You are on page 1of 69

De schilderijlijst in de schijnwerpers!

De lijst: kunstobject of middel?

Riny van Leeuwen


Student nr. 606435

Reinwardt Academie

Afstudeerscriptie

Elst, 3 juni 2010

h.brocatusvanleeuwen@hetnet.nl
De schilderijlijst in de schijnwerpers!
De lijst: kunstobject of middel?

Riny van Leeuwen


Student nr. 606435

Reinwardt Academie

Afstudeerscriptie

Elst, 3 juni 2010

h.brocatusvanleeuwen@hetnet.nl

2
Inhoudsopgave

De schilderijlijst in de schijnwerpers!
De lijst: kunstobject of middel?

Voorwoord .................................................................................................................. 4
Inleiding ...................................................................................................................... 5
1. De schilderijlijst als informatiedrager ............................................................... 7
1.1 Betekenissen van de lijst............................................................................... 7
1.2 Informatie over de lijst................................................................................. 11
2. Aandacht voor schilderijlijsten........................................................................ 15
2.1 Websites, tentoonstellingen, catalogi en opleidingen .................................. 15
2.2 Kunstobject of middel?................................................................................ 21
3. Registratie van schilderijlijsten ....................................................................... 25
3.1 Registratie en thesaurus ............................................................................. 25
3.2 Bruikleen en database ................................................................................ 32
4. Aanpassingen schilderijlijsten in Nederland.................................................. 36
4.1 Vervanging van lijsten................................................................................. 36
4.2 Ethiek bij restauratie en aanpassingen........................................................ 42
5. Instituut Collectie Nederland ........................................................................... 44
5.1 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Eerste jaar ............................... 44
5.2 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Tweede jaar ............................. 47
Conclusie.................................................................................................................. 51
Samenvatting............................................................................................................ 54
Summary................................................................................................................... 55
Bronnen .................................................................................................................... 55
Bijlagen ..................................................................................................................... 60
Bijlage I – Aankondiging afstudeeronderzoek ....................................................... 61
Bijlage II – ICN project Schilderijlijsten in Nederland ............................................ 62
Bijlage III – Enquêteformulier .................................................................................. 63
Bijlage IV – Deelnemers enquête ............................................................................ 64
Bijlage V – Indeling registratievelden Christel Kordes .......................................... 65
Bijlage VI – Indeling registratievelden Rijksmuseum ............................................ 67
Bijlage VII – Uitkomst enquête ................................................................................ 68
Voorwoord
Als ik een politicus op televisie een interview zie geven hangt er vaak een schilderij
achter hem of haar. Ik kijk dan langs de geïnterviewde heen en heb alleen nog maar
oog voor de schilderijlijst. In een museumzaal of stijlkamer loop ik direct naar het
schilderij met de geornamenteerde lijst. Het maken van schilderijlijsten is een
eeuwenoud vak en oude lijsten zijn in mijn ogen vaak kunstwerken. In het Gelders
Archief ben ik op zoek gegaan naar het gildeboek van het timmerliedengilde Sint Jozef.
Met handschoenen aan mocht ik erin bladeren. Ik heb een hele tijd gedacht dat ik de
enige was met het lijstenvirus. Totdat ik op een bijeenkomst van het Instituut Collectie
Nederland (ICN) ongeveer dertig conservatoren en restauratoren ontmoette die
allemaal één doel voor ogen hadden, het beheren van de collectie schilderijlijsten.

Ik dank Eric Domela Nieuwenhuis van het ICN voor de kans een praktische bijdrage te
mogen leveren aan het project Schilderijlijsten en voor de uitnodiging voor de
inspirerende bijeenkomsten met al die bevlogen mensen die ik daar heb kunnen
spreken. Tal van musea zijn behulpzaam geweest bij het invullen van de enquête
horende bij mijn onderzoek, u vindt ze in bijlage IV. Ik dank hen allemaal vriendelijk
voor hun tijd en hun bijdrage aan de uitkomst van mijn onderzoek.

De professionals die ik mocht bezoeken en bellen voor advies, heel hartelijk dank. Ik
noem in het bijzonder Gerry Alabone (The Tate Museum, Londen), Hubert Baija en
Wim Hoeben (Rijksmuseum, Amsterdam), Richard Hallas en Jacob Simon (National
Portrait Gallery, Londen), Gini Kingma (Rijksmuseum Twenthe, Enschede), Christel
Kordes (Stedelijk Museum Schiedam) en Gregor Simoons (Gregor’s Lijsten,
Spankeren). Dit zijn allemaal bevlogen mensen met een passie voor lijsten. Ik vond het
fijn dat ik van gedachten kon wisselen met Mieke Van Doorselaer (museumconsulent
provincie Oost-Vlaanderen), Joppe Knoester (docente kunstgeschiedenis, Reinwardt
Academie, Amsterdam), Tine van Nierop (Tine van Nierop Erfgoeddiensten) en Arno
Stam (docent informatiebeheer, Gelders Erfgoed, Zutphen), waarvoor ik hen hartelijk
dank.

4
Inleiding
De collectie schilderijlijsten in Nederlandse kunstmusea vormt het onderwerp van dit
afstudeeronderzoek. Musea beheren lijsten van de vijftiende tot en met de
eenentwintigste eeuw. Informatie over de lijst of vervaardiger en de context is
nauwelijks ontsloten. Lijsten worden bewaard in museumdepots, maar staan veelal niet
geregistreerd. Lege lijsten zonder schilderstuk bestaan op papier vrijwel geheel niet.
Schilderijlijsten worden zelden afgebeeld in catalogi of op websites en in musea vindt
men op de tekstbordjes bij een schilderij geen informatie over de lijst of lijstenmaker.
Bij diverse culturele opleidingen wordt er geen aandacht besteed aan schilderijlijsten.

Het ICN is in juni 2009 een tweejarig project ‘Schilderijlijsten’ begonnen als onderdeel
van het ‘Programma Waarde en waardering’. Het doel van het ‘Programma Waarde en
waardering’ is om medewerkers (beheerders, beleidsmakers en financiers) in het
erfgoedveld bewust te maken van het belang van waarde en waardering van het
cultureel erfgoed, vooral van onbekend of bedreigd erfgoed, en daarvoor methoden en
technieken te ontwikkelen. Het ICN wil richtlijnen en criteria formuleren voor culturele
waardering van in Nederland vervaardigde lijsten. Tevens wordt onderzocht welke
instrumenten de mobiliteit van lege schilderijlijsten zouden kunnen vergroten, zodat
deze in Nederlandse musea makkelijker hergebruikt kunnen worden.

Doelstelling
Het doel was een inventarisatie te maken van het beheer van lege schilderijlijsten bij
Nederlandse kunstmusea, waarin aspecten als registratie, bruikleen, thesaurus,
ontsluiting, afstoten, restauratie en de behoefte aan een database aan de orde komen.
Het ICN kan, mede aan de hand van dit afstudeeronderzoek, inspringen op de
behoefte uit het erfgoedveld op het gebied van beheer van schilderijlijsten.

Vraagstelling
Om de hoofdvraag hoe Nederlandse kunstmusea omgaan met hun collectie
schilderijlijsten te kunnen beantwoorden, was het van belang onderzoek te doen naar
de meningen en de behoefte van de musea op het gebied van behoud en beheer van
schilderijlijsten. Deze konden geïnventariseerd worden door deelvragen over
registratie, bruikleen, thesaurus, ontsluiting, afstoten en restauratie via de enquête
beantwoord te krijgen. Interessant zijn de ethische kwesties en de kunsthistorische
waardebepaling, waarbij de mening of een schilderijlijst door de erfgoedprofessionals
gezien wordt als een kunstwerk of een middel een rol speelt.

5
Methodologie
Voordat ik van het ICN-project op de hoogte was, heb ik in de zomer van 2009 per e-
mail een vooronderzoek naar registratie van lijsten gedaan bij tien kunstmusea waar
studiegenoten werkten. Verder heb ik mij op schilderijlijsten georiënteerd door
literatuurstudie. Nadat ik op het internet het ICN-project ontdekte, heb ik contact gelegd
met de projectleider. Wij vonden voldoende raakvlakken om te gaan samenwerken. Wij
kwamen overeen dat ik een praktische bijdrage zou leveren door het opzetten en
afnemen van een enquête bij Nederlandse kunstmusea over het beheer van hun
collectie schilderijlijsten. In september 2009 heb ik in Londen gesprekken gevoerd met
een conservator en restaurator van de National Portrait Gallery. Een conservator van
The Tate Museum kon ik per e-mail mijn vragen voorleggen. In november 2009 heb ik
deelgenomen aan een expertmeeting die het ICN had georganiseerd. Een groep van
dertig restauratoren, collectiemanagers en conservatoren waren hierbij aanwezig om
korte presentaties te houden gevolgd door een discussiearena. Met behulp van de
Museumgids en het internet heb ik een selectie gemaakt van 59 musea met een
collectie kunst. Ik heb een vragenlijst en begeleidend schrijven opgesteld en het
onderzoek aangekondigd in Museumberichten van begin februari 2010. Een week later
is de enquête verstuurd naar collectiemanagers en conservatoren van de
geselecteerde musea. In één maand tijd heb ik gesprekken gevoerd met professionals
van verschillende disciplines, een conservator, hoofd beheer en behoud, restaurator,
gids, collectiemanager, lijstenmaker en een docente meubelstijlen. Met
museumconsulenten in Vlaanderen en Nederland heb ik per e-mail contact gehad. De
antwoorden van de 37 respondenten van de enquête zijn door mij verwerkt in Excel.
De uitkomst heb ik tijdens een tweede ICN expertmeeting in april 2010 uitgedeeld aan
de veertig aanwezigen en deze is besproken tijdens de aansluitende discussiearena.
Het contact met de erfgoedprofessionals, de uitkomst van de enquête, literatuurstudie
en deelname aan de expertmeetings en discussiearena’s hebben eraan bijgedragen
dat ik mij een beter beeld kon vormen van het onderwerp en de praktijk.

Gebruikte termen
Schilderij Een omlijst schilderstuk
Schilderstuk Schilderij zonder omlijsting, het werk van de kunstschilder op de drager1
Lege lijst Schilderijlijst zonder schilderstuk
Afstoten Collectieonderdelen herplaatsen bij andere instellingen of vernietigen
Waarde Culturele belangrijkheid, dus geen financiële waarde

1
P.J.J. van Thiel en C.J. de Bruyn Kops, Prijst de lijst. De Hollandse schilderijlijst in de zeventiende eeuw.
(Den Haag 1984) 11.

6
1. De schilderijlijst als informatiedrager

1.1 Betekenissen van de lijst

Primaire context
De maker of datering van een lijst is vaak niet bekend. Weinig schilderijen zitten nog in
de oorspronkelijke lijst. Uitzondering hierop zijn de schilderstukken met lijst uit de
middeleeuwen die gemaakt zijn op panelen. In die tijd zijn de lijsten nog onlosmakelijk
verbonden met het kunstwerk. De lijst en het paneel zijn vaak uit één stuk hout
vervaardigd, vooral als het een klein paneel betreft. Veelal hebben de panelen
afbeeldingen met een religieuze betekenis zoals bij altaarstukken het geval is. De
vervaardiger van de drager diept het paneel dusdanig uit dat er een opstaande rand
(de integrale lijst) en een plat vlak overblijven. Pas als het houten paneel klaar is gaat
het naar de schilder. Hier is geen twijfel over de authenticiteit van de combinatie van
portret en lijst ‘in situ’.2

Afb. 1 Voorzijde paneel Afb. 2 Achterzijde paneel

Ook portretten beschikken vaak nog over de eerste inlijsting. De portretten blijven over
het algemeen genomen generatie na generatie binnen een familie en dat is de reden
dat de lijst niet vaak wordt gewisseld.3

2
J.T. Burns, Framing Pictures (Londen 1978) 11.
3
Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de lijst, 12.

7
Esthetische waarde
Vanaf de vijftiende eeuw wordt steeds vaker een linnen doek als drager van het
schilderstuk gebruikt en wordt de lijst apart van het schilderstuk vervaardigd.
Schilderstuk en lijst vormen dan samen het schilderij. De lijst maakt dat het
schilderstuk hanteerbaar en op te hangen is en dient als hulpmiddel. Met de lijst werkt
men ook de randen van het doek of paneel mooi af. Men kan zo het accent leggen op
de schoonheid van het schilderstuk of de sfeer die het schilderij in een vertrek moet
uitstralen. De lijst vertegenwoordigt met behulp van kleur, vergulding of ornamenten
een esthetische waarde voor het geheel.4

Sociale omstandigheden
Niet iedereen kan zich een mooie lijst veroorloven. De één spreidt zijn rijkdom en
weelde tentoon met een mooie vergulde en rijk versierde lijst. Bij de ander leidt men uit
de eenvoudige lijst juist af dat de kunstenaar geen geld had voor een mooie lijst. Dit
laatste is bijvoorbeeld het geval bij de schilderwerken van Vincent van Gogh. Hij heeft
zijn schilderstukken in eenvoudige lijsten tentoongesteld.5

Kunsthistorische waarde
Door de eeuwen heen volgt de schilderijlijst de mode en weerspiegelt zo zijn tijd. Net
zoals bij de meubels het geval is volgt de schilderijlijst de stijlontwikkeling van de
architectuur en andere kunstvormen. Uit welke periode de lijst dateert, is onder andere
af te lezen uit de stijl en vorm, de ornamenten, het materiaal, de gebruikte techniek en
de afwerking. De schilderijlijst is hierdoor voor de geschiedenis van kunsthistorische
waarde.6

De lijst is niet altijd pas na afronding van het schilderstuk eromheen gezet. Het
omlijsten van het stuk voordat het voltooid is, is voor de kunstschilder een manier om
te zorgen dat de lijst en het schilderstuk beter bij elkaar aansluiten. Restjes verf van de
lijst op het schilderstuk en andersom tonen dat aan, soms pas na onderzoek met
moderne technieken. Bij de werken van tijdgenoten Gustav Klimt (1862-1918) en Jan
Toorop (1858-1928) loopt het schilderwerk zelfs door op de lijst. Schilderijlijsten van de
pointillistische schilder George Seurat (1859-1891) zijn versierd met spikkeltjes verf in
allerlei kleuren.

4
Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de lijst, 11.
5
L. Van Tilborgh, ‘Een lastig probleem de lijsten voor Van Gogh‘, Kunstschrift 95-2 (Den Haag 1995) 33-
37, aldaar 33.
6
N. Penny, Frames Pocket guides (Londen 1997; herdruk 2005) 66.

8
Documentaire waarde
De manier waarop een museum de collectie toont is voortdurend aan verandering
onderhevig en is afhankelijk van het verhaal dat het museum wil vertellen.

Wim Hoeben is hoofd beheer en behoud bij het Rijksmuseum.7 Ik heb hem bezocht in
het buitendepot te Lelystad. Hij vertelt over de vroegere opstelling (van eind jaren ‘50
tot ongeveer 1990) van de collectie in het Rijksmuseum: ‘Schilderstukken die vooral als
kunstwerk werden gezien hadden een mooie lijst. Ze hingen voorover naar het publiek
toe en ze vertegenwoordigden een esthetische waarde. Schilderstukken die een stukje
vaderlandse geschiedenis vertelden hingen in een aparte zaal, vlak en strak tegen de
muur. Bovendien hadden zij een neutrale vaak donkerbruine lijst, de zogenaamde
Elffers-lijst. Hier was de lijst puur een hulpmiddel en geen kunstwerk. Het ging om het
verhaal, de geschiedenis dat het schilderstuk vertelde, de documentaire waarde’.
De Elffers-lijsten zijn genoemd naar Dick Elffers (1910-1990). Hij was behalve
beeldend kunstenaar ook vormgever bij het Rijksmuseum. Hij drukte een stempel op
het aanzien van de schilderijen door veel lijsten te vervangen.

Afb. 3 Geornamenteerde lijst en Elffers-lijst

7
W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010.

9
Symboliek en heraldiek
De schilderijlijst met ornamenten, festoenen, cartouches, familiewapens, religieuze
verwijzingen, wapentrofeeën, stadswapens en symbolen is op zichzelf al een
historische bron. Sommige versieringen die zijn aangebracht op de lijst staan niet op
zichzelf, maar verwijzen als symbool naar de afbeelding op het schilderstuk.8 De lijst
heeft op deze wijze de rol van intermediair.

Begin 2010 is in de Alte Pinakothek van München de tentoonstelling ‘Frames and their
History’ geweest. Deze tentoonstelling ging over schilderijlijsten in de tijd van het hof.
In de aankondiging van de expositie staat een interessant detail, namelijk dat Napoleon
de lijst heeft gebruikt als propagandamiddel.9 Hij heeft begin negentiende eeuw in het
Louvre alle lijsten vervangen door lijsten in de Empirestijl.

Vervanging en hergebruik
Hergebruik van schilderijlijsten is een interessante ethische kwestie. Men kan zich
afvragen of de lijst niet juist door de kunstenaar zo vervaardigd of bedoeld is. Mag je
de lijst bijvoorbeeld iets aanpassen om hem voor een ander schilderstuk passend te
maken? Ziet men de schilderijlijst als kunstobject op zich met museale en
kunsthistorische waarde en mag je er juist daarom absoluut niets aan veranderen?
Verandert dit standpunt wellicht als de lijst in het verleden al een keer veranderd is?
Moet de nieuwe lijst persé in dezelfde stijl zijn als de oorspronkelijke lijst voor zover
men dat weet, zodat het een historisch verantwoorde keuze is? Dat zou de
museumbezoeker zeker helpen bij de beeldvorming van een bepaalde periode. Of mag
de museumdirecteur kiezen voor wat hij of zij op dat moment mooi vindt? Kiest een
museum liever voor een lijst in bruikleen of laat het een nieuwe lijst vervaardigen?
Meer over het vervangen van schilderijlijsten staat in hoofdstuk 4.1.

Restauratie
Welke keuze maakt een restaurator, samen met de conservator, als de lijst
gerestaureerd dient te worden en waar hangt die keuze van af? Kun je een stuk
verloren gegane parelrand van een uit hout gesneden schilderijlijst vervangen door een
stuk parelrand van pâte (kneedbare massa van krijt, konijnenlijm, water, papier en een
beetje lijnolie)10, gevormd in een mal? De meningen hierover zullen verdeeld zijn.

