You are on page 1of 32

UITGAVE 2 | 2015

Hoe start ik een leerlijn


cultuureducatie?
Hester maij: je wordt rijker
van kunst en cultuur
TEKEN eens een vis?
Vrijdag cultuurdag! Nieuwe
leerlijn kunstzinnige orintatie
Jufwerkjesmaken plaats voor
eigen creativiteit
Het magazine voor cultuureducatie in Overijssel

Voorwoord

Colofon

GeenKunst is het cultuureducatie magazine voor Overijsel


en een uitgave van Rijnbrink Groep. Doel is om de projecten die binnen het project Cultuureducatie met Kwaliteit
in Overijssel vallen, onder de aandacht te brengen bij
iedereen die zich met cultuureducatie bezighoudt.
Zo willen we scholen inspireren cultuureducatie verder te
integreren in hun curriculum.
Dit is de tweede editie van GeenKunst. Het volgende
magazine verschijnt in 2016. De projecten zijn onderdeel
van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit in
Overijssel 2013 - 2016. Rijnbrink Groep voert dit programma
in de 21 kleine en middelgrote Overijsselse gemeenten uit
in opdracht van provincie Overijssel. Het programma wordt
mogelijk gemaakt door het Fonds voor Cultuurparticipatie
en provincie Overijssel.

Cordinatie
Sonja Paauw

Tekst

Sonja Paauw, Karlijn van Onzenoort

Ontwerp & eindredactie


Rijnbrink Groep
slagbijalmelo

Fotografie
Margreet Vloon

Drukwerk

Drukkerij Roelofs

Oplage
1.200

MET DANK AAN:


Hester Maij, Karin Kotte, Ineke van Balen, Constant Buursen
Historisch Museum Vriezenveen, Gert Kuipers, directeur
basisschool de Regenboog, Wilja Jurg, Conny Kuilboer en
Jacomijn Schellevis van TETEM kunstruimte, Dirk Monsma,
Jasper Kok, directeur OBS Stedeke Diepenheim, Klaasje
Everts, beleidsmedewerker cultuur bij gemeente Aa en
Hunze, Jocelyn Bos, ICCer basisschool Het Galjoen in
Wierden, Inge van de Louw van Scala, Nicole Pot, directeur
van de PCB Matzerschool in Wijhe, Martine Bauhuis, Iris
Offringa, Evelien Kemink en Meriam de Kanter.
Ook een exemplaar ontvangen?
Stuur een e-mail naar info@rijnbrinkgroep.nl

Van proberen
kun je leren
Van proberen kun je leren, zei de juf van mijn dochter in groep 2.
Het is al bijna 15 jaar geleden dat zij deze uitspraak deed, maar hij is nog
steeds treffend en toepasbaar voor iedereen. Niet alles hoeft in n
keer 100 procent goed te zijn.

Hoge eisen

Toch zijn in onze maatschappij veel systemen en procedures gericht


op het vermijden van fouten. Ook de samenleving en de arbeidsmarkt
stellen hoge eisen. Het is dan juist noodzakelijk om probleemoplossend
te denken, en creatief te handelen. Door te doen, te reflecteren en te
experimenteren, komen deze skills tot ontwikkeling. In dit nummer van
GeenKunst vind je een artikel over procesgericht onderwijs dat dit heel
mooi laat zien.

Een eigentijds curriculum

In ons land speelt het onderwijs een belangrijke rol in het voorbereiden
van jonge mensen op een samenleving die hoge eisen stelt. Om deze
rol goed te kunnen vervullen, pleit de Onderwijsraad in haar advies
Een eigentijds curriculum (mei 2014) voor curriculumvernieuwing.
Vernieuwing die erop gericht is jongeren een stevige basis te bieden
voor hun persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig functioneren.
Terecht geeft de Onderwijsraad aan dat het bij de tijd houden
van het onderwijs vooral een taak is van leraren, school-, team- en
afdelingsleiders en besturen. Hun betrokkenheid en professionaliteit
vormen de sleutel voor vernieuwing.

Onderzoeken, improviseren en doorbreken

Wat mij betreft ontstaat er dan een omgeving waar leerlingen


fouten mogen maken, mogen dromen en groots mogen handelen.
Een creatieve omgeving waarin zij onderzoeken, improviseren en vaste
gewoonten en routines doorbreken. Een uitdagende omgeving waar
ruimte is om tegenslag te verwerken. Een omgeving waar je al doende
leert, waar leren en motivatie samengaan en waar je van elkaar leert.
Een omgeving waar de uitspraak van proberen kun je leren volledig
tot zijn recht komt.

Al 20.000 leerlingen

Van Alpenstraat 11 | 7442 TW Nijverdal


+ 31 (0)88 19 70 301 | info@rijnbrinkgroep.nl
rijnbrinkgroep.nl

In deze omgeving wordt geleerd door cultuur, met cultuur en


van cultuur. Met gepaste trots kan ik dan ook vertellen dat in 2015 in
Overijssel 156 scholen starten met een project Cultuureducatie met
Kwaliteit. Dat betekent dat bijna 20.000 leerlingen cultuur aangeboden
krijgen vanuit het onderwijs waarmee onderwijsdoelstellingen
gerealiseerd worden. Ik wens hen heel veel succes! Natuurlijk delen we
graag de ervaringen die in 2013 en 2014 zijn opgedaan. Daarover lees je
in dit nummer. Veel leesplezier!

Geny Nijboer
Programmacordinator Cultuureducatie met Kwaliteit

Inhoud

04

06

04 In gesprek met Hester Maij van


provincie Overijssel
06 De procesgerichte aanpak binnen
cultuureducatie
10 Cultureel erfgoed voor alle leeftijden
in Vriezenveen
13 Basisschool Wijhe dolblij met doorgaande
leerlijn kunstzinnige orintatie
16 Vliegende verbinders: de adviseurs
Cultuureducatie van Rijnbrink Groep
18 Als een pilot niet soepel loopt
20 Het Land van Scala
22 Hoe start ik een leerlijn cultuureducatie?
24 Gemeenten, cultuuraanbieders,
scholen: wie heeft welke rol?
28 Succesvolle pilot beeldende vorming
op basisschool Wierden

10

30 Zoek en vind met AliceMoves.nl

24
20

28
3

Je wordt rijker
van kunst en cultuur.

In gesprek met

Hester Maij

Hester Maij is gedeputeerde Cultuur bij de provincie


Overijssel.Wij spraken met haar over cultuureducatie
en haar ambities voor alle kinderen in Overijssel.
4

Wat is de rol van de provincie voor


cultuureducatie?

Wat is volgens jou de grootste uitdaging voor


scholen?

De provincie zit tussen het Rijk en de gemeenten in. Onze rol ligt
met name in het bij elkaar brengen van mensen en netwerken.
Ontmoeting tussen scholen, gemeenten en cultuuraanbieders
is essentieel voor het succes van de verankering van
cultuureducatie. Alleen zo ontstaat de kwaliteit die we met zn
allen willen bereiken. De behoefte aan ontmoeting blijkt iedere
keer groot. Iedereen heeft zijn eigen ervaringen, manier van
werken en uitdagingen. Door deze te delen krijg je een frisse blik,
het werkt inspirerend.

Cultuureducatie integreren in hun programmas.

Welke successen kunnen we vieren als we kijken


naar de inzet van de provincie de afgelopen
twee jaar?
Sinds 2013 werken we aan de verankering van cultuureducatie.
Inmiddels zijn er 80 pilots ontwikkeld, doen 24 gemeenten mee en
starten 156 scholen in 2015 met een nieuw project. Het betekent
dat heel veel kinderen een cultureel programma krijgen. Dat vind ik
fantastisch!

Hoe ziet cultuureducatie in Overijssel er in 2016


uit? Wat is jouw stip op de horizon?
Het zou prachtig zijn als we alle scholen in Overijssel bereiken,
en dat dus alle kinderen in de provincie een cultureel programma
krijgen dat is opgenomen is in het curriculum van de school.

Wat leren kinderen van cultuureducatie en


waarom is dat belangrijk?
Kinderen leren altijd, je wordt rijker van kunst en cultuur.
Cultuureducatie ontwikkelt creativiteit en flexibel denken. En
het zoeken van oplossingen. Eigenschappen die ontzettend
belangrijk zijn, nu en in de toekomst. Daarnaast wordt het totale
curriculum sterker door cultuureducatie, creativiteit is immers bij
alle vakken onontbeerlijk.

