Professional Documents
Culture Documents
Sieneke de Rooij Peet van Duijnhoven Floor Buschenhenke Maud Lazaroms David Mulder
Inhoud
Voorwoord I. Wie schrijft, geniet Schrijven populair onder jongeren Creatief schrijven in het onderwijs een ondergeschoven kindje Een pleidooi voor creatief schrijven in het onderwijs 4 5 5 5 6 7 7 8 8 11 12 16 20 24 27 33 36 39 43 47 50 50 52 52
II. Schrijven in uw eigen les Het belang van voorlezen en feedback Toepassing van de lesplannen Toelichting lesopbouw en spread III. Tien lesplannen Momentopname autobiografisch schrijven Peet van Duijnhoven 2 Kort en krachtig plot schrijven aan de hand van een foto Peet van Duijnhoven 3 Het is de wind maar toch? spannend schrijven Maud Lazaroms 4 A-Meezingtekst liedteksten schrijven David Mulder 5 Haiku Twaiku internetdichten Maud Lazaroms 6 Ga rustig slapen, stadsgenoten het vrije vers Floor Buschenhenke 7 Forks revisited sciencefiction en fantasy: fanfiction Floor Buschenhenke 8 Karaktertrek scenario schrijven Peet van Duijnhoven 9 We moeten praten! dialoog schrijven Maud Lazaroms 10 Nu jij.nl column over het nieuws Floor Buschenhenke 1
IV. Troefkaart Schrijven voor jongeren snel in beeld V. Onderzoek Jongeren schrijven Creatief schrijven tussen 12 en 18 jaar
Kunstfactor
Voorwoord
Creatief schrijven voor jongeren in het voortgezet onderwijs? Wacht even dat hoort toch niet bij de gewone lessen? Het is toch niet verplicht en staat toch niet in de kerndoelen? Nee, maar het is zo ontspannend. Zo inspirerend, zo goed voor het zelfvertrouwen van leerlingen. En bovenal: zo ontzettend leuk om te doen. Waarom komen we er eigenlijk zo weinig aan toe? Beide stemmen hierboven komen regelrecht uit de praktijk. Docenten Nederlands en CKV in het voortgezet onderwijs komen vaak met de klacht dat er voor creatief schrijven eigenlijk geen tijd is. En bovendien: het zou misschien in de lessen kunnen worden ingepast, maar dan moet er wel lesmateriaal zijn. Want zonder aanknopingspunten en zonder ervaring met creatief schrijven aan de slag gaan: dat kost te veel voorbereiding. Natuurlijk zou het aantrekkelijk zijn. Alleen hoe ga je te werk? Deze vragen leven in het onderwijs, en soms ook elders. Bijvoorbeeld bij bibliotheken: ideale plaatsen om creatief schrijven aan te bieden, maar met medewerkers daarvoor niet opgeleid zijn. Kunstfactor kan altijd bemiddelen bij het vinden van gespecialiseerde schrijfdocenten en adviseren over de programmering. Maar er kunnen redenen zijn om zelf eens zon les te willen geven. Kunstfactor stelt deze tien lesplannen ter beschikking aan iedereen die creatief schrijven met jongeren een kans wil geven. De auteurs richten zich met nadruk op de docent of begeleider van de lessen. Naar hun mening kom je tot een beter eindproduct als er achtergrondkennis en een structuur geboden worden. Vele publicaties bieden deze elementen aan. In deze voorproef kunt u ervaren dat lesgeven in creatief schrijven een haalbaar doel is. Als ervaren docent hoeft u niet te twijfelen aan uw didactische vaardigheden. U krijgt alleen de achtergrondinformatie en ideen aangereikt om uw lessen te verrijken. U kunt deze lessen inzetten als testcase en zo ontdekken wat ze met uw leerlingen doen. Hoofdstuk I Wie schrijft, geniet gaat in algemene zin over creatief schrijven in het onderwijs: wat is het belang daarvan en waarom is het daar een ondergeschoven kindje? In Schrijven in uw eigen les (Hoofdstuk II) vindt u de voor de lessen benodigde informatie: waar moet u in algemene zin op letten, hoe is de les opgebouwd. Hoofdstuk III bevat de tien lesvoorbeelden plus de troefkaart Schrijven voor jongeren snel in beeld. Na een aantal lessen kunt u wellicht uw eigen opmerkingen aan het materiaal toevoegen. Heeft u inhoudelijke opmerkingen dan kunt u bij ons terecht via schrijven@kunstfactor.nl. Nog een woord over de auteurs die hun ervaring in deze webpublicatie voor u op schrift hebben gesteld. Peet van Duijnhoven is sinds 1991 werkzaam in de kunsteducatie en verzorgt geregeld schrijftrainingen. Zij werkte mee aan het boek Leren schrijven leren en schreef Eerst het verhaal, schrijfimprovisaties voor filmmakers. Haar specialisatie is het schrijven van scripts voor theater en film. Floor Buschenhenke (De Woordheks) coacht schrijvers en analyseert hun teksten. Ze schrijft pozie, essays en proza en debuteerde in 2009 met de poziebundel Eiland op sterk water. Heeft met Lava literair een interactief schrijfcoachingtraject voor jongeren opgezet en geeft schrijfworkshops aan jong (6) tot oud (70). David Mulder studeerde Literaire Vorming en geeft schrijflessen namens verschillende culturele instellingen in de regio Utrecht. Hij schreef de romans Bruiloften en partijen en Hexum en het kinderboek Aartsrivalen. Maud Lazaroms studeerde psychologie, Writing for Performance en Theatre Studies. Zij werkt onder andere als freelance toneelschrijver en docent creatief schrijven voor diverse groepen kinderen, jeugd en volwassenen. Sieneke de Rooij is adviseur Schrijven bij Kunstfactor; daarnaast is zij redacteur en schrijver. Wij als auteursteam wensen u succes met creatief schrijven in uw lessen. We hebben de lessen met veel plezier voor u ontworpen n getest. Sieneke de Rooij, Peet van Duijnhoven, Floor Buschenhenke, Maud Lazaroms en David Mulder
Kunstfactor
Kunstfactor
Gelukkig is er buiten school wel degelijk lesaanbod te vinden voor mensen die van schrijven houden. Centra voor de Kunsten en particuliere schrijfscholen en schrijfdocenten bieden cursussen en workshops te over aan. De website van Schrijven Online, de grootste schrijfcommunity in het Nederlandse taalgebied, houdt daarvan een overzicht bij. En via Google is een schat aan informatie over creatief schrijven op internet te vinden. Op blz. 50 van deze lessenserie de troefkaart Schrijven met jongeren snel in beeld vindt u een aantal links naar inspirerende sites voor jongeren en publicaties die u als docent kunnen ondersteunen.
3*Janssen, Broekkamp en Smallegange: De relatie tussen literatuur lezen en creatief schrijven; Stichting Lezen, 2006. Informatie en download: www.lezen.nl, onder Publicaties
Kunstfactor
Kunstfactor
Toelichting lesopbouw
Globaal krijgt u per les vier paginas met de volgende informatie: achtergrondinformatie voor de docent; behandelt de onderdelen. werkschema, tijdsindeling en benodigdheden; verloop van de les. Op de twee paginas hierna volgt een korte inhoudelijke uitleg van de lesopzet.
Kunstfactor
auteur
Voorbeeld lesopbouw
iemand het op zich nemen om er een combinatie-document van te maken, zodat het een uitgeprint boekje kan worden, of als pdf op de site van school kan worden getoond? Of: Een boekje maken met de hele klas hoeft niet duur te zijn. Zoek bijvoorbeeld eens naar PODuitgeverijen op www.schrijvenonline.org/ schrijfgids.