8
Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 21.
9
http://www.theartnewspaper.com/whatson/results.asp?id=1109118 (Frames and their History, Alte
Pinakothek, Munchen)(geraadpleegd 5-4-2010).
10
http://www.gregorslijsten.nl/paginas/houttotgoud03.html (Lijstenmaker Gregor Simoons)(geraadpleegd
2-4-2010).

10
Ook de financiën kunnen hierbij een rol spelen. De discussie hierover wordt door het
ICN bij de Nederlandse kunstmusea gevoerd om een leidraad voor restauratie-ethiek
en hergebruik te kunnen bepalen. Dit onderwerp wordt verder behandeld in hoofdstuk
4.2.

1.2 Informatie over de lijst

Authenticiteit
Vaklieden zijn in de middeleeuwen aangesloten bij een ambachtsgilde gewijd aan een
heilige, zoals het timmerliedengilde met als beschermheilige Sint Jozef. Informatie over
de gilden kan men vinden in een archief. De daar bewaarde kasboeken vormen een
bron van informatie over datering en lokalisatie. Zo is gebleken dat niet alleen
timmerlieden gewerkt hebben aan schilderijlijsten, maar ook beeldhouwers voor de
ornamenten en vergulders.11

Evelien de Visser, studente kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen,


heeft onderzoek gedaan naar B.J. Blommers, schilder van de Haagse School.12 In het
archief van lijstenmaker Sala en zonen bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische
Documentatie (RKD) heeft zij correspondentie gevonden tussen de schilder en
lijstenmaker Sala. Blommers vroeg hierin aan Sala haast te maken met de lijst omdat
het schilderstuk al bijna voltooid was en Blommers het nog wilde aanpassen met de
lijst eromheen. Blommers wilde het totaal pas uit handen geven als hij het schilderstuk
en de lijst samen had gezien.

De gemiddelde museumbezoeker denkt dat het schilderstuk en de lijst bij elkaar horen.
Zou het niet eerlijker zijn om ook op de tekstbordjes naast het schilderij aanvullende
informatie te geven over de herkomst van de lijst? Eerlijker ten opzichte van de lijst en
de vervaardiger en eerlijker ten opzichte van de bezoeker. Die kan ook net als ik
oprecht geïnteresseerd zijn in de lijst en aan die behoefte aan informatie wordt
momenteel in de meeste musea niet voldaan. De reden is dat de lijst in musea meestal
niet als een onderdeel van de collectie wordt gezien. In hoofdstuk 2.1 wordt hier verder
op ingegaan.

11
http://users.telenet.be/hc_itc325/geschied_kader.htm (Geschiedenis lijstenmakers en het
gilde)(geraadpleegd 29-4-2010).
12
E. de Visser, studente kunstgeschiedenis, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.

11
De achterkant als bron van informatie
Op de achter- of onderkant van serviesonderdelen vindt men allerlei tekens die
informatie verschaffen over de herkomst of ‘provenance’ zoals jaarletters, merktekens
van een stad of van de fabrikant. De achterkant van een schilderijlijst vertelt vaak ook
een verhaal, maar zelden over de vervaardiger, die blijft meestal anoniem. Het is zelfs
zo dat door het regelmatig vervangen van lijsten in de afgelopen eeuw(en) en het
verzuimen dat te documenteren, het van de meeste schilderijlijsten bijna onmogelijk is
te achterhalen met welk schilderstuk het oorspronkelijk verbonden is geweest.
Restauratoren kunnen aan de achterzijde van de lijst herkennen of de lijst al eerder
gerestaureerd of behandeld is geweest. Gaten in de lijst verklappen vaak de wijze
waarop en de richting waarin het schilderij is opgehangen. Zit het gat van het
ophangoog bijvoorbeeld niet in het midden van de lijst, dan kan het formaat van de
schilderijlijst ooit aangepast zijn. Literatuur over informatie betreffende de achterzijde
van de lijst is er helaas niet, wel kan men op het internet soms informatie vinden. Het
Rijksmuseum zet bijvoorbeeld technische informatie over de schilderijlijsten uit hun
collectie online.13

Onderzoek naar de vervaardiger van de lijst zou interessant zijn, maar op de


achterkant van een oude lijst is bijna nooit iets te vinden over de lijstenmaker. De
lijstenmaker werkt vaak in een werkplaats waar verschillende specialisten de lijst in
handen kregen. Eerst de timmerman, schrijnwerker of meubelmaker die het profiel
maakt, daarna de houtsnijder of beeldhouwer eventueel gevolgd door de vergulder.
Gesigneerde lijsten komen zelden voor. Als er al iemand wordt genoemd op de lijst dan
is het de lijstenmakerij en niet de vervaardiger zelf.14

Toch kan men soms de reisgeschiedenis van een lijst volgen door goed te kijken naar
de achterkant. Het zijn de handelaren, veilinghuizen, transportbedrijven,
museummedewerkers en de douane die informatie toevoegen aan de achterzijde van
de lijst, bijvoorbeeld voor transport en verkoop of in het geval van een bruikleen.

Afb. 4 Lakzegel van een handelaar of verzamelaar

13
H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010.
14 e
C. Grimm, Alte Bilderrahmen Epochen – Typen – Material (2 druk; München 1979) 11.

12
Museummedewerkers kennen een registratienummer toe, meestal aan het
schilderstuk, tot op heden in mindere mate aan de lijst. Bijzondere historische
informatie geven rode, witte en blauwe stippen op de achterzijde van een schilderijlijst
in de collectie van het Rijksmuseum. Deze stippen zijn in de jaren ‘30 van de twintigste
eeuw aangebracht op het nationaal kunstbezit in verband met de toenemende
gespannen situatie in Europa en de oorlogsdreiging. Mocht het zover komen dat de
collectie geëvacueerd moest worden, dan waren de kunstwerken met de rode stip (de
topcollectie en onvervangbaar) het eerst aan de beurt om gered te worden. Daarna
volgden de stukken met de witte stip (de belangrijke) en daarna eventueel nog de
blauwe (de vervangbare).15

In het tijdschrift Oog van het Rijksmuseum is een artikel gepubliceerd over de
informatie op de achterkant van een schilderij.16 Het betreft hier een klein zelfportret
van de schilder Caspar Netscher (1639-1684). Op de achterkant van het schilderstuk
zit een brief, geschreven door een achterachterkleinkind van de zeventiende-eeuwse
schilder. De brief is een lofzang op de schilder en heeft documentaire waarde.
Uit onderstaande foto blijkt dat er voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor
gekozen is zowel de lijst als het schilderstuk te voorzien van een witte stip waardoor
een stukje tekst van de brief niet meer leesbaar is.

Afb. 5 Brief over de schilder Caspar Netscher

15
W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010.
16
F. Truijens, ‘De achterkant‘, Oog 4/2009 (Amsterdam september 2009) 122.

13
Conclusie
Een schilderijlijst heeft verschillende betekenissen en bevat allerlei informatie. Er is
echter nog maar weinig informatie gedocumenteerd. Lange tijd hebben musea het
belang niet ingezien van het documenteren en registreren van de schilderijlijst. Dat
betreft niet alleen het registreren van de uiterlijke kenmerken, maar ook de verhalen
die erachter zitten. De lijst krijgt meer betekenis als de context bekend is. Wat nu nog
in de hoofden van de conservatoren zit, moet voor latere generaties gedocumenteerd
worden anders gaat het voorgoed verloren. Hierover gaat hoofdstuk 3.1. Eerst moet er
echter een cultuuromslag plaatsvinden in de museumbranche waarbij de lijst op juiste
waarde wordt geschat. Pas dan zal de lijst de aandacht krijgen die het volgens mij
verdient.

14
2. Aandacht voor schilderijlijsten

2.1 Websites, tentoonstellingen, catalogi en opleidingen

Wanneer een museumbezoeker naar een schilderij kijkt kan hij op het tekstbordje
informatie vinden over de vervaardiger, wat het schilderij voorstelt en uit welke tijd het
stamt. Mijn ogen dwalen echter al snel af naar de schilderijlijst en ik denk dan: 'Wat
een vakwerk, wie heeft deze lijst gemaakt, in welke tijd, in welke modestijl en
hoort de lijst wel bij dit schilderij?' Op de tekstbordjes naast het schilderstuk wordt
echter zelden of nooit informatie gevonden over de lijst of de vervaardiger. Ook in de
bestands- of tentoonstellingscatalogi vindt men nauwelijks informatie over de lijsten;
meestal zijn alleen de schilderstukken afgebeeld, zonder lijst. Het maken van lijsten is
een eeuwenoud vak en oude lijsten zijn in mijn ogen vaak kunstwerken op zich. Ik wil
informatie vinden over de vervaardiger of over het timmerliedengilde waarin hij werkte.
Of wellicht bij welk schilderstuk deze lijst oorspronkelijk hoorde. Kortom, deze
museumbezoekster wil meer informatie over de schilderijlijst kunnen vinden! Voor de
moderne virtuele bezoeker moeten op de website de verhalen achter het object
ontsloten worden. Ik adviseer hiervoor samenwerking met andere erfgoedinstellingen
zoals archieven. Daar ligt interessante informatie over bijvoorbeeld timmerliedengilden,
kasboeken van handelaren en correspondentie tussen een schilder en een
lijstenmaker. Indien al deze informatie op één plek te vinden is voor de bezoeker waant
hij zich in een werkelijk kenniscentrum.

Websites en bestands- of tentoonstellingscatalogi


In de catalogi staan de schilderstukken meestal afgebeeld zonder lijst, zo ook op de
meeste ansichtkaarten. Op hun websites tonen vele musea hun collectie. Per provincie
is de gezamenlijke collectie van de musea ook nog apart online te raadplegen. Dit is
meestal voorzien van een verhaal over het schilderstuk zelf. Ook hier is helaas op een
enkele uitzondering na geen enkele schilderijlijst te zien. Het benoemen van een
‘oorspronkelijke’ lijst houdt natuurlijk een risico in; echt honderd procent zeker weet
men dat zelden. Ik vind dat het afbeelden van schilderwerken mét de schilderijlijst in
catalogi voor latere generaties informatie vastlegt over de omlijsting in een bepaalde
tijd. Op oude interieurfoto’s zijn de lijsten nog wel te zien zoals op de Beeldbank van
het Nationaal Archief.17

17

http://beeldbank.nationaalarchief.nl/nl/afbeeldingen/indeling/gallery/sortering/relevantie/q/zoekveld/schilder
ij (Schilderijen op de Beeldbank Nationaal Archief)(geraadpleegd 15-5-2010).

15
Gini Kingma, restaurator lijsten bij het Rijksmuseum Twenthe, vertelt dat het traditie is
om de schilderstukken uit de lijst te halen en daarna pas te fotograferen.18 Zij vermoedt
dat dit niet eenvoudig te doorbreken is. Eén van de redenen daarvoor is dat de
geschiedenis van de omlijsting vaak onbekend is. Veel lijsten zijn niet oorspronkelijk;
hoe verder weg in de tijd hoe minder oorspronkelijke lijsten er zijn. Zelfs als de lijst wel
oorspronkelijk is, is het niet zeker dat de kunstenaar de combinatie van lijst en doek
heeft gekozen. Dit kan ook de opdrachtgever of de kunsthandelaar geweest zijn.

Ton van Loon, restaurator bij het ICN in Rijswijk, geeft nog een extra reden op voor het
fotograferen van de schilderstukken zonder lijst.19 Namelijk dat de schilderijlijst als
driedimensionaal object wat betreft lichtval en reflectie moeilijk vast te leggen is in
combinatie met een vlak schilderstuk. Hij merkt op dat indien men een reflectieloze
opname wil hebben van de schilderijlijst en het schilderstuk samen, deze objecten in
de praktijk onafhankelijk van elkaar worden gefotografeerd. Na het bewerken van de
opnamen worden ze met een programma als Photoshop weer in elkaar gezet.

Het Rijksmuseum Amsterdam heeft een website met een uitgebreide zoekfunctie om
de collectie online te bekijken.20 Met de zoekterm ‘schilderijlijst’ kan men eenvoudig in
de collectie zoeken. Op het moment van dit schrijven, april 2010, vind ik 44 lijsten op
de site, zowel schilderij- als spiegellijsten, van sommige lijsten is namelijk niet bekend
of ze oorspronkelijk om een schilderstuk of een spiegel hebben gezeten. Per lijst met
een eigen objectnummer zijn er gegevens gedocumenteerd over de ornamenten, het
materiaal, periode, techniek, plaats van vervaardiging, afmetingen, datum verwerving,
verwervingswijze en, indien bekend, bij welk schilderstuk het hoort met het
inventarisnummer van het schilderstuk. De meeste lijsten vallen onder de collectie
meubelen. Er is echter ook een beschilderde lijst die valt onder de collectie schilderijen.
Van de meeste lijsten staat op dit moment nog geen afbeelding op de website.

De Duitse kunsthistoricus en museoloog Wilhelm von Bode (1845-1929) heeft laat in


de negentiende eeuw kunstwerken thematisch op zaal gepresenteerd in lijsten die
hoorden bij de stijlperiode van het schilderstuk. Tevens heeft hij het initiatief genomen
om in de Berlijnse kunstcatalogi de originele schilderijlijsten bij het schilderstuk te tonen
en deze als origineel aan te tekenen.21

18
G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010.
19
T. van Loon, restaurator ICN Rijswijk, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.
20
http://www.rijksmuseum.nl/wetenschap/?lang=nl (Online onderzoek Rijksmuseum)(geraadpleegd 3-4-
2010).
21
Grimm, Alte Bilderrahmen, 12.

16
Het Rijksmuseum Amsterdam belichtte in 1984 de schilderijlijst als kunstwerk. Dit
gebeurde bij de tentoonstelling en in de bijbehorende tentoonstellingscatalogus Prijst
de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in de zeventiende eeuw van P.J.J. van Thiel en C.J.
de Bruyn Kops (Den Haag 1984).

Twee van de topstukken van het Rijksmuseum Twenthe zullen vanwege hun
bijzondere lijsten met kwabornamenten nooit een nieuwe lijst krijgen; daarvoor zijn ze
te uniek. In de museumwinkel zijn dan ook ansichtkaarten te koop waarop de
schilderstukken mét lijst zijn afgebeeld. Op hun website echter, staan wel de
schilderstukken, maar niet de lijsten afgebeeld.22

Afb. 6 Ansichtkaart van het schilderstuk met lijst Afb. 7 Het schilderstuk op de website

Het Victoria and Albert Museum in Londen heeft in 2008 onderzoek gedaan naar zijn
collectie Italiaanse Renaissance lijsten. Dit heeft geleid tot het boek Italian
Renaissance frames at the V&A. A technical study.23 Dit boek, geschreven door
Christine Powell en Zoë Allen, bevat veel detailfoto’s van zowel de voor- als achterzijde
van de lijsten en gaat in op de gebruikte technieken en materialen.

22

http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=484&PMax=Blader
en&PSkip=0 (Collectie Rijksmuseum Twenthe)(geraadpleegd 3-4-2010).
23
http://www.vandashop.com/product.php?xProd=5486&xSec=339&navlock=1 (V&A Museum. Italian
Renaissance frames at the V&A. A technical study)(geraadpleegd 6-5-2010).

17
Rondleidingen en tentoonstellingen
Zeer bijzonder is het te noemen dat het Rijksmuseum Twenthe één van de weinige
musea is die rondleidingen aanbiedt, geleid door Gini Kingma langs de schilderijlijsten
in de zalen.24 Als restaurator weet zij ontzettend veel en boeiend te vertellen over de
geschiedenis, het behoud, de status, de functie, de stijl en details van de lijst.
Bijvoorbeeld hoe de lijst en de kleur er voor kunnen zorgen dat de blik van de bezoeker
naar het doek wordt getrokken.

In 2007 heeft hetzelfde museum door middel van een bijzonder project ‘Restauratie op
zaal’ speciale aandacht aan de restauratie van schilderstukken en lijsten geschonken.
Dit project is zeer succesvol geweest. Het heeft veel publieke aandacht gehad en op
de website van het Rijksmuseum Twenthe is hier nog steeds uitgebreide informatie
over te vinden.25

Pas lang na de in het vorige stukje genoemde tentoonstelling van het Rijksmuseum
Amsterdam in 1984 namen de tentoonstellingen over schilderijlijsten toe.

Ook buiten Nederland zijn er af en toe tentoonstellingen over schilderijlijsten.


De National Portrait Gallery in Londen heeft in de winter van 1996/1997 de
tentoonstelling ‘The Art of the Picture Frame’ georganiseerd; een tentoonstelling over
de ontwikkeling van de stijlen van Britse schilderijlijsten door de eeuwen heen.
Hoofdconservator Jacob Simon is de samensteller van de tentoonstelling geweest en
tevens schrijver van het naar de tentoonstelling genoemde boek. In het kader van dit
afstudeeronderzoek heeft deze zeer bevlogen conservator mij zijn medewerking
verleend bij het vergelijken van hoe men over lijsten denkt in Nederlandse en Britse
musea.

In 2008 hebben de Deense schilderijlijsten van de middeleeuwen tot de


eenentwintigste eeuw aandacht gekregen bij de tentoonstelling ‘Frames – State of the
Art’, in het Statens Museum for Kunst (SMK) in Kopenhagen. Voor deze expositie is
een catalogus uitgekomen, Frames, State of the art, geschreven door conservator
Henrik Bjerre en kunsthistorica Jannie Henriette Linnemann.26

24
G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010.
25

http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=811&P_self=907&PMax=0&PSk
ip=0&Wormholed=1 (Rijksmuseum Twenthe, restauratie op zaal)(geraadpleegd 3-4-2010).
26
http://www.artdaily.org/index.asp?int_sec=11&int_new=23451&int_modo=2 (Kunstartikel over de
tentoonstelling Frames – State of the Art)(geraadpleegd 30-4-2010.)

