Professional Documents
Culture Documents
ning
Tomo
rrow
VISIEDOCUMENT NIEUWE MEDIA
EN ONDERWIJS
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
INPUT VOOR HVA-BREDE VISIE
EN PRAKTIJK
1.1
2.1
3.1
1.2
2.2
3.2
1.3
2.3
3.3
4.1
5.1
6.1
4.2
5.2
6.2
4.3
5.3
6.3
5.4
6.4
6.5
4.4
6
7
Samenvatting
Re-design onderwijs
Digitaal onderwijsleermateriaal
Feedback en Toetsen
Beeld en Geluid
b)
c)
Demography
Globalisation
Immigration
Technology
Labour Market
DRIVERS
Labour
trends &
market demands
EDUCATION
&
TRAINING
NEW SKILLS
Initiative, resilience
Responsibility
Risk-taking, creativity
personal Personalisation
skills
NEW WAYS OF
LEARNING
learner
centred
Team-, networking
Empathy, compassion
Co-onstruction
social
skills
Collaboration
social
learning
Peer learning
Sharing & collaboration
In communities
Managing, Organsing
Meta-cognitive skills
Failing forward
learning
skills
Informalisation
lifewide
learning
Anywhere, anytime
Blending virtual & real
Combining
sources/providers
ICT TRENDS
Learning
analytics
Elecronic
tutors
Augmented
Reality
Data
mining
Games
Mobiles
e-books
3D virtual
worlds
Social
networks
OER
ePortfolios
LMS
Sleutelbegrip
Leren
Persoonlijk
Leren op maat
Stelt de lerende
centraal: draait om
en volgt de
lerende
Actief leren
Betrokken
Eigenaarschap
Vanuit eigen
motivatie leren
Een leerproces is
krachtig wanneer
alle
belanghebbenden
bij hetleerproces
Heeft altijd virtuele betrokken zijn bij
componenten:
de vormgeving
blended
daarvan.
Mobiel leren
/mobiele devices
(apps, ipad en
mobiel)
Persoonlijke
adaptieve ELOs
Samenwerken
Peer-leren
Samen leren
Delen
Informaliseren
Blended Leren
Tijd- en plaatsonafhankelijk
leren
Formeel en Informeel leren
Netwerk leren
Maakt werken in
netwerken,
groepen en disciplines mogelijk
Maakt continue
feedback mogelijk
Een leeromgeving
is het krachtigst
als alle
betrokkenen erin
leren
Mobiel leren
/mobiele
devices (apps,
ipad en mobiel)
Learning analytics
(direct feedback)
Sterke wisseling
formeel en informeel leren
mogelijk
Communities en
netwerkleren
Mobiel leren
/mobiele devices
(apps, iPad en
mobiel)
Is toegankelijk en
open
Open Educational
Resources
Open Educational
Resources
Inleiding
1.1 Opdracht
Vanaf 2011 is een
werkgroep (de leden:
zie bijlage 5) actief
om de vragen uit
Creating Tomorrow
te beantwoorden en
te onderzoeken wat
de huidige trends in
ICT en social media
betekenen voor de
HvA.
1.2 Rapport
Dit rapport bestaat uit twee delen.
1.3 Proces
De werkgroep onderscheidt twee fases in
het proces.
Fase 1:
werkgroep Learning Tomorrow
Fase 2:
Learning Tomorrow Roadshow
In de werkgroep waren (de early adapters van) alle domeinen, en diverse staven
en diensten vertegenwoordigd. Daarmee
zijn bij het onderzoek en de inventarisatie alle relevante perspectieven betrokkenen (zoals onderwijs, SI, bibliotheek ).
Steeds is afgestemd met de stuurgroep
ICT-onderwijs (nu stuurgroep Onderwijs, onderzoek en nieuwe media). Diverse sessies hebben plaatsgevonden
in FLOOR en de WAAG (deelname zie
bijlage 6). Alle input is verwerkt in deze
nieuwe versie van dit (groei-)document.
portret
Scrummen
Hij logt in en is net op tijd voor de start van de
sessie. Die begint altijd met een instructie van
een docent. Daarna begeleidt de docent een soort
online scrum-sessie: wat heb je gedaan, waar loop
je tegen aan en wat zijn ideen voor de oplossing?
Na de scrum weten de studenten hoe ze verder
moeten. Ze verdelen de taken en Max neemt wat
hij moet doen meteen over in zijn persoonlijke
plannings-app.
Flitscolleges
Om twaalf uur geeft een gastdocent theoriecollege.
Studenten kunnen kiezen of ze erbij zijn of het college volgen via Skype. De les sluit perfect aan bij
de voorbereidende flitscolleges. Vooraf heeft Max
ook online een diagnostische toets gemaakt, zodat
de gastdocent vooral die onderwerpen kan behandelen waar onduidelijkheid of misvattingen over
zijn. Met een videoconference kunnen de thuisvolgers vragen stellen, meediscussiren en dieper
op de stof ingaan. Max besluit om erheen te gaan
en pakt zijn fiets.
Planningsapp
Kiezen
Ting, een bericht. Max ziet dat het van een docent
is van een vak waar hij zich voor heeft ingeschreven, maar nog niet is geweest. Waar ben je? Wil
je nog meedoen met dit vak? Max antwoordt dat
hij heeft besloten het vak in Utrecht te volgen. Deze
keuze kan hij maken, want hij hoeft om zijn diploma te halen niet alle aangeboden vakken bij de
HvA te volgen. Als hij online interessante communities vindt of vakken die (online) worden aangeboden door een andere instelling, mag hij daar ook
voor kiezen. Voorwaarde is dat die vakken aan een
internationale standaard voldoen.
Maatschappelijke
ontwikkelingen
Creating Tomorrow 2 geeft aan dat globalisering
van grote invloed is op de wijze waarop studenten
in het leven staan. Het benvloedt ook hoe we over
werk denken en welke vaardigheden nodig zijn om
te werken in de toekomstige (kennis)maatschappij.3
In dit hoofdstuk gaan we in op de veranderingen
in maatschappij, arbeidsmarkt en werkveld, en de
invloed daarvan op het onderwijs..
2.1
Maatschappij en arbeidsmarkt
De wereld verandert fundamenteel door globalisering, demografische ontwikkelingen, technologische ontwikkelingen en
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Ontwikkelingen die de toekomst van het werk bepalen zijn
bijvoorbeeld (Redecker, C. et al., 2011):
2.2
Het werkveld
Ook het werkveld zelf zal steeds veranderen en de functies en
de benodigde competenties veranderen mee. Het Apollo
Research Institute4 heeft tien vaardigheden gedentificeerd die
belangrijk zijn voor het werken in de functies van de toekomst.
