You are on page 1of 13

-1-

De Mythe van Hitlers Paus


De Pastor Angelicus Pius XII redde 860.000 Joden van een wisse dood

Het Vaticaan, Sint Pieterplein, Rome

1 Rome is in het beeld van Esau


Rome staat voor het rijk van Ezau. Jacobs broer Ezau werd verraderlijk buitengesloten van de vaderlijke beloftes waardoor hij en zijn nakomelingschap door jaloezie en haat werden verteerd. Het Christendom wordt in de Joodse traditie vaak met Ezau vergeleken. (1) Geen wonder als wij er acht op slaan dat de Christenen zich dikwijls op een uiterst vijandige manier tegenover de Joden hebben misdragen. De gettos waren een pauselijke uitvinding. In de bul Cum nimis absurdum (1555) werd verkondigd dat het absurd was de Joden toegang tot onze samenleving te geven en zelfs onder ons te laten wonen, zij die door eigen schuld en daden door God tot de eeuwige slavernij zijn verdoemd. In deze bul stelde paus Paulus IV voor de Joden in gettos af te zonderen, die nadien overal in Europa ontstonden. Zijn aanbeveling werd pas in 1870 officieel herroepen. Hiermee trad hij in de voetsporen van paus Eugenius IV, die in 1442 verbood dat Joden en Christenen gezamenlijk maaltijd hielden, hetgeen aansloot bij een menigte besluiten uit vroeger tijden. Het dictaat van Paulus IV paste ook bij de besluiten van het Vierde Lateraans Concilie uit 1215. Sinds de Joden in de tweede eeuw van Godsmoord werden beschuldigd hebben de anti-Judastische tendenzen binnen de christelijke kerk een rol van betekenis gekregen, maar dat werd pas acuut sinds kerk en staat tot eendrachtige samenwerking waren gekomen. Toch kan

-2-

ook worden teruggekeken op een andere, tegengestelde traditie. De paus die hier het voortouw in nam was Gregorius de Grote (590-604). Daarvan zegt Jules Isaac: Paus Gregorius de Grote installeerde ten aanzien van de Joden een politiek van menselijkheid, gelijkberechtigdheid en betrekkelijke bescherming, hetgeen hem ten voordeel strekt en dat ook doet voor de pausen nadien; want aldus werd een traditie gevestigd waaruit velen maar niet allen vanuit goedheid van geest en hart inspiratie zouden putten. (2) Ik wijs erop dat de bul Sicut Judeis, die in 1122 door paus Calixtus II werd uitgegeven, een beschermingsstatuut gaf, dat vervolgens door paus Clemens III (1187-1191) in de canonieke wet werd verankerd. Dit statuut is tot aan de 15e eeuw door wel twintig pausen aangehaald en verduidelijkt. Er zijn immers veel goede voorbeelden van pausen die de taak op zich hebben genomen de Joden te beschermen, ook in onze recente geschiedenis, met name tijdens de laatste wereldoorlog toen vierduizend Joden onderdak vonden in Italiaanse kloosters. Maar de heersende houding was anders. Om Esther Dorflinger te citeren uit een interview in Ein Kerem mei 1989 (zij was een bekeerlinge uit het Jodendom): Zelden heeft het Joodse volk liefde ondervonden van de kant der Christenen. In feite associren de meeste Joden de holocaust met het Christendom. Het is daarom weinig verrassend dat het Ezaubeeld ook het beeld van het Christendom is geworden.

De controverse rondom paus Pius XII, die tijdens de Tweede Wereldoorlog fout zou zijn geweest, is nog lang niet uitgewoed. Dat blijkt uit onderstaand krantenbericht. De misvattingen rond deze herosche paus dienen nodig recht te worden gezet, wat wij met ons artikel trachten te doen. Er moet nu maar eens een eind komen aan al die lasterpraat. Een rehabilitatie is gewenst. Wat ons betreft mag het zaligverklaringsproces van de Pastor Angelicus, als voorbode van zijn heiligverklaring, gewoon doorgaan.

Benedictus XVI verklaart Pius XII niet zalig (postulator) ROME 18-10-2008 (AFP nieuws): Paus Benedictus XVI heeft het decreet over de herosche deugden van Pius XII, de eerste stap naar canonisatie, niet ondertekend, omdat hij goede relaties wil onderhouden met de Joden. Dat heeft pater Peter Gumpel, de postulator voor de heiligverklaring van Pius XII aan het Italiaanse nieuwsagentschap ANSA meegedeeld. Pius XII was paus van 1939 tot 1958 en wordt passiviteit verweten tegenover de vervolging van de Joden door de Nazi's. Onlangs nog verdedigde Benedictus XVI oorlogspaus Pius XII. De paus heeft het decreet nog niet ondertekend en acht het nodig de tijd te nemen voor reflectie, aldus Vaticaan-woordvoerder Frederico Lombardi. Tegenstanders van de zaligverklaring van paus Eugenio Pacelli (zo was de echte naam van de oorlogspaus) bevinden zich niet enkel binnen de Joodse gemeenschap, maar ook binnen de Katholieke Kerk. Volgens pater Gumpel doet de Katholieke Kerk haar uiterste best om goede relaties te onderhouden met Isral, maar kunnen vriendschappelijke banden pas tot stand komen als ze wederzijds zijn. We merken dat de paus met een groot gevoel voor gastvrijheid een rabbijn uitnodigt naar onze synode en dat die laatste misbruik maakt van onze goedheid, door tot drie keer toe Pius XII aan te vallen. De rabbijn mag uiteraard zeggen wat hij wil, maar op die manier zal hij zijn steentje niet bijdragen tot verbeterde relaties, aldus pater Gumpel. We zijn gekant tegen de zaligverklaring van Pius XII. We kunnen zijn stilzwijgen over de holocaust niet vergeten, liet Shear-Yashuv Cohen, de opperrabbijn van de Isralische stad Haifa, eerder deze maand weten aan een Italiaanse krant.

