You are on page 1of 29

1

HANDELINGEN9

DebekeringvanSaulus(Hand.22:6-16;26:12-18)

Hand9:1
'0 e. Lau e, . t . :i. ai a :.t , sat |e ieu .t , eu , aa , eu sut eu, :ec.a i a
a ,t..t

'0 Lau e, subst.nom.masc.sing. e Lau e, Saulus
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. t bijwoord . t nog
. :i. ai part.praes.A.nom.masc.sing. . :i. a (in)ademen,(uit)blazen
a :.t , subst.gen.(ww)fem.sing. a :.t dedreiging
|e ieu subst.gen.(ww)masc.sing. e |e ie, demoord,dedoodslag
.t , voorzetsel(+4) .t , naar,in,tegen,op,bij
eu , aa , subst.acc.masc.plur. e a , deleerling
eu sut eu subst.gen.(poss)masc.sing. e su te, deheer
:ec.a i part.aor.A.nom.masc.sing. :ec. ,eat gaannaar,naderen
a a ,t..t subst.dat.(soci)masc.sing. e a ,t..u , dehogepriester

En Saulus, terwijl hij nog dreiging en moord brieste (of: ademde) tegen de leerlingen van de Heer,
gingnaardehogepriester,

NBG: En Saulus, nog dreiging en moord blazende tegen de discipelen des Heren, ging naar de
hogepriester,

Opmerkingen:
e e. Lau e, is een anafoor (terugverwijzing) en slaat op Handelingen 8:3 (Saul echter
verwoesttedegemeente,terwijlhijhuisaanhuisbinnengingenmannenenvrouwenmeesleepte,
enhijleverdehenoverin(de)gevangenis(:a.et eeu .t , |uas i)).ZieConzelmanne.a.,Acts
oftheapostles.Hermeneia,71;Barrett,ICC,445;BDR260.
Op. :i. a(werkwoordvangeur)volgtdoorgaanseengenitief,zoookhier(zieGrieks1,bijlage
5.2.5; BDR 174; Robertson, GGNT, 507)). Het verbum wordt onder meer gebruikt in Ps. 18
(17),16:a :e . :i.u c.a, :i.u ae, e , , ceu([degrondvestenvandewereldkwamenbloot
teliggen]vanwegehetblazenvandeademvanUwneus).Vgl.Jozua10:40:(sat :a i . :i. ei
,a , .a. .uc.i:enhijverbandealles,watademhad).BauerenRieneckervertalen. :i. a
met schnauben (snuiven, briesen, blazen, snuiten): bildliche Bezeichnung des heftigen
Zornesaffektes (Rienecker)). Blass, Debrunner en Rekopf houden het echter bij ademen (BDR
174):DrohungundMordatmend.
a :.t , sat |e ieu vormen mogelijk een zogeheten hendyadis (een uitdrukking van een
onderschikkende combinatie van begrippen door een nevenschikkende verbinding: dreiging met
moord). Haenchen ontkent dat: Saulus heeft immers daadwerkelijk gemoord (Haenchen, KEK,
268nt.1).
a a ,t..t is volgens Wallace een dative of destination, een dativus sociativus, die hoort bij
intransitievewerkwoordenalsgaan(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,148).

Hand9:2
cae :a` au eu . :tcea , .t , ^aacse i :e , a , cuia,a,a ,, e :a, .a i tia, .u ,
e eeu e ia,, a iea, . sat ,uiat sa,, e.e.. ieu, a ,a , .t , `I.euca .

cae indic.aor.M.3
e
pers.sing. at . a vragen
:a` voorzetsel(+2) :aa vandekantvan,namens
au eu pron.pers.gen.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
. :tcea , subst.acc.(obi)fem.plur. . :tce debrief
.t , voorzetsel(+4) .t , naar,in,tegen,op,bij
^aacse i subst.acc.fem.sing. ^aacse , Damascus
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,tot,bij
a , cuia,a,a , subst.acc.fem.plur. cuia,a, desynagoge
e :a, voegwoord+finalebijzin e :a, opdat,dat,om
.a i voegwoord+conditionelebijzin . a i als,indien,ofmisschien
tia, pron.indef.acc.(AcP)masc.plur. t , wie,wat

2
.u coni.aor.A.3
e
pers.sing. .u tc sa vinden
, e eeu subst.gen.(poss)fem.sing. e ee , deweg
e ia, part.praes.A.acc.(AcP)masc.plur. .t t zijn
a iea, subst.acc.(AcP)masc.plur. e a i deman
. sat voegwoord . sat zowelals
,uiat sa, subst.acc.(AcP)fem.plur. ,ui devrouw
e.e.. ieu, part.perf.P.acc.masc.plur. e. a binden,indeboeienslaan
a ,a , coni.aor.A.3
e
pers.sing. a ,a vertrekken,gaan
`I.euca subst.acc.fem.sing. e `I.ece ua Jeruzalem

en vroeg van hem brieven (bestemd) voor de synagogen in Damascus, om als hij enige mannen of
vrouwenzouvindendievandewegwaren(lett.vandewegtezijn),hengeboeidnaarJeruzalemmee
tekunnenvoeren.

NBG:envroegvanhembrievennaarDamascusvoordesynagogen,om,alshijmannenenvrouwen,
dievandiewegwaren,zouvinden,hengevankelijknaarJeruzalemtebrengen.

Opmerkingen:
Handschriften geven verschillende aanduidingen voor , e eeu e ia, (zijnde van de weg): de
woordvolgorde verschilt, soms voegen manuscripten nog au , toe, om de bijzonderheid van
dezewegtebenadrukken.Welkewoordvolgordedejuisteis,hangtvolgensMetzgerafvanwatje
alsmoeilijkelezingbeschouwt(TCGNT,316).
at . a krijgt normaliter een dubbele accusativus (iemand iets vragen), maar hier niet, omdat
sprake is van een medium i.p.v. een activum, vergezeld van :aa (+2): iets van iemand vragen
(vgl.Grieks1,bijlage5.4.1.2;BDR155,2;Robertson,GGNT,482;Bauer,at . a).
e :a, .a i tia, .u is een coniunctivus generalis (hier bedoeld als onzeker, maar wel
mogelijk). In Klassiek Grieks was hier een irrealis (met indicativus) of potentialis (met optativus)
gebruikt (BDR 373,11; Wallace, Greek grammar beyond the basics, 471, 699). Merk in dit
verbandopdatN en Ehiera ihebben(Robertson,GGNT,190,1018).
a iea, . sat ,uiat sa,iseentussenzinineentussenzin(BDR478,2).
Na.u tc savolgtdoorgaanseenaccusativuscumparticipio,eenconstructiemeteendeelwoord
en een accusatief, waarbij het participium wordt vertaald als een infinitief: .u e ia, (hij vond
hen[vandeweg]tezijn).ZieGrieks1,par.21.7;Robertson,GGNT,1041.
Het lidwoord van , e eeu is een lidwoord par excellence. Het duidt in dit geval niet zomaar op
de weg, maar op DE weg (Wallace, Greek grammar beyond the basics, 224). Het is bovendien
eenpredicatievegenitivuspossessivus(Robertson,GGNT,497).

Hand9:3
`Ei e. a :e.u.cat . ,. i.e au e i . ,,t ,.ti ^aacsa , .at|i, . au e i :.t ca.i
|a , . s eu eu aieu

`.i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
a :e.u.cat infin.praes.M. :e.u eat gaan,vertrekken,reizen
. ,. i.e indic.aor.M.3
e
pers.sing. ,t ieat worden,gebeuren
au e i pron.pers.acc.(AcI)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
. ,,t ,.ti infin.praes.A. . ,,t ,a naderen
^aacsa subst.dat.(soci)fem.sing. ^aacse , Damascus
.at|i, bijwoord . at |i, plotseling
. voegwoord . en
:.t ca.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. :.taca :a verblinden,omstralen
|a , subst.nom.neut.sing. e |a , hetlicht
. s voorzetsel(+2) . s uit,van,sedert
eu eu aieu subst.gen.(part)masc.sing. e eu aie , dehemel

Enterwijlhijopreiswas(gegaan),gebeurdehet,dathijDamascusnaderde.Enplotselingomstraalde
hemeenlichtuitdehemel,

NBG: En terwijl hij daarheen op weg was, geschiedde het, toen hij Damascus naderde, dat hem
plotselinglichtuitdehemelomstraalde;

3
Opmerkingen:
`Ei e. a :e.u.cat is een gesubstantiveerde infinitief, die typisch is voor Lucas (komt 40
keer voor in Lucas, tegen 5 maal in Handelingen). Daardoor verandert de betekenis van het
voorzetsel . i van in in terwijl, tijdens, toen (Grieks 1, par. 25.7; BDR 404,2; Burton 415;
MoultonII,427,450).:e.u.catkaneventueelwordenvertaaldalseeneffectieveaoristus.
. ,. i.e (=onpersoonlijkeuitdrukking)au e i . ,,t ,.ti iseenaccusativuscuminfinitivo,die we
vertalen d.m.v. een bijzin, waarin het lijdend voorwerp onderwerp wordt en de infinitief
persoonsvorm(Grieks1,par.16.3;BDR408).
Eigennamen en plaatsnamen krijgen in het NT zelden een lidwoord. Daar waar het wel staat, is
vaaksprakevaneen verwijzingnaareeneerdergebruikvanhet woord(anafoor).Zo verwijst
^aacsa naar. :tcea , .t , ^aacse i uitvers2(BDR260,2;261,1).
. ,,t ,a krijgt in dit vers een dativus sociativus (bedoeld is wellicht de gemeente in Damascus
(metonymia)),terwijleengenitivuslocativusgebruikelijkeris(Robertson,GGNT,538).

Hand9:4
sat :.ca i . :t i , i seuc.i |ai i . ,eucai au a Laeu Laeu , t . eta s.t,,

:.ca i part.aor.Anom.masc.sing. :t :a vallen
. :t voorzetsel(+4) . :t op
i , i subst.acc.fem.sing. , deaarde
seuc.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. a seu a horen
|ai i subst.acc.(obi)fem.sing. |ai destem
. ,eucai part.praes.A.acc.fem.sing. . ,a zeggen
au a pron.pers.dat.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
Laeu subst.voc.masc.sing. e Laeu Saul
t pron.interr.acc.(adv)neut.sing. t , wie,wat
. pron.pers.acc.(obi)sing. . ,a ik
eta s.t, indic.praes.2
e
pers.sing. eta sa vervolgen

entoenhijopdegrondwasgevallen,hoordehijeenstemdietegenhemzei(ofcordinerend:hijviel
opdegrondenhoordeeenstemtegenhemzeggen):Saul,Saul,waaromvervolgjemij?

NBG:enteraardegevallen,hoordehijeenstemtotzichzeggen:Saul,Saul,waaromvervolgtgijMij?

Opmerkingen:
Enkele manuscripten hebben na eta s.t, nog: cse i cet :e , s. ia ast ,.ti (het doet
je pijn om tegen de prikkels achteruit te slaan). Metzger beschouwt het zinsdeel als secundair,
temeer daar sommige handschriften dit na eta s.t, in vers 5 hebben staan (TCGNT, 317). In
Hand.26:14ishetzinnetjeoverigenswelindehoofdtekstopgenomen.
a seu a krijgt hier een accusatief, terwijl in vers 7 een genitivus volgt. Volgens sommigen, onder
wie Wallace, wil dit mogelijk zeggen dat Paulus de woorden niet zozeer aanhoorde (genitief),
maar verstond (accusatief). Zie Wallace, Greek grammar beyond the basics, 133,134. Blass,
DebrunnerenRekopfmerkenechteropdatLucasdenaamvallennaa seu adoorelkaargebruikt.
Vgl.Grieks1,par.21.7,nt.59;BDR173,5;416,5;Robertson,GGNT,506,1042;Conzelmann,
Hermeneia,71;Barrett,ICC,449;Haenchen,KEK,270nt.3.
Laeu iseenniet-gehelleniseerdesemitischevocatief(vgl.e Lau e,).ZieBDR53,5.
Het dubbele Laeu Laeu is een epanadiplosis, een nadrukkelijke verdubbeling van een
belangrijkwoord(BDR493,2).
eta s.t, iseenverbumiudicialis,waarbijdepersoon(Mij)indeaccusatiefstaat(endeschuldin
degenifitief).ZieGrieks1,bijlage5.2.5.
t iseenaccusativusadverbialis(eigenlijketa t ).ZieGrieks1,bijlage5.4.2.3.

Hand9:5
.t :.i e. t , .t , su t., e e. . ,a .t t `Iceu , e i cu eta s.t,

.t :.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. . ,a zeggen
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
t , pron.interr.nom.neut.sing. t , wie,wat
.t indic.praes.A.2
e
pers.sing. .t t zijn
su t. subst.voc.masc.sing. e su te, deheer
. ,a pron.pers.nom.sing. . ,a ik

4
.t t indic.praes.A.1
e
pers.sing. .t t zijn
`Iceu , subst.nom.(pred)masc.sing. e `Iceu , Jezus
e i pron.rel.acc.(obi)masc.sing. e , die,dat,hetwelk,wie,hetgeen
cu pron.pers.nom.sing. cu jij
eta s.t, indic.praes.A.2
e
pers.sing. eta sa vervolgen

Enhijzei:WiebentU,Heer?EnHijzei:IkbenJezus,diejij(steeds)vervolgt.

NBG:Enhijzeide:WiezijtGij,Here?EnHijzeide:IkbenJezus,diegijvervolgt.

Opmerkingen:
Enkele manuscripten hebben na het verbum iudicialis eta s.t, nog: cse i cet :e , s. ia
ast ,.ti (het doet je pijn om tegen de prikkels achteruit te slaan). Metzger beschouwt het
zinsdeel als secundair, temeer daar sommige handschriften dit na eta s.t, in vers 4 hebben
staan(TCGNT,317).InHand.26:14ishetzinnetjeoverigenswelindehoofdtekstopgenomen.
In de weergave van een gesprekkunnen formules als zei hij achterwege blijven, zoals ook hier
.t :.iontbreektnae e. (BDR480,6).

Hand9:6
a a a ia ct sat .t c.. .t , i :e ti sat a c.at cet e t c. e.t :et.t i.

a a voegwoord a a maar
a ia ct imp.aor.A.2
e
pers.sing. a it caat gaanstaan
.t c.. imp.aor.A.2
e
pers.sing. .t c. ,eat binnengaan
.t , voorzetsel(+4) .t , naar,binnen,in,op,tegen
i :e ti subst.acc.fem.sing. :e t, destad
a c.at indic.fut.P.3
e
pers.sing. a. a praten,spreken
cet pron.pers.dat.(obi)sing. cu jij
e t pron.rel.acc.(obi)neut.sing. e ct, die,dat,hetwelk,wie,hetgeen
c. pron.pers.acc.(obi)sing. cu jij
e.t indic.praes.A.3
e
pers.sing. e. a moeten
:et.t i infin.praes.A. :et. a doen,maken

Maarstaopengadestadinen(dan)zaljewordengezegd(of:verteld)watjemoetdoen.