Onderwerp
0.1 Achtergrondinformatie
Inleiding Over genre, thema en inspiratiebron. Wat is een gedicht, kort verhaal, spanning? Een paar grote voorbeelden uit de boekenkast of van de tv. Over de werkvorm; hoe ziet de les er in grote lijnen uit, hoe werkt dit, waardoor is het makkelijk en effectief om te doen, wat voor problemen kunt u eventueel verwachten en hoe zijn deze te behandelen of te omzeilen? Waarom is het leuk en haalbaar dit met de leerlingen te doen, wat spreekt hen erin aan, hoe combineert het met hun andere interesses?
Eindproduct
Voorstellen voor het concrete te presenteren eindproduct. Bijvoorbeeld Het korte verhaal wordt op de computer verwerkt en netjes vormgegeven. Wil
Kunstfactor
Voorbeeld lesopbouw
Onderwerp
0.2 De les
Tijdsindeling
Tijd Wat Uitleg genre, werkvorm Oefening: warming-up Brainstorm: ideen inventariseren Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep Afronding tot eindproduct Extras voor snelle werkers Criteria voor beoordeling Tips Het gaat hierbij om positieve feedback. Als iets een tekst niet lekker loopt: niet kritiek leveren, maar beredeneren hoe het effect anders kan worden. De grote vraag is altijd: wat doet een tekst met de lezer/toehoorder? Wat gebeurt als er maar twee personen zijn in plaats van vier? Hoe zou het klinken als er meer o-klanken worden gebruikt? Zit je er meer middenin als je vanuit een ik-figuur schrijft, en niet vanuit hij? Is het minder beangstigend om verleden tijd te gebruiken? Laat de jongeren zoveel mogelijk zelf bespreken en ontdekken. Afronding tot eindproduct Beschrijving van het concrete en presentabele eindproduct, bijvoorbeeld: Aan het eind van de les heeft iedereen een Twaiku geschreven; eventueel kunnen die op internet gezet of naar elkaar ge-smst worden. Het kan de leerlingen uitdagen wanneer u inventariseert wie van plan is ermee door te gaan, het product af te maken of aan een andere tekst te beginnen. Op sommige scholen ontstaan schrijfgroepjes. Dit kunt u stimuleren in dit laatste rondje van de les. Briefjes uit de pot Benodigdheden
Oefening: warming-up
Een binnenkomer om even te wennen aan creatief denken en het inzetten van de fantasie. Voorbereiding op het genre of thema. Het plezier voelen: we gaan iets moois maken en de kop losgooien.
III.
Tien Lesplannen
Momentopname autobiografisch schrijven Peet van Duijnhoven 2 Kort en krachtig plot schrijven aan de hand van een foto Peet van Duijnhoven 3 Het is de wind maar toch? spannend schrijven Maud Lazaroms 4 A-Meezingtekst liedteksten schrijven David Mulder 5 Haiku Twaiku internetdichten Maud Lazaroms 6 Ga rustig slapen, stadsgenoten het vrije vers Floor Buschenhenke 7 Forks revisited sciencefiction en fantasy: fanfiction Floor Buschenhenke 8 Karaktertrek scenario schrijven Peet van Duijnhoven 9 We moeten praten! dialoog schrijven Maud Lazaroms 10 Nu jij.nl column over het nieuws Floor Buschenhenke 1 12 16 20 24 27 33 36 39 43 47
Kunstfactor
1. Momentopname
Peet van Duijnhoven
Autobiografisch schrijven
1.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
In een autobiografie beschrijf je je levensloop en reflecteer je op wat je hebt meegemaakt. Dat is anders bij een dagboek; daarin reageer je vaak zonder enige vorm van zelfcensuur op wat je meemaakt. Tegenwoordig houden veel mensen een weblog bij om anderen een kijkje te geven in hun belevingswereld. Literaire autobiografien zijn bijvoorbeeld: Echte mannen eten geen kaas (Maria Mosterd), De renner (Tim Krabb), Meisje met negen pruiken (Sophie van der Stap), Het achterhuis (Anne Frank) en Een geschreven leven (Sybren Polet). Barbara Stok, Maaike Hartjes, Gerrie Hondius en Erik de Graaf maken autobiografische strips. Bij autobiografisch schrijven zullen de leerlingen gaan schrijven vanuit hun eigen ervaring. Het thema is De eerste keer. Jongeren houden zich graag bezig met wat ze beleven, maar liefst wel in een veilige omgeving. Wat helpt is als ook de docent met eigen ervaringen over de brug komt. Het onderwerp de eerste keer biedt veel aanknopingspunten; leerlingen kunnen zelf bepalen hoe persoonlijk en openhartig ze daarover willen schrijven.
Eindproduct
De jongeren zetten hun teksten in de computer; er kunnen ook illustraties bij worden gemaakt. Of: ze maken een luisterboek en spreken zelf hun teksten in.
Kunstfactor
1. Momentopname
Autobiografisch schrijven
vervolg 1.1 Achtergrondinformatie
Extras voor snelle werkers
Herschrijfopdrachten: Schrap twintig onnodige woorden uit je tekst. Zoals: soms, wel, eigenlijk, maar Soms moet je een zin een beetje veranderen om hem weer goed te laten lopen. Maak een nieuwe pakkende beginzin. Bekijk of alles in dezelfde tijd staat. Bedenk drie titels voor je verhaal. Lees de tekst van iemand die ook al klaar is, en help elkaar met spelling. Zet een kringel onder zinnen die je niet snapt en een uitroepteken in de kantlijn bij de woorden of zinnen die je het meest raken. Bedenk een titel voor elkanders verhaal.
Tip
Bloggen kan ook een vorm van autobiografisch schrijven zijn. Wie heeft er een blog? Kun je je blog beter, mooier, literairder schrijven? Filosofeer eens over de functie van een blog.
Kunstfactor
1. Momentopname
Autobiografisch schrijven
1.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 5 minuten 5 minuten 2 minuten 15 minuten 10 minuten 8 minuten Wat Uitleg genre, introductie onderwerp Warming-up door maken van lijstje Idee selecteren Begeleide associatie Hoofdtaak: schrijven Nabespreken/voorlezen Pen, papier Pen, papier Pen, papier Pen, papier Evt. computers Was het een onverwachte eerste keer, of een eerste keer die goed was voorbereid? Wat deed je voor dat specifieke moment? Waar was je? Was het ochtend, middag, avond? Wat zag je om je heen aan mensen, dingen, kleuren? Wat voor geluiden hoorde je? Waar rook het naar? Was je alleen of met anderen? Zo ja, met wie? Hoe was de sfeer? Wat deed je op dat moment? Wat had je ook kunnen doen? Wat voor gedachten had je? Hoe voelde je je? Werd er iets gezegd? Schrijf een paar zinnen op die je je kunt herinneren. Wat deed je daarna? Benodigdheden
Begeleide associatie
U vraagt de jongeren om zich te concentreren op dat specifieke moment. Daarbij stelt u klassikaal rustig een aantal vragen, waarvan ze de antwoorden opschrijven. Zoals:
Selecteren antwoorden
Iedereen bekijkt zijn antwoorden, kiest vier antwoorden uit waarover hij tevreden is of die in ieder geval in het verhaal moeten voorkomen. Laat leerlingen ook bedenken waar in het verhaal deze antwoorden voorkomen: begin-midden-eind.
Kunstfactor
1. Momentopname
Autobiografisch schrijven
vervolg 1.2 De les
Hoofdtaak schrijven
Het verhaal kan worden geschreven; de lengte is ongeveer n geschreven A4-tje. Ook niet-geselecteerde antwoorden mogen erin voorkomen, als dat zo uitkomt.
Nabespreken/voorlezen
Wie dat wil kan zijn verhaal aan de klas voorlezen. Leg daarbij de nadruk op respect voor elkaars teksten, die immers puur persoonlijk zijn.
