You are on page 1of 15

VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

Willem Hovy en Abraham Kuyper


Brothers in crime
Jac de Groot 30-1-2013

INHOUDSOPGAVE
Inleiding ............................................................................................................................ 2 biografie van Willem Hovy (1840 1915) .......................................................................... 3 Soevereiniteit in eigen kring ............................................................................................. 4 Verhouding Kuyper en Hovy ............................................................................................. 6 Doleantie ........................................................................................................................ 6 Vrije Universiteit ............................................................................................................ 7 Patrimonium ................................................................................................................... 8 Willem Hovy en de Civil Society ......................................................................................12 Bronvermelding................................................................................................................14

INLEIDING

In dit essay wil ik de verhouding tussen Abraham Kuyper en Willem Hovy onderzoeken. Het essay staat in het licht van de opbouw van het Protestants maatschappelijk leven in Nederland, dat vanaf het vierde kwart van de 19e eeuw opkwam. De focus ligt grotendeels op Willem Hovy (1840 1915). Er worden organisaties en gebeurtenissen besproken waarbij hij betrokken was. In het bijzonder gaat het om de Doleantie van 1886 in de Nederlands Hervormde Kerk, de oprichting van de Werkliedenvereniging Patrimonium in 1876 en de oprichting van de Vrije Universiteit in 1880. Het essay is als volgt opgebouwd: - een biografie van Willem Hovy; - uitleg van het begrip soevereiniteit in eigen kring; - verhouding tussen Hovy en Kuyper. Tenslotte wordt er aandacht besteed aan de invloed van Willem Hovy op en in de civil society. Dit hoofdstukje dient ook als conclusie van het essay.

Kampen, 30 januari 2013 Jac de Groot Masterstudent Theologie a/d Theologische Universiteit Kampen st. nr. TU Kampen: 12011 st. nr. Vrije Universiteit: 2528732

BIOGRAFIE VAN WILLEM HOVY (1840 1915)

Op 17 juli 1840 werd Willem Hovy in Beverwijk geboren in een van huis uit Waals Hervormd gezin. Na zijn opleiding aan de Technische School in Utrecht kwam hij in dienst bij de bierbrouwerij en azijnmakerij van de firma Van Vollenhoven & Co.1 De naam van de brouwerij was De gekroonde valk. Dit was op 28 juli 1858. Deze onderneming was het eigendom van zijn grootmoeder, de weduwe Van Vollenhoven; ook zijn vader was daar werkzaam.2 In 1867 werd hij directeur van deze firma en in datzelfde jaar ontmoette hij Abraham Kuyper3, die later een grote rol zou spelen in het leven van Hovy. Rond deze tijd ging Hovy met zijn gezin ook over naar de Nederlands Hervormde Kerk, waar hij in 1873 werd verkozen tot ouderling. Naast ondernemer was Hovy ook politicus. In 1881 werd hij gemeenteraadslid in Amsterdam, wat hij tot 1899 zou blijven.4 Daarnaast was hij lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland tussen 1892 en 1901.5 Daarna kwam hij voor de Staten van Zeeland als senator in de Eerste Kamer. Hij zou tot zijn dood op 27 februari 1915 lid blijven van de Eerste Kamer voor de ARP.6 In 1876 was hij mede-oprichter van het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium, Ook was hij n van de stichters van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag in 1879 en de grote financier van de oprichting van de Vrije Universiteit in 1880. In 1886 werd hij, samen met 79 andere leden van de kerkenraad van de Nederlandse Hervormde Kerk in Amsterdam geschorst naar aanleiding van de proponentsformule en de attestenkwestie in de Amsterdamse Hervormde Kerk.7 Hovy kan getypeerd worden als iemand, die in de eerste helft van zijn leven veel had meegemaakt, maar waarbij het hem grotendeels voor de wind ging. Deze eerste dertig jaar zijn onmisbaar voor het verdere verloop van zijn leven. In zijn briefwisseling met Kuyper komt hij over als een man, die rustig en weloverwogen schrijft, hoewel het handschrift soms onduidelijk is. Hij denkt over veel dingen na: kerk, politiek, samenleving. Een intelligent man, zonder universitaire graad en heeft zijn hoge positie in de samenleving te danken aan hard werken. De wijsheid van het leven heeft het karakter van Hovy gevormd tot de man, die conflicten liever uit de weg lijkt te gaan.