NBG:Maarstaopengadestadbinnenendaarzalugezegdworden,watgijdoenmoet.

Opmerkingen:
De Textus Receptus vervangt a a door: . ai . sat aa i .t :., Ku t., t . . .t,
:et cat sat e Ku te, :e , au e i, (Enhij zei,bevend en zeerbeangstigd: Heer, wat wiltGij
datikdoenzal?EndeHeerzeitothem:).VandezetekstbestaatgeenGrieksegetuige,alleende
Vulgaat kent het zinnetje. Het is door Erasmus geleend van Hand. 22:10 en 26:14, twee andere
versiesvandepaulijnsebekeringsgeschiedenis(TCGNT,318).
a a is hier mogelijk geen tegenstellend voegwoord (vgl. Haenchen, KEK, 270 nt. 5), maar een
verbindingswoord, dat kan worden vertaald met de interjectie Well!. Barrett noemt die vertaling
echternotquitesatisfactoryensuggereertdeaansporing:Upyouget(Barrett,ICC,451).
Vers6ishetenigeversinhetNTwaarhetrelativume ,t,voorkomtineenindirectevraagstelling
(BDR300,1;GG143a;Robertson,GGNT,731,739,1044-1045,1176).Deindirectevraagisin
zn geheel lijdend voorwerp bij a. a (GG 273c). Enkele handschriften hebben hier alleen t
(Barrett,ICC,451).
CodexBleest.t ctt(imperatiefvan.t t ?)i.p.v..t c..(Robertson,GGNT,313,1215).

Hand9:7

et e. a ie., et cuiee.u ei., au a .t c s.tcai . i.et , a seu ei., . i , |ai , e. ia e.


.aeu i.,.

et a ie., subst.nom.masc.plur. e a i deman
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
cuiee.u ei., part.praes.A.nom.masc.plur. cuiee.u a reizenmet(+3)
au a pron.pers.dat.(soc)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
.t c s.tcai indic.plusq.perf.A.3
e
pers.plur. t caat gaanstaan,blijvenstaan
. i.et adj.nom.masc.plur. . i. e, doof,stom
a seu ei., part.praes.A.nom.masc.plur. a seu a horen

5
. i e.
voegwoord
. i e.
wel(iswaar),maar
, |ai , subst.gen.fem.sing. |ai destem
e. ia adj.acc.masc.sing. e.t , niemand
.aeu i., part.praes.A.nom.masc.plur. .a. a zien

En de mannen die met hem reisden stonden sprakeloos, doordat ze wel de stem hoorden, maar
niemandzagen.

NBG:Endemannen,die methemreisden,stonden sprakeloos,daar zij weldestemhoorden,maar


niemandzagen.

Opmerkingen:
, |ai , ishiereenanafoor:hetlidwoordverwijstnaareeneerderevermeldingvanhetwoord
(nl.invers4).ZieWallace,Greekgrammarbeyondthebasics,220;Robertson,GGNT,762.
a seu a krijgt hier een genitief, terwijl in vers 4 een accusativus volgt (Grieks 1, par. 21.7, nt. 59;
Robertson,GGNT,506, 1042;Conzelmann, Hermeneia, 71; MoultonI,p. 66).Wallace vermoedt
eenbetekenisverschil,temeerdaarinPaulusandereversievanditverhaal(Hand.22:9)staatdat
zij de stem NIET hoorden. In dit laatste geval wordt a seu a gevolgd door een accusatief, wat
volgensWallaceduidtophetverstaan(begrijpen)vaneenstem(Wallace,Greekgrammarbeyond
thebasics,133,134;vgl.Robertson,GGNT,449,472,506).Hetgebruikvandegenitiefbenadrukt
dat de mannen geluid hoorden, maar geen woorden konden onderscheiden (Barrett, ICC, 451).
Blass,DebrunnerenRekopfzienoverigens geen verschil(BDR173,5;416,5).Het participium
a seu ei., vertalenwehieroverigensmeteencausaal(daar)i.p.v.temporeelvoegwoord.
au a is een dativus sociativus (Grieks 1, bijlage 5.3.3.1; Wallace, Greek grammar beyond the
basics, 159; Robertson, GGNT, 529). Merk op dat het begeleidende werkwoord cui- als prefix
heeft(waaropaltijdeendativusvolgt).
Hetplusq.perf..t c s.tcaigedraagtzichalseenpraesensenbetekentstonden(resultativus).

Hand9:8
,. e. Lau e, a :e , , ,, a i.a ,. iai e. a i e|aa i au eu eu e. i . .:.i
,.ta,a,eu i., e. au e i .t c ,a,ei .t , ^aacse i.

,. indic.aor.P.3
e
pers.sing. . ,.t a doenopstaan,wakkermaken
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
Lau e, subst.nom.masc.sing. e Lau e, Saulus
a :e voorzetsel(+2) a :e van(af),sedert,tengevolgevan
, , , subst.gen.fem.sing. , deaarde
a i.a ,. iai part.perf.P.gen.(abs)masc.plur. a iet ,a openen
a i e|aa i subst.gen.(abs)masc.plur. e e |ae , hetoog
au eu pron.pers.gen.(poss)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
eu e. i adj.acc.(obi)neut.sing. eu e.t , niemand
. .:.i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. . :a zien
,.ta,a,eu i., part.praes.A.nom.masc.plur. ,.ta,a,. a bijdehandleiden(of:-nemen)
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
.t c ,a,ei indic.aor.A.3
e
pers.plur. .t ca ,a voerennaar
.t , voorzetsel(+4) .t , naar,op,tegen
^aacse i subst.acc.fem.sing. ^aacse , Damascus

EnPaulusstondopvandegrondenhoewelzijnogenopenwaren,zaghijniets,endoorhembijde
hand te leiden, brachten zij hem naar Damascus (of: zij leidden hem bij de hand en brachten hem
naarDamascus).

NBG: En Saulus stond op van de grond en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien, en zij
leiddenhembijdehandenbrachtenhemnaarDamascus.

Opmerkingen:
Inplaatsvan ,. e. Lau e, a :e , , ,lezenLatijnsetekstgetuigen.| e. :e , au eu ,,
E,.t a. . a :e , , , sat . ,.ta ai au e i(Enhijzeitothen:helpmeovereind(lett.doe
mijopstaanvandegrond)enzijhielpenhemovereind).ZieTCGNT,318.
a i.a ,. iai is een resultativus n onderdeel van een genitivus obiectivus (dus niet vertalen:
toenhijzijnogenhadgeopend),diehiereenconcessiefvoegwoord(hoewel)meekrijgt.
Hetpassivum ,. verandertdebetekenisvanwerddoenopgestaaninstondop.

6
Wallacesteltvooromhetparticipium,.ta,a,eu i., telezenalsdatgenewaardoor(themeans
by which) een actie plaatsvindt: En door hem bij de hand te leiden, brachten ze hem naar
Damascus(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,630).

Hand9:9
sat i . a, .t , . :ai sat eu s .|a,.i eu e. . :t.i.

i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
. a, subst.acc.fem.plur. . a dedag
.t , adj.card.acc.(temp)fem.plur. .t , drie
partikel niet
. :ai part.praes.A.nom.masc.sing. . :a zien
eu s bijwoord eu niet
.|a,.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. . ct a eten
eu e. voegwoord eu e. enniet,noch
. :t.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. :t ia drinken

Enhijkondriedagennietzien,ookatendronkhijniet.

NBG:Enhijkondriedagenlangnietzien,enhijatofdronkniet.

Opmerkingen:
Hetparticipium. :ai bij i iseenconiugatioperiphrastico(Grieks1,bijlage6.4;BDR353,7;
Robertson,GGNT,1172;MoultonII,p.452).
. a, .t , iseenaccusativustemporis(betreffendedetijdsduur).ZieGrieks1,bijlage5.6.

Hand9:10
'Hi e. t, a , . i ^aacsa e ie at 'Aiait a,, sat .t :.i :e , au e i . i e a at e
su te, 'Aiaita. e e. .t :.i t eeu . ,a , su t..

i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
t, pron.indef.nom.masc.sing. t , eenzekere
a , subst.nom.masc.sing. e a , deleerling
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
^aacsa subst.dat.fem.sing. ^aacse , Damascus
e ie at subst.dat.(resp)neut.sing. e e iea denaam
'Aiaita, subst.nom.masc.sing. e 'Aiait a, Ananias
.t :.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. . ,a zeggen
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,bij
au e i pron.pers.acc.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
e a at subst.dat.neut.sing. e e aa hetgezicht,schouwspel,visioen
e su te, subst.nom.masc.sing. e su te, deheer
'Aiaita subst.voc.masc.sing. e 'Aiait a, Ananias
t eeu partikel t eeu zie
. ,a pron.pers.nom.sing. . ,a ik
su t. subst.voc.masc.sing. e su te, deheer

Nuwaser(lett.Enerwas)inDamascuseenleerlingmetdenaamAnanias(lett.Jahweisgenadig),
endeHeerzeitegenhemineenvisioen(lett.gezicht):Ananias!Enhijzei:Zie(hier)benik,Heer.

NBG: Nu was er te Damascus een discipel, genaamd Ananias; en de Here zeide tot hem in een
gezicht:Ananias!Enhijzeide:Zie,hierbenik,Here.

Opmerkingen:
e. leidt hier geen volgende handeling in, maar een nieuwe mededeling: nu of the next point to
note(Abbott,JG2070).Vgl.Joh.2:6.
sat is hier volgens Blass c.s. gebruikt in plaats van een relativum. Er had nl. ook kunnen staan
:e , e i .t :.i:totwiedeHeerineengezichtzei[...](BDR442,12).
a , iseensynoniemvoorchristen.Vgl.Barrett,ICC,453;Haenchen,KEK,271.
e ie atiseendatiefvanbetrekking(dativusrespectus).ZieGrieks1bijlage5.3.2.2;BDR197.2
Merk op dat e e aa niet op een nachtelijke droom duidt (vgl. e . iu :itei), maar op een
toestandvanontvankelijkheidvooreenboodschapuitdehemel(ThWNTV,372f).

7
Hand9:11
e e. su te, :e , au e i a iaca , :e.u t . :t i u i i saeu. ii Eu .tai sat
, cei . i et sta `Ieu ea Lau ei e ie at Tac.a t eeu ,a :ec.u ,.at

e su te, subst.nom.masc.sing. e su te, deheer
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,bij
au e i pron.pers.acc.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a iaca , part.aor.A.nom.masc.sing. a it ct opstaan
:e.u t imp.aor.P.2
e
pers.sing. :e.u eat gaan,vertrekken,reizen
. :t voorzetsel(+4) . :t naar,tegen,op
i u i subst.acc.(uitw.obi)fem.sing. u destraat
i saeu. ii part.praes.P.acc.(uitw.obi)fem.sing. sa. a roepen,noemen
Eu .tai adj.acc.(uitw.obi)fem.sing. .u u , recht(streeks),direct,dadelijk
, cei imp.aor.A.2
e
pers.sing. ,. a zoeken,vragen
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
et sta subst.dat.fem.sing. et st a hethuis
`Ieu ea subst.gen.(poss)masc.sing. e `Ieu ea, Judas
Lau ei subst.acc.(obi)masc.sing. e Lau e, Saulus
e ie at subst.dat.(resp)neut.sing. e e iea denaam
Tac.a subst.acc.(obi)masc.sing. e Tac.u , Tarsus
t eeu partikel t eeu zie
,a voegwoord ,a want
:ec.u ,.at indic.praes.M.3
e
pers.sing. :ec.u ,eat bidden

EndeHeerzeitegenhem:Staopenganaardestraat(lett.nadatjebentopgestaan,moetjenaarde
straatgaan)die(de)RechtewordtgenoemdenvraaginhethuisvanJudasnaar(iemand)uitTarsus
metdenaamSaulus.Wantzie,hijisaanhetbidden.

NBG:EndeHerezeidetothem:Staopenganaardestraat,diedeRechteheet,envraagtenhuize
vanJudasnaariemanduitTarsus,genaamdSaulus,wantzie,hijisingebed

Opmerkingen:
e e. su te, :e , au e i is een ellips, een weglating van .t :.i (zei), die kan voorkomen in
lopendegesprekken(BDR480,6).
Codex B heeft in plaats van het deelwoord a iaca , de imperatief a ia ca, een koin-vorm die
Bolhuis en Hensels niet geven, maar Hoffmann en Von Siebenthal wel (GG 105e, 118; vgl.
Robertson, GGNT, 310; Moulton II, p. 210). Mogelijk heeft er ook een gebiedende wijs gestaan,
die bij wijze van een (volgens Barrett gemiteerd) semitisme pleonastisch was gebruikt bij
:e.u t en die door de auteur om taalkundige redenen is gewijzigd in een participium (BDR
95,7; 419,4; 461,3; vgl. Barrett, ICC, 453).Wallace gaat hier nader op in en spreekt van een
participium van bijkomende omstandigheden (het deelwoord a iaca , drukt een actie uit die
gelijkwaardig is aan die van het bepaalde werkwoord :e.u t). Het deelwoord is taalkundig
afhankelijk, maar wordt onafhankelijk vertaald als een werkwoord in dezelfde vorm als het
bepaaldewerkwoord,inditgevalduseenimperatief(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,
644).HaenchennoemtdeconstructieoverigenseenLXX-Wendung(Haenchen,KEK,272).
i u i i saeu. ii Eu .tai is een accusatief van het uitwendige object (of:
predicatieve accusatief), waarbij het ene lijdende voorwerp predicatief is gebruikt bij het andere.
Beideaccusatievenwordenverbondendooreengelijkstellend(Eng:equative)werkwoord,hetzij
indeinfinitief,hetzijalsparticipium(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,191).Derechte
wordtzoonderdeelvaneennaam(derechtestraat).ZieHaenchen,KEK,272.
e ie at iseendativusrespectus(van betrekking),die doorgaansvolgtopde betreffendenaam
(zieookvers12).ZieBDR197.2
:ec.u ,.at is een praesens met een lineair aspect, dat een nog lopende handeling uitdrukt
(vergelijkdeEngelseing-vorm).ZieGG197a.

Hand9:12
sat .t e.i a iea [. i e a at] 'Aiaitai e ie at .t c.e ia sat . :t. ia au a [a ,] ,.t a,
e :a, a ia. .

8
.t e.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. e a a zien
a iea subst.acc.(obi)masc.sing. e a i deman
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
e a at subst.dat.neut.sing. e e aa hetgezicht,schouwspel,visioen
'Aiaitai subst.acc.(AcP)masc.sing. e 'Aiait a, Ananias
e ie at subst.dat.(resp)neut.sing. e e iea denaam
.t c.e ia part.aor.A.acc.(AcP)masc.sing. .t c. ,eat binnenkomen
. :t. ia part.aor.A.acc.(AcP)masc.sing. . :tt t opleggen
au a pron.pers.dat.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a , ,.t a, subst.acc.(obi)fem.plur. ,.t dehand
e :a, voegwoord+finalebijzin e :a, opdat
a ia. coni.aor.A.3
e
pers.sing. a ia. :a opnieuwzien

en hij heeft [in een visioen] een man genaamd Ananias zien binnenkomen en hem de handen
opleggen,opdathijweerkon zien.[NBV:enhijheeftineenvisioengeziendateenmandieAnanias
heetbinnenkomtenhemdehandenoplegtomhemweertelatenzien]

NBG: en hij heeft in een gezicht een man, genaamd Ananias, zien binnenkomen en hem de handen
opleggen,opdathijweerzienkon.

