Professional Documents
Culture Documents
EINDWERK:
Het internet heruitgevonden: Web 2.0
Express Yourself!
Sander Garrevoet
Ik ben vorig jaar gestart met het opstarten van het eindwerk en ben sindsdien enkele keren
veranderd van onderwerp. Ik was steeds op zoek naar een echt boeiend onderwerp waarin ik
me helemaal kon terugvinden en waarbij de link naar het secundair onderwijs vanzelfsprekend
was.
De keuze van het vak Informatica als vak om mijn eindwerk voor te maken lag voor de hand.
Ik heb sinds het tweede jaar in deze opleiding gekozen om Informatica als mijn uitdiepingsvak
te nemen. Daardoor heb ik de kans gekregen om mezelf meer en meer te bekwamen in dit
vak. Ik heb bovendien ook een groter aandeel van de stagelessen kunnen besteden aan
Informatica. Daardoor kwam ik meer en meer in contact met mentoren Informatica, ICT-
coördinatoren en leerde ik de noden van het beroepenveld beter kennen. Ik raakte dan ook
enorm geboeid door dit vak.
Doorheen de opleiding heb ik geleerd dat ik enorm geïnteresseerd ben in het vak informatica
en dat ik ook steeds naar nieuwe mogelijkheden zocht om de leerstof naar leerlingen over te
brengen. Door de keuze van dit onderwerp, waar in principe nog niet zo heel veel over bestaat
en nog maar heel beperkt wordt gebruikt in de secundaire scholen, heb ik me helemaal
kunnen uitleven. Ik kon op zoek gaan naar nieuwe, opwindende manieren om het leerproces
van de leerlingen te verbeteren.
Hierbij wens ik ook een aantal mensen te danken. Allereerst wens ik Meneer Van der Eedt,
mijn promotor te danken omdat hij steeds in mij is blijven geloven en me enorm geholpen
heeft om te komen tot dit eindwerk. Hij was de persoon die me op het spoor bracht van dit
fantastische onderwerp en me is blijven aansporen. Niet alleen doorheen het eindwerk heeft
Meneer Van der Eedt me enorm geholpen, hij was ook de persoon die van in het begin van de
opleiding heeft geloofd in mijn capaciteiten en me steeds heeft geholpen.
Verder wens ik ook Meneer Van Lokeren te danken. Door middel van het vak OMI dat we
aangeboden kregen in het derde jaar van de opleiding tot Professionele Bachelor in het
onderwijs: secundair onderwijs, kwam ik in contact met enkele nieuwe technologieën. Ik heb
enorm veel geleerd van dit vak. Met Meneer Van Lokeren heb ik ook geregeld nieuwe, toffe
Web2.0-toepassingen kunnen uitwisselen.
Tot slot wens ik ook mijn familie en vrienden te danken omdat zij me zijn blijven steunen
doorheen de opleiding. Mijn ouders in het bijzonder ben ik dankbaar omdat ze me de kans
gaven om deze opleiding te starten en te kunnen blijven volgen. Ook mijn broer en schoonzus,
Wannes en Nathalie, wens ik te danken omdat zij me steeds zijn blijven steunen in de
opleiding en ook hun ervaringen uit het beroepenveld met me deelde. Zij zijn ook de personen
die dit eindwerk hebben nagelezen en me hebben geholpen in de opbouw tot dit eindwerk.
Mijn zus Griet wens ik ook te danken voor het luisterende oor tijdens de moeilijke momenten.
Ten laatste wens ik mijn vrienden te danken omdat zij me hebben aangemoedigd en zijn
blijven steunen tijdens het, soms stressvolle, schrijven van dit eindwerk.
INHOUDSOPGAVE:............................................................................................................2
INLEIDING...........................................................................................................................5
4. FILMPJES IN DE KLAS?...........................................................................................15
4.3 Waarom zou ik dan toch de filmpjes vanop YouTube gebruiken in de klas?............................................. 16
5. BLOGGEN .................................................................................................................17
5.2 Wat heb je nodig om met een Blog aan de slag te gaan?............................................................................... 17
6.2 Wat heb je nodig om met een Wiki aan de slag te gaan? .............................................................................. 19
7. PODCASTING............................................................................................................21
7.2 Wat is het verschil tussen ‘Podcasting’, ‘on demand streaming’ en ‘webcast’? ......................................... 21
8. RSS ............................................................................................................................23
9. GOOGLE DOCUMENTS............................................................................................25
9.1 Wat is Google Documents? .............................................................................................................................. 25
10.8 Maak van je digitale cursus een online boekje: Issuu ................................................................................... 53
10.8.1 Wat is Issuu?............................................................................................................................................. 53
10.8.2 Hoe maak ik van mijn digitale cursus een online boekje? ........................................................................ 53
10.8.3 Hoe plaats ik mijn online boekje op mijn Blog (embedden)?................................................................... 55
BESLUIT: ..........................................................................................................................57
LITERATUUROPGAVE: ...................................................................................................58
De keuze van het vak om mijn eindwerk rond te maken lag voor de hand, het onderwerp niet
zo. Ik heb me gedurende de voorbije vier jaar verdiept in het vak Informatica, waardoor het
voor mij een evidentie was dat ik voor Informatica mijn eindwerk zou maken.
De keuze van het onderwerp heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Ik ben vorig jaar
begonnen met een zoektocht naar een didactisch en pedagogisch geschikt programma om met
leerlingen aan eenvoudige 3D-programmering te doen. Ik kwam terecht bij het
freewareprogramma “Alice”. Na een grondige studie van het softwarepakket kwam ik tot de
conclusie dat ik veel te veel tijd zou nodig hebben om leerlingen te leren werken met het
programma. Tijdens deze lesuren zou ik nog niet eens de essentie van het programmeren
behandeld hebben. Ik wou werken rond het leerplanonderdeel “Ontwerpen en beschrijven van
oplossingen”, maar heb na enige tijd moeten besluiten dat ik dit niet zag te klaren.
Na een omzwerving langs het onderwerp “Second life”, waarvan ik ook niet overtuigd was dat
het een echte meerwaarde zou bieden tot het onderwijsleerproces van de leerlingen ben ik
dan, op aanraden van Meneer Van der Eedt, terechtgekomen bij het onderwerp Web 2.0. Toen
ik de eerste voorbeelden van Web 2.0-toepassingen onder ogen kreeg, wist ik onmiddellijk dat
dit het onderwerp was waarover ik mijn eindwerk wou maken.
Nu bleek echter dat Web 2.0 een heel ruim begrip was die een hele lading toepassingen dekte.
