You are on page 1of 96

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1 Introductie
Het Districtscommissariaat vormt samen met de Districtsraden en het Districtsbestuur de drie organen van het Overheidsbestuur. Alle drie organen worden voorgezeten door het Districtscommissaris en hebben elk hun specifieke grondwettelijke taken. Het commissariaat op Commewijne is momenteel gevestigd in het ressort Nieuw Amsterdam. Uit onderzoek gedaan door medestudent Charlaine Vaseur1 is er namelijk gebleken dat het ressort Nieuw Amsterdam ten opzichte van de ressorten Tamanredjo en Meerzorg een veel kleinere rol speelt als verzorgingscentrum voor de plaatselijke bevolking en dat de Districtscommissariaat elders kan worden gehuisvest. De voorkeur gaat naar de ressorten Tamanredjo of Meerzorg. Aangezien er al een departement van de Districtscommissariaat zich op Meerzorg bevindt zou het beter zijn het gehele commissariaat daarnaar toe over te brengen. Echter dient er te worden nagegaan of er wel genoeg ruimte beschikbaar is. Een ander optie is het overbrengen van het commissariaat in het nieuw op te zetten Overheidsgebouw te Richelieu. Duurzaam bouwen is geen onbekend fenomeen meer. Er wordt al jaren aandacht besteedt aan deze vorm van bouwen door verschillende landen in de gehele wereld. Ook in Suriname komt het tegenwoordig vaker aan de orde. Men wordt zich bewust van de negatieve gevolgen van klimaatverandering en milieuvervuiling. Al in de beginfase van de bouw m.n. de ontwerpfase wordt er rekening gehouden met de maatregelen die moeten worden getroffen om zo duurzaam mogelijk te kunnen bouwen. Het onderdirectoraat van het Ministerie van Sociale Zaken & Volkshuisvesting, het Sector Huisvesting en Implementatie Programma ( SHIP ) heeft i.s.m. de gemeente Amsterdam een verkavelingplan ontwikkeld voor het district Commewijne, te plantage Richelieu. In het plan is er o.m. opgenomen een overheidsgebouw, waarin alle nodige diensten en faciliteiten worden gehuisvest die onmisbaar zijn binnen een dienstencentrum.2 Het desbetreffend gebouw zal tevens energiezuinig moeten zijn in gebruik. Situering Dit onderzoek wordt verricht, in het district Commewijne, op de voormalige plantage Richelieu. Richelieu ligt in het ressort Meerzorg, hetgeen wordt omgrensd door de ressorten Paramaribo en Tamanredjo, 13 km ten westen van Paramaribo. Het aantal inwoners in Commewijne bedraagt ca. 25000 inwoners. Met de recente ontwikkelingen binnen en rondom het gebied, verkavelingprojecten Richelieu en Bel a Soir, is het vanzelfsprekend dat de bevolkingsgroei in Commewijne hierdoor sterk toeneemt. Het totaal aantal inwoners, na de bovengenoemde ontwikkelingen, wordt geschat op ca. 60.000 inwoners. Om de groei op te kunnen vangen zal er volgens het Sector Huisvesting en Implementatie programma ( SHIP ) en de gemeente Amsterdam in het gebied( Richelieu ) een klein centrum worden ontwikkeld met alle nodige diensten en faciliteiten.
Bron: afstudeerverslag Richtlijnen voor hoofdplaatsen in het kader van decentralisatie: een casestudy van Nieuw Amsterdam ( 2010 ) 2 Bron: Ontwikkelingsplan Richelieu + uitwerkingsfase 1 i.o.v. het Ministerie van Sociale Zaken & Volkshuisvesting, concept mei 2007-versie 1
1

Centrum

Richelieu

Foto 1.1-1: L chtfoto Rich li

Probl md fi iti Het ont eken van vele nodi e diensten en faciliteiten in Commewijne is een van de oorzaken van de sterke afhankelijkheid van Paramari o. Het afleggen van grote afstanden en de onstabiele brandstof prijzen zorgen voor heel wat ongerief bij de bewoners van Comm ewijne en omgeving. Een kantoorgebouw met alle nodige diensten zou een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de afhankelijkheid van Paramaribo. Ook de energie vraagstuk speelt een belangrijke rol bij de bouw. De vraag naar energie ne emt steeds weer toe. Dit resulteert in het niet optimaal kunnen leveren van de gewenste energie, gevolgd door een stijging van de energieprijs. Ook de milieuvervuiling en klimaatveranderingen zijn de gevolgen van ons steeds hoger energieverbruik. Aangezien Suriname diverse mondiale verdragen inzake o.m. de klimaatverandering, biodiversiteit, bescherming van de ozonlaag en landdegradatie heeft getekend, zullen we ons dus moeten houden aan deze verplichtingen.3

Probl mstelli Wat zijn de criteria en randvoorwaarden voor een energiezuinig Overheidsgebouw? Welke aspecten dienen verder nog in acht te worden genomen bij het ontwerpen van het desbetreffend gebouw om de hieronder volgende doelstellingen te realiseren?



  

www.s

.c

He Mee j e Ontwikke ings

1.2 Pr bl

m- & d

ls lli g

n 2001-2005

Doel telling Het doel van dit afstudeeronderzoek kan onderverdeeld worden in de volgende punten: 1) Het aandragen van duurzame alternatieven die kunnen worden meegenomen bij het ontwerp. 2) Het is de bedoeling dat met dit onderzoek een aanzet wordt gemaakt tot het in zekere mate verminderen van de energieproblematiek. 3) Dit onderzoek is de basis om te komen tot een ontwerp van een Overheidsgebouw, dat energiezuinig en onderhoudsvriendelijk is.

1.3 Uitgang punten Er is bij het ontwerpen van het gebouw rekening gehouden met de volgende punten: T.a.v. Energie aspecten:
o Zo min mogelijk gebruik maken van energieverbruikende hulpmiddelen bij de bouw en bij het gebruik van het gebouw. o Gebruik maken van waterbesparende technieken, energiezuinige sanitaire installaties.

T.a.v. Onderhoudsaspecten:
o Bij de bouw van het desbetreffend gebouw dient er aandacht te worden besteedt aan de materiaalkeuze ( duurzame en onderhoudsvriendelijke bouwmaterialen )

T.a.v. Klimatologische aspecten:


o Orintatie: De orintatie van het gebouw voor het verkrijgen van een optimale en efficinte doorstroom van lucht en licht. o Isolatie: - Kunstmatig geventileerde ruimten dienen te worden voorzien van isolatiemateriaal.

Het gebouw dient te worden voorzien van klimaatgevels.

T.a.v. gebruiksaspecten:
o Het gebouw dient zo flexibel mogelijk te worden ontworpen.

T.a.v. esthetische aspecten:


o Groenstructuren: zoveel mogelijk gebruik maken van groen.

1.4 On erzoek opzet On erzoek vragen Voor het realiseren van de eerder opgenoemde doelstellingen is het noodzakelijk om allereerst een antwoord zien te vinden op de volgende onderzoeksvragen: 1a) Wat houdt duurzaam bouwen ( DuBo ) in? 1b) Welke duurzame bouwmaterialen bestaan er? 2a) Wat betekent energiezuinig bouwen wat is de essentie ervan? 2b) Welke maatregelen dienen er te worden getroffen om een gebouw zo energiezuinig mogelijk te maken? 2c) Wat zijn energiebronnen en welke zijn duurzaam? 3) Welke soort kantoorruimten bestaan er en welke is het meest geschikt?

On erzoek o el

" 

"

 ! 

Figuur 1.4-1: Stroo

e a van et On erzoek o el

1.5 On erzoek

et o iek

o Met behulp van literatuuronderzoek nagaan wat Duurzaam bouwen en Energiezuinig bouwen inhouden en de maatregelen die worden getroffen om een energiezuinig gebouw te realiseren. o Middels literatuuronderzoek en interview een studie doen over groene gevels en groendaken. o Middels literatuurstudie onderzoek doen naar de verschillende typen kantoorgebouwen en de eisen waaraan kantoorgebouwen moeten voldoen. o Middels interviews nagaan wat de eisen en wensen zijn van de verschillende organisaties en diensten die in het gebouw worden gehuisvest en bepalen van de grootte van de ruimten. o Met de informaties verkregen uit de onderzoekingen gedaan hierboven wordt er gestart met het ontwerpproces. Er wordt een programma van eisen opgesteld en een vlekkenplan gemaakt, waarbij deze verder wordt verwerkt tot een eindresultaat.

1.6 Opbouw van et ver lag In hoofdstuk 1 van dit verslag wordt het verslag ingeleid door een korte beschrijving van het project, de probleem- en doelstelling en de methode van het onderzoek. Na de inleiding komt er in het volgende hoofdstuk een beknopte beschrijving over overheidsgebouwen in Suriname. Verder worden de verschillende kantoortypen aangehaald en middels een Multi Criteria analyse bepaald welke van de kantoortypen het beste scoort. Vervolgens wordt er een literatuurstudie gedaan over duurzaam bouwen en energiezuinig bouwen. Dit wordt in hoofdstuk 3 van dit verslag besproken. De verschillende maatregelen en methoden die worden gehanteerd om een energiezuinig kantoorgebouw te realiseren zijn eveneens hierin opgenomen. Het programma van eisen, de vlekken plan en de maatstudies komen in het volgende hoofdstuk aan de orde namelijk hoofdstuk 4 van dit verslag. Hierbij wordt er voor elke organisatie individueel een korte omschrijving gegeven over de diensten die het aanbiedt en de totale ruimte die elk organisatie nodig heeft. Hierna kan er uiteindelijk in hoofdstuk 5 worden gestart met het ontwerpen van het gebouw. Middels schetsen komen tot een voorlopig ontwerp, welke ook het eindresultaat is van dit project. Er wordt daarbij ook nagegaan of het ontwerp voldoet aan de eisen gesteld ten aanzien van het energiebesparingaspect. Het laatste hoofdstuk van dit verslag omvat de conclusies en aanbeveling.

HOOFDSTUK 2 OVERHEIDSGEBOUWEN
2.1 Over ei gebouwen in Surina e De Surinaamse overheidskantoren kenmerken zich meestal door een grote mate van hirarchisch structuur. 4 Het beschikken over een eigen vaste werkplek zorgt voor een zekere status gevoel, waarbij er voldoende privacy aanwezig is. Het nadeel hiervan is dat er hierdoor een slechte communicatie ontstaat tussen werknemers onderling en er niet wordt gelet op de werknemers met als gevolg het afnemen van de productiviteit van het bedrijf. Verder is er uit mijn eigen bevinden te concluderen dat er dat er nauwelijks aandacht wordt geschonken aan de klimaatregeling van de ruimten bij overheidsgebouwen. Terwijl er met minder energieverslindende maatregelen het gewenste binnenklimaat kan worden gerealiseerd, kiest men eerder voor ventileren middels aircos. Ook transparantie van het gebouw laat nog veel te wensen over. Door het vaak genoeg ontbreken van raamopeningen op de juiste plekken wordt de werknemer gedurende zijn/haar werkuren afgesloten van de buitenwereld en kan dus niet meegenieten van wat het buitenklimaat te bieden heeft. Door de sterke verandering in kantoorwerk door de jaren heen is men steeds minder op zijn/haar werkplek aanwezig. Deze brengen de meeste van hun werkuren door op vergaderingen of op het veld, waardoor het werkplek niet optimaal wordt benut. Hieruit kan dus worden geconcludeerd dat het Surinaamse overheidskantoor nog lang niet is wat het wezen moet.

2.2 Alge een Kantoorgebouwen Definitie kantoorgebouw: een ( verzameling van ) ruimte (n) van zeer verschillende vorm en grootte waarin vrouwen en mannen, voorzien van allerlei machines en apparatuur, hun werk verrichten, waarbij aan de lay-out, de verlichting, de akoestiek en de luchtbehandeling al dan niet veel zorg is besteed.5 Definitie kantoorwerkplek: Een kantoor is een werkplek waar allerlei administratieve werkzaamheden zoals schrijven, lezen, rekenen en conferencing, worden uitgevoerd.

De werkplek is te onderscheiden in de navolgende typen: 1) Standaard werkplek Dit type werkplek wordt toegepast op functies met individuele routinematig werk. De gebruikers van dit soort werkplekken hebben een vaste werkplek en brengen dus de grootste deel van hun dag door op hun eigen werkplek.

4 5

Bron: powerpoint presentatie van Dhr. Martinus Bron: Stichting Bouwresearch, Kamerkantoor of Kantoortuin? Hoe maken we een keuze?

2) Flexibele werkplek Dit type werkplek is geschikt om verschillende activiteiten uit te voeren. Deze werkplek is gebaseerd op het principe dat met een zo klein mogelijk aantal meubelcomponenten een zo groot mogelijk aantal variaties in werkplekindeling kan worden geboden. 3) Wissel werkplek Bij de wisselwerkplek wordt uitgegaan van een lage interne mobiliteit van het personeel. Dit impliceert dat werknemers gedurende een werkdag op kantoor gebruik maken van dezelfde werkplek voor diverse activiteiten z.a. rapporteren, schrijven, emailen, etc. Tot op zekere hoogte verricht de gebruiker van deze werkplek individuele, specialistische taken. Daarbij is zijn/haar fysieke aanwezigheid op kantoor zo laag dat een vaste, per werknemer ingerichte werkplek niet langer noodzakelijk is. 4) Activiteit gerelateerde werkplek Bij de activiteitgerelateerde werkplek wordt de vermindering in het aantal werkplekken gecompenseerd door het aanbieden van extra, ondersteunende ruimten en het creren van verschillende werkplektypen. Elk werkplektype is hierbij optimaal afgestemd op het verrichten van een specifieke activiteit zoals concentratie-, vergader, team-, of projectwerk. De werkplekken, die speciaal voor een activiteit geschikt zijn gemaakt, worden door meerdere gebruikers gedeeld.

Definitie kantoorwerk: Kantoorwerk is werk dat zittend verricht kan worden, waarbij woorden en getallen mondeling, schriftelijk of geautomatiseerd verwerkt worden en waarbij pen en potlood minder onontbeerlijk zijn geworden.6

2.3 Kantoortypen De verschillende typen kantoren zijn: A. B. C. D. E. Kamerkantoor Kantoortuin Groepenkantoor Coconkantoor Combikantoor

A. Ka erkantoor of Cellenkantoor Het Kamer- of Cellenkantoor is: De Amerikaanse architect, Louis Henry Sullivan, definieert het kamerkantoor als een cel in een bijenkorf, uitsluitend een cel en verder niets.

Foto 2.3-1: Loui Sullivan, A erikaan e ar ite t

Het kamer- of cellenkantoor is een langwerpig en ondiep gebouw bestaande uit rechthoekige vertrekken. Het gebouw is voorzien van een lange gang met aan weerszijden een aaneenschakeling van werkruimten. De werkruimten hebben meestal een standaardafmeting van 3,60 bij 5,40 m en worden langs de gevels geplaatst ter verkrijging van een optimaal gebruik van dagverlichting. Hierbij worden de bureaus loodrecht op de raamzijde geplaatst en wel in blokvorm. Verder is iedere ruimte gedimensioneerd voor het gebruik door een persoon met royale persoonlijke faciliteiten.

Foto 2.3-2: plattegron ka erkantoor6

Bron: www.margriettoren.nl

% &%

'

De voordelen van een kamerkantoor:


o Door het gesloten karakter van elke werkplek is er voldoende privacy aanwezig. Hierdoor zijn de werknemers in staat om onverhinderd hun werk te verrichten. o Bij dit concept kan het klimaat binnen elk werkruimte geregeld worden.

De nadelen van het kamerkantoor:


o Het kamerkantoor concept is echter oneconomisch in het gebruik. De persoonsgebonden faciliteiten m.n. de spreekfaciliteiten worden heel weinig benut. o De standaardruimte is niet geschikt voor een eventueel gebruik door twee personen, omdat het te smal is om twee geautomatiseerde werkplekken op een goede manier te huisvesten. o De communicatie tussen medewerkers is minimaal, waardoor dit concept volkomen ongeschikt is voor bedrijven of organisaties waar onderlinge samenwerking tussen medewerkers vereist is.

B. Kantoortuin Het Kantoortuin is: is een kantoorgebouw van arbeid, organisatie, helderheid, economie, ruime lichte werkvloeren, overzichtelijk, ongedeeld, alleen vormgegeven als het organisme van het bedrijf. - Ludwig Mies van der Rohe ( Duitse architect ) 1992

1 01

Foto 2.3-3: Lu wig Mie van er Ro e , Duit e ar

ite t

Kenmerken van de kantoortuin: De kantoortuin is een grote, open doorlopende ruimte die plaats biedt aan minimaal 10 werkplekken. Dit maakt het mogelijk het kantoor meubilair vrij op te stellen. Wat klimaatinstallaties betreft wordt er hier gebruik gemaakt van volledige airconditioning.

Foto 2.3-4: plattegron kantoortuin7

De voordelen van de kantoortuin: - Betere flexibiliteit en communicatie dan in het kamerkantoor - Zeer geschikt bij een hoge mate van interne interactie. De nadelen van de kantoortuin: - Weinig of geen privacy - Door de grote werkoppervlakten kunnen niet alle bureaus langs de gevels worden geplaatst, waardoor men genoodzaakt is tot het gebruik van kunstmatige verlichting.

Bron: www.margriettoren.nl

10

C. Groepenkantoor Het groepenkantoor, ook wel bekend als het team kantoor, kenmerkt zich door de grote mate van flexibiliteit van de kantoorruimten. Het zijn middelgrote kamers voor 4 tot 10 personen. Het concept is geschikt voor groepen medewerkers die hetzelfde soort werk verrichten, bijvoorbeeld een project. Verder is er ook voldoende privacy aanwezig en worden medewerkers niet gestoord bij het verrichten van hun werkzaamheden.

Foto 2.3-5: Voorbeel plattegron van een groepenkantoor8

D. Co onkantoor Het Coconkantoor staat ook wel bekend als Combi kantoor. De naam cocon is afgeleid van communicatie en concentratie. Bij deze kantoorconcept staan de eerder genoemde elementen namelijk communicatie en concentratie centraal.