18
Het Weense Liechtenstein Museum heeft in 2009 de tentoonstelling ‘Halt und Zierde.
Das Bild und sein Rahmen’ gehouden over lijsten van de middeleeuwen tot en met de
negentiende eeuw.27

In het voorjaar van 2010 is de in het vorige hoofdstuk genoemde tentoonstelling


‘Frames and their History’ geweest in de Alte Pinakothek van München over
schilderijlijsten aan het hof. Het bijbehorende boek met een overzicht van Duitse lijsten
is van de hand van conservator Helge Siefert en kunstenares Verena Friedrich en heeft
de titel Rahmenkunst: Auf Spurensuche in den alten Pinakothek.28

Opleidingen
Ik vind de vraag interessant of de schilderijlijst vergeleken met het schilderstuk in een
museum zo weinig aandacht krijgt vanwege het feit dat bij de diverse opleidingen
aandacht voor de lijst nagenoeg geheel ontbreekt. Ik heb de afgelopen maanden
tijdens diverse interviews en bijeenkomsten restauratoren, conservatoren en studenten
kunstgeschiedenis gevraagd naar hun mening op dit gebied. Hieronder staat een
overzicht van mijn bevindingen.

• Diverse restauratoren merken op dat de universitaire opleiding tot restaurator


wel een workshop vergulden en polychromie biedt, maar dat men zich niet
verder kan specialiseren in die richting.29
• Studenten die worden opgeleid tot restaurator geven aan uit te wijken naar
opleidingen in België, Engeland of Frankrijk voor een aanvullende studie op het
gebied van vergulden.
• Hubert Baija, senior restaurator bij het Rijksmuseum en verder onder meer
gastdocent aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), geeft aan dat er op dit
moment bij de studie ‘Conservering en restauratie van cultureel erfgoed’ nog
geen afstudeerrichting is voor vergulden en polychromie.30 Dit is echter wel
door hem aangekaart bij de Universiteit van Amsterdam en er is sprake van een
nieuw vak of module ‘conservering en restauratie; vergulden en polychromie’
dat wellicht in de nabije toekomst gerealiseerd gaat worden bij de universiteit.

27
http://www.liechtensteinmuseum.at/de/pages/2564.asp (Liechtenstein Museum lijsten
tentoonstelling)(geraadpleegd 13-5-2010).
28

http://www.weltexpress.info/cms/index.php?id=6&tx_ttnews%5Btt_news%5D=25901&tx_ttnews%5BbackP
id%5D=549&cHash=485e577572 (Kunstartikel over de tentoonstelling Frames and their
History)(geraadpleegd 30-4-2010).
29
Diverse freelance restauratoren lijsten, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 20-11-2009.
30
H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010.

19
• In Deventer heeft men van 2003 tot 2009 kunnen studeren aan de Ornament-
en Beeldsnij Academie, een particuliere opleiding.31 Na vier jaar studeerde men
af als gezel en na twee aanvullende studiejaren als meester-snijder. Helaas is
het lesprogramma gestopt. Volgens de informatie op de website omdat het
moeilijk gebleken is instanties te overtuigen van de noodzaak dit oude ambacht
te behouden. De academie biedt nog wel na- en bijscholingscursussen voor
restauratoren, schilders, meubelmakers, lijstenmakers en beeldhouwers. De
academie neemt tevens projecten en opdrachten aan die een cultuurhistorische
waarde hebben. Dat zijn veelal reconstructies en restauraties aan waardevolle
historische gebouwen en interieurs. Na een aantal jaren van projecten wil de
academie weer starten met de zesjarige opleiding tot ornament- en
beeldsnijder.
• Op de Reinwardt Academie wordt bij de HBO opleiding Museologie/Cultureel
Erfgoed les gegeven in meubelstijlen en -vormen waarbij deze vergeleken
worden met de verschillende stijlen in de architectuur. De schilderijlijsten
worden daarbij niet genoemd terwijl die toch dezelfde stijlen en ornamenten
kennen.
• Het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) geeft aan medewerkers
van musea de basiscursus ‘Informatiebeheer in musea’. Het zou een stap
vooruit kunnen betekenen om al tijdens deze cursus de schilderijlijsten als
aparte deelcollectie te behandelen. De desbetreffende docent, Arno Stam, heb
ik hierover benaderd. Hij geeft aan dat het LCM zeker geïnteresseerd is in de
aanbevelingen van dit onderzoek en dat de consulenten van het LCM de kennis
over de schilderijlijsten kunnen uitdragen tijdens de cursussen.
• Het LCM werkt samen met MovE, Musea Oost-Vlaanderen in Evolutie, een
project van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen. Deze samenwerking heeft in
2006 geleid tot het MovE Invulboek, Handleiding bij digitale collectie- en
objectregistratie, een hulpmiddel bij objectregistratie dat onder andere
gebaseerd is op Spectrum.32
In maart 2010 heb ik Mieke Van Doorselaer, museumconsulent provincie Oost-
Vlaanderen en initiatiefnemer van MovE, benaderd met de vraag over het
noemen van de lijsten als aparte deelcollectie.

31
http://www.ornament-enbeeldsnijacademie.nl/ (HBO opleiding)(geraadpleegd 20-4-2010).
32
http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/historiek/index.cfm (MovE
invulboek)(geraadpleegd 4-3-2010).

20
Mieke heeft dit besproken in een overleg met museumconsulenten in
Vlaanderen en de stuurgroep van MovE. Een aantal Vlaamse musea heeft
hierbij aangegeven het interessant te vinden om lijsten te gaan registreren,
maar zij hebben momenteel geen behoefte aan een databank.
• De universitaire studie kunstgeschiedenis heeft de afgelopen jaren in
Groningen, Utrecht en Amsterdam (zowel de Universiteit van Amsterdam als de
Vrije Universiteit) geen aandacht geschonken aan schilderijlijsten, aldus diverse
studenten of zojuist afgestudeerden die ik heb gesproken op de expertmeetings
van het ICN.

Mijn mening is dat als de opleidingen beginnen met de schilderijlijst onder de aandacht
te brengen bij de studenten en cursisten, dit verandering teweeg zal brengen in de
gedachtegang en werkwijze van museummedewerkers. Het probleem bij de wortel
aanpakken dus. Als meerdere opleidingen en instanties de lijst waarderen en onder de
aandacht brengen, zal in de toekomst de documentatie beter gedaan worden en gaat
belangrijke informatie over de lijsten en de lijstenmakers niet verloren. Het is belangrijk
dat niet alleen de registrator documenteert, maar ook de conservator en een eventueel
aanwezige archivaris of tentoonstellingsmaker, zodat het de erfgoedcollega’s, maar
ook de onderzoeker of ander geïnteresseerd publiek, mogelijk wordt gemaakt de
informatie digitaal te vinden.

2.2 Kunstobject of middel?

De vraag is of in het cultureel erfgoed de schilderijlijst gezien


wordt als een kunstobject, als kunstnijverheid of slechts als
middel ter bescherming en stabilisering van het schilderstuk en
om deze veilig op te kunnen hangen. Een soortgelijke vraag
stelt Eva Mendgen in haar boek In Perfect Harmony Picture +
Frame 1850-1920, namelijk: ‘Art or Decoration?’.33

Zoals genoemd zijn diverse schilderijen van Jan Toorop


en Gustav Klimt hier goede voorbeelden van. Het valt
echter nog niet mee om op het internet een afbeelding
te vinden van het schilderstuk mét lijst! Afb. 8 Judith und Holofernes, door Gustav Klimt

33
E. Mendgen e.a., In Perfect Harmony Picture + Frame 1850-1920 (Zwolle 1995) 97.

21
Onderstaande afbeelding van een bordje uit het oude depot van het Rijksmuseum
Amsterdam wekt bij mij de indruk dat de schilderijlijst gezien wordt als hulpmiddel. Het
geeft prachtig een tijdsbeeld weer.

Afb. 9 Depotbordje Rijksmuseum, Depot V Schilderijlijsten en Gebruiksmeubilair

In 1984, bij de tentoonstelling ‘Prijst de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in de


zeventiende eeuw’ in het Rijksmuseum te Amsterdam en de gelijknamige catalogus
krijgt de lijst alle aandacht en wordt deze als kunstwerk belicht.34 Deze tentoonstelling
is een omslag in het denken over de schilderijlijsten. Het schilderstuk heeft immers
jarenlang bij het vakgebied schilderkunst gehoord en de lijst bij het vakgebied
kunstnijverheid.

We zijn nu 25 jaar verder, hoe denken de kunstmusea in de eenentwintigste eeuw over


schilderijlijsten?

34
Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 11.

22
Anno 2010
Tijdens een expertmeeting van het ICN over schilderijlijsten in Nederland, in november
2009, zijn ongeveer dertig deelnemers de discussie aangegaan. Dit zijn onder andere
conservatoren, collectiemanagers en registrators van diverse Nederlandse kunstmusea
en restauratoren en medewerkers van het ICN. Ik had het genoegen daarbij aanwezig
te zijn als studente van de Reinwardt Academie en deelnemer aan het ICN-project . Ik
ben ook aanwezig geweest bij de tweede expertmeeting in april 2010.

Tijdens deze bijeenkomsten is er door de aanwezigen gebrainstormd over diverse


onderwerpen op het gebied van lijsten en zijn er ervaringen uitgewisseld. Onderwerpen
die ter sprake kwamen zijn het wel of niet registreren van lijsten, de behoefte aan een
thesaurus, waar op te letten bij vervanging van lijsten, het opstellen van een ethische
code, wenselijke verbeteringen in het onderwijs voor restauratoren en kunsthistorici én
of de lijst een kunstwerk is of niet. De meningen over dit laatste vraagstuk zijn
verdeeld. Sommige lijsten hebben museale en kunsthistorische waarde, andere
worden weer alleen als hulpmiddel gezien. Het is belangrijk dat de waardebepaling van
een schilderijlijst een objectieve keuze is. Het ICN wil in samenspraak met de
conservatoren en restauratoren richtlijnen en criteria opstellen voor het waarderen van
lijsten in de toekomst. In de enquête die ik voor dit afstudeeronderzoek gehouden heb
wordt de vraag gesteld of men de lijst ziet als volwaardig onderdeel van de collectie.
Hierop is het antwoord ongeveer fifty-fifty. De uitkomst van de enquête staat in bijlage
VII en wordt verder besproken in hoofdstuk 5.1.

In september 2009 heb ik deelgenomen aan een studiereis van de Reinwardt


Academie naar Londen. Dé gelegenheid om enkele erfgoedspecialisten uit Engeland te
spreken. In diverse hoofdstukken van deze scriptie vindt u de meningen van de Britse
geïnterviewden terug.

Gerry Alabone, hoofd beheer en behoud van lijsten bij The Tate Museum in Londen,
meent dat niet alle lijsten als kunstwerken gezien kunnen worden en dat men lange tijd
van mening is geweest dat de lijst slechts een aanvulling was op het schilderstuk en er
geen onderdeel van uitmaakte.35 Zijn interesse gaat momenteel juist wel uit naar de
relatie tussen de lijst en het schilderstuk en de manier waarop de lijst waarde en
betekenis geeft aan het schilderstuk. Ook onderzoekt hij de context waarin de lijst en
het schilderstuk samen getoond zijn geweest.

35
G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.

23
Jacob Simon, hoofdconservator, en zijn collega Richard Hallas, restaurator, beiden van
de National Portrait Gallery, Londen, delen de mening dat niet alle lijsten kunstwerken
zijn.36 Voor hen geldt dat de historische waarde en uniekheid van een lijst mede de
museale waarde van een lijst bepalen.

Conclusie
Niet elke lijst verdient de titel ‘kunstwerk’. Toch is het belangrijk om te erkennen dat de
lijst en het schilderstuk twee aparte onderdelen zijn, die samen of los van elkaar
kunnen bestaan. Sommige lijsten hebben om meerdere schilderstukken gezeten en
van veel schilderstukken is de lijst vervangen. Als deze informatie niet wordt
gedocumenteerd gaan deze verhalen verloren. Voor het registreren van schilderijlijsten
is het belangrijk de lijsten als aparte deelcollectie te beschouwen. Dit wordt beschreven
in hoofdstuk 3.1. Om de lijst meer onder de aandacht te krijgen heb ik contact gezocht
met onder andere het LCM, de Reinwardt Academie en het Vlaamse MovE. Zij zullen
door mij geïnformeerd worden over de uitkomst van het onderzoek en zij hebben
aangegeven open te staan voor aanpassingen in hun lesmateriaal en documentatie.
Het ICN adviseer ik om op deze bereidheid tot aanpassen in te springen en hier een
vervolg aan te geven om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren voor de lijst als
aparte deelcollectie. Om in de behoefte van de moderne virtuele museumbezoeker te
voorzien, raad ik aan te gaan samenwerken met andere erfgoedinstellingen zoals
archieven. Zij hebben veel achtergrondinformatie over lijstenmakers, handelaren en
gilden.

36
J. Simon, hoofdconservator, en R. Hallas, restaurator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-
09-2009.

24
3. Registratie van schilderijlijsten

3.1 Registratie en thesaurus

Al voor het onderzoek begint bestaat bij mij het vermoeden dat in veel musea de
schilderijlijst niet apart van het schilderstuk wordt geregistreerd. In de zomer van 2009
heb ik hiernaar geïnformeerd bij ongeveer tien musea waar medestudenten werken. Ze
registreren nagenoeg allemaal volgens dezelfde werkwijze: het schilderstuk staat
geregistreerd als museumobject met daarbij alleen de vermelding of er wel of niet een
lijst omheen zit, aangevuld met de binnen- en buitenmaten van de lijst. In februari en
maart 2010 heeft het daadwerkelijke afstudeeronderzoek plaatsgevonden. Van de 37
musea die aan de enquête meegewerkt hebben, zijn er slechts tien die aangeven hun
lijsten te hebben geregistreerd, maar dat zijn in totaal wel ongeveer tweeduizend
geregistreerde lijsten. De 37 musea hebben in totaal ruim 3500 lege lijsten. Voor het
ICN is het interessant van deze tien musea te vernemen hoe zij de registratie van de
lijsten hebben aangepakt. Wellicht kan er een effectieve werkwijze uit ontwikkeld
worden.

Belang van registratie


In diverse Nederlandse museumdepots hangen waarschijnlijk een paar duizend lege
schilderijlijsten die nergens geregistreerd staan. Op papier bestaat de deelcollectie
schilderijlijsten bij deze musea niet. Dit heeft tot gevolg dat men bij verlies, diefstal of
brand niet zeker weet wat men in huis heeft gehad.

De aanwezige kennis over deze lijsten is dan wellicht ook niet gedocumenteerd. Voor
zover deze kennis nog in de hoofden van de medewerkers zit, loopt men het risico dat
met het wegvallen van deze collega’s de kennis verloren gaat. Bovendien zal men zich
na verloop van tijd geen data of jaartallen nog precies weten te herinneren of nog
weten om welk schilderstuk de lijst ooit gezeten heeft.

Hereniging van de lijst met het schilderstuk wordt zo bijna onmogelijk. Of de lijst om
een schilderstuk of om een spiegel heeft gezeten is ook niet altijd zeker. En als men
zich de lijst nog weet te herinneren is de exacte standplaats onbekend. Informatie over
verwerving, behandeling, opslag en bruikleen gaat verloren en conditierapporten
ontbreken.

25
Als de lijsten niet worden geregistreerd kan men ook niet inventariseren wat men aan
lijsten heeft; bijvoorbeeld uit een bepaalde periode. Een museum heeft soms mooie
lijsten in het depot, maar kijkt er jaren niet naar om. Niemand zal er gebruik van maken
en niemand kan er van genieten. Er worden nieuwe lijsten vervaardigd terwijl men
wellicht een historische lijst in bruikleen had kunnen krijgen. Zolang de schilderijlijsten
niet geregistreerd staan met bijvoorbeeld maten en stijlperiode kan men ze niet digitaal
toegankelijk maken. Daardoor zal het ook niet mogelijk zijn om lijsten in bruikleen te
geven waardoor de lijst het risico loopt voor altijd in het depot te blijven hangen.
Registratie hoort bij efficiënt collectiebeheer. Registratie en fotografie bieden
mogelijkheden voor onderzoek, het opzetten van een tentoonstelling en ontsluiting van
de lijst aan het publiek. Bovendien is door registratie de informatie binnen handbereik
voor alle museummedewerkers en maakt het bruikleen mogelijk. Registratie kost tijd en
geld, maar voorkomt dubbel werk. Op termijn wint men dat terug vanwege het
efficiënter kunnen aanpakken van taken. Benodigde informatie over de lijst kan men
terugvinden in het systeem zonder de lijst te hanteren. Dit is beter voor de conditie van
de lijst.

Eerder onderzoek
Specialist op het gebied van het registreren van lijsten is Christel Kordes, manager
collecties bij het Stedelijk Museum Schiedam waar ik haar hebt opgezocht.37 In 1988 is
zij op dit onderwerp afgestudeerd aan de Reinwardt Academie met in haar scriptie een
complete ‘Handleiding voor het beschrijven van lijsten’, een ‘Nederlandse verklarende
woordenlijst’ en talloze afbeeldingen van ornamenten.38 Zij heeft toentertijd een
enquête gehouden onder lijstenmakers om informatie te verzamelen over terminologie,
datering, houtsoorten, afwerkingtechnieken, hoekverbindingen en conservering. Haar
scriptie bevat een lijst van benodigde velden (zie bijlage V) met zeer uitgebreide
voorbeelden en beschrijvingen van de velden. Haar scriptie wordt door diverse
Nederlandse musea gebruikt als leidraad, onder andere door het Rijksmuseum
Amsterdam. Zij heeft in haar scriptie aangegeven, dat er twee extra velden vereist zijn
om lijsten als zelfstandige objecten te kunnen registreren:
• ‘1e inlijsting’ om te noteren of het de oorspronkelijke lijst bij het schilderstuk is.
• ‘Relatie met’ om de relatie met een schilderstuk aan te geven.39

37
C. Kordes, manager collecties, Stedelijk Museum Schiedam, interview 11-3-2010.
38
C. Kordes, Handleiding voor het beschrijven van lijsten; De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den
Haag 1988).
39
Ibidem, 3.

26
De praktijk bij het Rijksmuseum 1984-2010
Hubert Baija van het Rijksmuseum Amsterdam vertelt dat in 1984 stagiaires begonnen
zijn met het registreren van een paar honderd lijsten in verband met de tentoonstelling
‘Prijst de Lijst’.40 De lege schilderijlijsten waren toen nog verspreid over zeven locaties
in drie gebouwen. In de jaren ‘90 is hij betrokken geweest bij het opzetten van een
lijstendepot in het kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud. Dit plan was bedoeld
om collecties en depots op orde te brengen en zo verval van de collectie tegen te
gaan. Vijfduizend van de circa zevenduizend lijsten in het Rijksmuseum zijn in gebruik
rondom een schilderij. In 2003 heeft het Rijksmuseum van ongeveer vierduizend lijsten
de buitenmaat en de dagmaat opgemeten en deze lijsten geregistreerd met een keuze
uit de volgende uiterlijkheden: hout, goud, zwart, anders. Het registreren van de lijsten
is nu, in april 2010, nog niet helemaal voltooid. Momenteel zijn een aantal lege lijsten,
waarvan vaak niet bekend is bij welke schilderstukken de lijsten behoren, in kisten
verpakt. Het museum heeft nu hulp van stagiaires die de lijsten uit de kisten
registreren. Dit is een spoedproject in verband met de heropening van het
Rijksmuseum. Ruim zesduizend van de totaal zevenduizend lijsten zijn nu
geregistreerd.