Daarom heb ik besloten om er een aantal nieuwe technologieën uit te kiezen (filmpjes, Blog,
Wiki, Podcasting, RSS, Google Documents) waarvan ik de bruikbaarheid in het secundair
onderwijs vermoedde. Daarnaast besloot ik ook om een aantal sites te bespreken die een
dienst aanbieden die van nut kan zijn voor leerkrachten in het secundair onderwijs.
Ik besloot dan ook om mijn eindwerk in eerste instantie te richten naar leerkrachten secundair
onderwijs. Ik vond het noodzakelijk om me te richten op de basiscompetentie van de
leerkracht “De leerkracht als lid van een schoolteam” en “de leerkracht als innovator”
omdat ik doorheen het eindwerk merkte dat de toepassingen die ik ontdekte veel breder
bruikbaar waren dan enkel door de leraar Informatica. De toepassingen zijn bruikbaar door het
hele onderwijspersoneel. Ik merkte dat, ondanks dat ik me richtte op het onderwijspersoneel,
de toepassingen die ik ontdekte ook bruikbaar waren voor leerlingen secundair onderwijs.
Doorheen dit eindwerk wordt er aan heel wat vakoverschrijdende eindtermen gewerkt. Van
de vakoverschrijdende eindtermen die gelden voor leerlingen van het basis- of de eerste graad
secundair onderwijs werken we aan alle vakoverschrijdende eindtermen ICT. Voorts
werken we ook aan de vakoverschrijdende eindtermen “Sociale vaardigheden” nr 12 en
13. We werken ook aan de leerplandoelstelling: “5.4.6.1 Het begrip Internet en enkele
actuele mogelijkheden ervan toelichten”; “5.4.6.4 Gevonden informatie kritisch beoordelen en
selecteren op bruikbaarheid” uit het leerplan Informatica van de tweede graad ASO-KSO-TSO
van het VVKSO.
1
http://net.educause.edu/ir/library/pdf/ERM0837.pdf
Sander Garrevoet Eindwerk: 6
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
1.1 Kenmerken Web 2.0 toepassingen2
2
http://www.edublogs.be/2008/03/19/web20-voor-het-onderwijs-noodzakelijk-medium-of-leuke-gadget,
http://www2.renvlaanderen.be/web2/materiaal/Presentaties/Het%20WEB%202.0%20-
%20Johannes%20De%20Gruyter.pdf,
Sander Garrevoet Eindwerk: 7
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
1.1.3 Web 2.0 blijft in ontwikkeling!
Bij klassieke softwarepaketten moet je om gebruik te kunnen maken van nieuwe
mogelijkheden binnen het pakket steeds de laatste versie van het
pakket kopen en/of downloaden om vervolgens op je eigen computer
te installeren. Doordat Web 2.0-toepassingen geen installatie op je
eigen computer vereisen en volledig op het internet werken hoeven
de gebruikers geen updates meer uit te voeren en zijn de
toepassingen constant up to date. Ontwikkelaars kunnen de
Figuur 4: beta toepassingen ook constant aanpassen, uitbreiden en verbeteren.
Dit maakt dat Web 2.0-toepassingen dus nooit echt af zijn, maar steeds in
ontwikkeling.
Doordat Web 2.0-toepassingen op het internet werken, zijn ze voor iedereen
beschikbaar. Dit zorgt ervoor dat er veel interactie is met de eindgebruikers,
alsook met andere ontwikkelaars. Door het combineren van de Web 2.0-
toepassingen ontstaan er nieuwe mogelijkheden en weer nieuwe toepassingen
waardoor het aanbod van toepassingen exponentieel groeit. Zo kan je bijvoorbeeld
filmpjes vanop YouTube eenvoudig embedden op een Wiki, op een Blog, zijn de
berichten die je tikt op je Blog te bekijken via een Feedreader zoals Netvibes, worden er
constant nieuwe Widgets ontwikkeld.
3
http://www.web20opschool.be
Sander Garrevoet Eindwerk: 9
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
6. Podcasting:
Een Podcast is een audiobestand dat je zelf aanmaakt (bijvoorbeeld op je eigen
computer) en waarin je een soort eigen radio-uitzending maakt dat je daarna
gratis (!) aanbiedt op het internet. Die radio-uitzending kan vanalles bevatten,
zoals je ook verschillende soorten radioprogramma’s hebt (liedjeslijsten,
documentaires, een gesproken verslag van je belevenissen, … je kan het zo gek
niet bedenken of het kan.) Die Podcast wordt dan aangeboden op een site waarop
de bezoeker zich dan kan abonneren op de Podcast. De luisteraar kan de Podcast
dan beluisteren op zijn iPod, maar evengoed gewoon op de PC, of op een andere
MP3-speler. Wanneer er een nieuwe versie van de Podcast beschikbaar is, zorgt
de Feed er voor dat de nieuwe Podcast automatisch gedownload wordt naar de
computer van de geabonneerde.
(bijvoorbeeld http://Podcasting.muggsy.be, http://www.Podcasting.be/vl.php).
7. Platformsites:
Op platformsites kun je zelf bepalen welke inhouden, op welke plaats in je pagina
weergegeven worden. Je kunt jouw pagina aanpassen door middel van
interactieve modules toe te voegen en daar inhoud aan te geven (bijvoorbeeld de
veranderingen van een website (via RSS) omgekeerd chronologisch laten
verschijnen in een module)
(bijvoorbeeld http://www.netvibes.com)
8. Bloggen:
Door middel van Blogaanbieders kun je eenvoudigweg, mits een paar muisklikken,
je eigen Blog activeren en aanmaken. Bloggen staat voor een online dagboek
waarin je naar hartenlust berichtjes kan plaatsen over al je belevenissen,
commentaar op bijvoorbeeld politieke kwesties, de voortgang van een
groepswerk, alles wat je wilt vertellen aan de wereld kan je bijhouden op een
Blog.
(bijvoorbeeld http://www.Blogger.com)
9. Spaces/profielsites:
Spaces en profielsites hebben een link met Bloggen en platformsites, maar zijn
toch niet volledig hetzelfde. Op een spaces/profielsite plaats je zelf gegevens over
jezelf en je kan – als je dat wilt – een Blog (zowel een videoblog als een Blog als
een fotoblog, soms ook een Podcast) of eigen muziek toevoegen aan je
profielpagina. Je kiest dus zelf wat je op jou profielsite zet.
(bijvoorbeeld http://spaces.live.com, http://www.myspace.com)
10. Filmpjessites:
Dit is één van de bekendste toepassingen van Web 2.0. Op deze sites kunnen
geregistreerde gebruikers (zelfgemaakte/gemonteerde/elders gevonden) filmpjes
uploaden, voorzien van tags en kan iedereen die filmpjes bekijken.