Samengevat komen deze tien vaardigheden op het volgende
neer: 5
Betekenis leggen: het vermogen tot het
duiden van de diepere betekenis en het
belang van informatiestromen en datasets; Samenwerkend denken en doen;
Over grenzen heen denken en doen: out
of the box en innovatief;
Ordenen van informatie: het vermogen
om kritisch om te gaan met in informatiestromen en datasets, het beoordelen
daarvan, en/of selecties erin te kunnen
maken.
Het accent komt steeds meer te liggen op competenties als
probleemoplossend vermogen, kunnen omgaan met (grote hoeveelheden) informatie en het werken in teams of netwerken.
Daarnaast is self management cruciaal; het vermogen om eigen
doelstellingen te realiseren (Redecker, C. et al., 2011).
2.3
Invloed op het onderwijs
Voor de HvA is het van belang de maatschappelijke ontwikkelingen kritisch te blijven volgen om hier met het onderwijsaanbod
en vorm vroegtijdig op in te kunnen spelen. Al deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk om de inrichting van het (beroeps)onderwijs steeds weer onder de loep te nemen:
Sluiten de HvA-opleidingen nog aan bij
onze maatschappij en de arbeidsmarkt?
Sluiten de HvA-opleidingen aan op veranderende functies? Sluiten de HvA-opleidingen voldoende aan bij de studentenvan-nu?
De invloed is natuurlijk wederzijds; het hoger onderwijs benvloedt op haar beurt weer de maatschappij, de politiek en het
bedrijfsleven. Als opleidingsinstituut en kennisinstelling is er een
taak voor de hogeschool studenten een basis te bieden om bij te
kunnen dragen aan het mede vormgeven van deze ontwikkelingen.
portret
Beeldende media
Sinds driekwart jaar heeft ze een baan en ze heeft het daarin prima naar
haar zin. Nu al kan ze toegevoegde waarde leveren: ze leert haar collegas om
met digitale bronnen zinvol onderzoek te doen. Fay is een beetje dyslectisch,
dus de films en andere meer beeldende media die de HvA haar aanbood, zijn
in haar studie vaak erg handig geweest. Met digitaal toetsen hield ze zichzelf
steeds scherp en bij de les. Zo kwam ze altijd goed voorbereid bij tentamens.
Interactief en levendig
Ze kijkt terug op haar studie als een leerzame periode. Het onderwijs was zinvol en de docenten mediageniek: ze wisten hoe ze digitale middelen in konden
zetten. De tweede-schermpresentaties naast het echte college, maakten de
colleges interactief en levendig. Jammer dat de DLWO het in haar begintijd
nog niet altijd goed deed. Later ging dat veel beter. Inmiddels is het weer verder ontwikkeld en uitgebreid. Dat weet ze omdat ze extra cursussen volgt op
meer specialistische terreinen. Ze blijft in het algemeen goed bij in de ontwikkelingen op haar vakgebied door de Open- Coursewaresite van de HvA.
Trends voor de
toekomst van leren
In onze visie op Learning Tomorrow vormen drie
sleutelbegrippen een basis:
Personaliseren, Samenwerken en Informaliseren.
Wat dit betekent voor het onderwijs, staat daarbij
centraal.
3.1
De toekomst van leren
Het huidige en toekomstige onderwijs is het uitgangspunt van de visie. Dat
betekent dat het onderwijs en de vormgeving daarvan centraal staan, en niet de
laatste ontwikkelingen in ICT en nieuwe media. ICT geeft nieuwe mogelijkheden
in deze vormgeving. In de studie The Future of Learning (Redecker, C et al.)
hebben panels met experts hun ideen over de toekomst van leren beschreven.
Daaruit zijn vervolgens drie trends in het denken over en de praktijk van het
onderwijs gedestilleerd:
a)
b)
c)
Demography
Globalisation
Immigration
Technology
Labour Market
DRIVERS
Labour
trends &
market demands
EDUCATION
&
TRAINING
NEW SKILLS
Initiative, resilience
Responsibility
Risk-taking, creativity
personal Personalisation
skills
NEW WAYS OF
LEARNING
learner
centred
Team-, networking
Empathy, compassion
Co-onstruction
social
skills
Collaboration
social
learning
Peer learning
Sharing & collaboration
In communities
Managing, Organsing
Meta-cognitive skills
Failing forward
learning
skills
Informalisation
lifewide
learning
Anywhere, anytime
Blending virtual & real
Combining
sources/providers
ICT TRENDS
Learning
analytics
Elecronic
tutors
Augmented
Reality
Data
mining
Games
Mobiles
e-books
3D virtual
worlds
Social
networks
OER
ePortfolios
LMS
A PERSONALISEREN
ICT biedt mogelijkheden voor veel meer
op maat toegesneden leerpaden. De
vraag van de student is het startpunt, en
niet het aanbod van de instelling. Dit appelleert direct aan de betrokkenheid en de
motivatie van de student.
Met Learning Analystics 6 kan veel gerichter en persoonlijker feedback worden
gegeven op het studeergedrag van
lerenden; Veranderingen in de creatie van
onderwijsmaterialen (content), bijvoorbeeld de publicatie van eBooks die op
een andere manier het leren faciliteren.
Mogelijkheden voor zelfgeorganiseerd
leren, bijvoorbeeld: studenten publiceren
zelf eBooks met open content of stellen
een ePortfolio op;
6 Learning analytics maken het mogelijk om van grote hoeveelheden informatie in verschillende databases,
intelligente analyses te maken. In combinatie met de eigen waarnemingen en analyse van docenten kunnen
bijvoorbeeld betere beslissingen en onderwijsactiviteiten op maat aangeboden worden (meer in bijlage 1: ICTontwikkelingen).
B SAMENWERKEN
C INFORMALISEREN
7 Didderen en Verjans (in Trendrapport Open Educational Resources, artikel 1, 2012) beschouwen het zelfs
een vierde sleutelbegrip bij het model Future of Learning. Wij hebben gekozen het te plaatsen onder informaliseren 7 omdat via Open Content blends ontstaan van informeel onderwijs en formeel onderwijs.
portret
Een jaar studeren in Australi en daar ter plekke ook vakken aan de HvA kunnen volgen. Vera heeft het goed voor elkaar: ze loopt geen achterstand op en
haalt haar diploma op tijd. Daarnaast volgt zij in Australi verschillende vakken
in Sport en Beweging, waarvan de meeste ook meetellen voor haar diploma
aan de HvA. Ze houdt daarvoor tweewekelijks contact met haar mentor. Naast
haar studie vult ze haar tijd met de verschillende aantrekkelijke outdoorsporten die downunder te bieden heeft en werkt ze bij een organisatiebureau
voor outdoorevents. Zo combineert ze werken en leren met haar passie voor
buitensporten.
