You are on page 1of 14

STEDELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK

Weverijstraat 9, 8900 IEPER 057 / 239 420 bibliotheek@ieper.be

EUROPALIA.BRASIL

Oktober 2011

Jorge Amado (1912-2001)


Modernist. In zijn boeken beschrijft hij verschillende dorpen en steden van de staat Bahia aan het begin van de vorige eeuw. Hierin schetst hij de overgang van een rurale samenleving, met zijn pioniers en cacaobaronnen, naar een maatschappij waar moderniteit en vooruitgang centraal staan. Hij vertelt dit met name aan de hand van de levens, dromen en liefdes van de mensen aan de onderkant van de samenleving: mulatten, arbeiders, prostituees... o Cacaoplantage, 1978.

Carlos Drummond de Andrade (1902-1987) o Farewell, 1998.


47 gedichten die na Drummonds overlijden op zijn nachtkastje werden aangetroffen, gereed voor publicatie, en die de Engelse titel 'Farewell' kregen, zijn potisch testament. De gedichten zijn zeer uiteenlopend, deels rijmend, deels in vrije verzen met regels van ongelijke lengte. Er zijn beschouwende en beschrijvende gedichten, maar wat ze gemeen hebben is een sensuele, aardse gedrevenheid.

o De liefde, natuurlijk, 2006.


Deze posthuum uitgegeven bundel bevat een cyclus van veertig erotische gedichten die De Andrade op zeer hoge leeftijd schreef en uit angst voor misplaatste reacties niet wilde publiceren. De dichter bezingt hierin de lichamelijke liefde tussen man en vrouw in al haar aspecten en doet dat op zo'n onverhulde en lyrische wijze dat men deze bundel kan plaatsen in de oude Latijnse traditie van o.a. de Galicisch-Portugese liefdespozie.

Joaquim Machado de Assis (1839-1908)

Werkte zich vanuit de armoede op naar een topfunctie bij het Ministerie van Landbouw. Samen met een paar vrienden richtte hij in 1879 de Academie voor Braziliaanse kunst. Zijn vroege werken zijn nog tamelijk conventioneel-romantisch. Vanaf 1880 ontstaat echter een oeuvre dat voor zijn tijd heel modernistisch is, ontgroeid aan de romantiek, wars van het realisme, maar daarvan wel alle elementen gebruikend die hij nodig achtte. Kenmerkend is zijn techniek van het weglaten, waarmee hij de fantasie van de lezer wilde prikkelen. Een thema dat regelmatig terugkeert is dat van het niet vooruitkomen in het leven: vandaag win je, morgen verlies je weer. Zijn stijl is hoogst persoonlijk, sober en precies en getint door een afstandelijke elegante humor. Door velen wordt Machado de Assis beschouwd als een der belangrijkste schrijvers uit de negentiende-eeuwse wereldliteratuur. Hij had grote invloed op de Zuid-Amerikaanse literatuur van de twintigste eeuw. Tussen 1983 en 1992 vertaalde August Willemsen zijn belangrijkste werken. o Dagboek van Aires, 1992.
De laatste roman die Machado schreef, heeft dezelfde verteller als zijn voorlaatste, 'Ezau en Jakob': de gepensioneerde staatsraad Aires. Diens dagboek uit de jaren 1888-1889 richt zich op het leven in de kring rondom hem, meer in het bijzonder op de langzaam ontluikende liefde tussen de jonge weduwe Fidlia en Tristao, beiden 'aangenomen' kinderen van een bevriend kinderloos echtpaar. Aires is de toeschouwer bij uitstek, vanuit zijn ouderdom de gang van het leven volgend.

Dom Casmurro, 1987.

Machado toont zich in Dom Casmurro (Heer Nurks) een meester in de bondige, lichtvoetige, zichzelf steeds becommentarirende satire op de maatschappij en personen die er deel van uitmaken. Het resultaat is zeer overtuigend. Machado

bewijst zijn vermogen om zijn psychologische belangstelling aan een algemeen geldend verhaal te koppelen: dat over de liefde tussen de nurkse mannelijke hoofdpersoon en zijn superieure vriendinnetje, later vrouw. o

Ezau en Jacob, 1991.

Over de liefde van twee broers, die uiterlijk elkaars evenbeeld zijn maar qua karakter tegenpolen, voor het meisje Flora. Het meisje gaat aan haar onvermogen om tussen hen te kiezen ten gronde.

Posthume herinneringen van Bras Cubas, 1984.

De psychiater en andere verhalen, 1984.

Met dit boek plaatste Machado zich in n klap boven allen die de Braziliaanse literatuur tot dan toe had voortgebracht. De fictieve held van deze Posthume herinneringen - postuum, want vanuit het graf geschreven - vertelt het verhaal van zijn leven. De dramatische voorvallen zijn gekruid met kritische noten, ook over zijn schrijfactiviteiten. Aan de schelmse humor ligt illusieloosheid ten grondslag, of, ongeloof in iedere ideologie. Het lange titelverhaal handelt als bij Don Quichotte over de vraag wie er nu waanzinnig is: wie 'gek' zegt of wie 'gek' heet. Het is ook een satirische aanklacht tegen de macht van loze, mooie woorden en de weerloosheid van de onwetenden. In alle verhalen spelen het verschil tussen schijn en wezen en de druk van de publieke opinie een overheersende rol. Erg mooi is De spiegel waarin de these wordt geponeerd dat de mens een inwendig en een uitwendige ziel (zijn imago) heeft. Overspel is in andere verhalen een soort testcase. De stijl is suggestief en open, zodat achter de maskerade van het vertelde de psychoanalytische implicatie als het ware met een grijns meedoet. Zijn demasqu is scherp maar liefdevol. Een geestig, weemoedig stemmend boek met een actualiteit van alle tijden.

Vrouwenarmen en andere verhalen, 1986.

In de verhalen, meestal met driehoeksverhouding en vernuftige plot, belicht Machado sympathiserend en daardoor des te ongenadiger de nietigheid van aarzelaars, hunkeraars en sappelaars onder de sterren.