(bijvoorbeeld http://www.youtube.com)
11. Online programma’s:
Online programma’s kun je gebruiken om bestanden aan te maken, te bewerken,
opslaan en te delen met anderen. Je hebt dus geen programma’s hiervoor nodig
op je pc (behalve een internetbrowser dan).
(bijvoorbeeld http://docs.google.com, http://www.zoho.com,
http://www.buzzword.com)
12. Wiki’s:
Ook deze vorm is al wijd verspreidt en welgekend door de modale
internetgebruiker. Op deze sites is het namelijk zo dat je de inhoud van de Wiki
kan veranderen. Je kunt dit meestal als geregistreerde gebruiker, maar net zo
goed als ongeregistreerde gebruiker.
(bijvoorbeeld http://nl.Wikipedia.org)
Zoals je waarschijnlijk wel al door hebt, staan al deze mogelijkheden niet alleen en zijn
die categorieën niet sluitend. Het komt meermaals voor dat één site tot meer dan één
categorie behoort en dus moeilijk in te delen is. Er zijn enorm veel sites waar je
bijvoorbeeld EN kan Bloggen EN filmpjes kan bekijken, of waar je EN kan Bloggen EN
een profiel kan plaatsen. De mogelijkheden zijn eindeloos. Zo heb je de Web 2.0-site:
http://www.klascement.net, een site voor en door onderwijsmensen, waarop je een
eigen profiel kunt aanmaken, je favorieten bijhouden, delen, bestanden uploaden,
bestanden van anderen raadplegen en er reacties op geven.
Figuur 6: Klascement
4
Oblinger, D. & Oblinger J.(2004). Educating the net generation. (http://www.educause.edu/educatingthenetgen)
Boschma, J. & Groen. I. (2006). Generatie Einstein: slimmer, sneller en socialer. Amsterdam: Pearson Education
Benelux.
Sander Garrevoet Eindwerk: 12
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
• Schooloverstijgend niveau: Web 2.0 biedt uitwisselingsmogelijkheden van
materiaal, kennis en ervaringen waardoor leerkrachten van verschillende scholen
van elkaar kunnen leren. Bijvoorbeeld klascement.net.
Door het inzetten van Web 2.0-toepassingen op al deze niveaus werken we bovendien
aan enkele belangrijke eindtermen:
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te
gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT (voor hen bestemde) digitale
informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan
anderen.
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en
doelmatige manier te communiceren.
9. De leerlingen kunnen afhankelijk van het te bereiken doel adequaat kiezen uit
verschillende ICT-toepassingen.
10. De leerlingen zijn bereid hun handelen bij te sturen na reflectie over het eigen
en elkaars ICT-gebruik.
5
ET 12: De leerlingen passen belangrijke elementen van overleg en gezamenlijke probleemoplossing toe bijvoorbeeld:
zoeken en aanbrengen van argumenten voor en tegen; voortbouwen op andermans inbreng; gezamenlijk zoeken naar
een probleemoplossingswijze en ze toepassen; meewerken aan het proces van besluitvorming; de wijze van
samenwerking evalueren.
ET 13 De leerlingen zijn bereid om samen te denken, te argumenteren en te discussiëren om met anderen een situatie te
verbeteren of een probleem op te lossen.
Sander Garrevoet Eindwerk: 13
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
• Web 2.0-toepassingen zijn constant in ontwikkeling, de websites worden altijd
maar beter en gebruiksvriendelijker. Concurrentie tussen bepaalde sites
(bijvoorbeeld Google en Yahoo) zorgt ervoor dat de ontwikkelaars steeds
gedwongen worden om nieuwe en steeds betere en meer mogelijkheden
te ontwikkelen voor hun toepassing.
• Er bestaan ook veel Web 2.0-toepassingen die zich richten op het onderwijs
en waarvan je lesmateriaal legaal kunt gebruiken
(www.schooltv.nl/beeldbank/, www.Klascement.net, www.VRTNieuws.net)
• Door Web 2.0-toepassingen te gebruiken vervullen we onze rol van leraar als
innovator.
3.2 Nadelen van Web 2.0-toepassingen
• Het grote nadeel en gevaar van Web 2.0-toepassingen, is dat iedereen op
elk moment en op alle verschillende manieren zich kan uiten. Ook
(pedagogisch) ongepaste reacties kunnen dus voorkomen, en daarvoor
moeten we onze leerlingen toch wat beschermen. Ik denk hierbij bijvoorbeeld
aan een vechtpartij op de grote markt van Sint-Niklaas tussen twee klassen van
de secundaire school VTS die op voorhand werd aangekondigd op de profielsite
Netlog. Het onderwijs heeft ook een taak om leerlingen op een veilige en
verantwoorde manier te leren omgaan met deze nieuwe media.6
• Web 2.0-toepassingen bevinden zich op het internet, je moet daar een
internetverbinding voor hebben. Bovendien moet de server van je toepassing
voldoende verbindingen aankunnen.
• Wanneer je een opdracht geeft die leerlingen moeten maken met behulp van
een Web 2.0 toepassing, ga je ervan uit dat een leerling toegang heeft tot
het internet. Ook al hebben heel veel leerlingen van thuis uit toegang tot het
internet, er zal steeds een deel van je leerlingen thuis geen
internettoegang hebben. Dit nadeel wordt deels opgeheven door de
beschikbaarheid van computerklassen op school en in bibliotheken,
openbare plaatsen, maar hier schiet men toch nog te kort. Uit een enquête
in het jaar 2007 uitgevoerd door Belstat blijkt het volgende: 90% van de
huishoudens met kinderen in Vlaanderen heeft een computer en 84%
daarvan heeft een internetverbinding.7
• Je moet bij het uitkiezen van de toepassingen waarmee je gaat werken goed
nagaan hoe betrouwbaar de server of de firma is die de toepassing aanbiedt.
Web 2.0-toepassingen staan op het internet en op het internet is alles
vluchtig en vergankelijk. Daarom gebruik ik in dit eindwerk vooral
toepassingen van de grote firma’s zoals Google en Microsoft omdat een
dergelijke bekende naam toch een zekerheid geeft over het voortbestaan van de
toepassingen.
• Doordat alles op het internet staat, moet je geregeld backuppen naar
evaluatie toe. Je kunt wel evalueren op het internet, maar voor je eigen
veiligheid en om controverse met ouders, leerlingen en directie te vermijden
moet je geregeld zorgen dat je zelf een exemplaar in handen hebt. De Web 2.0-
aanbieders garanderen immers niet dat je bestanden online blijven staan.