Kunstfactor
2. Kort en krachtig
Peet van Duijnhoven
Werken in groepjes geeft leerlingen de kans om hun werk aan anderen te laten zien, en is tevens een mooi ijkpunt om te zien of ze op hetzelfde spoor zitten. U kunt enkele tweetallen vragen hun werk klassikaal te presenteren.
Plotvraag
Een personage streeft naar iets, heeft een duidelijk doel of een duidelijke wens. Door dat streven te verpakken in een plotvraag, wordt het belang van het personage duidelijker. En hoe meer er van de vervulling van dat streven afhangt, des te spannender het verhaal kan worden. Dit wordt ook wel de noodzakelijkheid van het verhaal genoemd. Bijvoorbeeld: Lukt het Roos om vijftig kilo af te vallen om eindelijk tevreden te zijn over zichzelf?
2. Kort en krachtig
Plot schrijven aan de hand van een foto
vervolg 2.1 Achtergrondinformatie
Eindproduct
De les is te kort om een heel verhaal te schrijven. De verhalen moeten dus op een ander moment worden afgemaakt. Dat kan heel goed op de computer; de duos kunnen zo zelfs op afstand samenwerken. tweetal kan een extra obstakel inlassen om het verhaal nog spannender te maken. Ook kan een snel duo werken aan een verrassende wending, of een tweede slot bedenken. Later kiest dan de klas welk einde het beste is. NB: Deze les kan worden gekoppeld aan het bedenken van een filmverhaal of toneelstuk (les 8, Scenario schrijven).
Kunstfactor
2. Kort en krachtig
Plot schrijven aan de hand van een foto
2.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 2 minuten 5 minuten 10 minuten 10 minuten 10 minuten 5 minuten Wat Uitleg genre, werkvorm Oefening: fotos uitzoeken Brainstorm: ideen inventariseren Uitwisselen; op verhaal komen (facultatief) Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep Afronding tot eindproduct zijn. Wat houdt het personage bezig en wat is zijn of haar plan. Verpak dat plan in een plotvraag: Zal het .... lukken om.... om eindelijk.... Bijvoorbeeld: Zal het Nicole lukken om haar buurman zijn huis uit te verdrijven, om zo over haar liefdesverdriet heen te komen? Zal Jeffrey meemogen op voetbalkamp en zo eindelijk bevriend raken met Willem? Pen, papier/computer Fotos Benodigdheden
Kunstfactor
2. Kort en krachtig
Plot schrijven aan de hand van een foto
vervolg 2.2 De les
Hoofdtaak: schrijven
De tweetallen gaan terug naar hun eigen plek. Dit kan ook een overgang vormen naar individueel werken. Ze bekijken welke ideen ze van het andere duo over willen nemen en welke niet. Ze maken zelf nieuwe combinaties. Ze bepalen hoe het verhaal begint en zal eindigen. Ze beginnen met het verhaal uit te schrijven. verhaallijn vertellen. Het echte uitwerken van het verhaal kan eventueel als huiswerk worden opgegeven.
Uitwisselen
Enkele duos vertellen de klas hoever ze met hun verhaal zijn gekomen. Ze kunnen de eerste alineas voorlezen of de grove
Kunstfactor
Spannend schrijven
3.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
Bij spannend schrijven staat het wekken van een suggestie bij de lezer centraal. Een verwachting wordt steeds een beetje maar niet helemaal ingelost. Er dreigt iets, er broeit iets, en dat maakt het verhaal boeiend. Vormen van spannende verhalen zijn de detective, de thriller en horror. Denk hierbij aan verhalen van Stephen King (bijvoorbeeld It), en de films van James Bond, maar ook aan de boeken van Nicci French. Veel jongeren kennen natuurlijk de Harry Potterserie en SF of fantasy. Een lekker leesboek is Martyn Big van Kevin Brooks. We onderscheiden fysieke spanning bijvoorbeeld een achtervolging en psychologische spanning, waarbij de spanning uit de personages of het verhaal voortvloeit. Als lezer wil je dan weten of het goed met de personages afloopt. Er zijn diverse technieken om spanning op te wekken, zoals: informatievoorsprong en -achterstand; tijdsdruk; zintuiglijk beschrijven en vertonen in plaats van vertellen. De kern van deze les ligt bij de laatste techniek: Show, dont tell. Dus niet: Hij verveelde zich zo. Toon het aan, laat het zien. Bijvoorbeeld zo: Hij hoorde de klok eindeloos tikken maar wist niet meer hoe lang de tijd al duurde. De stilte van het huis drukte zijn schouders naar beneden. Hoe lang zouden opa en oma nog slapen? Zijn boek had hij uit. Buiten liep een man gebogen tegen de wind in. Hij keek naar zijn nagels. Het mooie van vertonen is dat er een vertraging in het verhaal optreedt. En vertraging werkt spanningsverhogend.
Eindproduct
Laat de verhalen voorlezen en oefen op een spannende presentatie. Hoe kunnen leerlingen extra spanning creren in hun stem? Wanneer laat je een stilte vallen? Het kan ook aardig zijn om muziek bij de tekstfragmenten te zoeken.
Kunstfactor
Tips en links
Les 2 (Kort en krachtig, over plot schrijven) kan een goede voorbereiding zijn op deze les. Appel, Ren: Spanning in verhalen. Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2007. Pluijm, Cees van der, Schrijven van gedichten en verhalen. Uitgeverij De Contrabas, Utrecht/Leeuwarden, 2008. http://spannings.blogspot. com/2009/01/lijst-der-lijstennieuws-2009.html http://kinderboeken.blog.nl/actueel/ nieuws/2009/06/01/juni-maand-vanhet-spannende-boek
Kunstfactor
Brainstormen in tweetallen
Geef een voorbeeldzin die een situatie schetst, bijvoorbeeld: Er werd bij mij ingebroken en ik was erg bang. De leerlingen brainstormen in tweetallen hoe je deze situatie zo kan invullen dat die getoond wordt. Beschrijf de gebeurtenis als een heel spannende situatie. Zie het voor je. Beschrijf die beelden. Hoe ziet dat bang zijn eruit? (Uitwerking: Ik hoorde geritsel op de gang. Mijn adem stokte. Een zweetdruppel liep langs mijn voorhoofd omlaag. Was het een man? Ik hoorde voetstappen... Mijn hart klopte in mijn keel. Droge mond ik slikte. Langzaam, om geen geluid te maken, pakte ik een zware kandelaar van de tafel.) Bespreek samen wat er verandert aan de verteltrant als je niet vertelt (zoals in de voorbeeldzin) maar vertoont (zoals in de uitwerking). Hoe maakte je het verhaal spannend? Was het nog geloofwaardig? Waarom wel of juist niet? Laat een paar voorbeelden klassikaal presenteren.
Kunstfactor
Kunstfactor
4. A-Meezingtekst
David Mulder
Liedteksten schrijven
4.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
Liedjes blijven hangen. Ze zingen rond in je hoofd en vormen de soundtrack van je dagelijkse handelingen. Liedjes roepen herinneringen op. Sommige zijn zelfs krachtig genoeg om je stemming te bepalen. Een groot deel van deze kracht komt voort uit de melodie en de instrumenten. Maar de woorden doen ook een hoop. Hun klank en het ritme, het verhaal dat ze vertellen. Liedteksten kunnen massas in beweging zetten, generaties definiren en tranen ontlokken aan dromers met liefdesverdriet. Jongeren hebben tal van liedjes waar ze gek op zijn. Het is een openbaring als ze er in deze les achter komen waarom ze juist dt nummer goed vinden. Helemaal als ze ontdekken dat een song schrijven iets is wat ze zelf ook kunnen proberen. Door een voorbereidende schrijfopdracht - waarbij nog niemand zich zorgen hoeft te maken over rijm en ritme - komt er spelenderwijs veel materiaal op papier, zodat het uiteindelijke liedje op een vanzelfsprekende manier ontstaat. Liedjes gaan heel vaak over specifieke gevoelens. In deze les gaan leerlingen hun gevoelens in de liedtekst proberen te vangen. Het is van belang om te benadrukken dat ze een onderwerp nemen dat voor hen veilig en behapbaar is. Het moet emotioneel niet zoiets zwaars zijn dat ze er niet over kunnen schrijven. Bereidt u zich op deze les voor door de teksten van twee toegankelijke liedjes mee te nemen naar de les (zie de lesbeschrijving).
