You are on page 1of 75

1° EEN MAATSCHAPPELIJK KADER

a) IDENTIFICATIE VAN DE GEMEENTE

- contactadres

Stadsbestuur Diest
Grote Markt 1
3290 Diest

- college van burgemeester en schepenen, en gemeenteraadsleden

1. SMETS Tony, burgemeester,


- algemene coördinatie
- politie
- brandweer
- preventie
- burgerlijke stand en bevolking
2. FLORQUIN Marc, eerste schepen,
- cultuur
- toerisme
- academie voor “beeldende kunsten” en “muziek en woord”
- feestelijkheden
- museum en archief
3. DE GRAEF Christophe, tweede schepen,
- middenstand, handel en nijverheid
- tewerkstelling
- sport
- landbouw
4. SIMONS Bob, derde schepen,
- financiën
- SIF-gelden
- openbare werken
- patrimonium
- gezin
- kinderopvang (BKO)
5. SAMPERS Philip, vierde schepen,
- ruimtelijke ordening
- huisvesting
- mobiliteit en verkeersveiligheid
- monumentenzorg
- eredienst en gebouwen van de eredienst
- onderwijs
- senioren
- info en communicatie
6. THEYS Natalie, vijfde schepen,
- jeugd
- emancipatie en integratie
- ontmoetingscentra
- bibliotheek
7. REYNDERS Billy, zesde schepen,
- personeel
- welzijn
- OCMW (toepassing van artikel 26 § 1 van de wet van 8 juli 1976 op de
OCMW’s)
- inspraak, wijkwerking en overleg
- leefmilieu
- ontwikkelings- en internationale samenwerking

8. VANAUDENHOVE-EATOUGH Elizabeth, raadslid, Postbaan nr. 83 te 3290 DIEST


9. LEMMENS-GEERTS Victorina, raadslid, Hasseltsebaan nr. 14B te 3290 DIEST
10. BEUTELS Leo, raadslid, Langenberg nr. 25 te 3294 DIEST
11. CLUCKERS Geert, raadslid, Drielindekenserf nr. 4 te 3290 DIEST
12. ISENBORGHS Guido, raadslid, Dongelstraat nr. 151 te 3293 DIEST
13. CRECES Paul, raadslid, Ketelwinning nr. 29 te 3293 DIEST
14. GROOTJANS Ann, raadslid, Bredestraat nr. 231 te 3293 DIEST
15. CEUPPENS Bieke, raadslid, Schellekensberg nr. 64 te 3290 DIEST
16. BEERIS Francis, raadslid, K. Albertstraat nr. 20 te 3290 DIEST
17. LAURYS Jan, raadslid, Sparrenhof nr. 11 te 3290 DIEST
18. CELIS Ben, raadslid, Klappijstraat nr. 21 te 3294 DIEST
19. STALS Bart, raadslid, Speelhof nr. 66A te 3290 DIEST
20. KONINCKX Freddy, raadslid, Dorpsstraat nr. 81 te 3294 DIEST
21. DE GRAEF Paul, raadslid, Kloosterbergstraat nr. 25 te 3290 DIEST
22. VANDELOOK Ria, raadslid, Waterstraat nr. 23 te 3290 DIEST
23. BEUTELS Kim, raadslid, Heilige Geeststraat nr. 21 te 3290 DIEST
24. EGGEN Marcella, raadslid, Meidoornhof nr. 21 te 3290 DIEST
25. BELLEN Johan, raadslid, Badstraat nr. 25 te 3290 Diest
26. DRIJVERS Kris, raadslid, Romblokstraat nr. 16 te 3290 Diest
27. BOSMANS-GHEYSKENS Daniëlle, raadslid, Rodestraat nr. 9 te 3290 Diest

- gemeentesecretaris

De gemeentesecretaris is de Heer Robert Timmermans

- geografie

De fusie Diest bestaat uit volgende deelgemeenten:


Diest
Molenstede
Deurne
Schaffen (bestaat uit Schaffen-dorp en Schaffen-Vleugt)
Kaggevinne
Webbekom

Diest ligt op de rand van de provincie Vlaams-Brabant, tegen de grens met de provincie
Limburg. Buurgemeenten zijn Tessenderlo, Beringen, Halen en Scherpenheuvel-Zichem.
GEMEENTE OPPERVLAKTE INWONERS BEVOLKINGSDICHTHEID

Diest 358 ha 8730 2.406 per km²

Molenstede 1.165 ha 2996 243 per km²

Deurne 639 ha 2123 336 per km²

Schaffen 2.205 ha 4835 221 per km²

Kaggevinne 415 ha 2149 509 per km²

Webbekom 1.008 ha 1803 177 per km²

TOTAAL 5.790 ha 22636


Diest is qua oppervlakte het kleinst en heeft het hoogste inwonersaantal, bijgevolg ook de
hoogste bevolkingsdichtheid.

- demografie: bevolkingspyramides als bijlage 7 dd. 12/01/04 en 26/03/04

• algemeen

De fusie Diest telt 22636 inwoners, waarvan 812 niet-Belgen of 3,59% van de
bevolking in de fusie Diest. De Turken vormen de grootste groep migranten, zij
maken 31,4% uit van de niet-Belgen.

• inwoners met niet-Belgische nationaliteit


Diest telt 8722 inwoners waarvan 576 niet-Belgen.

Een aanzienlijk deel (208) van deze niet-Belgen heeft de Turkse nationaliteit. Daarvan is
54% jonger dan 30 jaar. Het grootste gedeelte onder hen woont in het centrum van Diest,
vooral in de Schotlandstraat, Leuvensestraat en Rozengaard.

Deurne telt 2123 inwoners waarvan 16 of 0,70% niet-Belgen.


Webbekom telt 1803 inwoners waarvan 37 of 1,85% niet-Belgen.
Kaggevinne telt 2149 inwoners waarvan 47 of 1,94% niet-Belgen.
Molenstede telt 2996 inwoners waarvan 37 of 1,30% niet-Belgen.
Schaffen telt 4835 inwoners waarvan 92 of 2,72% niet-Belgen.

Van de deelgemeenten wonen de meeste Turken in Schaffen.

• Jeugd: 0 - 25 jaar
Fusie Diest : 6243 (28,6%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 621inw. of 10%
4-5 jaar: 455 inw. of 7%
6-12 jaar: 1649 inw. of 26%
13-18 jaar: 1454 inw. of 25%
19-25 jaar: 2065 inw. of 33,5%
Diest : 2238 (27%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 221 inw. of 11%
4-5 jaar: 174 inw. of 6%
6-12 jaar: 519 inw. of 22%
13-18 jaar: 499 inw. of 24%
19-25 jaar: 825 inw. of 37%

Deurne : 592 (29%) kinderen en jongeren


0-3 jaar: 74 inw. of 11%
4-5 jaar: 38 inw. of 8%
6-12 jaar: 155 inw. of 23%
13-18 jaar: 121 inw. of 26%
19-25 jaar: 204 inw. of 34%
Webbekom : 491 (29%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 33 inw. of 12%
4-5 jaar: 46inw. of 5%
6-12 jaar: 110 inw. of 24%
13-18 jaar: 134 inw. of 25%
19-25 jaar: 168 inw. of 34%
Kaggevinne : 627 (30%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 76inw. of 10%
4-5 jaar: 51inw. of 7%
6-12 jaar: 165 inw. of 29%
13-18 jaar: 175 inw. of 27%
19-25 jaar: 191 inw. of 27%
Molenstede : 827(29%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 88 inw. of 8%
4-5 jaar: 47 inw. of 6%
6-12 jaar: 263 inw. of 30%
13-18 jaar: 191 inw. of 26%
19-25 jaar: 238 inw. of 30%
Schaffen : 1437 (31%) kinderen en jongeren
0-3 jaar: 129 inw. of 10%
4-5 jaar: 99 inw. of 8%
6-12 jaar: 437 inw. of 29%
13-18 jaar: 334 inw. of 23%
19-25 jaar: 438 inw. of 31%

b) IDENTIFICATIE VAN DE PARTNERS IN HET JEUGDBELEID

- schepen

De schepen bevoegd voor jeugd is mevrouw Theys Natalie.

- jeugddienst

De jeugddienst is samen met de sportdienst en de dienst welzijn gevestigd op volgend


adres: Cleynaertstraat 12, 3290 Diest

Het personeel bestaat uit twee voltijdse equivalenten in Gesco-statuut, meerbepaald:


- op C-niveau: twee halftijdse medewerkers, zijnde Tom Claes en Els Verachtert.
- op B-niveau: één voltijdse medewerker, zijnde Claudia Henkens.
De jeugddienst is geopend tijdens de openingsuren van het stadhuis en deze zijn
aangepast aan de vrije tijd van kinderen en jongeren:
- maandag en donderdag van 13.30 tot 16.00
- dinsdag van 13.30 tot 19.00
- woensdag en vrijdag van 8.30 tot 12.30 en van 13.30 tot 16.00.

- jeugdraad

In Diest bestaat een autonome jeugdraad. Het is een open jeugdraad, waar elk kind en
jongere tot 30 jaar welkom is.
De statuten van de jeugdraad werden als bijlage 6 bij dit jeugdwerkbeleidsplan gevoegd.
De voorzitter van de jeugdraad is Dhr. Schollen Wim, actief geweest in Jeugdhuis Tijl en
op dit moment leider bij de jeugdbeweging KSJ.
Het secretariaat wordt waargenomen door Mevr. Reniers Yvonne, ambtenaar bij het
stadsbestuur, die hiervoor aangeduid werd door het stadsbestuur.
Volgende organisaties maken deel uit van de jeugdraad en worden telkens uitgenodigd:

- VVKS ST.-JAN
- VVKSM POOLSTER
- VVKM ST.-LUTGARDIS
- KSJ DIEST
- KLJ VLEUGT
- CHIRO PARADISO
- CHIRO MOLENSTEDE
- CHIRO WEBBEKOM
- KLJ-DEURNE
- JEUGDHUIS TIJL
- JEUGDHUIS "SMURF"
- A.C.C. vzw (CAPOEIRA)
- JEUGD-NATUUR-MILIEU
- MISDIENAARS PLUSSERS ST. JAN
- MISDIENAARS KRUISHEREN
- JEUGDATELIER "MICKEY" MOLENSTEDE
- SPEELPLEINEN DASSENAERDE
- JEUGDKOOR "DE DIESTELTJES"
- JEUGDKOOR “VOKAAL VLEUGT”
- JEUGDHARMONIE DORNA MUSICA
- JEUGDENSEMBLE "DEN HEERD"
- JEUGDFANFARE "NOTENBALKERS" SCHAFFEN
- JEUGDTONEEL "JETODI"
- K.V.T. TEJATERATELJEE
- UILENSPIEGEL TONEELATELJEE
- L.S.D. - JONGERENWERKING
- STRAATHOEKWERKING

INDIVIDUEEL LID
BAETEN Astrid
Broekstraat 61, 3294 Diest

POLITIEKE JONGERENBEWEGINGEN
- ANIMO (vroeger jong socialisten)
- JONG VLD
Daarnaast wordt de jeugdraad sinds april 2001 vervoegd met zeven afgevaardigden van
de partijen uit de gemeenteraad, aangeduid volgens het evenredig stelsel. Deze
afgevaardigden zijn GEEN politieke mandatarissen.
- VLD (3)
- DDS – Jong – CD&V (2)
- SP.A (1)
- Vlaams Blok (1)

- VZW Jeugdoverlegpunt Diest

Deze VZW bereidt het jeugdbeleid voor en voert het uit.

De statuten werden als bijlage 5 bij dit jeugdwerkbeleidsplan gevoegd.


De voorzitter is Dhr. Stals Bart.
Volgende personen maken deel uit van de VZW:
Voor de jeugdraad (7, waarvan momenteel 1 functie nog niet is ingevuld)
- Wim Schollen
- Nic Degelin
- Tom Colenbunders
- Erik Claes
- Anja Verbeek
- Bjorn Kemps
Politieke afvaardiging (7 personen):
- Katja Beckx (VLD)
- Caroline Gerards (VLD)
- John-David Grison (VLD)
- Tineke Vanhove (SP)
- Bart Stals (DDS)
- Kris Drijvers (DDS)
- Erik Collin (Vlaams Blok)
De schepen van jeugd woont eveneens de vergaderingen bij. De jeugdconsulente is
coördinator van de VZW.

c) BESCHRIJVING VAN HET PARTICULIERE EN OPENBARE JEUGDWERK

CHIRO PARADISO SCHAFFEN


jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 110
leeftijdscategorie: 6 -18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Vroentestraat (naast gemeenteschool), 3290 Schaffen-Diest

CHIRO WEBBEKOM
jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 24
leeftijdscategorie: 6 –… jaar
adres van de jeugdlokalen: Procesieweg, 3290 Webbekom-Diest
CHIRO MOLENSTEDE
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 40
aantal leden: 50
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Dorpsstraat, 3294 Molenstede-Diest (achter schooltje)

KLJ DEURNE
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 70
leeftijdscategorie: 6-30 jaar
adres van de jeugdlokalen: Hamelterre 1, 3290 Deurne-Diest

KLJ VLEUGT – SCHAFFEN


Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 63
leeftijdscategorie: 6-18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Vleugtstraat 54, 3290 Schaffen-Diest

KSJ DIEST
jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 71
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: St.- Jan Berchmanscollege, Peetersstraat 14, 3290 Diest

VVKM ST. LUTGARDIS DIEST


Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 135
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Bruidstraat, 3290 Diest

VVKS ST. JAN - BERCHMANS


Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 144
leeftijdscategorie: 6 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Peetersstraat 14, 3290 Diest

VVKSM POOLSTER
Jeugdbeweging
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 85
leeftijdscategorie: 6 – 17 jaar
adres van de jeugdlokalen: Speelhofstraat z/n, 3290 Diest

BIEBEL AKABE SCOUTS DIEST


Jeugdbeweging
Aantal weken werking per jaar: 28
Aantal leden: 15
Leeftijdscategorie: 6 – 18 jaar
Adres van de jeugdlokalen: Speelhofstraat z/n, 3290 Diest

PLUSSERS SINT – JAN


Jeugdbeweging
Aantal weken werking per jaar: 45
Aantal leden: 44
Leeftijdscetegorie: 13 - … jaar
Adres:

MISDIENAARSWERKING KRUISHERENKERK
Jeugdbeweging van de misdienaars
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 28
leeftijdscategorie: 8 –20 jaar
adres van de jeugdlokalen: Kruisherenklooster, Verstappenplein 12, 3290 Diest
doelstellingen: de misdienaars leren dat respect voor mensen, hun bezittingen,
overtuigingen zeer belangrijk is en daarnaast wordt ook de
nodige ontspanning geboden.

JEUGDHUIS TIJL
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 52
aantal leden: 200
leeftijdscategorie: +16 jaar
adres van de jeugdlokalen: JH Tijl, Begijnenstraat 1A, 3290 Diest
doelstellingen: Het doel is een zinvolle ontspanning bieden voor jongeren vanaf 16j.
en dit op een actieve en/of passieve manier. Het is een
ontmoetingsruimte waar ook activiteiten georganiseerd worden door
en voor jongeren, zoals optredens, thema-avonden, fuiven,
workshops, …

JEUGDCLUB SMURF
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 52
aantal leden: 120
leeftijdscategorie: 15 –30 jaar
adres van de jeugdlokalen: Pastorijstraat 1, 3290 Schaffen
doelstellingen: Ontmoetingsruimte bieden voor ontspanning en vorming

JEUGDATELIER MICKEY
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 18
leeftijdscategorie: 6 - 10 jaar
adres van de jeugdlokalen: ’t Molenhuis, Dorpsstraat 45, 3294 Molenstede

KINDER- EN JEUGDKOOR ‘DE DIESTELTJES’


aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 20
leeftijdscategorie: 6 –22 jaar
adres van de jeugdlokalen: KHL, Demerstraat 12, 3290 Diest
JEUGDKOOR VOKAAL VLEUGT
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 10
leeftijdscategorie: 10 – …
adres van de jeugdlokalen: Parochiekerk H. familie, Vleugt

JEUGDMUZIEK DE NOTENBALKERS
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 46
leeftijdscategorie: 6 – 20 jaar
adres van de jeugdlokalen: Gildenzaal Schaffen, Pastorijstraat, 3290 Schaffen -Diest

DORNA MUSICA DEURNE


aantal weken werking per jaar: 48
aantal leden: 46
leeftijdscategorie: 6 –26 jaar
adres van de jeugdlokalen: Hasseltsebaan z/n, 3290 Deurne -Diest

JEUGDTONEEL JETODI DIEST


aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 58
leeftijdscategorie: 9 –18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Cultureel Centrum Begijnhof, Kerkstraat 4, 3290 Diest
doelstellingen: - culturele activiteiten
- theateropleiding gegeven door professoinele docenten: acteren,
beweging, dictie, grime, …

JONGERENATELJEE UILENSPIEGEL
aantal weken werking per jaar: 44
aantal leden: 24
leeftijdscategorie: 14 – 19 jaar
adres van de jeugdlokalen: Peetersstraat 30, 3290 Diest

KVT TEJATERATELJEE
aantal weken werking per jaar: 45
aantal leden: 21 - 28
leeftijdscategorie: 13 -18 jaar
adres van de jeugdlokalen: Studio Diest, Nijverheidslaan 16 - 18, 3290 Diest

JONGERENWERKING VAN VZW CLEYNAERTS (LOKAAL STEUNPUNT DIEST)


aantal weken werking per jaar: 30
aantal leden: 38
leeftijdscategorie: 14 –25j.
adres van de jeugdlokalen: Veemarkt 4,3290 Diest
doelstellingen: - migrantenjongeren de doelstellingen en aanbod van de verschillende
jongerenorganisaties te leren kennen
- drempels bij migrantenjongeren om deel te nemen verlagen
- samenwerking met jongerenverenigingen (interculturele contacten)

SPEELPLEINWERKING DASSENAARDE
juridische rechtsvorm: vzw
aantal weken werking per jaar: 8, tijdens de zomervakantie
aantal leden: veranderlijk, gemiddeld 60 per dag
leeftijdscategorie: 4 –14j.
adres van de jeugdlokalen: Asdonkstraat, 3294 Molenstede
doelstellingen: Speelpleinwerking tijdens de zomermaanden juli en augustus
(gevarieerd aanbod van diverse spelmogelijkheden)

GRABBELPAS
Georganiseerd door VZW Jeugdoverlegpunt Diest en stadsbestuur.
Grabbelpas: aantal weken werking per jaar: acht tijdens de zomervakantie en twee tijdens
de kerstvakantie.
Leeftijdscategorie: 4-16 jaar.
Aantal leden voor Grabbelpas gemiddeld 450.
Adressen:
stadhuis, Grote Markt 1
De jeugddienst verblijft gedurende twee maanden op de benedenverdieping van de
jeugdherberg, St. Jansstraat 2A, 3290 Diest en de activiteiten vinden plaats in
cultuurcentrum Begijnhof, Kerkstraat 4, 3290 Diest.

d) IDENTIFICATIE VAN ANDERE BELANGRIJKE JEUGDVOORZIENINGEN

- politieke jongerenbewegingen
C.V.P.-jongeren, Diest
Jong Socialisten, Diest
V.L.D.-jongeren, Diest
Vlaams Blok-jongeren, Diest

- welzijn en hulpverlening
STRAATHOEKWERKER
Preventiedienst
Veemarkt 6
3290 Diest
Voor jongeren vanaf 14 jaar die via het klassieke aanbod van de welzijnswereld niet of
onvoldoende bereikt worden.

J-DIENST
Michel Theysstraat 7
3290 Diest
Afdeling van het Centrum Algemeen Welzijnswerk “De Hageborg”.
Doelgroep zijn jongeren tot 25 jaar met vragen of problemen waar ze niet alleen uitkomen.
Informatieverstrekking en hulpverlening is gratis.

DIENST GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG DE BLEEK V.Z.W.


Michel Theysstraat 69
3290 Diest
Doelgroep zijn volwassenen, jongeren en kinderen met psychische en sociale problemen

DRUGHULPVERLENING ‘T WIT HUIS


Delphine Alenuslaan 6
3290 Diest
Informatieverstrekking en laagdrempelige hulpverlening gecombineerd met
straathoekwerk.
- onderwijs
- LAGER GEMEENSCHAPSONDERWIJS :
Kindertuin, wijkschool en basisschool Centrum
Kindertuin en basisschool Station
- SECUNDAIR GEMEENSCHAPSONDERWIJS :
Koninklijk Technisch Atheneum 1
Koninklijk Technisch Atheneum 2
Koninklijk Atheneum
Middenschool
- VRIJ LAGER ONDERWIJS
Vrije basisschool Schaffen
Vrije kleuterschool Schaffen, Kaggevinne, Webbekom
Lagere en kleutermeisjesschool Vleugt
Kleuter en lagere school Diest, en wijkschool
Vrije kleuterschool Scholengroep St. Jan Deurne
Lagere jongensschool Scholengroep St. Jan Diest
- VRIJ SECUNDAIR ONDERWIJS
Middenschool, A.S.O., T.S.O. en B.S.O. van Zuster van Voorzienigheid Diest
Middenschool, St. Jan Berchmanscollege en Technisch Instituut Scholengroep St. Jan
Diest
- GEMEENTELIJK ONDERWIJS
Gemeentescholen in Molenstede, Deurne en Schaffen
- HOGER ONDERWIJS BUITEN DE UNIVERSITEIT
Departement lerarenopleiding van Katholieke Hogeschool Leuven, Voorzienigheid Diest
- BUITENGEWOON ONDERWIJS
Buitengewoon lager onderwijs, Diest
Buitengewoon secundair onderwijs, Molenstede
- P.M.S.-CENTRUM VAN HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS Diest, Boudewijnvest 1,
3290 Diest
- VRIJ P.M.S.-CENTRUM Diest, Mariëndaalstraat 35, 3290 Diest

- kinderopvangmogelijkheden
- KINDERKRIBBE VAN HET O.C.M.W.
Hasseltsestraat 30
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar en voor- en naschoolse opvang voor
kinderen van 3 tot 6 jaar.
- DIENST OPVANGGEZINNEN VAN DE LANDELIJKE BEWEGING
Mariëndaalstraat 35
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar en voor- en naschoolse opvang voor
kinderen van 3 tot 6 jaar.
- BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG ‘T KLIEKSKE
Peter Dorlandcentrum
Grauwzusterstraat 10
3290 Diest
Opvang voor en na school, op schoolvrije dagen en tijdens de vakantieperiodes voor
kinderen van 2,5 tot 12 jaar.
- KINDERDAGVERBLIJF “DE STERREKES 3”
Leuvensesteenweg 72
3290 Diest
Dagopvang voor kinderen tussen 0 en 3 jaar.
2° BELEIDSMAATREGELEN

A. Jeugdwerk ondersteunen

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

• Een jeugdwerkinitiatief dat voldoet aan de voorwaarden in het erkenningreglement


wordt erkend en krijgt toegang tot de volgende beleidsmaatregelen:
♦ bouwsubsidies voor bouw en renovatie van jeugdlokalen. Dit wordt verder
uitgewerkt in hoofdstuk E van dit jeugdwerkbeleidsplan: jeugdwerkinfrastructuur.
♦ werkingssubsidies, op basis van het aantal leden, aantal activiteiten en kosten die
een jeugdwerkinitiatief maakt. De kosten die een jeugdwerkinitiatief mag inbrengen,
zijn anders naargelang de aard van het jeugdwerkinitiatief omdat elke
jeugdwerkvorm andere typische kosten heeft.
♦ gratis gebruik van de stedelijke uitleendienst, met sport- en spelmateriaal,
soundmix, lampen, toneeldoeken. De uitleendienst werd ondergebracht naast het
stadhuis, in de Zoutstraat. Er is geen belichting- of geluidsmateriaal. Hiervoor
worden jeugdwerkinitiatieven doorgestuurd naar de provinciale uitleendienst.
Scholen en niet-erkende jeugdwerkinitiatieven betalen een huurprijs.
Stadsdiensten ontlenen gratis. Andere organisaties kunnen niet ontlenen.
♦ volledige terugbetaling van de verzekering bij ontlenen van materiaal bij de
provinciale uitleendienst.
♦ gratis opname in een jeugdvademecum dat aan elk gezin in Diest wordt bezorgd
en waarin alle Diestse jeugdwerkinitiatieven werden opgenomen.
♦ gratis opname van identificatiegegevens in een wie-is-wie dat aan elke
jeugdwerker wordt bezorgd na de start van het nieuwe werkjaar. Doel: drempel
tussen verenigingen verlagen.
♦ gratis kampvervoer tijdens de vakantie, uitbesteed aan een firma. In praktijk
genieten enkel de jeugdbewegingen hiervan omdat zij jaarlijks op kamp of bivak
gaan.
♦ deelname aan een ontmoetingsactiviteit voor jeugdwerkers. Doel: drempel
tussen jeugdwerkinitiatieven verlagen.
Alle reglementen die de voorbije jaren werden gehanteerd voor de ondersteuning van
het jeugdwerk werden als bijlage bij dit jeugdwerkbeleidsplan gevoegd (in bijlage 1).
De beleidsmaatregelen worden uitgevoerd door de VZW Jeugdoverlegpunt Diest.
• Voor de organisatoren van projecten die voor kinderen en jongeren zijn bedoeld
bestaat de mogelijkheid een eventueel financieel verlies dat gepaard gaat bij het
organiseren van dit project te laten dragen door projectsubsidies. Dit budget is niet
enkel voor erkende jeugdwerkinitiatieven bedoeld.
Hiervoor moet de aanvrager voor de aanvang van het project een inhoudelijke
voorstelling en een begroting van inkomsten en uitgaven opstellen en aan de VZW
Jeugdoverlegpunt Diest bezorgen. Er wordt op basis van deze begroting een budget
voorbehouden binnen de projectsubsidies. Na afloop van het project moeten de
organisatoren een inhoudelijk en financieel verslag binnenbrengen, waaruit het
verliessaldo blijkt. Dit verliessaldo wordt aan de organisatoren overgemaakt voor zover
het strookt met het budget dat werd voorbehouden.
• Tijdens de zomervakantie, van dinsdag tot vrijdag, organiseert de VZW Dassenaarde
al jaren speelpleinwerking voor 3- tot 14-jarigen op de terreinen “Dassenaarde” in
Molenstede. Zij mogen dagelijks een zestigtal kinderen begroeten. Zij worden op
contractuele basis financieel en logistiek ondersteund.
• Eveneens tijdens de zomervakantie organiseert de stedelijke jeugddienst in
samenwerking met de VZW Jeugdoverlegpunt Diest de Grabbelpas, een
jeugdwerkprogramma voor 4- tot 16-jarigen. Ongeveer 400 kinderen en jongeren
kopen een Grabbelpas, waarvan er dagelijks gemiddeld 60 naar activiteiten komen.
• Jaarlijks organiseert het stadsbestuur een zwerfvuilruiming. Jeugdbewegingen
ruimen dan tijdens het weekend het zwerfvuil op langs de straten in hun buurt. Zij
worden hiervoor vergoed door het stadsbestuur, naargelang het aantal deelnemers en
de grootte van het gebied dat zij ruimen. Zij beslissen zelf of ze meewerken en kiezen
tijdens een jeugdraadvergadering een datum. De zwerfvuilruiming wordt
georganiseerd als alternatief voor papierophalingen die vroeger door de 9
jeugdbewegingen werden georganiseerd.
• Bekendmaking van activiteiten: er werden op verschillende plaatsen in Diest metalen
rasters geplaatst waaraan verenigingen een bord moeten hangen met hun affiches.
Deze borden moeten na de activiteit weer worden weggehaald.