Opmerkingen:
. i e a at komt op verschillende plekken in de zin voor of is soms helemaal weggelaten (vgl.
Codex Sinaiticus, Alexandrinus en mss 81). Maar dat hier een visioen van Paulus wordt
beschreven,staatwelvast(TCGNT,319;Barrett,ICC,454;Haenchen,KEK,272nt.3).
.t e.i .t c.e ia sat . :t. ia is een accusativus cum participio (Grieks 1, par. 21.7;
Robertson,GGNT,864;1116).
Hetparticipiumvandeaoristus.t c.e iaheeftgeentijdsbepaling,maarvatdehandelinginn
punt samen (momentaan aspect). Hoffmann en Von Siebenthal hebben het in dit verband over
een konstatierend-komplexiver aorist (GG 194f-h). Maar er kan in dit vers ook sprake zijn van
een effectieve aoristus, die het eindpunt van een handeling benadrukt, zoals in de NBV en de
W95(GG204b).Vgl.Grieks1,bijlage6.2.3;Robertson,GGNT,1114;Burton146.
e ie at iseendativusrespectus(van betrekking),die doorgaansvolgtopde betreffendenaam
(zieookvers11).ZieBDR197.2.

Hand9:13
a :.st e. 'Aiaita, su t., seuca a :e :ea i :.t eu a iee , eu eu e ca sasa et ,
a ,t et, ceu . :etc.i . i `I.euca

a :.st indic.aor.P.3epers.sing. a :est ieat antwoorden,hetwoordnemen
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
'Aiaita, subst.nom.masc.sing. e 'Aiait a, Ananias
su t. subst.voc.masc.sing. e su te, deHeer
seuca indic.aor.A.1epers.sing. a seu a horen
a :e voorzetsel(+2) a :e van(af),seder,tengevolgevan
:ea i adj.gen.masc.plur. :eu , veel
:.t voorzetsel(+2) :.t over,aangaande
eu a iee , subst.gen.masc.sing. e a i deman
eu eu pron.dem.gen.masc.sing. eu e, deze,die,dit,dat
e ca pron.rel.acc.(uitw.obi/d.a.)neut.plur. e ce, hoeveel
sasa adj.acc.(uitw.obi/dubb.acc)neut.plur. sase , slecht
et , a ,t et, adj.dat.(incom)masc.plur. a ,te, heilig
ceu pron.pers.gen.(poss)sing. cu jij
. :etc.i indic.aor.A.3epers.sing. :et. a doen,maken
. i voorzetsel(+3) . i in
`I.euca subst.dat.fem.sing. `I.euca Jeruzalem

Maar Ananias antwoordde: Heer, ik heb gehoord van velen over deze man, hoeveel slechts (of:
slechtedingen)hijUwgelovigeninJeruzalemheeftaangedaan.

NBG:EnAnaniasantwoordde:Here,ikhebvanvelenoverdezemangehoord,hoeveelkwaadhijuw
heiligenteJeruzalemaangedaanheeft;

9
Opmerkingen:
DeLuthersevertalingkoppeltJeruzalemlosvanUwheiligen:[...]hoeveelkwaadhijuwheiligen
gedaanheeftteJeruzalem.
:et. abetekenthierietsiemandaandoen(d.w.z.totiemandsnadeel).Vgl.Bauer,:et. a-d,.
e ca sasa et , a ,t et, ceu . :etc.i is een restant van een Attische accusativus van het
uitwendigeobject,d.w.z.eenstijlfiguurwaarbijhetenelijdendevoorwerppredicatiefisgebruiktbij
hetandere.InhetNTisnamelijkdeklassiekedubbeleaccusatiefdoorgaansvervangendooreen
datief,inditversdooreendativusincommodi(et , a ,t et,).Vgl.BDR157,2;Robertson,GGNT,
484;Barrett,ICC,454.Opmerkelijkisdatdeaccusatiefvolgtopeenwerkwoordvanwaarneming,
a seu a, waarna in het klassieke Grieks doorgaans een genitivus volgt (BDR 173.2). Mogelijk
duidta seu ahieropbegrijpen,verstaan(vgl.vers7).ZieookGrieks1,par.21.7.
Inplaatsvana :e hadhier ook:aa kunnenstaan(metgenitivus),maarhetNTheeftvakera :e
naa seu a(BDR210,3).
Het gesubstantiveerde adjectief et , a ,t et, is generiek bedoeld, en wordt hier gebruikt voor de
christenenofgelovigen.ZieookHand.9:32,41en26:10(BDR263,2).IndebrievenvanPaulus
komtdebenamingvrijvaakvoormethetoogopdechristeneninJeruzalem(Barrett,ICC,455).

Hand9:14
sat ae. . ,.t .euctai :aa a i a ,t.. ai e cat :a ia, eu , . :tsaeu. ieu, e e iea
ceu.

ae. bijwoord a e. hier
. ,.t indic.praes.A.3epers.sing. . ,a hebben,houden
.euctai subst.acc.(obi)fem.sing. . euct a demacht,gezag
:aa voorzetsel(+2) :aa vandekantvan,namens
a i a ,t.. ai subst.gen.masc.plur. e a ,t..u , dehogepriester
e cat infin.aor.A. e. a (vast)binden
:a ia, adj.indef.acc.(obi)masc.plur. :a , ieder,elk,alle
eu , . :tsaeu. ieu, part.praes.M.acc.(obi)masc.plur. . :tsa. a aanroepen,zichberoepenop
e e iea subst.acc.(obi)neut.sing. e e iea denaam
ceu pron.pers.gen.(poss)sing. cu jij

en hier heeft hij een volmacht van het Sanhedrin (lett. de overpriesters) om allen die Uw naam
aanroepenindeboeienteslaan.

NBG:enhierheefthijvolmachtvandeoverpriestersomallen,dieuwnaamaanroepen,gevangente
nemen.

Opmerkingen:
et a ,t..t , kanhogepriestersbetekenen(vgl.LUV,W78enW95),maardezevertalinggeeft
verwarring,omdaterformeelmaarnhogepriesterwas(zieookHand.9:1).Bauerwijsteropdat
het meervoud duidt op de leden van het Sanhedrin (Barrett: the High Priest together with his
entourage, with whom he acts in concert (ICC, 455)). Gezien het onbepaalde gebruik van het
woordinditverskanookmetSanhedrinwordenvertaald(Bauer,a ,t..u ,-1).
et . :tsaeu .iet e e iea [eu sut eu] is een periphrastische omschrijving van christenen,
diealtentijdevanPaulusinzwangwas(vgl.1Cor.1:2).ZieHaenchen,KEK,273.

Hand9:15
.t :.i e. :e , au e i e su te, :e.u eu, e t cs.u e, . se, , . ct i et eue, eu aca cat
e e iea eu . ia :tei . ia i . sat act. ai ut a i . `Ica

.t :.i indic.aor.A.3epers.sing. . ,a zeggen
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,t.b.v.
au e i pron.pers.acc.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
e su te, subst.nom.masc.sing. e su te, deheer
:e.u eu imp.praes.M.2epers.sing. :e.u eat gaan,vertrekken,reizen
e t voegwoord+causalebijzin e t omdat,dat,want
cs.u e, subst.nom.(pred)neut.sing. e cs.u e, hetwerktuig,instrument,vat
. se, , subst.gen.(qual)fem.sing. . se, deuitverkorene

10
. ct i indic.praes.A.3epers.sing. .t t zijn
et pron.pers.dat.(comm)sing. . ,a ik
eu e, pron.dem.nom.masc.sing eu e, deze,die,dit,dat
eu aca cat infin.aor.A. aca ,a dragen,brengen,overbrengen
e e iea subst.acc.(obi)neut.sing. e e iea denaam
eu pron.pers.gen.(poss)sing. . ,a ik
. ia :tei voorzetsel(+2) . ia :tei voor,tegenover
. ia i subst.gen.(obi)neut.plur. e . ie, hetvolk
. sat ... . voegwoord . sat ... . n...n(enclitisch)
act. ai subst.gen.(obi)masc.plur. e act.u , dekoning
ut a i subst.gen.(obi)masc.plur. e ut e , dezoon
`Ica subst.gen.(poss)masc.sing. e `Ica Israel

Maar de Heer zei tegen hem: Ga, want deze [man] is voor mij een uitverkoren werktuig (of: het
werktuigdatIkhebuitgekozen)ommijnnaam(uit)tedragen(of:hoogtehouden)voorzowelvolken
alskoningenenzonenvanIsrael;

NBG: Maar de Here zeide tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te
brengenvoorheidenenenkoningenendekinderenIsrals;

Opmerkingen:
De meeste imperatieven van het praesens hebben een duratief of iteratief aspect. Toch zijn er
enkele die een eenmalige handeling uitdrukken, waaronder :e.u eu, omdat bij dit werkwoord
vaakeenspecifiekdoelisgegeven,zoalshier,reedsinvers11,deRechteStraat(BDR336,5).
cs.u e, . se, , (Paulinisch taalgebruik, vgl. Rom. 9:23; 2 Cor. 4:7 en 2 Tim. 2:21) is een
genitivus qualitatis (genitief van hoedanigheid), met de functie van adjectief (semitisme). Er had
dus ook cs.u e, . s.se i kunnen staan (Grieks 1, bijlage 5.2.1.4; BDR 165,2; GG 260e;
Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,88;Robertson,GGNT,496;MoultonII,p.440).Het
zinsdeeliseenpredikaatsnomenbij.t t enet(cs.u e, . se, , . ct i et).Vgl.BDR190.1.
eu aca cat is een gesubstantiveerde infinitief, die een verklarende bijstelling inluidt (namelijk
omte...).ZieBDR400,1;GG225a;Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,607;Moulton
I, p. 217. Het gebruik van het werkwoord aca ,a in dit vers is ongebruikelijk (Haenchen, KEK,
273 nt 2). Het NT kent verder alleen de letterlijke betekenis (dragen, in de zin van sjouwen (b.v.
van een kruis), en verdragen). Barrett vermoedt dat hier is bedoeld dat Paulus de boodschap
(samengevatinMijnNaam)moetgaanuitdragen(Barrett,ICC,456).
. sat ... . is een correlatief en betekent zowel ... als. De Leidse Vertaling heeft hier:
heidenen, koningen en zonen Israels, de W95: onder de volken en hun koningen en onder de
Isralieten (BDR 444,5; Robertson, GGNT, 1179). Barrett meent dat de volken en koningen
centraalstaan(then,almostasanafterthought,attachedby.,ofcoursethesonsofIsraeltoo).
Vgl.Barrett,ICC,456.
Hetonbepaaldesubstantief. ia i staatvoorvolken(alleenmeteenlidwoordervoorhadkunnen
wordenvertaaldmetdeheidenen(Barrett,ICC,456).
Hetdemonstrativumeue, vormthiereenzogehetenconstructioadsensum,eenformuleringdie
meerineennatuurlijkedanineengrammaticaleovereenstemmingstaatmethetantecedente
cs.u e,(vgl.eu e)ZieWallace,Greekgrammarbeyondthebasics,331;Robertson,GGNT,704.

Hand9:16
. ,a ,a u :ee.ta au a e ca e.t au e i u :. eu e ie ae , eu :a.t i.

. ,a pron.pers.nom.sing. . ,a ik
,a voegwoord ,a want
u :ee.ta indic.fut.A.1epers.sing. u :ee.t siut tonen,latenzien,bewijzen
au a pron.pers.dat.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
e ca pron.rel.acc.(obi)neut.plur. e ce, zogroot,zoveelals
e.t indic.praes.A.3epers.sing. e. a moeten,nodigzijn
au e i pron.pers.acc.(AcI)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
u :. voorzetsel(+2) u :. tenbehoevevan,voor
eu e ie ae , subst.gen.neut.sing. e e iea denaam
eu pron.pers.gen.(poss)sing. . ,a ik
:a.t i infin.aor.A.(AcI) :a c,a lijden

11
Wantikzalhemlatenzien,alwathijmoetlijdenvoorMijnnaam(lett.zoveelalsnodigisdathijlijdt).

NBG:wantIkzalhemtonen,hoeveelhijlijdenmoetterwillevanmijnnaam.

Opmerkingen:
e ce,wordtnormalitervertaaldmetzogrootals,zoveelals.Datzouhierkunnen,wanneerwede
zinopvattenalseenuitroependezin,maarhetligtmeervoordehandomhetcorrelatieftelezen
als:a ia a (BDR304,5).Veruitdemeestevertalingenmakeneroverigenshoeveelvan.
De onpersoonlijke uitdrukking e.t au e i :a.t i is een accusativus cum infinitivo (het is nodig
dathijlijdt).ZieGrieks1,par.16.3.

Hand9:17
`A: .i e. 'Aiaita, sat .t c .i .t , i et stai sat . :t.t , . :` au e i a , ,.t a, .t :.i
Laeu a e.|. , e su te, a :. cas. i ., `Iceu , e e|.t , cet . i e ea ,eu, e :a,
a ia. , sat :c , :i.u ae, a ,t eu.

a : .i indic.aor.A.3
e
pers.sing. a :. ,eat weggaan,heengaan
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
'Aiaita, subst.nom.masc.sing. e 'Aiait a, Ananias
.t c .i indic.aor.A.3
e
pers.sing. .t c. ,eat naarbinnengaan
.t , voorzetsel(+4) .t , naarbinnen,in,op,naar,tegen
i et stai subst.acc.fem.sing. et st a hethuis
. :t.t , part.aor.A.nom.masc.sing. . :tt t opleggen,plaatsenop
. :` voorzetsel(+4) . :t naar,tegen,op
au e i pron.pers.acc.(dubb.acc)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a , ,.t a, subst.acc.(dubb.acc)fem.plur. ,.t dehand
.t :.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. . ,a zeggen
Laeu subst.voc.masc.sing. e Laeu Saul
a e.|. subst.voc.masc.sing. e a e.|e , debroeder
e su te, subst.nom.masc.sing. e su te, deheer
a :. cas. i indic.perf.A.3
e
pers.sing. a :ec. a wegzenden
. pron.pers.acc.(obi)sing. . ,a ik
`Iceu , subst.nom.masc.sing. e `Iceu , Jezus
e|.t , part.aor.P.nom.masc.sing. e a a zien
cet pron.pers.sing.dat.(obi) cu jij
. i voorzetsel(+3) . i in,op
e ea subst.dat.fem.sing. e ee , deweg
pron.rel.dat.(loc)fem.sing. e , die,dat,wat,hetwelk,wie
,eu indic.imperf.M.2
e
pers.sing. . ,eat gaan,komen
e :a, voegwoord+finalebijzin e :a, opdat,dat,omte
a ia. , coni.aor.A.2
e
pers.sing. a ia. :a opnieuwzien
:c , coni.aor.P.2
e
pers.sing. :t :t vullen,vervullen
:i.u ae, subst.gen.(materiae)neut.sing. e :i.u a degeest
a ,t eu adj.gen.(epex)neut.sing. a ,te, heilig

EnAnaniasvertrokenginghethuisbinnen.Enhijlegdehemdehandenopenzei:Saul,broeder,de
Heer heeft mij gezonden, Jezus, die aan je is verschenen op de weg die je ging, opdat je weer kunt
zienenvervuldwordtvandeHeiligeGeest.

