You are on page 1of 102

Lear

ning
Tomo
rrow
VISIEDOCUMENT NIEUWE MEDIA
EN ONDERWIJS
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
INPUT VOOR HVA-BREDE VISIE
EN PRAKTIJK

Werkgroep Learning Tomorrow


29 februari 2013

1.1

2.1

3.1

1.2

2.2

3.2

1.3

2.3

3.3

4.1

5.1

6.1

4.2

5.2

6.2

4.3

5.3

6.3

5.4

6.4

6.5

4.4

6
7

Samenvatting

Dit rapport is de weerslag van het


onderzoek van de werkgroep Learning
Tomorrow naar de betekenis van de
huidige trends in ICT en social
media voor de HvA. Daarmee is invulling gegeven aan vragen uit de HvA
onderwijs- en onderzoeksagenda
Creating Tomorrow; Lets start today
(2011).
Belangrijke uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport: De ontwikkelingen in
het onderwijs staan centraal, niet ontwikkelingen in ICT en social media: ICT
wordt ingezet om het leren te faciliteren.
ICT benvloedt wel de vormgeving van
het onderwijs, maar nieuwe behoeften
en wensen vanuit de toepassing in de
onderwijspraktijk veranderen op hun beurt
ook weer de behoefte aan ICT-inzet en ondersteuning. De onderwijskundige en
didactische vaardigheden van docenten
zijn de hefboom voor succes. De vraag is
dan: hoe kunnen zij hun handelingsrepertoire zo uitbreiden en verder
ontwikkelen dat zij zelf de regie kunnen
nemen en hun onderwijspraktijk continu
kunnenmoderniseren?

HvA: voorbereiden op de toekomst


De HvA doet al veel op dit gebied, maar
het gebruik van ICT/nieuwe media voor
nieuwe onderwijsvormen is nog niet structureel ingebed in de onderwijspraktijk en
nog weinig integraal van opzet. Het is te
afhankelijk van (groepen) individuen.
De ontwikkelingen wijzen echter uit dat de
nadruk steeds meer komt te liggen op
bijvoorbeeld netwerkleren, informeel
leren, werken&leren vanuit continue verandering (wat vandaag nieuw is, is morgen oud), diversiteit in (open) leertrajecten en content. Bovendien is de content
overal en via vele kanalen beschikbaar
en toegankelijk. Het programma Learning
Tomorrow ontwikkelt geen nieuwe projecten. De huidige HvA-initiatieven krijgen
versterking en verbreding, waardoor ook
hergebruik en delen mogelijk worden.
Echter de wereld van nieuwe media veranderd razendsnel. Het is denkbaar dat
na 2014 wel nieuwe ICTprojecten nodig
zijn binnen de HvA om het leren te versterken. Alle nieuwe projectvoorstellen zullen worden besproken door de stuurgroep
ICT-governance. Voor nu (2013) doet de
werkgroep, binnen het programma Learning Tomorrow de volgende aanbevelingen, geclusterd in vier samenhangende
programmalijnen.

Re-design onderwijs

Digitaal onderwijsleermateriaal

Nieuwe media is en wordt een integraal


ondersteunend middel voor het onderwijs.
Dit vraagt om een nieuwe kunde en kennis: digitale didactiek. Kern daarvan is dat
docenten weten hoe, waarom en wanneer
ze ICT inzetten
Docent-professionalisering in de inzet van
ICT in het onderwijs is essentieel. Docenten zullen (moeten leren) hun onderwijs te
herontwerpen. De HvA-Academie is een
belangrijke partij daarin.

Kerngedachte achter het ontsluiten van


onderwijsleermateriaal is het toegankelijk
en open maken van onderwijs. Het gaat
om het delen van materialen (content)
met interne en externe collegas en het
stimuleren tot hergebruik ervan in nieuwe
onderwijssituaties. Het gaat ook om inzichtelijk maken van je onderwijs of het
bedienen van een open leervraag.
Met toegankelijk en open onderwijs kan
de HvA aan een diverse studentenpopulatie tegemoet komen. Studenten bepalen
zelf wat zij met de content doen, de instelling geeft dat niet meer aan. De student
is meer in control en bepaalt -binnen
kaders- welke leerroute hij (of zij) volgt
en hoe hij dat doet. Open Educational
Resources kunnen een leeromgeving
creren die dergelijke flexibele leerpaden
kan aanbieden aan de student.
De docent vervult in deze leeromgeving
de rol van curator, de samensteller van de
leeromgeving.

Vier programmalijnen voor


Learning Tomorrow
3

Feedback en Toetsen

Beeld en Geluid

Bestaande online tools voor feedback en


toetsen kunnen beter en meer worden
ingezet. Toetsen geeft inzicht in het leerproces. Vaak is het nog een eindstation
(summatieve toetsen), maar het toetsen
kan ook feedback geven over hoever is
een student is gevorderd in het leerproces
(formatieve toetsen). Directe feedback
kan afkomstig zijn van een docent, maar
ook van een mede- student (peer-review).
Studenten krijgen door feedback inzicht
in hun eigen leerproces waarmee ze gerichter kunnen studeren. Via bijvoorbeeld
learning analytics is het mogelijk de online
activiteiten in de DLWO van studenten te
volgen en er gericht op te reageren.

De HvA kan veel meer en beter gebruik


maken van beeld- en geluidsmateriaal om
het leren te ondersteunen. Films, fotos en
audio zijn op alle devices (iPad, smartphones, PCs) aanwezig.
Het gebruik van beeld- en audiomateriaal
is daardoor makkelijker, minder arbeidsintensief en goedkoper geworden.

Contouren van de toekomst


De programmalijnen zijn gebaseerd op een visie op
ICT&Onderwijs die is gebaseerd op ontwikkelingen in leren en
digitalisering van het onderwijs. Hoe de toekomst eruit gaat zien,
is niet op voorhand te voorspellen. Wel is er een aantal trends
zichtbaar dat de HvA een houvast kan bieden.
De kern van de ontwikkeling van het leren in de toekomst wordt
samengevat in drie sleutelbegrippen
(bron: De Future of Learning, 2011) die de HvA meeneemt bij
het herontwerpen van haar onderwijs.
a)

Personaliseren: het individu als uitgangspunt nemen,


aansluiten op de persoonlijk vraag en wens van de
lerende;

b)

Samenwerken: het groeiende belang van samenwerken,


samen leren en netwerkleren;

c)

Informaliseren: de muren tussen de fysieke en de virtuele


wereld vervagen; tijd- en plaatsonafhankelijk werken en
leren; steeds meer blended (=gemixt) leren en werken,
nieuwe manieren van flexibiliteit toepassen in het
onderwijsprogramma.

Demography

Globalisation

Immigration

Technology

Labour Market

DRIVERS

Labour
trends &
market demands

EDUCATION
&
TRAINING

NEW SKILLS

Initiative, resilience
Responsibility
Risk-taking, creativity

personal Personalisation
skills

NEW WAYS OF
LEARNING

learner
centred

Tailormade & targeted


Active & constructive
Motivation & engaging

Team-, networking
Empathy, compassion
Co-onstruction

social
skills

Collaboration

social
learning

Peer learning
Sharing & collaboration
In communities

Managing, Organsing
Meta-cognitive skills
Failing forward

learning
skills

Informalisation

lifewide
learning

Anywhere, anytime
Blending virtual & real
Combining
sources/providers

ICT TRENDS
Learning
analytics

Elecronic
tutors

Augmented
Reality

Data
mining

Games

Mobiles

e-books

3D virtual
worlds

Social
networks

OER

ePortfolios

LMS

Hoe veranderingen van maatschappij, werkveld en technologie het onderwijs nu en in


de toekomst benvloeden, wordt weergegeven in figuur 1.
Drivers
Maatschappelijke trends als globalisering, vergrijzing en immigratie (de drivers in de
figuur) zorgen voor veranderingen in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en
veranderingen binnen het werkveld.
Veranderingen in werkveld/nieuwe vaardigheden
Het beroep waarvoor wordt opgeleid, is steeds minder op voorhand bepaald.
Persoonlijke ontwikkeling, leren samen te werken en het ontwikkelen van het vermogen om met de steeds sneller gaande ontwikkelingen en de toenemende hoeveelheid
informatie om te gaan, worden daardoor steeds belangrijker. Kennis veroudert steeds
sneller en wordt niet alleen opgedaan in het formele onderwijs, maar ook steeds meer
nformeel in allerlei situaties online en in leven en werk.
ICT-trends
Ontwikkelingen in ICT hebben impact op het onderwijs. Studenten nemen hun social
media mee naar de opleiding. Informatie is overal (online) opvraagbaar en
ontsluitbaar: kennis zit steeds meer in netwerken of communities (in de crowd) en is
via internet beschikbaar. Dit maakt het mogelijk voor studenten om steeds meer hun
eigen leerproces te sturen en zelfs mede-producent te worden van de
onderwijscontent.
ICT biedt verschillende nieuwe mogelijkheden om de veranderingen in het onderwijs
(mede) vorm te geven, bijvoorbeeld met:
Online toetsen, diagnostisch toetsen en gamification. Open Educational Resources:
het (online) openstellen van onderwijsmateriaal buiten de muren van de instelling,
maakt informeel leren en hergebruik van onderwijsmateriaal mogelijk.
Learning analytics: intelligente analyse van beschikbare gegevens voor gerichte feedback. Overal en altijd leren en werken via de cloud en mobile devices Collaboration
tools: samenwerken en leren over afstanden heen, bijvoorbeeld met wikis, applicaties als Google Docs, webcamomgevingen en virtuele werelden. Social media: met
elkaar in contact komen; samenwerken (in groepen); zelf de inhoud bepalen, verzorgen en delen.
Nieuwe rollen voor de docent
Met de veranderingen door de inzet van het onderwijs wordt de docent naast vakinhoudelijk expert steeds meer:
Regisseur, bijvoorbeeld in de begeleiding van studenten; Facilitator, bijvoorbeeld zorgen voor een veilige omgeving; Curator, bijvoorbeeld in het samenstellen van de content (de materialen) en daarbij eigen bronnen/content gebruiken, die van collegas of
zelfs van studenten; Creator van de leeromgeving, bijvoorbeeld door re-design - herontwerp - van het onderwijs; Connector: verbinder tussen studenten onderling en
bijvoorbeeld tussen werkveld en onderwijs.

Ontwerpprincipes voor re-design


De programmalijnen voor de HvA bouwen voort op een aantal
ontwerpprincipes voor het onderwijs van de toekomst. In het
rapport zijn de volgende stappen gevolgd:
wat betekenen de sleutelbegrippen voor het leren en de inrichting van de leeromgeving?
Welke ontwerpprincipes kunnen we daaruit destilleren?
En hoe kan de inzet van ICT-middelen ondersteunen om de
ontwerpprincipes in de praktijk te brengen?
Deze stappen zijn samengevat in de volgende tabel.

Sleutelbegrip

Leren

De leeromgeving Ontwerpprincipes Technologische


trends

Persoonlijk

Leren op maat

Stelt de lerende
centraal: draait om
en volgt de
lerende

Actief leren
Betrokken
Eigenaarschap
Vanuit eigen
motivatie leren

Een leerproces is
krachtig wanneer
alle
belanghebbenden
bij hetleerproces
Heeft altijd virtuele betrokken zijn bij
componenten:
de vormgeving
blended
daarvan.