• Wat op het internet staat, is in principe openbaar voor iedereen. Hiermee
kom je in problemen met de privacy van de leerlingen. Je kunt op de meeste
Web 2.0-toepassingen wel instellen wie de inhoud mag zien. Het is daarbij
wel belangrijk dat je leerlingen bewust maakt van dit probleem.8
6
Globale visie op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen ICT,
http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/uitgangspunten/ict.htm
7
http://www.statbel.fgov.be/downloads/ict_hh_2007_nl.pdf p18
8
Globale visie op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen ICT,
http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/uitgangspunten/ict.htm
Sander Garrevoet Eindwerk: 14
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
4. Filmpjes in de klas?
Figuur 7: YouTube
Figuur 8: blogger
9
http://www.frankwatching.com/archive/2005/09/29/bloggen-voor-beginners-1
10
http://nl.Wikipedia.org/Wiki/Bloggen
11
VAN LOKEREN Stijn, Blog en Embedded Media, p2
Sander Garrevoet Eindwerk: 17
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
• Weblog over een bepaald onderwerp12
In deze categorie van weBlogs gaat de Blog niet over het persoonlijke leven van de
Blogger, maar wel over een bepaald onderwerp.
Hierna volgen enkele voorbeelden:
• Stadsblog
• Nieuwsblog
• Wijkblog
• TV-blog
• Themablog
• Clublog
• Filmblog13
5.4 Voordelen van een Blog in het secundair onderwijs?
• Via een Blog kan iedereen individueel zijn vorderingen bijhouden.
• Je start een Blog heel snel en eenvoudig op, zo hoef je niet nodeloos tijd te
verspillen tijdens de weinige uurtjes informatica.
• Bloggen is over het algemeen plezant voor leerlingen.
• De informatie die je online zet, is direct voor iedereen beschikbaar.
• Geen gezeul meer met een papieren logboek waarbij je dat logboek twee
dagen voor controle eventjes snel invult.
• De leerkracht kan een betere controle uitvoeren op het proces van de leerling
adhv de tijdsaanduidingen in de Blog.
• Via een Blog kan je allerlei leuke Widgets en functionaliteiten toevoegen
aan de Blog bijvoorbeeld embedded YouTube-filmpjes.
• Je lezer (dus ook de leerkracht) kunnen via een RSS-Feed eenvoudig op de
hoogte blijven van de inhoud van de Blog. Zo kan je jou abonneren op die
RSS-Feed en krijg je de nieuwste content van de Blog rechtstreeks in je mailbox.
• Een Blog is een redelijk nieuw fenomeen op het internet, en wat nieuw is
spreekt de leerlingen in ieder geval aan. 14
5.5 Nadelen van een Blog in het secundair onderwijs?
• Qua look&feel en persoonlijke opmaak zit je bij een online dienst vrij
beperkt. Je kunt enkel maar instellen wat de onlinedienst aanbiedt.
• Net als bij een papieren logboek vergt het doorzettingsvermogen om de Blog
regelmatig te blijven updaten. 15
5.6 Hoe kan je een Blog gebruiken?
Een Blog is in het onderwijs zeker te gebruiken. Hieronder geef ik een aantal
voorbeelden van hoe je een Blog kan aanwenden in jouw klaspraktijk, los van het vak
informatica.
• Een logboek bijhouden tijdens een stage/eindwerk/groepswerk;
• Foto’s van een uitstap online zetten op een fotoBlog;
• In functie van het vak economie een tijdje de kranten in het oog houden en
geregeld tips geven aan medestudenten;
• Voor het vak informatica kunnen leerlingen een Blog bijhouden waarop ze de
nieuwigheidjes of problemen die ze tegenkomen online zetten en waarop
iedereen, ook de leerkracht kan reageren;
• …
12
VAN LOKEREN Stijn, Blog en Embedded Media, p2
13
http://nl.Wikipedia.org/Wiki/Bloggen
14 7
, VAN LOKEREN Stijn, Blog en Embedde Media, p3
Figuur 9: wiki
6.1 Wat is een Wiki?
Een Wiki is een webtoepassing waarmee een verzameling van webpagina’s kan
bewerkt, aangevuld worden door iedereen die dit wenst, zonder dat die inhoud van
de webpagina’s wordt nagekeken door deskundigen of moet goedgekeurd worden
alvorens online te verschijnen.
Een belangrijk kenmerk van een Wiki is dat iedereen de informatie op die Wiki op
een eenvoudige manier kan aanpassen met een updatepagina via de
internetbrowser.
Het bekendste voorbeeld van een dergelijke Wiki is uiteraard Wikipedia, de online
encyclopedie (te bereiken via http://nl.Wikipedia.org of http://www.Wikipedia.com).
Deze encyclopedie is op korte termijn en dankzij het werk van vele mensen met
gelijklopende ideeën en kennis uit meerdere landen uitgegroeid tot één van de grootste
en één van de meest betrouwbare encyclopedieën ter wereld. 1617
6.2 Wat heb je nodig om met een Wiki aan de slag te gaan?
• Je hebt een computer met internetaansluiting nodig;
• Je hebt een account met gebruikersnaam en wachtwoord nodig bij een
Wikiplatform (bijvoorbeeld http://www.Wikispaces.com)
6.3 Waarom zou ik een Wiki gebruiken in mijn klaspraktijk?
• Een Wiki is snel en eenvoudig op te starten.
• Een Wiki is eenvoudig te onderhouden en aan te passen zonder dat je
daarvoor speciale kennis moet hebben of zonder dure programma’s.
• Er zijn verschillende diensten op het internet te vinden waarbij je gratis een
Wiki kan opstarten (bijvoorbeeld http://www.Wikispaces.com).
• Informatie die online wordt gezet op een Wiki is onmiddellijk beschikbaar
voor iedereen die er interesse voor heeft.
• Doordat iedereen een Wiki kan aanpassen, worden foutieve, ongewenste
bijdragen snel en eenvoudig verwijderd (sociale controle).
• Een Wiki is heel toegankelijk, je hebt enkel een computer met
internetverbinding nodig om aan je Wiki te werken.
• Je kunt jezelf op de hoogte houden van de wijzigingen op een Wiki door je in
te schrijven op de sitefeed van je Wiki (zie hoofdstuk RSS).
• Een Wiki is uitermate geschikt om leerlingen rond een bepaald thema te
laten samenwerken.
16
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiki
17
VAN LOKEREN Stijn, Wiki, p2
Sander Garrevoet Eindwerk: 19
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
6.4 Waarom zou ik een Wiki niet gebruiken in mijn klaspraktijk?
• Wanneer iedereen iets kan aanpassen op de Wiki, krijg je verschillende
schrijfstijlen binnen artikels.
• Je kunt te maken krijgen met ongewenste toevoegingen op de Wiki.
• De controle op de Wiki kan heel tijdrovend zijn.
• Aangezien er geen controle is door deskundigen kunnen er flagrante fouten
op je Wiki staan.
