You are on page 1of 53

S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

glas negat ieven


in beeld

Charlotte van Dijk


G L A S NE G ATIEVEN IN B EE L D woord vooraf

Glasnegatieven in beeld wil een impuls geven aan de ontsluiting van glasnegatievencollecties. Veel musea en andere 01
erfgoedbeheerders hebben glasnegatieven in bezit. In veel gevallen liggen deze collecties te wachten op
ontsluiting. Gebrek aan geld, menskracht of expertise is daarvan veelal de oorzaak. Al die glazen platen met
informatie kunnen een nieuw verhaal vertellen, of een bestaand verhaal in een presentatie aanvullen.

In het Voerman Museum Hattem, waar ik werkzaam ben, lag ook zo’n collectie glasnegatieven in het depot.
In het verleden was het allemaal al eens doorgekeken, handmatig beschreven en weer in het depot beland.
Recent is het project weer opgepakt. Dit leek mij een prima aanleiding om het hele proces van ontsluiten
(van herkomstbeschrijving tot en met digitalisering) eens volledig in kaart te brengen.

Het proces van ontsluiten van een collectie glasnegatieven blijkt een interessant proces met vele praktische,
technische en juridische kanten.

Voor, en ook na, het digitaliseren zijn er een aantal stappen te maken. Om een compleet beeld te geven van het
proces, en handvatten te kunnen bieden, heb ik een handleiding opgesteld. Het vertelt de lezer hoe het ontsluiten
zou kunnen verlopen.

Er zijn diverse handleidingen geschreven over de afzonderlijke stappen in het proces. Een handleiding die tevens
ingaat op de geschiedenis en de procédés, de herkomst, de selectie, de registratie, het auteursrecht en het
portretrecht, was er mijns inziens nog niet op deze manier. Het doel van de handleiding is om een overzicht te
Copyright © 2010 Charlotte van Dijk geven van alle stappen, zodat de drempel tot het aanpakken van het ontsluitingsproject verlaagd wordt. Het moet
Vormgeving Sheila Speijer, The Furyfactory BV handzaam blijven, en daarom zijn de hoofdstukken zo compact mogelijk gehouden. Enige voorkennis van het

Woord vooraf
Hoog water, maker onbekend
Uit de collectie Voerman Museum Hattem
materiaal en de geschiedenis ervan, is voor de liefhebber opgenomen en maakt het project interessanter. 03

Er zijn verwijzingen opgenomen naar gespecialiseerde literatuur, standaarden, websites en gratis downloads.
Erfgoedinstellingen, dus niet alleen musea, kunnen hun voordeel doen met deze handleiding. Het is geschreven
voor mensen die mogelijkheden zien in een collectie glasnegatieven, maar niet weten waar te beginnen, of hoe
verder te gaan.

Ik hoop dat de handleiding leesplezier zal bieden en voldoende inzicht zal verschaffen in de stappen tot
ontsluiting.

Charlotte van Dijk

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie


inhoud

Woord vooraf 01 3. SELECTEREN 37 6.7 Restauratie 70 Bronnen


Inhoud 04 3.1 Doelstelling 39 Literatuur 97 05
Inleiding 07 3.2 Doelgroep 41 7. RECHTSPOSITIE ONDERZOEKEN 75 Internet 99
Korte inleiding in de fotografie 11 3.3 Doelgroepenonderzoek 43 7.1 Verwerving 77 Personen 100
Historie 11 3.4 Digitaal erfgoed 44 7.2 Voorwaarden 78 Met dank aan 100
Betekenis 13 3.5 Presentatiemethoden 44 7.3 Definitie auteursrecht 79
Museumbeleid 14 7.4 Publicatie op internet 80
4. PLANNEN 49 7.5 Pas op met portretrecht 81
De Stappen 16 4.1 Een projectplan 51
8. DIGITALISEREN 83
1. Herkennen 19 5. FINANCIEREN 53 8.1 Waarom digitale informatie 85
1.1 Albumine 21 5.1 Rekenmodel digitaliseringskosten 55 8.2 Management 85
1.2 Collodium 21 5.2 Financiering 56 8.3 Hanteren 86
1.3 Gelatine 23 8.4 Standaarden 87
1.4 Kleur 24 6. CONSERVEREN, HANTEREN 8.5 Apparatuur 87
EN OPSLAAN 61 8.6 Werkomgeving 88
2. REGISTREREN 29 6.1 Passieve conservering 63 8.7 Kwaliteit 89
2.1 Informatiestromen 31 6.2 Chemische reacties 63 8.8 Opslag digitale informatie 91
2.2 Vindbaarheid 31 6.3 Klimaat 64 8.9 Duurzaamheid 93
2.3 Standaarden 32 6.4 Luchtverontreiniging 65 8.10 Metadata 94
2.4 Opslag 33 6.5 Verpakking en opslag 66 8.11 Beeldbewerking 94
2.5 Informatie verzamelen 33 6.6 Hanteren 69

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Inhoud


Inleiding

Originele verpakking glasnegatieven


fotografie Charlotte van Dijk Waarom blijven collecties glasnegatieven soms jaren op de plank liggen?

Regelmatig is er in het erfgoedveld door gebrek aan geld, tijd, menskracht of expertise geen gelegenheid om een 07
collectie glasnegatieven te ontsluiten. Dit kan er toe leiden dat er niets wordt ondernomen, of dat een project niet
afgemaakt wordt.

Een projectplan maken, voorafgaand aan het ontsluiten, geeft houvast en inzicht in de te ondernemen stappen en
kosten. Bovendien geeft het de organisatie de mogelijkheid om toekomstgericht en planmatig te denken. Bij het
ontsluiten van glasnegatieven zijn een goed projectplan en een kloppende begroting belangrijk. Voor het verkrijgen
van subsidie zijn een toekomstbestendig projectplan en een juiste begroting een vereiste.

Financiering vinden kost tijd (manuren en aanlooptijd), en een realistische tijdsplanning kan stress voorkomen.
Vaak moet een aantal maanden voor aanvang van het project de financiering ervoor aangevraagd worden.

Wat komt er allemaal kijken bij het ontsluiten? Wat zijn de te ondernemen stappen?

Deze handleiding geeft een holistische visie, een overzicht van het proces van ontsluiting. Er zijn diverse
interessante publicaties over glasnegatieven en digitalisering beschikbaar. Deze belichten vooral de afzonderlijke
stappen.

Glasnegatieven in beeld, behandelt deze stappen kort, verwijst naar gespecialiseerde literatuur, gaat extra in op
juridische en ethische aspecten en geeft hierover achtergrondinformatie en links naar gratis downloads.

Inleiding
Geadviseerd wordt om bij het ontsluiten de richtlijn SPECTRUM-N (Standard ProcEdures for CollecTions juridische aspecten onder de loep genomen. Verwerving, auteursrecht en portretrecht zijn aspecten waarmee
Recordings Used in Museums1), de Ethische code voor musea (ICOM)2 alsmede de uitgangspunten van rekening gehouden moet worden. Over het algemeen dateren glasnegatieven uit een bepaalde periode van ver
beleidsplannen; collectieplannen, informatieplannen en digitaliseringsplannen te volgen. vóór 1950 en is het auteursrecht verstreken. Maar er kunnen nog andere juridische kanttekeningen of voorwaarden 09
op de collectie van toepassing zijn. Als de conditie van de collectie in orde is, kan er worden gedigitaliseerd. Er
Elk hoofdstuk begint met een samenvatting van de besproken stap, gevolgd door een aantal kernpunten. Omdat kan worden gescand of gefotografeerd. Omdat er over het algemeen een groot (prijs) verschil tussen deze twee
registratie plaats zal moeten vinden gedurende het hele proces, worden de procedures van SPECTRUM-N, die mogelijkheden zit, worden beide kort behandeld. Ook de criteria die aan gedigitaliseerde bestanden en presentaties
van toepassing zijn op die stap, aangegeven. Voor wie meer wil weten is er aansluitend aanvullende informatie. gesteld worden, komen aan de orde.
Tevens worden er verwijzingen gegeven naar gratis downloads en interessante bronnen.
Niet iedere beschreven stap zal noodzakelijk zijn voor iedere organisatie. De handleiding kan ook als reminder
De handleiding begint met algemene informatie over de geschiedenis van de fotografie en de betekenis van beeld. dienen voor degenen die al bekend zijn met het proces.
Om glasnegatieven te kunnen dateren is het herkennen van de verschillende procédés van belang. Er wordt een
hoofdstuk besteed aan deze procédés. Het restaureren van negatieven is een kostbare zaak. Dit zal door een
expert gedaan moeten worden, voordat het digitaliseren begint. Een slechte conditie kan zelfs een overweging
zijn een collectie niet digitaal te ontsluiten. Om het hele proces goed te documenteren, komt in het hoofdstuk
‘registreren’ basisinformatie van registratie aan de orde en wordt naar vakliteratuur verwezen. Uiteraard moet er
gedurende het hele proces geregistreerd worden, en niet alleen achteraf. Er zijn procedures van SPECTRUM_N
toegevoegd die van toepassing zijn in de doorlopende registratiefasen.

Als er geselecteerd en geregistreerd is, kan het projectplan geschreven en financiering aangevraagd worden. Deze
stappen worden kort beschreven. Er volgt een hoofdstuk over conservering, om stabiliteit van de collectie te 1
http://www.museumconsulenten.nl voor opvragen van Spectrum-N, voor Belgie FARO: http://www.faronet.be
kunnen waarborgen. Hier worden ook hanteren en opslag besproken. Zo kunnen oorzaak en gevolg van passieve 2
http://icom.museum/codes/dutch.pdf (Ethische code musea ICOM) (geraadpleegd 25 mei 2010)
conservering in kaart worden gebracht en kan actieve conservering in gang worden gezet. Vervolgens worden de

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Inleiding


ko rt e i n l e i d i n g i n d e f oto g r a f i e

Uit de collectie Voerman Museum Hattem


De dijkpoort Hattem op collodium, maker onbekend Fotograferen kan een manier zijn om de werkelijkheid te benaderen. Achter elke foto schuilt een verhaal van de
maker en van het onderwerp. Foto’s hebben een grote communicatiewaarde en kunnen een belangrijke rol
spelen in het vastleggen en weergeven van de samenleving. Zo ontstaat een beeld van een cultuur op een bepaald
moment in de tijd. 11

Een foto kan herinneringen, een gevoel van herkenning, een gevoel van vervreemding, associaties of vragen
oproepen.

Historie

Fotografie kent een lange geschiedenis, van spelen met licht tot reproduceerbare beelden. Door de uitvinding van
het negatief was het voor velen mogelijk om fotografie in te zetten voor documentatie, registratie en later ook als
kunstvorm.

De aanloop tot de ontwikkeling van het glasnegatief is lang. De eerste beschrijvingen van beeld vastleggen met
behulp van licht, de camera obscura, dateren uit de 16e eeuw. De officiële erkenning van de fotografie vindt
plaats eind 1839, met het openbaar maken van het proces van de ‘daguerreotypie’.