Veranderingen in
leren en onderwijs
In dit hoofdstuk gaan we in op veranderingen in
opvattingen over het leren en veranderingen in de
leeromgeving. Welke verschuivingen zien we op
dit moment en waar kunnen we nu alvast rekening
mee houden?
4.1
Veranderingen in het denken over effectief leren
Leren is een actief informatieverwerkingsproces. Cognitief psychologen zien leren als
het veroorzaken van een duurzame gedragsverandering. Daarbij gaat het niet alleen
om waarneembare gedragsveranderingen, maar ook om veranderingen in iemands
mogelijkheden om zich anders te gedragen (Van der Veen & Van der Wal, 1997).
4.2
Veranderingen in de leeromgeving
Met het veranderen van de opvattingen over leren, is de vormgeving van het onderwijs in de leeromgeving ook veranderd.
Werkvormen zijn in de loop der jaren interactiever geworden, het
accent wordt gelegd op actief leren.
Peter Sloep (2012) zet echter een belangrijke kritische noot bij
deze verschuiving: het onderwijs is weliswaar veranderd, maar
deze veranderingen hebben plaatsgevonden binnen het oude
model van uitzenden van kennis en informatie. Colleges zijn
nu ook te bekijken als webcolleges (online), hergebruik en herhaling zijn dus mogelijk en deze content kan bovendien verrijkt
worden met vragen of extra informatie. Maar deze vormen passen nog steeds binnen de kaders van het model uitzenden. De
leeromgeving is dus veranderd, maar het achterliggende model
nog niet: we onderwijzen nog steeds in collegezalen- al dan niet
online - met gestandaardiseerde curricula en uniforme exameneisen.
Naar nieuwe modellen
Studies zoals die van Future of Learning (2011) zouden aanleiding moeten zijn voor een discussie over de vormgeving van
onderwijs. Die discussie is er ook wel, maar de neiging om vanuit oude modellen te denken en te handelen, is nog steeds
groot. De tijd is rijp voor flexibilisering en informalisering, ook
door de mogelijkheden van de nieuwe media. Regelgeving en
bestaande financile modellen bevorderen de concretisering
hiervan niet. De discussie zou meer kunnen over de vraag: hoe
zou de ideale leeromgeving er uit kunnen zien?
4.3
Uitgangspunten voor Learning Tomorrow
Het rapport Future of Learning (2011) biedt een aantal bruikbare uitgangspunten voor
ideen voor een toekomstige leeromgeving (Leendertse, 2011).
De toekomstige leeromgeving
volgt de lerende:
omdat leren plaatsvindt op een instelling (formeel), maar ook op onder andere
internet, studieverenigingen en online
communities (informeel). Informeel leren
krijgt een belangrijkere rol. Je kunt overal
en altijd leren. Leren vindt plaats in een
flexibele omgeving die het mogelijk maakt
tijd- en plaats onafhankelijk te leren. Dit
kan ook betekenen dat de leeromgeving
open en toegankelijk is.
7
In het volgende hoofdstuk worden
deze uitgangspunten vertaald in
ontwerpprincipes en gecombineerd
met de mogelijkheden die ICT biedt.
8 MOOC; een cursus die alleen ontstaat en opgezet
is via internet door n of enkele initiatiefnemers.
Iedereen is cursist deelnemer en expert. http://www.
youtube.com/watch?v=eW3gMGqcZQc
4.4
Samenvatting
Sleutelbegrip
Leren
De (toekomstige) leeromgeving
Persoonlijk
Leren op maat
Stelt de lerende
centraal: draait om en volgt de lerende
Actief leren
Betrokken
Eigenaarschap
Vanuit eigen
motivatie leren
Samenwerken
Peer-leren
Samen leren
Delen
Informaliseren
Blended Leren
Tijd- en plaatsonafhankelijk
leren
Is toegankelijk en open
portret
Instructie
Learning on the job
Hij solliciteerde, deed een assessment en kwam als
zeer geschikt uit de bus. Wel moest hij zijn (digitale) didactische vaardigheden verder ontwikkelen.
Hij volgde een korte
intensieve gerichte opleiding via de HvA
Academy. Die bestond voor een groot deel uit
learning on the job. Hij kreeg gerichte feedback op
zijn interacties met studenten (ook door zijn studenten zelf) en kreeg opdrachten en tips voor de
begeleiding van zijn groepen.
Leerroutes
Inmiddels laat zijn werk zich als volgt beschrijven.
Hij is deels een curator: hij richt de leeromgeving
in voor studenten. Hij plaatst het materiaal op een
digitaal open onderwijs portaal dat studenten toegang geeft tot zijn content. Ieder jaar neemt hij de
hele omgeving goed onder de loep, en verwijdert
verouderde bronnen. Het hele jaar door plaatst hij
artikelen, links en ook materiaal van studenten,
zodat zijn onderwijs altijd up-to-date is. Hij laat
alle colleges opnemen een gewoonte die hij heeft
opgedaan tijdens zijn learning on the job periodeen maakt zo flitscolleges die hij weer in de online
leeromgeving plaatst. Hoe de student het materiaal tot zich neemt, mag hij zelf weten. Ernesto
heeft voorbeelden gemaakt van leerroutes door
het materiaal heen. Verder hoopt hij studenten
echt te interesseren voor zijn vakken. Hij probeert
waar mogelijk verbreding en verdieping te bieden.
Door links te plaatsen onder het mom van als je
dit materiaal hebt gedownload, dan is dit of dat ook
interessant of door bij opdrachten een suggestie te
doen voor een next level.
Al zijn materialen zijn via mobile devices beschikbaar en door studenten verder zelf te verrijken.
