You are on page 1of 44

1

Syllabus Latijn Klas 5


2013 2014
CTP I

Rome
















2

INHOUD
Artikel uit de Volkskrant over (het verkeer bij) het Colosseum
Livius over het Tibereiland
Augustus en Rome (Res Gestae, Suetonius, Strabo, Plinius Maior)
De haven van Rome (Cassius Dio over Claudius)
Suetonius over Domitianus
Historia Augusta en Cassius Dio over Hadrianus
Magister Gregorius: Narratio de mirabilibus urbis Romae
Mirabilia urbis Romae van Benedictus
Louis Couperus (Op reis in Rome)
Rosita Steenbeek (Piazza Navona)

Bovendien:
F.L. Bastet: De horizon voorbij. Het ruiterbeeld van Marcus Aurelius.
Romeinse keizers
Topografische lijst Rome

















3


Uit De Volkskrant:
'Mobiliteitsrevolutie' ingegaan: verkeer
rond Colosseum afgesloten
Bewerkt door: redactie 03/08/13, 09:47 bron: ANP

EPA. Een verkeersagent voor het Colosseum.
Het moet afgelopen zijn met het drukke verkeer dat langs het 2000 jaar oude Colosseum dendert.
In Rome is zaterdagochtend de 'mobiliteitsrevolutie' van de nieuwe burgemeester Ignazio Marino
ingegaan: de drukke Via dei Fori Imperiali, de weg dwars door het Forum Romanum, is afgesloten
voor het particuliere autoverkeer van het centrum van de Italiaanse hoofdstad naar het
Colosseum.
'Als ze in een ander land het meest beroemde monument van de planeet zouden hebben, wie zou er
dan een rotonde van maken?' aldus de burgemeester, die wil dat Colosseum en Forum Romanum
een 'archeologisch park' worden waarvan de voetgangers kunnen genieten.

Zaterdagavond wordt dat groots gevierd met een feest (Notte dei Fori) waar ook een boodschap van
president Giorgio Napolitano wordt voorgelezen.







4

Livius
Titus Livius (rond 59 v.Chr. - 17 n.Chr.) was een beroemd Romeins geschiedschrijver uit de tijd van
Augustus. Hij schreef een algemene geschiedenis van Rome vanaf haar veronderstelde stichting in
753 v.Chr. onder de titel Ab Urbe Condita.
Periocha 11 (291 voor Chr.)
Cum pestilentia civitas laboraret, missi legati ut Aesculapi signum Romam ab Epidauro transferrent,
anguem, qui se in navem eorum contulerat, (et) in quo ipsum numen esse constabat, deportaverunt;
eoque in insulam Tiberis egresso eodem loco aedis Aesculapio constituta est.
anguis, -is slang
se conferre, perf. contuli zich begeven, gaan
numen, numinis godheid
egredior, egressus sum hier: van boord gaan
...............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................


Het Tibereiland: op de plaats waar nu de S. Bartolomeo (links) staat, was in de oudheid de tempel van
Aesculapius. Het hospitaal der Fatebenefratelli (rechts) kan met enig recht beweren het oudste ter wereld te
zijn.
5

RES GESTAE DIVI AUGUSTI
A. De tekst
De tekst van 'Res gestae divi Augusti' ("Daden van de Goddelijke Augustus") is ons bekend uit
inscripties (onder andere het Monumentum Ancyranum) die werden verspreid in alle provincies van
het Romeinse Rijk.
Het opschrift was oorspronkelijk geschreven om op bronzen platen bij Augustus' Mausoleum te
worden geplaatst. Deze zijn echter niet bewaard gebleven. Augustus zou de tekst eigenhandig
opgesteld hebben. Zie de antieke bronnen hieronder.
De tekst bestaat uit een korte inleiding, 35 paragrafen en een postume appendix.


Dit moderne gebouw, vlak bij de Tiber en het mausoleum van Augustus, is het museum dat de Ara Pacis
huisvest. Op de buitenmuur is de volledige tekst van de Res Gestae aangebracht.