NBG: En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul,
broeder,deHereheeftmijgezonden,Jezus,dieuverschenenisopdeweg, waarlangsgijgekomen
zijt,opdatgijweerzoudtzienenmetdeheiligeGeestvervuldworden.

Opmerkingen:
,eukanookduidenopeenimperfectumvana ,eat,maardatligthiernietvoordehand.Een
combinatievana ,eatmet e ee ,(eenwegbeginneno.i.d.)isonbekend.
Enkele handschriften laten `Iceu , weg, maar Metzger vindt de externe bewijsvoering voor de
naamtesterk(TCGNT,320).
Inhetzinsdeel. i e ea ,eustaateendativuslocativus(indezelfdenaamvalals e ea ),
maar de accusatief van inhoud i was hier eveneensmogelijk geweest (gelet op de functie van
directobjectdiehetverwijswoordheeftbij ,eu).ZieRobertson,GGNT,716,721.

12
Laeu isindeLXXenhetNTdeGrieksevocatiefvandejoodsenaamSaul(vgl.e Lau e,).Zie
BDR53,5.
:i.u ae, a ,t eu is een genitivus materiae bij :t :t (BDR 167,1). Wallace onderscheidt
daarbinneneenverbalgenitiveofcontent(metwelkeinhoud?),waarinditverssprakevanis,en
een genitive of material (van welke stof?). Maar Hoffmann en Von Siebenthal vegen beide op
eenhoop(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,94;vgl.GG161).
Hetlidwoordbijet stai verwijstnaardevorigevermeldingvanhetwoordinvers11(Robertson,
GGNT,762).
De Statenvertaling en de NBG vertalen a ia. , sat :c , met een coniunctivus futuralis
zoudt zien en [zoudt] vervuld worden, terwijl de Telosvertaling en W95 er een coniunctivus
generalisvanmaken(kuntzienenvervuldwordt).

Hand9:18
sat .u . a, a :. :.cai au eu a :e a i e|aa i a , .:t e.,, a i. .. i . sat a iaca ,
. a:t c

.u . a, bijwoord .u . a, terstond,onmiddellijk
a :. :.cai indic.aor.A.3
e
pers.plur. a ia:t :a ergensafvallen
au eu pron.pers.gen.(sep)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a :e voorzetsel(+2) a :e van(af),sedert,tengevolgevan
a i e|aa i subst.gen.masc.plur. e e |ae , hetoog
a , voegwoord a , als,zoals
.:t e., subst.nom.fem.plur. .:t , deschaal,schors,schub
a i. .. i indic.aor.A.3
e
pers.sing. a ia. :a opnieuwzien
. voegwoord . en
a iaca , part.aor.A.nom.masc.sing. a it ct opstaan
. a:t c indic.aor.P.3
e
pers.sing. a:t ,a dopen(med:zichlatendopen)

Endirectvielenhemals(hetware)schubbenvandeogenenhijkonweerzien.Enhijstondopenliet
zichdopen(of:werdgedoopt).

NBG:Enterstondvielenhemalsschubbenvandeogenenhijkonweerzien,enhijstondopenwerd
gedoopt;

Opmerkingen:
DeTextusReceptusvoegtnaa i. .. i . nog:aa, a(terstond)toe(TCGNT,320).
.:t e., duidt op schubben van vissen (Bauer, .:t ,) en is hier figuurlijk gebruikt voor een vlies
overhetoog(vgl.Tob.11:12).
Het prefix a :e wordt vaak herhaald als voorzetsel, zo ook in a :. :.cai a :e a i e|aa i
(Robertson,GGNT,559).
a:t ,akomt77keervoorinhetNT:45keerindepassief,30keerindeactiefen2keermediaal
gebruikt. De passief duidt aan dat de gelovigen zich niet zelf doopten, maar altijd door iemand
werdengedoopt(vgl.Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,426,nt.51).

SaulusprediktinDamascus

Hand9:19
sat aa i e| i . it c,uc.i. `E,. i.e e. .a a i . i ^aacsa aa i . a, tia ,

aa i part.aor.A.nom.masc.sing. aa ia nemen
e| i subst.acc.(obi)fem.sing. e| hetvoedsel
. it c,uc.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. . itc,u a sterken,bevestigen
`E,. i.e indic.aor.M.3
e
pers.sing. ,t ieat worden,gebeuren
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
.a voorzetsel(+2) .a (samen)met
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
^aacsa subst.dat.fem.sing. ^aacse , Damascus
a i aa i subst.gen.masc.plur. e a , deleerling,discipel
. a, subst.acc.(temp)fem.plur. . a dedag
tia , pron.indef.acc.fem.plur. t , iets,enige,sommige,enkele

13
En toen hij voedsel had genomen, werd hij versterkt. En het gebeurde dat (hij) enkele dagen bij de
discipeleninDamascus(was)(of:EnhijwasenigedagensamenmetdediscipeleninDamascus).

NBG: en toen hij voedsel genomen had, werd hij versterkt. En het geschiedde, toen Saulus enige
dagenbijdediscipelenteDamascuswas,

Opmerkingen:
Veel vertalingen rekenen Hand. 9:19a nog tot de vorige perikoop en laten Saulus predikt in
Damascus beginnen bij vers 19b (vgl. H. Conzelmann, Acts, Hermeneia, 74; Haenchen, KEK,
273v).
Sommigehandschriftenhebben. itc,u c(of-u )inplaatsvan. it c,uc.i(BDR,70,4).
|
45
heeft . a, t saia ,,vermoedelijkonderinvloedvanvers23(TCGNT,320;Haenchen,KEK,
278nt1).
Indezinmistau e i .t iat (AcI).Ofis. ,. i.e hierbedoeldalsaoristusvan.t t ?

Hand9:20
sat .u . a, . i at , cuia,a,at , . s ucc.i e i `Iceu i e t eue , . cti e ut e , eu .eu .

.u . a, bijwoord .u . a, terstond,onmiddellijk
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
at , cuia,a,at , subst.dat.fem.plur. cuia,a, desynagoge
. s ucc.i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. su cca verkondigen
e i `Iceu i subst.acc.(obi)masc.sing. e `Iceu , Jezus
e t voegwoord+voorwerpzin e t dat,omdat
eu e , pron.dem.nom.masc.sing. eu e , deze,die,dit,dat
. cti indic.praes.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
e ut e , subst.nom.(pred)masc.sing. e ut e , dezoon
eu .eu subst.gen.(poss)masc.sing. e .e , God

enhijbegondirectindesynagogenJezusteverkondigendatDeze(of:Hij)isdeZoonvanGod.

NBG:dathijterstondindesynagogenverkondigde,datJezusdeZoonvanGodis.

Opmerkingen:
Enkele vertalingen handhaven het aanwijzend voornaamwoord en lezen Deze is de Zoon van
God, maar Wallace adviseert om het voornaamwoord hier met Hij te vertalen (Wallace, Greek
grammarbeyondthebasics,44).Overigenskomtdetitele ut e , eu .euinHandelingenalleen
hiervoor(Haenchen,KEK,278).
DeTextusReceptusheeftXtce ii.p.v.`Iceu i(TCGNT,320).
Een enkele keer staat het zelfstandig naamwoord vr het voegwoord e t (dat hier een
voorwerpzin of subjectzin inleidt). Er is dan sprake van prolepsis, een stijlfiguur waarbij het
zinsdeel dat nadruk krijgt, gesoleerd voorop wordt geplaatst. Robertson spreekt ook van het
epexegetischgebruikvane t(Robertson,GGNT,698,1034).
. s ucc.i (gutturaal (aoristus luidt . s u.i)!) is volgens Robertson een imperfectum met een
konatiefaspect(probeer-ofwilsaspect),watwekunnenvertalenmetbeginnenteofproberente
(Robertson,GGNT,885).Haenchenleesterjuisteeniteratiefaspectin:dasImperfecktdrcktdie
zahlreichenWiederholungenaus(Haenchen,KEK,278).

Hand9:21
.t caie e. :a i., et a seu ei., sat . .,ei eu , eue , . cti e :e ca, .t , `I.euca
eu , . :tsaeu. ieu, e e iea eu e, sat ae. .t , eu e . u .t t ia e.e.. ieu, au eu ,
a ,a , . :t eu , a ,t..t ,,

.t caie indic.imperf.M.3
e
pers.plur. . t ct zichverbazenover
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
:a i., adj.nom.masc.plur. :a , ieder,elk,alle
a seu ei., part.praes.A.nom.masc.plur. a seu a horen
. .,ei indic.imperf.A.3
e
pers.plur. . ,a zeggen
eu , bijwoord eu niet
eu e , pron.dem.nom.masc.sing. eu e , deze,die,dit,dat

14
. cti indic.praes.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
:e ca, part.aor.A.nom.(pred)masc.sing. :e. a vernietigen,runeren
.t , voorzetsel(+4) .t , in,naar,tegen,op
`I.euca subst.acc.sing.fem. `I.euca Jeruzalem
. :tsaeu. ieu, part.praes.M.acc.masc.plur. . :tsa. a aanroepen
e e iea subst.acc.(obi)neut.sing. e e iea denaam
eu e pron.dem.acc.neut.sing. eu e , deze,die,dit,dat
ae. bijwoord a e. hier(ook:zo,opdezemanier)
. u .t indic.plusq.perf.A.3
e
pers.sing. . ,eat komen,gaan
t ia voegwoord+finalebijzin t ia opdat,omte
e.e.. ieu, part.perf.P.acc.(AcP)masc.plur. e. a binden,indeboeienslaan
au eu , pron.pers.acc.(AcP)masc.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a ,a , coni.aor.A.3
e
pers.sing. a ,a voeren,brengen
. :t voorzetsel(+4) . :t naar,tegen,op
eu , a ,t..t , subst.acc.masc.plur. e a ,t..u , dehogepriester

Enallendiehethoorden,verbaasdenzichenzeiden:Isdezeniet(of:Ditistochzeker)degenediein
Jeruzalemuitroeidewiedienaamaanriepenendiehierdrtoewasgekomenomhenindeboeiente
slaanenvoor(of:naar)hetSanhedrintebrengen?

NBG: En allen, die het hoorden, stonden verbaasd en zeiden: Is dit niet de man, die te Jeruzalem
uitroeide, wie deze naam aanriepen, en die hier gekomen is met het doel hen gevankelijk voor de
overpriesterstebrengen?

Opmerkingen:
Enkele handschriften laten et a seu ei., weg, mogelijk vanwege homoeoteleuton (zie :a i.,)
Vgl.Barrett,ICC,464.
Inhetkoin-Grieksverdringt.t ,steedsvakerhetklassiekevoorzetsel. i,zoookinhetgevalvan
.t , `I.euca (BDR205,4;Haenchen,KEK,278).
De aoristus .t :.i wordt gebruikt voor het weergeven van een losse uitspraak van een individu,
het imperfectum . .,.i voor iets wat een groep vindt (of voor het citeren van een redevoering).
ZieBDR329,3.
Hetdeelwoorde :e ca, heefteenlidwoord,omdathetandersbij. cti eenomschrijvingzou
lijkenvaneenwerkwoordelijkeuitdrukking(BDR273,5;Robertson,GGNT,769,860,1107).
Het werkwoord :e. a wordt normaliter gebruikt voor het verwoesten van steden (Barrett, ICC,
464;Haenchen,KEK,278nt5).Vgl.Gal.1:13,23.
Het plusquamperfectum (zie . u .t)komt weinig voor in het NT. De voltooid verleden tijd kan
net als de v.t.t. een resultativus uitdrukken, maar geeft vaker een toestand weer die in het
verledenligt(BDR347,2;Burton89).Datishierookbedoeld.Hadhiereengewoonperfectum
gestaan,danzoudathebbengesuggereerddatPaulusnogsteedsopchristenenjaagde(Barrett,
ICC, 464). Wallace spreekt in dit verband trouwens van een consummative (afsluitende,
voleindigende) pluperfect (Wallace, Greek grammar beyond the basics, 586; Robertson, GGNT,
903).
Het bijwoord eu ,(t) leidt hier een directe vraagzin in, die een positief antwoord verwacht
(retorische vraag). Zie Grieks 1, bijlage 9.1; GG 269b. De vraag zelf heeft in dit vers de functie
omsamentevattenwatdelezeralweet(Barrett,ICC,464).
eu , . :tsaeu. ieu, e e iea eu eiseenomschrijvingvanchristenen(Barrett,ICC,464).
Het artikelloze participium e.e.. ieu, bij het accusatief au eu ,, volgend op . u .t, duidt op
eenaccusativuscumparticipio(Grieks1,par.21.7;Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,
646;Robertson,GGNT,1123).
Ophetaanwijzendvoornaamwoordeue ,kaneenverklarendebijzinvolgendiebegintmete tof
t ia: .t , eu e(= hiertoe, daarom) . u .t t ia (SV: die daarom hier gekomen is, opdat [])
Robertson wijst erop dat het voornaamwoord in de accusativus staat onder invloed van het
voorzetsel.t ,(Robertson,GGNT,699).Vgl.Barrett,ICC,464.

Hand9:22
Lau e, e. a ei . i.euiaeu e sat cui. ,uii.i [eu ,] `Ieueat eu, eu , saetseu ia, . i
^aacsa cuta ,ai e t eue , . cti e ,tce ,.

15
Lau e, subst.nom.masc.sing. e Lau e, Saulus
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
a ei bijwoord a ei zeer,veel,meer,veeleer
. i.euiaeu e indic.imperf.P.3
e
pers.sing. . ieuiae a versterken,bevestigen
cui. ,uii.i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. cu,,u iia verwarren,beroeren
eu , `Ieueat eu, adj.acc.(obi)masc.plur. e `Ieueat e, dejudeer,jood
saetseu ia, part.praes.A.acc.masc.plur. saets. a wonen
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
^aacsa subst.dat.fem.sing. ^aacse , Damascus
cuta ,ai part.praes.A.nom.masc.sing. cuta ,a onderwijzen,concluderen
e t voegwoord+voorwerpzin e t dat,omdat,want
eu e , pron.dem.nom.masc.sing. eu e , deze,die,dit,dat
. cti indic.praes.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
e ,tce , subst.nom.(pred)masc.sing. e ,tce , deChristus

Maar Saulus kreeg veel kracht (of: werd krachtiger) en bracht [de] Joden in verwarring die in
Damascuswoonden,doordathijonderweesdatdeze(Man)deChristusis.