Voor eerstejaars geeft hij nog een instructie hoe
ze met de leeromgeving moeten omgaan, maar
eigenlijk hoeft dat al bijna niet meer. Studenten
van tegenwoordig kennen de manier van werken
en kunnen meestal direct hun weg vinden. Ronduit
trots is hij op zijn projectopdracht games maken
voor ouderejaars. Dit jaar is zijn opdracht een tentoonstelling in te richten voor het Rijksmuseum. Hij
geeft veel basisinformatie, maar verder stimuleert
hij studenten het zelf uit te zoeken. Hij begeleidt ze
om een heldere leervraag te formuleren en eerst
met het materiaal in de omgeving zelf te proberen
de leervraag op te lossen. Voor het overige moeten
studenten experts (online en fysiek) zoeken om hen
verder te helpen.
Bijblijven
Je bent nooit uitgeleerd als docent, merkt Ernesto.
En hij wil op alle fronten bijblijven. Op het gebied
van zijn (digitale) didactische vaardigheden natuurlijk, maar ook in het coachen en stimuleren van
studenten om zelf hun keuzes te maken en hun
pad te vinden in studie en leven. En natuurlijk
houdt hij zijn inhoudelijke deskundigheid bij via
een internationale vakcommunity. Daar wisselt hij
ook veel materialen uit met zijn collegas. Hij werkt
niet met een vast rooster van lessen, wel heeft hij
vaste coachings- |begeleidings- | instructie-uren.
Studenten kunnen online een afspraak inboeken.
Soms voegt hij studenten met dezelfde vragen
samen tot een klein groepje. Dan helpt hij ze op
weg en zet ze daarna samen aan het werk. Het
gebruik van mobile devices helpt hem meer gericht
en individueel instructie en begeleiding te geven.
5.1
ICT en leren: technologische trends
De ontwikkelingen in de ICT gaan hard en dat heeft zijn weerslag op manier waarop we ICT gebruiken. In het gebruik van
internet is bijvoorbeeld een duidelijke verschuiving waarneembaar.
In het begin van de 21ste eeuw werd internet vooral gebruikt om
informatie te lezen (read only). Vanaf 2002 werd het gebruikelijker zelf informatie te publiceren (read and write). Nu kunnen
gebruikers zelf websites maken via allerlei eenvoudige en vaak
gratis toegankelijke programmas: Web 2.0 9. Het internet is een
interactief platform geworden waarmee applicaties, de
bijdragen van gebruikers en uiteindelijk de gebruikers zelf met
elkaar worden verbonden.
Dezelfde verschuiving is ook zichtbaar in het gebruik van social
media. Deze kenden de laatste jaren een explosieve groei
(Science Guide, 14 maart 2012). Op dit moment ligt het accent
op zogenaamde metavaardigheden: ruilen, selecteren, becommentariren en het toevoegen van nieuwe content aan oude
content.
De trends in de informatietechnologie worden in een aantal
publicaties beschreven. Het Horizon Report van The New Media
Consortium10 beschrijft bijvoorbeeld ieder jaar de zes belangrijkste trends van ICT in hoger onderwijs. Een groot aantal experts
analyseert de belangrijke ontwikkelingen, en vat deze vervolgens samen in trends voor de korte, middellange en lange
termijn. Het volgende schema geeft een weergave van de trends
uit het Horizon Report en andere relevante publicaties.
11 SURF, JISC (het Engelse SURF), het Amerikaanse EDUCAUSE en het Australische CAUDIT.
12 Seville Spain: Institute for Prospective Technological Studies, JRC, European Commission
13 JISC: http://www.jisc.ac.uk/inform/inform32/FutureTech.html
14 http://www.gartner.com/it/page.jsp?id=1826214
15 Denk aan concept van users as designers: studenten worden medeproducent van de leeromgeving.
http://waag.org/project/usersasdesigners
16 Bijvoorbeeld het opnemen en plaatsen van weblecturers die langzamerhand meer gaan naar flitscollege
17 Cloud computing: informatie en leerobjecten aanbieden via het internet, daarmee wordt tijd- en
plaatsonafhankelijk leren mogelijk (meer in Bijlage 1).
5.2
Leren en ICT: de versterking
Hoe en waar kan ICT het leren versterken? Waar liggen de kansen om het leren te
ondersteunen en het efficinter en effectiever te maken? Eerder in dit rapport is al
beschreven dat ICT tijd- en plaats- onafhankelijk leren mogelijk maakt, dat er door
netwerken meer leerbronnen beschikbaar komen en er meer leren op maat mogelijk is.
Neveneffecten
De inzet van ICT in het onderwijs heeft bovendien een aantal
neveneffecten die het onderwijs verder versterken.
Concrete voorbeelden van neveneffecten:
Het online toetsen vraagt van docenten opnieuw naar de toetsvragen te kijken, het online toetsen leidt tot een kwaliteitsslag
in toetsvragen. Open Educational Recourses (het online beschikbaar stellen van lesmateriaal) dwingt docenten om nog
eens te kijken naar de leesbaarheid en helderheid van teksten
en opdrachten. Materiaal wordt daardoor vaak aangepast. Niet
alleen externen profiteren van deze kwaliteitsslag, maar ook de
volgende groep studenten.
Met Learning Analytics is het studeergedrag van studenten
sneller te achterhalen en worden studenten bij de les gehaald.
Studenten waarderen dat (aandacht/gezien worden). Met blogs
en wikis schrijven studenten automatisch samen aan teksten.
Via track changes is zichtbaar wie welke bijdrages doet.
Bovendien kunnen externen meelezen en -schrijven.
De docent wordt mediagenieker.
5.3
De toekomst:
ontwerpprincipes en re-design leeromgeving
Om de toekomstige leeromgeving voor de HvA vorm te geven,
zullen de genoemde ICT-elementen terug moeten komen.
Daarvoor is een re-design van onderwijs nodig. We nemen weer
als kapstok de drie sleutelbegrippen uit in Future of Learning
(2011): personaliseren, samenwerken en informaliseren.
In paragraaf 4.2 zijn de drie sleutelbegrippen vertaald in een
aantal uitgangspunten voor leren in de toekomst. Daaraan
worden in deze paragraaf ontwerpprincipes gekoppeld, en wordt
een aantal voorbeelden gegeven van hoe dit in de
onderwijspraktijk een vertaling kan krijgen (In bijlage vier staat
een uitgebreider overzicht).