Grosheide, prof. dr. F.W. (red.), Christelijke Encyclopaedie, tweede deel, J.H. Kok, Kampen 1925, 651 2 http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/hovy (bezocht op 30 januari 2013) 3 Woude, R. van der, Geloof in de brouwerij, Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2009, 66 4 Grosheide, Christelijke Encyclopaedie II, 651 5 http://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Hovy (bezocht op 8 januari 2013) 6 http://www.eerstekamer.nl/persoon/w_hovy_arp (bezocht op 8 januari 2013) 7 Bremmer, dr. R.H. Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie Willem de Zwijgerstichting, Apeldoorn 1986, 58

SOEVEREINITEIT IN EIGEN KRING

Het begrip soevereiniteit in eigen kring speelt een sleutelrol in de christelijke politiek van Nederland sinds het einde van de 19e eeuw. Ook in het licht van de verhouding tussen Hovy en Kuyper is het van belang kort bij dit onderwerp stil te staan. In alle drie de themas die ik hanteer in dit essay komt dit begrip in meerdere of mindere mate naar voren. De soevereiniteit in eigen kring heeft de sleutelrol in de verhouding tussen Hovy en Kuyper. In 1880 hield Abraham Kuyper de rede bij de opening van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Deze rede had de titel Souvereiniteit in eigen kring. Hij bedoelt hiermee, dat elke levenskring onafhankelijk is en niet onder het gezag van een andere levenskring staat. Er zijn verschillende vormen van levenskringen. In zijn openingsrede spreekt hij: Gelijk men spreekt van een zedelijke wereld, een wetenschappelijke wereld, een handelswereld, een kunstwereld, zoo spreekt men juister nog van een kring des zedelijken, een kring des huiselijken, een kring des maatschappelijken levens, elk met een eigen gebied, en omdat ze een eigen gebied vormen, met binnen den omtrek van dat gebied een eigen Souverein.8 Verderop spreekt Kuyper: Al deze kringen nu grijpen met de tanden hunner raderen in elkar, en juist door dat op elkar werken en, in elkar schuiven van deze kringen ontstaat het rijke, veelzijdige, veelvormige menschenleven; maar ontstaat k, in dat leven, het gevaar dat de ne kring den naastliggenden inbuige; aldus een rad horten doe; tand na tand stuk wringe; en dusdoende den gang store van het geheel. 9 Dit is de basis van de soevereiniteit in eigen kring, dat dus elke groepering, religieus of niet religieus, Liberaal of Socialistisch, zelf mag beslissen hoe het zich organiseert of manifesteert. Wel ziet Kuyper het gevaar, dat er groepen zijn, die deze manier van het vrij organiseren of manifesteren kunnen doen stuklopen. Als oplossing geeft Kuyper daarvoor het volgende: En vandaar dus de bestaansreden voor het optreden in het Staatsgezag van nog een afzonderlijken gezagskring, die voor het leven dezer velerlei kringen, in zoover ze uittreden naar het zichtbare, goede op elkar werking heeft mogelijk te maken en ze heeft te houden binnen de palen van het recht.10 De Staat is er voor het houden van orde in de zichzelf organiserende samenleving. Dit is Liberalisme pur sang: de Staat laat de mensen zoveel mogelijk vrij in haar doen en laten en zal alleen in hoognodige gevallen optreden. De staat is hierbij de hoogste levenskring. De soevereiniteit van de staat is een afgeleide van de enige werkelijke, dat wil zeggen de goddelijke soevereiniteit.11 Verwonderlijk is dit niet bij Kuyper. Tegenwoordig ziet men hem als een pijler van de christelijke politiek. Op 7 februari 1874 schreef Groen van Prinsterer aan Kuyper het volgende: Verg niet meer dan ik geven kan. Uwe praemissen vind ik uitnemend. Ook de Grondwetsherziening in generalen zin, ook het Christelijk Liberalisme.12 Een liberaal op christelijke grondslag: zo mag Kuyper wel omschreven worden. Dit Liberalisme geeft meteen een invulling aan het begrip vrij bij Kuyper. Vrij betekent bij
8 9

