You are on page 1of 30

N*A*O*

i n

AR MO RI CA

NIHILISTISCH

ANARCHISTISCH

O FFENSIEF

N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, verliet op 23 juli het apen-land Belgi op weg naar Amerika. Gedurende enkele weken zou hij zo in staat zijn om de uitvinders van het warm water van nabij te leren kennen, maar ook om dankzij de afstand zijn kennis van de rituelen en de instellingen van de Belgische apen te verscherpen. Afstand is er zeker, want de eerste weken trok de Naamloze door internet-loze streken, zodat hij zich niet meer diende te ergeren over de onophoudelijke aanvoer van trieste absurditeiten uit het desintegrerende Belgi, en evenmin iets van zich kon laten horen. Vanuit deze op het wereldwijde web uitkijkende bistro in de jachthaven van de bloemrijke wasstad langs de Trieux, deelt de Naamloze A*O* graag met u een eerste subtiele inzicht, namelijk dat de autochtonen hier hun land Armorica noemen. In tegenstelling tot wat iedereen denkt hebben de Armoricanen wel degelijk het warm water uitgevonden. Het bewijs daarvoor leveren de gevonden sporen van vuurhaarden die dateren van 350.000 jaren voor onze tijdrekening! -1Zelfs op reis kan een beetje geschiedenis geen kwaad. Hierdoor wordt duidelijk dat de chte opkomst van Armorica zon 2000 2500 jaren geleden aanving met de handel in grote stenen (megalithen) die gebruikt werden door de eerste astronomen. Toen al stond het lot van Armorica als handels- en ruimtevaartnatie vast. Astronomisch is het attribuut dat letterlijk en figuurlijk Armorica het treffendst karakteriseert. Lang nadat de dinosaurussen uitgestorven waren, waren de Armoricanen nog een volk van reuzen. Vandaag vindt men nog steeds, her en der verspreid in het landschap, de reusachtige stenen caftafeltjes (dolmens) uit hun Keltisch aandoende bistros. Niet alleen de astronomen, maar nagenoeg lke Armoricaan had in die oertijden zon rechtopstaande steen (menhir) in zijn tuin: men kon er immers ook zijn werktuigen mee slijpen, zijn was aan te drogen hangen of als bescherming tegen de zon gebruiken.

N*A* *
1

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Vorige week bezocht N*A*O* in het zuiden van het land een intact gebleven menhirwinkel, die een zeer ruim aanbod blijkt gehad te hebben. Wellicht was het een groothandel. Jammer genoeg werden de Armoricanen en masse werkloos ten gevolge van de uitvinding van de slijpsteen, de wasdraad en de parasol, zodat de menhir overbodig werd en enkel nog als decoratie gebruikt werd. De reuzen keerden noodgedwongen terug naar Ierland, waar ze vandaan kwamen. Ze vestigden zich op het eiland Ys, dat onder hun gewicht bezweek en in de golven verdween. Er schijnen nu nog maar een heel beperkt aantal afstammelingen over te blijven, hetzij in een vreselijke gedaante in de Himalaya, hetzij iets minder schrikbarend in bepaalde basketbalploegen. 1 Vanaf de vijfde eeuw voor Christus arriveerden dan de Kelten in Armorica: hevig ruzinde mensen met zologische namen, die gerstbier dronken en na zichzelf opgehitst te hebben telkens op de vuist gingen. De Coriosolieten namen het noorden, de Osismers het westen, de Veneten het zuiden en de Rhedonen en de Namneten het oosten. Ze hadden Julius Caesar nodig om weer orde op zaken te stellen. In 56 voor Christus kwam hij met zijn Romeinse galeien over de oceaan. Hij zag hen in hun bistros en hij overwon. Ondanks de Romeinse overheersing, die een zekere modernisering van het leven meebracht, bleef Armorica in het verre westen toch geografisch gesoleerd. De Romeinse legioensoldaat kon nooit gewonnen worden voor dit regenachtige en winderige land. De Romeinen verafschuwden ook het Britse klimaat, zodat dat eiland onder de voet kon gelopen worden door de barbaarse Angelen, Saksen en Picten, en de oorspronkelijke Britten als boatpeople de oceaan dienden over te steken en naar Armorica vluchtten. Deze Britse exodus betekende in feite een tweede beschavingsgolf, die de Armoricaanse Kelten overspoelde. Hun druden vervingen de maretak door de olijftak, de Keltische tuniek door de soutane met knoppen en de helm met horens door de baret, maar ze behielden een zekere keltitude, een begrip dat bij de Naamloze Achter Ons een belletje doet rinkelen.

Zeer tegen zijn zin overweegt N*A*O* eens terug in Belgi den baard hierover aan te spreken.

N*A* *
2

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

De keltitude blijkt een overlevingsstrategie te zijn, die zoals de belgitude in Belgi in Armorica ook zeer corrumperende effecten heeft. Om zijn rechten op Armorica, verkregen door het Verdrag van Verdun, te kunnen doen gelden misbruikte Karel de Kale probleemloos deze keltitude. Door de eerste Armoricaanse honing te erkennen, maakte hij hem meteen onderhorig. Opnieuw zoals de belgitude, bracht de keltitude evenmin veel zoden aan de dijk. Het land werd immers overrompeld door de Noormannen, die alleen door de onbezoedelde Armoricanen weggejaagd konden worden. Ofschoon zij elkaar dankzij hun moeilijk uitroeibare keltitude de duivel bleven aandoen, lag hun onafhankelijkheidsdrift aan de basis van het gouden tijdperk voor de Armoricanen, die als patroonheilige trouwens de Geilige Yves kozen, een klerk die onderzoek deed in zaken van kerkelijk recht. De Fransen waren het Verdrag van Verdun echter nog niet vergeten en konden weer van het gefoefel in het kader van de keltitude profiteren. De Armoricanen raakten intern verdeeld en zo verscheurd dat ze eraan dachten het land te splitsen. Want alhoewel het in de vijftiende eeuw Armorica nog voor de wind bleef gaan, beschouwden de Fransen het uiteindelijk toch als hun grondgebied in het verre westen en de Armoricaanse kosmopolitische adel kwam deze usurpatie niet eens ongelegen: Onbewustheid? Zwakte? Verraad? Natuurlijk zouden de Armoricaanse taal, gebruiken en gewoontes, n privileges gerespecteerd worden Beloftes die even natuurlijk niet gehouden werden. En nog bleven de gouden tijden voortduren dankzij de Armoricaanse kracht, maar niet oneindig: toen de zonnehoning in 1675 de opstand van de rode mutsen liet neerslaan, was de Armoricaanse energie nagenoeg uitgeput. De rest van het Armoricaanse verhaal klinkt ons bekend in de oren. Tijdens de eerste wereldoorlog sneuvelden proportioneel meer Armoricanen, tot genoegen van de Jacobijnse overheerser. Tijdens de tweede wereldoorlog collaboreerden proportioneel meer Armoricanen. In

N*A* *
3

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

1942 werd hen een stuk grondgebied afgenomen. In 1966 vonden de eerste kneedbomaanslagen door het Armorican Liberation Front (ALF) plaats. Pas in 2020 werd Armorica eindelijk onafhankelijk.

Aldus reisde N*A*O*, Gehoorzamen en remmen: het begin of het einde?, Binic, 4 augustus 2011 -2Eerste blik op Belgi

De tocht door Armorica door de Naamloze Achter Ons blijkt al vanaf de eerste dag uitermate nuttig te zijn om te reflecteren over het apen-land dat Belgi is. In de zondagskrant West-Armorica van 24 juli trof een cartoon de Naamloze A*O*, waarin de zuchtende en op zijn ellenbogen steunende en over zijn Belgische politieke lotgevallen klagende honing Albert II van antwoord gediend wordt door Manneken Pis: Trek het u niet aan; laat het lopen! Manneken Pis, de Belgische mascotte, wordt in het buitenland vereenzelvigd met de Belg zelf. Op dit punt is het opnieuw zeer vruchtbaar om de kronkelwegen van de geschiedenis te exploreren. Een Belg, evenals een belgicist, is een Manneken Pis, maar Manneken Pis blijkt effectief een baviaan te zijn! Terwijl in het binnenland de associatie van Belgi met een apen-land verdrongen werd, herinneren de buitenlandse grappen daarover wel degelijk aan de romantische ideen van de stichters van ons honinkrijk. De Franstalige stichters van Belgi verdedigden de afsplitsing van de Verenigde Nederlandse Provincin met taalkundige argumenten (zoals bepaalde flaminganten nu ook doen) en ze werden daarbij genspireerd door de Grieks-Romeinse en Egyptische oudheid.

***
Het eerste geloof in de baviaan stamt uit de Egyptische tijd. De baviaan speelde een belangrijke rol in het panopticum van de Egyptische goden. s Ochtends, bij het opkomen van de zon en s avonds wanneer deze weer onder ging, brulden bavianen met geheven armen naar het hemellichaam; daarom werden ze gezien als grote vereerders van de zonnegod. De Egyptenaren importeerden apen uit Ethiopi, maar vooral hondskopbavianen uit Soedan. Ze behandelden bavianen met groot respect en lieten hen uiteraard na een toelatingsproef rondrennen in hun tempels. Vanaf 1500 voor Christus werd de god van de wijsheid Tehuti (bij

N*A* *
4

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Grieken en Romeinen Thoth en Hermes) ook afgebeeld met de kop van een baviaan. Na hun dood werden ze ook gebalsemd en in stenen sarcofaagjes begraven.

De Naamloze Achter Ons raakte ervan overtuigd dat de rol die bavianen in het oude Egypte speelden als tijdmeetinstrument, een eerste zij het onbewuste - basis vormde voor de stichting van Belgi: hoelang zal het nog duren?! De Egyptenaren was het opgevallen dat bavianen zich gedragen als de zon en de maan. De baviaan pist n keer op elk uur van de dag en de nacht in de tijd van de nachtevening. In de eerste twee of drie dagen van de nieuwe maan is de baviaan treurig en depressief omdat de maan dan niet te zien is, alsof hij uitgewist is. Aan de hand van de gedragingen en het pissen van de baviaan werd de duur van de maand, dag en uur gestandaardiseerd. Om deze redenen verkozen de Egyptenaren bavianen als tijdwaarnemers en deden de maanzieke Belgen dat later opnieuw.