6

B. Inscripties

Monumentum Ancyranum
Monumentum Ancyranum: Deze inscriptie bevond zich oorspronkelijk in de muur van de
tempel van Augustus en Roma in Ancyra, het huidige Ankara, de hoofdstad van de Provincie
Galati. Deze tekst bevat een grotendeels complete versie in zowel het Latijn als een Griekse
vertaling, en is daarom van grote betekenis. De inscriptie werd in 1555 door Ogier Ghislain
de Busbecq, een gezant van de Duitse Keizer, ontdekt en verscheen in 1847 voor het eerst in
druk, uitgegeven door August Wilhelm Zumpt.
Monumentum Apolloniense: Deze zeer fragmentarische bewaard gebleven versie bevat
alleen een Griekse vertaling en is afkomstig uit de stad Apollonia in Pisidi. De eerste
fragmenten van de inscriptie werden in 1821 gevonden. In 1930 werden meer delen
blootgelegd. Het fragment is afkomstig van een sokkel waarop beelden van Augustus, Livia,
Tiberius, Germanicus en Drusus minor, de zoon van Tiberius, stonden.
Monumentum Antiochenum: Ook deze inscriptie is slechts fragmentarisch bewaard gebleven
en komt uit Antiochia, dat eveneens in Pisidi ligt, waar voor het eerst in 1914 fragmenten
werden ontdekt. Latere vondsten in 1926 completeerden de inscriptie enigszins. Waar de
tekst oorspronkelijk was aangebracht is niet duidelijk.
Door de drie bekende versies te vergelijken is het mogelijk een praktisch complete versie van de Res
Gestae te reconstrueren.
Leo Nellissen toont een foto van de Griekse inscriptie in Ankara op zijn stilus.nl.










7

C. De antieke bronnen
Tacitus, Annales I.11,4:
(Na de dood van Augustus verschijnt Tiberius in de senaat.)
..., cum proferri libellum recitarique iussit. opes publicae continebantur, quantum civium
sociorumque in armis, quot classes, regna, provinciae, tributa aut vectigalia, et necessitates ac
largitiones. quae cuncta sua manu perscripserat Augustus addideratque consilium coercendi intra
terminos imperii, incertum metu an per invidiam.
profero, proferre te voorschijn halen
opes middelen, rijkdom, macht
tributum contributie, belasting
vectigal, vectigalis, n. tol, belasting
necessitas, necessitatis hier: noodzakelijke uitgave
largitio, largitionis schenking, uitkering
coerceo bedwingen, beperken
intra + acc. binnen
terminus grens
................................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................








8

Suetonius, Aug. 101:

Het testament van Augustus werd voorgelezen in de senaat. In dit testament wees Augustus zijn
erfgenamen aan, verdeelde hij zijn bezittingen, en deed schenkingen aan vrienden, soldaten en het
Romeinse volk. Verder gaf hij in n boekrol opdrachten met betrekking tot zijn begrafenis, ...

... altero indicem rerum a se gestarum, quem vellet incidi in aeneis tabulis, quae ante Mausoleum
statuerentur, tertio breviarium totius imperii, quantum militum sub signis ubique esset, quantum
pecuniae in aerario et fiscis et vectigaliorum residuis. ...
altero vul aan: volumine
volumen, voluminis, n. boekrol
index, indicis hier: opsomming
incido, incidere hier: graveren in
aeneus bronzen
statuo, statuere neerzetten
tertio vul aan: volumine
breviarium kort overzicht
ubique op elke plaats, overal
aerarium schatkist (publiek)
fiscus portemonnee; schatkist (van de keizer)
residuae opbrengst, tegoed

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................






9

Rerum gestarum divi Augusti

Rerum gestarum divi Augusti, quibus orbem terrarum imperio populi Romani subiecit, et
impensarum, quas in rem publicam populumque Romanum fecit, incisarum in duabus aheneis pilis,
quae sunt Romae positae exemplar subiectum.
res gestae verrichtingen
orbis terrarum de wereld
imperium bevel; macht; rijk
subicio, subicere, subieci, subiectum werpen onder, onderwerpen
impensa uitgave, kosten
incido, incidere, incidi, incisum hakken in, graveren in, aanbrengen op
aheneus bronzen
pila zuil
exemplar kopie
subiectum vertaal: volgt hieronder

..................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................