Eindproduct
Aan het eind van de les heeft elke leerling een lied of een begin daarvan. Als er tijd voor is, kunt u klassikaal uitzoeken welke teksten zingbaar zijn. Eventueel kan de klas een geslaagde tekst meenemen naar de muziekdocent, om de compositie in diens les verder uit te werken. Enthousiastelingen kunnen een uitvoering op een klassenavond of bonte avond organiseren.
Tips
Schotanus, Yke: Song- en liedteksten schrijven, van cabaret tot rock. Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2007. De Mol, Gerry: Er moet ook nog tekst op. Liedteksten schrijven voor gevorderde beginners en vice versa. Creatief Schrijven Belgi, Antwerpen, 2008. www.creatiefschrijven.be Reijt, Vic van de: Het land van Maas en Waal. De 20ste eeuw in 400 en enige liedteksten. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006.
Schrijft het voort! - Lesplan 4 - pagina 24
Kunstfactor
4. A-Meezingtekst
Liedteksten schrijven
4.2 De les
Tijdsindeling Tijd 10 minuten Wat Uitleg genre, introductie onderwerp Benodigdheden Twee liedjes op cd, de uitgeprinte teksten daarvan (genoeg voor de hele klas), cd-speler Pen, papier Pen, papier/computer Criteria voor beoordeling worden. En het zal nooit vervelen, omdat steeds weer iemand hetzelfde op een andere manier weet te zeggen. Vraag leerlingen naar hun favoriete songteksten en laat ze verwoorden waarom die favoriet zijn. Laat de meegebrachte liedjes horen, of fragmenten ervan. Vraag welke stukjes lekker klinken of waarom ze bepaalde zinnen mooi of juist lelijk vinden.
Voorbereiding
Zoek in de bibliotheek, op internet of in uw eigen cd-collectie liedteksten. Suggesties: Acda en De Munnik, Andr Hazes, Doe Maar, Lange Frans en Baas B. Op www. bladmuziek.biz is een flinke verzameling Nederlandstalige teksten te vinden. In combinatie met de zoekterm tabs komt u met een zoekmachine ook vrij ver. Probeer voor uzelf te bepalen waarom sommige teksten u aanspreken en andere niet. Zo kunt u de nabespreking goed sturen en relevante vragen stellen. Neem twee nummers op cd of usb-stick mee naar de les, plus de gekopieerde teksten daarvan. Zorg ervoor dat u de liedjes in het lokaal kunt afspelen. Kies liedjes uit die de leerlingen kennen, zoals een op dat moment populaire song of een evergreen.
4. A-Meezingtekst
Liedteksten schrijven
vervolg 4.2 De les
Iedereen kiest een moment of gebeurtenis om uit te werken. Geef maximaal tien minuten om die gebeurtenis op te schrijven, nog niet op rijm maar alsof je erover schrijft aan een vriend. Vraag de leerlingen dan om zinnen of woorden uit hun tekst te onderstrepen die ze vinden passen in een lied. Vraag om enkele voorbeelden uit de klas en bespreek die. Waarom is die zin geschikt? het vertrekpunt. Door te associren op klank en inhoud ontstaat een lied. Zinnen uit het originele lied kunnen ook inspirerend zijn om op door te werken.
Bespreking in de groep
Laat een aantal liedteksten voorlezen. Stel vragen als: waarom raakt deze tekst je, waarom klinkt hij lekker, of juist niet? (Zie: criteria voor nabespreking). Als leerlingen enthousiast zijn en de sfeer in de klas veilig genoeg is kunt u een leerling vragen om de tekst eens te zingen. Mocht dat te eng zijn dan zou u dat zelf kunnen proberen (ook eng, natuurlijk!). Zo komt de leerling er snel achter waar de tekst loopt en waar deze nog hapert. Zoek samen oplossingen voor tekstfragmenten die verbeterd moeten worden.
Hoofdtaak: schrijven
Elke leerling kiest een van de twee liedjes die aan het begin van de les gespeeld zijn en waarmee hij/zij wil werken. Met de tekst van het nummer binnen handbereik gaan ze op die melodie een eigen liedtekst maken. De onderstreepte zinnen en woorden uit hun eigen tekst zijn daarvoor
Kunstfactor
5. Haiku Twaiku
Maud Lazaroms
Internetdichten
5.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
Internet kwam in de jaren negentig in een razend tempo de wereld in, en is inmiddels niet meer weg te denken. Het is niet zozeer pozie die veranderd is, maar veeleer de wereld er omheen, aldus hoogleraar Nederlandse letterkunde Thomas Vaessen. Tegenwoordig zijn er veel sites en blogs met pozie, want internet is ht medium om je teksten aan een groter publiek te laten lezen. Op Facebook en Twitter kun je in 160 of 140 tekens per bericht de wereld laten weten waarmee je bezig bent. En dus ook met wat je schrijft. In deze les leren de leerlingen een Twittergedicht oftewel een Twaiku schrijven. Een Twaiku (Twitter-haiku) heeft 140 tekens en is gebaseerd op de oeroude Japanse dichtvorm haiku. Een haiku bestaat uit drie regels met resp. vijf, zeven en vijf lettergrepen. Traditionele haikus bevatten veel natuurbeelden waarmee de dichter de condition humaine wil weergeven. Twaikus gaan over persoonlijke zaken die iemand raken. Als onderwerp kiezen de leerlingen een wens of een ergernis uit een recent verleden. Het gedicht hoeft niet te rijmen. Het kan handig zijn om hierbij een computer of mobieltje te gebruiken. Op de pc is via de Word Count toets het aantal tekens (inclusief spaties) makkelijk na te gaan. Ook bij een sms of twitterbericht is het precieze aantal tekens direct af te lezen. Het risico is echter dat leerlingen met hun telefoons gaan spelen. Probeer daarom hun aandacht bij de inhoud van het dichten te houden; gebruik eventueel de papieren versie van het raster (zie blz. 31/32). Ruim zo mogelijk later tijd in om de teksten op internet te plaatsen of per telefoon te verzenden.
Eindproduct
Aan het eind van de les hebben alle leerlingen een Twaiku geschreven. Eventueel kunnen die op internet gezet worden of naar elkaar ge-smst worden. Laat leerlingen ermee stoeien door er bijvoorbeeld een rap van te maken. Zijn er teksten bij die zich lenen voor pozieposters? Kunnen ze verfilmd worden voor YouTube? Kun je ze twitteren en doorlinken naar je eigen blog of Facebookpagina?
Kunstfactor
5. Haiku Twaiku
Internetdichten
vervolg 5.1 Achtergrondinformatie
Schrijf nogmaals in deze pozievormen maar nu over een ander onderwerp. Als je net een klein onderwerp had, schrijf dan nu over iets groots. Als je net over mensen schreef, schrijf dan nu over de natuur. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? http://meandermagazine.net/wp literair e-zine voor dichters www.precies160.nl Sofie Cerutti richtte Stichting Dichtvorm 160 op. Op deze site is ook meer lesmateriaal te downloaden. Cerutti, Sofie (2007). 160 tekens (inclusief wit). Meulenhoff, Amsterdam, 2007. www.decontrabas.com/dekleinezaal/2006/08/alsof_de_auteur.html Even lachen voor wie goed is in Engels: op http://shorttext.com/m8ee vind je Haikus die Windows Errors verwoorden.