Rond 1850 stapt men over van papier op glas als negatiefmateriaal. Hierop wordt een lichtgevoelige collodium-
laag aangebracht. In deze emulsielaag zitten de lichtgevoelige zilverzouten. Deze zijn heel goed over de glasplaat
verdeeld, waardoor veel scherpere en beter doorzichtige negatieven kunnen worden verkregen dan eerder met
papier. Het papier waarop wordt afgedrukt, prepareert men met een lichtgevoelige emulsielaag die uit albumine,

Korte inleiding in de fotografie


een soort eiwit, bestaat. Hierdoor wordt absorptie door het papier tegengegaan en ontstaat er een scherper beeld
in een dun laagje bovenop het papier. “Het gebeurt vaak dat, en dit is een van de charmes van de fotografie, de fotograaf bij het bestuderen van de
foto, soms veel later, ziet dat hij veel dingen heeft geregistreerd waarvan hij op dat tijdstip geen benul had.
Omdat de lichtgevoelige collodiumlaaglaag nog nat moet zijn tijdens de opname, moet deze vlak voor gebruik Soms zijn er opschriften en datums op gebouwen of aanplakbiljetten, die niet ter zake doen, op de muren. 13
worden aangebracht. De fotograaf sleept voor buitenfotografie veel mee. Een grote camera, glasplaten, een Soms is er in de verte een wijzerplaat met daarop onbewust vastgelegd het uur van de dag waarop het zicht
statief en een mobiele ontwikkelkast (de donkere kamer). Later werden negatieven in de fabriek voorzien van een werd genomen.”3 (Fox Talbot)
lichtgevoelige gelatinelaag, op diverse formaten gesneden en in lichtdicht papier verpakt. Zo kwamen ze dan in
de handel. Tot 1950 zijn glasnegatieven veel in gebruik geweest. Daarna kwamen kunststofnegatieven meer in Betekenis
gebruik.
“De camera is een doodgemakkelijke manier om die andere werkelijkheid te ontmoeten”.4
Met behulp van drie kleuren, namelijk rood, groen en blauw (RGB), kunnen alle kleuren samengesteld worden. (Jerry N. Uelsmann)
Dit was al begin 1900 bekend. De eerste kleurenfoto werd gemaakt door Maxwell (1831-1879) met behulp van
deelopnamen, die hij met drie verschillende kleurenfilters maakte. De filters werden over elkaar heen geprojecteerd. We ervaren foto’s vaak als afbeeldingen van de werkelijkheid. Alsof de fotograaf alleen de knop van de camera
Het was geen praktische methode en uitsluitend projectie. Later werd er door L.D. du Hauron (1837–1920) een hanteert en verder geen inbreng heeft: één op één. De kracht van de fotografie schuilt onder andere in het feit
nieuwe methode met rasters gebruikt. Het invallende licht werd tijdens de opnamen door een raster met kleur dat er grote gelijkenis is met de werkelijkheid. Foto’s zijn echter geen replica’s van deze werkelijkheid, maar een
geleid. De platen waren niet voor alle kleuren gevoelig. Pas later kon men ze voor groen en nog later voor oranje weergave van de werkelijkheid van de fotograaf. Een momentopname dus. De subjectieve beleving van de
en rood gevoelig maken. Er werd gebruik gemaakt van aardappelzetmeelkorrels om de verfstoffen vast te houden fotograaf speelt een cruciale rol in alle keuzes van onderwerp, moment, compositie etc.
op het raster.
“De camera is mijn werktuig. Daarmee geef ik bestaansreden aan alles om mij heen”.5
De onderwerpen van de oudste glasnegatieven zijn met name monumenten uit de 17de eeuw; veel kerken en (Andre Kertesz)
kerkelijke interieurs. Er werd vooral gefotografeerd om te documenteren. Onbewust werd er soms kostbare
informatie gedocumenteerd. Vervolgens is er interpretatie van beeld. Ook de kijker heeft immers een eigen beleving, een subjectieve ervaring.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Korte inleiding in de fotografie
of andere erfgoedorganisatie als basis voor het maken van een projectplan en het volgen van deze handleiding
‘Hier komen we op een onderscheid tussen algemene betekenis (denotatie), die iedereen begrijpt, en de bijbetekenis voor ontsluiting van een glasnegatievencollectie. Door digitalisering zijn meerdere manieren van ontsluiten
(connotatie), die subjectief en verborgen is. De connotatie of bijbetekenis is dus sterk afhankelijk van de (presentaties) mogelijk geworden. Er kunnen zowel wegen binnen het museum, als daarbuiten bewandeld worden.
persoonlijke interpretatie van de kijker. Maar dat niet alleen, de connotatie is ook een cultureel bepaalde Essentieel is om vooraf te bepalen wat de toegevoegde waarde zal zijn, voor wie, waar en waarom, en hoe het 15
interpretatie. Elke cultuur en subcultuur heeft een bepaalde code, waarmee beelden worden gelezen. Een code digitaliseringsproject binnen het beleid en de (financiële) planning past. Dit moet geformuleerd worden in een
legt volgens een vast patroon een relatie tussen een teken en een betekenis. Volgens deze code worden de tekens projectplan en een begroting.
geïnterpreteerd en wordt betekenis gegeven aan fotografische beelden’.6

Presentaties in een museum gaan uit van het reconstrueren van en vertellen over culturele werkelijkheid. Zo
objectief mogelijk vertellen objecten in een bepaalde context een verhaal. De interpretatie is voor iedereen
anders, het is een subjectieve beleving. Hiermee krijgt een beleving van de museumbezoeker ook een extra
dimensie. Musea kunnen spelen met deze ervaring en een beleving kan door de manier van presenteren en
context beïnvloed worden.

Museumbeleid

Elk geregistreerd museum beschikt over een beleidsplan en een collectieplan. Aanvullend beschikken inmiddels 3
http://webh01.ua.ac.be/elmc/website_FL/VIPS.htm Geschiedenis van de fotografie, (uitspraak Fox Talbot)
veel musea ook over een informatieplan en een digitaliseringsplan, die voldoen aan DE BASIS zoals omschreven (geraadpleegd 30 april 2010)
4
door DEN. DE BASIS staat voor Digitaal Erfgoed: Bouwen Aan Succesvolle ICT Strategie. DE BASIS is een set Reader RWA Fotografie en betekenis, Over fotografie, een korte bloemlezing van citaten 2006/2007 p. 155
5
Ibidem p. 159
van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed en maakt onderdeel uit van het ICT register van DEN.7 6
Reader RWA Fotografie en betekenis, Spreken met beelden 2006/2007 p. 16
7
http://www.den.nl/debasis (eisen voor digitalisering website DEN) (geraadpleegd 21 maart 2010)
In beleidsplannen staat het beleid voor minimaal 4 à 5 jaar uitgestippeld. Deze plannen dienen bij elke museum

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Korte inleiding in de fotografie
s t a p p e n v o o r o n t sl u i t i n g gl a s n e g a t i e v e n

stap 1 herkennen

stap 2 registreren
17

stap 3 selecteren

stap 4 plannen

stap 5 financieren

stap 6 conserveren, hanteren en opslaan

stap 7 rechtspositie onderzoeken

stap 8 digitaliseren

De stappen
S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

stap 1
Houten doosje met vierkante positieven
fotografie Charlotte van Dijk

herkennen 19

Om verantwoord te kunnen werken met glasnegatievencollecties, is het


belangrijk de collectie te leren kennen, onderscheid tussen procédés te
kunnen herkennen en de conditie te kunnen inschatten. Dit vereist enige
basiskennis van het materiaal en de veilige omgang er mee.

Stap 1. Herkennen
Door herkennen van procédés: 1.1 ALBUMINE
■ kunnen glasnegatieven worden gedateerd
■ kan schade beter gedetermineerd, gestabiliseerd en gerestaureerd Techniek Het albuminenegatief is uitgevonden door Nièpce in 1848. Omdat papier
■ wordt informatie bij registratie completer niet transparant genoeg was om details weer te geven, experimenteerde hij
■ kan context gemaakt worden met glas.
21
Hierna zullen de volgende 4 procédés besproken worden: Als bindmiddel voor de lichtgevoelige deeltjes gebruikte hij albumine.
1. Albumine
■ Grofkorrelig met weinig details. Dit was een sterk en duurzaam middel. Voor deze techniek was een erg
■ Zeldzaam lange belichtingstijd nodig, minimaal 8 uur, en het beeld was niet scherp
2. Collodium (‘natte plaat’) en gedetailleerd.
■ Negatief is melkachtig of kleurrijk
■ Onregelmatige sporen van opgieten Periode Deze negatieven zijn gebruikt tussen circa 1848 en 1885 en zijn zeldzaam
■ Ruwe kanten
■ Scherp beeld met details Uiterlijke kenmerken Grofkorrelig en weinig details
3. Gelatine ( ‘droge plaat’)
■ Donker beeld 1.2 COLLODIUM
■ Mooi gesneden en gelijkmatig gegoten
■ Veel gebruikt Techniek De zogenaamde ‘natte plaat’ techniek werd in 1851 een bruikbare methode.
4. Kleur (positief) Hierbij werd een kleine hoeveelheid collodium, met kaliumjodide, zo
■ Donker beeld, bijna paars gelijkmatig mogelijk op een glasplaat gegoten. Als de vluchtige ingrediënten
■ Vaak glazen dekplaat in de collodiumoplossing nagenoeg verdampt waren, werd het glas met

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 1. Herkennen


het lichtgevoelige zilvernitraat behandeld. In de camera werd de vensterglas gebruikt, niet gelijkmatig vierkant gesneden, met ruwe kanten.
lichtgevoelige plaat een bepaalde tijd belicht.
1.3 gelatine
Collodium heeft een kortere belichtingstijd dan albumine en geeft een
veel scherper en gedetailleerder beeld. Techniek Al gauw werd de ‘droge plaat’ uitgevonden door Richard Lee Maddox. In
1879 vond Eastman een machine uit die de emulsie op de droge platen 23
Collodium moest wel direct voor gebruik geprepareerd worden; het werd aanbracht. Deze negatieven werden later in groten getale in de fabriek
ongevoelig als het droog was. De fotograaf droeg vele kilo’s aan platen en geproduceerd. Gelatine werd van dierlijke extracten zoals huid en botten
materiaal mee. Er werd gezocht naar stoffen, zoals bijvoorbeeld honing, gemaakt en bevat veel eiwitten en proteïnen.
glycerine en koffie, met hygroscopische eigenschappen. Zo kon voorkomen
worden dat de plaat snel droogde. Er werd vaak een goede kwaliteit vernis Het is sterk absorberend, hygroscopisch, en kwetsbaar voor micro-
gebruikt die de negatieven goed beschermde. Soms konden hierdoor de organismen.
gassen niet goed uit de emulsie vervliegen en ontstond daardoor schade.
Lichtgevoelige zilverdeeltjes worden door gelatine als bindmiddel
Periode Deze negatieven zijn veel gebruikt tussen 1851 en 1880 en vrij zeldzaam. gelijkmatig verdeeld over het glas. De zilverzouten die in de fotografie
gebruikt worden, zijn zilverchloride (lantaarnplaatjes en stereo-opnamen),
Uiterlijke kenmerken Bij opvallend licht lijkt het negatief positief en lichtgevend, met een zilverbromide en zilverjodide. Zilverzouten zijn instabiel en worden
melkachtige glans aan de beeldzijde, of geeft een spiegeling in allerlei beïnvloed door straling. Met een klein percentage jodide wordt de emulsie
kleuren. De hoeken van de beeldzijde zijn door vasthouden bij het nog lichtgevoeliger. Dit komt doordat de aanwezigheid van jodide de
opgieten van het collodium vaak beschadigd. Door de ongelijk gegoten kristallen kleiner maakt en zo de fotografische eigenschappen vergroot.
emulsie kan deze gaan afbladderen bij de randen. De ongelijkheid in Licht werkt vervolgens in op de emulsie, wordt geabsorbeerd, en vormt
emulsie is vaak ook op de plaat zelf te zien. Vaak werd 3 mm dik een negatief beeld. Het harden van gelatine vermindert de opname van

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 1. Herkennen


vocht en maakt het negatief minder vatbaar voor krassen en andere Het kleurraster liet de eigen kleur door en filterde de andere kleuren uit.
beschadigingen van de kwetsbare laag. Er worden vaak hardingsstoffen
toegevoegd in een van de productiefasen. Gelatine is door de samenstelling Slechts één opname was genoeg in tegenstelling tot de projectietechniek
ook kwetsbaar voor vocht, bacteriën en schimmels. Ontwikkeling is een van Maxwell. Hier waren 3 projectoren voor nodig en dan was er een
vrij technisch verhaal, maar komt neer op veel baden en spoelen met projectie, geen afdruk.
verschillende substanties en met veel schoon water. 25
Uiteindelijk kwam de scheikundige H. W. Vogel met de oplossing in de
Periode Deze negatieven zijn veel gebruikt tussen 1871 en midden 20e eeuw. vorm van verfstoffen zodat de lichtgevoelige platen ook voor groen, en
later voor oranje en rood gevoelig werden. Aardappelzetmeelkorrels op
Uiterlijke kenmerken Vaak is voor dit type dunner glas gebruikt. Deze negatieven zijn meestal het raster deden dienst als dragers van de kleurstoffen.
mooi gelijkmatig want ze werden machinaal gefabriceerd. Bij opvallend
licht zijn de negatieven donker met een uitgesproken donker beeld. De Periode Tussen 1906 en midden 20e eeuw.
emulsie is vlak en gelijkmatig opgebracht en ontbreekt niet in de hoeken
zoals bij handmatig gegoten platen als albumine en collodium. Uiterlijke kenmerken Kleurgebruik op regelmatig gesneden glasplaten. Op de emulsiekant
wordt ter bescherming een glasplaat vastgemaakt. Verdere kenmerken
1.4 kleur Positieven zoals gelatinenegatieven: donker beeld, tot donkerpaars.