Waterklok met gehurkte cynocefaal

De hoofdreden voor de bavianenromantiek van de belgicisten is natuurlijk minder waanzinnig: de baviaangod Tehuti (Thoth, Hermes) bracht de mens namelijk het schrift, en volgens de overlevering was hij tevens uitvinder van de wiskunde, de eerste ingenieur, astroloog en voerde hij de kalender van 365 dagen in. De cynocephalus of hondskopaap was het hiroglief voor schrijven. Men zou voor minder de pissende baviaan als mascotte nemen. De belgicistische hofschilder Luc Tuymans, die er ondanks zijn groot zakelijk instinct niet al te bewust uitziet, hield de Belgen met zijn apenreeks dus minstens onbewust een spiegel voor. Op prenten uit de periode van het Oude Egyptische Honinkrijk ziet men dansende en musicerende apen. Zij helpen ook bij de fruitoogst. Men ziet cynocefalen gitaar en fluit spelen, schepen bouwen en helpen bij de bier- en wijnproductie. Tuymans echter laat zijn apen seksen als Belgen en legt daarmee het verband met een andere Egyptische god: Baba, wiens naam etymologisch verwant is aan baviaan. Baba duidde inderdaad op seksuele activiteiten, al dan niet in de stijl van Manneken Pis. De fallus van de god Baba was de sleutel van de hemelpoort en in het Brusselse Dodenboek staat een afbeelding van de bavianenpik als mast van de boot naar de onderwereld.

N*A* *
5

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

De stichters van Belgi identificeerden zich niet alleen met Tehuti of Baba, maar ook met de Griekse Odysseus, die bereid was om een moedeloos makende reeks beproevingen te doorstaan om ooit zijn thuisland Ithaka te kunnen vinden. De vraag is dan waar men Ithaka moet situeren? Volgens de Leidense oud-burgemeester Goekoop (sic) in zijn boek Op zoek naar Ithaka woonde Odysseus op het eiland Kefallonia (!), het zesde grootste Griekse eiland ten westen van de Golf van Korinthe, dat de vorm van een hondskop heeft, en niet op het kleine eilandje Ithaka of Thiaki dat men tegenwoordig onder deze naam kent. De onderzoekers Ernst Gideon en Iman Wilkins beweren echter dat hij in Belgi woonde! In Homerus, zanger der Kelten of Troje lag in Engeland en in Waar eens Troje lag reist Odysseus vanuit Engeland (het zuiden) naar het apen-land (in het noordwesten). Zoals de Keltische Homerus Odysseus tegen alle weerstanden in aangetrokken zijn door Belgi verhaalde, zo heeft de Naamloze Achter Ons het Keltische Armorica nodig om het baviaanland van Manneken Pis beter te begrijpen. Het is geen toeval hij in Zuid-Armorica op een koppel menhirs stuitte, die er bekend staan als het Belgische echtpaar Babouin en Babouine. Babouin meet 1 meter 42 en lijkt behalve op een baviaan ook op een fallus. Aldus reisde N*A*O*, Dar ouenn e tenn 2, Penmewan, 6 augustus 2011 -3Armoricaans

De stichters van het Belgische Baviaanland verdedigden in 1830 de afscheiding van de Nederlanden om taalkundige redenen: de Franse taal zou zo een eigen territorium krijgen. Het probleem was en is nog steeds dat het onmogelijk is om binnen getrokken landsgrenzen het spreken van andere talen te verhinderen. Probeert men dat toch, dan ontstaat binnen de pas ontstane natie een nieuwe afscheidingsbeweging: de Vlaamse in het Belgische geval. Hoe zit het op dit vlak in Armorica? Wat de verdedigers van de Belgische cultuur er ook mogen van denken, Belgi heeft meerdere culturen. Op dezelfde manier als de Vlaamse of de Baskische is de Armoricaanse cultuur uniek. Maar de Armoricaanse cultuur heeft natuurlijk vele aspecten en omvat ook meerdere talen. De Armoricaanse cultuur en taal zijn zeker niet monolytisch en in zichzelf gekeerd, maar zijn veelheden op zich.
2

Vert.: Hij lijkt op zijn ras.

N*A* *
6

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Om deze veelheden te vatten moet de Naamloze Achter Ons ze als een roodhuid sluipend benaderen of als een Champollion, wiens oor, neus en oog dienst doen als stenen van Rosetta.

Eens de Naamloze A*O* de timbres van de Armoricaanse talen beluisterde, de muzikaliteit ervan hoorde, en zag wie ze sprak en waar men ze sprak, werd hem duidelijk dat hij slecht ingelicht was. De verschillende Armoricaanse talen hebben geografische, historische en culturele banden. Ook het temperament van de sprekers van het Armoricaans speelt daarbij een rol. En los van dit alles is er eveneens een politiek aspect. Wetende dat het Armoricaans een Keltische taal is, zoals ook het Galisch in West-Engeland, het Iers in West-Ierland en het Galicisch in West-Spanje, zou men eventueel kunnen besluiten dat de Kelten overal het westen veroverden. Maar dat is een volkomen foutieve interpretatie, want veroveraars veroveren nooit onherbergzame streken waar alles nog moet opgebouwd worden! Door zulke streken wordt men aangetrokken, hetgeen voor de Naamloze Achter Ons juist betekent dat de Kelten en meer in het bijzonder de Armoricanen niet bezitterig zijn en heel vredelievend. Omdat men in het rauw klinkend Armoricaans zowel Engels klinkende sisklanken hoort (bijvoorbeeld enez), als Germaanse keelklanken (bijvoorbeeld argoat), kan men afleiden dat de Armoricaanse talen de uitdrukking van de Armoricaanse natuur zijn: zacht n ruw. Als men goed luistert dan hoort men tussen de woorden hoe de golven de koppige rotsen likken (bijvoorbeeld Diwar an dour-red gwall ebet, diwan an dour-skoilh gwall dan holl 3), hoe de potische wind tussen de bergen glijdt (bijvoorbeeld "An danvez dastumet gant ar rastell a yelo buan gant a navel 4), en hoe de roep van de zeemeeuw het gesjauwel van de feen beantwoordt (bijvoorbeeld Gwelloch un amezeg a dost eget ur char a-bell 5). Het Armoricaans kent trouwens evenzoveel vrouwelijke als mannelijke intonaties, en is dus rijker dan de verwijfde Latijnse talen en dan de Germaanse, die slechts mannelijke klanken bevatten. Het Armoricaans is daarmee de taal van het verlangen, die soms uitbarst in plezier. Het rijke Armoricaans is een taal voor dichters of verliefden, voor vertellers en genieters, en is ongeschikt voor boekhouders of informatici Net zoals het Nederlands, bevat het Armoricaans mysteries en bijgeloof, pozie en gebeden. Het is daarom een geestige taal, die zelfs diegene die haar niet snapt in lachen doet uitbarsten. Het Armoricaans wordt trouwens meestal met de glimlach gesproken. Zelfs in het Armoricaans
3 4

Vert.: Bewegend water zal niemand schade berokkenen, stilstaand water zal iedereen schaden. Vert.: Bijeen gerijfde bezittingen zullen vlug wegvliegen met de wind. 5 Vert.: Beter een dichte buur dan een verre kennis.

N*A* *
7

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

uitgescholden worden voelt niet vreselijk aan, zeker niet als men het niet begrijpt (bijvoorbeeld Nen dez ket rekis gouied galleg ewid goulenn kousked er-maes! 6).

Nochtans verbergt het Armoricaans ook het striemen van de tijd en heeft ze littekens. Zij heeft vingersporen op haar keel, omdat men haar probeerde te verstikken. En het is pijnlijk om te beseffen dat het juist de seculiere arm van de linkse jacobijnen was, die haar trachtte te wurgen. Het wordt absurd als men weet dat de Franse taal van de jacobijnen niet mr was dan een Latijns jargon, dat gesproken werd door de heren en door de priesters van het Ancien Rgime, en dus geen volkstaal was. Terwijl het Armoricaans, net als het Vlaams, een revolutionaire taal is, van heidense oorsprong. Kortom, een vrijzinnige taal! Aldus reisde N*A*O*, Kammed ha kammed e reer tro ar bed 7, Lannuon, 7 augustus 2011 -4Eerste blik op Belgi (vervolg)

Zowel de oeroude Armoricaanse menhirs, als de nieuwste Armoricaanse media leren ons dat de geboorte van Belgi en zijn bevolking van pissende apen steunde op een romantisch beeld van de baviaan als Egyptische of Griekse god van het schrift, als tijdwaarnemer, en natuurlijk als seksuele krachtpatser. Bepaalde voorvaderen van het Belgische apen-land waren echter helemaal niet zo op een mythisch verleden gericht, maar beschouwden de verschijning van de Belgische baviaan als de ontbrekende schakel in een darwinistische geschiedenis der volkeren: een rariteit als het ware. In de Middeleeuwen was de cynocefaal al minder goddelijk en behoorde hij, naast de sfinx, de satyr of pan, tot de fabelwezens. Volgens Herodotus waren mannen met bavianenkoppen of zelfs mensen zonder kop gesignaleerd in Libi.
6 7

Vertaling ontbreekt. Vert.: Stap voor stap reizen wij rond de wereld.

N*A* *
8

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

De Picardische monnik Ratramus schreef in zijn Epistola de Cynocephalis dat het gedegenereerde afstammelingen van Adam waren. Maar ofschoon ze blaften als honden, wisten ze iets af van landbouw en veeteelt, verhulden ze hun edele delen met kleding en leefden ze in een gemeenschap waarin wetten werden nageleefd. Daarom mochten ze volgens hem gedoopt worden.