Kuyper, A. Souvereiniteit in eigen kring, Uitgeverij J.H. Kruyt, Amsterdam 1880, 11 Kuyper, A. Souvereiniteit, Amsterdam, 12 10 Kuyper, A. Souvereiniteit, Amsterdam, 12 11 Deursen, A.Th. van, Een hoeksteen in het verzuild bestel Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2005, 33 12 Bremmer, Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie, Apeldoorn, 28

hem vrij van Staatsbemoeienissen. De Vrije Universiteit werd niet gefinancierd door de overheid. De vrijmaking van de Kerk betekende het losmaken van overheidsbemoeienis in de kerken: een strikte scheiding van kerk en staat. Ook het mogen stichten van Scholen met den Bijbel kan gezien worden als een vorm van dit Liberalisme en recht op organisatie en manifestatie van levenskringen. Dit idee van de soevereiniteit in eigen kring bewerkstelligde de opbouw van de verzuilde samenleving in Nederland, waarin verschillende ideologien eigen organisaties had in de samenleving. Ook in andere landen heeft Kuyper invloed uitgeoefend: In de Verenigde Staten is de federale overheid er grotendeels voor de orde en de veiligheid en wil de overheid zo min mogelijk ingrijpen in de samenleving. In Zuid-Afrika heeft het begrip in de 20e eeuw geleid tot de apartheid.

VERHOUDING KUYPER EN HOVY

In de hierboven geschetste korte biografie van Hovy werd al gerefereerd aan de ontmoeting tussen hem en Kuyper in 1867. Hoe de ontmoeting plaatsvond, is niet bekend, wel is bekend dat Hovy en Kuyper goede vrienden werden. Vanaf de kennismaking in 1867 kwam er een briefwisseling tussen de beide heren en de beide echtparen op gang. De brieven, die Hovy geschreven heeft, zijn te vinden in het persoonsarchief van Abraham Kuyper in het Historisch Documentatiecentrum van het Nederlands Protestantisme in Amsterdam. Veel brieven, door Hovy geschreven gaan over geloofszaken, de Kerk, zendingswerk in Nederlands Indi, of over vergaderingen. Dit is de overgrote meerderheid, in elk geval in de periode tussen 1870 en 1879. Voor zover er politiek in de brieven aan de orde komt, of onderwerpen die politiek gerelateerd zouden kunnen zijn, zijn er in de periode 1876 1879 een achttal brieven, die deze onderwerpen aansnijden. Een klein deel van de brieven, voornamelijk gericht aan het echtpaar Kuyper, gaat in op persoonlijke omstandigheden in de families Kuyper en Hovy. Een voorbeeld is de brief die Hovy schreef in januari 1874. Hij haalt hierin het overlijden van twee van zijn kinderen aan (Gulian en Elisabeth), die twee jaar eerder kort na elkaar gestorven waren. Zoals het wel vaker bij vrienden gebeurt, waren Kuyper en Hovy het niet altijd met elkaar eens. Ook dit zal merkbaar zijn in de onderwerpen, die aangesneden worden. Maar ondanks verschillen van mening blijven vrienden toch vrienden. In dit hoofdstuk wil ik ingaan op drie zaken waarbij Hovy en Kuyper beiden persoonlijk en gezamenlijk betrokken waren: Doleantie, Vrije Universiteit en Patrimonium.

DOLEANTIE
Uit de briefwisseling met Kuyper blijkt dat de kerk Hovy zeer na aan het hart ligt. Het leek erop dat Hovy in 1877, vier jaar nadat hij ouderling geworden was, geen heil meer zag in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij schreef op 28 oktober 1877 aan Kuyper, dat er iets nieuws gebouwd moet worden13. Hij lijkt hier te schrijven over een nieuwe kerk. Deze nieuwe kerk ontstond in 1886 in Amsterdam na een aantal jaar van onrust. Hovy had dezelfde orthodoxe inslag als Kuyper. Hovy werd benvloed door het Rveil, dat zocht naar eenvoudige en praktische vroomheid, en door de Herrnhutters, die nadruk legden op het geloof door de daad. Hovy werd hierdoor geraakt en het christelijk geloof was voor hem een praktiserende religie. Hij lijkt hiermee anders te zijn dan zijn familie, die uit elitaire kringen van de Waalse Hervormde Kerk kwam, waar Hovy was opgevoed in een traditioneel, gemoedelijk en optimistisch, maar weinig strijdbaar geloof.14 Zijn visie op het christendom maakte hem tot een bewogen christelijk-sociaal ondernemer. Vanaf zijn bekering tot het orthodoxe christendom in 1867 voerde Abraham Kuyper een strijd tegen de vrijzinnigheid in de Nederlandse Hervormde Kerk. In deze strijd had hij in Willem Hovy een vriend en medestander gevonden. De strijd begon met de wil de Kerk te hervormen. Doordat sinds 1866 de gemeente zelf
13 14