Maria Alice Barroso (1926)


o

Wie vermoordde Pacifico ?, 1995.


Op Allerzielen van 1947 wordt de Braziliaanse grootgrondbezitter Pacifico de Moura Alves in het stadje Parada de Deus doodgeschoten wanneer hij zich naar zijn rendez-vous met de roodharige Luzia, de dochter van de doodgraver begeeft. Omdat Pacifico de broer is van de burgemeester en omdat Luzia vele 'kandidaten' had, vreest commissaris Arzao voor bloedwraak en laat elke verdachte arresteren. Maar daardoor moet hij het opnemen tegen de oppermachtige Moura Alves-clan. In een laconieke stijl, waarin veel humor zit verborgen, vertelt Barroso, via een web van jaloezie, machtsmisbruik en geweld dat de commissaris langzaam blootlegt, de geschiedenis van een klein Braziliaans stadje waar verborgen passies heersen over uiterlijk fatsoen.

Zeg zijn naam en ik vermoord hem, 2004.

In het Braziliaanse stadje Parada de Deus wordt sinds mensenheugnis de scepter gezwaaid door de leden van de Moura Alves-clan, rechtstreekse afstammelingen van de legendarische Chico van de Goudgroeven. Ook Chico's achterkleinzoon, Oceano, een man bij wie de barometer altijd op storm staat, houdt het stadje in een ijzeren greep. Maar over zijn blinde passie voor de mooie Maria Corina mist hij iedere controle.

Chico Buarque (1944)


o

Onrust, 1992.
Een man ziet door het magisch oog van zijn flatdeur een vreemdeling die bij hem heeft aangebeld en die hij niet kan thuisbrengen. Daardoor verontrust, begint hij een zwerftocht door de stad die hem voert langs zijn rijke zuster, zijn ex-vrouw en het buitenhuis van zijn familie. Onderweg heeft hij ontmoetingen met onduidelijke figuren, wordt bedreigd en raakt verstrikt in de criminele zelfkant van de wereldstad waar hij woont (Rio ?). Gaandeweg krijgt het boek het karakter van een koortsdroom, die de verontrustende sfeer oproept van absurditeit, dreiging en waanzin, eigen aan de moderne (Braziliaanse) grote stadssamenleving. De schrijver, geboren 1944 in Rio de Janeiro, is in Brazili (en daarbuiten) beroemd en geliefd als zanger, componist en tekstdichter van chansons en musicals/muzikale toneelstukken. Een man met een veelzijdig talent en een grote sociale betrokkenheid. Zijn roman werd in Brazili met spanning tegemoet gezien en werd in 1991 de bestseller van het jaar, ondanks de bepaald niet gemakkelijke experimentele stijl.

Paulo Coelho (1947)

Coelho had al vroeg interesse in de literatuur, wat zijn vader beschouwde als afwijkend gedrag. Pogingen om hem te "genezen" versterkten echter zijn artistieke belangstelling, die hij uitleefde in de hippie-beweging van Brazili. Zijn studie rechten staakte hij in 1970 om te gaan reizen door het Latijnsamerikaanse continent, en naar Europa. In de jaren '70 maakte hij met zijn vrouw een reis door Europa, waar het concentratiekamp Dachau grote indruk maakte. Hij had daar een visioen, waarin een man aan hem verscheen. Twee maanden later kwam hij die man in Amsterdam werkelijk tegen. De man raadde hem aan zich te bekeren tot het katholicisme, en een pelgrimsreis naar Santiago de Compostela te ondernemen. Dat leidde tot het boek De pelgrimstocht naar Santiago (1987). Een jaar later verscheen De Alchemist, wat zorgde voor Coelho's internationale doorbraak. Het centrale thema van Coelho's werk is de zoektocht van de mens naar harmonie en vrede met het universum. Zijn boeken voldoen aan een behoefte aan zingeving en niet-gedefinieerde religiositeit. o Aan de oever van de Piedra huilde ik : spirituele roman, 2000.
De romance van de Spaanse Pilar, die na een jarenlange briefwisseling haar speelkameraad weer gaat ontmoeten. Hij is inmiddels lid geworden van de Orde van de ongeschoeide Karmelieten en heeft met zijn charismatische en genezende gave een grote schare discipelen gekregen. Hij predikt de Drie-eenheid van de Heilige Geest, van de Moeder en de Zoon. Het is opnieuw liefde op het eerste gezicht en hij besluit zijn priesterschap en zijn gave als genezend medium in dienst van het vrouwelijk Gezicht van God, Onze Lieve Vrouwe van Fatima, op te geven. Zij ziet dat als een ongewenst offer omdat zij hem niet van die bestemming wil afhouden. Daarom geeft ze haar liefde voor hem op, symbolisch teruggeworpen in de nachtelijke rivier de Piedra, en bijna sterft ze dan door bevriezing. Hij verliest haar, vindt haar toch terug en ze hopen dat de oergodin hun een tweede kans wil geven, voor de liefde en voor de gave.

De alchemist, 2008.

In Andalusi trekt een jongen met zijn kudde schapen door de velden omdat hij wil zwerven en reizen. In een tweetal dromen wordt hem geopenbaard dat hij naar de piramiden in Egypte moet vertrekken, waar hij een schat zal vinden. Op reis erheen ontmoet hij een alchemist die over een grote wijsheid beschikt. De jongen ziet uiteindelijk in, dat hij het ware geluk alleen kan vinden als hij door meditatie de geheimen van de wereld om hem heen kan doorgronden.

