Professional Documents
Culture Documents
- contactadres
Stadsbestuur Diest
Grote Markt 1
3290 Diest
- gemeentesecretaris
- geografie
Diest ligt op de rand van de provincie Vlaams-Brabant, tegen de grens met de provincie
Limburg. Buurgemeenten zijn Tessenderlo, Beringen, Halen en Scherpenheuvel-Zichem.
GEMEENTE OPPERVLAKTE INWONERS BEVOLKINGSDICHTHEID
• algemeen
De fusie Diest telt 22636 inwoners, waarvan 812 niet-Belgen of 3,59% van de
bevolking in de fusie Diest. De Turken vormen de grootste groep migranten, zij
maken 31,4% uit van de niet-Belgen.
Een aanzienlijk deel (208) van deze niet-Belgen heeft de Turkse nationaliteit. Daarvan is
54% jonger dan 30 jaar. Het grootste gedeelte onder hen woont in het centrum van Diest,
vooral in de Schotlandstraat, Leuvensestraat en Rozengaard.
• Jeugd: 0 - 25 jaar
Fusie Diest : 6243 (28,6%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 621inw. of 10%
4-5 jaar: 455 inw. of 7%
6-12 jaar: 1649 inw. of 26%
13-18 jaar: 1454 inw. of 25%
19-25 jaar: 2065 inw. of 33,5%
Diest : 2238 (27%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 221 inw. of 11%
4-5 jaar: 174 inw. of 6%
6-12 jaar: 519 inw. of 22%
13-18 jaar: 499 inw. of 24%
19-25 jaar: 825 inw. of 37%
- schepen
- jeugddienst
- jeugdraad
In Diest bestaat een autonome jeugdraad. Het is een open jeugdraad, waar elk kind en
jongere tot 30 jaar welkom is.
De statuten van de jeugdraad werden als bijlage 6 bij dit jeugdwerkbeleidsplan gevoegd.
De voorzitter van de jeugdraad is Dhr. Schollen Wim, actief geweest in Jeugdhuis Tijl en
op dit moment leider bij de jeugdbeweging KSJ.
Het secretariaat wordt waargenomen door Mevr. Reniers Yvonne, ambtenaar bij het
stadsbestuur, die hiervoor aangeduid werd door het stadsbestuur.
Volgende organisaties maken deel uit van de jeugdraad en worden telkens uitgenodigd:
- VVKS ST.-JAN
- VVKSM POOLSTER
- VVKM ST.-LUTGARDIS
- KSJ DIEST
- KLJ VLEUGT
- CHIRO PARADISO
- CHIRO MOLENSTEDE
- CHIRO WEBBEKOM
- KLJ-DEURNE
- JEUGDHUIS TIJL
- JEUGDHUIS "SMURF"
- A.C.C. vzw (CAPOEIRA)
- JEUGD-NATUUR-MILIEU
- MISDIENAARS PLUSSERS ST. JAN
- MISDIENAARS KRUISHEREN
- JEUGDATELIER "MICKEY" MOLENSTEDE
- SPEELPLEINEN DASSENAERDE
- JEUGDKOOR "DE DIESTELTJES"
- JEUGDKOOR “VOKAAL VLEUGT”
- JEUGDHARMONIE DORNA MUSICA
- JEUGDENSEMBLE "DEN HEERD"
- JEUGDFANFARE "NOTENBALKERS" SCHAFFEN
- JEUGDTONEEL "JETODI"
- K.V.T. TEJATERATELJEE
- UILENSPIEGEL TONEELATELJEE
- L.S.D. - JONGERENWERKING
- STRAATHOEKWERKING
INDIVIDUEEL LID
BAETEN Astrid
Broekstraat 61, 3294 Diest
POLITIEKE JONGERENBEWEGINGEN
- ANIMO (vroeger jong socialisten)
- JONG VLD
Daarnaast wordt de jeugdraad sinds april 2001 vervoegd met zeven afgevaardigden van
de partijen uit de gemeenteraad, aangeduid volgens het evenredig stelsel. Deze
afgevaardigden zijn GEEN politieke mandatarissen.
- VLD (3)
- DDS – Jong – CD&V (2)
- SP.A (1)
- Vlaams Blok (1)
CHIRO WEBBEKOM
jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 24
leeftijdscategorie: 6 –… jaar
adres van de jeugdlokalen: Procesieweg, 3290 Webbekom-Diest
CHIRO MOLENSTEDE
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 40
aantal leden: 50
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Dorpsstraat, 3294 Molenstede-Diest (achter schooltje)
KLJ DEURNE
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 70
leeftijdscategorie: 6-30 jaar
adres van de jeugdlokalen: Hamelterre 1, 3290 Deurne-Diest
KSJ DIEST
jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 71
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: St.- Jan Berchmanscollege, Peetersstraat 14, 3290 Diest
VVKSM POOLSTER
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 85
leeftijdscategorie: 6 – 17 jaar
adres van de jeugdlokalen: Speelhofstraat z/n, 3290 Diest
MISDIENAARSWERKING KRUISHERENKERK
Jeugdbeweging van de misdienaars
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 28
leeftijdscategorie: 8 –20 jaar
adres van de jeugdlokalen: Kruisherenklooster, Verstappenplein 12, 3290 Diest
doelstellingen: de misdienaars leren dat respect voor mensen, hun bezittingen,
overtuigingen zeer belangrijk is en daarnaast wordt ook de
nodige ontspanning geboden.
JEUGDHUIS TIJL
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 52
aantal leden: 200
leeftijdscategorie: +16 jaar
adres van de jeugdlokalen: JH Tijl, Begijnenstraat 1A, 3290 Diest
doelstellingen: Het doel is een zinvolle ontspanning bieden voor jongeren vanaf 16j.
en dit op een actieve en/of passieve manier. Het is een
ontmoetingsruimte waar ook activiteiten georganiseerd worden door
en voor jongeren, zoals optredens, thema-avonden, fuiven,
workshops, …
JEUGDCLUB SMURF
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 52
aantal leden: 120
leeftijdscategorie: 15 –30 jaar
adres van de jeugdlokalen: Pastorijstraat 1, 3290 Schaffen
doelstellingen: Ontmoetingsruimte bieden voor ontspanning en vorming
JEUGDATELIER MICKEY
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 18
leeftijdscategorie: 6 - 10 jaar
adres van de jeugdlokalen: ’t Molenhuis, Dorpsstraat 45, 3294 Molenstede
JEUGDMUZIEK DE NOTENBALKERS
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 46
leeftijdscategorie: 6 – 20 jaar
adres van de jeugdlokalen: Gildenzaal Schaffen, Pastorijstraat, 3290 Schaffen -Diest
JONGERENATELJEE UILENSPIEGEL
aantal weken werking per jaar: 44
aantal leden: 24
leeftijdscategorie: 14 – 19 jaar
adres van de jeugdlokalen: Peetersstraat 30, 3290 Diest
KVT TEJATERATELJEE
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 21 - 28
leeftijdscategorie: 13 -18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Studio Diest, Nijverheidslaan 16 - 18, 3290 Diest
SPEELPLEINWERKING DASSENAARDE
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 8, tijdens de zomervakantie
aantal leden: veranderlijk, gemiddeld 60 per dag
leeftijdscategorie: 4 –14j.
adres van de jeugdlokalen: Asdonkstraat, 3294 Molenstede
doelstellingen: Speelpleinwerking tijdens de zomermaanden juli en augustus
(gevarieerd aanbod van diverse spelmogelijkheden)
GRABBELPAS
Georganiseerd door VZW Jeugdoverlegpunt Diest en stadsbestuur.
Grabbelpas: aantal weken werking per jaar: acht tijdens de zomervakantie en twee tijdens
de kerstvakantie.
Leeftijdscategorie: 4-16 jaar.
Aantal leden voor Grabbelpas gemiddeld 450.
Adressen:
stadhuis, Grote Markt 1
De jeugddienst verblijft gedurende twee maanden op de benedenverdieping van de
jeugdherberg, St. Jansstraat 2A, 3290 Diest en de activiteiten vinden plaats in
cultuurcentrum Begijnhof, Kerkstraat 4, 3290 Diest.
- politieke jongerenbewegingen
C.V.P.-jongeren, Diest
Jong Socialisten, Diest
V.L.D.-jongeren, Diest
Vlaams Blok-jongeren, Diest
- welzijn en hulpverlening
STRAATHOEKWERKER
Preventiedienst
Veemarkt 6
3290 Diest
Voor jongeren vanaf 14 jaar die via het klassieke aanbod van de welzijnswereld niet of
onvoldoende bereikt worden.
J-DIENST
Michel Theysstraat 7
3290 Diest
Afdeling van het Centrum Algemeen Welzijnswerk “De Hageborg”.
Doelgroep zijn jongeren tot 25 jaar met vragen of problemen waar ze niet alleen uitkomen.
Informatieverstrekking en hulpverlening is gratis.
- kinderopvangmogelijkheden
- KINDERKRIBBE VAN HET O.C.M.W.
Hasseltsestraat 30
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar en voor- en naschoolse opvang voor
kinderen van 3 tot 6 jaar.
- DIENST OPVANGGEZINNEN VAN DE LANDELIJKE BEWEGING
Mariëndaalstraat 35
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar en voor- en naschoolse opvang voor
kinderen van 3 tot 6 jaar.
- BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG ‘T KLIEKSKE
Peter Dorlandcentrum
Grauwzusterstraat 10
3290 Diest
Opvang voor en na school, op schoolvrije dagen en tijdens de vakantieperiodes voor
kinderen van 2,5 tot 12 jaar.
- KINDERDAGVERBLIJF “DE STERREKES 3”
Leuvensesteenweg 72
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar.
2° BELEIDSMAATREGELEN
A. Jeugdwerk ondersteunen
WERKINGSSUBSIDIES
Van een vereniging uit de sector amateuristische kunstbeoefening komt er kritiek op het
bestaande reglement voor werkingssubsidies omdat volgende kosten niet mogen
ingebracht worden in de berekening van de werkingssubsidies: lokatie, attributen en
cursussen. Lokatie wordt echter wel verrekend bij de werkingssubsidie doordat er
forfaitair 250 euro voor infrastructuur mag ingebracht worden; cursussen voor de
begeleiding worden ook gesubsidieerd, en niet alleen de cursussen die erkend zijn door
het ministerie, maar ook de cursussen die belangrijk zijn voor de werking. Attributen
blijken hoe dan ook een grote kost te zijn die voor de sector jeugdtoneel zeer belangrijk
zijn.
PROJECTSUBSIDIES
Er wordt weinig gebruik gemaakt van projectsubsidies, maar de reden is niet altijd
duidelijk. Voor de ene blijkt deze mogelijkheid onvoldoende bekend te zijn, voor de
andere is het reglement te beperkend: weinig projecten passen erin. Vooral de sector
amateuristische kunstbeoefening vindt dat hun activiteiten hier niet in passen, terwijl de
aard van activiteiten niet is afgelijnd binnen het reglement. Blijkbaar is dit reglement niet
concreet genoeg of is het toch onbekend.
UITGAVE VADEMECUM
Het principe van bekendmaking van de erkende jeugdwerkinitiatieven via een vademecum
dat in elk gezin wordt verdeeld, wordt positief onthaald. Men maakt wel volgende
opmerkingen:
• Een jonge en dynamische layout is nodig.
• Timing: verdeling eind augustus, begin september moet beter worden opgevolgd.
WIE-IS-WIE
• Men vindt dit een zeer handig document.
• Misschien kunnen ook de emailadressen worden opgenomen.
ONTMOETINGSACTIVITEIT
Het principe van het organiseren van een activiteit voor jeugdwerkers moet zeker
behouden blijven. Misschien moet er wel eens over de vorm, de datum en de inhoud
worden nagedacht, zodat alle jeugdwerkinitiatieven zich betrokken voelen in de activiteit.
Ook zou er meer moeten gedaan worden om de interactie tussen de deelgemeenten te
bevorderen.
SPEELPLEINWERKING DASSENAARDE
• Volgens het Kliksononderzoek daalt de deelname aan de speelpleinwerking
naargelang de leeftijd stijgt (vooral vanaf 14 jaar). Leerlingen uit het beroepssecundair
onderwijs vinden moeilijker de weg naar de speelpleinwerking. Dit punt wordt ook
opgenomen in hoofdstuk C van dit jeugdwerkbeleidsplan: toegankelijkheid.
