You are on page 1of 5
 
Cultuur met socio of zonder?
Wie goed luistert naar de signalen uit de media en het woordgebruik van (een deel) van onze polieke beleidsmakers, besef dat in een nabije toekomst de subsidies voor actuele kunst, zoals die nu bestaan, onder druk komen te staan. Het is daarbij niet het beleid van n minister o! n regeringdie voor deze kentering zorgt, wel een diepere maatschappelijke ontwikkeling die uiteindelijk de poliek tot die druk zal verplichten. "enzij er een grote economische crisis volgt, zal het daarbij niet gaan om het opdrogen, maar wel om het verschuiven van de geldstroom. Het loont de moeite om de indicatoren en oorzaken van die verschuiving te onderzoeken. #k loop in het korte en zeer voorlopige bestek van volgend arkel het risico te vervallen in ongenuanceerdheid en $s%steemdenken&. 'aarenboven is het een moeilijke zaak om in een algemeen arkel over de unst te spreken, aangezien de situae en betekenis van de discussie voor de verschillende kunstdisciplines erg uit elkaar loopt. #k verberg dan ook niet dat wat volgt, sterk gekleurd is vanuit mijn eigen achtergrond als hedendaags componist. aar dat lijkt me in het huidige debat eerder een pluspunt. 'e a!gelopen, sterk gemediaseerde discussies (*rank +an de +eire, ust 'e e%er) verwezen immers nogal eenzijdig naar de plassche kunsten, en dan nog meestal slechts naar hun meest iconische e-ponenten (Wim 'elvo%e, an *abre,/). 0ctuele muziek o! klankkunst, installaekunst en alle nieuwe vormen van digitale o! h%bride kunsten bleven buiten schot, hoewel zij niet minder dan de genoemde plassche kunst belanghebbende parj zijn. 1ndanks het nog niet uit2gedachte van mijn bedenkingen, hoop ik daarenboven de discussie eens in een perspece! te plaatsen dat naar mijn gevoel te weinig aan bod komt, en dat is het perspece! vanuit het kunstwerk zel!. #k nodig de lezer uit mee te denken en te reageren. 3elevante commentaren neem ik in de mate van het mogelijke op in een volgende update van dit arkel (zie ook de voetnoten). 1ndanks goede bedoelingen en intenes van cultuurministers o! kunstendecreten, lijkt de maatschappelijke aanvaarding van de (door de staat) gesubsidieerde arbeid van de kunstenaar voorbij. 'eze maatschappelijke ontwikkeling lijkt samen te vallen met een steeds dwingender !unconeel denken, waarvan de neoliberale samenleving de actuele verschijningsvorm is. Het is de aanwezigheid van dit !uncegerichte denken dat vooral (sommige) linkse intellectuelen, en in hun zogpolici, ertoe heef verleid de unst allerlei sociale !unces (verdraagzaamheid, krische zin etc) toe te dichten. Hoewel dit enerzijds kan opgevat worden als een verdediging van die unst, kan evengoedgesteld worden, en hier begee! ik me op gevaarlijk terrein, dat het op n o! andere manier (ongewild) ook om een poliek misbruik gaat4 de betoelaging van culturele projekten speci5ek (dwz inhoudelijk aangepast) naar bv. jongeren en allochtonen toe, is in sociaal opzicht zeer verdedigbaar, het is echter een misleidende voorstelling van zaken het te de5ni6ren als een dubbelslag waarbij ook de unst bij voorbaat als winnaar uit de bus komt. #k zou zel!s kunnen stellen dat het wat betref de arseke houding vaak een contraproduceve maatregel is. 'atgene wat ik als $waar 2 achge unst& beschouw, stelt in haar essene immers geen sociaal o! economisch doel voorop
7
. 8ij onderscheidt
7
#k sluit hier aan bij een opva9ng van ongebonden kunst die vanuit de geschiedenis bekeken vrij recent is (de *ranse s%mbolisten stelden het $l&art pour l&art& : principe voor het eerst scherp). "egenstanders van deze geclaimde $autonomie& van de kunst zullen daarom wellicht stellen dat wat vandaag gebeurt een terugkeer is naar de $normaliteit&, waar de kunst weer een begeleidende rol speelt (denk aan alle rituele kunst).;r mag dan al een economisch moe! aan de grondslag liggen van elk $pro!essioneel& kunstwerk (de opdracht is een broodwinning voor de kunstenaar), dat wat het werk tot kunstwerk maakt, on<rekt zich aan dit moe!. Het nietvoorop stellen van een sociaal o! economisch doel neemt ook niet weg dat het kunstwerk wel een sociaal2economische !unce uitoe!ent o! verkrijgt. Het is zel!s onontkoombaar dat een kunst(werk) dat als dusdanig door de gemeenschap wordt erkend, ook een sociaal2economische relevane heef. ;n zoals lezer #li%a 'e
 