Aleph, 2011.
Semi-autobiografisch. Een beroemde Braziliaanse schrijver van neo-christelijke New Ageboeken, gaat op reis om zichzelf terug te vinden. Hij heeft een intense geloofscrisis en een nieuwe opdracht van zijn spirituele leermeester J. (Jean) en een profetie waarin een 'Turkse ziel' een belangrijke rol zal innemen. Eerst reist hij samen met zijn vrouw, die hem al gauw duidelijk maakt dat hij beter alleen kan doorreizen. Op de reis met de Trans-Siberi Express ontdekt hij samen met Hilal, een vasthoudende violiste van Turkse oorsprong en tolk Yao weer de zin in het leven. Gebaseerd op ware gebeurtenissen uit 2006.

o o

Als een rivier : gedachten en impressies 1998-2005, 2007. De beschermengel,

Paolo Coelho en zijn vrouw Chris ondernemen een zoektocht naar zijn beschermengel. Ze reizen hiervoor in 1988 naar de Mojavewoestijn (VS) om daar veertig dagen rond te trekken. Deze spirituele terugtreding wordt beschreven vanuit het perspectief van Chris. Alleen in een lange, cursief gedrukte flashback lezen we Paolo's herinnering aan het kwaad in zijn leven en de beproeving die hem toen wachtte.

Euclides da Cunha (1866-1909) o De binnenlanden, 1902.


Een meesterwerk uit de Braziliaanse literatuur dat wel eens is vergeleken met 'Oorlog en vrede' van Tolstoi of zelfs de 'Ilias' van Homerus. Het boek reconstrueert de geschiedenis van de militaire campagnes tegen het bolwerk van Antonio Conselheiro (de Raadgever) aan het eind van de negentiende eeuw. Deze Conselheiro had zich met een grote schare aanhangers teruggetrokken in een dorpje in de binnenlanden van Noord-Oost-Brazili. Daar hield hij vlammende betogen tegen de regering en had hij als het ware een staat binnen de staat gevormd. Da Cunha schetst eerst in detail de omstandigheden en hoe het zover kon komen, alvorens stap voor stap in te gaan op de niet erg zachtzinnige militaire reactie.

Autran Dourado (1926) Won in 1981 de Goethe-prijs. o Opera der doden, 1997.
Deze tragische roman gaat over de eenzaamheid van Rosalina, de laatste nazaat van een familie van grootgrondbezitters, in een rustig dorpje in Brazili. Zij leeft volgens haar familiegewoontes en verzet zich tegen de opkomst van de Verandering. Haar rust wordt echter verstoord door Jos Feliciano, een klusjesman die haar zelfverzekerheid doet wankelen. Zij gaat een dubbelleven leiden. De Braziliaanse schrijver (1926- ) heeft een omvangrijk en belangrijk oeuvre op zijn naam staan en geniet een zeer goede reputatie op internationaal niveau. Dit is de eerste vertaling van zijn werk in het Nederlands. Het is een prachtig en vreemd verhaal, met potische scnes, zeer goed beschreven. Er schuilt een enorme kracht in het verhaal. Een must voor de liefhebbers van Latijnsamerikaanse literatuur.

Marilene Felinto (1957) o Vrouwen van Tijucopapo, 1997.


Een jonge Braziliaanse vrouw trekt van Sao Paulo naar het geboortedorpje van haar moeder om de hardheid en liefdeloosheid van de miljoenenstad te ontvluchten.

Rubem Fonseca (1925) Begon als politie-agent, maar eindigde zijn loopbaan als commissaris. Bevriend met Thomas Pynchon en net als hij beschermt hij zijn privacy tot het uiterste. Hij weet een misdaadroman op geraffineerde wijze te larderen met een ratjetoe aan ingredinten: seks, min of meer diepzinnige bespiegelingen over de liefde, studie van de 'Grote kunst' van de messentrekkerij, stamboomonderzoek enz. o Grote kunst, 1992.
In dit boek raakt advocaat Mandrake ongewild verzeild in de meedogenloze machtsstrijd tussen twee onderwereldfiguren in Rio de Janeiro. De koelbloedige moordpartijen draaien in wezen om een banaal voorwerp: een videocassette die een topmanager in opspraak zou kunnen brengen. De eerste slachtoffers zijn een paar prostitues, maar geleidelijk aan wordt de machtsstrijd verbetener en volgen de gebeurtenissen een steeds grilliger patroon. o

Moord in augustus, 1996.

In een bonte mengeling van feitelijke informatie, historische bijzonderheden en de belevenissen van een niet-corrupte politieman in Rio de Janeiro, augustus 1954, ontvouwt zich het drama van de val van Vargas. Vargas heeft de Braziliaanse politiek zeker 20 jaar beheerst. Hij was een populistisch leider, vergelijkbaar met Pron in Argentini en De Gaulle in Frankrijk. In deze roman zijn feiten en verzinsels vermengd met een grote hoeveelheid informatie over leven en mensen in de roerige metropool Rio de Janeiro. De politiecommissaris Mattos heeft een maagzweer die steeds meer opspeelt tot de uitbarsting: de dictator valt, schandalen veranderen in onthullingen en mensen vechten met blote handen tegen het leger.

Milton Hatoum (1952) o Twee broers, 2004.


Twee broers is een indringende psychologische roman over liefde, jaloezie, taboes en wraak. Het is ook een hommage van de schrijiver aan de stad van zijn jeugd en aan het duizelingwekkende landschap van Amazoni, met al zijn verschillende mensen, dieren, geuren en kleuren.

Paulo Lins (1958) Verhuisde op 7-jarige leeftijd naar de favela Cidade de Deus maar slaagde erin aan het geweld te ontsnappen en een succesvol schrijver te worden. o Stad van God, 2005.
Dit boek schetst een meedogenloos beeld van het leven in de favelas van Rio de Janeiro. Gewelddadige, aan drugs verslaafde jongeren leven van roofovervallen en drugshandel. Het recht van de sterkste of liever gezegd de best bewapende bepaalt de gang van zaken, in een milieu waarin mensen met een 'normale' baan als losers worden beschouwd en de politie net zo corrupt is als de boeven. Het boek bestaat uit drie verhalen, gecentreerd rondom personages uit de wijk Cidade de Deus (Stad van God): Hel, Musje en Jo Kleintje. Maar deze hoofdpersonen zijn slechts enkele voorbeelden van een lange reeks van personages met kleurrijke namen, die allen gemeen hebben dat ze weinig perspectief hebben om uit de vicieuze cirkel van geweld en armoede te geraken.