Waar hoort cultuureducatie volgens jou meer


thuis: binnen onderwijs of cultuurbeleid?
Binnen cultuur. Het moet geen apart vak worden, het moet een
cross-over blijven. Dat is juist zo waardevol.

Zouden er verbindingen gelegd moeten worden


met bijvoorbeeld economie, het bedrijfsleven of
met sociaal-maatschappelijke doelen vanuit de
school?
Ik zou het geweldig vinden als er bijvoorbeeld maatschappelijke
doelen bereikt worden door cultuureducatie. Dat zie je vaak
al vanzelf gebeuren. Bijvoorbeeld op scholen die cultureel
erfgoed koppelen aan verhalen van opas en omas. Voor zowel
de kinderen als de grootouders heeft dit grote waarde. Dat
zie ik ook als het gaat om een thema zoals bevrijding. Het
uitbeelden daarvan verrijkt kinderen. Ze hebben daar later mooie
herinneringen aan en onthouden het beter.

Wat was een sleutelervaring voor jou?


Een musical, op de planken staan voor een grote groep op
de lagere school. Het was het begin van de ontwikkeling van
vaardigheden die ik nu als bestuurder nodig heb, zoals spreken in
het openbaar.

Waar gaat jouw hart sneller van slaan?


Dans, drama, muziek, erfgoed of media?
Ik vind alles geweldig en ga ook overal naartoe.

Wat heb je liever: scholen die de onderzoekende


houding van kinderen stimuleren of scholen die
opbrengstgericht werken? Waarom?
Het onderzoekend werken heeft een opbrengst als resultaat.
Het n sluit het ander dus niet uit. Juist het onderzoeken,
experimenteren en het proberen zijn erg belangrijk.

Zouden scholen allemaal hetzelfde


ambitieniveau moeten hebben?
De maximale ambitie is natuurlijk het mooist: alle kinderen die in
een verscheidenheid aan kunst en cultuur krijgen in doorgaande
leerlijnen, volledig gentegreerd in het curriculum. Maar dat wil ik
scholen absoluut niet opleggen. Iedere stap wordt gewaardeerd,
hoe klein ook.

vis

Teken eens
een

Karin Kotte

De procesgerichte
aanpak binnen
cultuureducatie
Meestal stelt de interviewer
de vragen, maar tijdens het
gesprek over procesgericht
werken stelt Karin Kotte,
trainer en adviseur Cultuureducatie, zelf de eerste
vraag: teken eens een vis?

De meeste mensen zullen een ovaalvormig beest met staart en


eventueel vinnen aan de onder- en bovenkant schetsen. Dit laat
zien hoe makkelijk ons brein bij kunstopdrachten de laatjes met
clichoplossingen opent. En hoe weinig van het brein we dan
gebruiken. Als leerkrachten die procesgericht werken met hun klas
een vis maken, dan zie je heel wat anders.
Procesgericht werken is een didactiek; een manier waarop je
kinderen iets leert, of eigenlijk, laat ontdekken. Een manier waarop
je kinderen uitdaagt om persoonlijke keuzes te maken. Het is toe
te passen bij kunstonderwijs, maar zeker ook bij andere vakken.
Bij procesgericht werken is het eindresultaat minder belangrijk.
Het gaat om de weg daarnaartoe. Door kinderen te inspireren
en mogelijkheden te laten creren die ze weer mogen loslaten,
stimuleer je hun hersenen om creatief te denken. En er komt ook
nog een kwalitatief product uit, aldus Karin.
Waarom is dat zo belangrijk, dat creatieve proces? Karin vertelt dat
in Nederland, maar ook in andere landen, steeds meer het besef
ontstaat dat het belangrijk is in oplossingen te kunnen denken
(ook oplossingen die misschien niet direct voor de hand liggen).
Door procesgericht onderwijs leert een kind om zelfverzekerd een
voor hem of haar nog onontgonnen pad in te slaan. Het kind krijgt
lef en leert te vertrouwen op zijn inventiviteit en creativiteit. Het
durft een eigen route te nemen, zoekt zelf oplossingen en geeft zelf
betekenis aan de wereld. Het leert dat dingen fout mogen gaan en
dat je verder kunt zoeken. Loslaten, kritisch denken, keuzes maken en
doorzetten: het gaat om deze skills die kinderen zich eigen maken
om een weerbaar en flexibel mens te worden. Helaas is dit nog geen
gemeengoed op scholen in Nederland, zegt Karin, maar we werken
er hard aan.

Creatief denken
kun je leren

Rekenen leren we allemaal, sommige kinderen wat sneller of


makkelijker dan anderen, maar we zetten door. Echter, bij kunst
wordt al snel de conclusie getrokken: hij heeft het talent gewoon
niet, geeft niets, niet zo belangrijk. Uitspraken als ik kan niet tekenen
en ik ben niet creatief zijn veelgehoord in Nederland. Logisch, want
kunsteducatie wordt al jarenlang op zon manier aangeboden dat
de ontwikkeling stagneert. Echter, kunst heeft niks meer of minder
met talent te maken dan rekenen, vindt Karin. Kunst en daarbij het
creatieve proces kun je aanleren en hoort gewoon onderwijs te zijn.

Experimenteren
en loslaten

Het lijkt soms of kunstenaars organisch werken, dat kunst zomaar


ontstaat. Veel kunstenaars werken ook zo. Toch kun je, als je goed
kijkt naar wat zij doen, een proces herleiden. Dat proces verschilt per
kunstenaar, maar componenten zijn universeel. In het leerplankader
kunstzinnige orintatie, ontwikkeld door het SLO, gaat de generieke
leerlijn over de competenties die kinderen laten zien in het
creatieve proces. Het proces wordt opgedeeld in fasen: orinteren,

onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Dit proces is cyclisch: een


goede evaluatie geeft je weer input voor een volgend proces.

Meer dan
kunstzinnige orintatie

In diverse methodes (ook bij andere leerlijnen dan kunst) worden


onderzoekende processen verwerkt. Karin ziet vaak dat leerkrachten
dit proces overslaan als zij niet overtuigd zijn van het belang ervan.
Ook kinderen hebben tijdens zelfstandig werken de neiging om het
proces dat aangegeven is in de opdracht over te slaan. Even knippen
en plakken en de muurkrant is klaar. Je ziet dan dat ze onderzoek,
mogelijkheden creren en van daaruit keuzes maken overslaan. Het
brein moet dat leren. En dat gaat alleen maar door veel te oefenen.
Dit moet een attitude worden die start bij de leerkrachten, aldus
Karin.

Nu starten

Het is voor scholen een uitdaging om over te gaan op procesgericht


werken. Dat is best een zoektocht. Waar ligt het evenwicht tussen
de kinderen vrijlaten en sturing geven? Wanneer is er sprake van
creativiteits- of een vakmatige ontwikkeling? Procesgericht werken
kun je zien als een eerste stap richting Cultuureducatie met Kwaliteit.
In het proces zit namelijk een verbinding met andere leergebieden,
extern cultureel aanbod en de leerplankaders kunstzinnige orintatie
en Cultuur in de Spiegel.

Het lef om fouten


te maken

Je kunt als leerkracht of als team getraind worden. En begin


makkelijk, zegt Karin. Zij raadt leerkrachten aan om te starten met
eenvoudige (bestaande) lessen. De kinderen zorgen er vanzelf voor
dat zij overtuigd raken van de waarde van het creatieve proces.
Er ontstaat rust, betrokkenheid, hard werken en trots.
Freekje en Doortje werken als leerkracht op de Guido de Bresschool
in Ommen, een CMK-pilot van TETEM kunstruimte. Freekje: Naar
aanleiding van de studiedag met Karin Kotte ben ik met twee
tekenlessen op deze manier aan het werk gegaan. Wat een heel
andere manier van werken en wat een bewustwording bij de
kinderen. Dit kun je dus heel goed ontwikkelen. De kinderen genoten
van de middag. Haar collega Doortje vult aan: Erg leuk om te zien
dat de kinderen de omslag maken van ik kan niet tekenen tot ik ben
trots op mezelf.
Volgens Karin gaat het daarna om uren maken, lef hebben, fouten
durven maken en doorzetten. Ervaringen delen met collegas en je
kwetsbaar opstellen. Dat uren maken wordt vaak vergeten door de
waan van de dag. Daar ligt een taak voor de ICCer en de directeur:
reflectietijd in vergadering plannen, aanmoedigen en een gevoel van
urgentie uitdragen. En, zo zegt ze, cultuuraanbieders zoals TETEM
kunstruimte, helpen door het procesgericht aanbod voor scholen te
ontwikkelen. Ook coachen zij leerkrachten in de klas.

