en
en
en
en
U.
Y.
Q.
Q.
Kinderen die over het algemeen op dit gebied negatief gekozen worden zijn:
Q.
Y.
G.
L.
M. is geen n keer negatief en geen n keer positief gekozen. Dit is iets om in
de gaten te houden, wil hij zelf niet, of is er iets anders waardoor hij niet gekozen
wordt?
Er zijn ook 4 kinderen die positief worden gekozen:
L.
S.
S.
S.
Op het einde ga ik de kinderen die ergens meer worden gekozen vergelijken met
de twee domeinen sociaal en werk gerelateerd. Misschien valt daar iets in op.
Nu een kijkje op het domein werk gerelateerd. Er zijn weer een aantal kinderen
die negatief voor elkaar kiezen, namelijk:
S. en S.
E. en L.
K. en S.
S. en R.
R. en J.
De kinderen die in het algemeen negatief zijn gekozen zijn:
Q., R. en Y.
De kinderen die positief zijn gekozen in het algemeen zijn:
L.
L.
S.
S.
C.
M. is niet positief als negatief gekozen door de groep.
Conclusie n.a.v. het sociogram:
- Er zijn verschillende kinderen die zowel op sociaal gebied als werk gerelateerd
gebied negatief gekozen worden, dit zijn:
- Q. en Y.
- Er zijn ook kinderen die in allebei de gevallen positief gekozen zijn, dit zijn:
- L. en S.
- Wat opvalt is dat M. tot vier keer toe niet is gekozen. Dit is iets om in de gaten
te houden.
- Er zijn geen kinderen die op beide gebieden elkaar negatief of positief kiezen.
De kinderen zijn voor het einde van dit schooljaar zelfstandiger in het
oplossen van problemen onderling, tijdens het spelen en het werken. De
kinderen komen dus niet naar mij toe, wanneer ze nog geen poging
hebben gedaan om het zelf op te lossen.
De kinderen komen binnen 3 minuten in de kring zitten als ik daarom
vraag.
Ik denk dat ik best coperatieve werkvormen kan inzetten, wel zal ik dan
moeten kijken dat ik bepaalde kinderen niet bij elkaar zet. De kinderen die
negatief naar voren komen kiezen elkaar soms ook negatief. Het beste is
als ik de kinderen die negatief worden gekozen uit elkaar haal. Daarbij kan
ik dan weer iemand bijzetten waarmee de negatief gekozenen goed mee
overweg kan. Voor de rest kunnen de kinderen goed met elkaar overweg.
Het is dus van belang dat ik even goed kijk waar ik de meest negatief
gekozen kinderen plaats.
Werkvormen zoals rotonde en koppen-bij-elkaar zou ik goed kunnen
toepassen in deze groep.
Het samenwerken zou ik ook in kunnen zetten, als ik tweetallen ga maken,
zal ik goed moeten kijken wie ik bij elkaar zet, als de groepen wat groter
worden is dit wat minder aan de orde, omdat er altijd wel kinderen tussen
zitten die de rust kunnen bewaren. Wel zal ik altijd de negatief gekozen
kinderen uit elkaar zetten.
Ik kan ook goed de kinderen individueel aan de slag zetten. Ze hebben dan
geen last van iemand anders, de kinderen zijn zelfstandig aan het werk. Ze
mogen echter wel aan elkaar hulp vragen. Ik zie dat ze dan hulp vragen
aan de kinderen met wie ze dan goed kunnen werken, dit is positief.
Much more than documents.
Discover everything Scribd has to offer, including books and audiobooks from major publishers.
Cancel anytime.