In een apocrief evangelie staat effectief geschreven dat apostel Mattheus de hondenstad Irqa aan de Zwarte Zee bekeerde. En inderdaad, sindsdien konden de cynocefalen ten noorden van de Zwarte Zee (later Circassi) het zelfs tot heilige schoppen. Sint Cristoffel bijvoorbeeld, werd soms afgebeeld met een hondenkop. In dit verband is er een interessante anekdote over Christoffel Columbus, die blijkbaar zijn naamverbondenheid met hondskoppigen moeilijk kon verwerken en onbewust projecteerde op de mensenetende Cariba-indianen uit het noorden van Cuba: Columbus verschreef zich immers in zijn dagboek en noteerde Caniba (van het Spaanse canis voor hond). Hiermee schiep hij meteen het woord kannibaal. De eveneens Franssprekende en verlichte filosoof Ren Descartes schreef in een brief aan Hector Chanut (1 november 1646) dat bavianen oorspronkelijk spraken, maar besloten te zwijgen om niet tot werken gedwongen te worden. Hiermee gaf hij niets vermoedend een argument voor de gedachte van de hondskopaap als ontbrekende schakel. Volgens de Naamloze A*O* was de stichting van Belgi de dag waarop de apen besloten weer te praten. In zekere zin ter nagedachtenis van de Franse wetenschapper Georges-Louis Leclerc, Comte de Buffon. Tot begin achttiende eeuw grepen de wetenschappers als zij iets over de bavianen op papier trachtten te zetten terug op Aristoteles. Nadien en dankzij tot stand gebrachte verzamelingen ontstond een nieuwe wetenschap om alle levende wezens en naturalia te classificeren. Gessner werkte alfabetisch. Aldrovandi maakte indelingen in groepen. Linnaeus was een van de belangrijkste wetenschappers uit die tijd. Hij plaatste de mens in de groep van de Anthropomorpha samen met het geslacht van de Simia (apen) en de Bradypus (luiaards). In de tiende druk van zijn Systema Naturae werd de groep van de Anthropomorpha omgedoopt tot Primates en omvat het geslacht van de Simia ook de sater n de mens-met-staart, namelijk de Homo nocturnus (of troglodytes)

N*A* *
9

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Voor de Fransman Buffon was het opnemen van de saters in de classificatie van Linnaeus aanleiding tot scherpe kritiek. Hoe was het ook mogelijk om op grond van vage literatuur het bestaan van de Homo troglodytes aan te nemen. Buffon was directeur van de Parijse Jardin des Plantes. Hij had in die functie de beschikking over meerdere apen en overblijfselen van verschillende bavianensoorten, waaronder zelfs een penisbotje van een cynocefaal! In de zomer van 1740 werd Buffon continu vergezeld door een aap, Jocko genaamd, die hij enkele kunstjes leerde. Jocko liep rechtop als een mens, veegde zijn mond schoon na elke slok, gaf armpjes aan dames, maakte flessen open met een kurkentrekker, schonk koffie en bood suiker aan: hij gedroeg zich duidelijk als een Belg. In geen enkel werk, behalve misschien de Encyclopdie van Diderot en dAlembert, komt de geest van de Verlichting en haar streven naar een bundeling van de menselijke kennis zo naar voren als in Buffons Histoire naturelle gnrale et particulire. Daarim omschrijft hij de baviaan als volgt: Het is een dier met een langwerpige kop, met een grote bek en tanden zoals vleeseters die hebben. De tanden zijn een stuk groter als bij de mens. Ze hebben eelt op hun kont. (..) In oude tijden bestond er geen eenduidige naam voor deze dieren; Aristoteles is de enige die de bavianen schijnbaar heeft aangeduid met de naam simia porcaria.

Het was deze liefde van de Franstalige Buffon voor dit rare beest, die maakte dat de Belgen zich ermee identificeerden en zich vervolgens gedroegen als de ontbrekende schakel tussen aap en mens. Onlangs werd de geilige Yves Leterme verweten de Brabanonne niet te kennen, omdat hij in de plaats de Marseillaise zong. Hij herinnerde ons echter aan de Belgische na-aperij, want de aria uit de opera De stomme van Portici, die vanuit de Brusselse Munt weerklinkend de Belgische revolutie ontketende, is een kopij van het Franse volkslied. In navolging van Buffon, werd bij Franoise Sutton, barones Dudley de thee geserveerd door een baviaan gekleed in brocard dor. Lady Dudley noemde de Belg mon ngre. Aldus reisde N*A*O*, Dar ouenn e tenn 8, Gwengamp, 8 augustus 2011
8

Vert.: Hij lijkt op zijn ras.

N*A* *
10

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

-5-

De bistro

Wat de staminet is voor de Vlaming is de bistro voor de Armoricaan. Het is zowel een plaats van volkscultuur, als een plaats waar men zijn dorst lest. Zelfs al verschuilt de cultuur zich vaak in het onbewuste van de gasten en tot voor kort in de rook rond de bar. De bistro, de bar, de pub raken in regios met een sterke culturele identiteit de mens en zijn archetypes op vele manieren.

In Armorica en vooral in de grote Armoricaanse steden komt men meer en meer metropolitaanse bistros tegen: - Ne grote zwarte aan den toog en ne kleine witte op terras. - Hola, garon, gij zijt racist! - Watte, racist? - Waarom moet ik als grote zwarte die ne kleine witte bestel meer betalen dan die kleine witte die ne grote zwarte drinkt aan den toog? - Terras is duurder. - Zegt liever dat get nie verdraagt dat ne zwarte ne witte commandeert, stuk kolonialist! Dialoog in tijden van moderne communicatie zonder samenlevingszin in de metropolen. Gelukkig kwam het zover nog niet in het diepe Armorica, waar de bistros de menselijke diepte raken, de psychologie, het gevoel van het profane en het heilige, de gewoonten en de gebruiken, het feest en de vrouw en vaak het verleden, het geheugen en de Geschiedenis.

***
Het is een vergissing te geloven dat de psychoanalyse ergens in een Weens caf uitgevonden werd door een bebaarde arts. Neen, de psychoanalyse werd uitgevonden door kroegbazen in Armorica en in Vlaanderen. De latere Freudiaanse hoofdstroming rond het Oedipoescomplex ontstond in Vlaanderen. De later Jungiaanse en Adleriaanse strekkingen vonden hun oorsprong in Armorica. Toen de grote zeilschepen nog voeren en er nog strafkolonies waren, stond de weduwe die In Barbaras paraplu openhield ervoor bekend de zwartgalligheid van de afvarende zeelui op te monteren. Zeemannen stortten bij haar hun hart uit: ze spraken over de grote eenzaamheid van

N*A* *
11

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

de reizen zonder vrouwen, zij etaleerden hun angsten en hoe zwaar het hen te moede was elders een met licht gemoed gemaakte belofte gebroken te hebben. De weduwe glimlachte, liet hen praten, bediende en gaf geen kik. Op n avond liet de zeeman daar zijn vertrekpremie achter: dat was de prijs voor de consultatie, de prijs voor het luisteren. De medicatie, nu eens de chouchenn, dan weer de druppel of de kruik, was in de prijs inbegrepen. De psychoanalytische overdracht vond plaats op het moment dat de poen overgedragen werd zodra men de rekening betaalde. De zeeman vertrok genezen, of minstens lichtvoetiger nadat hij zijn woorden achtergelaten had en in elk geval te zat om nog angsten te hebben.

Tot zover de Jungiaanse archetypische psychoanalyse. De Adleriaanse strekking die steunt op de orgaanminderwaardigheid zag eveneens het daglicht in Armorica. Het was weer een weduwe die een bistro openhield voor de ontheemde proletarirs van de eerste kippenkwekerijen. Hoogstwaarschijnlijk deed men dezelfde ontdekking in veel andere Armoricaanse bistros: in een eenzaam achterafstraatje, in een gehucht vol vrijgezellen en in doorgangsdorpjes. Zelfs al zou deze Armoricaanse psychoanalyse met haar mythische plaatsen ontsproten zijn aan de Naamloze verbeelding, dan nog bevat zij een diepe waarheid omtrent de Armoricaanse bistros, waarvan de waardin of de waard een formidabel vermogen hebben om zaken in zich op te nemen, nieuwsgierig te zijn, te delen en te luisteren. Hetzelfde luisterend vermogen vindt men alleen terug in de Vlaamse estaminets. In Armorica en in Vlaanderen vervangt de toog de divan, met dat voordeel dat de geanalyseerde altijd rechtop mag blijven staan, althans bijna altijd.

***
In de Armoricaanse bistros vindt men ook het gevoel voor het profane en het heilige. In veel katholieke streken bevond de bistro zich dicht bij de kerk en er zelfs vlak naast. In de bistro was het woord vrij en het taboe een beetje opgeheven. Enigszins vrouwonvriendelijk, waar de man vloekte met zijn kelk honingwater in de hand, tijdens het plezier van de communie en het delen onder vrienden en drinkebroers. Vaak tegen de priesters in, die alleen de vrouwen in de ketens van het geloof, van het zedelijke en van de moraal konden houden. In Armorica noemt men zijn bistro wel eens kapel. Op zondagochtend of op betaalzaterdagen kon men er wel eens een vrouw tegen het lijf lopen, of meerdere, of lichte. In de kerk de maagd met het kind; in de vrijzinnige kapel Maria-Magdalena. De aflaten van deze laatste waren niet duurder dan de officile van de Kerk. Zij zond iemand trouwens vlugger

N*A* *
12

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

naar de zevende hemel, dan de klerikale aflaten, die iemand pas naar de eerste hemel stuurden nadat hij goed en wel dood verklaard was.

In de bistros worden ook de meeste verkopen in kameraadschap afgesloten. Zoals de belofte van het doopsel, is ook de belofte van de verkoop heilig. En men houdt woord. In Armorica bestaat altijd een effect van communicerende vaten, een soort mistige medeplichtigheid tussen de Kerk en de bistro. Complementariteit en compensatie van ochtendlijk kruis en banier tot avondlijk feest en ambiance. Net zoals in Vlaanderen is in Armorica de kroegentocht een oud en heilig gebruik. In groep gaat men volgens een onverstoorbaar stramien alle cafs en pubs af, dwangmatig op zoek naar broederlijkheid, daar waar zij bestaat. Wanneer de aanvoerder van de processie niet meer helder is, gaat de kroegentocht over in een kruisweg. Ach wat, meestal eindigt de zaak vreugdevol met levensliederen en dansen totdat de flikken arriveren. Meer dan op andere plaatsen vindt men in de Vlaamse en Armoricaanse cafs sporen van het verleden. De Naamloze Achter Ons zag een caf-ijzerwinkel, een caf-meubelwinkel, meerdere cafkappers, enkele caf-naaiwinkels, die allemaal herinneren aan het interbellum, waarin menige weduwe een en ander trachtte te combineren om haar pensioentje aan te dikken en de eenzame avonden te vullen. Vandaag maken de literaire cafs dan weer opgang om de profane Heilige kapel Keltisch nieuw leven in te blazen Aldus reisde N*A*O*, Kammed ha kammed e reer tro ar bed (II) 9, Pontrev, 9 augustus 2011

-6-

Tweede blik op Belgi

De Naamloze reis (A*O*) doorheen Armorica bracht al vlug de inspiratiebronnen aan het licht van de Franstalige romantische stichters van het Belgisch bavianenland: de minst mystieken onder hen zagen Belgi als een bende keurig door Franse verlichte geesten gedresseerde apen.

Vert.: Stap voor stap reizen wij rond de wereld.