A) Personaliseren
Ontwerpprincipe: Een leerproces is krachtig wanneer alle
belanghebbenden bij het leerproces betrokken zijn bij de
vormgeving daarvan.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> het kader waarin geleerd wordt en het profiel waarvoor
geleerd wordt, helder is;
> de lerende geleidelijk aan steeds meer verantwoordelijk
heid krijgt in zijn eigen leerproces;
> de te leren competenties helder beschreven zijn; de
student mede-ontwerper is van het onderwijs;
ICT-elementen: bijvoorbeeld eBooks, online (diagnostische)
toetsen, persoonlijke adaptieve ELOs
Ontwerpprincipe: Leren start bij persoonlijke urgentie.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> de lerende werkt vanuit de eigen leervraag en/of -wens en
vanuit motivatie;
ICT-elementen: bijvoorbeeld online (diagnostische) toetsen,
Open Educational Resources.
Ontwerpprincipe: Leren is ruimte geven aan de cursist om
zijn eigen leerweg (en levenspad) vorm te geven.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> de student het uitgangspunt is en het onderwijs
vraaggericht is ingestoken;
> de lerenden kunnen leren via (online) flexibele leerpaden;
> de lerende keuze heeft (bijv. onderwerpen, uitvoering,
toetsmoment);
> instructie, feedback op maat en direct wordt gegeven;
> diversiteit (in manieren van leren, voorkennis,
achtergrond) wordt ondersteund, in plaats van
lineairiteit (volgens een vaste, voor iedereen gelijk
programma);
> feedback wordt gegeven op maat;
ICT-elementen: bijvoorbeeld: online (diagnostische) toetsen,
Learning Analytics, weblecturers, flitscolleges, eTextbooks,
smartphone/tablets.
B) Samenwerken/netwerken
Ontwerpprincipe: Een leeromgeving is het krachtigst als
alle betrokkenen erin leren
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> studenten in verschillende groepen en (online) netwerken
binnen het onderwijs en daarbuiten hun vragen en
expertise delen;
> studenten en docenten samen online content maken en
delen;
> de docent naast expert ook curator is (zie paragraaf 4.1);
> lerenden peer-to-peer leren kennen en kunnen;
ICT-elementen: bijvoorbeeld Groupware, Social media, eTextbook, samenwerktools (Wikis, GoogleDocs, Dropbox),
ePortfolio, Skype, Adobe Connect.
C) Informaliseren
Ontwerpprincipe: Een leeromgeving is het krachtigst als
deze vanuit een multidisciplinaire of over grenzen heen
principe is opzet.
Dit betekent bijvoorbeeld dat :
> het niet gaat om wr je je kennis hebt vergaard, maar om
wt je hebt vergaard, de waarde van je CV hangt niet
meer alleen af van je werkervaring of diploma, maar meer
van je sociale geloofwaardigheid: je online activiteiten en
reputatie (zoals blog, badges, bijdrages in online
discussies);
> formeel en informeel onderwijs gentegreerd is:
het accent ligt op zelfgeorganiseerd leren in plaats van op
institutioneel leren;
> vormen van blended learning worden toegepast;
> de onderwijspraktijk is gekoppeld aan de beroepspraktijk;
> vakdisciplines samenwerken;
> onderwijs open is;
ICT-elementen: bijvoorbeeld Social media, ePortfolio, eTextbook, Open Eductional Resources, Weblecturers, Flitscolleges.
5.4
Samenvatting
portret
Sjuul,
eerstejaars studente
Sjuul studeert nu vier maanden aan de HvA. Ze heeft destijds haar keuze gemaakt op basis van open dagen en open course ware waarmee ze lessen van
de HvA alvast via internet kon volgen. Het niveau en de manier van studeren
spraken haar erg aan.
Online bijspijkeren
Vroeger...
Haar vader vertelt haar wel eens over zijn studietijd. Dat zag er heel anders uit. Hij had hoorcolleges, werkcolleges, deed zelfstudie uit boeken
en werkte samen in projectgroepen. Soms twaalf
uur per week, soms meer. Na een blok van zeven
weken deed hij tentamen. Zo gaat het allang niet
meer, lacht Sjuul. Zij vertelt hem op haar beurt
dat ze nu lid is van drie communities. Daarbinnen werkt en studeert ze intensief samen met
twee medestudenten. Ze is aan hen gekoppeld
is via een onderwijs-connectingtool, omdat ze
dezelfde leervraag hadden. Dat was in het begin
even wennen, maar Sjuul is intussen blij met haar
leermaatjes. Ze houden elkaar bij de les en kunnen
altijd bij elkaar terecht voor vragen.
Voorbereiden
Ze werkt niet meer in blokken, maar in een jaarcyclus. Ze doet tentamen wanneer zij daar klaar
voor is. De studieplanner app van de HvA helpt
haar goed vooruit te plannen en ook de docenten
houden haar goed in de gaten. Als ze een tijd niet
inlogt, neemt haar mentor contact met haar op en
vraagt of ze nog meedoet en of er problemen zijn.
In het eerste jaar is er nog veel structuur (zowel
online als face-to-face), maar ze weet al dat vanaf
volgend jaar minder wordt in. Ze probeert zich daar
nu al zo goed mogelijk op voor te breiden.
Betekenis voor
de HvA
Over het belang van ICT voor het onderwijs is
iedereen het eigenlijk wel eens; dat zal alleen
maar toenemen. Daarom zal de HvA moeten
aansluiten op ontwikkelingen in ICT en social
media. Dat kan door het ICT-gebruik van
studenten en docenten te ondersteunen, maar
ook door het inhoudelijk te verwerken in de
opleiding in het kader van maatschappelijke
vorming.
Het gebruik van ICT mag natuurlijk niet ten
koste gaan van het face-to-face contact met
docenten en deskundigen, en het sociale
contact via de studie..
6.1
Goed onderwijs als uitgangspunt
De kerntaak van de HvA is het goed opleiden van jonge mensen in de stad met allerlei
programmas en (bijvoorbeeld) excellentietrajecten. De basis is het creren van goed
onderwijs voor alle studenten die bij de HvA studeren en willen studeren. Bij alle
bedoelen we de diversiteit aan studenten: de diverse (culturele) achtergronden, de
voorkennis, leerstijl, ambities en leerwensen.
Bij goed onderwijs nemen we de HvA-visie op studeren en onderwijzen mee. In deze
visie sturen drie uitgangspunten de onderwijsontwikkeling binnen domeinen en opleidingen van de HvA aan.
1.
2.
3.
6.2
Goed onderwijs en nieuwe media
De wereld van nieuwe media verandert razendsnel. Op internet verschijnen steeds
meer handige, goedkope of zelfs gratis informatiediensten en web 2.0 toepassingen.
De huidige nieuwe studenten nemen deze ontwikkelingen ook mee naar de HvA.