Techniek Vaak pas bij echt goed doorschijnend licht als kleurenpositief te herkennen.
Er zijn verschillende technieken toegepast in de kleurpositieven. Pas na
1869 kwam de Fransman Hauron met de toepassing van rasters met de 3
kleuren: rood, groen en blauw in het negatief. Deze rasters werden separaat
vóór de lichtgevoelige plaat gehouden.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 1. Herkennen


Alle genoemde negatieven hebben dragers van glas. Er zijn in de loop der tijd diverse soorten spiegelglas
gebruikt. Tot deze soorten behoren: vlakglas, ‘floatglas’, sodaglas en later glas met een toevoeging van
aluminium of calcium. Er werd voor glasnegatieven gezocht naar een zo zuiver mogelijk glas, omdat de
chemische samenstelling van het glas ook van invloed is op de kleur, de helderheid en de duurzaamheid van
het negatief en de afdruk. Glascorrosie kan ontstaan door een bepaalde samenstelling van het glas, vaak in
combinatie met vocht en temperatuurschommelingen. 27

1 3

1. Gebroken glasnegatief, collectie Okke Groot, Nederlands Fotomuseum


2. Afdruk gebroken glaspositief (autochroom), collectie Okke Groot, Nederlands Fotomuseum
Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie 3. Eastman, http://www.fotografiegeschiedenis.nl/images/1800/eastmandryplatefabriek.jpg (geraadpleegd 20 mei 2010)
S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

(geraadpleegd 18 mei 2010) stap 2


Ancient handwriting
http://www.sxc.hu/browse.phtml?f=view&id=839854

registreren
29
We leven in een kennis- en informatiemaatschappij. Alle informatie over
objecten, collecties en migratiestromen leggen we vast, om een goed
beeld van erfgoed en de omgang ermee te krijgen. Erfgoedorganisaties
hebben de taak om erfgoed voor de samenleving en de komende
generaties te beheren, te behouden en te ontsluiten, en leggen alles wat
er over bekend is vast. Het museum beheert en documenteert. Dit is
voor de identificatie van de objecten van belang. Om een wirwar van
informatie, termen en interpretaties te voorkomen en om deze
informatie toegankelijk te maken is een eenduidig informatiebeheer
noodzakelijk. De informatie zal door veel gebruikers zowel intern als
extern geraadpleegd moeten kunnen worden. In het proces van
ontsluiten van glasnegatieven moeten alle stappen geregistreerd
worden. Ook in geval van schade en/of diefstal zijn deze gegevens van
belang om het object te identificeren.

Stap 2. Registreren
Maak bij de registratie van glasnegatieven gebruik van: 2.1. informatiestromen Vanaf het moment dat een object binnenkomt, of wordt aangekondigd,
SPECTRUM-N
■ komt de informatiestroom op gang. De registratie ervan, die direct na alle
Handleiding ’Informatiebeheer in musea’ uitgave LCM8 (2009)
■ handelingen moet plaatsvinden is van belang. Afhankelijk van hoe een
goede apparatuur, een virusscanner en een gestandaardiseerd registratieprogramma (XML/Dublin Core)
■ object wordt verkregen, start bij de overdracht de informatiestroom van
updates van registratieprogramma’s en software
■ documenten: administratieve stukken m.b.t. eigendomsoverdracht,
mogelijkheid tot het toevoegen van afbeeldingen
■ bruikleenrapporten, conditierapporten, verzekering etc. En natuurlijk de
kundige registrator die als enige toegang heeft tot het interne systeem
■ belangrijkste gegevens van het object, de 8 CIDOC-velden (zie pagina 32). 31
duurzame (externe) (online) opslag en back-ups

gestandaardiseerde terminologie (AAT)


■ Alle standplaatsen en verplaatsingen binnen de organisatie; voor
controle van gegevens door regelmatige steekproeven
■ tentoonstellingen, restauraties, conservering en onderzoek zijn ook van
minimaal de verplichte velden (zie pagina 32)
■ belang voor het overzicht van de collectie. Registratie van metadata is
alle mutatiegegevens, ook binnen het museum
■ belangrijk vanwege de vindbaarheid voor gebruik, maar ook bij eventuele
een sluitende toekomstbestendige begroting
■ diefstal of eventueel zoekraken van objecten.

2.2. vindbaarheid In de registratiesystemen wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde


trefwoorden voor consequent gebruik. Een voorbeeld van een veelgebruikte
thesaurus is AAT (Art en Architecture Thesaurus), waarin onderwerpen
hiërarchisch ingedeeld zijn met gestandaardiseerde trefwoorden. De AAT
geeft duizenden voorkeurstermen, structuur in beschrijven en ontsluiten,
equivalenten in 7 talen en een digitale toepassing, en is zowel hiërarchisch
SPECTRUM als alfabetisch te raadplegen. Met de verregaande ontsluiting van collecties
Loop alle 21 procedures na. en hun informatie op internet wordt een actuele update van geregistreerde

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 2. Registreren


metadata steeds meer van belang. Zowel intern als extern (mede door op Voor registratie van glasnegatieven zijn conditierapporten, gegevens over
XML gebaseerde protocollen) zullen de gegevens gebruikt gaan worden. de maker, details van de herkomstgeschiedenis, onderwerp en context
Er is behoefte aan koppeling van informatiesystemen. Een informatieplan (serie) ook van belang.
geeft migratiestromen van informatie aan (zowel intern als extern) en een
collectieregistratieplan biedt hier handvatten voor. 2.4. opslag Het vastleggen van de bestanden/metadata kan zowel op de interne harde
schijf, op een externe (portable) schijf als online (en tijdelijk op DVD’s en
2.3. standaarden Registreer de collectie zo uitgebreid mogelijk. Het MovE (Musea Oost USB-sticks) gebeuren. Zorg voor een regelmatige back-up van bestanden, 33
Vlaanderen Evolutie) invulboek9 geeft richtlijnen voor het vastleggen van zeker na bewerking ervan. Zorg dat de informatie ‘compatible’ blijft, dus let
gegevens. Het International Committe for Documentation (CIDOC), op updates van registratiesystemen, software voor verzekerde duurzaamheid
onderdeel van ICOM, telt 8 velden die minimaal ingevuld moeten en nieuwe standaarden voor opslag: http://www.den.nl
worden bij registratie en die allemaal (behalve titel en datum verwerving)
verplicht zijn voor het Nederlands Museumregister: Het vastleggen en de opslag van gegevens en het maken van back-ups
kunnen het best door een of twee vaste personen in de organisatie
1. Naam organisatie (ICT-er/registrator/collectiebeheerder/conservator) gedaan worden. Zo
2. Objectnummer blijft de overzichtelijkheid en de juistheid van de gegevens gewaarborgd.
3. Object/trefwoord
4. Titel 2.5. informatie verzamelen Retrospectieve documentatie betekent het met regelmaat verbeteren en
5. Verwerving van wie bijwerken van nieuwe informatie over bestaande objecten en collecties.
6. Verwervingsmethode Voor glasnegatieven geldt dat het altijd oude plaatjes zijn van vaak
7. Datum verwerving verdwenen plekken en details. De organisatie kan informatie verzamelen
8. Standplaats door bijeenkomsten te organiseren met bijvoorbeeld historische
verenigingen, diavoorstellingen houden in bejaardentehuizen, oproepen

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 2. Registreren


Gebroken glasnegatief, maker onbekend
Uit de collectie Voerman Museum Hattem
doen op de website en in geschreven media of gebruik maken van de
mogelijkheid tot interactie (toevoegen informatie) van bezoekers. Hierdoor
kunnen de verhalen gaan leven en kunnen de objecten een context krijgen
in een presentatie. De foto is een voorwerp in een verhaalgerichte presentatie.
Het voorwerp staat in een dergelijke presentatie in principe in dienst van
het verhaal dat wordt verteld.10
35
Via interactieve toepassingen op internet en erfgoedplatforms kan ook
relevante informatie en context gevonden worden.

8
http://www.museumconsulenten.nl Handleiding Informatiebeheer in musea uitgave LCM (2009) ISBN 978-90-813797-2-4
9
http://www.museuminzicht.be voor het opvragen van het invulboek MovE
10
J.P. Sigmond, Sint Nicolaas E., Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen,
(Zwolle 2005) pag. 101

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie


S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

(geraadpleegd 18 mei 2010) stap 3


Letterpress 3
http://www.sxc.hu/browse.phtml?f=view&id=94054

s electeren
Uit beleidsplannen volgt een bepaald werkkader. Dit geeft de 37
mogelijkheden en grenzen aan van het doel, de objecten en de middelen
van de collectie, en maakt duidelijk hoe en aan wie de collectie wordt
gepresenteerd. Belangrijk bij de selectie zijn de antwoorden op vragen
als: past het binnen het collectiebeleid en zijn er ethische kwesties in
het geding? Kan het museum de kosten voor ontsluiting, registratie,
conservering, restauratie, digitalisering en duurzame opslag aan? Is er
voldoende mankracht en geld om kwaliteit te blijven waarborgen?
Hoeveel beeld is er nodig voor een bepaalde presentatie? En wie maakt
de selectie?

Stap 3. Selecteren
Selecteren: 3.1. doelstelling Digitalisering heeft vele mogelijkheden met zich meegebracht, en de
■ conform beleid mogelijkheden voor presentatie binnen het museum, maar vooral ook
■ aan de hand van de vragen: waarom, voor wie, hoe en waar? digitaal, via internet, blijven groeien. Regelmatig moet gekeken worden of
■ aanbodgericht of vraaggericht: laat je het publiek zelf kiezen/interactief het beleid niet achterloopt wat betreft actuele mogelijkheden en bereik.
■ voor welke doelgroep: doelgroepenonderzoek en bereik Via internet kunnen meer of andere bezoekers bereikt worden en kan de
■ voor verschillende presentaties in museum of op het web collectie onderdeel worden van bijvoorbeeld digitale platforms. Informatie
■ op kwaliteit en duurzaamheid (restauratie en opslag kost geld) heeft digitaal extern een groot bereik: onderwijs, onderzoek en collega
musea. Door objecten in een context te plaatsen en depots te ontsluiten 39
worden nieuwe presentatiemogelijkheden bevorderd. De doelstelling van
musea is uiteraard ook van toepassing op de virtuele wereld:

“Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen


SPECTRUM van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat aan de
9 - Conditiecontrole en- onderzoek samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt,
Het beheren en documenteren van informatie over de fysieke kenmerken en toestand van een object, naast aanbevelingen voor het onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de
gebruik, de behandeling en de omgeving van het object. materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving,
16 - Gebruik collecties
voor doeleinden van studie, educatie en genoegen”.11
Het beheren en documenteren van alle soorten gebruik en diensten op basis van collecties en objecten in het museum. Dit omvat
tentoonstelling en presentatie, inzet van steuncollecties voor educatieve doeleinden en werking van objecten, onderzoek en verzoeken,
reproductie en commercieel gebruik van objecten en gerelateerde documenten. Gebruikers zijn museummedewerkers (en vrijwilligers) De vraag in het proces van ontsluiten van een glasnegatievencollectie blijft:
of bezoekers, ter plekke, per brief, telefonisch, elektronisch of via andere communicatiemiddelen. waarom, wanneer, voor wie, hoe en waar ontsluiten we deze informatie?
20 - Afstoting Met het beantwoorden van deze vragen definieer je criteria waar de informatie
Het beheren en documenteren van de verwijdering en herplaatsing of vernietiging van een object uit de museumcollectie. aan moet voldoen om verantwoord ontsloten te worden en blijven.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 3. Selecteren