Dyonelio Machado (1895-1985) In het oeuvre van Machado staan als sociale ongelijkheid en individuele ontreddering vaak centraal. o De muizen, 2006.
Een onbeduidende laag betaalde ambtenaar uit een zuidelijk gelegen Braziliaanse provinciestad krijgt nog een dag respijt om zijn schuld aan de melkboer terug te betalen. Tijdens zijn koortsachtige zwerftocht door de stad op zoek naar iemand (zijn chef, een geldschieter, een lommerd) die zijn financile nood kan lenigen, proeft hij de smaak van wanhoop en vernedering. Uiteindelijk hebben zijn pogingen succes, maar als hij 's avonds thuiskomt kan hij de slaap niet vatten en neemt een beklemmende angst, veroorzaakt door het geknaag van muizen aan geld dat hij meent te horen, bezit van hem. Deze roman, die dateert uit 1934, kenmerkt zich door een sobere, ongepolijste stijl.

Frances de Pontes Peebles o De naaister van Pernambuco, 2009.


Twee zusjes wonen in het begin van de 20e eeuw in een bergdorpje in Brazili. Ze worden opgevoed door een wijze tante, leren uitstekend naaien, maar na haar dood verandert er veel. Alleen verder leven kan niet vanwege de roddel en het strenge geloof. Emilia ziet kans om met een rijke student te trouwen en naar Recive te gaan, Luzia wordt meegenomen door de leider van de cangaceiros een bende die meedogenloos strijdt voor hervormingen. In deze fictieve, maar op ware gebeurtenissen gebaseerde vuistdikke (maar lichtgewicht) en prachtig vertaalde roman ontrolt zich het leven van beide vrouwen en hun omgeving alsof de lezer er zelf bij is. Politiek, het (adellijke en dorps) leven, een spannende intrige: alles is aanwezig in dit onderhoudende, goed gecomponeerde verhaal.

Graciliano Ramos (1892-1953) o Angst (1995).


Een miezerige, introverte journalist om den brode projecteert al zijn haat en maatschappelijke frustraties op een welbespraakte rijkeluiszoon die hem zijn geliefde afhandig heeft gemaakt. Die opgekropte agressie brengt hem tot het plegen van een blinde wanhoopsdaad, waarna hij ten prooi valt aan een verlammende angst. Ramos situeert zijn roman ten dele tegen de achtergrond van het harde bestaan op het feodale Braziliaanse platteland. Oorspronkelijk verschenen in 1936.

Joo Ubaldo Ribeiro (1941) Politicoloog en journalist. o De betovering van het Pauweneiland, 2000.
Het Pauweneiland is een imaginair eiland voor de Braziliaanse kust in de achttiende eeuw. Het eiland wordt door bevrijde slaven, Europese kolonisten, Indianen en zwoele negerinnen bewoond. Deze mensen leven in relatieve harmonie, todat er plotseling een Indianenopstand uitbreekt naar aanleiding van een demagogisch decreet van de gezagvoerder van het eiland, waarin staat dat alle Indianen uit de steden verbannen moeten worden. De Indianen moeten hun heil in het bos zoeken. Hiermee begint een spannend relaas van de politieke en sociale ontwikkeling van dit conflict. De opstand wordt op magische wijze beslecht door o.a. de Duitse meester Hans, de oude waarzegster Don' Ana, boskenner Balduino en de beeldschone negerin Crescencia. Maar tegelijktertijd speelt er zich een onmogelijk liefdesverhaal af tussen de excentrieke Io Pepeu en Crescencia. Een boek vol betover(en)de personages rondom een geheimzinnig en onbereikbaar eiland. Geschiedenis en werkelijkheid lopen soepel in elkaar over. o

Braziliaanse monologen, 2007.

Bundel van drie al eerder afzonderlijk in het Nederlands uitgegeven romans. De eerste: 'Sergeant Getulio' is in de vorm van een lange innerlijke monoloog van een ruwe ongeletterde militair uit het arme en droge noordoosten van Brazili. De

tweede is: 'Het huis van de gelukkige boeddha's'. Een heel ander perspectief in deze roman. Een oude, echt stadse vrouw kijkt openhartig terug op haar seksueel losbandige leven. Zij pleit voor een seksuele vrijheid. De derde roman, 'Bericht uit de vuurtoren', is de geschreven monoloog van een ex-priester, die zijn levensverhaal vertelt. Een leven getekend door wreedheid, wellust en wraakzucht. Ribeiro is een rasverteller en een terecht geprezen chroniqueur van de Braziliaanse samenleving. Moderne literatuur van hoog niveau.

De glimlach van de hagedis, 1992.

Beklemmend verhaal waarin, via de gedachten van de hoofdpersoon, machtsverhoudingen binnen de Braziliaanse samenleving na het herstel van de democratie, eind jaren '80, scherp zichtbaar worden. Het verhaal is heel beklemmend doordat heel duidelijk wordt dat in dat hedendaagse Brazili voor geld werkelijk alles te koop is - tot een mensenleven toe o

De ongelukkige en grootmoedige liefde van Benedita, 2005.

Novelle die zich afspeelt in de Braziliaanse "provincie": het eiland Itaparica dat vlak bij de stad Recife ligt. Er is een historische band met Nederland doordat in onze Gouden Eeuw Nederlanders dit gebied enige tijd bezet hielden. Dit gegeven en andere historische en regionale bijzonderheden kleuren het relaas, dat begint met de dood van de 'held' van het verhaal. Een echte macho wiens illusies over hoe hij zijn wereld beheerst op onverwachte wijze in dit vermakelijke verhaal doorgeprikt worden. Er is een ironische toon van het begin tot het eind in een verhaal waarin het vrouwelijk perspectief ontbreekt, tot het moment waarop dit opeens op verrassende wijze gecorrigeerd wordt. Lichtvoetig verhaal over een conservatieve macho samenleving. o

Sergeant Gtulio, 1994.