Tips
NB: Les 6 over het vrije vers (blz. 33) kan mooi aansluiten op deze les. Haiku Kring Nederland: http://www. haikukringnederland.web-log.nl www.youngpoets.nl voor jonge dichters
Kunstfactor
5. Haiku Twaiku
Internetdichten
5.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 8 minuten 10 minuten 5 minuten 10 minuten Wat Uitleg genre, werkvorm Oefening: warming-up Brainstorm: ideen inventariseren Hoofdtaak: schrijven Benodigdheden Eventueel internet Pen, papier Pen, papier Pen, papier of pc; evt. mobieltjes; kopien van het raster (bijlage) Criteria voor beoordeling Tips, eventueel op internet plaatsen/ per sms versturen
7 minuten 5 minuten
Voorbereiding
Verdiep u vooraf in de vormen van communicatie waarmee mensen op het internet aan de wereld laten weten wat hen bezig houdt. Bezoek sites als Facebook of Hyves en lees de korte berichten die mensen via Twitter/email/sms naar het internet verzenden. Zoek op YouTube op de termen schrijven, dichten, poetry en writing. Kopieer voor het tellen van het aantal lettertekens het raster op blz. 31/32 voor de hele groep.
Warming up
Praat kort over het gebruik van internet, sms, Twitter. Wat zijn de positieve ervaringen ermee? De leerlingen gaan een Twaiku schrijven over een wens of een ergernis; iets dat de afgelopen dagen speelde. Laat iedere leerling een lijstje maken met vijf ergernissen en een lijstje met vijf wensen. Vraag een paar leerlingen om twee ergernissen of wensen te noemen. Wie zich daarin herkent kan die aan het eigen lijstje toevoegen. Vervolgens kiest iedereen een wens of een ergernis uit om een Twaiku over te maken.
Over de Twaiku
Bestaat uit 140 tekens, inclusief spaties en dus ook leestekens. Rijmen hoeft niet. Het hoeft niet over iets groots te gaan. Het gaat om de manier waarop iets gezegd wordt.
Kunstfactor
5. Haiku Twaiku
Internetdichten
vervolg 5.2 De les
Wees verrassend; wees creatief met taal, het hoeven geen mooi lopende zinnen te zijn. Gebruik mooie/spannende/ ongebruikelijke woorden of woordcombinaties. Vermijd woorden als leuk, mooi, stom. Kies voor woorden met een duidelijker zeggingskracht. Schrijf geen emotie neer, maar roep die (indirect) op. Een Twaiku is een gedicht dat gemaakt wordt om de wereld in te sturen. Laat de leerlingen steeds nadenken over wat ze willen zeggen, hoe en tegen wie ze dat willen zeggen.
Hoofdtaak: schrijven
Iedereen bewerkt de wens dan wel ergernis tot een of meer Twaikus. Geef daarbij om afraffelen te voorkomen een maximum aan. Gebruik eventueel het raster om tekens in te tellen.
Kunstfactor
Haiku Twaiku
5. Haiku Twaiku
Kunstfactor
Haiku Twaiku
5. Haiku Twaiku
Kunstfactor
Eindproduct
Deze schrijfopdracht kan goed samengaan met een auteursbezoek op school. Kies een aantal regels uit zijn of haar werk om te jatten. Vraag de schrijver om een paar gedichten van de leerlingen te bespreken. De gedichten kunnen worden voorgedragen, gepubliceerd in de schoolkrant, op de schoolwebsite of een poziewebsite. Ook kan bij het gedicht een tekening of foto gemaakt worden. Extra leuk is het om met de leerlingen s avonds laat op pad te gaan naar de plekken die in de gedichten voorkomen, om daar fotos, filmpjes (bijv. met de mobiel) of tekeningen te maken. Dat beeldmateriaal kan dan samen met de tekst gepresenteerd worden.
Voorbereiding
Zoek twee of drie vrije verzen over de nacht uit die u zelf mooi vindt. Deel deze aan het begin van de les uit, of draag ze voor. Een van deze gedichten typt u over met alle zinnen achter elkaar geplakt, alsof het proza is.
Kunstfactor
Kunstfactor
Uitleg genre, werkvorm Oefening: warming-up Brainstorm: ideen inventariseren Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep
2 of 3 gedichten/kopie voor de hele groep Pen, papier Evt. muziek Inspiratieregels (gekopieerd voor allen), pen, papier Criteria voor beoordeling bij deze plek bij nacht? Laat de leerlingen de antwoorden in steekwoorden opschrijven.
Hoofdtaak: schrijven
De leerlingen beschrijven eerst in vier regels deze plek bij nacht. Bied dan de vier inspiratieregels aan (door bijv. het bord open te klappen, of ze op papier uit te delen). De jongeren kiezen een regel en plaatsen deze bij onder, boven of tussen hun eigen regels. Dan schrijven ze weer vier regels, die reageren op de gejatte dichtregel.
Oefening: warming-up
Laat iedereen een plek in gedachten nemen en opschrijven waar ze zelf geweest zijn (bijvoorbeeld: de supermarkt bij mij in de straat). Stel je deze plek bij nacht voor. Wat je niet weet, verzin je gewoon.
Bespreking in de groep
Laat enkele teksten voorlezen en vraag de leerlingen ook te luisteren naar het ritme en de pauzes in de tekst. Vraag na lezing welke regel of welke frase het best onthouden wordt. De leerlingen kunnen voor zichzelf of in een andere les hun gedicht afronden. Daarbij moet ook op de regeleindes en witregels gelet worden. Zouden ze iets met deze teksten willen doen? Ze op een of andere manier presenteren aan de rest van de school?
Schrijft het voort! - Lesplan 6 - pagina 35
7. Forks revisited
Floor Buschenhenke
Eindproduct
En les is te kort om een heel verhaal te schrijven. Enthousiastelingen kunnen hun verhaal thuis afmaken,en op internet publiceren. Zijn er duos te vormen die verhalen met illustraties kunnen maken? Zijn er scnes die tot een filmpje kunnen worden verwerkt? Kun je over zon onderwerp ook dichten of liedteksten schrijven?
Kunstfactor
7. Forks revisited
Sciencefiction en fantasy: fanfiction
7.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 10 minuten 5 minuten 5 minuten 10 minuten 10 minuten Wat Uitleg genre, werkvorm Oefening: warming-up Brainstorm: wereld verkennen Hoofdtaak: scne schrijven Bespreking in de groep Schrijfmaterialen Pen, papier of pc; evt. mobieltjes Criteria voor beoordeling wat niet in deze wereld kan: van tijdreizen tot gedachten lezen). Nu koppel je deze vaardigheid aan je eigen SF/fantasy-wereld. Dat kan de wereld uit een van de genrevoorbeelden zijn, maar ook een zelfverzonnen wereld. Ieder schrijft op wat de regels voor deze vaardigheid zijn, hoe die werkt. Laat de tweetallen elkaar de volgende vragen stellen en de antwoorden opschrijven: Kan iedereen het, of alleen sommige wezens? Moet je het leren of gaat het vanzelf? Kun je er iemand goed of kwaad mee doen? Hoe? Heb je hulpmiddelen nodig (een machine, toverstaf)? Wat als je de vaardigheid kwijtraakt of het hulpmiddel stuk gaat? Benodigdheden
Oefening: warming-up
Wat maakt de wereld van Harry Potter anders dan de onze? Wat kan Harry met magie doen? Verzamel een aantal vaardigheden van Harry en co; op een bezemsteel vliegen, met een cape onzichtbaar worden... Laat de leerlingen een boek/film/game kiezen en een lijstje maken met vaardigheden uit die wereld. Zijn daarbij hulpmiddelen nodig? Noteer die ook.