Deze stagiaires komen aan het woord tijdens de ICN expertmeeting van april 2010.
Merel van Erp en Maarten van ’t Klooster studeren beiden kunstgeschiedenis. Zij
leggen uit dat zij dit registratieproject van schilderijlijsten zijn gestart op 1 februari 2010
en dat zij sindsdien 1440 lijsten hebben geregistreerd. Dit houdt in: nummeren,
opmeten en fotograferen. De door hen gebruikte registratievelden zijn opgenomen in
bijlage VI. Zij fotograferen de lijst als geheel, de voor- en achterkant, de hoeken, de
etiketten, de breuklijnen en de plaatsen waar inkortingen zichtbaar zijn. Zij proberen
zoveel mogelijk de lijst te relateren aan een schilderstuk en een periode. Voor
sommige motieven of onderdelen van de lijst bestond volgens hen nog geen term. Zij
hebben er toen zelf een bedacht. Om uniformiteit te krijgen in de registratie is een
thesaurus nodig. Ik heb hen gevraagd waar zij de informatie over de eerste inlijsting
zetten. Zij geven aan dit te vermelden in een veld met bijzonderheden, waarop ik uitleg
heb gegeven over het nut van het veld ‘eerste inlijsting’ zoals door Christel Kordes in
1988 geadviseerd is, zodat er ook daadwerkelijk en desnoods geïndexeerd op gezocht
kan worden. De aanwezigen beaamden dat dit idee van Christel Kordes wel de
oplossing daarvoor biedt, maar helaas nog niet toegepast wordt.41

40
H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010.
41
M. van Erp en M. van ‘t Klooster, studenten kunstgeschiedenis, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-
2010.

27
Overige musea
Gerry Alabone van The Tate Londen geeft aan dat de lege lijsten die niet horen bij een
schilderstuk, apart geregistreerd worden onder een speciale hiervoor gecreëerde serie
nummers, de zogenaamde Tate Gallery Frames Survey (TGFS) nummers.42 The Tate
beheert ongeveer vijfhonderd lege lijsten. Van een deel van de collectie lege lijsten is
documentatie aanwezig en heel af en toe iets van de vervaardiger aan de hand van
een label op de achterzijde van de lijst. Dit wordt allemaal geregistreerd. De registratie
van de lege lijsten is nog niet heel uitgebreid, maar ze zijn op zijn minst genummerd en
gefotografeerd.

Jacob Simon van de National Portrait Gallery in Londen vertelt dat bij hen de lege
lijsten apart op papier worden geregistreerd en niet worden vermeld bij het
schilderstuk.43 Dit geldt ook voor de eventuele documentatie en informatie over de
herkomst en vervaardiger. Deze registratie is zo uitgebreid mogelijk gedaan. De
National Portrait Gallery heeft ongeveer tweehonderd lege lijsten.

Adlib, TMS en MovE


Musea kunnen bij registratiesystemen als Adlib en TMS een verzoek indienen voor
uitbreiding van de velden. Technisch is het mogelijk het systeem aan te laten passen
naar de wensen van elk museum op maat. Wellicht is het ook mogelijk dat er
standaard voor elk museum een veld inkomt als ‘eerste inlijsting’ of ‘relatie met’.

Hulp bij het correct registreren van objecten vind men in het MovE Invulboek
‘Handleiding bij digitale collectie- en objectregistratie’. Het is voor iedereen toegankelijk
op het internet. In het invulboek kan eenvoudig gezocht worden op veldnaam, de
namen van het programma Adlib museum Plus.44 Men vindt er ook bijkomende
informatie in de ‘zoektips, documenten en voorbeelden’. Het invulboek maakt
onderscheid tussen een minimale (volgens de CIDOC-normen45), een basis of een
uitgebreide registratie waarbij telkens meer bijzonderheden gedocumenteerd kunnen
worden. In het MovE Invulboek vindt men het veld ‘Omlijsting’, waar een type omlijsting
ingevuld kan worden, zoals ‘lijst’, ‘passe-partout’ of ‘dia-omlijsting’.46

42
G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.
43
J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.
44
http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm (MovE invulboek,
zoek op veldnaam)(geraadpleegd 9-4-2010).
45
Internationale regels voor minimale objectregistratie, opgesteld door de International Documentation
Committee van de International Council of Museums.
46

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=eenvoudig&
veldId=61&type=2 (MovE invulboek, veld Omlijsting)(geraadpleegd 9-4-2010).

28
Hieronder staat de uitkomst van MovE als ik zoek op veldnaam ‘Omlijsting’.
Dit is een veld dat de mogelijkheid geeft om bij de beschrijving van het object, namelijk
het schilderstuk zelf, meer informatie te geven over het soort omlijsting.

Objecten
Fysieke kenmerken
Omlijsting
*Omlijsting
*Bijzonderheden

Hieronder staat de instructie voor het veld ‘Omlijsting’.47

Definitie Type omlijsting van het object.


Vul het soort omlijsting in met één woord of term
Toelichting
(bv dia-omlijsting, passe-partout, lijst).
Schrijfwijze
Dit veld is herhaalbaar.
Opmerkingen Neem afmetingen van de lijst op bij de afmetingen van het object.
In het veld "onderdeel" kan je de lijst vermelden.
Voorbeelden Lijst, passe-partout, dia-omlijsting.

Hieronder staat de instructie voor het veld ‘Bijzonderheden’ bij het veld ‘Omlijsting’.48

Bijzonderheden of bijkomende informatie over de omlijsting van het


Definitie
object.
Beschrijf de uiterlijke kenmerken van de omlijsting (gedetailleerde
beschrijving van de techniek en het materiaal van de omlijsting).
Toelichting Neem eventuele beschadigingen op. Neem de periode van
vervaardiging op als de omlijsting in een andere periode dan het object
vervaardigd is. Vermeld eventueel "origineel" of "niet origineel".
Schrijfwijze
Opmerkingen Dit veld is herhaalbaar.
Houten omlijsting met figuratief reliëf.
Voorbeelden Originele lijst met vergulde ornamenten.
Huidige lijst dateert uit de jaren ’50.

47

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=eenvoudig&
veldId=61&type=2 (MovE invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010).
48

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=uitgebreid&v
eldId=62&type=3 (MovE invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010).

29
Het veld voor eventuele bijzonderheden zoals het hier staat biedt helaas geen
mogelijkheid om te zoeken op bepaalde trefwoorden of data zoals stijlperiode, maten,
of een soort ornament of reliëf. Men kan de informatie dus wel kwijt bij ‘opmerkingen’,
maar men kan ze eigenlijk niet goed ontsluiten. Ik adviseer om de schilderijlijst als
zelfstandig object te registreren zodat er veel meer mogelijkheden zijn wat betreft
invulvelden en dus ook voor zoekopties.

Thesaurus
In de scriptie van Christel Kordes staat een uitgebreid overzicht van trefwoorden zoals
trefwoorden voor 65 verschillende lijsten en 40 soorten profielen.49 Daarnaast bevat de
scriptie nog een lijst van de vele houtsoorten en ongeveer 150 soorten ornamenten. In
een apart deel van haar scriptie worden 25 pagina’s gevuld met een alfabetische
woordenlijst en 32 pagina’s met afbeeldingen van ornamenten en doorsneden van
lijsten.50 Het lijkt mij ondenkbaar dat een registrator zonder een dergelijk naslagwerk op
het gebied van lijsten een goede beschrijving van een schilderijlijst kan maken.

Tijdens de ICN expertmeeting in november 2009 kwam naar voren dat er onder de
museummedewerkers behoefte is aan een thesaurus op het gebied van
schilderijlijsten. Deze vraag kwam ook aan bod in de enquête uitgevoerd voor dit
afstudeeronderzoek. Zestien van de 37 respondenten geven aan een thesaurus
wenselijk te vinden. Een basis is er in de benamingen van vormen, stijlen en
ornamenten uit de architectuur en in de vorm van de scriptie van Christel Kordes.

Op de website van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) worden 33 erfgoedthesauri


genoemd zoals de Art & Architecture Thesaurus (AAT), maar ook thesauri speciaal
voor volkenkundige musea, personen en instellingen, kostuums, terminologie voor de
fruitteelt, verdedigingswerken enzovoort.51 De thesauri zijn samengesteld door
Nederlandse en Belgische musea, bibliotheken en universiteiten die deze via de
website van DEN delen met collega-instellingen. De thesauri zijn stuk voor stuk aan te
klikken en men vindt dan informatie over de bron, inhoud, aantal termen, structuur,
organisatie en onderhoud, maar helaas slechts in een enkel geval een link naar de
betreffende URL. Een thesaurus speciaal voor het beschrijven van schilderijlijsten staat
er nog niet bij.

49
C. Kordes, Handleiding voor het beschrijven van lijsten (Den Haag 1988) 52-55.
50
C. Kordes, De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den Haag 1988) 1-57.
51
http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed&page=1 (DEN,
thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010).

30
Voordat de definitieve versie van de thesaurus op de website van DEN wordt geplaatst
kan vakkennis uitgewisseld worden met erfgoedprofessionals op de website van
Collectiewijzer, een verzamelpunt van kennis en informatie.52 Men kan op de website
een probleem of vraag neerleggen en advies vragen of geven. Behalve kennis delen
kan men op deze website vakgenoten en opleidingen vinden op het gebied van beheer
en behoud en online collecties bekijken.

Bij de opzet van een lijstenthesaurus is het mijns inziens het meest optimaal als de
verklaring van een term aangevuld wordt met een afbeelding. Dit om het voor de
registrator werkbaar te maken de lijsten correct te beschrijven bij registratie.
Voorkomen moet worden dat er nieuwe termen worden bedacht terwijl er wellicht al
geschikte termen bekend zijn bij conservatoren en kunsthistorici. Door de thesaurus in
de opbouwfase te ontsluiten via Collectiewijzer kunnen erfgoedcollega’s hun inbreng
kenbaar maken.

Advies
Voordat het ICN overgaat tot het actief stimuleren van de Nederlandse kunstmusea om
hun lijsten te registreren, is het mijn advies dat:
• het LCM of Erfgoed Nederland een cursus ontwikkelt voor lijstregistratie
• het MovE Invulboek wordt uitgebreid
• Adlib en TMS worden voorzien van extra velden waar nodig
• de terminologie wordt ge-update, eventueel via Collectiewijzer
• de terminologie wordt voorzien van afbeeldingen van lijsten en ornamenten
• de thesaurus digitaal beschikbaar wordt gesteld via DEN

Ik zou het boeiend vinden om verder onderzoek te doen naar de schilderijlijst inclusief
archiefonderzoek naar de geschiedenis van de lijst, lijstenmakers, gilden, handelaren,
veilinghuizen enzovoort. Of een onderzoek naar de reis die een lijst (of schilderstuk)
heeft afgelegd zoals het geval is geweest in de periode rondom en tijdens de Tweede
Wereldoorlog.53 Alle informatie uit die onderzoeken moet gedocumenteerd worden bij
de registratie en zo ontsloten worden voor het publiek, onderzoekers,
museummedewerkers en collega-musea.

52
http://www.collectiewijzer.nl/ (kennisuitwisseling beheer en behoud)(geraadpleegd 13-5-2010).
53
J. Euwe, De Nederlandse Kunstmarkt 1940-1945 (Amersfoort 2007) 53.

31
3.2 Bruikleen en database

Musea verzamelen objecten, maar naar schatting 90% van de objecten bevindt zich in
de museumdepots en is daardoor onzichtbaar voor het publiek. Lege lijsten vormen
een klein aandeel van de collectie in de depots.

Behoud, bruikleen, herplaatsing of vernietiging


Eén van de doelen van een museum is het bewaren, behouden en veiligstellen van de
collectie voor toekomstige generaties. Bovendien wil het museum de aan hem
toevertrouwde collectie tonen aan het publiek. Daarbij wil bijna elk museum het liefst
nog nieuwe doelgroepen daarvoor aantrekken. Bruikleenverkeer kan hier een
hulpmiddel voor zijn en lacunes in de eigen collectie opvullen. Een museum kan met
het in bruikleen nemen van objecten een bijzondere tentoonstelling maken. Het in
bruikleen geven of nemen van objecten biedt het publiek de mogelijkheid objecten te
bekijken die anders in een museumdepot of in het buitenland buiten het bereik van de
bezoeker zouden zijn. Ik ben van mening dat bruikleen zowel voor de bezoekers als
het museum van belang is.

Pas na registratie van de lijsten beschikt het museum over een kunsthistorisch
overzicht van zijn collectie lijsten. Met dit overzicht kan gekeken worden naar het
verzamelbeleid en collectiebeleid. Daarna kunnen musea een selectie maken en
besluiten tot behoud, restauratie of wellicht afstoten van de lijst. Op de nog te
ontwikkelen database van lege lijsten zou een museum bijvoorbeeld aan moeten
kunnen geven dat de lijst beschikbaar is voor bruikleen of dat het museum zelfs
afstoten overweegt. Zo krijgen collega-musea de tijd om te onderzoeken of er voor hen
een bruikbare lijst tussen zit voordat deze misschien op de herplaatsingdatabase van
het ICN wordt gezet dat een groter bereik heeft wat betreft publiek.

De ICN herplaatsingdatabase toont objecten die niet meer passen in de collecties


van het ICN of andere collectiebeheerders.54 De objecten worden exclusief
aangeboden aan openbare/professionele/niet-commerciële instellingen met een
collectie, maar iedereen kan de beschikbare objecten bekijken. De voorwaarden voor
toewijzing van de objecten worden bepaald door de aanbieder en kunnen per
aanbieder verschillen.

54
http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-2010).

32
Databases
Een eerste vereiste is dat een museum weet wat een ander museum in de collectie
heeft. Veel musea streven ernaar hun objecten of deelcollecties digitaal te ontsluiten.
Musip is hier een voorbeeld van. De afgelopen jaren heeft dit Museum Inventarisatie
Project ertoe geleid dat Nederlandse musea hun deelcollecties digitaal toegankelijk
maken. Per provincie werken museumconsulenten van het LCM aan dit project.
Indien op de website van Musip eenvoudig gezocht wordt naar ‘schilderijlijst’ vindt men
twee musea die dit als deelcollectie aangemeld hebben: het Centraal Museum in
Utrecht en het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden.55 Dit is echter wel op het
niveau van een deelcollectie; men kan niet het object zelf bekijken.

DEN houdt bij welke digitaliseringprojecten er lopen.56 Bijvoorbeeld hoeveel projecten


er lopen voor beeldbanken, voor het opzetten van informatieplannen en
erfgoedthesauri. Op de website van DEN is te zien hoeveel en welke
erfgoedinstellingen bezig zijn met een digitaliseringproject, hoe het project heet en wat
hun streven is. Op 6 maart 2010 zijn er 123 erfgoedinstellingen met een afgerond
informatieplan en 35 instellingen hebben een informatieplan in ontwikkeling.

Zolang de Nederlandse kunstmusea de schilderijlijsten niet als een aparte deelcollectie


zien en registreren zullen deze ook niet digitaal ontsloten kunnen worden. Het ICN wil
weten of er bij de musea behoefte is aan een databank van lege schilderijlijsten die het
bruikleenverkeer tussen musea kan vergemakkelijken. Bij de enquête heeft ruim de
helft van de respondenten aangegeven een databank nuttig te vinden en meer dan de
helft wil hiervoor hun lijsten (verder) gaan registreren en fotograferen. Hiervoor is ook
behoefte aan een thesaurus.

Codart is een internationaal netwerk van conservatoren voor de collectie kunst uit
Nederland en Vlaanderen wereldwijd.57 Op een congres van Codart in 2003 heeft
Bernd Lindemann, directeur van de Gemäldegalerie in Berlijn, het idee geopperd voor
het opzetten van een Europese database van schilderijlijsten met als doel langdurig
bruikleen of uitwisseling van lijsten.58 Ik heb contact met hem gelegd om te informeren
of er in Duitsland aan dit idee gevolg is gegeven. Hij heeft mij laten weten dat er helaas
geen instituut bereid is gevonden dit te organiseren.

55
http://www.musip.nl/ (MusIP, zoekfunctie deelcollecties)(geraadpleegd 11-4-2010).
56
http://www.den.nl/docs/20080715171731 (DEN, digitaliseringsprojecten)(geraadpleegd 10-4-2010).
57
http://www.codart.nl/ (Codart)(geraadpleegd 13-5-2010).
58
http://www.codart.nl/downloads/Courants/courant6.pdf (Codart Courant juni 2003)(geraadpleegd 13-5-
2010).

33
Uit de enquête is naar voren gekomen dat de Nederlandse kunstmusea die deel
hebben genomen aan de enquête veel meer lijsten laten vervaardigen dan dat er in
bruikleen worden genomen. Ook worden er veel schilderijlijsten afgestoten. De vraag in
de enquête over het afstoten maakt geen onderscheid tussen herplaatsen en
vernietigen. Uit de antwoorden is hierdoor niet duidelijk hoe vaak er sprake is van
herplaatsing en waar de musea de lijsten herplaatsen. Dit zou meer duidelijkheid
hebben kunnen geven over het gemis of nut van een database. Ik verwacht dat door
het opzetten van een database de uitwisseling van informatie en de mobiliteit van de
collectie zal toenemen. Zonder een database van lege lijsten zal volgens mij het
bruikleenverkeer van lijsten nagenoeg onmogelijk zijn. De lijst moet wat betreft stijl
passen in de periode van het schilderstuk, maar ook nog eens de juiste afmetingen
hebben. Registratie is van belang en gaat hieraan vooraf.