De verteller en hoofdpersoon is een rauwe huursoldaat - type ruwe bolster, blanke pit - die van de gouverneurskandidaat van de ene partij de opdracht heeft gekregen om de kandidaat van de andere partij te ontvoeren en naar de provinciestad te brengen. Het verhaal speelt zich af in 1950 in de 'sertao', het droge semiwoestijngebied van Noordoost Brazili. In een lange, ongekuiste monoloog vertelt sergeant Getlio over de barre tocht en zijn strijd als eenling tegen de rest van de wereld. Door in de huid van deze vechtjas te kruipen gunt de schrijver de lezer een blik op de leefwereld van de geharde 'sertao-bewoner', die geleerd heeft af te zien en alleen op zichzelf te vertrouwen.

Joo Guimares Rosa (1908-1967) Dokter, maar stapte later in de diplomatie. Zijn werk is in hoge mate symbolisch en verwijst steeds naar het transcendente, het magische en het mysterieuze en probeert om het ingeslapen gevoel voor het wonderbaarlijke in de mensen weer wakker te schudden. Zijn Serto symboliseert de wereld waarin de mens zoekt naar het mysterie van het leven, oftewel "de derde oever van de rivier", zoals een van zijn bekendste verhalen heet.
o

Diepe wildernis : de wegen, 1993.


Een van de grote romans uit de 20e-eeuwse Braziliaanse literatuur. 'Leren leven is het leven zelf' luidt een van de talloze wijsheden in het relaas dat de hoofdpersoon van 'Diepe wildernis: de wegen' afsteekt tegen zijn onzichtbare toehoorder. Iets dergelijks kun je zeggen over Guimaraes Rosa's taal: al schrijvend leert hij schrijven. Niet veel staat tevoren vast, alles is onder zijn handen in wording, leeft. Zijn taal is zelfs vaak ongrammaticaal, vol bewuste vertekeningen met een metafysisch effect, en daardoor heeft ze de magie van het kinderlijk denken. Oorspronkelijk verschenen in 1952.

Moacyr Scliar (1937-2011) o De centaur in de tuin, 1994.


Guedali Tartakovski, zoon van Russisch-joodse immigranten in Brazili, komt als centaur - half mens, half paard - ter wereld. Zijn ouders proberen hem van de boze buitenwereld af te schermen door hem binnen te houden. Maar op een gegeven dag loopt hij van huis weg en na een reeks van avonturen laat hij zich opereren tot 'normaal' mens. Toch kan hij zich nooit helemaal aanpassen en blijft zijn centaur-verleden hem achtervolgen. Moacyr Scliar is zelf ook zoon van Russisch-joodse immigranten. Het boek zou gelezen kunnen worden als allegorie op de onaangepastheid enerzijds en het streven tot assimilatie anderzijds van de joden in Brazili. Maar het is ook gewoon een vlot geschreven, bij tijd en wijle zeer komisch boek.

Antonio Torres o Dit stuk grond, 1999.


Er heerst uitzichtloosheid in het bestaan van de bewoners van een dorp in de 'sertao', in het dorre noordoosten van Brazili. Iedereen die ook maar enigszins de kans krijgt trekt weg naar het welvarende zuiden, zo ook de broer van de verteller. Als hij op een goede dag terugkeert blijkt het hem evenwel niet zo goed te zijn vergaan. Geconfronteerd met de hoge, onvervulbare verwachtingen van de familie pleegt hij zelfmoord. Toch blijft Sao Paulo trekken, en aan het eind volgt de verteller in zijn voetsporen. De 'sertao' met haar wrede, herosche dramatiek, is een bron van inspiratie voor vele Braziliaanse schrijvers. Dit boek, waarvan het origineel reeds in 1976 verscheen, geldt inmiddels als een klassieker in het genre. Torres' stijl doet sterk aan Faulkner denken.

Luis Fernando Verissimo (1936) o De engelenclub, 2011.


De Picadinhoclub komt al jaren bij elkaar om zich aan hun culinaire obsessie over te geven. Na de dood van hun spirituele leider Ramos komt de klad er in. Totdat Lucidio ten tonele verschijnt en aanbiedt om voor hen te koken. Lucidio blijkt een voortreffelijke kok te zijn, maar na elke maaltijd sterft een van hen op mysterieuze wijze. Toch blijven ze bij elkaar komen, tot het bitter-zoete einde. Deze novelle is met veel humor geschreven en verwijzingen naar Shakespeare zijn treffend gekozen.

Auteurs over Brazili


Jean-Marie Blas de Robls o Waar de tijgers thuis zijn, 2011.
Ook de menselijke natuur plooit zich naar de omstandigheden, zoals Blas de Robls (1954) laat zien in deze bontgekleurde, diepgravende avonturenroman (2008: Prix Mdicis, Prix du roman FNAC, Prix du roman Jean Giono), waarin goed en kwaad driftig worden gepraktiseerd. De cynische Elazar von Wogau is DuitsFrans buitenlandcorrespondent met als standplaats het Braziliaanse Alcntara, een "verzameling runes vol ziektekiemen". Hij is druk doende een biografie van de (historische) erudiete jezuet Athanasius Kircher (1602-1680) te annoteren, maar ziet allengs zijn wereldbeeld verschuiven, het verleden zich weerkaatsen in het heden en Dichtung und Wahrheit versmelten. Ook zijn ex-vrouw Elaine, een in de jungle verdwaalde paleontologe, lonkt naar het licht, net als hun verslaafde dochter Moma (op liefdespad) en al die andere deelnemers aan de hachelijke expeditie door het leven. Elk hoofdstuk begint met een archasch getoonzette episode uit het wonderbaarlijke leven van alleskunner Kircher, gevolgd door een welversneden estafette van triest-vrolijke incidenten hier en nu. Ook in oorspronkelijke versie beschikbaar.