NBG: Doch Saulus trad steeds krachtiger op en bracht de Joden, die te Damascus woonden, in
verwarringdoortebewijzen,datdezedeChristusis.

Opmerkingen:
Latijnse handschriften hebben na ,tce , nog . i a .u ee sc.i e .e , (in wie God een
welbehagenheeftgehad).
. ieuiae abetekentbegiftigenmetkrachtofsterkmaken.Hetpassiefvanhetwerkwoordstaat
voor(meer)krachtkrijgen,versterktofkrachtigworden.Enkelehandschriftenvoegennogtoe. i
a e ,a (Barrett,ICC,464).
cuta ,abetekentletterlijksamenbrengen(zie o.m.Ex.4:12,15;18:16;Lev.10:11;Deut. 4:9).
Thayer en Bauer vertalen het werkwoord voor dit vers met bewijzen, demonstreren of
uiteenzetten (Thayer: to cause a person to unite with ones conclusion). Barrett opteert, in
navolging van Lidell Scott, voor onderwijzen (Barrett, ICC, 465). Het deelwoord van dit
werkwoord is hier bovendien een participle of means, dat uitlegt h Paulus de Joden in
verwarringbracht(namelijkdoortebewijzen/onderwijzendatetc).ZieWallace,Greekgrammar
beyondthebasics,629(Robertsonspreektoverigensvaneenmodalparticiple(GGNT,1127)).
cu,,u iia(=cu,,. a)iseenhellenistischneologisme(BDR73,5;Robertson,GGNT,213,1220).
Met de constructie `Ieueat eu, eu , saetseu ia, . i ^aacsa wordt het onbepaalde
substantief joden naderhand alsnog bepaald: joden, die (namelijk) in Damascus woonden, [...]
(BDR270,3;412,7;Robertson,GGNT,891;Burton120,121).

Saulusontsnaptaandejoden

Hand9:23
'., e. . :eu ie . at t saiat , cui.eu.u caie et `Ieueat et a i..t i au e i

'., voegwoord a , zoals,als,toen,omdat
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. :eu ie indic.imperf.M.3
e
pers.plur. :eu at verstrijken(vantijd)
. at subst.nom.fem.plur. . a dedag
t saiat adj.nom.fem.plur. t saie , genoeg
cui.eu.u caie indic.aor.M.3
e
pers.plur. cueu.u eat beraadslagen,overeenkomen
et `Ieueat et subst.nom.masc.plur. e `Ieueat e, dejudeer,jood
a i..t i infin.aor.A. a iat. a wegnemen(doden)
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem

Ennaverloopvantijd(lett.entoenergenoegdagenwarenvolgemaakt),kwamendeJodenovereen
(of:beraamdendeJodeneencomplot)omhemtedoden,

NBG: En toen er verscheidene dagen verlopen waren, beraamden de Joden het plan hem te
vermoorden,

16
Opmerkingen:
a i..t i iseenfinaleinfinitief,dieeendoeluitdrukt,hiernacueu.u eat,wateenwerkwoord
van proberen is (BDR 392,2b; Burton 210). Het woord is bovendien typisch voor Lucas
(Barrett,ICC,465).
. :eu ie, het mediale imperfectum van :e a (vullen met, vol maken) betekent dat de tijd
verstreek.Barrettsuggereertdevertaling:Astimewenton(Barrett,ICC,465).

Hand9:24
. ,ia c e. a Lau a . :teu au a i. :a.eu ie e. sat a , :u a, . a, . sat
iuse , e :a, au e i a i. acti

. ,ia c indic.aor.P.3
e
pers.sing. ,tia csa begrijpen,lerenkennen,weten
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
a Lau a subst.dat.(obi)masc.sing. e Lau e, Saulus
. :teu subst.nom.fem.sing. . :teu hetcomplot
au a i pron.pers.gen.(poss)masc.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
:a.eu ie indic.imperf.M.3
e
pers.plur. :aa. a indegatenhouden,controleren
a , :u a, subst.acc.(obi)fem.plur. :u de(stads)poort
. a, subst.gen.(temp)fem.sing. . a dedag
iuse , subst.gen.(temp)fem.sing. iu denacht
e :a, voegwoord+finalebijzin e :a, opdat,omte
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a i. acti coni.aor.A.3
e
pers.plur. a iat. a wegnemen(doden)

MaarhuncomplotwerdPaulusbekend.Enzijhieldendepoortendagennachtindegatenomhemte
vermoorden;

NBG: maar hun toeleg kwam ter kennis van Saulus. En zij hielden dag en nacht de wacht bij de
poortenomhemtevermoorden;

Opmerkingen:
Enkele handschriften hebben, analoog aan Paulus eigen beschrijving van de gebeurtenissen (2
Cor.11:32)e :a, :ta cacti au e i . a, sat iuse , (omhemdagennachttegrijpen).Zie
TCGNT,321.
Het passief van ,tia csa (,iac iat = bekend worden aan, ter ore komen) krijgt altijd een
dativus(zieBDR191,5;Robertson,GGNT,820).Erhadooku :e voordedativuskunnenstaan,
maar dan zou de betekenis veranderen in was bekend aan Paulus (BDR 313,2; Barrett, ICC,
465).
Het werkwoord :aa. a staat in dit vers in het medium, terwijl in het NT ook het activum
voorkomtindezelfdebetekenis(vgl.Luc.20:20).ZieBDR316,3.
e :a, au e i a i. actiiseenfinalebijzin,diehetdoelvaneenactiviteitaangeeft(opdat,methet
doel om). Wallace spreekt van een purpose conjunction (Wallace, Greek grammar beyond the
basics,676).

Hand9:25
ae i., e. et aat au eu (of:au e i)iuse , eta eu .t ,eu, sa sai au e i ,aa cai.,
. i c:ut et.

ae i., part.aor.A.nom.masc.plur. aa ia nemen
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
et aat subst.nom.masc.plur. e a , deleerling
au eu pron.pers.gen.(poss)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
iuse , subst.gen.(temp)fem.sing. iu denacht
eta voorzetsel(+2) eta door(middelvan),gedurende
eu .t ,eu, subst.gen.neut.sing. e .t ,e, demuur,stadsmuur
sa sai indic.aor.A.3
e
pers.plur. sat t naarbenedenlaten
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
,aa cai., part.aor.A.nom.masc.plur. ,aa a neerlaten
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
c:ut et subst.dat.fem.sing. c:ut , demand

17
Maar zijnleerlingennamen(hem) snachts(mee)en lietenhem ineenmandviadestadsmuur(lett.
door(middelvan)demuur)naarbenedenzakken.

NBG:dochzijndiscipelennamenhemenlietenhemdesnachtsineenmandoverdemuurzakken.

Opmerkingen:
Het vers toont een dubbeling van de werkwoorden satt en ,aa a, die beide neerlaten
betekenen De Lutherse bijbel leest letterlijk: Toen namen de jongeren hem bij nacht, en lieten
hem neder door den muur, hem aflatende in ene mand. De meeste vertalingen negeren echter
eenvanbeidewerkwoorden.VerderhebbendeLeidseVertalingendeNBGoverdemuur.Blass
Debrunner en Rekopf, evenals Barrett, opteren voor door een gat in de muur (BDR 223,2;
Barrett,ICC,467).DeW95vermijdtallemoeilijkhedenenmaakterviademuurvan.Vgl.2Cor.
11:33 voor een opmerkelijke parallel, die volgens sommigen het enige contact weergeeft tussen
Lucas(alsschrijvervanHandelingen)endebrievenvanPaulus(Barrett,ICC,467).
Enkele handschriften hebben et aat au e i, omdat het ook in de eerste eeuwen al
onwaarschijnlijk leek dat joodse bekeerlingen in Damascus Paulus discipelen zouden worden
genoemd.Metzgerstemtmetdielezingin(TCGNT,322;Barrett,ICC,466).
iuse , iseengenitivustemporis(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,124).

SaulusinJeruzalem

Hand9:26
Eaa,.ie .ie, e. .t , `I.euca . :.t a,.i sea cat et , aat ,, sat :a i.,
.|eeu ie au e i :tc.u ei., e t . ct i a ,.

Eaa,.ie .ie, part.aor.M.nom.masc.sing. :aa,t ieat aankomen,arriveren
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
.t , voorzetsel(+4) .t , naar
`I.euca subst.acc.fem.sing. `I.euca Jeruzalem
. :.t a,.i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. :.ta ,a beproeven,proberen
sea cat infin.praes.P. sea eat verenigen,zichvoegenbij
et , aat , subst.dat.(soc)masc.plur. e a , deleerling
:a i., adj.nom.masc.plur. :a , ieder,elk,alle
.|eeu ie indic.imperf.M.3
e
pers.plur. |e. eat vrezen,bangzijnvoor
au e i pron.pers.acc.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
partikel niet
:tc.u ei., part.praes.A.nom.masc.plur. :tc.u a geloven
e t voegwoord+voorwerpzin e t dat,omdat,want
. ct i indic.praes.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
a , subst.nom.(pred)masc.sing. e a , deleerling

EnnadathijinJeruzalemwasaangekomen,probeerdehijzichaantesluitenbijdeleerlingen,maarzij
warenallemaalbangvoorhem,omdatzijnietgeloofdendathijeenleerlingwas.

NBG:EnteJeruzalemaangekomen,trachttehijzichbijdediscipelentevoegen,maarallenschuwden
hem,daarzijnietkondengeloven,dathijeendiscipelwas.

Opmerkingen:
In het NT betekent :.ta ,a vaker beproeven of verzoeken dan proberen. Kopiisten hebben
mogelijkdaaromhetverbuminditversvervangendoor. :.ta e(van:.ta a)datinhetklassiek
Grieksdoorgaansvoorproberenwordtgebruikt(TCGNT,322).
Het infinitief sea cat geeft het doel aan van het werkwoord . :.t a,.i (BDR 392,2a). Na
sea eatvolgtoverigenseendativussociativus(Grieks1,bijlage5.3.3.1).
Het bijwoordelijk gebruikte participium :tc.u ei., drukt een causaliteit uit (geeft antwoord
opdevraagwaarom?).ZieGG231f,259g;Robertson,GGNT,1128;Burton439.

Hand9:27
Paiaa , e. . :tae .ie, au e i ,a,.i :e , eu , a :ece eu, sat et, cae au et , :a , . i
e ea .t e.i e i su tei sat e t . a c.i au a sat :a , . i ^aacsa . :acta cae . i a
e ie at eu `Iceu .

18
Paiaa , subst.nom.masc.sing. e Paiaa , Barnabas
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. :tae .ie, part.aor.M.nom.masc.sing. . :taa ieat vastpakken,bijstaan,helpen
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
,a,.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. a ,a leiden,voeren
:e , voorzetsel(+4) :e , tot,naar
eu , a :ece eu, subst.acc.masc.plur. e a :e cee, deapostel
et, cae indic.aor.M.3
e
pers.sing. et,. eat beschrijven,vertellen
au et , pron.pers.dat.(obi)masc.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
:a , bijwoord :a , hoe
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
e ea subst.dat.fem.sing. e ee , deweg
.t e.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. e a a zien
e i su tei subst.acc.(obi)masc.sing. e su te, deheer
e t voegwoord+voorwerpzin e t dat,omdat,want
. a c.i indic.aor.A.3
e
pers.sing. a. a praten,spreken
au a pron.pers.dat.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
^aacsa subst.dat.fem.sing. ^aacse , Damascus
. :acta cae indic.aor.M.3
e
pers.sing. :acta ,eat vrijuit(s)preken
a e ie at subst.dat.(instr)neut.sing. e e iea denaam
eu `Iceu subst.gen.(poss)masc.sing. e `Iceu , Jezus

Maar Barnabas hielp (hem) (of: ontfermde zich over (hem)) en bracht hem bij de apostelen en hij
vertelde hen hoe hij onderweg de Heer had gezien en dat Hij tot hem had gesproken, en hoe hij in
DamascusvrijuithadgeprediktindenaamvanJezus.

NBG: Maar Barnabas trok zich zijner aan en bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij
onderweg de Here had gezien, en dat deze tot hem gesproken had, en hoe hij te Damascus
vrijmoedigwasopgetredenindenaamvanJezus.

Opmerkingen:
. :taa ieat krijgt normaliter een genitivus. Maar in het NT komt ook een combinatie met de
accusativusvoor(BDR170,2).Hierisau e ioverigenslijdendvoorwerpbijhethoofdwerkwoord
,a,.i(Barrett,ICC,468)!Detoegekendebetekenis van het werkwoordinditversloopt uiteen.
Bauer houdt het op vastpakken en zich houden aan (blijven bij). Thayer breidt het uit met
pakken,vatten,grijpenenvastgrijpen.VandenEsgeeftookzichtotietsuitstrekken.Muller&
Thiel tenslotte noemen nog zich ontfermen over (Rienecker: sich annehmen (eig. an die Hand
nehmen). Enkele bijbelvertalingen nemen deze laatste betekenis over en lezen: zich het lot
aantrekken van. Maar er zijn ook vertalingen, die het prefix . :t- negeren en er een vorm van
aa ia in zien (vgl. W95: Maar Barnabas nam hem mee naar de apostelen). Burchard sluit
zich hierbij aan: there is no Mittlerttigkeit (bemiddelaarsrol). Barrett vindt echter dat dan
onduidelijk blijft waarom de apostelen Paulus hebben ontvangen, if Barnabas had not vouched
(instaan,getuigen)forhim(Barrett,ICC,468).
De indirecte rede na werkwoorden van vertellen kan worden gevormd door een infinitief, maar
ook door een constructie met e t + voorwerpzin, zoals hier na et, cae (Robertson, GGNT,
1035).OmpreciestezijngebruiktdeauteurvanHandelingenhierachtereenvolgenseenindirecte
vraag,eenindirecteredeenweereenindirectevraag(Robertson,GGNT,1047).Haenchenmerkt
op dat het onderwerp bij et, cae onduidelijk is. Paulus zou ook zelf zijn verhaal hebben
kunnendoen(Haenchen,KEK,279)!
Blass, Debrunner en Rekopf merken op dat het samengestelde werkwoord . :acta cae
(wortel = (spreken, vgl. . ,a)) een augment krijgt omdat de prefix niet wordt gevormd door
:aa -,maardoor:ai-(BDR69,4;vgl.Robertson,GGNT,367).