• Ondersteuning vanuit het stadsbestuur en door de VZW Jeugdoverlegpunt is
noodzakelijk.
• De infrastructuur waar de speelpleinwerking doorgaat, is verouderd en ligt zonevreemd
waardoor voorlopig geen structurele werken kunnen doorgaan. Er wordt gezocht naar
een oplossing door opname in het sectoraal BPA voor zonevreemde terreinen en
gebouwen.
GRABBELPAS
• Ouders van grabbelpaskinderen vragen naar een samenwerking met kinderopvang ‘t
Kliekske, in die zin dat zij hun kinderen ’s ochtends voor het werk kunnen afzetten aan
de kinderopvang, dat de opvangbegeleidsters of de Grabbelpasmonitoren de kinderen
naar Grabbelpasactiviteiten brengen, er terug komen afhalen en dat de ouders hun
kinderen ’s avonds na het werk terug komen halen aan de kinderopvang.
• De medewerkers van de jeugddienst stellen vast dat Grabbelpas weinig kinderen uit
kansarme gezinnen of allochtone kinderen bereikt. Volgens het Kliksononderzoek
beweren vooral kinderen uit het Beroepssecundair onderwijs Grabbelpas of Swap niet
te kennen. Vooral jongeren vanaf 14 jaar nemen er weinig aan deel en de reden
daarvan is meestal dat het hen niet interesseert of dat ze zich niet vinden in de
activiteiten. Dit punt wordt opgenomen in hoofdstuk C van dit jeugdwerkbeleidsplan:
toegankelijkheid.
ZWERFVUILRUIMING
De jeugdbewegingen vragen naar een bewustmakingsactiviteit voor hun leden die nog niet
mogen ruimen.
Er wordt opgemerkt dat enkel jeugdbewegingen mogen ruimen, terwijl andere erkende
jeugdwerkinitiatieven ook een extra centje kunnen gebruiken. Bij jeugdbewegingen is dit
echter gegroeid vanuit de papierophalingen die moesten stopgezet worden, waardoor de
zwerfvuilruiming als alternatief werd aangeboden door het stadsbestuur.
DOELSTELLING 2 (WERKINGSSUBSIDIES):
Het stadsbestuur wil erkende jeugdwerkinitiatieven de mogelijkheid bieden
werkingssubsidies aan te vragen. Deze werkingssubsidies worden berekend op basis van
het aantal leden, het aantal activiteiten en op basis van de werkelijke kosten die een
jeugdwerkinitiatief heeft en die mits het voorleggen van facturen kunnen worden bewezen.
Wat lokaalkosten betreft en wat attribuutkosten voor jeugdtoneel betreft kan er een
forfaitair bedrag worden ingebracht.
Uitgangspunten zijn dat de kosten van een jeugdwerkinitiatief niet volledig worden
gesubsidieerd en dat elke jeugdwerkvorm een ander soort van kosten maakt, waarmee
rekening moet gehouden worden in het reglement.
Indien nodig kan de VZW Jeugdoverlegpunt een contract voor subsidiëring afsluiten met
een jeugdwerkinitiatief.
Resultaat: de jeugdwerkinitiatieven kunnen jaarlijks beschikken over een subsidie die een
kwaliteitsvolle werking mogelijk maakt. De subsidies die zullen worden uitgekeerd,
compenseren een gedeelte van de onkosten die een jeugdwerkinitiatief maakt.
DOELSTELLING 3 (PROJECTSUBSIDIES):
Het stadbestuur wil de mogelijkheid bieden aan jeugdwerkinitiatieven subsidies aan te
vragen voor vormende, culturele en vernieuwende projecten die bijzonder waardevol zijn,
maar een financieel risico inhouden. Deze projectsubsidies kunnen ook door andere
organisaties dan jeugdwerkinitiatieven worden aangevraagd, maar het project moet zich
richten naar kinderen en jongeren uit Diest.
Resultaat: pedagogisch waardevolle projecten worden gestart, ook indien zij een
financieel risico inhouden. De mogelijkheid om gebruik te maken van projectsubsidies is
niet alleen bekend bij het erkende jeugdwerk, maar ook bij andere organisaties of
instellingen die werken voor en met kinderen en jongeren.
DOELSTELLING 5 (KAMPVERVOER):
Het stadsbestuur wil erkende jeugdwerkinitiatieven ondersteunen in de organisatie van de
jaarlijkse kampen, omwille van de pedagogische waarde van een kamp. Deze
ondersteuning bestaat in het aanbieden van het vervoer van kampmateriaal naar de
kampplaats.
Resultaat: jeugdwerkinitiatieven maken van deze maatregel gebruik en moeten zich geen
zorgen maken over het logistieke aspect van hun kamp: het materiaal wordt gebracht en
gehaald als het het jeugdwerkinitiatief het beste uitkomt. Zij helpen de chauffeurs bij het
in- en uitladen.
DOELSTELLING 6 (VADEMECUM):
Het stadsbestuur wil de jeugdwerkinitiatieven ondersteunen in het opstellen van een
jeugdvademecum waarin elk erkend jeugdwerkinitiatief zich gratis kan bekend maken bij
het grote publiek, bij het begin van een nieuw werkjaar. Jeugdwerkinitiatieven
onderscheiden zich van andere socio-culturele verenigingen door hun dynamisme en
jeugdigheid. Daarom moet dit vademecum aan deze eigenheid van jeugdwerkinitiatieven
worden aangepast.
Resultaat: gezinnen met kinderen en jongeren leren het bestaande jeugdwerk in Diest
kennen en krijgen antwoorden op hun vragen over lidmaatschap, deelname, frequentie,
tijdstip, voorwaarden enz… De drempel om lid te worden van een jeugdwerkinitiatief is
verlaagd.
DOELSTELLING 7 (WIE-IS-WIE EN ONTMOETINGSACTIVITEIT):
Voldoende informatiedoorstroming naar het jeugdwerk en de drempel tussen begeleiders
van jeugdwerkinitiatieven verlagen is eveneens één van de doelstellingen.
DOELSTELLING 8 (ZOMERWERKINGEN):
Aanvullend op het bestaande particuliere jeugdwerk (speelpleinwerking Dassenaarde) wil
het stadsbestuur tijdens de zomervakantie een vrijetijdsaanbod voorzien voor kinderen en
jongeren (grabbelpas). Vermits speelpleinwerking Dassenaarde een particulier initiatief is,
zal het stadsbestuur hier vooral ondersteunen. Deze ondersteuning wordt in een contract
opgenomen. Deze doelstelling wordt ook opgenomen in het hoofdstuk toegankelijkheid.
DOELSTELLING 9 (ZWERFVUILRUIMING):
Er wordt een themaweekend georganiseerd voor erkende jeugdwerkinitiatieven rond
“afval”.
Het stadsbestuur biedt aan de jeugdbewegingen de mogelijkheid om vergoed te worden
indien ze deelnemen aan de jaarlijkse zwerfvuilruiming die door het stadsbestuur wordt
georganiseerd.
Ook aan andere jeugdwerkinitiatieven wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan
een zwerfvuilruming om een extra centje te verdienen. Aan het budget van de
jeugdbewegingen wordt echter niet geraakt, gezien de voorgeschiedenis van stopzetting
van papierophalingen.
Resultaat: deze activiteit moet jongeren wat meer milieubewust maken en hen erover
laten nadenken dat een klein gedeelte van deze vervuiling door hen zelf wordt gecreëerd,
namelijk door het weggooien van drankblikjes en snoepzakjes als ze met de fiets op weg
zijn van school naar huis. Anderzijds betekent het naast deze bewustmaking een extra
financiële tegemoetkoming.
*4. Concrete acties:
BIJ DOELSTELLING 1:
- Een erkenningreglement wordt opgesteld (als bijlage in bijlage 2). Op basis van
dit reglement wordt beslist wie toegang heeft tot onderstaande
ondersteuningsvormen. Het erkenningreglement volgt hierin vanzelfsprekend
het decreet van 14 februari 2003, meerbepaald
- Art. 2: de definitie van jeugdwerk.
- Art. 3: de jeugdwerkinitiatieven moeten de rechten van het kind eerbiedigen.
- Art. 4: de functies van het jeugdwerk.
• Tijdschema: een erkenning moet jaarlijks worden aangevraagd vóór 31 december
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor men de erkenning aanvraagt.
• Financiële weerslag: geen
- Een aanvraagformulier zal worden opgesteld voor elke ondersteuningsvorm in
dit jeugdwerkbeleidsplan. Deze administratieve noodwendigheden mogen door
de jeugdwerkinitiatieven niet als een extra belasting worden aangevoeld. Een
jeugdwerkinitiatief dat éénmaal wordt erkend, ontvangt jaarlijks de
aanvraagformulieren en wordt aangespoord ze in te vullen. Deze
aanvraagformulieren zijn eenvoudig en leesbaar opgesteld.
• Tijdschema: in november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor men de
erkenning aanvraagt.
• Financiële weerslag: geen.
BIJ DOELSTELLING 2:
- Het reglement op werkingssubsidies (als bijlage in bijlage 2) wordt in die zin
opgesteld dat er rekening wordt gehouden met de eigenheid van elk
jeugdwerkinitiatief, meerbepaald met de grootte van het jeugdwerkinitiatief, met
de frequentie van de activiteiten en met de specifieke en werkelijke kosten.
Daarnaast kan door de VZW Jeugdoverlegpunt een contract afgesloten worden
met een jeugdwerkinitiatief. De specifieke kosten verschillen naargelang de
jeugdwerkvorm. Deze kosten worden als volgt gedefinieerd:
- Voor alle jeugdwerkinitiatieven: nutsvoorzieningen, belasting op onroerend goed
en brandverzekering. Jeugdwerkinitiatieven die geen lokalen hebben waardoor
zij de hierboven beschreven kosten niet kunnen inbrengen, of wiens kosten
zoals hierboven beschreven, niet hoger zijn dan 250€ per jaar, kunnen een
jaarforfait inbrengen van 250€.
- Voor jeugdhuizen: SABAM-kosten en billijke vergoeding.
- Voor jeugdmuziek en jeugdkoren: SABAM-kosten, billijke vergoeding en
partituurkosten.
- Voor jeugdtoneel: SABAM, billijke vergoeding en een jaarforfait van 50 euro voor
attributen.
• Tijdschema: aanvraag voor werkingssubsidies moet ingediend zijn vóór 31 januari
van het subsidiëringsjaar; uitbetaling van subsidies gebeurt vóór 1 oktober van het
subsidiëringsjaar.
• Financiële weerslag: budget van 34.000€
BIJ DOELSTELLING 3:
- Er wordt een reglement voor projectsubsidies opgesteld (als bijlage in bijlage 2),
dat er rekening mee houdt dat initiatiefnemers van projecten voor kinderen en
jongeren niet steeds over een budget kunnen beschikken om een project te
starten.
• Tijdschema: deze subsidies kunnen op elk moment van het jaar worden
aangevraagd, minstens één maand voor de aanvang van het project.
• Financiële weerslag: budget van 4.960€ .
- Er wordt een aantrekkelijke en concrete brochure opgesteld voor de
bekendmaking van deze projectsubsidies. Deze brochure wordt niet alleen bij de
jeugdwerkinitiatieven verdeeld, maar in het volledige Diestse verenigingsleven,
in de scholen, en op plaatsen waar veel kinderen en jongeren komen.
• Tijdschema: de brochure wordt jaarlijks opgesteld en verdeeld in januari.
• Financiële weerslag: voor het opstellen van de brochure wordt indien nodig het
budget van 4.960€ gebruikt.
BIJ DOELSTELLING 4:
- Er wordt een huisreglement voor ontlening van materiaal uitgewerkt (als bijlage
in bijlage 2). De uitleendienst richt zich in eerste instantie tot erkende
jeugdwerkinitiatieven, die gratis ontlenen en voorrang krijgen voor reservatie.
Ook niet-erkende jeugdwerkinitiatieven en scholen kunnen materiaal reserveren,
maar betalen een huurprijs en een waarborg. Stadsdiensten ontlenen gratis.
• Tijdschema: erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen maximum drie maanden op
voorhand reserveren. Stadsdiensten, niet-erkende jeugdwerkinitiatieven en
scholen kunnen maximum twee maanden op voorhand reserveren.
• Financiële weerslag: de huurprijzen en waarborgen worden vastgelegd in het
huisreglement van de uitleendienst (als bijlage in bijlage 2).