Er is ook een andere kant. Voor een indrukwekkende historische opsomming van het handelen der Kerk ten gunste van haar Joodse broeders kan men bij de notulen terecht van de eerste en enige bijeenkomst van Napoleons Sanhedrin uit 1807, die uit 71 afgevaardigden bestond van Joodse origine. Zie de appendix voor een opsomming daarvan. Naast het institutioneel kerkelijk

-3-

handelen zijn er in de geschiedenis ook veel priv initiatieven geweest van mensen die zich aan de volkshysterie wisten te onttrekken. Israls Yad Vashem organisatie van het holocaustmonument voor martelaren en helden bewaart verslagen van de nobele heidenen die ongeacht geloof of afkomst hun leven riskeerden om tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden te redden. Geweten en Moed van Eva Fogelman biedt een systematisch verslag over waarom en hoe mensen van vaak eenvoudige komaf met groot risico voor zichzelf en hun families de Joden hielpen aan de Nazis te ontsnappen.

2 De paus verhief zijn stem voor Hitlers slachtoffers


Dit is het verhaal van hoe een paus hielp een menigte Joden in de Tweede Wereldoorlog te redden. Op welke wijze paus Pius XII actief betrokken was bij het redden van Joden staat beschreven in Pius XII en de Tweede Wereldoorlog naar de archieven uit het Vaticaan, van de hand van de Jezuet Pierre Blet en confraters. Het oorspronkelijke twaalfdelig boekwerk werd in de periode tussen 1965 en 1982 samengesteld. In 1997 verscheen een verkorte uitgave. (3) Dit volgt het werk van Pius XII en zijn naaste medewerkers van dag tot dag en soms van uur tot uur, vanaf het moment in mei 1939 toen de Duitsers Praag binnenvielen precies drie dagen nadat hij paus was geworden, tot het aan eind van de oorlog. Het bevat zijn openbare mededelingen, toespraken, boodschappen en briefwisseling met de burgelijke en kerkelijke autoriteiten, alsmede details van zijn geheime gemanoeuvreer om de ineenstorting van Europa te voorkomen en waar mogelijk hulp te bieden. Hierin komen zijn twijfels tot uiting over de toelaatbare grenzen van zijn interventies. Tevens blijkt daaruit zijn grote waardering voor hedendaagse staatsmannen als Churchill. Door zijn schandalig zwijgen zou Pius XII de Duitse boevenbende in de kaart hebben gespeeld. Ondanks de tegenstellingen die dit thema oproept, geeft het verslag van pater Blet ontwijfelbaar aan dat de paus juist heeft gehandeld en onze bewondering afdwingt. Realiseer wel dat niet alleen de Joden slachtoffer waren van de meedogenloze Nazi-vervolging, maar ook vele duizenden priesters, religieuzen en veel meer leken die zich vanuit hun christelijke principes tegen de Nazis afzetten. Dit was een groot dilemma! Alhoewel de Pastor Angelicus een directe confrontatie met het Derde Rijk ontweek, moest ontwijken, deed hij veel pogingen, in het bijzonder via de diplomatieke kanalen, die gunstig uitwerkten. Hij was echter niet alleen maar de zwijgende paus, want anders zou Golda Meir, de minister van Buitenlandse Zaken van Isral, in haar officile toespraak voor de Verenigde Naties op de dag dat de paus in 1985 overleed, niet hebben gezegd: Toen een verschrikkelijk martelaarschap ons volk trof, verhief de paus zijn stem voor de slachtoffers. De Joodse complimenten aan zijn adres worden meestal gezien als komend van mensen die slecht waren genformeerd. De kwestie is te uitgebreid om daar in het kader van dit artikel op in te gaan. Laat het volgende volstaan. Is het mogelijk hetzelfde van Isral Zoller (of Zolli) te zeggen, die tijdens de oorlogsjaren opperrabbijn van Rome was? Hij werd aan het eind van de oorlog Christen. Toen hij omgeven door zijn familie op 13 februari 1945 uit handen van monseigneur Luigi Traglia het sacrament van het Doopsel ontving, koos hij de christelijke naam Eugenio ter ere van paus Eugenio Pacelli. Dit was ook blijk van dankbaarheid omdat deze paus door zijn voorbeeldig optreden zoveel Joodse levens had gered. Volgens de gereputeerde Joodse historicus Pinchas Lapide heeft de Katholieke kerk onder het pontificaat van Pius XII ervoor gezorgd dat minstens 700.000 maar waarschijnlijk 860.000 Joden van een zekere dood zijn gered, maar dit kon Zolli toen niet hebben geweten! Lapide gaat verder: Het was alsof deze reddingskruistocht als gedeeltelijke verzoening was bedoeld voor de haatdragende onderwijzingen uit het verleden. (4)

