Professional Documents
Culture Documents
Voordat je verder gaat lezen: print dit eerst uit, neem het mee overal waar je naar toe gaat en
werk ermee. Alleen hierdoor zul je de technieken echt onder de knie krijgen!
Subtiel rapport maak je door bewegingen en gebaren pas later na te doen, door ze
gedeeltelijk na te doen of door ze met een ander lichaamsdeel na te doen. Als je de
bewegingen van de ander nadoet op hetzelfde moment, dan is het ‘spiegelen’ en dit kan de
irritatie van de ander behoorlijk opwekken. Waarschijnlijk is dit niet je doel! In plaats daarvan
pak je het subtieler aan. De eerste stap hierin is aandacht. De aandacht die je iemand geeft als
je observeert, is al de helft van het opbouwen van rapport. Soms observeer ik alleen maar en
ga dan later, als we niet meer samen zijn, in rapport. Dan kan ik uitgebreid oefenen om met
diegene in rapport te zijn. De volgende keer kan ik dat dan onopvallend toepassen en me beter
concentreren op bijvoorbeeld de inhoud van het gesprek.
Je kunt rapport maken met iemand door je zintuigen te gebruiken. Je kan dingen die je kunt
zien, horen en voelen nadoen.
Rapport opbouwen is een belangrijke vaardigheid die je helpt om snel op één lijn te zitten met
de ander, op dezelfde golflengte. Voordat je ook maar iets doet bij of met een ander, is een
goed rapport absoluut noodzakelijk. Rapport is een natuurlijk verschijnsel. Als jij met je
partner, een goede vriend(in) of een broer of zus aan het praten bent heb je automatisch direct
een goed rapport (als het goed is…). Bij mensen die je minder goed kent of net leert kennen,
1
is het zinvol om een goed rapport bewust te gaan opbouwen zodat het contact direct goed
verloopt.
MATCHING
Bij matching gaat het erom dat je je verbale en non-verbale gedrag afstemt op dat van de
ander. Belangrijk is de volgorde waarin je gaat matchen: richt je eerst op de lichaamstaal,
vervolgens op de stem en uiteindelijk op de woordkeuze van de ander. Waarom? Omdat 55%
van de communicatie bepaald wordt door lichaamstaal, 38% door de stem en slechts 7% door
de inhoud of woorden die je gebruikt!
Lichaamshouding
Wat zie je aan iemand, welke gebaren kun je onopvallend nadoen, kun je de lichaamshouding
nadoen, leunt iemand meer de ene kant op of de andere? Hoe houdt hij zijn hoofd? Hoe
beweegt hij zijn hoofd als hij praat? Hoe verdeelt hij zijn gewicht als hij staat? Hoe loopt hij?
Het gezicht van iemand geeft enorme mogelijkheden om rapport mee te maken. In je gezicht
zitten meer dan 70 spieren die op verschillende manieren bewegen. Hoe knippert hij met z’n
ogen? Hoe fronst hij zijn voorhoofd, lachrimpels, neusvleugels, de bewegingen van de mond
en ga zo maar door. Een mensengezicht beweegt! Door je bewust te worden van (enkele van
deze) aspecten bij degene met wie je communiceert, kun je ze stapje voor stapje gaan
nabootsen. Begin met bijvoorbeeld de wenkbrauwen, ga daarna door naar bewegingen met de
mond enzovoort. Stap voor stap match je de lichaamstaal van de ander.
Ademhaling
Rapport maken met de ademhaling kun je vaak zien (meebewegen van het lichaam bij in- en
uitademen) en soms kun je het ook horen. In het spreektempo van iemand kun je ook de
ademhaling horen. Als iemand inademt, dan kan hij niet praten. Dat kan alleen tijdens het
uitademen. Dus de stiltes die vallen in zinnen zijn vaak de momenten van inademen. Ademt
iemand hoog in de borstkas, lager of heeft hij een diepe buikademhaling? Je kan daar dus het
ritme en de diepte van jouw ademhaling op aanpassen.De ademhaling van iemand nadoen kan
wel eens lastig zijn, omdat je dan meer of minder zuurstof dan je gewend bent naar binnen
krijgt. ‘Kruislings matchen’, het nadoen met een ander lichaamsdeel, zoals ik later verder nog
omschrijf, is dan de oplossing. Ik tik het ritme van je ademhaling met m’n voet op de grond of
zachtjes met m’n vinger op tafel.
2
Onderdeel 2: Stem (38%)
Je kunt letten op toonhoogte, tempo, volume, timbre en intonatie. Praat de ander snel en
hoog of juist laag en langzaam. Legt hij de nadruk op bepaalde woorden. Gebruikt iemand
veel klanken? Praat hij diep vanuit zijn buik of hoor je neusklanken? Let eens op de rijkdom
van een stem.
In openbare of drukke gelegenheden kan je oefenen om naar deze kwaliteiten van een stem te
leren luisteren. Als je zo ver van een paar mensen afzit dat je niet kunt verstaan wat ze zeggen
maar wel kunt horen dat er gepraat wordt, zul je snel de verschillen ontdekken.
Stem kun je matchen op toonhoogte (praat iemand hoog, laag of er tussen in), volume (hard of
zacht), ritme, duidelijkheid, intonatie (veel, weinig). Begin ook weer eenvoudig. Praat iemand
heel erg langzaam? Pas dan jouw tempo ook, wel zodanig dat het nog natuurlijk voor jou
aanvoelt. Praat iemand heel erg zacht? Ga dan ook zachter praten dan je normaal zou doen.
Enzovoort.
3
Rapport oefenen
• Ga ergens zitten waar veel mensen zijn. Kies iemand uit waar je naar gaat luisteren.
Kijk niet naar de persoon; luister alleen naar woordgebruik. En schrijf zoveel mogelijk
op. Doe dat een week, overal waar je bent.
• De week daarop ga je je concentreren op de toon, het ritme et cetera. Tik met je
vingers het ritme dat je oppikt zachtjes op je benen na (kruislings matchen). Luister
niet naar de woorden van degene naar wie je luistert.
• Oefen apart op verschillende onderdelen van rapport. Eerst de ademhaling, dan
gebaren, dan woorden (of in een andere volgorde) totdat je ze kunt combineren.
Een goeie NLP-er maakt heel subtiel en onopvallend rapport, de ander merkt het niet
bewust. Doel: het tot stand brengen van vertrouwen, harmonie en samenwerking in een
relatie.
Veel succes!
p.s. volgende week ontvang je deel II van deze mini e-cursus, dus houd je e-mailbox in de
gaten!