You are on page 1of 3

Antwoorden op de vragen les 1

Opdracht 1: Opzoeken en uitleggen van wetteksten

1.1. Zie art. 7:5 lid 1 BW.

1.
In deze titel wordt verstaan onder "consumentenkoop": de koop met betrekking tot een roerende
zaak, elektriciteit daaronder begrepen, die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf, en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening
van een beroep of bedrijf.

1.2

Art. 7:271 lid 5 sub BW stelt deze termijn vast op minimaal 3 maanden, voor ieder jaar dat er
gehuurd is komt er een maand bij tot een maximum van een half jaar.

b.
bij opzegging door de verhuurder: een termijn niet korter dan drie maanden, voor elk jaar dat de
huurder krachtens overeenkomst ononderbroken het gehuurde in gebruik heeft gehad verlengd met één
maand tot ten hoogste zes maanden.

1.3

Zie art. 1:43 BW

1.
Zij die met elkaar een huwelijk willen aangaan, moeten daarvan onder overlegging van de in artikel 44
van dit boek genoemde bescheiden, aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
woonplaats van één der partijen. Wanneer de aanstaande echtgenoten, van wie ten minste één de
Nederlandse nationaliteit bezit, buiten Nederland woonplaats hebben en in een Nederlandse gemeente
een huwelijk met elkaar willen aangaan, geschiedt de aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand
te 's-Gravenhage.

Opdracht 2

2.1 Art 45 Sr.

1.
Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van
uitvoering heeft geopenbaard.

2.
Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde
verminderd.

3.
Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf
opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

4.
De bijkomende straffen zijn voor poging dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

2.2

Art. 317 Sr.


1.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of
bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze
of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld,
hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die de dwang, bedoeld in het eerste lid, uitoefent door de
bedreiging dat gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar of
ontoegankelijk zullen worden gemaakt of zullen worden gewist.

3.
De bepalingen van het tweede en derde lid van artikel 312 zijn op dit misdrijf van toepassing.

2.3

Art. 310 Sr.


Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Opdracht 3

3.1

Art. 1 Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens
godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet
toegestaan.

3.2

. Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.

2. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet
aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van
hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.

3. Het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging, bij de wet
geregeld.

4. In elke gemeente wordt van overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onderwijs
gegeven in een genoegzaam aantal scholen. Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking van deze
bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven.

5. De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs
te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zover het bijzonder onderwijs betreft, van
de vrijheid van richting.

etc…

3.3

Nee niet expliciet

Opdracht 2: Indelingen van het recht


2.1 Formeel
2.2. Materieel
2.3 Formeel
2.4 Materieel
Opdracht 3: Rechtsgebieden
3.1 Bestuursrecht
3.2 Staatsrecht
3.3 Bestuursrecht
3.4 Strafrecht

You might also like