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

WERKINGSSUBSIDIES
Van een vereniging uit de sector amateuristische kunstbeoefening komt er kritiek op het
bestaande reglement voor werkingssubsidies omdat volgende kosten niet mogen
ingebracht worden in de berekening van de werkingssubsidies: lokatie, attributen en
cursussen. Lokatie wordt echter wel verrekend bij de werkingssubsidie doordat er
forfaitair 250 euro voor infrastructuur mag ingebracht worden; cursussen voor de
begeleiding worden ook gesubsidieerd, en niet alleen de cursussen die erkend zijn door
het ministerie, maar ook de cursussen die belangrijk zijn voor de werking. Attributen
blijken hoe dan ook een grote kost te zijn die voor de sector jeugdtoneel zeer belangrijk
zijn.

PROJECTSUBSIDIES
Er wordt weinig gebruik gemaakt van projectsubsidies, maar de reden is niet altijd
duidelijk. Voor de ene blijkt deze mogelijkheid onvoldoende bekend te zijn, voor de
andere is het reglement te beperkend: weinig projecten passen erin. Vooral de sector
amateuristische kunstbeoefening vindt dat hun activiteiten hier niet in passen, terwijl de
aard van activiteiten niet is afgelijnd binnen het reglement. Blijkbaar is dit reglement niet
concreet genoeg of is het toch onbekend.

MATERIELE ONDERSTEUNING EN UITLEENDIENST


• De terugbetaling van de polis bij het ontlenen van geluidinstallaties en toneelbelichting
bij de provincie moet blijven bestaan. De jeugdwerkinitiatieven vinden de uitleendienst
moeilijk bereikbaar en stellen aan de oostkant van onze provincie een voorpost voor
waar materiaal kan afgehaald worden en teruggebracht.
• De subsidiëring van huur ballenbad en springkasteel moet blijven bestaan.
• Er wordt gevraagd naar de aankoop van een multimediaprojector voor de uitleendienst.
De provinciale uitleendienst biedt dit ook aan, maar de projectors zijn dikwijls ontleend.
Aankoop van een multimediaprojector door de jeugddienst betekent natuurlijk ook
nazicht na elke ontlening en herstellingen. Hiervoor is geen gekwalificeerd personeel
aanwezig.
• Men vindt het aanplaksysteem te omslachtig.
KAMPVERVOER
• De meeste jeugdbewegingen zijn in het algemeen zeer tevreden over de mogelijkheid
tot het vervoer van kampmateriaal tijdens de zomervakantie. Zij zijn zeer tevreden
over de privé-firma die dit kampvervoer verzorgt.
• De sector amateuristische kunstbeoefening geniet hier niet van.

UITGAVE VADEMECUM
Het principe van bekendmaking van de erkende jeugdwerkinitiatieven via een vademecum
dat in elk gezin wordt verdeeld, wordt positief onthaald. Men maakt wel volgende
opmerkingen:
• Een jonge en dynamische layout is nodig.
• Timing: verdeling eind augustus, begin september moet beter worden opgevolgd.

WIE-IS-WIE
• Men vindt dit een zeer handig document.
• Misschien kunnen ook de emailadressen worden opgenomen.

ONTMOETINGSACTIVITEIT
Het principe van het organiseren van een activiteit voor jeugdwerkers moet zeker
behouden blijven. Misschien moet er wel eens over de vorm, de datum en de inhoud
worden nagedacht, zodat alle jeugdwerkinitiatieven zich betrokken voelen in de activiteit.
Ook zou er meer moeten gedaan worden om de interactie tussen de deelgemeenten te
bevorderen.

SPEELPLEINWERKING DASSENAARDE
• Volgens het Kliksononderzoek daalt de deelname aan de speelpleinwerking
naargelang de leeftijd stijgt (vooral vanaf 14 jaar). Leerlingen uit het beroepssecundair
onderwijs vinden moeilijker de weg naar de speelpleinwerking. Dit punt wordt ook
opgenomen in hoofdstuk C van dit jeugdwerkbeleidsplan: toegankelijkheid.
• Ondersteuning vanuit het stadsbestuur en door de VZW Jeugdoverlegpunt is
noodzakelijk.
• De infrastructuur waar de speelpleinwerking doorgaat, is verouderd en ligt zonevreemd
waardoor voorlopig geen structurele werken kunnen doorgaan. Er wordt gezocht naar
een oplossing door opname in het sectoraal BPA voor zonevreemde terreinen en
gebouwen.

GRABBELPAS
• Ouders van grabbelpaskinderen vragen naar een samenwerking met kinderopvang ‘t
Kliekske, in die zin dat zij hun kinderen ’s ochtends voor het werk kunnen afzetten aan
de kinderopvang, dat de opvangbegeleidsters of de Grabbelpasmonitoren de kinderen
naar Grabbelpasactiviteiten brengen, er terug komen afhalen en dat de ouders hun
kinderen ’s avonds na het werk terug komen halen aan de kinderopvang.
• De medewerkers van de jeugddienst stellen vast dat Grabbelpas weinig kinderen uit
kansarme gezinnen of allochtone kinderen bereikt. Volgens het Kliksononderzoek
beweren vooral kinderen uit het Beroepssecundair onderwijs Grabbelpas of Swap niet
te kennen. Vooral jongeren vanaf 14 jaar nemen er weinig aan deel en de reden
daarvan is meestal dat het hen niet interesseert of dat ze zich niet vinden in de
activiteiten. Dit punt wordt opgenomen in hoofdstuk C van dit jeugdwerkbeleidsplan:
toegankelijkheid.
ZWERFVUILRUIMING
De jeugdbewegingen vragen naar een bewustmakingsactiviteit voor hun leden die nog niet
mogen ruimen.
Er wordt opgemerkt dat enkel jeugdbewegingen mogen ruimen, terwijl andere erkende
jeugdwerkinitiatieven ook een extra centje kunnen gebruiken. Bij jeugdbewegingen is dit
echter gegroeid vanuit de papierophalingen die moesten stopgezet worden, waardoor de
zwerfvuilruiming als alternatief werd aangeboden door het stadsbestuur.

*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

DOELSTELLING 1 (ERKENNING ALS JEUGDWERKINITIATIEF):


Onderstaande ondersteuningsvormen zijn bedoeld voor jeugdwerkinitiatieven die erkend
werden.
Het stadsbestuur wil de bestaande ondersteuningsvormen behouden. Op basis van de
gesignaleerde behoeften van de jeugd en het jeugdwerk zullen er een aantal
aanpassingen aan deze ondersteuningsvormen gebeuren.

Resultaat: vooraleer een jeugdwerkinitiatief op een bepaalde manier wordt ondersteund,


wordt er nagegaan of het beantwoordt aan de voorwaarden in het decreet waarover
hierboven sprake. Organisaties die niet beantwoorden aan de voorwaarden in het
decreet en in het erkenningreglement zullen niet worden ondersteund met middelen
bedoeld voor het plaatselijk jeugdwerk. Elk jeugdwerkinitiatief dat wil ondersteund
worden, dient jaarlijks een erkenningaanvraag in. Zowel de jeugdwerkinitiatieven met een
sterke als een minder sterke administratieve ondersteuning hebben toegang tot de
ondersteuningsvormen in dit jeugdwerkbeleidsplan.

DOELSTELLING 2 (WERKINGSSUBSIDIES):
Het stadsbestuur wil erkende jeugdwerkinitiatieven de mogelijkheid bieden
werkingssubsidies aan te vragen. Deze werkingssubsidies worden berekend op basis van
het aantal leden, het aantal activiteiten en op basis van de werkelijke kosten die een
jeugdwerkinitiatief heeft en die mits het voorleggen van facturen kunnen worden bewezen.
Wat lokaalkosten betreft en wat attribuutkosten voor jeugdtoneel betreft kan er een
forfaitair bedrag worden ingebracht.
Uitgangspunten zijn dat de kosten van een jeugdwerkinitiatief niet volledig worden
gesubsidieerd en dat elke jeugdwerkvorm een ander soort van kosten maakt, waarmee
rekening moet gehouden worden in het reglement.
Indien nodig kan de VZW Jeugdoverlegpunt een contract voor subsidiëring afsluiten met
een jeugdwerkinitiatief.

Resultaat: de jeugdwerkinitiatieven kunnen jaarlijks beschikken over een subsidie die een
kwaliteitsvolle werking mogelijk maakt. De subsidies die zullen worden uitgekeerd,
compenseren een gedeelte van de onkosten die een jeugdwerkinitiatief maakt.

DOELSTELLING 3 (PROJECTSUBSIDIES):
Het stadbestuur wil de mogelijkheid bieden aan jeugdwerkinitiatieven subsidies aan te
vragen voor vormende, culturele en vernieuwende projecten die bijzonder waardevol zijn,
maar een financieel risico inhouden. Deze projectsubsidies kunnen ook door andere
organisaties dan jeugdwerkinitiatieven worden aangevraagd, maar het project moet zich
richten naar kinderen en jongeren uit Diest.
Resultaat: pedagogisch waardevolle projecten worden gestart, ook indien zij een
financieel risico inhouden. De mogelijkheid om gebruik te maken van projectsubsidies is
niet alleen bekend bij het erkende jeugdwerk, maar ook bij andere organisaties of
instellingen die werken voor en met kinderen en jongeren.

DOELSTELLING 4 (MATERIELE ONDERSTEUNING):


- Uitleendienst: het stadsbestuur wil aan erkende jeugdwerkinitiatieven en aan scholen
logistieke ondersteuning bieden met pedagogisch waardevol materiaal dat zij nodig
hebben voor de activiteiten die ze organiseren voor kinderen en jongeren. De
uitleendienst is laagdrempelig. Het materiaal wordt onderhouden en gecontroleerd.
Er wordt onder bepaalde voorwaarden ondersteuning voor de erkende
jeugdwerkinitiatieven voorzien indien zij materiaal nodig hebben dat niet door de
stedelijke uitleendienst ter beschikking kan worden gesteld.
- Aanplakborden: voor de bekendmaking van de activiteiten van de jeugdwerkinitiatieven
stelt het stadsbestuur aanplakborden ter beschikking.

Resultaat: de uitleendienst wordt meer door erkende jeugdwerkinitiatieven gebruikt


vermits dit in eerste instantie de doelgroep is waarvoor de uitleendienst werd opgericht.
Elke jeugdwerkvorm vindt in het aanbod van de uitleendienst het materiaal terug dat nodig
is voor de organisatie van activiteiten die eigen zijn aan de werking. Niet enkel de
contactpersonen van erkende jeugdwerkinitiatieven, maar alle jeugdwerkers kennen de
uitleendienst en maken er gebruik van. De drempel naar de jeugddienst is laag. Het
materiaal is in orde als het ontleend wordt.
Jeugdwerkinitiatieven krijgen voldoende ondersteuning voor de organisatie van hun
activiteiten. Voor het huren van bepaalde materialen die niet door het stadsbestuur
kunnen aangeboden worden, bestaat een financiële ondersteuning.
Jeugdwerkinitiatieven kunnen hun activiteiten bekend maken via affiches op
aanplakborden. De omgeving rond het aanplakbord blijft proper.

DOELSTELLING 5 (KAMPVERVOER):
Het stadsbestuur wil erkende jeugdwerkinitiatieven ondersteunen in de organisatie van de
jaarlijkse kampen, omwille van de pedagogische waarde van een kamp. Deze
ondersteuning bestaat in het aanbieden van het vervoer van kampmateriaal naar de
kampplaats.

Resultaat: jeugdwerkinitiatieven maken van deze maatregel gebruik en moeten zich geen
zorgen maken over het logistieke aspect van hun kamp: het materiaal wordt gebracht en
gehaald als het het jeugdwerkinitiatief het beste uitkomt. Zij helpen de chauffeurs bij het
in- en uitladen.

DOELSTELLING 6 (VADEMECUM):
Het stadsbestuur wil de jeugdwerkinitiatieven ondersteunen in het opstellen van een
jeugdvademecum waarin elk erkend jeugdwerkinitiatief zich gratis kan bekend maken bij
het grote publiek, bij het begin van een nieuw werkjaar. Jeugdwerkinitiatieven
onderscheiden zich van andere socio-culturele verenigingen door hun dynamisme en
jeugdigheid. Daarom moet dit vademecum aan deze eigenheid van jeugdwerkinitiatieven
worden aangepast.

Resultaat: gezinnen met kinderen en jongeren leren het bestaande jeugdwerk in Diest
kennen en krijgen antwoorden op hun vragen over lidmaatschap, deelname, frequentie,
tijdstip, voorwaarden enz… De drempel om lid te worden van een jeugdwerkinitiatief is
verlaagd.
DOELSTELLING 7 (WIE-IS-WIE EN ONTMOETINGSACTIVITEIT):
Voldoende informatiedoorstroming naar het jeugdwerk en de drempel tussen begeleiders
van jeugdwerkinitiatieven verlagen is eveneens één van de doelstellingen.

Resultaat: de drempel om contact met elkaar op te nemen wordt verlaagd.


Ervaringsuitwisseling en een informele babbel over de werking gaat gemakkelijker. Niet
enkel de contactpersonen van een jeugdwerkinitiatief maar alle jeugdwerkers maken
hiervan gebruik. Elke jeugdwerker is op de hoogte van mogelijkheden inzake vorming en
subsidiëring. Zij gebruiken het indien nodig. Tijdens de ontmoetingsactiviteiten gaat het
er ontspannen aan toe en wordt de drempel tussen jeugdwerkinitiatieven verlaagd.
Jeugdwerkers leren elkaar kennen en andere werkingen respecteren.

DOELSTELLING 8 (ZOMERWERKINGEN):
Aanvullend op het bestaande particuliere jeugdwerk (speelpleinwerking Dassenaarde) wil
het stadsbestuur tijdens de zomervakantie een vrijetijdsaanbod voorzien voor kinderen en
jongeren (grabbelpas). Vermits speelpleinwerking Dassenaarde een particulier initiatief is,
zal het stadsbestuur hier vooral ondersteunen. Deze ondersteuning wordt in een contract
opgenomen. Deze doelstelling wordt ook opgenomen in het hoofdstuk toegankelijkheid.

Resultaat: er zijn voldoende materialen aanwezig op de speelpleinen om de kinderen


leuke en waardevolle activiteiten aan te bieden. Er is een degelijke coördinatie van de
dagelijkse werking en van de monitoren. De drempel naar de speelpleinwerking is laag en
ook kinderen van minder mobiele ouders vinden de weg naar de speelpleinwerking.
Kinderen “grabbelen” uit het stedelijk vrijetijdsaanbod en nemen deel aan de activiteiten
waarvoor ze zich het meest interesseren. Deze werking is complementair aan de
particuliere initiatieven.
Er is doorstroming van monitoren tussen de verschillende werkingen en er gebeurt
ervaringsuitwisseling tussen de monitoren en de coördinatoren van deze zomerwerkingen.
Het financiële aspect is voor de werkingen hetzelfde zodat er op dat vlak zeker geen
concurrentie kan zijn. Monitoren zijn meestal jongeren met ervaring in het jeugdwerk van
Diest of met een attest “animator in het jeugdwerk”. Brochures met uitleg over de
verschillende zomerwerkingen worden in elk huisgezin aangeboden. Iedereen is in
principe op de hoogte en heeft toegang tot het zomeraanbod.

DOELSTELLING 9 (ZWERFVUILRUIMING):
Er wordt een themaweekend georganiseerd voor erkende jeugdwerkinitiatieven rond
“afval”.
Het stadsbestuur biedt aan de jeugdbewegingen de mogelijkheid om vergoed te worden
indien ze deelnemen aan de jaarlijkse zwerfvuilruiming die door het stadsbestuur wordt
georganiseerd.
Ook aan andere jeugdwerkinitiatieven wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan
een zwerfvuilruming om een extra centje te verdienen. Aan het budget van de
jeugdbewegingen wordt echter niet geraakt, gezien de voorgeschiedenis van stopzetting
van papierophalingen.

Resultaat: deze activiteit moet jongeren wat meer milieubewust maken en hen erover
laten nadenken dat een klein gedeelte van deze vervuiling door hen zelf wordt gecreëerd,
namelijk door het weggooien van drankblikjes en snoepzakjes als ze met de fiets op weg
zijn van school naar huis. Anderzijds betekent het naast deze bewustmaking een extra
financiële tegemoetkoming.
*4. Concrete acties:

BIJ DOELSTELLING 1:
- Een erkenningreglement wordt opgesteld (als bijlage in bijlage 2). Op basis van
dit reglement wordt beslist wie toegang heeft tot onderstaande
ondersteuningsvormen. Het erkenningreglement volgt hierin vanzelfsprekend
het decreet van 14 februari 2003, meerbepaald
- Art. 2: de definitie van jeugdwerk.
- Art. 3: de jeugdwerkinitiatieven moeten de rechten van het kind eerbiedigen.
- Art. 4: de functies van het jeugdwerk.
• Tijdschema: een erkenning moet jaarlijks worden aangevraagd vóór 31 december
van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor men de erkenning aanvraagt.
• Financiële weerslag: geen
- Een aanvraagformulier zal worden opgesteld voor elke ondersteuningsvorm in
dit jeugdwerkbeleidsplan. Deze administratieve noodwendigheden mogen door
de jeugdwerkinitiatieven niet als een extra belasting worden aangevoeld. Een
jeugdwerkinitiatief dat éénmaal wordt erkend, ontvangt jaarlijks de
aanvraagformulieren en wordt aangespoord ze in te vullen. Deze
aanvraagformulieren zijn eenvoudig en leesbaar opgesteld.
• Tijdschema: in november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor men de
erkenning aanvraagt.
• Financiële weerslag: geen.

BIJ DOELSTELLING 2:
- Het reglement op werkingssubsidies (als bijlage in bijlage 2) wordt in die zin
opgesteld dat er rekening wordt gehouden met de eigenheid van elk
jeugdwerkinitiatief, meerbepaald met de grootte van het jeugdwerkinitiatief, met
de frequentie van de activiteiten en met de specifieke en werkelijke kosten.
Daarnaast kan door de VZW Jeugdoverlegpunt een contract afgesloten worden
met een jeugdwerkinitiatief. De specifieke kosten verschillen naargelang de
jeugdwerkvorm. Deze kosten worden als volgt gedefinieerd:
- Voor alle jeugdwerkinitiatieven: nutsvoorzieningen, belasting op onroerend goed
en brandverzekering. Jeugdwerkinitiatieven die geen lokalen hebben waardoor
zij de hierboven beschreven kosten niet kunnen inbrengen, of wiens kosten
zoals hierboven beschreven, niet hoger zijn dan 250€ per jaar, kunnen een
jaarforfait inbrengen van 250€.
- Voor jeugdhuizen: SABAM-kosten en billijke vergoeding.
- Voor jeugdmuziek en jeugdkoren: SABAM-kosten, billijke vergoeding en
partituurkosten.
- Voor jeugdtoneel: SABAM, billijke vergoeding en een jaarforfait van 50 euro voor
attributen.
• Tijdschema: aanvraag voor werkingssubsidies moet ingediend zijn vóór 31 januari
van het subsidiëringsjaar; uitbetaling van subsidies gebeurt vóór 1 oktober van het
subsidiëringsjaar.
• Financiële weerslag: budget van 34.000€

BIJ DOELSTELLING 3:
- Er wordt een reglement voor projectsubsidies opgesteld (als bijlage in bijlage 2),
dat er rekening mee houdt dat initiatiefnemers van projecten voor kinderen en
jongeren niet steeds over een budget kunnen beschikken om een project te
starten.
• Tijdschema: deze subsidies kunnen op elk moment van het jaar worden
aangevraagd, minstens één maand voor de aanvang van het project.
• Financiële weerslag: budget van 4.960€ .
- Er wordt een aantrekkelijke en concrete brochure opgesteld voor de
bekendmaking van deze projectsubsidies. Deze brochure wordt niet alleen bij de
jeugdwerkinitiatieven verdeeld, maar in het volledige Diestse verenigingsleven,
in de scholen, en op plaatsen waar veel kinderen en jongeren komen.
• Tijdschema: de brochure wordt jaarlijks opgesteld en verdeeld in januari.
• Financiële weerslag: voor het opstellen van de brochure wordt indien nodig het
budget van 4.960€ gebruikt.

BIJ DOELSTELLING 4:
- Er wordt een huisreglement voor ontlening van materiaal uitgewerkt (als bijlage
in bijlage 2). De uitleendienst richt zich in eerste instantie tot erkende
jeugdwerkinitiatieven, die gratis ontlenen en voorrang krijgen voor reservatie.
Ook niet-erkende jeugdwerkinitiatieven en scholen kunnen materiaal reserveren,
maar betalen een huurprijs en een waarborg. Stadsdiensten ontlenen gratis.
• Tijdschema: erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen maximum drie maanden op
voorhand reserveren. Stadsdiensten, niet-erkende jeugdwerkinitiatieven en
scholen kunnen maximum twee maanden op voorhand reserveren.
• Financiële weerslag: de huurprijzen en waarborgen worden vastgelegd in het
huisreglement van de uitleendienst (als bijlage in bijlage 2).
- De uitleendienst omvat volgend materiaal: eenvoudig geluids- en
omroepmateriaal met micro’s en statieven, eenvoudige belichting, diaprojector,
sportmateriaal, volksspelen, alternatieve spelen, toneeldoeken en statieven,
stootkar en veiligheidskits. Elk erkend jeugdwerkinitiatief kan voorstellen tot
aankoop van materiaal doen.
• Tijdschema: voorstellen voor aankoop van materiaal kan op elke
jeugdraadvergadering.
• Financiële weerslag: budget van 1.860€.
- De uitleendienst is op alle vlakken laagdrempelig en toegankelijk voor alle
jeugdwerkers: geen huurprijs en geen waarborg; reservatie is niet verplicht;
telefonische reservatie of per email kan; openingsuren zijn aangepast aan de
doelgroep. De uitleendienst situeert zich in de nabijheid van de jeugddienst en
wordt door de jeugddienst uitgebaat.
• Tijdschema: geen.
• Financiële weerslag: geen
- Controle, nazicht en herstellingen gebeuren door de jeugddienst. Indien blijkt
dat materiaal stuk is na een ontlening wordt de herstelling door de ontlener
vergoed.
• Tijdschema: geen.
• Financiële weerslag: herstellingen worden betaald met het budget van 1.860€.
- Het stadsbestuur wil bijkomend ondersteuning bieden indien het materiaal uit de
stedelijke uitleendienst niet voldoet voor de organisatie van de activiteiten van
jeugdwerkinitiatieven. Dit werd opgenomen in het uitleendienstreglement in
bijlage 2.
- De belichtings- en geluidsapparatuur en de multimediaprojector uit de
provinciale uitleendienst is een aanvulling is op de stedelijke uitleendienst:
ondersteuning gebeurt door de premie van de abonnementspolis die men
neemt bij Ethias voor het materiaal van de provinciale uitleendienst volledig
terug te betalen.
- Indien een jeugdwerkinitiatief voor bepaalde activiteiten animatiespelen zoals
springkasteel of ballenbad wil huren, betaalt het stadsbestuur mits het op
voorhand schriftelijk gemeld wordt, en mits voorlegging van factuur en
betalingsbewijs achteraf, de helft terug, met een maximum van 62€.
- Een erkend jeugdwerkinitiatief kan één keer per jaar een multimediaprojector
ontlenen bij een particuliere handelaar en daarvoor gesubsidieerd worden: de
helft van de huurprijs wordt terugbetaald met een maximum van 50 euro.
• Tijdschema: de verzekering die via de abonnementspolis van OMOB werd
afgesloten, wordt terugbetaald als het afhaalformulier van de provinciale
uitleendienst bij de jeugddienst wordt binnengebracht. De huur van de
multimediaprojector, het springkasteel en het ballenbad wordt terugbetaald als het
op voorhand schriftelijk gemeld werd en als het factuur en het betalingsbewijs
worden binnengebracht.
• Financiële weerslag: budget van 1.860€.
- Het stadsbestuur ontleent gratis nadarafsluiting en podiumelementen aan
jeugdwerkinitiatieven en levert dit materiaal op de plaats van de activiteit.
• Tijdschema: schriftelijk aanvragen minimum twee maanden voordat de activiteit
doorgaat.
• Financiële weerslag: geen.
- Op de metalen rasters worden waterbestendige borden aangebracht waarop
verenigingen de affiches van hun activiteiten kunnen plakken.
• Tijdschema: dit wordt nog in 2004 uitgevoerd.
• Financiële weerslag: is nog voor 2004 voorzien.

BIJ DOELSTELLING 5:
- Het stadsbestuur verzorgt het kampvervoer zelf in de mate van het mogelijke of
laat een externe firma de ritten verzorgen. Kampvervoer is beperkt tot een straal
van 200 km buiten Diest. Het stadsbestuur sluit hiervoor een verzekering af. Het
laden en lossen gebeurt met helpers van het jeugdwerkinitiatief. (Reglement in
bijlage 2)
• Tijdschema: aanvragen worden jaarlijks ingediend voor 1 april.
• Financiële weerslag: budget van 13.630€ voor vervoer en 5.700€ voor
verzekeringen.