HDC, Archief Kuyper. W. Hovy aan A. Kuyper, 28 oktober 1877 Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2006, 131-132

mocht stemmen voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen hoopte Kuyper op een orthodoxe meerderheid in de kerkenraden. Met de oprichting van de Vrije Universiteit in 1880 (verderop wordt hier nader op ingegaan) kwam de strijd in een nieuwe fase. Tot nu toe werden de predikanten voor de Hervormde Kerk opgeleid aan de staatsuniversiteiten in Groningen, Utrecht en Leiden.15 Het werd echter gauw duidelijk dat men in de Hervormde Kerk geen predikanten wenste van de Vrije Universiteit. De druppel die de emmer deed overlopen in de kerkelijke strijd in Amsterdam was niet de tegenstand met betrekking tot de studenten van de Vrije Universiteit, maar dat werd de proponentsformule en de attestenkwestie. De proponentsformule is de tekst die kandidaat-ambtsdragers ondertekenen bij het aannemen van het ambt. De attestenkwestie ging over de vraag wat er beleden diende te worden wanneer iemand als lidmaat van de Hervormde Kerk in Amsterdam kon worden toegelaten. De vraag rees of iemand, die lidmaat was in een vrijzinnige Hervormde Kerk van buiten Amsterdam, wel lid kon worden. Dit laatste conflict liep hoog op en het Classicaal Bestuur van de Hervormde Kerk schorste 8 predikanten, 42 ouderlingen en 33 diakenen, samen 80 leden van de Amsterdamse kerkeraad.16 Zowel Kuyper als Hovy werden geschorst. De Doleantie was een feit. Hovy werd geschorst omdat hij weigerde mee te werken aan aanneming van kerkleden door moderne predikanten. Toen in januari 1886 er een strijd losbarstte om het bezit van de kerkelijke goederen, stuurde Hovy zijn ondergeschikten (werknemers) Klaas Kater en Bart Poesiat naar de Nieuwe Kerk om die te bewaken.17 Een andere versie van het verhaal is, dat Hovy deze twee werknemers stuurde om een paneel uit de kerkdeur van de Nieuwe Kerk te zagen om Kuyper en de zijnen toegang te verschaffen tot de kerk.18

VRIJE UNIVERSITEIT
Op 5 december 1878 werd in Utrecht de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag opgericht. Ongeveer een jaar eer der werd een gespreksgroep opgericht, met als doel: een eigen gereformeerde universiteit. Deze gespreksgroep kwam samen in het huis van Willem Hovy.19 Kuyper was hier ook bij aanwezig. Deze vrije gereformeerde universiteit werd in 1880 opgericht en Hovy werd de grote financier voor de oprichting van de universiteit. Hij schonk hiervoor 25.000 gulden en een bedrag van 250 gulden per jaar voor elk katheder.20 De mogelijkheid voor de stichting van de Vrije Universiteit was een gevolg van een wetswijziging in 1876, toen op de theologische faculteiten de vakken dogmatiek en homiletiek werden geschrapt en tevens de mogelijkheid gecreerd werd tot oprichting van bijzondere instellingen.21 Eind 1877 begon Abraham Kuyper, samen met Willem Hovy en Frederik Rutgers met een beraad teneinde te komen tot een oprichting van een vrije universiteit. In februari 1879 kwam de koninklijke goedkeuring voor de
15 16

