You are on page 1of 3

De Reukzin

Geuren ontstaan wanneer moleculen die in de lucht zweven, hoog in de neusgaten oplossen. In de neus zitten verschillende receptoren voor de verschillende moleculen. Elke molecule die de neus binnendringt past slechts op n verschillende receptoren, net als een sleutel op een slot. Wanneer de receptoren geactiveerd worden, sturen ze een boodschap door naar de bulbus olfactorius, van hieruit gaan de signalen naar hogere corticale centra, waar signalen als geuren genterpreteerd worden. Mensen ruiken minder dan veel dieren, omdat we minder reukreceptoren hebben. Het verschilt per persoon hoe goed we geuren kunnen detecteren. Over het algemeen kunnen vrouwen het beter iets beter als mannen en jongeren beter dan ouderen. Ook ruik je s morgens beter dan s avonds. Het verschil ook per geur hoe gevoelig we er voor zijn. Hoe langer je in een bepaalde geur zit, hoe minder je hem gaat opmerken. Dat heet geuradaptatie. Dat komt doordat het reuksysteem zich snel aan past aan een blijvende stimulus. Geuradaptatie kan heel fijn zijn, bijvoorbeeld als je langere tijd op een stinkende plek moet zijn, maar het kan ook gevaarlijk zijn, als er bijvoorbeeld een klein gaslek is. Mensen kunnen maar een beperkt aantal geuren identificeren. Het aantal geuren dat ze kunnen benoemen zonder de bijhorende bronnen te zien, ligt bij de meesten mensen niet hoger dan 100. Hoe vertrouwder de geur, hoe beter mensen geuren kunnen onthouden. Een goede reukzin heel belangrijk voor een mens. Ongeveer een kwart miljoen Nederlanders ruikt niks. Vaak vinden mensen die hun ruikzin verloren zijn het vooral vervelend dat hun eten niet meer smaakt. Dat is ook gevaarlijk want daardoor kunnen ze ook niet meer

proeven of het eten nog wel goed is of niet. Ook wordt hun ervaringswereld beperkter omdat we geuren vaak associren met bepaalde herinneringen. Het paargedrag van veel diersoorten wordt benvloed door geuren. Deze geuren worden feromonen genoemd en zijn bedoelt om de juiste partner aan te trekken. Het is gebleken dat veel dieren hun partner uitzoeken met een zoveel mogelijk verschillende geur. Dat komt waarschijnlijk doordat de feromonen uit de genen komen die ook zorgen voor het immuniteitssysteem. Daardoor komt er een grotere variatie in genen en dat zorgt voor een hogere overlevingskansen. Bij mensen gaat dit natuurlijk wel iets anders. Wij herkennen elkaar ook niet meteen aan elkaars geur. Maar feromonen hebben bij ons ook effect. Er zijn veel onderzoeken naar gedaan. Zo is uit een onderzoek gebleken dat vrouwen vaak ook kiezen voor geuren van mannen die in immuniteit en geur veel van zichzelf verschillen. Bij een ander onderzoek hebben onderzoekers zweet verzameld van mensen die voor het eerst een parachute sprong gingen maken. Daarna hebben ze een tweede groep mensen dit zweet laten ruiken, terwijl tegelijkertijd hun hersenactiviteit werd gemeten. Daar kwam uit dat die mensen duidelijk verhoogde activiteit hadden in delen van de hersenen die met angst te maken hebben. Hoewel we soms dus door een genetische basis van een geur houden, leren we meestal van geuren te houden of niet te houden door associaties met ervaringen. Dit proces begint al heel vroeg, dat is gebleken uit een onderzoek bij pasgeboren babys. Die hebben namelijk een voorkeur voor het vruchtwater van hun eigen moeder. Ook is het zo dat als de moeder tijdens de zwangerschap veel

anijsproducten heeft gegeten de baby een voorkeur heeft oor anijsgeur.

You might also like