Marion Bloem o Rio, 1987.


Jonge mooie vrouw bezoekt in haar eentje enkele steden in Brazili, zinnelijk land bij uitstek. De reis is een cadeau van de echtgenoot. Vrouw verkeert steeds op de rand van overspel en vraagt zich af hoe ze moet reageren op de avances der heren maar ze vindt ook dat ze lastig zijn. Zelfs op de laatste bladzijde, een half uur voor de terugreis naar Nederland, danst ze op haar hotelkamer voor een man. Verslag van de cultuurshock vanwege de verschillen tussen het Braziliaanse en het Nederlandse, eventueel Indische (vrouw is Indonesisch van oorsprong), leefklimaat; overtuigend portret van vrouw die niet weet waar spontaneteit en verleiding begint.

Flice Debloudts De Oliveira o Een jungle van tralies en beton : mijn leven in een Braziliaanse gevangenis, 2003.
Het relaas van Flice Debloudts de Oliveira over de bijna drie jaar die ze doorbracht in een Braziliaanse vrouwengevangenis. We lezen hoe de Antwerpse als levenslustige twintiger de wereld rondreist op zoek naar vrijheid en avontuur en daarbij ongemerkt in de drugswereld belandt. Ternauwernood ontsnapt ze aan de dood als tijdens een vliegreis in 1999 enkele cocanecapsules in haar maag openbarsten. De eerstvolgende jaren zal ze als enige blanke doorbrengen in de 'Penitenciaria Feminina'. In het boek vertelt ze natuurgetrouw over haar leven in de gevangenis: de voortslepende rechtszaak, het gedwongen samenleven met medegedetineerden, de onmisbare steun van familie en vrienden. Brazili 395.84/DEBL

Leighton Gage o Kwaad bloed, 2011.


Hoofdinspecteur bij de federale politie van Brazili Mario Silva wordt kort na het einde van de militaire dictatuur naar een provinciestad gestuurd om de moord op een bisschop op te lossen. De krachten die het voor het zeggen hadden zitten nog op hun post, zoals Ferraz, de wrede kolonel van de staatspolitie, en corrupte rechters en priesters die aan de kant van de grootgrondbezitters staan. Daar tegenover staan priesters die de bevrijdingstheologie aanhangen en steun verlenen aan landlozen die door de staatspolitie met geweld behandeld worden. Daar tussenin leven straatkinderen die door Ferraz misbruikt worden. Silva en zijn neef hebben snel een idee hoe de vork in de steel zit, wie wel en wie niet te

vertrouwen is, maar het is moeilijk iets te bewijzen. Een spannend en boeiend verhaal dat een krachtig sociaal portret geeft van het Brazili van voor president Lula. De corruptie van de politie, het gevaar en geweld en de angst van de straatkinderen zijn haast voelbaar. De schrijver woont met zijn Braziliaanse vrouw gedeeltelijk in Brazili en kent de situatie door en door.

Zwijgend graf, 2011.

Isabelle Girard o De kleur van honing : een verhaal van overleven, 2009.
Het levensverhaal van een straatkind, achtergelaten door haar moeder in Rio de Janeiro. Hoe zij zichzelf redt door onderdak te vinden in een loods, door te bedelen en tenslotte terecht komt bij een weduwe met een dochter. Deze buit haar enerzijds uit, maar geeft haar ook de mogelijkheid om naar school te gaan, dit vooral door toedoen van een zus van de vrouw. Deze vrouw beleeft ze als haar moeder. Het verblijf in dit huis duurt tot aan haar huwelijk, wat ietwat wonderlijk tot stand komt, waarna ze een opvang voor kinderen begint - in deze kinderen herkent ze haar eigen situatie. Dit resulteert in het opzetten van een instituut voor kansloze kinderen.

Robert Menasse o Bar Hopeloos,1998.


Leo Singer is een door Hegel geobsedeerde caf-professor. Centrum is zijn bar 'Ensperana' in Sao Polo, door de daar aangespoelde Oostenrijkers en Duitsers omgedoopt in 'Bar Hopeloos'. Hoofdpersoon is een jonge Oostenrijker die aan de universiteit een paar cursussen Duits geeft, droomt van een roman en zich verder, met de bar als baken, laat meesleuren door wat hem overkomt. Dat leven wordt vooral gevuld met vriendinnen die hem door een levenslustige Duitser worden aangesmeerd; als hij tijd over heeft geeft hij zich over aan niet al te diepzinnige beschouwingen over 'het principe van de teruggaande ontwikkeling van de geschiedenis'. De exotische omgeving van de Braziliaanse stad maakt zijn drenzige leven niet veel kleurrijker dan dat van een vroegoud leeghoofd in de Oostenrijkse provincie.

Jean-Christophe Rufin o Braziliaans rood, 2003.


In 1555 koloniseert een Frans konvooi van vrijwilligers en onder dwang scheepgegane lutheranen en criminelen een eilandje in de baai voor Rio de Janeiro. Daar kinderen het gemakkelijkst talen leren, zijn de twaalf- en veertienjarige Colombe en Just als tolk meegenomen om met de indianen te communiceren. Zij staan centraal in deze historische avonturenroman, waarin ook ideen welke die tijd beheersten zoals het humanisme, godsdienstige tegenstellingen, visies op het wezen van de indiaan - een belangrijke rol spelen. De Franse auteur (1952) toont zich goed op de hoogte van de geografische en historische context en vertelt beeldend met verrassende metaforen. Rufin ontving voor deze roman de Prix Goncourt 2001. Ook in oorspronkelijke versie beschikbaar.

Claude Lvi-Strauss o Het trieste der tropen, 2004.