Training

Procesgericht
werken met kwaliteit
Met de training Procesgericht werken met kwaliteit helpt Karin Kotte
scholen bij het bewust inzetten van een creatief proces, bijvoorbeeld
in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. De training is bedoeld
voor schoolteams, maar wordt ook gegeven aan culturele instellingen
en als onderdeel van ICC-trainingen en in ICC-netwerken.
Kinderen gaan gemotiveerd aan de slag, doorlopen een creatief proces en
maken persoonlijk werk. Niet meer de focus op het product, maar op het
proces! De leerkracht geeft kinderen binnen een opdracht ruimte om eigen
keuzes te maken, maar neemt daarnaast ook ruimte. Dit doet hij door in te
kaderen: door het beschouwen van inspirerende voorbeelden (kunst, beelden
uit de wereld), het geven van instructie en door de kinderen onderzoek en
experimenten te laten doen.

Scholen die de training willen volgen kunnen


contact opnemen met Rijnbrink Groep of
rechtstreeks met Karin Kotte via karin@kunstedu.nl.
8

Op internet zijn verschillende


inspirerende filmpjes te
vinden over cultuureducatie
en procesgericht werken.
Kunsteducatie broodnodig voor het kinderbrein
Kunstgebouw maakte een film met wetenschapsjournalist
Mark Mieras over hoe kinderen wijzer worden van kunstprojecten.
Scan de QR-code

Hoe cultuureducatie ook een sociaalmaatschappelijke plek heeft


Merel ten Elzen van Loveland Film & Photography maakt voor
Rijnbrink Groep een prachtige film over de pilot Muziektalent in
Enter en Oldenzaal.
Scan de QR-code

Juf Mirjam, de leerkracht maakt het verschil!


Over de waarde van cultuureducatie voor het ontdekken van
talent met Ali B.
Scan de QR-code

Beeldend vermogen van kleuters


Over het beeldend vermogen van kinderen en procesgericht
werken. Een leerkracht vertelt en begeleidt kinderen.
Scan de QR-code

Een stevige

identiteit
Cultureel erfgoed voor alle
leeftijden in Vriezenveen

In de gemeente Twenterand ligt het dorp Vriezenveen n het


Historisch Museum Vriezenveen. Om de maatschappelijke
betekenis en de samenwerking tussen het onderwijs en
museum ng meer waarde te geven, was verdere ontwikkeling
nodig. Constant Buursen van het museum en Gert Kuipers,
directeur van basisschool De Regenboog, vertellen.

Wat veel mensen niet weten, is dat de handelsrelaties die Nederland


vanaf 1750 had met St. Petersburg, ontzettend belangrijk waren
voor Vriezenveen, zegt Buursen. Leerjongens van 12 tot 15 jaar
gingen met paard en wagen naar Rusland om stage te lopen in
bijvoorbeeld de Nevski Prospekt, de hoofdstraat van St. Petersburg.
Het museum bezit zon 300 brieven over hoe het leven van deze
jongens er ongeveer uitzag tussen 1750 en 1917, de tijd van de
Oktoberrevolutie.
Het Ruslandjaar 2013 werd in Vriezenveen uitgebreid gevierd.
Precies in dat jaar kwam Rijnbrink Groep met de vraag of het
Historisch Museum wilde aansluiten bij het project Cultuureducatie
met Kwaliteit. Buursen: Prachtig, want dat bood ons de kans om

10

niet alleen lessen te ontwikkelen voor groep 5 en 6, maar voor alle


kinderen. Hij vertelt dat geschiedenislessen soms best moeilijk
liggen op scholen en dat het Historisch Museum het vak meer
onder de aandacht wil brengen, omdat het zo belangrijk is voor de
vorming van de eigen identiteit van kinderen. Het museum zag in
dat ze het de scholen gemakkelijk moest maken. Men ontwikkelde
zelf lesbrieven en (fysiek en digitaal) materiaal voor groep 7 en 8 over
de handel met Rusland en alles wat daarbij hoorde, zoals armoede
en textiel. Dankzij persoonlijk contact met alle 22 basisscholen in
Twenterand kreeg men voor elkaar dat bijna alle scholen lesgaven
over de historische banden met Rusland. Dit viel nog niet onder
Cultuureducatie met Kwaliteit. Maar, zo zegt Buursen, we waren al
leuk bezig.

Kinderen moeten bij het verlaten van


de school blijk kunnen geven van inzicht
in eigen talenten. Ze moeten weten wat
ze kunnen en intrinsiek gemotiveerd
zijn om hun talent in te zetten en
verantwoordelijkheid te nemen.
Gert Kuipers, basisschool De Regenboog

11

Zonder Cultuureducatie
met Kwaliteit waren deze
lessen er niet gekomen

Cultuureducatie met Kwaliteit


zorgt voor verdieping

Om ook voor de lagere groepen lessen te maken en omdat het


projectmatige toch altijd een beetje los blijft, besloot het museum
- op advies van Rijnbrink Groep - een doorgaande leerlijn te
ontwikkelen via Cultuureducatie met Kwaliteit. Buursen: Ons doel
was om de kinderen niet alleen op school les te geven, maar ze ook
naar het museum te trekken. De voornaamste reden voor
De Regenboog om mee te doen was dat de leerlijn goed aansloot
op de visie van de school. Gert Kuipers: De leerlijn Cultureel
Erfgoed draagt daar overtuigend aan bij. Het brengt de sociaalculturele en economische geschiedenis en kenmerken van de eigen
leefomgeving dichter bij de belevingswereld van de kinderen.

Liefde voor
geschiedenis

Het is erg lastig om jonge kinderen te interesseren voor erfgoed.


Hoe breng je hen de liefde voor geschiedenis bij? Hoe sluit je aan
bij hun belevingswereld? Dit soort vragen hielden Gert Kuipers aan
het begin van het project bezig. Zowel het museum als de school
hadden onvoldoende kennis in huis om alle lesstof te bundelen
in een goede leerlijn. Men werkte daarom samen met Kirsten
Bos, een historica met expertise op dit gebied. Bos ging aan de

12

slag met de vele suggesties en lesideen van de leerkrachten en


museummedewerkers. Gert: Zonder Cultuureducatie met Kwaliteit
waren deze lessen er niet gekomen. Dan volg je een methode
en dat blijft altijd wat oppervlakkig. Nu hebben we ieder jaar een
projectweek met lessen op school en in het museum. Doordat we
de lessen samen hebben ontwikkeld was het niet nodig om de
leerkrachten apart te trainen.
Museum en school kozen samen een thema voor de leerlijn.
Dit werd textiel, omdat de handel met Rusland daarop gebaseerd
was. De zolder van het museum werd ingericht als educatieve plek.
Voor alle groepen werden daarnaast leskisten gemaakt met daarin
bijvoorbeeld weefraampjes. Binnen de leerlijn Cultureel Erfgoed,
die voor groep 1 tot en met groep 8 is ontwikkeld, hebben ook
bestaande projecten een vaste plaats gekregen. Doordat kinderen
nu in elke groep leren over de geschiedenis van hun dorp, blijft
de kennis en ervaring beter bewaard dan wanneer er met losse
projecten wordt gewerkt.
De Regenboog heeft de primeur van de leerlijn. In 2015 kunnen ook andere
scholen ermee gaan werken. Rijnbrink Groep hielp met de begroting, het
projectplan, verantwoording en advies over evaluatie en onderzoek.

Vrijdag
cultuurdag!