Hand9:28
sat i .` au a i .t c:e.ue .ie, sat . s:e.ue .ie, .t , `I.euca , :acta,e .ie, . i
a e ie at eu sut eu,

i indic.imperf.A.3
e
pers.sing. .t t zijn
.` voorzetsel(+2) .a met
au a i pron.pers.gen.masc.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
.t c:e.ue .ie, part.praes.M.nom.masc.sing. .t c:e.u eat naarbinnengaan

19
. s:e.ue .ie, part.praes.M.nom.masc.sing. . s:e.u eat naarbuitengaan
.t , voorzetsel(+4) .t , naar
`I.euca subst.acc.fem.sing. `I.euca Jeruzalem
:acta,e .ie, part.praes.M.nom.masc.sing. :acta ,eat vrijuitspreken
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
a e ie at subst.dat.(instr)neut.sing. e e iea denaam
eu sut eu subst.gen.(poss)masc.sing. e su te, deheer

En hij ging voortdurend met hen in- en uit in Jeruzalem, terwijl hij vrijuit predikte in de naam van de
Heer.

NBG: En hij bleef met hen ingaan en uitgaan te Jeruzalem, en vrijmoedig optreden in de naam des
Heren,

Opmerkingen:
Blass, Debrunner en Rekopf zien hier een zeugma of overspannen samentrekking. Dat is een
vorm van ellipsis, waarbij n werkwoord wordt verbonden met twee of meer voorwerpen, terwijl
grammaticaal gezien een tweede werkwoord nodig is om geen ongelijk juk (zeugma) te krijgen.
|
74
en 1 laten wellicht daarom sat . s:e.ue .ie, weg. Barrett denkt dat het werkwoord
:e.u eat verbonden moet zijn met .t , (in de zin van . i). Hij leest in de uitdrukking dat Paulus
hetdagelijkslevendeeldemetdeapostelen(Barrett,ICC,470).Vgl.Hand.1:21.
Depraesens-participia.t c:e.ue .ie, en. s:e.ue .ie, bij i zijnconiugatiaperiphrasticaen
hebben een lineair aspect (hij bleef in- en uitgaan). Zie Grieks 1, bijlage 6.4; BDR 353,7;
Robertson,GGNT,1172;MoultonII,p.452;Haenchen,KEK,280.

Hand9:29
. a .t . sat cui., .t :e , eu , 'Eitca ,, et e. . :.,.t eui a i..t i au e i.

. a .t indic.imperf.A.3
e
pers.sing. a. a praten,spreken
cui., .t indic.imperf.A.3
e
pers.sing. cu,. a discussiren
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,tot,bij
eu , 'Eitca , subst.acc.masc.plur. e 'Eitc , deGriekssprekendejood(NT)
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. :.,.t eui indic.imperf.A.3
e
pers.plur. . :t,.t. a proberen(lett.terhandnemen)
a i..t i infin.aor.A. a iat. a wegnemen(doden)
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem

En hij sprak en discussieerde (herhaaldelijk) met de Grieks-sprekende Joden, maar zij probeerden
hemtedoden.

NBG: en hij sprak en redetwistte met de Grieks-sprekende Joden; maar dezen trachtten hem om te
brengen.

Opmerkingen:
Deimperfectii. a .t en cui., .t hebbeneeniteratiefaspect(Haenchen,KEK,280).
Hetwoorde 'Eitc ,komtvanalleGriekseliteratuuralleenvoorinHandelingenendannog
slechts op drie plekken (Hand. 6:1, 9:29 en 11:20). Het Verbalsubstantivum komt van . it ,a
(Grieks spreken, d.w.z. de Griekse taal gebruiken). Op wie de auteur doelt, moet uit de context
duidelijk worden. Vermoedelijk gaat het hier om Griekssprekende joden, zoals de in Hand. 6:9
genoemdeLibertijnen,Cyreneers,AlexandrijnenendejodenuitCilicienAsia(BDR109,8;vgl.
TCGNT, 340-342). Barrett vermoedt dat Lucas Paulus hier wil neerzetten als de nieuwe
Stephanus(Barrett,ICC,470;vgl.Haenchen,KEK,280nt.3).
cu,. a is een algemeen woord, waaruit niet blijkt of de discussie vriendelijk werd gevoerd of
vijandig(Barrett,ICC,470).
a i..t i iseenfinaleinfinitiefna. :t,.t. a,dieeendoeluitdrukt(BDR392,2a).

Hand9:30
. :t,ie i., e. et a e.|et sa ,a,ei au e i .t , Katca .tai sat .a:. c.tai au e i .t ,
Tace i.

20
. :t,ie i., part.aor.A.nom.masc.plur. . :t,tia csa lerenkennen,inzien,doorzien
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
et a e.|et subst.nom.masc.plur. e a e.|e , debroeder
sa ,a,ei indic.aor.A.3
e
pers.plur. saa ,a naarbenedenleiden
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
.t , voorzetsel(+4) .t , naar
Katca .tai subst.acc.fem.sing. Katca .ta Caesarea
.a:. c.tai indic.aor.A.3epers.plur. . a:ec. a uitzenden,wegsturen
Tace i subst.acc.fem.sing. Tace , Tarsus

Maar toen de broeders erachter kwamen, voerden zij hem (af) naar Caesarea en zonden hem (van
daar)uitnaarTarsus.

NBG: Doch toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem naar Caesarea en lieten hem
vandaarnaarTarsusvertrekken.

Opmerkingen:
Enkele handschriften laten de tweede vermelding van au e i weg, waardoor de zin beter loopt
(Barrett,ICC,471).
Vanuit Jeruzalem gezien, ligt de kustplaats Caesarea een stuk lager, vandaar het gebruik van
saa ,a(naarbenedenleiden).
DeauteurvanHandelingenlaat PaulusvoorlopigachterinTarsusomnuandertekstmateriaalin
tebrengen.HijpiktPaulusweerinTarsusopinHand.11:25(Barrett,ICC,471;Haenchen,KEK,
280).
. :t,ie i., iseenaoristusmeteeningressiefaspect(Barrett,ICC,471).
Het typisch Lucaanse woord .a:ec. a suggereert een zeereis naar Tarsus (vgl. echter Gal.
1:21).

Hand9:31
'H . i eu i . sscta sa` e , , `Ieueata, sat latata, sat Laa.ta, .t ,.i .t ii
et seeeeu. i sat :e.ue. i a |e a eu sut eu sat :aas c.t eu a ,t eu :i.u ae,
. :u i.e.

. i partikel . i wel
eu i voegwoord eu i dan,dus
. sscta subst.nom.fem.sing. . ssct a degemeente
sa` voorzetsel(+2) saa van...af,tegen,door...heen
e , adj.gen.fem.sing. e e, geheel
, `Ieueata, subst.gen.fem.sing. `Ieueat a Judea
latata, subst.gen.fem.sing. latat a Galilea
Laa.ta, subst.gen.fem.sing. Laa .ta Samaria
.t ,.i indic.imperf.A.3epers.sing. . ,a hebben
.t ii subst.acc.(obi)fem.sing. .t i devrede
et seeeeu. i part.praes.M.nom.fem.sing. et seee. a bouwen
:e.ue. i part.praes.M.nom.fem.sing. :e.u eat gaan,wandelen,leven
a |e a subst.dat.(soc)masc.sing. e |e e, devrees
eu sut eu subst.gen.(poss)masc.sing. e su te, deheer
:aas c.t subst.dat.(instr)fem.sing. :aa sct, detroost,bijstand
eu :i.u ae, subst.gen.(subi)neut.sing. e :i.u a degeest
a ,t eu adj.gen.(epex)neut.sing. a ,te, heilig
. :u i.e indic.imperf.P.3epers.sing. :u ia toenemen

De gemeente door heel Judea, Galilea en Samaria dan had (of: kende) vrede, terwijl zij werd
opgebouwdenleefdeindevreesvandeHeer.EnzijgroeidedoordebijstandvandeHeiligeGeest.

NBG: De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en
wandeldeindevrezedesHeren,enzijnaminaantaltoedoordebijstandvandeheiligeGeest.

Opmerkingen:
Dewoorden . i en eu i (metnadrukophetlaatstewoord)staaninHandelingenvaakbijelkaar
(27vande 63keerdatde combinatie voorkomtinLXXenNT)enleideneennieuwe episode in.

21
Vgl. BDR 451,3; Haenchen, KEK, 280. Niet voor niets laat NA27 de perikoop over de genezing
vanEneas(zievers32)almetditversbeginnen.
Een reeks handschriften plaatst het hele vers in het meervoud: At . i eu i . ssctat sa`
e , , `Ieueata, sat latata, sat Laa.ta, .t ,ei .t ii et seeeeu .iat sat
:e.ue .iat a |e a eu sut eu sat :aas c.t eu a ,t eu :i.u ae, . :u ieie.
Maar Metzger ziet dit als een poging om de tekst aan te passen aan Hand. 15:41 en 16:5
(TCGNT, 322-323). Barrett vermoedt bovendien een ingreep van een Westerse kopiist om de
omvangvandechristenengrotertemaken(Barrett,ICC,475).
saa (+2) drukt hier door...heen uit (zie ook de combinatie met e e, (BDR 225,3);). Vgl.
Robertson,GGNT,607;Barrett,ICC,473.
Door Judea, Galilea en Samaria maar n lidwoord te geven, neemt de auteur de provincies
samen( , `Ieueata, sat latata, sat Laa.ta,).ZieRobertson,GGNT,787.Merkopdat
Galilea nog niet eerder in Handelingen wordt genoemd als zendingsgebied. Dit kan erop duiden
dat de provincie al een terra Christiana was, wellicht door de missie van joden-christenen uit
Damascus.Maarwaarschijnlijkerisdathetgebiedtotdantoegenegeerdwas(Barrett,ICC,473;
Haenchen,KEK,280).
:e.ue. i a |e a eu sut eu iseendativussociativus,dieeengemeenschapofverbinding
uitdrukt(BDR198,5;GG180b;Robertson,GGNT,524;vgl.Grieks1,bijlage5.3.3.1).Klassiek
Grieks gebruikt de dativus wanneer de uitdrukking letterlijk moet worden opgevat (en de
accusativus bij een metafoor). Maar in koin-Grieks is dit onderscheid vervallen (Barrett, ICC,
474).
Hetbijvoeglijknaamwoordstaatvaaktussenhetlidwoordendesubstantiefin,zoalsbijeu a ,t eu
:i.u ae,, waardoor het adjectief meer nadruk krijgt dan het substantief (Robertson, GGNT,
776).
.t ,.i .t ii betekent volgens Barrett niet zozeer een theologische heilstoestand (Rom. 5:1),
maar zoiets als in rust en vrede leven, ongestoord door vervolgingen (Barrett, ICC, 473).
.t ii istrouwenseenseptuagintisme(Grieks1,bijlage10.6.1).

DegenezingvanEneas

Hand9:32
`E,. i.e e. E. ei et.,e .iei eta :a iai sa..t i sat :e , eu , a ,t eu, eu ,
saetseu ia, Au eea.

`E,. i.e indic.aor.M.3epers.sing. ,t ieat geschieden,gebeuren
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
E. ei subst.acc.(AcI)masc.sing. e E. e, Petrus
et.,e .iei part.praes.M.acc.masc.sing. et. ,eat gaandoor
eta voorzetsel(+2) eta door
:a iai adj.indef.gen.neut.plur. :a , ieder,elk,alle
sa..t i infin.aor.A.(AcI) sa. ,eat naarbenedengaan,arriveren
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,tot,bij
a ,t eu, adj.acc.masc.plur. a ,te, heilig
saetseu ia, vpart.praes.A.acc.masc.plur. saets. a (be)wonen
Au eea subst.acc.(obi)fem.sing. Au eea Lydda

EnhetgebeurdetoenPetrusdooralleplaatsenging,dathijookbijdeheiligenaankwamdieinLydda
woonden (of: En het gebeurde dat Petrus, terwijl hij door alle plaatsen ging, ook bij de heiligen
aankwamdieinLyddawoonden).

NBG:Enhetgeschiedde,toenPetrusoveralrondreisde,dathijookbijdeheiligenkwam,dieteLydda
woonden.

Opmerkingen:
Gehelleniseerde semitische namen worden in het Grieks minimaal verbogen of zijn indeclinabel,
zoalsAu eea(bijJoppe,inJudea),dathierindeaccusativusstaat(lett.heeftdetekst:dieLydda
bewoonden, vgl. Bauer, saets. a-2). Enkele handschriften hebben overigens hier Au eeai.
Verderkomenweinvers38nogdegenitivusAu eea,tegen(BDR56,2;MoultonII,p.147).

22
eu , a ,t eu, is een gesubstantiveerd adjectief, generiek gebruikt voor christenen (BDR 263,2;
Barrett,ICC,479).Zieookvers13.
`E,. i.e e. E. ei sa..t i iseenaccusativuscuminfinitivo(metPetrusalsdirectobjectbij
deonpersoonlijkeuitdrukking. ,. i.e).Vgl.Grieks1,par.16.3; BDR408,4;Robertson,GGNT,
1043;1085;Barrett,ICC,479;Burton360;MoultonII,p.427.
et. ,eatsuggereertzendingsarbeid(vgl.Hand.8:4,40).
eta :a iai is mogelijk een ellipsis, waarbij de woorden dorpen en steden of gemeenten (in
Judea, Galilea en Samaria) zijn weggelaten. Maar het kan ook in de bronnen van Lucas een
verwijzingzijngeweestnaarwateroorspronkelijkvrstond(Barrett,ICC,479).

Hand9:33
.u.i e. . s.t a ia:e i tia e ie at At i.ai . . a i e sa saas.t .iei . :t saa eu, e ,
i :aa.u. ie,.

.u.i indic.aor.A.3epers.sing. .u t csa vinden
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. s.t bijwoord . s.t daar
a ia:e i subst.acc.(obi)masc.sing. e a ia:e, deman
tia adj.indef.acc.masc.sing. t , eenzekere
e ie at subst.dat.(resp)neut.sing. e e iea denaam
At i.ai subst.acc.(obi)masc.sing. e At i. a, Eneas
. voorzetsel(+2) . s uit,vanaf,sedert,t.g.v.
. a i subst.gen.(qual)neut.plur. e . e, hetjaar
e sa adj.card. e sa acht
saas.t .iei part.praes.P.acc.masc.sing. saa s.tat neerliggen,aanliggen
. :t voorzetsel(+2) . :t op,tentijdevan
saa eu subst.gen.masc.sing. e sa ae, hetbed
e , pron.rel.nom.masc.sing. e , die,dat,hetgeen,wat,wie
i indic.imperf.A.3epers.sing. .t t zijn
:aa.u. ie, part.perf.P.nom.(pred)masc.sing. :aau a krachteloosmaken

En daar vond hij een zekere man met de naam Eneas, die sinds 8 jaar op een bed lag en verlamd
was.

NBG: Daar vond hij een man, genaamd Eneas, een verlamde, die reeds acht jaren bedlegerig was
geweest.