Foto 2.3-6: Voorbeel plattegron Co onkantoor9

Kenmerken van het Coconkantoor:


o Centrale hal met collectieve faciliteiten z.a. receptie, vergaderruimte en restaurant, die fungeert als centraal ontmoetingspunt voor medewerkers en bezoekers
8 9

Bron: www.city-office.lv Bron: www.bouwenmetstaal.nl/uploads/images/verdiepingbouw.jpg

3 3

3 3

11

Afgescheiden werkplekken/ kantoorunits rond de centrale hal. De kantoorkamers zijn meestal relatief klein ingericht In het middengebied zijn er geen vaste werkplekken Een ruime verbindingsstraat tussen verschillende kantoorunits, waarmee het communicatie wordt benadrukt o Het gebruik van veel glas, die de openheid benadrukt o Een gesegmenteerde structuur van het gebouw, welke zorgt voor een hoge mate van flexibiliteit
o o o o

E. Co binatiekantoor Een synthese tussen de verschillende concepten kan op verschillende manieren worden gevonden. Het combinatiekantoor geeft een dergelijke synthese. Zo kan een deel van het gebouw of verdieping worden opgezet als een cellenkantoor en een ander deel als groepenkantoor en/of kantoortuin. Het is ook mogelijk aan een zijde van het gebouw coconkamers te realiseren en aan de andere zijde groepenkantoren met in het middengebied de procesondersteunende functies. Vooral bij diepere gebouwen kan belangrijke flexibiliteit worden verkregen zonder al te grote bouwkundige ingrepen te hoeven verrichten. Het voordeel van het combinatiekantoor is dat een veelheid aan soorten werkzaamheden kan worden uitgevoerd. In combinatie met gedeelde of wisselwerkplekken en/of een vorm van telewerken, kunnen medewerkers optimaal beslissen een bij het werk aansluitende werkomgeving te gebruiken.

10

Bron: www.margriettoren.nl

7 65

Foto 2.3-7: plattegron

o binatiekantoor10

12

Hieronder volgt een Multi Criteria Analyse van de verschillende kantoortypen. Hieruit is te merken dat kantoortype D, het Cocon kantoor, het beste scoort.
Kamer kantoor + + + + 8

Privacy Openheid Visuele storing Uitzicht buiten Interne Interactie Concentratie Flexibiliteit indeling Eentonigheid

Kantoor tuin + +

Groepen kantoor + + + -

Cocon kantoor + + + + + +

Combinatie kantoor + + + +

Tabel 2.3-1: Multi Criteria Analy e ( MCA )

2.4 Bouwfy i

e a pe ten in kantoorgebouwen

In de onderstaande paragraaf komen de bouwfysische aspecten in relatie tot het binnenklimaat van een gebouw aan de orde. De bouwfysische aspecten zijn: thermisch comfort, luchtkwaliteit, akoestische comfort en visuele comfort.

Het Binnenkli aat Het binnenklimaat ofwel het binnenmilieu is de omgeving waarin we ons bevinden binnen in een gebouw. De kwaliteit van het binnenklimaat bepaalt het welzijn en de productiviteit van de gebruikers van het gebouw. Een slecht binnenklimaat zorgt voor talloze problemen z.a. gezondheidsklachten en verlaging van de productiviteit. Een goed binnenklimaat integendeel gaat gepaard met een hoge productiviteit. Gebouwen dienen daarom bouwfysisch en installatietechnisch dan ook goed te worden ontworpen, gebouwd en onderhouden. Enkele voorwaarden voor een gezond en comfortabel binnenklimaat: Thermisch comfort Luchtkwaliteit Akoestisch comfort Visueel comfort

T er i Co fort Bij het thermische comfort staat de binnentemperatuur centraal. De temperatuur die ervaren wordt (comforttemperatuur) is afhankelijk van de luchttemperatuur en gemiddelde oppervlaktetemperatuur van wanden, vloer en plafond.
13

De mate van thermisch comfort ook wel aangeduid als thermisch behaaglijkheid wordt bepaald door: 1). Persoonsgebonden factoren: Activiteit: de aard van het werk die door de werknemers worden verricht. Kleding: ook de kleding die men aan heeft bepaalt de mate van thermisch comfort. Persoonlijke beleving en voorkeur: niet iedereen ervaart het binnenklimaat hetzelfde. De ene vindt het misschien ietwat koud, terwijl de ander het juist warm heeft of een ander die het als prettig ervaart. 2). Omgevingsfactoren: Luchttemperatuur en luchtvochtigheid Luchtsnelheid Temperatuur van de omliggende wanden, vloeren en het plafond Eventuele stralingswarmte van lampen en andere warmtebronnen De oppervlaktetemperatuur van de wanden, vloer en plafond dient zoveel mogelijk gelijk te zijn en het verschil tussen de gemiddelde oppervlaktetemperatuur en de luchttemperatuur bij voorkeur e 5rC te zijn. De gemiddelde temperatuur, waarbij men zich prettig voelt binnen een gebouw, ligt rond de 22 24 C. Lu tkwaliteit De juiste luchtkwaliteit is zeer bepalend voor een comfortabel binnenklimaat. Lucht bevat namelijk vocht. De absolute hoeveelheid vocht dat lucht kan bevatten is voornamelijk afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de absolute hoeveelheid vocht dat als waterdamp in de lucht aanwezig kan zijn. Bij een dalende temperatuur echter zal de waterdamp uit de lucht gaan condenseren. De luchtkwaliteit binnen een gebouw hangt af van de relatieve vochtigheid van de lucht. De relatieve vochtigheid is de verhouding tussen de absolute hoeveelheid waterdamp in de lucht en de maximale hoeveelheid waterdamp dat de lucht op dat moment kan bevatten. De meest ideale relatieve luchtvochtigheid is rond de 50 60 %. Het gemiddelde relatieve vochtigheid in Suriname bedraagt 80% met een maximum van 98% en een minimum van 44%. Dit valt dus buiten het gewenste gebied en is het noodzakelijk dat de warme en vochtige lucht binnen het gebouw regelmatig wordt afgevoerd. Dit geschiedt door het gebouw te ventileren. Hierbij wordt er regelmatig verse lucht van buiten toegevoerd naar binnen, via de drogeruimten en de gangen en vervolgens via de natte ruimten wordt de vervuilde lucht afgevoerd naar buiten. Het ventileren kan op verschillende manieren namelijk natuurlijk of mechanisch ventileren.

14

Foto 2.4-1: ventilatie ogelijk e en in een gebouw11

Bij een natuurlijke ventilatie ( y tee A op bovenstaande foto ) vinden zowel de toevoer als de afvoer van lucht op een natuurlijke wijze plaats. Er worden bij de toevoer gebruik gemaakt van regelbare ventilatieroosters in ramen en muren. De vervuilde binnenlucht wordt vervolgens met behulp van regelbare ventilatieroosters en verticale kanalen tot boven de daknok afgevoerd. Sy tee B op de foto geeft een mechanische toevoer en natuurlijke afvoer ventilatiemethode aan. Hierbij wordt er verse lucht middels ventilatoren naar de ruimten toegevoerd waarna de vervuilde binnenlucht door de regelbare ventilatierooster en verticale kanalen tot boven de daknok wordt afgevoerd. Bij y tee C vindt de toevoer op een natuurlijke wijze, middels regelbare ventilatieroosters in ramen en muren, plaats. Terwijl de afvoer mechanisch geschiedt, waarbij een ventilator de lucht in de natte ruimten via kanalen afzuigt. Bij een volledig mechanisch aangestuurde ventilatiesysteem ( y tee D op foto ) worden er voor zowel de toevoer als afvoer gebruik gemaakt van ventilatoren. Een ventilator stuurt verse lucht langs kanalen in de ruimten. Vervolgens wordt de vervuilde lucht via de natte ruimten middels ventilatoren afgevoerd. In de praktijk blijkt dat systeem C het meest effectief is voor ruimtes met een intensief gebruik, waar er bijvoorbeeld verschillende mensen samen zitten zoals kantoorruimten en scholen. In dit geval zou het openen van een of meerder ramen niet voldoende zijn om de ruimten te optimaal te kunnen ventileren. Akoe ti o fort Akoestisch comfort op de werkplek is zeer bepalend voor het welbevinden van de werknemers. Het is bewezen dat lawaai zeer negatief werkt op de gezondheid en productiviteit ( zowel kwantitatief als kwalitatief ) van de werknemers en leidt tot verstoring van de communicatie. Door een betere communicatie en minder verstoring van de concentratie zullen medewerkers beter presteren. Het is daarom noodzakelijk om het hinderlijk geluid zoveel mogelijk terug te
11

Bron: www.livios.be

A @

15

dringen. Dat kunt u doen door kantoorruimten te isoleren en het geluid in de kantoorruimten te absorberen om de absorptie te verbeteren kunnen er zachte materialen worden gebruikt voor de vloeren, wanden en het plafond. De toepassing van absorptiemaatregelen kan het geluidsniveau in een kantoor met 5 dB(A) worden verminderd. Andere maatregelen die hinderlijk geluid verder kunnen dempen zijn: - Gebruik van headsets voor medewerkers die veel moeten telefoneren - Gebruik van concentratieruimtes voor medewerkers die geconcentreerd moeten werken - Aparte ruimtes in te richten voor telefoneren en overleggen. Om een akoestisch comfortabele ruimte te realiseren zijn er maximale achtergrondlawaai waarden vastgelegd in de Belgische norm NBN S01-401 Akoestiek Grenswaarden voor de geluidniveaus om het gebrek aan comfort te vermijden .12 Deze waarden hangen af van de activiteit van de desbetreffende ruimte en de omgeving waarin deze ruimte zich bevindt. Onderstaand tabel geeft de verschillende maximale toelaatbare achtergrondwaarden L95 door installatiegeluid in dB aan.
maximale achtergrondniveau ( dB ) 45 35 40 45 55 55 50
tergron niveau

Soort ruimte Vergaderruimten, spreekkamers Directie- en managementvertrekken Kantoorvertrekken Grote kantoorruimten Productievloer Computerzaal Restaurant
D D CB
Tabel 2.4-1: Overzi t

Op erking: De bovengenoemde waarden zijn niet wettelijk verplichtend, maar dienen als aanbeveling op een goede uitvoering van gebouwen.

Vi ueel o fort Visueel comfort houdt in dat gebruikers van het gebouw onder alle omstandigheden hun werk naar behoren kunnen verrichten en zich daarbij comfortabel en veilig voelen binnen hun omgeving. Hierbij speelt de kwaliteit van het licht dat wordt gebruikt als verlichting een heel belangrijke rol.

12

Bron: http://www.west-vlaanderen.be/ondernemen/dib/comfort/akoestiek/Pages/wettelijkeeisen.aspx

CB

axi ale toelaatbare a

16

Voor een goede lichtkwaliteit zijn de volgende elementen van belang:  De verlichtingssterkte De verlichtingssterkte uitgedrukt in lux, is een maat voor de hoeveelheid licht dat op een vlak valt en heeft betrekking op de hoeveelheid lint die door een punt wordt ontvangen.

De verlichtingsnorm NEN EN 12464-1 geeft aan:


Standaard verlichtingssterkte ( Lux ) Kantoren 400 750 Archieven 200 Receptiebalies 300 Opslagruimten 50 100 Trappenhuizen 100 200 Liften 100 200 Gangen 100 200 Keukens 400 750 Kantine 200 Kassa 500 Technische ruimten 200 soort ruimte
Tabel 2.4-2: De tan aar verli ting terkte in een bepaal e rui te

Kleurtemperatuur. De kleurtemperatuur heeft invloed op de beleving van de ruimte. Licht met een hoge temperatuur wordt als ongeschikt ervaren, terwijl licht met een lage temperatuur zeer comfortabel is. Kleurweergave van de lampen De onderstaande tabel geeft de karakteristieken aan van de verschillende soorten lampen. Verder is er uit de tabel te concluderen dat de gloeilampen en halogeenlampen een heel goede kleurweergave hebben, maar zeer energieverslindend zijn in vergelijking met de fluorescentielampen.

FF

IH

17

Gloeila pen Gloeilampen Extra warm wit Zeer goed Halogeenlampen Warm wit Zeer goed Fluore entiela pen (Lage rukkwik la pen) Compact, Extra warm wit Goed tot zeer goed klassiek ballast tot koelwit (spaarlamp) Compact, Extra warm wit Goed tot zeer goed hoogfrequent tot koelwit ballast Buislamp, Extra warm wit Goed tot zeer goed klassiek ballast tot koelwit Buislamp, Extra warm wit Goed tot zeer goed hoogfrequent tot koelwit ballast Hoge ruk la pen Kwikdamp Warm wit tot Matig lampen neutraal wit Metaaliodide Warm wit tot Matig tot goed lampen neutraal wit Natriumdamp Geel tot geelwit Slecht tot goed lampen In u tiela pen Inductielampen Warm wit tot Goed neutraal wit

15 - 300 20 - 100 11 - 44

120 - 4850 350 - 2400 250 - 2900

6 - 62

250 - 4800

10 - 75 20 - 55

450 - 5200 1400 - 5700

56 - 1040 275 - 2050 61 - 1020

1800 - 58.500 17.000 -190.000 3400 - 130.000

12.000 -18.000 20.000 28.000

55 - 85

3600 - 6000

 

Een uniforme spreiding van het licht in de ruimte Vermijden van verblinding en hinderlijke reflecties Hier speelt de luminantie een belangrijke rol. Onder luminantie wordt namelijk verstaan de helderheid van een verlicht oppervlak of een lichtbron zoals het oog die waarneemt, uitgedrukt in cd/m2. Voor een goede visueel comfort is het noodzakelijk om een verhouding van de luminantie van het beeldscherm of papier tot die van de directe achtergrond ( bureaublad of wand achter het computerscherm ) tussen 3:1 en 1:1 te hanteren. Te grote luminantie verschillen kunnen als onplezierig worden ervaren door het oog en zorgen voor verblinding. Een aanvullende maatregel om verblinding en tevens hinderlijke reflecties te vermijden is het goed afschermen van de lichtbronnen ( de zgn. lamparmaturen en lichtregelingen bij daglichtopeningen ). Daarnaast is de opstelling van het werkvlak ten opzichte van de lichtbronnen zeer essentieel. Het is aan te bevelen een opstelling van het beeldscherm dwars op de raamvlak en de lamparmaturen, evenwijdig met het raam, te hanteren. Voldoende uitzicht. Veel mensen vinden een goed uitzicht zeer belangrijk, terwijl slechte uitzichtsituaties aanleiding geven tot onvrede . Goed uitzicht houdt in dat men vanaf de werkplek zicht heeft op de omgeving. Bij het verrichten van veel inspannende visuele werkzaamheden zoals beeldschermwerk en lezen van papier kan het nu en dan even wegkijken zeer ontspannend en stimulerend zijn.

V W

YXV

Tabel 2.4-3: Karakteri tieken van e ver

illen e oorten la p en

Type

Li tkleur

Kleurweergave

Ver ogen (W)

Li t troo (l )

Leven uur ( ) 1000 2000 - 4000 10.000

12.500

12.000 16.000

100.000

UT

S T RQ

RQ

QT

Q U

18

Voor ruimten waar met beeldschermen wordt gewerkt, bestaan in principe drie verschillende verlichtingsmethoden: a. Dire te verli ting. Hierbij beperken de verlichtingsarmaturen de zijdelingse lichtuitstraling met behulp van roosters of spiegeloptieken.

b. In ire te verli ting (waarbij het plafond wordt aangestraald door omhoog gerichte verlichtingsarmaturen), aangevuld met werkplekverlichting. Hierbij is de spiegelingshinder in beeldschermen minimaal.

c. Een o binatie van ire te en in ire te verli ting. Hierbij hangen de verlichtingarmaturen op zekere afstand van het plafond en stralen ze zowel naar boven als naar beneden licht uit.

19

HOOFDSTUK 3 DUURZAAM BOUWEN


In de volgende paragrafen komt het begrip duurzaam bouwen aan de orde en worden de methoden die kunnen worden gehanteerd om te komen tot een zo energiezuinig mogelijk gebouw aangekaart. 3.1 Duurzaa bouwen Duurzaam Bouwen is een vorm van bouwen, waarbij de milieu- en gezondheidseffecten ten gevolge van het bouwen en de gebouwde omgeving tot een minimum worden beperkt.13 De toepassing van minder en herbruikbare bouwmaterialen en onderhoudsvriendelijkheid spelen daarbij ook een belangrijke rol. Minder materialen gebruiken betekent ook minder energieverbruik voor productie en transport. Een andere vorm van materiaal reductie is mogelijk door gebouwen flexibeler te maken, waardoor levensduur en afschrijftermijn zijn op te rekken en de vraag naar materialen afneemt. Er zijn verschillende ambitieniveaus in duurzaam bouwen te onderscheiden t.w.:
y y y

Energiezuinig, Energieneutraal Energieopwekkend.

Energiezuinige gebouwen verbruiken minder energie dan traditionele gebouwen, energieneutrale gebouwen leggen het ambitieniveau hoger naar energieneutraal. Energieopwekkende gebouwen wekken meer energie op dan voor eigen gebouwgebruik nodig is, verder zuiveren ze lucht en water en verwerken ze afval tot energie.14 Dit onderzoek zal zich uitsluitend richten op het energiezuinig bouwen.

3.1.1 De Tria Energeti a: Drie tappen trategie Om rationeel om te gaan met grondstoffen en energievoorraden gebruiken we als richtlijn de driestappenstrategie. De juiste maatregelen moeten bij het ontwerp, tijdens de bouw n in de bewoningsfase in de juiste volgorde genomen worden. Dan hebben ze het meeste effect. Die volgorde is: Stap 1:
y   

Voorko onno ig verbruik van energie : Isoleer goed Zorg voor optimaal gebruik van de aanwezige natuurlijke ventilatie Zorg voor optimaal gebruik van daglicht

y Voorko onno ig verbruik van water:  Gebruik spaardouchekoppen  Waterbesparende of waterloze toiletten
13 14

Bron: www.ipdubo.nl Bron: www.bouwkundig-advies.net

20

y   

voorko onno ig verbruik van gron toffen: Renoveer of verbouw bestaande gebouwen of hergebruik bestaande materialen Detailleer zo dat er geen moeilijke afdichtingen en hoeken ontstaan Let erop dat het ontwerp toelaat om de bouwdelen of de materialen opnieuw te gebruiken  Zorg ervoor dat het gebouw later aanpasbaar is, zodat de gebruiksduur ervan verlengt kan worden zonder veel materiaalverlies.