Bremmer, Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie, Apeldoorn, 38 Bremmer, Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie, Apeldoorn, 58 17 Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Hilversum, 153 18 Woude, Geloof in de brouwerij, Amsterdam, 88 19 Deursen, Hoeksteen, Amsterdam, 22 20 Deursen, Hoeksteen, Amsterdam, 25 21 Deursen, Hoeksteen, Amsterdam, 25

universiteit.22 Nu kon ook daadwerkelijk de universiteit gesticht worden, wat in 1880 ook gebeurde. Willem Hovy werd de president-directeur van de Vrije Universiteit; hij opende ook de eerste dies natalis. Er kan gedacht worden dat Hovy de presidentdirecteur werd uit dankbaarheid voor de gulle schenking, wellicht is dit deels waar, maar hij werd gekozen met een meerderheid van stemmen. De Vrije Universiteit heet vrij, omdat er geen binding is aan kerk of staat.23 De universiteit is een product van datgene wat Kuyper in de openingsrede van de universiteit zei: soeverein in eigen kring. In 1895 scheidde Hovy van de Vrije Universiteit. De reden die hieraan ten grondslag ligt, is paradoxaal. Het begon in de Anti-Revolutionaire Partij met een meningsverschil over het kiesrecht. Dit meningsverschil ging, zeg maar, tussen Kuyper en A.F. de Savornin Lohman. In de Tweede Kamer kwam het in de partij tot twee verschillende fracties. De Savornin Lohman was tevens hoogleraar aan de Vrije Universiteit en kreeg ontslag in 1895. Hij moest weg omdat hij in de politiek met Kuyper van mening verschilde.24 De reden waarom Hovy zijn taken als president-directeur neerlegde, was omdat hij zijdelings betrokken was bij de zaak tussen Kuyper en De Savornin Lohman. En van de dochters van Hovy was getrouwd met Savornins zoon. De familierelatie gaf echter niet de doorslag voor Hovy, maar de ontdekking dat Kuyper en Rutgers dit scenario vanaf het begin geleid hadden.25 Hovy stelde daarmee dat het optreden krenkend, tergend en onbroederlijk was. Hovy noemde dit een complot.26 Ondanks dit alles bleef Hovy een voorstander van de Vrije Universiteit. Het is bijzonder te zien, hoe een universiteit, die vrij is van de binding aan kerk of staat, toch scheurt vanwege politieke onenigheid.

PATRIMONIUM
In het boek Geloof in eigen zaak wordt bij de biografie over Willem Hovy ook een stuk gewijd over Patrimonium. Het werkliedenverbond Patrimonium is onlosmakelijk verbonden met de naam van Hovy. Patrimonium is een voorbeeld van een levenskring, zoals Kuyper deze zag: een groep van christelijke arbeiders en werkgevers, die samen een eigen vereniging organiseert en zich manifesteert, zonder van de overheid afhankelijk te zijn. In de tweede helft van de 19e eeuw kregen arbeiders meer de mogelijkheid zich te organiseren. Oorzaken die hiervoor aangewezen worden zijn: meer vraag naar geschoolde arbeid, hogere verdiensten voor de arbeiders, kortere werktijden.27 Vanaf 1872 werd het coalitieverbod opgeheven, dat in de Franse Tijd was ingesteld. Socialisme kreeg een steeds grotere invloed op de Nederlandse arbeiders. In 1871 werd het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond (ANWV) opgericht als reactie op sociale onrust elders in Europa. Het ANWV was niet voor de klassenstrijd, zoals het Marxisme leerde, maar voor samenwerking tussen de klassen. Evenals het ANWV stond het latere Patrimonium voor samenwerking tussen de verschillende klassen in de samenleving. De reden voor oprichting van Patrimonium was
22 23

Bremmer, Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie, Apeldoorn, 37 Deursen, Hoeksteen Amsterdam, 20 24 Deursen, Hoeksteen, Amsterdam, 62 25 Deursen, Hoeksteen, Amsterdam, 62 26 Woude, Geloof in de brouwerij, Amsterdam, 89 27 Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Hilversum, 143