7. Forks revisited
Sciencefiction en fantasy: fanfiction
vervolg 7.2 De les
Bespreking in de groep
Vraag wie wil voorlezen. Focus op geloofwaardigheid en originaliteit. Worden de vaardigheden uitgelegd of als vanzelfsprekend getoond? Zijn er bijzonder originele vaardigheden bij?
Kunstfactor
8. Karaktertrek
Peet van Duijnhoven
Scenario schrijven
8.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
Een scenario of script is een reeks scnes die tezamen het verhaal van een film of een aflevering van een televisieserie vormen. In zon script staat de locatie en het tijdstip per scne beschreven. Plus alles wat er te zien en te horen is: sfeerbeelden, handelingen, dialogen. U gaat met de leerlingen het begin van een film op dvd bekijken en hen daarna laten bedenken hoe het verhaal verder zal gaan. Deze les krijgt vooral kwaliteit als u vanaf het begin vertelt wat u van hen verwacht. Veel geschikte filmvoorbeelden vindt u op www. moviezone.nl. De meeste recentere films zijn al op dvd beschikbaar; u kunt anders ook in het archief kijken. Het is handig om een film te kiezen waarvan u vermoedt dat uw leerlingen hem niet kennen. Start de film vanaf het allereerste begin. Soms zijn er namelijk al beelden voordat de titel in zicht is; dit noem je een teaser. Een teaser geeft de richting aan qua sfeer en genre. Vaak zijn er korte fragmenten in verwerkt die in de film belangrijk blijken te zijn. De klassikale vraag: Waar maakt deze teaser je nieuwsgierig naar? is de belangrijkste vraag. Soms vinden leerlingen deze vraag niet cool. U kunt ook vertellen dat een filmmaker juist in het begin elementen stopt waarover je je als kijker verbaast, die je misschien gek vindt en waardoor je je dingen gaat afvragen. Leerlingen vinden het heel leuk om verhaallijnen door te denken; daar zijn ze ook erg goed in. U zult versteld staan van wat zij uit zon eerste scne weten te halen. Het is belangrijk om te benadrukken dat zij zich moeten afvragen of de scnes die zij verzinnen kloppen bij het karakter van het personage. Anders denken ze dat alles mag en nemen ze de opdracht niet echt serieus. De meeste leerlingen weten niet hoe een scenario eruitziet en wordt genoteerd. U kunt een voorbeeld en meer uitleg vinden op www.wikipedia.nl trefwoord scenario. Andere handige websites zijn: www. filmeducatie.nl, www.kill-your-darlings.nl en www.nif.nl. en moviezone.nl . U kunt hier aandacht aan besteden als u meer tijd hebt dan 45 minuten. Zo niet dan is het handiger om het scenario in verhaalvorm te laten opschrijven.
Eindproduct
Misschien zit er een scenario bij dat te verfilmen is. Dat is afhankelijk van de effecten die zijn bedacht.
Kunstfactor
8. Karaktertrek
Scenario schrijven
vervolg 8.1 Achtergrondinformatie
Extras voor snelle werkers
Snelle werkers kunt u een uitdraai geven van een scne uit een scenario (via wikipedia). Zo zien ze hoe een en ander wordt genoteerd. Vervolgens kunnen ze hun verhaal omzetten in echte scenario-notatie.
Tips
Deze les laat zich goed combineren met les 9 (Dialoog schrijven) op blz. 43. Beukenkamp, Ger: Schrijven voor film, toneel en televisie. Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2009.
Kunstfactor
8. Karaktertrek
Scenario schrijven
8.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 3 minuten 7 minuten 10 minuten 5 minuten 15 minuten 10 minuten Wat Uitleg les Warming-up, vertonen eerste 7 minuten film dvd met film; afspeelapparatuur Brainstorm: klassikaal vragen stellen Brainstorm in tweetallen Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep Afronding tot eindproduct Schrijfmaterialen Criteria voor beoordeling Extras; tips Wat staat hem of haar te wachten? Wat denk je dat er gaat gebeuren en hoe kom je daarop? Heb je daar al aanwijzingen voor gezien in de film? Heb je beelden gezien waar je niks mee kon, die je niet begreep? U schrijft de antwoorden in steekwoorden op het bord. Benodigdheden
Oefening: warming-up
U kiest een film uit die bij de belevingswereld van uw leerlingen aansluit, liefst een film die ze niet kennen. Er zijn veel goede films te vinden op www.moviezone.nl. Na ongeveer zeven minuten stopt u de film.
Brainstorm in tweetallen:
Kies een van de personages uit de film. Bedenk twee of drie scnes (gebeurtenissen) met dat personage. Bedenk eventueel ook een afloop. Maak aantekeningen.
Hoofdtaak: schrijven
De leerlingen schrijven het verhaal uit, op zon manier dat ze het aan de groep kunnen vertellen.
Bespreking in de groep
Twee of drie koppels lezen hun verhaal voor. U kunt de luisteraars vragen stellen als: Wat valt je als eerste op? Herken je het personage nog uit de eerste minuten
Kunstfactor
8. Karaktertrek
Scenario schrijven
vervolg 8.2 De les
van de film? Zo nee, hebben de makers duidelijk kunnen maken waarom het personage zo is veranderd? Wat vond je mooi? En wat misschien te voorspelbaar of flauw? Is daar iets aan te doen?
Kunstfactor
9. We moeten praten!
Maud Lazaroms
Dialoog schrijven
9.1 Achtergrondinformatie
Inleiding
De leerlingen gaan in deze les een dialoog schrijven, waarin een geheim tussen de beide spelers in staat. U leidt dit in door met hen een scne uit een door u gekozen stuk te lezen. U neemt daarvan kopien mee naar de les. Het kan helpen vooraf enkele theaterteksten te lezen (zie hieronder bij Links). Kijk eens naar toneelschrijvers als Shakespeare, Harold Pinter, Samuel Beckett, Edward Albee of Rob de Graaf. Heel toegankelijk en speciaal voor jongeren zijn de teksten van Nanda Roep, Roel Adam, Esther Gerritsen en Don Duijns. Stichting Buitenkunst geeft in de serie De Nieuwen geregeld toneelteksten uit die jongeren aanspreken. Als toneelschrijver moet je leren dat jouw tekst een halfproduct is, die pas tot leven komt als hij op het toneel door acteurs uitgesproken wordt. De tekst kan als gevolg van verschillende regie-opvattingen steeds anders uitpakken. Criteria voor de nabespreking Allereerst: Wat is het geheim? Hoe benvloedt dit geheim de manier waarop de personages met elkaar omgaan? Zijn er uitsteltechnieken gebruikt? En wat voor rol op de achtergrond speelt de locatie? Verder: is er een conflict (ontstaan) tussen de personages? Wat is dat conflict? En vooral: hoe is dat veroorzaakt? Wanneer en waardoor werd je geraakt? Welke woorden of zinnen blijven je bij? Hoe komt dat? Bij een uitgebreidere nabespreking kunt u met hen ingaan op: Subtekst Wat wordt er woordelijk gezegd en wat hoor je tussen de regels door? Wat is de impliciete betekenis onder de tekst? Het gaat dus om tekst die niet letterlijk wordt uitgesproken, maar die onder de woorden voelbaar is. Pozie/beeldspraak Is de tekst beeldend? Welke beelden roept de tekst op? Taalgebruik Wat kun je zeggen over de taal van de personages? Horen we herhaling, hoe kun je het levendig maken, is het spreektaal, of typisch taalgebruik passend bij elk personage? Verloop Het moet in het verhaal niet allemaal goed gaan. Dat noodt niet tot verder lezen/luisteren. De onkwetsbare held is niet interessant. Hoe kun je het spannend(er) maken? Hoe kan je de onthulling van het probleem uitstellen? Laat personages liegen en voeg onverwachte verrassingen in.