• De weg die jij voor ogen had die je Wiki ging afleggen, kan opeens volledig
veranderen aangezien je met verschillende mensen samenwerkt die elk hun
eigen doel voor ogen hebben.
• De opmaak die je kunt toepassen op je Wiki is beperkt, maar voldoende.
6.5 Hoe kan je een Wiki gebruiken?
Uiteraard kan je een Wiki veel breder te gebruiken dan enkel met leerlingen. Zo is het
bijvoorbeeld mogelijk om een Wiki ook te gebruiken om samen te werken met
medeleerkrachten, directie, ouders, externen en uiteraard ook leerlingen. Hieronder
volgt een opsomming van mogelijke manieren waarvoor je een Wiki kan gebruiken.
• Diavoorstellingen, powerpoints en foto’s publiceren;
• Communiceren met ouders;
• Ideeën en bronnen delen met collega’s;
• Lesgeven over Wiki’s, Wikipedia;
• Boekrecencies publiceren;
• Opdrachten voor leerlingen posten en de oplossingen ervoor verzamelen;
• Samenwerken aan een online woordenlijst voor leerlingen;
• Filmpjes vanop Youtube of andere filmpjessites op de Wiki embedden zodat
leerlingen of collega’s eenvoudig de juiste video vinden;
• Verzamelen van URL’s waardoor leerlingen eenvoudig de juiste websites vinden;
• Samenwerken met collega’s aan een tekst/cursus;
• Een soort intranet waarop collega’s belangrijke mededelingen, bestanden, …
kunnen plaatsen die het hele lerarenkorps of een deel ervan aanbelangen;
• Marktonderzoeken en peilingen uitvoeren bij collega’s, leerlingen;
• Een lijst met FAQ’s (Frequently Asked Questions) aanmaken en er de bijhorende
antwoorden bijzetten, of laten bijzetten;
• Binnen het vak geschiedenis samen kennis opbouwen in verband met WOI,
WOII, de renaissance, …
• Samenwerken met medeleerlingen aan goede samenvattingen van de leerstof;
• Met een groep leerkrachten informatica aan een cursus hardware werken die
altijd actueel is en zonder dat er tijd verloren moet gaan aan vergaderen,
• Een site over de Eurolanden waarbij telkens één leerling of enkele leerlingen
verantwoordelijk zijn voor de informatie van één land of voor een bepaald
onderdeel bij ieder land; 18
• …
18
http://webtools4u2use.wikispaces.com/Wikis
Sander Garrevoet Eindwerk: 20
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
7. Podcasting
Een Podcast is, zoals ik in het vorige puntje “Wat is Podcasting” uitlegde, een
bestandje dat je eerst downloadt naar je computer en dan eventueel op je
draagbare MP3-speler kan beluisteren. Je kunt deze Podcast zoveel keer afspelen
als je wilt.
19
http://Podcasting.muggsy.be
20
http://nl.wikipedia.org/wiki/Podcasting#Onderscheid_tussen_streamen_en_downloaden
http://nl.wikipedia.org/wiki/podcasting
Sander Garrevoet Eindwerk: 21
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
7.3 Wat heb je nodig om aan Podcasting te doen?
• Je hebt een computer nodig met een (snelle) internetverbinding.
Je hebt een headset met microfoontje nodig.
Je hebt een programma nodig om je uitzending op te nemen en te
bewerken (bijvoorbeeld het freewareprogramma audacity).
Je hebt een programma nodig om Podcasts te downloaden en af te spelen
(podcatcher) (bijvoorbeeld het freewareprogramma iTunes). Wil je de Podcast
los van je pc beluisteren, dan heb je een draagbare MP3-speler nodig.
Je hebt een account bij een Podcastplatform (bijvoorbeeld
http://www.podplaza.nl) nodig om jouw Podcast te kunnen verspreiden.
7.4 Voordelen van Podcasting?
Leerlingen lopen constant rond met iPod’s, waarom hun eigen leefwereld
dan niet gebruiken in de lessen.
Een nieuwe aanpak van de lessen zal motiverend werken voor leerlingen.
Door leerlingen een eigen Podcast te laten maken, oefenen ze tegelijkertijd
ook hun mondelinge taalgebruik (Nederlands, Engels, Duits, Frans) op een
creatieve manier kunnen oefenen.
Een Podcast kan je meerdere keren beluisteren.
Leerlingen die niet aanwezig kunnen zijn in de lessen (door ziekte
bijvoorbeeld) kunnen de Podcast thuis beluisteren (dit kan bijvoorbeeld
handig zijn indien de leerkracht de les opneemt).
Je hebt door middel van de RSS-technologie steeds de recentste versie
van de Podcast in jouw bezit.
7.5 Nadelen van Podcasting?
Op het gebruik van muziek moet je auteursrechten betalen, er zijn echter wel
een aantal tunes en muziekstukken te vinden op het internet die wel gratis
te gebruiken zijn door Podcasters.
In tegenstelling tot andere Web 2.0-toepassingen moet je voor deze toepassing
wel een tweetal programma’s op de computer installeren.
Je moet er als leerkracht over waken dat leerlingen geschikte Podcasts
maken.
Een eigen Podcast op het internet plaatsen vereist enkele technische
vaardigheden.
7.6 Hoe kan je Podcasts gebruiken?
Je kunt Podcasts inschakelen bij het thuisonderwijs voor langdurig zieke
leerlingen.
Je kunt leerlingen een virtuele gidsbeurt laten inspreken.
Je kunt een soort schoolradio opzetten die je door leerlingen laat maken en dit
verspreiden via Podcasts.
Maak een promotiePodcast voor je eigen school gericht naar externen.
Laat leerlingen een boekverslag inlezen en laat dit beoordelen door
externe professionals.
Laat oudere leerlingen een verhaal voorlezen en laat dit beluisteren door
21
jongere leerlingen.
…
21
http://webtools4u2use.wikispaces.com/Audio+%26+Podcasting
Sander Garrevoet Eindwerk: 22
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
8. RSS
22
http://nl.wikipedia.org/wiki/Webfeed ,
http://www.manssen.nl/Computersindeklas/dossiers/dossier_rss/inhoud_rss.htm
Sander Garrevoet Eindwerk: 23
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
8.5 Hoe kan je RSS gebruiken?
Maak zelf een RSS-Feed door gebruik te maken van www.Feedburner.com en
plaats die op je Wiki of Blog zodat gebruikers op de hoogte worden gehouden
van veranderingen op je Wiki of Blog.
Plaats een RSS-Feed op de site van je school zodat externen en internen op
de hoogte worden gehouden van de veranderingen op de schoolsite.