Mobiel leren
/mobiele devices
(apps, ipad en
mobiel)
Persoonlijke
adaptieve ELOs

Leren start bij


persoonlijke
urgentie
Leren is ruimte
geven aan de
cursist om zijn
eigen leerweg
(levenspad) vorm
te geven

Samenwerken

Peer-leren
Samen leren
Delen

Informaliseren

Blended Leren
Tijd- en plaatsonafhankelijk
leren
Formeel en Informeel leren
Netwerk leren

Maakt werken in
netwerken,
groepen en disciplines mogelijk
Maakt continue
feedback mogelijk

Een leeromgeving
is het krachtigst
als alle
betrokkenen erin
leren

Mobiel leren
/mobiele
devices (apps,
ipad en mobiel)
Learning analytics
(direct feedback)

Sterke wisseling
formeel en informeel leren
mogelijk

Communities en
netwerkleren

Heeft altijd virtuele Een leeromgeving


componenten:
is het krachtigst
blended
als deze
vanuit een multiSterke wisseling
disciplinaire of
formeel en inforover grenzen
meel leren
heen principe is
mogelijk
opzet

Mobiel leren
/mobiele devices
(apps, iPad en
mobiel)

Is toegankelijk en
open

Open Educational
Resources

Open Educational
Resources

Inleiding

De Hogeschool van Amsterdam heeft in het instellingsplan


Oog voor Talent haar toekomstvisie en de strategische
doelen voor de komende jaren beschreven. In Creating
Tomorrow; Lets Start Today zijn de visie en doelstellingen
vertaald in de onderwijs- en onderzoeksagenda voor 20112014.
1

De HvA wil goed onderwijs aanbieden. Hoe de HvA dat wil


bereiken, is beschreven in het daaraan gekoppelde Tienpunten-Actieplan Onderwijs. En van de intenties is de mogelijkheden van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van
ICT te exploreren en te vertalen in een innovatieve onderwijspraktijk.
Het staat er zo:
Studenten leren in uitdagende leeromgevingen; op de hogeschool, in het werkveld, in de maatschappij en digitaal.
Zij doen veel ervaringen op en hebben de beschikking over
talloze informatiebronnen. Globalisering en ICT zijn van
grote invloed op de wijze waarop studenten in het leven
staan. Social media zijn onderdeel van hun leven, studie
en vrije tijd. Dit stelt henzelf, maar ook het onderwijs voor
nieuwe vraagstukken: hoe leer je relevante informatie vinden en waarderen? Wat zijn betrouwbare bronnen? Hoe
maak je kennis van deze informatie? Hoe stel je zelf goede
kennisvragen? In de komende tijd zal de betekenis van deze
nieuwe ontwikkeling voor het onderwijs met experts van
binnen en buiten de HvA, studenten en docenten worden
onderzocht en vertaald in een onderwijspraktijk die beter
aansluit bij deze tijd.
De HvA is n van die uitdagende leeromgevingen; naast
het werkveld, de maatschappij en natuurlijk het internet.
De HvA is al volop bezig met het opzetten en realiseren van
een digitale leeromgeving waarin studenten informatie kunnen vinden, online activiteiten kunnen uitvoeren, samen
kunnen werken en feedback kunnen geven. Maar de mogelijkheden van ICT om lerenden goed onderwijs aan te kunnen
bieden, kunnen nog veel beter worden benut.

1.Creating Tomorrow Lets start today: Onderwijs en Onderzoeksagenda


2011-2014.

1.1 Opdracht
Vanaf 2011 is een
werkgroep (de leden:
zie bijlage 5) actief
om de vragen uit
Creating Tomorrow
te beantwoorden en
te onderzoeken wat
de huidige trends in
ICT en social media
betekenen voor de
HvA.

Die werkgroep heeft de volgende opdracht gekregen:


Onderzoek de betekenis van nieuwe ontwikkelingen op het
gebied van ICT/social media, en vertaal de resultaten uit dat
onderzoek in een onderwijspraktijk die aansluit bij deze tijd. En
stel aanbevelingen op voor structurele inbedding van de verdere
innovaties.
Vandaar de naam van de werkgroep: Learning Tomorrow.
In die Tomorrow is ICT een belangrijk onderdeel.
De werkgroep heeft de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De ontwikkeling van de lerende is het uitgangspunt van
onderwijs. ICT is in eerste instantie ondersteunend, maar biedt
daarnaast ook nieuwe mogelijkheden voor communicatie.
Door de mogelijkheden die ICT biedt, veranderen de vormen
van onderwijs. Voor het benutten van de nieuwe mogelijkheden
zijn de onderwijskundige en didactische vaardigheden van docenten een belangrijke voorwaarde voor succes. Daarom is de
huidige praktijk van de docent als vertrekpunt gekozen. Hoe kan
de docent deze praktijk met ICT en nieuwe media verbeteren;
stap voor stap, in zijn eigen tempo en op basis van zijn eigen
vraag?
Er is sprake van wederzijdse benvloeding in de ontwikkeling
van de nieuwe innovatieve onderwijspraktijk. Het onderwijs verandert door het toepassen van nieuwe mogelijkheden, en door
ervaringen in de praktijk veranderen de behoeften aan ondersteuning door ICT. Het benutten van de mogelijkheden en de vertaling in vormen van onderwijs, scheppen dus ook weer nieuwe
behoeften en wensen die resulteren in nieuwe ICT.
Vanuit deze uitgangspunten is de werkgroep aan de slag
gegaan met de opdracht. In de eerste fase zijn twee sporen
gevolgd:
1. een inventarisatie van de (inter)nationale ontwikkelingen
op het gebied van Leren en ICT.
2. een inventarisatie van praktijken en ervaringen binnen
de HvA.
De inventarisatie van HvA-brede ervaringen en praktijken is
gebruikt om: te toetsen of uit de visie en het beleid nieuwe, aanvullende informatie voortkwam voor de algemene inventarisatie
(dat was niet het geval); in de visie en het beleidsvoorstel aan te
kunnen sluiten bij de beginsituatie van de HvA.

1.2 Rapport
Dit rapport bestaat uit twee delen.

Deel I Ontwikkelingen in leren en digitalisering van het onderwijs


Deel I geeft in hoofdstuk 2 een algemene beschrijving van de huidige trends en ontwikkelingen in maatschappij, arbeidsmarkt en werkveld. In hoofdstuk 3 krijgen deze
globale trends een vertaling in een drie hanteerbare sleutelbegrippen die volgens experts de toekomst van onderwijs en leren zullen bepalen: personaliseren, samenwerken en informaliseren. In hoofdstuk 4 kijken we naar de veranderingen in (denken over)
leren en de inrichting van de leeromgeving, en worden ontwerpprincipes voor Learning
Tomorrow geformuleerd. Hoofdstuk 5 gaat in op de mogelijkheden het leren met ICT te
versterken. Dit wordt vertaald in uitgangspunten voor het re-design van het onderwijs
voor de HvA.
De trends uit deel I kunnen natuurlijk niet de toekomst voorspellen, wel geven ze een
goede indicatie van ontwikkelingen die deze toekomst mede vormgeven. Door deze
inzichtelijk te maken wordt een stevige basis gelegd om als hogeschool voorbereid te
zijn op de toekomst.

Deel II Visie en beleidsvoorstel voor de HvA Onderwijspraktijk


Deel 2 gaat in op de vraag: welke visie heeft de HvA? En wat kan de HvA (dus) concreet gaan doen: welke onderwijspraktijken sluiten aan bij de ontwikkelingen uit deel I?
Wat betekenen de trends voor de onderwijsontwikkeling en innovatie van de HvA? En
tot slot: hoe kan HvA haar docenten daarin structureel inspireren, stimuleren en faciliteren? Daartoe is een aantal praktische ideen geformuleerd.
Ieder hoofdstuk in dit rapport start met een portret van een student, docent of van de
HvA in een toekomst waarin de mogelijkheden van ICT gestructureerd en integraal
worden toegepast in het onderwijs. Deze profielen helpen een praktisch beeld te krijgen van onderwijs, leren en doceren in de toekomst.

1.3 Proces
De werkgroep onderscheidt twee fases in
het proces.
Fase 1:
werkgroep Learning Tomorrow

Fase 2:
Learning Tomorrow Roadshow

In de werkgroep waren (de early adapters van) alle domeinen, en diverse staven
en diensten vertegenwoordigd. Daarmee
zijn bij het onderzoek en de inventarisatie alle relevante perspectieven betrokkenen (zoals onderwijs, SI, bibliotheek ).
Steeds is afgestemd met de stuurgroep
ICT-onderwijs (nu stuurgroep Onderwijs, onderzoek en nieuwe media). Diverse sessies hebben plaatsgevonden
in FLOOR en de WAAG (deelname zie
bijlage 6). Alle input is verwerkt in deze
nieuwe versie van dit (groei-)document.

In de tweede fase (vanaf mei 2013) gaan


leden van de werkgroep langs opleidingsmanagers met informatie over
Learning Tomorrow. Vooraf worden zoveel
mogelijk vragen en wensen genventariseerd.De verzamelde informatie wordt in
een volgende versie van dit groeidocument verwerkt.

portret

Dag van een student


Gewoon een studiedag in oktober. Max, vierdejaarsstudent Multimedia, staat op en kijkt op zijn
mobiel om te zien wat zijn dag hem brengt. Hij
opent zijn persoonlijke HvA-omgeving en ziet in
een oogopslag zijn rooster en (virtuele) afspraken
voor vandaag. Hij checkt ook nog even de
mededelingen.

Virtueel ontwikkelen en leren


Nu snel douchen, want hij heeft al over vijftien minuten zijn virtuele afspraak met zijn projectgroep.
Zijn groep is een community voor het ontwikkelen
van een app voor de zorgsector. Hij werkt met daar
met studenten van over de hele wereld aan samen.
De opdracht kregen ze van twaalf docenten, die
hen tijdens dit vak coachen; individueel en als
groep. Alle materialen die ze nodig hebben, staan
open klaar in hun gezamenlijke virtuele ontwikkelen leeromgeving: instructiefilmpjes, voorbeelden,
theorie, uitleg en planningen. Die omgeving is
klaargezet door de docenten. Het mooie aan samen
ontwikkelen op deze manier, is dat anderen het
resultaat altijd weer kunnen verbeteren. Wie wat
heeft gedaan, blijft zichtbaar. Een eerdere vesie kan
met n druk op de knop teruggehaald worden.

Scrummen
Hij logt in en is net op tijd voor de start van de
sessie. Die begint altijd met een instructie van
een docent. Daarna begeleidt de docent een soort
online scrum-sessie: wat heb je gedaan, waar loop
je tegen aan en wat zijn ideen voor de oplossing?
Na de scrum weten de studenten hoe ze verder
moeten. Ze verdelen de taken en Max neemt wat
hij moet doen meteen over in zijn persoonlijke
plannings-app.

Flitscolleges
Om twaalf uur geeft een gastdocent theoriecollege.
Studenten kunnen kiezen of ze erbij zijn of het college volgen via Skype. De les sluit perfect aan bij
de voorbereidende flitscolleges. Vooraf heeft Max
ook online een diagnostische toets gemaakt, zodat
de gastdocent vooral die onderwerpen kan behandelen waar onduidelijkheid of misvattingen over
zijn. Met een videoconference kunnen de thuisvolgers vragen stellen, meediscussiren en dieper
op de stof ingaan. Max besluit om erheen te gaan
en pakt zijn fiets.

Planningsapp

Kiezen
Ting, een bericht. Max ziet dat het van een docent
is van een vak waar hij zich voor heeft ingeschreven, maar nog niet is geweest. Waar ben je? Wil
je nog meedoen met dit vak? Max antwoordt dat
hij heeft besloten het vak in Utrecht te volgen. Deze
keuze kan hij maken, want hij hoeft om zijn diploma te halen niet alle aangeboden vakken bij de
HvA te volgen. Als hij online interessante communities vindt of vakken die (online) worden aangeboden door een andere instelling, mag hij daar ook
voor kiezen. Voorwaarde is dat die vakken aan een
internationale standaard voldoen.

Max heeft op zijn iPad een app genstalleerd die


voor hem bijhoudt wat hij moet doen. Hij kan de
app met zijn stem bedienen, om snel zijn overzicht bij te werken en nieuwe activiteiten toe te
voegen. De app waarschuwt hem wanneer hij iets
moet inleveren of opstarten. Of wanneer hij dreigt
teveel hooi op zijn vork te nemen, want Max werkt
ook nog naast zijn studie. Hij heeft als vierdejaars
een betaalde opdracht gevonden omdat deze baan
perfect aansloot op zijn online profiel met zijn
interesses, vaardigheden, ervaring en ambities.
Hij kreeg een melding op zijn smartphone en deed
direct een videosollicitatie. Met succes, want hij kon
de week erna aan de slag.