N*A* *
13

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

De in Armorica ontdekte historische sporen wijzen echter ook in anti-baviaan, en dus ook in anti-Belgische richting. Dat begint al bij Plato in Theaitetos: Sokrates: Weet je, Theodoros, wat me zo verbaast in je vriend Protagoras? Theodoros: Nee. Wat dan? Sokrates: In het algemeen bevalt me zijn uitspraak dat iets is zoals het zich aan een ieder voordoet zeer. Waar ik me over verbaasde is het begin van zijn betoog. Hij begint zijn Waarheid niet met op te merken dat het zwijn, de baviaan, of een ander nog gekker over waarneming beschikkend wezen, de maat van alle dingen is. Dt zou een groots en hoogst laatdunkend begin zijn geweest voor het betoog dat hij tot ons richt! Hij zou zo duidelijk gemaakt hebben dat de man die we om zijn wijsheid als een god bewonderden, in zijn denken niet uitstak boven een kikker of een pad, laat staan boven een ander mens. In de huidige wereldcrisis en in het gespartel van de Belgen onder leiding van de Geilige Yves zien we deze laatdunkende waan de maat van alle dingen te zijn eens te meer bevestigd. De cynocefaal of hondskopaap mag dan wel het hiroglief voor schrijven geweest zijn, de afbeelding van een baviaan met de staart in de lucht zon beetje de omgekeerde Manneken Pis was dan weer het hiroglief voor razend. De Vlaamse wever Bart, voorzitter van de N-VA, weet zeer goed wat een razende Belg is In het oude Egypte werden veel beelden gemaakt van bavianen die gehurkt zitten achter een schrijver, de notulen en berekeningen controlerend: het perfecte beeld voor de politieke correctheid die in Belgi heerst.

In Armorica zegt men tegenwoordig smalend in het Engels dat de Vlaamse media having a monkey on ones back. Maar tegelijk wordt de Waalse verslaving aan het Vlaamse transferinfuus door deze uitdrukking gedekt, aangezien een aap op je rug hebben sinds de laatste oorlog de verslaving aan drugs ging betekenen. De bekende Duitse cultuurhistoricus Bissing benadrukte in Die altafrikanische Herkunft des Wortes Pavian de door de Belgische stichters miskende tweeslachtigheid van de oversekste baviaan-god Baba, die model stond voor Manneken Pis. Baba is een goede ziel, maar kan spoorslags omslaan in een razende demon. Kinderboekenauteur Alfred Brehm voert vaak bavianen op in zijn werken omdat hij zelf een baviaan had. Het beest was zeer vriendelijk tegen bekenden, maar wanneer vreemden aanbelden was een sterke ketting nodig om het woedende dier in bedwang te houden. Er is iets autistisch aan dit soort transformaties, die we ook kunnen vaststellen bij die lieflijke apin Laurette Onkelinx. In het oudste theologische dierenboek Physiologus staat ook iets over apen dat voorvechters van Belgi beter hadden gelezen. Elk dier wordt in het boek gekarakteriseerd in een allegorie op

N*A* *
14

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

het leven Christus, die gebaseerd is op associaties die de naam van het dier bij de schrijvers opriep. Omdat de vroege christenen de gnosis van Thoth of Hermes als een dwaalleer zagen, ontpopte de aap zich vanaf deze uitgave voor zeer lange tijd als het evenbeeld van de Duivel himself! De encyclopedist Vincent van Beauvais schreef aan zijn opdrachtgever Lodewijk IX van Frankrijk dat er dieren met een bavianenkop waren die verder alle trekken van een mens hadden. Als deze dieren in een goede bui waren gedroegen zij zich als een mens, maar als ze woedend waren kwam hun dierlijke inborst naar buiten. Zo kennen we inderdaad de omhoog gevallen elite van het Franstalig Front. Die Belgische voorvaderen, die zich minder lieten inspireren door de oudheid, maar eerder door de Verlichting, en die hoopten de goedkeuring weg te dragen van hun Franse meester door de gedienstige baviaan te spelen lief voor Frans-sprekenden, razend tegenover Nederlandstaligen, hadden jammer genoeg niet door wat de Fransen eigenlijk van bavianen denken. Nadat egyptoloog Champollion de goedkoop verworven obelisk in 1836 met veel moeite op de Parijse Place de la Concorde liet plaatsen, werden de vier bavianen die de obelisk droegen juist omwille van hun te uitgesproken mannelijk geslachtsdeel naar het Louvre verbannen!

De Belgen daarentegen lieten hun dwergbaviaan Manneken Pis midden in hun hoofdstad schaamteloos staan spuiten. De door de Belgen verheerlijkte Franse bioloog Buffon haalde in De Animalibus trouwens de in wetenschappelijke kringen heersende verwarring tussen de baviaan en de hyena aan. Hijzelf meende dat er weinig overeenkomst bestond tussen beide beesten, maar ondertussen herhaalde hij toch maar even de door zijn voorgangers Gessner, Topsell of Johnston gemaakte associatie van het vaak ronduit afstotelijke gedrag van de baviaan met dat van de lijkenpikkende hyena. Het is alsof hij het toekomstige hyenagedrag van de Belgische Franstaligen ten opzichte van hun Vlaamse landgenoten voorvoelde. Zelf Franssprekend wist Buffon natuurlijk niet hoezeer bijvoorbeeld de bewoners van het Engelse kustplaatsje Hartlepool een Franse invasie vreesden. In 1805 strandde daar het Franse oorlogsschip Chasse Mare en de enige nog levende drenkeling, nog wel in militair uniform, was een meevarende aap, een matroos of eerder een mascotte. Hij werd aanzien als een spionerende Fransman. Omdat hij tijdens zijn verhoor niets loste, tenzij onverstaanbaar Frans, besloten ze hem op te hangen. In dit verband herinnert de Naamloze Achter Ons aan het Engelse volksliedje And the Boddamers hung the Monkey, Ha! Dominee Adam Clarke gebruikte de verworvenheden van het nieuwste natuurwetenschappelijk onderzoek en filologische ontdekkingen om de Bijbel te herscheppen. Hij concludeerde dat Jezus niet de zoon van God was, maar ook dat de verleider in het paradijs geen slang was, maar een als Manneken Pis met zijn spel bloot lopende baviaan! Voor de Naamloze Achter Ons komt daarmee onmiddellijk Elio Di Rupo in het vizier.

N*A* *
15

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Belgi was jammer genoeg allang gesticht toen de Franse schrijver Charles Baudelaire in 1864 gedwongen werd zijn toevlucht te zoeken in Brussel, ver van zijn Parijse schuldeisers en in de nabijheid van zijn uitgever en andere potentile geldverschaffers. Hij zette zich met tegenzin aan het schrijven, verzamelde stapels krantenknipsels om de volksaard van zijn nieuwe landgenoten te ontrafelen. De aantekeningen die hij over Franstalig Belgi verzamelde gaf hij verschillende werktitels: De belachelijke hoofdstad, Belgi in zijn hemd en vooral Een hoofdstad van apen! Hij maakte zich kwaad over de spionnetjes bij de ramen, vergeleek de favoriete drank Faro met braaksel en keurde de favoriete schilder van die tijd, Antoine Wiertz, geen blik waardig. Een land waar niemand over straat gaat omdat er niets te doen is, land van ongastvrijheid en nieuwsgierigheid met al die spionnetjes waarmee men elkaar begluurde. Zijn notities werden uiteindelijk gepubliceerd onder de titel Arm Belgi.
Het Belgische, of liever, het Brusselse gezicht: duister, vormeloos, lijkbleek of wijnkleurig, bizarre kaakconstructie, een dreigende stompzinnigheid. (..) Een duister gelaat met nietszeggende blik, zoals bij een cycloop, geen eenogige maar een blinde. (..) Een monsterachtige dikke tong (..) Speciale bijzonderheid van de monden op straat (en overal) (..) Gapende pos van zwakzinnigheid.

Alle zieligheid die de Naamloze Achter Ons noodgedwongen moet verduren tijdens zijn ontmoetingen met belgicisten komen aan bod in deze fysionomie van het Belgische volk. De Belgen zijn uiterst traag. De Singerie van de Belgen om met een oogglas te lopen dat geen brillenglas bevat maar een gewoon stukje raamglas, omdat het in de mode is (idem dito het drinken van wijn als singerie). Een volk dat zoals op de schilderijen van Teniers en Van Ostade overal braakt, scheten laat en pist. Ook de vrouwen doen dat openlijk (en blokkeren daardoor zelfs de rue de Singe). Men verheft het pissen zelfs tot nationaal symbool en wijdt er meerdere beelden aan. Baudelaire observeerde ook de liefde van de Belgen voor hun hoed. Alle Belgen zijn apen maar ook mossels!
En quel genre, en quel coin de lanimalit Classerons-nous le Belge? Une Socit Scientifique avait pos ce dur problme. Alors le grand Cuvier se leva, tremblant, blme, Et pour toutes raisons criant: Je jette aux chiens Ma langue! Car, messieurs les Acadmiciens, Lespace est un peu grand depuis les singes jusques Jusques aux mollusques!

Maar nog treffender is de definitie in het nummer Chez les Singes van Le Magasin Pittoresque dat door Baudelaire gelezen werd: Le singe a quelque chose dnigmatique et de curieux: bizarre caricature de notre laide espce humaine, produit dgnr, devenu plus laid que nature, ou anctre vnrable de nos modernes snobs (..)

N*A* *
16

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Aldus reisde N*A*O*, Dar ouenn e tenn (II) 10, Bean, 10 augustus 2011 -7Armoricaanse vrouwen

Om de Armoricaanse vrouw, die de Naamloze Achter Ons tijdens zijn reis doorheen Armorica in vele gedaanten tegenkwam, te typeren kan hij het moeilijk hebben over de sensuele elfenhoningin Morgane, de halfzus van honing Arthur en de eerste lievelingsleerling van Merlijn, ofschoon zij zoals alle megalythische Armoricanen een excellent astronome was. De Naamloze A*O* neemt liever een voorbeeld dat iedereen kent: de prachtige Miou Miou, die haar ophefmakend filmdebuut maakte in Les Valseuses. Haar arme ouders uit Plouenan emigreerden naar Parijs, waar hun dochter Sylvette Herry in 1950 geboren werd. De Armoricaanse vrouw is onmiskenbaar zo mooi als schietend gras!

De Armoricaanse is krachtig. Kijk haar maar eens in Themroc: http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=hLJ82DpVF2E#t=529s . Ze is militant, zoals in Les Valseuses: http://www.dailymotion.com/video/x5yri8_lesvalseuses-scene-culte_shortfilms&start=169 . Zr beweeglijk: http://www.dailymotion.com/video/xfesxy_miou-miou-laderobade_shortfilms&start=46 .

10

Vert.: Hij lijkt op zijn ras.