Je kunt bezoekers van je Blog, site, Wiki zich laten inschrijven op een
mailinglist die je aanmaakt via RSS, waardoor personen die ingeschreven
zijn op de mailinglist automatisch een nieuwe e-mail krijgen met de nieuwe
inhoud van je Blog, site, Wiki.
Wanneer je met Podcasting werkt, en je plaatst de RSS-Feed in een
podcatcher, dan zal je – indien je regelmatig synchroniseert – steeds de
nieuwste versie van de Podcast ter beschikking hebben.
Je kunt een account aanmaken bij Netvibes.com en daarop alle Feeds
plaatsen van onderwerpen waarin je geïnteresseerd bent. Je kunt dan
Netvibes.com instellen als je startpagina en dan krijg je steeds bij het
openen van je browser onmiddellijk de informatie die je interesseert.
…
23
http://net.educause.edu/ir/library/pdf/ELI7035.pdf
24
IBENDUM
Sander Garrevoet Eindwerk: 25
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
10. Praktisch deel
10.1 Werken rond Web 2.0 in de klas.
Tijdens mijn BSO-stageperiode ben ik op 15 Februari 2008 samen met de leerlingen uit
3 Kantoor van het VHTI te Dendermonde op zoek gegaan naar wat Web 2.0 is, wat de
leerlingen er al van kennen en of ze er eigenlijk wel in geïnteresseerd zijn.
Ik heb een les, die handelde over het leren werken met zoekmachines op het internet
ingekleed in het thema Web 2.0. In plaats van het traditionele lesverloop bij zo’n les
waarbij leerlingen moeten zoeken naar het adres van de lokale bakker, beenhouwerij,
supermarkt, … heb ik besloten om de leerlingen eens kennis te laten maken met een
aantal Web 2.0-toepassingen.
De leerlingen moesten via de zoekmachine Google en aan de hand van een werkblad
informatie over verschillende Web 2.0-toepassingen zoeken op het internet.
10.1.1 De inleiding
Ik begon de les met onderstaande zelfsamengestelde afbeelding waarna ik aan de
leerlingen vroeg wat ze zagen, welke logo’s de leerlingen (her)kenden en wat men kon
doen met die Web 2.0 toepassing.
De leerlingen herkenden Netlog (natuurlijk), Blogger, YouTube, Wikipedia en ze dachten
eerst dat we naar een filmpje vanop YouTube gingen kijken.
In de breedste zin staat Podcasting voor het verspreiden van digitale bestanden die
door speciale programma's afgehaald worden om ze later te gebruiken. Dus dit kan
audio zijn (MP3, Windows Media, Real Media), video (MPEG, DivX, QuickTime enzovoort) of
software.
13. Doe nu nog eens een gok op het woord “Blogger” via google. Waar kom je terecht?
We zijn terechtgekomen op www.Blogger.com, een site waar je eenvoudig zelf een Blog
kan aanmaken.
14. Wat is een Blog? Waarvoor kan je dit gebruiken? Welke Blogs ken je?
Een weblog, ook wel Blog genoemd, is een website waarop regelmatig - soms meerdere
keren per dag - nieuwe bijdragen verschijnen en waarop de geboden informatie in
omgekeerd chronologische volgorde (het nieuwste bericht verschijnt als eerst) wordt
weergegeven. Wie een weBlog bezoekt, treft dan ook op de voorpagina de recentste
bijdrage(n) aan. De auteur, ook wel Blogger genoemd, biedt in feite een logboek van
informatie die hij wil delen met zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog. Meestal
gaat het dan om tekst, maar het kan ook om foto's (een fotoBlog), video (vlog) of audio
(Podcast) gaan. Weblogs bieden hun lezers ook veelal de mogelijkheid om - al dan niet
anoniem - reacties onder de berichten te plaatsen
15. Is de bekende site van YouTube ook een voorbeeld van een Web 2.0 toepassing?
Waarom? Wat is de URL van YouTube? Zoek dit op via www.google.be
Youtube (www.youtube.com) is een voorbeeld van een Web 2.0-toepassing omdat
iedereen (zelfgemaakte) filmpjes op YouTube kan plaatsen, bekijken en erop kan
reageren.
16. Welke andere Web 2.0-toepassingen ken je nog of gebruik je?
Persoonlijk antwoord.
Nu kan je geen aangeven met wie je het geselecteerde bestand wilt gaan delen
en welke rol je wilt toekennen aan degene met wie je het document deelt.
Het e-maildres(sen) van diegene met wie je het document wilt gaan delen typ je
in het tekstvak bij Aan. Als je op de link “Kiezen uit contactpersonen” klikt, kan je
eenvoudigweg je contact uit je adresboek gaan kiezen en die selecteren.
Als bijdragers: diegene met wie je het document gaat delen zal het document
kunnen bekijken en er ook wijzigingen aan kunnen aanbrengen.
Als kijkers: diegene met wie je het document gaat delen zal enkel het
document kunnen bekijken, maar er geen aanpassingen aan gaan aanbrengen.
Als je één van de twee rollen kiest, helpt Google Docs ons nog door te zeggen wat de
persoon zal kunnen doen. Er verschijnt tekst naast de vervolgkeuzelijst.
Met de knop “Ga naar” kan je jou bestanden, nadat je die ook weer geselecteerd hebt,
verplaatsen naar een map die je zelf aangemaakt hebt binnen Google Documents.
Met de knop “Naam wijzigen” kan je het geselecteerde bestand gaan hernoemen.
Heb je nog steeds niet gevonden wat je wilt doen, dan kan je op de knop “Meer
acties” klikken, en dan kan je nog een aantal extra acties uitvoeren op je
geselecteerde bestand.
c) De bestanden
In de rechterhoek van het overzichtsvenster zie je jouw bestanden staan. De
bestanden staan, net zoals op jouw pc, gesorteerd. Hoe die bestanden gesorteerd
staan, kan je eenvoudigweg aanpassen door op de kolomkoppen te klikken (net
zoals je dat in Windows Verkenner ook doet). Op dit moment staan de bestanden
gesorteerd op datum.
Google Documents geeft ons een aantal gegevens over onze documenten.
Het selectievakje: door dit vakje bij het gewenste bestand te aan te klikken
kan je bepaalde zaken met je bestand doen zonder het bestand te openen.
(zie: menubalk)
Het sterretje: door een sterretje aan een bestand te geven (door simpelweg op
het sterretje bij het bestand te klikken) geef je aan dat het een belangrijk
bestand is.
Naam: hier geeft Google Documents de naam van het
document weer. Je ziet hier ook welk type bestand elk
bestand is aan het icoontje dat voor de naam staat.
Mappen/Gedeeld met: hier geeft Google Documents weer wie
het bestand heeft aangemaakt als eerste. Vervolgens kunnen
er nog namen staan met wie je dat document gedeeld hebt
(als bijdragers en/of als kijkers).