BIJ DOELSTELLING 6:
- Het stadsbestuur geeft jaarlijks een jeugdvademecum uit waarin elk erkend
jeugdwerkinitiatief op een ludieke manier zichzelf voorstelt. Dit vademecum
wordt bedeeld in elk Diesters gezin; er is dus informatiedoorstroming naar elk
gezin.
• Tijdschema: september.
• Financiële weerslag: 3.720

BIJ DOELSTELLING 7:
- Het stadsbestuur wil jeugdwerkers met elkaar in contact brengen door
begeleidings- en bestuurslijsten met adressen en telefoonnummers en e-
mailadressen in een boekje (wie-is-wie) te zetten en dit aan elke jeugdwerker te
bezorgen bij het begin van het nieuwe werkjaar. Dit wordt ook opgenomen in het
hoofdstuk communicatie en informatie.
• Tijdschema: oktober, als de nieuwe leiding of besturen bekend zijn.
• Financiële weerslag: 990€ .
- In deze wie-is-wie wordt ook informatie opgenomen die belangrijk kan zijn voor
elke jeugdwerker: informatie over vormingsmogelijkheden voor jeugdwerkers,
informatie over subsidiëringsmogelijkheden enz… Dit wordt ook opgenomen in
het hoofdstuk communicatie en informatie.
• Tijdschema: idem als vorige actie.
• Financiële weerslag: idem als vorige actie.
- Samen met de jeugdraad wordt enkele keren per jaar het initiatief genomen om
een leuke ontmoetingsactiviteit te organiseren voor alle jeugdwerkers. Deze
activiteit kan heel ruim worden opgevat: sport, cultuur, ontmoeting in het
jeugdhuis,… Belangrijk is afwisseling: er mag niet elk jaar dezelfde activiteit
worden georganiseerd.
• Tijdschema: minstens één maal per jaar, op een nader te bepalen tijdstip in overleg
met de jeugdraad.
• Financiële weerslag: budget van 1.240 €

BIJ DOELSTELLING 8:
- Voor de ondersteuning van speelpleinwerking Dassenaarde door het
stadsbestuur en door de VZW Jeugdoverlegpunt wordt er een overeenkomst met
de speelpleinwerking voorzien, waarin de taak, de rechten en de plichten van
elke partner wordt opgenomen. Er wordt een minimum van 10.000 euro als
werkingstoelage en monitorenvergoeding voorzien, als de werking op hetzelfde
niveau behouden blijft.
- Er wordt een werkingstoelage voorzien.
• Tijdschema: toelage wordt in mei ter beschikking gesteld.
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro
- Er wordt een toelage voorzien voor de aanwerving van een coördinator.
• Tijdschema: toelage wordt ter beschikking gesteld, naargelang er uitgaven worden
bewezen.
• Financiële weerslag: 8.000€
- Het stadsbestuur zorgt ervoor dat er een ophaaltraject wordt georganiseerd met
de stadsbus. Dit wordt ook opgenomen in het hoofdstuk toegankelijkheid.
• Tijdschema: de kinderen worden op de dagen dat de werking doorgaat, opgehaald
tussen 8.00 en 9.30 uur, naargelang de plaats waar ze opstappen. Ze worden ’s
avonds afgezet vanaf 17.30.
• Financiële weerslag: loonkost van chauffeur en benzineverbruik.
- Het stadsbestuur wil naar een oplossing zoeken voor het infrastructuurprobleem
waarmee de speelpleinwerking te kampen heeft. Er wordt onderzocht of opname
in het sectoraal BPA voor zonevreemde terreinen en gebouwen tot de
mogelijkheden behoort.
• Tijdschema: is nog onbekend.
• Financiële weerslag: is nog onbekend.
- Het stadsbestuur organiseert een vrijetijdsaanbod tijdens de kerstvakantie en de
zomervakantie: knuffelpas voor kleuters vanaf 4 jaar, grabbelpas voor
lagereschoolkinderen en Swap voor tieners, samengebracht onder de noemer
“Grabbelpas”: cultuur, creatieve activiteiten, koken, sport, theater, film,
uitstappen,... Werkingsmiddelen worden hiervoor ter beschikking gesteld. Er is
samenwerking met de kinderopvang.
• Tijdschema: kerstvakantie en zomervakantie.
• Financiële weerslag: budget van 9.180 € voor werking en monitoren.
- De monitoren voor deze twee zomerwerkingen worden geselecteerd,
aangeworven en op dezelfde basis vergoed door de VZW Jeugdoverlegpunt
Diest. Dit wordt eveneens opgenomen in de overeenkomst met de
speelpleinwerking.
• Tijdschema: twee maanden voor de start van de zomerwerking.
• Financiële weerslag: budget van 9.180€ voor Grabbelpas (ook als
werkingsmiddelen), budget van 7.440€ voor speelpleinen Dassenaarde
™ Monitoren: 10€ voor een halve dag en 17,50€ voor een volledige dag.
™ Hoofdmonitoren: 25€ voor een volledige dag.
- Jongeren die zich kandidaat willen stellen als monitor of hoofdmonitor voor de
drie zomerwerkingen vullen een kandidaatstellingsformulier in. Dit is op
eenvoudige aanvraag te verkrijgen bij de jeugddienst. Jeugdwerkers en
personen die al als monitor bij één van de drie zomerwerkingen werkten,
ontvangen dit kandidaatstellingsformulier automatisch. Via de scholen, de
bibliotheek en jongerencafés wordt eveneens promotie gemaakt. Monitoren
moeten minstens zestien jaar zijn; hoofdmonitoren moeten minstens 18 jaar zijn.
Er wordt de voorkeur gegeven aan jongeren die een cursus “animator in het
jeugdwerk” volgden. Dit wordt eveneens opgenomen in de overeenkomst met
de speelpleinwerking.
• Tijdschema: kandidaatstellingen moeten in principe binnen zijn op 15 mei. Er
kunnen uitzonderingen worden gemaakt.
• Financiële weerslag: geen.
- Alle informatie over het zomervakantie-aanbod wordt in een brochure
opgenomen: grabbelpas, kinderopvang, speelpleinwerking en sportkampen.
Elke dienst betaalt zijn aandeel in deze brochure. Hij wordt verdeeld via alle
Diestse scholen.
• Tijdschema: jaarlijks vanaf 15 mei
• Financiële weerslag:

BIJ DOELSTELLING 9:
- De jaarlijkse zwerfvuilruiming wordt georganiseerd in overleg met de jeugdraad.
Erkende jeugdwerkinitiatieven die willen deelnemen worden vergoed op basis
van het aantal deelnemers en de grootte van het te ruimen gebied. Enkel leden
vanaf 16 jaar kunnen hieraan deelnemen. Leden vanaf 14 jaar mogen ook
deelnemen, maar mogen niet ruimen op de openbare weg. Voor de deelnemers
wordt een verzekering afgesloten en er worden hen vuilniszakken en
handschoenen ter beschikking gesteld.
• Tijdschema: in overleg met de jeugdraad, in het voorjaar of in het najaar.
• Financiële weerslag: vergoeding van 6.200€ volgens verdeelsleutel te verdelen aan
de jeugdbewegingen en 10.000 euro volgens verdeelsleutel te verdelen aan de 16
andere erkende jeugdwerkinitiatieven die willen deelnemen.
- Voor jongere leden wordt er rond het thema “afval” een activiteit uitgewerkt.
• Tijdschema: jaarlijks, tijdens hetzelfde weekend als waarin de oudere leden ruimen.
• Financiële weerslag: 1.000 euro.

B. Kadervorming

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

VORMINGSSUBSIDIES
Onkosten voor het volgen van vorming wordt onder bepaalde voorwaarden terugbetaald.
Het bestaande reglement wordt als bijlage in bijlage 1 gevoegd.
- rechthebbenden zijn zowel personen die lid zijn van een erkend jeugdwerkinitiatief en
daarin een verantwoordelijk als begeleider dragen, als personen die zich zullen
engageren om lid te worden of in de toekomst verantwoordelijkheid als begeleider
zullen dragen (vormingssubsidie). Er wordt ook een cursustoelage uitgekeerd aan
erkende jeugdwerkinitiatieven indien zij een deskundige aantrekken om vorming te
geven aan een (toekomstige) verantwoordelijke van het jeugdwerkinitiatief.
- de vormingssubsidie bedraagt twee derden van de deelnameprijs, met een maximum
van 75 euro. De cursustoelage bedraagt per persoon de helft van de deelnameprijs,
met een maximum van 50 euro.
- de uitbetaling gebeurt onmiddellijk nadat de jeugdwerkers de nodige attesten bij de
jeugddienst hebben binnengebracht.
- deze beleidsmaatregel stimuleert (toekomstige) jeugdwerkers en jongeren om vorming
te volgen, zowel themagerichte vorming als kadervorming en kent een groot succes.

VOLGEN VAN CURSUSSEN


- Vormingscursussen worden gevolgd bij volgende organisaties:
• CM Leuven (Jeugd en Gezondheid), Kessel-lo
• Crefi (BGJG), Brussel
• Chirojeugd Vlaanderen, Antwerpen
• Pedagogisch Instituut Vivès, Brugge
• VVKSM Nationaal, Antwerpen
• Spelewei, Kessel-lo
• Uit de Marge, Borgerhout
• Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen en Jongerencentra, Antwerpen
• Duinenheide
• KLJ Nationaal
• Vlaamse Dienst speelpleinwerking
• Neutraal Ziekenfonds
• Jediko
- Er worden weinig animatorcursussen in de nabijheid van Diest aangeboden.

VORMINGSVOORWAARDE BIJ DE WERKINGSSUBSIDIES


Het bestaande reglement voor werkingssubsidies waarin deze vormingsvoorwaarde is
opgenomen, vindt u als bijlage in bijlage 1. Jeugdwerkinitiatieven die een meerdaagse
uitstap met overnachting plannen, moeten aantonen dat 2/3 van de verantwoordelijken
- ofwel een attest “animator in het jeugdwerk” (of een pedagogisch diploma) heeft,
afgeleverd door een landelijk erkende organisatie,
- ofwel drie jaar of meer ervaring heeft in het jeugdwerk.

Op 30 juni van het subsidiejaar wordt nagegaan welke jeugdwerkinitiatieven die een
subsidie-aanvraag binnenbrachten aan deze voorwaarde voldoen. De vormingsattesten
die in het bezit zijn van de jeugddienst worden vergeleken met de leidings- of bestuurslijst.
Aan de hand daarvan kan de jeugddienst nagaan of het jeugdwerkinitiatief voldoet aan
deze voorwaarde.

INFORMATIE VERSTREKKEN OVER HET VORMINGSAANBOD


- De jeugdwerkinitiatieven worden via de hoofdbegeleiding ervan op de hoogte gebracht
of zij aan de voorwaarde voldoen door hen een overzicht te bezorgen van de
gevormde en de niet-gevormde begeleiders. Tegelijkertijd krijgen zij een overzicht van
het aanbod dat er in Vlaanderen bestaat aan vormingscursussen. Zo krijgen zij de
kans om hun niet-gevormde leiding aan te sporen zichzelf alsnog in te schrijven. In de
wie-is-wie worden de cursussen ook opgenomen, zodat de informatie niet alleen bij de
hoofdbegeleiding terechtkomt.
- Op het bureel van de jeugddienst wordt informatie verstrekt over heel wat
vormingscursussen: folders, affiches,…

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

VORMINGSSUBSIDIES EN CURSUSTOELAGE
Gezien het grote succes van deze beleidsmaatregel moet dit zeker behouden blijven,
vooral het terugbetalingsprincipe. Het maximumbedrag is de voorbije jaren niet meer
geïndexeerd.
Van de cursustoelage wordt weinig of geen gebruik gemaakt; de meesten kennen het niet.

VOLGEN VAN CURSUSSEN


Het ontbreken van animatorcursussen in de nabijheid van Diest wordt door enkelen als
een behoefte omschreven. Anderzijds werd er door Jediko in 2003 een animator- en
hoofdanimatorcursus georganiseerd tijdens de paasvakantie in de jeugdherberg maar
namen er weinig Diestse jeugdwerkers deel. De enkelen die deelnamen en als
grabbelpasmonitor gekend zijn bij de jeugddienst, waren niet allemaal tevreden over de
cursus. Misschien wordt er in dat opzicht dus beter wat meer ruchtbaarheid gegeven aan
de bestaande cursussen in Vlaanderen, die beter bij de behoeften van de jeugdwerkers
aansluiten.

VORMINGSVOORWAARDE BIJ DE WERKINGSSUBSIDIES

De meeste jeugdwerkinitiatieven anticiperen hierop door nieuwe begeleiding


onmiddellijk een vormingscursus te laten volgen. Andere jeugdwerkinitiatieven
maken gebruik van het overzicht van het vormingsaanbod om zich alsnog in orde te
stellen met deze voorwaarde. De jeugddienst ervaart dat vele jeugdwerkinitiatieven
dezelfde attesten jaar na jaar blijven indienen, terwijl dat niet nodig is. Ook de
datum van indiening (30 juni) zorgt voor verwarring.

Anderzijds bestaat er ook een degelijk cursusaanbod van niet-erkende


jeugdwerkorganisaties, dat in principe nog niet meetelt in deze 2/3-voorwaarde.

INFORMATIE VERSTREKKEN OVER HET VORMINGSAANBOD EN DE SUBSIDIERING


- Het jeugdwerk wordt jaarlijks op de hoogte gebracht van het aanbod via de wie-is-wie.
- De mogelijkheid van cursustoelage is niet voldoende bekend bij het jeugdwerk. Omdat
niet alle jeugdwerkinitiatieven in het bestaande aanbod een cursus vinden die bij hun
werking aansluit, biedt de cursustoelage een mogelijkheid om zelf cursussen, specifiek
voor een bepaald jeugdwerkinitiatief, in te richten. Vandaar dat de cursustoelage best
blijft bestaan, maar dat er meer bekendheid rond gemaakt wordt. Zo zal ook de
amateuristische kunstbeoefening meer aansluiting vinden.
- Jongeren die niet aangesloten zijn bij een jeugdwerkinitiatief, kennen de mogelijheid
van vormingssubsidie meestal niet.
*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

De begeleiding van jeugdwerkinitiatieven wijzigt regelmatig, dat is nu éénmaal eigen aan


dit jonge publiek. Door op continue basis (kader)vorming te promoten, aan te bieden en te
stimuleren draagt men in hoge mate bij aan de pedagogische kwaliteit van de werking van
een jeugdwerkinitiatief.
Op het luik “bekendmaking van de vormingssubsidie en de cursustoelage” wordt in het
hoofdstuk “communicatie en informatie” dieper ingegaan.

DOELSTELLING 1: (kader)vorming wordt naar het jeugdwerk toe zo ruim mogelijk


gepromoot, zodat elke begeleider hierop kan inpikken. Zie ook hoofdstuk “communicatie
en informatie”.

Resultaat: alle begeleiding is van de informatie op de hoogte. Zo wordt de begeleiding


ook op de hoogte gebracht van cursussen die tijdens de vakantie doorgaan en plannen ze
hun vakanties op die manier. De contactpersoon speelt dan deze informatie door aan
leden die zestien jaar zijn of ouder. Leden die zestien jaar zijn of ouder en nog niet in
begeleiding staan, krijgen de kans al een cursus te volgen nog voordat ze begeleider zijn.

DOELSTELLING 2: (kader)vorming die gevolgd wordt door jongeren uit Diest of door
jongeren die actief (zullen) zijn in een jeugdwerkinitiatief op het grondgebied van Diest,
wordt gesubsidieerd. Een jeugdwerkinitiatief wordt eveneens gesubsidieerd indien zij een
deskundige aantrekt om vorming voor de verantwoordelijken te geven.

Resultaat: jongeren, lid van een jeugdwerkinitiatief of bereid om zich te engageren als
jeugdwerker, brengen attesten van vormingscursussen binnen. Indien ze aan de
voorwaarden in het reglement voldoen, wordt de deelnameprijs onmiddellijk gedeeltelijk
terugbetaald. Jeugdwerkinitiatieven vragen deskundigen om vorming te komen geven
over een aspect dat hun werking aanbelangt.

DOELSTELLING 3: erkende jeugdwerkinitiatieven zullen pas aanspraak kunnen maken


op werkingssubsidies indien twee derden van hun begeleiding gevormd is. Dit geldt voor
jeugdwerkinitiatieven die meerdaagse uitstappen met een overnachting maken met hun
leden.

Resultaat: leden vanaf 16 jaar worden gemotiveerd een cursus te volgen. Op het
moment dat ze begeleiding worden, zijn ze gevormd.

*4. Concrete acties:

BIJ DOELSTELLING 1:
- aan elk erkend jeugdwerkinitiatief wordt jaarlijks een overzicht bezorgd van de
mogelijke kadervormingsinitiatieven in Vlaanderen. Dit overzicht wordt bezorgd
aan de contactpersoon van het jeugdwerkinitiatief en wordt ook opgenomen in
de wie-is-wie, die aan elke jeugdwerker wordt overgemaakt.
• Tijdschema: elk jaar in oktober.
• Financiële weerslag: verzendkosten en budget van wie-is-wie.

BIJ DOELSTELLING 2:
- er wordt een reglement voorzien (als bijlage in bijlage 2) dat de gedeeltelijke
terugbetaling van vorming aan een jongere (vormingssubsidie, 2/3 met een
maximum van 80 euro) of een jeugdwerkinitiatief (cursustoelage, ½ met een
maximum van 50 euro) garandeert.
• Tijdschema: op elk moment van het jaar, nadat aan de voorwaarden in het reglement
werd voldaan.
• Financiële weerslag: budget van 3.720€.

BIJ DOELSTELLING 3:
- de vormingsvoorwaarde in het reglement voor werkingssubsidies (als bijlage in
bijlage 2) blijft bestaan zodat de hoofdbegeleider zijn begeleiders blijft motiveren
cursussen te volgen. Als vorming wordt beschouwd:
- alle vormingsinitiatieven die de nationale of provinciale secretariaten van
landelijke jeugdwerkorganisaties organiseren.
- alle cursussen waarvoor je een attest van animator, hoofdanimator,
instructeur of hoofdinstructeur kan behalen.
- Pedagogische diploma’s.
• Tijdschema: deze voorwaarde wordt gecontroleerd als de nieuwe begeleidingslijst bij
het begin van een nieuw werkjaar wordt binnengebracht: september.
• Financiële weerslag: geen.

C. Toegankelijkheid

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

GEOGRAFISCHE SPREIDING EN SPREIDING NAAR AARD VAN HET


JEUGDWERKINITIATIEF
Er zijn 27 jeugdwerkinitiatieven in de fusiegemeente Diest:
- 9 jeugdbewegingen , die elk vooral in hun deelgemeente werkzaam zijn, waarvan 3
scoutsgroepen in Diest-centrum, 1 KSJ in Diest-centrum, 1 KLJ in Schaffen-Vleugt, 1
KLJ in Deurne, 1 chiro in Molenstede, 1 chiro in Schaffen, en 1 chiro in Webbekom.
Enkel in Kaggevinne is geen jeugdbeweging.
- 3 jeugdtoneelverenigingen in Diest-centrum
- 2 jeugdkoren waarvan 1 in Vleugt en 1 in Diest-centrum
- 1 jeugdatelier in Molenstede
- 2 jeugdhuizen, waarvan 1 in Diest-centrum en 1 in Schaffen.
- 3 jeugdfanfares, waarvan 1 in Schaffen, 1 in Molenstede en 1 in Deurne.
- 2 speelpleinwerkingen tijdens de zomervakantie, waarvan 1 in Dassenaarde-
Molenstede en 1 voor andersvalide kinderen in Vleugt. De speelpleinwerking op
Dassenaarde richt zich naar alle kinderen in de fusiegemeente Diest; er wordt met de
stadsbus een rondrit georganiseerd om kinderen op te halen die niet door ouders
kunnen gebracht worden. De speelpleinwerking vraagt ook een bijdrage van slechts
2,50 euro per dag. Ondermeer deze factoren zijn ervoor verantwoordelijk dat deze
speelpleinwerking maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren bereikt in hun
werking. Zij blijven ook het principe van laagdrempeligheid hanteren: er moet niet op
voorhand worden ingeschreven.
- 1 scoutsvereniging voor andersvalide kinderen in Diest-centrum
- 2 jeugdwerkinitiatieven die georganiseerd worden vanuit een misdienaarswerking in
Diest-centrum.
- 1 grabbelpaswerking tijdens de kerstvakantie en de zomervakantie in Diest
- 1 meisjeswerking (zelforganisatie) in Diest-centrum voor meisjes tussen 15 en 25 jaar:
Eva.
- Jongerenwerking van Lokaal Steunpunt Diest (voormalig integratiecentrum) die vooral
projectmatig met jongeren werken.

Zoals al beschreven in het maatschappelijk kader wijkt Diest niet af van de Vlaamse
gemiddelden qua bewonersaantallen. Migrantenkinderen wonen vooral in Schaffen-dorp
en in Diest-centrum.

INITIATIEVEN VOOR MINDERVALIDE KINDEREN


• VZW ’t Balanske uit Tielt-Winge organiseert sinds 2000 in samenwerking met BLO-
school De Bremberg uit Diest een speelpleinwerking voor gehandicapte kinderen.
Deze speelpleinwerking ging door in de stedelijke kinderopvanglokalen in Vleugt-
Schaffen, omdat deze locatie toegankelijk is voor rolstoelpatiënten en niet gebruikt
wordt tijdens de maanden juli en augustus. De stedelijke kinderopvang is dan immers
gecentraliseerd op de hoofdlocatie in Diest. Het bestuur zorgde voor een toelage van
25.000 Bef of 619,73 euro per jaar voor vergoeding van de monitoren en de
hoofdmonitor, en voor werkingsmiddelen. De werking startte met een achttal kinderen
maar groeide uit tot een speelpleinwerking met 20 à 25 kinderen. De werking gaat
door gedurende 2 weken tijdens de zomervakantie.
• In februari 2004 startte enkele geëngageerde grabbelpasmonitoren en scoutsleid(st)ers
met een scoutswerking (AKB) voor andersvalide kinderen. Zij kunnen daarvoor
gebruik maken van de lokalen van VVKSM Poolster. Zij bereiken gemiddeld 20
kinderen. De werking gaat om de veertien dagen door. Zij kunnen ook rekenen op de
steun van VZW ’t Balanske uit Tielt-Winge.

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

TOEGANKELIJKHEID VAN HET REGULIERE JEUGDWERK VOOR


MAATSCHAPPELIJK ACHTERGESTELDE KINDEREN EN JONGEREN
• Volgens het Kliksonsonderzoek daalt de deelname aan speelpleinwerking naargelang
de leeftijd stijgt (vooral vanaf 12 à 14 jaar). Leerlingen uit het beroepssecundair
onderwijs vinden moeilijker de weg naar de speelpleinwerking. Nochthans doet vooral
speelpleinwerking Dassenaarde een mooie inspanning om maatschappelijk
achtergestelde kinderen te bereiken, en slagen zij ook in hun opzet: lage
deelnameprijs, ophaalronde met de bus.
• De medewerkers van de jeugddienst stellen vast dat Grabbelpas weinig kinderen uit
kansarme gezinnen of allochtone kinderen bereikt, dus kinderen of jongeren die leven
in situaties die bepaald worden door armoede of behoren tot etnisch-culturele
minderheden. Zij denken niet op lange termijn en plannen niet. Dit is één van de
redenen dat grabbelpas voor hen moeilijk toegankelijk is. Volgens het
Kliksononderzoek beweren vooral kinderen uit het Beroepssecundair onderwijs
Grabbelpas of Swap niet te kennen. Vooral jongeren vanaf 13 jaar nemen er weinig
aan deel en de reden daarvan is meestal dat het hen niet interesseert of dat ze zich
niet vinden in de activiteiten.
• 60% van de jongeren in Diest die een jeugdhuis kennen, zijn er nauwelijks of nooit
geweest.
• Uit gesprekken met de medewerkers van het Lokaal Steunpunt blijkt dat kinderen en
jongeren van allochtone afkomst hun weg naar het reguliere jeugdwerk moeilijk vinden,
noch in Schaffen, noch in Diest-centrum. Er is voor hen een doelgroepspecifieke
werking (zelforganisatie): de meisjeswerking Eva. Af en toe wordt er door het Lokaal
Steunpunt projectmatig met jongeren gewerkt, vooral met jongens. De andere
kinderen vinden zich nergens in het vrijetijdsaanbod.
Het is een algemene trend dat jongeren vanaf 13 jaar veel minder deelnemen aan het
verenigingsleven. Als reden geven zij in het Kliksonsonderzoek vooral op dat het hen niet
interesseert, of dat de activiteiten hen niet interesseren.
De straathoekwerkster licht toe dat vooral maatschappelijk achtergestelde jongeren
andere interesses hebben, en meer moeite hebben om zich te engageren op iets langere
termijn; ze hebben meer ondersteuning nodig op vlak van organisatie, enz… Het blijven
motiveren van deze jongeren kan een manier zijn om hen te betrekken.

Enerzijds kan er meer moeite gedaan worden om deze jongeren op te nemen in het
reguliere jeugdwerk. Vooral vanuit de VVKSM-overkoepeling wordt er naar de plaatselijke
jeugdbewegingen toe ondersteuning aangeboden. Enkele jeugdwerkinitiatieven leveren
extra inspanningen om de toegankelijkheid te vergroten. Er blijkt hier toch nog een groot
hiaat te zijn. Negen jeugdwerkinitiatieven staan ervoor open om extra inspanningen te
leveren, mits ze hiervoor begeleid worden. Deze extra inspanningen gaan dan vooral naar
etnisch-culturele minderheden, laaggeschoolde gezinnen en gezinnen op de
armoedegrens, maar ook naar andersvalide kinderen. De meesten vragen hiervoor dan
extra financiële ondersteuning, naast de werkingssubsidies, of specifieke vorming of
overleg met ouders en organisaties voor ervaringsuitwisseling. Ook straathoekwerkster en
Lokaal Steunpunt merken op dat deze jongeren geen traditie hebben in het reguliere
jeugdwerk; deze jongeren hebben er een bepaald beeld van waarvan ze vinden dat ze er
zelf niet in passen; ook het dragen van een uniform is een drempel.

Anderzijds hebben deze jongeren een eigen plek nodig waar zij elkaar kunnen ontmoeten
en waar zij afhankelijk van hun interesses een eigen vrijetijdsaanbod kunnen uitwerken en
dit met ondersteuning van een tienerwerker.
De nood aan een eigen ontmoetingsplaats is eveneens gebleken vanuit diverse kanalen:
opmaak minderhedenbeleidsplan door Lokaal Steunpunt Diest (voormalig
integratiecentrum), contacten met straathoekwerkster, bordschrijfproject in 2001, het SIF-
beleidsplan 2000-2002.