Stap 2: y Gebruik onuitputtelijke of ernieuwbare bronnen van energie:  Gebruik energie uit de zon, wind, biomassa, kleinschalige waterkracht
y Gebruik onuitputtelijke of ernieuwbare bronnen van water:  Gebruik waar mogelijk regenwater in huis  recycleer afvalwater y Gebruik onuitputtelijke of ernieuwbare bronnen van gron toffen:  Gebruik materialen op basis van nagroeibare of zeer ruim voorradige grondstoffen

Stap 3: y Gebruik (ein ige) bronnen van energie opti aal:  Gebruik energiezuinige toestellen (bijvoorbeeld: HR Top, HR+, Optimaz, energiezuinige huishoudtoestellen met A-label)  Zorg voor optimale regelingen en sturingen
y   

Gebruik ( ein ige ) bronnen van water opti aal: Pas kleinschalige waterzuivering toe waar nodig Laat overtollig hemelwater in de bodem sijpelen Gebruik minder milieubelastende zepen

y Gebruik ( ein ige ) bronnen van aterialen opti aal:  Zet de meest milieubelastende materialen enkel in als er technisch geen andere mogelijkheden zijn  Maak uw keuze op basis van levenscyclusanalyse  Zorg voor een goed afvalbeheer

21

3.2 Energiezuinig bouwen Definitie Energiezuinig bouwen: Onder energiezuinig bouwen wordt verstaan het zodanig bouwen dat het gebouw zo min mogelijk energie verbruikt, waarbij er voldoende aandacht wordt besteedt bij het ontwerpen en aan de keuze van de bouwmaterialen, bouwtechnieken en de installaties.

3.3 Energiezuinig ontwerpen Een energiezuinig gebouw begint met een goed ontwerp. Bij het ontwerpen is het noodzakelijk om reeds bij de planning zoveel mogelijk rekening te houden met de volgende criteria:  Natuurlijke ventilatie  Daglicht  Zonwering 3.3.1 Natuurlijke ventilatie Natuurlijke ventilatie geschiedt door het aanbrengen van roosters in ramen en gevels, waar verse lucht gemakkelijk naar binnen kan en vervuilde lucht wordt afgevoerd. Door het meer of minder openen of sluiten van deze roosters is het mogelijk de natuurlijke ventilatie naar behoefte te regelen. Deze methode is nog steeds de meest gezonde omdat de verse lucht rechtstreeks in de leefruimtes wordt toegevoerd. Daarnaast zorgt het voor een daling van het energieverbruik van het gebouw, omdat dit systeem van ventileren helemaal geen elektrische energie verbruikt.
Basisventilatie

Toevoer

Doorvoer

Afvoer

Natuurlijk

A C B

Natuurlijk

of

of

Mechanisch

Mechanisch

Figuur 3.3.1-1: Ventilatie ogelijk e en voor e ba i ventilatie4

dd

cb

22

Voorzieningen voor natuurlijke toevoer van ventilatielucht kunnen toegepast worden: voor de basisventilatie. Dit is de ventilatie om de luchtkwaliteit in de woonruimten onder controle te houden in normale omstandigheden: y Systeem A: combinatie natuu lij e toevoer - natuurlij e afvoer; y Systeem C: combinatie natuurlij e toevoer mechanische afvoer; voor de intensieve ventilatie; dit is een verhoogde ventilatie van de ruimten in uitzonderlijke omstandigheden d.m.v. open ramen of deuren; voor de ventilatie van speciale ruimten zoals garage, zolder, kelder, bergkast, gemeenschappelijke gangen of trappenhuizen in appartementsgebouwen
f g f e

Foto 3.3.1-1: Toevoervoorzieningen voor basisventilatie15

Een andere optie om overmatige opwarming binnen het gebouw te voorkomen en het energieverbruik verder terug te dringen is het toepassen vannachtventilatie. Dit geschiedt namelijk door het doorspoelen van de verblijfsruimte middels het inbrengen van een hoeveelheid buitenlucht op het moment dat de buitenlucht koeler is dan de ruimtetemperatuur, wat voornamelijk voor komt in de avond en nacht Door deze doorspoeling neemt in eerste . instantie de ruimtetemperatuur af en wordt de in de massa opgeslagen warmte vervolgens onttrokken. Dit resulteert in een redelijk lage en aangename aanvangstemperatuur de volgende dag.

15

B n: www.bbri.be

ih

23

3.3.2 Dagli t Daglicht bestaat uit het directe en indirecte licht van de zon. Het indirecte licht van de zon is het licht dat via de atmosfeer en de wolken diffuus de aarde bereikt. De toepassing van daglicht in een gebouw levert niet alleen een energiebesparing op, maar ook de gezondheid, sociale veiligheid en productiviteit van de werknemers wordt hierdoor verbeterd. Profiteer daarom maximaal van het zonlicht door een juiste orintatie en indeling van het gebouw. Door de juiste ramen met de juiste grootte en vorm op de juiste plaats te zetten wordt de toepassing van kunstmatige verlichting tot een minimum beperkt en neemt dus hierdoor het energieverbruik af. Daarnaast maakt een goede hoeveelheid licht op de werkplek het werken prettiger. Echter dient er rekening mee te worden gehouden dat de ruimten als gevolg van de directe zonnestralen niet te warm worden.

Foto 3.3.2-1: Dagli t toetre ing binnen et gebouw

Enkele aandachtspunten bij ontwerp en uitvoering om daglicht zo goed en zoveel mogelijk te benutten zijn: Plaats ruimten waar vaak mensen vertoeven aan de zonnige zijde van het gebouw. Plaats ruimten die veel daglicht wensen aan de buitenzijde van het gebouw. Rekening houden met eventuele gebouwen of bomen die de inval van zonlicht kunnen belemmeren. Bij het ontwerp rekening houden met de vorm van het gebouw. In een compact vierkant gebouw kan daglicht maar in beperkte mate tot diep in het gebouw doordringen, terwijl een langgerekt gebouw die mogelijkheden wel geeft. Het ontwerp en de plaatsing van ramen is zeer belangrijk voor een optimaal gebruik van het gratis aanwezige daglicht. Het is aan te raden om grote raam oppervlakken te vermijden om het thermische comfort zodoende te bewaken. Enkele maatregelen t.a.v. de plaatsing van ramen: - Plaats ramen zo hoog mogelijk ( indien de ramen niet zijn voorzien van een buitenzonwering). - Kies bij gevelramen voor horizontale ramen - Kies liever voor n venster in plaats van verschillende kleine vensters
24

qp

Splits eventueel de vensters in een kijkvenster en een lichtvenster. Een kijkvenster is nodig voor contact met de buitenomgeving en het lichtvenster dient voor het optimaliseren van lichtinval. Gebruik glas met een hoge lichttoetredingsfactor ( LTA ). Dit is het percentage doorgelaten zichtbaar licht. Glassoort Enkelglas Dubbelglas HR++ glas
vu t
Tabel 3.3.2-1: e LTA-waar en van e ver

Lichttoetredingsfactor ( LTA ) ( in %) 89 82 77
illen e gla oorten

Gebruik lichte kleuren voor de afwerking van het interieur om binnendringen van licht te bevorderen. Zorg voor een hoge reflectie van het plafond, middelmatige reflectie van de wanden en lage reflectie van de vloer. Gebruik lichte kleuren voor de binnenzijde van de raamkozijnen om het licht verder in de ruimte te projecteren. Vermijd rechtstreeks binnendringen van zon door het aanbrengen van zonweringen ter plaatse van de ramen aan de Oost- en Westgevel. Zorg voor een daglichtgestuurde, goed afgestelde kunstverlichting Regelmatig schoonmaken van de ramen is goed voor de lichttransmissie. Zorg er dus voor dat de ramen makkelijk bereikbaar zijn. Indien daglicht niet meer het gewenste resultaat biedt kunnen de ruimten kunstmatig worden verlicht. Maatregelen die worden getroffen om het gebouw of een ruimte energiezuinig te verlichten middels kunstmatige verlichting zijn o.m.: 1. Gebruik maken van energiebesparende lampen zoals de LED lampen, spaarlampen en de moderne hoogfrequente en energiezuinige TL lampen. 2. Installeren van lichtsensoren voor daglicht afhankelijke regeling. Wanneer er voldoende daglicht aanwezig is, is kunstmatige verlichting niet of veel minder nodig. Door het aanbrengen van deze lichtsensoren kan het energieverbruik aanmerkelijk worden beperkt. 3. Installeren van bewegingssensoren voor aanwezigheidsdetectie. Voor kleine ruimten en ruimten waar men maar kort verblijft, blijft het licht vaak branden wanneer er niemand meer is. Dit zorgt voor een toename van de energiekosten. Om dit te voorkomen kunnen er bewegingssensoren worden aangebracht. Wanneer een ruimte onbenut blijft zullen de lampen ook niet aangaan.

tt

25

3.3.3 Zonwering Ruimten die bloot worden gesteld aan de directe zonnestralen dienen te worden voorzien van zonweringen. De toepassing van de geschikte zonwering zorgt ervoor dat de binnentemperatuur in bovengenoemde ruimten op peil blijft en de gebruikers van het gebouw zich comfortabel voelen. Er zijn verschillende soorten zonweringen te onderscheiden t.w.: I. Buiten zonweringen: Deze bevinden zich aan de buitenkant van de gevels. Hiertoe worden de volgende zonweringen gerekend: Luifels Rolluiken Screens Zonneschermen Markiezen Uitvalschermen Binnen zonweringen: Deze bevinden zich aan de binnenkant van de gevels. Gordijnen Jaloezien Lamellen Panelen

II.

III.

Zonwerende glassoorten: Zijn glassoorten met een lage zontoetredingsfactor (g). De factor g geeft aan het percentage zonne energie dat door de opening naar binnen komt, tegenover de totale invallende energie. Hieronder een afbeelding met daarop aangegeven het zontoetredingspercentage voor een doorzichtig enkel glas. De zontoetredingsfactor (g) van doorzichtigenkel glas is dus 0,86.

Foto 3.3.3-1: De zontoetredingsfactor van doorzichtig enkel glas

26

Tot de zonwerende glassoorten kunnen de volgende glassoorten worden gerekend: Reflecterend glas Getint, absorberend glas Glas met spectraal selectieve coatings. De reflecterende en absorberende beglazing laten minder licht door dan die met de spectraal selectieve coatings. En aangezien ramen in kantoorgebouwen in eerste instantie bedoeld zijn om daglicht in de ruimte te brengen is het glas met spectraal selectieve coatings de beste keus. Naast zonwerende glassoorten wordt er ook een onderscheid gemaakt in warmte isolerende glassoorten. Deze zijn dubbel glassoorten die een beperkte mate van warmte doorlaten bijvoorbeeld: y Dubbel glas y HR + glas HR staat voor hoog rendement y HR ++ glas Dubbel glas bestaat uit twee of drie glasplaten met een spouw ertussen. De spouw is gevuld met droge lucht of een edelgas ( argon ). HR-glas is voorzien van een coating aan de binnenzijde van het glas, die de isolatiewaarde verhoogt. De coating bestaat uit een dun laagje metaal, die licht doorlaat en warmte weerkaatst. HR++ glas is glas, waarvan de spouw gevuld is met een edelgas. Edelgas isoleert beter dan gewone droge lucht en is niet schadelijk voor de gezondheid en het milieu. Hieronder volgt er een tabel met de warmtedoorlaatcoefficient ( U-waarde ). Hoe lager de U-waarde hoe beter het materiaal isoleert. Soort gla Enkel Dubbel HR+ HR++
y y x w

U-waar e 5,8 2,8 1,6 1,1/1,2

Be paring ( 0 25 33 35

Tabel 3.3.3-1: De war te oorlaat offi int van gla

27

IV.

Groengevels Hierbij worden de gevels voorzien van een laagje begroeiing. De begroeiing zorgt ervoor dat de warmtestralen niet of nauwelijks naar binnen kunnen, waardoor het koele ruimten binnen het gebouw minder snel opwarmen.

Gelet op het systeem wordt er bij de groengevels een onderscheid gemaakt in (1) grondgebonden systemen en (2) niet- grondgebonden systemen. (1) Bij de gron gebon en y te en worden de planten in de volle grond vlak naast de gevel geplaatst. De planten kunnen dan of op een houten constructie, een staaldraadsysteem of een staalraster worden bevestigd, die als klimhulp dienen. Ook kunnen er gebruikt worden gemaakt van zelfhechtende planten zonder klimhulp.

(2) Het niet- gron gebon en y tee groeimedium boven de grond.

is een systeem waarvan de planten wortelen in een

16

Bron: www.architectuurfonds.nl

Foto 3.3.3-2: voorbeel van groene gevel

16

28

Enkele voorbeelden van niet- grondgebonden groengevels: Hangende groengevels Bij dit systeem worden er hangplanten bovenaan de groengevel geplaatst.

Groengevels met plantenbakken Hier wordt er gebruik gemaakt van metalen plantenbakken, die tegenaan een stalenconstructie aan de gevel wordt aangebracht.

Prefab groengevels Deze zijn geprefabriceerde groeiplaten welke bekleed zijn met een vlies met zakjes waarin de planten voorgekweekt worden. De platen worden bevestigd aan een metalen constructie. Bakjessysteem Deze zijn namelijk boven elkaar geplaatste bakjes met een overloopsysteem. In de bakjes zit een groeimedium waarin de planten kunnen groeien.

29

Groeikern groengevels Is een systeem met n groeikern omgeven door een vlies met openingen erin waarin de plantjes worden ingeplant. Dit systeem zorgt voor een goede akoestische isolatie.

De verschillende lagen van een groengevel: 1. Het metalen frame of de draagstructuur. Een duurzame, niet rottende stevige structuur die al het gewicht kan dragen. 2. Hardschuim platen van gerecycleerd materiaal vormen een waterafstotende vlakke wand. 3. Het irrigatiesysteem wordt geplaatst. 4. Twee lagen geotextiel worden over de ganse wand gespannen. De geotextiel bestaat deels uit gerecycleerde materialen. 5. De planten worden volgens het ontwerp in de doeken ingeplant. 6. Bij aanleg van een binnengroengevel, maar in sommige gevallen ook bij een buitengroengevel, is de installatie van een afvoergootje vereist.

De voordelen van een groengevel: Hoge esthetische waarde - Rustgevend gevoel Temperatuurisolerende werking Geluidsisolerende werking Vermindering van de hoeveelheid afvloeiwater Verbetering van de waterkwaliteit Verbetering van de luchtkwaliteit Verhoging van de levensduur van gevels Verhoging van de brandveiligheid

30

V.

Groendaken Deze zijn daken die voornamelijk bestaan uit levende planten en zorgen evenals de groengevels voor een beter binnenklimaat. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen extensieve groendaken ( kruiden- of vegetatiedaken ) en intensieve groendaken ( daktuinen ).

Foto 3.3.3-3: Opbouw groen aken17

De voordelen van een groendak: Een beter binnenklimaat Minder temperatuurschommelingen Een beter lokaal leefmilieu Een langere levensduur van de dakbedekking Een verhoogde geluidsisolatie De nadelen van een groendak: Een zwaardere draagconstructie Een hogere kostprijs

VI.

Het toepassen van een tweede huid faade kan de zonnestralen voor een groot gedeelte verhinderen om de werkruimten binnen te dringen. De constructie van een tweedehuid gevel bestaat uit twee transparante oppervlakten( glasvlakken ) met een binnengevel van dubbelglas en een buiten gevel van enkel glas. Tussen de 2 glasvlakken bevindt zich een luchtspouw van meestal 0,6 - 0,8 meter waarin zonwering verwerkt is ( zie onderstaande afbeelding). Deze spouw staat in directe verbinding met de buitenlucht. Er bestaan ook tweedehuid gevels met een beloopbare spouw van ongeveer 1 meter breed.

17

Bron: www.vibe.be

31

De voordelen van een tweedehuid faade zijn o.a.: y Comfortverhogend y De noodzaak om te koelen wordt beperkt, waardoor het energieverbruik verminderd. y Geluidswerend y Windbelastingen op de gevels worden door het aanbrengen van een tweedehuid gevel beperkt, waardoor het mogelijk is het gebouw natuurlijk te ventileren. De nadelen van een tweedehuid faade zijn o.a.: y Hoge kosten ( materiaal- en arbeidskosten ) y Een tweedehuid gevel neemt veel meer ruimte in beslag.

lu t p ouw

Buiten

Foto 3.3.3-4: Een voorbeel van een twee e ui faa e

VII.

VIII.

Bomen en struiken aan de zonnekant van het gebouw kunnen voor heel wat schaduw zorgen en daarmee de binnentemperatuur op peil houden. Echter belemmert dit het doorstroom van verse lucht binnen het gebouw. Ook een naast gelegen gebouw kan de toetreding van overbodig zonlicht belemmeren en dus dienen als zonwering.

Enkelgla

Dubbelgla

Binnen

32

3.4 Flexibiliteit Ook flexibiliteit heeft een behoorlijke impact op het energieverbruik van het bouwwerk. Hierbij kan het concept van het Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen worden gehanteerd. Definitie IFD-bouwen: Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen is een manier van ontwerpen, ontwikkelen en bouwen, waarin via een gentegreerde benadering industrile, flexibele en demontabele aspecten gezamenlijk een rol spelen.*18 IFD-bouwen draagt rechtstreeks bij aan de realisatie van de doelstellingen om zuiniger om te gaan met primaire grondstoffen en bevordert hergebruik. IFD bouwen houdt dus in dat de bouwwerken bestemd zijn voor wonen en/of werken, dat de bouwwerken vrij indeelbaar en gemakkelijk uit te breiden zijn en dat de bouwwerken geheel in dusdanige onderdelen zijn te demonteren dat deze kunnen worden hergebruikt. Demonteerbaarheid en flexibiliteit maken het mogelijk om hetzelfde gebouw of constructie langer te gebruiken, met verschillende gebruikers. Voor een geslaagd project moet IFD-bouwen dan wel worden opgevat als een complete bouwmethode, die resulteert in een op de gebruiker aanpasbaar gebouw of constructie, samengesteld uit industrieel vervaardigde producten.