dus niet een verschil van inzicht, maar wel over de invloed van de vrijzinnig-liberalen. Patrimonium was van een orthodox-christelijke signatuur. Doordat Hovy en Kuyper bevriend waren, werd Kuyper op de hoogte gesteld door Hovy over een op te richten werkliedenverbond. Op 1 januari 1876 schrijft Hovy al over een christelijke democratische beweging.28 Duidelijk is, dat Hovy vanaf 1876 Kuyper begon te betrekken bij zijn ideen. De brief van 1 januari 1876 rept ook over de geplande bijeenkomst aan de Lindengracht 76 op maandag 3 januari 1876.29 Tijdens deze bijeenkomst werd de grondslag gelegd van het latere Patrimonium. Dat Kuyper bij de ideen van Hovy betrokken werd, spreekt voor zich. Immers, sinds 1873 was Kuyper lid van de Tweede Kamer. Hij sprak als parlementarir voornamelijk over de onderwerpen: onderwijs, kiesrecht, arbeid en buitenlandse zaken.30 In het boekje Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie wordt door dr. R.H Bremmer de indruk gewekt dat Kuyper zich veelvuldig bezig hield met de kerk. Bremmer schrijft: Al spoedig na zijn intree in de Tweede Kamer bond hij bij de begrotingsdebatten van 1874 de strijd aan voor de opheffing van de Koninklijke Besluiten van 1816 en 1852. Maar op dat punt ving hij bot evenals bij een poging aan de Christelijke Gereformeerden hun predikantstraktementen door de staat te doen uitkeren.31 Hovy betrekt Kuyper dus bij ideen aangaande verbetering van de positie van de arbeiders. Hovy wil graag dat Kuyper meedenkt over de invulling van een christelijke democratische beweging. Hij stelt het op prijs als Kuyper zou kunnen overkomen.32 Kuyper was, vanwege zijn functie als parlementarir op dat moment niet meer woonachtig in Amsterdam, maar in Den Haag. Toch vond Hovy bij Kuyper mijns inziens weinig gehoor. Hovy, die aangesloten was bij Patrimonium, onderschreef de doelstelling van Patrimonium: het herkerstenen van de natie, waarbij patroon (werkgever) en werknemers moesten samenwerken. Patrimonium werd de christelijke tegenhanger van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, die in 1871 opgericht was naar aanleiding van sociale onrust in Frankrijk.33 Niet door revolutie moest de positie van de arbeider verbeterd worden, maar door overleg tussen werkgevers en werknemers: het poldermodel van de 19e eeuw. Kuyper echter, had weinig op met werkliedenverenigingen en vond Patrimonium geschikt als een christelijke bezinningsclub.34 Tegenwoordig is Patrimonium veelal bekend als woningbouwvereniging. In veel steden is nog een woningbouwvereniging met deze naam te vinden. Zoeken bij Google leverde onder andere de volgende resultaten op: Barendrecht, Den Haag, Doorn, Groningen, Urk, Veenendaal.35 In de begintijd was Patrimonium veel meer dan een woningbouwvereniging. In Amsterdam was er sprake van volksvoorlezingen, een koffiehuis, jongens- en meisjesverenigingen en een zondagschool, maar ook een tekenschool werd opgericht, of

28 29

HDC, Archief Kuyper. W. Hovy aan A. Kuyper, 1 januari 1876 Beekers, W.P. & Woude, R.E. van der Niet bij steen alleen, Uitgeverij Verloren, Hilversum 2008, 21 30 http://www.parlement.com/id/vg09ll2lb8zw/a_abraham_kuyper (bezocht op 22 januari 2013) 31 Bremmer, Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie, Apeldoorn, 28 32 HDC, Archief Kuyper. W. Hovy aan A. Kuyper, 1 januari 1876 33 Beekers, Niet bij steen alleen, Hilversum, 31 34 Woude, Geloof in de brouwerij, Amsterdam, 83 35 www.google.nl, met zoekopdracht: woningbouwvereniging Patrimonium