INITIATIEVEN VOOR MINDERVALIDE KINDEREN


Er is duidelijk nood aan een aangepaste werking voor mindervalide kinderen. Ondanks
het aanvankelijk beperkte aanbod zijn ouders, kinderen en organiserende partners enorm
positief over dit initiatief. Volgens de organisatoren kijken ouders liever eerst de kat uit de
boom vooraleer zij hun “zorgenkind” uit handen geven. Het aantal deelnemers gaat in
stijgende lijn. Om ook rolstoelpatiënten toe te kunnen laten, is het belangrijk dat de locatie
zich enkel op het gelijkvloers bevindt, en voldoende groot is. Uit evaluatie blijkt dat de
kinderen en de ouders zeer tevreden waren over de werking. Zowel de speelpleinwerking
tijdens de zomervakantie als de scoutswerking (Biebel) kennen een groot succes.
Mindervalide kinderen vragen meer aandacht en de werking moet daarom beroep kunnen
doen op een groot aantal monitoren. Er moet ook aangepaste vorming mogelijk zijn voor
deze monitoren, omdat zij met een specifieke groep van kinderen werken.

*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

Het reguliere jeugdwerk zal ondersteund worden indien zij de intentie hebben hun werking
toegankelijk maken voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren. Bepaalde
werkingen vragen een doelgroepspecifieke benadering en zijn complementair aan het
reguliere jeugdwerk; zij worden hierin ook ondersteund.
• DOELSTELLING 1: TIENERWERKING
Er wordt een werking ontplooid voor 12- tot 14-jarigen, ondersteund door een
tienerwerker. Deze werking komt zowel tegemoet aan de nood van ouders naar een
buitenschoolse opvangmogelijkheid, als aan de nood van een groep maatschappelijk
achtergestelde jongeren die zich niet thuis voelen in het reguliere jeugdwerk. Het is zeker
niet de bedoeling om de achtergestelde jeugd in een apart hokje te stoppen. De werking
zal dan ook open staan voor iedereen, voor elke jongere ongeacht afkomst of
studieniveau. Door de tienerwerker en de straathoekwerkster worden extra inspanningen
geleverd om jongeren die behoren tot etnisch-culturele minderheden of die leven in
armoede bij de werking te betrekken.

De werking wil verder ook complementair zijn aan (en niet concurrentieel zijn met) het
reeds bestaande jeugdwerk in Diest door in te spelen op specifieke interesses,
muziekgenres, levensstijlen,… die momenteel niet aan bod komen in de andere
jeugdwerkinitiatieven. Daartoe zal er overleg zijn met de bestaande jeugdhuizen.
Daarnaast is het ook de bedoeling om de kloof tussen de andere jeugdbewegingen en
jeugdwerkingen te dichten door toenadering te zoeken via gezamenlijke activiteiten.

Via samenwerkingsverbanden met straathoekwerkster en lokaal steunpunt Diest worden


jongeren in hun eigen milieu opgespoord.
Qua ondersteuning zal er zoveel mogelijk een opbouwwerkmethodiek gehanteerd worden
waarbij de zelforganisatie op maat van de jongeren centraal staat. Ideeën, voorstellen en
de uitwerking ervan gebeuren door de jongeren zelf. Deze drang naar zelfstandigheid is
eigen aan deze leeftijdsgroep. De tienerwerker is ondersteunend en coachend aanwezig.

De tienerwerking wordt gecoördineerd door een werkgroep. Volgende personen maken


deel uit van de werkgroep: de coördinator van de buitenschoolse kinderopvang, de
jeugdconsulente en de welzijnscoördinator.

Resultaat: de tienerwerker is ondersteunend en coachend aanwezig en organiseert


activiteiten met ruime inspraak van de jongeren. Maatschappelijk achtergestelde jongeren
vinden de weg naar de werking en worden extra gemotiveerd. De tienerwerking heeft een
vaste stek en tieners hebben respect voor deze infrastructuur waarover zij permanent
kunnen beschikken.

• DOELSTELLING 2: INITIATIEVEN VOOR ANDERSVALIDE KINDEREN


Het stadsbestuur wil de speelpleinwerking voor andersvalide kinderen tijdens de
zomervakantie en de scoutswerking voor andersvalide kinderen logistieke en financiële
ondersteuning bieden. Hiervoor zal overleg gepleegd worden met de zieken- en
gehandicaptenraad en met andere ondersteunende partners in de werking.

Resultaat: andersvalide kinderen die geen toegang vinden in het reguliere jeugdwerk
kunnen deelnemen aan een specifieke speelpleinwerking met specifieke activiteiten en
met monitoren die opgeleid zijn voor de begeleiding van deze specifieke doelgroep. De
organisatoren beschikken over een locatie in Diest die enkel door hen wordt gebruikt
tijdens deze werkingsperiode en die toegankelijk is voor rolstoelpatiënten.
Monitoren zijn gemotiveerd en worden aangemoedigd om zich te kwalificeren in zaken die
eigen zijn aan een werking voor andersvalide kinderen.
Andersvalide kinderen die geen toegang vinden in het reguliere jeugdwerk kunnen om de
14 dagen deelnemen aan een specifieke scoutswerking met specifieke activiteiten en met
monitoren die opgeleid zijn voor de begeleiding van deze specifieke doelgroep.

• DOELSTELLING 3: ZELFORGANISATIES VAN ALLOCHTONEN


De meisjeswerking “Eva” in Diest-centrum zal inhoudelijk en financieel worden
ondersteund. Er wordt gezocht naar een samenwerking met Grabbelpas, meer bepaald
het inschakelen van deze meisjes als monitor van Grabbelpas. Er zal met deze meisjes
en met een landelijke jeugddienst onderzocht worden in welke mate het mogelijk is deze
meisjes een monitorcursus te laten volgen, rekening houdend met de behoeften van deze
meisjes.

Resultaat: de meisjeswerking kan activiteiten organiseren. Grabbelpasactiviteiten worden


ondermeer door allochtone meisjes begeleid.

• DOELSTELLING 4: GRABBELPAS
Grabbelpas wordt toegankelijk gemaakt voor alle kinderen en jongeren. Hiervoor wordt
een samenwerking gezocht met een aantal sociale actoren in Diest en wordt een
kortingbonnenproject uitgewerkt.

Resultaat: kinderen van OCMW-cliënteel nemen deel aan de grabbelpas. 10% van de
plaatsen bij een activiteit wordt voor deze kinderen en jongeren voorbehouden. Door de
begeleiding van de OCMW-medewerkers leren deze kinderen en jongeren grabbelpas
kennen. Ook via de andere sociale actoren nemen maatschappelijk kwetsbare kinderen en
jongeren deel aan de grabbelpas. 10% van de plaatsen bij een activiteit wordt voor deze
kinderen en jongeren voorbehouden. Door de begeleiding van de sociale actoren leren
deze kinderen en jongeren grabbelpas kennen.

• DOELSTELLING 5: PARTICULIERE REGULIERE JEUGDWERK


Het particuliere reguliere jeugdwerk zal ondersteund worden indien ze inspanningen willen
leveren om hun jeugdwerkinitiatief toegankelijk te maken voor kinderen en jongeren die
behoren tot een etnisch-culturele minderheid, leven in armoede of ouders hebben die laag
geschoold zijn. In de eerste plaats zal worden onderzocht hoe toegankelijk deze
jeugdwerkinitiatieven willen worden en op welke manier ze daarin ondersteund willen
worden.
Wat de inspanningen voor allochtone kinderen betreft, wordt er samenwerking gezocht
met het Lokaal Steunpunt. Er wordt daarbij rekening gehouden met de spreiding van deze
allochtone kinderen (Schaffen-dorp en Diest-centrum): er wordt onderzocht in welke mate
het reguliere jeugdwerk in deze buurten medewerking kan verlenen. De keuze of men wil
meewerken en op welke manier men medewerking kan bieden, ligt uiteindelijk bij de
jeugdwerkinitiatieven zelf.
Ondersteuning van speelpleinwerking Dassenaarde zal op dezelfde manier als de vorige
jaren plaatsvinden, gezien het project zeer waardevol is.

Resultaat: bij de jeugddienst is bekend wie wil meewerken, op welke manier, welke
begeleiding men nodig heeft. De jeugdwerkinitiatieven kennen de doelgroep en kunnen
hiermee rekening houden in hun aanpak. Maatschappelijk kwetsbare kinderen en
jongeren nemen deel aan het reguliere jeugdwerk.
Voor de speelpleinwerking zijn er voldoende materialen aanwezig op de speelpleinen om
de kinderen leuke en waardevolle activiteiten aan te bieden. Er is een degelijke
coördinatie van de dagelijkse werking en van de monitoren. De drempel naar de
speelpleinwerking is laag en ook kinderen van minder mobiele ouders vinden de weg naar
de speelpleinwerking. Er is doorstroming van monitoren tussen de verschillende
werkingen en er gebeurt ervaringsuitwisseling tussen de monitoren en de coördinatoren
van deze zomerwerkingen. Het financiële aspect is voor de werkingen hetzelfde zodat er
op dat vlak zeker geen concurrentie kan zijn.

• DOELSTELLING 6: JONGERENWERKING LOKAAL STEUNPUNT DIEST


Vermits het Lokaal Steunpunt vooral projectmatig met allochtone jongeren werkt, zullen zij
financieel ondersteund worden.

Resultaat: er gaan op regelmatige basis projecten door.

*4. Concrete acties:

BIJ DOELSTELLING 1: TIENERWERKING


1. Er is een halftijdse tienerwerker tewerkgesteld die een start geeft aan de
tienerwerking en met inspraak van de tieners activiteiten organiseert. De
tienerwerker levert met de steun van de straathoekwerkster extra inspanningen
voor maatschappelijk achtergestelde tieners.
• Tijdschema: vanaf mei 2004.
De tienerwerking gaat door op maandag, dinsdag en donderdag 15 - 17u30, en
woensdag: 12 - 17u30; Tijdens vakanties en schoolvrije dagen: alle dagen,
behalve vrijdag, van 14u tot 17u werking.
• Financiële weerslag: 15.000 euro als loonkost en 5.560 euro voor de werking
2. Er is een locatie waar de tienerwerking kan doorgaan. De locatie moet
gemakkelijk bereikbaar zijn voor jongeren na school, het moet laagdrempelig zijn
en centraal gelegen. Er is een bureel voor de tienerwerker en een ruim lokaal
voor de tienerwerking. Deze locatie wordt ingericht volgens de behoeften van de
tieners.
• Tijdschema: is ingericht op 1 januari 2005
• Financiële weerslag: 11.660€

BIJ DOELSTELLING 2: INITIATIEVEN VOOR ANDERSVALIDE KINDEREN EN


JONGEREN
1. Er wordt een toelage voorzien voor de speelpleinwerking tijdens de
zomervakantie, voor de aankoop van materiaal en de vergoeding van monitoren
en hoofdmonitor, voor VZW ’t Balanske en De Bremberg, school voor Bijzonder
Lager Onderwijs.
• Tijdschema: middelen worden ter beschikking gesteld na het indienen van een
verslag.
• Financiële weerslag: 620€
2. Het stadsbestuur stelt de lokalen van de kinderopvang in Vleugt-Schaffen gratis
ter beschikking van VZW ’t Balanske en de Bremberg voor speelpleinwerking
tijdens de zomervakantie.
• Tijdschema: gedurende een periode in de zomervakantie, op voorhand te
bespreken met coördinator van de kinderopvang.
• Financiële weerslag: geen.
3. Monitoren die een specifieke vorming volgen, kunnen hiervoor een toelage
bekomen als ze aan de voorwaarden in het reglement op vormingssubsidies
voldoen (zie eveneens hoofdstuk B, kadervorming).
• Tijdschema: op elk moment van het jaar, nadat aan de voorwaarden in het
reglement werd voldaan.
• Financiële weerslag: budget van 3.720€
4. De scoutswerking AKB Biebel voor andersvalide kinderen kan worden erkend en
kan beroep doen op werkingssubsidies via het reglement werkingssubsidies.
• Tijdschema: middelen worden ter beschikking gesteld in oktober
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro een minimumgarantie van 1.240
euro per jaar als de werking op hetzelfde niveau behouden blijft.

BIJ DOELSTELLING 3: WERKING VOOR ALLOCHTONE JONGEREN:


meisjeswerking EVA
1. De meisjeswerking kan een erkenningsaanvraag indienen en ondersteund
worden via reglement werkingssubsidies.
• Tijdschema: middelen worden ter beschikking gesteld in oktober.
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro.
2. Er wordt gezocht naar een samenwerking met grabbelpas voor begeleiding van
de activiteiten.
• Tijdschema: dit wordt onderzocht in het voorjaar 2005.
• Financiële weerslag:/

BIJ DOELSTELLING 4: TOEGANKELIJK MAKEN VAN GRABBELPAS


1. Er wordt onderzocht op welke manier het OCMW kan meewerken aan de
toegankelijkheid van grabbelpas voor maatschappelijk achtergestelde kinderen
en jongeren. Voorstel is grabbelpas laagdrempeliger te maken door een
prijsverlaging voor OCMW-cliënteel (leefloontrekkers) en door begeleiding bij de
inschrijvingen. Dit project wordt tijdens de zomervakantie opgestart.
• Tijdschema: vanaf 2005
• Financiële weerslag: 500 euro.
2. Er wordt onderzocht op welke manier andere sociale actoren (=partners in het
sociale netwerk, bijvoorbeeld vluchthuis, Open School Hageland, Lokaal
Steunpunt,…) kunnen meewerken aan het verhogen van de toegankelijkheid.
• Tijdschema: vanaf 2006
• Financiële weerslag: 1.000 euro.

BIJ DOELSTELLING 5: TOEGANKELIJK MAKEN VAN HET PARTICULIERE


REGULIERE JEUGDWERK
1. Er wordt onderzocht welke jeugdwerkinitiatieven en op welke manier aan het
toegankelijkheidsproject willen meewerken, daarbij rekening houdend met
buurten waar veel maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren wonen.
• Tijdschema: in 2005
• Financiële weerslag: /
2. Er wordt ondersteuning en begeleiding gegeven via een externe organisatie of
via bevoorrechte getuigen die de doelgroep beter kennen.
• Tijdschema: september 2005- mei 2006
• Financiële weerslag: 1.000 euro voor begeleiding en vorming
3. De deelnemende jeugdwerkinitiatieven starten met dit toegankelijkheidsproject.
De begeleiding en vorming gaat indien gewenst verder.
• Tijdschema: september 2006
• Financiële weerslag: 1.000 euro
4. ZOMERWERKINGEN (zie ook hoofdstuk “ondersteuning van het jeugdwerk”)
- Voor de ondersteuning van speelpleinwerking Dassenaarde door het
stadsbestuur en door de VZW Jeugdoverlegpunt wordt er een overeenkomst met
de speelpleinwerking voorzien, waarin de taak, de rechten en de plichten van
elke partner wordt opgenomen. Er wordt een minimumgarantie voorzien van
10.000 euro als werkingstoelage en monitorenvergoeding, als de werking op
hetzelfde niveau behouden blijft.
- Er wordt een werkingstoelage voorzien.
• Tijdschema: toelage wordt in mei ter beschikking gesteld.
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro
- Er wordt een toelage voorzien voor de aanwerving van een coördinator.
• Tijdschema: toelage wordt ter beschikking gesteld, naargelang er uitgaven worden
bewezen.
• Financiële weerslag: 8.000€
- Het stadsbestuur zorgt ervoor dat er een ophaaltraject wordt georganiseerd met
de stadsbus.
• Tijdschema: de kinderen worden op de dagen dat de werking doorgaat, opgehaald
tussen 8.00 en 9.30 uur, naargelang de plaats waar ze opstappen. Ze worden ’s
avonds afgezet vanaf 17.30.
• Financiële weerslag: loonkost van chauffeur en benzineverbruik.
- De monitoren voor deze zomerwerking worden geselecteerd, aangeworven en op
dezelfde basis als grabbelpasmonitoren vergoed door de VZW Jeugdoverlegpunt
Diest. Dit wordt eveneens opgenomen in de overeenkomst met de
speelpleinwerking.
• Tijdschema: twee maanden voor de start van de zomerwerking.
• Financiële weerslag: budget van 7.440€
™ Monitoren: 10€ voor een halve dag en 17,50€ voor een volledige dag.
™ Hoofdmonitoren: 25€ voor een volledige dag.

BIJ DOELSTELLING 6: WERKING VOOR ALLOCHTONE JONGEREN: projectmatig


werken met jongeren door Lokaal Steunpunt
1 De werking kan een erkenningsaanvraag indienen en ondersteund worden via
het reglement werkingssubsidies.
• Tijdschema: middelen worden ter beschikking gesteld in oktober.
• Financiële weerslag: via budget van 34.000 euro.

D. Participatie en terugkoppeling

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

VZW JEUGDOVERLEGPUNT DIEST


De samenstelling en doelstelling van deze VZW werd besproken in het maatschappelijk
kader van dit jeugdwerkbeleidsplan, punt b, identificatie van de partners in het jeugdbeleid.
De VZW is een belangrijk communicatiemiddel in het jeugdbeleid van Diest. Als partner in
het jeugdbeleid zijn zij minstens even belangrijk als de jeugdraad.
De VZW vergadert elke derde woensdag van de maand, behalve tijdens de maanden juli
en augustus. De jeugdconsulente is als coördinator aanwezig en verzorgt tevens de
verslaggeving.
Deze VZW beheert de jeugdwerkbudgetten en stelt het jeugdwerkbeleidsplan op en voert
het daarna uit. Zij geven advies aan het stadsbestuur over het jeugdbeleid, bijvoorbeeld
de bouw van een fuifzaal, aanleg van speelpleinen,…
De VZW is voor de helft samengesteld uit personen die volgens het evenredig stelsel
afgevaardigd worden door de partijen die in de gemeenteraad zetelen, en voor de helft uit
afgevaardigden van de jeugdraad. De afgevaardigden van de gemeenteraad worden
aangeduid voor de volledige periode van een legislatuur en de afgevaardigden van de
jeugdraad worden voor drie jaar aangeduid. In de VZW vertegenwoordigen de
jeugdraadpartners niet hun jeugdwerkinitiatief, maar denken zij ruimer en
vertegenwoordigen zij “het jeugdwerk van Diest”.
JEUGDRAAD
De samenstelling werd zoals de VZW Jeugdoverlegpunt Diest al besproken in het
maatschappelijk kader.
De jeugdraad vergadert een viertal keer per jaar. Hier worden vooral punten
geagendeerd die het jeugdwerk aanbelangen: uitleendienst, kampvervoer,
werkingssubsidies,…
Zij ontvangen een werkingssubsidie van 500 euro per jaar.
Zij zijn organisator van de “Nacht van het Langste Podium” met optredens in verschillende
Diestse cafés. Zij zijn eveneens organisator van het volleybaltornooi tussen de
jeugdwerkinitiatieven.
Er is weinig contact met de andere adviesraden in Diest.
De jeugdraad wil opnieuw een eigen vademecum van jeugdwerkinitiatieven. Dit werd
daarom verder uitgewerkt in hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen, doelstelling 6.
De verslaggeving gebeurt door een ambtenaar die door het stadsbestuur werd aangeduid
om de verslaggeving van en de communicatie met de adviesraden te verzorgen.
De contacten met de jeugddienst zijn zeer informeel en er is een goede samenwerking.
De jeugdconsulente woont de vergaderingen van de jeugdraad bij. Dit is zeer belangrijk
voor een laagdrempelige samenwerking.

WERKGROEP JEUGDWERKBELEIDSPLAN
De VZW Jeugdoverlegpunt kreeg de opdracht een jeugdwerkbeleidsplan te maken. Deze
opdracht is geformuleerd in de statuten van de VZW die werden goedgekeurd door de
gemeenteraad (zie statuten als bijlage).
De VZW stelde een kleine werkgroep samen die op regelmatige basis vergaderde en
ondersteuning bood aan de jeugddienst bij het jeugdwerkbeleidsplan.
De werkgroep was als volgt samengesteld:
- Katja Beckx
- Wim Schollen(voorzitter jeugdraad)
- Bjorn Kemps
- Jan Havermans
- Liesbeth Luts
De schepen bevoegd voor jeugd, Mevr. Theys maakt ook deel uit van deze werkgroep.
De jeugdconsulente was voorzitter.
De werkgroep vergaderde telkens op de jeugddienst of op het stadhuis.

Op de maandelijkse vergaderingen van de VZW Jeugdoverlegpunt Diest werd telkens


verslag uitgebracht over de stand van zaken. Via het verslag van deze vergaderingen
werd het schepencollege op de hoogte gehouden van de stand van zaken. Communicatie
met het gemeentebestuur over het opstellen van het jeugdwerkbeleidsplan gebeurde ook
en vooral via de schepen bevoegd voor jeugd.

ORGANISATIE VAN DE INSPRAAK VOOR HET JEUGDWERK


Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontving op 2 februari een bevragingslijst die ingevuld aan de
jeugddienst moest bezorgd worden (als bijlage 4) tegen eind februari. Het was de
bedoeling dat deze bevraging met de volledige groep werd ingevuld. De bevragingslijsten
werden door zestien van de 25 erkende jeugdwerkinitiatieven teruggestuurd. Gezien de
lage opkomst op de inspraakvergaderingen in 2001 (bij het JWBP 2002-2004) werden er
geen toelichtingsvergaderingen gepland. De bevragingslijsten die werden teruggestuurd
waren duidelijk ingevuld en een bijkomende bespreking ervan was niet altijd nodig, hoewel
die mogelijkheid bestond.
Onderwerpen in de bevragingslijsten waren:
- jeugdwerkinfrastructuur (beschikbaarheid, gebruik, beheer, capaciteit, omgeving,
bouwtechnische staat, wettelijkheid, en gemeentelijke ondersteuningsvormen)
- fuifbeleid
- kadervorming
- communicatie, informatie, inspraak en participatie
- toegankelijkheid van het jeugdwerk
- ondersteuningsvormen

ORGANISATIE VAN DE INSPRAAK VOOR JEUGD: OOK DIEST WERKTE MET “DE
KLIKSONS”
Het Kliksonsonderzoek is genoegzaam bekend. Diest startte met een aantal omliggende
gemeenten een samenwerkingsverband: Halen, Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort en
Kortenaken. Reden hiervoor was het feit dat deze gemeenten hun 13-16-jarigen niet via
het onderwijs kunnen bevragen vermits er geen secundair onderwijs is in deze
gemeenten. De tieners uit deze gemeenten gaan ondermeer in Diest naar school. De
samenwerking bestond erin dat de bevraging van de scholen verdeeld werd onder de
jeugdconsulenten van deze gemeenten:
- Bekkevoort: middenschool gemeenschapsonderwijs
- Scherpenheuvel-Zichem: KA, KTA1 en KTA2
- Halen: middenschool Zusters van Voorzienigheid
- Kortenaken: middenschool St. Jan Berchmanscollege
- Diest: Humaniora en Technische afdeling van Zusters van Voorzienigheid; Humaniora
en Technische afdeling van scholengroep St. Jan
De meeste scholen stonden positief tegenover deze samenwerking en deden al het
mogelijke om zo goed mogelijk mee te werken, maar technische problemen in de
computerklas zorgden ervoor dat het niet altijd zo vlot verliep.
Diest moest 168 tieners bevragen om representatief te zijn, waarvan 68 tien- tot
twaalfjarigen en 100 dertien- tot zestienjarigen.
Uiteindelijk werden in totaal -dankzij de medewerking van de andere gemeenten voor wat
de dertien- tot zestienjarigen betreft- 324 kinderen en jongeren bevraagd, waarvan er 188
in Diest wonen. Dat is net voldoende om representatief te zijn. De andere bevraagden
kwamen uit 18 andere gemeenten rond Diest.

Kinderen uit het lager onderwijs en meisjes van 14 jaar en ouder waren goed
vertegenwoordigd in de bevraging. De leeftijd 12-13 jaar was een beetje
ondervertegenwoordigd. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er technische problemen in
de computerklas waren in één van de middenscholen.

Wat de verdeling naar geslacht betreft kunnen we stellen dat er ongeveer evenveel
jongens als meisjes bevraagd werden (47,3% jongens en 52,7% meisjes).

Van 88,8% waren de grootouders geboren in België. Van 5,9% waren de grootouders
geboren in Turkije.

78,2% vindt zijn gezin even rijk als de meeste andere gezinnen. 15,4% vindt zijn rijker.

96,3% had geen handicap.

INSPRAAK VIA DESKUNDIGEN INZAKE JEUGDAANGELEDENHEDEN:


De contacten met de straathoekwerkster en de medewerkers van het Lokaal Steunpunt
zijn hierin zeer belangrijk. Zij kennen de noden en behoeften van een bepaalde
doelgroep, namelijk die kinderen en jongeren die minder mondig zijn en geen deel
uitmaken van het reguliere jeugdwerk. Hier werd vooral de hoofdstukken“toegankelijkheid
van het jeugdwerk” en “participatie” onder de loep genomen. De straathoekwerkster
probeert vooral de skatersgroep die zich dikwijls in het skatepark op de Warande ophoudt,
dichter bij het beleid te brengen. De medewerkers van het Lokaal Steunpunt proberen
vooral allochtonen dichter bij het beleid te brengen.

ORGANISATIE VAN DE TERUGKOPPELING


Het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan ligt te allen tijde ter inzage op de stedelijke
jeugddienst op het stadhuis.
Na goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan door het schepencollege wordt het
opgestuurd naar de jeugdraadsleden.
Daarnaast wordt via de stadsinfo bekend gemaakt dat er een door het schepencollege
goedgekeurd jeugdwerkbeleidsplan bestaat dat ter inzage ligt van éénieder die dat wil.
Tegelijkertijd wordt iedereen die op één of andere manier betrokken was bij het opstellen
van het jeugdwerkbeleidsplan uitgenodigd op een jeugdraadvergadering waar het
jeugdwerkbeleidsplan ter discussie zal voorgelegd worden.