Nieuwe leerlijn
kunstzinnige
orintatie

Een doorgaande leerlijn voor kunstzinnige orintatie dat was de wens


van Nicole Pot, directeur van de PCB Matzerschool in Wijhe. Samen met
de projectleider van TETEM kunstruimte werden lessenreeksen (modules)
ontwikkeld rondom drie cultuurterreinen. Sindsdien staat kunstzinnige
orintatie elke vrijdagmiddag op het rooster van de bovenbouwers.
13

Op onze school deden we weliswaar al veel aan cultuur, vertelt


directeur Nicole Pot, maar dat was versnipperd. Continuteit
ontbrak. Ook wisten leerkrachten van elkaar niet goed wat ze er
precies aan deden. Bovendien vroegen we ons als team af of wt
we deden voldoende was in de ogen van de onderwijsinspectie.
Daarom had Pot medio 2013 wel oren naar het voorstel van
een gemeenteambtenaar om mee te doen aan het project
Cultuureducatie met Kwaliteit. Mijn belangrijkste motivatie was
om voor onze school een doorgaande leerlijn voor kunstzinnige
orintatie op te zetten.

Elke vrijdagmiddag cultuur

Inmiddels krijgen de kinderen in de groepen 5 t/m 8 van de


Matzerschool elke vrijdagmiddag een les kunstzinnige orintatie.
De lessen zijn verdeeld over drie cultuurterreinen, namelijk kunst
& techniek, erfgoed & drama en muziek & dans, vervolgt Kuilboer.
In die laatste module maken kinderen kennis met muziek- en
dansvormen uit alle delen van de wereld. Zo leggen we de link met
aardrijkskunde en wereldorintatie. De lessenreeksen bevatten ook
gevarieerde opdrachten en suggesties voor excursies. We gingen
altijd al met school naar de Oudheidkamer in Wijhe en naar andere
historische gebouwen in het dorp, maar nu krijgen de leerlingen
meer theoretische context, aldus Pot.

Procesgericht
werken

Nieuw binnen de leerlijn is dat gekozen is voor procesgericht werken.


Niet het uiteindelijke werkstuk (het product) is het belangrijkste,
maar het proces: hoe je tot het product komt. Om leerkrachten
goed toe te rusten gaf Kuilboer bij de start van het project de training
Procesgerichte didactiek. Ook voor kinderen is deze manier van
werken anders, legt Pot uit. Het gaat minder om kennis en kunde,
maar meer om zelf onderzoeken, problemen oplossen, met elkaar
sparren en een aanpak kiezen. Vroeger deelden we bij een creatieve
opdracht een pot verf en kwasten uit in de klas en zeiden we:
Ga maar een mooi paasei schilderen. Nu geven we leerlingen de
opdracht iets te maken wat een link heeft met Pasen en moeten ze
eerst met elkaar bespreken wat ze gaan maken, waarom en hoe.
Zo ontwikkelen ze andere vaardigheden.

Cultuur moet je Inspelen op wat gaande is


warmhouden
Kerndoelen als
onderlegger

Conny Kuilboer van TETEM kunstruimte een cultuuraanbieder uit


Enschede begeleidde het project. Zij begon met een nulmeting:
het beschrijven van wat er al gebeurde op kunst- en cultuurgebied.
Die nulmeting bevestigde het vermoeden van Pot, aldus Kuilboer,
want een aantal cultuurterreinen bleek inderdaad onderbelicht.
Nadat we de einddoelen tegenover de nulmeting hadden gezet,
konden we de lessen ontwikkelen. De kerndoelen van SLO, het
expertisecentrum leerplanontwikkeling, vormen dus de onderlegger
van alle lessen. Steeds als een lessenreeks klaar was, besprak Kuilboer
die met de leerkrachten, zodat zij van meet af aan betrokken waren
bij de inhoud. Daarna volgden de proeflessen die tegelijk dienden
als training van het team en de aanpassingen.

Kinderen moeten hieraan wennen, vervolgt Pot, maar leerkrachten


natuurlijk ook. Dit verklaart waarom tijdgebrek het belangrijkste
probleem is waar we tegenaan lopen. Leerkrachten zijn nog erg
geneigd om in producten te denken en willen meer tijd geven voor
het maken van een werkstuk. Maar dat hoeft niet meer, want de
nadruk ligt nu veel meer op het proces.
Nu de doorgaande leerlijn op papier staat, is cultuureducatie beter
ingebed in het curriculum, volgens Pot. Maar cultuur moet je
warmhouden. Het is niet alleen iets van vroeger, het is ook van
vandaag en van de toekomst. Je moet weten wat er gaande is in de
omgeving en daarop inspelen. Ik wil het onderwerp daarom op de
agenda blijven zetten, want alleen zo houden we het levend.

Nicole Pot

14

Conny Kuilboer

Cultuureducatie

op de Matzerschool
De Matzerschool in Wijhe telt 160 leerlingen,
van wie 91 in de bovenbouw.
Voor elke groep van de bovenbouw (5 t/m 8) zijn drie
modules ontwikkeld. Elke module telt 13 lessen.
Er zijn 3 typen modules ontwikkeld: (1) kunst &
techniek, (2) erfgoed & drama en (3) muziek & dans.
Aan een lessenreeks voor de onderbouw wordt
momenteel gewerkt.

15

Vliegende
verbinders

De adviseurs
Cultuureducatie van
Rijnbrink Groep
vertellen
16

Meriam de Kanter en Evelien Kemink werken als adviseur Cultuureducatie


voor Rijnbrink Groep. Hun doel is cultuureducatie te verankeren in het
onderwijs op alle Overijsselse scholen. Ze werken hierbij samen met
collega-adviseur Iris Offringa en gemeenten. Meriam en Evelien over hun
aanpak, de uitdagingen en de ontwikkeling van hun rol.

Rijnbrink Groep biedt ondersteuning en advies aan bibliotheken


en culturele partners in Gelderland en Overijssel. In 2013 kreeg de
organisatie de kans om invulling te geven aan de cultuureducatieopdracht van Overijssel. Doel is om cultuureducatie te verankeren
op scholen, bij gemeenten en culturele instellingen in deze
provincie. De adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep geven
op verschillende manieren invulling aan deze taak,
voornamelijk door gemeenten te adviseren en ondersteunen.
Daarnaast organiseren zij cursussen en netwerkbijeenkomsten voor
bijvoorbeeld combinatiefunctionarissen of beleidsmedewerkers.
Ook sturen de adviseurs de selectiegroep voor AliceMoves Overijssel
(pagina 31) aan.

De praktijk

Meriam vertelt dat zij, om gemeenten te ondersteunen, per gemeente


uren krijgen van de provincie. Met elke gemeente maken zij specifieke
afspraken over de besteding daarvan. Onderdeel van de ondersteuning
kan bijvoorbeeld zijn het voeren van gesprekken met de plaatselijke
culturele commissies om hen bewust te maken van hun veranderende
rol door de invoering van Cultuureducatie met Kwaliteit. Meriam:
Uiteindelijk gaat het altijd over de borging van cultuureducatie op
scholen. Evelien geeft aan dat het soms best lastig is om in te zetten
op cultuureducatie. Door de decentralisaties van het sociaal domein
krijgen gemeenten veel minder geld en meer verantwoordelijkheden.
Dat zijn wettelijke verplichtingen. Cultuureducatie is dat niet. Gelukkig
kunnen wij goed uitleggen dat cultuureducatie juist bijdraagt aan die
wettelijke taken. Creatieve, oplossingsgerichte denkers zorgen immers
voor meer innovatie. Juist dat is nodig.
Evelien Kemink en Meriam de Kanter

Continuteit

Gemeenten krijgen geld van de provincie voor cultuureducatie.


Echter, als zij zelf niet bijdragen, dan vervalt dat. Dit moet de borging
zekerder maken. Als de gemeente stopt met financiering, mist er
immers wel een heel groot bedrag, aldus Evelien. Inmiddels heeft zij
het idee dat het inbedden van cultuureducatie, ook als het geld zou
wegvallen, blijft doorgaan. Meriam is daar minder optimistisch over.
Dat geldt alleen voor scholen met een stevige visie op onderwijs.
Scholen die zelf regie voeren. Wil je de kwaliteit bieden die zo nodig
is, dan is er continu professionele aandacht en bijsturing nodig. Wij
zorgen ervoor dat
de neuzen van de gemeenten, scholen en cultuuraanbieders
dezelfde kant op staan. Dan kom je inhoudelijk ergens. Scholen zijn
natuurlijk autonoom, maar gemeenten met een stevige visie
hebben invloed op scholen. En daar zit onze toegevoegde waarde.