Wim Hoeben van het Rijksmuseum merkt op dat eerder de lijsten vooral ten behoeve
van een bruikleen werden geregistreerd en gedocumenteerd met fotomateriaal en
conditiebeschrijving.59 Dit gebeurde niet omdat de lijst zo belangrijk was, maar puur om
eventuele schade veroorzaakt tijdens een bruikleen aan te kunnen tonen. Bescherming
van het schilderwerk is één van de taken van de lijst. Tegenwoordig wordt de lijst
geregistreerd vanwege de toegenomen waardering van de lijst als kunstuiting. Dit is
sinds de tentoonstelling ‘Prijst de Lijst’.

De aan de expertmeetings deelnemende musea lijken bereidwillig om mee te werken


aan het ICN-project. Hoewel de techniek het mogelijk maakt om een database op te
zetten zal gebrek aan personeel hierop van invloed kunnen zijn. Het aannemen van
stagiaires voor registratie van de lijsten kan de kosten drukken mits zij redelijk
zelfstandig kunnen werken.

De in Londen geïnterviewde conservatoren Gerry Alabone en Jacob Simon van


respectievelijk The Tate Museum en de National Portrait Gallery geven aan dat er in
Engeland geen inventarisatie is van het totaal van lege schilderijlijsten.60

59
W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010.
60
G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.
J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.

34
Werkgroepen
Het ICN is begonnen met het opzetten van werkgroepen, uit de deelnemers van de
expertmeetings. Het gaat om drie werkgroepen:
• Terminologie, voor het samenstellen van een lijst met termen benodigd voor het
beschrijven en registreren van (schilderij)lijsten.
• Restauratie, voor het opzetten van richtlijnen die handvaten aanreiken en
kaders bieden voor ethische beslissingen die genomen moeten worden voor en
tijdens het restauratieproces van (schilderij)lijsten.
• Database, voor onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid om een
database of een ander, goedkoper, instrument te bouwen, waarmee bruikleen
van (schilderij)lijsten vergemakkelijkt kan worden. Tevens wordt onderzocht
welke data deze database zou moeten bevatten.

Het onderwerp restauratie komt aan bod in hoofdstuk 4.2.

Conclusie
Momenteel is er nagenoeg geen bruikleenverkeer van schilderijlijsten. Het
bruikleenverkeer zal naar mijn mening pas toenemen als er een database is van lijsten.
Zonder registratie is het echter niet mogelijk een database voor lijsten op te zetten. Om
landelijk een uniforme werkwijze van registratie te bereiken heeft het ICN drie
werkgroepen opgezet op het gebied van terminologie, restauratie en database.

De werkgroepen, opleiding of begeleiding kosten tijd en geld maar op termijn bespaart


men veel meer tijd bij het registreren en verdient men de investering terug.

35
4. Aanpassingen schilderijlijsten in Nederland

4.1 Vervanging van lijsten

Eerste inlijsting
Veel schilderstukken zitten niet meer in de oorspronkelijke lijst, hun primaire context.
De lijsten zijn vervangen om verschillende redenen, zoals de in hoofdstuk 1.1
genoemde propaganda van Napoleon, de slechte conditie, houtworm, de smaak van
een museumdirecteur of omdat ze niet meer bij het interieur passen wat betreft stijl en
kleur. Deze feiten zijn interessant omdat ze iets vertellen over de geschiedenis en
omdat ze zichtbaar maken hoe men in verschillende periodes dacht over het
presenteren van kunst. Een simpele glaslat werd soms toegepast omdat de lijst anders
zou wedijveren met het schilderstuk, maar ook wel omdat de schilder niet de financiële
middelen had om een dure lijst te laten vervaardigen.

Kunstkamers
Welke lijsten er oorspronkelijk om een schilderstuk hebben gezeten is helaas vaak
onbekend. Een bijzondere bron van informatie vormen schilderstukken die gemaakt
zijn van de zogenaamde kunstkamers: afbeeldingen van kamers waarin allerlei
belangrijke kunstwerken zijn uitgestald en de muren behangen zijn met schilderijen. In
de zeventiende eeuw was dit een geliefd onderwerp voor schilders in Antwerpen. De
op de kunstkamer afgebeelde schilderijen zijn vaak kopieën van bestaande
kunstwerken en bekende meesters. Het is echter de vraag hoe realistisch deze
afbeeldingen zijn. De kunstwerken zijn herkenbaar, maar zijn de daarbij afgebeelde
lijsten naar werkelijkheid overgenomen of fictief? Het Mauritshuis in Den Haag heeft op
het moment van dit schrijven de tentoonstelling ‘Kamers vol kunst in zeventiende-
eeuws Antwerpen’ georganiseerd.61 Tijdens de ICN expertmeeting van april 2010 in het
Mauritshuis bleken de kunstkamers een interessant onderwerp van discussie te zijn.
Kunstkamervoorstellingen vertonen een combinatie van fantasie en werkelijkheid. Op
de kunstkamervoorstellingen staan bijvoorbeeld kunstwerken afgebeeld met een
gordijnroede aan de lijst, ter bescherming tegen schade door licht, stof en rook of ter
onthulling. Hubert Baija van het Rijksmuseum heeft nog nooit roeden aangetroffen op
schilderijlijsten. Wel zijn er soms gaten aanwezig die duiden op de aanwezigheid van
roeden in het verleden. Enkele lijsten met roeden komen voor in de catalogus van
‘Prijst de Lijst’.62

61
De tentoonstelling ‘Kamers vol kunst in zeventiende-eeuws Antwerpen’ in het Mauritshuis is van 27
maart t/m 27 juni 2010.
62
Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 302-304.

36
Met een gordijntje op een lijst in een kunstkamervoorstelling kan de schilder bedoelen
dat het een belangrijk en kostbaar schilderij is. Dit hoeft niet te betekenen dat er
daadwerkelijk een gordijntje aanwezig was. Verder merkt Hubert Baija op dat er veel
onbeschilderde eiken lijsten staan afgebeeld op de diverse kunstkamervoorstellingen.
Wellicht zijn eiken lijsten vaker gebruikt dan men tot nu toe heeft gedacht. Ook is
gebleken dat een zelfde kunstwerk op twee kunstkamervoorstellingen voorkomt, maar
afgebeeld in verschillende schilderijlijsten. Er is helaas geen zekerheid over de realiteit
van de combinatie schilderstuk en schilderijlijsten op de afbeeldingen.63

Afb. 10 Willem van Haecht, Apelles schildert Campaspe. Mauritshuis, Den Haag

Interieurfoto’s van particulieren of musea tonen ook ingelijste schilderstukken. Men kan
dit zien als bron van informatie, maar dan wel als momentopname. Het zegt niets over
de oorspronkelijke inlijstingen.

Vervanging
Willem Sandberg heeft begin jaren ’30 van de twintigste eeuw als directeur van het
Stedelijk Museum Amsterdam veel lijsten vervangen om uniformiteit te krijgen bij de
inrichting van het museum en om het schilderstuk alle aandacht te geven.64 Net voor
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de lijsten echter nog eens
vervangen, nu door beschermende transportlijsten omdat de kunstwerken elders
opgeslagen zouden worden. Na de oorlog behielden de schilderstukken deze
beschermlatten als lijst.

63
A. van Suchtelen, conservator Mauritshuis, Den Haag, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.
64
Mendgen e.a., In Perfect Harmony, 179.

37
Frederik Schmidt Degener heeft in het eerste kwart van de twintigste eeuw grote
veranderingen aangebracht in de manier van presenteren van kunst in musea.65 Als
directeur van Museum Boijmans in Rotterdam koos hij voor uniformiteit, symmetrie en
rust op de wanden die voorheen vol hingen met schilderijen. Hij bedacht een
harmonische en esthetische inrichting. In 1921 werd hij directeur van het Rijksmuseum
Amsterdam. Daar scheidde hij de esthetische kunstcollectie van de collectie
vaderlandse geschiedenis. Het is bij deze collectie vaderlandse geschiedenis met
documentaire waarde dat de lijsten in de jaren ‘60 van de twintigste eeuw werden
vervangen door de in hoofdstuk 1.1 genoemde Elffers-lijsten. In 1979 is er een artikel
van P.J.J. van Thiel verschenen in het Bulletin van het Rijksmuseum over de
geschiedenis van het inlijsten van schilderijen in het Rijksmuseum sinds 1800. Hubert
Baija vertelt dat het Rijksmuseum de laatste jaren veel kunstwerken wereldwijd
tentoonstelt en deze soms in speciale reislijsten worden gezet om beschadigingen aan
de echte lijsten te voorkomen.66 Ook worden lijsten soms tijdelijk vervangen vanwege
het plaatsen van klimaatdozen, omdat de maten van de oorspronkelijke lijst anders
aangepast zouden moeten worden aan de maten van de klimaatdoos.

Diverse nationale en internationale musea bestellen hun schilderijlijsten bij


Lijstenmaker De Roo & Sainthill in Haarlem.67 Een andere ambachtelijke
lijstenmakerfirma is Gehrings & Heijdenrijk.68 Ik heb een lijstenmaker bezocht die mij in
2009 was opgevallen in de NCRV reportage ‘Het Derde Testament’.69 Gregor Simoons
is eigenaar van Gregor’s Lijsten in Spankeren.70 Hij werkt met een unieke collectie
ornamentmodellen en mallen die hij heeft weten te verkrijgen via Wim de Jong van de
Amsterdamse Firma Van Poelgeest. Hierbij zitten oorspronkelijke mallen van de Firma
Sala uit Leiden, sommige zijn honderden jaren oud. Hiermee is het mogelijk om oude
lijsten als het ware te kopiëren gebruikmakend van de oude mallen. Gregor Simoons
zou graag de schilderstukken van Van Gogh omlijsten met de sierlijke door hem
vervaardigde lijsten die Van Gogh zich niet kon veroorloven. Ik vind dat een interessant
idee voor een tijdelijke tentoonstelling. Bezoekers verwachten in musea echter wel
authenticiteit te vinden; daarom vind ik het wenselijk om op een tekstbordje de
herkomst van de lijsten te vermelden.

65
http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/schmidt (Instituut voor Nederlandse
Geschiedenis)(geraadpleegd 18-4-2010).
66
H. Baija, restaurator, Rijksmuseum, Amsterdam, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.
67
http://www.deroosainthill.com/ (Lijstenmaker De Roo & Sainthill)(geraadpleegd 13-5-2010).
68
http://www.gehringenheijdenrijk.nl/index.php?pid=1 (Lijstenmaker Gehring & Heijdenrijk)(geraadpleegd
13-5-2010).
69
http://www.gregorslijsten.nl/paginas/filmmallen.html (NCRV reportage Het Derde Testament)
(geraadpleegd 24-2-2010).
70
G. Simoons, lijstenmaker, Gregor’s Lijsten, Spankeren, interview 25-2-2010.

38
Het Rijksmuseum Amsterdam toont zoveel mogelijk schilderstukken in hun
oorspronkelijke lijst, dit is echter slechts een klein percentage. Indien er geen
oorspronkelijke lijst meer is, worden antieke lijsten gebruikt die wat betreft stijl, periode
en land passen bij het schilderstuk. Heeft deze lijst echter niet de juiste afmetingen dan
geven zij uit respect voor de voorwerpen de voorkeur aan een replicalijst.71

In Londen sprak ik met Jacob Simon in de National Portrait Gallery over de


wenselijkheid van de oorspronkelijke connectie van schilderstuk met lijst. Lopend langs
de collectie zeventiende- en achttiende-eeuwse kunst werd duidelijk dat van de vele
kunstwerken er slechts één of twee schilderstukken per zaal nog in de oorspronkelijke
lijst zitten. In de zaal met negentiende-eeuwse kunst zijn dat er zes of zeven en bij de
twintigste-eeuwse kunst zelfs tien tot twaalf per zaal. De schilderstukken uit de huidige
eeuw zijn bijna allemaal in de originele lijst gevat. Jacob Simon benadrukte dat hij het
helemaal niet erg vindt dat er een negentiende-eeuwse lijst om een zeventiende-eeuws
kunstwerk zit omdat hij het gewoonweg mooi vindt staan en omdat er nu eenmaal geen
originele lijst meer van is. Het is in zijn ogen een kwestie van accepteren. Dit is
natuurlijk zijn persoonlijke mening en tijdgebonden. Een andere reden waarom een lijst
uit een andere periode om het schilderstuk zit, kan zijn omdat de lijst geassocieerd
wordt met de verzamelaar van het kunstwerk of met het tijdsbeeld van het museum.

De National Portrait Gallery heeft een inventaris van lege lijsten op papier. In de
toekomst wordt waarschijnlijk een deel van deze lijsten afgestoten en verkocht via een
veilinghuis. Een klein deel wordt aan andere musea gegeven voor hergebruik, maar dit
laatste komt niet vaak voor. De lijsten die een (kunst)historische waarde hebben zullen
echter nooit afgestoten worden.72

Gerry Alabone van The Tate Museum geeft aan dat er tussen The Tate en andere
Engelse musea geen bruikleenverkeer van lijsten is.73 Zij hebben echter recentelijk bij
het inventariseren van hun lege lijsten ontdekt dat The Tate enkele lijsten heeft die
oorspronkelijk bij schilderstukken van de National Gallery horen. Op de lijsten staan
inscripties die verwijzen naar bepaalde schilderstukken. Nader onderzoek heeft
uitgewezen dat deze schilderstukken deel uitmaken van de collectie van de National
Gallery. De musea zijn met elkaar in overleg over het overdragen van de lijsten.

71
H. Baija, ‘Let op de lijst! De context van het kader’, kM71 (Amsterdam 2009) 20-22, aldaar 20-21.
72
J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.
73
G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.

39
In het vragenformulier van de enquête horende bij dit afstudeeronderzoek (zie bijlage
III) komt het vervangen van lijsten ook aan de orde. Bij de 37 deelnemers is in de
afgelopen vijf jaar slechts drie keer een lijst in bruikleen gegeven. Gezamenlijk laten zij
echter per jaar wel 69 lijsten vervaardigen en worden er gemiddeld twee lijsten per jaar
aangekocht op de kunstmarkt. Indien bruikleen mogelijk is wat betreft beschikbaarheid,
stijl en afmetingen lijkt het mij een goede zaak hiervan gebruik te maken. Het museum
kan de kosten voor het laten vervaardigen van een nieuwe lijst in mijn ogen beter
besteden aan het restaureren van de in bruikleen gekregen lijst en die tentoonstellen.

Gini Kingma van Rijksmuseum Twenthe geeft in het interview aan ook veel liever een
bestaande lijst in bruikleen te nemen en te restaureren dan een nieuwe lijst te laten
vervaardigen.74 Zo blijft het erfgoed behouden. Indien er geen bruikbare lege lijst is,
laat men een lijst vervaardigen. Soms zijn hiervoor al bestaande voorbeelden van
oorspronkelijke lijsten bekend en anders bezoekt zij een museum dat van dezelfde
kunstenaar en periode een schilderstuk in de collectie heeft. Zij bepaalt samen met de
conservator de stijl voor de nieuwe lijst die contemporain zal zijn met het doek. Een lijst
die uniek is en een historische waarde heeft wordt zeker niet vervangen.

Afstoten
Schilderijlijsten die vervangen zijn, worden door musea bewaard in het depot. Of ze
worden verkocht, geschonken of op andere manieren afgestoten. Een reden voor
afstoten is bijvoorbeeld dat objecten ooit geschonken zijn en niet passen in het
collectiebeleid. De Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) biedt een
uitgebreid stappenplan en zorgvuldig uitgewerkte procedures.75 Ook is het mogelijk de
lijsten aan te bieden op de in hoofdstuk 3.1 genoemde ICN herplaatsingdatabase.76
Veilinghuis Sotheby’s heeft in 2005 een veiling gehouden speciaal voor
schilderijlijsten.77 Nederlandse musea kunnen ook terecht bij Veilinghuis E&VE in
Parijs.78 Daarnaast heeft veilinghuis Bonhams speciale ‘frames sales’ in Knightsbridge,
Londen.79 Ik pleit er echter voor dat musea daar lijsten aanschaffen en de veiling niet
gebruiken om hun lijsten te laten veilen.

74
G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010.
75
http://www.icn-
kennisdossiers.nl/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=35&Itemid=90 (ICN
Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten)(geraadpleegd 17-4-2010).
76
http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-2010).
77
http://www.sothebys.com/app/paddleReg/paddlereg.do?dispatch=eventDetails&event_id=27576
(Sotheby’s veiling schilderijlijsten)(geraadpleegd 13-5-2010).
78
http://www.auctioneve.com/ (Veilinghuis E&VE in Parijs)(geraadpleegd 13-5-2010).
79
http://www.bonhams.com/cgi-bin/public.sh/pubweb/publicSite.r?sContinent=EUR&screen=framessale
(Bonhams veiling van schilderijlijsten)(geraadpleegd 2-5-2010).

40
Uit de enquête is gebleken dat de deelnemende instellingen de laatste vijf jaar in totaal
704 lege lijsten hebben afgestoten. Vanwege de vraagstelling is niet duidelijk hoe vaak
er is gekozen voor herplaatsing en hoe vaak voor vernietiging. In dezelfde periode zijn
er echter maar drie lijsten in bruikleen gegeven. De vraag rijst of van herplaatsing
daarom wellicht weinig sprake is geweest. Daar is door mij geen verder onderzoek
naar gedaan.

Deelnemers van de ICN expertmeeting in april 2010 vertellen over vernietiging van
lijsten in een verder verleden. Dit is bijvoorbeeld in het Gemeentemuseum in Den Haag
in 1996 gebeurd vanwege de opruiming van een kelder.80 Deze lijsten werden niet
gezien als onderdeel van de collectie en hadden geen inventarisnummer. Dat hadden
namelijk alleen de lijsten die op dat moment gezien werden als kunstobject.
Het verhaal gaat dat in 1971 het Guggenheim Museum in New York alle lijsten
verwijderd heeft van de aanwezige kunstwerken van Mondriaan bij het inrichten van
een expositie van de kunstenaar. Ook van de werken die de Gemeente Den Haag van
het Gemeentemuseum aan het Guggenheim in bruikleen had gegeven. De
modernistische opvatting van architect Frank Lloyd Wright van het Guggenheim
Museum dat moderne kunst zonder lijst tentoongesteld moest worden, heeft er bijna
voor gezorgd dat twee containers lijsten afgevoerd werden. Hiervan is gelukkig één
container gered dankzij het ingrijpen van de directeur van het Gemeentemuseum
L. Wijsenbeek, die het bij de voorbezichtiging van de tentoonstelling opviel dat er geen
lijsten meer om de in bruikleen gegeven kunstwerken zaten en navraag deed. Dit
verhaal doet de ronde en is nooit tot op de bodem uitgezocht.