Opmerkingen:
Er zijn vertalingen die het deelwoord saas.t .iei (een accusativus, analoog aan a ia:e i)
afzonderen van i :aa.u. ie, (nominatief) en vertalen met: die sinds acht jaar op bed lag
en die verlamd was (Telosvertaling). Maar als we beide participia lezen als een coniugatio
periphrasticomet i,danstaater:diereedsachtjaarverlamdtebedgelegenhad(LV).
HaenchenoppertmetK.LakeenH.J.Cadbury(Thebeginningsofchristianity)datookgelezen
kanwordendatdemansindshijachtjaaroudwasopeenbedlag(Haenchen,KEK,285nt1).
e ie at iseendativusrespectus(vanbetrekking).ZieBDR197.2

Hand9:34
sat .t :.i au a e E. e, At i.a, ta at c. `Iceu , Xtce , a ia ct sat ca cei c.aua .
sat .u . a, a i. c.

.t :.i indic.aor.A.3epers.sing. . ,a zeggen
au a pron.pers.dat.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
e E. e, subst.nom.masc.sing. e E. e, Petrus
At i.a subst.voc.masc.sing. e At i. a, Eneas
ta at indic.praes.M.3epers.sing. t a eat genezen
c. pron.pers.acc.(obi)sing. cu jij
`Iceu , subst.nom.masc.sing. e `Iceu , Jezus
Xtce , subst.nom.masc.sing. e Xtce , Christus
a ia ct imp.aor.A.2epers.sing. a it caat opstaan
ca cei imp.aor.A.2epers.sing. caiiu a uitspreiden,bedopmaken
c.aua pron.refl.dat.(comm)masc.sing. c.aueu jezelf
.u . a, bijwoord .u . a, terstond,onmiddellijk,direct
a i. c indic.aor.A.3epers.sing. a it caat opstaan

23
En Petrus zei tegen hem: Eneas, Jezus Christus heeft je genezen (of: geneest je). Sta op en maak
(voorje)zelfjebedop.Enhijstonddirectop.

NBG:EnPetruszeidetothem:Eneas,JezusChristusgeneestu;staopenmaakzelfuwbedop.En
hijstondonmiddellijkop.

Opmerkingen:
Sommigehandschriftenhebben`Iceu , e Xtce ,,maardeexternebewijsvoeringpleitvoorde
versiezonderlidwoord(TCGNT,323).
Metzgermerktopdattaat beaccentueerdkanwordenalseentegenwoordigetijd(ta at)ofals
een perfectum(taat;vgl. Mc.5:29).Hij vindtdelaatstehetmeest waarschijnlijk(TCGNT,323).
OokBarrettnoemtbeideopties,maarhijmaaktgeenkeuze(Barrett,ICC,481).Blass,Debrunner
Rekopfhoudenhetopeenaoristischepraesens(vgl.Robertson,GGNT,866;Burton13;Moulton
I,199;MoultonII,60),datdatgenebeschrijftwatpreciesopdatzelfdeogenblikplaatsvindt:jetztin
diesem Augenblick heilt dich Jesus Christus (BDR 320). Wallace heeft het over een
instantaneouspresent,maarbedoelthetzelfde(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,518).
Hoffmann & Von Siebenthal menen echter dat dit onderscheid in Duitstalige vertalingen (in
tegenstellingtotEngelstalige)geengevolghoefttekrijgen(GG197a).
Een activum met een wederkerend voornaamwoord legt een sterkere nadruk op zelf dan een
medialevorm.Vgl.ca cei c.aua (maakjebedzelfop).ZieGG189f.
ca cei c.aua is een ellipsis waar st ii (bed) bijgedacht kan worden. Overigens staat
st i tevens voor aanligbed bij de eettafel, waardoor ook de vertaling dek zelf de tafel
denkbaarzouzijn(Haenchen,KEK,285nt4).

Hand9:35
sat .t eai au e i :a i., et saetseu i., Au eea sat e i Laa ia, et ti., . :. c.ai . :t
e i su tei.

.t eai indic.aor.A.3epers.plur. e a a zien
au e i pron.pers.acc.(obi)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
:a i., adj.indef.nom.masc.plur. :a , ieder,elk,alle
et saetseu i., part.praes.A.nom.masc.plur. saets. a (be)wonen
Au eea subst.acc.(obi)fem.sing. Au eea Lydda
e i Laa ia subst.acc.(obi)masc.sing. e Laa i Saron
et ti., pron.rel.nom.masc.plur. e ct, die,dat,wat,hetgeen,wie
. :. c.ai indic.aor.A.3epers.plur. . :tc. |a zichbekeren
. :t voorzetsel(+4) . :t naar,tegen,op
e i su tei subst.acc.masc.sing. e su te, deheer

EnallendieinLyddaen(opdevlaktevan)Saronwoonden, zagenhemen zijbekeerden zichtotde


Heer.

NBG:EnallebewonersvanLyddaenSaronzagenhemenbekeerdenzichtotdeHere.

Opmerkingen:
Gehelleniseerde semitische namen worden in het Grieks minimaal verbogen of zijn indeclinabel,
zoals Au eea, dat hier in de accusativus staat (lett. allen die Lydda [...] bewoonden). Enkele
handschriften hebben overigens hier Au eeai. Verder komen we in vers 38 nog de genitivus
Au eea,tegen(BDR56,2;MoultonII,p.147).
EnkelehandschriftenhebbenLaa ia,,nietwetenddatLaa iaaleenaccusatiefisvanLaa i
(TCGNT,323).ZieookRobertson,GGNT,269.Vgl.Jes.33:9.
Het feit dat alle bewoners de man zagen en zich vervolgens allemaal bekeerden, is een
hyperbool.Haenchenmerktnog opdatdebekeringenhier vermoedelijkjodenbetreffen.Zouhet
om heidenen gaan, dan had er gestaan . :tc.|.ti . :t .e i [,a ia] (vgl. Hand 14:15; 15:19
en26:20).Haenchen,KEK,285nt.7.

24
DeopwekkingvanDorkas

Hand9:36
`Ei `Ie :: e. t, i a ta e ie at Tata , et.i.ue. i . ,.at ^esa , au i
: , . ,ai a ,aa i sat . .ecuia i ai . :et.t.

`Ei voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
`Ie :: subst.dat.fem.sing. `Ie :: Joppe
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
t, adj.indef.nom.fem.sing. t , eenzekere
a ta subst.nom.fem.sing. a ta leerlinge
e ie at subst.dat.(resp)neut.sing. e e iea denaam
Tata subst.nom.fem.sing. Tata Tabitha
pron.rel.nom.fem.sing. e , die,dat,wat,hetgeen,wie
et.i.ue. i part.praes.P.nom.fem.sing. et.i.u a vertalen
. ,.at indic.praes.P.3epers.sing. . ,a zeggen,spreken,noemen
^esa , subst.nom.fem.sing. ^esa , Dorkas(lett.gazelle)
au pron.dem.nom.fem.sing. eu e, deze,die,dit,dat
i indic.imperf.A.3epers.sing. .t t zijn
: , adj.nom.(pred)fem.sing. : , vol,vervuldvan,rijkaan
. ,ai subst.gen.(materiae)neut.plur. e . ,ei hetwerk,dedaad
a ,aa i adj.gen.(qual)neut.plur. a ,ae , goed
. .ecuia i subst.gen.(materiae)fem.plur. . .ecu i deaalmoes
ai pron.rel.gen.fem.plur. e , die,dat,wat,hetgeen,wie
. :et.t indic.imp.A.3epers.sing. :et. a doen,maken

En in Joppe was een zekere leerlinge, genaamd (lett. met naam) Tabitha, wat vertaald betekent
Dorkas.Zijwasvolgoedewerkenenaalmoezen,diezedeed.

NBG:En erwasteJoppe eendiscipelin,genaamdTabita,hetgeen, vertaald, betekentDorkas.Deze


wasovervloedigingoedewerkenenaalmoezen,diezijgaf.

Opmerkingen:
a ta is een betrekkelijk nieuw woord in het Grieks. In het klassieke Grieks zou de
vrouwelijkevorm-t,of-.tahebbengeluid(BDR109,9;Barrett,ICC,482;Haenchen,KEK,
285nt8).HetisoverigensdevraagofTabithahierwordtbeschouwdalschristininhetalgemeen,
ofalsleerlingevanJezus(dieimmersookvrouwelijkediscipelenhad).Vgl.ThWNTIV465.
Tabitha deed veel goede werken en gaf veel aalmoezen, of zoals prof. Brouwer vertaalt: ze was
rijkaangoedewerkenvanliefdadigheid(Eng.:aboundingin).ZieookBarrett,ICC,483.
Degenitiefai verwijstalsbetrekkelijkvoornaamwoordinnaamvalnaar. ,ai en . .ecuia i
terwijl hier in grammaticaal opzicht a (accusatief) meer op zijn plaats zou zijn geweest (GG
289e; Robertson, GGNT, 716). De relatieve bijzin is toegevoegd om het misverstand te
voorkomendatDorkasdeaalmoezenontving(Haenchen,KEK,285).
Een betrekkelijk voornaamwoord kan terugslaan op personen: et.i.ue. i . ,.at
^esa , (ook hier neemt het voornaamwoord het geslacht over van de substantief waarnaar het
verwijst).Merkopdat t,hiermeervoordehandligt.ZieRobertson,GGNT,714;Barrett,ICC,
483.
.,a betekent naast spreken, zeggen en noemen, ook aanduiden, heten en betekenen
(Bauer, . ,a-3). Thayer maakt er that is van (Thayer, . ,a-2e). Lett. staat in dit vers: die
vertaaldgenoemdwordt(SVmaaktervan:watisgezegd,BrouwerenBakelshebbeninlijnmet
Thayer:hetgeen/watwilzeggen).

Hand9:37
. ,. i.e e. . i at , . at, . s.t iat, a c.i cacai au i a :eai.t i eu cai., e. . sai
[au i] . i u :.a a .

. ,. i.e indic.aor.M.3epers.sing. ,t ieat gebeuren,geschieden
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
at , . at, subst.dat.(temp)fem.plur. . a dedag
. s.t iat, pron.dem.dat.fem.plur. . s.t ie, die,dat,hij,zij

25
a c.i cacai part.aor.A.acc.(AcI)fem.sing. a c.i. a ziekzijn,zwakzijn
au i pron.pers.acc.(AcI)fem.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a :eai.t i infin.aor.A.(AcI) a :ei csa sterven
eu cai., part.aor.a.nom.masc.plur. eu a wassen
. sai indic.aor.A.3epers.plur. t t leggen,plaatsen
u :.a a subst.dat.neut.sing. e u :.a ei debovenzaal,bovenkamer

En het gebeurde in die dagen dat zij ziek werd en stierf (lett. dat zij, nadat ze ziek was geworden,
stierf).Ennadatzehaarhaddengewassen,legdenzehaarineenbovenkamer.

NBG: En het geschiedde in die dagen, dat zij ziek werd en stierf; en na haar gewassen te hebben,
legdemenhaarineenbovenzaal.

Opmerkingen:
. ,. i.e au i a :eai.t iiseenaccusativuscuminfinitivo(het geschieddedat zijstierf),dieis
voorzienvaneenkwalificerendparticipium(zewerdziekenstierf).Vgl.Robertson,GGNT,1043;
Barrett,ICC,483;MoultonII,p.427.
Het tweede au i staat soms voor, dan weer na . sai, terwijl andere manuscripten het
weglaten(Barrett,ICC,483).
u :.a a verwijstmogelijknaar1Kon.17:19(vgl.2Kon.4:21),waarhetheleverhaalsowiesoop
gentlijkt(Barrett,ICC,483;Conzelmann,Hermeneia,77).

Hand9:38
. ,,u , e. eu c, Au eea, `Ie :: et aat a seu cai., e t E. e, . ct i . i au
a :. c.tai eu e a iea, :e , au e i :aasaeu i., e si c , et..t i . a, a i.

. ,,u , voorzetsel(+3) . ,,u , nabij,vlakbij
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
eu c, part.praes.A.gen.(abs)fem.sing. .t t zijn
Au eea, subst.gen.(abs)fem.sing. Au eea Lydda
`Ie :: subst.dat.(soci)fem.sing. `Ie :: Joppe
et aat subst.nom.masc.plur. e a , deleerling
a seu cai., part.aor.A.nom.masc.plur. a seu a horen
e t voegwoord+voorwerpzin e t dat,omdat,omte
E. e, subst.nom.masc.sing. e E. e, Petrus
. ct i indic.praes.A.3epers.sing. .t t zijn
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
au pron.pers.dat.fem.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
a :. c.tai indic.aor.A.3epers.plur. a :ec. a wegzenden
eu e adj.card.acc.masc.plur. eu e twee
a iea, subst.acc.(obi)masc.plur. e a i deman
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,tot,bij
au e i pron.pers.acc.masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
:aasaeu i., part.praes.A.nom.masc.plur. :aasa. a uitnodigen,smeken,aansporen
partikel niet
e si c , coni.aor.A.2epers.sing. e si. a aarzelen
et..t i infin.aor.A. et. ,eat gaandoor,trekkendoor
. a, voorzetsel(+2) . a, tot
a i pron.pers.gen.plur. . ,a ik

OmdatLyddadichtbijJoppeis,stuurdendeleerlingen,toenzehaddengehoorddatPetrusdaarwas,
tweemannentothem,diehemsmeekten(of:aanspoorden):Aarzelnietomovertekomentotons!

NBG:EndaarLyddadichtbijJoppelag,zondendediscipelen,toenzijhoorden,datPetrusdaarwas,
tweemannentothemmethetverzoek:Komzonderdralentotons.

Opmerkingen:
Een koptisch handschrift voegt nog toe: want de stad was niet ver weg. En toen de mannen
daarheengegaanwaren,smeektenzijhemomzonderaarzelenovertekomen(TCGNT,324).
Gehelleniseerde semitische namen worden in het Grieks minimaal verbogen of zijn indeclinabel,
zoals Au eea, dat hier in de genitivus staat. En handschrift (|
45
) leest overigens Au iea (BDR
56,2;39,11;Robertson,GGNT,256;MoultonII,p.147).

26
Joppekrijgthiereenlidwoord( `Ie :: )omdathetwoordinvers36alisgenoemd(anaforisch).
Vgl.BDR261,1.Hetbetreftoverigenseendativussociativusna(eenvormvan). ,,t ,a(Grieks
1,bijlage5.3.3.1).Merkopdat. ,,u ,eldersvaakeengenitivus(klassiek)krijgt.Deenigeandere
datiefbij. ,,u ,staatinHand.27:8(BDR184,1;Robertson,GGNT,538,568,640).
a seu cai., moet volgens Haenchen als een plusquamperfectum worden vertaald (Haechen,
KEK,286nt1)
Sommige handschriften laten eu e a iea, weg. Dat lijkt gebeurd onder invloed van Hand. 10:19
en 20, waar sprake is van drie mannen (TCGNT, 324,326). Zie ook Hand. 10:7 (Conzelmann,
Hermeneia,77).
:aasaeu i.,isbijwoordelijkgebruiktbija :. c.taiengeefteendoelaan.
De prohibitivus e si c , is een werkwoord in de categorie van vrezen, zich hoeden voor en
schamen(BDR)ofdurvenentwijfelen(Hoffmann&VonSiebenthal)enkrijgteenfinaleinfinitief
(et..t i),zoalsookinNum.22:16.Vgl.BDR392,3a;GG218e.