-4-

Met zijn beroemde Kerstboodschap van 1942, die door onder andere The New York Times werd geprezen, was Pius XII de eerste persoon van internationaal allure die zinspeelde op wat in de holocaust uitmondde. Hij zei, omgeven door de Duitse bezettingsmacht: De gemeenschap naar zijn zwaartepunt terugvoeren, wat Gods wet is, dat is de dure plicht die de mensheid tegenover honderdduizenden mensen heeft, die soms enkel op grond van hun nationaliteit of ras de dood in worden gejaagd of gedoemd zijn op deerniswekkende wijze weg te kwijnen. Hiermee had de paus ook de Duitse kampen op het oog, alhoewel hij niet op de hoogte zal zijn geweest en niet op de hoogte kn zijn van de volle omvang der verschrikkingen aldaar begaan. Auschwitz was tijdens de oorlog een industriestad waar het vernietigingskamp vlakbij stond. Via een Nederlander die daar werkte, hoorde de Joodse Raad wat daar plaatsvond. (In de Raad zaten prominenten uit de Joodse gemeenschap.) Het illegale Parool van 27 september 1943 geeft een precieze beschrijving van het gebeurde (5): Veel mensen konden en wilden dit soort berichten, zegt verslaggever Rob Trip, als ze die al onder ogen kregen, niet geloven. Er deden allerlei geruchten de ronde in de oorlog en dit was simpelweg te bizar. De feiten spreken, zegt het Parool, het zijn geen geruchten. Maar ze zetten het niet op de voorpagina. Het staat middenin op de binnenpaginas. Op de voorpagina staat een artikel over landsbestuur in overgangstijd Zie filmfragment: Dagblad Het Parool schrijft in 1943 over de vernietigingskampen Om aan te geven dat de paus toen nog niet van de stelselmatige uitroeiing kan hebben geweten, citeer ik nu uit een hoofdstuk van Richard G. Davis in Het bombarderen van Auschwitz hadden de geallieerden dat moeten doen?, dat in 2000 in samenwerking met het United States Holocaust Memorial Museum werd uitgegeven (Het Holocaust Herdenkingmuseum van Amerika): In april 1944 was het Anglo-Amerikaanse leiderschap nog niet tot een volledige evaluatie gekomen van de functie en ligging van Auschwitz. Natuurlijk, Richard Breitman toont glashard aan dat in sommige sectoren van de geallieerde overheden men over alle noodzakelijke informatie beschikte om de exacte ligging en rol van het kampen(complex) reeds medio 1943 vast te stellen, en wellicht nog eerder. Hij weet echter niet aan te tonen dat de geallieerden deze informatie volledig hadden geanalyseerd en op zijn merites beoordeeld. De Ultra codebrekers van Bletchley Park wisten van de reeks Duitse politierapporten af en hadden deze routinematig gedecodeerd. Daarin stonden gedetailleerde gegevens over het verloop van de holocaust. De Ultra organisatie had echter beperkte middelen en andere urgentere informatiebehoeften. Derhalve concentreerde men zich op de evaluatie van politieberichten over de door bommen aangerichte schade en van andere berichtenstromen die een meer directe invloed hadden op de militaire strategie en operaties. Breitman toont niet aan dat de geallieerde leiders, die de bombardementen konden aansturen, op de hoogte waren van alle essentile informatie en daarna voor een beslissing stonden om daar al of niet op te reageren. Vanzelfsprekend bereikte bepaalde informatie over de holocaust het leiderschap, en zij reageerden daarop met een aantal verklaringen en radio uitzendingen die zich daarop richtten en dat afkeurden. Twee bijkomende omstandigheden noopten Churchill ertoe om op 7 juli 1944 tussenbeide te komen. Ten eerste verschafte het Vrba-Wetzler rapport, dat pas vanaf juni 1944 aan de Anglo-Amerikaanse overheden bekend was, expliciete en overtuigende details van de verschrikkingen in Birkenau-Auschwitz, waarvan samenvattingen in handen van het hoogste leiderschap kwamen. Ten tweede wist het geallieerde leiderschap van de Hongaars-Joodse transporten, die medio mei 1944 waren gestart. Nu konden zij zich een voorstelling maken van waar die toe dienden. (pp. 222-23) De paus heeft door zijn initiatieven veel Joodse levens gered, maar dit is niet het geval geweest voor de christelijke kerk in zijn geheel. Lapide citeert Friedrich Heer, wat ik onderschrijf:

-5-

Het christelijke verzet tegen Hitler tijdens het Derde Rijk had vanaf het begin het karakter van het unieke, het onwenselijke () in 1945 was de toestand zo kritiek dat alleen een gigantische poging tot verdoezeling () in staat was het gezicht van het officile christendom in Duitsland te redden en herstellen () ik moet vaststellen dat alle Katholieken, van de hoogste tot laagste rang priesters, kapelaans, burgers (tot op vandaag antisemitisch) medeverantwoordelijk zijn voor de massamoord op de Joden. (6) Toch bestonden gunstige uitzonderingen op de collaboratie tussen de Nazis en de Duitse Katholieke geestelijkheid, want uitzonderingen zijn er altijd. Zie daartoe het getuigenis van Pater Gereon Karl Goldmann OFM. Hij werkte tijdens de oorlog als verpleger bij de Waffen-SS. Zijn autobiografie heet Tegen de stroom in. (7)

3 De mythe van Hitlers paus


John Cornwell, een bekend commentator van al wat de Rooms-Katholieke Kerk beroert, geeft in het vileine Hitlers Paus uit 1999 (8) een vernietigend oordeel over de paus die zich zo moedig toonde de Joden te helpen. Dit boek is door pater George Cottier, de pro-theoloog van het Vaticaan, als smaad bestempeld, en terecht. (9) Cornwells conclusies waren zogenaamd op de archieven van het Vaticaan gebaseerd, die speciaal voor hem werden opengesteld. Hij kon niet nalaten in datzelfde boek paus Johannes Paulus II een veeg uit de pan te geven als zouden door hem, in een heropleving van het ultramontanisme van Pius XII, de schismatische krachten binnen de Kerk opnieuw zijn ontketend - waarmee de schrijver aangeeft dat hij tot de modernisten behoort. Criticasters als Cornwell zijn op hun plaats gezet in het goed gedocumenteerde boek van rabbijn David Dalin uit 2005: De Mythe van Hitlers Paus - hoe Pius XII minstens 700.000 Joden van een zekere dood redde. (10) Mary Ann Glendon van Harvard Universiteit schreef in haar recentie, dat op de omslag prijkt: David Dalins onderzoek naar de waarheid over paus Pius XII leidde hem tot de ontdekking dat de tragedie van het Joodse volk op schaamteloze wijze door de vijanden van de traditionele religie is misbruikt. Met gerechtvaardigde verontwaardiging zet Dalin de zaken weer in het gareel. Hij documenteert de oneerlijkheid van de belangrijkste aanvallers van Pius en bewijst dat de oorlogspaus in de tijd van hun grootste nood een vriend en beschermer was van het Joodse volk. De waarheid is dat Hitler de paus haatte. Dankzij onderzoek van de journalist Dan Kurzman, auteur van De dapperste strijd: de achtentwintig dagen van de Warsaw Getto Opstand, werd ontdekt dat de paus afwist van Hitlers dreigende opdracht hem te kidnappen en het Vaticaan te bezetten. Het Vaticaan had zelfs stappen ondernomen een bestuur in ballingschap te vormen in geval de opdracht zou worden uitgevoerd. Dit werd in 2007 in zijn boek gepubliceerd: The Secret Plot (de geheime samenzwering). In het najaar van 1943 raakte Duitsland steeds meer aan de verliezende hand. Terwijl het Russische leger steeds verder vanuit het oosten oprukte, bombardeerden de westerse geallieerde