zich van het !unconeel2ambachtelijke door een verbazing = verstomming (op het niveau van het communiceerbare) = crisis die de kunstenaar in een talige vorm bezweert. 'e eis van het sociale dwingt de unst deze $verstomming& bij voorbaat op te geven
>
 , dwingt haar tot een voora! bestemde vorm en holt zo haar poten6le kracht uit. ;en eerste indicator van de geschetste ontwikkeling is van semansche aard. ?iet zonder reden sprak ik zonet over kunstsubsidies en niet over het meer gebezigde $cultuursubsidies&. Het valt me op dat in de poliek gente deba<en over unst (de plaats van de kunstenaar, de toekenning van subsidies etc)de laatste jaren steeds meer het woord @ultuur, en steeds minder het woord unst wordt gehanteerd. Waar $unst& toch wordt uitgesproken, wordt in n adem $@ultuur& gebruikt, vaak zonder enig duidelijk onderscheid tussen beide begrippen. 'e vraag is nu waar die semansche onzekerheid op wijst. 1m te beginnen is het duidelijk dat @ultuur een veel en veel ruimer begrip is dan unst. "och wordt het woord @ultuur vaak gebruikt wanneer unst wordt bedoeld. isschien klinkt $unst& een beetje akelig en ook wel ouderwets. 1uderwets omdat er in de geschiedenis tallozepogingen zijn ondernomen het begrip $unst& te de5ni6ren, maar geen enkele erin geslaagd is op de5nieve wijze (het retorische Ais dat nu kunstB/.C zal aljd actueel blijven). 0kelig omdat unst per de5nie iets is van weinigen, en @ultuur iets van velen. 'it is de kern van de zaak. @ultuur lijkt zoveel democrascher. @ultuur, dat is immers de verzameling van al die uingen die kenmerkend zijn voor onze beschaving (ik had bijna gezegd, onze cultuur). Hoewel $@ultuur& meestal niet in die zeer brede betekenis in de subsidiedeba<en gebruikt wordt, blijf zijn poten6le lading aljd meeklinken. Het gevolg is dat wanneer je s%stemasch het woord $unst& vervangt door het woord $@ultuur&, er tegelijkerjd een slzwijgende aanvaarding ontstaat van die inherent veel grotere lading. 8odat niemand er op het moment van beslissen nog aan durf te twij!elen dat amateurtheater ook moet kunnen gesubsidieerd worden
D
 . 1! popmuziek. 1! 5latelie. 1! volksdansgroepen. Etuk voor stuk cultuuruingen. ;n wie zou durven beweren dat het ene meer waard is dan het anderB 8o gezegd, zo gedaan4 de subsidiepot voor de kunsten wordt netjes verdeeld over al deze cultuuruingen. 8oveel mogelijk van alles, en iedereen is tevreden. Het cultuurbeleid is hier in hetzel!de bedje ziek als de poliek, en met uitbreiding ook de vertegenwoordigende democrae. 'oor de steeds groter
Fanno% het !ormuleert4 A 'e kunstenaar die zich daarvan bewust is kan dit (a2priori) gebruiken om zichzel! een rol toe te kennen in een !unconele enmaterialissche maatschappij. 'it vergt een dubbele (contradictorische) rol van de kunstenaar (die hij gelukkig niet tegelijkerjd moet uitoe!enen)4 namelijk het zich ontdoen van het zich voorop stellen van sociale o! economische doelstellingen om tot waarachge kunst te komen, en zich ook bewust zijn van de poten6le sociale en economische impact op zijn omgeving.C
>
 'e wortels van deze verstomming kunnen natuurlijk wel in het sociale liggen. #n die zin is het kunstwerk geen buitende2wereld2staan. #ntegendeel, haar oorsprong ligt in de (gemeenschappelijke) wereld, haar bestemming ligt in zichzel!. ;nkel wanneer het kunstwerk dit $in zichzel!& heef gevonden, is het in staat tot een overdracht tekomen, o! simpeler gezegd4 te overtuigen.
D
 
Wat de hedendaagse tendens tot subsidi6ring van amateurkunsten betref een kan<ekening4 zie je het al gebeuren dat er geld uit de pot voor wetenschappelijk onderzoek zou vloeien naar amateurwetenschapB ?atuurlijk is het goed dat de amateurkunsten ondersteund worden, maar dat kan beter door culturele centra in hun werking te ondersteunen dan door individuele amateurs o! amateurgroepen de mogelijkheid te geven een projektsubsidie aan te vragen. ?iet omdat hen dat niet gegund zou wezen, wel omdat budge<en beperkt zijn, en omdat pro!essionele kunstenaars een voortrekkersrol moet worden toegewezen in het ontwikkelen van arseke visies.
 