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

ORGANISATIE VAN DE INSPRAAK


- De meeste jeugdwerkinitiatieven vonden het niet nodig de ingevulde vragenlijst
mondeling toe te lichten. Misschien waren er ook geen fundamentele opmerkingen.
Contactpersonen van erkende jeugdwerkinitiatieven vinden gemakkelijk de weg naar
het stadhuis en geven via die weg dikwijls hun mening.
- De werkgroep jeugdwerkbeleidsplan was klein, maar werkbaar. De aanwezigheid
van de schepen bevoegd voor jeugd was een pluspunt. Ook de aanwezigheid en
inbreng van de voorzitter van de jeugdraad was een pluspunt omdat er dan
rechtstreeks contact was met de jeugdraad via hun voorzitter. De andere leden
vertegenwoordigden de jeugdwerksector.
- De bevraging via de Kliksons was haalbaar omdat er een goede samenwerking met de
andere gemeenten was. De bevraging was echter veel te lang voor jongeren; vooral
kinderen van 10 jaar waren het invullen ervan na 20 minuten moe. De Kliksons start
met veel animatie, maar naarmate de bevraging vorderde werden de vragen saaier en
abstracter, met minder animatie. Een lesuur was dikwijls net te kort om de bevraging
te doen; het was immers nodig de bevraging te kaderen en een korte toelichting rond
de jeugddienstwerking te geven. De computerklassen van sommige scholen waren
ook niet zo modern dat een vlotte afname mogelijk was.
- De straathoekwerkster probeert de skaters dichter bij de jeugddienst te brengen, maar
deze groep heeft begeleiding nodig hierin. Deze jongeren hebben geen traditie in
overleg of in het organiseren van activiteiten. Deze jongeren moeten vooral
rechtstreeks aangesproken worden, wat door de jeugddienst wegens tijdsgebrek
nauwelijks gebeurt. Zij heeft op die manier enkele jongeren kunnen motiveren deel te
nemen aan het jeugdwerk, meer bepaald naar Jeugdhuis Tijl te gaan. Continue
aansporing is dan echter nodig.

VZW JEUGDOVERLEGPUNT DIEST EN JEUGDRAAD


Uit de bevragingen komt heel duidelijk een belangrijk knelpunt naar voor over de werking
van de VZW Jeugdoverlegpunt Diest en de jeugdraad. Jeugdwerkers vinden dat deze
organisaties goed werk verrichten, maar voor sommigen is er weinig betrokkenheid.
Vandaar misschien ook dat het aantal kandidaten van de jeugdraad om in de VZW
Jeugdoverlegpunt Diest te zetelen steeds beperkt is, en er steeds moet gezocht worden.
Het is te vaag wat er van de jeugdwerkers verwacht wordt in deze organisaties. Een
aantal jeugdwerkers vinden dat de jeugdraad meer moeten openstaan voor het volledige
jeugdbeleid en voor alle soorten jeugdwerkinitiatieven.

KNELPUNTEN UIT DE KLIKSONSBEVRAGING


70% van de jongeren vindt het nodig dat er een organisatie bestaat die openstaat voor
hun vragen en ideeën, en vindt het belangrijk dat er kindvriendelijke beslissingen genomen
worden.
50% meent een aanspreekpunt te kennen en één derden daarvan denkt dan aan de
jeugddienst. Ze komen er echter nauwelijks of nooit. De medewerkers van de jeugddienst
vermoeden dat in werkelijkheid minder dan één derden de jeugddienst kennen. Door de
introductie bij het begin van de Kliksonbevraging werd er echter een korte uitleg over de
jeugddienst gegeven; vandaar dat jongeren gemakkelijk antwoordden dat ze de
jeugddienst kennen. Vermits niet zoveel jongeren de jeugddienst kennen is ook
participatie moeilijk.

*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

Het stadsbestuur wil een stem bieden aan alle kinderen en jongeren. Participatie en
inspraak hangen nauw samen met bekendmaking van de kanalen waarlangs kinderen en
jongeren hun stem kunnen laten gelden. Bekendmaking van de jeugddienst en de
jeugdraad naar het brede publiek is belangrijk.

DOELSTELLING 1:
De VZW Jeugdoverlegpunt Diest zorgt voor een continue participatie van het jeugdwerk
aan het voorbereiden van het jeugdwerkbeleid, en voor een participatie aan de uitvoering
van het jeugdwerkbeleidsplan.

Resultaat: het jeugdwerkbeleid wordt gevoed met veldwerkers die met hun voeten in het
jeugdwerk staan en nieuwe ideeën of inspiratie aanbrengen. Er wordt kort op de bal
gespeeld om jeugdwerkbeslissingen uit te voeren. Er is een goede communicatie tussen
de erkende jeugdwerkinitiatieven en de VZW Jeugdoverlegpunt Diest. Dit bevordert
eveneens de doorstroming van jeugdwerkers naar de beheerraad van de VZW en
verhoogt de interesse voor de taken van de VZW.

DOELSTELLING 2:
Als adviserend orgaan blijft de jeugdraad het kanaal waar jongeren, al dan niet lid van een
jeugdwerkinitiatief, een stem krijgen in het jeugdwerkbeleidsplan en kunnen participeren in
jeugdbeleidsmateries. Bekendmaking van de jeugdraad is hier ook belangrijk. Alle
groepen moeten dan ook van de werking van de jeugdraad op de hoogte zijn en moeten
gemotiveerd worden er naartoe te komen.

Resultaat: op de agenda van de jeugdraad staan onderwerpen die niet enkel betrekking
hebben op het jeugdwerkbeleid, maar op alle beleidsdomeinen waarmee jeugd op de één
of andere manier te maken heeft. De twee groepen vullen elkaar aan. Zowel
jeugdwerkers als jongeren die niet aangesloten zijn bij een jeugdwerkinitiatief hebben
inspraak in en participeren aan het jeugdbeleid. Ook moeilijk bereikbare groepen kennen
de jeugddienst en durven hun mening geven. Aan de jeugdraad nemen niet alleen
jeugdwerkinitiatieven deel. Er wordt ruimere onderwerpen besproken dan enkel
jeugdwerk. Alle onderwerpen zijn bespreekbaar.

*4. Concrete acties:

BIJ DOELSTELLING 1:
1. De herverkiezing van de leden van de VZW Jeugdoverlegpunt Diest zorgt ervoor
dat er via de jeugdraad regelmatig nieuwe jeugdwerkers worden ingeschakeld in
de beheerraad, die zeer vertrouwd zijn met het jeugdwerk.
• Tijdschema: driejaarlijks
• Financiële weerslag: /

2. De vzw Jeugdoverlegpunt Diest vergadert maandelijks, behalve in juli en


augustus.
• Tijdschema: maandelijks.
• Financiële weerslag: werkingssubsidies 3.720

3. De beheerraadsleden van de VZW Jeugdoverlegpunt Diest brengen indien


gewenst een bezoek aan de erkende jeugdwerkinitiatieven om de drempel met de
plaatselijke overheid te verlagen en om participatie aan het jeugdbeleid mogelijk
te maken.
• Tijdschema: vanaf januari 2005
• Financiële weerslag: /

BIJ DOELSTELLING 2:
1. De leerlingen uit het leerlingenoverleg zullen worden uitgenodigd om te
participeren aan de vergaderingen van de jeugdraad omdat dit zowel voor de
jeugdwerkafgevaardigden in de jeugdraad, als voor de jongeren uit het
leerlingenoverleg die niet bij een jeugdwerkinitiatief zijn aangesloten, zeer
verrijkend kan zijn. De jeugdconsulente is de initiatiefnemer en begeleider.
• Tijdschema: vanaf 2005.
• Financiële weerslag: /

2. Vermits het rechtstreeks aanspreken van jongeren een belangrijk


participatiekanaal is, wordt via de straathoekwerkster contacten onderhouden
met moeilijk bereikbare groepen. Via de straathoekwerkster worden zij
gemotiveerd deel te nemen aan de jeugdraad of worden ze begeleid in een
bezoekje aan de jeugddienst.
• Tijdschema: op elk moment van het jaar
• Financiële weerslag: /

3. Participatie en terugkoppeling bij de uitvoering en evaluatie van het


jeugdwerkbeleidsplan wordt georganiseerd in de jeugdraad. Indien zowel
jeugdwerk als leerlingenraden als moeilijk bereikbare kinderen (via
straathoekwerkster) hieraan deelnemen zal er een optimale participatie zijn.
• Tijdschema: minstens 1 maal per jaar
• Financiële weerslag: 500 euro werkingssubsidie

4. Indien tijdens de uitvoering van het jeugdwerkbeleidsplan blijkt dat op een


bepaald thema dieper moet ingegaan worden, kan de jeugddienst naast een
jeugdraadvergadering een leerlingenoverleg met afgevaardigden van alle
leerlingenraden van Diest organiseren.
• Tijdschema: kan op elk moment plaatsvinden
• Financiële weerslag: /

5. Vermits internet een belangrijk kanaal is voor kinderen en jongeren worden zij
aangespoord om via de nieuwe website van jeugdraad en jeugddienst ideeën,
voorstellen, klachten en vragen kenbaar te maken en langs die weg te
participeren. Terugkoppeling van beslissingen kan ook via die weg gebeuren.
Deze doelstelling wordt uitgewerkt in het hoofdstuk “communicatie en
informatie”.

6. Participatie en terugkoppeling in het jeugdruimtebeleid zal gebeuren door de


medewerkers van de landelijke jeugddienst Pedagogisch Instituut Vivès die
onderzoeken zullen uitvoeren in wijken en via die weg aan bewoners (zowel
ouders als kinderen) inspraak zullen geven over het inkleuren van hun buurt.
Deze doelstelling wordt uitgewerkt in het hoofdstuk jeugdruimte.

E. Jeugdwerkinfrastructuur

WIJZE WAAROP DE BEHOEFTEN WERDEN VASTGESTELD (ter uitvoering van art.


3, 2° van het besluit inzake jeugdruimte)

Er werd een kleine werkgroep samengesteld die op regelmatige basis vergaderde en


ondersteuning bood aan de jeugddienst bij het jeugdwerkbeleidsplan.
De werkgroep was als volgt samengesteld:
- Katja Beckx
- Wim Schollen (voorzitter jeugdraad)
- Bjorn Kemps
- Jan Havermans
- Liesbeth Luts
De schepen bevoegd voor jeugd, Mevr. Theys maakt ook deel uit van deze werkgroep.
De jeugdconsulente was voorzitter.
De werkgroep vergaderde telkens op de jeugddienst of in het stadhuis.

Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontving op 2 februari een bevragingslijst die ingevuld aan de
jeugddienst moest bezorgd worden (als bijlage 4) tegen eind februari. Het was de
bedoeling dat deze bevraging met de volledige groep werd ingevuld. De bevragingslijsten
werden door zestien van de 25 erkende jeugdwerkinitiatieven teruggestuurd. Gezien de
lage opkomst op de inspraakvergaderingen in 2001 (bij het JWBP 2002-2004) werden er
geen toelichtingsvergaderingen gepland. De bevragingslijsten die werden teruggestuurd
waren duidelijk ingevuld en een bijkomende bespreking ervan was niet altijd nodig, hoewel
die mogelijkheid bestond.
Onderwerpen in de bevragingslijsten waren:
- jeugdwerkinfrastructuur (beschikbaarheid, gebruik, beheer, capaciteit, omgeving,
bouwtechnische staat, wettelijkheid, en gemeentelijke ondersteuningsvormen)
- fuifbeleid
- kadervorming
- communicatie, informatie, inspraak en participatie
- toegankelijkheid van het jeugdwerk
- ondersteuningsvormen
Het luik jeugdwerkinfrastructuur werd zeer uitgebreid bevraagd. De vragenlijst en de
volledige inventarisatie met knelpunten en behoeften vindt u als bijlage 4; de werkpunten
die worden weerhouden vindt u hieronder.

Zoals uitgebreid besproken werd in het hoofdstuk “participatie en terugkoppeling” nam


Diest deel aan het Kliksonsproject. Uit dit onderzoek kwamen wat jeugdwerkinfrastructuur
betreft niet veel vaststellingen.

*1. BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE SITUATIE, DE KNELPUNTEN EN DE


WENSEN EN NODEN

a) beschikbaarheid en gebruik van jeugdwerkinfrastructuur


- Biebel AKB Scouts: lokalen van Poolsterscouts, Hortensiastraat , Diest
Geen vaste stek en geen eigen lokalen
De lokalen waarin ze nu zitten voldoen niet qua indeling aan de werking
Nood aan eigen aangepaste lokalen, evenals het sanitair dat niet aangepast is aan
kinderen met een handicap.
- Jeugdmuziekvereniging Dorna Musica: zaal SOK, Hasseltsebaan, Deurne
Geen vaste stek.
Lokaal is niet permanent ter beschikking gesteld aan de vereniging, zij gebruiken lokalen
van de Stad Diest. Ze kunnen dus ook niet volledig doen wat ze willen
- jeugdclub Smurf: Pastorijstraat 1, Schaffen
Samen gebruik is beperkend voor de werking.
De drempel is te hoog om binnen te komen: eerst langs de Gildezaal, dan door de gang…
Een jeugdhuis moet ook ‘toevallig’ toegankelijk zijn.
- Jeugdtoneel Jetodi, Kultuurcentrum Begijnhof Diest
Lokaal wordt niet permanent ter beschikking gesteld. Lokalen worden tevensmet andere
verenigingen gebruikt. Het samengebruik is soms een probleem.
Er is veel geluidshinder
- VVKM St. Lutgardis, Bruidstraat, Diest
Lokalen voldoen niet aan de indeling van de werking
Expliciet als behoefte vermeld: Dringend vernieuwing nodig; bouwaanvraag in de toekomst
- Jeugdkoor Vokaal Vleugt, kerk Vleugt
Kan niet ongestoord gebruik maken van de lokalen.
De lokalen voldoen qua indeling niet aan de werking
Expliciet als behoefte vermeld: We beschikken niet over eigen lokalen, we gebruiken de
kerk. Wij hebben dringend nood aan opbergruimte.

b) beheer van de jeugdwerkinfrastructuur (adressen werden reeds vermeld op pag.


7)
- Chiro Molenstede: zelf eigenaar van de infrastructuur. VZW Parochiale Werken is
eigenaar van de grond. Er werd een recht van opstal afgesloten.
- Chiro Webbekom: eigenaar van de infrastructuur. VZW Parochiale Werken is
eigenaar van de grond. Er werd een recht van opstal afgesloten.
- Chiro Schaffen: de Stad Diest is eigenaar van de infrastructuur. Er werd een
huurovereenkomst afgesloten.
- VVKS St. Jan Berchmans: het St. Jan Berchmanscollege is eigenaar van de
infrastructuur. Er werd een gebruikersovereenkomst afgesloten.
- VVKM St. Lutgardis: VZW Parochiale Werken is eigenaar van de infrastructuur. Er
werd geen overeenkomst afgesloten.
- VVKSM Poolster: Zij zijn zelf eigenaar van de infrastructuur en de grond.
- KSJ: St. Jan Berchmanscollege is eigenaar van de infrastructuur. Er werd een
gebruikersovereenkomst afgesloten.
- KLJ Vleugt: de Stad Diest is eigenaar van de infrastructuur. Er werd een
huurovereenkomst afgesloten.
- KLJ Deurne: de Stad Diest is eigenaar van de infrastructuur. Er werd een
huurovereenkomst afgesloten.
- AKB-scouts: VVKSM Poolster is eigenaar van de infrastructuur. Er werd geen
overeenkomst afgesloten.
- Jeugdtoneel Jetodi: de VZW Kultuurcentrum Begijnhof is beheerder van de lokalen.
De lokalen worden gehuurd. Om financiële redenen dreigen de huurprijzen te
verdubbelen!
- Jeugdtoneel Uilenspiegel: De overkoepelende vereniging Uilenspiegel is beheerder
van de lokalen. De lokalen mogen door het jeugdtoneel gebruikt worden.
- Jeugdtoneel KVT Tejaterateljee: de NV Studio Diest is eigenaar van de
infrastructuur. Er werd een notariële huurakte voor 21 jaar opgesteld.
- Jeugdkoor De Diesteltjes: de eigenaar van de lokalen is de school Zusters van
Voorzienigheid Diest. Het jeugdkoor gebruikt de lokalen.
- Jeugdkoor Vokaal Vleugt: zij houden repetities en opvoeringen in de plaatselijke kerk
op de Vleugt (VZW Parochiale Werken is dus eigenaar). Er bestaat geen
overeenkomst, er is enkel een mondelinge toestemming.
- Jeugdmuziek De Notenbalkers: eigenaar van de lokalen is de VZW Gildenzaal. Er is
een huurovereenkomst.
- Jeugdmuziek Dorna Musica: de stad Diest is de eigenaar van de lokalen. De
beheerder is de VZW SOK Deurne. De lokalen worden gehuurd.
- Jeugdatelier Mickey: de stad Diest is de eigenaar van de lokalen. De beheerder is de
vzw Molenhuis Molenstede. De lokalen worden gehuurd.
- jeugdclub Smurf: eigendom van de VZW Gildenzaal. Er bestaat een
huurovereenkomst voor onbepaalde duur. De huurprijs neemt een serieuze hap uit het
werkingsbudget!
- Jeugdhuis Tijl: VZW Parochiale Werken is eigenaar. Er werd een huurovereenkomst
afgesloten voor 99 jaar.
- Jongerenwerking van VZW Cleynaerts, Lokaal Steunpunt Diest: gebouwen zijn
eigendom van de Stad Diest. Er werd een concessie-overeenkomst afgesloten voor
de periode van 9 jaar.
- Speelpleinwerking Dassenaarde: een gedeelte van de gebouwen zijn eigendom van
de VZW Parochiale Werken, waarvoor een erfpachtovereenkomst werd gegeven aan
de VZW Dassenaarde voor 27 jaar. Een ander gedeelte dat ook in gebruik is voor de
speelpleinwerking is privé-eigendom en wordt gehuurd.
- Grabbelpas: activiteiten gaan door in de jeugdherberg die eigendom is van de Stad
Diest, of in het Kultuurcentrum Begijnhof dat beheerd wordt door een VZW. Voor beide
infrastructuren is er een mondelinge gebruiksovereenkomst.

c) capaciteit van de jeugdwerkinfrastructuur in verhouding tot het gebruik ervan


- Jeugdmuziekvereniging Dorna Musica: zaal SOK, Hasseltsebaan, Deurne
Niet elke leeftijdsgroep beschikt over een eigen ruimte; er is onvoldoende stockeerruimte.
- jeugdclub Smurf: Pastorijstraat 1, Schaffen
Lokaal is te klein voor het aantal leden: er is plaats voor 50 personen, ze hebben meer
dan 100 leden.
Niet elke groep beschikt over een eigen ruimte
Er is niet voldoende ruimte voor ontmoeting en activiteiten
Er is onvoldoende stockeerruimte
- Jeugdtoneel Jetodi, Kultuurcentrum Begijnhof Diest
Onvoldoende stockeerruimte. In het CCB kan je niets opbergen. Door het veelvuldig
gebruik van de aula moet zelfs het opgestelde decor wijken voor andere activiteiten
- Speelpleinwerking Dassenaarde, Asdonkstraat z/n, Molenstede
Zij zijn genoodzaakt extra lokalen te huren.
- VVKM St. Lutgardis, Bruidstraat, Diest
Lokalen te klein
Niet elke leeftijdsgroep beschikt over een eigen ruimte
Onvoldoende ruimte voor ontmoeting en activiteit
Onvoldoende stockeerruimte
- Jeugdkoor Vokaal Vleugt, kerk Vleugt
Onvoldoende stockeerruimte.

d) omgeving van de jeugdwerkinfrastructuur


- chiro Webbekom, Webbekomstraat, Webbekom
Speelweide wordt gebruikt om honden uit te laten en soms als parking; het slot dat ‘erop’
zat is ooit kapot gedaan door de stadsdiensten. Er is niet altijd genoeg speelruimte in de
buurt.
- jeugdclub Smurf: Pastorijstraat 1, Schaffen
Geen gunstige ligging van de lokalen
Onvoldoende buitenspeelmogelijkheden
Onvoldoende speelruimte in de buurt.
Gezien de ligging van Smurf is het ’s zomers niet prettig om met z’n allen op een zonloos
terrasje van 8 m² te zitten.
- Jeugdtoneel Jetodi, Kultuurcentrum Begijnhof Diest
Lokalen zijn onvoldoende veilig bereikbaar.
Er is te weinig parkeergelegenheid.
- KVT Tejaterateljee
Onvoldoende buitenspeelmogelijkheden.
Onvoldoende speelruimte in de buurt
- Scouts Poolster, Hortensiastraat z/n, Diest
Onvoldoende parkeergelegenheid
Er zijn klachten m.b.t. overlast uit de buurt
- VVKS St. Jan Berchmans, Peetersstraat 14, Diest
Lokalen zijn niet veilig bereikbaar
Onvoldoende parkeergelegenheid

e) bouwtechnische staat (minstens met het oog op veiligheid)


- chiro Molenstede: Dorpsstraat z/n, Molenstede
2 van de 3 lokalen zijn in mindere staat. Het andere lokaal is volledig voorzien.
In 2005 wil men het Heem renoveren, budget is nog niet berekend
- Jeugdtoneel Jetodi, Kultuurcentrum Begijnhof Diest
De lokalen zijn onvoldoende uitgerust tegen geluidsoverlast.
- Scouts Poolster, Hortensiastraat z/n, Diest
Onvoldoende sanitair
De gebouwen zijn onvoldoende brandveilig
Gebouwen zijn onvoldoende uitgerust om geluidsoverlast te vermijden
- VVKM St. Lutgardis, Bruidstraat, Diest
Gebouwen niet in behoorlijke staat.
Onvoldoende verwarming.
De gebouwen zijn onvoldoende brandveilig.
Willen gebouwen renoveren.
- Jeugdkoor Vokaal Vleugt, kerk Vleugt
Gebouwen zijn niet in behoorlijke staat
Er is geen degelijke verwarming

f) wettelijkheid van de jeugdwerkinfrastructuur


De meeste jeugdwerkinitiatieven zijn niet op de hoogte over de wettelijkheid rond de
infrastructuur, meer bepaald over rookafzuiginstallatie, Vlaremwetgeving, AREI enz…
- Speelpleinwerking Dassenaarde, Asdonkstraat z/n, Molenstede
De infrastructuur waar de speelpleinwerking doorgaat, is verouderd. Er mogen enkel
instandhoudingwerken plaatsvinden, omdat de infrastructuur zonevreemd ligt. De
veroudering is zover gezet dat zelfs instandhoudingwerken geen zin meer hebben. Dit is
niet bevorderlijk voor de werking, en monitoren en ouders zijn niet tevreden met deze
speelomstandigheden. Het weerhouden van de terreinen en gebouwen in het sectoraal
BPA voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten
moet worden onderzocht met Afdeling Natuur en Milieu van het Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. Deze afdeling moet een advies formuleren over het weerhouden in het
sectoraal BPA.

g) gemeentelijke ondersteuningsvormen
Aangepaste jeugdwerkinfrastructuur (zowel lokalen als speelterreinen) voor
jeugdwerkinitiatieven is noodzakelijk voor een kwaliteitsvolle en veilige werking van het
jeugdwerkinitiatief. Hieraan draagt het stadsbestuur in grote mate bij door volgende
concrete acties voor particuliere jeugdwerkinitiatieven:
- reglement voor bouwsubsidies: investeren in jeugdwerklokalen door te renoveren,
beveiligen, bouwen of aan te kopen, kost veel geld. Jeugdwerkinitiatieven kunnen dit
niet zonder bouwsubsidies. Het principe van subsidiëring bestaat erin dat 60% van
uitgaven voor de werken door het stadsbestuur wordt ingebracht, en dat het
jeugdwerkinitiatief 40% zelf moet inbrengen. Een jeugdwerkinitiatief dat de werken zelf
uitvoert, moet slechts 28% zelf inbrengen en wordt door het stadsbestuur voor 72%
gesubsidieerd. De aanvraag moet gebeuren voor 31 december van het jaar
voorafgaand aan de werken.
Hiervoor werd een bouwfonds opgericht bij de VZW Jeugdoverlegpunt Diest. Het
bouwfonds werd jaarlijks aangevuld met 37.184 euro. Dit budget werd jaarlijks
aangesproken door verschillende jeugdwerkinitiatieven. Indien het jaarlijks budget niet
volledig werd opgebruikt, wordt het gespaard, in afwachting van een bouwboom die
verwacht wordt bij enkele jeugdwerkinitiatieven. In 2004 werd een financiële
inhaalbeweging gemaakt omdat de nood aan jeugdlokalen bij VVKS St. Jan en chiro
Schaffen zeer hoog was en de bouwplannen zeer concreet. Er werd een
prefinanciering gedaan van 200.000 euro om de bouwwerken bij de beide
jeugdwerkinitiatieven van start te laten gaan en zo snel mogelijk tot een goed einde te
brengen. Gedurende de volgende vijf jaar wordt er 40.000 euro afgehouden van het
budget bouwsubsidies bij de VZW Jeugdoverlegpunt.
Voorlopig zijn er bij andere jeugdwerkinitiatieven geen plannen voor nieuwbouw, wel
voor renovatie en aanpassingen.
De nood aan subsidiëring blijkt heel duidelijk te bestaan, vermits dit een grote hap uit
het budget van een jeugdwerkinitiatief neemt en zij dit niet alleen kunnen financieren.
- contract voor het onderhoud van brandblusapparaten in jeugdlokalen: de VZW
Jeugdoverlegpunt Diest ging een contract aan met N.V. Sicli. Deze firma plaatste in de
jeugdlokalen brandblusapparaten naargelang de grootte van de lokalen en het aantal
kamers in een jeugdlokaal. Jaarlijks worden deze brandblusapparaten gecontroleerd door
een technieker van de firma. Indien nodig wordt de vulling van de apparaten vernieuwd.
Zo blijven de brandblusapparaten bruikbaar. Het contract met Sicli NV zou zeker moeten
blijven bestaan omdat dit door iedereen positief onthaald wordt. Vanuit het jeugdwerk
bestaat de nood aan een jaarlijkse brandblusoefening in samenwerking met de brandweer.
Ondanks het feit dat in elk jeugdlokaal brandblusapparaten aanwezig zijn en deze ook
jaarlijks gecontroleerd worden, blijken er op dit vlak nog heel wat noden en behoeften te
zijn.
- verhuur van lokalen aan jeugdwerkinitiatieven: in de mate van het mogelijke
verhuurt het stadsbestuur lokalen aan jeugdwerkinitiatieven bijvoorbeeld aan KLJ
Deurne, Chiro Schaffen en aan KLJ Vleugt. Ook speelterreinen worden aan bepaalde
jeugdwerkinitiatieven ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld chiro Webbekom.
- reglement voor werkingssubsidies: het stadsbestuur gaat ervan uit de infrastructuur
van jeugdlokalen een grote bron van uitgaven is voor jeugdwerkinitiatieven. De
berekening van de werkingssubsidies baseert zich daarom gedeeltelijk op de kosten
die een jeugdwerkinitiatief maakt voor de jeugdlokalen, meerbepaald de
nutsvoorzieningen, de brandverzekering en de belasting op onroerend goed. Deze
kosten moeten bewezen worden met facturen. Daarnaast kan een jeugdwerkinitiatief
dat deze kosten niet maakt forfaitair een bedrag van 250 euro inbrengen in de
berekening van de werkingssubsidies.