-6-

machten de Duitse steden. In uiterste wanhoop had Hitler vaak wilde, roekeloze en onpraktische plannen. En zon plan betrof de invasie van het Vaticaan. Dan Kurzman vertelt hoe een Hitler-Himmler bevel uit 1943 om de paus te kidnappen en de documenten en schatten van het Vaticaan in beslag te nemen tot tweemaal toe werd uitgesteld en tenslotte door een groep hoge Duitse officieren en ambtenaren in Rome werd verijdeld. De tegenkanting stond onder leiding van de SS-Obergruppenfhrer van de Waffen-SS, Karl Friedrich Otto Wolff. Aan het eind van de oorlog trachtte Wolff met Allen Dulles de overgave van de Duitse troepen in Itali te onderhandelen onder de codenaam Operation Sunrise (operatie zonsopkomst). Zes dagen voordat op 8 mei 1945 de algemene capitulatie van Duitsland een feit was, werd een accoord bereikt. Dan Kurzman nam uitgebreide persoonlijke interviews af van Karl Wolff, de commandant indertijd van Itali en Himmlers gevolmachtigde. Dat was vlak voordat deze in 1984 overleed. Kurzman toont aan dat Hitler het Vaticaan wilde neutraliseren omdat hij dacht dat de paus had meegewerkt aan het ten val brengen van Mussolini in 1943. Meer in het bijzonder vreesde Hitler dat de kerkleider de Endlsung (de holocaust) in het volle licht zou stellen en pogingen ondernemen de geplande deportatie van de Joden van Rome te dwarsbomen. In dat laatste had Hitler helemaal gelijk. Aan wat Pius voor Rome heeft gedaan dankt hij de naam defensor civitatis (verdediger der stad).

Hitlers plan tot inname van het Vaticaan en ontvoering van de paus
Nieuwe gegevens zijn in 2009 naar voren gekomen door het getuigenis van Niki Freytag Loringhoven, dat het verhaal onderbouwt dat Hitler van plan was de paus hetzij te ontvoeren of van het leven te beroven. Niki Freytag Loringhoven, 72 jaar oud, is de zoon van de oppercommandant van de Duitse strijdkrachten. Volgens zijn getuigenis heeft Hitler, enkele dagen nadat Mussolini in opdracht van koning Victor Emmanuel III was gearresteerd, de Reichssicherheitshauptamt (de belangrijkste veiligheidsdienst van het Derde Rijk) verzocht een plan samen te stellen om het Italiaanse volk te straffen door Pius XII te ontvoeren of te vermoorden evenals de Italiaanse koning. Toen admiraal Wilhelm Canaris, hoofd van de Duitse contraspionnage, van de samenzwering hoorde, heeft hij zijn Italiaanse collega generaal Cesare Am tijdens een geheime ontmoeting in Veneti op 29 en 30 juli 1943 genformeerd. Daarbij waren ook Erwin von Lahousen en Wessel Freytag von Loringhoven aanwezig, die beide in Sectie II van de Duitse contraspionnage werkten, die zich voornamelijk bezighield met sabotage. Toen Am in Rome terugkwam, verspreidde zich het nieuws van de samenzwering om de paus de kidnappen, wat opzettelijk was om het plan zo te dwarsbomen, hetgeen bleek te werken.

4 Het Maak de Weg Vrij onderzoek


De organisatie van Pave the Way Foundation - PTWF (Maak de Weg Vrij Stichting) is niet religieus gebonden en probeert obstakels tussen godsdiensten uit de weg te ruimen ter bevordering van een betere onderlinge samenwerking. Ook willen ze godsdienstmisbruik uitbannen dat als basis dient voor geweld en terrorisme. Dit indachtig hebben ze een onafhankelijk onderzoek naar het pausschap van Pius XII ingesteld. Ze waren zelf verbaasd over de resultaten daarvan. Nadat ze geconfronteerd werden met tegenstrijdige informatie over hetgeen Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog had gedaan, wat een voortdurende bron van wrijving is tussen Joden en Katholieken, begonnen ze met ooggetuige-interviews en begonnen ze alle vrij beschikbare documenten te verzamelen en krantenartikelen. Nadat hij een jaar lang had gepraat met deskundigen aan beide

-7-

kanten van het debat, kwam PTWF voorzitter Gary Krupp, die zelf een Jood is, een grote hoeveelheid informatie op het spoor die gewoon toegankelijk was voor het publiek, maar die niet bekend was. Er zijn veel krantenverslagen, zo blijkt, die de heersende negatieve opinie over dit pausschap weerspreken. Een probleem om de waarheid naar boven te brengen is dat tijdens de oorlog alle belangrijke initiatieven van het Vaticaan en de paus geheim moesten blijven en via mondelinge instructies of codes werden doorgegeven. Desondanks kan op basis van de openbare archieven een overtuigend argument worden gevormd. Tot op heden heeft het onderzoek veel gebeurtenissen naar voren gebracht die een heel ander beeld schetsen dan algemeen aanvaard. Ze zijn nu op hun website beschikbaar. (11) In het kader van hun opdracht zijn Gary en Meredith Krupp naar verscheidene landen gereisd om video-interviews af te nemen van de direct betrokken ooggetuigen, geschiedkundigen en andere mensen van belang. Ze ontdekten dat voordat het gefantaseede toneelspel De Plaatsvervanger was uitgekomen, de Joden en veel Isralische leiders deze paus bewonderden. Gary Krupp bevestigt: De gegevens die we hebben verzameld zijn totaal onafhankelijk van enig officieel Vaticaans archiefstuk, alhoewel zulks niet absoluut noodzakelijk is om erachter te komen wat tijdens de oorlogsjaren is gebeurd. We hebben veel persoonlijke tussenkomsten van paus Pius XII ontdekt die de indruk absoluut tegenspreken dat hij bleef zwijgen en niets deed om Joodse levens te redden. Het video-interview van de 95-jarige monseigneur Giovanni Ferrofino, dat in de eerste maand van 2008 plaatsvond, is maar een voorbeeld van het verrichte werk. Begin 1942 bracht Ferrofino samen met de Vaticaanse ambassadeur voor Hati en de aartsbisschop van de Dominicaanse Republiek, monseigneur Maurilio Silvani, persoonlijk een mondeling verzoek van paus Pius XII aan generaal Rafal Trujillo over om 400 visas uit te geven van de Dominicaanse Republiek voor Joden die uit Europa trachtten weg te komen. Het verzoek werd eerst geweigerd, maar later heeft de generaal zijn beslissing herzien nadat hij mondeling de vraag van de paus kreeg voorgeschoteld: Hoe kan ik mijn paus iets weigeren? Dit toont opnieuw de persoonlijke en directe betrokkenheid van Pius XII aan.