Onafhankelijk
en bevlogen

Meriam en Evelien werken in verschillende gemeenten. Als


adviseur Cultuureducatie hebben zij specifieke kennis die bij
beleidsmedewerkers soms ontbreekt. De adviseurs richten
al hun aandacht en energie op n ding: de verankering van
cultuureducatie. Hier hangen allerlei activiteiten waar een
onafhankelijke, professionele blik voor nodig is mee samen: het
schrijven van een cultuurnota, tevredenheidsonderzoek, evaluatie
van de pilots et cetera. Ze zitten bovenop de processen. Iets waar
gemeenten zelf vaak geen tijd voor hebben.
Ten opzichte van twee jaar terug zien Meriam en Evelien duidelijk
een verschuiving. Scholen pakken bewuster hun regierol en
culturele instellingen spelen beter in op de wensen en behoefte
van het onderwijs. De verschillende samenwerkingspartners weten
elkaar beter te vinden. Twee werelden zijn zichtbaar bij elkaar
gebracht. Een droom voor de toekomst? Dat vakdocenten en
reguliere docenten integraal werken op alle scholen in Overijssel!

17

Is er een
sleutel tot
succes?
Als een pilot niet
soepel loopt

Martine Bauhuis werkt als muziekdocente en afdelingshoofd


muziekonderwijs bij Fundament in Losser. Eind 2012 deed
zij namens de Losserse muziekschool een aanvraag voor een
pilot Cultuureducatie met Kwaliteit op de 12 basisscholen.
Er gaat veel goed en succesvol, maar soms verlopen pilots
ook wat minder soepel. Martine is niet bang om haar
ervaring te delen want daar kan iedereen wat van leren.

18

Naast haar werk voor Fundament, een nieuwe fusieorganisatie


(zorg, welzijn en bibliotheek) die momenteel in ontwikkeling
is, geeft Martine fluitles op muziekschool De Sleutel in
Losser. Ook was zij als vakdocente fluit verbonden aan het
ArtEZ conservatorium te Enschede. Martine vertelt over haar
motivatie om mee te doen met Cultuureducatie met Kwaliteit.
Cultuuraanbieders hebben te maken met teruglopende
aantallen leerlingen. Muziek hoort niet meer standaard bij de
opvoeding. Door muziek op de scholen een plek te geven,
krijgt ieder kind weer de keus en vinden zij ook de weg naar de
muziekschool. Muziekscholen helpen zo mee aan het algemene
muziekonderwijs dat op de scholen wordt gegeven. De scholen
hebben baat bij onze expertise en wij krijgen daardoor (hopelijk)
meer leerlingen voor individuele lessen.
Tot Martines teleurstelling zat er erg veel tijd tussen haar aanvraag
en de daadwerkelijke start van de pilot. Allerlei redenen lagen
hieraan ten grondslag. Het werkte in ieder geval niet bevorderlijk.
De reden voor de moeizame start, was eigenlijk puur de
communicatie, het duurde te lang voordat daar gevolg aan werd
gegeven na de aanvraag. Terwijl je er juist continue persoonlijk
aandacht aan moet geven, aldus Martine. Haar advies is dus om
na afstemming en goedkeuring van het plan direct te beginnen.
Ook is het belangrijk dat een pilot aansluit bij wat scholen nodig
hebben; d pijler van Cultuureducatie met Kwaliteit. Dit maakte
het niet gemakkelijker, want aan deze pilot doen 12 scholen mee
met elk een eigen behoefte en dus vraag. Martine: Tijd en geld
zijn schaars. Scholen ervaren cultuureducatie vaak toch als iets dat
er extra bijkomt. Daarnaast is het besef dat scholen en aanbieders
het samen moeten doen cruciaal. Niemand mag de houding
aannemen van wij weten het allemaal wel.

Administratieve
rompslomp

Een ander aspect om rekening mee te houden, is dat scholen


verplicht zijn om bijvoorbeeld een verslag te maken. Vaak
wordt dat ervaren als administratieve rompslomp. Je hebt dan
directeuren nodig die doorpakken, zegt Martine.
Er is relatief veel geld beschikbaar voor cultuureducatie, maar
een vakleerkracht op alle groepen is toch vaak te duur. Martine:
Samen lessen ontwikkelen en trainen kan wel. Dat is belangrijk,
want dan blijft de basis overeind. Noten lezen en instrumenten
spelen is voor alle kinderen belangrijk. De leerkrachten zijn
inmiddels wel gestart met workshops. Deze worden gegeven
door een vakdocent. Tijdens de workshops schrijven zij samen
lessen en worden de leerkrachten de grondbeginselen van
muziek bijgebracht. Veel docenten denken dat ze niet muzikaal
zijn, maar net als rekenen kun je het leren, aldus Martine. Zo
komen alle kinderen in aanraking met muziek en is de pilot
ondanks de moeizame start zeker geslaagd.

Noten lezen en
instrumenten spelen
is voor alle kinderen
belangrijk.

Martine Bauhuis

19

Als centrum voor de kunsten verzorgen wij het


cultuuronderwijs voor kinderen en jongeren in delen van
Drenthe en Overijssel, stelt Inge van de Louw, medewerker
cultuureducatie bij Scala.Dit gebeurt zowel binnen als buiten
de school en bestrijkt alle disciplines van beeldende kunst,
dans, media, muziek en theater tot erfgoed. Mooi gezegd,
maar wat betekent dit in de praktijk?

Kunst- en cultuuronderwijs
belangrijk voor elk kind

We willen
mr dan leuk

20

Kunstencentrum Scala biedt scholen in delen van Drenthe en


Overijssel een gevarieerd aanbod van workshops en lessen op
het gebied van kunst en cultuur. Niet alleen voor het basis- en
voortgezet onderwijs, maar ook voor peuterspeelzalen, mbo en
hbo. Van de Louw: Dit aanbod is per gemeente opgenomen in het
zogenoemde Cultuurmenu: een compleet programma waarin ook
bibliotheken, theaters, musea en andere culturele instellingen hun
activiteiten op het gebied van kunst en cultuur onder de aandacht
brengen. Scholen kunnen de onderdelen kiezen die bij hen passen.
Bijvoorbeeld de voorstelling Wiplala, met daaraan gekoppeld een
workshop en/of een lessenserie waarin dezelfde themas worden
uitgewerkt.

Het Land van Scala

Maar om te zorgen voor goed kunst- en cultuuronderwijs is eigenlijk


meer nodig, aldus Van de Louw. Kinderen en jongeren vinden
de workshops natuurlijk leuk, maar wij willen mr dan leuk. En
wij zijn niet alleen Scalamedewerkers, maar ook de leerkrachten
en docenten. Om scholen voor basis- en voortgezet onderwijs te
laten zien wat binnen de verschillende disciplines mogelijk is en om
hiervoor handvatten te bieden, hebben we een doorgaande leerlijn
cultuureducatie ontwikkeld: Het Land van Scala. Dit programma
omvat kennismakingslessen op het gebied van beeldende kunst,
dans, muziek, media, theater en erfgoed voor alle groepen van het
basisonderwijs en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs.

muziek op een school in Staphorst verzorgt een Scalamedewerker


bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering en coaching van
leerkrachten om het muziekonderwijs te verbeteren, legt Van
de Louw uit. Hierbij werkt Scala vraag gestuurd. De wensen van
de school zijn dus leidend. De ondersteuning kan bestaan uit
deskundigheidsbevordering van de leerkrachten en het ontwikkelen
van educatieve producten en programmas.

Bijdragen aan vorming

Heeft Van de Louw nog tips voor scholen die meer willen met
cultuureducatie? Doe niet van alles wat, maar bepaal als team een
richting en werk daar naartoe. Op die manier zorg je dat er lijn in
zit, waardoor kinderen er meer van opsteken. Voor gemeentelijke
en provinciale overheid heeft ze ook een advies. Er zou beter
gekeken moeten worden naar wat kunst en cultuur met een kind
doen, voordat wordt bezuinigd op de kosten voor cultuuronderwijs.
Natuurlijk, taal en rekenen zijn belangrijke vakken, maar kunst en
cultuur dragen zeker ook bij aan de vorming. Voor een kind dat
minder goed is in de cognitieve vakken, is het een opsteker als hij een
kei in muziek blijkt te zijn. Daar groeit hij ook van.