Hand9:39
a iaca , e. E. e, cui .i au et , e i :aa,.ie .iei a i ,a,ei .t , e u :.a ei sat
:a. ccai au a :a cat at , at sat eucat sat . :te.tsiu .iat ,ta ia, sat t a ta e ca
. :et.t .` au a i eu ca ^esa ,.

a iaca , part.aor.A.nom.masc.sing. a it ct opstaan
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
E. e, subst.nom.masc.sing. e E. e, Petrus
cui .i indic.aor.A.3epers.sing. cui. ,eat meegaan
au et , pron.pers.dat.(soc)masc.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
e i pron.rel.acc.(obi)masc.sing. e , die,dat,wat,hetgeen,wie
:aa,.ie .iei part.aor.M.acc.(obi)masc.sing. :aa,t ieat aankomen,arriveren
a i ,a,ei indic.aor.A.3epers.plur. a ia ,a omhoogvoeren,leiden
.t , voorzetsel(+4) .t , naar
e u :.a ei subst.acc.neut.sing. e u :.a ei debovenzaal,bovenkamer
:a. ccai indic.aor.A.3epers.plur. :at caat naderen,bijiemandgaanstaan
au a pron.pers.dat.(soc)masc.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
:a cat adj.indef.nom.fem.plur. :a , ieder,elk,alle
at , at subst.nom.fem.plur. , a deweduwe
sat eucat part.praes.A.nom.fem.plur. sat a wenen,huilen
. :te.tsiu .iat part.praes.M.nom.fem.plur. . :te.t siut latenzien
,ta ia, subst.acc.(obi)masc.plur. e ,ta i hetonderkleed,detuniek
t a ta subst.acc.(obi)neut.plur. e t a tei demantel
e ca pron.rel.acc.(obi)neut.plur. e ce, zoveelals,zogrootals
. :et.t indic.imperf.A.3epers.sing. :et. a doen,maken
.` voorzetsel(+2) .a met
au a i pron.pers.gen.fem.plur. au e , hij,zich(zelf),vanhem
eu ca part.praes.A.nom.fem.sing. .t t zijn
^esa , subst.nom.fem.sing. ^esa , Dorkas

EnPetrusstondopenging(direct)methenmee.Zijbrachtenhem,nadathijwasaangekomen,naar
de bovenkamer. En alle weduwen gingen bij hem staan, en lieten hem, in tranen, al de onderkleden
enmantelsziendieDorkas(steeds)hadgemaakt,toenzij[nog]bijhenwas(d.w.z.noginlevenwas).

NBG: En Petrus stond op en ging met hen mede. Toen hij daar aangekomen was, bracht men hem
naar de bovenzaal en al de weduwen kwamen bij hem staan, en lieten hem onder tranen al de
lijfrokkenenmantelszien,dieDorkas,toenzijnogbijhenwas,gemaakthad.

Opmerkingen:
a iaca , gevolgd door een werkwoord van beweging is een typisch Semitische uitdrukking
(MoultonII,p.453).Hetdeelwoorddrukthierurgentieuit.
au et , is een dativus sociativus (drukt gemeenschap uit). Vgl. Wallace, Greek grammar beyond
thebasics,160;Robertson,GGNT,529;Grieks1,bijlage5.3.3.1.
De constructie e i :aa,.ie .iei doet wat vreemd aan en lijkt de functie te hebben van een
genitivus absolutus (vgl. :aa,.ie .ieu au eu ). Toch heeft Lucas hier niet voor gekozen. Het
relativume i isnamelijkdirectobjectbija i ,a,ei(zijbrachtenhem naarde bovenkamer).Het
participiumspecificeerthierhetmomentwaaropdatgebeurde,namelijktoenhijwasaangekomen
enisinfeiteattributief(vgl.Hand.28:4).ZieParsons&Culy,Acts,189.

27
Vrijwel alle samengestelde woorden met :aa - krijgen een dativus die door het voorzetsel wordt
geregeerd(op:at caat,hiereenintrans.deponsensmediumvan:at ct,volgtau a ).Zie
BDR202,5.VolgensRobertsonkanookeendativuslocativusvolgen(Robertson,GGNT,542).
De mediale vorm van . :te.t siut betekent hier dat de weduwen de (eigen) kleding toonden,
terwijlzedieaanhadden(BDR316,1;Robertson,GGNT,311,810;Haenchen,KEK,286;Bauer,
. :te.t siut).HetkanookduidenopklerendieDorkashenhadgegeven(Barrett,ICC,485).
Hetcorrelatiefe ca misthiereigenlijkeenvormvan:a ,(:a ia).ZieRobertson,GGNT,732.
. :et.tvertalenwemeteenv.v.t.,maarhetimperfectumheefteeniteratiefaspect(Burton29).

Hand9:40
. saa i e. .a :a ia, e E. e, sat .t , a ,e iaa :ecuae sat . :tc. a, :e , e
ca a .t :.i Tata , a ia ct. e. iet.i eu , e|aeu , au ,, sat t eeu ca e i E. ei
a i.sa tc.i.

. saa i part.aor.A.nom.masc.sing. . sa a verdrijven,uitwerpen,verwijderen
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
:a ia, adj.indef.acc.(obi)masc.plur. :a , ieder,elk,alle
e E. e, subst.nom.masc.sing. e E. e, Petrus
.t , part.aor.A.nom.masc.sing. t t leggen,plaatsen
a ,e iaa subst.acc.(obi)neut.plur. e ,e iu deknie
:ecuae indic.aor.M.3epers.sing. :ec.u ,eat bidden
. :tc. a, part.aor.A.nom.masc.sing. . :tc. |a draaien
:e , voorzetsel(+4) :e , naar,tegen,tot,bij
e ca a subst.acc.neut.sing. e ca a hetlichaam
.t :.i indic.aor.A.3epers.sing. . ,a zeggen
Tata subst.voc.fem.sing. Tata Tabitha
a ia ct imp.aor.A.2epers.sing. a it ct opstaan
iet.i indic.aor.A.3epers.sing. a iet ,a openen
eu , e |aeu , subst.acc.(obi)masc.plur. e e |ae , hetoog
au , pron.pers.gen.(poss)fem.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
t eeu ca part.aor.A.nom.fem.sing. e a a zien
e i E. ei subst.acc.(obi)masc.sing. e E. e, Petrus
a i.sa tc.i indic.aor.A.3epers.sing. a iasat ,a rechtopzitten

Maar Petrus stuurden allen naar buiten, knielde neer en bad (of: nadat Petrus allen naar buiten had
gestuurd enwasneergeknield, bad hij).En hijdraaide zichomnaarhet lichaam en zei: Tabitha,sta
op.EnzeopendehaarogenentoenzePetruszag,gingzerechtopzitten.

NBG: Maar Petrus zond hen allen naar buiten en knielde neder en bad. En hij wendde zich tot het
lichaamenzeide:Tabita,staop!EnzijopendehaarogenenzagPetrusengingovereindzitten,

Opmerkingen:
EnkeleWestersehandschriftenvoegennaa ia ctnogtoe. i a e ie at eu sut eu a i
Iceu Xtceu (vgl. Hand. 4:10). Zie TCGNT, 324. Haenchen benadrukt dat dit niet de
oorspronkelijke tekst kan zijn, omdat het vers een kopie is van Mc. 5:40-41 (vgl. Tata en
Tata !).PetrusciteerthierdusJezuszelf(vandaardatbijdegenezingJezusnaamonvermeld
blijft).Vgl.Haenchen,KEK,286.
Hetfeitdathetmasculine:a ia, isgebruiktenniethetvrouwelijke:a ca,,lijkteropteduidendat
ernaastweduwenookmannenindebovenkameraanwezigwaren(Barrett,ICC,485).
Sommigemanuscriptenhebbennog:aa, ana iet.i (TCGNT,324).
.t , a ,e iaa iseenlatinisme(genuaponere).Vgl.BDR5,19.
Wallace identificeert de vele aoristi in dit vers als constaterende aoristi: de auteur van het boek
Handelingen lijkt hier alleen genteresseerd in de feitelijkheid van een gebeurtenis, zonder
aandacht voor de duurof hetresultaatervan:Sheopenedher eyes, andwhenshesawPeter,
shesatup(Wallace,Greekgrammarbeyondthebasics,558).

Hand9:41
eeu , e. au ,.t a a i. cc.i au i |ai ca, e. eu , a ,t eu, sat a , , a, :a. cc.i
au i ,a cai.

28
eeu , part.aor.A.nom.masc.sing. et eat geven
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
au pron.pers.dat.(obi)fem.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
,.t a subst.acc.(obi)fem.sing. ,.t dehand
a i. cc.i indic.aor.A.3epers.sing. a it ct doenopstaan
au i pron.pers.acc.(obi)fem.sing. au e , hij,zich(zelf),vanhem
|ai ca, part.aor.A.nom.masc.sing. |ai. a roepen
a ,t eu, adj.acc.(obi)masc.plur. a ,te, heilig
a , , a, subst.acc.(obi)fem.plur. , a deweduwe
:a. cc.i indic.aor.A.3epers.sing. :at ct voorogenstellen,latenzien
au i pron.pers.acc.(obi)fem. au e , hij,zich(zelf),vanhem
,a cai part.praes.A.acc.fem.sing. ,a a leven

En hij gaf haar een hand en hielp haar overeind (of: en door haar een hand te geven, hielp hij haar
overeind(lett.deedhijhaarstaan)).Toenriephijdeheiligen endeweduwen entoondehaarlevend
(of:ennadathijdeheiligenendeweduwengeroepenhad,toondehijhaarlevend).

NBG: en hij gaf haar de hand en richtte haar op; toen riep hij de heiligen en de weduwen en stelde
haarlevendvoorhen.

Opmerkingen:
eu , a ,t eu, duidtopdelocalechristelijkegemeente(Barrett,ICC,486;Haechen,KEK,286).

Hand9:42
,iace i e. . ,. i.e sa` e , , `Ie ::, sat . :t c.ucai :eet . :t e i su tei.

,iace i adj.nom.neut.sing. ,iace , bekend
e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. ,. i.e indic.aor.M.3epers.sing. ,t ieat geschieden,gebeuren
sa` voorzetsel(+2) saa door...heen,van...af,tegen
e , adj.gen.fem.sing. e e, geheel,heel
, `Ie ::, subst.gen.fem.sing. `Ie :: Joppe
. :t c.ucai indic.aor.A.3epers.plur. :tc.u a geloven
:eet adj.nom.masc.plur. :eu , veel
. :t voorzetsel(+4) . :t naar,tegen,op
e i su tei subst.acc.masc.sing. e su te, deheer

Enhetwerdbekenddoor(over)heelJoppeenvelenkwamentotgeloofindeHeer.

NBG:EnhetwerdbekenddoorgeheelJoppeenvelenkwamentotgeloofindeHere.

Opmerkingen:
saa + genitief komt slechts 73 keer voor in het NT (tegen 398 keer voor de combinatie met de
accusatief)enbetekentdanvaaktegen.Debetekenisdoor...heenzienwe5keer(zieookvers
31) en dan steeds samen met e e, (het klassieke Grieks zou hier saa + accusatief hebben
gebruikt).Vgl.BDR225,3;GG184k;Robertson,GGNT,607.
. :t + accusatief betekent doorgaans naar, tegen, op (en geeft dan antwoord op de vraag
waar(heen)?),maarkanookinfiguurlijkebetekeniswordengebruikt,zoalsna:tc.u a(. :t geeft
danderichtingvanhetgeloofaan).Vgl.BDR233,3.
De aoristus van :tc.ua wordt doorgaans ingressief vertaald: tot geloofkomen (GG 199d). Na
het werkwoord kunnen een dativus, accusativus, een finale bijzin of voorzetsels (.t ,, . i of . :t )
volgen. Voor de betekenis maakt dit niet uit. Merk op dat hier, gezien de verwijzing naar e i
su tei,vermoedelijkjodentotgeloofzijngekomen(vgl.vers35).
Joppeheefthiereenlidwoord,omdatdehavenstadalinvers36isgentroduceerd(BDR261,1).
DeCodexVaticanusen|
53
missenhetlidwoord(TCGNT,324v).

Hand9:43
`E,. i.e e. . a, t saia , .t iat . i `Ie :: :aa tit Lt ait uc.t .

`E,. i.e indic.aor.M.3epers.sing. ,t ieat geschieden,gebeuren


e. voegwoord e. maar,en(of:onvertaald)
. a, subst.acc.(temp/AcI)fem.plur. . a dedag

29
t saia , adj.acc.(AcI)fem.plur. t saie , voldoende,genoeg
.t iat infin.aor.A.(AcI) . ia blijven
. i voorzetsel(+3) . i in,op,met,door,onder
`Ie :: subst.dat.fem.sing. `Ie :: Joppe
:aa voorzetsel(+3) :aa bij
tit adj.indef.dat.masc.sing. t , eenzekere
Lt ait subst.dat.masc.sing. e Lt ai Simon
uc.t subst.dat.masc.sing. e uc.u , deleerlooier

Enhetgebeurdedathijgeruimetijd(lett.voldoendedagen)inJoppebleefbijeenzekereSimon,een
leerlooier.

NBG: En het geschiedde, dat hij verscheidene dagen te Joppe bleef bij een zekere Simon, een
leerlooier.

Opmerkingen:
Er zijn drie varianten m.b.t. de tijdspanne. Bovengenoemde tekst vinden we in onder meer de
Codex Vaticanus en een correctie van de Codex Sinaiticus. In een andere correctie op N en de
Codex Alexandrinus lezen we: au e i . a, t saia , .t iat. En de Textus Receptus maakt
ervan: . a, t saia , .t iat au e i. Metzger kiest voor de eerste (want moeilijkste lezing). Hij
denktdatkopiistenhetpersoonlijkvoornaamwoordau e ihebbentoegevoegdomdezinbeterte
latenlopen(TCGNT,325;Barrett,ICC,486).
`E,. i.e e. . a, t saia , .t iat is een accusativus cum infinitivo (NB. zonder accusativus,
zievorigenoot).Vgl.BDR408,4.Merkopdatdesemitischaandoende. ,. i.e-constructiemet
namebijLucas(endanvooralinHandelingen)voorkomt(MoultonII,p.427).IndeLXXtreffenwe
dezeechternergensaanmeteeninfinitief(Robertson,GGNT,1043).
. a, t saia , is een veel voorkomende bepaling van tijdsduur (accusativus temporis) in
Handelingen. Hoe lang Petrus in Joppe verbleef, is onbekend. Wel is duidelijk dat die periode
beperktis,vandaardeaoristus.t iat(Barrett,ICC,486).
e uc.u , is de hellenistische vorm van het woord leerlooier. Attisch-Grieks spelt ucee. ,.
Barrett merkt op dat leerlooiers door joden werden veracht vanwege hun werk met urine en de
stankdiezeverspreidden(Barrett,ICC,486;vgl.BDR34,9).

You might also like