5 Een communistische samenzwering


De lastercampagne tegen de paus was in feite een communistische samenzwering, waarvan de details voor het eerst bekend werden gemaakt in een artikel in de National Review van 25 januari 2007, geschreven door luitenant-generaal Ion Mihai Pacepa. Hij was de hoogste geheime-dienstman die ooit vanuit het Sovjet-Blok naar het Westen is overgelopen (wat volgt is verbatim en in gecondenseerde vorm aan dit artikel ontleend). Hij stond aan het hoofd van de DIE, het Roemeense equivalent voor de Amerikaanse CIA of Russische KGB. (12) Het begon allemaal in februari 1960 toen de president van de Sovjet-Unie, Nikita Chroesjtsjov, een supergeheim plan goedkeurde om de morele autoriteit van het Vaticaan in West-Europa te vernietigen. Moskou wilde het Vaticaan door zijn eigen priesters in discrediet laten brengen, op zijn eigen thuisbasis, als bastion van het Nazisme. Omdat Pius XII als de pauselijke nuntius in Mnchen en Berlijn had gediend toen de Nazis met hun machtsovername begonnen, wilde de KGB hem als een antisemiet afbeelden die Hitlers holocaust had aangemoedigd. En het was Pacepa die instructie kreeg het Vaticaan te benaderen onder het mom van herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen Roemeni en het Vaticaan, zodat hij toegang kon hebben tot de archieven van het Vaticaan. Maar in feite kwam geen enkel belastend materiaal tegen de pontief naar voren in alle in het geheim gefotografeerde documenten. In 1963 vertelde generaal Ivan Agayants, het befaamde hoofd van het KGB disinformatie departement, dat de samenzwering was uitgemond in een

-8-

krachtig toneelstuk dat paus Pius XII aanviel en dat Der Stellvertreter (de plaatsvervanger) heette, een dubbelzinnige heenwijzing naar de paus als Christus vertegenwoordiger op aarde. Agayants pochte het scenario voor het stuk te hebben bedacht en vertelde Pacepa dat het dikke bijlages had met achtergrondinformatie die door zijn deskundigen waren samengesteld dankzij de stukken die uit het Vaticaan waren ontvreemd. Het zou worden gebracht alsof Rolf Hochhuth, een onbekend schrijver, de bedenker was. Het moest worden geproduceerd door Erwin Piscator, een toegewijde communist die reeds een lange relatie met Moskou had. In 1929 had hij het Proletarische Theater in Berlijn opgericht. Toen Hitler aan de macht kwam, zocht hij politiek asiel in de Sovjet-Unie en enkele jaren later emigreerde hij naar de Verenigde Staten. In 1962 keerde Piscator, wiens communistische symphatien onbekend waren, naar West-Berlijn terug om Der Stellvertreter te produceren. De grondslag van dit spel was dat Pius XII Hitler had gesteund en aangemoedigd de Joodse holocaust ten uitvoer te brengen. Niets stond verder af van de waarheid. Het spel veroorzaakte een enorme deining rondom Pius XII die als een koude harteloze man werd afgebeeld, die zich meer bekommerde om de eigendommen van het Vaticaan dan om het lot van Hitlers slachtoffers. De oorspronkelijke tekst kwam overeen met een acht uur durend spel en werd ondersteund door wat Hochhuth historische documentatie noemde. In een krantenartikel dat in 1963 in Duitsland werd gepubliceerd, verdedigt Hochhuth zijn karakterschets van Pius XII met de woorden: De feiten liggen daar veertig paginas vol documentatiemateriaal dat als appendix aan het spel is toegevoegd. In een radio-interview dat in 1964 in New York werd uitgezonden toen The Deputy daar zijn debuut maakte, zei Hochhuth: Ik vond het nodig een historische appendix aan het spel toe te voegen, zon vijftig tot tachtig paginas (afhankelijk van de lettergrootte). In de oorspronkelijke uitgave heet de appendix Historische Streiflichter (historische strijklichten). Der Stellvertreter is in een twintigtal talen vertaald, aanzienlijk verkort en de appendix ontbreekt meestal. Tijdens de eerste tien jaren van zijn bestaan veroorzaakte Der Stellvertreter een vloed van boeken en artikels, sommige die de pontief beschuldigden en andere die het voor hem opnamen. Enkele gingen zover de schuld voor de Auschwitz gruwelijkheden op de schouders van de paus te leggen, andere maakten grondig pulp van Hochhuths argumenten, maar alle werkten mee aan de enorme aandacht die dit nogal hoogdravende stuk in zijn tijd kreeg. Tegenwoordig (schrijft Pacepa) hebben veel mensen nog nooit van Der Stellvertreter gehoord en zijn er vast van overtuigd dat Pius XII een koude slechte man was die Joden haatte en Hitler hielp ze kwijt te raken; het is zoals KGBvoorzitter Yury Andropov, de ongevenaarde meester van Sovjet misleiding, mij vaak zei: mensen zijn eerder geneigd in troep te geloven dan heiligheid Hubert Luns
[gepubliceerd in De Brandende Lamp 4e kwartaal 2008 - Nr. 116]

Noten
Wie of wat is Babylon, die grote stad, de moeder der hoeren? (1) Rome werd in de eerste eeuwen door de Christenen vergeleken met het Babylon uit de oudheid, getuige de afscheidswoorden van de eerste Petrusbrief: Zij (de christelijke kerk) in Babylon groet U. De oorspronkelijke zo geheten stad was toen een onbetekenend gehucht. Men is doorgaans van mening dat het Babylon uit de Petrusbrief Rome voorstelt. Deze brief dateert volgens mij uit het jaar 59. De apostel Petrus, in feite de eerste paus (Mt. 16:18, Joh. 21:15-19), is in Rome gekruisigd tijdens de festiviteiten van het jaar 64 toen vele Christenen de marteldood vonden (M. Guarducci / zie Wikipedia onder Saint Peter). Dit gebeurde na Romes grote brand waarvan keizer Nero de Christenen de schuld gaf. In zijn symbolische betekenis komt Bablon in het Nieuwe Testament alleen in Openbaring voor, vooral in het 17e en 18e hoofdstuk:

-9-

En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud en kostelijk gesteente, en paarlen, en zij had in haar hand een gouden drinkbeker vol van gruwelen en van de onreinheid van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en de gruwelen van de gehele aarde. En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en de getuigen van Jezus. () De vrouw, die u hebt gezien, is de grote stad, die heerschappij heeft over de koningen van de aarde. Er is veel over gespeculeerd wie deze grote hoer wel mag zijn. Velen denken dat zij Rome voorstelt, het oude Rome waar het kwaad in zijn ultieme gedaante heerste. Dit beeld wordt in een gebruikelijke protestantse uitleg ook op de toekomst geprojecteerd. Wie anders dan de Roomse Kerk, het Vaticaan? - zo zeggen ze; via de inquisitie is zij dronken van het bloed van de heiligen. Honderdduizenden, zo niet miljoenen, zouden door de inquisitie zijn vermoord. Maar dat is een ergere verdraaiing der feiten dan dat Pius XII Hitlers paus zou zijn geweest. Het past ook niet bij de slotzin van Openbaring 17. Daarin staat dat zij heerschappij heeft over de koningen van de aarde. Het is juist het tegendeel. Zij gaat heden gebukt onder de dwingelandij van een geseculariseerde en God-hatende maatschappij en het is heden, nu in deze tijd, waar de profetie op doelt. Ook Openbaring 11:8 spreekt over de grote stad: En de dode lichamen van de twee getuigen zullen op de straat liggen van de grote stad, die geestelijk Sodom en Egypte wordt genoemd, alwaar ook onze Heer is gekruisigd. Hier is de grote stad ineens Jeruzalem. Er rest maar n uitleg: Babylon, die grote stad, zittend op de vele wateren van volken, scharen, natin en talen, is het beeld van de wereld. Zo ook het hemelse Jeruzalem uit Openbaring 21:1-2: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. (2) Citaat ontleend aan The Anguish of the Jews van Edward Flannery # 1985, die refereert aan Gense (p. 234) van de franse auteur Jules Isaac. (3) Pius XII and the Second World War - according to the archives of the Vatican door Pierre Blet S. J. - Paulist Press, USA # 1997. Het boek is ook in het frans vertaald: Pie XII et la Seconde Guerre mondiale daprs les archives du Vatican - Librairie Acadmique Perrin (LAP) # 1997. (4) The Last Three Popes and the Jews (De laatste drie pausen en de Joden) door Pinchas E. Lapide - Souvenir Press, London # 1967 (pp. 214-15). Een van deze drie pausen is Johannes XXIII, die de schrijver een Paus van de Joden noemt. Hij heeft hem persoonlijk gekend. Kort nadat ik dit artikel beindigd had, kwam ik het volgende nieuwsfeit tegen, dat ik met u wil delen: ROME, 4 nov. 2008 (Zenit.org) De oprichter van de Raoul Wallenberg Stichting wil dat paus Johannes XXIII de eretitel krijgt die wordt toegekend aan hen die zich uitzonderlijk hebben ingezet om Joden van de holocaust te redden. Baruch Tenembaum stelt voor dat de Yad Vashem Holocaust Herdenkingsautoriteit voor Martelaren en Helden de paus de titel toekent van Rechtvaardige onder de naties. Indien we paus Johannes XXIII niet als Rechtvaardige onder de naties erkennen, zullen onze kinderen dat doen, zei hij. Het verzoek van de Joodse leider kwam toen de kerk de 50e verjaardag herdacht van de verkiezing op 28 oktober 1958 van Johannes XXIII tot de zetel van Petrus. Tenembaum merkte op dat voordat bisschop Angelo Roncalli tot paus werd verkozen hij ten gunste van de Bulgaarse Joden had gepleit bij koning Boris van Bulgarije en hij hetzelfde deed bij de Turkse overheid ten gunste van de Joodse vluchtelingen die hun land waren ontvlucht. Hij deed ook al het mogelijke om de deportatie van de Joden uit Griekenland te voorkomen en hij werd een informatiebron voor het Vaticaan voor de vernietiging van miljoenen Joden uit Polen en Oost Europa. () In die tijd, in 1944, was hij aangesteld als de apostolische afgevaardigde voor het Vaticaan in Istanboel en organiseerde hij de redding van Joden en andere mensen die door de Nazis werden vervolgd, ging hij verder. Dankzij zijn initiatieven werden de levens van duizenden mensen gespaard, die anders een zekere dood tegemoet gingen. Zijn daden en historische figuur staan daarom dicht bij zoveel andere diplomatieke redders van de holocaust.