Een van de meesterwerken in de antropologische literatuur. De auteur was hoogleraar antropologie aan de Sorbonne te Parijs. In dit boek brengt hij uitgebreid verslag uit van zijn veldwerk onder enkele indianenvolken in het Braziliaanse regenwoud, dat hij in de jaren '30 van de vorige eeuw heeft gedaan. Hij schreef het boek echter pas in de jaren '50, zodat het naast boeiende beschrijvingen ook scherpzinnige theoretische reflecties en analyses oplevert, inclusief vergelijkingen met observaties van wat de auteur op zijn reizen door

Amerika, India en andere landen heeft gezien. 954.1/LEVI

John Updike o Brazili, 1995.


De 19-jarige, Braziliaanse straatjongen Tristao wordt op het strand van Copacabana verliefd op de blanke Isabel. Isabels vader stuurt gangsters achter Isabel aan om haar terug te halen, zodat ze moeten vluchten. Zo start een zwerftocht door Brazili waarbij ze te maken krijgen met gevaarlijke bandietenbendes en woeste Indianenstammen. Ze wisselen van kleur en krijgen kinderen, hun liefde blijft overeind tijdens al hun wonderlijke avonturen. Deze 'hervertelling' van de middeleeuwse legende van Tristan en Isolde is kleurrijk, sensueel en magisch. Updike gebruikt de parabel om in een bijzonder gestileerde en elegante taal het wonder maar ook het noodlot van een blijvende liefde te doorgronden. De sensualiteit en het brute geweld van Brazili verlenen de tekst een aparte intensiteit.

Mario Vargas Llosa o De oorlog van het einde van de wereld, 1984.
Aan het eind van de 19e eeuw wordt in Brazili de republiek uitgeroepen en een begin gemaakt met de modernisering van het land. Een religieuze sekte onder aanvoering van de charismatische profeet Antonio Maciel komt hiertegen in opstand en oefent een grote aantrekkingskracht uit op de arme bevolking van Noordoost Brazili. De elkaar betwistende burgerlijke partijen moeten de handen ineenslaan om het "gevaar" te bezweren. Regeringstroepen, die met elke expeditie in omvang toenemen, stuiten bij het bestoken van de enclave Canudoe, waar de opstandelingen zich hebben teruggetrokken, op een mysterieus krachtig verzet. De roman is een fictieve reconstructie van de gebeurtenissen, die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en al eerder (1902) door de ooggetuige da Cunha beschreven waren in "Os sertaos" (vert. "De Binnenlanden").

Ana Veloso o De geur van koffiebloesem, 2007.


Met als hoofdfiguur de 17-jarige dochter van een rijke koffieplanter wordt een beeld gegeven van het sociale en politieke leven in Brazili van 1884-1891. Naast de problemen van de familie die te maken heeft met de gevolgen van de afschaffing van de slavernij in 1888, worden de huwelijksproblemen van de dochter geschetst, die met een abolitionist getrouwd is.

August Willemsen o Braziliaanse brieven, 1992.


Als er in ons taalgebied iets bekend is van de boeiende Braziliaanse literatuur, is dat in hoofdzaak dank zij het onvermoeide vertaalwerk van August Willemsen die daarvoor, en voor zijn vertalingen van Portugese auteurs, in 1983 de Nijhoff-Prijs ontving. Daarnaast publiceert Willemsen ook eigen werk, meestal gerelateerd aan zijn activiteiten als vertaler. Tussen 1967 en 1984 woonde, werkte en reisde hij vier keer geruime tijd in Brazili. In de nu gepubliceerde Reisbrieven doet hij daarvan verslag: indringend, zeer direct en persoonlijk. Met een mengsel van humor, verwondering, afschuw en liefde beschrijft hij de zich geleidelijk verdiepende kennismaking van een (zeer Amsterdamse) Nederlander met de verwarrende samenleving in dit onmetelijke, tropische land.

Film
Angels of the sun (Anjos do Sol)/ Rudi Lagemann, 2006.
In 2002, wordt de 12 jaar oude Maria, die in armoede leeft door haar vader aan een pooier verkocht. Hij neemt haar mee naar een bordeel. Maria zoekt naar manieren om te ontsnappen.

Birdwatchers / Marco Bechis, 2008.


Na de zelfmoord van twee tienermeisjes besluiten enkele indianen uit het droeve reservaat weg te trekken en zich te settelen op de tekoha, de heilige grond van hun voorouders. De tragedie die zich vervolgens voltrekt wordt bekeken door de ogen van Osvaldo, een sympathieke, door onrustige dromen gekwelde indiaanse tiener.

Carandiru / Hector Babenco, 2004.


Gebaseerd op de memoires van een Braziliaanse dokter, Drauzio Varella, die gespecialiseerd in aids-preventie werkzaam was in de beruchte Carandiru-gevangenis in Sao Paulo. Een betonnen bunker, waar zo'n 4000 Braziliaanse bandieten kunnen worden geherbergd, maar waar uiteindelijk zo'n 7500 huurmoordenaars, verkrachters en verklikkers zijn ondergebracht. Via de dokter leren we ze kennen, bandieten in alle soorten en maten, lijdend aan aids, tuberculose en/of schurft, luisterend naar bijnamen als Minimum Loon en Jammer Dan. Babenco heeft er in ieder geval alles aan gedaan om er een kleurrijk gezelschap van te maken, een alternatief Braziliaans voetbalteam en giechelende travestieten met siliconentieten incluis.

Central do Brasil / Walter Salles, 1998.


Nora (Montenegro) werkt in het spoorwegstation Central do Brasil in Rio de Janeiro waar ze tegen betaling brieven schrijft voor analfabeten. Ze post de geschreven brieven echter niet, maar scheurt deze meestal in stukken. Op een dag komt een vrouw samen met haar zoontje bij haar langs om een brief te laten schrijven en verzenden naar de vader van de jongen. Als de vrouw op het station door een bus wordt geschept en vervolgens komt te overlijden, blijft haar zoon alleen achter. Nora ontfermt zich in eerste instantie over de jongen en neemt hem mee naar huis, maar daarna probeert ze van hem af te komen. Later krijgt ze hier spijt van en dan gaat ze samen met hem op zoek naar zijn vader in het Noordoosten van Brazili. Bekroond op het filmfestival van Berlijn.