Datum: hier geeft Google Documents weer op welke datum of welk
tijdstip het document de laatste keer is aangepast.
Sander Garrevoet Eindwerk: 34
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
10.3 Hoe haal ik een Youtube - filmpje van de site?
Bijvoorbeeld: een les rond het thema “Halloween” wordt ondersteund door een filmpje
dat op YouTube staat. Het gaat over een stukje uit de film “A nightmare before
christmas” door regisseur Tim Burton.
1. Je opent in Internet Explorer de pagina van YouTube waarop je filmpje
staat.
9. Dat bestand heb je nodig: dat bestand is uw video, maar je kunt dat nog
niet gebruiken. Het bestand staat in de bestandsindeling "bestand",
waardoor je computer nog niet weet dat het bestand een videobestand is.
10. Je kopieert dat bestand, en plakt het bijvoorbeeld op je bureaublad.
11. Dan ga je naar www.media-convert.com.
13. Je vinkt het vinkje bij "I accept the terms...." aan en je klikt op de knop “OK”
14. Media-convert.com begint nu het filmpje om te zetten en als hij gedaan
heeft komt er een link tevoorschijn waarmee je het omgezette
videobestandje kan downloaden naar je pc;
15. Je slaat het bestand op in een map op je computer;
16. Je filmpje is klaar om te gebruiken, enkel nog branden op DVD en je kunt het
gebruiken in de Dvd-speler van de klas! (kijk hiervoor in de handleiding van de
Dvd-speler)
25
Gebaseerd op VAN LOKEREN Stijn, Blog en Embedded Media, p4-11
Sander Garrevoet Eindwerk: 38
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
11. Klik daarna op “Doorgaan”
12. Je Blog is nu aangemaakt!
13. Klik op “Starten met Bloggen”
14. Ondertussen heb je ook een e-mail ontvangen
om je e-mailadres te bevestigen.
15. Je kunt nu onmiddellijk een eerste bericht
posten. Gewoon je bericht intypen, een titel geven en op “bericht
publiceren” klikken.
Je kunt echter ook nog op andere manieren nieuwe berichten toevoegen, aanpassen en
verwijderen zoals je zult merken.
Tekst inspringen.
Spellingcontrole toepassen.
Opmaak wissen
e) Berichtopties
1. Klik op de link “berichtopties”.
2. Selecteer of je reacties wil toestaan
of verbieden.
f) Voorbeeld
Je kunt een voorbeeld van je bericht bekijken via de link “Voorbeeld”.
g) HTML
Indien je zelf nog enige opmaak wilt toekennen aan je bericht, en je bezit enige
kennis van HTML, dan kun je zelf de HTML-code gaan
aanpassen. Klik hiervoor op het tabblad “HTML
bewerken”.
h) Publiceren
Indien jouw bericht volledig klaar is, klik je op de knop
“Bericht Publiceren”.
26
Gebaseerd op VAN LOKEREN Stijn, Blog en Embedded Media, p12
Sander Garrevoet Eindwerk: 43
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
b) Embedden in een nieuw bericht.
1. Ga naar je Blog.
2. Kies “Nieuw bericht” .
3. Geef een titel in voor je bericht.
4. Selecteer het tabblad “HTML”.
5. Plak je gekopieerde code in je
bericht.
6. Geef labels op voor je bericht.
10. Hier kun je nog instellen hoe je wilt dat je agenda wordt weergegeven op je
Blog. Indien je iets verandert, moet je wel bovenaan op de knop “Update
HTML” klikken.
11. Kopieer de code en embed die op
je Blog! Hoe je dat doet, hebben we
hiervoor al gezien.
12. Je agenda is ingesloten op jouw Blog.
3. Indien je nog geen lid bent van photobucket, klik je op de groene knop “Join
Now”.
9.
10. Wanneer de upload klaar is wordt je automatisch naar een volgende pagina
doorgestuurd waar je enkele details voor je bestand moet opgeven.
- Het enige dat je verplicht moet ingeven is de Titel van het bestand.
- Je kunt ook tags (kernwoorden) voor het bestand ingeven. Die kernwoorden
worden gebruikt in de zoekfunctie van Slideshare om je bestand te vinden.
- Je kunt jouw presentatie met iedereen (everyone) delen, enkel met jezelf
(only myself) of met je eigen contacten (in dit geval moet je een contactenlijst
aanleggen).
- Je kunt ook een beschrijving voor jouw bestand ingeven.
- Je kunt ook aangeven of je bezoekers jouw presentatie mag downloaden of
niet door het keuzevakje bij “Allow file download” aan te vinden of uit te
vinken.
10.8.2 Hoe maak ik van mijn digitale cursus een online boekje?
1. Surf naar http://www.issuu.com.
2. Ook hier moet je een gebruikersnaam en wachtwoord hebben; klik daarvoor
op Signup. (indien je dit al hebt klik je op log in).
8. Je krijgt bovenaan het venster de code die je moet plakken in een bericht op
jouw Blog. Issuu maakt het ons echter gemakkelijk door een knop toe te
voegen die de volledige code voor ons kopieert. Klik op “Copy to
clipboard”.
9. Issuu geeft ons onder de code de uitleg hoe we de publicatie moeten embedden
op onze Blog.
10. Surf dan naar http://www.Blogger.com
11. Log in met jouw gebruikersnaam en
wachtwoord.
12. Klik op “nieuw bericht” in jouw Dashboard.
13. Plak de code die je daarnet gekopieerd hebt in jouw nieuwe
bericht (toetsencombinatie CTRl + v). Geef een titel op en
klik op de knop “Bericht publiceren”.
We moeten echter kritisch blijven. Inzetten van Web 2.0-toepassingen levert niet automatisch
een bijdrage aan de vormen van leren die het huidige onderwijs kenmerken. Kernvragen bij
het gebruik van deze nieuwe leermiddelen blijven: “Welke vormen van leren en welke
leeruitkomsten zijn gewenst?” en “Wat heeft Web 2.0 dan te bieden en hoe zetten we ze zo
goed mogelijk in?” Ik heb me binnen het kader van dit eindwerk vooral bezig gehouden met
deze laatste vraag.
Vanuit mijn praktijkervaringen en literatuurstudie weet ik dat leerlingen echt heel enthousiast
zijn over deze technologieën en staan te popelen om deze technologieën te gaan gebruiken in
hun onderwijsleerproces. De huidige generatie leerlingen verkiezen andere manieren van leren
en informatieverwerking. Ze verkiezen om meerdere activiteiten tegelijkertijd of snel
afwisselend te verrichten, geven de voorkeur aan audiovisuele informatie boven tekstuele,
werken liever associatief zappend in plaats van voor naar achter te werk te gaan, werken
liever interactief met anderen dan alleen en leren liever in de context van activiteiten dan het
opzettelijk leren. Stuk voor stuk eigenschappen die we bij het werken met web 2.0
toepassingen terugvinden.
