You are on page 1of 4

HET BOEKEN-ONDERZOEK.

Open innovatie: een model met toekomst maandag 19 september 2005 Auteur: Thierry Debels De Standaard

Volgens Henry Chesbrough is open innovatie ht innovatiemodel voor de toekomst. Bij open innovatie zijn er geen grenzen: bedrijven kunnen uitvindingen van andere ondernemingen of ondernemers commercialiseren. Open innovatie werkt ook omgekeerd: niet alle interessante concepten worden immers door de onderneming zelf op de markt gebracht. Anderen kunnen er wel brood in zien. Het concept van open innovatie wordt reeds enkele jaren toegepast bij Procter&Gamble. De Swiffer werd bijvoorbeeld uitgevonden door een Japanse concurrent. Maar P&G verdient er nu veel geld mee. Dichter bij huis wordt open innovatie omhelsd door topman Julien De Wilde van Bekaert. En ook Siemens en Philips geloven erg sterk in het concept.
1

Innovatie was tot voor kort erg eenvoudig: ondernemingen brachten getalenteerde onderzoekers samen in een afdeling - het R&D departement - en lieten hen hun ding doen. Larry Huston, vice president innovatie en kennis van P&G, is zich bewust van de beperkingen van dit gesloten innovatiemodel. ,,In ons R&D-departement hebben we 7.500 werknemers in 150 verschillende domeinen. Maar er zijn anderhalf miljoen getalenteerde onderzoekers buiten Procter&Gamble'', vertelt hij in een interview. Huston wil dan ook dat maar liefst 50% van de innovatie extern gebeurt. Niet alleen de Swiffer komt oorspronkelijk van een concurrent. Ook de bestseller Crest SpinBrush, een elektrische tandenborstel, werd oorspronkelijk uitgevonden door een externe ondernemer. Nu brengt de SpinBrush P&G jaarlijks 200 miljoen dollar op. Chesbrough is verbonden aan de prestigieuze Haas Business School. Voor de onderzoeker is het erg duidelijk: ,,De simpele waarheid is dat geen enkele onderneming nog een monopolie heeft op grootse ideen en sublieme werknemers''. In de ,,oude economie'' was iets waardevols omdat het schaars was. Ondernemingen die met andere woorden de exclusieve rechten bezaten op producten of de beste ideen hadden voor nieuwe, konden erg veel geld verdienen. Vandaag is de situatie volledig anders. ,,Openheid en de beschikbaarheid van goede ideen - waar die ook vandaan komen - creren waarde'', vertelt Chesbrough in zijn boek. Ook Siemens moet niet meer worden overtuigd van open innovatie. In december van vorig jaar demonstreerde de onderneming een datatransfersnelheid bij een draadloos
2

netwerk van maar liefst 1 gigabit per seconde. De meeste draadloze netwerken zitten op dit moment aan nauwelijks 50 megabit per seconde. Volgens Lothar Pauly, de ceo van Siemens Communicatie, is dit resultaat volledig te danken aan open innovatie en een actieve zoektocht naar bekwame partners. Zo sloot Siemens een partnership met het Fraunhofer Instituut voor Telecommunicatie, een vooraaanstaand R&D-centrum in Duitsland. Ook richtte Siemens een filiaal op, Siemens Mobile acceleration (SMA), met de bedoeling uitvindingen buiten Siemens op te sporen en te ondersteunen. ,,Open innovatie gaat niet alleen over R&D, maar ook over bedrijsfmodellen en ideen die innovatie zullen vermarkten'', vertelt Pauly. Philips is sinds jaren een grote voorstander van open innovatie. Midden maart van dit jaar maakte de onderneming een overeenkomst bekend met New Venture Partners (NVP). De Amerikaanse durfkapitalist krijgt de mogelijkheid rond te snuffelen in de onderzoekslaboratoria van Philips. NVP gaat er op zoek naar potentieel kansrijke technologin die buiten de kern van de strategie van Philips vallen. Vervolgens worden deze concepten met het geld van NVP ontwikkeld tot hopelijk volwaardige bedrijven. InnoCentive is in feite het grootste R&D departement ter wereld. Toch bestaat de afdeling enkel virtueel. InnoCentive is immers een zogeheten kennismakelaar. Ondernemingen zoals P&G, DuPont en Dow Chemical plaatsen complexe problemen die ze bij innovatie tegenkomen via Innocentive anoniem op het internet. Hiervoor betalen ze de makelaar 80.000 dollar.
3

Wetenschappers van over de hele wereld - volgens Innocentive op dit moment meer dan 80.000 - mogen dan creatieve oplossingen voorstellen voor die uitdagingen. De onderzoeker die met de beste oplossing op de proppen komt, kan prijzen tot 100.000 dollar verdienen. Innocentive krijgt op die som nog eens een commissie. Volgens Chesbrough zien gevestigde ondernemingen entrepreneurs en durfkapitalisten die de financiering verschaffen voor de innovaties nog al eens als bedreigingen. Onterecht beweert hij. Ze zouden gezien moeten worden als ,,laboratoria'' die echte producten testen voor echte klanten. In een dynamische economie kan dergelijke informatie veel waardevoller zijn dan hypothetische marketingonderzoeksinformatie.

Besluit : een onmisbaar boek voor iedereen die direct of indirect met innovatie te maken heeft. Beoordeling : ****

Henry Chesbrough, (2005),'Open Innovation', HBS Press.

Thierry Debels bespreekt elke week een boek voor managers en hun medewerkers.

You might also like