Heeft uw school wensen op het gebied van cultuureducatie?


Neem vrijblijvend contact op met een van de medewerkers
cultuureducatie van Scala. Kijk op ontdekscala.nl.

Projecten cultuureducatie

Op verzoek van scholen ondersteunt Scala ook bij


cultuureducatieprojecten. Veelal gebeurt dit tegenwoordig binnen
de subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Bij de pilot

Inge van de Louw

21

O
m ri
og nt
el er
ijk en
he o
de p
n

W
p e
W as lke
at sen mo
do b ge
en ij o lij
w ns khe
e a be d
l a le en
an id? op
le
he
ss
tg
en
eb
en
ie
cu
d
va
ltu
n
re
cu
le
ltu
ac
ur
tiv
ed
ite
uc
ite
at
n?
ie

Visie en beleid
educatie
cultueur
ultuuronderwijs
manier past cultuureducatie/c

ol
hoool? en?
sc n schde jar
id mij en
le e van e kom
bestvisvi oor d
etnoekomoelen
sie de de d
ViWat iast zijn

Op welk
school?
bij de visie en doelen van onze
en?
ambities en doelen versterk
Kan cultuureducatie onze

Hoe start ik
een leerlijn
cultuureducatie?

vlak
Draag
kenen worden
g ik ervoor dat betrok

Hoe zor
en?
nieuwe ontwikkeling
meegenomen in de
ing
n bij de totstandkom
me
ene
me
ik
wil
ie
W
bod (leerkrachten,
van het nieuwe lesaan
of ouders)
en/
gen
rlin
lee
directie,

Evaluatie

Hoe en wanneer gaan we de nieuwe lessen/


activiteiten evalueren?
Wat vinden we belangrijk om te evalueren?

Con
cree
tm
ake
n

Ho
Ga e zette
an w n w
e m e alle
et h
ode s om in
s ge
c
bru oncre
iken te le
sse
?
n?

en
mak

22

n
nge
indi
Verb

g
rin
e
vo
Uit

Ke
uz
es
ma
ke
n

H
o
v em
W oor ake
elk cult n w
e k uu e o
eu red nz
ze
e
s m ucat keu
ak ie? ze
su
en
it a
we
lle
op
mo
ba
ge
sis
lijk
wa
he
ar
va
de
n?
n

en/
akk
re v
nde
et a
em
?
aan
en w
lijn
mak
leer
gen
nde
ndin
rgaa
erbi
doo
lke v
een
We as?
n we
them renge
eb
Ho

n?
ere
vo
t
i
u
e
ten n t
tei lesse
i
v
ti
e
/ac m d
sen ig o
s
e
d
l
o
lke en n
we
at ining ?
a
ie g tra ven
W ijn er n ge
e
Z


nn
ku

Wat is een doorgaande


leerlijn cultuureducatie?
SLO, het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, zegt over doorlopende leerlijnen: Het is
belangrijk dat de leerling (in het primair (PO) en in het voortgezet onderwijs (VO)) zo min mogelijk
overlap, breuken of lacunes in het leerproces ervaart. Voor scholen en culturele instellingen kan een
doorlopende of doorgaande leerlijn daarbij als hulpmiddel dienen. Een school kan vervolgens kiezen
wat voor soort leerlijn cultuureducatie het beste past bij het beleid en schooltype:

een verticale leerlijn


een horizontale leerlijn
een van binnen- naar buitenschoolse leerlijn
een leerlijn van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), naar PO naar VO
Een verticaal doorlopende leerlijn wil zeggen dat er opeenvolgend aan tussendoelen of competenties
wordt gewerkt, van het ene leerjaar naar het andere. Een activiteit bouwt voort op reeds opgedane
doelen en competenties. Dit kan gaan over zowel kennis en vaardigheden als pedagogiek en
didactiek. Deze continuteit in programmatische aspecten wordt gewaarborgd door aan te
sluiten bij de kerndoelen van kunstzinnige orintatie (PO), kunst en cultuur (onderbouw VO) en
examenprogrammas van CKV en kunst (tweede fase VO).
Horizontale leerlijnen gaan over de samenhang tussen de vakken en leergebieden. Dit wordt
de vakoverstijgende benadering genoemd. In dit horizontale onderwijs zit de verankering van
cultuureducatie in het onderwijs (een doelstelling van de subsidieregeling Cultuureducatie met
Kwaliteit). Bijvoorbeeld de integratie van de kunstvakken met overige leerlijnen en de verbinding
tussen het externe cultuuraanbod (kunstenaar, voorstelling etc.) met het onderwijs.
Als leerlingen de kennis die zij onder schooltijd hebben opgedaan na schooltijd kunnen verdiepen
door workshops, voorstellingen, repetities, presentaties etc., spreken we van
een van binnen- naar buitenschoolse leerlijn.
Ten slotte is er de leerlijn die kan doorlopen van PO naar VO en/of van VVE naar PO. Dit is eigenlijk
tegelijk een verticale leerlijn, omdat het hier ook gaat om continuteit in kennis, vaardigheden,
pedagogiek en didactiek. Deze leerlijn kan al starten in de VVE en eindigen bij een eindexamen CKV.
Hulp nodig? De adviseurs van Rijnbrink Groep helpen graag.

Een school kan vervolgens


kiezen wat voor soort leerlijn
cultuureducatie het beste past
bij het beleid en schooltype.

23

Gemeenten, cultuuraanbieders, scholen:

Wie heeft
welke rol?
Hoe kan de overheid, met name op lokaal
niveau, haar verantwoordelijkheid nemen voor
de ontplooiing van iedere Nederlander? Dat is de
vraag die Dirk Monsma, adviseur voor de Raad
van Cultuur, op 25 november 2014 stelde aan
gemeenteambtenaren tijdens een bijeenkomst bij
Rijnbrink Groep.

24

Dirk is betrokken bij de totstandkoming van het advies


Meedoen is de kunst (maart 2014), een advies over actieve
cultuurparticipatie gericht aan Jet Bussemaker, minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tijdens een geanimeerd
gesprek over de verschillende rollen van gemeenten,
cultuuraanbieders en scholen legt Dirk uit dat, om de waarde
van kunst en cultuur te laten bloeien, een basis nodig is.
De overheid is daar medeverantwoordelijk voor. De basis
bestaat uit:
1. Locatie: waar kan ik kunst beleven?
2. Programma: wat is het aanbod?
3. Promotie: hoe weet ik dat dat aanbod er is?
4. Vindbaarheid: is het aanbod makkelijk vindbaar?
5. Toegankelijkheid: kan ik ernaartoe?
Voor gemeenten is het van belang om na te gaan of deze vijf
randvoorwaarden op orde zijn. Daarnaast kan de gemeente
kiezen uit een aantal toekomstscenarios:
1. Creatieve gemeente: breed en divers aanbod
2. Talentvolle gemeente: de talenten in de gemeente laten
bloeien, alles koppelen aan onderwijs
3. Sociale gemeente: kunst als middel om sociale doelen
te halen
4. Vitale gemeente: alleen als burgers niet zelf doen,
heeft de gemeente een rol
Tijdens het gesprek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen
de Overijsselse gemeenten. Zowel qua structuur als qua
toekomstvisie. Sommige gemeenten zijn nogal behoudend.
Het is moeilijk om daar een breed aanbod te realiseren.
Soms heerst er een erg gesloten verenigingsleven, waar
weinig ruimte is voor anderen of iets nieuws. Maar er zijn ook
gemeenten, zoals Raalte, die een breed programma met veel
festivals hebben, waar verbindingen gelegd worden.
Ook is er een aantal gemeenten dat inzet op talent.
Welke gemeente ook, iedereen herkent dat het een uitdaging
is om aan te sluiten bij de behoeften en vaak ook de taal van
de doelgroep. Dirk: Vraag je aan jongeren of ze aan kunst
doen, dan is hun antwoord nee! Vraag je of ze muziek maken,
dan is het antwoord ja!

Meer lezen over Meedoen is de kunst?