Morgen heeft hij een afspraak met zijn mentor om


keuzes in zijn afstuderen te bespreken.

Maatschappelijke
ontwikkelingen
Creating Tomorrow 2 geeft aan dat globalisering
van grote invloed is op de wijze waarop studenten
in het leven staan. Het benvloedt ook hoe we over
werk denken en welke vaardigheden nodig zijn om
te werken in de toekomstige (kennis)maatschappij.3
In dit hoofdstuk gaan we in op de veranderingen
in maatschappij, arbeidsmarkt en werkveld, en de
invloed daarvan op het onderwijs..

2 Creating Tomorrow Lets start today: Onderwijs en Onderzoeksagenda


2011-2014.
3 Apollo Research Institute, Future work skills, 2012

2.1
Maatschappij en arbeidsmarkt
De wereld verandert fundamenteel door globalisering, demografische ontwikkelingen, technologische ontwikkelingen en
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Ontwikkelingen die de toekomst van het werk bepalen zijn
bijvoorbeeld (Redecker, C. et al., 2011):

Vergrijzing: veel mensen gaan op korte


termijn met pensioen, aandacht voor de
vraag hoe kennis en ervaring van oudere
mensen beter benut kan worden, en meer
accent op een levenlang leren;
Meer behoefte aan hoog opgeleide kenniswerkers; er is een mismatch op de
arbeidsmarkt tussen de aanwezige en de
benodigde kennis en vaardigheden;
Immigratie en multi-culturaliteit: het karakter van het werkveld verandert daardoor;
Overige veranderingen op de arbeidsmarkt: kennis veroudert snel, er is meer
specialistische kennis vereist, globaliseren van banen.

2.2
Het werkveld
Ook het werkveld zelf zal steeds veranderen en de functies en
de benodigde competenties veranderen mee. Het Apollo
Research Institute4 heeft tien vaardigheden gedentificeerd die
belangrijk zijn voor het werken in de functies van de toekomst.
Samengevat komen deze tien vaardigheden op het volgende
neer: 5
Betekenis leggen: het vermogen tot het
duiden van de diepere betekenis en het
belang van informatiestromen en datasets; Samenwerkend denken en doen;
Over grenzen heen denken en doen: out
of the box en innovatief;
Ordenen van informatie: het vermogen
om kritisch om te gaan met in informatiestromen en datasets, het beoordelen
daarvan, en/of selecties erin te kunnen
maken.
Het accent komt steeds meer te liggen op competenties als
probleemoplossend vermogen, kunnen omgaan met (grote hoeveelheden) informatie en het werken in teams of netwerken.
Daarnaast is self management cruciaal; het vermogen om eigen
doelstellingen te realiseren (Redecker, C. et al., 2011).

4 Apollo Research Institute, Future work skills, 2012


5 Zie bijlage 3 voor de beschrijving van alle tien vaardigheden.

2.3
Invloed op het onderwijs
Voor de HvA is het van belang de maatschappelijke ontwikkelingen kritisch te blijven volgen om hier met het onderwijsaanbod
en vorm vroegtijdig op in te kunnen spelen. Al deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk om de inrichting van het (beroeps)onderwijs steeds weer onder de loep te nemen:
Sluiten de HvA-opleidingen nog aan bij
onze maatschappij en de arbeidsmarkt?
Sluiten de HvA-opleidingen aan op veranderende functies? Sluiten de HvA-opleidingen voldoende aan bij de studentenvan-nu?
De invloed is natuurlijk wederzijds; het hoger onderwijs benvloedt op haar beurt weer de maatschappij, de politiek en het
bedrijfsleven. Als opleidingsinstituut en kennisinstelling is er een
taak voor de hogeschool studenten een basis te bieden om bij te
kunnen dragen aan het mede vormgeven van deze ontwikkelingen.

portret

Fay blijft bij na haar


afstuderen
Fay (27) studeerde vorig jaar af in Recht
aan de HvA. Haar leerstijl laat zich het
best omschrijven als leren door te denken:
ze toetst haar eigen gedachtegangen met
theorie.

Beeldende media
Sinds driekwart jaar heeft ze een baan en ze heeft het daarin prima naar
haar zin. Nu al kan ze toegevoegde waarde leveren: ze leert haar collegas om
met digitale bronnen zinvol onderzoek te doen. Fay is een beetje dyslectisch,
dus de films en andere meer beeldende media die de HvA haar aanbood, zijn
in haar studie vaak erg handig geweest. Met digitaal toetsen hield ze zichzelf
steeds scherp en bij de les. Zo kwam ze altijd goed voorbereid bij tentamens.

Interactief en levendig
Ze kijkt terug op haar studie als een leerzame periode. Het onderwijs was zinvol en de docenten mediageniek: ze wisten hoe ze digitale middelen in konden
zetten. De tweede-schermpresentaties naast het echte college, maakten de
colleges interactief en levendig. Jammer dat de DLWO het in haar begintijd
nog niet altijd goed deed. Later ging dat veel beter. Inmiddels is het weer verder ontwikkeld en uitgebreid. Dat weet ze omdat ze extra cursussen volgt op
meer specialistische terreinen. Ze blijft in het algemeen goed bij in de ontwikkelingen op haar vakgebied door de Open- Coursewaresite van de HvA.

Trends voor de
toekomst van leren
In onze visie op Learning Tomorrow vormen drie
sleutelbegrippen een basis:
Personaliseren, Samenwerken en Informaliseren.
Wat dit betekent voor het onderwijs, staat daarbij
centraal.

3.1
De toekomst van leren
Het huidige en toekomstige onderwijs is het uitgangspunt van de visie. Dat
betekent dat het onderwijs en de vormgeving daarvan centraal staan, en niet de
laatste ontwikkelingen in ICT en nieuwe media. ICT geeft nieuwe mogelijkheden
in deze vormgeving. In de studie The Future of Learning (Redecker, C et al.)
hebben panels met experts hun ideen over de toekomst van leren beschreven.
Daaruit zijn vervolgens drie trends in het denken over en de praktijk van het
onderwijs gedestilleerd:
a)
b)
c)

Personaliseren: een toenemende nadruk op het individu als uitgangspunt


nemen, aansluiten op de persoonlijk vraag en wens;
Samenwerken: het groeiende belang van samenwerken, samen leren en
netwerkleren;
Informaliseren: de muren tussen de fysieke wereld en de virtuele wereld
vervagen; tijd- en plaatsonafhankelijk werken en leren; steeds meer blended
(=gemixt) leren en werken. Maar ook: nieuwe manieren van flexibiliteit in het
onderwijsprogramma.

In onze visie op Learning Tomorrow zijn Personaliseren, Samenwerken en


Informaliseren sleutelbegrippen. Voor het ontwerpen, ontwikkelen en begeleiden van
onderwijs moeten deze sleutelbegrippen worden vertaald in ontwerpvereisten (het curriculum) en in competenties (docenten).
Hoe het onderwijs wordt benvloed door veranderingen in maatschappij en arbeidsmarkt, en kan worden ondersteund door de mogelijkheden van ICT, wordt grafisch
weergegeven in de volgende figuur.
Toelichting op figuur 1: De trends in maatschappij en arbeidsmarkt (de drivers in de
figuur) zorgen ervoor dat de rol van het onderwijs veranderlijk is. Het hoger onderwijs
heeft in de basis een beroepsgerichte orintatie. Maar het beroep waarvoor wordt
opgeleid, is steeds minder op voorhand bepaald. Persoonlijke ontwikkeling, vaardigheden in samenwerking en het ontwikkelen van het vermogen om met de steeds
sneller gaande ontwikkelingen om te gaan, worden daarom steeds belangrijker. Kennis
kun je immers niet alleen opdoen in het formele onderwijs, maar ook informeel in allerlei situaties in leven en werk. Steeds meer gebeurt dat ook online via social media. Zo
voorziet bijvoorbeeld Daniels (2012)1 zelfs een verschuiving van publiek (institutioneel)
naar privaat- commercieel hoger onderwijs, als gevolg van de technologische ontwikkelingen.
De drie sleutelbegrippen - personaliseren, samenwerken en informaliseren -hebben
ieder een wisselwerking met de gevraagde vaardigheden voor de (steeds veranderende) beroepspraktijk. Ze hebben ook invloed op de nieuwe manier van leren. ICT
staat als drager of enabler in deze figuur, en dat is niet voor niets: ICT maakt onderwijsactiviteiten mogelijk die face-to-face niet mogelijk zijn.

Demography

Globalisation

Immigration

Technology

Labour Market

DRIVERS

Labour
trends &
market demands

EDUCATION
&
TRAINING

NEW SKILLS

Initiative, resilience
Responsibility
Risk-taking, creativity

personal Personalisation
skills

NEW WAYS OF
LEARNING

learner
centred

Tailormade & targeted


Active & constructive
Motivation & engaging

Team-, networking
Empathy, compassion
Co-onstruction

social
skills

Collaboration

social
learning

Peer learning
Sharing & collaboration
In communities

Managing, Organsing
Meta-cognitive skills
Failing forward

learning
skills

Informalisation

lifewide
learning

Anywhere, anytime
Blending virtual & real
Combining
sources/providers

ICT TRENDS
Learning
analytics

Elecronic
tutors

Augmented
Reality

Data
mining

Games

Mobiles

e-books

3D virtual
worlds

Social
networks

OER

ePortfolios

LMS

3.2 ICT en de drie sleutelbegrippen


Welke mogelijkheden biedt ICT in het licht van de drie sleutelbegrippen?

A PERSONALISEREN
ICT biedt mogelijkheden voor veel meer
op maat toegesneden leerpaden. De
vraag van de student is het startpunt, en
niet het aanbod van de instelling. Dit appelleert direct aan de betrokkenheid en de
motivatie van de student.
Met Learning Analystics 6 kan veel gerichter en persoonlijker feedback worden
gegeven op het studeergedrag van
lerenden; Veranderingen in de creatie van
onderwijsmaterialen (content), bijvoorbeeld de publicatie van eBooks die op
een andere manier het leren faciliteren.
Mogelijkheden voor zelfgeorganiseerd
leren, bijvoorbeeld: studenten publiceren
zelf eBooks met open content of stellen
een ePortfolio op;

6 Learning analytics maken het mogelijk om van grote hoeveelheden informatie in verschillende databases,
intelligente analyses te maken. In combinatie met de eigen waarnemingen en analyse van docenten kunnen
bijvoorbeeld betere beslissingen en onderwijsactiviteiten op maat aangeboden worden (meer in bijlage 1: ICTontwikkelingen).

B SAMENWERKEN

C INFORMALISEREN

Samenwerken is allereerst het werken in


groepen. Maar dit begrip kan breder opgevat worden: het gaat ook om informatie
delen, elkaar met feedback ondersteunen
in het leren en vragen stellen en antwoorden geven bij videomateriaal. Dat is
de kern van netwerk-leren: mede-experts
die je online en face-to-face treft, inzetten
voor je eigen ontwikkeling.

Een uitgekiende mix van leren in een


virtuele en fysieke omgeving; leren anywhere-anytime (waar en wanneer je wilt);
informeel en formeel een mix van competenties leren; via een ePortfolio kunnen
de competenties verzameld en bewezen
worden.
Bij informaliseren is overigens nog een
belangrijk element te noemen: het toegankelijk en open beschikbaar maken
van onderwijs(-content) of het zelfs te
hergebruiken.7 Denk aan informele online
cursussen, waarbij soms zelfs certificaten
kunnen worden verkregen. Dit is inmiddels al een trend te noemen. Voorwaarde
voor een goede inzet ervan is dat iedereen de veelheid van informatie goed kan
duiden op betrouwbaarheid (een vaardigheid die digital literacy digitale geletterdheid - wordt genoemd).