er werden meer praktische sociale doelen nagestreeft: Pensioensverbond, ziektekas en vakverenigingen.36 Vanaf de oprichting van Patrimonium in 1876 in Amsterdam, was Hovy lid van de Werkliedenvereniging en tevens voorzitter van de Raad van Advies. 37 In de loop der jaren werd wel duidelijk dat Hovy ook een groot financier van Patrimonium werd om de vereniging draaiende te houden. Hij financierde in 1880 het koffiehuis dat op het Rapenburg werd geopend en hij zorgde financieel ervoor dat Klaas Kater als voorzitter van het Verbond van Patrimoniumverenigingen zijn werk kon blijven doen. Vanuit belangrijke protestantse bladen en vanuit protestantse leiders kwam weinig steun. Kuyper leek Patrimonium te uitgesproken christelijk te vinden en zag Patrimonium niet geschikt als een werkliedenverbond voor alle arbeiders. Voor het verbeteren van arbeidsvoorwaarden hoeft een organisatie niet perse christelijk te zijn. Vanaf 1875 kwam de Nederlandse economie in een crisis terecht en in de loop van de jaren ontstonden onrusten onder de arbeiders. Tot deze tijd hadden de Nederlandse arbeiders weinig animo zich te verenigen. De werkloosheid groeide en arbeiders waren meer vatbaar voor het socialisme en meer geneigd in opstand te komen. In 1886 vond het zogenaamde Palingoproer plaats in de Amsterdamse Jordaan. Deze verliep desastreus met meerdere doden en zwaargewonden tot gevolg. Vanaf 1890 werd de invloed van het radicale socialisme kleiner. De Sociaal-Democratie kwam op en deze koos niet voor revolutie, maar voor geleidelijke verandering van de samenleving en vakverenigingen gingen zich meer richten op concrete verbeteringen in de omstandigheden van de arbeiders. De tijd van actievoeren leek voorbij. Niet meer ging het om het oproepen van de arbeiders om zich te verenigen, maar de verenigde arbeiders moesten nu wat doen. Dit resulteerde in het feit dat er nieuwe leiders nodig waren. De voormannen van het eerste uur voldeden niet meer. Klaas Kater was iemand die goed was de mensen te verenigen. Hij was een zeer goed spreker, maar voor deze volgende fase: het concretiseren van de sociale agenda, daar kon hij geen rol in spelen. In 1899 legde hij zijn functie neer als voorzitter van Patrimonium. Willem Hovy bleef betrokken bij Patrimonium. In 1911 werd hij commissaris bij Patrimonium. Inmiddels was het Patrimonium van een werkliedenverbond een vereniging geworden, die voorzag in woningen voor de leden. Hovy heeft vanaf 1876 tot aan zijn dood in 1915 geparticipeerd in Patrimonium, eerst in de Raad van Advies, later (vanaf 1911) in de Raad van Commissarissen. Het grootste deel van deze participatie vond plaats op de achtergrond. Hij was adviseur en financier. 38 Wel was zijn input duidelijk als het ging om financin. Door Klaas Kater vrij te stellen van werkzaamheden bij de brouwerij, kon deze zich (op kosten van Hovy) richten op zijn taak bij Patrimonium. Patrimonium is zeker mogelijk gemaakt door Hovy, maar de uitvoering van de taken liet Hovy graag aan bekwame andere personen over. Ook bij Patrimonium kwam het tot botsingen tussen Kuyper en Hovy, hoewel de eerstgenoemde niet verbonden was aan de vereniging. Het conflict tussen Kuyper en De Savornin Lohman met betrekking tot uitbreiding van het kiesrecht liet ook bij Patrimonium de sporen na. Hovy vond dat Kuyper er te radicale denkbeelden op na hield
36 37

Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak Hilversum, 144 Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Hilversum, 144 38 Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Hilversum, 147

10

en vond dat ook Patrimonium die richting op ging.39 Niet alleen Kuyper en Hovy verwijderden zich van elkaar, maar ook Kater en Hovy verwijderden zich van elkaar. Hoewel Patrimonium een organisatie was voor zowel werkgevers als werknemers, bestond er ook een eigen organisatie voor de werkgevers, Boaz, genoemd naar de persoon in het Bijbelboek Ruth. Boaz werd gezien als het ideaal voor de sociale werkgever. Door de splitsing tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties kwam Kater op een zijspoor te staan in Patrimonium. Kater wilde vasthouden aan het oude ideaal van patroons en werknemers in n organisatie. Hovy schikte in de nieuwe structuur. Tot aan zijn dood zou hij bestuurslid zijn van Boaz.40

39 40

Werkman, P.E., Geloof in eigen zaak, Hilversum, 154 Woude, Geloof in de brouwerij, Amsterdam 89