Karakteri tiek monteren Toeli ting

In u trieel

projectgebonden productontwikkeling weersonafhankelijk keuzevrijheid

Flexibel

aanpasbaar ontkoppeld herbestemming recyclage minder afval

De ontabel

bouwfase als einde levensduur fase. Tabel 3.4-1: Karakteri tieken van IFD-bouwen8

18

Bron: www.ifdbouwen.be

Zoveel mogelijk productievoorbereiding in de fabriek, op de bouwplaats alleen monteren, geen improvisatie. Herhaalde toepassing van ontwikkelde bouwproducten, hergebruik van kennis en ervaring. De productie gebeurt in ateliers die afgeschermd zijn van weer en wind. Op de werf worden de werken minder gehinderd door het weer. Er is in het bouwproces voldoende aandacht voor de keuzevrijheid voor de eerste gebruiker Volgende gebruikers kunnen eenvoudig wijzigingen doorvoeren of nieuwe functies herbergen Onderdelen van een gebouw met een onderling sterk afwijkende gebruikscyclus zijn ontkoppeld Gebouwen kunnen (gedeeltelijk) gedemonteerd worden om ze geschikt te maken voor nieuwe functies Bouwdelen zijn geschikt voor volwaardig hergebruik of bouwonderdelen / materialen zijn recycleerbaar Afval in het bouwproces wordt teruggedrongen, zowel tijdens productieproces,

33

3.5 Energiezuinige gebouwen In het buitenland m.n. de Europese landen waar het klimaat vrij koud is heeft men een aantal energiezuinige gebouwtypen ontwikkeld. Het principe gehanteerd bij bovengenoemde gebouwtypen is echter niet geheel van toepassing in gebieden met een tropisch vochtig klimaat. In koude landen ligt de nadruk op het minimaliseren van het warmteverlies binnen het gebouw, terwijl er in warme gebieden juist wordt gestreefd naar een maximale warmteafvoer naar buiten. De verschillende typen energiezuinige gebouwen zijn: Passiefhuis Lage energie woningen Nulenergie woningen Energieplus woningen

Hieronder volgen de verschillende typen energiezuinige gebouwen in koude klimaten met een korte toelichting. Pa ief ui Het Passiefhuis is erg behaaglijk en zeer energiezuinig . Dit wordt bereikt door voortdurend verse lucht te circuleren en optimaal de passieve energie van de zon te benutten. De compactheid van het gebouw zorgt ervoor dat het warmteverlies wordt gereduceerd. Om een aangenaam binnenklimaat te realiseren wordt de gehele gebouwschil grondig gesoleerd. Dus geen klassieke 4 tot 6 cm isolatie, maar zon 30 cm in de muur, 40 cm in het dak, 20 cm in de vloer. De ramen in een passiefhuis zorgen over het hele jaar voor meer warmtewinsten (binnenvallende zonnestraling) dan warmteverliezen (warmtetransport naar buiten). Dit zorgt echter voor dat de binnentemperatuur in de zomer te hoog oploopt. Om de directe zonnestralen op de ramen en de deuren te vermijden wordt er in dat geval gebruik gemaakt van zonwering.

Lage energie woningen Een lage energiewoning is een woning die aanzienlijk energiezuiniger is dan de conventionele woning. De bouw van de lage energie woning is zeer realistisch. Je kunt het nl. met conventionele methodes z.a. de traditionele metselwerk bouwen. Evenals het passiefhuis is de lage energie woning zeer compact gebouwd en zorgen de ramen voor voldoende warmtestroom in het gebouw. De isolatie bij de lage energie woningen is wat dikker dan bij een conventionele woning. Met een isolatiedikte van 15 cm in de muur kom je op een totale muurdikte van 40 cm.

34

Nul energie woning Een nul energie of energienul gebouw is een gebouw dat weinig tot geen energie gebruikt die is opgewekt uit fossiele brandstoffen. Dat betekent dat (bijna) alle energie die dat gebouw nodig heeft voor verwarming, koeling, verlichting en overig elektriciteitsverbruik afkomstig is uit duurzame energiebronnen en om die reden dus zeer milieuvriendelijk is. Een energienul gebouw wordt daarom ook wel CO2 neutraal genoemd. En er heerst 24 uur per dag, 365 dagen per jaar een constant klimaat in het gebouw.

Energieplu woning Onder een energie plus woning verstaat men een woning die netto meer energie levert dan er gebruikt van het openbare elektriciteitsnet. Het klimaat binnen in het energieplus huis is daarnaast het hele jaar door aangenaam.19 Het geheel wordt mogelijk gemaakt door een hoge isolatienorm en een innovatief bouwontwerp, gecombineerd met hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen.

3.6 Energiebronnen Definitie energiebron: Een energie bron is een systeem waaraan energie kan worden ontleend en welke nodig is om het gebouw te voorzien van stroom. De verschillende energiebronnen zijn:
y

Grijze of gewone energie

Kernenergie Kernenergie is energie die vrijkomt door reacties tussen atoomkernen. Meestal wordt deze energie gewonnen doormiddel van kernsplijting Bij de techniek van kernsplijting laat men in een centrale ketel atoomkernen op elkaar botsen om zoveel mogelijk energie vrij te krijgen. Deze energie wordt gebruikt om water te verwarmen en om te zetten in stoom. Vervolgens wordt een grote turbine aangedreven door de stoom en krijg je stroom. Fossiele energie Fossiele energie wordt opgewekt door het verbranden van fossiele brandstoffen, bij deze verbranding wordt de brandstof gebruikt om als warmtebron water in stoom om te zetten. De stoom drijft op zijn beurt een turbine aan die met behulp van een generator stroom opwekt. Voorbeelden van fossiele brandstoffen zijn olie, aardgas en steenkool. Deze brandstoffen zijn ontstaan uit afgestorven plantenresten en/of dieren, die miljoenen jaren geleden gestorven zijn en nu onder de druk van het aardoppervlak en door rotting zijn

19

Bron: www.energiekeuzes.nl

35

samengeperst. Deze brandstoffen bestaan hoofdzakelijk uit koolstof, de belangrijkste stof in een fossiele brandstof. Hoe meer koolstof er in een fossiele brandstof zit, hoe zwaarder die brandstof is. Zwaarder betekent dat de brandstof minder vloeibaar is en bij verbranding meer CO2 uitstoot.
y

Alternatieve energie/groene energie: Alternatieve energie is energie waarbij geen afvalstoffen vrijkomen en waarbij de energiebron oneindig is. Een aantal vormen van alternatieve energie zijn zonne-, wind-, waterenergie en biomassa. Bij alle vormen van alternatieve energie wordt bestaande energie, zoals stromingsenergie bij stromend water, omgezet in elektrische energie. Zo wordt in een waterkracht centrale gebruik gemaakt van het hoogteverschil tussen een meer en een rivier. Tussen die twee wordt een stuwdam gebouwd en in de doorgang wordt een turbine geplaatst. Deze drijft op zijn beurt weer een generator aan en de energie is omgezet.

3.6.1 Hernieuwbare energiebronnen: Hernieuwbare energie ook wel bekend als alternatieve energie of groene energie is energie waarbij geen afvalstoffen vrijkomen en de energiebron oneindig is. Bij de hernieuwbare energie wordt de bestaande energie omgezet in elektrische energie. De verschillende hernieuwbare energiebronnen zijn: Zonne-energie Windenergie Waterkracht Biomassa Zonne-energie Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen passieve en actieve zonne-energie. Passieve zonne-energie is energie verkregen van de zon zonder tussenkomst van apparaten. Actieve zonne-energie daarentegen is energie verkregen van de zon met tussenkomst van apparaten. Bij de actieve zonne-energie kan de energie in het licht van de zon worden gebruikt om elektriciteit mee op te wekken. Het zonlicht wordt dan opgevangen door zonnecellen ( zonnecellen worden samengevoegd op zonnepanelen ) en omgezet in elektriciteit. Deze omzetting heet een 'fotovoltasch' proces. 'Foto' duidt op licht en 'volt' op de elektrische spanning waarin het licht wordt omgezet. Hoe meer zonlicht op een zonnepaneel valt, des te meer elektriciteit wordt opgewekt. Volgens de Belgische energiedeskundige Johan Geraert is zonne-energie voor Suriname zeer interessant. In ons land is er een constante zonnestraling beschikbaar gedurende het hele jaar.20 Dit kan heel nuttig worden gebruikt bij de opwekking van elektriciteit. Aangezien zonne-energie kan worden gerekend tot een van de duurste energiebronnen die er zijn, brengt de toepassing ervan economisch gezien nogal moeilijkheden met zich mee. Tenzij de Overheid de zonnepanelen subsidieert.
20

Bron: www.rnw.nl/suriname/article/suriname-gezegend-met-duurzame-energie

36

Factoren die van invloed zijn bij passieve zonne-energie zijn:


o Klimaatsomstandigheden: temperatuur, zonnestand o Materiaal keuze: absorptie- en warmteopslagvermogen o Wijze van toepassing van de zonne-energie: indirect of directe zonne-energie

Win energie De mens maakt al eeuwen gebruik van windenergie in vooral de Europese landen en MiddenAmerika. Met behulp van de traditionele windmolens kon de energie van de wind worden omgezet in mechanische energie. Deze mechanische energie diende vooral voor het malen van graan, het persen van olie uit zaden en het verpompen van water. Tegenwoordig worden er gebruikt gemaakt van windturbines die de energie van de wind omzetten in elektriciteit. De windturbines bestaan uit een rotor met twee of drie wieken. De windenergie wordt via een elektrische generator omgezet in stroom die via een transformator naar het openbare elektriciteitsnet gaat. De opbrengst van een windturbine hangt in sterke mate af van de windsnelheid. Hoewel dit vaak als een aparte energiebron gezien wordt, komt de energie die de wind bevat, uiteindelijk van de zon. Uit een onderzoek gedaan door de Anton de Kom Universiteit van Suriname onder leiding van Dhr. C.Wijngaarde van de studierichting Elektrotechniek in samenwerking met het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen is er gebleken dat er technisch gezien voldoende potentie bestaat om energie met wind op te wekken in ons land. De onderzoekingen zijn verricht op Galibi en Nw.Nickerie. Middels deze vorm van energieopwekking kan ons land verschillende gebieden 24uur per dag voorzien van energie. Dit betekent een besparing op fossiele brandstoffen ( diesel ) en geld gezien wind energie na waterkracht tot de goedkoopste energiebron behoort.21

21

Bron: www.nospang.net/index.php?option=com_content&view=article&id=3819:suriname-heeft-potentieopwekking-windenergie

Foto 3.6.1-1: win

olen

37

De voordelen van windenergie: o Windenergie brengt bij de productie van elektriciteit geen vervuilende, schadelijke stoffen in het milieu. o Windenergie kan bovendien zeer snel toegepast worden. Een windturbineparkkan op een termijn van een paar maanden tot een jaar al functioneren. De nadelen van windenergie: o Windenergie heeft een geringe energiedichtheid waardoor de turbines vrij groot uitvallen. o Een bijkomend nadeel van windenergie is de beschikbaarheid, het waait immers niet altijd. o Het aanbod van windenergie is dus niet continu en oncontroleerbaar. o Bovendien zijn er veel problemen met de vergunningprocedures voor windturbines, onder meer door de slechte maatschappelijke aanvaarding. De plaatselijke bevolking en de gemeentes verzetten zich vaak tegen de inplanting van windturbines.

Waterkracht Waterkracht ontstaat uit de beweging van water dat zich van hoog naar laag verplaatst.Het water gaat van de stuw naar de turbine of het waterwiel, waar energie geproduceerd wordt. Waterkracht staat bekend als een zeer schone vorm van energie. Het gebruikt het water slechts, waarna het water kan worden gebruikt voor andere doeleinden. In Suriname is de energie verkregen uit waterkracht de grootste lokale energiebron. Deze vorm van energie gebruikt men al 50 jaar voor het opwekken van elektriciteit.Door het toenemen van de vraag naar elektriciteit worden er gebruik gemaakt van diesel entrales voor c de opwekking.

Foto 3.6.1-2: Afobakka stuwdam

38

De voordelen van waterkracht zijn o.m.: Het vermogen is meestal continu aanwezig Gegeven een redelijk verval is het een zeer geconcentreerde vorm van energie De hoeveelheid beschikbare energie is redelijk voorspelbaar Geen verbruik van brandstoffen en weinig onderhoud, waardoor de kosten erg laag zijn en er geen substituten z.a. diesel ingevoerd hoeven te worden o Het is een stevige technologie met een lange levensduur ( kan zelf tot 50 jaar meegaan zonder veel extra investeringen )
o o o o

De nadelen van waterkracht zijn o.m.:


o De technologie is locatiespecifiek o De plaats waar de waterkracht aanwezig is, is vaak genoeg niet de plaats waar de opgewekte energie nodig is o Er zit een maximum aan het op te wekken vermogen o In de tropische klimaten variren de rivier debieten vaak veel in de verschillende seizoenen.

Bio a a Biomassa is al het organische materiaal van plantaardige of dierlijke oorsprong dat in natuurlijke of beheerde ecosystemen werd geproduceerd en dat al of niet reeds industrile transformaties heeft ondergaan. Biomassa is CO2 neutraal omdat planten en bomen door groei en nieuwe aanplant evenveel CO2 uit de lucht halen als er bij verbranding weer vrijkomt. Deze vorm van energieopwekking zou ook in Suriname kunnen worden toegepast, vooral het binnenland waar men gebruik maakt van generatoren di e op zware stookolie draaien. Volgens Marga Edens van het Nederlandse energiebedrijf Essent zou rijstkaf dat vrijkomt na de verwerking van rijst heel goed kunnen worden gebruikt als grondstof bij de energieopwekking. Rijstkaf is uitstekend geschikt voor het maken van brandstof. Dit wordt momenteel na de verwerking als afval verbrand, hetgeen voor heel wat overlast en gezondheidsproblemen zorgt voor de bewoners in de omgeving. Het proces van biomassa tot energie kent drie stappen: de productie van de biomassa (energieteelten en organische afvalstromen) het oogsten, drogen, transporteren en de opslag van het materiaal de omzetting in bio-energie door rechtstreekse verbranding, de productie van een brandbaar gas (biogas, pyrolysegas, etc.) of de productie van een vloeibare brandstof (bio-ethanol, biodiesel, biomethanol, etc.) Energie uit deze biomassa wordt vaak ook kortweg bio-energie genoemd, met een onderscheid tussen energie uit afval en uit energieteelten.

39

Energie uit afval Energie uit afval kan opgewekt worden uit de volgende soorten organisch afval: afval uit land- en tuinbouw (stro, mest, groenafval, dierlijk afval); houtafval uit bosbeheer en houtverwerkende nijverheid (takhout, resthout, schors, zaagmeel); huishoudelijk afval (slib van waterzuiveringsinstallaties); afval uit de voedings-, papier- en textielindustrie.

Energie uit energieteelten Energieteelten zijn gewassen die uitsluitend of voornamelijk voor de opwekking van energie worden geteeld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de teelt van landbouwgewassen zoals zonnebloem, raapzaad, koolzaad en de teelt van snelgroeiende houtige gewassen. Snelgroeiende houtsoorten behoren eerder tot het domein van de bosbouw, maar vallen eveneens onder de noemer energieteelten. De landbouwgewassen worden meestal omgezet in ethanol door fermentatie of in bio-olie en biodiesel door extractie. De belangrijkste hinderpalen voor een doorbraak van de energieteelten zijn de hoge productiekosten en de beperkte beschikbare ruimte. De omzettingstechnieken zijn beschikbaar, maar de biomassaopbrengsten zijn nog te laag waardoor energieteelten niet competitief zijn met de klassieke fossiele brandstoffen. Verbeter selectiemethoden en teelttechnieken zouden hier in de toekomst verbetering moeten inbrengen.

3.7 Duurza e bouw aterialen Het gebruik van duurzame bouwmaterialen kan eventueel een aanzienlijke bijdrage leveren voor wat betreft het reduceren van het energieverbruik. Daarnaast is het ook goed voor de gezondheid en productiviteit van de gebruikers van het gebouw. Het is dus aan te raden om materialen die in beperkte mate aanwezig zijn en energieverslindend zijn beter te vermijden of zeer zuinig mee om te gaan. De duurzame bouwmaterialen zijn onder te verdelen in de verschillende grondstoffen waaruit ze bestaan: Hernieuwbare of nagroeibare grondstoffen komen uit de land- en bosbouw z.a. hout, riet, stro, katoen, vlas, kokos, hennep, schapenwol enz. Enkele voorbeelden van nagroeibare materialen zijn: baksteen, kleidakpannen, gresbuizen, kalk, gips, leem, maar ook isolatie uit vlas, hennep, papiervlokken, kurk, houtvezels etc.

40

De nagroeibare materialen zijn op het gebied van duurzame ontwikkeling in het buitenland de beste optie als bouwmateriaal, omdat: 1. Met nagroeibare materialen volledig gesloten kringlopen mogelijk zijn: o Er is geen uitputting van grondstoffen vanwege de constante groei bij goed beheer ervan. o Er is geen afvalprobleem, want deze materialen kunnen worden hergebruikt indien er in de eerste plaatst geen synthetische stoffen bijgemengd werden. 2. Nagroeibare materialen garanderen ook duurzame ontwikkeling op lange termijn: o De lokaal nagroeibare materialen zijn continu en wereldwijd beschikbaar. Deze zijn ook overal waar er mensen wonen te kweken. o De nagroeibare materialen bieden mogelijkheden voor de ontwikkeling van lokale economien en kunnen ze bijdragen tot lokale autonomie. Onbeperkt voorradige stoffen z.a. zand, klei, leem. Deze materialen staan ook wel bekend als natuurlijke materialen. Beperkt voorradige of eindige stoffen ( (petro)chemische grondstoffen of grondstoffen die diep uit de aarde komen. Hiermee moet zuinig omgesprongen worden. Meestal gaat het om afgeleide aardolieproducten, die vrij energie-intensieve en milieuvervuilende productie kennen.

3.8 Waterbe paring Water is zeer essentieel voor de mens en zijn omgeving. Water wordt voornamelijk gebruikt als drinkwater. De winning van drinkwater kost immers veel energie, welke met de dag veel duurder wordt. Het besparen van schoon drinkwater betekent dus een besparing op energie. Daarnaast wordt het water verder gebruikt voor het koken, douchen, het doorspoelen van toiletten, schoonmaak en dergelijke. Maatregelen die we kunnen treffen om verspilling van schoon drinkwater te beperken zijn: 1) De toepassing van het hemelwatersysteem. Dit is een systeem, waarbij regenwater wordt opgevangen en hergebruikt voor toiletspoeling, schoonmaakwerkzaamheden en de besproeiing van de tuin. De installatie van een hemelwatersysteem bestaat uit de volgende onderdelen: - een filtersysteem voor de regenput. Hier vind er een grove filtering plaats voordat het water de regenput binnenkomt, om afval z.a. bladeren, mos, takken en steentjes te verwijderen. - een pomp met aanzuigfilter. Dit is een pomp die het mogelijk maakt het verzamelde water onder druk naar de verschillende gebruikspunten te brengen. - Een filtersysteem na de regenput. De filter bevindt zich aan de uitgang van de pomp en zorgt ervoor dat kleine deeltjes, die nog in het water zouden zweven, tegen te houden.