- 10 -

De stichtingsoprichter juichte ook de vooruitgang toe in de Joods-Katholieke dialoog onder leiding van Johannes XXIII: Een nieuw tijdperk in de katholiek-Joodse dialoog ontspon zich toen Johannes XXIII tot paus werd gekozen. (5) Uit De Oorlog Deel 5 tv-documentare uit 2009 over de Tweede Wereldoorlog. (6) Zur Frage der Freiheit van Friedrich Heer - Wenen # 1962; alsook Commonweal # Febr. 20, 1964, door Lapide op p. 241 geciteerd. (7) Tegen de stroom in van Pater Gereon Goldmann OFM - De Roode Toren, Nederland # 1997. Duitse uitgave Tdliche Schatten - Trstendes Licht ND-Freundeskreis, Bergisch Gladbach # 1994. (8) Hitlers Pope the secret history of Pius XII door John Cornwell, Viking (Penguin Group), London # 1999. (9) Georges Cottier, in 1922 geboren, sloot zich aan bij de Dominicaanse Orde. Hij was professor aan de universiteiten van Genve en Fribourg. In 1989 werd hij secretaris van de Internationale Theologische Commissie. In 1990 werd hij aangesteld als de pro-theoloog van het Pontificale Huishouden (vertrouweling van de paus). In 2003 werd hij titulaire aartsbisschop en in datzelfde jaar is hij tot kardinaal verheven. (10) The Myth of Hitlers Pope how Pope Pius XII rescued Jews from the Nazis door rabbijn David G. Dalin - Regnery Publ., Washington D.C. # 2005. (11) Het paus-project is op de website van Pave the Way Foundation: http://www.ptwf.org/ (op Homepage druk op Projects en vervolgens onder Education op Pope Pius XII). Hieronder volgen enkele diepte-interviews die op hun website staan: a) PTWF audintie met paus Benedictus XVI op 18 juni 2008. b) Interview met de historicus Sir Martin Gilbert die wereldwijd reputatie geniet als Tweede Wereldoorlog expert. c) Interview met de Vaticaanhistoricus pater Peter Gumpel S. J., die veel belangrijke vragen beantwoordt. d) Interview met bisschop Sergio Pagano, prefect van de geheime archieven van het Vaticaan, waarin hij uitlegt waarom deze archieven nog niet zijn geopend. De reden is dat het een ontzettend groot project is alles te catalogiseren, wat tijd kost, heel veel tijd. e) Interview met monseigneur Giovanni Ferrofino, die 96 jaar oud was ten tijde van het interview. Als priester voerde hij persoonlijk de mondelinge richtlijnen uit van paus Pius XII om Joden tijdens de oorlog te redden. f) Een Radio Vaticaan interview met Joodse overlevenden. g) Video-interview met Michael Tagliacozzo, een Isralische Jood die in Rome door het Vaticaan werd gered en archivarus is van de grootste verzameling oorlogsdocumenten aangaande Itali in de Beth Lohame Haghettaot in Isral. (12) Pacepa schreef een boek over zijn ervaringen. Het werd in 27 landen gepubliceerd en vertelt over de intriges van het communisme. Het is Red Horizons chronicles of a communist spy chief (Rode Horizonnen de chronieken van een communistische spionleider), door Ion Mihai Pacepa - Regnery Publ., Washington D.C. # 1987 / William Heinemann Ltd, London # 1988.

- 11 -

APPENDIX

Napoleons Grote Sanhedrin spreekt zich ten gunste uit van de Souverein-Pontiefs
Het meest prestigieuze lid van het Grote Sanhedrin, door Napoleon bijeen geroepen om twaalf vragen te beantwoorden betrekking hebbend op het burgelijk- en bestuursrecht, was ongetwijfeld Abraham van Keulen, die tot aan 1826 de voorzitter van de Joodse gemeenschap zou zijn en eerste opperrabbijn van Frankrijk. Het Grote Sanhedrin vond in de maand februari 1807 in het stadhuis van Parijs plaats. Le Chevalier P. L. B. Drach die, voordat hij Katholiek werd, op de nominatie stond om opperrabbijn van Parijs te worden, schreef in 1843 over dit Sanhedrin (ontleend aan: De lharmonie entre lglise et la Synagogue Over de overeenkomst tussen Kerk en Synagoge, Deel 1 noot 40: pp. 237- 41): () Men moet beamen dat de Joden te allen tijde erkentelijkheid hebben betoond voor het feit dat zij gedurende al de wederwaardigheden van hun verstrooide natie immer toevlucht en bescherming bij de Katholieke geestelijkheid hebben gevonden. Tijdens de eerste vergadering (sinds hun verstrooiing onder de volken) die een officieel karakter droeg, welke door Napoleon bijeen was geroepen, hebben ze van de gelegenheid gebruik gemaakt om plechtig en publiekelijk van hun dankbaarheid jegens de Souverein-Pontiefs (de pausen) te getuigen, alsook jegens de prelaten en andere leden van de geestelijkheid. Men kan zeker niet beweren dat zij waren benvloed; (de Franse revolutie had zich immers tegen de kerk gekeerd). Deze verklaring is nauwelijks gekend (en nog steeds, nu meer dan 200 jaar later). Het verdient een plaats in de annalen der geschiedenis. Het is in de archieven gelegd van le Ministre des Cultes (ministerie der erediensten). Ziehier de tekst van dit belangrijke document dat integraal in de notulen is opgenomen, de vergadering betreffend van 5 februari 1807: De afgevaardigden van de Hebreeuwse synode van het Franse keizerrijk en het Italiaanse koninkrijk hebben op 30 mei jongstleden verordend, in dankbare herinnering aan al de opeenvolgende weldaden die de christelijke geestelijkheid aan de Isralieten van de verschillende naties in Europa in de voorbije eeuwen heeft bewezen; Met grote erkentelijkheid voor de ontvangst die verscheidene Pontiefs en een aantal andere kerkleiders de Isralieten in verschillende perioden hebben bereid, terwijl de barbaarsheid, gekoppeld aan vooroordelen en onwetendheid, de Joden binnen hun maatschappijen hebben vervolgd en verjaagd; Dat de uitdrukking van deze gevoelens in de notulen van deze dag worden vastgelegd, opdat ze voor altijd een authentiek getuigenis blijven geven van de dankbaarheid van de Isralieten van deze vergadering voor de weldaden die aan de voorgaande generaties zijn bewezen door kerkleiders in allerlei landen van Europa; Dat bovendien een afschrift van deze gevoelens aan zijne excellentie de minister der erediensten zal worden toegezonden. Dit besluit (schrijft Drach) werd na een zeer opmerkelijke toespraak van de heer Isaac-Samuel Avigdor aangenomen, afgevaardigde van (het Franse departement) Alpes-Maritimes, waaraan wij