Cidade de Deus / Fernando Meirelles, 2002.


Beschrijft het leven in Cidade de Deus een criminele buurt in zuid Rio de Janeiro. Dit is een buurt waar je geluk hebt als je ouder dan 16 jaar wordt. In de film wordt vooral de drugshandel en moord beschreven van de mensen die hier leven. Moorden op straat, drugsdealen met kinderen onder de acht jaar, moordende kinderen en kinderen vermoorden; niets is te gek. Hier is geen leven mogelijk. Buscap (Raket) wil niets liever dan uit deze buurt weg en fotograaf worden. Alleen weet hij niet hoe hij weg moet. "Wie wil immers een jongen uit de Cidade de Deus aannemen?"

Cidade dos homens / Paulo Morelli, 2007.


Acerola en Laranjinha bijna volwassen jongens die samen zijn opgegroeid in een favela van Rio de Janeiro. Ze hebben allebei hun vader nooit gekend. Acerola heeft zelf samen met zijn vriendin Cris inmiddels ook een per ongeluk verwekt zoontje genaamd Clayton, waarvoor hij er zelf wel altijd wil zijn. Laranjinha nadert daarentegen zijn achttiende verjaardag en wil eindelijk wel eens weten wie zijn vader is of was en gaat naar hem op zoek. Laranjinha is verliefd op het meisje Camila die opgroeide zonder ouders onder het wakende oog van haar broer Fiel. Hij is n van de mannen van de lokale drugsbaas (en Laranjinhas neef) Madrugado, die de heuvel waar ze allemaal wonen 'bezit'. Hij doet dit met harde hand en verraad of foutjes worden met de dodd bekocht. Zijn rechterhand

Nefasto bereidt achter zijn rug om niettemin een coup voor waarin hij de macht over de heuvel wil overnemen. Wanneer Madrugado hem opdraagt Fiel te laten 'verdwijnen', vermoordt hij hem daarom niet. In plaats daarvan lijft hij hem in bij zijn nieuwe bende en draagt hem op ervoor te zorgen dat Madrugado niet te weten komt dat hij nog leeft voor ze samen de macht daadwerkelijk met geweld overnemen...

Estomago / Marcos Jorge, 2007.


Het verhaal van het success en de val van Raimundo Nonato, een kok met speciale talenten. De film heeft het over voedsel en macht, meer specifiek : voedsel els een middel om macht te verwerven

Happy desert / Paulo Caldas, 2008.


Deserto Feliz: een klein dorp in Brazili waar de veertienjarige Jssica een huis deelt met haar moeder Maria en stiefvader Biu. Die vergrijpt zich met regelmaat aan zijn stiefdochter, en daardoor is voor Jssica de stap niet groot en misschien zelfs logisch om zichzelf te verkopen bij het tankstation, op zoek naar een beter leven. In de kustplaats Recife lijkt het leven gelukkiger: er wordt gelachen en gedroomd in het appartementje dat pooiermoeder Dona verhuurt aan Jssica en andere meisjes van de nacht. Zij charmeren toeristen, in de hoop een rijke buitenlander aan de haak te slaan. Deze droom lijkt voor Jssica zowaar uit te komen in de gedaante van Mark, een hippe Duitse jongen.

Linha de pass / Walter Salles, 2009.


Over het bikkelharde leven in de sloppenwijken van So Paolo.

Solo, de wet van de favela / Jos de Putter, 2008.


Jos de Putter volgt in 1994 tijdens de wereldkampioenschap voetballen twee elfjarige vrienden in de sloppenwijken van Rio de Janeiro. Leonardo en Anselmo zijn beiden getalenteerde voetballertjes. Ze worden ontdekt door een talentscout en Leonardo voetbalt nu in Nederland. Tegelijkertijd krijgen we een kijkje in het leven van de kinderen in de favela.

Tropa de elite / Jos Padilha, 2007.


In de favela's van Rio de Janeiro maken de drugsbazen de dienst uit. Sommige wijken gaan zelfs de meeste politieagenten niet in. In plaats daarvan laten zij zich afkopen, met als excuus dat er zo aan beide kanten onnodig bloedvergieten wordt voorkomen. De agenten die zich niet om laten kopen, zijn hun leven geen dag zeker en zwaar in de minderheid. Wanneer het toch tot - zwaarbewapende - confrontaties komt tussen de politie en de drugsbendes, kunnen de wetshandhavers dit doorgaans niet aan. Op dat soort momenten kunnen zij de hulp inroepen van het speciale elite-team BOPE om hen te komen helpen en dat gebeurt vrijwel dagelijks. De BOPE-leden zijn keihard en schuwen geen vorm van geweld om tot de gewenste resultaten te komen. In 2008 bekroond met de Gouden Beer op het filmfestival van Berlijn.

Tropa de elite 2 / Jos Padilha, 2010. The year my parents went on vacation / Cao Hamburger, 2008.
Net voor de start van de wereldbeker voetbal wordt de twaalfjarige Mauro door zijn ouders afgezet bij zijn grootvader in So Paulo. Waarom pa en ma halsoverkop de stad moeten verlaten blijft lange tijd een raadsel, maar hun schichtige blikken laten vermoeden dat ze op de loop zijn voor de politie - Brazili kreunde in de jaren zeventig onder een hardvochtige militaire dictatuur. Onverwachte omstandigheden - opa blijkt net die dag te zijn doodgevallen - zorgen er evenwel voor dat Mauro alleen achterblijft en wordt opgevangen door Shlomo, een joodse grijsaard die van zijn rabbi te horen krijgt dat de komst van Mauro het werk van God is ('Als God die jongen voor je deur heeft gezet, dan is het met een bedoeling!'). De onwennige Mauro jaagt de strengreligieuze Shlomo aanvankelijk voortdurend de gordijnen in, maar gaandeweg beginnen de twee eenzaten mekaars gezelschap op prijs te stellen.

You might also like