41

een hemelwatertank met een overloop. Bij sterke regenval zorgt de overloop ervoor dat het overtollige water van de regenput naar het riool of de bodem wordt afgevoerd.

Op erking: het hemelwatersysteem is onderhoudsarm, maar niet onderhoudsvrij. De filters zullen regelmatig gereinigd moeten worden.

In stedelijke gebieden, waar het regenwater meer polluenten en stof bevat, wordt er bij het hemelwatersysteem gebruik gemaakt van een regenput met twee compartimenten in plaats van n ( zie onderstaande afbeelding ) . Het eerste compartiment dient als bezinkingsbekken alwaar de eerste filtering van het regenwater plaats vindt. Het water komt vervolgens in het tweede compartiment waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Dit water bevat dus minder stof. De voordelen van het gebruik van hemelwater:
o Het vermindert het verbruik van kostbaar leiding- of grondwater. o Het levert een financile besparing op, door een lagere waterrekening en minder afvalwaterheffing. o Het is beter dan leidingwater voor: - de was: met besparing van wasproducten bovendien - het besproeien van de tuin - de levensduur van sanitaire toestellen en apparatuur o Het draagt bij tot de bescherming van de oppervlaktewateren (omdat de rioolwaterzuiveringsinstallaties momenteel bij regenval overbelast worden, komt er veel afvalwater en niet alleen hemelwater ongezuiverd in het oppervlaktewater terecht).

22

Bron: www.milieuadvieswinkel.be

Foto 3.8-1: Op telling van een e elwater y tee

22

42

2) De toepassing van het grij w t rsyst . Het Nationaal Centrum voor Duurzaam Bouwen definieert de term gri swater alsvolgt: grijswater is een verzamelnaam voor gebrui swater dat geen drink of hemelwater 23 is. Het grijswater is afvalwater dat afkomstig is uit bijvoorbeeld de douche, wasmachine en keuken. Na behandeling kan het grijswater worden gebruikt voor toiletspoeling, wasmachine en tuinbevloeiing. Het reinigen van het grijswater is wat gecompliceerder dan het reinigen van het regenwater. De installatie van het grijswatersysteem bevat de volgende onderdelen: - aanvullende zuivering ( disinfectie ) - vijver en/of opslagtank - pomp - leidingsysteem - suppletiesysteem - regelsysteem
g fee

Foto 3.8-2: Opstelling van een gri swaters steem

Helofytenfilter Een helofytenfilter is een natuurlijk filtersysteem ( zandfilter ), beplant met helofyten, dat geschikt is voor het zuiveren van huishoudelijk afvalwater. Helofyten zijn planten die in ondiep water groeien, wortelen in de bodem en goed bestand zijn tegen vervuild water zoals riet, biezen etcetra. Het zijn meestal rietplanten die worden ingezet bij een helofytenfilter. Dit omdat riet goed bestand is tegen zware of wisselende ( chemische ) belasting en zezeer diep wortelen.
23

Bron: www.uneto-vni.nl

ed i

1. Opvang voor grijswater van douche, bad en wasmachine. 2. Pompput 3. Helofytenfilter 4. Opvangreservoir met overstort naar infiltratieeenheid 5. Huishoudwaterleiding gezuiverd water voor wasmachine en toilet 6. Regenwater naar bestaand riool
6

43

Werking helofytenfilter Het huishoudelijk afvalwater komt door middel van een pomp het helofytenfilter binnen en wordt door de vorming van een grote concentratie bacterin rond de wortelen van de rietplanten gezuiverd. Bovendien bevorderen de rietplanten de bacteriegroei rond het plant doordat het riet zuurstof uit de lucht opneemt en naar de wortels transporteert. De afvoer van het rietveld mondt vervolgens uit op een controleput, alwaar de kwaliteit van het gezuiverd water kan worden beoordeeld door middel van het nemen van monsters. Het gezuived water r van het rietveld wordt dan afgevoerd naar de bodem, in een sloot of naar een pompput ( voor hergebruik ).

Foto 3.8-3: Doorsnede van een helofytenfiltersysteem24

1 Afvalwater van keuken, badkamer, wasmachine etc. 2 Vetafscheider of slibvangput 3 Afvalwater van de toiletten 4 Septic tank 5 Pompput voor het voorbezonken afvalwater 6 Grindbed met drukleidingen 7 Substraat (vulmateriaal) van het helofytenfilter 8 Grindlaag met drainageleidingen 9 Controleput voor het gezuiverd water 10 Afvoerbuis van het gezuiverd water 11 Reservoir voor hergebruik van het water (optioneel) 11a Terugvoerleiding voor hergebruik water (optioneel) 11b Lozing op vijver (optioneel)

24

Bron: www.he ofytenfilter.nl

44

Waterbe paren e ui ou toe tellen Er zijn door de jaren heen een aantal waterbesparende huishoudtoestellen ontworpen die het overbodige verbruik van schoon leidingwater kunnen verminderen. Een daarvan is het waterbesparende toilet. Dit is een toilet met twee (2) drukknoppen, n voor de kleine en de ander voor de grote spoelbeurt. De kleine spoelbeurt verbruikt 6 liter water per keer, terwijl de grote 9 liter verbruikt. Er zijn ook zuinigere modellen die 2,5 4 liter en 3 6 liter water per spoelbeurt verbruiken. De waterbesparende douchekopen kraan kan ook een hoop water besparen. Terwijl een normale douchekop bij vijf minuten douchen 50 liter water verbruikt, is het verbruik bij de toepassing van een waterbesparende douchekop 20 35 liter.

45

HOOFDSTUK 4 PROGRAMMA van EISEN


4.1 Inlei ing Alvorens er een aanvang wordt gemaakt met het ontwerpproces is het zeer belangrijk na te gaan wat voor activiteiten er in het gebouw zal plaats vinden. In dit hoofdstuk wordt er een korte beschrijving gegeven van elke individuele dienst of organisatie die in het desbetreffend gebouw zal worden gehuisvest. Verder wordt er aangegeven hoeveel ruimte per organisatie nodig zal hebben en zijn de eisen die gesteld worden aan het ontwerp opgenomen.

4.2 Karakteri tieken van e te ui ve ten organi atie De te huisvesten organisatie kunnen worden onderverdeeld in:
y y y

Overheidsdiensten parastatale bedrijven particuliere bedrijven

OVERHEIDSDIENSTEN Tot de overheidsdiensten behoren de volgende diensten: - Districtscommissariaat - Centraal Bureau voor Burgerzaken ( CBB ) - Politiebureau - Brandweerkazerne - Regionaal Gezondheidsdienst ( RGD ) - Wijkkantoor Sociale Zaken - Afdeling Bouw- & woningtoezicht - Afdeling Onderwijsinspectie

Di tri t o i ariaat Het commissariaat heeft de volgende taken:


o o o o o o

Herstelwerken aan secundaire en tertiaire wegen Herstelwerken aan civieltechnische kunstwerken m.n. ontwateringwegen Het beheer over vuilstortplaatsen Voorzien in drinkwater in landelijke gebieden bij droogte of schaarste Exploitatie van markten en logeergebouwen Vergunningen verschaffen in directe en indirecte zin ( adviserend naar de ministeries )

46

Organi atie tru tuur Het districtcommissariaat wordt geleid door de districtcommissaris, die wordt bijgestaan door een of meer secretarissen.

Districtsbestuur

Districts Commissaris

Districtsraad

Districts Secretaris ( 1 f meer )

Ressortsraden

Adj. Secretaris Bestuurs Opzichters Onder Opzichters

Administratieve diensten

Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB)/wijkkantoor De taken kunnen als volgt worden omschreven: De hoofdtaak van de CBB is het bijhouden en centraal houden van de burgeradministratie en bevolkingsboekhouding in Paramaribo en overige districten en het verlenen van diensten daaruit aan de burgers.25 Het bijhouden van de registers van de burgerlijke stand: o Het verstrekken van inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand. o De afgifte van uittreksels en afschriften uit de registers van de burgerlijke stand. o Registratie van burgergegevens ( geboorte, sterfte etc.). De afgifte van nationaliteit bewijzen, legitimatiebewijzen, paspoorten en andere burgerdocumenten. o De vaststelling van de nationaliteit en de afgifte op aanvraag van zodanige bewijzen aan de daarvoor in aanmerking komende personen en instanties.

25

Bron: www.archiefsuriname.com

ww yy xw x w

Figuur 4.2-1: Organi atie tru tuur Di tri t o

i ariaat

Ressorten

q p o n m l

genda xpeditie ergunningen ersoneel adaster inanciering

ivieltechnische erken nderhoud vaar- en voertuigen rink ater voorziening uilophaal

v u t r

Technische diensten

47

o De afgifte van legitimatie bewijzen op aanvraag aan daarvoor in aanmerking komende niet-Nederlanders en niet-Nederlandse onderdanen (vreemdelingen). o De afgifte van paspoorten. o Het afsluiten van huwelijken.

De diensten en producten die worden aangeboden door het CBB zijn o.a.:
o o o o o o

Uittreksels uit de registers van de burgerlijke stand en uit het bevolkingsregister Erfrechtelijke aangelegenheden z.a. stambomen Verklaringen van o.a. nationaliteit Paspoorten Identiteitsbewijzen Productie van publicaties w.o. Demografische Statistieken

In totaal telt een dergelijk wijkkantoor ongeveer 14 werknemers waarvan 1 diensthoofd en 1 plaatsvervanger. Trouwzaal De trouwzaal zal ruimte moeten bieden voor minimaal 25 mensen inclusief het bruidspaar. Er dient bij de huisvesting rekening mee te houden dat het bruidspaar onbelemmerd het gebouw kan betreden .

Politiebureau De taakstelling kan als volgt worden omschreven:


o Handhaving van de openbare orde en de inwendige veiligheid in en rondom het voor die politiebureau beschreven omgeving, het voorkomen van inbreuken daarop en de bescherming van personen en goederen. o Opsporing van strafbare feiten en het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften op welker overtreding straf is gesteld.

De verschillende onderdelen van de gewestelijke dienst die zullen worden gehuisvest in het gebouw zijn: 1) De leiding van het gewest 2) De gewestdiensten 3) De politiepost

De leiding van het gewest bestaat uit: - de gewestelijke politiecommandant - de plaatsvervanger van de gewestelijke politiecommandant - de rayoncommandant
48

De gewestdiensten zijn: 1) De afdeling Verkeer Deze afdeling heeft tot taak het bewaken waarborgen van de openbare orde en veiligheid in het verkeer. De afdeling Verkeer wordt verder onderverdeeld in: - Rijbewijzen - Keuring - Voorlichting - Surveillance dienst 2) De afdeling Recherche Deze afdeling houdt zich bezig met het opsporen en aanhouden van verdachten van delicten van ernstige aard. De afdeling Recherche wordt verder onderverdeeld in: - de Technische Opsporing en Herkenning Dienst (T.O.H.D.) - de Narcotica brigade - de afdeling Bijzonder delicten - de Kinder- en Zedenpolitie 3) De Vreemdelingendienst De vreemdelingendienst houdt zich bezig met de registratie van legaal in het land verkerende vreemdelingen, opsporing en uitzetting van illegalen. 4) De Algemene diensten. De algemene diensten is een verzameling van diensten als zodanig niets te maken hebben met het politie werk, maar wel van belang zijn voor een goede functionering van dat werk. Onder de afdeling algemene diensten vallen de volgende onderdelen: - De administratie - Comptabiliteitsafdeling - Vuurwapenregistratie - De Technische dienst - De afdeling Voorlichting 5) De afdeling Bijzondere Wetten Deze afdeling houdt zich bezig met het toezicht op de naleving van bijzondere wetten. Bijvoorbeeld voor het verlenen van vergunningen voor een streetparty. 6) De afdeling Welzijn Deze afdeling verricht werk op het vlak van welzijnszorg van politieambtenaren.

De politiepost De politiepost is belast met het opnemen van aangiftes, onderzoek van deze aangiftes en het opsporen en aanhouden van verdachten in welk geval getuigen en staat onder leiding van het ressort commandant en zijn ondercommandant. Onder de politiepost valt ook het cellenhuis.

49

Bran weer kazerne Het Korps Brandweer Suriname is een toonaangevende dienstverlenende organisatie die de samenleving helpt en beschermt tegen ongevallen, brand en rampen.26 De taakstelling kan alsvolgt worden omschreven:
o Het geven van voorlichting aan de gemeenschap hoe brand en brandgevaar te voorkomen en te beperken. o Het bestrijden van brand en bieden van hulp bij ongevallen en rampen.

De taak van de brandweer omvat de gehele veiligheidsketen: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.7

Rayon an ant Co

Wacht Commandant Ploeg A Onder Commandant

Wacht Commandant Ploeg B Onder Commandant

Wacht Commandant Ploeg C Onder Commandant

Manschappen Ploeg A

Manschappen Ploeg B

Manschappen Ploeg C

Figuur 4.2-2: Organi atie tru tuur Bran weer kazerne

Een brandweer kazerne staat onder het beheer van een Rayon Commandant ofwel hoofd brandmeester. De posten op de kazerne worden verder verdeeld in de ploegen A, B en C, waarbij elk ploeg een wachtcommandant en een plaatsvervanger aangewezen krijgt. De wachtcommandant is de leidinggevende van zijn ploeg en is op zijn beurt verantwoording verschuldigd aan de Rayon Commandant. Elk ploeg telt ongeveer 10 manschappen, exclusief de wachtcommandant en zijn plaatsvervanger.

26

Bron: www.kbs.sr

50

Regionaal Gezon ei Dien t ( RGD ) Doelstelling: Het doel van de RGD kan worden omschreven als: 1) Het verlenen van gezondheidszorg en daarmede verband houdende diensten, in de ruimste zin des woord, aan daarvoor in aanmerking komende personen en instellingen; zowel Nationaal als Internationaal (bv. PAHO); 2) Het zich dienstbaar maken aan het medisch en het para medisch onderwijs en aan de verdere ontwikkeling van de medische wetenschap; 3) Het verder ontwikkelen van de gezondheidszorg.27

Taakstelling: De stichting heeft als taak de primaire gezondheidszorg in alle regio's beschikbaar te maken door o.a. het opzetten van poliklinieken in verschillende regios. De taken kunnen verder onderverdeeld worden in:
o De aanwezigheid van faciliteiten voor adequate geneeskundige hulp in alle bevolkingscentra binnen haar werkgebied, o Adequaat getraind personeel. In de districten zijn de artsen permanent gehuisvest evenals de verpleegkundigen waardoor er op periferie niveau een optimale dienstverlening gedurende 1 x 24 uur gegarandeerd is. o Het in de gezondheidsfaciliteiten verlenen van curatieve- en preventieve diensten. In deze gaat het om: algemene geneeskundige hulp, prenatale zorg, zuigelingen- en kleuterzorg, gezondheidsvoorlichting en voeding, moeder en kindzorg o Het vanuit de centra ontwikkelen van activiteiten ter verbetering van de gezondheid van de bevolking voornamelijk: a. gezondheidsvoorlichting aan de bevolking en op scholen, b. schoolgezondheidszorg en c. huisbezoeken

Dienstenpakket: De diensten die de stichting biedt aan de samenleving zijn: y Verloskundige hulp, y Prenatale/postnatale begeleiding c.q. Controle, y Voedingsvoorlichting c.q. andere educatieve programmas, y SOA/ HIV voorlichting en begeleiding, family planning, y Consultatie en vaccinatie van zuigelingen en peuters, y Medicamenten voorziening. y Eenvoudige laboratorium bepalingen, y Huisbezoeken indien nodig, y Jeugdtandverzorgingen, y Papsmear en borstkanker onderzoek en y Het uitvoeren van Schoolgezondheidsprogrammas
27

Bron: www.stgrgd.org

51

Wijkkantoor So iale Zaken De taken van een dergelijk wijkkantoor kan alsvolgt worden onderverdeeld:
o Het in ontvangst nemen van vragen en aanvragen en het behandelen van deze aanvragen o Het registreren van de informatie ( geschiedt door de administratie ) o Het verrichten van veldonderzoek ( door de veldwerkers ) middels het natrekken van geregistreerde gegevens o Het verstrekken van dokterskaarten, betaalcheques e.d.

Het aantal personeel in een dergelijk wijkkantoor varieert tussen de 8 en 15. De leiding van het kantoor bestaat uit het wijkhoofd en zijn plaatsvervanger.

Af eling Bouw & woning toezi t De afdeling bouw & woning toezicht is een subafdeling van de afdeling Bouwkundige Werken op het ministerie van Openbare werken. De taakstellingen:
o Registratie van gegevens betreffende het bouwen en in ontvangst nemen van tekeningen o Controleren en beoordelen van alle stukken o Het verlenen van bouwvergunningen o Uitvoeringscontrole, het inspecteren

De afdeling staat onder de leiding van een diensthoofd.

Af eling On erwij in pe tie De afdeling onderwijsinspectie heeft als hoofdtaak het toezicht houden op het onderwijs. De werkzaamheden die deze afdeling uitvoert kan alsvolgt worden omschreven:
o Het inwinnen van informatie en het registreren van klachten en behoeften. o Het verrichten van onderzoek. Dit houdt namelijk in de inspectie van de verschillende instellingen o Sancties/aanmaningen/oplossingen

De afdeling bestaat uit:


y y

Een afdelingshoofd dat tevens de inspecteur is. De administratie die als taak heeft het registreren van klachten en behoeften

52

PARASTATALE BEDRIJVEN Een incasso ten behoeve van het Elektriciteitsbedrijf Suriname (EBS), de Surinaamse Waterleiding Maatschappij (SWM) en de Telecommunicatiebedrijf Suriname (Telesur) zorgen ervoor dat de plaatselijke bevolking niet helemaal naar Paramaribo hoeven af te reizen voor het verrichten van de betalingen t.b.v. hun elektriciteit- en waterverbruik en de telefoon. De EBS, SWM en Telesur incasso hebben uitsluitend een administratieve taak. De werkzaamheden die hier worden uitgevoerd zijn:
o De gebruiksadministratie o De klantenservice

De administratie van het incasso van de SWM, het EBS en Telesur bestaat elk uit 2 personen die zich bezig houden met het administreren van vacatures, de klachtenadministratie en de financile administratie. Verder dienen er 3 loketten te worden geplaatst alwaar de betalingen kunnen geschieden. In totaal telt het incasso kantoor 9 werknemers.