Bovenstaande voorbeelden geven aan hoe men in het verleden over schilderijlijsten
dacht. Er is geen rekening gehouden met het feit dat lijsten waarvan men op dat
moment de waarde niet heeft ingezien in de toekomst wel waardevol zouden kunnen
zijn. Hoe is dat anno 2010? De helft van de geënquêteerden heeft aangegeven de lijst
als volwaardig onderdeel van de collectie te zien. Hierover leest u meer in hoofdstuk
5.1.

80
H. Janssen, hoofdconservator, Gemeentemuseum, Den Haag, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-
2010.

41
4.2 Ethiek bij restauratie en aanpassingen

Ethische code
Conservering en restauratie hebben stabilisering en verbetering van de conditie van
het object als belangrijkste doel. Werkzaamheden op het gebied van preventieve
conservering dragen hier ook aan bij. Het is een vereiste dat alle handelingen zo veel
als mogelijk omkeerbaar zijn zonder aantasting van het kunstwerk en duidelijk te
herkennen ten opzichte van het oorspronkelijke object. Bovendien is het van belang
dat alle handelingen gefotografeerd en gedocumenteerd worden met de afwegingen en
motivatie voor de keuze van die behandelingen op basis van de ethische code van de
European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations (E.C.C.O.).81
Restauratoren die aangesloten zijn bij de vereniging ‘Restauratoren Nederland’ werken
volgens deze ethische code.82 Zij hebben respect voor het object ongeacht de
financiële waarde van het object op dat moment. Hetzelfde object kan vijftig jaar later
wel veel waardevoller zijn. In principe zou men het authentieke materiaal niet moeten
vervangen, maar soms is het materiaal zo versleten en vervallen dat vervangen of
aanvullen wenselijk is. Oude restauraties vertellen iets over de geschiedenis van het
object en zijn van historische waarde. Indien deze oude restauraties geen gevaar
vormen voor het object kan de restaurator ervoor kiezen deze te handhaven.

De praktijk bij diverse musea


Gini Kingma, Rijksmuseum Twenthe, gebruikt niet altijd hetzelfde materiaal bij
restauratie van een lijst.83 Zo heeft het museum ervoor gekozen een ontbrekend stuk
houten parelrand te vervangen door een parelrand die met behulp van een mal
vervaardigd is van pâte. Houtsnijwerk zou het een stuk duurder maken. Voor het laten
vervaardigen van een lijst voor een doek van na 1800 is juist het pâte-ornament zeer
gangbaar. Aanvulling van vergulding is acceptabel en door middel van patineren wordt
nagenoeg dezelfde kleur bereikt. Het geheel opnieuw vergulden van de hele lijst wordt
tegenwoordig niet vaak meer gedaan. Vanuit ethische gronden streeft de restaurator
naar het behoud van het oorspronkelijke materiaal. Over het restaureren van lijsten en
wat wel maar ook wat niet te doen heeft Gini Kingma een hoofdstuk geschreven in het
boek De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van kunstvoorwerpen.84

81
http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations)
(geraadpleegd 16-5-2010).
82
http://www.restauratoren.nl/ (Vereniging Restauratoren Nederland)(geraadpleegd 4-5-2010).
83
G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010.
84
B. Kruijsen, De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van kunstvoorwerpen (Zwolle 2003)
91-102.

42
The Tate in Londen geeft aan dat lijsten wel aangepast worden voor hergebruik om het
originele schilderstuk, maar niet voor hergebruik om andere.85 Bij The Tate of vanuit
een overkoepelende organisatie zijn er geen speciale richtlijnen op papier voor
ethische kwesties betreffende schilderijlijsten. Men behandelt de lijsten met respect
zoals ieder ander museumobject wordt behandeld volgens de ethische code voor
musea.

Ook de National Portrait Gallery heeft geen standaard procedures voor restauratie van
lijsten op papier staan.86 Men bepaalt in eerste instantie of de schilderijlijst
kunsthistorische waarde heeft; in dat geval wordt de lijst niet aangepast. Als een
schilderijlijst behoorlijk beschadigd is en geen kunsthistorische waarde heeft zal men
toestaan om bijvoorbeeld de afmetingen aan te passen ook al is deze aanpassing
onherstelbaar.

De 37 deelnemende musea en het ICN hebben in de afgelopen vijf jaar 578 lijsten
gerestaureerd of laten restaureren. Niet elk museum heeft een vaste restaurator in
dienst; er wordt ook werk uitbesteed aan freelance restauratoren. De meningen of de
schilderijlijst een kunstwerk of een middel is, zijn verdeeld. Dit kan van invloed zijn op
de beslissing op welke wijze de lijst te restaureren, maar wellicht al eerder op de keuze
wel of niet de lijst te selecteren voor afstoting. Ethische keuzes spelen hierbij een rol.
Een cultuuromslag kan al beginnen bij de in hoofdstuk 2.1 genoemde opleidingen en
kan gemotiveerd worden door het ICN door middel van het schrijven van richtlijnen
voor culturele waardering van de lijst en een leidraad voor restauratie en hergebruik
van lijsten. De rol van het ICN wordt verder beschreven in hoofdstuk 5.

Conclusie
In het verleden zijn veel schilderijlijsten vernietigd zonder er rekening mee te houden
dat deze lijsten in de toekomst als waardevol beschouwd zouden kunnen worden.
Cultureel erfgoed is hierdoor verloren gegaan. Tegenwoordig is dit ondenkbaar in
Nederland. Restauratoren werken volgens een ethische code en hebben respect voor
het object ongeacht de waarde van het object op dat moment. Om te zorgen dat lijsten
goed op waarde kunnen worden geschat zijn waardebepalende criteria nodig. Het is
goed dat deze onder leiding van het ICN worden opgesteld.

85
G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.
86
R. Hallas, restaurator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.

43
5. Instituut Collectie Nederland

5.1 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Eerste jaar

Het ICN is in juni 2009 een tweejarig project schilderijlijsten begonnen als onderdeel
van het ‘Programma Waarde en waardering’.87 Het doel van het ‘Programma Waarde
en waardering’ is om medewerkers (beheerders, bestuurders, beleidsmakers en
financiers) in het erfgoedveld bewust te maken van het belang van waarde en
waardering van het cultureel erfgoed en daarvoor methoden en technieken te
ontwikkelen. De voorkeur gaat uit naar het bestuderen van het type erfgoed dat nieuw,
omstreden, onbekend of bedreigd is. Juist voor dit type erfgoed is er behoefte aan
objectieve waarderingscriteria. Behalve op het gebied van schilderijlijsten zijn er in dit
programma projecten voor historische interieurs, glasramen en monumentale
wandkunst.

Voor het project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ worden de mogelijkheden bekeken om


onderzoek naar schilderijlijsten van de vijftiende tot en met de twintigste eeuw nieuw
leven in te blazen. Tevens wordt onderzocht welke instrumenten de mobiliteit van lege
schilderijlijsten zouden kunnen vergroten, zodat deze in Nederlandse musea
makkelijker hergebruikt kunnen worden. Het doel van het ICN is om richtlijnen en
criteria te formuleren voor culturele waardering van in Nederland vervaardigde lijsten,
gevolgd door een publicatie in 2012. In deze publicatie worden onder andere de
kunsthistorie van de schilderijlijst, de culturele waardebepalende kaders en de ethiek
bij restauratie gepresenteerd. Musea die actief meewerken aan het project zijn het
Rijksmuseum Amsterdam en het Rijksmuseum Twenthe.

Om de discussie bij conservatoren van de kunstmusea en restauratoren op gang te


brengen organiseert het ICN expertmeetings met presentaties en brainstormsessies.
De genodigden krijgen de kans hun kijk op schilderijlijsten te belichten. Onderwerpen
die aan bod komen zijn oude en moderne lijsten, behoud, beheer, registratie en
restauratie, en onderzoek naar lege en volle lijsten. Vanwege mijn afstudeeronderzoek
naar schilderijlijsten ben ik uitgenodigd op de expertmeetings van het ICN in november
2009 en april 2010. Mijn bijdrage aan het project bestaat uit een enquête die ik in
februari en maart 2010 onder 59 kunstmusea heb gehouden. De uitkomst van deze
enquête is gebaseerd op de antwoorden van de 37 respondenten.

87
http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/waarde-en-waardering (ICN Programma Waarde en
waardering)(geraadpleegd 24-4-2010).

44
Bespreking uitkomst enquête
Bij de expertmeeting in april 2010 is de uitkomst van de enquête door mij bekend
gemaakt en uitgedeeld. Tijdens de daaropvolgende brainstormsessie is de uitkomst en
de mogelijke betekenis daarvan besproken en bediscussieerd met veertig aanwezigen.

Het ICN heeft waardering uitgesproken voor het grote aantal respondenten (37),
waarvan er negen aanwezig waren bij de meeting. Het hoge aantal opgegeven lege
lijsten, ruim 3500, is verrassend. Ongeveer tweeduizend daarvan zijn ook
geregistreerd. Opgemerkt werd dat ook de lijsten die nu om schilderstukken zitten het
verdienen om geregistreerd te worden.

Slechts de helft van de geënquêteerden heeft aangegeven de schilderijlijst als


volwaardig onderdeel van de collectie te vinden. Reden te meer om de lijst onder de
aandacht te brengen bij de musea en hen door het ICN te laten assisteren met
richtlijnen voor culturele waardebepaling.

De helft van de musea geeft aan de lijsten, soms deels, te hebben geregistreerd. Ook
geeft de helft aan behoefte te hebben aan een thesaurus met specifieke termen voor
schilderijlijsten. Deze antwoorden lopen echter niet synchroon. Er zijn negen musea
die de lijsten nog niet hebben geregistreerd, maar wel behoefte hebben aan een
thesaurus. Ontwikkeling en beschikbaar stellen van een thesaurus zou voor deze
musea aanleiding kunnen zijn om met registratie en fotografie van lijsten te kunnen
beginnen. Het opzetten van de thesaurus is belangrijk omdat men anders het risico
loopt dat registrators zelf een term kiezen voor een ornament of onderdeel dat men
nog niet kent. Uit opmerkingen uit de zaal is gebleken dat dit inderdaad al het geval is.

Gezien het zeer kleine aantal in bruikleen gegeven lege lijsten in de afgelopen vijf jaar
(slechts drie in totaal) is de vraag gerezen of een database wel zin zou hebben. Naar
mijn mening zal echter door het opzetten van een database het bruikleenverkeer juist
toenemen doordat de deelcollectie schilderijlijsten eindelijk ontsloten zal worden. Dit
werd door diverse deelnemers uit de zaal beaamd.

In de laatste vijf jaar hebben de 37 deelnemende musea totaal 578 lijsten laten
restaureren. Omdat veel schilderijlijsten niet geregistreerd zijn wordt de documentatie
over restauratie op een andere plaats opgeslagen. Ik vind het opvallend dat diverse
musea tijdens de meeting hebben aangegeven het aantal restauraties per jaar in
jaarverslagen opgezocht te hebben om antwoord te kunnen geven op de vraag.

45
Als de musea de lijsten in de toekomst gaan registreren kan alle informatie over
restauratie verbonden worden aan de objectinformatie en eenvoudiger en sneller
teruggevonden worden.

De 37 musea samen laten bijna zeventig lijsten per jaar vervaardigen en zij kopen er
gemiddeld twee op de kunstmarkt. In de afgelopen vijf jaar hebben deze zelfde musea
704 lijsten afgestoten. Omdat onder afstoten zowel vernietigen als herplaatsen valt is
het niet duidelijk welk deel hiervan in aanmerking had kunnen komen voor bruikleen.
Een database zal bruikleen van lege lijsten vereenvoudigen. Dit zou het aantal af te
stoten lijsten in ieder geval omlaag kunnen brengen. Ik maakte de aanwezigen attent
op de mogelijkheid schilderijlijsten te kopen via de ‘frames sales’ van de diverse
veilinghuizen. Diverse aanwezigen waren daar al mee bekend.

Het hoge aantal afgestoten lijsten was wel reden tot bezorgdheid bij de aanwezigen,
ook al zal hierbij gelet zijn op waarde en eventuele bruikbaarheid. Opgemerkt werd ook
dat veel kunsthandelaren lijsten weggooien, de kopers van schilderstukken kiezen een
lijst naar hun eigen smaak. Diverse aanwezigen benadrukten het belang van het in
acht nemen van voorzichtigheid bij het afstoten. Lijsten die nu onbruikbaar en van geen
waarde lijken, kunnen voor een ander museum wel degelijk bruikbaar zijn en zelfs
waardevol in de toekomst. Criteria die worden opgesteld door het ICN voor culturele
waardebepaling van de lijst zou de musea een leidraad kunnen bieden om een
beslissing te nemen tot vernietiging, herplaatsing of behoud voor het eigen museum.
Hoewel veel musea kampen met een tekort aan depotruimte is er geen urgente
noodzaak tot het vernietigen van lijsten. Dit blijkt uit het kleine percentage ruimte dat de
lege lijsten in de depots van de respondenten innemen, gemiddeld ruim 1%. De musea
moeten dit feit nog tot zich door laten dringen om onnodige opruiming van lijsten te
voorkomen.

Van de 37 respondenten hebben 22 musea aangegeven een database van lege lijsten
nuttig te vinden; 26 musea zijn bereid hun lege lijsten ten behoeve van de database
(verder) te registreren en te fotograferen. Een mooie uitkomst voor het ICN om het
tweede jaar van het project in te gaan en hun plannen verder te ontwikkelen.

Na diverse expertmeetings in het eerste jaar van het project (juni 2009-april 2010) zijn
er door het ICN drie werkgroepen opgezet waarbij museum- en ICN medewerkers zich
inzetten voor de volgende onderdelen: terminologie, restauratie, database.

46
De wijze waarop het Rijksmuseum de afgelopen maanden in relatief korte tijd veel
lijsten heeft geregistreerd (ongeveer 1500 in 3 maanden) en gefotografeerd (de lijst als
geheel, voor- en achterkant, hoeken, etiketten, breuklijnen en inkortingen) kan voor de
eerste werkgroep dienen als uitgangspunt voor het opzetten van een efficiënte manier
van registratie van schilderijlijsten. De werkgroep terminologie adviseer ik ook contact
te zoeken met de andere musea die hun lijsten hebben geregistreerd om te vernemen
hoe zij het hebben aangepakt. Welke musea dat zijn kunnen zij informeren bij het ICN
die deze gegevens van mij heeft gekregen. Het extra veld ‘eerste inlijsting’ vind ik
echter wel een vereiste om in de toekomst snel te kunnen zien welke schilderstukken
nog in hun oorspronkelijke lijst zitten.

5.2 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Tweede jaar

Het eerste jaar van het project is bijna voorbij. De werkgroepen zoals genoemd in
hoofdstuk 3.2 hebben het komende jaar de tijd om hun aandeel te leveren, wat zal
resulteren in een publicatie van het ICN.

Terminologie
Deze werkgroep bestaat momenteel uit de volgende personen: Christel Kordes van het
Stedelijk Museum Schiedam en Ton van Loon van het ICN. Het is raadzaam om
bestaande lijsten te beschrijven met behulp van de gedefinieerde terminologie zoals de
Nederlandse verklarende woordenlijst van Christel Kordes. Indien de terminologie niet
toereikend is, kan deze woordenlijst verder worden uitgebreid met nieuwe termen die
nodig zijn om een lijst te beschrijven. Hubert Baija van het Rijksmuseum heeft bij deze
woordenlijst uit 1988 al veel aantekeningen gemaakt. Die zou men kunnen raadplegen
en overnemen. Veel termen komen overeen met termen die gebruikt worden in onder
andere de architectuur, bij zilverwerk en meubelstijlen. Die kan men naast elkaar
leggen en vergelijken. Indien het ICN gebruikt maakt van Collectiewijzer of een soort
Wikipedia-achtige site kan (laten) maken kunnen diverse experts hun aandeel leveren
en zo hun kennis delen. Uiteindelijk kan daaruit de terminologie gekozen worden en
definitief worden vastgesteld tot een officiële lijstenthesaurus. Voor de registrators is
het van belang dat de termen visueel gemaakt worden met afbeeldingen van de
genoemde ornamenten, type lijsten en profielen.

47
Digitale ontsluiting is onmisbaar in de éénentwintigste eeuw. Op de website van DEN
staan reeds diverse terminologiebronnen voor het cultureel erfgoed.88 Ik vind dit de
ideale plaats voor het delen en verspreiden van de verworven kennis van het project
schilderijlijsten. Ik adviseer het ICN om op zijn website een verwijzing en link te maken
naar de definitieve digitale termen- en afbeeldingenlijst op de website van DEN zodat
zoveel mogelijk musea de weg naar de thesaurus kunnen vinden.

Ethiek bij restauratie


Zoals in hoofdstuk 4.2 aangegeven bestaat er al een ethische code voor
restauratoren.89 Behalve deze beroepsethiek kunnen ook andere factoren een rol
spelen bij de keuze van de wijze waarop een restauratie wordt uitgevoerd zoals
financiën of het gebrek eraan. Voorafgaand aan restauratie komen er diverse vragen
op. Zijn verval, mode of persoonlijke smaak acceptabele argumenten voor vervanging
van de lijst? Als een schilderijlijst voor hergebruik in aanmerking komt komen er weer
andere ethische kwesties aan de orde. Waar ligt de grens als men een lijst wil
vergroten, verkleinen of vergulden? In principe zou een aanpassing omkeerbaar
moeten zijn. Ligt dit weer anders als een lijst al eens is vergroot of verkleind? Het ICN
wil hier richtlijnen voor opstellen.

De esthetische of symbolische functie van een lijst hangt af van de verschijningsvorm.


Soms wordt de lijst met een ander dan het oorspronkelijke materiaal gerestaureerd. Dit
hoeft echter niet de esthetische of symbolische waarde te verminderen als de
verschijningsvorm gelijk is aan de oorspronkelijke vorm. Het is namelijk de
verschijningsvorm die de lijstenmaker voor ogen heeft gehad.