Eindproduct
Dialogen moeten speelbaar zijn. Laat de leerlingen hun scne spelen of er een korte film van maken. Toneeldialogen schrijven leer je ook door het zien en horen van je eigen tekst.
Kunstfactor
9. We moeten praten!
Dialoog schrijven
vervolg 9.1 Achtergrondinformatie
Tips
Les 8 Scenario schrijven (zie blz. 39) kan als goede voorbereiding op deze les dienen. Voor snelle schrijvers: wat gebeurt er als je de locatie verandert hoe zou je de scne dan kunnen herschrijven? Wat gebeurt er als het geheim onthuld is hoe gaat het verhaal dan verder? Beukenkamp, Ger: Schrijven voor film, toneel en televisie. Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2009. Christophe, Nirav: Het naakte schrijven. Over de mythen van het schrijverschap. Uitgeverij International Theatre & Film Books, Amsterdam, 2007. Werk van jonge makers: teksten van de afgestudeerden van de HKU Writing for Performance, www.buitenkunst.nl/ paginas/producties/index-nieuwen.htm De opleiding HKU Writing for Performance: http://www.hku.nl/ web/Studiekeuze/Theater/Writing ForPerformance.htm
Links
www.theaterboekwinkel.nl/webshop/ etalage/toneelteksten.html www.liratheaterteksten.nl www.haroldpinter.org/home/index. shtml Ball, D. (1983). Vrijman, P. (vert.; 2007). Voorwaarts, Achterwaarts. Uitgeverij International Theatre & Film Books, Amsterdam, 2007.
Kunstfactor
9. We moeten praten!
Dialoog schrijven
9.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 5 minuten 10 minuten 10 minuten 10 minuten 10 minuten 5 minuten Wat Introductie Uitleg genre n.a.v. toneelscne Brainstorm: ideen inventariseren Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep Afronding tot eindproduct Schrijfmaterialen Criteria voor beoordeling Tips Scne uit toneelstuk/kopien Benodigdheden
Introductie
Klassikale vragen: wie is er wel eens naar het theater geweest? Laat leerlingen vertellen over toneelvoorstellingen. Wat vonden ze van de voorstelling, en waardoor komt dat? Kun je iets vertellen over de soort taal? Was dat spreektaal? Hoe kwamen de personages op je over en waardoor kwam dat? Stond er iets tussen de personages in dat voor een ongemakkelijke situatie zorgde?
Kunstfactor
9. We moeten praten!
Dialoog schrijven
vervolg 9.2 De les
Laat de leerlingen dit in tweetallen kort met elkaar bespreken. Ze leren hierdoor hun personages goed kennen. Die feeling gebuiken ze later bij het schrijven van hun dialoog.
Bespreking in de groep
Laat een aantal teksten voorlezen. Het heeft de voorkeur dit door anderen dan de schrijver zelf te laten doen. Stel vragen om de bespreking te sturen, zoals: Waarom raakt deze tekst ons? Welke woorden blijven hangen en waarom? Wat is het effect en vooral: hoe wordt dat veroorzaakt? Heeft de locatie een rol gespeeld? Was de dialoog anders verlopen als de scne zich ergens anders had afgespeeld? Onthul je een geheim in een intieme kamer anders dan in een volle bus? Anders wanneer je samen opgesloten zit dan wanneer je kunt weglopen? Laat enkele teksten door de leerlingen spelen en blijf daarbij trouw aan de tekst. Laat ook teksten voordragen door andere schrijvers, zonder uitleg vooraf. Dit biedt de schrijver inzicht hoe zijn toneeltekst door spelers genterpreteerd wordt en anders kan uitpakken dan de bedoeling was.
Hoofdtaak
Alle leerlingen schrijven een scne van maximaal twee A4-tjes, waarin het hoofdpersonage het geheim onthult. Dit onthullen van het geheim wordt uitgesteld. Het tweede personage ontfutselt de hoofdpersoon het geheim; het geheim staat tussen de twee personages in. De kenmerken die ontstaan zijn tijdens de brainstorm hoeven niet per se allemaal benoemd te worden.
Kunstfactor
10. Nu jij.nl
Floor Buschenhenke
Scenario schrijven
10.1 Column over het nieuws
Inleiding
In een column verbind je nieuwsfeiten met een persoonlijke mening. Als schrijver vraag je je af: wat vind ik hiervan, en waarom? Je presenteert feiten en geeft je daar mening over. Hierbij kun je humor en een prikkelende schrijfstijl inzetten. Schrijven creert betrokkenheid bij het onderwerp, en het lezen van elkaars teksten is een goede aanzet tot een discussie over maatschappelijke themas. In de digitale wereld brengen niet alleen journalisten maar ook gewone burgers het nieuws: via weblogs, Twitter, Hyves en andere communitysites. Waarschijnlijk zijn ook uw leerlingen op deze manier actief op het internet. Misschien lezen zij weleens de columns op Spunk.nl, koekjesfabriek. com (uitzonderlijk goed geschreven, door een dertienjarige), of de columns van Aaf Brandt Corstius in NRC next. Ook de columns in de Metro, Spits en De Pers worden door jongeren goed gelezen. U kunt deze schrijfles inzetten bij het vakoverstijgend werken aan een thema, of om leerlingen een eigen kijk te laten ontwikkelen op vrijheid van meningsuiting en respectvolle communicatie. Kiest u voor het laatste, dan is het goed om de les te beginnen met het lezen van een opruiende column. Deze les kan zowel achter de computer worden uitgevoerd, (nodig: internetverbinding en tekstverwerker) als op papier; in dat geval moet er een krant zijn waaruit themas kunnen worden geput. tekst. Probeer steeds het onderscheid te maken tussen inhoud en stijl. Iets kan slecht of onduidelijk geformuleerd zijn, maar inhoudelijk een populaire mening verkondigen. En andersom: iemand kan op een mooie, interessante manier een visie overbrengen die maar weinigen delen.
Eindproduct
De columns kunnen makkelijk online worden gezet. Mensen met een Hyvespagina hebben al een blog. Als er op papier is gewerkt kunnen leerlingen hun column thuis op de computer zetten en naar u of de schoolsite mailen. Misschien kunt u uw leerlingen aanmoedigen hun columns aan de schoolkrant op te sturen. Nog leuker is het als een lid van de schoolkrantredactie komt uitleggen waarom ze een column wel of niet plaatsen. Zo leren de leerlingen te reflecteren op hun tekst. Wanneer een regionaal onderwerp is aangesneden kunt u wellicht een stadsblad of huis-aan-huis blad benaderen voor publicatie.
Tip
Stichting Krant in de Klas; www.krantindeklas.nl
Schrijft het voort! - Lesplan 10 - pagina 47
10. Nu jij.nl
Scenario schrijven
10.2 De les
Tijdsindeling
Tijd 8 minuten 5 minuten 10 minuten 15 minuten 10 minuten Wat Uitleg genre, werkvorm Materiaal selecteren Brainstorm: ideen inventariseren Hoofdtaak: schrijven Bespreking in de groep Benodigdheden Evt. column om voor te lezen Gratis kranten (een voor iedere leerling) of pc (nieuwssite) Evt. nieuwsitem als voorbeeld Schrijfmaterialen; extras voor snelle werkers Criteria voor beoordeling Wat is je eerste reactie op dit stuk en waarom? Welke waarom-vragen kun je bij dit stuk stellen? Bedenk er vijf (je hoeft ze niet te beantwoorden). Wat heeft dit nieuws met jouw eigen leven te maken? Heb je wel eens iets meegemaakt dat lijkt op de gebeurtenis uit het nieuwsbericht? Wat als je zoiets zou meemaken? Tip: om deze vragen concreter te maken kunt u zelf een nieuwsbericht selecteren en aan de hand daarvan de vragen laten beantwoorden.