*2. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

Visie
Financiële en logistieke ondersteuning in het beveiligen, kopen, bouwen of vernieuwen
van jeugdlokalen is een prioriteit in het jeugdwerkbeleidsplan. Veilige jeugdlokalen zijn
zeer belangrijk in de werking van een jeugdwerkinitiatief.
Voor het beveiligen, kopen, bouwen of vernieuwen van jeugdlokalen is ook de financiële
inbreng van het jeugdwerkinitiatief zelf van groot belang. Het initiatief komt dus steeds van
het erkend jeugdwerkinitiatief zelf vermits zij zelf een aandeel van de werken moeten
kunnen financieren, en zij hiervoor eerst voldoende middelen moeten kunnen verzamelen.
Prioriteit wordt gegeven aan de subsidiëring van de bouwplannen van chiro Schaffen en
VVKS St. Jan Berchmans omdat de bouwplannen van deze twee verenigingen al jaren op
stapel staan, maar niet konden uitgevoerd worden wegens stedenbouwkundige
problemen.. Indien speelpleinen Dassenaarde wordt opgenomen in het sectoraal BPA,
kunnen ook zij met renovatieplannen starten. Er is echter voldoende financiële ruimte in
de bouwsubsidies om ook de minder grote plannen van andere erkende
jeugdwerkinitiatieven uit te voeren.

DOELSTELLING 1: Reglement voor bouwsubsidies


Jeugdwerkinitiatieven worden financieel ondersteund indien zij aankoop, bouw of
vernieuwing van hun infrastructuur plannen.

Resultaat: stap voor stap worden de jeugdlokalen in Diest vernieuwd of worden nieuwe
jeugdlokalen gebouwd voor jeugdwerkinitiatieven die geen eigen lokaal hebben.

DOELSTELLING 2: Veiligheid
Erkende jeugdwerkinitiatieven die veiligheidsaanpassingen willen doen aan hun
jeugdlokaal kunnen hiervoor gesubsidieerd worden. Hier geldt het reglement voor
bouwsubsidies. Jeugdwerkinitiatieven die financieel niet in de mogelijkheid verkeren om
veiligheidsaanpassingen uit te voeren in hun lokalen, hebben voldoende
brandblusapparaten in de lokalen staan.

Resultaat: de (ver)nieuwde jeugdlokalen zijn veilig, op vlak van brandveiligheid,


electriciteit, enz…
DOELSTELLING 3: Wettelijkheid
Het stadsbestuur stelt een sectoraal BPA op voor zonevreemde gebouwen en terreinen
voor sport- en jeugdactiviteiten. De opname van speelpleinwerking Dassenaarde hierin
wordt verdedigd. Met de andere jeugdwerkinitiatieven zijn indien nodig gesprekken
gevoerd voor regularisatie. De procedure voor het opstellen van het sectoraal BPA is op
dit moment lopende.

Resultaat: het wordt voor de speelpleinwerking mogelijk om eigen gebouwen op te


richten. Er zijn geen zonevreemde jeugdlokalen in Diest.

DOELSTELLING 4: Verhuur van lokalen of speelweiden.


Het stadsbestuur verhuurt lokalen of speelweiden tegen een kleine huurprijs.

Resultaat: KLJ Deurne en KLJ Vleugt zijn gehuisvest en Chiro Webbekom kan over zijn
eigen speelterrein beschikken. Chiro Schaffen heeft een renovatie doorgevoerd en kan
mits recht van opstal of erfpacht over de lokalen beschikken.

DOELSTELLING 5: Reglement voor werkingssubsidies.


De mogelijkheid blijft bestaan om infrastructuurkosten in te brengen als werkingskost. Bij
de berekening van de werkingssubsidies wordt met de infrastructuurkosten rekening
gehouden. Dit werd al uitgewerkt in het hoofdstuk “ondersteuning van het jeugdwerk”.

KADEREN IN GEMEENTELIJK RUIMTELIJK BELEID


De jeugdwerkinfrastructuur heeft zijn plaatsje bemachtigd in Diest en zijn deelgemeenten.
Voor de meeste jeugdwerkinitiatieven is dit historisch zo gegroeid. In het ontwerp van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (versie 24/08/04) wordt verwezen naar het bijzonder
plan van aanleg voor de regularisatie van zonevreemde gebouwen en terreinen voor
jeugd-, recreatie- en sportactiviteiten. De jeugdwerkinitiatieven mogen hun infrastructuur
behouden en worden opgenomen in het BPA. Hierover werden met de verantwoordelijken
van de jeugdwerkinitiatieven gesprekken gevoerd: zijn er alternatieven, wat is haalbaar
voor het jeugdwerkinitiatief, hoe zien zij zelf hun toekomst op vlak van ruimtelijke ordening.
Op basis van de resultaten van deze inspraak werden de jeugdwerkinitiatieven
opgenomen in het BPA voor regularisatie.
Wat speelpleinwerking Dassenaarde betreft hangt de opname in het BPA af van
gesprekken met Natuurpunt en Aminal. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
(ontwerpversie dd. 24/08/04) omschrijft het gebied Asdonk, Eikelenberg en de Vallei van
het Zwart Water als een gebied met zeer belangrijke natuurwaarde. Besprekingen
omtrent de opname in het sectoraal BPA worden rechtstreeks met de speelpleinwerking
en andere betrokken partners gevoerd. Op die manier is inspraak mogelijk.
In het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dd. 24/08/04 wordt in de dorpskern
van Schaffen de omgeving van de Vroentestraat en het gemeenteschooltje omschreven
als een ruimte voor lokale openluchtrecreatie. Dit is voordelig voor chiro Schaffen die daar
bouwplannen heeft.
In hetzelfde ontwerp blijken er onvoldoende speelmogelijkheden voor kinderen en
jongeren te zijn in de Diestse binnenstad. De nieuwbouw van VVKS St. Jan Berchmans
biedt daaraan een oplossing.

*3. Concrete acties

Bij doelstelling 1: reglement voor bouwsubsidies (als bijlage in bijlage 2)


Het reglement blijft behouden; de mogelijkheid tot subsidiëring van bouwwerken of
aankoop blijft bestaan.
Jaarlijks voor 31 december worden de subsidie-aanvragen voor werken die het jaar
daarop zullen worden uitgevoerd, ingediend. De aanvragen worden toegewezen in functie
van hun prioriteit. Bij elke aanvraag worden door het jeugdwerkinitiatief de nodige plannen
en bouwvergunningen voorzien. Er wordt rekening mee gehouden dat de prefinanciering
van twee bouwprojecten in 2004 (VVKS St. Jan en Chiro Schaffen), moet terugbetaald
worden aan het schepencollege tussen 2005 en 2009. Dit legt echter geen hypotheek op
de plannen van de andere jeugdwerkinitiatieven.
2005: 45.000 Euro – 40.000 euro = 5.000 euro
2006: 45.000 Euro – 40.000 euro = 5.000 euro
2007: 45.000 Euro – 40.000 euro = 5.000 euro

Bij doelstelling 2: contract brandblusapparaten N.V. Sicli en veiligheidswerken in


jeugdlokalen
Jaarlijks voor 31 december worden de subsidie-aanvragen voor werken die het jaar
daarop zullen worden uitgevoerd, ingediend. De aanvragen worden toegewezen in functie
van hun prioriteit. Bij elke aanvraag worden door het jeugdwerkinitiatief de nodige plannen
en bouwvergunningen voorzien. Het reglement op bouwsubsidies is hier van toepassing.
De brandblusapparaten worden jaarlijks gecontroleerd door NV Sicli. Het contract voor
onderhoud van brandblusapparaten in jeugdlokalen wordt behouden. Er worden
brandblusoefeningen georganiseerd.
2005: 6.200 Euro
2006: 6.200 Euro
2007: 6.200 Euro

Bij doelstelling 3: de opname van speelpleinwerking Dassenaarde in het sectoraal


BPA.
Het is moeilijk om hieraan een timing te koppelen omdat andere factoren een rol spelen,
maar deze doelstelling zou in 2004 nog kunnen uitgevoerd worden.

Bij doelstelling 4: verhuur van lokalen aan jeugdwerkinitiatieven 2005-2007


Het stadsbestuur verhuurt lokalen aan jeugdwerkinitiatieven aan KLJ Deurne, Chiro
Schaffen en aan KLJ Vleugt.
Chiro Schaffen gaat de lokalen verbouwen en zal een recht van opstal-erfpacht met de
stad afsluiten. Dit is nog gepland voor 2004.
Chiro Webbekom huurt een speelterrein van de stad. Er wordt onderzocht of dit
speelterrein kan worden afgesloten.

F. Geïntegreerd jeugdbeleid

Ter uitvoering van art. 4 §3 van het uitvoeringsbesluit jeugdwerkbeleid.

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

INTRAGEMEENTELIJK

PREVENTIECONTRACT
Het stadsbestuur sloot een preventiecontract af met het Ministerie van Binnenlandse
zaken.
In het kader van dit contract zijn een preventie-ambtenaar, een preventiewerker,
stadswachten en een straathoekwerker werkzaam bij het stadsbestuur.

Straathoekwerk wordt als laagdrempelige methode gebruikt om de doelgroep op te zoeken


in zijn eigen milieu met als hoofddoelstellingen het preventief werken aan én het streven
naar het verbeteren van de leefsituatie van de maatschappelijk kwetsbare jongeren. De
straathoekwerkster werkt met randgroepjongeren of maatschappelijk kwetsbare jongeren,
of met jongeren die geen aansluiting vinden bij het reguliere jeugdwerk. Op dit moment
zijn er goede contacten met de skaters.

In het kader van drugpreventie werkt de preventiedienst samen met de directies van de
Diestse scholen. Hoofddoelstelling is de vorming en ondersteuning van de leerkrachten
die via de onderwijssituatie dagelijks in contact staan met de jongeren.
Daarnaast verleent de preventiedienst zijn medewerking aan de eindejaarscampagne van
het Regionaal Preventieteam in samenwerking met De Lijn: “Ligt de roes op de loer, denk
aan veilig vervoer!”. Tijdens de oudejaarsnacht worden feestvierders gestimuleerd zich
nuchter en veilig te verplaatsen. De Lijn zet nachtbussen in.

LOKAAL BELEIDSPLAN VOOR BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG 2003-2005

Het beleidsplan 2003-2005 geeft een overzicht van alle opvangmogelijkheden in Diest,
zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak. Grabbelpas en Speelpleinwerking
Dassenaarde werden erin opgenomen. Daarnaast worden de opties voor de toekomst
beschreven. De jeugddienst maakt deel uit van het Lokaal Overleg, die een drietal keer
per jaar vergaderen.

CULTUURBELEIDSPLAN 2004-2007
Het cultuurbeleidsplan houdt rekening met de noden uit het jeugdwerkbeleidsplan 2002-
2004 en werkt erop verder.

INTERGEMEENTELIJK

SAMENWERKING IN HET KADER VAN GRABBELPAS

Tijdens de kerstvakantie en de zomervakantie wordt er regelmatig samengewerkt met de


jeugddiensten van de gemeenten Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort en Tielt-Winge.
Dit gebeurt vooral voor activiteiten waaraan een groot aantal kinderen of jongeren kan
deelnemen, en die niet betaalbaar zouden zijn als één gemeente de activiteit alleen moet
organiseren. Het gebeurt ook dat één gemeente een onvoldoende aantal kinderen of
jongeren zal kunnen verzamelen, waardoor het programmeren van de activiteit in het
gedrang komt omdat er een minimum aantal deelnemers vereist is.

BOVENGEMEENTELIJK

SAMENWERKING MET DE UITLEENDIENST VAN DE PROVINCIE VLAAMS-


BRABANT

Er gebeurt aan erkende jeugdwerkinitiatieven een terugbetaling van de verzekering en bij


ontlenen van materiaal bij de provinciale uitleendienst. Het doel is jeugdwerkinitiatieven te
stimuleren om belichting en geluidsapparatuur bij de provinciale uitleendienst te lenen. Bij
het stadbestuur bestaan de mogelijkheden (personeel, onderhoud, nazicht,…) niet om
geluid en licht te ontlenen bij de uitleendienst die gekoppeld is aan de jeugddienst.

SAMENWERKING MET PEDAGOGISCH INSTITUUT VIVÈS, LANDELIJKE


JEUGDDIENST VOOR SPEELPROJECTEN

Deze jeugddienst begeleidt de medewerkers van de jeugddienst op vlak van


speelruimtebeleid. Het speelruimteplan en deze samenwerking werden besproken in het
hoofdstuk “jeugdruimte” en het hoofdstuk “participatie en terugkoppeling”.

GEMEENTEGRENSOVERSCHRIJDENDE INITIATIEVEN

De samenwerking met enkele buurgemeenten in het kader van grabbelpas en tijdens de


zomervakantie zien wij als een gemeentegrensoverschrijdende samenwerking.

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

INTRAGEMEENTELIJK

De nood aan een jongerenontmoetingscentrum wordt via het straathoekwerk al enkele


jaren aangeklaagd. Er is een goede samenwerking met de straathoekwerkster en via de
straathoekwerkster zijn er goede contacten met de skatersgroep. Deze samenwerking
blijft best bestaan, ook naar toeleiding naar de tienerwerking toe.

Uit de behoeftepeiling in het BKO-beleidsplan blijkt net zoals uit de behoeften die de
straathoekwerkster aanhaalt de duidelijke nood aan initiatieven voor tieners. Weliswaar
signaleert ieder beleidsplan deze behoefte vanuit zijn eigen invalshoek.

Daarnaast moeten we blijven streven naar een integrale vakantiewerking met een aanbod
dat goed op elkaar is afgestemd. De verschillende initiatieven moeten streven naar een
goede samenwerking. Ouders vragen naar een samenwerking tussen grabbelpas en ‘t
Kliekske, zoals die reeds bestaat tussen de sportkampen en ’t Kliekske.

Binnen het cultuurbeleidsplan vindt men het ondermeer belangrijk de culturele activiteiten
voor kinderen en jongeren verder uit te bouwen omdat daar op dit moment weinig aanbod
aan is binnen het Kultuurcentrum. Grabbelpas probeert tijdens de kerstvakantie en
tijdens de zomervakantie op deze nood in te spelen door een aanbod te doen.
Het Kultuurcentrum is verder ook een belangrijke partner in het ontwerpen van de
evenementenzaal, vermits ook zij nood hebben aan een voldoende grote zaal voor
culturele activiteiten. De combinatie tussen fuifzaal en zaal voor voorstellingen wordt door
het schepencollege uitgewerkt. Cultuur- en jeugdraad geven advies.

INTERGEMEENTELIJK

De samenwerking met de gemeenten Halen, Bekkevoort, Scherpenheuvel-Zichem en


Tielt-Winge in het kader van Grabbelpas mag verdergezet worden.
BOVENGEMEENTELIJK

De terugbetaling van de verplichte polis bij het ontlenen van materiaal bij de provincie is
noodzakelijk om erkende jeugdwerkinitiatieven te stimuleren naar Leuven te rijden voor
geluid en belichting als ze activiteiten organiseren. De gemeentelijke jeugddienst kan de
ontlening van belichting en geluid niet meer zelf opnemen. Hierover werd al gesproken in
hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen. We voegen er nog aan toe dat vanuit enkele
erkende jeugdwerkinitiatieven de vraag komt om een voorpost van de uitleendienst te
starten aan de oostkant van de provincie voor het afhalen en binnenleveren van materiaal
bij de provinciale uitleendienst.

De samenwerking met Pedagogisch Instituut Vivès is noodzakelijk als ondersteuning in


het speelruimtebeleid en –overleg. Dit komt de samenwerking met de medewerkers van
de jeugddienst ten goede.

*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

De bestaande samenwerkingen op intra-, inter- en bovengemeentelijk niveau worden


verder gezet. Overleg met alle partners op de verschillende niveaus is een middel tot
samenwerking. Nieuwe mogelijkheden tot samenwerking worden steeds onderzocht, op
elk niveau, bij het opstarten van nieuwe werkingen of dossiers. Op die manier zal een
geïntegreerd jeugdbeleid worden nagestreefd.

DOELSTELLING 1:
De verschillende stedelijke zomerinitiatieven (speelpleinen Dassenaarde, kinderopvang ’t
Kliekske, sportkampen en grabbelpas) worden op elkaar afgestemd, zoals dat in het
verleden reeds gebeurde. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigenheid van elk
initiatief.

Resultaat: Alle kinderen en jongeren die in Diest naar school gaan ontvangen een
zomerbrochure met het aanbod. De deelnemers kunnen een keuze maken uit het ruime
zomeraanbod.

DOELSTELLING 2:
Met de buurgemeenten zal samengewerkt worden bij het programmeren van een
grabbelpasvakantie-aanbod.

Resultaat: activiteiten die een hoog kostenplaatje dragen of waar een minimum aantal
deelnemers vereist is dat niet door één gemeente kan worden verzameld, kunnen toch
worden geprogrammeerd.

DOELSTELLING 3:
Met de straathoekwerkster wordt een goede samenwerking vooropgesteld voor contacten
met jongeren die zich niet vinden in het reguliere jeugdwerk, met maatschappelijk
achtergestelde jongeren en met de skaters.

Resultaat: de jeugddienst brengt het reguliere jeugdwerk en de tienerwerking in contact


met de doelgroep van de straathoekwerkster. Samenwerking wordt nagestreefd.

DOELSTELLING 4:
Erkende jeugdwerkinitiatieven worden gemotiveerd audio-visueel materiaal te ontlenen bij
de provincie. De subsidiëring van het ontlenen van materiaal bij de provinciale overheid
blijft bestaan.

Resultaat: jeugdwerkinitiatieven krijgen voldoende ondersteuning voor de organisatie van


hun activiteiten. Voor het huren van materiaal dat niet door het stadsbestuur kan
aangeboden worden, bestaat een financiële ondersteuning.

DOELSTELLING 5:
Bij de bouw van de evenementenzaal is er een overleg tussen de cultuursector en de
jeugdsector. Door de combinatie van infrastructuur voor jeugd- en cultuuractiviteiten wordt
voor jongeren de drempel lager om deel te nemen aan cultuuractiviteiten.

Resultaat: muziekgroepjes moeten zich niet naar andere steden verplaatsen om te


repeteren en moeten niet meer in de kelder of de garage repeteren. Er wordt ruimte
voorzien voor een jongerenontmoetingscentrum. De evenementenzaal biedt thuis aan
alle fuiforganisatoren, zowel voor klasfuiven en jeugdbewegingsfuiven als voor de grote
fuiven. Er worden culturele activiteiten georganiseerd in de evenementenzaal. Jongeren
nemen eraan deel.

*4. Concrete acties

BIJ DOELSTELLING 1: (werd al uitgewerkt in hoofdstuk “ondersteunen van het


jeugdwerk”
De samenwerking tussen de verschillende stedelijke zomerinitiatieven wordt
verdergezet door het aanbod gezamenlijk te promoten in twee zomerbrochures: één
brochure voor kinderen tot 12 jaar, en één brochure voor tieners vanaf 12 jaar. Deze
zomerbrochure wordt via de Diestse scholen verdeeld. In de stadsinfo wordt
aangekondigd vanaf welke datum de brochure af te halen is. Elk initiatief zorgt voor
een financiële bijdrage naargelang het aandeel dat het inneemt in de brochure.
• Tijdschema: de brochure is jaarlijks klaar op 15 mei.
• Financiële weerslag: voor speelpleinwerking Dassenaarde via budget
werkingsmiddelen; voor grabbelpas via budget werkingsmiddelen.

BIJ DOELSTELLING 2:
Er is een overleg met de jeugddiensten van de gemeenten Scherpenheuvel-Zichem,
Tielt-Winge en Bekkevoort waarin besproken wordt op welke manier er tijdens de
vakantie zal worden samengewerkt in het kader van Grabbelpas.
• Tijdschema: bij het voorbereiden van de Grabbelpas.
• Financiële weerslag: geen.

BIJ DOELSTELLING 3:
Er zijn regelmatig contacten tussen de jeugddienst, het reguliere jeugdwerk, de
tienerwerking en de straathoekwerkster.
• Tijdschema: zo veel als nodig
• Financiële weerslag: /

BIJ DOELSTELLING 4: (werd al uitgewerkt in het hoofdstuk “ondersteunen van het


jeugdwerk)
- Het stadsbestuur wil bijkomend ondersteuning bieden indien het materiaal uit de
stedelijke uitleendienst niet voldoet voor de organisatie van de activiteiten van
jeugdwerkinitiatieven. Dit werd opgenomen in het uitleendienstreglement in
bijlage 2.
De belichtings- en geluidsapparatuur en de multimediaprojector uit de
provinciale uitleendienst is een aanvulling is op de stedelijke uitleendienst:
ondersteuning gebeurt door de premie van de abonnementspolis die men neemt
bij Ethias voor het materiaal van de provinciale uitleendienst volledig terug te
betalen.
• Tijdschema: de verzekering die via de abonnementspolis van Ethias werd
afgesloten, wordt terugbetaald als het afhaalformulier van de provinciale
uitleendienst bij de jeugddienst wordt binnengebracht. De huur van de
multimediaprojector, het springkasteel en het ballenbad wordt terugbetaald als het
op voorhand schriftelijk gemeld werd en als het factuur en het betalingsbewijs
worden binnengebracht.
• Financiële weerslag: budget van 1.860€.

BIJ DOELSTELLING 5: (werd al uitgewerkt in het hoofdstuk “jeugdruimte”)


Het stadsbestuur richt een evenementenzaal met repetitieruimte en
jongerenontmoetingscentrum op. Er wordt overleg gepleegd met de doelgroep uit
de jeugdsector en de cultuursector.
2005-2007: doorvoeren van BPA-wijziging, opstellen van een ontwerp door de architect;
inspraakrondes, start van de werken.
Er zal jaarlijks een budget voorzien worden in de begroting, afhankelijk van het vorderen
van het dossier.

G. JEUGDRUIMTE

WIJZE WAAROP DE BEHOEFTEN WERDEN VASTGESTELD (ter uitvoering van art. 4


van het besluit inzake jeugdruimte)

Er werd een kleine werkgroep samengesteld die op regelmatige basis vergaderde en


ondersteuning bood aan de jeugddienst bij het jeugdwerkbeleidsplan.
De werkgroep was als volgt samengesteld:
- Katja Beckx
- Wim Schollen(voorzitter jeugdraad)
- Bjorn Kemps
- Jan Havermans
- Liesbeth Luts
De schepen bevoegd voor jeugd, Mevr. Theys maakt ook deel uit van deze werkgroep.
De jeugdconsulente was voorzitter.
De werkgroep vergaderde telkens op de jeugddienst.

Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontving op 2 februari een bevragingslijst die ingevuld aan de
jeugddienst moest bezorgd worden (als bijlage 4) tegen eind februari. Het was de
bedoeling dat deze bevraging met de volledige groep werd ingevuld. De bevragingslijsten
werden door zestien van de 25 erkende jeugdwerkinitiatieven teruggestuurd. Gezien de
lage opkomst op de inspraakvergaderingen in 2001 (bij het JWBP 2002-2004) werden er
geen toelichtingsvergaderingen gepland. De bevragingslijsten die werden teruggestuurd
waren duidelijk ingevuld en een bijkomende bespreking ervan was niet altijd nodig, hoewel
die mogelijkheid bestond.
Onderwerpen in de bevragingslijsten waren:
- jeugdwerkinfrastructuur (beschikbaarheid, gebruik, beheer, capaciteit, omgeving,
bouwtechnische staat, wettelijkheid, en gemeentelijke ondersteuningsvormen)
- fuifbeleid
- kadervorming
- communicatie, informatie, inspraak en participatie
- toegankelijkheid van het jeugdwerk
- ondersteuningsvormen

Zoals uitgebreid besproken werd in het hoofdstuk “participatie en terugkoppeling” nam


Diest deel aan het Kliksonsproject en werden uit dit onderzoek ook enkele vaststellingen
gehaald.

De contacten met de straathoekwerkster en de medewerkers van het Lokaal Steunpunt


waren ook zeer belangrijk. Zij kennen de noden en behoeften van een bepaalde
doelgroep, namelijk die kinderen en jongeren die minder mondig zijn en geen deel
uitmaken van het reguliere jeugdwerk. De straathoekwerkster probeert vooral de
skatersgroep die zich dikwijls in het skatepark op de Warande ophoudt, dichter bij het
beleid te brengen. De medewerkers van het Lokaal Steunpunt proberen vooral
allochtonen dichter bij het beleid te brengen. De medewerker van de jeugddienst die
gespecialiseerd is in speelruimtebeleid was zeer nauw bij de behoeftenverzameling rond
speelruimte betrokken. Regelmatig worden er bij het stadsbestuur meldingen gedaan van
tekorten aan bestaande speelpleinen.

ARGUMENTATIE OVER DE GEKOZEN DEELGEBIEDEN (ter uitvoering van art. 4 van


het besluit inzake jeugdruimte)

Het schepencollege besliste in overleg met de jeugdraad (tijdens de vergadering van 16


januari 2004) de deelgebieden “jeugdruimte” en “fuifruimte” verder uit te werken. Reden
hiervoor is dat in deze deelgebieden de voorbije jaren al enkele belangrijke acties werden
ondernomen, maar uit de inspraak rond opstellen van het jeugdwerkbeleidsplan blijkt dat
hierrond nog enkele grote noden en behoeften bestaan. De bestaande acties worden
verder uitgediept en uitgewerkt, en er worden nieuwe acties rond de behoeften uitgewerkt.
Het schepencollege en de jeugdraad vinden het belangrijker de bestaande visie rond
speelruimte en fuifruimte uit te werken en de kans te geven deze te laten uitgroeien, dan
op dit moment nieuwe deelgebieden aan te boren.