N*A* *
17

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

En zo betrouwbaar als een levensverzekering! Kijk: www.123video.nl/playvideos.asp?MovieID=971192 ; of zing: http://www.youtube.com/watch?v=liQvorEgIro&feature=related . In elk geval nemen de Armoricaanse vrouwen, omdat ze vrouwen zijn van de zee en van de aarde net zoals de Vlaamse veel meer inzichten in zich op dan die van hun eigen land. Zelfs de Armoricaanse stadsvrouwen worden bepaald door het accent en door het leven van de aarde en van de zee. Ze zijn van een discrete schoonheid, jong en oud, ver van de pulpblondines uit Hollywood of uit Scandinavi en even ver van de zwarte blik van matadorvrouwen. Neo ket blev melen ha koantiri a laka ar pod da virvi. 11 De Naamloze zag veel jonge Armoricaansen op straat, niet opgedirkt en zonder schmink, met rimpels onder de glimlachende ogen en lippen. An truillo, ar merchet brao a gav fred ato. 12 De Naamloze Achter Ons: Tom man heol, glav ar ra; poent eo mont da blacheta. 13 Morgane: Gouzanv an dud hag an amzer a zo daou dra ret da ober. 14

Het is dus aangewezen, als u ook het geluk zoekt, om een Armoricaanse te huwen. Bent u een man dan is zo uw geluk gegarandeerd; en als u toch per toeval ongelukkig bent, dan bent u de duivel. Aldus reisde N*A*O*, Kammed ha kammed e reer tro ar bed (III) 15, Ar Roch Derrien, 11 augustus 2011

11 12

Vert.: Blond haar en een mooi aangezicht houden de pot niet aan het koken. Vert.: Oude tantes, mooie meisjes vinden altijd hun plaats. 13 Vert.: De zon is warm, het regent; tijd om de meisjes achterna te zitten. 14 Vert.: Het verdragen van mannen en van de tijd zijn twee onvermijdelijke dingen. 15 Vert.: Stap voor stap reizen wij rond de wereld.

N*A* *
18

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

-8-

Derde blik op Belgi vanuit Armorica & N*A*O*s Questions aux belgicistes (XXXX)

De Naamloze reis (A*O*) doorheen Armorica leerde ons niet alleen de mythische n de Verlichtingsbronnen kennen waaraan de stichters en de aanhangers van Belgi zich laafden en waarnaar hun Belgische mascotte verwijst, de schaamteloos zijn roede vastgrijpende en rond zich heen spuitende dwergbaviaan Manneken Pis: de hondskopaap als schriftgeleerde in de Oudheid en de hondskopaap als missing link in de moderniteit. 16 Een aantal archeologische vondsten, gaande van het megalythenpaar Babouin en Babouine, over enkele baviaanbeeldjes, tot Franstalige teksten als Pauvre Belgique en Chez les singes, toonden ons echter ook de extreem zielige en vooral snobistische achterkant van het belgicisme.
17

Vorige week ontmoette de Naamloze Achter Ons in het Armoricaanse Sant Brieg de eeuwig drienzestig jaar oude en dolkomische doctor Faustroll, die ontsproot aan het brein van de in het lyceum van Roazhon schoollopende dadast Alfred Jarry. Deze ontmoeting maakte een derde Naamloze blik op het Belgische apen-land mogelijk. De lectuur van de alhier in Noord-Armorica blijkbaar enig vindbaar Belgische krant - een oud nummer van de racistische en Vlamingen hatende Le Soir - veroorzaakte bovendien bij de Naamloze A*O* de kriebels om nog enkele bijkomende vragen te stellen aan de belgicisten. -8.1- Belgische Robinsonade Doctor Faustroll deed niet liever dan herinneringen ophalen aan zijn boottocht over land, zijn Robinsonade zoals hij het noemde, van Parijs naar Parijs, die hij maakte in zijn twaalf meter lange kopergazen bed. Hij tolereerde tijdens zijn reis nog twee andere personen naast zichzelf in bed, ofschoon dat bed eigenlijk maar een n-persoonsskiff was. En hier werd het interessant, niet omdat hij deurwaarder Panmuphle meenam, die beslag was komen leggen op nagenoeg al zijn spullen, maar omdat zijn derde reisgenoot Bosse-de-Nage was, die hij meermaals in het Gallo aanduidde als singe Papion of als Papion Cynocphale als Belg dus. Bosse-de-Nage was de scheepsjongen, die op de voorplecht op de uitkijk zat en het vaartuig aan land trok. Het beest was tweetalig, want zijn voornaamste
Zie: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/08/nao-in-armorica-ii.html & http://de-naamloze-achterons.blogspot.com/2011/08/nao-in-armorica-iv.html . 17 Zie: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/08/nao-in-armorica-vi.html .
16

N*A* *
19

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

uitlating tijdens de reis zijn de woorden ha ha (al is het niet uit te sluiten dat het om n woord ging). Blijkbaar deelde Doctor Faustroll de mening van de onderzoekers Gideon en Wilkins dat de Odyssee in feite de terugkeer van Odysseus van Engeland naar Belgi verhaalt (zie N*A*O*s Eerste blik op Belgi 18), want hij maakte de omweg via Belgi tijdens zijn landvaart van Parijs naar Parijs om de reactie te onderzoeken van Bosse-de-Nage bij het eventuele naderen van zijn bakermat. Het toenemend enthousiasme van Bosse-de-Nage bij het naderen van de Belgische kust vatte hij dan ook op als de gelukzaligheid van de baviaan bij het ruiken van zijn soortgenoten. Faustroll wist trouwens te vertellen dat Bosse-de-Nages directe familie afstamde van het Griekse eiland Kefalonia; en hij legde meteen ook het akoestisch verband tussen Kefalonia en Wallonia. Faustroll maakte duidelijk dat in de eerste plaats Walloni en zeker niet Vlaanderen een apenland is. Het ultieme bewijs daarvoor vond Faustroll in zijn door Du Cange samengesteld woordenboek van middeleeuws Latijn. Daarin staat een citaat van Guillaume Guiart, die soldaat was in het Franse leger in Vlaanderen in de tijd van de Guldensporenslag, waaruit blijkt dat de graaf van Vlaanderen juist niet op een baviaan lijkt: Li quens (= graaf) de Flandres Bauouin; ne semble mie babouin, ne bec jaune, ne foux nas, au departir de son pas.

In middeleeuwse manuscripten duiken regelmatig babuins op: het zijn groteske, vreemde wezens in de marge. Ze staan tussen de letters, spelen ermee, zitten achter andere babuins aan, en copuleren of pissen op de open plekken tussen de tekst. Het Franse woord baboue betekent grimas en het Engelse baboon verwijst naar een sullig persoon, maar ook naar het babbelen van een aap. In Franse kazernes trof men vaak een muurschildering van een grotesk figuur de sul of de babouin: soldaten die de interne code hadden doorbroken werden verplicht de baviaan te kussen. En inderdaad Walen kussen elkaar opmerkelijk veel. De N*A*F* (de Naamloze Achter Faustroll) bracht het fameuze argument voor de gedachte van de hondskopaap als ontbrekende schakel in de evolutietheorie ter sprake. Faustroll wist meteen dat N*A*F* alludeerde aan de brief van Ren Descartes aan Hector Chanut (1 november 1646), waarin de filosoof beweerde dat bavianen oorspronkelijk spraken, maar besloten te zwijgen om niet tot werken gedwongen te worden (zie N*A*O*s Eerste blik op Belgi vervolg 19). Dat vond je in Jorge Luis Borges Boek van denkbeeldige wezens bij de beschrijving van de Hochigan, merkte hij meesterlijk en correct op. Dat klopt, antwoordde N*A*F*, maar wat vind je er van? Kon Bosse-de-Nage spreken? En is dat de reden dat de actuele Belgische oorlog er een is tussen Vlamingen en Franstalige Brusselaars, terwijl de Walen weinig van zich laten horen? Zouden de Walen echt lui zijn?
18 19

Zie: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/08/nao-in-armorica-ii.html . Zie: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/08/nao-in-armorica-iv.html .

N*A* *
20

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Faustroll zei dat Bosse-de-Nage nooit veel zei, althans in het Frans. Al zijn moeite om de baviaan Franse woorden aan te leren, had niets opgeleverd. Maar de aap sprak wel Belgisch. Jammer genoeg kon niemand van de opvarenden dat taaltje noteren. Tenzij dan de voortdurend door Bosse-de-Nage als tussenvoegsel gebruikte uitroep ha ha. Het was een tussenvoegsel, geen lach hoor. Hij reageerde zo voor het eerst wanneer ik het volgend stukje voorlas uit het mee op reis genomen Pantagruel van Rabelais. Faustroll toverde Pantagruel tevoorschijn en sloeg het open bij hoofdstuk 26: Panurge antwoordde: (..) maar ik zit nog met n probleem. En wat mag dat wel wezen? zei Pantagruel. Dat is, zei Panurge, de vraag hoe ik het klaarspeel om vanmiddag nog al die meisjes van plezier die daar zijn op de lat te schuiven, zodat er niet n vandoor kan gaan zonder dat ik haar op de gebruikelijke wijze op de stoffer heb genomen.

Wat Bosse-de-Nage met ha ha bedoelde werd nooit echt duidelijk. Volgens Faustroll kon de uitroep zowel verwijzen naar het zeil van een schip, naar een geul in het landschap, naar een Berber, naar een geldstuk, enzovoort. In het Frans als a a misschien zelfs naar een rivier in Holland. Doctor Faustroll: Toen we onderweg kapitein Kidd tegenkwamen tatoeerde deze op het voorhoofd van mijn zwijgzame scheepsmaat in het blauw met een inkt van buskruit en gin BOSSE-DE-NAGE Cynocphale papion. Hiermee stigmatiseerde hij de Belgisch sprekende baviaan, want een bosse de nage is in feite het houten uitsteeksel of dol waaraan de boot aan land kan worden getrokken, of waarin de riem past. Eerst dachten we nog dat Bosse-de-Nage afstamde van het van het Nederlandse bootsman afgeleide bosseman, hetgeen toch nog altijd een onderofficier was. Maar zodra op zijn Belgische kop papion stond, wisten we hoe laat het was. In het Zweeds en in het Duits bedoelt men met papion een scheepsknecht die uitkijkt dat er geen voorwerpen tegen de boot aandrijven. In het woordenboek van de gebroeders Grimm las ik: Een grote baviaan, eerder gekroond met een waterhoofd dan met een hondskop, en vandaar ook minder intelligent. Het tot hier in Armorica doorgedrongen nieuws van de ramp op de eerste dag van het Sukkelpopfestival en de emo-journalistiek en het politiek theater 20 de dag erna, herinneren de Naamloze Achter Ons aan het in 1788 door doctor Schasz gepubliceerde Imaginaire Reize door het Aapenland. Op de webpagina van de NOS gewagen Nederlandse festivalgangers van een typische Belgische chaos: Het was een ongeorganiseerde puinhoop. Mensen liepen van hot naar her, bijna als kippen zonder kop. De communicatie vanuit de organisatie was slecht (met GSMs in
De normaal altijd lachende Sukkelpoporganisator Chokri Mahassine behoort net als de Hasseltse burgemeester Hilde Claes (dochter van Willy) tot de Stevaertclan binnen de S.P.a.
20