Voor hen is nieuwe media een onderdeel van hun leven en communicatie geworden.
Nieuwe media hebben binnen alle opleidingen van de HvA hun intrede gedaan, maar
dat kan sterker en uitgebreider. Het is nog te veel afhankelijk van (groepen) individuen
en/of de aard van de opleidingen (techniek / multimedia). Er kan meer hergebruikt en
meer gedeeld worden. En dit alles veel meer vanuit een ontwerpgedachte van
onderwijs.
Betekenis voor de HvA
De HvA heeft al stappen gezet op deze gebieden. Die verdienen versterking, vernieuwing en uitbreiding. Belangrijk is in de komende discussie rondom Learning Tomorrow
ook te spreken over nieuwe modellen in het onderwijs. Bijvoorbeeld in de vorm van online leren, hybride leren en samenwerking. De doelen van hoger onderwijs zullen in essentie hetzelfde blijven, maar de wegen om die doelen te bereiken zullen veranderen.
Die wegen zullen meer dan nu online, toegankelijk en interdisciplinair zijn en uitgaan
van samenwerking (collaboratief).
6.3
De inrichting van (toekomstig) onderwijs
De vraag is dan hoe deze nieuwe media het leren van de HvA-student kan versterken.
Hoe kan de HvA haar leerproces zo vormgeven dat zowel de huidige onderwijsstructuur als de toekomstige structuren ondersteund kan worden? De tools, apps en systemen zijn soms al beschikbaar binnen de HvA, hoe komen we van daaruit tot het redesign?
We nemen de trends uit het rapport The Future of Learning (Redecker, C. et al., 2011)
wederom als kapstok voor het inrichten van het toekomstig HvA-onderwijs.
(a) Personaliseren: een toenemende nadruk op het individu
als uitgangspunt nemen; aansluiten op de persoonlijke
vraag en wens;
(b) Samenwerken: het groeiende belang van samenwerken
en -leren en/of netwerken leren;
(c)
Sleutelbegrippen en de visie
De drie sleutelbegrippen sluiten aan op de drie accenten uit paragraaf 6.2 van de visie
op studeren en onderwijzen van de HvA:
6.4
Vier programmalijnen voor de toekomst
Vanuit de eerste discussies over de vormgeving van het huidig en toekomstig onderwijs komen de contouren voor de richting naar voren. De werkgroep
Learning Tomorrow heeft deze contouren samengevat in vier programmalijnen,
die hieronder staan beschreven. Uitgangspunt is dat het programma Learning
Tomorrow geen nieuwe projecten ontwikkelt. De huidige HvA-initiatieven krijgen
versterking en verbreding, waardoor ook hergebruik en delen mogelijk worden.
Echter de wereld van nieuwe media veranderd razendsnel. Het is denkbaar dat
na 2014 wel nieuwe ICTprojecten nodig zijn binnen de HvA om het leren te versterken. Alle nieuwe projectvoorstellen zullen worden besproken door de stuurgroep ICT-governance.
1.
Re-design onderwijs
Nieuwe media is en wordt een integraal ondersteunend middel
voor het onderwijs. Dit vraagt om een nieuwe kunde en
kennis: digitale didactiek.
Kern daarvan is dat docenten weten hoe, waarom en wanneer
ze ICT inzetten bij het faciliteren van het leren.
Docent-professionalisering in de inzet van ICT in het onderwijs
is daarvoor essentieel.
De HvA- Academie is een belangrijke partij daarin.
2.
Digitaal onderwijsleermateriaal
Kerngedachte achter het ontsluiten van onderwijsleermateriaal is het toegankelijk en
open maken van onderwijs. En dus gaat het om delen van content (met collegas en
met externen) en stimuleren tot hergebruik van content in nieuwe onderwijssituaties.
Het gaat ook om inzichtelijk maken van je onderwijs of het bedienen van een open
vraag.
Met toegankelijk en open onderwijs kan de HvA aan een diverse studentenpopulatie
tegemoet komen. Studenten bepalen zelf wat zij met de content doen, de instelling
geeft dat niet meer aan.
bij het faciliteren van het leren.
Sommige studenten willen graag een zo goed mogelijke aansluiting en match met de
opleiding hebben. Anderen (zoals de werkende lerende) willen meer hun expertise verdiepen en verbreden, zij komen met een meer open leervraag binnen. De student is
dus meer in control en bepaalt -binnen kaders- welke leerroute hij/zij volgt en hoe hij/zij
dat doet. Open Educational Resources kunnen een leeromgeving creren die dergelijke flexibele leerpaden kan aanbieden aan de student.
Binnen de beweging naar toegankelijk en open onderwijs zijn steeds meer vormen van
co-creatie en user-generated content zichtbaar. Dus niet alleen leerbronnen en leermateriaal, maar ook leeractiviteiten en leerarrangement zijn open. De user (student,
lerende) krijgt een prominente rol. Voor de betekenis voor de docent Is in paragraaf 4.1
al een aanzet gegeven: de rol van curator.19
19 Zie bijvoorbeeld ook: Wat je kunt doen met content: : http://roseleighton.nl/?p=1533
3.
Feedback en Toetsen
In wezen gaat toetsen over inzicht geven in het leerproces. Maar toetsen is verworden
tot eindstation, terwijl het vaak een tussenstation zou moeten zijn. Toetsen geeft dan
feedback over hoever is een student is gevorderd in het leerproces. De docent wil
graag gerichte terugkoppeling geven en zorgen dat de student voldoende voortgang
maakt. Nog belangrijker is dat de student inzicht wil hebben in zn eigen leerproces om
gerichter te kunnen studeren. Via bijvoorbeeld learning analytics kun je de online
activiteiten in de DLWO van studenten volgen en gericht op reageren. Directe feedback kan afkomstig zijn van een docent , maar ook van een mede-student (peer-review). Bestaande online tools kunnen beter en meer worden ingezet voor (zelf)diagnose en (zelf)reflectie met/of zonder suggesties voor verdere oefening of informatie.
In de eerder genoemde Lab-sessies kan hiermee worden gexperimenteerd.
4.
Beeld en Geluid
Beeldverslag maken, weblectures verrijken met nieuwe beelden-vragen-artikelen,
praktijkfilms voor reflectie/feedback, flitscolleges voor herhaling of korte instructie,
filmpjes in toetsvragen... Het is mogelijk, goedkoper en binnen bereik als user. Films,
fotos en audio zijn op alle (communicatie) devices (iPad, smartphones, PCs) aanwezig, en zijn daardoor veel minder arbeidsintensief geworden om te maken.
