 (sic!) blaasvarens, maar
onder de laatste 4-tonners
groeien nog altijd zo’n 2.000
planten. De verplante blaasvaren
werden door Defensie bij
onderzoeksinstituten en
botanische tuinen ondergebracht.

Nederland op z’n smalst! Beschermde plantensoorten blijken vervelender dan


opstandelingen in Afghanistan en Irak: Defensie laat zich gijzelen door een stel
planten, opdat de legertrucks niet verkocht kunnen worden.

De voertuigen moeten immers blijven staan, want natuuronderzoekers (milieufreaks)


willen nagaan waarom de blaasvarens wel op Kamp Soesterberg groeien maar elders in
Nederland nauwelijks. Sterker nog: in heel Nederland waren slechts 750 blaasvarens
bekend.

Volgens een woordvoerder van het


Ministerie van Defensie moet er in
september a.s. een nieuwe locatie voor
de planten zijn.

Dan zal het ministerie de twaalf


overgebleven trucks verkopen en het
vrijgekomen parkeerterrein opnieuw in
gebruik nemen.

De reddingsoperatie van de vrachtauto’s gaat naar alle waarschijnlijkheid tot eind 2012
duren. Pas dan zullen de trucks definitief bevrijd zijn.

Het is te dol voor woorden en nauwelijks uit te leggen. In vijf jaar operaties in de
Afghaanse provincie Uruzgan werden hele papavervelden vernietigd – ook een plantje,
daar beschermd door de drugsbaronnen en Opposing Militant Forces – en dat
interesseerde niemand een zier.

You might also like