N*A* *
21

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

plaats van een eigen draadloos systeem) en ambulances reden af en aan. Er zou ook heel wat gestolen zijn. Het boek vertelt de geschiedenis van een heer, die nadat hij met zijn vrouw, zijn kamermeisje, zijn paard en zijn hond te water is geraakt, niet weet wie hij moet redden. Ze sterven alle vier, waarna hij zijn dorp verlaat, achtervolgd door een woedende Hollandse meute. Hij rent en komt uiteindelijk pas bij zijn zuiderburen in het Aapenland tot stilstand. Hier aangekomen wordt hij ingewijd in de riten en de cultus van de Belgische apen door baviaan nummer 17. De bavianen hebben het plan opgevat om mens te worden. Er zijn echter twee fracties die een verschillende methode voorstaan om dit doel te bereiken. De noordelijke groep meent dat door onderwijs de apengroep zich kan ontwikkelen tot een hoger niveau. De zuidelijke groep heeft een eenvoudigere oplossing: door de staart af te snijden lijkt men snel op de mens. De twee facties treffen elkaar in een parlementaire vergadering, waar na veel discussie over de aard van de staart, en over de problematiek van de mannelijke apen die twee van dergelijke uitstulpsels hebben, wordt besloten om de staart af te snijden. Om te voorkomen dat enkele apen halverwege door angst worden overmand en weigeren hun staart te laten afsnijden, heeft men een oplossing gevonden. De apen gaan in een grote kring zitten, en op een afgesproken signaal hakt elke aap de staart van de voor hem zittende soortgenoot af. Jammer genoeg overlijdt een groot deel van de apen door bloedverlies. Met betrekking tot de Belgische intelligentie, brengt het in de meer dan twee weken oude Le Soir gevonden interview van historicus Franois Perin ons tot de kern van de zaak: La fameuse rvolution de 1830, quen est-il? Elle clate sur une scne dopra, o lon jouait La Muette de Portici. Avez-vous dj vu la masse populaire se presser lopra? cette poque en tous cas, seuls les bourgeois pouvaient aller lopra. Ce sont eux qui se sont enflamms. (7 augustus 2011)

Het is ook niet toevallig dat in 1830 de cancan voor het eerst werd gedanst in de music-halls van Montparnasse in Parijs, voegde doctor Faustroll hier aan toe, de stichting van Belgi ging gepaard met het ontstaan van een Europese rage, die zelfs tot in Armorica doordrong, om apen op toneel te brengen. Vaak droegen zij trouwens de naam Jocko, zoals de aap van Buffon. Terwijl de Belgen zelf meelijwekkende snobs waren, vervulden zij op de internationale scne een belangrijke amusementsrol. In de cancan zitten elementen van de galop, een dans in quick 2/4-tijd die de laatste passen van de quadrille zijn: de benen de lucht in en zwaaien met de armen. Hoewel tegenwoordig vooral gedanst door dames in de Moulin Rouge op Montmartre, was het de befaamde Charles Mazurier die met zijn acrobatische gestalte naast de aap, ook de grand cart en de jump splits populair maakte. Behalve de apen op het toneel waren er meer attracties, zoals de aapman en de vrouwaap op kermissen. Vanaf de stichting van Belgi reisde bijvoorbeeld de uit Mexico afkomstige gorillavrouw Julia Pastrana als de lelijkste vrouw ter wereld door Europa en Armorica. Een veertien jaar oud meisje met onderontwikkelde hersenen werd in die tijd in Frankrijk tentoon gesteld als Vrouw-aap en als Darwins missing link.

N*A* *
22

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Het lijkt er sterk op dat Belgi niet alleen op amusementsvlak een internationale rol vervulde, maar ook op wetenschappelijk vlak. In een brochure Waarheid. Proefondervindelijke onderzoekingen omtrent de afstamming van den mensch stelde de Nederlandse wetenschapper Herman Moens voor om te experimenteren met de kruising van apen en mensen om op deze wijze de missing link te herscheppen. Omdat Moens beweerde dat dit onderzoek ook een middel kon opleveren voor de bestrijding van syfilis, werd hij gesteund door honingin Wilhelmina. Hij verzamelde echter onvoldoende fondsen om zijn onderzoek te financieren. Nochtans beweren sommigen dat hij op een Franse kermis zou hebben gestaan met het wetenschappelijke bewijs van de eerste aap-vrouw. In Frankrijk kon men niet lachen met deze experimenten, die men afdeed als bestiale verkrachting, bijvoorbeeld in het boekje LAnencphale type simiesque de la maternit de lhpital civil de Vichy. Sindsdien staat Belgi bekend als natie van pedofilie en bestialiteit. -8.2- Belgisch geknoei Tegen zijn stomverbaasde interviewer van Le Soir zegt de vermaarde Franois Perin dus dat Belgi, dat geboren werd in de benevelde geesten van een handvol Brusselse liefhebbers van een slechte opera, niet meer was dan een Engels protectoraat, en dat het daarom tijd wordt dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid uitroept en Walloni, dat niet op eigen benen kan staan, naar Frankrijk trekt, waarbij Brussel maar zijn plan moet trekken. Het is natuurlijk zo dat artiesten, zeker surrealisten, en vooral theatermakers het theatrale Belgi niet zomaar zullen laten varen. Omdat het ondenkbaar is dat de cynocefale Di Rupo, of Onkelinx, of Milquet in Frankrijk minister zouden kunnen worden, houden ze natuurlijk vast aan baviaanland. Perin: Cest que cela fournit un grand nombre demplois de ministres et de cabinets ministriels. (Le Soir, 7 augustus 2011) De belgicisten gaan het nu zelfs hard spelen en een regering vormen met alleen nog Vlaamsnationalisten in de oppositie, zodat de kloof met Vlaanderen op korte tijd extreem groot dreigt te worden en het einde van Belgi zeer nabij komt. Hoe dom kunnen apen zijn? De spijtig genoeg juist gepensioneerde Jean-Pierre Rondas geeft daar twee schitterende voorbeelden van. (De Morgen, 22 augustus 2011) Hij legt uit hoe de naeve informateur Vande Lanotte (S.P.a) na zijn mislukking zijn studenten vertelt dat ze zich een gedacht moeten maken over Brussel. Hieruit blijkt dat hij zich door een aap als Di Rupo heeft laten rollen. De Oostendse Vande Lanotte is niet in staat het ha ha van Di Rupo te vertalen als vergeet het!

N*A* *
23

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

De nog naevere Wouter Beke (CD&V) liet zich nog stommer inpakken. Hij verwarde de intentioneel aangebrachte ballast van een schip met de last van een kruiwagen, zodat hij had aangevoeld dat Di Rupo aangaf met zijn ha ha dat het Franstalig Front ermee akkoord zou gaan dat de (door hen bewust toegevoegde) ballast weer van de kruiwagen gehaald zou worden. *** Het was zeer leerrijk om de Franstalige en de Nederlandstalige 21 juli-televisietoespraken van honing Albert II te vergelijken. In zijn moeizaam gesproken Nederlands speelt hij veel opgewondener te zijn ( http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/video/video-toespraak-koning-albert-ii/video1195066914949.htm?page=1184708035057_943:12 ) dan in het Frans ( http://www.lalibre.be/actu/belgique/article/674378/discours-du-roi-albert-ii-craint-lepoujadisme.html#embed_pos1 ).

Het moet duidelijk zijn dat Albert zich ergert aan het feit dat bijna de helft van de Vlamingen het belang niet meer inziet van de Franse taal en van het instituut van de monarchie. Hij heeft alleen niet door hoe vernederend een niet snobistische Vlaming dit gekakel ervaart en hoe lelijk hij zelf overkomt. Alleen al het volgen van deze zeer verschillende regieaanwijzingen bewijst dat de honinklijke familie - met inbegrip van al haar raadgevers - enkel geworteld is in Franstalige kringen, zodat zij niet alleen zeer treurig omgaan met de Nederlandse taal, maar vooral in het geheel niet aanvoelen wat er in Vlaanderen leeft 21 , en met andere woorden van Vlaanderen vervreemd zijn. Hoe is het ook mogelijk dat een in Itali belastingsgeld verbrassende grootkapitalist als Albert II een private telefoonlijn onderhoudt met een opnieuw Italiaanse, zogezegd socialistische kindervriend als Di Rupo, waarmee fatsoenlijke Vlamingen liever niet gezien willen worden? De Standaard: Het Paleis kiest voluit voor de visie van Franstalige socialisten. (7 oktober 2010) Franois Perin (over Di Rupo): Cest un Italien naturalis, n en Belgique Les Italiens ont un attachement spcial au pays qui les a accueillis, donn un emploi (Le Soir, 7 augustus 2011) En ook hier komt de aap weer uit de mouw. De Saxen-Coburgs zijn inderdaad niet van de slimsten. Franois Perin: Le congrs national Belge dsigne un roi: un collatral des Bourbons, un prince franais. Les Anglais disent non. Ils rcusent notre candidat. En dsarroi, notre ministre des Affaires trangres se rend Londres: Que faire? Les Anglais lui disent: Ah! Mais cest simple Nous avons un prince disponible Un certain Lopold de Saxe-Cobourg. Un personnage que personne ne connaissait chez nous. Qui avait refus, avant cela, dtre propuls roi des Grecs. (Le Soir, 7 augustus 2011)
21

Tenzij bij de belgicistische Vlaamse snobs; maar het is juist de snob die zijn voorbeeld na-aapt, zodat hij niet eens aangevoeld hoeft te worden.

N*A* *
24

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Een dag nadat de honing met overslaande stem zei dat er dringend een regering moest komen onder leiding van Di Rupo, vertrokken alle onderhandelaars, maar ook Albert II zelf, voor vier weken op verlof! Jan Segers: De eerste onderhandelaar die straks nog het woord hoogdringendheid in de mond neemt, verdient hoongelach. (Het Laatste Nieuws, 8 augustus 2011) *** Het nieuws dat de lieflijke Inge Vervotte de minder lieflijke (CD&V? of ACV? -) politiek verlaat zindert vandaag door tot in Armorica.