In het collectieplan van de organisatie staat het beleid met betrekking tot De leertheorie van Het museum is een leeromgeving, waar op verschillende manieren
collectievorming centraal. Hierin wordt gedefinieerd welke collecties David A. Kolb informatie geconsumeerd kan worden door de bezoeker. Er zijn
uitgebreid kunnen worden, welke de kerncollecties vormen, welke collecties verschillende presentatievormen mogelijk, die verschillende typen
deelcollecties vormen en welke collecties of objecten niet (meer) in het bezoekers zullen aanspreken. Iedereen leert en ervaart op een andere
collectiebeleid passen en eventueel worden afgestoten. Voor deze manier. Iedereen heeft een ander instapmoment (het moment waarop de
afstootprocedure kan SPECTRUM-N worden geraadpleegd. Meer informatie opgenomen en ervaren wordt). Ervaringsleren kan altijd en
informatie is te vinden in de Leidraad voor het Afstoten van Museale overal, en kan gezien worden als proces van creëren van kennis. Er
Objecten (LAMO), op te vragen bij het Landelijk Contact Museum- worden 4 typen mensen beschreven, die allen op een eigen manier 41
consulenten (LCM). informatie kunnen opnemen en een voor hen aantrekkelijk instapniveau
kiezen. Uitgangspunt is dat mensen aansluitend alle vier de leerstijlen
3.2. doelgroep Wie zijn de bezoekers en welke doelgroepen liggen nu binnen het bereik? doorlopen, zie figuur 1.
De veranderingen in de samenleving en mogelijkheden voor musea om
een grotere rol in de samenleving te gaan spelen, maken het noodzakelijk 1. Dromer - Waarnemen en overdenken - Leerstijl is Assimileren
om doelgroepen en mogelijk nieuw bereik regelmatig te bekijken. 2. Denker - Analyseren & abstract denken - Leerstijl is Divergeren
3. Beslisser - Concreet ervaren - Leerstijl is Convergeren
Glasnegatieven en hun afdrukken kunnen goed worden ingezet, ook op 4. Doener - Actief experimenteren - Leerstijl is Accomoderen
het web. Over het algemeen zullen de onderwerpen van de negatieven
vooral een oudere doelgroep (55+) aanspreken. Voor het onderwijs
kunnen ze een waardevolle aanvulling zijn als documentatie in lespakketten.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 3. Selecteren


3.3. doelgroepenonderzoek Doelgroepenonderzoek in een museum geeft informatie over de museum-
bezoeker: welke achtergrond hebben de bezoekers (leeftijd, geslacht,
opleiding). Waar komen ze vandaan? Het onderzoek kan inzicht geven in
wat de bezoeker wil ervaren. Wat ervaren de bezoekers in het museum?
Moeten er extra of andere presentatie- methoden worden ingezet, en wat
vindt de bezoeker van de toegangsprijs, de audio- tour, de presentaties, of
de klantvriendelijkheid? Het onderzoek kan ook inzicht geven in wat de
resultaten van andere musea zijn. Dit is als referentiekader nuttig. Kijken 43
naar de tendensen bij grotere musea is leerzaam en vaak een signalering
van een trend.

Er zijn erkende onderzoekbureaus die onderzoeksmogelijkheden en


gegevens beschikbaar stellen. De MuseumMonitor doet publieks-
onderzoek. Meer informatie hierover is te vinden op http://www.
museumvereniging.nl. Het CBS doet elke 2 jaar uitgebreid onderzoek
onder musea op het gebied van exploitatie, personeel, automatisering,
bezoeken en tentoonstellingen.

Resultaten zijn te vinden in StatLine, de elektronische databank van CBS:


Voor meer informatie over deze leertheorie: http://www.cbs.nl
Hoogstraat, E., Vels Heijn, A., De leertheorie van Kolb in het museum, uitgave van Museumvereniging (2006)
ISBN-13:978-90-807035-4-4

Figuur 1, interpretatie van model Kolb door Charlotte van Dijk Stap 3. Selecteren
3.4. digitaal Om doelgroepen (bestaande en nieuwe) via het web zo goed mogelijk te worden in de officiële bezoekerscijfers. Deze cijfers kunnen een criterium
kunnen bedienen, moeten erfgoedinstellingen weten wat gebruikers willen zijn voor subsidies en worden vaak als ijkpunt van succes gezien.
en doen. Doelgroeponderzoek kan op diverse manieren worden uitgevoerd,
bijvoorbeeld door middel van een enquête via de website, per email, in de Glasnegatieven in het museum komen goed tot hun recht op een scherm,
erfgoedinstelling of door het analyseren van webstatistieken. als diavoorstelling of op een multi-touch tafel, als er een serie vertoond
gaat worden. Voor een educatief programma ten behoeve van lagere en
Bezoekers van digitaal erfgoed zijn er in alle leeftijdscategorieën. Naast de middelbare scholen is een interactief scherm met informatie en beeld (en
reguliere bezoekersgroep van musea, kan het museum zich in de toekomst eventueel vragen) een leuke optie. Een educatieve installatie betekent vaak 45
nog meer richten op onderwijs door diverse thema’s aan te bieden op zelf doen, ervaringsleren; het liefst interactief, want de jonge bezoekers
scholen inclusief museum bezoeklessen en via internet. Dit kan in sommige hebben geen computerangst en communiceren graag.
gevallen door de gemeente worden gesubsidieerd.
Op de website van Pictura Imaginis: http://www.pictura-im.nl, staat
3.5. presentatiemethoden Glasnegatieven, of liever de gedigitaliseerde en/of afgedrukte foto’s, lenen informatie over digitalisering en presentaties in musea. Zie ook http://
zich goed voor presentaties. Ook via het web kunnen de fotocollecties waag.org en http://www.IJsfontein.nl
vertoond worden. Er zijn erfgoedplatforms, waarop musea hun collecties
in zijn geheel of deels aan het publiek kunnen vertonen. Een interactief
aspect kan hieraan worden toegevoegd om publiek te betrekken bij het
verkrijgen van informatie of om tentoonstellingen samen te stellen.

De registratieprogramma’s van musea zijn eenvoudig om te zetten naar


webtoepassingen, zodat ze voor publiek toegankelijk kunnen zijn. Wellicht 11
http://icom.museum/codes/dutch.pdf (Ethische code musea ICOM) (geraadpleegd 25 mei 2010)
zullen in de toekomst bij meer musea virtuele bezoekers meegenomen

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 3. Selecteren


1 2
47

5 6

3 4 7 8 9

1. Presentatie Design Museum Londen 2. Projectie Design Museum Londen 5. Stereokijker Victoria and Albert Museum Londen 6. Tekst en foto in laden in Hackney Museum Londen
3. Affiches bioscoop Londen 7. Touch screen Hackney Museum Londen 8. Projectie met koptelefoons in Design Museum Londen
4. Presentatie Design Museum Londen 9. Interactieve presentatie in Victoria and Albert Museum Londen Fotografie afbeeldingen 1 t/m 9 Charlotte van Dijk
S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

stap 4
Uit de collectie Voerman Museum Hattem
Schepen aan de kust, maker onbekend

plannen
Een projectplan geeft richting aan een project en betrekt en definieert
de personen die hun medewerking gaan verlenen. Voordat een project 49
als het ontsluiten van glasnegatieven wordt gestart is het zaak een
projectplan te maken. Het plan is nodig voor het overzicht van te
berekenen kosten en voor de aanvraag van financiering. Een projectplan
maken is een tijdrovend werkje. Maar als het goed is, bespaart het later
in het proces tijd en geld.

Stap 4. Plannen
Een projectplan bevat: 4.1. Een projectplan maken Een plan maken betekent een projectstructuur uiteen zetten in een
■ een profiel, missie, visie en achtergronden van de erfgoedorganisatie overzicht van taken op een bepaalde tijdlijn. Er bestaat een onderlinge
■ de organisatie van het project en betrokken personen afhankelijkheid, en de taken zullen daarom in een bepaalde volgorde
■ de opdracht van het project, activiteiten en grenzen gepland moeten worden De vordering van het project zal bijgehouden
■ de producten; tussentijdse verslagen/registratie en het eindresultaat moeten worden om, wanneer het noodzakelijk blijkt, volgende stappen
■ een criterium voor kwaliteit aan te kunnen passen.
■ een kosten-, baten- en risicoanalyse (SWOT)
■ een planning (tijd en geld) De structuur van het project moet in kaart gebracht worden om de omvang te
■ een structuur volgens een format (te vinden via internet en Grit) kunnen bepalen. Met deze basisstructuur kan een tijdsplanning gemaakt 51
worden en een budget vastgesteld. Planmatig werken met een concreet
doel is het uitgangspunt van ieder projectplan. In het proces van ontsluiten
van glasnegatieven is het uiteindelijke doel het maken van een presentatie
of een verhaal achter een beeld toegankelijk maken. In de context waarin
het beeld een rol kan gaan spelen kan ook een bestaande presentatie het
uitgangspunt zijn. Het moet in ieder geval omschreven zijn als het doel
in het projectplan. De weg naar dit doel toe is gevarieerd, interessant en
vol verrassingen.

Voor het maken van een plan van aanpak en een projectplan is informatie
SPECTRUM digitaal beschikbaar: http://www.grit-projectmanagement.wolters.nl
Spectrum biedt een goede leidraad bij het vaststellen van stappen, haalbare doelen en hun prioriteiten. Alle procedures moeten Literatuur: Project Management, Roel Grit, Houten (2008)
worden bekeken. Wolters-Noordhoff, ISBN 978900180262-2

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 4. Plannen


S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

(geraadpleegd 18 mei 2010)


http://www.sxc.hu/browse.phtml?f=view&id=1166356
stap 5
Expensive...1

financieren
Een collectie ontsluiten geeft kosten. Afhankelijk van hoe je te werk
gaat en wat je ermee wilt, verschillen de kosten enorm. Ga je het (deels)
uit besteden of ga je het in eigen beheer doen? Het prijsverschil tussen 53
scannen en fotograferen kan al groot zijn, personele kosten en
urenbesteding lopen ook op. Nadat er gedigitaliseerd is, komen kosten
voor opslag ieder jaar terug en worden per jaar zelfs hoger. Het is
raadzaam van tevoren een sluitende begroting te maken, die door
het management van het museum goedgekeurd moet worden. Een
kloppende begroting heb je nodig als je subsidies of fondsen gaat werven.
Na afronding van het project moet het eindresultaat van kosten ook
worden verantwoord.

Stap 5. Financieren
Bij financiering horen de volgende handelingen: 5.1. rekenmodel Recentelijk is er een rekenmodel voor digitaliseringskosten verschenen.
■ download de ‘Handleiding Rekenmodel Digitaliseringskosten’ Hierin wordt de lezer stapsgewijs door de verschillende hoofdstukken van
■ kijk of het project haalbaar is (eigen geld en personele inzet) het rekenmodel geloodst.
■ weeg de kosten af tegen de baten
■ zoek de gelden: sponsoren, fondsen en subsidies ‘Handleiding Rekenmodel Digitaliseringskosten’, versie: 1.0 (maart 2010)
is samengesteld door DEN in samenwerking met Erfgoed Nederland, door
R. Gillesse, R. Jochems, en M. Maris (redactie). De handleiding (27 pagina’s)
is gratis te downloaden via http://www.erfgoednederland.nl. Hierin komen
aan de orde: voorbereidingswerk-zaamheden, vervoer, scanning en
fotografie, metadata, kwaliteitscontrole, opslag online, archiefopslag, 55
webdienst (ontwikkelen / beheer) promotie, nazorg, overige kosten en
risico-inschatting.