- De uitleendienst omvat volgend materiaal: eenvoudig geluids- en
omroepmateriaal met micro’s en statieven, eenvoudige belichting, diaprojector,
sportmateriaal, volksspelen, alternatieve spelen, toneeldoeken en statieven,
stootkar en veiligheidskits. Elk erkend jeugdwerkinitiatief kan voorstellen tot
aankoop van materiaal doen.
• Tijdschema: voorstellen voor aankoop van materiaal kan op elke
jeugdraadvergadering.
• Financiële weerslag: budget van 1.860€.
- De uitleendienst is op alle vlakken laagdrempelig en toegankelijk voor alle
jeugdwerkers: geen huurprijs en geen waarborg; reservatie is niet verplicht;
telefonische reservatie of per email kan; openingsuren zijn aangepast aan de
doelgroep. De uitleendienst situeert zich in de nabijheid van de jeugddienst en
wordt door de jeugddienst uitgebaat.
• Tijdschema: geen.
• Financiële weerslag: geen
- Controle, nazicht en herstellingen gebeuren door de jeugddienst. Indien blijkt
dat materiaal stuk is na een ontlening wordt de herstelling door de ontlener
vergoed.
• Tijdschema: geen.
• Financiële weerslag: herstellingen worden betaald met het budget van 1.860€.
- Het stadsbestuur wil bijkomend ondersteuning bieden indien het materiaal uit de
stedelijke uitleendienst niet voldoet voor de organisatie van de activiteiten van
jeugdwerkinitiatieven. Dit werd opgenomen in het uitleendienstreglement in
bijlage 2.
- De belichtings- en geluidsapparatuur en de multimediaprojector uit de
provinciale uitleendienst is een aanvulling is op de stedelijke uitleendienst:
ondersteuning gebeurt door de premie van de abonnementspolis die men
neemt bij Ethias voor het materiaal van de provinciale uitleendienst volledig
terug te betalen.
- Indien een jeugdwerkinitiatief voor bepaalde activiteiten animatiespelen zoals
springkasteel of ballenbad wil huren, betaalt het stadsbestuur mits het op
voorhand schriftelijk gemeld wordt, en mits voorlegging van factuur en
betalingsbewijs achteraf, de helft terug, met een maximum van 62€.
- Een erkend jeugdwerkinitiatief kan één keer per jaar een multimediaprojector
ontlenen bij een particuliere handelaar en daarvoor gesubsidieerd worden: de
helft van de huurprijs wordt terugbetaald met een maximum van 50 euro.
• Tijdschema: de verzekering die via de abonnementspolis van OMOB werd
afgesloten, wordt terugbetaald als het afhaalformulier van de provinciale
uitleendienst bij de jeugddienst wordt binnengebracht. De huur van de
multimediaprojector, het springkasteel en het ballenbad wordt terugbetaald als het
op voorhand schriftelijk gemeld werd en als het factuur en het betalingsbewijs
worden binnengebracht.
• Financiële weerslag: budget van 1.860€.
- Het stadsbestuur ontleent gratis nadarafsluiting en podiumelementen aan
jeugdwerkinitiatieven en levert dit materiaal op de plaats van de activiteit.
• Tijdschema: schriftelijk aanvragen minimum twee maanden voordat de activiteit
doorgaat.
• Financiële weerslag: geen.
- Op de metalen rasters worden waterbestendige borden aangebracht waarop
verenigingen de affiches van hun activiteiten kunnen plakken.
• Tijdschema: dit wordt nog in 2004 uitgevoerd.
• Financiële weerslag: is nog voor 2004 voorzien.
BIJ DOELSTELLING 5:
- Het stadsbestuur verzorgt het kampvervoer zelf in de mate van het mogelijke of
laat een externe firma de ritten verzorgen. Kampvervoer is beperkt tot een straal
van 200 km buiten Diest. Het stadsbestuur sluit hiervoor een verzekering af. Het
laden en lossen gebeurt met helpers van het jeugdwerkinitiatief. (Reglement in
bijlage 2)
• Tijdschema: aanvragen worden jaarlijks ingediend voor 1 april.
• Financiële weerslag: budget van 13.630€ voor vervoer en 5.700€ voor
verzekeringen.
BIJ DOELSTELLING 6:
- Het stadsbestuur geeft jaarlijks een jeugdvademecum uit waarin elk erkend
jeugdwerkinitiatief op een ludieke manier zichzelf voorstelt. Dit vademecum
wordt bedeeld in elk Diesters gezin; er is dus informatiedoorstroming naar elk
gezin.
• Tijdschema: september.
• Financiële weerslag: 3.720
BIJ DOELSTELLING 7:
- Het stadsbestuur wil jeugdwerkers met elkaar in contact brengen door
begeleidings- en bestuurslijsten met adressen en telefoonnummers en e-
mailadressen in een boekje (wie-is-wie) te zetten en dit aan elke jeugdwerker te
bezorgen bij het begin van het nieuwe werkjaar. Dit wordt ook opgenomen in het
hoofdstuk communicatie en informatie.
• Tijdschema: oktober, als de nieuwe leiding of besturen bekend zijn.
• Financiële weerslag: 990€ .
- In deze wie-is-wie wordt ook informatie opgenomen die belangrijk kan zijn voor
elke jeugdwerker: informatie over vormingsmogelijkheden voor jeugdwerkers,
informatie over subsidiëringsmogelijkheden enz… Dit wordt ook opgenomen in
het hoofdstuk communicatie en informatie.
• Tijdschema: idem als vorige actie.
• Financiële weerslag: idem als vorige actie.
- Samen met de jeugdraad wordt enkele keren per jaar het initiatief genomen om
een leuke ontmoetingsactiviteit te organiseren voor alle jeugdwerkers. Deze
activiteit kan heel ruim worden opgevat: sport, cultuur, ontmoeting in het
jeugdhuis,… Belangrijk is afwisseling: er mag niet elk jaar dezelfde activiteit
worden georganiseerd.
• Tijdschema: minstens één maal per jaar, op een nader te bepalen tijdstip in overleg
met de jeugdraad.
• Financiële weerslag: budget van 1.240 €
BIJ DOELSTELLING 8:
- Voor de ondersteuning van speelpleinwerking Dassenaarde door het
stadsbestuur en door de VZW Jeugdoverlegpunt wordt er een overeenkomst met
de speelpleinwerking voorzien, waarin de taak, de rechten en de plichten van
elke partner wordt opgenomen. Er wordt een minimum van 10.000 euro als
werkingstoelage en monitorenvergoeding voorzien, als de werking op hetzelfde
niveau behouden blijft.
- Er wordt een werkingstoelage voorzien.
• Tijdschema: toelage wordt in mei ter beschikking gesteld.
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro
- Er wordt een toelage voorzien voor de aanwerving van een coördinator.
• Tijdschema: toelage wordt ter beschikking gesteld, naargelang er uitgaven worden
bewezen.
• Financiële weerslag: 8.000€
- Het stadsbestuur zorgt ervoor dat er een ophaaltraject wordt georganiseerd met
de stadsbus. Dit wordt ook opgenomen in het hoofdstuk toegankelijkheid.
• Tijdschema: de kinderen worden op de dagen dat de werking doorgaat, opgehaald
tussen 8.00 en 9.30 uur, naargelang de plaats waar ze opstappen. Ze worden ’s
avonds afgezet vanaf 17.30.
• Financiële weerslag: loonkost van chauffeur en benzineverbruik.
- Het stadsbestuur wil naar een oplossing zoeken voor het infrastructuurprobleem
waarmee de speelpleinwerking te kampen heeft. Er wordt onderzocht of opname
in het sectoraal BPA voor zonevreemde terreinen en gebouwen tot de
mogelijkheden behoort.
• Tijdschema: is nog onbekend.
• Financiële weerslag: is nog onbekend.
- Het stadsbestuur organiseert een vrijetijdsaanbod tijdens de kerstvakantie en de
zomervakantie: knuffelpas voor kleuters vanaf 4 jaar, grabbelpas voor
lagereschoolkinderen en Swap voor tieners, samengebracht onder de noemer
“Grabbelpas”: cultuur, creatieve activiteiten, koken, sport, theater, film,
uitstappen,... Werkingsmiddelen worden hiervoor ter beschikking gesteld. Er is
samenwerking met de kinderopvang.
• Tijdschema: kerstvakantie en zomervakantie.
• Financiële weerslag: budget van 9.180 € voor werking en monitoren.
- De monitoren voor deze twee zomerwerkingen worden geselecteerd,
aangeworven en op dezelfde basis vergoed door de VZW Jeugdoverlegpunt
Diest. Dit wordt eveneens opgenomen in de overeenkomst met de
speelpleinwerking.
• Tijdschema: twee maanden voor de start van de zomerwerking.
• Financiële weerslag: budget van 9.180€ voor Grabbelpas (ook als
werkingsmiddelen), budget van 7.440€ voor speelpleinen Dassenaarde
Monitoren: 10€ voor een halve dag en 17,50€ voor een volledige dag.
Hoofdmonitoren: 25€ voor een volledige dag.
- Jongeren die zich kandidaat willen stellen als monitor of hoofdmonitor voor de
drie zomerwerkingen vullen een kandidaatstellingsformulier in. Dit is op
eenvoudige aanvraag te verkrijgen bij de jeugddienst. Jeugdwerkers en
personen die al als monitor bij één van de drie zomerwerkingen werkten,
ontvangen dit kandidaatstellingsformulier automatisch. Via de scholen, de
bibliotheek en jongerencafés wordt eveneens promotie gemaakt. Monitoren
moeten minstens zestien jaar zijn; hoofdmonitoren moeten minstens 18 jaar zijn.
Er wordt de voorkeur gegeven aan jongeren die een cursus “animator in het
jeugdwerk” volgden. Dit wordt eveneens opgenomen in de overeenkomst met
de speelpleinwerking.
• Tijdschema: kandidaatstellingen moeten in principe binnen zijn op 15 mei. Er
kunnen uitzonderingen worden gemaakt.
• Financiële weerslag: geen.
- Alle informatie over het zomervakantie-aanbod wordt in een brochure
opgenomen: grabbelpas, kinderopvang, speelpleinwerking en sportkampen.
Elke dienst betaalt zijn aandeel in deze brochure. Hij wordt verdeeld via alle
Diestse scholen.
• Tijdschema: jaarlijks vanaf 15 mei
• Financiële weerslag:
BIJ DOELSTELLING 9:
- De jaarlijkse zwerfvuilruiming wordt georganiseerd in overleg met de jeugdraad.
Erkende jeugdwerkinitiatieven die willen deelnemen worden vergoed op basis
van het aantal deelnemers en de grootte van het te ruimen gebied. Enkel leden
vanaf 16 jaar kunnen hieraan deelnemen. Leden vanaf 14 jaar mogen ook
deelnemen, maar mogen niet ruimen op de openbare weg. Voor de deelnemers
wordt een verzekering afgesloten en er worden hen vuilniszakken en
handschoenen ter beschikking gesteld.
• Tijdschema: in overleg met de jeugdraad, in het voorjaar of in het najaar.
• Financiële weerslag: vergoeding van 6.200€ volgens verdeelsleutel te verdelen aan
de jeugdbewegingen en 10.000 euro volgens verdeelsleutel te verdelen aan de 16
andere erkende jeugdwerkinitiatieven die willen deelnemen.
- Voor jongere leden wordt er rond het thema “afval” een activiteit uitgewerkt.
• Tijdschema: jaarlijks, tijdens hetzelfde weekend als waarin de oudere leden ruimen.
• Financiële weerslag: 1.000 euro.
B. Kadervorming
VORMINGSSUBSIDIES
Onkosten voor het volgen van vorming wordt onder bepaalde voorwaarden terugbetaald.
Het bestaande reglement wordt als bijlage in bijlage 1 gevoegd.
- rechthebbenden zijn zowel personen die lid zijn van een erkend jeugdwerkinitiatief en
daarin een verantwoordelijk als begeleider dragen, als personen die zich zullen
engageren om lid te worden of in de toekomst verantwoordelijkheid als begeleider
zullen dragen (vormingssubsidie). Er wordt ook een cursustoelage uitgekeerd aan
erkende jeugdwerkinitiatieven indien zij een deskundige aantrekken om vorming te
geven aan een (toekomstige) verantwoordelijke van het jeugdwerkinitiatief.