Wat is de reden hiervoor? Toch niet de pro-Belgische bocht van CD&V? Onmogelijk, als ACV-er leeft zij van de zogenaamde solidariteit. Toch niet de confrontatie met de typische ondertussen door homos als Lanoye bewonderde tsjeven-hypocrisie? Onmogelijk, want de erotiek die Inge uitstraalde, was de pure macht die haar medelijden met de zwakken haar gaf, zoals de Grote Roerganger Friedrich Nietzsche ons leerde, maar waarvan Inge zelf niets wist. Het moet iets met de NMBS te maken hebben, met het Belgisch geknoei! Inderdaad, zoals u wellicht al vernomen hebt, stopt de treinverbinding Brussel-Maastricht zonder overstap in Luik aan het eind van dit kalenderjaar. De door de NMBS opgegeven reden is natuurlijk puur bedrog. Het heeft niks met overbezetting van de lijn te maken. De echte reden is dat de Nederlanders alleen al om veiligheidsredenen niet aanvaarden dat treinpersoneel op Nederlands grondgebied onvoldoende Nederlands spreekt, laat staan het niet wil spreken! De Nederlandse spoorinspectie noteerde meerdere keren de onkunde van de Nederlandse taal van Belgische treinbestuurders, ondermeer na klachten over hun eentaligheid. Ofschoon de Nederlanders nog aanboden de Belgische apen les te geven, besloot de socialistische NMBS-top om de lijn af te schaffen. De onder haar strakke pakje zwoel ogende Inge, die als politica toch al geconfronteerd werd met de typisch Belgische treinramp van Buizingen, en die deze in haar nachtmerries wel eens verwarde met die van Pcrot, waarbij het niet beheersen van de edele Nederlandse taal effectief een rol speelde, kiest duidelijk eieren voor haar held: de Naamloze Achter Inge Vervotte (N*A*I*V*)

N*A* *
25

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

-8.3- chte omwenteling

Van deelstaatlogica naar republikeins project: de chte omwenteling


IJzerwake-toespraak 21 augustus 2011

door Johan Sanctorum 1. Neen aan de Pax Belgica Beste vrienden, strijdmakkers, volksgenoten, Slechts een boogscheut hier vandaan, in Roeselare, brak in 1875 een studentenopstand uit, die de geschiedenis is in gegaan als De Grote Stooringhe, met als aanstichter een zekere Albrecht Rodenbach. Voor de grote massa enkel een biermerk,- maar de ingewijden van de Vlaamse beweging weten dat we hier, wellicht voor de eerste keer in de vaderlandse geschiedenis, te maken hebben met een rebelse grondstroom, gericht tegen de natie die ons vaderland niet is. Een studentenopstand die zich wilde verbreden tot burgerverzet en volksopstand, tegen het franco-Belgisch establishment en zijn pijpendansers,- een verzet dat zou blijven doorklinken tot in Leuven 1968. Alleen die blauwvoet, het nieuwe symbool dat Rodenbach in zijn revolte dropte, was een beetje vreemd. Hij had natuurlijk wel Hendrik Conscience gelezen en diens roman over de blauwvoeten alias de kerels, een zootje rebellen uit het Veurne van de 12de eeuw. Maar er is aan de Vlaamse kust die foutief meestal de Belgische kust wordt genoemd-, geen blauwvoet te bekennen. Ook al verwijzen sommigen naar de Jan-van-Gent, alias de Morus bassanus, een beest met grijze poten. Dit in tegenstelling tot zijn neef, de echte Blauwvoet, die zijn stek op de Galapagos-eilanden heeft. Waarom wou onze rebel uit Roeselare dan pers die vreemde vogel op ons loslaten? Wat is hier aan de hand, of beter aan de voet? Ik heb hieromtrent een gewaagde hypothese: ik verdenk Rodenbach ervan, gedreven dichter maar gebuisd voor biologie, de blauwvoet als nuttig fabeldier ten tonele te hebben gevoerd. Dit om af te rekenen met een ander soort

N*A* *
26

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

gevogelte, dat de Vlamingen vanuit de Belgische volire werd opgedrongen,- namelijk de vredesduif, het castraatsymbool van de pacificatie, het compromis, de halfslachtigheid. Vliegt den blauwvoet, storm op zee betekent dan gewoon: weg met de valse vrede, geef ons maar de open confrontatie, de storm. De blauwvoet is dus een wakker geschoten Vlaamse kleiduif. Een dichterlijke metamorfose met belangrijke politieke gevolgen. En inderdaad, beste vrienden: nooit meer oorlog, pax, de godsvrede,- het zijn mottos die in het IJzertestament verankerd zijn. Diep in onszelf willen wij allemaal die grote vrede. Maar ondertussen wordt ons wel een schijnvrede aangeboden, de grote pacificatie, la pacification, die niet veraf staat van een capitulatie. De Romeinen gebruikten het woord vrede al als een eufemisme voor onderwerping, de fameuze Pax Romana. Is dat dezelfde Pax die op de poort van de oude, gedynamiteerde IJzertoren prijkt? Hebben de gebroeders van Raemdonck hun leven geofferd voor de Pax Belgica? Ik dacht het niet. Hoeveel is de vrede ons waard, alvorens ze onwaardig wordt, en vernederend? Dat is de vraag die wij ons sinds 1830 moesten stellen, steeds weer. 1830, een vervloekt jaar. Het jaar waarin een fluttige opera een dompige frituurnatie opleverde. Voor de Vlaamse beweging is de geschiedenis echter geen voldongen feit, maar iets dat moet rechtgezet worden. Het diplomatieke knip-en-plakwerk waaruit de 19de eeuwse natiestaten ontstonden, heeft een restgebied van een ondraaglijke lichtheid opgeleverd, dat Belgi moest heten. Het land van het surrealisme, de institutionele creativiteit, de vrolijke onzin. Eerst dacht men er nog aan om het nieuwe vaderland gewoon te verlatiniseren (La Belgique sera latine ou ne sera pas), maar uitgerekend slechte karakters zoals Rodenbach hebben die cultuurgenocide afgeblokt. Daarna heeft de francofone strategie zich het discours van de pacificatie toegeigend, de verzoening, wat sommige Vlamingen helemaal in de war bracht. Omdat ze niet beseften dat het om diplomatie ging, als de kunst om de oorlog met vredelievende middelen voort te zetten. Men ging dan een beroep doen op onze goede trouw, zoals Wim De Wit het daarnet verwoordde. Waardoor we in 1970 zelfs ons democratisch meerderheidsrecht verkwanselden. De heropvoeding van de Vlaming,- per definitie een racist, een xenofoob en een fascist,- is sinds de tweede helft van vorige eeuw de morele missie van francofoon Belgi. Het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding is een van de speerpunten in deze kruisvaart. In het Belgische heropvoedingsinstituut worden wij gepacificeerd, ge-Europeaniseerd, gehumaniseerd, verkosmopolitiseerd, wat ongeveer allemaal hetzelfde betekent, namelijk de uitvlakking van een culturele identiteit, die ook de reductio ad absurdum betekent van al onze ambities inzake politieke en staatkundige zelfbeschikking. Manifestaties zoals deze IJzerwake echter stellen jaarlijks de onopvoedbaarheid vast van die Vlaamse Geus, de blauwvoet, de boche. Een manifestatie die elk jaar meer volk trekt: wij worden de nachtmerrie van onze heropvoeders. Ik hoor nu al de panische commentaar in het RTBf-nieuws van vanavond: Plus de 6000 fascistes et no-nazis lIJzerwake!. Men zou hier zowaar het woord fascist als een geuzentitel gaan aannemen. Geen pax dus voor de blauwvoet. Er is, beste vrienden, wel degelijk een oorlog gaande. En ik heb het dan niet over het pak slaag dat de voorzitter van het Vlaamse Parlement ooit in Walloni kreeg. Het is een subtielere oorlog,- een oorlog met woorden, manoeuvers, tactische constructies, schijnbewegingen, intriges. Met de Wetstraat als plaats van actie, en het Koninklijk Paleis en het PS-hoofdkwartier als strategische cenakels. Dit is een uitzonderlijke situatie, die om een uitzonderlijke respons vraagt. Belgi is tegelijk onze administratieve natie n onze vijand,- het is dus een bezettingsmacht. Dat kan niet anders dan tot een Grote Storinge leiden, een radicale breuk met het status-quo, en een opstand vanuit de Vlaamse onderbuik. Want zonder zelfbeschikking, gn godsvrede. De onderhandelingstafel heeft ons niets te bieden, omdat het zogenaamde vredesproces zelf in de vijandelijke strategie kadert. De duiven die boven de tafel fladderen, en kirrend het Grote Compromis aankondigen, behoren tot de enscenering van de tegenspeler. In zon geval is er maar n uitweg: de pacten opzeggen en de onderhandelingstafel verlaten. Met gebalde vuist. 2. Oproep tot eenheid Het is dus goed dat er iemand als Olivier Maingain is, de vooruitgestuurde havik van de Belgische duivenbond, om ons eraan te herinneren dat we in een feitelijke toestand van oorlog verkeren. Misschien moeten we dan ook eens de betere handboeken inzake krijgskunde ter hand nemen, van Machiavelli tot Clausewitz. Maar de vijand heeft die strategische handboeken blijkbaar al lang uit, we hebben een leesachterstand: de Belgische francofonie hanteert bijvoorbeeld het principe van verdeel en heers meesterlijk. En zo komt het dat wij, uit lafheid en tactische zwakte, vooral oorlogjes voeren onder onszelf. De interne paranoia heerst, het idee dat de vijand onder de gelederen schuilt, waardoor we er nooit in slagen om die gelederen te sluiten. Verraad is er het eeuwige