Voorbereiding
Als u op papier gaat werken: verzamel de gratis kranten van die dag voor alle leerlingen een. Eventueel zoekt u een column om te laten lezen.
Hoofdtaak: schrijven
Iedereen kiest uit zijn antwoorden de interessantste over de relatie tussen het nieuws en het eigen leven. Op basis van dat antwoord gaan de leerlingen een column schrijven. Laat hen in ieder geval een gebeurtenis uit hun eigen leven beschrijven, het nieuwsfeit duidelijk overbrengen, en de relatie tussen deze twee duidelijk maken. Ook andere input uit de brainstorm mag gebruikt worden.
10. Nu jij.nl
Scenario schrijven
vervolg 10.2 De les
Bespreking in de groep
Laat een aantal columns voorlezen. Stel vragen om de bespreking te sturen, zoals: welke column vind je heel overtuigend? Wat maakt een column grappig? Zit er een column bij die beledigend of grof is? Werkt dat? Waarom wel/niet? Welke column zal het best onthouden worden?
Kunstfactor
IV. Troefkaart
Schrijven voor jongeren snel in beeld
Websites over schrijven voor jongeren
www.schrijvenonline.org grote schrijfcommunity in Nederland; kijk ook onder Atelier bij Activiteiten en Wedstrijden www.creatiefschrijvenbelgi.be d organisatie voor amateurschrijvers in Vlaanderen www.passionate.nl tijdschrift voor jong talent en site met forums over de projecten voor jonge schrijvers http://meandermagazine.net/wp literair E-zine voor dichters http://schoolderpoezie.nl jongeren en pozie; projecten op scholen; wedstrijden (Nederland); Pozieclips www.jeugdenpoezie.be Jeugd en Pozie; projecten op scholen (Belgi); potische animatiefilms
Kunstfactor
IV. Troefkaart
vervolg Schrijven voor jongeren snel in beeld
Literatuur over schrijven
De Schrijfbibliotheek van Uitgeverij Augustus: 24 titels over schrijven: genres en stijl, werkwijzes en publiceren. www.augustus.nl/schrijfbibliotheek.asp Ebbers, D. & T. Steeghs, (2007). Ga met een blauw paard dwars door de hoogste bergen; Een leerlijn pozie schrijven en lezen voor het voortgezet onderwijs. Enschede: SLO. (www.slo.nl/ voortgezet/onderbouw/Vakken/ne/poezie) Jongsma, H., & E. Flier, P. Merkx en J. van de Pol, Creatief schrijven, keuzemodule havo/vwo niveau tweede fase. (2007) Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Eggels, P. en E. Eggels. (2008). Schrijfselboek; creatief schrijven voor kinderen van 8-14 jaar. Katwijk: Panta Rhei Beerten, E. e.a. (2003). Vingeroefeningen, tips van schrijvers voor schrijvers. Biblion Uitgeverij. (2e-hands o.a. via bol.com) Via SSS kunnen scholen schrijvers boeken voor een bezoek op school: www.sss.nl
Achtergrondinformatie
Boer, A. de en S. de Rooij. Jongeren schrijven wat en waar? Een inventarisatie van de schrijfactiviteiten voor jongeren, najaar 2007-voorjaar 2008. (2008) Utrecht: Kunstfactor. (www.kunstfactor.nl onder Kunstdisciplines/Schrijven). U vindt hierin verwijzingen naar projecten met contactinformatie en websites op de volgende onderwerpen: Schrijfwedstrijden, Cursussen, workshops en projecten, Festivals, Online podia, Verdieping en cross-overs, Kunsteducatie. AK OK! Amateurkunst in cijfers (www.kunstfactor.nl, zoek bij Publicaties op AK OK) Drie onderzoeken van het Jeugdraadpanel van de Nationale Jeugdraad (www.jeugdraad.nl/ jeugdraadpanel): Jongeren schrijven, creatief schrijven tussen 12 en 18 jaar (Kunstfactor en Nationale Jeugdraad, 2008). (www.kunstfactor.nl, onder Kunstdisciplines/Schrijven) Lezen (Stichting Lezen en Nationale Jeugdraad, 2006) (www.jeugdraad.nl/bestanden/file/ lezen-lang-definitief.pdf) Jongeren & de Nederlandse taal (Nederlandse Taalunie en Nationale Jeugdraad, 2009) (www.jeugdraad.nl/jeugdraadpanel) De relatie tussen literatuur lezen en creatief schrijven (T. Janssen, H. Broekkamp en E. Smallegange. Stichting Lezen, 2006; www.lezen.nl onder Onderzoek) Dichter naar de top, S. Vork 2009. (www.schoolderpoezie.nl onder Publicaties)
Kunstfactor
V. Onderzoek
Jongeren schrijven, creatief schrijven tussen 12 en 18 jaar
Twaalf scholen deden aan het onderzoek naar schrijfgedrag mee. De scholen liggen verspreid over Nederland en zijn van uiteenlopende schooltypes. Aan het onderzoek hebben 985 jongeren meegedaan. Hun gemiddelde leeftijd is 15 jaar. De onderzochte groep bestaat uit 519 meisjes (53%) en 465 jongens (47%). Van de onderzochte jongeren volgt 46% het vmbo, 1% het mbo, 30% de havo, 20% het vwo; 3% heeft niets ingevuld.
Opvallendste uitkomsten
Bijna de helft van de jongeren schrijft Belangrijkste reden om te schrijven: voor hun plezier Groot enthousiasme om er mee door te gaan (bijna de helft) Ruim de helft schreef als kind al De meeste jongeren schrijven korte verhalen Publicatie is niet het belangrijkste doel Veel jongeren schrijven brieven of een dagboek (beide 36%). Van de literaire genres staat pozie (33%) op de eerste plaats, gevolgd door songteksten (29%) en korte verhalen (27%)
Kunstfactor
V. Onderzoek
Jongeren schrijven, creatief schrijven tussen 12 en 18 jaar
Op basis van dit onderzoek lijken voor professionals die jongeren stimuleren om te schrijven de volgende aanbevelingen van toepassing. De belangrijkste komt direct voort uit het onderzoeksresultaat dat bijna de helft van de jongeren graag schrijft. Dit enthousiasme kunnen we koesteren door in en buiten het onderwijs jongeren te stimuleren om gedichten, rapteksten, songs en verhalen te blijven schrijven. Jongeren die schrijven doen aan schrijfkunst; kunst waarbij ze zichzelf kunnen uiten. Dit is tegelijk hun belangrijkste motivatie en inspiratie om te schrijven. Het verdient aanbeveling om jongeren zich vanuit hun enthousiasme voor het schrijven te laten realiseren dat ze zich bezighouden met kunst. Het zelf maken van kunst, actieve kunstbeoefening, is immers een heel andere ervaring dat het passief beleven van Kunst-met-een-grote-K. En als jongeren commentaar willen op hun werk, dan lijkt internet een geschikt medium om daarvoor in te zetten. Vanuit de overtuiging dat het zin heeft om jongeren te helpen ook hun literair talent te ontwikkelen, werkt Kunstfactor aan het stimuleren van de kansen om dit te doen. Kansen liggen op scholen, bij docenten in het VO. En natuurlijk ook in bibliotheken en bij iedereen die met jongeren wil gaan schrijven.
Kunstfactor