11

WILLEM HOVY EN DE CIVIL SOCIETY

Uit voorgaande is duidelijk geworden, dat Willem Hovy door zijn participatie in het stichten en opbouwen van de Vrije Universiteit en de Werkliedenvereniging Patrimonium bij heeft gedragen aan de opbouw van het protestants maatschappelijk leven in Nederland. Ook is duidelijk dat Abraham Kuyper een grote rol heeft gespeeld in het leven van Willem Hovy. Kuyper werd bij veel zaken betrokken, wat voor een groot deel toe te schrijven is aan de vriendschap tussen Kuyper en Hovy die tot het eind heeft standgehouden, hoewel er aan het einde van de 19e en begin 20e eeuw strubbelingen waren. Enkele dagen voor het overlijden van Willem Hovy heeft Kuyper hem nog bezocht in Zeist. Duidelijk is wel, dat zonder, met name de financile, input van Hovy de kans aanzienlijk kleiner was voor Kuyper om tot een geslaagde opbouw van de Gereformeerde zuil te komen. Immers, Hovy financierde De Standaard, de Vrije Universiteit, en wellicht na de verloren strijd om de kerkelijke goederen na de Doleantie zal Hovy ook wel een financieel offer hebben gebracht met betrekking tot de bouw van kerken. Door zijn geloofsachtergrond van het Rveil en de Herrnhutters had hij een christelijksociale inslag ontwikkeld, die hij inzette in zijn eigen brouwerij. Op christelijke feestdagen werd het (continu) bedrijf zoveel mogelijk stilgelegd, terwijl het loon over die dagen werd doorbetaald; ouderdomspensioen, ziekengeld, personeelswoningen en andere sociale instellingen behoorden tot het sociale pakket van de onderneming. Dat zijn fabriek een alcoholisch produkt vervaardigde bezwaarde hem overigens op generlei wijze: bier wilde hij beschouwen als de gewenste volksdrank in de strijd tegen het jenevermisbruik. Zo kon Hovy in zijn bedrijf tegelijkertijd een modern aandoend grootindustrieel zijn, met veel economisch-financieel inzicht leiding gevend, n een voor zijn personeel vaderlijk patroon.41 Ook zijn deelname aan de Werkliedenvereniging Patrimonium sprak van deze christelijk-sociale inslag. Hij wilde dicht bij zijn werknemers staan en trachtte op deze wijze vorm te geven aan overleg tussen twee conflicterende partijen. De invloed van Willem Hovy op de civil society is niet een invloed op de voorgrond, zoals Abraham Kuyper deed, maar een bescheiden opstelling op de achtergrond. Hovy heeft aan veel meegewerkt: Patrimonium, Boaz, Vrije Universiteit, Anti-Revolutionaire Partij, Doleantie, en De gekroonde valk. Maar het opvallendst is zijn deelname op de achtergrond (behalve in De gekroonde valk). Hovy lijkt te zijn ondergesneeuwd in het tumult van de grote monden: Kuyper, Domela Nieuwenhuis en Kater, maar terugkijkend op wat hij verwezenlijkte in zijn brouwerij: de sociale constructie, die hij in het laatste kwart van de 19e eeuw invoerde, werd pas in de tweede helft van de 20e eeuw gemeengoed in het Nederlands bedrijfsleven. De algemene civil society van Nederland (ongeacht religie) heeft zeker baat gehad bij deze sociale ideologie van Hovy. Hovy was er niet de man naar om ook in de protestantse civil society in opbouw op de voorgrond te treden. Hij zag liever de christen werkzaam in de neutrale instellingen. Het
41

http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/hovy (bezocht op 30 januari 2013)

12

lijkt er dus op dat van hem de Gereformeerde zuil geen noodzaak was. Wel moest er de mogelijkheid zijn het geloof te kunnen belijden op een orthodoxe manier. Vandaar zijn zorgen over de Nederlandse Hervormde Kerk en zijn ruimhartige keuze voor de Gereformeerde Kerken. De praxis van de christelijke religie is de dragende kracht geweest voor Willem Hovy in zijn zakelijk, kerkelijk, politiek en maatschappelijk leven.

13

BRONVERMELDING

Archief: Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme Archief Abraham Kuyper

Boeken W.P. Beekers R.H. Bremmer A.Th. van Deursen F.W. Grosheide (red). A. Kuyper P.E. Werkman R. van der Woude

Niet bij steen alleen Kuyper, Hoedemaker en de Doleantie Een hoeksteen in het verzuild bestel Christelijke Encyclopaedie Souvereiniteit in eigen kring Geloof in eigen zaak Geloof in de Brouwerij

Hilversum Apeldoorn Amsterdam Kampen Amsterdam Hilversum Amsterdam

2008 1986 2005 1925 1880 2006 2009

Internet www.eerstekamer.nl www.google.nl www.historici.nl www.parlement.com www.wikipedia.org

14

You might also like