*1. Beschrijving van de bestaande situatie met tekorten en werkpunten

SPEELRUIMTE

Inleiding:
Op 19 mei 2001 werd een nieuwe reglementering op speeltoestellen en speelterreinen van
kracht. Deze 2 Koninklijke Besluiten vertaalden de bestaande Europese Normen voor
speeltoestellen naar de Belgische realiteit. De K.B.’s zijn bedoeld voor alle
verantwoordelijken die hun speelterrein openstellen voor het publiek. Dit wil zeggen dat
alle publieke speelterreinen met minstens één speeltoestel onder dit besluit vallen maar
dat het niet geldt voor speeltoestellen in je eigen tuin. De wetgeving zegt dat een uitbater
de verantwoordelijke of de beheerder van het speelterrein is. Diegene die dus rechtstreeks
het speelterrein aanbiedt, is verantwoordelijk voor de veiligheid van het speelterrein en de
speeltoestellen.
Welke gevolgen hebben deze K.B.’s gehad voor het beleid omtrent de openbare
speelterreinen in Diest?
Er werd een risicoanalyse opgesteld die bestaat uit het vaststellen van de gevaren en
risico’s voor de gebruikers of de begeleiders en het evalueren van de risico’s.
Na de risicoanalyse werden preventiemaatregelen genomen om de opgespoorde gevaren
en risico’s te verwijderen. De risico-analyse werd niet in de jeugdwerkbeleidsplan
opgenomen omdat ze te uitgebreid is. Op een aantal stedelijke speelterreinen in Diest
werden daarom enkele toestellen weggenomen omdat ze niet langer voldeden aan de
nieuwe veiligheidsvoorschriften. Het was financieel niet haalbaar om overal tegelijk nieuwe
toestellen aan te kopen en te laten plaatsen, en de huidige toestellen aan te passen aan
de wetgeving. Het plaatsen van ondermeer valdempende ondergrond kost veel geld en
kon dus ook niet overal tegelijk gebeuren.
Momenteel is er wel onder elk speeltoestel waar het gezien de wettelijke bepalingen
verplicht is een valdemping te voorzien, afhankelijk van de valhoogte van het toestel, een
valdempende ondergrond aangelegd. Zo werden er ondermeer valtegels en gewassen
parelgrind in Diest geplaatst.

Het speelruimtebeleid in Diest:


In 1996 maakte Pedagogisch Instituut Vivès uit Brugge een speelruimteplan van de stad
Diest. Formele en informele speelruimtes werden geïnventariseerd en er werden
adviezen en voorstellen geformuleerd.
Na het wegvallen van de functies van de buurtspeelpleinwerker en de wijkmanager staat
de jeugddienst opnieuw alleen bij het voorbereiden en het uitvoeren van de adviezen in
het speelruimteplan, terwijl teamwork hierin noodzakelijk is.
Pedagogisch Instituut Vivès kan helpen bij het planmatig uitwerken van het
speelruimtebeleid. Het is noodzakelijk deze landelijke jeugddienst te betrekken bij de
werkgroep gezien hun deskundige visie op speelruimtebeleid en gezien het feit dat zij het
speelruimtebeleid in Diest in 1996 hebben uitgepluisd bij de opstelling van een
speelruimteplan. Samen worden adviezen uitgewerkt rond speelruimtebeleid vooraleer ze
ter goedkeuring aan het schepencollege worden voorgelegd.
Concreet houdt dat in dat er wordt gewerkt rond de aanleg van nieuwe speelruimtes,
verbetering van bestaande speelruimtes door buurtonderzoeken uit te voeren, onderhoud
en veiligheid van speelruimtes. Jeugd of jeugdwerk zijn niet vertegenwoordigd in de
Gemeentelijke commissie Ruimtelijke Ordening.

Inspectie en onderhoud van de speelterreinen:


Controle en onderhoud van speelpleintjes is een prioriteit, hier is het toepassen van de
normen van het KB op de veiligheid zeer belangrijk.
Een degelijk onderhoudsschema dat werkelijk wordt toegepast is dan ook noodzakelijk.
Gezien de technische uitvoeringsdienst in het verleden tal van moeilijkheden ondervond bij
het degelijk onderhoud van de speelterreinen en vooral in het kader van de vernieuwde
veiligheidsnormen werd geopteerd om dit onderhoud in 2003 uit te besteden aan Open
Buurtatelier cvba met sociaal oogmerk. Deze vennootschap had in 2001 ook reeds de
risicoanalyse voor de speelterreinen van Diest opgemaakt en in 2003 werd er dus een
onderhoudscontract voor deze speelterreinen afgesloten tussen Stad Diest en Open
Buurtatelier. Het gevraagde onderhoud bestond uit 2 grote onderhoudsbeurten per jaar,
naast deze opdracht werd van de firma verwacht dat ze accuraat reageerde telkens haar
tussenkomst gevraagd werd voor bijkomende opdrachten in de loop van het jaar. In het
bedrag waren ondermeer de zandaanvoer, het uurloon, de verplaatsingskosten,
vervangingswerken en de vervangingsmaterialen inbegrepen. De uitvoeringstermijnen
werden in overleg met de opdrachtgever afgesproken en gerespecteerd door de uitvoerder
en van elke onderhoudsronde werd binnen de 14 dagen een verslag opgesteld voor de
opdrachtgever.
Momenteel is er een procedure lopende om opnieuw een onderhoudscontract aan te gaan
met een firma, hierbij zal de mogelijkheid geboden worden om deze opdracht stilzwijgend
te kunnen verlengen met twee maal een periode van één jaar.

Wie doet wat?


• Het dagelijks en wekelijks visueel toezicht op de terreinen gebeurt door de
stadswachten. Zij worden d.m.v. een briefing op de hoogte gebracht en gehouden van
de 'pijnpunten' op de terreinen. Bij het passeren van een speelterrein kijken ze na of er
zich problemen voordoen met de speeltoestellen. Wanneer dit het geval is geven ze
deze informatie door aan een medewerker van de jeugddienst die op zijn beurt zal
uitpluizen wat het probleem is en wie dit moet oplossen.
• Het regelmatig nazicht en de inspectie van het terrein en de toestellen gebeurt door
een medewerker van de jeugddienst. Opgemerkte mankementen worden doorgegeven
aan de technische uitvoeringsdienst van de stad (bij kleine herstellingen) of aan een
gespecialiseerde firma (bij het vervangen van grotere toestelonderdelen).
• Tussentijds onderhoud van het terrein gebeurt door de technische uitvoeringsdienst, dit
zijn de kleine herstellingen aan de toestellen, onderhouden, maaien en snoeien van het
gras, struiken en bomen, vuilbakken leegmaken, enz.
• Periodieke onderhoudsrondes: 2 maal per jaar vindt er een algemene en volledige
onderhoudsronde van alle speeltoestellen plaats. Dit gebeurt door een externe firma
waarmee de stad een contract heeft afgesloten.
OVERZICHT VAN FORMELE SPEELTERREINEN

► OPENBARE SPEELTERREINEN

SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.

1) Scafnis Schaffen:
Glijbaan (ondergrond Boer N.V. 30331500001 2001
voorzien van
valdempende
betegeling)
1.2. Klauterwand & Idem 30331800001 Idem
schommel
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
1.3. Veertoestel Idem 34374300001 Idem
(Pierewaai)
1.4. Veertoestel Idem 34370500001 Idem
(Eendekuipje)

2) Drie Lindekenserf
Diest:
2.1. Dubbele schommel Omniplay Hags 120412 2001
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
2.2. Glijbaan (ondergrond Eibe 5580090 1997
voorzien van
valdempende betegeling)
2.3. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100 1997
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
2.4. Zeehuis met platform Idem 5590150 Idem
2.5. Veertoestel (Pony) Idem 5670130 Idem
2.6. Veertoestel (Poes) Idem 5670110 Idem
2.7. Twee-hoogten- Idem 5551200 Idem
rekstok (ondergrond
voorzien van
valdempende betegeling)
2.8. Basketbaldoel op Sporta De Waele SB501 1997
staander
2.9. Volleybalinstallatie Sporta De Waele SV430 1997
(houten palen,
speciaal net)
2.10. Voetbaldoel Sportime 71 111 4502 1999
(aluminium)
2.11. Voetbaldoel 2003
(aluminium)
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.

3) Zeven Zillenerf
Kaggevinne:
3.1. Klimconstructie: Spereco (Valcke) 1999
(ondergrond voorzien van S 430
valdempende betegeling) S 004
- Uitkijktoren G 521
- Glijstang S 216
- Glijbaan S 270
- Klauternet
- Sportenwand
3.2. Veertoestel (Pony) Idem E 100 Idem
3.3. Veertoestel (Haas) Idem E 200 Idem
3.4. Dubbel veertoestel Idem E 800 Idem
3.5. Speelhuisje Idem S 410 Idem
3.6. Klimpiramide Idem S 230 Idem
(ondergrond voorzien van
valdempende betegeling)
3.7. Balanceersysteem Idem 06.01.010 Idem
3.8. Basketbalinstallatie: Idem Idem
- Paal 30105
- Bord 30540
- Ring & net 30460 & 30470

4) Fabiolalaan Diest
4.1. Speel- & turnforum: Spereco 6.72800 2001
(zand als valdempende
ondergrond)
- Klimtouwen
- Klimmuur
- Klimrek
- Sportenwand
- Looprol
- Zitplanken
- Rekstok
4.2. Tienerhonk (Kobe) Omniplay Hags 408611 2001
4.3. Veertoestel ABC 2000
4.4. Veertoestel ABC 2000

5) Beukenhof Diest:
5.1. Klimtoestel Zeshoek: ATR 2000
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw

SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.

5.2. Dubbele schommel ATR 2000


(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
5.3. Tekenbord ATR 2000
5.4. Basketbalterrein (2 x
paal,
bord & ring)

6) Bremstraat Diest:
6.1. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
6.2. Veertoestel Eibe
6.3. Veertoestel Eibe

7) Warande
Diest:(ondergrond op dit
speelplein is wit zand)
7.1. Speelhuisje met Open Buurtatelier 2003
toren, glijbaan, klimnet,
glijstang en sportenwand
7.2. Veertoestel ABC 2000
7.3. Veertoestel ABC 2000
7.4. Veertoestel ABC 2000
7.5. Zandbak

8) Tuinwijk Kaggevinne
8.1. Klimtoestel Zeshoek: Eibe 5550100
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
8.2. Klimpaal Kraaiennest Eibe
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
8.3. Stokkenboom Eibe 5592490
8.4. Veertoestel (Ree) Eibe 5670140 1997
8.5. Speelhuisje met o.a. Open Buurtatelier 2002
trap,
klimnet, schuifaf en
val-
dempende
betegeling
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.

9) Domus Flandria
Molenstede:
9.1. Torencombinatie: Spereco 2000
trap, klimrek, glijstang,
inox glijbaan, klimnet,
zithoekje, klimmuur,
loopbrug.
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)

10) Hongarijenstraat
Molenstede:
10.1. Klimtoestel Eibe 5550100
Zeshoek:
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk
10.2. Schutdak met 4 Spereco 7.8200
wandsegmenten
10.3. Drie-hoogten- Eibe 5551210
rekstok
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
10.4. Combispeeltoestel Eibe
met dubbele
schommel,
sportenopgang
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
10.5. Balanceerbalk Eibe 5551030
10.6. Balanceerbalk Eibe 5551030

11) S.O.K. Deurne:


11.1. Klimtoestel Eibe 5550100 1994
Zeshoek:
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
- Glijstang
- Buitelrek laag
- Buitelrek hoog
- Sportenladder
- Klimtouw
- Hangbalk

12) Pannehoeve –
Valkhoeve
Deurne:
12.1. Dubbele schommel Eibe 5550560
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)
12.2. Veertoestel ABC 2000
SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE -
REF.NR.

13) Korte Heide Deurne:


13.1. Schutdak met 4 Spereco 7.8230
wandsegmenten en
bandencirkel
13.2. Veertoestel ABC 2000
13.3. Veertoestel ABC 2000
13.4. Dubbel veertoestel ABC 2000
 SPEELTERREINEN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG

SPEELPLEIN
SPEELTOESTEL FIRMA TYPE - JR
REF.NR.
14) BKO Diest: 1998
14.1. Torencombinatie: Mekano Hout NV
torens, vaste loopbrug, M 9548 C
glijbaan, trap en schuine
ladder (zand als
valdempende
ondergrond)
1998
15) BKO Molenstede: Mekano Hout NV
15.1. Torencombinatie: M 9466
torens, vaste loopbrug,
glijbaan, trap ladders en
tuimelbaar
(parelgrind als 2000
valdempende Dica's BVBA
ondergrond) 'Austrio'

16) BKO Schaffen:


16.1. Torencombinatie:
klimnet, 2 picknicksets, 2 1998
kindertrapjes, glijbaan, Mekano Hout NV
dak en platformen
(parelgrind als
valdempende
ondergrond) 2000
Dica's BVBA
16.2. Schommel met 2 'Mauricio'
zitjes
(parelgrind als
valdempende
ondergrond)

17) BKO Deurne:


17.1. Torencombinatie:
klimnet, kindertrapje, 2
ladders, glijbaan, dak,
platform
(valdempende
betegeling)
Het skateterrein te Diest

Het is al enkele jaren overduidelijk dat skateboarden niet zomaar een rage meer is,
de sport en al de bijhorende items zijn als vrijetijdsbesteding uitgegroeid tot een
echte jeugd(sub)cultuur. Deze cultuur is heel herkenbaar (kleding, muziek, 'lifestyle')
en is daarom erg populair bij het jonge volkje, zowel bij jongens als bij meisjes. Waar
de jongens zich vooral bezig houden met het oefenen van truckjes, gaan de meiden
helemaal op in de kleding en de accessoires.
Vroeger werd het skaten vooral beoefend door jongeren en tieners, op het
skateterrein varieert de leeftijd nu tussen 10 en 30 jaar. Ondanks dit leeftijdsverschil
is het opmerkelijk hoe deze skaters en BMX-ers "harmonieus" hun favoriete hobby
uitoefenen. Zelden zullen er conflicten ontstaan, vandalisme aan de toestellen zoals
op een gewoon speelplein is zo goed als onbestaande, de skaters dragen in groep
zorg voor "hun" terrein. Het is ook de favoriete hangplek van de meisjes die komen
kijken naar de kunstjes van de jongens.

Omdat er zoveel gebruik wordt gemaakt van het terrein, het is ongetwijfeld het drukst
bezochte speel- en sportterrein in Diest, wordt er de laatste jaren ook veel in
geïnvesteerd. Zo zijn er de voorbije jaren toch wel wat nieuwe toestellen aangekocht
maar de skaters betreuren dat er ook verscheidene oude toestellen werden
weggenomen in het warandepark. Ook skatetoestellen moeten voldoen aan
bepaalde normen en de door de jongeren zelf gemaakte toestellen kunnen vaak
uitstekend dienst doen om allerlei kunstjes te vertonen maar het stadsbestuur wenst
niet verantwoordelijk te zijn voor eventuele ongevallen op een toestel dat niet voldoet
aan de veiligheidsvoorschriften. Er bestaan vooralsnog geen Europese normen voor
skatetoestellen maar hier wordt wel werk van gemaakt. In Vlaanderen gebruikt
nagenoeg iedereen de Duitse en / of Franse normen.

Door de talrijke inspanningen van de straathoekwerkster om contact te zoeken met


deze groep, is er heel wat vooruitgang geboekt. Zij heeft een goede
verstandhoudings- en vertrouwensband kunnen opbouwen, zij het weliswaar niet
zonder enige moeite. De straathoekwerkster heeft er ook voor gezorgd dat deze
jongeren nu ook de weg hebben gevonden naar de jeugddienst met hun vragen en
bekommernissen. Waar het vroeger erg moeilijk was om de skaters als groep te
contacteren zijn er nu enkele jongeren naar voren gekomen als aanspreekbuis en
contactpersoon naar de jeugddienst toe. Zo is het voor de dienst veel makkelijker om
bepaalde beslissingen naar aankopen en herstellingen op het terrein door te voeren.
De skaters zijn sinds kort zelfs lid van de jeugdraad, als niet-georganiseerde
jeugdwerkinitiatief.
OVERZICHT VAN DE INFORMELE SPEELRUIMTE
Bij de wijkgerichte aanpak van speelruimte door Vivès moet zeker met deze
bevindingen over informele speelruimte rekening gehouden worden:

• De stationsbuurt: Dit is de naaste omgeving rond het station, in hoofdzaak het


grote stationsplein. Deze buurt heeft nauwelijks een woonfunctie en is in
hoofdzaak op het trein- en busverkeer afgestemd. Dagelijks verzamelen hier zeer
veel kinderen en jongeren voor en na de school, dit is een plein met een heuse
ontmoetingsfunctie. Bij de herinrichting van de stationsomgeving in de toekomst
zou zeker aandacht moeten worden besteed aan de nodige groenvoorziening om
de buurt wat aantrekkelijker te maken.

• De buurt rond de Grote Markt: Deze buurt heeft in de eerste plaats een
handels- en winkelfunctie en weet aldus sterk te appelleren aan de scholieren uit
het middelbaar onderwijs. Ze hangen er vaak rond en daarenboven bevindt er
zich naast het stadhuis een zeer populair jongerencafé. In deze buurt is het niet
noodzakelijk en wellicht ook niet haalbaar om te voorzien in formele speelruimtes.

• De omgeving Veemarkt, Verstappenplein en Graanmarkt. Deze buurt heeft


een sterk open karakter omdat hij bestaat uit een aaneenschakeling van pleinen.
Toch zal men hier niet vaak kinderen of jongeren treffen gezien de infrastructuur
van het stadspark Warande met sport- en speelterreinen vlakbij en makkelijk te
bereiken is.

• Grasveld Sint-Jacobsplein: Op dit pleintje treft men eerder moeders en kleinere


kinderen die er al eens tegen een bal trappen. Voor het pleintje is er een
drukbezochte bushalte waar wederom veel scholieren elkaar treffen en
rondhangen.

• De omgeving rond het zwembad en de bibliotheek: In en rond het zwembad


en de bib verzamelen vaak tieners, gewoon om rond te hangen en te lummelen.
Dit veroorzaakt wel wat problemen en wrevel bij het personeel en de bezoekers
van zwembad en bib, de jongeren brengen soms overlast met zich mee.

• De omgeving Engelandstraat, Schotlandstraat: Deze buurt kent een aantal


kinderrijke straten, er is dan ook veel behoefte aan speelruimte. Veel huizen zijn
echter klein en tuinen ontbreken veelal. Een aantal kinderen moet dus van
kleinsaf hun plezier buitenshuis gaan zoeken. In de buurt wordt veel op straat
gespeeld maar deze plaatsen zijn evenwel niet altijd heel geschikt en ook wordt
het spel er niet altijd getolereerd. Open ruimte is er wel op het Mark Mackenerf in
de vorm van een verhard plein te midden van de woonhuizen maar de
aanwezigheid van spelende kinderen wekt soms een zekere wrevel bij de
inwoners van het woonerf. Daarom wagen de oudere jongens al eens de
oversteek van de Leuvensestraat om een balletje te trappen op het grasveldje
langsheen het militaire domein.

• De omgeving van het Sint-Jansveld: Dit plein vormt voor veel bewoners een
draaischijf van contacten, vooral de Turkse kinderen en jongeren uit de buurt
zoeken dit plein op tijdens mooie zomerse dagen en avonden. De terreinen
rondom de ruïne van de Sint-Janskerk creëren een mooie en avontuurlijke ruimte
waar vrij spel getolereerd wordt. De nabijheid van de Warande biedt voldoende
mogelijkheden tot sportief spelen, de voetbalvelden die aan het Sint-Jansveld
grenzen worden dan ook veel bespeeld door schoolkinderen en scholieren uit
deze buurt. Daarenboven zijn er in de buurt nog een aantal plaatsen waar spelen
getolereerd wordt ook al zijn die plaatsen er niet toe ingericht. Zo wordt er al eens
een balletje getrapt aan de garages in de Mariëndaalstraat en durft een jonge
tiener zijn skateboard of skeelers al eens op de inrit van de ondergrondse
Delhaize-parking uit te proberen. Uiteraard appelleert de ruimte rondom de ruïne
op het Sint-Jansveld en de aangrenzende voetbalvelden sterk aan spelende
kinderen maar ook voor de jongeren uit de buurt vormen ze een geliefkoosde
ontmoetingsplaats.

• De Speelhofwijk : Dit is een levendige volkswijk, in de zomer ontmoeten de


bewoners elkaar op straat of ze gaan 'buurten'. Ook tussen de kinderen en
jongeren zijn er veel contacten. Van de sportinfrastructuur (basketbal- en
volleybalvoorzieningen) bij de parochiekerk wordt veel gebruik gemaakt door
tieners en jongeren uit de buurt. De terreinen van de scoutsgroep Poolster zijn
buiten de uren van de werking vrij toegankelijk, van het ruime veld wordt dan ook
veelgebruik gemaakt door lagere schoolkinderen en jonge tieners voor sport- en
pleinspelen. Oudere schoolkinderen kunnen terecht op het voetbalveld aan de
Fabiolalaan, dit veld heeft een sterke aantrekkingskracht als ontmoetingsplaats
op jongeren uit verschillende wijken. Ook het aangeplante bos met vijver achter
het rusthuis is een geliefde ontmoetingsstek voor jongeren. Het voetbalplein zal
verdwijnen om plaats te maken voor een nieuwbouw.

• Vleugt te Schaffen: Hier wonen veel kinderen en jongeren, in deze wijken en


straten ontbreekt het dan ook niet aan spelaanleidingen. Ze zoeken elkaar op in
de grote tuinen en spelen, vaak in grote groepen, samen in de rustige straten.
Grote trekpleister voor tieners is de verharde koer aan de sporthal en de
Buitenschoolse Kinderopvang, hier treft men vaak 'skaters' aan.

• Dorpscentrum schaffen: De jongeren verzamelen vaak in de omgeving van het


dorpsplein, ze ontmoeten elkaar in het plantsoen, nabij het warenhuis op de hoek
van de straat of op het speelpleintje aan het ontmoetingscentrum.

• Dorpscentrum Deurne: Hier verzamelen kinderen en jongeren, veelal skaters,


op de speelplaats van de gemeenteschool, aan de speeltuin en
sportinfrastructuur aan de S.O.K. of het terrein van KLJ-Deurne. Naast de speel-
en sportinfrastructuur aan de S.O.K. staat er een afdak met enkele banken waar
een oude bowlingbaan is neergeplaatst. Dit is een geliefde ontmoetingsplaats
voor tieners maar ook kleinere kinderen vinden deze baan een mooie
spelaanleiding en experimenteren met rolschaatsen.

• Wijk Pannehoeve - Valkhoeve: De kinderen uit de wijk zijn de centraal gelegen


openbare speeltuin stilaan ontgroeit, nu fungeert dit terrein vooral als
ontmoetingsplaats voor de oudere tieners. Ze verzamelen hier vaak met hun
bromfietsjes.

• Het dorpsplein en chiroterreinen te molenstede: De zitbank aan het brugje


over de beek aan het dorpspleintje is een geliefde ontmoetingsplaats voor tieners
uit het dorp. Ze komen daar bijeen om wat rond te hangen en te praten. De
chiroterreinen aan de achterkant van de school zijn vrij toegankelijk. Een ruim
veld leent zich uitermate goed tot allerlei vormen van bewegingsspel, sport- en
pleinspelen.

FUIFRUIMTE

FUIFZAAL
Als fuifzaal worden volgende plaatsen in Diest gebruikt: Ontmoetingscentrum ’t
Molenhuis Molenstede, SOK Deurne, zaal Casino Diest, Jeugdhuis Tijl, Gildenzaal
Schaffen, De Ketel Kaggevinne, Hallezaal Diest (enkel voor scoutsbal).
Er is geen geschikte fuiflocatie in Diest. De zalen die op dit moment gebruikt worden
als fuifruimte zijn te duur, te klein, niet brandveilig, niet aangepast aan fuifgangers,…
De zalen zullen ook niet worden aangepast om te fuiven, omdat ze eerder de functie
van ontmoetingscentrum hebben, en niet de functie van fuifzaal. De nood aan
degelijke fuifruimte wordt al jaren aangeklaagd bij het stadsbestuur. De jeugdraad
heeft dit sinds 1998 regelmatig opgenomen als agendapunt. Diest is een scholenstad
waar zeer regelmatig klasfuiven doorgaan. Ook jeugdbewegingsfuiven vinden
regelmatig plaats. Het scoutsbal van de drie scoutsverenigingen van Diest krijgt
gemakkelijk 1000 personen over de vloer. Op dit moment gaan organisatoren van
fuiven soms een zaal zoeken buiten de gemeente.
Er werd een perceel grond gekocht door het stadsbestuur, waar een
evenementenhal met fuifruimte zal gebouwd worden. Hiervoor moet eerst een BPA-
wijziging doorgevoerd worden.
Belangrijk is dat zowel grote als kleine fuiven in de nieuwe fuifruimte kunnen
doorgaan. Ook moet de zaal geschikt zijn voor optredens, zowel rockoptredens als
toneeloptredens.
Volgens de bevraagden moet een goed fuifzaal aan volgende voorwaarden voldoen:
goede akoestiek, aantrekkelijke inrichting, brandveiligheid, buiten de stadskern
gelegen maar toch goed bereikbaar via de stad, betaalbaar, met muziekinstallatie en
lichtinstallatie, flexibel en polyvalent, goed geïsoleerd, groot genoeg, opdeelbaar
voor kleinere fuiven, ruime parking, podium vlot bereikbaar met vrachtwagen, goede
afspraken en reglement, voldoende tapinstallaties en koelkasten, genoeg toiletten,
veilig en traag verkeer rond de evenementenzaal.

REPETITIERUIMTE
Jeugdhuis Tijl wordt door enkele muziekgroepjes gebruikt als repetitieruimte.
Anderen repeteren in de garage van een woning. De nood aan een geschikte
repetitieruimte met geluidsversterking en eventueel opnamemogelijkheden blijft
bestaan.

JONGERENONTMOETINGSCENTRUM
De nood aan een jongerenontmoetingscentrum werd door de straathoekwerkster en
de medewerkers van het Lokaal Steunpunt al eerder aangehaald en wordt nu
herhaald. De randgroepjongeren die moeilijk de weg vinden naar het reguliere
jeugdwerk hebben een eigen plek nodig waar zij elkaar kunnen ontmoeten en waar
zij afhankelijk van hun interesses een eigen vrijetijdsaanbod kunnen uitwerken en dit
met ondersteuning van een jongerenwerker.
Met een goede tienerwerking zou de start kunnen gegeven worden aan een
jongerenontmoetingscentrum.

FUIFBUS
Om veiligheidsredenen bestaat voor erkende jeugdwerkinitiatieven die een fuif
organiseren de mogelijkheid een fuifbus in te leggen. De VZW Jeugdoverlegpunt
betaalt 2/3 van het factuur voor huur van de fuifbus. Het jeugdwerkinitiatief maakt
promotie voor de fuifbus. Indien er geen begeleiding op de bussen zou moeten zijn,
zouden jeugdwerkinitiatieven nog gemakkelijker gebruik maken van dit initiatief.
Meestal vinden zij weinig liefhebbers om de fuif te verlaten en de bus te begeleiden.

ONDERSTEUNING BIJ HET ORGANISEREN VAN EEN FUIF


Bij de jeugddienst komen meer en meer organisatoren vragen naar administratieve
ondersteuning bij de organisatie van een fuif, bijvoorbeeld Sabam, Billijke
vergoeding, tapvergunning enz… maar ook naar ontlening van recycleerbare bekers.
Verder vindt men de verplichte melding van een fuif aan het stadsbestuur zinloos. Er
zijn enkele opmerkingen over het aanplaksysteem maar vermits dit systeem in 2004
zal gewijzigd worden, wordt een evaluatie afgewacht.