7 Didderen en Verjans (in Trendrapport Open Educational Resources, artikel 1, 2012) beschouwen het zelfs
een vierde sleutelbegrip bij het model Future of Learning. Wij hebben gekozen het te plaatsen onder informaliseren 7 omdat via Open Content blends ontstaan van informeel onderwijs en formeel onderwijs.

portret

Vera studeert een jaar


in het buitenland

Virtueel ontwikkelen en leren

Een jaar studeren in Australi en daar ter plekke ook vakken aan de HvA kunnen volgen. Vera heeft het goed voor elkaar: ze loopt geen achterstand op en
haalt haar diploma op tijd. Daarnaast volgt zij in Australi verschillende vakken
in Sport en Beweging, waarvan de meeste ook meetellen voor haar diploma
aan de HvA. Ze houdt daarvoor tweewekelijks contact met haar mentor. Naast
haar studie vult ze haar tijd met de verschillende aantrekkelijke outdoorsporten die downunder te bieden heeft en werkt ze bij een organisatiebureau
voor outdoorevents. Zo combineert ze werken en leren met haar passie voor
buitensporten.

Veranderingen in
leren en onderwijs
In dit hoofdstuk gaan we in op veranderingen in
opvattingen over het leren en veranderingen in de
leeromgeving. Welke verschuivingen zien we op
dit moment en waar kunnen we nu alvast rekening
mee houden?

4.1
Veranderingen in het denken over effectief leren
Leren is een actief informatieverwerkingsproces. Cognitief psychologen zien leren als
het veroorzaken van een duurzame gedragsverandering. Daarbij gaat het niet alleen
om waarneembare gedragsveranderingen, maar ook om veranderingen in iemands
mogelijkheden om zich anders te gedragen (Van der Veen & Van der Wal, 1997).

De setting van leren


De setting waarin geleerd wordt en hoe
lerenden worden benaderd, verandert fundamenteel. Daarmee veranderen ook de
ideen over hoe de verwerving en verwerking van kennis en vaardigheden het
best kan plaatsvinden.
Een aantal voorbeelden van fundamentele verschuivingen in de setting van
leren: van leren als lineair proces, naar
connected en netwerkleren; van leren als
consumeren, naar leren als produceren;
dat wil zeggen een actief proces dat bij de
lerende zelf begint; van leren als kennisoverdracht, naar leren als zelf betekenis
geven aan informatie; van leren in een
homogene groep, naar leren in homogene
groepen waarin lerenden verschillende
leerstijlen, achtergronden en voorkennis
hebben; van leren als het reproduceren
van kennis, naar leren als het zelf construeren van kennis;

De rol van de docent

Impact van social media

Ook het denken over de rol van de docent


verschuift: van de bezitter en bron van
kennis en informatie, tot degene die de
leeromgeving inricht en het leren faciliteert. In de laatste opvatting is de docent
de stimulator tot gedragsverandering en
leren. Eerst kwam het accent meer te
liggen op boeken als kennisbron, inmiddels is informatie overal (online) opvraagbaar en ontsluitbaar: kennis zit in netwerken of communities (in de crowd) en is via
internet beschikbaar. Daardoor kunnen
studenten steeds meer hun eigen leerproces sturen en zelfs mede-producent
worden van de onderwijscontent. De docent wordt daardoor naast vakinhoudelijk
expert ook steeds meer:

De impact van social media op het leren


is een interessante ontwikkeling van de
laatste jaren (Science Guide, 14 maart
2012; Kresin en Fillius, 2010). Internet
ontwikkelt zich steeds meer tot een platform waarop informatie wordt gecreerd,
gedeeld, becommentarieerd, geruild,
aangepast en doorgegeven (o.a. Downes,
2005; Zanden, 2011; Reynolds, 2012).
Vandaar het gebruik van de term connectivisme (Siemens, 2004), dat verwijst
naar de effecten van de technologie op
het leren. Het connectivisme ziet leren als
het leggen van nieuwe verbindingen in het
netwerk. Het middelpunt van dat netwerk
kan een lerende zijn, maar ook een
onderwerp waaromheen zich een community vormt (zoals wikipedia)
Volgens Siemens vindt het leren voortaan plaats op basis van snel gevonden
informatie, die continu worden aangevuld
met nieuwe informatie. Het vermogen
onderscheid te maken tussen essentile
en niet- essentile informatie wordt steeds
meer van levensbelang. Ook het leggen
van de juiste relaties tussen verschillende
ideen, concepten en mensen wordt een
belangrijke competentie voor studenten
en medewerkers. Snel en goed kunnen
leren en weten waar bepaalde informatie
te vinden is, zijn dan belangrijker dan het
beschikken over de juiste detailkennis.

Regisseur, bijvoorbeeld in de begeleiding


van studenten;
Facilitator, bijvoorbeeld zorgen voor een
veilige omgeving;
Curator, bijvoorbeeld het samenstellen
van de content en daarbij eigen bronnen/
content gebruiken, die van collegas of
zelfs die van studenten;
Creator van de leeromgeving, bijvoorbeeld door re-design van het onderwijs;
Connector: verbinder tussen studenten
onderling en bijvoorbeeld tussen werkveld
en onderwijs.

4.2
Veranderingen in de leeromgeving
Met het veranderen van de opvattingen over leren, is de vormgeving van het onderwijs in de leeromgeving ook veranderd.
Werkvormen zijn in de loop der jaren interactiever geworden, het
accent wordt gelegd op actief leren.
Peter Sloep (2012) zet echter een belangrijke kritische noot bij
deze verschuiving: het onderwijs is weliswaar veranderd, maar
deze veranderingen hebben plaatsgevonden binnen het oude
model van uitzenden van kennis en informatie. Colleges zijn
nu ook te bekijken als webcolleges (online), hergebruik en herhaling zijn dus mogelijk en deze content kan bovendien verrijkt
worden met vragen of extra informatie. Maar deze vormen passen nog steeds binnen de kaders van het model uitzenden. De
leeromgeving is dus veranderd, maar het achterliggende model
nog niet: we onderwijzen nog steeds in collegezalen- al dan niet
online - met gestandaardiseerde curricula en uniforme exameneisen.
Naar nieuwe modellen
Studies zoals die van Future of Learning (2011) zouden aanleiding moeten zijn voor een discussie over de vormgeving van
onderwijs. Die discussie is er ook wel, maar de neiging om vanuit oude modellen te denken en te handelen, is nog steeds
groot. De tijd is rijp voor flexibilisering en informalisering, ook
door de mogelijkheden van de nieuwe media. Regelgeving en
bestaande financile modellen bevorderen de concretisering
hiervan niet. De discussie zou meer kunnen over de vraag: hoe
zou de ideale leeromgeving er uit kunnen zien?

4.3
Uitgangspunten voor Learning Tomorrow
Het rapport Future of Learning (2011) biedt een aantal bruikbare uitgangspunten voor
ideen voor een toekomstige leeromgeving (Leendertse, 2011).

De toekomstige leeromgeving draait


om de lerende:
een leeromgeving is in principe vraaggericht en sluit daarmee aan bij de behoeften en vragen van lerenden. Het gaat om
personalisering, onderwijs-op-maat en de
ontwikkeling van het eigen leerpad. Anders gezegd: denk vanuit mensen en niet
vanuit instellingen. Dit vraagt bovenal om
een flexibele leeromgeving.

De toekomstige leeromgeving
volgt de lerende:
omdat leren plaatsvindt op een instelling (formeel), maar ook op onder andere
internet, studieverenigingen en online
communities (informeel). Informeel leren
krijgt een belangrijkere rol. Je kunt overal
en altijd leren. Leren vindt plaats in een
flexibele omgeving die het mogelijk maakt
tijd- en plaats onafhankelijk te leren. Dit
kan ook betekenen dat de leeromgeving
open en toegankelijk is.

De toekomstige leeromgeving bevat


naast face- to- face activiteiten ook
virtuele componenten:
ICT neemt in onderwijs, werk en
maatschappij een belangrijke plaats in.
Veel van wat face-to-face plaatsvond, kan
nu virtueel worden aangeboden. Anders
gezegd: we kunnen het onderwijs blended
aanbieden en daarbij ook de nieuwe media die lerenden meenemen, integreren in
het onderwijs. Daarvoor heeft het onderwijs een re-design nodig.

De toekomstige leeromgeving geeft


continu feedback:
een lerende krijgt niet alleen feedback
op wat fout is, maar vooral ook wat goed
gaat en nog beter kan. Dat laatste heet
in de gaming wereld Failing forward. De
lerende krijgt feedback over waar hij is
in het leerproces en de wil om te leren
en beter te worden (in games: het volgende level te bereiken) wordt ondersteund. Dergelijke continue feedback wordt
steeds beter mogelijk via (huidige) tools
en apps.
De toekomstige leeromgeving staat
altijd in verbinding met uit de echte
(fysieke) wereld:
wat buiten de onderwijsmuren gebeurt
(ontwikkelingen in het werkveld, wensen
etc.), wordt naar binnen gehaald. En andersom: wat binnen de onderwijsmuren
gebeurt (theorie, praktijk, innovaties),
wordt actief naar buiten gebracht. De
wederzijdse interactie tussen binnen en
buiten staat centraal, dit vraagt om toegankelijkheid en openheid.

De toekomstige leeromgeving faciliteert


integratie en samenwerken van
verschillende disciplines.
Een vak staat niet meer op zichzelf: het gaat
om multidisciplinariteit.
De toekomstige leeromgeving bestaat
uit netwerken:
de lerende zit in verschillende teams,
projecten en settings (formeel en/of informeel). Ieder team draagt bij aan het leren
van de lerende; en de lerende draagt bij
aan het creren van kennis voor zichzelf
en anderen. Denk aan de ontwikkelingen
rondom community- (of: crowd)-gebaseerde leerpaden, bijvoorbeeld de Massive Open Online Communities (MOOC),
die nu sterk in opkomst zijn.8

7
In het volgende hoofdstuk worden
deze uitgangspunten vertaald in
ontwerpprincipes en gecombineerd
met de mogelijkheden die ICT biedt.
8 MOOC; een cursus die alleen ontstaat en opgezet
is via internet door n of enkele initiatiefnemers.
Iedereen is cursist deelnemer en expert. http://www.
youtube.com/watch?v=eW3gMGqcZQc

4.4
Samenvatting

Sleutelbegrip

Leren

De (toekomstige) leeromgeving

Persoonlijk

Leren op maat

Stelt de lerende
centraal: draait om en volgt de lerende

Actief leren
Betrokken

Heeft altijd virtuele componenten: blended

Eigenaarschap
Vanuit eigen
motivatie leren
Samenwerken

Peer-leren
Samen leren
Delen

Informaliseren

Maakt werken in netwerken, groepen en disciplines


mogelijk
Maakt continue feedback mogelijk
Sterke wisseling formeel en informeel leren mogelijk

Blended Leren

Heeft altijd virtuele componenten: blended

Tijd- en plaatsonafhankelijk
leren

Sterke wisseling formeel en informeel leren mogelijk

Formeel en Informeel leren


Netwerk leren

Is toegankelijk en open

portret

Docent blijft leren


on the job
Ernesto is nu vijf jaar docent. Hij studeerde negen jaar geleden zelf af aan de HvA. Hij heeft gewerkt
en gereisd en kwam er in die periode achter dat hij graag docent wilde worden. De combinatie tussen
nieuwe techniek, de inhoud van zijn vak en het contact met studenten spraken hem aan. De verschillende
rollen die hij moet inzetten als docent houden zijn vak afwisselend en boeiend en zorgen ervoor dat hij
zich kan blijven ontwikkelen.

Instructie
Learning on the job
Hij solliciteerde, deed een assessment en kwam als
zeer geschikt uit de bus. Wel moest hij zijn (digitale) didactische vaardigheden verder ontwikkelen.
Hij volgde een korte
intensieve gerichte opleiding via de HvA
Academy. Die bestond voor een groot deel uit
learning on the job. Hij kreeg gerichte feedback op
zijn interacties met studenten (ook door zijn studenten zelf) en kreeg opdrachten en tips voor de
begeleiding van zijn groepen.