wordende dwang zoveel mogelijk parjen tevreden te stellen (wij vragen, G geef), wordt een lange termijn visie heel moeilijk.'it is zowat de huidige situae in +laanderen. #ndien het een status uo zou kunnen blijven zou het niet eens zo&n slechte toestand zijn. Want laten we wel wezen, ondanks het geklaag, de intriges en de a!gunst een klein landje eigen, leven we nog aljd in een paradijs van mogelijkheden. aar uiteraard zal de evolue hier niet stoppen. ;ens het $alles is evenwaardig&2principe is aanvaard, wordt haar toepassing ver5jnd. ;n dan doet 'e Etasek, dat steeds weerkerende rechtvaardigste oordeel, zijn intrede. 'e Etasek, dat is de zakrekenmachine van de vrije markt. ;n waar 'e Etasek zich het meest voor interesseert, dat is wat uit haar curve het meest in het oog springt4 $de rootste emene 'eler&, ook wel $'e ewone an& genoemd 4 een soort virtuele construce waarin de meesten onder ons, als we eerlijk zijn, zich wel tot op zekere hoogte in kunnen herkennen. 'eze virtuele gewone m=vis in zijn=haar denkwereld conservae! en vooringenomen, is niet geneigd het eigen gedrag bij te sturen, laat zich bij onverwachte wendingen leiden door emoes, zonder de wil o! het vermogen n en ander vanop een krische a!stand te beschouwen (de introduce van het begrippenpaar $emoonele intelligene& in poliek en pro!essionele wereld heef daarbij gezorgd voor een bron van grote misverstanden) en is dan ook behoorlijk onwetend omtrent datgene wat er zich rond hem=haar a!speelt. ?iet toevallig is dit zowat het pro5el van de ideale consument. Het is een pro5el waarop makkelijk een (verkoops)poliek kan a!gestemd worden. Git de voorkeuren van die virtuele gewone m=v blijkt voor het overige, nogal voorspelbaar, dat zijn o! haar arseke voorkeur allerminst uitgaat naar $moeilijke, lees actuele, unst&. Het gevolgB 0ls die $moeilijke& unst geen de5nie kan geven vanhaar !unce in het steeds prestaegerichter en geolieder economische s%steem, dan zal ze er stelselmag verder uit worden teruggedrongen. 'e unst is met andere woorden veroordeeld zichzel! o!wel een !unce toe te kennen als bron van noodzakelijke verstrooiing voor de consument (dus zekerniet te moeilijk doen4 populaire cultuur, entertainment ), als therapeusch gebruik (muziektherapie, muzak etc), als sociaal bind :o! onderscheidingsmiddel (voetbal, opera, rockconcerten) en als het even kan dat alles tegelijk (soaps, Iig Irother/). #k zou hier nog een stap verder willen gaan vanuit dezo6ven geschetste semansche verschuiving. Het nec plus ultra in de cultuurpoliek is tegenwoordig niet meer de $culturele& !unce, wel de $socioculturele&. Het woord duikt te pas en te onpas op4 een nieuwe invulling van een gebouwB 'e her!ormulering van een pro5elB ebruik het woord $sociocultureel& en iedereen knikt instemmend ja. et een sociocultureel pro5el is iedereen tevreden4 de culturo&s, de sociale werkers, het kapitaal. Het doelpubliek is immers steeds een groep van mensen (consumenten) van beduidend aantal, (iets wat je moeilijk kan beweren van de groep lieJebbers van actuele kunst) een $goed doel& en een inhoud waarmee iedereen zich graag vereenzelvigt. #n het socioculturele rinkelt $unst& nog slechts als een klein belletje mee, en dan meestal slechts als een verwijzing naar de geschiedenis die je netjes aan de muren van de musea vindt, o! in de com!ortabele concertzalen met klassieke muziek. #n het socioculturele vindt de unst zijn plaats als schepper van sociale gemoedsrust (door groepsidenteiten te bevesgen) o! als een product met een onbedreigende genots!unce, op n lijn te ze<en met een lekkere kop koKe, een massagebeurt o! een joint. Eamengevat in een geriskeerde oneliner4 #n het socioculturele lijkt de recuperae van de unst door de neoliberale samenleving voltrokken
L
. Waar wil ik naartoeB 0ls van
L
 
#k ben allerminst gekant tegen socioculturele pro5elen, integendeel, ik draag het hart meer links dan rechts. aar we moeten bedachtzaam omspringen met goedklinkende woorden4 het juiste woord op het juiste ogenblik. Het gevaar bestaat dat het socioculturele pro5el de eis wordt voor elke gesubsidieerde cultuuruing. #k pleit dan ook voor een (waarschijnlijk utopische) scheiding, o! op zijn minst onderscheiding van kunstsubsidies en sociaal2culturele subsidies.

Reward Your Curiosity

Everything you want to read.
Anytime. Anywhere. Any device.
No Commitment. Cancel anytime.
576648e32a3d8b82ca71961b7a986505