Advies over een digitaliseringsproject en welke kosten er bij de


verschillende fasen horen kan ook gevonden bijvoorbeeld via Pictura
Imaginis: http://www.pictura-im.nl of FRA: http://fotorestauratie.nl

Als het hele project in eigen beheer gedaan wordt (misschien omdat de
financiering is afgewezen) bijvoorbeeld met vakbekwame vrijwilligers op
een eenvoudige scanner, dan kan dat wellicht kosten besparen. Aangeraden
SPECTRUM wordt elke stap zo professioneel mogelijk aan te pakken.
Voor een goed overzicht van projectactiviteiten, om zo een juiste begroting te kunnen maken, moeten alle procedures worden bekeken.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 5. Financieren


5.2. financiering Elsevier biedt een abonnement op fondsendiskette met ruim 1000 fondsen
en geeft een Fondsenalmanak uit. Over lokale stimuleringsregelingen heeft
Sponsoren Sponsoren zoeken kost minder tijd dan subsidies en fondsen, omdat er de Kamer van Koophandel informatie beschikbaar.
niet zoveel regels aan vast zitten. Het gaat vaak om een concrete vraag
met een concreet bedrag voor een concreet (onderdeel van een) project. Subsidies Via de provincie: http://www.provincie.(naam) nl kunnen aanvragen
Hier staat wel een beloning tegenover. Denk aan naamsvermelding, gratis gedownload worden.
toegang etc. Sponsoren willen er ook beter van worden. Online kan er ook
naar sponsors worden gezocht: http://www.sponsoronline.nl. ■ Prins Bernhard Cultuurfonds: http://www:prinsbernhardcultuurfonds.nl
■ Mondriaanstichting: http://www.mondriaanstichting.nl
Fondsen Het zoeken naar financiering van fondsen kan ook via internet gebeuren. ■ Stichting VSB Fonds: http://www.vsbfonds.nl 57
Via bijvoorbeeld http://www.fondsenwervingonline.nl, http://www. ■ Innovatie Stimulans Bibliotheekvernieuwing:
fondsenwerving.nl, http://www.fondsen.org en http://www.charity.nl. Via via http://www.subsidiecenter.nl
internet is over het algemeen de meest actuele informatie beschikbaar. Het ■ Stichting Doen: http://www.doen.nl
kijken naar sponsoren en fondsen bij andere erfgoedorganisaties kan ook ■ Stichting Cultuurfonds van de Bank Nederlandse Gemeenten:
nieuwe ideeën opleveren. (Bekijk de logo’s op de folders en posters). http://www.bng.nl
■ Rabobank Foundation: http://www.rabobankgroep.nl
Elke twee jaar verschijnt het Fondsenboek met een overzicht van ruim 500 (of website lokale bank)
fondsen en hun doelstelling. Het is te bestellen via http://www.fondsenboek.nl. ■ SNS Reaal Fonds: http://www.snsreaal.nl
■ Vereniging Rembrandt Nationaal Fonds kunstbehoud:
Ook de Fondsendisk is op de site te bestellen. Deze disk vermeldt 600 http://www.verenigingrembrandt.nl
fondsen en wordt ieder jaar ge-update. Sommige museumconsulent- ■ Fortis Foundation Nederland: http://www.fortisfoundation.nl
schappen hebben een disk in huis die ter plekke geraadpleegd kan worden. ■ Digitaliseren met beleid: http://www.senternovem.nl

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 5. Financieren


Zee, maker onbekend
Uit de collectie Voerman Museum Hattem
■ Digitale Pioniers: http://www.digitalepioniers.nl
■ Geheugen van Nederland: http://www.geheugenvannederland.nl
■ Metamorfoze: http://www.metamorfoze.nl
■ PRIMA http://www.senternovem.nl
■ Fonds voor Cultuurparticipatie: http://www.cultuurparticipatie.nl

Er zijn naast deze landelijke subsidieverstrekkers natuurlijk ook Europese


subsidieregelingen mogelijk. Vaak is een voorwaarde dat er samenwerking
tussen een aantal Europese landen plaatsvindt. Informatie hierover is te
verkrijgen bij Digitaal Erfgoed Nederland: http://www.den.nl 59

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie


S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

(geraadpleegd 18 mei 2010) stap 6


Magnifiers
http://www.sxc.hu/browse.phtml?f=view&id=827223

conserveren,
hanteren
en opslaan 61

Glasnegatieven kunnen het beste zo min mogelijk gehanteerd worden


om risico op schade te beperken. De meeste schade komt door
onzorgvuldig transporteren en niet goed hanteren. Toch zal in het proces
van ontsluiten, digitalisering of afdrukken, het negatief gehanteerd
moeten worden. Een veilige werkomgeving, een veilig transport, een
zorgvuldige hantering en een veilige opslag in elke stap van het project
zijn van belang en kunnen zorgen voor een lange levensduur. Digitaliseren
brengt naast het ontsluiten van de collectie ook het voordeel van een
goede maatregel van behoud met zich mee.

Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan


Goed hanteren, conserveren en veilig opslaan betekent: 6.1. Passieve concervering De conditie van glasnegatieven is in grote mate afhankelijk van een aantal
■ alleen een expert kan de conditie en de restauratiemogelijkheden goed bepalen en verantwoord uitvoeren factoren. De samenstelling van het glas en van de emulsie, de leeftijd, de
■ draag altijd handschoenen (nitril) bij het hanteren hantering, de opslag en omgeving zijn bepalend voor de levensduur. Het
■ temperatuur en relatieve vochtigheid (RH), geen abrupte en grote wisselingen: maken van een conditierapport is een noodzakelijke stap om de kwaliteit
Temperatuur hooguit 18 graden. Vocht: RH tussen de 30% en 40% van de collectie te kunnen beoordelen. Kunnen de negatieven worden
■ luchtfilters en luchtzuivering reduceren de schade van de buitenlucht die naar binnen komt. gehanteerd? Wat kan er gebeuren en wie kan ermee aan de slag? De conditie,
Let op materialen in opslagruimten, en op de combinatie van collecties en verpakkingsmaterialen eventuele beschadigingen etc, worden in een conditierapport genoteerd en
■ transporteer zo min mogelijk. Verplaatsing van het materiaal dient in kleine hoeveelheden en in stevige zo ontstaat er een referentiekader voor de toekomst en een werkbaar
doosjes te gebeuren, individueel verpakt in ‘four-flaps’ rapport voor het moment.

SPECTRUM
6.2. Chemische reacties Oxidatie treedt vaak op bij metalen, ook bij zilver. Ook de glasnegatieven 63
7 - Transport: (gelatine, collodium en albumine) kunnen door een chemische reactie
Het beheren en documenteren van het transport van objecten waarvoor het museum geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk is. oxideren. Oxidatie kan ontstaan door blootstelling aan chemicaliën (ook
9 - Conditiecontrole en -onderzoek: zuurstof en ozon), klimaat (verandering), atmosfeer en verpakkings-
Het beheren en documenteren van informatie over de fysieke kenmerken en de toestand van een object, naast aanbevelingen voor het materiaal. Deze schade is veelal herkenbaar aan witte tot gelige vlekken.
gebruik, de behandeling en de omgeving van het object.
10 - Actieve en preventieve conservering
Het beheren en documenteren van actieve en preventieve conserveringshandelingen.
De vernislaag, die vooral bij collodium negatieven werd aangebracht ter
11 - Risicobeheer bescherming, kon soms de gassen die vrijkomen uit de emulsie niet
Het beheren en documenteren van informatie betreffende de potentiële gevaren voor de collectie van een museum en voor de doorlaten. Hierdoor kan zowel het glas als de emulsie aangetast worden.
objecten waarvoor het museum tijdelijk verantwoordelijk is. Dit omvat het voorzien in de informatie die het mogelijk maakt Haarscheurtjes kunnen in de collodiumlaag ontstaan door residuen van
preventieve maatregelen te treffen, alsmede het beschikbaar hebben van de documentatie die benodigd is voor het opstellen van chemicaliën (zoals weekmakers) en door klimaatsveranderingen (krimpen/
calamiteitenplannen.
uitzetten materiaal). Een te dikke laag vernis kan ook schade veroorzaken.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan
Alleen een expert kan de schade goed inschatten, de restauratie- lichtere delen van de afbeelding zichtbaar, of ook craquelé.
mogelijkheden nader beoordelen en de restauratie naar behoren
uitvoeren. Ook de drager, het glas, is afhankelijk van samenstelling, en is gevoelig
voor omgevingsfactoren. Hier speelt vocht een grote rol. Veelal vormen
6.3. klimaat Temperatuur en vocht zijn bepalend voor het mogelijke verval van zich ronde of ovale vlekken als de drager aangetast is. Ook vernislagen
glasnegatieven. Delaminatie is het loslaten van emulsie door vocht en kunnen worden aangetast, zowel door vocht als door organismen.
wisselingen van temperatuur. Ook kan de emulsie plakkerig worden door
glascorrosie. De negatieven kunnen dan schade oplopen doordat ze aan Zilverspiegel is een aantasting van de zilverdeeltjes en laat witte vlekken
elkaar blijven plakken. zien. Gelatine en glas hechten heel goed aan elkaar, zodat bij erge krimp
van de gelatine soms zelfs stukjes glas van de plaat loskomen.
De snelheid van een chemische reactie wordt verdubbeld bij elke 10 65
graden temperatuurstijging en vocht werkt als een katalysator. Zilver- Temperatuur hooguit 18 graden. Vocht: relatieve vochtigheid tussen de
deeltjes herkristalliseren zich en richten hierdoor schade aan het beeld. 30% en 40%

Gelatine neemt vocht op en zwelt. Het is ook een goede voedingsbodem 6.4. luchtverontreiniging Stoffen in de lucht die voor aantasting kunnen zorgen zijn afkomstig van
voor bacteriën, schimmels en andere schadelijke organismen. Dit kan o.a.: industriële gassen, verkeer en landbouw. Maar ook binnen kunnen
doffe en/of gekleurde vlekken op het negatief geven. Ook kan de gelatine gassen ontstaan: uit verf, hout, karton, materialen uit andere collecties etc.
afbrokkelen van de drager. In gelatine kan een netwerk ontstaan van korte Zwaveldioxide is bijv. schadelijk omdat het kan worden omgezet in zwavel-
lijnen, die zich na verloop van tijd met elkaar kunnen gaan verbinden, zuur. Blauwachtige tot zilverkleurige spiegelingen zijn soms pas na jaren
waardoor de groeven zich verdiepen. De gelatine is niet gebarsten en waar te nemen, vaak aan de randen van het negatief. Stof is een van de
afgebrokkeld, maar ‘uitgerekt’. Albumine is erg gevoelig voor warmte en veroorzakers van schade vanwege de variatie in samenstelling. Vaak zitten
vocht. Er worden bij aantasting vergeling of bruinige vlekken op de er micro-organismen in stof en schimmels die de gelatine kunnen