Daarmee zou je verwachten dat ze ook meer ingezet worden bij het leren. Binnen de
HvA kan dit echter veel meer en beter.
6.5
Verder ontwikkelen in co-creatie
Van oktober-december 2012 (zie inleiding, 1.3) worden deze
programmalijnen nader uitgewerkt. De werkgroep Learning
Tomorrow daarvoor presentaties in de domeinen.
Om ervoor te zorgen dat de presentaties
aansluiten bij de vragen die bij de domeinen leven, worden
deze vooraf genventariseerd. De activiteiten en discussies
worden zichtbaar gemaakt in de DLWO-Learning Tomorrow.
https://learningtomorrow.hva.nl/nl/Paginas/default.aspx
Deze DLWO wordt een community waar alle activiteiten rondom
ICT binnen de HvA beschreven zijn en waar kennis en ervaring
worden gedeeld. Dit vereist idealiter een koppeling met
bestaande en gebruikte social media (Twitter, Facebook, LinkedIn); wie niet wenst, wie niet wint.
De komende tijd worden ook diverse staven en diensten op een
meer structurele manier in dit proces betrokken, met als doel te
inspireren, stimuleren en faciliteren.
Hoe?
- P&O: hoe de HvA-Academie om de digitale didactiek steviger
vorm te geven;
- Opzetten van Media | Ontwikkel | Re-design labs: als vorm en
ondersteuning van re-design Marketing & Communicatie
(M&C): voor het uitdragen van Learning Tomorrow en de
betekenis daarvan;
- Planning&Control (P&C): voor het meedenken bij de business
case en begroting;
- Studentenzaken (SZC): voor meedenken bij verdere
vormgeving van student-trajecten en aansluiten bij specifieke
onderwerpen zoals aansluiting, alumni en studiekeuze.
- En natuurlijk de afstemming met de stuurgroep en CBO.
portret
Flexibel onderwijs
bij de HvA
De HvA heeft de afgelopen jaren een ware transitie ondergaan. De hogeschool
richt zich natuurlijk nog steeds op begeleiding , kennisoverdracht, uitleg, kaders maken en het stimuleren van studenten. De afgelopen jaren is de hogeschool erin geslaagd de student in zijn studie cht zelf de regie te geven.
Studenten kiezen zelf hun leerroute. De HvA heeft daarvoor een geavanceerde
leerroute app (met daarin de tijd, online plek, groep, planning, afspraken,
inleverdata) ontwikkeld. De app is gemaakt door een ontwikkelteam van
gespecialiseerde app-bouwers samen met afstudeerders en docenten. Ook het
toetsen vindt binnen de HvA grotendeels online plaats.
Koppelen
Colleges zijn zowel op locatie te volgen als digitaal.
Docenten moesten daaraan wennen, maar realiseerden zich ook dat online college volgen voor een
grote groep studenten veel extra mogelijkheden
bood. MOOCS (Massive Open Online Courses)
waren even een hype. Maar dat massale was voor
de meeste studenten toch te veel: ze voelden zich
eenzaam in zon enorme groep. Het principe online colleges werd wel gewaardeerd. Nu werkt de
HvA steeds vaker met specific online communities.
Groepen mensen die hetzelfde willen leren, worden
daarin aan elkaar gekoppeld.
Open
Alle informatie binnen de instelling is digitaal
beschikbaar in een open- onderwijsomgeving. Ook
niet-studenten kunnen bij veel van die informatie, via de publieke online-studiezaal. Niet alles is
openbaar: er zijn ook persoonlijke en groepskamers met modules, opdrachten en projecten. De
open-onderwijsomgeving is rijk, maar niet alles is
nieuw. Sommige communities bestaan al lang en
zijn de omgeving ingetrokken omdat deze zoveel
mogelijkheden biedt. Deelnemers vliegen in en
uit en laten zelfgemaakte content achter die door
volgende communities kan worden hergebruikt.
In ieder geval is er altijd een online e-logboek wat
studenten en een e- textbook met instructies en
artikelen. Iedere drie maanden wordt de content
gepdatet en geactualiseerd.
Bijlagen
Bijlage 1: ICT-ontwikkelingen
Cloud computing
Deze technologie zal het onderwijs fundamenteel veranderen omdat deze technologie
het mogelijk maakt resources (informatie, leerobjecten), via het internet aan te bieden.
De betekenis hiervan is dat allerlei diensten die niet tot de core business van een
onderwijsinstelling behoren in de cloud geplaatst kunnen en zullen - worden, en dus
door een derde partij kunnen worden onderhouden. Dit betekent ook dat de gebruiker,
in dit geval de instelling, alleen voor het gebruik van de afgenomen diensten betaalt.
Gevolg hiervan is dat er meer aandacht is voor het functioneel beheer: het goede
gebruik van de ICT. Onderwijskundig gezien maakt cloud computing het mogelijk dat
veel/alle informatie tijd- en plaatsonafhankelijk beschikbaar is. En daarmee zijn er veel
meer mogelijkheden geschapen om flexibel en meer persoonlijk onderwijs te realiseren.
Open Educational Resources (OER)
Omdat onderwijs uit publieke middelen gefinancierd wordt en publieke doelen dient,
moet het ontwikkelde materiaal vrijelijk beschikbaar zijn buiten de schoolmuren. Het
is evident dat ICT het eenvoudig mogelijk maakt om materialen schoolmuuroverstijgend beschikbaar te maken. Het gaat hier om instructiemateriaal, artikelen, lesplannen, webcolleges, toetsen, fotos, cursussen, etc. Kortom, al het digitale materiaal
dat het leren ondersteunt. Het moet wel voorzien zijn van een licentie, zoals creative
commons, om het (her)-gebruik te reguleren. OER verandert de wijze waarop onderwijs kan worden gegeven. Hergebruik van elders ontwikkeld materiaal is eenvoudiger.
Instellingen kunnen de focus leggen op activiteiten die het leren van studenten goed
ondersteunt. Door het beschikbaar stellen van materiaal wordt het informele leren
buiten de schoolmuren ondersteunt, en wordt feedback ontvangen op de bruikbaarheid
ervan. OER ontwikkelt op deze manier een leercultuur binnen en buiten de instelling.