Leerroutes
Inmiddels laat zijn werk zich als volgt beschrijven.
Hij is deels een curator: hij richt de leeromgeving
in voor studenten. Hij plaatst het materiaal op een
digitaal open onderwijs portaal dat studenten toegang geeft tot zijn content. Ieder jaar neemt hij de
hele omgeving goed onder de loep, en verwijdert
verouderde bronnen. Het hele jaar door plaatst hij
artikelen, links en ook materiaal van studenten,
zodat zijn onderwijs altijd up-to-date is. Hij laat
alle colleges opnemen een gewoonte die hij heeft
opgedaan tijdens zijn learning on the job periodeen maakt zo flitscolleges die hij weer in de online
leeromgeving plaatst. Hoe de student het materiaal tot zich neemt, mag hij zelf weten. Ernesto
heeft voorbeelden gemaakt van leerroutes door
het materiaal heen. Verder hoopt hij studenten
echt te interesseren voor zijn vakken. Hij probeert
waar mogelijk verbreding en verdieping te bieden.
Door links te plaatsen onder het mom van als je
dit materiaal hebt gedownload, dan is dit of dat ook
interessant of door bij opdrachten een suggestie te
doen voor een next level.

Al zijn materialen zijn via mobile devices beschikbaar en door studenten verder zelf te verrijken.
Voor eerstejaars geeft hij nog een instructie hoe
ze met de leeromgeving moeten omgaan, maar
eigenlijk hoeft dat al bijna niet meer. Studenten
van tegenwoordig kennen de manier van werken
en kunnen meestal direct hun weg vinden. Ronduit
trots is hij op zijn projectopdracht games maken
voor ouderejaars. Dit jaar is zijn opdracht een tentoonstelling in te richten voor het Rijksmuseum. Hij
geeft veel basisinformatie, maar verder stimuleert
hij studenten het zelf uit te zoeken. Hij begeleidt ze
om een heldere leervraag te formuleren en eerst
met het materiaal in de omgeving zelf te proberen
de leervraag op te lossen. Voor het overige moeten
studenten experts (online en fysiek) zoeken om hen
verder te helpen.

Bijblijven
Je bent nooit uitgeleerd als docent, merkt Ernesto.
En hij wil op alle fronten bijblijven. Op het gebied
van zijn (digitale) didactische vaardigheden natuurlijk, maar ook in het coachen en stimuleren van
studenten om zelf hun keuzes te maken en hun
pad te vinden in studie en leven. En natuurlijk
houdt hij zijn inhoudelijke deskundigheid bij via
een internationale vakcommunity. Daar wisselt hij
ook veel materialen uit met zijn collegas. Hij werkt
niet met een vast rooster van lessen, wel heeft hij
vaste coachings- |begeleidings- | instructie-uren.
Studenten kunnen online een afspraak inboeken.
Soms voegt hij studenten met dezelfde vragen
samen tot een klein groepje. Dan helpt hij ze op
weg en zet ze daarna samen aan het werk. Het
gebruik van mobile devices helpt hem meer gericht
en individueel instructie en begeleiding te geven.

Hoe ICT het leren


kan versterken
De invloed van ICT op onze samenleving neemt
steeds meer toe. Mobiele technologie is onderdeel van het dagelijkse leven. Leven, werken en
leren raken steeds meer met elkaar verweven en
dat zorgt voor een steeds krachtigere leeromgeving. Dit hoofdstuk neemt de mogelijkheden
van ICT om het leren te versterken onder de
loep.

5.1
ICT en leren: technologische trends
De ontwikkelingen in de ICT gaan hard en dat heeft zijn weerslag op manier waarop we ICT gebruiken. In het gebruik van
internet is bijvoorbeeld een duidelijke verschuiving waarneembaar.
In het begin van de 21ste eeuw werd internet vooral gebruikt om
informatie te lezen (read only). Vanaf 2002 werd het gebruikelijker zelf informatie te publiceren (read and write). Nu kunnen
gebruikers zelf websites maken via allerlei eenvoudige en vaak
gratis toegankelijke programmas: Web 2.0 9. Het internet is een
interactief platform geworden waarmee applicaties, de
bijdragen van gebruikers en uiteindelijk de gebruikers zelf met
elkaar worden verbonden.
Dezelfde verschuiving is ook zichtbaar in het gebruik van social
media. Deze kenden de laatste jaren een explosieve groei
(Science Guide, 14 maart 2012). Op dit moment ligt het accent
op zogenaamde metavaardigheden: ruilen, selecteren, becommentariren en het toevoegen van nieuwe content aan oude
content.
De trends in de informatietechnologie worden in een aantal
publicaties beschreven. Het Horizon Report van The New Media
Consortium10 beschrijft bijvoorbeeld ieder jaar de zes belangrijkste trends van ICT in hoger onderwijs. Een groot aantal experts
analyseert de belangrijke ontwikkelingen, en vat deze vervolgens samen in trends voor de korte, middellange en lange
termijn. Het volgende schema geeft een weergave van de trends
uit het Horizon Report en andere relevante publicaties.

9 Doughterly en OReilly, 2005


10 NMC (2012). Horizon Report 2012.

In het algemeen kan de verschuiving in ICT-trends als worden omschreven


(Reynolds (2012):

van gesoleerd naar connected; of:

van individueel naar netwerken van consumeren naar produceren15

van generiek naar persoonlijk

van uitzenden naar nanocasting (korte filmpjes met uitleg) 16

van soms en op sommige plekken mobiel, naar altijd en overal being mobile

in the cloud.17

11 SURF, JISC (het Engelse SURF), het Amerikaanse EDUCAUSE en het Australische CAUDIT.
12 Seville Spain: Institute for Prospective Technological Studies, JRC, European Commission
13 JISC: http://www.jisc.ac.uk/inform/inform32/FutureTech.html
14 http://www.gartner.com/it/page.jsp?id=1826214
15 Denk aan concept van users as designers: studenten worden medeproducent van de leeromgeving.
http://waag.org/project/usersasdesigners
16 Bijvoorbeeld het opnemen en plaatsen van weblecturers die langzamerhand meer gaan naar flitscollege
17 Cloud computing: informatie en leerobjecten aanbieden via het internet, daarmee wordt tijd- en
plaatsonafhankelijk leren mogelijk (meer in Bijlage 1).

5.2
Leren en ICT: de versterking
Hoe en waar kan ICT het leren versterken? Waar liggen de kansen om het leren te
ondersteunen en het efficinter en effectiever te maken? Eerder in dit rapport is al
beschreven dat ICT tijd- en plaats- onafhankelijk leren mogelijk maakt, dat er door
netwerken meer leerbronnen beschikbaar komen en er meer leren op maat mogelijk is.

18 Bijvoorbeeld, Bunnink-Tibbe, 2008

Neveneffecten
De inzet van ICT in het onderwijs heeft bovendien een aantal
neveneffecten die het onderwijs verder versterken.
Concrete voorbeelden van neveneffecten:
Het online toetsen vraagt van docenten opnieuw naar de toetsvragen te kijken, het online toetsen leidt tot een kwaliteitsslag
in toetsvragen. Open Educational Recourses (het online beschikbaar stellen van lesmateriaal) dwingt docenten om nog
eens te kijken naar de leesbaarheid en helderheid van teksten
en opdrachten. Materiaal wordt daardoor vaak aangepast. Niet
alleen externen profiteren van deze kwaliteitsslag, maar ook de
volgende groep studenten.
Met Learning Analytics is het studeergedrag van studenten
sneller te achterhalen en worden studenten bij de les gehaald.
Studenten waarderen dat (aandacht/gezien worden). Met blogs
en wikis schrijven studenten automatisch samen aan teksten.
Via track changes is zichtbaar wie welke bijdrages doet.
Bovendien kunnen externen meelezen en -schrijven.
De docent wordt mediagenieker.

5.3
De toekomst:
ontwerpprincipes en re-design leeromgeving
Om de toekomstige leeromgeving voor de HvA vorm te geven,
zullen de genoemde ICT-elementen terug moeten komen.
Daarvoor is een re-design van onderwijs nodig. We nemen weer
als kapstok de drie sleutelbegrippen uit in Future of Learning
(2011): personaliseren, samenwerken en informaliseren.
In paragraaf 4.2 zijn de drie sleutelbegrippen vertaald in een
aantal uitgangspunten voor leren in de toekomst. Daaraan
worden in deze paragraaf ontwerpprincipes gekoppeld, en wordt
een aantal voorbeelden gegeven van hoe dit in de
onderwijspraktijk een vertaling kan krijgen (In bijlage vier staat
een uitgebreider overzicht).

A) Personaliseren
Ontwerpprincipe: Een leerproces is krachtig wanneer alle
belanghebbenden bij het leerproces betrokken zijn bij de
vormgeving daarvan.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> het kader waarin geleerd wordt en het profiel waarvoor

geleerd wordt, helder is;
> de lerende geleidelijk aan steeds meer verantwoordelijk

heid krijgt in zijn eigen leerproces;
> de te leren competenties helder beschreven zijn; de

student mede-ontwerper is van het onderwijs;
ICT-elementen: bijvoorbeeld eBooks, online (diagnostische)
toetsen, persoonlijke adaptieve ELOs
Ontwerpprincipe: Leren start bij persoonlijke urgentie.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> de lerende werkt vanuit de eigen leervraag en/of -wens en

vanuit motivatie;
ICT-elementen: bijvoorbeeld online (diagnostische) toetsen,
Open Educational Resources.
Ontwerpprincipe: Leren is ruimte geven aan de cursist om
zijn eigen leerweg (en levenspad) vorm te geven.
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> de student het uitgangspunt is en het onderwijs

vraaggericht is ingestoken;
> de lerenden kunnen leren via (online) flexibele leerpaden;
> de lerende keuze heeft (bijv. onderwerpen, uitvoering,
toetsmoment);
> instructie, feedback op maat en direct wordt gegeven;
> diversiteit (in manieren van leren, voorkennis,

achtergrond) wordt ondersteund, in plaats van

lineairiteit (volgens een vaste, voor iedereen gelijk
programma);
> feedback wordt gegeven op maat;
ICT-elementen: bijvoorbeeld: online (diagnostische) toetsen,
Learning Analytics, weblecturers, flitscolleges, eTextbooks,
smartphone/tablets.

B) Samenwerken/netwerken
Ontwerpprincipe: Een leeromgeving is het krachtigst als
alle betrokkenen erin leren
Dit betekent bijvoorbeeld dat:
> studenten in verschillende groepen en (online) netwerken

binnen het onderwijs en daarbuiten hun vragen en

expertise delen;
> studenten en docenten samen online content maken en
delen;
> de docent naast expert ook curator is (zie paragraaf 4.1);
> lerenden peer-to-peer leren kennen en kunnen;
ICT-elementen: bijvoorbeeld Groupware, Social media, eTextbook, samenwerktools (Wikis, GoogleDocs, Dropbox),
ePortfolio, Skype, Adobe Connect.
C) Informaliseren
Ontwerpprincipe: Een leeromgeving is het krachtigst als
deze vanuit een multidisciplinaire of over grenzen heen
principe is opzet.
Dit betekent bijvoorbeeld dat :
> het niet gaat om wr je je kennis hebt vergaard, maar om
wt je hebt vergaard, de waarde van je CV hangt niet

meer alleen af van je werkervaring of diploma, maar meer

van je sociale geloofwaardigheid: je online activiteiten en

reputatie (zoals blog, badges, bijdrages in online
discussies);
> formeel en informeel onderwijs gentegreerd is:

het accent ligt op zelfgeorganiseerd leren in plaats van op

institutioneel leren;
> vormen van blended learning worden toegepast;
> de onderwijspraktijk is gekoppeld aan de beroepspraktijk;
> vakdisciplines samenwerken;
> onderwijs open is;
ICT-elementen: bijvoorbeeld Social media, ePortfolio, eTextbook, Open Eductional Resources, Weblecturers, Flitscolleges.

5.4
Samenvatting

portret

Sjuul,
eerstejaars studente
Sjuul studeert nu vier maanden aan de HvA. Ze heeft destijds haar keuze gemaakt op basis van open dagen en open course ware waarmee ze lessen van
de HvA alvast via internet kon volgen. Het niveau en de manier van studeren
spraken haar erg aan.