Scan de QR-code:

Dirk Monsma

25

Cultuur

aanbieders
Wilja Jurg, directeur TETEM kunstruimte
Volgens Wilja Jurg start een goed
cultuureducatieaanbod met het uitspreken
van de wederzijdse verantwoordelijkheden
en visie, en vervolgens met de daarbij
passende rollen. Elke speler heeft een
specifieke rol: het onderwijs heeft de
primaire verantwoordelijkheid, de hoofdrol.
Cultuuraanbieders zijn dienstbaar en
ondersteunen het onderwijs. Zij kunnen
helpen bij het ontwikkelen van een visie,
impulsen geven en ondersteunen bij het
opbouwen van een netwerk binnen het
culturele veld. Gemeenten hebben volgens
Wilja de verantwoordelijkheid om ervoor
te zorgen dat er een goede infrastructuur
ligt waarbinnen onderwijs, buitenschoolse
activiteiten en cultuur goed kunnen
opereren. Tijd, aandacht en geld zijn de
mogelijkmakers.
Scholen moeten zich volgens Wilja afvragen
wat leerlingen nodig hebben. Wat sluit aan bij
de situatie op de school? Wat wil je als school
bereiken? Een continue vraag, waarover je
in gesprek moet blijven. Een andere vraag
noemt Wilja de kaders qua kwaliteit, tijd
en geld. Het onderwijs moet nadenken
over goed opdrachtgeverschap. Alleen dan
zullen cultuurinstellingen in staat zijn te

Wilja Jurg

26

leveren wat nodig is voor goed onderwijs.


Bij culturele instellingen speelt de vraag hoe
zij hun kennis kunnen delen. Hun uitdaging
is om efficint en kostenbewust te werken.
Ze moeten een betaalbaar product kunnen
maken.
De gemeente zou volgens Wilja moeten
onderzoeken waar hiaten zitten in de lokale
culturele structuur en hoe zij deze kan
ondersteunen. Randvoorwaarde is dat er
een visie is, anders blijft het los zand. Geen
gemeente is gelijk en binnen de gemeente
zijn weer verschillende spelers. Het gaat dus
altijd om maatwerk. Soms is het nodig om
regievoerder te zijn, maar als een school of
culturele instelling dat zelf kan en doet, dan
moet de gemeente die rol niet nemen.
Tot slot geeft Wilja aan dat gemeenten
keuzes moeten maken. Zij hoeven er niet per
se naar te streven om alle lokale aanbieders
overeind te houden. Het is van belang dat
ieder kind zich breed kan ontwikkelen. Daarin
kunnen ook keuzes gemaakt worden die
de gemeentegrens overstijgen. Alleen als
de breedheid van het aanbod, de kwaliteit
en kosten in balans zijn, ontstaat er een
duurzaam evenwicht. Nu is het moment om
het goed te doen, het goed te borgen.

Belangrijk is dat nu het


moment is om het goed te
doen, het goed te borgen.

Cultuureducatie
met Kwaliteit
bleek een mooie
doorontwikkeling op
wat er al was

Gemeenten
Klaasje Everts, beleidsmedewerker Cultuur bij
gemeente Aa en Hunze
Klaasje vertelt dat haar gemeente een echte
plattelandsgemeente is. Aa en Hunze behoort tot
de P10 (de tien grootste plattelandsgemeenten
in ons land.) De basis voor cultuureducatie
begon in 2002 2003. De kunstencentra zochten
samenwerking met onderwijs en gemeente om
kinderen te laten kennismaken met theater, dans,
muziek, etc. in de vorm van een kunstmenu. Er
kwam een cultuur-educatief aanbod dat structuur,
continuteit en kwaliteit in de scholen bracht met
als bijkomend voordeel dat het gemakkelijk werd
gemaakt voor het onderwijs. De gemeente stelde
kaders vast, nam het op in het cultuurbeleid en
ondersteunde het onderwijs en de cultuursector.
Cultuureducatie met Kwaliteit bleek een mooie
doorontwikkeling op wat er al was. Het triggerde
het onderwijs om vraaggerichter te gaan werken.
Klaasje vertelt dat alle scholen meedoen met
de regeling en dat hun ambitieniveau zichtbaar
stijgt. Ook in Aa en Hunze speelt de cultuurcoach
een belangrijke verbindende rol, zeker met het
lokale aanbod buiten school. De gemeente is
inmiddels meer op de achtergrond en heeft een
ondersteunende rol als dat nodig is, en een kaderstellende rol. Voor wat betreft de verdeling van
het geld is het goed dat niet alles naar culturele
activiteiten gaat. Voor het borgen van de kwaliteit
en de verbinding met het lokale aanbod is
ondersteuning erg belangrijk.

Het

onderwijs
Jasper Kok, directeur OBS Stedeke Diepenheim
Jasper vertelt dat de CuBaHof cultuureducatie
verzorgt voor alle 22 basisscholen in de gemeente Hof
van Twente. Omdat alle middelen van de 22 scholen
voor culturele vorming gebundeld zijn met het geld
van de gemeente, Cultuureducatie met Kwaliteit,
sponsorgeld en subsidie voor de cultuurcoach is
er veel meer slagkracht en een rijker aanbod. Zijn
visie is dat kinderen heel vaak niet weten wat er
in hun omgeving te zien en te doen is, hoe rijk de
samenleving eigenlijk is als het gaat om cultuur. Dit
heeft ook te maken met overvolle lesprogrammas.
Zijn idee is dat je die programmas moet integreren
met cultuur zodat het er niet bij komt maar in de plaats
van. Hij vindt het ook belangrijk dat het Europees
burgerschap wordt bevorderd, dat kinderen een open
blik naar buiten hebben. Dat kan juist in Diepenheim,
omdat daar veel buitenlandse kunstenaars komen.
Jasper geeft aan dat de cultuurcoach een heel
belangrijke rol speelt. De CuBaHof verzorgt een breed
aanbod zoals Kunstmenu, Veldtocht, AMV in groep 5,
Instrumentencarrousel en veel andere activiteiten.
De CuBaHof heeft een bestuur en legt
verantwoording af aan alle scholen en de gemeente.

Jasper Kok

We moeten
programmas integreren
met cultuur, zodat
het er niet bij komt maar
in plaats van.

Klaasje Everts

27

Jufwerkjes
maken plaats voor
eigen creativiteit
Pilot beeldende vorming op Wierdense
basisschool groot succes
Aan de slag met beeldende kunst is de titel van de
doorgaande leerlijn kunstzinnige orintatie die basisschool
Het Galjoen in Wierden samen met TETEM kunstruimte
cultuuraanbieder uit Enschede ontwikkelt. De leerlijn
is ingebed in de handvaardigheidslessen en prikkelt de
creativiteit van kinderen. Voorheen maakten ze allemaal
min of meer identieke werkjes, nu komen ze met eigen
producten.

28

enzovoort. Door die vragen gaan kinderen anders kijken en daarna


anders werken. De resultaten zijn ook beter, gevarieerder. Tijdens
deze opdracht hoorde ik een meisje zeggen: Ik geef mijn schildpad
hoge poten, want het is een landschildpad. Kortom: vroeger
maakten ze allemaal jufwerkjes, nu zijn ze veel creatiever en komen
meer eigen producten tot stand.

Leren reflecteren

Jocelyn Bos kan het niet vaak genoeg zeggen: ze is rzend


enthousiast. Jocelyn is ICCer (interne cordinator cultuur) op Het
Galjoen en hoorde tijdens een bijeenkomst met andere ICCers
een voordracht van cultuureducatieadviseur Karin Kotte over
procesgericht werken bij beeldende vakken. Dt is het, dacht ze,
z moet het. Daarna bracht ze het spreekwoordelijke balletje aan
het rollen. Gesprekken volgden, met haar eigen schooldirecteur,
met Rijnbrink Groep, met TETEM kunstruimte totdat de pilot in
september 2013 van start kon gaan.

Doorgaande leerlijn
beeldende vorming

De school wilde een doorgaande leerlijn ontwikkelen voor


beeldende vorming, vertelt projecteider Jacomijn Schellevis van
TETEM kunstruimte. Alle leerkrachten gaven al beeldende vakken,
maar zochten verdieping. Vanuit TETEM is gewerkt volgens het
vaste format. We begonnen met een training procesgericht werken
voor de leerkrachten, vervolgt Schellevis. Daarna hebben we
genventariseerd hoe het team de themas, materialen en technieken
binnen de leerlijn aan elkaar wilden koppelen. Die wensen zijn
voor ons leidend. Vervolgens hebben we de lessen ontwikkeld en
tussentijds aangepast. Inmiddels is het materiaal voor de bovenbouw
af, voor de onderbouw is het nog in ontwikkeling.