Ik selecteerde een aantal technologieën die bruikbaar zijn in het secundair onderwijs. De
mogelijkheden die ons aangeboden worden door de nieuwe technologieën beperken zich echter
niet enkel tot het vak “Informatica”, maar gaan veel breder. Web 2.0 kan op verschillende
niveaus binnen het onderwijs worden ingezet: op leerlingniveau voor de individuele
begeleiding op maat van de leerling, op klasniveau, klasoverstijgend op schoolniveau en zelfs
schooloverstijgend als samenwerkings- en uitwisselplatform. Iedere leerkracht secundair
onderwijs kan, volgens mij, voordeel halen uit het gebruik van de Web 2.0-toepassingen die ik
hier aanreik.
Werken met Web 2.0-toepassingen binnen andere vakgebieden past bovendien perfect binnen
de vakoverschrijdende eindtermen ICT voor de eerste graad secundair onderwijs. Door het
laagdrempelig karakter van de Web 2.0-toepassingen vormen ze voor leerkrachten met
mindere ICT-vaardigheden het ideale middel om binnen hun eigen vakgebied aan deze
eindtermen te werken.
De implementatie van Web 2.0-toepassingen stopt niet bij de tips en de mogelijkheden die ik
aanreik in dit eindwerk. Web 2.0-toepassingen zijn constant in ontwikkeling en elke dag komen
er nieuwe mogelijkheden, toepassingen bij. Het is dan ook aan jou als leerkracht om kritisch,
maar met een open blik met die nieuwe toepassingen en mogelijkheden om te gaan.
Onderzoek het nut voor het onderwijsleerproces en deel dit met je medecollega’s. Zo komen
we tot steeds meer mogelijkheden en een steeds groter gebruik van Web 2.0-toepassingen in
het klasgebeuren. Sta dus niet stil, en ga zelf actief op zoek naar mogelijkheden om te
gebruiken. Vergeet je belevenissen niet te delen met anderen, want zoals John Donne in de
zestiende eeuw schreef: "No man is an island, intire of it selfe". Samen weten we zoveel meer.
Elektronische bronnen:
EDUBLOGS, 20 maart 2008 Web 2.0 voor het onderwijs: noodzakelijk medium of leuke gadget
http://www.edublogs.be/2008/03/19/web20-voor-het-onderwijs-noodzakelijk-medium-of-
leuke-gadget (19 maart 2008)
EDUCAUSE, 4 juni 2008, 7 Things You Should Know About Google Apps,
http://www.educause.edu/ir/library/pdf/ELI7035.pdf (19 maart 2008)
EDUCAUSE, 4 juni 2008, A Seismic Shift in Epistemology,
http://net.educause.edu/ir/library/pdf/ERM0837.pdf (2 mei 2008)
FRANKWATCHING, 18 november 2007, Bloggen voor beginners,
http://www.frankwatching.com/archive/2005/09/29/bloggen-voor-beginners-1 (29 september
2005)
KENNISNET, 14 april 2008, Web 2.0-ervaringen,
http://kennisnet.wikia.com/webtweepuntnul/wiki/Algemeen (23 mei 2008)
MANSSEN, 15 maart 2008, Dossier RSS,
http://www.manssen.nl/Computersindeklas/dossiers/dossier_rss/inhoud_rss.htm (onbekend)
MANSSEN, 15 oktober 2007, Dossier Web2.0,
http://www.manssen.nl/Computersindeklas/dossiers/dossier_web2.0/inhoud_web20.htm (22
april 2007)
MUGGSY, 10 april 2008, Podcasting, http://Podcasting.muggsy.be (onbekend)
RENVLAANDEREN, 24 april 2008, Het Web 2.0,
http://www2.renvlaanderen.be/web2/materiaal/Presentaties/Het%20WEB%202.0%20-
%20Johannes%20De%20Gruyter.pdf (29 februari 2008)
STATBEL, 2 juni 2008, ICT-Enquête 2007,
http://www.statbel.fgov.be/downloads/ict_hh_2007_nl.pdf (onbekend)
VVKSO, 4 juni 2008, Globale visie op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen ICT,
http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/uitgangspunten/ict.htm (onbekend)
WEB20OPSCHOOL, 4 juni 2008, Web20opschool, http://www.web20opschool.be (onbekend)
WEBTOOL4U2USE, 15 maart 2008, Webtools4u2use,
http://webtools4u2use.wikispaces.com/Wikis (28 mei 2008)
WIKIPEDIA, 10 april 2008, Onderscheid tussen streamen en downloaden,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Podcasting#Onderscheid_tussen_streamen_en_downloaden (30
april 2008)
WIKIPEDIA, 11 mei 2008, Bloggen, http://nl.wikipedia.org/Wiki/Bloggen (23 mei2008)
WIKIPEDIA, 20 mei 2008, Webfeed, http://nl.wikipedia.org/wiki/Webfeed (28 december 2007)
WIKIPEDIA, 15 mei 2008, Podcasting, http://nl.wikipedia.org/wiki/podcasting (30 april 2008)
WIKIPEDIA, 17 april 2008, Wiki, http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiki (24 mei 2008)
Sander Garrevoet Eindwerk: 58
Het internet heruitgevonden: Web 2.0 - Express yourself!
Lijst met figuren en tabellen:
Figuren:
Figuur 1: verschil Web1.0 - web2.0 .................................................................................................6
Figuur 2: Free ..................................................................................................................................7
Figuur 3: WYSIWYG........................................................................................................................7
Figuur 4: beta...................................................................................................................................8
Figuur 5: thanks for sharing .............................................................................................................8
Figuur 6: Klascement.....................................................................................................................11
Figuur 7: YouTube .........................................................................................................................15
Figuur 8: blogger............................................................................................................................17
Figuur 9: wiki..................................................................................................................................19
Figuur 10: podcasting ....................................................................................................................21
Figuur 11: RSS ..............................................................................................................................23
Figuur 12: Google Docs.................................................................................................................25
Figuur 13: Wat is Web2.0 ..............................................................................................................26
Figuur 14: Google ..........................................................................................................................27
Figuur 15: Google ..........................................................................................................................29
Figuur 16: blogger..........................................................................................................................38
Figuur 17: Photobucket..................................................................................................................47
Figuur 18: Slideshare.....................................................................................................................50
Figuur 19: blogger..........................................................................................................................52
Figuur 20: issuu .............................................................................................................................53
Tabellen:
Tabel 1: vergelijking Web1.0 - Web2.0............................................................................................6