N*A* *
27

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

sleutelwoord. Wantrouwen de stereotiepe houding. Roddel en achterklap de vaste nerveuze tics. Het schisma en de afscheuring de onvermijdelijke consequenties. Zodanig dat onze chte tegenstrever, het Belgische establishment, zijn plezier haast niet op kan. Dat, beste vrienden, is de vloek van de Vlaamse beweging, die wij van ons af moeten schudden. De oude, kleinstedelijke rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde, Gent en Antwerpen, Steenstrate en Kaaskerke, en wie weet welke heiligdommen we nog allemaal zullen oprichten: Alveringem, Westrozebeke, Jabbeke en Zevekote, het Madouplein en de Koningsstraat,- allemaal dorpskerktorens waaronder het kleine grote gelijk gecelebreerd wordt. Het fameuze cordon sanitaire, ons in 1989 opgedrongen om het radicale Vlaams-nationalisme een halt toe te roepen, zogezegd in naam van de democratie, heeft het schisma als het ware een institutioneel karakter gegeven: ongezien in het democratische Europa. De kiezer die vanaf toen nog stemde voor die onafhankelijkheidspartij, was niet alleen een slechte Belg, maar ook een verdorven Vlaming, n die niet meer meetelde in de resultaten en de statistieken. Een paria, een buiten-de-wet-gestelde, een mestkever. De partij die nu de fakkel heeft overgenomen, moet zich echter geen illusies maken: ook zij zal in een cordon terecht komen, al is het misschien een fluwelen cordon, namelijk dat van de politieke irrelevantie. Ook voor deze partij is er geen goede kant aan het Belgisch verhaal. Springt ze mee in het federale bad, dan is het om gepacificeerd te worden. Gaat ze aan de zijlijn staan, dan bewijst ze haar gebrek aan burgerzin. Het Wetstraattheater loopt hoe-dan-ook gewoon verder, op hoogdringende aanbeveling van de ratingbureaus, en onder het motto: Liever een Belgische komedie dan een Griekse tragedie. De enige uitweg uit dit dilemma, is op zoek te gaan naar een meerderheid die de Vlaamse onafhankelijkheid per volksraadpleging zal afdwingen. Daarom zeg ik nu tot alle Vlaamsgezinde krachten: stop het gekrakeel! Stop de stammentwisten en de clanoorlogen! Wij kunnen de twijfelaars niet overtuigen, als we zelf onderling verdeeld zijn. Het Vlaams-nationalisme zal pas een democratische meerderheid verwerven, wanneer de Vlaams-nationale gelederen gesloten worden. We kunnen de 51ste Vlaming maar overtuigen, als de 49 overtuigden uit n mond, met n stem spreken. De twee partijen, die onze onafhankelijkheid als hoofdpunt in hun programma hebben, N-VA en Vlaams Belang, zijn het aan de Vlaamse beweging, aan ons, aan de kiezer, verplicht om elkaar te vinden en de hand te reiken. De broederstrijd moet stoppen, ze speelt alleen in het voordeel van de tegenstander. We mogen ons niet laten leiden door zijn strategie. We moeten een coherente Vlaams-radicale strategie op poten zetten die de partijbelangen, de kleine tactische spelletjes, overstijgt. Een fusie tussen die twee partijen is niet nodig en misschien zelfs niet wenselijk, want zij zullen mee de democratische diversiteit moeten bepalen in het post-Belgische tijdperk. Maar een Forza Flandria, in de vorm van een Vlaams-radikaal kartel dat zich bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 aan de kiezer presenteert, zou een echte bom betekenen onder de Belgische constructie. Misschien moeten we voor n keer eens een Belgische spreuk tot de onze maken: Eendracht maakt macht. Ik nodig bij deze de twee republikeinse formaties uit om een gebaar te stellen dat het Ancien Rgime in zware verlegenheid kan brengen: de strategische oprichting van een V-front. De partij of de partijvoorzitter die dn de uitgestoken hand weigert, draagt een zware historische verantwoordelijkheid. Het Belgische momentum is voorbij, maar het Vlaamse moet nog komen. Een Vlaams front, anderzijds, in een light-versie, met de traditionele partijen die Belgi gesticht hebben, plus het Groene aanhangsel, daar moet ik eens mee lachen. Er is geen Vlaams front verbroken, want er was er nooit een. De vadsige vredesduiven van de CD&V zullen, als het erop aankomt, altijd voor een Pax Belgica kiezen,- het zit in hun genen. De nieuwe lading mossel-noch-vis is gearriveerd: voor onze blauwvoet een oneetbare brei, maar voor de tandenloze oudjes in het Rustoord Ampersand blijkbaar ideale kost. Laten we, beste vrienden, niet te veel moeite doen om de tsjeven te bekeren. Laten we hen zelf in een cordon plaatsen van de politieke betekenisloosheid. Laten we ons koelbloedig en vastberaden concentreren op de uitbouw van een Vlaams-radicale meerderheid,- een electoraal breekpunt dat door een alliantie van de twee republikeinse partijen moet geforceerd worden. Zo zit de democratie in elkaar, zo werkt de geschiedenis, en zo zal het moeten gebeuren. Als we dat moment missen, haalt de Belgische monarchie moeiteloos de 22ste eeuw, met le trs grand Bruxelles als draaischijf, waar achter Vlaanderen verschrompelt tot een villawijk die aan een blijvende verfransingsdruk wordt onderworpen. 3. Deelstaat neen, republiek ja! Beste vrienden, Vlaanderen staat, is het motto van deze 10de IJzerwake. Dat betekent dat wij nu een versnelling hoger moeten gaan, naar de republikeinse modus.

N*A* *
28

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

Tegenover de broeierige, verwarde soap van de Wetstraat moeten wij een helder en begeesterend project van de Vlaamse natievorming durven stellen. Het moet ons opnieuw goesting geven in een groot verhaal, in de toekomst,iets wat we sinds 1830 helemaal verleerd hebben. Een verhaal, waarin cultureel zelfbewustzijn en collectieve identiteit ten volle mogen beleefd worden. Een verhaal van volksverbondenheid, de Res Publica in de ware zin van het woord, die ook groot genoeg is om sociale solidariteit tussen alle Vlamingen als iets vanzelfsprekend te zien. Een verhaal waarin ook nauwgezet een evenwicht wordt afgewogen tussen economisch gewin en welzijn, gezondheid, milieu. Een verhaal waarin we het Belgische politieke bestel met zijn achterkamertjespolitiek en monarchieke coulissengeschuifel ver achter ons laten, ten voordele van een directe burgerdemocratie, met een rechtstreeks verkozen president, bindende referenda en een open maatschappelijk debat. En liefst met media die in staat zijn om dat open debat vrij en vrank in de verf te zetten. Ja, natuurlijk zijn de transfers van Vlaanderen naar Walloni een steen des aanstoots. Maar ook niet meer dan dat. Het centenflamingantisme en het groepsegosme zijn absoluut ontoereikend om een nieuwe natie op te grondvesten. Zoals de broedertwisten waar ik het daarnet over had, zijn ze slechts de echos van de Vlaamse kerktorenmentaliteit. Er is een bredere stroom nodig, het grootse appl van een stedelijke hoogcultuur die we wel in de middeleeuwen hadden, maar die we zijn kwijt gespeeld, waarbij de Val van Antwerpen in 1585 een donker keerpunt blijft. Laten we die mentale verkommering nu keren, en laten we terug groots leren denken, edelmoedig n vastberaden. Radicaal n open van geest. En waar we Belgi achterlaten om de Vlaamse republiek te vormen, laat daar duizend bloemen bloeien. In dat proces moeten we wl met elkaar in discussie durven gaan, als een volwassen volk, over de waarden en normen die deze republiek moeten schragen, en over de grondwet die we onze kinderen en kleinkinderen willen schenken. Van deelstaatlogica naar republikeins project: dt is de Copernicaanse omwenteling, die van mij gerust revolutie mag genoemd worden. Laten we dan ook het kosmische woord revolutie onbeschaamd in de mond durven nemen, in plaats van op zijn Lamme Goedzaks te neuzelen over evolutie, participatie, of godbetertpacificatie. We zijn allemaal rebellen,- anders zouden we hier vandaag niet zijn-, we delen dezelfde zaak, laten we geen schrik hebben van onze eigen schaduw. Onafhankelijkheid is geen geschenk, het is een oorlogsbuit. Deelstaat wordt men via een diplomatieke conferentie. De republiek dwingt men af, door te revolteren. Onze solidariteit moet hier uitgaan naar de andere volkeren die hun lot in eigen handen willen nemen: de Catalanen, de Koerden, Zuid-Soedan. Ik ben het confederalistische gezemel over die Belgische deelstaten en de Copernicaanse omwenteling van Kris Peeters dan ook hartsgrondig beu. Het Vlaanderen van Peeters en C is niet de zaak waarvoor wij vechten. De confederatie is de zoveelste versie x van het Belgische oplapwerk. Het blijft institutionele bricolage. Ook indien we als deel-staat wat belastingen mogen heffen en kindergeld mogen uitbetalen,- we blijven Belgen. En ik wil geen Belg genoemd worden, zelfs geen Nederbelg. We zijn het aan onze voorouders die ervoor vochten, n aan onze nakomelingen die zullen erven, verplicht om tabula rasa te maken, van nul te beginnen, onze harde schijf vol Belgische virussen te wissen. Zoals de Nederlanden zich in 1581 van de Spaanse dwingeland hebben afgescheiden: je kunt er niet blijven over spreken, je moet het gewoon don. Ondertussen neuriet de Vlaamse cultuursector, die met Vlaams geld wordt betoelaagd, steeds maar weer dezelfde, tricolore ambiancemuziek. Een paar witte raven niet te na gesproken, gaat het hier om zelfverklaarde progressieven, die nog liever de monarchie en het Belgique Papa omhelzen, dan een vooruitstrevend republikeins project te ondersteunen. Schrijvers die uit haat tegen Vlaanderen en de Vlamingen in Walloni gaan wonen; kunstenaars die apetrots een koninklijk ereteken in ontvangst nemen en uit dankbaarheid het paleis decoreren; KVS-intellectuelen die, nu Vlaanderen de kaap van de 50% republikeinse stemmen nadert, opeens de democratie gaan in twijfel trekken. Ze prediken de solidariteit, maar in wezen zijn het bange kleinburgers, die schrik hebben voor verandering en zich vastklampen aan een Ancien Rgime dat het surrealisme cultiveert om zijn anomalien te verrechtvaardigen. Wat moet een volk met zon elite aanvangen? Mijn antwoord is: negeren, de geschiedenis zal hen tot achterlijken bestempelen. Over hun gezwollen, immer taterende hoofdjes heen moeten wij, gewone Vlamingen, het debat over de nieuwe Res Publica en haar grondwet in gang zetten. Wij hebben de toekomst voor ons. Wij zijn, in de ware betekenis van het woord progressief, wij zijn de gangmakers van de verandering, tegen het status-quo. En laten we ons niet teveel zorgen maken over Europa, zijn bureaucratie, zijn diplomatieke cenakels en zijn fora waarop de francofonie haar nummertjes opvoert. WIJ maken Europa, het nieuwe Europa. Europa zal maar zijn geloofwaardigheid terug winnen als het de jonge naties zoals Vlaanderen, Cataloni en Schotland als volwaardige politieke entiteiten in zijn schoot opneemt. Europa zal slechts zijn wedergeboorte beleven, als het de oude

N*A* *
29

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

natiestaten loslaat, en zich herdenkt vanuit de nieuwe, regionale republieken. En Brussel zal, wil het overleven, aan die logica niet ontsnappen: als Belgi uiteenvalt en het oude Europa afsterft, is deze stad zonder Vlaamse inbreng zelfs niet leefbaar. Voor minder mogen we niet gaan. Het Vlaams-nationalisme zal, na 180 jaar overleven in de Belgische woestijn, het leven geven aan een Vlaamse republiek, zoals de vlinder uit de rups komt. Onweerstaanbaar, zoals de natuur zelf. Aan ons om de droom in daad om te zetten. Ik dank u.

Aldus reisde N*A*O*, Dar ouenn e tenn (III) 22 & Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXXX), Landreger, 24 augustus 2011

22

Vert.: Hij lijkt op zijn ras.

N*A* *
30

DE NAAMLOZE ACHTER ONS !

You might also like