Het met elkaar nabespreken is ook een wezenlijk onderdeel van


deze vorm van werken en een heel belangrijke bij beeldende
vorming. Na de opdracht beschouwen we nu klassikaal de
werkstukken. Kinderen vertellen dan waarom ze iets op een
bepaalde manier hebben gemaakt. Heel anders dan vroeger, toen
ze het afgeronde werkstuk gelijk mee naar huis namen. Deze
nabespreking maakt de beeldende vorming completer, volgens
Jocelyn, want die is immers meer dan alleen techniek.
In de reader voor de leerkrachten wordt dan ook niet alleen
aandacht besteed aan hoe ze de techniek moeten overbrengen,
vult Schellevis aan. We geven hen ook handvatten hoe ze kinderen
kunnen leren te beschouwen, eigen keuzes te maken en te
reflecteren.

Passend bij
de school

Het mooie van de opzet van het project is dat TETEM op basis van
de input van onze leerkrachten de lessen heeft ontwikkeld, vindt
Jocelyn terugkijkend. Daardoor is het iets van henzlf geworden,
niet iets wat van bovenaf is opgelegd. Scholen hoeven volgens
haar niet huiverig te zijn voor een te zware belasting. Je kunt het
project zo klein of groot maken als je wilt, passend bij je school en
de wensen van het team. Bovendien spreekt TETEM vooraf een
strak tijdspad af, zodat niemand voor verrassingen komt te staan.
Al met al is ze dik tevreden. Zoals het nu vorm heeft gekregen,
dat had ik vooraf niet durven dromen!

Anders kijken, anders werken

Het is leuk om te zien hoe anders kinderen nu bezig zijn, aldus


Jocelyn Bos. Voorheen legde de leerkracht een gerichte opdracht
uit, bijvoorbeeld: klei een schildpad. En daarna was het: hup, allemaal
aan het werk. Nu gaan we eerst met elkaar onderzoeken welke
soorten schildpadden er zijn, hoe ze anatomisch in elkaar zitten,

Jocelyn Bos

Jacomijn Schellevis

29

Creer
draagvlak met

Veldtochten
Vaak zorgt een Veldtocht ervoor dat er draagvlak ontstaat
voor kunst en cultuur. Het helpt bij het creren van het
klimaat dat nodig is voor succesvolle cultuureducatie.
Wat is een Veldtocht?

Een Veldtocht is een krachtig instrument om een hele woonkern


te overspoelen met kunst en cultuur. Iedereen wordt betrokken,
van jong tot oud, verenigingen en individuen, cultuuraanbieders
en amateurkunstenaars, scholen, verzorgingshuizen, et cetera. In de
Veldtocht worden bewoners uitgedaagd om te participeren. Daarbij
gaan we uit van de kracht van burgers.

Wat is het doel van een


Veldtocht?

Doel van de Veldtocht is om leerlingen van het primair onderwijs,


ouders, leerkrachten, belangstellenden en amateurverenigingen in
een woonkern in Overijssel in een week tijd te laten kennismaken
met kunst en cultuur. Hierbij wordt zoveel mogelijk de expertise en
het aanbod van Overijsselse en lokale kunst- en cultuuraanbieders
ingezet. Ook professionele cultuuraanbieders uit Overijssel reizen af
naar de locatie om samen te werken. Zowel het culturele klimaat als
de sociale kwaliteit van een plek worden versterkt.

Wat is de aanpak?

In elke woonkern waar een Veldtocht plaatsvindt, is een lokale


werkgroep (in wisselende samenstelling) die het programma op
maat maakt voor die kern. De werkgroep bestaat in ieder geval
uit de provinciale projectleider, de lokale projectleider en de
werkgroepleden. Deze laatsten worden geworven bij het onderwijs,
de bibliotheek, zorgcentra, kinderopvang, de gemeente, sociaalcultureel werk, amateurverenigingen (verschillende disciplines),
ouders, lokale omroep, lokale pers et cetera. Het thema van de

30

Elin Groot Rouwen

Veldtocht bepaalt men zelf. De Veldtocht wordt financieel mede


mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel, er worden fondsen
geworven en er wordt een lokale bijdrage gevraagd.
De Veldtochtweek wordt afgesloten met een groot feest waarbij alle
deelnemers laten zien wat ze hebben gedaan. In het voorjaar van 2015
vinden er drie Veldtochten plaats in Oldenzaal, Deventer en Heino.

Nieuwsgierig geworden en meer weten?


Mail dan naar Elin Groot Rouwen,
projectleider voor de Veldtocht via
Elin.grootrouwen@rijnbrinkgroep.nl.
Zij neemt dan contact met u op.

Cultuuronderwijs heeft alleen zin als het goed is.


Overijssel.AliceMoves.nl helpt daarbij. Deze community is
opgezet om scholen en cultuuraanbieders te helpen met
de ontwikkeling van goed cultuuronderwijs en om van
elkaar te leren. Het is een online platform waarop scholen en
cultuuraanbieders met elkaar in contact kunnen komen,
ook onderling. Een ontmoetingsplaats, zeg maar.

Zoekenvindmet

ALICEMOVES

Iris Offringa

Op AliceMoves.nl vind je heel veel tips en feedback waarmee je


de kwaliteit van cultuureducatie kunt verbeteren. Speciaal voor
Overijssel is er www.overijssel.alicemoves.nl. Rijnbrink Groep
werkt continu, samen met Webvertising Studios, aan de verdere
verbetering van de site. Iris Offringa, adviseur bij Rijnbrink Groep,
beantwoordt vier vragen:
1. Waarom is het zo belangrijk dat alle scholen en
cultuuraanbieders een profiel hebben op AliceMoves
Overijssel?
Omdat scholen en cultuuraanbieders elkaar hier snel kunnen
vinden. Scholen kunnen direct met aanbieders contact opnemen. En
aanbieders kunnen hun aanbod bij alle scholen in Overijssel onder
de aandacht brengen.
2. Kost het scholen niet erg veel tijd om actief te zijn
op AliceMoves? Als je even googelt vind je toch ook
cultuuraanbieders of andere scholen?
Op AliceMoves Overijssel zoek je heel gericht met behulp van filters.
Je kunt bijvoorbeeld aangeven dat een voorstelling in een sportzaal
of spellokaal moet kunnen plaatsvinden. Maar ook voor welke
doelgroep je iets zoekt, voor welke kunstdiscipline et cetera. Hierdoor
vind je heel snel allerlei concrete activiteiten die passen bij jouw
wensen en zoekvragen. Deze informatie vind je niet via Google.

3. Kunnen scholen en cultuuraanbieders die hulp willen


bij de ontwikkeling van een doorgaande leerlijn en
verankering in hun beleid, ook terecht op AliceMoves?
Onder het tabblad Doen van AliceMoves Overijssel kun je ter
inspiratie voorbeelden van ontwikkelde leerlijnen in Overijssel
bekijken. Voor hulp en advies op maat over leerlijnen en
beleidsontwikkeling kunnen scholen contact opnemen met een van
de adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep.
4. Er zijn zo veel activiteiten en projecten, hoe bepaal je als
school wat je moet zoeken?
Voordat je gaat zoeken op AliceMoves is het handig om een aantal
kaders vast te stellen. Bepaal bijvoorbeeld voor welke groep je iets
zoekt, in welke kunstdiscipline, of het lesstofvervangend moet zijn
en waar het plaats mag vinden. Hoe specifieker de zoekcriteria,
hoe concreter je zoekresultaat en hoe makkelijker het wordt om
iets uit te kiezen. Je kunt natuurlijk ook met weinig zoekcriteria een
zoekopdracht uitvoeren. Je krijgt dan veel resultaten, waardoor je
wellicht nieuwe aanbieders ontdekt die je nog niet kende.
Noot: AliceMoves is een gezamenlijk initiatief van het Landelijk
Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA),
het Fonds voor Cultuurparticipatie en Webvertising Studios.

31

Het magazine voor cultuureducatie in Overijssel


Mede mogelijk gemaakt door:

You might also like