Er kunnen diverse redenen zijn voor het verwijderen van oude restauraties. De
vroegere restauratie kan schade toebrengen aan de lijst of een verkeerde interpretatie
zijn geweest van de oorspronkelijke verschijningsvorm. Soms is de verschijningsvorm
bewust veranderd, bijvoorbeeld op basis van religieuze overwegingen of uit preutsheid.
Dit geeft echter wel een tijdsbeeld weer hoe men in een bepaalde tijd dacht over de
verschijningsvorm van de lijst. Dit stukje geschiedenis kan dan weer een reden zijn om
die vroegere restauratie te laten zitten tenzij deze schadelijk is voor de lijst.

88
http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed&page=1 (DEN,
thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010).
89
http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations)
(geraadpleegd 16-5-2010).

48
Culturele waardebepaling en ethiek
Door schenkingen of legaten groeien de collecties van de musea. Beheer en behoud
ervan brengen hoge kosten met zich mee voor registratie, conservering, restauratie,
beveiliging, verzekering en wetenschappelijk onderzoek. Om de collectie goed te
kunnen blijven beheren is afstoten of ontzamelen belangrijk. Het moet echter worden
voorkomen dat persoonlijke smaak of ideeën van deze tijd de doorslag geven bij de
keuzes die musea maken om een lijst wel of niet af te stoten. Hoe men nu over een lijst
denkt zegt nog niets over de waardering na enkele generaties. Lijsten uit de eigen tijd
dienen om dezelfde reden behouden te blijven. Voordeel hierbij is dat de context,
geschiedenis en lijstenmaker nog bekend zijn en gedocumenteerd kunnen worden.

Om het nemen van beslissingen over restauratie, conservering of afstoten zo objectief


mogelijk te kunnen maken is het van belang dat er criteria en richtlijnen worden
opgesteld voor het kunnen bepalen van de culturele waarde van de schilderijlijst. Het
ICN wil hiervoor een praktisch hulpmiddel ontwikkelen. Dit zou een formulier kunnen
zijn met vragen over de herkomst, esthetische waarde, toestand, kunsthistorische
waarde, uniekheid en financiële waarde van de schilderijlijst en de relatie met een
schilderstuk. Een team van erfgoedprofessionals van verschillende deskundigheden op
het gebied van bijvoorbeeld restauratie, geschiedenis, kunstgeschiedenis en
museologie zouden afzonderlijk van elkaar het formulier in moeten vullen en de
verschillende onderdelen als laag, middelmatig of hoog waarderen. De uitkomsten van
de culturele waardering van verschillende schilderijlijsten kunnen met elkaar
vergeleken worden om tot een beoordeling te komen. De culturele waardebepaling
biedt een leidraad bij de keuzes die gemaakt moeten worden voor beheer, behoud en
afstoten en beslissingen op dat gebied kunnen ermee onderbouwd worden.

Database
Er is nagenoeg geen bruikleenverkeer van schilderijlijsten. De oorzaak is te vinden in
het ontbreken van gegevens van lijsten. Musea weten van elkaar niet wat ze aan lijsten
hebben. Als men al vermoedt dat er ergens in een museumdepot nog een lijst moet
zijn dat bij hun schilderstuk hoort of zou kunnen passen kost het per depot uren om alle
rekken één voor één uit te trekken en de ogen langs de lijsten te laten gaan; een
tijdrovende bezigheid. Een database met een afbeelding van de lijst en gegevens over
materiaal, buitenmaat, dagmaat, sponningmaat, stijl, periode, wel of niet verguld zou
de oplossing kunnen zijn. Uiteraard zullen musea deze gegevens eerst zelf moeten
registreren. Wellicht is er een link mogelijk tussen Adlib/TMS en de database, waarbij
het museum bepaalt of ze de poort openzet van hun systeem naar de database.

49
In de database moet gezocht kunnen worden op alle hierboven genoemde gegevens.
De werkgroep kan inventariseren welke zoekfuncties nog meer handig zijn. Daarnaast
wil men misschien extra informatie kwijt, bijvoorbeeld of het museum de lijst voor
langdurig bruikleen of ter overname aanbiedt. De aanbieder bepaalt hierbij de
voorwaarden. De database zou niet voor publiek toegankelijk moeten zijn, maar alleen
voor collectiebeherende instellingen via een log-in systeem. Plaatsing van een lijst op
de database zou voor onbepaalde tijd kunnen zijn. Een museum met belangstelling
voor een op de database geplaatste schilderijlijst moet rechtstreeks contact opnemen
met de aanbieder. Afspraken over restauratie van de lijst voorafgaand aan het
bruikleen zullen gemaakt moeten worden tussen de aanbieder en de bruikleennemer.

De werkgroepen gaan het komende jaar aan de slag. In oktober 2010 is de volgende
expertmeeting. Aan mij is gevraagd om mijn scriptie beschikbaar te stellen via de
website van het ICN. Musea zijn tijdens de expertmeeting uitgenodigd hun kennis over
schilderijlijsten uit de vijftiende tot en met de twintigste eeuw te delen met het ICN ten
behoeve van de publicatie in 2012. Tot mei 2011 kan men informatie insturen.

Conclusie
De uitkomst van mijn enquête heeft duidelijkheid gegeven aan het ICN, de
deelnemende musea en aanwezige restauratoren over het belang van het project
schilderijlijsten. Niet alleen over het aantal lege lijsten, maar ook over de waardering en
wensen betreffende registratie van lijsten van het erfgoedveld is nu een heleboel
informatie vergaard. Er is behoefte aan een thesaurus voor het registreren van
schilderijlijsten. Een database kan pas gevuld worden na registratie en het fotograferen
van de lijsten. Het opzetten van een databank van lege lijsten zal het bruikleenverkeer
zeker vergemakkelijken en doen toenemen mits de registratie uniform gebeurt en men
gebruikmaakt van dezelfde thesaurus. Restauratie gaat vaak vooraf aan bruikleen.
Hoewel er al een beroepsethiek is voor de restaurator spelen andere ethische kwesties
ook een rol. Het is dus goed dat het ICN weloverwogen criteria opstelt voor de
waardebepaling van de lijst voordat deze gerestaureerd wordt. De resultaten van de
werkgroepen zullen elkaar positief beïnvloeden en zorgen voor een sneeuwbaleffect bij
al deze onderdelen. Zodra de thesaurus is opgezet, de handleiding voor registratie is
vastgesteld en eventuele velden in Adlib of TMS zijn aangepast of aangevuld, kunnen
de musea tot registratie overgaan. Hierna kan de database van schilderijlijsten opgezet
en gevuld worden. Met de criteria voor culturele waardebepaling kan het ICN een
leidraad ontwikkelen voor restauratie en hergebruik van schilderijlijsten.

50
Conclusie

Het doel van dit afstudeerproject was te onderzoeken hoe musea denken over de
functie, betekenis en waarde van de schilderijlijst en hoe zij de collectie schilderijlijsten
beheren. Onder 59 musea heb ik een enquête gehouden, waaraan 37 musea hebben
meegewerkt. Onderwerpen die aan de orde zijn gekomen zijn onder andere registratie,
bruikleen, restauratie, vervanging en ethiek om antwoord te krijgen op de hoofdvraag:
Hoe gaan de Nederlandse kunstmusea om met hun collectie schilderijlijsten?

De meeste van de geënquêteerde kunstmusea (31 van de 37) hebben lege lijsten in
hun depots, samen ruim 3500. Ooit zaten deze lijsten om een schilderstuk, maar ze
zijn door de vorige eigenaar of het museum vervangen vanwege mode, smaak of
verval. Van deze 3500 lege lijsten zijn er 1500 niet geregistreerd en zij bestaan op
papier feitelijk niet. Musea hebben jarenlang de schilderijlijst niet als zelfstandig
kunstobject of deelcollectie gezien en vermelden de omlijsting alleen in de registratie
van het schilderstuk. Informatie over de lijst zit in de hoofden van de conservatoren en
is niet gedocumenteerd. Voor het Rijksmuseum te Amsterdam kwam de omslag in
1984 met hun tentoonstelling ‘Prijst de lijst. De Hollandse schilderijlijst in de
zeventiende eeuw’. Die lijsten hebben zij toen geregistreerd. De afgelopen jaren
hebben tien van de respondenten het registreren van hun lege lijsten afgerond en vijf
deels. Ik vind het van belang om alle schilderijlijsten, apart van het schilderstuk, als
zelfstandig object te registreren en de informatie te documenteren, omdat deze anders
voorgoed verloren gaat.

Om een goede beschrijving van een schilderijlijst te maken hebben registrators een
thesaurus nodig. Het is mijn advies om deze te voorzien van afbeeldingen van lijsten
en ornamenten en hem toegankelijk te maken via de website van DEN of de
Collectiewijzer. Verder is in de registratiesystemen een extra veld nodig voor de
vermelding van de ‘eerste inlijsting’. Alleen via dat veld kan er gezocht worden naar
schilderstukken in de originele lijst.

Schilderijlijsten krijgen weinig aandacht. Ze staan niet afgebeeld in kunstcatalogi of op


websites en staan niet vermeld op de tekstbordjes bij een schilderij. Een cultuuromslag
in de benadering van schilderijlijsten kan mijns inziens bereikt worden door de
schilderijlijsten al bij aanstaande museumprofessionals onder de aandacht te brengen.

51
Opleidingsinstituten die hiervoor door mij benaderd zijn staan open voor aanpassingen
in hun lesmateriaal. Dit zijn het LCM, de Reinwardt Academie en MovE. Ik adviseer het
ICN hier een vervolg aan te geven en ook de universiteiten (kunstgeschiedenis en
restauratie) te benaderen om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.

De geënquêteerde musea geven tot op heden zelden schilderijlijsten aan elkaar in


bruikleen, drie in vijf jaar. Zij weten van elkaar namelijk niet wat de ander aan lijsten in
de collectie heeft. Toch zit er beweging in de lijsten. De musea laten oude lijsten
restaureren (578 in vijf jaar), stoten ze af (704 in vijf jaar), laten nieuwe vervaardigen
(zeventig per jaar) of kopen deze op de kunstmarkt (twee per jaar). Bijna tweederde
van de geënquêteerde kunstmusea heeft aangegeven een database van
schilderijlijsten nuttig te vinden. Ik ben van mening dat het bruikleenverkeer van lijsten
toeneemt als de database er is. Vereiste is dat musea eerst hun schilderijlijsten
registreren en fotograferen. Als ik in de enquête de vraag over het afstoten van lijsten
had gesplitst in twee vragen met een onderscheid tussen herplaatsen en vernietigen,
dan hadden de antwoorden over herplaatsing nog meer duidelijkheid kunnen geven
over het nut van een database.

Indien een lijst in bruikleen wordt gegeven kunnen er afspraken gemaakt worden over
restauratie. Een restaurator behandelt elk object met respect ongeacht de waarde.
Ethische factoren spelen hierbij een rol. Mag men een lijst inkorten om hem passend te
maken? Ik vind van niet. Maar verandert dit als de lijst al eens aangepast is? Daar ga
ik twijfelen. Wie bepaalt de culturele waarde van de lijst? Deze culturele waarde kan
echter in de loop van de tijd veranderen. Een eigentijdse lijst kan in de toekomst van
grote culturele waarde zijn. Ik vind het daarom van belang dat ook moderne lijsten
gedocumenteerd worden nu alle informatie en de context nog bekend zijn. Het is niet
eenvoudig om aan te geven wanneer een schilderijlijst een kunstobject is en wanneer
slechts een middel om het schilderstuk te beschermen en op te hangen. Er zijn nog
geen algemene richtlijnen voor het beheer, aanpassen en hergebruik van lijsten en nog
geen criteria voor culturele waardebepaling.

Om de Nederlandse collectie schilderijlijsten goed te kunnen beheren zal het ICN het
komende jaar een leidraad ontwikkelen met criteria voor culturele waardebepaling en
hergebruik van schilderijlijsten. Tevens heeft het ICN werkgroepen opgezet op het
gebied van terminologie, restauratie en database. Na het vastleggen van de thesaurus
heeft registratie van de lege lijsten in mijn ogen prioriteit.

52
De uitkomst van mijn enquête heeft duidelijkheid gegeven aan het ICN, musea en
restauratoren over de stand van zaken betreffende het beheer van lijsten in de
Nederlandse kunstmusea en de behoefte in het erfgoedveld. Ik hoop dat er een vervolg
wordt gegeven aan het onder de aandacht brengen van de lijst bij de opleidingen en
het aanpassen van lesmateriaal. Samenwerking met andere erfgoedinstellingen zoals
archieven is interessant omdat zij veel achtergrondinformatie hebben over
lijstenmakers, handelaren en gilden. Als de gegevens gekoppeld kunnen worden, ziet
de museumbezoeker meer de context van het verhaal en die context geeft betekenis
aan de lijst.

53
Samenvatting
Het onderwerp van dit afstudeeronderzoek is de collectie lege schilderijlijsten in
museumdepots. Dit zijn lijsten die in het verleden om verschillende redenen vervangen
zijn, opgeslagen, maar meestal niet geregistreerd. De herkomst van de lijst is niet altijd
meer bekend. Ze zijn nog wel bruikbaar, maar de collectie wordt niet ontsloten. Het
blijkt om duizenden lijsten zonder schilderstuk te gaan. Om te voorkomen dat deze
lijsten voor altijd ongebruikt in de depots blijven hangen is het nodig om stappen te
ondernemen. Het Instituut Collectie Nederland is in juni 2009 een tweejarig project
‘Schilderijlijsten in Nederland’ begonnen als onderdeel van het ‘Programma Waarde en
waardering’ dat als doel heeft medewerkers in het erfgoedveld bewust te maken van
het belang van waarde en waardering van het cultureel erfgoed en daarvoor methoden
en technieken te ontwikkelen.

De hoofdvraag was hoe de Nederlandse kunstmusea omgaan met hun collectie


schilderijlijsten. Mijn bijdrage aan het project had tot doel een inventarisatie te maken
van het aantal lege lijsten bij de Nederlandse kunstmusea en het beheer ervan. Tevens
is onderzoek gedaan naar de behoefte van de musea om iets met deze collectie te
doen. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête, interviews en
deelname aan expertmeetings die het ICN heeft georganiseerd. Onderwerpen die aan
de orde kwamen lagen op het gebied van registratie, restauratie, bruikleen, aankoop,
afstoten, ethiek en de behoefte aan een thesaurus en een database van lege lijsten. Er
hebben 37 musea meegewerkt aan de enquête. Samen beheren zij ruim 3500 lege
lijsten. Ethische kwesties komen aan bod bij restauratie en culturele waardebepaling. Is
de lijst een kunstwerk of een middel? Het ICN heeft werkgroepen opgezet op het
gebied van terminologie, restauratie en het opzetten van een database. In 2012 zal het
ICN-project leiden tot een publicatie met richtlijnen en criteria voor culturele
waardebepaling en hergebruik van schilderijlijsten.

In dit verslag wordt ook stilgestaan bij het gebrek aan aandacht voor de lijst bij diverse
opleidingen zoals kunstgeschiedenis, museologie, restauratie en registratie. Ik hoop
met dit onderzoek en deze scriptie de lijst meer onder de aandacht te kunnen brengen
bij museummedewerkers en opleidingsinstituten, zodat de lijst in de toekomst de
aandacht krijgt die hij mijns inziens verdient, dat de lijst goed beheerd wordt en de
kennis daarover ontsloten wordt voor de museumbezoekers.

54
Summary
The topic of this final paper is the role of the picture frame as part of the collection in
museums and art galleries. In the past, picture frames were replaced by newer frames
for various reasons and were stored but never registered. The provenance of the
frames is not always known. They could still be of use but the collection of empty
frames has not been made accessible. There seems to be thousands of frames without
pictures. Action is needed in order to prevent these frames being stored forever. In
June 2009, The Netherlands Institute for Cultural Heritage (ICN) started a two-year
project ‘Picture frames’ as part of the ‘Programme Value and valuation’. The objective
of this programme is to make heritage employees more aware of the importance of
value and valuation of cultural heritage and to develop methods and technology for that
purpose.

The central focus of this thesis is how do Dutch art galleries and museums conserve
their collection of picture frames. Research involved making an inventory of empty
frames at Dutch museums and galleries and studying management policies.
Furthermore, research was made into the requirements imposed by museums and the
handling of the picture frame collection. This information was gathered through a
questionnaire, interviews and attending meetings with experts organised by the ICN.
Thirty seven museums, responsible for more than 3500 frames, participated in the
project. The subjects dealt with include registration, restauration, lending, making
frames more accessible to the public, ethics, sales and the need of a thesaurus and
database for empty frames. Can a frame be considered as a piece of art or only as a
means to hang up the picture? Topics such as restoration and valuation are subject to
ethical issues. The ICN has established three professional groups dealing with the
following areas; creating a thesaurus, information concerning restoration and setting up
a database of picture frames. In 2012, the ICN project will result in the publication of
guidelines and conditions for cultural valuation and reuse of picture frames.

This paper also focuses on the lack of attention for picture frames by educational
institutes, such as studies for history of art, registration, restauration and museology.
Hopefully, the research and its conclusions will make the museum employees and
educational institutes more aware of the picture frame, so in the future it will get the
attention that it deserves. Furthermore, it is hoped that museums will take care of their
inventory and that the knowledge about this topic will also be made more accessible to
the museum visitors.

55
Bronnen
Literatuur
Burns, J.T., Framing Pictures (Londen 1978).
Euwe, J., De Nederlandse Kunstmarkt 1940-1945 (Amersfoort 2007).
Grimm, C., Alte Bilderrahmen Epochen – Typen – Material (2e druk; München 1979).
Kordes, C., Handleiding voor het beschrijven van lijsten (Den Haag 1988).
Kordes, C., De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den Haag 1988).
Kruijsen, B., De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van
kunstvoorwerpen (Zwolle 2003).
Mendgen, E. e.a., In Perfect Harmony Picture + Frame 1850-1920 (Zwolle 1995).
Penny, N., Frames Pocket Guides (Londen 1997; herdruk 2005).
Thiel, P.J.J. van, en Bruyn Kops, C.J. de, Prijst de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in
de zeventiende eeuw (Den Haag 1984).

Artikelen in vakbladen
Baija, H., ‘Let op de lijst! De context van het kader’, kM71 (Amsterdam 2009) 20-22.
Tilborgh, L. van, ‘Een lastig probleem de lijsten voor Van Gogh’, Kunstschrift 95-2 (Den
Haag 1995) 33-37.
Truijens, F., ‘De achterkant’, Oog 4/2009 (Amsterdam september 2009) 122.