PARTICULIERE ORGANISATIES Re taurant Het restaurant heeft als hoofdtaak het gehuisveste personeel en de bezoekers van het gebouw te voorzien van voedsel en drank. De werkzaamheden binnen een restaurant kan worden onderverdeeld in:
o o o o

De ontvangst van bestellingen, etenswaren en betalingen Het bereiden van het voedsel Het opdienen van het voedsel en drank Het opruimen en opnieuw afdekken van de tafels en andere schoonmaakwerkzaamheden.

Voor het verrichten van de bovengenoemde werkzaamheden zijn de volgende ruimten nodig:
o Een keuken voor het bereiden van het voedsel o Een magazijn voor het opslaan van voedingswaren en dranken. Het magazijn moet vlakbij de keuken te zijn gehuisvest. o Een eetruimte voor minimaal 100 zitplaatsen.

53

4.3 Maat tu ie Voor het bepalen van de totale ruimtebehoefte per organisatie wordt er uitgegaan van de minimale vastgestelde vloeroppervlakten in m2 voor kantoorruimten. Bepalend voor het dimensioneren van de kantoorruimten zijn:
o o o o o o

Aantal bezoekers Wel of geen administratie Wel of geen vaste werkplek Methode van werken; wordt er individueel of in groepen gewerkt. Benodigd aantal meubilair en kantoorapparatuur Opslagruimte

Er wordt uitgegaan van een basis werkplek inclusief ruimte voor meubilair en kast met een oppervlakte van 8 m2. Naast de basis werkplek wordt er afhankelijk van de behoefte ter ondersteuning van de werkplek overlegvoorzieningen aan toegevoegd: - voor een overlegvoorziening voor maximaal 2 personen: + 2 m2 - voor een overlegvoorziening voor maximaal 4 personen: + 4 m2 - voor een overlegvoorziening voor maximaal 6 personen: + 9 m2 Bijkomende budgetten: - voor een extra vrijstaande of verrijdbare (lade) kast: + 1 m - voor een vrijstaande kast minder: - 1m2 - voor een toegang van het kantoorvertrek: + 1 m2 - vergadervoorziening: 2 m2/ persoon

Onderstaand tabel geeft aan de totale vloeroppervlakte per functiekarakteristiek die nodig is om comfortabel in een kantooromgeving te kunnen werken. Functiekarakteristiek (a) Uitvoerend kantoorwerk met/ zonder beeldschermopstelling (b) Kantoor- of beleidsadvieswerk met overlegvoorziening voor max. 2 personen (c) Leidinggevende voor functiekarakteristiek (a) met overlegvoorziening voor max. 4 personen (d) Leidinggevende voor functiekarakteristiek (b) met overlegvoorziening voor max. 6 personen (e) Representatieve functies met bestuurlijke verantwoordelijkheden
 ~ }
Tabel 4.3-1: Bruto vloeroppervlakte in relatie

Basis werkplek 8 8 8 8 8

Werkplek Totaal ondersteunend ( m ) 1 9 3 5 10 20 11 13 18 28

et e fun tiekarakteri tiek

54

Het Districtscommissariaat:
Functiekarakteristiek Districtscommissaris e Secretariaat ax2 Administratie ax3 Agenda ax2 Grond- & milieu ax2 Wachtruimte Totaal Bruto vloeroppervlakte ( m2 ) 28 18 27 18 18 10 119
2

Voor de behuizing van de Districtscommissaris is er een oppervlakte van ca. 120 Dit kan ook elders op het terrein worden gehuisvest.

nodig.

Het Centraal Bureau voor Burgerzaken ( CBB ):


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 9 27 20 10 20 99

Diensthoofd Secretariaat Administratie Archief Loketten Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek c a ax3

Wijkkantoor Sociale Zaken:


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 9 27 16 20 10 20 115

Diensthoofd Secretariaat Administratie Onderzoeksambt. Archief Loketten Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek c a ax3 ( a x 2 ) - ( 2 x kast )

55

Bouw- & woningtoezicht:


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 9 16 9 4 51

Diensthoofd Secretariaat Onderzoeksambt. Administratie Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek c a ( a x 2 ) - ( 2 x kast ) a

Onderwijsinspectie:
Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 9 18 4 44

Inspecteur Secretariaat Administratie Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek c a ax2

Elektriciteitsbedrijf Suriname ( EBS incasso ):


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 9 4 10 23

Administratie Loketten Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek a

Surinaamse Waterleiding Maatschappij ( SWM incasso ):


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 9 4 10 23

Administratie Loketten Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek a

56

Telecommunicatiebedrijf Suriname ( Telesur incasso ):


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 27 10 10 47

Administratie Loketten Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek ax3

Politiebureau:
Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 28 11 11 9 4 63 115 160 38 207 11 8 52 382 973 5 45 40 90 1126

Functiekarakteristiek Leiding v/h gewest Gewestelijk politiecommandant Plaatsvervanger GP Rayoncommandant Secretariaat Wachtruimte Gewestdiensten Afdeling Verkeer Afdeling Recherche Afdeling Vreemdelingendienst Afdeling Algemenedienst Afdeling Bijzondere wetten Afdeling Welzijn Politie Cellenhuis Specifieke ruimten Radiokamer Kantine Rustruimten Totaal e b a + 2 zitjes a

57

Brandweerkazerne:
Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 9 65 40 30 100 257

Rayoncommandant Alarmcentrale Rustruimten ( 12- 13 bedden ) Zitzaal + glijpaal + keuken Opslagruimte voor kleding Garage voor 2 voertuigen + training Totaal

Functiekarakteristiek c a

Regionale Gezondheidsdienst ( RGD polikliniek ):


Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 13 11 12 9 12 12 12 20 4 40 6 8 159

Hoofdarts Leidinggevende verpleegkundige Consultatie zuigelingen + peuters Onderzoekkamer hoofdarts Behandelkamer Laboratorium Administratie + opslag dossiers Apotheek Spoelhok Wachtzaal Magazijn Keuken Totaal

Functiekarakteristiek c b

Bank:
Bruto vloerOppervlakte ( m2 ) 28 10 27 10 4 4 20 103 58

Directeur Secretariaat Administratie Loketten ( 4 x ) Kluis ATM machines ( 2x ) Wachtruimte Totaal

Functiekarakteristiek e a + 1 zitje ax3

Restaurant: Keuken = 39 m2 Administratie + kassa = 8 m2 Eetruimte ( 100 zitplaatsen ) = 100 m2 Totaal = 147 2

Rui telijk relatie e a Het onderstaande relatieschema geeft de primaire en secundaire relaties tussen de verschillende organisaties onderling aan.

entraal ureau voor urgerzaken

olitiebureau rand eer azerne

egionale Gezondheidsdienst ( G )

Wi kkantoor o a o

ou -

Woningtoezicht

nder i sinspectie

Telesur

ank estaurant

ublieke ruimten

Figuur 4.3-1: Relatie

e a voor et gebouw

istrictscommissariaat rimaire relatie

ecundaire relatie

59

Het vlekkenplan Bij het relatieschema is er reeds aangegeven welke diensten een zekere relatie met mekaar hebben en dus bij mekaar horen. Met behulp van dit relatieschema kan het vlekkenplan worden opgesteld. Het vlekkenplan geeft de stroming van de verschillende diensten in het gebouw aan. Hiermee wordt er een beeld gegeven van hoe de inrichting er in zekere mate eruit zal zien. Bij dit project wordt er een onderscheidt gemaakt in specifieke diensten, publiek gerelateerde diensten en publiek niet- gerelateerde diensten. Tot de specifieke diensten behoren de volgende diensten:
o o o o

Politie Bureau Bank RGD polikliniek Brandweer

Deze worden apart van het hoofdgebouw ofwel het te ontwerpen overheidsgebouw geplaatst. Tot de pubkliek gerelateerde diensten behoren de volgende diensten:
o o o o o

Centraal bureau voor burgerzaken Wijkkantoor sociale zaken EBS, SWM en Telesur incasso Trouwzaal Restaurant

Tot de publiek niet- gerelateerde diensten behoren de volgende diensten:


o Districtscommissariaat o Bouw & woning toezicht o Onderwijsinspectie

De publiek gerelateerde en niet gerelateerde diensten kunnen in 1 gebouw worden gehuisvest, namelijk het hoofdgebouw.

60

C entraal bureau voor burgerzaken

Figuur 4.3-3: Stroo

iagra

voor e ver ieping van et oof gebouw

Figuur 4.3-2: Stroo

iagra

voor e begane gron van et oof gebouw

61

Ontwerpbeperkingen Ontwerpbeperkingen zijn eisen die bepalend zijn voor de realisatie van het project. Het zijn beperkingen die van invloed kunnen zijn op het vormgeven en het bepalen van de gebruikte bouwmaterialen. Ook klimaatsfactoren spelen hier een belangrijke rol. Vormgeving: In dit geval gaat het om een onbebouwd gebied, waarbij er wat betreft het vormgeven van het gebouw geen beperkingen aanwezig zijn. Bouwmaterialen: Bij de keuze van de toegepaste bouwmaterialen moet er zoveel mogelijk worden gelet op materialen die de energiezuinigheid stimuleren. Materialen die weinig onderhoud vergen kunnen ook zeer bepalend zijn voor de energiezuinigheid van het bouwwerk. Klimaatsfactoren: hierbij moet er rekening worden gehouden met de orintatie van het gebouw en de windrichting. Er dienen maatregelen te worden getroffen ter plaatse van de gevels die het meest last ondervinden van zon en regen.

4.4 Overige ei en ten aanzien van et gebouw en e o ringen e o geving

Toegankelijk ei Het gebouw dient te allen tijde zonder bijkomende problemen toegankelijk te zijn voor een ieder . Er wordt daarbij ook rekening gehouden met de mindervalide personen. Voor mensen op een rolstoel dient er een speciaal voor hen ontworpen in- en uitgang, een hellingbaan, worden geplaatst. De voorkeur wordt gegeven aan een hellingbaan met een verhouding van 1:15 tot 1:20. 28

On er ou vrien elijk bouwen Een onderhoudsvriendelijk gebouw kan worden gerealiseerd door bij het ontwerp rekening te houden met materialen en installatietechnieken die bij de gebruiksfase van het gebouw zo min mogelijk aandacht ofwel onderhoud vereisten. Bij het schoonmaken van het gebouw van zowel binnen als buiten dient er ook geen obstakels aanwezig te zijn.

Flexibiliteit Organisaties zijn voortdurend aan het veranderen. Bijvoorbeeld door een groei en krimp binnen de organisatie. Bij een groei moet de mogelijkheid bestaan om het gebouw zonder hoge kosten en veel breekwerk verder uit te breiden. Bij een inkrimping kunnen delen van het gebouw die niet meer worden gebruikt aan andere organisaties worden verhuurd. ( zie IFD bouwen )

28

Bron: Dictaat Mens en maat ( Anton de Kom Universiteit van Suriname )

62

Bran veilig ei Met betrekking tot de veiligheid van de gebruikers van het gebouw dient er bij het ontwerpen voldoende rekening te worden gehouden met de brandveiligheid. Naast de veiligheid van de gebruiker wordt tevens de schade die de brand veroorzaakt aan het gebouw en de directe omgeving beperkt. Maatregelen die we kunnen treffen om de uitbreiding van brand te voorkomen zijn o.m.: Het aanbrengen van brandscheidende constructies Het plaatsen van brandblusapparaten en automatische brandblusinstallatie Het op tijd ontdekken, melden en blussen van brand door de brandweer
Bran veilig ei a pe ten Vluchtwegen Criteria
de juiste plaats voldoende capaciteit

voldoende veiligheid ( tijdens ontruiming )

Compartimentering

afmetingen

Materialen en constructie

gedrag van materialen en constructies bij brand

Belendingen en omgeving

overslag van brand naar belendingen bereikbaarheid voor blus- en reddingswerk

Ontwerpbe li ingen Bepalen voor e vor vluchtwegen in 2 soort en plaats van richtingen horizontale vluchtwegen aantal aanwezige doorgangsbreedten in de personen en benodigde vluchtwegen ontruimingstijd aantal en plaats van rookvrij uitgangen geen hoge plaats en uitvoering van temperaturen rooksluizen beloopbaarheid wanden en deuren van stabiliteit vluchtwegen grootte en vorm van materiaal en type van de draagconstructie scheiding ( verticaal en plaats en aard van horizontaal ) scheidingen doorbreking van gevelindeling en opbouw compartimentscheiopen verbinding van dingen verdiepingen alleen mogelijk met aanvullende beveiliging horizontale doorbreking voorzien van brandwerende deuren etc. moment van bezwijken soort en materiaal van moment van verliezen draagconstructie van brandscheidend plaats van draagconstr. vermogen type en samenstelling rookontwikkeling van scheiding in constr., bijdrage tot brand wanden, gevels, vloeren voortplanting materiaalkeuze afstand m.b.t. straling glasvlakken in de gevel en vliegvuur dakconstructie doorgangsbreedten, afstand tot overige vloerbelastingen en bebouwing. Hoogte berijdbaarheid ondergangen terreinverhardingen

Sub riteria

Tabel 4.4-1: Ontwerp riteria betreffen e e bran veilig ei voor gebouwen en/of on tru tie 29

29

Bron: Voorschriften van de brandweer Suriname en NEN 3081

63

Groenvoorzieningen Groenvoorzieningen zijn van bijzondere betekenis in en buiten het gebouw Groen zorgt . namelijk voor een rustgevend gevoel bij de gebruikers van het gebouw. Daarnaast dient het als verfraaiing en herkenbaarheid en kunnen grote beplantingen, zoals bomen e.d. zorgen , voor heel wat schaduw op het terrein. Op parkeerterreinen, bermen en looppaden kan er gebruik worden gemaakt van de zogenaamde grastegels. De grastegels zijn of van beton of van kunststof en hebben een honingraatstructuur met grote perforaties waa grassoorten in r kunnen groeien. De perforaties zorgen er verder voor dat regenwater makkelijk de bodem insijpelt en het gras voedt. Echter zijn de betonnen grasstenen minder duurzaam in vergelijking met de kunststof grasstenen. Deze grasstenen breken nieten zijn zeer milieuvriendelijk. Verder zijn ze recyclebaar en zijn ze geschikt voor alle zwaar verkeer.

Foto 4.4-1: grassteen30

Parkeervoorzieningen Voor het parkeren wordt er ruimte gereserveerd tussen het overheidsgebouw en het politie bureau. Ook wordt er een extra verdieping in de supermarkt toegevoegd die bestemd zal zijn voor het parkeren. Het is de bedoeling de straat waar het hoofdgebouw zich bevindtminder druk te behouden.

Supermarkt

Overheidsgebouw

Parkeren

Markt

Politie Bureau

Foto 4.4-2: Parkeervoorzieningen

30

Bron: www.s

lintzen.nl

64

Kli aatregel y tee Indien ( delen van ) het gebouw niet op een natuurlijke manier kan worden gekoeld is het aanbevolen om een energiezuinig koelsysteem toe te passen. De keuze gaat naar een chilled water systeem of een VRF ( Variable Refrigerant Flow ) systeem31. Beiden hebben een laag stroomverbruik en een goed rendement. Verder zijn deze systemen zeer milieuvriendelijk en hebben een laag geluidsniveau zowel binnen als buiten de ruimte.

4.5Het Si k Buil ing Syn roo Het Sick Building Syndroom is niets anders dan gebouwgerelateerde klachten. Deze klachten zijn de oorzaak van een ongezond binnenklimaat van het gebouw en komen het meest voor in kantoorgebouwen. Enkele van de veel voorkomende klachten zijn o.m.:         Hoofdpijn Irritatie van de ogen, de keel en de huid Duizeligheid Braakneigingen Concentratieverlies Verandering van de smaak- of reukzin Vermoeidheid en sufheid vergeetachtigheid

Zoals eerder aangegeven zijn de klachten te wijten aan een ongezond binnenklimaat van het gebouw. Dit is echter niet helemaal waar. Ook werkstress kan een van de oorzaken zijn. Enkele bekende oorzaken:  Bacterin, virussen en schimmels. In ruimten waar vele mensen werken is het potentile besmettingsgevaar van bepaalde ziekten groter.  Chemische stoffen. Hoofdpijn, misselijkheid, oogirritatie, huiduitslag, aanvallen van benauwdheid, enzovoort kunnen klachten zijn die samenhangen met de blootsteling aan irriterende chemische stoffen die zijn verwerkt in bouwmaterialen, interieur of kantoormachines (bijvoorbeeld vloerbedekking, verf, (laser)printers, hardboard).  Klimaatbeheersing. Warmte-koude overgangen, luchtvochtigheid, verlichting, tocht en dergelijke zijn belangrijke potentieel ziekmakende factoren.  Lichaamshouding. Zeker kantoorwerk of het steeds moeten werken in een bepaalde houding kan lichamelijke klachten veroorzaken.  Maar ook werkstress en andere psychologische factoren.
31

Zie bijlage voor een nadere beschrijving van beiden systemen

65

Omgang met medewerkers, werktempo, werkplezier, privacy en dergelijke, hebben alle grote invloed op onder andere het welbevinden van gebruikers van kantoorgebouwen waar veel mensen werken.

Maatregelen die het sick building syndroom tot een zekere mate kunnen verminderen:  Aanwezigheid van voldoende ventilatie opdat de gebruikers van het gebouw zich prettig voelen binnen het gebouw.  Goed onderhouden van ventilatie systemen voor het verkrijgen van een goede luchtkwaliteit. En de filters regelmatig vervangen.

66

HOOFDST

5 Het Ontwerp van het overheidsgebouw

5.1 Inleiding In dit hoofdstuk kan er eindelijk een aanvang worden gemaakt met het ontwerpen ofwel vormgeven van het gebouw. Alvorens er wordt begonnen met het schetsen van het gebouw wordt het gebied in zijn geheel bekeken. Er worden situatieschetsen gemaakt die aangev en waar de verschillende functies zullen worden geplaatst.

Foto 5.1-1: Plankaart van het centrum van Richelieu32

Voor het overheidsgebouw is er door de Ministerie van Sociale Zaken &Volkshuisvesting, onderdirectoraat Sector Huisvesting en Implementatie Programma ( SHIP ) het gebied omlijnd met blauw in de bovenstaande foto gereserveerd.