- de vormingssubsidie bedraagt twee derden van de deelnameprijs, met een maximum
van 75 euro. De cursustoelage bedraagt per persoon de helft van de deelnameprijs,
met een maximum van 50 euro.
- de uitbetaling gebeurt onmiddellijk nadat de jeugdwerkers de nodige attesten bij de
jeugddienst hebben binnengebracht.
- deze beleidsmaatregel stimuleert (toekomstige) jeugdwerkers en jongeren om vorming
te volgen, zowel themagerichte vorming als kadervorming en kent een groot succes.
Op 30 juni van het subsidiejaar wordt nagegaan welke jeugdwerkinitiatieven die een
subsidie-aanvraag binnenbrachten aan deze voorwaarde voldoen. De vormingsattesten
die in het bezit zijn van de jeugddienst worden vergeleken met de leidings- of bestuurslijst.
Aan de hand daarvan kan de jeugddienst nagaan of het jeugdwerkinitiatief voldoet aan
deze voorwaarde.
VORMINGSSUBSIDIES EN CURSUSTOELAGE
Gezien het grote succes van deze beleidsmaatregel moet dit zeker behouden blijven,
vooral het terugbetalingsprincipe. Het maximumbedrag is de voorbije jaren niet meer
geïndexeerd.
Van de cursustoelage wordt weinig of geen gebruik gemaakt; de meesten kennen het niet.
DOELSTELLING 2: (kader)vorming die gevolgd wordt door jongeren uit Diest of door
jongeren die actief (zullen) zijn in een jeugdwerkinitiatief op het grondgebied van Diest,
wordt gesubsidieerd. Een jeugdwerkinitiatief wordt eveneens gesubsidieerd indien zij een
deskundige aantrekt om vorming voor de verantwoordelijken te geven.
Resultaat: jongeren, lid van een jeugdwerkinitiatief of bereid om zich te engageren als
jeugdwerker, brengen attesten van vormingscursussen binnen. Indien ze aan de
voorwaarden in het reglement voldoen, wordt de deelnameprijs onmiddellijk gedeeltelijk
terugbetaald. Jeugdwerkinitiatieven vragen deskundigen om vorming te komen geven
over een aspect dat hun werking aanbelangt.
Resultaat: leden vanaf 16 jaar worden gemotiveerd een cursus te volgen. Op het
moment dat ze begeleiding worden, zijn ze gevormd.
BIJ DOELSTELLING 1:
- aan elk erkend jeugdwerkinitiatief wordt jaarlijks een overzicht bezorgd van de
mogelijke kadervormingsinitiatieven in Vlaanderen. Dit overzicht wordt bezorgd
aan de contactpersoon van het jeugdwerkinitiatief en wordt ook opgenomen in
de wie-is-wie, die aan elke jeugdwerker wordt overgemaakt.
• Tijdschema: elk jaar in oktober.
• Financiële weerslag: verzendkosten en budget van wie-is-wie.
BIJ DOELSTELLING 2:
- er wordt een reglement voorzien (als bijlage in bijlage 2) dat de gedeeltelijke
terugbetaling van vorming aan een jongere (vormingssubsidie, 2/3 met een
maximum van 80 euro) of een jeugdwerkinitiatief (cursustoelage, ½ met een
maximum van 50 euro) garandeert.
• Tijdschema: op elk moment van het jaar, nadat aan de voorwaarden in het reglement
werd voldaan.
• Financiële weerslag: budget van 3.720€.
BIJ DOELSTELLING 3:
- de vormingsvoorwaarde in het reglement voor werkingssubsidies (als bijlage in
bijlage 2) blijft bestaan zodat de hoofdbegeleider zijn begeleiders blijft motiveren
cursussen te volgen. Als vorming wordt beschouwd:
- alle vormingsinitiatieven die de nationale of provinciale secretariaten van
landelijke jeugdwerkorganisaties organiseren.
- alle cursussen waarvoor je een attest van animator, hoofdanimator,
instructeur of hoofdinstructeur kan behalen.
- Pedagogische diploma’s.
• Tijdschema: deze voorwaarde wordt gecontroleerd als de nieuwe begeleidingslijst bij
het begin van een nieuw werkjaar wordt binnengebracht: september.
• Financiële weerslag: geen.
C. Toegankelijkheid
Zoals al beschreven in het maatschappelijk kader wijkt Diest niet af van de Vlaamse
gemiddelden qua bewonersaantallen. Migrantenkinderen wonen vooral in Schaffen-dorp
en in Diest-centrum.
Enerzijds kan er meer moeite gedaan worden om deze jongeren op te nemen in het
reguliere jeugdwerk. Vooral vanuit de VVKSM-overkoepeling wordt er naar de plaatselijke
jeugdbewegingen toe ondersteuning aangeboden. Enkele jeugdwerkinitiatieven leveren
extra inspanningen om de toegankelijkheid te vergroten. Er blijkt hier toch nog een groot
hiaat te zijn. Negen jeugdwerkinitiatieven staan ervoor open om extra inspanningen te
leveren, mits ze hiervoor begeleid worden. Deze extra inspanningen gaan dan vooral naar
etnisch-culturele minderheden, laaggeschoolde gezinnen en gezinnen op de
armoedegrens, maar ook naar andersvalide kinderen. De meesten vragen hiervoor dan
extra financiële ondersteuning, naast de werkingssubsidies, of specifieke vorming of
overleg met ouders en organisaties voor ervaringsuitwisseling. Ook straathoekwerkster en
Lokaal Steunpunt merken op dat deze jongeren geen traditie hebben in het reguliere
jeugdwerk; deze jongeren hebben er een bepaald beeld van waarvan ze vinden dat ze er
zelf niet in passen; ook het dragen van een uniform is een drempel.
Anderzijds hebben deze jongeren een eigen plek nodig waar zij elkaar kunnen ontmoeten
en waar zij afhankelijk van hun interesses een eigen vrijetijdsaanbod kunnen uitwerken en
dit met ondersteuning van een tienerwerker.
De nood aan een eigen ontmoetingsplaats is eveneens gebleken vanuit diverse kanalen:
opmaak minderhedenbeleidsplan door Lokaal Steunpunt Diest (voormalig
integratiecentrum), contacten met straathoekwerkster, bordschrijfproject in 2001, het SIF-
beleidsplan 2000-2002.
Het reguliere jeugdwerk zal ondersteund worden indien zij de intentie hebben hun werking
toegankelijk maken voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren. Bepaalde
werkingen vragen een doelgroepspecifieke benadering en zijn complementair aan het
reguliere jeugdwerk; zij worden hierin ook ondersteund.
• DOELSTELLING 1: TIENERWERKING
Er wordt een werking ontplooid voor 12- tot 14-jarigen, ondersteund door een
tienerwerker. Deze werking komt zowel tegemoet aan de nood van ouders naar een
buitenschoolse opvangmogelijkheid, als aan de nood van een groep maatschappelijk
achtergestelde jongeren die zich niet thuis voelen in het reguliere jeugdwerk. Het is zeker
niet de bedoeling om de achtergestelde jeugd in een apart hokje te stoppen. De werking
zal dan ook open staan voor iedereen, voor elke jongere ongeacht afkomst of
studieniveau. Door de tienerwerker en de straathoekwerkster worden extra inspanningen
geleverd om jongeren die behoren tot etnisch-culturele minderheden of die leven in
armoede bij de werking te betrekken.
De werking wil verder ook complementair zijn aan (en niet concurrentieel zijn met) het
reeds bestaande jeugdwerk in Diest door in te spelen op specifieke interesses,
muziekgenres, levensstijlen,… die momenteel niet aan bod komen in de andere
jeugdwerkinitiatieven. Daartoe zal er overleg zijn met de bestaande jeugdhuizen.
Daarnaast is het ook de bedoeling om de kloof tussen de andere jeugdbewegingen en
jeugdwerkingen te dichten door toenadering te zoeken via gezamenlijke activiteiten.
Resultaat: andersvalide kinderen die geen toegang vinden in het reguliere jeugdwerk
kunnen deelnemen aan een specifieke speelpleinwerking met specifieke activiteiten en
met monitoren die opgeleid zijn voor de begeleiding van deze specifieke doelgroep. De
organisatoren beschikken over een locatie in Diest die enkel door hen wordt gebruikt
tijdens deze werkingsperiode en die toegankelijk is voor rolstoelpatiënten.
Monitoren zijn gemotiveerd en worden aangemoedigd om zich te kwalificeren in zaken die
eigen zijn aan een werking voor andersvalide kinderen.
Andersvalide kinderen die geen toegang vinden in het reguliere jeugdwerk kunnen om de
14 dagen deelnemen aan een specifieke scoutswerking met specifieke activiteiten en met
monitoren die opgeleid zijn voor de begeleiding van deze specifieke doelgroep.
• DOELSTELLING 4: GRABBELPAS
Grabbelpas wordt toegankelijk gemaakt voor alle kinderen en jongeren. Hiervoor wordt
een samenwerking gezocht met een aantal sociale actoren in Diest en wordt een
kortingbonnenproject uitgewerkt.
Resultaat: kinderen van OCMW-cliënteel nemen deel aan de grabbelpas. 10% van de
plaatsen bij een activiteit wordt voor deze kinderen en jongeren voorbehouden. Door de
begeleiding van de OCMW-medewerkers leren deze kinderen en jongeren grabbelpas
kennen. Ook via de andere sociale actoren nemen maatschappelijk kwetsbare kinderen en
jongeren deel aan de grabbelpas. 10% van de plaatsen bij een activiteit wordt voor deze
kinderen en jongeren voorbehouden. Door de begeleiding van de sociale actoren leren
deze kinderen en jongeren grabbelpas kennen.
Resultaat: bij de jeugddienst is bekend wie wil meewerken, op welke manier, welke
begeleiding men nodig heeft. De jeugdwerkinitiatieven kennen de doelgroep en kunnen
hiermee rekening houden in hun aanpak. Maatschappelijk kwetsbare kinderen en
jongeren nemen deel aan het reguliere jeugdwerk.
Voor de speelpleinwerking zijn er voldoende materialen aanwezig op de speelpleinen om
de kinderen leuke en waardevolle activiteiten aan te bieden. Er is een degelijke
coördinatie van de dagelijkse werking en van de monitoren. De drempel naar de
speelpleinwerking is laag en ook kinderen van minder mobiele ouders vinden de weg naar
de speelpleinwerking. Er is doorstroming van monitoren tussen de verschillende
werkingen en er gebeurt ervaringsuitwisseling tussen de monitoren en de coördinatoren
van deze zomerwerkingen. Het financiële aspect is voor de werkingen hetzelfde zodat er
op dat vlak zeker geen concurrentie kan zijn.
D. Participatie en terugkoppeling
WERKGROEP JEUGDWERKBELEIDSPLAN
De VZW Jeugdoverlegpunt kreeg de opdracht een jeugdwerkbeleidsplan te maken. Deze
opdracht is geformuleerd in de statuten van de VZW die werden goedgekeurd door de
gemeenteraad (zie statuten als bijlage).
De VZW stelde een kleine werkgroep samen die op regelmatige basis vergaderde en
ondersteuning bood aan de jeugddienst bij het jeugdwerkbeleidsplan.
De werkgroep was als volgt samengesteld:
- Katja Beckx
- Wim Schollen(voorzitter jeugdraad)
- Bjorn Kemps
- Jan Havermans
- Liesbeth Luts
De schepen bevoegd voor jeugd, Mevr. Theys maakt ook deel uit van deze werkgroep.
De jeugdconsulente was voorzitter.
De werkgroep vergaderde telkens op de jeugddienst of op het stadhuis.
ORGANISATIE VAN DE INSPRAAK VOOR JEUGD: OOK DIEST WERKTE MET “DE
KLIKSONS”
Het Kliksonsonderzoek is genoegzaam bekend. Diest startte met een aantal omliggende
gemeenten een samenwerkingsverband: Halen, Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort en
Kortenaken. Reden hiervoor was het feit dat deze gemeenten hun 13-16-jarigen niet via
het onderwijs kunnen bevragen vermits er geen secundair onderwijs is in deze
gemeenten. De tieners uit deze gemeenten gaan ondermeer in Diest naar school. De
samenwerking bestond erin dat de bevraging van de scholen verdeeld werd onder de
jeugdconsulenten van deze gemeenten:
- Bekkevoort: middenschool gemeenschapsonderwijs
- Scherpenheuvel-Zichem: KA, KTA1 en KTA2
- Halen: middenschool Zusters van Voorzienigheid
- Kortenaken: middenschool St. Jan Berchmanscollege
- Diest: Humaniora en Technische afdeling van Zusters van Voorzienigheid; Humaniora
en Technische afdeling van scholengroep St. Jan
De meeste scholen stonden positief tegenover deze samenwerking en deden al het
mogelijke om zo goed mogelijk mee te werken, maar technische problemen in de
computerklas zorgden ervoor dat het niet altijd zo vlot verliep.