10

II
Qui parentem meum trucidaverunt, eos in exilium expuli iudiciis legitimis ultus eorum facinus et
postea bellum inferentes rei publicae vici bis acie.
De moordenaars van mijn vader heb ik verbannen. Hun misdaad heb ik gewroken door wettige gerechtelijke
uitspraken en naderhand heb ik hen twee keer in een veldslag overwonnen, toen zij de staat beoorloogden.
V
Dictaturam et apsenti et praesenti mihi delatam et a populo et a senatu M. Marcello et L. Arruntio
cos. non recepi.
Non sum deprecatus in summa frumenti penuria curationem annonae quam ita administravi, ut intra
dies paucos metu et periclo praesenti civitatem universam liberarem impensa et cura mea.
Consulatum quoque tum annuum et perpetuum mihi delatum non recepi.
De alleenheerschappij, die tijdens het consulaat van Marcus Marcellus en Lucius Arruntius door zowel het volk
als de senaat aan mij (zowel tijdens mijn afwezigheid als toen ik in de stad was) werd aangeboden heb ik niet
aangenomen.
Ik heb de graanvoorziening in een periode van groot tekort aan koren ter hand genomen. En deze
graanvoorziening heb ik op eigen kosten en in eigen beheer zo georganiseerd dat binnen een paar dagen alle
burgers van de heersende angst en beproeving bevrijd waren.
Ook het jaarlijkse consulaat, dat mij toen voor de rest van mijn leven werd aangeboden, heb ik niet
aangenomen.
VI
Consulibus M. Vinicio et Q. Lucretio et postea P. Lentulo et Cn. Lentulo et tertium Paullo Fabio
Maximo et Q. Tuberone senatu populoque Romano consentientibus ut curator legum et morum
summa potestate solus crearer, nullum magistratum contra morem maiorum delatum recepi.
Quae tum per me geri senatus voluit, per tribuniciam potestatem perfeci, cuius potestatis conlegam
et ipse ultro quinquiens a senatu depoposci et accepi.
Ik heb tijdens het consulaat van Marcus Vinicius en Quintus Lucretius, daarna tijdens dat van Publius Lentulus
en Gnaeus Lentulus en ten derde male tijdens het consulaat van Paullus Fabius Maximus en Quintus Tubero
geen enkel ander ambt dat mij aangeboden werd en dat in strijd was met de gewoonten van onze voorouders
aangenomen, toen de senaat en het volk van Rome gezamenlijk van mening waren dat ik, zonder collega,
gekozen moest worden als hoogste autoriteit voor de controle op wetten en zeden.
De taken die de senaat toentertijd door mij uitgevoerd wilde zien worden, heb ik voltooid met de macht die ik
had alsof ik volkstribuun was. Hierbij heb ik uit eigen beweging vijf keer bij de senaat om een collega-
volkstribuun gevraagd en die heb ik ook gekregen.
VII
Triumvirum rei publicae constituendae fui per continuos annos decem.
Princeps senatus fui usque ad eum diem, quo scripseram haec, per annos quadraginta.
Pontifex maximus, augur, XVvirum sacris faciundis, VIIvirum epulonum, frater arvalis, sodalis Titius,
fetialis fui.
Tien jaar onafgebroken ben ik n van de drie leden van de commissie tot inrichting van de staat geweest.
Veertig jaar ben ik 'princeps senatus' geweest tot op de dag waarop ik dit schreef.
Verder ben ik opperpriester geweest, lid van het priestercollege van de 'augures', lid van het priestercollege
van vijftien, lid van het priestercollege van zeven, lid van het priestercollege van de 'Fratres Arvales', lid van het
priestercollege van Titus Tatius en lid van het priestercollege van twintig.
11