Online bijspijkeren
Vroeger...
Haar vader vertelt haar wel eens over zijn studietijd. Dat zag er heel anders uit. Hij had hoorcolleges, werkcolleges, deed zelfstudie uit boeken
en werkte samen in projectgroepen. Soms twaalf
uur per week, soms meer. Na een blok van zeven
weken deed hij tentamen. Zo gaat het allang niet
meer, lacht Sjuul. Zij vertelt hem op haar beurt
dat ze nu lid is van drie communities. Daarbinnen werkt en studeert ze intensief samen met
twee medestudenten. Ze is aan hen gekoppeld
is via een onderwijs-connectingtool, omdat ze
dezelfde leervraag hadden. Dat was in het begin
even wennen, maar Sjuul is intussen blij met haar
leermaatjes. Ze houden elkaar bij de les en kunnen
altijd bij elkaar terecht voor vragen.

Voor ze begon met haar studie, heeft ze online een


toets gemaakt. Daaruit bleek dat ze haar wiskunde
nog iets moest bijspijkeren. Aan het eind van de
toets kreeg ze meteen een suggestie voor begeleiding door een online instituut in een Open Cloud
omgeving. Ze maakte met het instituut afspraken
over de tijden waarop ze begeleiding kreeg en ging
zelfstandig met opdrachten aan de slag. Om de
twee weken sprak ze haar docent face-to-face over
haar vorderingen en dingen die ze niet snapte. Zo
behaalde ze het niveau wat nodig was voor haar
studie.

Voorbereiden
Ze werkt niet meer in blokken, maar in een jaarcyclus. Ze doet tentamen wanneer zij daar klaar
voor is. De studieplanner app van de HvA helpt
haar goed vooruit te plannen en ook de docenten
houden haar goed in de gaten. Als ze een tijd niet
inlogt, neemt haar mentor contact met haar op en
vraagt of ze nog meedoet en of er problemen zijn.
In het eerste jaar is er nog veel structuur (zowel
online als face-to-face), maar ze weet al dat vanaf
volgend jaar minder wordt in. Ze probeert zich daar
nu al zo goed mogelijk op voor te breiden.

Betekenis voor
de HvA
Over het belang van ICT voor het onderwijs is
iedereen het eigenlijk wel eens; dat zal alleen
maar toenemen. Daarom zal de HvA moeten
aansluiten op ontwikkelingen in ICT en social
media. Dat kan door het ICT-gebruik van
studenten en docenten te ondersteunen, maar
ook door het inhoudelijk te verwerken in de
opleiding in het kader van maatschappelijke
vorming.
Het gebruik van ICT mag natuurlijk niet ten
koste gaan van het face-to-face contact met
docenten en deskundigen, en het sociale
contact via de studie..

6.1
Goed onderwijs als uitgangspunt
De kerntaak van de HvA is het goed opleiden van jonge mensen in de stad met allerlei
programmas en (bijvoorbeeld) excellentietrajecten. De basis is het creren van goed
onderwijs voor alle studenten die bij de HvA studeren en willen studeren. Bij alle
bedoelen we de diversiteit aan studenten: de diverse (culturele) achtergronden, de
voorkennis, leerstijl, ambities en leerwensen.
Bij goed onderwijs nemen we de HvA-visie op studeren en onderwijzen mee. In deze
visie sturen drie uitgangspunten de onderwijsontwikkeling binnen domeinen en opleidingen van de HvA aan.
1.

2.


3.


Actief en interactief: leren doe je in interactie met anderen, je deelt kennis en


ervaringen.
De opleiding geeft perspectief, structuur en discipline: studenten en docenten
worden steeds meer learning partners, ieder draagt vanuit een eigen
verantwoordelijkheid bij aan de ontwikkeling van opleiding en beroep.
Studenten zijn potentile talenten die leren met hart, hoofd en handen: willen,
weten en kunnen staan centraal. En studenten leren niet alleen voor een beroep,
ze leren ook een professional van de 21e eeuw te zijn met alle
verantwoordelijkheden die daarbij horen.

6.2
Goed onderwijs en nieuwe media
De wereld van nieuwe media verandert razendsnel. Op internet verschijnen steeds
meer handige, goedkope of zelfs gratis informatiediensten en web 2.0 toepassingen.
De huidige nieuwe studenten nemen deze ontwikkelingen ook mee naar de HvA.
Voor hen is nieuwe media een onderdeel van hun leven en communicatie geworden.
Nieuwe media hebben binnen alle opleidingen van de HvA hun intrede gedaan, maar
dat kan sterker en uitgebreider. Het is nog te veel afhankelijk van (groepen) individuen
en/of de aard van de opleidingen (techniek / multimedia). Er kan meer hergebruikt en
meer gedeeld worden. En dit alles veel meer vanuit een ontwerpgedachte van
onderwijs.
Betekenis voor de HvA
De HvA heeft al stappen gezet op deze gebieden. Die verdienen versterking, vernieuwing en uitbreiding. Belangrijk is in de komende discussie rondom Learning Tomorrow
ook te spreken over nieuwe modellen in het onderwijs. Bijvoorbeeld in de vorm van online leren, hybride leren en samenwerking. De doelen van hoger onderwijs zullen in essentie hetzelfde blijven, maar de wegen om die doelen te bereiken zullen veranderen.
Die wegen zullen meer dan nu online, toegankelijk en interdisciplinair zijn en uitgaan
van samenwerking (collaboratief).

6.3
De inrichting van (toekomstig) onderwijs
De vraag is dan hoe deze nieuwe media het leren van de HvA-student kan versterken.
Hoe kan de HvA haar leerproces zo vormgeven dat zowel de huidige onderwijsstructuur als de toekomstige structuren ondersteund kan worden? De tools, apps en systemen zijn soms al beschikbaar binnen de HvA, hoe komen we van daaruit tot het redesign?
We nemen de trends uit het rapport The Future of Learning (Redecker, C. et al., 2011)
wederom als kapstok voor het inrichten van het toekomstig HvA-onderwijs.
(a) Personaliseren: een toenemende nadruk op het individu

als uitgangspunt nemen; aansluiten op de persoonlijke

vraag en wens;

(b) Samenwerken: het groeiende belang van samenwerken

en -leren en/of netwerken leren;
(c)



Informaliseren: muren tussen de fysieke wereld en de


virtuele wereld worden diffuser; tijd- en plaatsonafhankelijk
werken en leren neemt toe; blended leren en werken
neemt toe. Nieuwe manieren van flexibiliteit toepassen in
het onderwijsprogramma.

Sleutelbegrippen en de visie
De drie sleutelbegrippen sluiten aan op de drie accenten uit paragraaf 6.2 van de visie
op studeren en onderwijzen van de HvA:




> Actief / interactief is direct verbonden met samenwerken en persoonlijk en op


maat maken van onderwijs. Beide appelleren aan eigen verantwoordelijkheid en
zelf organiseren.
> Personaliseren heeft een sterke relatie met leren vanuit hart, hoofd en handen;
deze manier van leren is bij uitstek persoonlijk.
> Informaliseren raakt aan actief & interactief in een blended omgeving, en leren &
werken in en vanuit de directe omgeving en de beroepspraktijk.
Deze gaan samen op.

Belang van digitale didactiek


Voor een effectieve inzet van ICT en sociale media is digitale didactiek onontbeerlijk.
De inzet van ICT en nieuwe media betekenen in ieder geval voor de docent:
-
denken en werken vanuit nieuwe rollen (zie paragraaf 4.1) en onderwijsont
werpen: ICT en nieuwe media scheppen die mogelijkheden;
-
nadenken over het re-design van het eigen vak en de plaats binnen het
curriculum;
-
denken, werken en inrichten van onderwijs vanuit netwerken en niet alleen

vanuit hetteam of de opleiding;
-
denken en werken vanuit vraaggericht onderwijs waarbij de student mede
ontwerper is van het onderwijs;
-
denken en werken vanuit continue verandering;
-
ontsluiten en delen van onderwijsmaterialen en hergebruik van andermans

materialen en daarmee (her)inrichten van het eigen onderwijs.
Dit vraagt van docenten: flexibiliteit, loslaten van oude beelden en principes, werken
in verandering, werken vanuit ontwikkeling en talent en werken met wisselende
communities.

6.4
Vier programmalijnen voor de toekomst
Vanuit de eerste discussies over de vormgeving van het huidig en toekomstig onderwijs komen de contouren voor de richting naar voren. De werkgroep
Learning Tomorrow heeft deze contouren samengevat in vier programmalijnen,
die hieronder staan beschreven. Uitgangspunt is dat het programma Learning
Tomorrow geen nieuwe projecten ontwikkelt. De huidige HvA-initiatieven krijgen
versterking en verbreding, waardoor ook hergebruik en delen mogelijk worden.
Echter de wereld van nieuwe media veranderd razendsnel. Het is denkbaar dat
na 2014 wel nieuwe ICTprojecten nodig zijn binnen de HvA om het leren te versterken. Alle nieuwe projectvoorstellen zullen worden besproken door de stuurgroep ICT-governance.

1.
Re-design onderwijs
Nieuwe media is en wordt een integraal ondersteunend middel
voor het onderwijs. Dit vraagt om een nieuwe kunde en
kennis: digitale didactiek.
Kern daarvan is dat docenten weten hoe, waarom en wanneer
ze ICT inzetten bij het faciliteren van het leren.
Docent-professionalisering in de inzet van ICT in het onderwijs
is daarvoor essentieel.
De HvA- Academie is een belangrijke partij daarin.

Ideen voor initiatieven


-
Ingerichte labs (als werkvorm) waar docenten

ondersteuning krijgen bij het herontwerpen van hun

onderwijs. Onder begeleiding van een expert, maar

docenten kunnen elkaar ook ondersteunen.
-
Track met workshops en seminars over tools en

bijpassende digitale didactiek.
-
De onderwijsdag HvA 2013 over re-design van onderwijs

met nieuwe media en gamification

(dat wil zeggen vanuit highscores, levels en failing-for

wardprincipes en niet alleen educatieve games).
-
Organiseren van discussies en seminars ten aanzien van

het ontwikkelen van nieuwe modellen van onderwijs. Dit

ter ondersteuning van verdere professionalisering binnen

de HvA (docenten, medewerkers).
-
Bespreken van de veranderende rol van docent en student

in het (toekomstige) onderwijs.

Niet alleen in technisch opzicht, maar ook bijvoorbeeld

door sparring partners; mensen waarmee docenten hun

onderwijs ontwikkelen en verbeteren (inhoud, didactiek,
technisch).
-
Online community/social network/dlwo voor re-design:

een plek waar iedereen die met re-design bezig is ervaring

en kennis kan delen.
-
Experiment met een deeltijdopleiding voor flexibel

onderwijs (bijvoorbeeld DMCI Archiefschool)

2.
Digitaal onderwijsleermateriaal
Kerngedachte achter het ontsluiten van onderwijsleermateriaal is het toegankelijk en
open maken van onderwijs. En dus gaat het om delen van content (met collegas en
met externen) en stimuleren tot hergebruik van content in nieuwe onderwijssituaties.
Het gaat ook om inzichtelijk maken van je onderwijs of het bedienen van een open
vraag.
Met toegankelijk en open onderwijs kan de HvA aan een diverse studentenpopulatie
tegemoet komen. Studenten bepalen zelf wat zij met de content doen, de instelling
geeft dat niet meer aan.
bij het faciliteren van het leren.
Sommige studenten willen graag een zo goed mogelijke aansluiting en match met de
opleiding hebben. Anderen (zoals de werkende lerende) willen meer hun expertise verdiepen en verbreden, zij komen met een meer open leervraag binnen. De student is
dus meer in control en bepaalt -binnen kaders- welke leerroute hij/zij volgt en hoe hij/zij
dat doet. Open Educational Resources kunnen een leeromgeving creren die dergelijke flexibele leerpaden kan aanbieden aan de student.
Binnen de beweging naar toegankelijk en open onderwijs zijn steeds meer vormen van
co-creatie en user-generated content zichtbaar. Dus niet alleen leerbronnen en leermateriaal, maar ook leeractiviteiten en leerarrangement zijn open. De user (student,
lerende) krijgt een prominente rol. Voor de betekenis voor de docent Is in paragraaf 4.1
al een aanzet gegeven: de rol van curator.19
19 Zie bijvoorbeeld ook: Wat je kunt doen met content: : http://roseleighton.nl/?p=1533