Diest moest 168 tieners bevragen om representatief te zijn, waarvan 68 tien- tot
twaalfjarigen en 100 dertien- tot zestienjarigen.
Uiteindelijk werden in totaal -dankzij de medewerking van de andere gemeenten voor wat
de dertien- tot zestienjarigen betreft- 324 kinderen en jongeren bevraagd, waarvan er 188
in Diest wonen. Dat is net voldoende om representatief te zijn. De andere bevraagden
kwamen uit 18 andere gemeenten rond Diest.
Kinderen uit het lager onderwijs en meisjes van 14 jaar en ouder waren goed
vertegenwoordigd in de bevraging. De leeftijd 12-13 jaar was een beetje
ondervertegenwoordigd. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er technische problemen in
de computerklas waren in één van de middenscholen.
Wat de verdeling naar geslacht betreft kunnen we stellen dat er ongeveer evenveel
jongens als meisjes bevraagd werden (47,3% jongens en 52,7% meisjes).
Van 88,8% waren de grootouders geboren in België. Van 5,9% waren de grootouders
geboren in Turkije.
78,2% vindt zijn gezin even rijk als de meeste andere gezinnen. 15,4% vindt zijn rijker.
Het stadsbestuur wil een stem bieden aan alle kinderen en jongeren. Participatie en
inspraak hangen nauw samen met bekendmaking van de kanalen waarlangs kinderen en
jongeren hun stem kunnen laten gelden. Bekendmaking van de jeugddienst en de
jeugdraad naar het brede publiek is belangrijk.
DOELSTELLING 1:
De VZW Jeugdoverlegpunt Diest zorgt voor een continue participatie van het jeugdwerk
aan het voorbereiden van het jeugdwerkbeleid, en voor een participatie aan de uitvoering
van het jeugdwerkbeleidsplan.
Resultaat: het jeugdwerkbeleid wordt gevoed met veldwerkers die met hun voeten in het
jeugdwerk staan en nieuwe ideeën of inspiratie aanbrengen. Er wordt kort op de bal
gespeeld om jeugdwerkbeslissingen uit te voeren. Er is een goede communicatie tussen
de erkende jeugdwerkinitiatieven en de VZW Jeugdoverlegpunt Diest. Dit bevordert
eveneens de doorstroming van jeugdwerkers naar de beheerraad van de VZW en
verhoogt de interesse voor de taken van de VZW.
DOELSTELLING 2:
Als adviserend orgaan blijft de jeugdraad het kanaal waar jongeren, al dan niet lid van een
jeugdwerkinitiatief, een stem krijgen in het jeugdwerkbeleidsplan en kunnen participeren in
jeugdbeleidsmateries. Bekendmaking van de jeugdraad is hier ook belangrijk. Alle
groepen moeten dan ook van de werking van de jeugdraad op de hoogte zijn en moeten
gemotiveerd worden er naartoe te komen.
Resultaat: op de agenda van de jeugdraad staan onderwerpen die niet enkel betrekking
hebben op het jeugdwerkbeleid, maar op alle beleidsdomeinen waarmee jeugd op de één
of andere manier te maken heeft. De twee groepen vullen elkaar aan. Zowel
jeugdwerkers als jongeren die niet aangesloten zijn bij een jeugdwerkinitiatief hebben
inspraak in en participeren aan het jeugdbeleid. Ook moeilijk bereikbare groepen kennen
de jeugddienst en durven hun mening geven. Aan de jeugdraad nemen niet alleen
jeugdwerkinitiatieven deel. Er wordt ruimere onderwerpen besproken dan enkel
jeugdwerk. Alle onderwerpen zijn bespreekbaar.
BIJ DOELSTELLING 1:
1. De herverkiezing van de leden van de VZW Jeugdoverlegpunt Diest zorgt ervoor
dat er via de jeugdraad regelmatig nieuwe jeugdwerkers worden ingeschakeld in
de beheerraad, die zeer vertrouwd zijn met het jeugdwerk.
• Tijdschema: driejaarlijks
• Financiële weerslag: /
BIJ DOELSTELLING 2:
1. De leerlingen uit het leerlingenoverleg zullen worden uitgenodigd om te
participeren aan de vergaderingen van de jeugdraad omdat dit zowel voor de
jeugdwerkafgevaardigden in de jeugdraad, als voor de jongeren uit het
leerlingenoverleg die niet bij een jeugdwerkinitiatief zijn aangesloten, zeer
verrijkend kan zijn. De jeugdconsulente is de initiatiefnemer en begeleider.
• Tijdschema: vanaf 2005.
• Financiële weerslag: /
5. Vermits internet een belangrijk kanaal is voor kinderen en jongeren worden zij
aangespoord om via de nieuwe website van jeugdraad en jeugddienst ideeën,
voorstellen, klachten en vragen kenbaar te maken en langs die weg te
participeren. Terugkoppeling van beslissingen kan ook via die weg gebeuren.
Deze doelstelling wordt uitgewerkt in het hoofdstuk “communicatie en
informatie”.
E. Jeugdwerkinfrastructuur
Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontving op 2 februari een bevragingslijst die ingevuld aan de
jeugddienst moest bezorgd worden (als bijlage 4) tegen eind februari. Het was de
bedoeling dat deze bevraging met de volledige groep werd ingevuld. De bevragingslijsten
werden door zestien van de 25 erkende jeugdwerkinitiatieven teruggestuurd. Gezien de
lage opkomst op de inspraakvergaderingen in 2001 (bij het JWBP 2002-2004) werden er
geen toelichtingsvergaderingen gepland. De bevragingslijsten die werden teruggestuurd
waren duidelijk ingevuld en een bijkomende bespreking ervan was niet altijd nodig, hoewel
die mogelijkheid bestond.
Onderwerpen in de bevragingslijsten waren:
- jeugdwerkinfrastructuur (beschikbaarheid, gebruik, beheer, capaciteit, omgeving,
bouwtechnische staat, wettelijkheid, en gemeentelijke ondersteuningsvormen)
- fuifbeleid
- kadervorming
- communicatie, informatie, inspraak en participatie
- toegankelijkheid van het jeugdwerk
- ondersteuningsvormen
Het luik jeugdwerkinfrastructuur werd zeer uitgebreid bevraagd. De vragenlijst en de
volledige inventarisatie met knelpunten en behoeften vindt u als bijlage 4; de werkpunten
die worden weerhouden vindt u hieronder.
g) gemeentelijke ondersteuningsvormen
Aangepaste jeugdwerkinfrastructuur (zowel lokalen als speelterreinen) voor
jeugdwerkinitiatieven is noodzakelijk voor een kwaliteitsvolle en veilige werking van het
jeugdwerkinitiatief. Hieraan draagt het stadsbestuur in grote mate bij door volgende
concrete acties voor particuliere jeugdwerkinitiatieven:
- reglement voor bouwsubsidies: investeren in jeugdwerklokalen door te renoveren,
beveiligen, bouwen of aan te kopen, kost veel geld. Jeugdwerkinitiatieven kunnen dit
niet zonder bouwsubsidies. Het principe van subsidiëring bestaat erin dat 60% van
uitgaven voor de werken door het stadsbestuur wordt ingebracht, en dat het
jeugdwerkinitiatief 40% zelf moet inbrengen. Een jeugdwerkinitiatief dat de werken zelf
uitvoert, moet slechts 28% zelf inbrengen en wordt door het stadsbestuur voor 72%
gesubsidieerd. De aanvraag moet gebeuren voor 31 december van het jaar
voorafgaand aan de werken.
Hiervoor werd een bouwfonds opgericht bij de VZW Jeugdoverlegpunt Diest. Het
bouwfonds werd jaarlijks aangevuld met 37.184 euro. Dit budget werd jaarlijks
aangesproken door verschillende jeugdwerkinitiatieven. Indien het jaarlijks budget niet
volledig werd opgebruikt, wordt het gespaard, in afwachting van een bouwboom die
verwacht wordt bij enkele jeugdwerkinitiatieven. In 2004 werd een financiële
inhaalbeweging gemaakt omdat de nood aan jeugdlokalen bij VVKS St. Jan en chiro
Schaffen zeer hoog was en de bouwplannen zeer concreet. Er werd een
prefinanciering gedaan van 200.000 euro om de bouwwerken bij de beide
jeugdwerkinitiatieven van start te laten gaan en zo snel mogelijk tot een goed einde te
brengen. Gedurende de volgende vijf jaar wordt er 40.000 euro afgehouden van het
budget bouwsubsidies bij de VZW Jeugdoverlegpunt.
Voorlopig zijn er bij andere jeugdwerkinitiatieven geen plannen voor nieuwbouw, wel
voor renovatie en aanpassingen.
De nood aan subsidiëring blijkt heel duidelijk te bestaan, vermits dit een grote hap uit
het budget van een jeugdwerkinitiatief neemt en zij dit niet alleen kunnen financieren.
- contract voor het onderhoud van brandblusapparaten in jeugdlokalen: de VZW
Jeugdoverlegpunt Diest ging een contract aan met N.V. Sicli. Deze firma plaatste in de
jeugdlokalen brandblusapparaten naargelang de grootte van de lokalen en het aantal
kamers in een jeugdlokaal. Jaarlijks worden deze brandblusapparaten gecontroleerd door
een technieker van de firma. Indien nodig wordt de vulling van de apparaten vernieuwd.
Zo blijven de brandblusapparaten bruikbaar. Het contract met Sicli NV zou zeker moeten
blijven bestaan omdat dit door iedereen positief onthaald wordt. Vanuit het jeugdwerk
bestaat de nood aan een jaarlijkse brandblusoefening in samenwerking met de brandweer.
Ondanks het feit dat in elk jeugdlokaal brandblusapparaten aanwezig zijn en deze ook
jaarlijks gecontroleerd worden, blijken er op dit vlak nog heel wat noden en behoeften te
zijn.
- verhuur van lokalen aan jeugdwerkinitiatieven: in de mate van het mogelijke
verhuurt het stadsbestuur lokalen aan jeugdwerkinitiatieven bijvoorbeeld aan KLJ
Deurne, Chiro Schaffen en aan KLJ Vleugt. Ook speelterreinen worden aan bepaalde
jeugdwerkinitiatieven ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld chiro Webbekom.
- reglement voor werkingssubsidies: het stadsbestuur gaat ervan uit de infrastructuur
van jeugdlokalen een grote bron van uitgaven is voor jeugdwerkinitiatieven. De
berekening van de werkingssubsidies baseert zich daarom gedeeltelijk op de kosten
die een jeugdwerkinitiatief maakt voor de jeugdlokalen, meerbepaald de
nutsvoorzieningen, de brandverzekering en de belasting op onroerend goed. Deze
kosten moeten bewezen worden met facturen. Daarnaast kan een jeugdwerkinitiatief
dat deze kosten niet maakt forfaitair een bedrag van 250 euro inbrengen in de
berekening van de werkingssubsidies.
Visie
Financiële en logistieke ondersteuning in het beveiligen, kopen, bouwen of vernieuwen
van jeugdlokalen is een prioriteit in het jeugdwerkbeleidsplan. Veilige jeugdlokalen zijn
zeer belangrijk in de werking van een jeugdwerkinitiatief.
Voor het beveiligen, kopen, bouwen of vernieuwen van jeugdlokalen is ook de financiële
inbreng van het jeugdwerkinitiatief zelf van groot belang. Het initiatief komt dus steeds van
het erkend jeugdwerkinitiatief zelf vermits zij zelf een aandeel van de werken moeten
kunnen financieren, en zij hiervoor eerst voldoende middelen moeten kunnen verzamelen.
Prioriteit wordt gegeven aan de subsidiëring van de bouwplannen van chiro Schaffen en
VVKS St. Jan Berchmans omdat de bouwplannen van deze twee verenigingen al jaren op
stapel staan, maar niet konden uitgevoerd worden wegens stedenbouwkundige
problemen.. Indien speelpleinen Dassenaarde wordt opgenomen in het sectoraal BPA,
kunnen ook zij met renovatieplannen starten. Er is echter voldoende financiële ruimte in
de bouwsubsidies om ook de minder grote plannen van andere erkende
jeugdwerkinitiatieven uit te voeren.