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan
wegvreten. Schimmels geven een webachtige structuur en bacteriën Weekmakers worden regelmatig aan plastics toegevoegd, evenals
veroorzaken een soort kratertjes. Zeelucht is door de hygroscopische kleurstoffen. Deze stoffen komen vrij als het materiaal veroudert. Ook
zouten een bron van gevaar. Interne spanningen door vochtopname lijmen met oplosmiddelen en inkt kunnen het zilverbeeld laten oxideren.
kunnen ervoor zorgen dat de gelatine loslaat of barst. Schade door dit soort middelen zijn te herkennen aan een spiegelende
blauwe gloed op de plek waar de dampen het negatief het eerst raken.
Verontreinigende gassen maken de glasnegatieven vatbaarder voor
andersoortige schades. Vaak is de schade het eerst zichtbaar aan de randen. Ook verbleking,
spikkelvormige aantasting (plaatselijk) en detailverlies komen voor. Krassen
Luchtfilters en luchtzuivering reduceren de schade van de buitenlucht kunnen ontstaan als het verpakkingsmateriaal een ruw oppervlak heeft, of
die naar binnen komt. Let op opslagruimten, stellages, de combinatie er stof tussen de negatieven en de verpakking komt.
van collecties en verpakkingsmaterialen. 67
De drager, glas, kan aangetast worden als de verpakking van plastic is.
6.5. verpakken en opslaan Onbeschermde negatieven zijn krasgevoelig en vatbaar voor stof, dampen Dit kan een microklimaat opleveren. Glascorrosie is een regelmatig
uit de omgeving en lichte temperatuur- en vochtschommelingen. Maar voorkomende schade. Het glas kan dan breken, vervormen of er ontstaan
ook verpakkingsmaterialen kunnen de oorzaak zijn van degeneratie van kleine barstjes. Het beeld moet overgezet worden van de oude drager naar
glasnegatieven. Denk hierbij aan zuur papier en karton, reactieve materialen, een nieuwe. Dit gebeurt door het glas een klein beetje op te lossen, waardoor
weekmakers in plastics en kunststof, hardboard etc. Lignine zit zowel in de beeldlaag loskomt van de glazen drager.
papier als in hout en komt vrij als de vezels in het materiaal onder invloed
van licht, vocht en/of temperatuur breken. Er komen dan oxides, zwavel Schade kan ontstaan door grote verschillen in temperatuur en vocht.
en mogelijk chlorides vrij die het zilverbeeld aantasten. Verzilvering kan Gelatine is hygroscopisch en glas veel minder. Er ontstaat hierdoor soms
eventueel digitaal geretoucheerd worden. Verwijderen van de verzilvering een spanning tussen de twee lagen. Vooral bij grotere platen komt dit voor,
is aantasting en verandering van het object, dus ethisch bezwaarlijk. en het kan de platen zelfs vervormen.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan
Delen van een gebroken glasplaat mogen nooit bij elkaar bewaard worden. ■ Glasnegatieven kunnen het best in een ‘four-flap’ verpakt
Ze kunnen elkaar makkelijk beschadigen. Breuk ontstaat door hanteren worden. Dit is een zuurvrije (lichtdichte) enveloppe met vier
maar ook wel door het op elkaar leggen van te veel negatieven, zodat door losse over elkaar vallende flappen.
het gewicht de onderste knappen. Ook omdat het glas soms onregelmatig ■ Negatieven met het formaat 6 x 9 en 9 x 12 cm worden
gesneden is en daardoor de druk op het oppervlak kan verschillen. vertikaal opgeborgen in dozen met zuurvrij karton ertussen.
■ De grotere formaten kunnen ook liggend in dozen worden verpakt.
Gebroken glasnegatieven zijn kwetsbaar. Het scannen maakt het beschadigde De doos moet goed passen zodat de negatieven niet gaan schuiven.
negatief nog kwetsbaarder, door warmte en overvloedig licht. Laat een ■ De negatieven moeten met de lange kant horizontaal in de
glasnegatief daarom niet onnodig lang op de scanner liggen. dozen geplaatst worden.
■ Er mag totaal niet meer dan vijf kilo tegelijkertijd verplaatst om
Er zijn 4 manieren om gebroken glasplaten te behandelen: risico op schade te verkleinen. 69
1. losse delen digitaliseren en digitaal restaureren, en de fysieke delen los ■ Verplaats de glasnegatieven zo min mogelijk.
van elkaar verpakken
2. lijmen (let op: de lijm kan de emulsie aantasten) 6.6. hanteren Voorkom vingerafdrukken: draag het liefst nitril handschoenen. Gladde
2 emulsietransfer: het losweken van de emulsie en overbrengen op een katoenen handschoenen mogen ook gebruikt worden. Pluizend materiaal
nieuwe drager (door een specialist) is niet geschikt. Latex is wel een natuurproduct maar kan beter niet gebruikt
4 doubleren: de gebroken delen tussen twee glasplaten monteren bij kwetsbare objecten als glas, in verband met eventuele chemische reacties
en de plakkerigheid van latex.
Waterschade, hoge luchtvochtigheid, lekkage, bluswater of overstromingen
kunnen de verpakkingsmaterialen aantasten en de negatieven met elkaar Op handen is altijd zweet aanwezig, met een variabele samenstelling aan
laten verkleven. zuren, urea, sodium chloride e.d.. Dus blote handen, ook al zijn ze ‘schoon’,
zijn niet goed voor de negatieven. In de vingerafdrukken zitten zuren

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan
waarop bacteriën en schimmels graag huizen. In 2003 ging het Nationaal Fotorestauratie Atelier op in het Nederlands
Fotomuseum in Rotterdam. Contact voor restauratie is Herman Maes,
Het negatief moet met twee handen aan de randen worden vastgehouden, hoofdrestaurator fotografie (http://www.nederlandsfotomuseum.nl).
met de emulsiekant naar boven. Zo vroeg mogelijk in het digitalisering-
proces moeten er duplicaatnegatieven worden gemaakt en de originelen Voor advies over opslag en een plan van aanpak voor depotinrichting voor
veilig worden opgeslagen. de glasnegatievencollectie is er o.a. de collectiewacht (http://www.
collectiewacht.nl).
6.7. restauratie Soms slaat degradatie pas lang na restauratie toe. Niet altijd zijn de juiste
restauratietechnieken gebruikt in het verleden.

Een goede restaurator stabiliseert, restaureert en zorgt ervoor 71


dat door preventieve conservering de collectie duurzaam kan worden
bewaard.

In Nederland zijn er een aantal restauratoren voor foto’s en negatieven te


raadplegen, waaronder het FRA (Fotorestauratie Atelier, http://www.
fotorestauratie.nl), van Clara C. Von Waldthausen. Tevens is veilige
digitalisering mogelijk bij FRA door fotograaf en digitaliseringspecialist
Hans Meesters. FRA houdt zich bezig met fotoconcervering, digitalisering
& advies. Ook geeft Hans Meesters workshops met betrekking tot
digitalisering.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 6. Conserveren, hanteren en opslaan
12

73

 11

10 13

10. Gebroken glasnegatief, fotografie Charlotte van Dijk 11. Delaminatie van een glasnegatief, Collectie Nederlands Fotomuseum 12. Fotografisch materiaal verpakt in een fourflap (http://www.nederlandsfotomuseum.nl/content/view/251/200/lang,nl)
(http://www.nederlandsfotomuseum.nl/content/view/255/200/lang,nl) (geraadpleegd 15 mei 2010) (geraadpleegd 15 mei 2010) 13. Fliptopdoos met glasnegatieven in fourflaps
(http://www.nederlandsfotomuseum.nl/content/view/251/200/lang,nl) (geraadpleegd 15 mei 2010)
S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

(geraadpleegd 18 mei 2010) stap 7


Letters 3
http://www.sxc.hu/browse.phtml?f=view&id=120180

rechtspositie
onderzoeken
Wie een collectie glasnegatieven wil digitaliseren, zal zich de vraag moeten
stellen of er beperkingen gelden ten aanzien van het gebruiksrecht van 75
deze collectie. Beperkingen kunnen hun grondslag vinden in het
eigendomrecht en het auteursrecht. Ga daarom allereerst na hoe de
collectie in het bezit van het museum is gekomen; door schenking, op
grond van een bruikleenovereenkomst, door aankoop of anderszins.

Stap 7. Rechtspositie onderzoeken


Let op: 7.1. verwerving Bij de verwerving c.q. verkrijging kunnen afspraken zijn gemaakt of
■ herkomstgeschiedenis; van wie, wanneer, en hoe verkregen voorwaarden zijn bedongen die inhoud geven of grenzen stellen aan het
■ voorwaarden en beperkingen gebruik, de conservering en de wijze van tentoonstellen van de collectie.
■ auteursrecht Ook dient hierbij de gedragslijn voor museale beroepsethiek te worden
■ schriftelijke overdracht beschouwd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de vragen: wat te doen met de
■ persoonlijkheidsrecht originele glasnegatieven na digitalisering? Is het toegestaan en te
■ portretrecht verantwoorden om een deel van de collectie af te stoten?

Een collectie glasnegatieven kan ook uit een gestolen bezit afkomstig zijn.
Onderzoek is noodzakelijk om dit vast te kunnen stellen. Het museum kan
in dit geval dan wel de bezitter zijn en heeft volgens de Ethische Code te
goeder trouw gehandeld, maar is geen eigenaar van de collectie. 77

Vervolgens is het essentieel om na te gaan of er (nog) auteursrechten


rusten op de collectie. Van rechtswege komen over het algemeen de
auteursrechten op de foto’s toe aan de maker, de fotograaf van destijds.
SPECTRUM
4 - Verwerving: Aangenomen mag worden dat deze rechten nog altijd bij de fotograaf of
Het beheren en documenteren van de toevoeging van objecten en gerelateerde informatie aan het museum en hun mogelijke opname diens erfgenamen berusten. Auteursrechten expireren eerst na verloop van
in de vaste collectie. 70 jaren na de dood van de maker.
15 - Rechten:
Het beheren en documenteren van rechten die verbonden zijn met de objecten en de informatie waar het museum verantwoordelijk
Het auteursrecht geeft de maker het exclusieve recht op verveelvoudiging
voor is, ten dienste van het museum en om de rechten van anderen te eerbiedigen.
en openbaarmaking van zijn werk. Omdat digitalisering ook een vorm van

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 7. Rechtspositie onderzoeken
verveelvoudiging is, zal daarvoor in principe ook toestemming nodig zijn 7.3. definitie auteursrecht (artikel 1 auteurswet): “Het uitsluitende recht van de maker van een
van de auteursrechthebbende. werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken
en te verveelvoudigen”.
7.2. voorwaarden Bij het onderzoek naar de herkomst van de glasnegatieven is het dan ook
belangrijk om na te gaan of er afspraken zijn gemaakt over de auteurs- Het auteursrecht verschaft de maker van het werk het exclusieve recht om
rechten. Daarbij moet vooraf worden nagegaan of het museum de dat werk te exploiteren. Fotografen hebben auteursrecht op hun foto’s, en
bevoegdheid heeft in vrijheid met de glasnegatieven om te gaan en ze te dat houdt in dat de foto’s niet zonder toestemming van de maker kunnen
verveelvoudigen (af te drukken of te digitaliseren) en openbaar te maken, worden gereproduceerd en openbaar gemaakt (gepubliceerd of geëxposeerd),
bijvoorbeeld door middel van expositie van de collectie. behoudens enkele beperkingen.

Wanneer de glasnegatieven door het museum zijn verkregen of verworven Aan het verkrijgen van auteursrecht is geen enkele formaliteit als voorwaarde
zonder dat verdere afspraken zijn gemaakt over het gebruik ervan, mag verbonden: het auteursrecht van de fotograaf ontstaat van rechtswege 79
redelijkerwijs worden aangenomen dat het museum het recht heeft de gelijk met het maken van de foto. Overdracht van auteursrecht kan
collectie tentoon te stellen. Dat is immers de kerntaak van het museum en uitsluitend rechtsgeldig gebeuren door middel van een schriftelijke
het doel van verwerving van een collectie. overeenkomst. Ook na de overdracht van de auteursrechten op zijn werk,
houdt de maker zogenaamde persoonlijkheidsrechten die hem onder meer het
Hoe dan ook, indien de collectie na digitalisering niet alleen binnen het recht geven op naamsvermelding en het recht om zich te verzetten tegen
museum wordt getoond, maar ook via internet wordt ontsloten, is het wijziging en aantasting (verminking) van zijn werk.12
raadzaam om na te gaan wie de maker van de foto’s is, of was, en aan wie
auteursrechten op de collectie toekomen. Beperkingen op het Via besloten netwerken mogen bibliotheken, archieven en musea
auteursrecht glasnegatieven digitaal beschikbaar maken, ten behoeve van privéstudie en
onderzoek. Hier hoeven niet afzonderlijk de auteursrechten worden

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 7. Rechtspositie onderzoeken
geregeld. Er mag een preserveringskopie gemaakt worden, ten behoeve werken in collectie heeft, verkrijgt aldus het exclusieve recht, vergelijkbaar
van restauratie, ter voorkoming van vergaan en het raadpleegbaar houden aan het auteursrecht, voor een lange periode14.
(migratie gegevens naar andere opslag).
7.5. pas op met portretrecht15 Portretrecht is een geval apart. Dit recht wordt in de auteurswet (art.
7.4. publicatie op internet De maker van de foto’s heeft recht op naamsvermelding. Dus ook bij 19 - 21) toegekend aan personen die herkenbaar afgebeeld staan. In
digitalisering van glasnegatieven waarop (nog) auteursrechten rusten en opdracht gemaakte portretten mogen niet worden openbaar gemaakt
publicatie daarvan op internet, zal de naam van de fotograaf moeten zonder toestemming van de geportretteerden of hun nabestaanden.
worden vermeld. Deze belemmering geldt niet voor niet in opdracht gemaakte portretten.
De afgebeelde personen (of hun nabestaanden) kunnen zich wel tegen
Een internationaal aanvaarde en aan te bevelen gewoonte om het auteurs- openbaarmaking verzetten als zij daarbij een redelijk belang hebben.
recht op een werk aan te geven, is het direct voorzien van elke foto van de Of zij daarbij een redelijk belang hebben hangt sterk af van het onderwerp,
zogeheten ‘copyright notice’, het bekende ©-teken plus de naam van de de context van de foto en van de vraag of het openbaarmaken inbreuk 81
auteursrechthebbende. Is de maker een ander dan de rechthebbende, dan maakt op de persoonlijke levenssfeer van de afgebeelde personen.
dient deze afzonderlijk te worden vermeld. Deze formaliteit vindt zijn
oorsprong in het UAC-verdrag (zie ook de tekst over de wettelijke regeling, Via http://taskforce-archieven.nl is het boek Juridische wegwijzer, Archieven en
in het bijzonder de UAC)13. Musea online, van Annemarie Beumen en Tjeerd Schiphof te downloaden.