- 12 -

de volgende passage hebben ontleend: St Athanasius, boek I, zegt: Het is een verfoeilijke ketterij om door geweld en slagen en gevangennemingen hen te willen overhalen die men niet door de rede heeft kunnen overtuigen. Niets is meer tegen de godsdienst gericht zegt St Justinus martelaar boek V, dan geweld. Zullen wij hen vervolgen zegt St Augustinus - die God duldt? Lactancius, boek III, zegt hierover: De gedwongen godsdienst is geen godsdienst meer; we moeten overtuigen en niet opleggen; godsdienst laat zich ten genenmale bevelen. St Bernhard zegt: Raad aan en dwing niet. Derhalve hebben gewoonlijk alleen de onwetendheid en het vooroordeel schuld aan de kwellingen en vervolgingen waar u zo dikwijls slachtoffer van bent geweest, aangezien de christelijke moraal overal de liefde en broederschap tot de naaste leert. Dat is zo waar dat deze sublieme menselijke en rechtvaardige deugd vaak door de werkelijk onderlegde Christenen in de praktijk is gebracht en vooral door de waardige vertegenwoordigers van deze zuivere moraal, die hartstochten dooft en deugdzaamheid aanwakkert. Het is op grond van deze heilige en morele principes dat in andere tijden de vervolgde en verjaagde Joden uit verscheidenen delen van Europa door de Romeinse Pontiefs in de (pauselijke) staten werden beschermd en verwelkomd en dat de kerkleiders van alle landen ze vaak hebben verdedigd in allerlei naties van dit werelddeel. Tegen het midden van de zevende eeuw heeft de heilige Gregorius de Joden verdedigd en hen in de gehele christelijke wereld beschermd. In de tiende eeuw hebben de bisschoppen van Spanje zich met al hun energie tegen het volk verzet dat hen wilde afslachten. De pontief Alexander II schreef een brief aan zijn bisschoppen waarin hij hen prees om hun verstandige opstelling dienaangaande. In de elfde eeuw werden de Joden in groten getale in de diocesen van Uzs en Clermont met kracht door de bisschoppen verdedigd. St Bernhard verdedigde hen in de twaalfde eeuw tegen de razernij der kruistochten. Innocentius II en Alexander III hebben eveneens hun verdediging op zich genomen. Gregorius IX behoedde hen in de dertiende eeuw in zowel Engeland als Frankrijk en Spanje voor het grote onheil dat hen bedreigde: op straffe van excommunicatie verbood hij hun gewetens te dwingen en hun feesten te verstoren. Clemens V deed meer dan hen verdedigen; hij verschafte ze middelen voor het onderwijs. Clemens VI gaf hen asiel in Avignon (waar de paus toen verblijf hield), terwijl ze in heel de rest van Europa werden vervolgd. Tegen het midden van diezelfde eeuw (de 14e) belette de bisschop van Spire de bevrijding (van de Joden uit het bisschoppelijk paleis waar ze een toevlucht hadden gezocht), wat de shuldeisers van de Joden op hoge toon eisten onder het zo vaak gebruikte voorwendsel van woekerrente. Wat de volgende eeuwen betreft, Nicolaas II schreef de inquisitie om te beletten dat ze de Joden onder dwang tot het Christendom brachten. Clemens XIII kalmeerde de ongerustheid van de gezinshoofden, die waren gealarmeerd over het lot van hun kinderen die vaak van de borst van hun eigen moeder waren weggerukt. Het zou eenvoudig zijn een eindeloze reeks op te sommen van de overige liefdeblijken van kerkleiders, die zich in verschillende tijden voor de Isralieten

- 13 -

hebben ingezet en doordrongen waren van wat een mens, in het bijzonder een religieus mens, te doen staat. Reeds het sterk menselijk medegevoelen had in de voorbije eeuwen de benodigde moed kunnen opbrengen om ongelukkige mensen te verdedigen die op barbaarse manier aan de verschrikkelijke hypocrisie en het woeste bijgeloof waren overgeleverd. Deze nobele mensen konden desondanks niet, als toegift van hun menslievende moed, naar die zoete voldoening in zichzelf uitzien die de werken van broederlijke liefde in pure harten teweegbrengt. (Waaraan Drach toevoegt:) In een religieuze vergadering over het hoofd zien dat er voorbij het graf nog iets anders bestaat, is toch wel een vreemde onnadenkendheid. Het altijd ongelukkige en bijna voortdurend onderdrukte volk van Isral heeft nooit eerder het middel gehad noch de gelegenheid zijn erkentelijkheid voor zoveel weldaden te tonen; des te zoeter is het daar nu van te getuigen omdat het mensen betreft die niet uit eigenbelang hebben gehandeld en dus dubbel respect verdienen. Sinds achttien eeuwen is de omstandigheid waarin wij ons (nu hier) bevinden de enige die zich heeft voorgedaan om de gevoelens die in onze harten leven naar voren te brengen. Deze bijzondere en gelukkige omstandigheid, die wij aan onze verheven en onsterfelijke keizer te danken hebben, is ook de meest geigende, de mooiste, alsook de glorierijkste om onze totale dankbaarheid aan de weldoeners van alle landen uit te drukken, inzonderheid de kerkleiders en hun voorgangers. Mijne heren, laten wij onszelf daarom toeleggen om van deze memorabele gelegenheid gebruik te maken en hen deze terechte gave van dankbaarheid aan te bieden, waartoe wij ons gedrongen voelen; laat in deze ruimte onze totale dankbaarheid weergalmen: laten wij plechtig uiting geven aan onze welgemeende dank voor de opeengestapelde weldaden waarmee ze de voorgaande generaties hebben overstelpt. (De notulen eindigen aldus:) De vergadering heeft na de toespraak van de heer Avigdor geapplaudiseerd: zij heeft beraadslaagd het in zijn geheel in de notulen op te nemen en te laten drukken, en heeft het daaropvolgende besluit aanvaard. Dit (schrijft Drach) is de uitdrukking van de vergadering, van het officile orgaan van de Joodse natie. De huidige paus (Gregorius XVI), deze souverein met een gevoelig hart, groot, edelmoedig, goedertieren, geeft zoveel gunstbewijzen aan de Joden van Rome, dat zij als blijk van hun erkentelijkheid een geweldig geschenk hebben gegeven, dat uit een werk bestaat van verschillende Hebreeuwse calligrafien, zo samengebonden dat de afwerking de rijkdom aan goud in de schaduw stelt. Al de openbare pamfletten (de dagbladen) hebben dit prachtige werk indertijd becommentarieerd. De delen van deze verzameling zijn potische composities die de deugden bezingen van de vorst die genade heeft betoond aan de verstrooiing van Juda, en bevat gebeden voor het behoud en voorspoed van de souverein, een zo goede vader voor al zijn onderdanen. Wat de Isralieten in Rome in dit boekwerk hebben uitgedrukt, willen zij met grote overtuiging in alle gesprekken met Christenen herhalen. Begin dit jaar (1843) heeft de Tiber de Joodse woonwijk van Rome overstroomd. Tijdens alle rampdagen stuurde de Heilige Vader boten met overvloedige voorraden naar de talrijke Isralische bevolking die naar de hogere verdiepingen van hun huizen waren gevlucht.

You might also like