Resultaat: stap voor stap worden de jeugdlokalen in Diest vernieuwd of worden nieuwe
jeugdlokalen gebouwd voor jeugdwerkinitiatieven die geen eigen lokaal hebben.
DOELSTELLING 2: Veiligheid
Erkende jeugdwerkinitiatieven die veiligheidsaanpassingen willen doen aan hun
jeugdlokaal kunnen hiervoor gesubsidieerd worden. Hier geldt het reglement voor
bouwsubsidies. Jeugdwerkinitiatieven die financieel niet in de mogelijkheid verkeren om
veiligheidsaanpassingen uit te voeren in hun lokalen, hebben voldoende
brandblusapparaten in de lokalen staan.
Resultaat: KLJ Deurne en KLJ Vleugt zijn gehuisvest en Chiro Webbekom kan over zijn
eigen speelterrein beschikken. Chiro Schaffen heeft een renovatie doorgevoerd en kan
mits recht van opstal of erfpacht over de lokalen beschikken.
F. Geïntegreerd jeugdbeleid
INTRAGEMEENTELIJK
PREVENTIECONTRACT
Het stadsbestuur sloot een preventiecontract af met het Ministerie van Binnenlandse
zaken.
In het kader van dit contract zijn een preventie-ambtenaar, een preventiewerker,
stadswachten en een straathoekwerker werkzaam bij het stadsbestuur.
In het kader van drugpreventie werkt de preventiedienst samen met de directies van de
Diestse scholen. Hoofddoelstelling is de vorming en ondersteuning van de leerkrachten
die via de onderwijssituatie dagelijks in contact staan met de jongeren.
Daarnaast verleent de preventiedienst zijn medewerking aan de eindejaarscampagne van
het Regionaal Preventieteam in samenwerking met De Lijn: “Ligt de roes op de loer, denk
aan veilig vervoer!”. Tijdens de oudejaarsnacht worden feestvierders gestimuleerd zich
nuchter en veilig te verplaatsen. De Lijn zet nachtbussen in.
Het beleidsplan 2003-2005 geeft een overzicht van alle opvangmogelijkheden in Diest,
zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak. Grabbelpas en Speelpleinwerking
Dassenaarde werden erin opgenomen. Daarnaast worden de opties voor de toekomst
beschreven. De jeugddienst maakt deel uit van het Lokaal Overleg, die een drietal keer
per jaar vergaderen.
CULTUURBELEIDSPLAN 2004-2007
Het cultuurbeleidsplan houdt rekening met de noden uit het jeugdwerkbeleidsplan 2002-
2004 en werkt erop verder.
INTERGEMEENTELIJK
BOVENGEMEENTELIJK
GEMEENTEGRENSOVERSCHRIJDENDE INITIATIEVEN
INTRAGEMEENTELIJK
Uit de behoeftepeiling in het BKO-beleidsplan blijkt net zoals uit de behoeften die de
straathoekwerkster aanhaalt de duidelijke nood aan initiatieven voor tieners. Weliswaar
signaleert ieder beleidsplan deze behoefte vanuit zijn eigen invalshoek.
Daarnaast moeten we blijven streven naar een integrale vakantiewerking met een aanbod
dat goed op elkaar is afgestemd. De verschillende initiatieven moeten streven naar een
goede samenwerking. Ouders vragen naar een samenwerking tussen grabbelpas en ‘t
Kliekske, zoals die reeds bestaat tussen de sportkampen en ’t Kliekske.
Binnen het cultuurbeleidsplan vindt men het ondermeer belangrijk de culturele activiteiten
voor kinderen en jongeren verder uit te bouwen omdat daar op dit moment weinig aanbod
aan is binnen het Kultuurcentrum. Grabbelpas probeert tijdens de kerstvakantie en
tijdens de zomervakantie op deze nood in te spelen door een aanbod te doen.
Het Kultuurcentrum is verder ook een belangrijke partner in het ontwerpen van de
evenementenzaal, vermits ook zij nood hebben aan een voldoende grote zaal voor
culturele activiteiten. De combinatie tussen fuifzaal en zaal voor voorstellingen wordt door
het schepencollege uitgewerkt. Cultuur- en jeugdraad geven advies.
INTERGEMEENTELIJK
De terugbetaling van de verplichte polis bij het ontlenen van materiaal bij de provincie is
noodzakelijk om erkende jeugdwerkinitiatieven te stimuleren naar Leuven te rijden voor
geluid en belichting als ze activiteiten organiseren. De gemeentelijke jeugddienst kan de
ontlening van belichting en geluid niet meer zelf opnemen. Hierover werd al gesproken in
hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen. We voegen er nog aan toe dat vanuit enkele
erkende jeugdwerkinitiatieven de vraag komt om een voorpost van de uitleendienst te
starten aan de oostkant van de provincie voor het afhalen en binnenleveren van materiaal
bij de provinciale uitleendienst.
DOELSTELLING 1:
De verschillende stedelijke zomerinitiatieven (speelpleinen Dassenaarde, kinderopvang ’t
Kliekske, sportkampen en grabbelpas) worden op elkaar afgestemd, zoals dat in het
verleden reeds gebeurde. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigenheid van elk
initiatief.
Resultaat: Alle kinderen en jongeren die in Diest naar school gaan ontvangen een
zomerbrochure met het aanbod. De deelnemers kunnen een keuze maken uit het ruime
zomeraanbod.
DOELSTELLING 2:
Met de buurgemeenten zal samengewerkt worden bij het programmeren van een
grabbelpasvakantie-aanbod.
Resultaat: activiteiten die een hoog kostenplaatje dragen of waar een minimum aantal
deelnemers vereist is dat niet door één gemeente kan worden verzameld, kunnen toch
worden geprogrammeerd.
DOELSTELLING 3:
Met de straathoekwerkster wordt een goede samenwerking vooropgesteld voor contacten
met jongeren die zich niet vinden in het reguliere jeugdwerk, met maatschappelijk
achtergestelde jongeren en met de skaters.
DOELSTELLING 4:
Erkende jeugdwerkinitiatieven worden gemotiveerd audio-visueel materiaal te ontlenen bij
de provincie. De subsidiëring van het ontlenen van materiaal bij de provinciale overheid
blijft bestaan.
DOELSTELLING 5:
Bij de bouw van de evenementenzaal is er een overleg tussen de cultuursector en de
jeugdsector. Door de combinatie van infrastructuur voor jeugd- en cultuuractiviteiten wordt
voor jongeren de drempel lager om deel te nemen aan cultuuractiviteiten.
BIJ DOELSTELLING 2:
Er is een overleg met de jeugddiensten van de gemeenten Scherpenheuvel-Zichem,
Tielt-Winge en Bekkevoort waarin besproken wordt op welke manier er tijdens de
vakantie zal worden samengewerkt in het kader van Grabbelpas.
• Tijdschema: bij het voorbereiden van de Grabbelpas.
• Financiële weerslag: geen.
BIJ DOELSTELLING 3:
Er zijn regelmatig contacten tussen de jeugddienst, het reguliere jeugdwerk, de
tienerwerking en de straathoekwerkster.
• Tijdschema: zo veel als nodig
• Financiële weerslag: /
G. JEUGDRUIMTE
Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontving op 2 februari een bevragingslijst die ingevuld aan de
jeugddienst moest bezorgd worden (als bijlage 4) tegen eind februari. Het was de
bedoeling dat deze bevraging met de volledige groep werd ingevuld. De bevragingslijsten
werden door zestien van de 25 erkende jeugdwerkinitiatieven teruggestuurd. Gezien de
lage opkomst op de inspraakvergaderingen in 2001 (bij het JWBP 2002-2004) werden er
geen toelichtingsvergaderingen gepland. De bevragingslijsten die werden teruggestuurd
waren duidelijk ingevuld en een bijkomende bespreking ervan was niet altijd nodig, hoewel
die mogelijkheid bestond.
Onderwerpen in de bevragingslijsten waren:
- jeugdwerkinfrastructuur (beschikbaarheid, gebruik, beheer, capaciteit, omgeving,
bouwtechnische staat, wettelijkheid, en gemeentelijke ondersteuningsvormen)
- fuifbeleid
- kadervorming
- communicatie, informatie, inspraak en participatie
- toegankelijkheid van het jeugdwerk
- ondersteuningsvormen
SPEELRUIMTE
Inleiding:
Op 19 mei 2001 werd een nieuwe reglementering op speeltoestellen en speelterreinen van
kracht. Deze 2 Koninklijke Besluiten vertaalden de bestaande Europese Normen voor
speeltoestellen naar de Belgische realiteit. De K.B.’s zijn bedoeld voor alle
verantwoordelijken die hun speelterrein openstellen voor het publiek. Dit wil zeggen dat
alle publieke speelterreinen met minstens één speeltoestel onder dit besluit vallen maar
dat het niet geldt voor speeltoestellen in je eigen tuin. De wetgeving zegt dat een uitbater
de verantwoordelijke of de beheerder van het speelterrein is. Diegene die dus rechtstreeks
het speelterrein aanbiedt, is verantwoordelijk voor de veiligheid van het speelterrein en de
speeltoestellen.
Welke gevolgen hebben deze K.B.’s gehad voor het beleid omtrent de openbare
speelterreinen in Diest?
Er werd een risicoanalyse opgesteld die bestaat uit het vaststellen van de gevaren en
risico’s voor de gebruikers of de begeleiders en het evalueren van de risico’s.
Na de risicoanalyse werden preventiemaatregelen genomen om de opgespoorde gevaren
en risico’s te verwijderen. De risico-analyse werd niet in de jeugdwerkbeleidsplan
opgenomen omdat ze te uitgebreid is. Op een aantal stedelijke speelterreinen in Diest
werden daarom enkele toestellen weggenomen omdat ze niet langer voldeden aan de
nieuwe veiligheidsvoorschriften. Het was financieel niet haalbaar om overal tegelijk nieuwe
toestellen aan te kopen en te laten plaatsen, en de huidige toestellen aan te passen aan
de wetgeving. Het plaatsen van ondermeer valdempende ondergrond kost veel geld en
kon dus ook niet overal tegelijk gebeuren.
Momenteel is er wel onder elk speeltoestel waar het gezien de wettelijke bepalingen
verplicht is een valdemping te voorzien, afhankelijk van de valhoogte van het toestel, een
valdempende ondergrond aangelegd. Zo werden er ondermeer valtegels en gewassen
parelgrind in Diest geplaatst.
► OPENBARE SPEELTERREINEN
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.
1) Scafnis Schaffen:
Glijbaan (ondergrond Boer N.V. 30331500001 2001
voorzien van
valdempende
betegeling)
1.2. Klauterwand & Idem 30331800001 Idem
schommel
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
1.3. Veertoestel Idem 34374300001 Idem
(Pierewaai)
1.4. Veertoestel Idem 34370500001 Idem
(Eendekuipje)
2) Drie Lindekenserf
Diest:
2.1. Dubbele schommel Omniplay Hags 120412 2001
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
2.2. Glijbaan (ondergrond Eibe 5580090 1997
voorzien van
valdempende betegeling)
2.3. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100 1997
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
2.4. Zeehuis met platform Idem 5590150 Idem
2.5. Veertoestel (Pony) Idem 5670130 Idem
2.6. Veertoestel (Poes) Idem 5670110 Idem
2.7. Twee-hoogten- Idem 5551200 Idem
rekstok (ondergrond
voorzien van
valdempende betegeling)
2.8. Basketbaldoel op Sporta De Waele SB501 1997
staander
2.9. Volleybalinstallatie Sporta De Waele SV430 1997
(houten palen,
speciaal net)
2.10. Voetbaldoel Sportime 71 111 4502 1999
(aluminium)
2.11. Voetbaldoel 2003
(aluminium)
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.