Een bijzondere categorie werken omvat werken die nog nooit zijn openbaar 12
L. Wichers Hoeth, Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, 2007, pag. 458 v.
gemaakt en waarvan het auteursrecht inmiddels is vervallen, of waarvan 13
http://www.fotografenfederatie.nl/cms/db.php3?id=385 (betreft auteursrecht op site fotografen federatie)
het auteursrecht nooit heeft bestaan. De wet kent aan degene die zulke (geraadpleegd 14 maart 2010)
14
L. Wichers Hoeth, Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, 2007, pag. 435
werken voor het eerst openbaar maakt een soort pseudo-auteursrecht toe 15
ibidem, pag. 484 - 487
gedurende 25 jaar na eerste openbaarmaking. Het museum dat zulke

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 7. Rechtspositie onderzoeken
S ta p vo o r s ta p n a a r c o n n e c t i e

stap 8
Uit de collectie Voerman Museum Hattem
Bewerkingsproces, maker onbekend

digitaliseren
Digitaliseren betekent informatie omzetten naar binaire getallen; enen
en nullen. Een digitaal beeld is niet meer dan lijnen van enen en nullen
op een drager. Het is een representatie van het originele beeld. Digitale
informatie kan eenvoudig bewerkt, verstuurd en gekopieerd worden.
Digitaliseren voorkomt dat een vaak kwetsbaar origineel gehanteerd
moet worden. Het heeft dus ook een functie in de conservering van het 83
originele beeld. Digitaliseren doe je met een camera of scanner.

Stap 8. Digitaliseren
Werk met: 8.1. digitale informatie Informatie kan toegankelijker worden gemaakt voor een groter publiek
professionele apparatuur
■ door het op verschillende manieren aan te bieden. Digitalisering vergroot
standaarden en DEN-criteria
■ de mogelijkheden hiervoor. Er is vraag naar digitale informatie. We begeven
een bestand dat alle informatie behoudt zoals vastgelegd door scanner of digitale camera
■ ons meer op het vlak van presentaties met vraaggericht informatieaanbod
alle beschikbare informatie, en registreer alle informatie direct
■ op internet. In het museum zijn presentaties veelal aanbodgericht.
dit bestand voor correcties, schaduw/lichtpartijen, scherpte en kleurbalans

een werkkopie met een duidelijke gestandaardiseerde naam die verwijst naar de master
■ Enkele vragen komen naar voren bij het proces van digitaliseren: hoe gaan
controle: na iedere bewerking van de data op kwaliteit
■ we om met authenticiteit en compatibiliteit? Het origineel is ooit gemaakt,
vooraf bepaalde afbeeldinggrootte
■ soms generaties terug. Door digitalisering wordt het nu als het ware
regelmatige opslag tijdens bewerking
■ gekopieerd en in het ergste geval veranderd of zelfs ‘vervalst’. Elke
een kopie, en sla deze apart van de master op
■ aanpassing gedurende het digitaliseringproces maakt inbreuk op het
opslag van TIFF (masterbestand) voor archief en JPEG voor werk en webgebruik
■ originele authentieke beeld. Zaak is hier heel bewust en verantwoord mee
een kloppende begroting, ook voor toekomstige opslag
■ om te gaan. Een ander aspect dat in het digitaliseringproces naar voren 85
een regelmatige terugkoppeling naar het management
■ komt is compatibiliteit. Hoe zet je een beeld verantwoord in, hoe neemt de
een zo hoog mogelijke kwaliteit, zo lang mogelijk
■ apparatuur alle gegevens goed over? Binnen het technische proces van
betrouwbare opslag (check wat ze garanderen en voor hoe lang)
■ digitalisering van glasnegatieven zijn vele stappen te nemen.

8.2. management In een erfgoedorganisatie wordt besloten dat een collectie glasnegatieven
ontsloten gaat worden. Door gebruik van het Rekenmodel Digitalisering
kan een kostenplaatje gemaakt worden. Zowel personele als financiële
SPECTRUM middelen moeten aanwezig zijn om het proces goed te laten verlopen.
Loop alle 21 procedures na.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


Regelmatig terugkoppelen naar het management van de organisatie is 8.4. standaarden Het herkennen en kiezen van een referentiekader is een noodzakelijk en
noodzakelijk gedurende het hele proces. voortdurend proces. Een referentiepunt waaraan activiteiten in het proces
van digitalisering gespiegeld kunnen worden.
8.3. hanteren Digitaliseren is naast ontsluiten een goede manier om originele negatieven
te conserveren. Maar het digitaliseren betekent hanteren, en dat moet Werken met standaarden is van belang voor compatibiliteit,
voorzichtig gebeuren. duurzaamheid en de waarborging van kwaliteit.

Lichtbak en scanner Leg de negatieven liefst met de emulsiekant omhoog op de lichtbak. Zo De standaarden en criteria worden regelmatig aangepast, dus is het zaak
kunnen krassen worden voorkomen. Glasnegatieven kunnen het beste op om op de hoogte te blijven via de site van actuele standaarden (zie http://
de ‘four-flap’ op de lichtbak gelegd. Normaal ligt de emulsiekant in www.den.nl).
‘four-flaps’ altijd naar beneden. Laat het materiaal niet langer dan nodig
op of in de scanner liggen. Om optimaal scherp te kunnen stellen kunnen 8.5. apparatuur Voor het digitaliseren van glasnegatieven kan er gewerkt worden met een
glasnegatieven eventueel met de beeldzijde naar beneden worden geplaatst. scanner of een DSLR-camera. De scanner kan 2-D vastleggen, de DSLR 87
In sommige gevallen kan de scanner anders niet optimaal scherpstellen. camera (Digital Single Lens Reflex) kan zowel 2-D als 3-D vastleggen en
geeft een betere kwaliteit. De digitale camera legt het beeld vast, ontwikkelt
Scanners en lichtbakken zijn voor ernstig beschadigde negatieven af te het en slaat het beeld in digitale vorm op. De scanner (flatbed) met een
raden. Er moet eerst gerestaureerd worden. Door warmte en licht worden de dia-unit, kan in RGB of grijswaarden scannen. De kleur of bit diepte
negatieven nog kwetsbaarder. waarmee gescand wordt is 1, 8, 16, 24 of 48. Met de scanmethode wordt
soms een aantal keer gescand voor hogere kwaliteit, dit betekent extra tijd
Registreren van schade moet zowel in het registratiesysteem plaatsvinden en extra kosten. Maar de kwaliteit van je bestand wordt duidelijk beter, er is
als op de ‘four-flap’. minder ruis en betere kleurweergave.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


Beeld wordt vastgelegd in pixels (‘picture elements’). Dit is het kleinste toegevoegd, moet dat direct gecontroleerd worden op eventuele
beeldelement in een digitale afbeelding. Het aantal pixels per inch (2,54 verandering in stabiliteit van het negatief.
cm2) geeft de resolutie aan, bijvoorbeeld 600 PPI = 600 pixels per inch. De
pixels zijn in een raster (bitmap) gerangschikt en hebben geen vaste afmeting. Als het glasnegatief niet stabiel genoeg is om te hanteren voor
Pas als het beeld gerepresenteerd wordt, krijgt een pixel een bepaalde digitalisering, bijvoorbeeld door loslatende emulsie, gebroken platen of
grootte, gerelateerd aan de omgeving dus. Alle pixels in een bestand zijn krassen, dan moet het eerst gerestaureerd worden door een specialist.
even groot. De bestandsgrootte is wel meetbaar, want de aantallen enen en
nullen zijn meetbaar, en dus ook het aantal pixels. De glasnegatieven moeten altijd worden schoongemaakt vóór de
digitalisering, dus voor het transport. Als je dit uitbesteedt kunnen de
Apparatuur moet vooraf afgesteld worden, gekalibreerd op kleur, witpunt kosten bij grote hoeveelheden behoorlijk oplopen. Om de digitalisering
en gamma. Ook moet er software voor kleurmanagement gebruikt worden. vlot te laten verlopen, moet de aanlevering in één keer of met grote
Een ICC-kleurprofiel (International Colour Consortium) zorgt voor een regelmaat gebeuren. De werkruimte moet schoon en stofvrij zijn, evenals
constante kwaliteit. Het subjectieve oog of een spectrometer kan ook ingezet de apparatuur. 89
worden. Een spectrometer heeft targets op de hoogst mogelijke standaards
en er wordt vergeleken met het te digitaliseren origineel. 8.7. kwaliteit Het is raadzaam om bestanden op een zo hoog mogelijke kwaliteit te
digitaliseren. Zo zijn de bestanden straks multi-inzetbaar.
8.6. werkomgeving De beeldbewerker moet vooraf weten welke bestandsgrootte gehanteerd
gaat worden tijdens het hele proces. Dit staat in het door de opdrachtgever Bestanden kunnen altijd terug naar een lagere kwaliteit (voor
goedgekeurde projectplan. Afhankelijk van waar de afbeelding voor webtoepassingen) maar niet naar een hogere, zonder de authenticiteit aan
gebruikt gaat worden zal de bestandsgrootte gekozen worden. Bij aanlevering te tasten. Hoe meer gegevens, hoe meer geheugen en opslagruimte je
moet worden gecontroleerd of de glasnegatieven in goede staat zijn en nodig hebt. Het bewaren (de opslag) van de gegevens, kost per jaar
stabiel genoeg om te hanteren. Als er een conditierapport (aan te raden) is ongeveer 10% van de kosten van digitalisering. Deze kosten zitten

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


verscholen in software-updates, hard discs, computer, etc. Na 4 jaar kunnen Resolutie De resolutie is het aantal pixels dat er in een inch gaat (2.54 cm2). Hoe
deze kosten zelfs oplopen tot 25% van de kosten van digitalisering. meer pixels, hoe meer detail (PPI). De resolutie wordt gekozen afhankelijk
Financieel is het proces van digitalisering nooit klaar: het migreren van de van het toekomstige gebruik. Er bestaat naast deze ruimtelijke resolutie
gegevens, de opslag, vernieuwing apparatuur, antivirus- programma’s en een kleurresolutie, de bit diepte.
nieuwe software gaat eindeloos door.
Bijvoorbeeld kleurdiepte in bits:
Waarborgen van kwaliteit Werk met een zo hoog mogelijke kwaliteit, met professionele apparatuur 1 bit: pixel is zwart of wit
om kwaliteit te krijgen en te behouden. Kies voor een resolutie waar je ook 4 bits: pixel heeft 16 kleur- of grijswaarden
in de toekomst mee kunt werken. 8 bits: pixel heeft 256 verschillende kleur- of grijswaarden
Kortom: 8 bits RGB = rood 256 kleurtonen, groen 256 en blauw 256,
Kies een bestand dat alle informatie behoudt zoals deze is vastgelegd dus 256 x 256 x 256 = 16,7 miljoen mogelijke kleur helderheden.
door de scanner of digitale camera. DEN heeft een standaard ontwikkeld
voor minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed: DE BASIS. 8.8. opslag digitale informatie Opslagruimte is de ruimte die gegevens innemen. Dit is afhankelijk van 91
Deze standaard garandeert de vindbaarheid en toegankelijkheid van het aantal pixels en de bitdiepte van die pixels. Alles neemt geheugen in.
gedigitaliseerde objecten en de compatibiliteit met diverse netwerken. Compressie wordt gebruikt om de afbeeldingsgrootte te verkleinen voor
opslag of verzending. Gebruik (nog) geen compressie in het beginstadium.
Archiveer direct alle informatie, ook alle kleurmanagement informatie Houd de kwaliteit zo lang mogelijk hoog. Er is een compressie standaard
(voor reproductie van apparatuur naar apparatuur). Kleurresolutie heeft beschikbaar die breed ondersteund wordt. Het voordeel is dat deze duurzaam
betrekking op het aantal kleuren in de digitale afbeelding dat de kleuren is en dus bruikbaar blijft. Compressieschema’s korten de binaire codes in
van het originele object kan weergeven. CIE lab is een eenheid in en worden ‘loss less’ of ‘lossy’ compressie genoemd. Bij JPEG wordt de
kleurmodellen, het geeft de kleursamenstelling in getallen aan, dus hoe binaire code ingekort, waarbij het begrijpen van de visuele informatie
kleurruimte is gedefinieerd. Hier is software voor verkrijgbaar. uitgangspunt is. Het gaat hier niet over detail en kwaliteit.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