Ideen voor initiatieven:


-


-





-
-
-
-
-

-


Versterken en verbinden van de initiatieven die er zijn op


dit gebied: kennisbank DMCI, bibliotheek), Open Course
Ware (DT, DOO);
Stimuleren van toepassing open content in het onderwijs.
Het gaat niet alleen maar om content productie, maar ook
om de didactische toepasbaarheid. Te denken valt aan
annotaties maken, studenten die zelf content creren als
opdracht of verslaglegging, produceren (door docent en
student) van eBooks;
Licentiekeuze bepalen (Creative Commons);
Auteursrechtenloket opzetten;
Platform bepalen;
Stimuleren van e-Publishing;
Experiment beginnen met (nieuwe of te herontwerpen)
opleiding die materialen wil open stellen;
De organisatie van publicatie van leermaterialen opzetten
en daarbij aansluiten bij alle instellings- en landelijke
initiatieven die er op dit gebied al zijn (SURF Open data,
HBO- kennisbank)

3.
Feedback en Toetsen
In wezen gaat toetsen over inzicht geven in het leerproces. Maar toetsen is verworden
tot eindstation, terwijl het vaak een tussenstation zou moeten zijn. Toetsen geeft dan
feedback over hoever is een student is gevorderd in het leerproces. De docent wil
graag gerichte terugkoppeling geven en zorgen dat de student voldoende voortgang
maakt. Nog belangrijker is dat de student inzicht wil hebben in zn eigen leerproces om
gerichter te kunnen studeren. Via bijvoorbeeld learning analytics kun je de online
activiteiten in de DLWO van studenten volgen en gericht op reageren. Directe feedback kan afkomstig zijn van een docent , maar ook van een mede-student (peer-review). Bestaande online tools kunnen beter en meer worden ingezet voor (zelf)diagnose en (zelf)reflectie met/of zonder suggesties voor verdere oefening of informatie.
In de eerder genoemde Lab-sessies kan hiermee worden gexperimenteerd.

Ideen voor initiatieven


-


-

-

-


Versterken en verbinden van de initiatieven die er zijn:


online toetsen, learning analytics (DMR), online feedback
en itembanken;
Softwareprogrammas voor de HvA meer afstemmen;
dat komt scholing en training ook ten goede;
Stimuleren van toepassing toetsing en online feedback in
het onderwijs, zoals peer-reviews en learning analytics.
Stimuleren didactische toepasbaarheid en de kwaliteit:
door direct sturen van leergedrag, sneller inspringen
wanneer studenten vertragingen tonen; meer diagnostische toetsing om regelmatig studeren te stimuleren.

4.
Beeld en Geluid
Beeldverslag maken, weblectures verrijken met nieuwe beelden-vragen-artikelen,
praktijkfilms voor reflectie/feedback, flitscolleges voor herhaling of korte instructie,
filmpjes in toetsvragen... Het is mogelijk, goedkoper en binnen bereik als user. Films,
fotos en audio zijn op alle (communicatie) devices (iPad, smartphones, PCs) aanwezig, en zijn daardoor veel minder arbeidsintensief geworden om te maken.
Daarmee zou je verwachten dat ze ook meer ingezet worden bij het leren. Binnen de
HvA kan dit echter veel meer en beter.

Ideen voor initiatieven


-
Versterken en verbinden van de initiatieven die er zijn op

dit gebied: weblecturers, iTunes (diverse domeinen);
-
Opslagbeleid en de faciliteiten opzetten voor alle

materialen, met name videomateriaal;
-
Stimuleren van toepassing beeldmateriaal in het onder
wijs; content productie, maar vooral ook de didactische

toepasbaarheid. Voorbeelden: annotaties maken,

studenten die zelf content creren als opdracht of

verslaglegging of voor feedbackdoeleinden
(lerarenopleiding).

6.5
Verder ontwikkelen in co-creatie
Van oktober-december 2012 (zie inleiding, 1.3) worden deze
programmalijnen nader uitgewerkt. De werkgroep Learning
Tomorrow daarvoor presentaties in de domeinen.
Om ervoor te zorgen dat de presentaties
aansluiten bij de vragen die bij de domeinen leven, worden
deze vooraf genventariseerd. De activiteiten en discussies
worden zichtbaar gemaakt in de DLWO-Learning Tomorrow.
https://learningtomorrow.hva.nl/nl/Paginas/default.aspx
Deze DLWO wordt een community waar alle activiteiten rondom
ICT binnen de HvA beschreven zijn en waar kennis en ervaring
worden gedeeld. Dit vereist idealiter een koppeling met
bestaande en gebruikte social media (Twitter, Facebook, LinkedIn); wie niet wenst, wie niet wint.
De komende tijd worden ook diverse staven en diensten op een
meer structurele manier in dit proces betrokken, met als doel te
inspireren, stimuleren en faciliteren.
Hoe?
- P&O: hoe de HvA-Academie om de digitale didactiek steviger
vorm te geven;
- Opzetten van Media | Ontwikkel | Re-design labs: als vorm en
ondersteuning van re-design Marketing & Communicatie
(M&C): voor het uitdragen van Learning Tomorrow en de
betekenis daarvan;
- Planning&Control (P&C): voor het meedenken bij de business
case en begroting;
- Studentenzaken (SZC): voor meedenken bij verdere
vormgeving van student-trajecten en aansluiten bij specifieke
onderwerpen zoals aansluiting, alumni en studiekeuze.
- En natuurlijk de afstemming met de stuurgroep en CBO.

portret

Flexibel onderwijs
bij de HvA
De HvA heeft de afgelopen jaren een ware transitie ondergaan. De hogeschool
richt zich natuurlijk nog steeds op begeleiding , kennisoverdracht, uitleg, kaders maken en het stimuleren van studenten. De afgelopen jaren is de hogeschool erin geslaagd de student in zijn studie cht zelf de regie te geven.
Studenten kiezen zelf hun leerroute. De HvA heeft daarvoor een geavanceerde
leerroute app (met daarin de tijd, online plek, groep, planning, afspraken,
inleverdata) ontwikkeld. De app is gemaakt door een ontwikkelteam van
gespecialiseerde app-bouwers samen met afstudeerders en docenten. Ook het
toetsen vindt binnen de HvA grotendeels online plaats.

Koppelen
Colleges zijn zowel op locatie te volgen als digitaal.
Docenten moesten daaraan wennen, maar realiseerden zich ook dat online college volgen voor een
grote groep studenten veel extra mogelijkheden
bood. MOOCS (Massive Open Online Courses)
waren even een hype. Maar dat massale was voor
de meeste studenten toch te veel: ze voelden zich
eenzaam in zon enorme groep. Het principe online colleges werd wel gewaardeerd. Nu werkt de
HvA steeds vaker met specific online communities.
Groepen mensen die hetzelfde willen leren, worden
daarin aan elkaar gekoppeld.

Open
Alle informatie binnen de instelling is digitaal
beschikbaar in een open- onderwijsomgeving. Ook
niet-studenten kunnen bij veel van die informatie, via de publieke online-studiezaal. Niet alles is
openbaar: er zijn ook persoonlijke en groepskamers met modules, opdrachten en projecten. De
open-onderwijsomgeving is rijk, maar niet alles is
nieuw. Sommige communities bestaan al lang en
zijn de omgeving ingetrokken omdat deze zoveel
mogelijkheden biedt. Deelnemers vliegen in en
uit en laten zelfgemaakte content achter die door
volgende communities kan worden hergebruikt.
In ieder geval is er altijd een online e-logboek wat
studenten en een e- textbook met instructies en
artikelen. Iedere drie maanden wordt de content
gepdatet en geactualiseerd.

Bijlagen

Bijlage 1: ICT-ontwikkelingen
Cloud computing
Deze technologie zal het onderwijs fundamenteel veranderen omdat deze technologie
het mogelijk maakt resources (informatie, leerobjecten), via het internet aan te bieden.
De betekenis hiervan is dat allerlei diensten die niet tot de core business van een
onderwijsinstelling behoren in de cloud geplaatst kunnen en zullen - worden, en dus
door een derde partij kunnen worden onderhouden. Dit betekent ook dat de gebruiker,
in dit geval de instelling, alleen voor het gebruik van de afgenomen diensten betaalt.
Gevolg hiervan is dat er meer aandacht is voor het functioneel beheer: het goede
gebruik van de ICT. Onderwijskundig gezien maakt cloud computing het mogelijk dat
veel/alle informatie tijd- en plaatsonafhankelijk beschikbaar is. En daarmee zijn er veel
meer mogelijkheden geschapen om flexibel en meer persoonlijk onderwijs te realiseren.
Open Educational Resources (OER)
Omdat onderwijs uit publieke middelen gefinancierd wordt en publieke doelen dient,
moet het ontwikkelde materiaal vrijelijk beschikbaar zijn buiten de schoolmuren. Het
is evident dat ICT het eenvoudig mogelijk maakt om materialen schoolmuuroverstijgend beschikbaar te maken. Het gaat hier om instructiemateriaal, artikelen, lesplannen, webcolleges, toetsen, fotos, cursussen, etc. Kortom, al het digitale materiaal
dat het leren ondersteunt. Het moet wel voorzien zijn van een licentie, zoals creative
commons, om het (her)-gebruik te reguleren. OER verandert de wijze waarop onderwijs kan worden gegeven. Hergebruik van elders ontwikkeld materiaal is eenvoudiger.
Instellingen kunnen de focus leggen op activiteiten die het leren van studenten goed
ondersteunt. Door het beschikbaar stellen van materiaal wordt het informele leren
buiten de schoolmuren ondersteunt, en wordt feedback ontvangen op de bruikbaarheid
ervan. OER ontwikkelt op deze manier een leercultuur binnen en buiten de instelling.
Learning analytics
Learning analytics maken het mogelijk om van de grote hoeveelheden informatie die in
verschillende databases verzameld worden intelligente analyses te maken. Zo krijgen
docenten intelligente informatie die ze kunnen optellen bij hun eigen waarnemingen en
analyses. Ze kunnen daardoor een betere beslissing nemen over het leerproces. Dit
heeft een aantal voordelen. Ten eerste wordt het de instelling inzichtelijk welke materialen de studenten gebruiken. Opgeteld bij allerlei andere variabele is hiermee een
kans op succes te geven. Met deze informatie is het mogelijk op het juiste moment
nieuwe leeractiviteiten op maat - aan te bieden. Dit kan ook deels geautomatiseerd
worden. Verder maakt Analytics het mogelijk informatie over de instelling als geheel
te verzamelen. Dit verschaft de instelling sturingsinformatie waarmee ze beslissingen
kunnen nemen.