*2. Visie, algemene doelstellingen en resultaten.

KADEREN IN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK BELEID

Uit het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplein (versie 24/08/04) blijkt dat
vooral in de binnenstad onvoldoende speelgelegenheid en ontmoetingsruimte voor
kinderen en jongeren is. Prioriteit ligt dus wat het ruimtelijk speelruimtebeleid betreft
op de uitbouw ervan in de binnenstad. Hiermee wordt rekening gehouden bij
onderzoeken door Pedagogisch Instituut Vivès.
In hetzelfde gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan wordt de optie beschreven om de site
aan het Studiocomplex aan de Citadellaan voor te behouden als zone voor
bovenlokale hoogdynamishe recreatie, meer bepaald voor een fuifzaal. De fuifzaal
met repetitieruimte en jongerenontmoetingscentrum zou dus zeer goed in die zone
kaderen.

Ter uitvoering van artikel 5 van het uitvoeringsbesluit voor jeugdruimte is de


jeugdraad het structurele inspraakorgaan bij beslissingen over het gemeentelijk
ruimtelijk beleid die een invloed kunnen hebben op kinderen en jongeren, of het
jeugdwerk. Verder is het onderzoek van Pedagogisch Instituut Vivès een permanent
inspraakinstrument voor jeugd in wijken. Deze inspraak is zeer concreet en gebeurt
via gesprekken met bewoners. Wat de bouw van de fuifzaal betreft worden de
betrokken partners namelijk jeugdraad, cultuurraad en seniorenraad steeds op de
hoogte gehouden van de plannen en realisatie. Bij elke stap die het stadsbestuur zet
in dit dossier wordt inspraak met deze adviesraden gerealiseerd. Voor wat de
jongeren betreft is er dus in dit dossier inspraak over de grootte, de vorm, de inhoud
enz…
Verder kan ter uitvoering van art. 5 onderzocht worden of een afvaardiging van de
jeugdraad deel kan uitmaken van de Gecoro, zodat een meer structurele vorm van
inspraak in de opties van het gemeentelijk ruimtelijk beleid mogelijk is.
SPEELRUIMTE

Visie
Pedagogisch Instituut Vivès wordt betrokken bij het speelruimtebeleid gezien hun
deskundige visie en gezien het feit dat zij het speelruimtebeleid in Diest in 1996
hebben uitgepluisd bij de opstelling van een speelruimteplan. Er worden bij de
formulering van de adviezen drie aspecten van speelruimte onderscheiden:
• fysische ruimte: speelpleinen en andere speel- en ontmoetingsmogelijkheden
met prioriteit voor kinderen en jongeren.
• psychische ruimte: de tolerantie rond spelende kinderen en rondhangende
jongeren
• beleidsruimte: de inspraak van kinderen en jongeren in beslissingen rond
speelruimte
Vivès werkt samen met het stadsbestuur rond deze drie aspecten van speelruimte.
Concreet houdt dat in dat er gewerkt wordt rond aanleg van nieuwe speelruimtes,
verbetering van bestaande speelruimtes door buurtonderzoeken uit te voeren,
speelstraten, onderhoud en veiligheid van speelruimtes.
Bij verkavelingen wordt speelruimte voorzien; jeugd en jeugdwerk wordt betrokken bij
het gemeentelijk ruimtelijk speelruimtebeleid door hen intensief te betrekken bij
buurtonderzoeken. (Ter uitvoering van art. 5 van het uitvoeringsbesluit over
jeugdruimte).

DOELSTELLING 1:
Op basis van de onderzoeken door Vivès zal er jaarlijks onderzocht worden waar de
prioriteiten liggen. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met de veiligheid van
de bestaande speelpleintjes, in het kader van het KB van 28 maart 2001 betreffende
de veiligheid van speeltoestellen en de uitbating van speelterreinen.

Resultaat: Buurtbewoners, kinderen en jongeren worden betrokken bij het


onderzoek, en speelruimte in de wijken wordt aan hun noden aangepast.

DOELSTELLING 2:
Naargelang de prioriteiten zullen daarna nieuwe speeltoestellen geplaatst worden of
zullen de bestaande speeltoestellen op een degelijke manier onderhouden worden.
Hierbij wordt rekening gehouden met de risico-analyse van alle stedelijke
speelruimtes.

Resultaat: met de risico-analyse als basis is elk stedelijk speelplein aangepast aan
de veiligheidsnormen. Stap voor stap zijn de speelpleinen uitgebouwd aan de
behoeften van de buurtbewoners, en worden ze onderhouden.

DOELSTELLING 3:
Jaarlijks zullen tijdens de zomervakantie de straten waar veel kinderen en jongeren
wonen voorzien worden van een bord “Opgelet! Spelende kinderen!”.

Resultaat: Tijdens de zomervakantie worden chauffeurs attent gemaakt op de


mogelijke aanwezigheid van kinderen in het straatbeeld en worden zij aangemaand
tot voorzichtig rijgedrag.
FUIFRUIMTE

Visie
In Diest moet de mogelijkheid bestaan voor Diestse jongeren om fuiven te kunnen
organiseren. Zowel grote megafuiven als kleine gezellige fuiven moeten er kunnen
doorgaan. Muziekgroepjes moeten voldoende mogelijkheden hebben om te
repeteren zonder daarbij anderen te storen. Er moet ruimte zijn voor het organiseren
van culturele activiteiten voor jongeren, en voldoende informele ontmoetingsruimte.
Er moet voldoende logistieke en administratieve ondersteuning zijn voor jongeren om
een fuif te kunnen organiseren.

DOELSTELLING 4:
Het stadsbestuur gaat over tot de oprichting van een evenementenzaal met
repetitieruimtes en een jongerenontmoetingscentrum. Er werd de opdracht gegeven
aan een architect om een ontwerp op te stellen waarbij rekening gehouden wordt met
alle noden van jongeren die van deze infrastructuur gebruik zullen maken. Dit
ontwerp zal via de jeugdraad worden teruggekoppeld naar de doelgroep. De
doelgroep is in dit geval ruimer dan jongeren alleen, vermits ook culturele activiteiten
zullen doorgaan in de evenementenzaal. Ook de socio-culturele dienst,
Kultuurcentrum Begijnhof en de cultuurraad worden als een doelgroep beschouwd
en worden bij de plannen betrokken.
De oprichting van een jongerenontmoetingscentrum zal zich in de eerste fase
beperken tot de bouw ervan. In een tweede fase, die vermoedelijk pas vanaf 2008
van start zal kunnen gaan, kan de mogelijkheid tot uitbouw van een werking en
aanwerving van een jongerenwerker onderzocht worden.
Ondertussen wordt een BPA-wijziging doorgevoerd voor het terrein waar de
evenementenzaal zal worden gebouwd.

Resultaat: muziekgroepjes moeten zich niet naar andere steden verplaatsen om te


repeteren en moeten niet meer in de kelder of de garage repeteren. Er wordt ruimte
voorzien voor een jongerenontmoetingscentrum. De evenementenzaal biedt thuis
aan alle fuiforganisatoren, zowel voor klasfuiven en jeugdbewegingsfuiven als voor
de grote fuiven. Er worden culturele activiteiten georganiseerd in de
evenementenzaal.

DOELSTELLING 5:
De mogelijkheid tot het huren van een fuifbus door erkende jeugdwerkinitiatieven
blijft bestaan en wordt gepromoot.

Resultaat: fuifgangers uit alle deelgemeenten worden veilig thuisgebracht.

DOELSTELLING 6:
De jeugddienst biedt administratieve ondersteuning aan fuiforganisatoren.

Resultaat: Voor fuiforganisatoren worden enkele administratieve noodwendigheden


gemakkelijker.
*3. Concrete acties

Bij doelstelling 1: Er wordt een wijkgerichte en planmatige aanpak en


begeleiding bij het speelruimtebeleid uitgebouwd onder begeleiding van
Pedagogisch Instituut Vivès.
2005: 2.480 Euro voor onderzoek Speelhofwijk-Fabiolalaan
2006: 2.480 Euro voor onderzoek deelgemeente Deurne
2007: 2.480 Euro (plaats voor onderzoek nog nader te bepalen, en eventueel
rekening houden met het feit dat de onderzoeken in 2005 en 2006
langer kunnen duren)

Bij doelstelling 2: Er worden waar nodig nieuwe speelruimtes aangelegd en


bestaande speelruimtes worden onderhouden.
Aanleg nieuwe speeltoestellen en speelpleinen:
2005: 37.184 Euro
2006: 37.184 Euro
2007: 37.184 Euro
Onderhoud van speelpleinen en speeltoestellen
- in eigen regie:
2005: 4.460 Euro
2006: 4.460 Euro
2007: 4.460 Euro
- door derden:
2005: 13.630 Euro
2006: 13.630 Euro
2007: 13.630 Euro
Toetsing aan wettelijke voorschriften:
De prioriteiten in aanleg en onderhoud worden jaarlijks bekeken in functie van het KB
van 28 maart 2001 op de veiligheid van speelterreinen en in functie van de risico-
analyse.

Bij doelstelling 3: Straten waar veel kinderen wonen worden tijdens de


zomervakantie voorzien van een bord “Opgepast Spelende kinderen”.
Jaarlijks, van 2005-2007: 13.630 Euro voor de eventuele aanmaak van nieuwe
borden.

Bij doelstelling 4: Het stadsbestuur richt een evenementenzaal voor


jeugdfuiven en culturele activiteiten, met repetitieruimte en
jongerenontmoetingscentrum, op. Er wordt overleg gepleegd met de
doelgroep.
2005-2007: doorvoeren van BPA-wijziging, opstellen van een ontwerp door de
architect; inspraak door de jeugdraad, start van de werken.
Er zal jaarlijks een budget voorzien worden in de begroting, afhankelijk van het
vorderen van het dossier.

Bij doelstelling 5: Het reglement voor het huren van de fuifbus wordt
gehandhaafd (als bijlage in bijlage 2). Aan erkende jeugdwerkinitiatieven wordt
door de VZW Jeugdoverlegpunt de mogelijkheid geboden tegen goedkoop
tarief een bus te laten rondrijden tijdens een fuif, in alle deelgemeenten. De
verplichting om de bus te begeleiden wordt afgeschaft.
2005: 5.000 euro
2006: idem
2007: idem

Bij doelstelling 6: Fuiforganisatoren zijn verplicht een fuif te melden aan het
stadsbestuur. In ruil daarvoor wordt hen ondersteuning geboden door het
Serieuze Plezierboek ter beschikking te stellen met tips over het organiseren
van fuiven en door aanvraagformulieren voor Sabam en Billijke Vergoeding ter
beschikking te stellen.
Budget: /

H. Communicatie en informatie

*1. Situatieschets met objectieve gegevens

BIBLIOTHEEK
De Plaatselijke Openbare Bibliotheek van Diest bevindt zich in de Grauwzusterstraat,
op een campus waar ook de Buitenschoolse Kinderopvang en de muziekschool zijn
gevestigd. De openingsuren zijn helemaal aangepast aan schoolgaande kinderen en
jongeren. De bibliotheek kent omwille van zijn ligging een zeer lage drempel.
Recentelijk werden enkele computers op het internet aangesloten. Hiervan kunnen
bezoekers beperkt gratis gebruik van maken. De openingsuren zijn: maandag en
donderdag van 13.30 tot 17.30 uur, dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot
17.30 uur, woensdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 19.00 uur, vrijdag van
16.00 tot 20.00 uur en zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur.
Er zijn eveneens uitleenposten in Ontmoetingscentrum De Ketel in Kaggevinne en in
Ontmoetingscentrum ’t Molenhuis in Molenstede. De openingsuren zijn beperkt,
maar zeker en vast aangepast aan schoolgaande kinderen en jongeren: Molenstede
is geopend op maandag van 18.00 tot 20.00 uur en op woensdag van 15.00 tot 17.00
uur; Kaggevinne is geopend op woensdag van 17.00 tot 19.00 uur en op zondag van
10.00 tot 12.00 uur.

JONGERENADVIESCENTRUM
Het Centrum Algemeen Welzijnswerk “Hageborg” geeft onderdak aan een
Jongerenadviescentrum met Jongereninformatiepunt. Zij zijn gelegen in het centrum
van Diest, tegenover het ziekenhuis in de Michel Theysstraat. Zij geven informatie
en advies over alle onderwerpen die jongeren aanbelangen en zijn een eerstelijns
hulpverleningsorganisatie voor jongeren. Zij geven indien gewenst ook vormingen
aan jeugdwerk of scholen. Schoolgaande jongeren kunnen er vooral terecht
onmiddellijk na de schooluren. De openingsuren zijn: maandag van 13.00 tot 19.00
uur, dinsdag en woensdag van 9.00 tot 17.00 uur, donderdag van 13.00 tot 17.00 uur
en vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur.

VADEMECUM EN WIE-IS-WIE
Voor een bespreking van een situatieschets van deze communicatie- en
informatiemiddelen verwijzen we naar hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen.
AANVRAAGFORMULIEREN VOOR ERKENNING EN
ONDERSTEUNINGSVORMEN
Elk erkend jeugdwerkinitiatief ontvangt jaarlijks in november eenvoudige en
gemakkelijk in te vullen aanvraagformulieren voor erkenning, werkingssubsidies,
bouwsubsidies, projectsubsidies, vormingssubsidies en kampvervoer. Deze
formulieren moeten niet allemaal op hetzelfde moment worden ingediend. Vandaar
dat er nog een apart schrijven naar de erkende jeugdwerkinitiatieven gaat als de
deadline voor aanvraag van een ondersteuning nadert. Deze beleidsmaatregel
werd al opgenomen in hoofdstuk a, jeugdwerk ondersteunen, doelstelling 1.
Aanvragen voor de uitleendienst kunnen mondeling of telefonisch. De drempel wordt
wat dat betreft zo laag mogelijk gehouden.

INFORMELE CONTACTEN MET DE JEUGDDIENST


De uitleendienst zorgt ervoor dat er veel informele contacten zijn tussen jeugdwerk
en jeugddienst. De uitleendienst is daarom ook een middel: tijdens de informele
babbel bij het afhalen of terugbrengen van materiaal hoort de jeugdconsulente wat er
leeft in de groep, waar zij een probleem mee hebben, waar zij mee willen geholpen
worden. De koppeling van de uitleendienst aan de jeugddienst is dus een niet te
onderschatten en zeer dankbaar communicatie- en informatiemiddel.
Psychische laagdrempeligheid, zoals telefonische contacten of de babbel op de
jeugddienst (ook indien de uitleendienst niet als middel dient) worden zo goed
mogelijk onderhouden omdat dit de motor is achter een degelijk jeugdwerkbeleid.
Jeugdwerkers vinden hun weg naar de jeugddienst meestal vlak na de schooluren,
omdat de jeugddienst midden in het centrum en vooral dichtbij een jeugdcafé ligt.
Jongeren die niet zijn aangesloten bij een jeugdwerkinitiatief vinden de drempel
hoog, maar vallen ook meestal na de schooluren binnen.

LEERLINGENOVERLEG
De jeugddienst organiseert jaarlijks een leerlingenoverleg voor de afgevaardigden
van de leerlingenraden in het zesde jaar van het secundair onderwijs in Diest. Enige
agendapunt is dan de afspraken rond chrysosthemosvieringen.

ALGEMENE DIENSTVERLENING VAN HET STADSBESTUUR


De communicatie tussen het jeugdwerk en het stadsbestuur gebeurt meestal via
briefwisseling of mondeling via de jeugddienst. Het gaat hier dan over algemene
dienstverlening zoals het maaien van een speelplein, het ter beschikking stellen van
nadarafsluiting of podiumelementen voor activiteiten,…

COMMUNICATIE MET MAATSCHAPPELIJK ACHTERGESTELDE KINDEREN EN


JONGEREN
Voor de jeugddienst zijn het Lokaal Steunpunt en de straathoekwerkster de
informatie- en communicatiekanalen met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Er is
weinig rechtstreeks contact tussen de jeugddienst en deze doelgroep. Zij zijn ook
weinig vertegenwoordigd in het reguliere jeugdwerk. Er zijn wel een paar informele
contacten, maar als communicatie- en informatiekanaal zijn die contacten te
verwaarlozen. De vanuit het straathoekwerk opgerichte Capoeiraclub is
vertegenwoordigd in de jeugdraad en laat een afgevaardigde deelnemen aan de
vergaderingen van de jeugdraad.
FUIFBELEID
Er wordt een vademecum ter beschikking gesteld aan alle organisatoren van fuiven,
dat een hulpmiddel moet zijn bij het organiseren van fuiven en dat tips beschrijft die
nuttig zouden kunnen zijn: Het Serieuze Plezierboek. Het stadsbestuur vraagt dat
fuiven op voorhand gemeld worden: dit kan met een eenvoudig standaard formulier
dat in Het Serieuze Plezierboek werd opgenomen. Elke organisator die zijn fuif
meldt, wordt gevraagd rekening te houden met het maximum aantal toegelaten
personen in een zaal, en met de politieverordening inzake geluidsoverlast. Dit wordt
verder uitgewerkt in het hoofdstuk jeugdruimte.

*2. Gegevens m.b.t. behoeften van jeugd en jeugdwerk

VADEMECUM EN WIE-IS-WIE
Voor een bespreking van de noden van jeugd en jeugdwerk over deze
communicatie- en informatiemiddelen verwijzen we naar hoofdstuk A, jeugdwerk
ondersteunen.

ALGEMENE DIENSTVERLENING
Over het algemeen is men tevreden over de dienstverlening, meerbepaald over de
contacten met de jeugddienst. Laagdrempeligheid van de jeugddienst is voor het
jeugdwerk blijkbaar zeer belangrijk en daar slaagt de jeugddienst in.
Jongeren die de jeugddienst niet kennen via een jeugdwerkinitiatief hebben het
moeilijker om de weg te vinden. Dat blijkt ook uit het Kliksonsonderzoek: meer dan
de helft van de bevraagden vinden het belangrijk om ergens terecht te kunnen met
ideeën, vragen of voorstellen, maar slechts 10% komt werkelijk bij de jeugddienst
terecht. Volgens het Kliksonsonderzoek wil 60% van de jongeren geïnformeerd
worden over wat er te doen is in de buurt en of over een organisatie die activiteiten
organiseert.
Wel maken enkele jeugdwerkinitiatieven uit de amateuristisch kunstbeoefening en
een jeugdhuis de opmerking dat ze het gevoel hebben dat de jeugddienst hun
werking niet kent. Dit is misschien terecht, en met dit algemene gevoel moet
rekening gehouden worden. Omgekeerd is het ook zo dat de medewerkers van de
jeugddienst merken aan bepaalde opmerkingen in de bevraging, dat sommige
jeugdwerkinitiatieven niet alle beleidsmaatregelen die op dit moment al bestaan
kennen en dat er daardoor misverstanden ontstaan. Het gaat dan over opmerkingen
over werkingssubsidies of vormingssubsidies, of over vormingsaanbod (zie ook
hoofdstuk kadervorming). Het valt op dat dit vooral jeugdwerkinitiatieven zijn
waarmee er minder persoonlijk contact bestaat.
Wat de communicatie met het stadsbestuur zelf betreft krijgen we een algemene
indruk dat er meer afstand en weinig communicatie is tussen bestuur en jeugd, maar
dat dat gedeeltelijk door de jeugddienst wordt opgevangen.

AANVRAAGFORMULIEREN VOOR ERKENNING EN


ONDERSTEUNINGSVORMEN
Wat de aanvraagformulieren betreft wordt er door één jeugdwerkinitiatief opgemerkt
dat ze niet duidelijk zijn. Doelstelling 1 in hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen,
hoopt hieraan te verhelpen.
LEERLINGENOVERLEG
De directies stelden de vraag om dit overleg ruimer aan te pakken dan enkel
afspraken rond chrysosthemosvieringen. Dit wordt verder opgenomen in het
hoofdstuk inspraak en participatie.

COMMUNICATIE MET MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE KINDEREN EN


JONGEREN
De straathoekwerkster en de medewerkers van het Lokaal Steunpunt onderhouden
een goede communicatie met deze doelgroep. Voor het stadsbestuur of
meerbepaald de jeugddienst ligt dat moeilijker: de drempel van het stadhuis is te
hoog, net zoals het reguliere jeugdwerk onbekend is voor deze doelgroep. Dit wordt
verder uitgewerkt in het hoofdstuk toegankelijkheid.
MULTI-MEDIA
Jongeren groeien op in het multi-mediatijdperk en maken veel gebruik van internet,
email, enz… Informatie ter beschikking stellen via deze kanalen is eigen aan deze
tijd, en communicatie met een bepaald publiek zal zeker via deze weg verlopen. Op
dit moment bestaat er geen website met informatie over de jeugddienst of jeugdraad
van de stad. Nochtans zijn de jongeren vragende partij. Hun vrijetijdsbesteding gaat
vooral naar multimedia. 85% vindt dat ze dat genoeg kunnen doen.
Jeugdwerkinitiatieven vragen ook om geïnformeerd te worden via een website van de
jeugddienst of de jeugdraad, en om ook langs deze weg hun eigen verenigingen en
activiteiten bij anderen bekend te maken.

JONGERENADVIESCENTRUM
Slechts 3,2% van de bevraagde kinderen en jongeren via het Kliksonsonderzoek
kent het Jongerenadviescentrum.

*3. Visie, algemene doelstellingen en resultaten

Het stadsbestuur streeft een open jeugdbeleid na, waarin een goede communicatie
met alle kinderen en jongeren mogelijk is. Daarbij zijn vooral volgende kanalen zeer
belangrijk:
- een laagdrempelige en zowel psychisch als fysiek goede bereikbare jeugddienst,
voor alle jeugdwerkinitiatieven en jeugd, rekening houdend met de moderne
communicatiemiddelen.
- een goed functionerende jeugdraad, met agendapunten die verschillende
beleidsdomeinen bestrijken. Dit wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk inspraak
en participatie.
- de VZW Jeugdoverlegpunt Diest die niet boven het jeugdwerk staat, maar in het
jeugdwerk. Dit wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk inspraak en participatie.
- een goede samenwerking op vlak van jeugdbeleid tussen straathoekwerkster,
jeugddienst en Lokaal Steunpunt Diest.

Voor de bespreking van het vademecum en de wie-is-wie als communicatie- en


informatiemiddelen verwijzen we naar hoofdstuk A, jeugdwerk ondersteunen en naar
hoofdstuk B, kadervorming.

DOELSTELLING 1:
De jeugddienst en de uitleendienst zijn laagdrempelig en goed bereikbaar. Er is een
goede informatiedoorstroming van het stedelijk beleid naar het jeugdwerk.

Resultaat: kinderen en jongeren kennen de jeugddienst en lopen gemakkelijk


binnen. De medewerkers van de jeugddienst hebben goede contacten met hen.
Door de uitleendienst als communicatie- en informatiemiddel te gebruiken bereikt de
jeugddienst een belangrijk doel namelijk de contacten met de jeugd. De
medewerkers van de jeugddienst zijn voor de jongeren het gezicht van het
stadsbestuur. Zij richten zich met hun vragen tot deze medewerkers en dit
vergemakkelijkt de communicatie met het stadsbestuur. Alle beleidsmaatregelen zijn
gekend, vooral bij jeugdwerkinitiatieven die minder vaak op de jeugddienst komen.
Er zijn geen misverstanden meer.

DOELSTELLING 2:
Alle belangrijke informatie voor Diestse jongeren wordt als geheel via het belangrijke
communicatie- en informatiekanaal “internet” aangeboden.

Resultaat: Jongeren bezoeken deze site. Jongeren vinden gemakkelijk informatie


over verenigingen en activiteiten, en over het jeugdbeleid in Diest.

*4. Concrete acties:

BIJ DOELSTELLING 1:
1. Er is een locatie gezocht waar de jeugddienst een onderkomen zal vinden.
Deze locatie is laagdrempelig. De medewerkers besteden specifiek
aandacht aan de psychische laagdrempeligheid van de jeugddienst.
• Tijdschema: /
• Financiële weerslag: /

2. De uitleendienst voor het jeugdwerk en voor de Diestse jeugd zal gekoppeld


blijven aan de jeugddienst, vermits dit een middel is om contacten te
leggen.
• Tijdschema: /
• Financiële weerslag: /.

3. De jeugddienst is tussenpersoon met de plaatselijke overheid voor


aanvragen subsidies, kampvervoer, materiaal uit uitleendienst,
podiumelementen, nadarafsluiting, fuifmeldingen, enz…, zowel voor het
jeugdwerk als voor jongeren die niet bij een jeugdwerkinitiatief zijn
aangesloten.
• Tijdschema: /
• Financiële weerslag: /

4. De jeugddienst levert een extra inspanning rond communicatie en


informatie van de beleidsmaatregelen voor het jeugdwerk door een
bezoekje te brengen aan erkende jeugdwerkinitiatieven die dat nodig
vinden.
• Tijdschema: jaarlijks of naargelang de nood van het jeugdwerkinitiatief
• Financiële weerslag: /

BIJ DOELSTELLING 2:
1. Er wordt een website van de jeugdraad ontwikkeld waarop elk erkend
jeugdwerkinitiatief wordt voorgesteld. De jeugdwerkinitiatieven kunnen hun
activiteiten doorgeven die ook op de site worden geplaatst. Er zijn links met
belangrijk jeugdsites zoals “jeugddienst”, “fuifpunt”, of met de sites van de
jeugdwerkinitiatieven zelf…
• Tijdschema: de site is operationeel op 1 januari 2006.
• Financiële weerslag: 500 euro.

2. Er wordt een website van de jeugddienst ontwikkeld met informatie over de


jeugddienst, en waar reglementen en activiteiten vermeld staan en waar
belangrijke links kunnen gemaakt worden naar websites die belangrijke
informatie bevatten voor Diestse jongeren. Via deze site kan men in contact
komen met de jeugddienst. Via de scholen wordt promotie gemaakt voor
deze website.
• Tijdschema: de website is operationeel op 1 januari 2006.
• Financiële weerslag: 500 euro

Verder verwijzen wij ook naar concrete doelstelling 6, 7 en 8 in het hoofdstuk


“ondersteuning van het jeugdwerk” voor wat betreft het opstellen van een
vademecum en een wie-is-wie, het verdelen van kandidaatstellingsformulieren
in de scholen, bibliotheek, zwembad, en het verdelen van de zomerbrochures
in alle scholen. Niet iedereen heeft immers toegang tot het internet.

You might also like