3) Zeven Zillenerf
Kaggevinne:
3.1. Klimconstructie: Spereco (Valcke) 1999
(ondergrond voorzien van S 430
valdempende betegeling) S 004
- Uitkijktoren G 521
- Glijstang S 216
- Glijbaan S 270
- Klauternet
- Sportenwand
3.2. Veertoestel (Pony) Idem E 100 Idem
3.3. Veertoestel (Haas) Idem E 200 Idem
3.4. Dubbel veertoestel Idem E 800 Idem
3.5. Speelhuisje Idem S 410 Idem
3.6. Klimpiramide Idem S 230 Idem
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
3.7. Balanceersysteem Idem 06.01.010 Idem
3.8. Basketbalinstallatie: Idem Idem
- Paal 30105
- Bord 30540
- Ring & net 30460 & 30470
4) Fabiolalaan Diest
4.1. Speel- & turnforum: Spereco 6.72800 2001
(zand als valdempende
ondergrond)
- Klimtouwen
- Klimmuur
- Klimrek
- Sportenwand
- Looprol
- Zitplanken
- Rekstok
4.2. Tienerhonk (Kobe) Omniplay Hags 408611 2001
4.3. Veertoestel ABC 2000
4.4. Veertoestel ABC 2000
5) Beukenhof Diest:
5.1. Klimtoestel Zeshoek: ATR 2000
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.
6) Bremstraat Diest:
6.1. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
6.2. Veertoestel Eibe
6.3. Veertoestel Eibe
7) Warande
Diest:(ondergrond op dit
speelplein is wit zand)
7.1. Speelhuisje met Open Buurtatelier 2003
toren, glijbaan, klimnet,
glijstang en sportenwand
7.2. Veertoestel ABC 2000
7.3. Veertoestel ABC 2000
7.4. Veertoestel ABC 2000
7.5. Zandbak
8) Tuinwijk Kaggevinne
8.1. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
8.2. Klimpaal Kraaiennest Eibe
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
8.3. Stokkenboom Eibe 5592490
8.4. Veertoestel (Ree) Eibe 5670140 1997
8.5. Speelhuisje met o.a. Open Buurtatelier 2002
trap,
klimnet, schuifaf en
val-
dempende
betegeling
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.
9) Domus Flandria
Molenstede:
9.1. Torencombinatie: Spereco 2000
trap, klimrek, glijstang,
inox glijbaan, klimnet,
zithoekje, klimmuur,
loopbrug.
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
10) Hongarijenstraat
Molenstede:
10.1. Klimtoestel Eibe 5550100
Zeshoek:
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
10.2. Schutdak met 4 Spereco 7.8200
wandsegmenten
10.3. Drie-hoogten- Eibe 5551210
rekstok
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
10.4. Combispeeltoestel Eibe
met dubbele
schommel,
sportenopgang
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
10.5. Balanceerbalk Eibe 5551030
10.6. Balanceerbalk Eibe 5551030
12) Pannehoeve –
Valkhoeve
Deurne:
12.1. Dubbele schommel Eibe 5550560
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
12.2. Veertoestel ABC 2000
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE - JR
REF.NR.
14) BKO Diest: 1998
14.1. Torencombinatie: Mekano Hout NV
torens, vaste loopbrug, M 9548 C
glijbaan, trap en schuine
ladder (zand als
valdempende
ondergrond)
1998
15) BKO Molenstede: Mekano Hout NV
15.1. Torencombinatie: M 9466
torens, vaste loopbrug,
glijbaan, trap ladders en
tuimelbaar
(parelgrind als 2000
valdempende Dica's BVBA
ondergrond) 'Austrio'
Het is al enkele jaren overduidelijk dat skateboarden niet zomaar een rage meer is,
de sport en al de bijhorende items zijn als vrijetijdsbesteding uitgegroeid tot een
echte jeugd(sub)cultuur. Deze cultuur is heel herkenbaar (kleding, muziek, 'lifestyle')
en is daarom erg populair bij het jonge volkje, zowel bij jongens als bij meisjes. Waar
de jongens zich vooral bezig houden met het oefenen van truckjes, gaan de meiden
helemaal op in de kleding en de accessoires.
Vroeger werd het skaten vooral beoefend door jongeren en tieners, op het
skateterrein varieert de leeftijd nu tussen 10 en 30 jaar. Ondanks dit leeftijdsverschil
is het opmerkelijk hoe deze skaters en BMX-ers "harmonieus" hun favoriete hobby
uitoefenen. Zelden zullen er conflicten ontstaan, vandalisme aan de toestellen zoals
op een gewoon speelplein is zo goed als onbestaande, de skaters dragen in groep
zorg voor "hun" terrein. Het is ook de favoriete hangplek van de meisjes die komen
kijken naar de kunstjes van de jongens.
Omdat er zoveel gebruik wordt gemaakt van het terrein, het is ongetwijfeld het drukst
bezochte speel- en sportterrein in Diest, wordt er de laatste jaren ook veel in
geïnvesteerd. Zo zijn er de voorbije jaren toch wel wat nieuwe toestellen aangekocht
maar de skaters betreuren dat er ook verscheidene oude toestellen werden
weggenomen in het warandepark. Ook skatetoestellen moeten voldoen aan
bepaalde normen en de door de jongeren zelf gemaakte toestellen kunnen vaak
uitstekend dienst doen om allerlei kunstjes te vertonen maar het stadsbestuur wenst
niet verantwoordelijk te zijn voor eventuele ongevallen op een toestel dat niet voldoet
aan de veiligheidsvoorschriften. Er bestaan vooralsnog geen Europese normen voor
skatetoestellen maar hier wordt wel werk van gemaakt. In Vlaanderen gebruikt
nagenoeg iedereen de Duitse en / of Franse normen.
• De buurt rond de Grote Markt: Deze buurt heeft in de eerste plaats een
handels- en winkelfunctie en weet aldus sterk te appelleren aan de scholieren uit
het middelbaar onderwijs. Ze hangen er vaak rond en daarenboven bevindt er
zich naast het stadhuis een zeer populair jongerencafé. In deze buurt is het niet
noodzakelijk en wellicht ook niet haalbaar om te voorzien in formele speelruimtes.
• De omgeving van het Sint-Jansveld: Dit plein vormt voor veel bewoners een
draaischijf van contacten, vooral de Turkse kinderen en jongeren uit de buurt
zoeken dit plein op tijdens mooie zomerse dagen en avonden. De terreinen
rondom de ruïne van de Sint-Janskerk creëren een mooie en avontuurlijke ruimte
waar vrij spel getolereerd wordt. De nabijheid van de Warande biedt voldoende
mogelijkheden tot sportief spelen, de voetbalvelden die aan het Sint-Jansveld
grenzen worden dan ook veel bespeeld door schoolkinderen en scholieren uit
deze buurt. Daarenboven zijn er in de buurt nog een aantal plaatsen waar spelen
getolereerd wordt ook al zijn die plaatsen er niet toe ingericht. Zo wordt er al eens
een balletje getrapt aan de garages in de Mariëndaalstraat en durft een jonge
tiener zijn skateboard of skeelers al eens op de inrit van de ondergrondse
Delhaize-parking uit te proberen. Uiteraard appelleert de ruimte rondom de ruïne
op het Sint-Jansveld en de aangrenzende voetbalvelden sterk aan spelende
kinderen maar ook voor de jongeren uit de buurt vormen ze een geliefkoosde
ontmoetingsplaats.
FUIFRUIMTE
FUIFZAAL
Als fuifzaal worden volgende plaatsen in Diest gebruikt: Ontmoetingscentrum ’t
Molenhuis Molenstede, SOK Deurne, zaal Casino Diest, Jeugdhuis Tijl, Gildenzaal
Schaffen, De Ketel Kaggevinne, Hallezaal Diest (enkel voor scoutsbal).
Er is geen geschikte fuiflocatie in Diest. De zalen die op dit moment gebruikt worden
als fuifruimte zijn te duur, te klein, niet brandveilig, niet aangepast aan fuifgangers,…
De zalen zullen ook niet worden aangepast om te fuiven, omdat ze eerder de functie
van ontmoetingscentrum hebben, en niet de functie van fuifzaal. De nood aan
degelijke fuifruimte wordt al jaren aangeklaagd bij het stadsbestuur. De jeugdraad
heeft dit sinds 1998 regelmatig opgenomen als agendapunt. Diest is een scholenstad
waar zeer regelmatig klasfuiven doorgaan. Ook jeugdbewegingsfuiven vinden
regelmatig plaats. Het scoutsbal van de drie scoutsverenigingen van Diest krijgt
gemakkelijk 1000 personen over de vloer. Op dit moment gaan organisatoren van
fuiven soms een zaal zoeken buiten de gemeente.
Er werd een perceel grond gekocht door het stadsbestuur, waar een
evenementenhal met fuifruimte zal gebouwd worden. Hiervoor moet eerst een BPA-
wijziging doorgevoerd worden.
Belangrijk is dat zowel grote als kleine fuiven in de nieuwe fuifruimte kunnen
doorgaan. Ook moet de zaal geschikt zijn voor optredens, zowel rockoptredens als
toneeloptredens.
Volgens de bevraagden moet een goed fuifzaal aan volgende voorwaarden voldoen:
goede akoestiek, aantrekkelijke inrichting, brandveiligheid, buiten de stadskern
gelegen maar toch goed bereikbaar via de stad, betaalbaar, met muziekinstallatie en
lichtinstallatie, flexibel en polyvalent, goed geïsoleerd, groot genoeg, opdeelbaar
voor kleinere fuiven, ruime parking, podium vlot bereikbaar met vrachtwagen, goede
afspraken en reglement, voldoende tapinstallaties en koelkasten, genoeg toiletten,
veilig en traag verkeer rond de evenementenzaal.
REPETITIERUIMTE
Jeugdhuis Tijl wordt door enkele muziekgroepjes gebruikt als repetitieruimte.
Anderen repeteren in de garage van een woning. De nood aan een geschikte
repetitieruimte met geluidsversterking en eventueel opnamemogelijkheden blijft
bestaan.
JONGERENONTMOETINGSCENTRUM
De nood aan een jongerenontmoetingscentrum werd door de straathoekwerkster en
de medewerkers van het Lokaal Steunpunt al eerder aangehaald en wordt nu
herhaald. De randgroepjongeren die moeilijk de weg vinden naar het reguliere
jeugdwerk hebben een eigen plek nodig waar zij elkaar kunnen ontmoeten en waar
zij afhankelijk van hun interesses een eigen vrijetijdsaanbod kunnen uitwerken en dit
met ondersteuning van een jongerenwerker.
Met een goede tienerwerking zou de start kunnen gegeven worden aan een
jongerenontmoetingscentrum.
FUIFBUS
Om veiligheidsredenen bestaat voor erkende jeugdwerkinitiatieven die een fuif
organiseren de mogelijkheid een fuifbus in te leggen. De VZW Jeugdoverlegpunt
betaalt 2/3 van het factuur voor huur van de fuifbus. Het jeugdwerkinitiatief maakt
promotie voor de fuifbus. Indien er geen begeleiding op de bussen zou moeten zijn,
zouden jeugdwerkinitiatieven nog gemakkelijker gebruik maken van dit initiatief.
Meestal vinden zij weinig liefhebbers om de fuif te verlaten en de bus te begeleiden.
Uit het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplein (versie 24/08/04) blijkt dat
vooral in de binnenstad onvoldoende speelgelegenheid en ontmoetingsruimte voor
kinderen en jongeren is. Prioriteit ligt dus wat het ruimtelijk speelruimtebeleid betreft
op de uitbouw ervan in de binnenstad. Hiermee wordt rekening gehouden bij
onderzoeken door Pedagogisch Instituut Vivès.
In hetzelfde gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan wordt de optie beschreven om de site
aan het Studiocomplex aan de Citadellaan voor te behouden als zone voor
bovenlokale hoogdynamishe recreatie, meer bepaald voor een fuifzaal. De fuifzaal
met repetitieruimte en jongerenontmoetingscentrum zou dus zeer goed in die zone
kaderen.
Visie
Pedagogisch Instituut Vivès wordt betrokken bij het speelruimtebeleid gezien hun
deskundige visie en gezien het feit dat zij het speelruimtebeleid in Diest in 1996
hebben uitgepluisd bij de opstelling van een speelruimteplan. Er worden bij de
formulering van de adviezen drie aspecten van speelruimte onderscheiden:
• fysische ruimte: speelpleinen en andere speel- en ontmoetingsmogelijkheden
met prioriteit voor kinderen en jongeren.
• psychische ruimte: de tolerantie rond spelende kinderen en rondhangende
jongeren
• beleidsruimte: de inspraak van kinderen en jongeren in beslissingen rond
speelruimte
Vivès werkt samen met het stadsbestuur rond deze drie aspecten van speelruimte.