Films en reportages
Korte film over het vergulden van lijsten, Victoria & Albert Museum (Londen 2009).
NCRV reportage Het Derde Testament over Gregor´s Lijsten, Lijstenmaker Van
Poelgeest en Firma Sala (z.pl. 2009).

Websites
http://www.artdaily.org/index.asp?int_sec=11&int_new=23451&int_modo=2
(Kunstartikel over de tentoonstelling Frames - State of the Art)(geraadpleegd 30-4-
2010).

http://www.auctioneve.com/ (Veilinghuis E&VE in Parijs)(geraadpleegd 13-5-2010).

http://beeldbank.nationaalarchief.nl/nl/afbeeldingen/indeling/gallery/sortering/relevantie/
q/zoekveld/schilderij (Schilderijen op de Beeldbank Nationaal Archief)(geraadpleegd
15-5-2010).

http://www.bonhams.com/cgi-
bin/public.sh/pubweb/publicSite.r?sContinent=EUR&screen=framessale (Bonhams
veiling van schilderijlijsten)(geraadpleegd 2-5-2010).

http://www.codart.nl/ (Codart)(geraadpleegd 13-5-2010).

56
http://www.codart.nl/downloads/Courants/courant6.pdf (Codart Courant juni
2003)(geraadpleegd 13-5-2010).

http://www.collectiewijzer.nl/ (kennisuitwisseling beheer en behoud)(geraadpleegd 13-


5-2010).

http://www.den.nl/docs/20080715171731 (DEN, digitaliseringprojecten)(geraadpleegd


10-4-2010).

http://www.deroosainthill.com/ (Lijstenmaker De Roo & Sainthill)(geraadpleegd 13-5-


2010).

http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’


Organisations) (geraadpleegd 16-5-2010).

http://www.gehringenheijdenrijk.nl/index.php?pid=1 (Lijstenmaker Gehring &


Heijdenrijk)(geraadpleegd 13-5-2010).

http://www.gregorslijsten.nl/paginas/filmmallen.html (NCRV reportage Het Derde


Testament)(geraadpleegd 24-2-2010).

http://www.gregorslijsten.nl/paginas/houttotgoud03.html (Lijstenmaker Gregor


Simoons)(geraadpleegd 2-4-2010).

http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-


2010).

http://herplaatsingsdatabase.nl/nieuws.php#anker3 (geraadpleegd 11-09-2009).

http://www.icn-
kennisdossiers.nl/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=35&
Itemid=90 (ICN Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten)(geraadpleegd 17-4-
2010).

http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/alle%20projecten/project-schilderijlijsten
(Instituut Collectie Nederland)(geraadpleegd 13-08-2009).

http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/waarde-en-waardering (ICN Programma Waarde en


waardering)(geraadpleegd 24-4-2010).

http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/schmidt (Instituut voor


Nederlandse Geschiedenis)(geraadpleegd 18-4-2010).

http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed
&page=1 (DEN, thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010).

http://www.liechtensteinmuseum.at/de/pages/2564.asp (Liechtenstein Museum lijsten


tentoonstelling)(geraadpleegd 13-5-2010).

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/historiek/index.cfm (MovE
Invulboek)(geraadpleegd 4-3-2010).

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm
(MovE Invulboek, zoek op veldnaam)(geraadpleegd 9-4-2010).

57
http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?z
oeken=eenvoudig&veldId=61&type=2 (MovE Invulboek, veld Omlijsting)(geraadpleegd
9-4-2010).

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?z
oeken=uitgebreid&veldId=62&type=3 (MovE Invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010).
http://www.musip.nl/ (MusIP, zoekfunctie deelcollecties)(geraadpleegd 11-4-2010).

http://www.ornament-enbeeldsnijacademie.nl/ (HBO opleiding)(geraadpleegd 20-4-


2010).

http://www.restauratoren.nl/ (Vereniging Restauratoren Nederland)(geraadpleegd 4-5-


2010).

http://www.rijksmuseum.nl/wetenschap/?lang=nl (Online onderzoek


Rijksmuseum)(geraadpleegd 3-4-2010).

http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=
484&PMax=Bladeren&PSkip=0 (Collectie Rijksmuseum Twenthe)(geraadpleegd 3-4-
2010).

http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=811&P_self=
907&PMax=0&PSkip=0&Wormholed=1 (Rijksmuseum Twenthe, restauratie op
zaal)(geraadpleegd 3-4-2010).

http://www.sothebys.com/app/paddleReg/paddlereg.do?dispatch=eventDetails&event_i
d=27576 (Sotheby’s veiling schilderijlijsten)(geraadpleegd 13-5-2010).

http://users.telenet.be/hc_itc325/geschied_kader.htm (Geschiedenis lijstenmakers en


het gilde)(geraadpleegd 29-4-2010).

http://www.theartnewspaper.com/whatson/results.asp?id=1109118 (Frames and their


History, Alte Pinakothek, Munchen)(geraadpleegd 5-4-2010).

http://www.vandashop.com/product.php?xProd=5486&xSec=339&navlock=1 (V&A
Museum)(geraadpleegd 6-5-2010).

http://www.weltexpress.info/cms/index.php?id=6&tx_ttnews%5Btt_news%5D=25901&t
x_ttnews%5BbackPid%5D=549&cHash=485e577572 (Kunstartikel over de
tentoonstelling Frames and their History)(geraadpleegd 30-4-2010).

Algemene literatuur
Simon, J., The Art of the Picture Frame (National Portrait Gallery London 1996).
Suchtelen, A. van, en Beneden, B. van, Kamers vol kunst in zeventiende-eeuws
Antwerpen (Zwolle 2009).

58
Geraadpleegde en geïnterviewde personen
Alabone, G., hoofdconservator lijsten, The Tate, Londen.
Baija, H., restaurator, Rijksmuseum, Amsterdam.
Domela Nieuwenhuis, E., conservator, ICN, Rijswijk.
Doorselaer, M. Van, museumconsulent, provincie Oost-Vlaanderen, Gent.
Erp, M. van, studente kunstgeschiedenis, Amsterdam.
Hallas, R., restaurator, National Portrait Gallery, Londen.
Hoeben, W., hoofd beheer en behoud, Depot Rijksmuseum.
Janssen, H., hoofdconservator, Gemeentemuseum, Den Haag.
Kingma, G., restaurator en gids, Rijksmuseum Twenthe, Enschede.
Klooster, M. van ‘t, student kunstgeschiedenis, Amsterdam.
Knoester, J., docente kunstgeschiedenis, Reinwardt Academie, Amsterdam.
Kordes, C., manager collecties, Stedelijk Museum Schiedam.
Loon, T. van, restaurator, ICN, Rijswijk.
Simon, J., hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen.
Simoons, G., lijstenmaker, Gregor’s Lijsten, Spankeren.
Stam, A., docent informatiebeheer in musea, LCM, Gelders Erfgoed, Zutphen.
Suchtelen, A. van, conservator, Mauritshuis, Den Haag.
Visser, E. de, studente kunstgeschiedenis, Groningen.

Afbeeldingen
Voorblad en Titelblad: De schilderijlijst in de schijnwerpers! Deze afbeelding komt van
de website van Gregor´s Lijsten uit Spankeren en is gebruikt met toestemming van
lijstenmaker Gregor Simoons. http://www.gregorslijsten.nl/paginas/ornament02.html
(Gregor’s Lijsten)(geraadpleegd 9-5-2010).

Afb. 1 - 6 Eigendom van Riny Brocatus-van Leeuwen.


Afb. 7
http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=
484&PMax=Bladeren&PSkip=0 (Jaspar Schade, Cornelius Jonson van Ceulen.
Rijksmuseum Twenthe, Enschede)(geraadpleegd 2-5-2010).
Afb. 8 http://artchive.com/artchive/K/klimt/judith_i.jpg.html (Judith von Holofernes,
Gustave Klimt)(geraadpleegd 5-4-2010).
Afb. 9 Eigendom van Riny Brocatus-van Leeuwen.
Afb.10 http://kunst.blog.nl/exposities/2010/03/25/kunstkamers-in-mauritshuis (Willem
van Haecht, Apelles schildert Campaspe. Mauritshuis, Den Haag)(geraadpleegd 2-5-
2010).

59
Bijlagen

60
Bijlage I – Aankondiging afstudeeronderzoek

Lege lijsten
Museumberichten nr. 1 februari '
10

In februari 2010 start Riny Brocatus-van Leeuwen, studente Cultureel Erfgoed


(Museologie) aan de Reinwardt Academie, haar afstudeeronderzoek naar lege lijsten in
museumdepots. Zij doet dit in samenwerking met het Instituut Collectie Nederland
(ICN) waar in 2009 het tweejarige project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ van start ging.
Projectleider bij het ICN is Eric Domela Nieuwenhuis, conservator oude kunst.

Doel van het onderzoek is inventariseren hoeveel lege lijsten in museumdepots


aanwezig zijn en of er behoefte is aan een database ervan. Onderwerpen die aan de
orde komen zijn onder andere: registratie van de lijsten, vervanging, hergebruik,
bruikleen, restauratie van oude lijsten, aankoop van nieuwe lijsten en benodigde
depotruimte.

In februari en maart vraagt Riny Brocatus-van Leeuwen 60 Nederlandse kunstmusea


mee te doen aan het onderzoek. Wordt ú benaderd voor deze enquête dan hopen wij
natuurlijk van harte dat u meedoet. Wordt u niet benaderd, maar wilt u namens uw
museum wel graag meewerken aan het onderzoek, dan kunt u een bericht sturen naar:
h.vanleeuwen@ahk.nl

Meer over het ICN-project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ kunt u lezen op:


http://www.icn.nl/kenniscentrum/alle%20projecten/project-schilderijlijsten
Bijlage II – ICN project Schilderijlijsten in Nederland

Schilderijlijsten in Nederland
Richtlijnen en criteria voor waardering van in Nederland vervaardigde lijsten

Gepubliceerd op 14-05-2009

Projectnaam: Schilderijlijsten in Nederland


Team | projectleider: Eric Domela Nieuwenhuis
Partnerships: Rijksmuseum Amsterdam, Rijksmuseum Twenthe
later uit te breiden met andere musea
Planning: 01-05-2009 tot 01-05-2011
Doel van het project: Een leidraad ontwikkelen voor restauratie en hergebruik van
lijsten

Al meer dan 600 jaar lijsten kunstenaars hun schilderijen in. Toch is er nauwelijks
kennis over Nederlandse lijsten en lijstenmakers en er is maar weinig waardering voor.
Deze kennis is onmisbaar om tot een weloverwogen waardebepaling van
schilderijlijsten te komen. Een waardebepaling is van belang om de lijsten in de
Collectie Nederland goed te beheren en in presentaties tot hun recht te laten komen.

In Kopenhagen, Londen en New York wordt sinds enige jaren onderzoek gedaan naar
schilderijlijsten. Het is van belang dat Nederland hiervan kennisneemt en hierop
aansluit. Samenhang in de Nederlandse expertise over schilderijlijsten biedt daarbij
een meerwaarde.

Het ICN beheert een collectie van ongeveer 750 ‘lege’ lijsten. Deze zullen geselecteerd
worden ten behoeve van behoud en afstoten. Het project heeft als doel om richtlijnen
en criteria te formuleren voor waardering van in Nederland vervaardigde lijsten. Het
resultaat is een leidraad voor restauratie en hergebruik van lijsten. Tevens wordt
onderzocht welke instrumenten de mobiliteit van schilderijlijsten kunnen vergroten,
zodat deze in Nederlandse musea kunnen worden hergebruikt.

Projectleider: Eric Domela Nieuwenhuis

62
Bijlage III – Enquêteformulier

From frames in the attic


to frames in the picture!

Ingevuld door:
van Museum:
d.d.:

Hoeveel lege lijsten bevinden zich in het depot van uw museum: [ ].


Heeft uw museum deze lege lijsten geregistreerd: Ja/ Nee/ circa %.
Ziet u de collectie lege lijsten als een volwaardig onderdeel van uw collectie: Ja/ Nee.
Heeft u, bij het registreren, behoefte aan een gespecialiseerde thesaurus voor lijsten: Ja/ Nee.
Hoeveel lege lijsten heeft uw museum in de afgelopen vijf jaar in bruikleen gegeven: [ ].
Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar laten restaureren: [ ].
Hoeveel lijsten laat uw museum per jaar vervaardigen ten behoeve van schilderijen: [ ].
Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar aangekocht op de kunstmarkt: [ ].
Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar afgestoten: [ ].
Hoeveel ruimte, in procenten, nemen de lege lijsten in uw depot in: [circa %].
Vindt u het nuttig als er een databank van lege lijsten uit museale collecties komt die bruikleen
tussen musea vergemakkelijkt: Ja/Nee.
Is uw museum bereid om de lege lijsten hiervoor (verder) te registreren en fotograferen: Ja/
Nee/ Alleen de lijsten die wij zelf bruikleenwaardig achten [ ].

Hartelijk dank voor uw medewerking.

Hoogachtend,

Riny Brocatus-van Leeuwen


e-mail: h.vanleeuwen@ahk.nl

63
Bijlage IV – Deelnemers enquête

Plaats Museum/Instelling

Alkmaar Stedelijk Museum Alkmaar


Amersfoort Armandomuseum
Amsterdam Amsterdams Hist. Museum / Museum Willet-Holthuysen
Amsterdam Joods Historisch Museum
Amsterdam Museum Van Loon
Amsterdam Nederlands Scheepvaartmuseum
Amsterdam Rijksmuseum
Amsterdam Stedelijk Museum
Amsterdam Van Gogh Museum, incl. Museum Mesdag Den Haag
Apeldoorn Coda Museum
Apeldoorn Nationaal Museum Paleis Het Loo
Assen Drents Museum
Brielle Historisch Museum Den Briel
Delft Gemeentemusea Delft
Den Bosch Museum Slager
Den Haag Gemeente Museum
Den Haag Mauritshuis
Doorwerth Museum Veluwezoom
Dordrecht Dordrechts Museum/Simon van Gijn
Eindhoven Van Abbemuseum
Enschede Rijksmuseum Twenthe
Groningen Groninger Museum
Haarlem Teylers Museum
Helmond Gemeentemuseum Helmond
Hilversum Museum Hilversum
Leeuwarden Fries Museum
Leiden Stedelijk Museum De Lakenhal
Maastricht Bonnefantenmuseum
Nijmegen Museum Het Valkhof
Rijswijk Instituut Collectie Nederland (ICN)
Rotterdam Museum Boijmans Van Beuningen
Rotterdam Maritiem Museum Prins Hendrik
Schiedam Stedelijk Museum
Tilburg De Pont
Utrecht Centraal Museum
Veere Museum De Schotse Huizen
Vlissingen Zeeuws Maritiem Muzeeum

Totaal 37

64
Bijlage V – Indeling registratievelden Christel Kordes

Algemeen Instellingsnummer
Inventarisnummer
Aantal
Kaart: van:

Identificatie Algemene categorie


Specifieke objectnaam
Omschrijving
Relatie met
Eerste inlijsting

Beschrijving Afmetingen Hoogte Breedte Diepte/Diameter


Buitenmaat
Sponningmaat
Dagmaat

Onderdeel
Positie
Aspect
Trefwoord
Bijzonderheid

Inscriptie
Positie
Methode
Beschrijving/Transcriptie
Bijzonderheid

Conditie Positie
Materiaal
Conditie

Positie
Afwerking
Conditie

Compleetheid

Restauratie
Naam
Datum 1
Datum 2

Vervaardiger Vervaardiger
Plaats vervaardiging
Vervaardigingdatum 1
Vervaardigingdatum 2

Verwerving Wijze verwerving

65
Voorwaarde
Naam
Aankoopsom
Verwervingsdatum
Waarde
Waarde datum

Reproductie Reproductie
Positie
Doel
Datum
Bijzonderheid

Herkomst Naam
Plaats
Datum

Documentatie Veldnummer
Soort document
Auteur
Titel
Tijdschrift
Plaats van uitgave
Jaar van uitgave
Bijzonderheid

Tentoonstelling Titel
Museum
Begindatum
Einddatum
Plaats
Bijzonderheid

Standplaats Standplaats
Datum
Beschrijver
Datum

Opmerking Opmerking

66
Bijlage VI – Indeling registratievelden Rijksmuseum

SK-L nummer Schilderkunst Lijstnummer

Type

Ornament

Constructie

Wijzigingen

Ophang

Conditie

Overig

Vervaardiger

Datering

Materiaal

Techniek

Afmetingen Buitenmaat
Dagmaat

Gerelateerd schilderij

Opschrift Voorzijde
Achterzijde

67
Bijlage VII – Uitkomst enquête
.

De schilderijlijst
in de schijnwerpers!

Ingevuld door: 36 Musea en het ICN


13 februari - 12 april 2010

Hoeveel lege lijsten bevinden zich in het depot van uw museum: 3536

Heeft uw museum deze lege lijsten geregistreerd: 10xJa 21xNee 5xDeels 1xN.v.t.

Ziet u de collectie lege lijsten als een volwaardig onderdeel van uw collectie:
18xJa 18xNee 1x Sommige

Heeft u, bij het registreren, behoefte aan een gespecialiseerde thesaurus voor lijsten:
16xJa 20xNee 1xTwijfel

Hoeveel lege lijsten heeft uw museum in de afgelopen vijf jaar in bruikleen gegeven: 3

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar laten restaureren: 578

Hoeveel lijsten laat uw museum per jaar vervaardigen ten behoeve van schilderijen: 69

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar aangekocht op de kunstmarkt: 10

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar afgestoten: 704

Hoeveel ruimte, in procenten, nemen de lege lijsten in uw depot in: ruim 1%

Vindt u het nuttig als er een databank van lege lijsten uit museale collecties komt die bruikleen
tussen musea vergemakkelijkt: 23xJa 13xNee 1xTwijfel

Is uw museum bereid om de lege lijsten hiervoor (verder) te registreren en fotograferen:


10xJa 8xNee 16xAlleen de lijsten die wij zelf bruikleenwaardig achten 3xN.v.t

68
Riny Brocatus-van Leeuwen
Kostverloren 9
6661 DW Elst (Gld.)

h.brocatusvanleeuwen@hetnet.nl
http://nl.linkedin.com/pub/riny-brocatus-van-leeuwen/19/49b/876

copyright 2010

69

You might also like