Voor webtoepassingen worden JPEG bestanden ingezet. Deze kunnen Via de website van Museumservice: http://www.museumservice.nl
over het algemeen tot 10% van de originele grootte gecomprimeerd worden voor langdurige opslag (30 tot 50 jaar) van gegevens de Jukeboxes
worden, als het beeldbestand groot genoeg is. van DISC-Nederland aanbevolen. Ook voor het plaatsen van data-
bestanden op websites bieden zowel Cit als Occhio goede mogelijkheden,
Bestandsformaten variëren in bitdiepte, resolutie, kleurvermogen, aldus Museumservice.
compressie en metadata. In het bestandsformaat ligt de informatie
besloten over de opbouw van bits en over hoe het bestand gelezen moet 8.9. duurzaamheid
worden. Zo kan een beeld volledig worden gereproduceerd.
Digitale conservering De gegevens moeten in de toekomst bruikbaar blijven. Dit is afhankelijk
Voor glasnegatieven is het moederbestand vaak een TIFF (Taged Image van data ‘filing’, opslag, hardware en software. Ook spelen financiële en
File Format) en wordt er vanuit dit bestand gewerkt op bijvoorbeeld JPEG. organisatorische prioriteiten een rol in de duurzaamheid. Gelukkig zijn
Van de master wordt eerst een duplicaat gemaakt. Van dit duplicaat maak digitale data reproduceerbaar, mits ze juist gedocumenteerd zijn.
je een positief. Hierop is de afbeelding goed te bekijken. Van beiden maak 93
je een JPEG op 300 dpi voor een printversie en een 75 DPI versie voor Gedurende migratiestromen (het overzetten of kopiëren naar bijvoorbeeld
bijvoorbeeld Adlib of een webapplicatie. een nieuwere schijf of zelfs een heel nieuw systeem) kunnen gegevens
verloren gaan als niet deskundig gehandeld wordt.
De opdrachtgever is belast met de keuze en de kosten van interne en
externe opslag. Externe opslag kan online geschieden. De master moet in een standaardformaat bewaard blijven, bijvoorbeeld
op de server, en op 2 externe plekken moeten kopieën van deze master
Er zijn diverse bedrijven geschikt voor online opslag van beeld en document, verspreid worden. DVD’s en eventueel USB sticks kunnen slechts heel
o.a. SARA: http://www.sara.nl. Culturele instellingen kunnen soms in tijdelijk dienst doen. Master bestanden kunnen extern opgeslagen worden
aanmerking komen voor een lager tarief dan commerciële instellingen. want deze hoeven niet meer (vaak) gehanteerd te worden. Na elke

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


migratiestroom moet er een controle van de gegevens plaatsvinden, m.b.t. Controleer na iedere bewerking de data op kwaliteit en corrigeer waar
de kwaliteit van de data. nodig in een kopie van het masterbestand de schaduw/licht partijen, de
scherpte en de kleurbalans.
8.10. metadata Tijdens de fase van digitalisering worden er veel beslissingen genomen die
moeten worden vastgelegd. Neem ook de namen van de betrokkenen mee Opslaan in meerdere lagen vergt meer geheugen, maar kan nuttig zijn als
in het verslag. Er worden vooraf beslissingen genomen over standaarden, er later iets fout blijkt te zijn gegaan. Opslaan bij bewerking kan het beste
de zogenaamde werkstroomspecificaties, die worden vastgelegd in een in TIFF voor archief en in JPEG voor webgebruik.
projectplan of handleiding.
Sla de kopie separaat van de master op, en sla vooral ook regelmatig op.
Het registreren van administratieve, omschrijvende, van het recht afgeleide
en financiële gegevens waarborgt duurzaamheid. Deze gegevens moeten te
achterhalen zijn in de toekomst. Vastleggen van metadata kan door software
en handmatig, direct na de handeling. 95

8.11. beeldbewerking Na het vastleggen van de master kunnen bestanden gemaakt worden voor
bijvoorbeeld webgebruik. Definieer vooraf het gebruik van het bestand en
bepaal op basis daarvan de grootte er van.

Maak een werkkopie met een duidelijke (naar de master) verwijzende


naam en gebruik een unieke, gestandaardiseerde naam voor, en een
verwijzing naar, de vindplaats van het origineel.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Stap 8. Digitaliseren


bronnen: literatuur

Originele verpakking glasnegatieven


fotografie Charlotte van Dijk ABC-DE, Woordenboek voor Digitaal Erfgoed, DEN (Den Haag 2008) ISBN: 978-90-813615-1-4

■ Beunen, A. (red) Museumrechtwijzer, Juridisch Handboek voor Musea, (Amsterdam 2000), ISBN 90-6650-066-2
■ Borghuis, G., Reader Standaarden, Vakonderdeel Standaarden en Informatiemanagement, Informatie-verzorging,
Reinwardt Academie (Amsterdam 2007/2008)
■ Buist, G. Trijsburg, J., ea Bedrijfsvoering in Musea, Syllabus LCM (Tilburg 2001) ISBN: 90-805735-1-5
■ Cultuur in context, Erfgoeddata in een nieuwe samenhang, Reinwardt Academie, (Amsterdam 2009)
ISBN: 978-90-9023340-6
■ Croiset van Uchelen - Brouwer L. Vocabularium Museologicum, 3000 termen op het gebied van museaal beheer,
behoud, beleid en communicatie, (Leiden 2001)
■ Dietz, M.S., Glasnegatieven: Productie, Conservering, Restauratie, een overzicht van methoden. Afstudeerscriptie
Reinwardt Academie (Amsterdam 1993)
■ Elementen voor een beleidsplan van een museum, de opvolger van de gelijknamige uitgave van LCM uit 1995
(Tilburg, 1995, 2de editie)
■ Fotografie en betekenis, Over fotografie, een korte bloemlezing van citaten, Syllabus Reinwardt Academie 97
(Amsterdam 2006/2007)
■ Gillesse, R., en Jochems R, en Maris, M. (red.) Handleiding Rekenmodel Digitaliseringskosten versie: 1.0
(Amsterdam maart 2010) samengesteld door DEN in samenwerking met Erfgoed Nederland,
■ Grit R., Project Management, (Houten 2008) ISBN 978-90-01-80262-2
■ Handleiding Informatiebeheer in musea, Stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten, 2009,
ISBN 978-90-813797-2-4
■ Hoogstraat, E., Vels Heijn, A., De leertheorie van Kolb in het museum, uitgave van Museumvereniging
(Amsterdam 2006) ISBN-13:978-90-807035-4-4

Bronnen
bronnen: internet

■ Keune, P., Materialenkennis, Syllabus Materialenkennis Reinwardt Academie, (Amsterdam 2006/2007) ■ http://www.beeldenvoordetoekomst.nl ■ http://www.icn.nl
■ Leidraad voor het afstoten van museale objecten, ICN i.s.m. NMV, (Amsterdam 2006) ■ http://www.beeldvantoen.nl ■ http://www.icomnederland.nl
■ Lebeer, Griet, SPECTRUM-N, Standaard voor collectiemanagement in musea. Versie 1.0 ■ http://www.beeldengeluid.nl ■ http://www.ivir.nl
■ Loonstra, C.J. en Voet, G.W. van de, Rechtsorientatie, (Groningen 2007) ISBN- 978-90-01-60-436-3 ■ http://www.cidoc.mediahost.org ■ http://www.iusmentis.com
■ Mensch, P. van, Het object als informatiedrager, Syllabus Theoretische Museologie Reinwardt Academie, ■ http://www.collectiewacht.nl ■ http://www.museumconsulenten.nl
(Amsterdam 2006/2007) ■ http://www.den.nl ■ http://www.museuminzicht.be
■ Roelofs, W.G.Th., Het behoud van film- en fotografisch materiaal in musea en oudheidkamers, uitgave van ICN ■ http://www.erfgoeddigitaal.nl ■ http://www.museumservice.nl
(verslag van 17e themadag van het Centraal laboratorium voor Onderzoek van Voorwerpen van Kunst en ■ http://www.erfgoednederland.nl ■ http://www.museumvereniging.nl
Wetenschap) (Amsterdam 1990) ■ http://www.faronet.be ■ http://www.musip.nl
■ Scholten, S, Albers, M. e.a. Elementen voor een beleidsplan van een museum (opvolger van de gelijknamige uitgave ■ http://www.fotoconservering.nl ■ http://www.nationaalarchief.nl
van de Stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten uit 1995), via ICN ■ http://www.fotografiegeschiedenis.nl ■ http://www.nederlandsfotomuseum.nl
■ Sigmond, J.P. en Sint Nicolaas E., Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen, ■ http://www.fotorestauratie.nl ■ http://www.pictoright.nl
(Zwolle 2005) ISBN: 90-400-9053X ■ http://www.geheugenvannederland.nl ■ http://www.pictura-im.nl
■ Syllabus bij de basiscursus Registratie en Documentatie, Stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten, 2005 ■ http://www.gelderserfgoed.nl ■ http://www.taskforce-archieven.nl
4e editie, ISBN90-805735-3-1 ■ http://www.grit_projectmanagement.wolters.nl ■ http://www.virtueelplatform.nl 99
■ Waldthausen, C. C. von, Behoud en beheer van fotocollecties in Nederland: een inventarisatie van de stand van zaken, ■ http://www.herplaatsingsdatabase.nl
voor ICN (Amsterdam 2000)
■ Wichers Hoeth, L, Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, (Amsterdam 2007)

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie Bronnen


bronnen: personen

Borghuis, G., Docent Informatiemanagement Reinwardt Academie


Dijk, E.G.P. van, Beëdigd vertaler
Eggink, I., Collectiebeheerder fotografie Koninklijk Instituut voor de Tropen
Kaaks, M., Advocaat Boekx
Knijn, M., Projectleider Foto-sector collecties Beeld en Geluid
Maes, H., Hoofdrestaurator fotografie Nederlands Fotomuseum
Meesters, H., Fotograaf en digitaliseerder, Fotorestauratie Atelier
Speijer, S., Creative director The Furyfactory BV
Stam, A., Museumconsulent registratie en documentatie Gelders Erfgoed
Stoltz, S., Docent Informatiemanagement & afstudeerbegeleider Reinwardt Academie

m e t da n k a a n

Dit stappenplan is gerealiseerd met behulp van de kennis van velen en aan de hand van publicaties op internet,
literatuur, scripties, readers, artikelen, gesprekken en interviews. Graag wil ik iedereen bedanken die een bijdrage
heeft geleverd aan het tot stand komen van dit stappenplan. Mijn grote dank voor het delen van kennis, expertise,
informatie en inspiratie. In het bijzonder wil ik bedanken mijn afstudeerbegeleider en docent Informatie-
management van de Reinwardt Academie Simone Stoltz, Gerdie Borghuis docent Informatiemanagement
Reinwardt Academie, Hans Meesters (FRA), Sheila Speijer (The Furyfactory BV), Ingeborg Eggink (KIT),
Matthijs Kaaks (BOEKX), Ernst van Dijk (red.), Yolanda Vaandrager en het Voerman Museum Hattem.

Glasnegatieven in beeld, stap voor stap naar connectie


Glasnegatieven in beeld wil een impuls geven aan de ontsluiting van
glasnegatievencollecties. Veel musea en andere erfgoedbeheerders hebben
glasnegatieven in bezit. In veel gevallen liggen deze collecties te wachten op
ontsluiting. Gebrek aan geld, menskracht of expertise is daarvan veelal de
oorzaak. Al die glazen platen met informatie kunnen een nieuw verhaal
vertellen, of een bestaand verhaal in een presentatie aanvullen.

Deze handleiding is geschreven voor mensen die mogelijkheden zien in een


collectie glasnegatieven, maar niet weten waar te beginnen, of hoe verder
te gaan.

Cover foto: Uit de collectie Voerman Museum Hattem, Bruggen, maker onbekend

You might also like