32

Bron: Sector Huisvesting en Implementatie Programma, Onderdirectoraat Ministerie van Sociale Zaken & Volkshuisvesting

67

5.2 Schets van de terreinindeling Schets 1: Als entree voor het overheidsgebouw wordt er gekozen voor de Tamanredjoweg alwaar de politie bureau zal worden gehuisvest. De Tamanredjoweg wordt gekenmerkt als een zeer drukke weg. De rest van de diensten komt achter het overheidsgebouw te staan, namelijk langs de minder drukke weg. Als in en uitgang van de brandweer en politie uitrukteam is er bewust gekozen voor de straat waar ze onbelemmerd het terrein kunnen in en uitrijden. -

Taman djow

Schets 2: Hier ligt het gebouw niet meer langs de Tamanredjoweg. Er wordt juist gekozen voor de minder drukke weg als entree van het gebouw. Ook hier wordt er rekening gehouden met het makkelijk kunnen uitrijden van de brandweerwagens en de politie uitrukteams. Hetgebouw wordt aan weerszijden van de weg geplaatst.

Taman djow

68

Schets 3: Ook hier wordt de minder drukke weg gekozen als entree van het gebouw. In dit geval wordt het gebouw meer naar binnen geplaatst. Dit betekent echter dat er een behoorlijke afstand moet worden afgelegd om het gebouw te bereiken. Dit zou vooral door seniorenen de mindervalide personen als ongunstig worden beschouwd.

Taman djow

Keuze: Er wordt uiteindelijk gekozen voor de minder drukke weg als entree van het hoofdgebouw. Gezien het feit dat het overheidsgebouw diensten aanbiedt waar senioren en eventueel mindervalide personen ook gebruik van zullen maken is het noodzakelijk bij het situ eren van het gebouw rekening te houden met het feit dat het gebouw te allen tijde zonder enige moeite bereikbaar dient te zijn voor alle gebruikers. Met het oog op de bereikbaarheid van het gebouw is alternatief 2 het meest geschikt. Na het kiezen van het meest geschikte oplossingsmodel wordt dit verder uitgewerk in de t volgende paragraaf.

69

5.3 Beschri ving Ontwerp 5.3.1Beschri ving van de directe omgeving Zoals eerder aangegeven komt het politie bureau langs de drukke weg te staan, terwijl de Brandweer kazerne, het uitrukteam van de politie, de RGD polikliniek en de bank zich rondom het Overheidsgebouw bevinden. Voor een vlotte doorstroom van het publiek zi er jn looppaden en pleintjes (in onderstaande tekening omcirkeld) aangelegd. Op de pleintjes worden er kiosken geplaatst alwaar men terecht kan voor bijvoorbeeld kranten, ice cream en dergelijke. De pleintjes dienen dus als ontmoetingsplek voor het publie Om de straat in de k. avonduren ook nog levendig te houden worden er enkele eetzaakje en cafs aan toegevoegd. Voor het parkeren wordt er ruimte vrij gemaakt naast het politie bureau en zal er ook op de verdieping van de supermarkt een parkeergarage worde aangebracht. Links van het gebouw n bevindt zich een grote park. Dit bevordert het groen in het gebied. Ook zorgt dit voor een mooi uitzicht vanuit het gebouw. De straten zijn verder voorzien van bomen die voldoende schaduw bieden aan het publiek en als verfraaiing van het gebied dienen.

Foto 5.3.1-1: Bovenaanzicht terrein

70

5.3.2 Be

rijving van et efinitieve ontwerp

Ar ite tuur Bij de vormgeving is er geprobeerd het ontwerp heel simpel en zakelijk te houden daar het gaat om een kantoorgebouw. Vandaar dat er gekozen is voor eenvoudige rechthoekige blokken. Het gaat hierbij om 3 aparte blokken met verschillende niveauverschillen. De open ruimten ofwel middengebieden tussen de blokken worden ook afgedekt en krijgen de functie van een centrale hal, waar zich ook de ingangen bevinden. Om de middengebieden zo transparant mogelijk te houden worden de gevels geheel voorzien van glas, waardoor het duidelijk is voor de gebruikers van het gebouw waar men terecht moet. Naast transparantie bevordert dit ook het gebruik van daglicht in het gebouw. Om de hoofdingang te accentueren wordt er een luifel geplaatst bij de ingang. Aangezien de hoofdingang ook wordt gebruikt als ingang voor de trouwzaal zal de luifel voldoende bescherming bieden aan het bruidspaar en overig publiek tegen zon en regen. Hierdoor kan er gerust fotos worden gemaakt op de stoep. Om het gebouw wat spannender te maken wordt er een gebogen dak op geplaatst en worden de gevels voorzien van groen en schoepenconstructie. Het Overheidsgebouw bestaat uiteindelijk uit 2 identieke rechthoekige delen die aan weerszijden van de straat komt te staan. Deze worden op hun beurt verbonden met een luchtbrug, een zogenaamde navelstreng. Dit maakt het mogelijk om via de verdieping van het ene naar het ander gebouw te gaan zonder de straat over te steken.

Foto 5.3.1-2: Bovenaanzi

t Over ei gebouw

71

Foto 5.3.2-1: Voorgevel Over ei g ebouw

Foto 5.3.2-2: A tergevel Over ei gebouw

Foto 5.3.2-3: Zijaanzi

t Over ei gebouw

72

Con tru tief Het gebouw bestaat uit 3 blokken met 3 verschillende hoogtematen. De blokken zijn in de breedte en lengte identiek namelijk 12.3 x 9.9 m. De hoogtematen van de 3 niveaus zijn respectievelijk 12m, 8m en 4m. Tussen de blokken bevinden zich 2 middengebieden met een afmeting van 9,9 x 6 m. Deze fungeren als centrale hal ofwel lobby, waar zich ook de ingangen bevinden. Het gebouw is verder opgetrokken in een stalen draagconstructie vanwege de vele voordelen van staal in vergelijking met de andere materialen. Staal is namelijk veel lichter in gewicht dan beton, waardoor de fundering niet te zwaar hoeft te worden gedimensioneerd. Hierdoor wordt er aanzienlijk veel bespaard bij de funderingskosten. Verder heeft staal een veel korter bouwtijd, maakt het mogelijk om grotere overspanningen te realiseren en zijn het ook duurzame materialen. De vloeren en het dak van het gebouw bestaan uit staalplaatbetonvloeren. Staalplaat- betonvloeren zijn systeemvloeren, waarbij een trapeziumvormige geprofileerde staalplaat naast wapening ook als bekisting voor de in het werk te storten betonvloer functioneert. De stalen draagconstructie bestaat uit H-profielen als kolommen en liggers. De dimensies van de stalen profielen worden berekend afhankelijk van de gewenste overspanning. Voor zowel de kolommen als liggers geldt er: 1/24 x 5,4 m = 0,23 0,25 m en 1/24 x 6 m = 0,25 m. Er worden dus gebruik gemaakt van kolommen en liggers van 25 cm. De kolommen en ligger worden middels bouten ingeklemd aan elkaar. De fundering van de stalen draagconstructie wordt uitgevoerd in staal met behulp van schotels en poeren.

Foto 5.3.2-4: Stabiliteit gebouw

De stijve muren in het gebouw (aangegeven met de dikke lijnen in de bovenstaande tekening), die zijn opgetrokken met massieve metselstenen met een dikte van 6 zorgen voor de stabiliteit van het gebouw. Om een stabiel gebouw te realiseren wordt er in de kern en de muren die aan de windbelasting worden blootgesteld opgetrokken met massieve metselstenen met een dikte van 6 en worden de vloeren voldoende stijf gemaakt voor de krachten overdracht naar de draagconstructie.

73

Materiali atie De keuze van de toe te passen materialen hangt van een tal van punten af. De indelingsmogelijkheden, de gebruikseisen en brandveiligheid spelen daarbij een belangrijke rol.

Vloerconstructie De staalplaat- betonnen vloer die hierbij wordt toegepast is een trapeziumvormige plaat dat vervaardigt is uit een continu thermisch verzinkte staalplaat met een zinklaag erop. De platen maken het mogelijk om een maximale overspanning van 6 m te realiseren ( indien het gestempeld wordt ) en levert een flinke besparing in gewicht op, waardoor de fundering minder zwaar wordt gedimensioneerd. Dit betekent ook en besparing in materiaalgebruik. Bij de bouw worden de platen overigens afgewerkt met cementafwerking waarop hardgebakken vloertegels worden aangebracht. Omdat het om veel belopen vloeren gaat is er gekozen voor slipvaste tegels. Ter plaatse van de terrassen die zich op de verdiepingen bevinden en die blootgesteld worden aan regen, wordt er boven de betonlaag 3 lagen bitumen aangebracht gevold door de uiteindelijke afwerklaag. Als afwerklaag wordt er gebruik gemaakt van tegels. Hierbij worden er rubberen tegeldragers toegepast, welke boven de bitumineuze laag wordt geplaatst om deze te beschermen .

Foto 5.3.2-5: Staalplaat betonvloer33

33 34

Bron: www.potaschenperlemoer.com Bron: http://www.timmermansierbestrating.nl/tegeldrager-rubber-2083-91.html

Foto 5.3.2-6: tegel rager

34

74

Wandconstructie Bij de gevels wordt er gebruik gemaakt van lichtgewichtige gevelconstructies namelijk puiconstructies over de gehele gevel. Puien zijn panelen die bestaan uit gesloten en open panelen die vrij licht zijn in gewicht. De panelen zijn opgebouwd uit dubbel vast glas en schuiframen voorzien van een aluminium frame. Als zonwering worden er ter plaatse van de schuiframen respectievelijk het vastglas een metalen schoepenconstructie resp. groene gevelsysteem aangebracht. Met het oog op onderhoudsmogelijkheden wordt er een afstand van 70-80 cm gehanteerd tussen de buitenkant van de puiconstructie en de zonwering. Voor de scheidingswanden van de werkruimten worden de zogenaamde verplaatsbare systeemwanden toegepast. De systeemwanden zijn niet-dragende lichte scheidingswanden die ter plekke worden gemonteerd. De wanden bestaan uit een thermisch verzinkt stalen frame waaraan gipsplaten worden geschroefd. Tussen het stalen frame en de beplating wordt er geluidsisolatiedeken aangebracht. Naast het gewicht heeft de systeemwand als voordeel dat het brandvertragend werkt en makkelijk en snel uitvoerbaar is. Plafondconstructie Als plafondconstructie is gekozen voor het systeemplafond bestaande uit aluminium frame met zacht mineraal plafondplaten. De zachte mineraalplaten worden vervaardigd door het samenpersen van een steenwolproduct tot plafondplaten. De keuze voor een systeemplafond ligt bij de brandwerendheid van de constructie, eenvoudig onderhoud van het plafond en het feit dat de kabels en leidingen netjes worden weggewerkt.

35

Bron: www.wartenberghsysteemplafonds.nl

Foto 5.3.2-7: Sy tee plafon

35

75

Dakconstructie Het dak bestaat uit een betonnen dakconstructie met daar bovenop een tropendak bestaande uit een gebogen zinken dak. De betonnen dakconstructie wordt afgewerkt met een cementmortellaag met daarop 3 lagen bitumineus. Om het bitumen te beschermen tegen zon wordt er een laagje grind op aangebracht.Het tropendak is niets anders dan een extra dak die zich ongeveer 1 meter boven het betonnen dak bevindt. Het tropendak is voorzien van een gebogen vakwerkconstructie met daarop zinkplaten. Ook wordt er gebruik gemaakt van lichtdoorlatende dakplaten boven de middengebieden voor extra daglichttoetreding in de hallen. De vakwerkconstructie is op zijn beurt bevestigd aan stalen liggers ( H-profielen ), welke op het betonnen dak zijn geplaatst.

5.4 EVALUATIE Zoals eerder besproken in hoofdstuk 3 zijn er een tal van methoden om een gebouw te ontwerpen dat zo min mogelijk energie verbruikt. Bij dit ontwerp zijn de navolgende maatregelen getroffen voor het verkrijgen van een energiezuinig gebouw:

Ventilatie Er is gekozen voor een natuurlijk luchttoevoer systeem en een mechanisch ventilatiesysteem als oplossing voor het ventileren van het gebouw. Het gebouw is namelijk voorzien van voldoende ramen waardoor frisse lucht binnen kan dringen en vuile lucht afgevoerd wordt. In de ochtenduren kunnen de ramen worden opengegooid, waardoor de aircos niet aan te hoeven. De aircos kunnen pas wanneer het warmer begint te worden en natuurlijke ventilatie geen oplossing meer biedt worden aangezet. Verder wordt er als koelsysteem gebruik gemaakt van centrale koeling middels het VRF ( Variable Refrigerant Flow ) systeem. Ruimten die voor een groot deel van de dag niet worden benut hoeven ook niet gekoeld te worden. Het VRF koelsysteem maakt het mogelijk elk afzonderlijke ruimte op de wens van de gebruiker af te stemmen. ( zie bijlage voor een beschrijving van het VRF systeem )

76

Verli ting Voor het realiseren van voldoende en goed verlichte werkplekken zijn er voldoende ramen aangebracht op de plekken waar het nodig is. Voor het verlichten van de hallen is er bij de dakbedekking gekozen voor lichtdoorlatende Lexan dakplaten en is de voorgevel ter plaatse van de middengebieden geheel voorzien van glas. Om ervoor te zorgen dat het binnen niet te warm wordt door deze glazen gevel is er bij de ingang een luifel aangebracht, waardoor de gevel op de begane grond continu in schaduw bevindt en het koel blijft in de hallen. Verder wordt er gebruik gemaakt van dubbelglas, die weinig warmte doorlaat. Ook wordt er gebruik gemaakt van uitsluitend spaarlampen als kunstverlichting. Deze zorgen voor een aanzienlijke energiebesparing.

Foto 5.4-1: Lexan akplaat ( li t oorlaten e plaat )36

Zonwering Als zonwering worden er ter plaatse van de gevels de zogenaamde groene gevels en aluminium schoepen aangebracht. Deze zorgen ervoor dat de warmtestralen afkomstig van de zon niet rechtstreeks op de gevel en de ramen vallen met als gevolg dat de warmte toetredingsfactor ook veel kleiner is en het binnenklimaat aangenaam wordt ervaren. Verder geven de groene gevels een aantrekkelijke en moderne uitstraling. Groene gevel al zonwering Als groene gevel is er gekozen voor het plantenbakken systeem. De planten worden in bloembakken tegenaan een stalen raster geplaatst, waarop de planten naar boven kunnen ranken. Dit wordt voor alle verdiepingen toegepast. Op de verdieping worden de bloembakken op het uitkragend deel van de vloer geplaatst. Voor de gevels bestaande uit massieve stenen kan het groeikernsysteem worden toegepast.

36

Bron: http://www.joriside.be/nl-BE/Producten/Ge%C3%AFsoleerdepanelen/Accessoires/Rooflights/Lexan%20Thermoroof.aspx

77

Vloer uitkraging

Planten met klimhulp

Bloembak met plant Foto 5.4-2: Opstelling van groene gevel

Klimplanten De planten die worden gebruikt bij het groengevel systeem zijn uitsluitend klimplanten. Hierbij is het belangrijk na te gaan welke tropische klimplanten zonwerend zijnen wwarvan de bladeren in de volle zon niet zullen verbranden In Suriname worden het klimop hedera en . klimficus het meest gebruikt als gevel en schutting begroeiing. Klimop hedera De klimop hedera is in verschillende soorten te verkrijgen en behoort tot de familie van de klimopachtige (Araliaceae ). De naam hedera is afgeleidt van het Griekse woord haerere welke betekent zelf bevestigen. 37 De hedera soorten die in Suriname als gevelbegroeiing zouden kunnen worden gebruikt en in de volle zon kunnen worden geplaatst, zijn de volgende: Hedera algeriensis ( Gloire de Marengo ): met onregelmatig over het blad en langs de rand voorkomende witte vlekken. Een winterharde soort met fris groenblad. Klimt tot een hoogte van circa 3 meter. Kan in de volle zon tot en met schaduw groeien. Heeft een hoge sierwaarde in halfschaduwrijke situaties. Fleurt sombere muren op.

37

Bron: www.neerlandstuin.nl/struiken/hedera.html

78

Foto 5.4-3: klimop hedera algeriensis38

Hedera nepalensis ( variteit sinensis ): heeft langwerpig, in een punt toelopend blad. Matgroen van kleur in de zomer en bruinrood in de herfst. In de volle zon kleurt het blad purperbruin met daartussen groene bladdelen. Een bijzondere soort, die nog zelden te koop is. In het najaar komen oranjegele vruchten aan de plant. Groeit tot een hoogte van circa 4 meter. Is ook als solitaire plant te gebruiken.

Foto 5.4-4: Hedera Nepalensis39

Hedera colchica ( Dentata Variegata ): bontbladige vorm met geelwitte rand. Kan worden gebruikt als solitaire plant en als klimplant. Goed winterhard. De klimplant kan een hoogte van 7 meter bereiken. Goed te gebruiken als muurbedekking, ook in de volle zon.

38 39

Bron: http://www.gardensandplants.com/uk/plant.aspx?plant_id=1482 Bron: http://www.charybdis.nl/hedera/

79

Foto 5.4-5: Hedera Colchica ( Dentata Variegata )40

Hedera colchica ( Sulphur Heart ): een zeer fraai ogende variteit. Heeft onregelmatige, gele en lichtgroene vlekken over het blad. Blad fors: 15 tot20 centimeter lang. Langzaam groeiend. Zeer winterhard. Geschikt om muren mee te bedekken of als solitair te gebruiken. Groeit tot een hoogte van circa 4 meter. Speciaal geschikt om licht beschaduwde vlakken mee te vullen. Groeit ook redelijk goed in de volle zon.

Foto 5.4-6: Hedera Colchica ( Sculphur Heart )41

40 41

Bron: http://www.sciencephoto.com/media/88863/view Bron: http://www.sciencephoto.com/images/download_lo_res.html?id=668141481

80

Foto 5.4-7: Klimop hedera aan gevel42

Ficus Pumila
Ficus Pumila is ook een klimplant en is te herkennen aan de kleine, gerimpelde blaadjes. Het is een zeer nuttige plant voor voornamelijk warme klimaten. De plant heeft lange stengels die 60 cm lang kunnen worden. Die stengels kruipen over het grondmengsel waarbij ze zich vasthechten met hun wortels. Een andere benaming van Ficus pumila is dan ook de kruipende ficus. De plant geeft de voorkeur aan een matig lichte plek en moet zoveel mogelijk worden beschermd van rechtreeks zonlicht, anders verbranden de bladeren makkelijk. Wat onderhoud betreft is deze plant onderhoudsextensiever dan het klimop hedera. De ficus pumila verlangt heel veel water en zal regelmatig worden gesnoeid.