Concreet houdt dat in dat er gewerkt wordt rond aanleg van nieuwe speelruimtes,
verbetering van bestaande speelruimtes door buurtonderzoeken uit te voeren,
speelstraten, onderhoud en veiligheid van speelruimtes.
Bij verkavelingen wordt speelruimte voorzien; jeugd en jeugdwerk wordt betrokken bij
het gemeentelijk ruimtelijk speelruimtebeleid door hen intensief te betrekken bij
buurtonderzoeken. (Ter uitvoering van art. 5 van het uitvoeringsbesluit over
jeugdruimte).
DOELSTELLING 1:
Op basis van de onderzoeken door Vivès zal er jaarlijks onderzocht worden waar de
prioriteiten liggen. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met de veiligheid van
de bestaande speelpleintjes, in het kader van het KB van 28 maart 2001 betreffende
de veiligheid van speeltoestellen en de uitbating van speelterreinen.
DOELSTELLING 2:
Naargelang de prioriteiten zullen daarna nieuwe speeltoestellen geplaatst worden of
zullen de bestaande speeltoestellen op een degelijke manier onderhouden worden.
Hierbij wordt rekening gehouden met de risico-analyse van alle stedelijke
speelruimtes.
Resultaat: met de risico-analyse als basis is elk stedelijk speelplein aangepast aan
de veiligheidsnormen. Stap voor stap zijn de speelpleinen uitgebouwd aan de
behoeften van de buurtbewoners, en worden ze onderhouden.
DOELSTELLING 3:
Jaarlijks zullen tijdens de zomervakantie de straten waar veel kinderen en jongeren
wonen voorzien worden van een bord “Opgelet! Spelende kinderen!”.
Visie
In Diest moet de mogelijkheid bestaan voor Diestse jongeren om fuiven te kunnen
organiseren. Zowel grote megafuiven als kleine gezellige fuiven moeten er kunnen
doorgaan. Muziekgroepjes moeten voldoende mogelijkheden hebben om te
repeteren zonder daarbij anderen te storen. Er moet ruimte zijn voor het organiseren
van culturele activiteiten voor jongeren, en voldoende informele ontmoetingsruimte.
Er moet voldoende logistieke en administratieve ondersteuning zijn voor jongeren om
een fuif te kunnen organiseren.
DOELSTELLING 4:
Het stadsbestuur gaat over tot de oprichting van een evenementenzaal met
repetitieruimtes en een jongerenontmoetingscentrum. Er werd de opdracht gegeven
aan een architect om een ontwerp op te stellen waarbij rekening gehouden wordt met
alle noden van jongeren die van deze infrastructuur gebruik zullen maken. Dit
ontwerp zal via de jeugdraad worden teruggekoppeld naar de doelgroep. De
doelgroep is in dit geval ruimer dan jongeren alleen, vermits ook culturele activiteiten
zullen doorgaan in de evenementenzaal. Ook de socio-culturele dienst,
Kultuurcentrum Begijnhof en de cultuurraad worden als een doelgroep beschouwd
en worden bij de plannen betrokken.
De oprichting van een jongerenontmoetingscentrum zal zich in de eerste fase
beperken tot de bouw ervan. In een tweede fase, die vermoedelijk pas vanaf 2008
van start zal kunnen gaan, kan de mogelijkheid tot uitbouw van een werking en
aanwerving van een jongerenwerker onderzocht worden.
Ondertussen wordt een BPA-wijziging doorgevoerd voor het terrein waar de
evenementenzaal zal worden gebouwd.
DOELSTELLING 5:
De mogelijkheid tot het huren van een fuifbus door erkende jeugdwerkinitiatieven
blijft bestaan en wordt gepromoot.
DOELSTELLING 6:
De jeugddienst biedt administratieve ondersteuning aan fuiforganisatoren.
Bij doelstelling 5: Het reglement voor het huren van de fuifbus wordt
gehandhaafd (als bijlage in bijlage 2). Aan erkende jeugdwerkinitiatieven wordt
door de VZW Jeugdoverlegpunt de mogelijkheid geboden tegen goedkoop
tarief een bus te laten rondrijden tijdens een fuif, in alle deelgemeenten. De
verplichting om de bus te begeleiden wordt afgeschaft.
2005: 5.000 euro
2006: idem
2007: idem
Bij doelstelling 6: Fuiforganisatoren zijn verplicht een fuif te melden aan het
stadsbestuur. In ruil daarvoor wordt hen ondersteuning geboden door het
Serieuze Plezierboek ter beschikking te stellen met tips over het organiseren
van fuiven en door aanvraagformulieren voor Sabam en Billijke Vergoeding ter
beschikking te stellen.
Budget: /
H. Communicatie en informatie
BIBLIOTHEEK
De Plaatselijke Openbare Bibliotheek van Diest bevindt zich in de Grauwzusterstraat,
op een campus waar ook de Buitenschoolse Kinderopvang en de muziekschool zijn
gevestigd. De openingsuren zijn helemaal aangepast aan schoolgaande kinderen en
jongeren. De bibliotheek kent omwille van zijn ligging een zeer lage drempel.
Recentelijk werden enkele computers op het internet aangesloten. Hiervan kunnen
bezoekers beperkt gratis gebruik van maken. De openingsuren zijn: maandag en
donderdag van 13.30 tot 17.30 uur, dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot
17.30 uur, woensdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 19.00 uur, vrijdag van
16.00 tot 20.00 uur en zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur.
Er zijn eveneens uitleenposten in Ontmoetingscentrum De Ketel in Kaggevinne en in
Ontmoetingscentrum ’t Molenhuis in Molenstede. De openingsuren zijn beperkt,
maar zeker en vast aangepast aan schoolgaande kinderen en jongeren: Molenstede
is geopend op maandag van 18.00 tot 20.00 uur en op woensdag van 15.00 tot 17.00
uur; Kaggevinne is geopend op woensdag van 17.00 tot 19.00 uur en op zondag van
10.00 tot 12.00 uur.
JONGERENADVIESCENTRUM
Het Centrum Algemeen Welzijnswerk “Hageborg” geeft onderdak aan een
Jongerenadviescentrum met Jongereninformatiepunt. Zij zijn gelegen in het centrum
van Diest, tegenover het ziekenhuis in de Michel Theysstraat. Zij geven informatie
en advies over alle onderwerpen die jongeren aanbelangen en zijn een eerstelijns
hulpverleningsorganisatie voor jongeren. Zij geven indien gewenst ook vormingen
aan jeugdwerk of scholen. Schoolgaande jongeren kunnen er vooral terecht
onmiddellijk na de schooluren. De openingsuren zijn: maandag van 13.00 tot 19.00
uur, dinsdag en woensdag van 9.00 tot 17.00 uur, donderdag van 13.00 tot 17.00 uur
en vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur.
VADEMECUM EN WIE-IS-WIE
Voor een bespreking van een situatieschets van deze communicatie- en
informatiemiddelen verwijzen we naar hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen.
AANVRAAGFORMULIEREN VOOR ERKENNING EN
ONDERSTEUNINGSVORMEN
Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontvangt jaarlijks in november eenvoudige en
gemakkelijk in te vullen aanvraagformulieren voor erkenning, werkingssubsidies,
bouwsubsidies, projectsubsidies, vormingssubsidies en kampvervoer. Deze
formulieren moeten niet allemaal op hetzelfde moment worden ingediend. Vandaar
dat er nog een apart schrijven naar de erkende jeugdwerkinitiatieven gaat als de
deadline voor aanvraag van een ondersteuning nadert. Deze beleidsmaatregel
werd al opgenomen in hoofdstuk a, jeugdwerk ondersteunen, doelstelling 1.
Aanvragen voor de uitleendienst kunnen mondeling of telefonisch. De drempel wordt
wat dat betreft zo laag mogelijk gehouden.
LEERLINGENOVERLEG
De jeugddienst organiseert jaarlijks een leerlingenoverleg voor de afgevaardigden
van de leerlingenraden in het zesde jaar van het secundair onderwijs in Diest. Enige
agendapunt is dan de afspraken rond chrysosthemosvieringen.
VADEMECUM EN WIE-IS-WIE
Voor een bespreking van de noden van jeugd en jeugdwerk over deze
communicatie- en informatiemiddelen verwijzen we naar hoofdstuk A, jeugdwerk
ondersteunen.
ALGEMENE DIENSTVERLENING
Over het algemeen is men tevreden over de dienstverlening, meerbepaald over de
contacten met de jeugddienst. Laagdrempeligheid van de jeugddienst is voor het
jeugdwerk blijkbaar zeer belangrijk en daar slaagt de jeugddienst in.
Jongeren die de jeugddienst niet kennen via een jeugdwerkinitiatief hebben het
moeilijker om de weg te vinden. Dat blijkt ook uit het Kliksonsonderzoek: meer dan
de helft van de bevraagden vinden het belangrijk om ergens terecht te kunnen met
ideeën, vragen of voorstellen, maar slechts 10% komt werkelijk bij de jeugddienst
terecht. Volgens het Kliksonsonderzoek wil 60% van de jongeren geïnformeerd
worden over wat er te doen is in de buurt en of over een organisatie die activiteiten
organiseert.
Wel maken enkele jeugdwerkinitiatieven uit de amateuristisch kunstbeoefening en
een jeugdhuis de opmerking dat ze het gevoel hebben dat de jeugddienst hun
werking niet kent. Dit is misschien terecht, en met dit algemene gevoel moet
rekening gehouden worden. Omgekeerd is het ook zo dat de medewerkers van de
jeugddienst merken aan bepaalde opmerkingen in de bevraging, dat sommige
jeugdwerkinitiatieven niet alle beleidsmaatregelen die op dit moment al bestaan
kennen en dat er daardoor misverstanden ontstaan. Het gaat dan over opmerkingen
over werkingssubsidies of vormingssubsidies, of over vormingsaanbod (zie ook
hoofdstuk kadervorming). Het valt op dat dit vooral jeugdwerkinitiatieven zijn
waarmee er minder persoonlijk contact bestaat.
Wat de communicatie met het stadsbestuur zelf betreft krijgen we een algemene
indruk dat er meer afstand en weinig communicatie is tussen bestuur en jeugd, maar
dat dat gedeeltelijk door de jeugddienst wordt opgevangen.
JONGERENADVIESCENTRUM
Slechts 3,2% van de bevraagde kinderen en jongeren via het Kliksonsonderzoek
kent het Jongerenadviescentrum.
Het stadsbestuur streeft een open jeugdbeleid na, waarin een goede communicatie
met alle kinderen en jongeren mogelijk is. Daarbij zijn vooral volgende kanalen zeer
belangrijk:
- een laagdrempelige en zowel psychisch als fysiek goede bereikbare jeugddienst,
voor alle jeugdwerkinitiatieven en jeugd, rekening houdend met de moderne
communicatiemiddelen.
- een goed functionerende jeugdraad, met agendapunten die verschillende
beleidsdomeinen bestrijken. Dit wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk inspraak
en participatie.
- de VZW Jeugdoverlegpunt Diest die niet boven het jeugdwerk staat, maar in het
jeugdwerk. Dit wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk inspraak en participatie.
- een goede samenwerking op vlak van jeugdbeleid tussen straathoekwerkster,
jeugddienst en Lokaal Steunpunt Diest.
DOELSTELLING 1:
De jeugddienst en de uitleendienst zijn laagdrempelig en goed bereikbaar. Er is een
goede informatiedoorstroming van het stedelijk beleid naar het jeugdwerk.
DOELSTELLING 2:
Alle belangrijke informatie voor Diestse jongeren wordt als geheel via het belangrijke
communicatie- en informatiekanaal “internet” aangeboden.
BIJ DOELSTELLING 1:
1. Er is een locatie gezocht waar de jeugddienst een onderkomen zal vinden.
Deze locatie is laagdrempelig. De medewerkers besteden specifiek
aandacht aan de psychische laagdrempeligheid van de jeugddienst.
• Tijdschema: /
• Financiële weerslag: /
BIJ DOELSTELLING 2:
1. Er wordt een website van de jeugdraad ontwikkeld waarop elk erkend
jeugdwerkinitiatief wordt voorgesteld. De jeugdwerkinitiatieven kunnen hun
activiteiten doorgeven die ook op de site worden geplaatst. Er zijn links met
belangrijk jeugdsites zoals “jeugddienst”, “fuifpunt”, of met de sites van de
jeugdwerkinitiatieven zelf…
• Tijdschema: de site is operationeel op 1 januari 2006.
• Financiële weerslag: 500 euro.