Learning analytics
Learning analytics maken het mogelijk om van de grote hoeveelheden informatie die in
verschillende databases verzameld worden intelligente analyses te maken. Zo krijgen
docenten intelligente informatie die ze kunnen optellen bij hun eigen waarnemingen en
analyses. Ze kunnen daardoor een betere beslissing nemen over het leerproces. Dit
heeft een aantal voordelen. Ten eerste wordt het de instelling inzichtelijk welke materialen de studenten gebruiken. Opgeteld bij allerlei andere variabele is hiermee een
kans op succes te geven. Met deze informatie is het mogelijk op het juiste moment
nieuwe leeractiviteiten op maat - aan te bieden. Dit kan ook deels geautomatiseerd
worden. Verder maakt Analytics het mogelijk informatie over de instelling als geheel
te verzamelen. Dit verschaft de instelling sturingsinformatie waarmee ze beslissingen
kunnen nemen.
statistieken, extra beelden etc. de tweede toepassing herkent de computer via een
webcambeeld een object uit de realiteit. Aan het digitale beeld op de computer worden
dan de digitale informatielaag toegevoegd aan het object uit de realiteit. In beide verschijningsvormen wordt als het ware een digitale laag over het fysieke beeld
gelegd; werkelijkheid en virtuele wereld gaan in elkaar over. De meerwaarde ervan
voor het onderwijs is de koppeling die gelegd kan worden tussen digitale informatie en
praktijk (de werkelijkheid). De toe te voegen informatie is just-in-time en just-in-place
waardoor het betekenis wordt. AR levert zo een bijdrage aan het informele - leren
buiten de schoolmuren.
Semantisch web
Het semantisch web, ook wel web 3.0 genoemd, bestaat uit technologien die verbanden tussen woorden in teksten kunnen herkennen. Het geeft betekenis aan teksten, net zoals wij mensen dat doen. Zo is op internet makkelijker te vinden wat men
zoekt. Daarnaast koppelt het semantische web zoektermen aan iemands profiel. Dit
betekent voor het onderwijs dat het makkelijker wordt om leermaterialen met elkaar in
verband te brengen en te beoordelen op relevantie. Zo kunnen docenten en studenten
met en druk op de knop lesmaterialen vinden die beter aansluiten bij de leerbehoefte.
Een dergelijke vorm van filtering is van groot belang naarmate er meer leermaterialen
in digitale vorm beschikbaar komen, onder meer via de OER-beweging.
Zie: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/innovatie/hetinternetderdingen Al deze
ontwikkelingen zijn ook duidelijk van invloed op het onderwijs in de toekomst.
Het Internet der Dingen
Het Internet der Dingen is een ontwikkeling waarbij alledaagse objecten (tas, schoenen, koelkast) in de toekomst verbonden zijn met het internet. Deze objecten zijn voorzien van een technologie die het object als ding herkenbaar maakt en in staat stelt
binnen een netwerk (het internet) met andere dingen in verbinding te staan. Technologien en ontwikkelingen die daarbij een grote rol spelen zijn onder andere RFID, sensoren. Zie: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/innovatie/hetinternetderdingen
Al deze ontwikkelingen zijn ook duidelijk van invloed op het onderwijs in de toekomst.
(*) deze opsomming pretendeert niet volledig te zijn; het zijn mogelijkheden van
toepassing.
n.b. De opkomst van deze sessie was vl groter dan de oorspronkelijke opgave.
Inschatting: 60 a 70 deelnemers.
Deelname 26 juni 2012 Learning Tomorrow in de WAAG: KOERSMIDDAG
n.b. Ook hier waren meer deelnemers dan oorspronkelijk opgegeven. In totaal deden
35 deelnemers mee aan de Koersmiddag.
Bijlage 7 Bronnen
Apollo Research Institute (2012), Future work skills. Gedownload op 26 maart 2012 op http://
cdn.theatlantic.com/static/front/docs/sponsored/phoenix/future_work_skills_2020.pdf
Boekaerts, M., & Simons, P.R.J. (1995), Leren en instructie, psychologie van de leerling en
het leerproces. Assen: Van Gorcum.
Bunnink,-Tibbe, P, Kenmerken van leerfuncties binnen onderwijsleermiddelen, Universiteit
Twente, 2008 (http://essay.utwente.nl/58183/1/scriptie_P_Tibbe.pdf )
Daniels, J. Sir., Three Developments that are transforming online, 2012. Bekeken op 2 april
2012 op www.youtube.com/watch?v=Y5UktFLzlyg&feature=player_embedded
Didderen, W. en Verjans, S. (2012), Artikel 1 in Trendrapport Open Educational Resources
2012, Uitgave Special Interest Group Open Educational Resources SURF, maart 2012.
Doughterly en OReilly, (2005), What is Web 2.0: Design patterns and business models for
the next generation of software. In OReilly: Spreading the knowledge of Technology Innovators. Gedownload op 26 maart 2012 op http://oreilly.com/web2/archive/what-is-web-20.html
EDUCAUSE (2010), The future of Higher Education. Beyond the Campus. Uitgave: CAUDIT,
EDUCAUSE, JISC, SURF. Gedownload op 26 maart 2012 op http://net.educause.edu/ir/library/pdf/PUB9008.pdf
Filius, R.M. & Kresin, F.J. (2010), ICT als ondersteuning van onderwijs, opleiden en leren: wat
staat ons te wachten? Handboek effectief opleiden, september 2010.
Gartner (2012), The Top 10 Strategic Technologies for 2012, bekeken op 26 maart 2012 op
www.gartner.com/it/page.jsp?id=1826214
JISC (2011), Staying Ahead. Technologies to watch in the next five years. In INFORM-JISC.
www.jisc.ac.uk/inform/inform32/FutureTech.html (gezien dd 22 maart 2012).
Kennisnet, Trends in het onderwijs innovatie.kennisnet.nl/kennisnet-en-innovatie/trendrapport
(gezien 26 maart 2012)
Leendertse, M. (2011); Van Onderwijsinstelling tot Learning Space. Presentatie op het
seminar Innovatie en Inspiratievan SURFnet. Bekeken op 26 maart 2012:
surfmedia.nl/app/video/A2KSHdgYUowsTLb9WOJ9gLSs/play?format_
id=cXwSJFobdeaZcWViKYki gcP7&mode=object
The New Media Consortium (2011), The Technology Outlook for UK Tertiary Education 20112016. (gezien dd 22 maart 2012) blog.observatory.jisc.ac.uk/wp-content/uploads/2011- Technology-Outlook-UK-Published.pdf
NCM (2011), The Technology Outlook for New Zealand Tertiary Education 2011-2016,
nmc.org/publications/2011-technology-outlook-nz