Foto 5.4-8: Ficus Pumila43

Foto 5.4-9: Ficus Pumila aan gevel44

42 43 44

Bron: http://www.gevelprotect.nl/populair/klimop-verwijderen.html Bron: http://www.plantago.nl/plantindex/plants/f/Ficus/fotos.php Bron: http://www.dasignsourcebotanicals.com/plant_details

81

Bougainville Naast de klimop en klim ficus planten kan de zeer bekende Bougainville plant ook worden toegepast bij de groene gevel. Deze uit Zuid-Amerika afkomstige sierplant wordt in Mediterrane landen zoals Spanje, Itali en Griekenland gebruikt als gevelbegroeiing. In de bloeiperiode maakt deze plant de gevel nog mooier. De bloemen zijn namelijk omgeven door opvallend gekleurde papierachtige schutbladen, die lang aan de plant blijven zitten. 45 Soorten Bougainville planten: Bougainville Glabra: Het meest aangeboden, die het meest in de Mediterrane landen als klimplant wordt gebruikt. Het kan tot een hoogte van 9 meter tegen de gevels groeien.

Foto 5.4-10: Bougainville Glabra46

Bougainville Spectabilis: een snelgroeiende soort met doornen aan de takken en groeit tot 6 meter hoog in bomen.

45 46

Bron: www.tuinadvies.nl/Bougainvillea.html Bron: http://www.sciencephoto.com/images/

Foto 5.4-11: Bougainville Spe tabili

47

82

Keuze gevel begroeiing: Voor dit project wordt er gekozen voor de klimop hedera in combinatie met de Bougainville. Het nadeel van bougainville is dat de gevel na de bloeiperiode niet meer zo mooi is. Daarom is er besloten om dit samen met de klimop te gebruiken. Na de bloeiperiode zal de groene gevel even goed functioneren door de klimop hedera die het hele jaar door blijft groeien.

Schoepen als zonwering De schoepen constructie bestaat uit aluminium schoepen van 20cm breed. Het gaat hier om kantelbare schoepen. Dit betekent dat het systeem onder verschillende hoeken te plaatsen is , waardoor een beheersbaar binnenklimaat te realiseren is Tussen de schoepen komt het . getemperde licht naar binnen en wordt het felle zonlicht geweerd. Het bewegen van de schoepen geschiedt namelijk via sensoren en een centrale besturingseenheid. De centrale besturingseenheid bepaalt de juiste stand van de schoepen.

Foto 5.4-12: Schoepenzonwering48

47 48

Bron: http://okeechobee.ifas.ufl.edu/News 20columns/Bougainvillea.htm Bron: http://www.gv-projectzonwering.nl/projectzonwering-schoepenzonwering.php

83

Tropen ak Een tropendak is een extra dak dat boven het bouwkundige dak komt te staan. Het heeft als primair functie het gebouw koel te houden. Dit komt doordat er tussen het tropendak en het bouwkundige dak een vrij grote afstand bestaat, waardoor het wind onder het tropendak vrije spel heeft. Er stroomt continu verse lucht door het dak met als gevolg dat het bouwkundige dak minder warm blijft en hierdoor het binnenklimaat veel aangenamer wordt. Een ander voordeel van het tropendak is dat het als bescherming van het bouwkundige dak functioneert. Er valt nauwelijks regenwater op, waardoor de kans op lekkages ( dat meestal een probleem is bij platte betonnen daken ) wordt verminderd.

Gebogen zinken ak

Bouwkun ige ak ( Platte betonnen ak )

Foto 5.4-13: Door ne e tropen ak

Zonnepanelen Een zonnepaneel, ook wel bekend als een zonnecel of PV- cel ( photovoltaic cells ), is een apparaat dat zonne-energie verzamelt en in elektriciteit of hitte omzet, het is een vorm van duurzame energie. De zonnecellen van een zonnepaneel zijn gemaakt uit silicium dat bestaat uit twee lagen. Er gaat een elektrische stroom lopen tussen te twee lagen onder invloed van licht. De atomen verdelen en de elektronen reizen onderaan draden in het huis voor elektriciteit.49 De zonnepanelen zullen op het dak van het Overheidsgebouw worden geplaatst.

Liftin tallatie Er worden gebruik gemaakt van hydraulisch aangedreven liften ( zie bijlage voor beschrijving ). De grootte van de lift hangt af van het aantal mensen, dat gebruik van zal maken . Verder dient de lift ruim genoeg te zijn voor het vervoeren van kantoormeubilair e.d. naar de bovenliggende bouwlagen. Aan de buitenzijde van de lift wordt er lichtdoorlatend materiaal toegepast, waardoor er overdag geen kunstmatige verlichting nodig is in de liften.

49

Bron: www.zonnepanelen-energie.be

84

HOOFDSTUK 6 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN Con lu ie :  Met dit project is er duidelijk naar voren gekomen dat energiebesparing met behulp van de technieken aangehaald in dit onderzoek in zekere mate mogelijk is.  Met het verbeteren van de kwaliteit van het binnenklimaat en deze af te stemmen op de wensen van de gebruiker zal de productiviteit van het bedrijf ook verder toenemen.

 Niet alle ruimten in het gebouw kunnen op een natuurlijke manier geventileerd worden. Het zijn namelijk ruimten die zich centraal in het gebouw bevinden zoals de Telesur, SWM en EBS incasso. Deze ruimten zullen mechanisch geventileerd worden en eventueel voorzien worden van regelbare ventilatieroosters, die open kunnen bij het uitvallen van de elektriciteit.

Aanbevelingen:  In hoofdstuk 2 van dit verslag worden de verschillende kantoorvormen bestudeert. Er is uiteindelijk middels een Multi criteria analyse geconcludeerd dat het Cocon concept het beste scoort. Het is aan te bevelen om meer onderzoek te doen naar de acceptatie van dit concept door de Surinaamse gemeenschap.

 Het groengevel systeem is nog nooit eerder in Suriname toegepast. Meer diepgaander onderzoek is gewenst naar de haalbaarheid van dit systeem in de tropen. Er is meer onderzoek gewenst naar de verschillende vegetatie en hun eigenschappen met betrekking tot zonwerendheid dat kan worden toegepast voor de groene gevel.

85

REFERENTIES Literatuur:  Ontwikkelingsplan Richelieu + uitwerking fase 1 i.o.v het ministerie van sociale Zaken & Volkshuisvesting, concept mei 2007-versie 1  Veldhoen Erik, Kantoren bestaan niet meer: de digitale werkplek in een vitale organisatie  Stichting Bouwresearch, Kamerkantoor of kantoortuin? Hoe maken we een keuze?  J.A.M Jongelen Eur. Erg. En drs. P.A.M van Scheijndel Eur. Erg., Handboek functiegericht ontwerpen van kantoren  Collegedictaat Mens en maat  Ernst and Peter Neufert Architects data 3rd edition  Afstudeerverslagen: Emanuels D.S.M, Ontwerp van het hoofdburo van de politie in het gewest Nickerie ( 1991 ) Jamna Janine, Het ontwerpen van een multifunctioneel centrum ten behoeve van het Tourtonne Garden Project ( 2010 ) Smith Oliver, Ontwerp van een bestuurscentrum te Albina: van ontwikkelingsvisie tot ontwerp ( 2002 ) Vaseur Charlaine, Richtlijnen voor hoofdplaatsen in het kader van decentralisatie: een casestudy van Nieuw Amsterdam ( 2010)

Web ite : Duurzaa bouwen:

- http://www.ipdubo.nl/handleiding/watisdubo/wat_is_duurzaam_bouwen.htm - http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wat-is-duurzaambouwen-en-verbouwen.html - http://www.wegwijzerduurzaambouwen.be/pdf/175.pdf - http://www.cedubo.be/index.cfm?n01=duurzaam_bouwen&n02=b rochure_duurzaam_bouwen - http://downloads.wingene.be/Duurzaamheid/Wat%20is%20duurzaam%20bouwen.pdf - http://www.bouwunie-duurzaambouwen.be/WebForm.aspx?ID=2 - http://www.vibe.be/downloads/gratispublicaties/brochure_Bewust_duurzaam_bouwen.pdf - http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwen-en-verbouwen/duurzaam-bouwen 86

- http://www.isomax.nl/duurzaam.htm

Energiezuinig bouwen
- http://www.energiesparen.be/energiezuinig_bouwen_en_verbouwen - http://ikgabouwen.rnews.be/nl/life-and-style/bouwen-verbouwen/energie-klimaat/duurzaambouwen/energiezuinig-bouwen-begint-van-bij-de-start/article-1194838931287.htm - http://www.architectenweb.nl/aweb/Thema/Default.asp?ThemaId=74 - http://www.lente-akkoord.nl/wat/theorie/ - http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwen-en-verbouwen/energiezuinig-bouwen - http://www.passiefhuisplatform.be/index.php?col=-welkom&lng=nl&doc=passiefhuis - http://www.immoweb.be/nl/bouwen-renoveren/artikel/energiezuinigbouwen.htm?mycurrent_section=build&artid=3102 - http://www.habitos.be/bouwen/item.asp?item_id=426 - http://www.vibe.be/downloads/gratispublicaties/publicatie_energiezuinig_(ver)bouwen.pdf - http://www.habitos.be/duurzaam-wonen/item.asp?item_id=1756 - http://www.wetenschap.infonu.nl/alternatieve_energiebronnen - http://www.ipdubo.nl/index.php?tid=24&mc=2101&ms=2

Groene gevel en groen aken:


- http://www.vibe.be/downloads/gratispublicaties/brochure_Gevelbegroening_lage_resolutie.pdf - http://www.vibe.be/downloads/gratispublicaties/Extensieve_Groendaken.pdf - http://www.ipdubo.nl/index.php?tid=70&mc=2001&ms=2 - http://www.vibe.be/downloads/Technische_documentatie/TF-Groendaken.pdf - www.infotalia.com/nld/tuin/planten_en_bloemen/klimplanten/klimplant_detail.asp?id=2067 - http://www.neerlandstuin.nl/struiken/hedera.html - http://www.tuinadvies.nl/bougainvillea_bougainville.htm - http://www.neerlandstuin.nl/struiken/bougain.html - www.infotalia.com/nld/tuin/planten_en_bloemen/klimplanten/klimplant_detail.asp?id=2106

87

Water:
- http://www.vibe.be/downloads/gratispublicaties/publicatie_Water_Infiltreren.pdf - http://www.vibe.be/downloads/Technische_documentatie/TF-Water.pdf - http://www.vibe.be/downloads/Folders_en_posters/poster_water.pdf - http://www.db.globalternatives.nl/waterpdf

Kantoor on epten:
- http://www.binnenhuis-architect.nl/NL/bedrijfsinfo/projecten.html - http://www.angelfire.com/super/orhouten/vakbonden/actueelnieuws/kantoorinnovatie rijksgebouwendienst.html

88

BIJLAGEN

Bijlage 1: Straat profiel Bijlage 2: Zonnepanelen Bijlage 3: Hydraulische lift Bijlage 4: Variable Refrigerant Flow Koelsysteem Bijlagen 5: Tegeldragers Bijlagen 6: CAD Tekeningen

89

BIJLAGE 1: Straat profiel van de weg waarlangs het Overheidsgebouw zich bevindt.

300

150

250

350 1750

250

150

300

Opmerking: maten in cm.

90

BIJLAGE 2: Zonnepaneel
Zonnepanelen ook bekend als zonnecellen of PV( Photo-Voltaic) cellen zijn panelen die gebruikt worden om zonne energie om te zetten in elektriciteit. De zonnepanelen bestaan meestal uit 2 lagen silicium platen met een microscopisch klein laagje fosfor aan de ene kant en borium aan de ander kant, waardoor het een halfgeleider wordt. Wanneer zonlicht op de zonnecel valt springen de elektronen van de fosforlaag naar de boriumlaag. De ene kant van de halfgeleider wordt hierdoor positief en de ander kant negatief geladen. Door een elektrische verbinding tussen de twee lagen wordt er uiteindelijk elektrische stroom gemaakt.

Foto: Zonnepanelen50

Voor wat betreft de toepassing van zonnepanelen zijn er 2 systemen te onderscheiden:


y

Netkoppeling: Bij een netgekoppeld systeem wordt de opgewekte stroom aan het lichtnet geleverd. Als er onvoldoende stroom door de zonnepanelen wordt geleverd wordt dit aangevuld door het net. Bij overproductie wordt dit weer aan het net afgegeven. Autonoom systeem: Bij autonome systemen wordt de stroom in accu's opgeslagen (voor verlichting of bijvoorbeeld communicatiesystemen op afgelegen plekken).

De opbrengst van een zonnepaneel is afhankelijk van een aantal factoren:


y y

Orintatie: het zonnepaneel kan het best tussen de zuidoost en zuidwest vlak worden geplaatst. Hellingshoek: voor een optimale opbrengst is het vereist het zonnepaneel onder een hoek van tussen de 20 en 60 graden te plaatsen. Er wordt meestal een hellingshoek van

50

Bron: www.zonnepaneleninformatie.nl

91

y y y y

35 graden gehanteerd. Het plaatsen van het paneel op een helling heeft verder als voordeel dat het bij regen goed schoongespoeld kan worden. Oppervlakte van het paneel: hoe groter de oppervlakte van de panelen des te hoger de opbrengst. Schakeling van de panelen: zijn de panelen parallel of serieel geschakeld? Rendement van het paneel: er zijn panelen met verschillende rendementen te verkrijgen. Zoninstraling: de hoeveelheid zonlicht dat op het paneel kan vallen bepaalt in belangrijke mate de opbrengst. Bomen, omringende gebouwen e.d. kunnen het rendement negatief benvloeden. Systeem: Bij het autonome systeem speelt de grootte van de accu een grote rol. Indien deze vol is werkt het paneel voor niets. Terwijl bij het netgekoppeld systeem de energiemeter terugloopt wanneer er stroom over is.

De voordelen van zonnepanelen51:


y y y y y

Er komen geen schadelijke stoffen z.a. CO2 vrij bij de productie van elektriciteit. Zonne energie is onuitputtelijk Zonnepanelen zijn geruisloos, veilig en vergen weinig onderhoud. Zonnepanelen zijn eenvoudig en relatief snel te installeren Zonnepanelen zorgen voor een grondige afname van de energiefractuur.

De nadelen van zonnepanelen21:


y y y y

Zonnepanelen zijn duur in aanschaf. Een zonnepaneel levert nog relatief weinig stroom. Om een woning in zijn geheel te voorzien van energie zijn een heleboel zonnepanelen nodig. Het maken van een zonnepaneel kost erg veel energie. Het opslaan van energie is alleen mogelijk met behulp van dure accus.

51

Bron: www.arunamatai.com

92

BIJLAGE 3:

Hy rauli

e lift

Een hydraulische lift is een lift waarbij er gebruik wordt gemaakt van een pomp en een plunjer ofwel zuiger. De liftkooi wordt hierbij gedragen door de hydraulische plunjer, die aangrijpt onder de kooibodem. De elektrisch gedreven pomp wordt op zijn beurt ondergedompeld in een vat met speciale olie en pompt deze olie in de hydraulische cilinder, waarna de plunjer onder invloed van de vloeistofdruk zuiver verticaal op en neer beweegt in de cilinder. De olie die hier wordt gebruikt wordt betrokken uit een oliereservoir. Bij het dalen van de plunjer vloeit de olie terug naar het reservoir. De pomp werkt dus niet tijdens het dalen van de liftkooi. Een groot voordeel van de hydraulische lift is dat er geen machine kamer nodig is boven de liftschacht. Daarnaast is het aandrijfmechanisme namelijk de pomp met het oliereservoir niet aan plaatsgebonden. Het kan dus overal in het gebouw worden ondergebracht. Wat onderhoud betreft is het in vergelijking met de tractieliften veel geringer. De hydraulische lift heeft namelijk ook zijn nadelen. Een daarvan is dat het te installeren motorvermogen zeer groot moet zijn aangezien de vloeistofpomp het volle gewicht van de liftkooi moet verplaatsen.

52

Bron: www.tudelft.nl

Foto: Verti ale oor ne e van een y rauli

e lift52

93

BIJLAGE 4:

Variable Refrigerant Flow koel y tee


Het VRF ( Variable Refrigerant Flow ) koelsysteem is een centraal koelsysteem gebruikt voor het koelen van meerdere ruimten. Hierbij wordt er op 1 centrale buitenunit meerdere binnenunits aangesloten. Er kunnen in totaal maximaal 42 binnenunits worden aangesloten op 1 buitenunit. Omdat het systeem in staat moet zijn om ook bijvoorbeeld slechts 1 binnendeel van de 42 stuks te koelen, moet de koudemiddelstroom vanuit de buitenunit kunnen variren. Het systeem kan aangestuurd worden door een gentegreerd software systeem. Voordelen van een VRF systeem zijn:
y y y y y

Laag stroomverbruik en een hoog rendement Laag geluidsniveau zowel binnen als buiten het gebouw Zeer ingrijpend om te installeren Ingrijpend in onderhoud Milieuvriendelijke koelmiddelen

53

Bron: www.allseasonshire.eu

Foto: VRF koel y tee

53

94

BIJLAGEN 5:

Tegel rager
Tegeldragers zijn hulpstukken die worden toegepast onder tegels die bijvoorbeeld op een dakterras liggen en blootgesteld wordt aan regen. De tegeldragers zijn in verschillende modellen die in hoogte, breedte en mogelijkheden verschillen te verkrijgen. Er zijn namelijk ook verstelbare tegeldragers die het mogelijk maken oneffenheden van de ondergrond makkelijk te corrigeren. Voor bitumineuze ondergronden zijn polyurethaan gebonden rubbergranulaat tegeldragers het meest geschikt. De rubberen tegeldrager werkt schokdempend en zorgt voor een goede geluidsisolatie. Daarnaast is de tegeldrager een bescherming van de bitumineuze laag en vergemakkelijkt het vervangen van de tegels zonder de bitumineuze laag te beschadigen.

54 55 56

Bron: http://www.tegeldragerswinkel.nl/ Bron: http://www.granuflex.nl/pd-23825-7-24014/product/rubber_tegeldragers.html Bron: http://www.dakweb.nl

Foto: Tegel op tegel rager

56

Foto: Regelbare tegel rager

54

Foto: Rubberen tegel rager

55

95

BIJLAGEN 6

CAD Tekeningen: Plattegronden Doorsneden Gevels

96

You might also like