Mobile devices & apps


Naast laptop en kleinere computers zullen er steeds meer devices op de markt komen
die het de gebruiker mogelijk maken om anytime & anyplace materialen te benaderen. Dit betekent ook dat in allerlei buitenschoolse situaties de leermaterialen zijn
te gebruiken met deze devices. Daar komt bij dat deze devices de gebruikers goede
mogelijkhedebieden om allerlei data met elkaar te delen en te combineren. Dit biedt
goede leermogelijkheden: een rijkere leerervaringen met hogere relevantie.
Collaboration tools & simulaties
Door verschillende maatschappelijke trends wordt het steeds belangrijker voor de
huidige en de toekomstige generaties om te leren hoe je met ICT kunt samenwerken
over afstanden heen. Er zijn verschillende technologien die deze vorm van samenwerken mogelijk maken. Een wiki is daar een eerste voorloper van. Denk ook aan
applicaties als Google docs. Sinds enige tijd is het een stuk eenvoudiger geworden om
over afstand heen samen te weken in webcamomgevingen. Er zullen meer tools op dit
terrein verschijnen die meer mogelijkheden bieden tot deze vorm van samenwerking
(over tijd en afstand heen). Hiervan is al wat te zien in virtuele werelden en de meer
geavanceerde simulaties & role-based games. Hierbij worden de acties van de ene
(groep) deelnemer(s) gevolgen voor de anderen. Onderwijskundig gezien zijn samenwerkomgevingen zeer interessant omdat ze het de docent goed mogelijk maken terug
te treden uit de leerprocessen, zodanig dat studenten met en van elkaar leren.
Social media
Social media zijn online platforms waar gebruikers met elkaar in contact kunnen
komen en zelf de inhoud bepalen en verzorgen. Met social media verbinden mensen
zich met anderen om verhalen, ervaringen of informatie te delen; ze faciliteren het
communiceren en samenwerken, met name het samenwerken in groepen. Social
media vergroten zo de mogelijkheden voor samen leren, niet alleen in tijd, maar ook
in reikwijdte. Verder maken social media het makkelijker om met een diversiteit aan
groepen te communiceren. Social media kan het onderwijs in contact brengen met
haar omgeving en hebben daarom de potentie om de relatie tussen onderwijs en
maatschappij te versterken. Social media zijn altijd cloud based, dat wil zeggen dat de
netwerken altijd en overal toegankelijk zijn.
Verrijkte content & Augmented reality
Verrijkte content is digitaal (leer-)materiaal waaraan allerlei ander materiaal of functionaliteiten kan worden toegevoegd. Denk aan de combinatie van beeld, geluid en
tekst, of aan interacties & simulaties die oproepbaar zijn. Vaak is het materiaal van
feedback voorzien (van anderen, via social media. Tot slot is dit materiaal vaak zelf
aan te passen en te arrangeren in een vorm naar keuze. Met de mogelijkheden van
verrijkte content wordt leren een interactieve, multimediale ervaring. Het leermateriaal
wordt betekenisvoller, actueler en sluit beter aan op de verschillende leerbehoeftes
van studenten. Het wordt eenvoudiger om studenten zelfstandig leermateriaal tot zich
te laten nemen. Hierbij kunnen ze hun eigen tempo en diepgang bepalen. Augmented
reality is een specifieke toepassing van verrijkte content. Augmented reality kent twee
verschijningsvormen. Bij de eerste wordt de waarneming van de realiteit via een camera verrijkt met relevante digitale informatie. Denk aan informatieve teksten, aan

statistieken, extra beelden etc. de tweede toepassing herkent de computer via een
webcambeeld een object uit de realiteit. Aan het digitale beeld op de computer worden
dan de digitale informatielaag toegevoegd aan het object uit de realiteit. In beide verschijningsvormen wordt als het ware een digitale laag over het fysieke beeld
gelegd; werkelijkheid en virtuele wereld gaan in elkaar over. De meerwaarde ervan
voor het onderwijs is de koppeling die gelegd kan worden tussen digitale informatie en
praktijk (de werkelijkheid). De toe te voegen informatie is just-in-time en just-in-place
waardoor het betekenis wordt. AR levert zo een bijdrage aan het informele - leren
buiten de schoolmuren.
Semantisch web
Het semantisch web, ook wel web 3.0 genoemd, bestaat uit technologien die verbanden tussen woorden in teksten kunnen herkennen. Het geeft betekenis aan teksten, net zoals wij mensen dat doen. Zo is op internet makkelijker te vinden wat men
zoekt. Daarnaast koppelt het semantische web zoektermen aan iemands profiel. Dit
betekent voor het onderwijs dat het makkelijker wordt om leermaterialen met elkaar in
verband te brengen en te beoordelen op relevantie. Zo kunnen docenten en studenten
met en druk op de knop lesmaterialen vinden die beter aansluiten bij de leerbehoefte.
Een dergelijke vorm van filtering is van groot belang naarmate er meer leermaterialen
in digitale vorm beschikbaar komen, onder meer via de OER-beweging.
Zie: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/innovatie/hetinternetderdingen Al deze
ontwikkelingen zijn ook duidelijk van invloed op het onderwijs in de toekomst.
Het Internet der Dingen
Het Internet der Dingen is een ontwikkeling waarbij alledaagse objecten (tas, schoenen, koelkast) in de toekomst verbonden zijn met het internet. Deze objecten zijn voorzien van een technologie die het object als ding herkenbaar maakt en in staat stelt
binnen een netwerk (het internet) met andere dingen in verbinding te staan. Technologien en ontwikkelingen die daarbij een grote rol spelen zijn onder andere RFID, sensoren. Zie: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/innovatie/hetinternetderdingen
Al deze ontwikkelingen zijn ook duidelijk van invloed op het onderwijs in de toekomst.

Bijlage 2 Leerproces en versterking ICT

(*) deze opsomming pretendeert niet volledig te zijn; het zijn mogelijkheden van
toepassing.

Bijlage 3 De tien vaardigheden van de toekomst (Apollo Research)


1)

2)


3)

4)

5)


6)


7)

8)

9)



10)

Betekenis leggen: het vermogen om de diepere betekenis of het belang te


kunnen duiden van wat wordt uitgedrukt.
Sociale intelligentie: het vermogen om met anderen te verbinden op een
verdiepende en directe manier, en bovendien aanvoelen en stimuleren van
reacties en de gewenste interacties.
Nieuwe en adaptief denken: vaardigheid in het bedenken en aandragen van
oplossingen en antwoorden, die vernieuwend zijn (out of the box denken).
Cross-culturele competentie: het vermogen om te werken in verschillende
culturele situaties.
Computational denken: het vermogen om grote hoeveelheden gegevens te
vertalen naar abstracte begrippen en het vermogen tot data-gebaseerd
redeneren: dus zoveel mogelijk halen uit data-sets.
Nieuwe media geletterdheid: het vermogen om kritisch content, ingezet in
nieuwe media, te kunnen beoordelen en ontwikkelen; en er gebruik van maken
bij communicatie.
Transdisciplinariteit: het vermogen om concepten te begrijpen over meerdere
disciplines heen.
Ontwerp van een mindset: het vermogen om taken en werkprocessen te
ontwikkelen die leiden tot gewenste resultaten.
Cognitieve beheers-management: het vermogen om informatie goed te kunnen
onderscheiden op belangrijkheid, en het kunnen maximaliseren benutten van het
denken met behulp van een scala aan tools en technieken: met tools zo werken
dat je kunt focussen op hetgeen vereist is/belangrijk is.
Virtuele samenwerking: het vermogen om productief en betrokken te werken
in een team.

Bijlage 4 Versterking leeromgeving door ICT


In de volgende tabel wordt het beeld van een toekomstige leeromgeving gekoppeld
aan manieren om deze te versterken met ICT. In paragraaf 3.2 is een beeld van de
ideale leeromgeving geschetst. Maar dit beeld staat nog los van hoe deze door social
media, apps, en andere technologische tools kan worden versterkt. Waar zien we al
dat een deel van de beschreven ideale leeromgeving realiteit is en wordt?

Bijlage 5 Leden Werkgroep Learning Tomorrow

Bijlage 6 Deelname sessies: FLOOR en de WAAG


Deelname 20 februari 2012 Learning Tomorrow in FLOOR

n.b. De opkomst van deze sessie was vl groter dan de oorspronkelijke opgave.
Inschatting: 60 a 70 deelnemers.
Deelname 26 juni 2012 Learning Tomorrow in de WAAG: KOERSMIDDAG

n.b. Ook hier waren meer deelnemers dan oorspronkelijk opgegeven. In totaal deden
35 deelnemers mee aan de Koersmiddag.

Bijlage 7 Bronnen
Apollo Research Institute (2012), Future work skills. Gedownload op 26 maart 2012 op http://
cdn.theatlantic.com/static/front/docs/sponsored/phoenix/future_work_skills_2020.pdf
Boekaerts, M., & Simons, P.R.J. (1995), Leren en instructie, psychologie van de leerling en
het leerproces. Assen: Van Gorcum.
Bunnink,-Tibbe, P, Kenmerken van leerfuncties binnen onderwijsleermiddelen, Universiteit
Twente, 2008 (http://essay.utwente.nl/58183/1/scriptie_P_Tibbe.pdf )
Daniels, J. Sir., Three Developments that are transforming online, 2012. Bekeken op 2 april
2012 op www.youtube.com/watch?v=Y5UktFLzlyg&feature=player_embedded
Didderen, W. en Verjans, S. (2012), Artikel 1 in Trendrapport Open Educational Resources
2012, Uitgave Special Interest Group Open Educational Resources SURF, maart 2012.
Doughterly en OReilly, (2005), What is Web 2.0: Design patterns and business models for
the next generation of software. In OReilly: Spreading the knowledge of Technology Innovators. Gedownload op 26 maart 2012 op http://oreilly.com/web2/archive/what-is-web-20.html
EDUCAUSE (2010), The future of Higher Education. Beyond the Campus. Uitgave: CAUDIT,
EDUCAUSE, JISC, SURF. Gedownload op 26 maart 2012 op http://net.educause.edu/ir/library/pdf/PUB9008.pdf
Filius, R.M. & Kresin, F.J. (2010), ICT als ondersteuning van onderwijs, opleiden en leren: wat
staat ons te wachten? Handboek effectief opleiden, september 2010.
Gartner (2012), The Top 10 Strategic Technologies for 2012, bekeken op 26 maart 2012 op
www.gartner.com/it/page.jsp?id=1826214
JISC (2011), Staying Ahead. Technologies to watch in the next five years. In INFORM-JISC.
www.jisc.ac.uk/inform/inform32/FutureTech.html (gezien dd 22 maart 2012).
Kennisnet, Trends in het onderwijs innovatie.kennisnet.nl/kennisnet-en-innovatie/trendrapport
(gezien 26 maart 2012)
Leendertse, M. (2011); Van Onderwijsinstelling tot Learning Space. Presentatie op het
seminar Innovatie en Inspiratievan SURFnet. Bekeken op 26 maart 2012:
surfmedia.nl/app/video/A2KSHdgYUowsTLb9WOJ9gLSs/play?format_
id=cXwSJFobdeaZcWViKYki gcP7&mode=object
The New Media Consortium (2011), The Technology Outlook for UK Tertiary Education 20112016. (gezien dd 22 maart 2012) blog.observatory.jisc.ac.uk/wp-content/uploads/2011- Technology-Outlook-UK-Published.pdf
NCM (2011), The Technology Outlook for New Zealand Tertiary Education 2011-2016,
nmc.org/publications/2011-technology-outlook-nz

NMC (2012), Horizon Report 2012. Gedownload op 26 maart 2012 op wp.nmc.org/horizon2010/chapters/technologies/


Redecker, C. et al. (2011). The Future of Learning: Preparing for Change. Sevile
Spain: Institute for Prospective Technological Studie, JRC, European Commission.
Reynolds, R. (2012), Webinar The Switch to digital Learning content. Jan 2012.
Bekeken op 2 april 2012 op nextisnow.com/
Salom, G. (2011), More Hindsight, insight, foresight, oversight. Gedownload op 4
januari 2012 op www2.le.ac.uk/departments/beyond-distance-research- alliance/documents/morehindsightfinal.pdf
Schoonenboom, J., F.Roozen., H. Sligte. en T. Klein (2004), Stand van zaken van ICT
in Hoger Onderwijs. ICT-monitor studiejaar 2002/2003, Amsterdam/ Leiden, Ministerie
van OC&W, SCO- Kohnstamm Instituut. Gedownload op 26 maart 2012 op edu.fss.
uu.nl/ord/fullpapers/Schoonenbeek%20FP.pdf
Science Guide, 14 maart 2012, Meer kennissen dan kennis, scienceguide.nl/201203/
meer- kennissen-dan-kennis.aspx (gezien 23 maart 2012).
Siemens, G. (2004) Connectivisme, A Learning Theory for the Digital Age . elearnspace.org/Articles/connectivism.htm (gezien 26 maart 2012).
Veen, T. van der, & Wal, J. van der (1997), Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Wolters- Noordhoff.
Zanden, P van der. (2011), Ontwikkelingen in het Hoger Onderwijs, Presentatie tijdens
SURF Onderwijsdagen 2011, slideshare.net/DeOnderwijsdagen/owd2011-2-learningmall-laat- onderwijs-geld-verdienen-piet-van-der-zanden (gezien dd 19 maart 2012)

Fotografie: Jeroen Dietz


Vormgeving: Annemieke Pesch

You might also like