VIII
Patriciorum numerum auxi consul quintum iussu populi et senatus.
Senatum ter legi. Et in consulatu sexto censum populi conlega M. Agrippa egi. Lustrum post annum
alterum et quadragensimum feci. Quo lustro civium Romanorum censa sunt capita quadragiens
centum millia et sexaginta tria millia.
Tum iterum consulari cum imperio lustrum solus feci C. Censorino et C. Asinio cos., quo lustro censa
sunt civium Romanorum capita quadragiens centum millia et ducenta triginta tria millia.
Et tertium consulari cum imperio lustrum conlega Tib. Caesare filio meo feci Sex. Pompeio et Sex.
Appuleio cos.; quo lustro censa sunt civium Romanorum capitum quadragiens centum millia et
nongenta triginta et septem millia.
Legibus novis me auctore latis multa exempla maiorum exolescentia iam ex nostro saeculo reduxi et
ipse multarum rerum exempla imitanda posteris tradidi.
Op bevel van de senaat en het volk heb ik tijdens mijn vijfde consulaat het aantal patricirs vergroot.
Drie keer heb ik de lijst van senatoren herzien. En in mijn zesde consulaat heb ik met mijn collega Marcus
Agrippa een vermogensschatting onder het volk gehouden. Na tweenveertig jaar heb ik weer een zoenoffer
gebracht. Bij dit zoenoffer zijn 4.063.000 Romeinen geregistreerd.
De tweede keer heb ik op grond van mijn consulaire macht alleen een zoenoffer gebracht tijdens het consulaat
van Gajus Censonnus en Gajus Asinius; bij dit zoenoffer zijn 4.233.000 Romeinen geregistreerd.
De derde keer heb ik op grond van mijn consulaire macht samen met mijn zoon Tiberius Caesar als collega een
zoenoffer gebracht tijdens het consulaat van Sextus Pompeius en Sextus Appuleius; bij dit zoenoffer zijn
4.937.000 Romeinen geregistreerd.
Middels op mijn initiatief ingevoerde nieuwe wetten heb ik veel, in onze tijd in vergetelheid geraakte,
voorbeeldige gewoonten van onze voorouders nieuw leven ingeblazen. Ook zelf heb ik voor het nageslacht veel
navolgenswaardige voorbeelden nagelaten.


Portret van Augustus
12

XII
Ex senatus auctoritate pars praetorum et tribunorum plebi cum consule Q. Lucretio et principibus
viris obviam mihi missa est in Campaniam, qui honos ad hoc tempus nemini praeter me est decretus.
Cum ex Hispania Galliaque, rebus in iis provincis prospere gestis, Romam redi Ti. Nerone et P.
Quintilio consulibus, aram Pacis Augustae senatus pro reditu meo consacrandam censuit ad campum
Martium, in qua magistratus et sacerdotes virginesque Vestales anniversarium sacrificium facere
iussit.
obviam + dat. tegemoet
honos = honor, honoris eer
prosperus voorspoedig, succesvol
Ti. Nerone et P. Quintilio consulibus in 13 voor Chr.
censeo, censui schatten, menen, oordelen
consacro, consacrare wijden
anniversarius jaarlijks
...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................



Ara Pacis Augustae op huidige locatie
13

XIII
Ianum Quirinum, quem claussum esse maiores nostri voluerunt, cum per totum imperium populi
Romani terra marique esset parta victoriis pax, cum priusquam nascerer a condita urbe bis omnino
clausum fuisse prodatur memoriae, ter me principe senatus claudendum esse censuit.
claussum = clausum
pario, parere, peperi, partus verkrijgen, voortbrengen
nascor, nasci, natus sum geboren worden
condo, condere, condidi, conditum stichten
a condita urbe vanaf de stichting van de stad
bis twee maal
omnino helemaal
bis omnino slechts twee maal
proditur memoriae de overlevering vermeldt + aci
...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................







14

XIX
Curiam et continens ei Chalcidicum templumque Apollinis in Palatio cum porticibus, aedem divi Iuli,
Lupercal, porticum ad circum Flaminium, quam sum appellari passus ex nomine eius qui priorem
eodem in solo fecerat Octaviam, pulvinar ad circum Maximum, aedes in Capitolio Iovis Feretri et Iovis
Tonantis, aedem Quirini, aedes Minervae et Iunonis Reginae et Iovis Libertatis in Aventino, aedem
Larum in summa sacra via, aedem deum Penatium in Velia, aedem Iuventatis, aedem Matris Magnae
in Palatio feci.
curia senaatsgebouw
contineo + dat. ergens pal naast liggen
porticus zuilengalerij
aedes, aedis tempel
patior, pati, passus sum toestaan, dulden
appello, appellare noemen
solum grond, bodem, plaats
pulvinar, pulvinaris, n. keizerlijke loge
Feretrius bijnaam van Jupiter, die de vijanden bedwingt, en aan wie dan de
krijgsbuit wordt aangeboden
Tonans, -ntis Donderaar
..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................







15







16

XX
Capitolium et Pompeium theatrum utrumque opus impensa grandi refeci sine ulla inscriptione
nominis mei.
Rivos aquarum compluribus locis vetustate labentes refeci et aquam quae Marcia appellatur
duplicavi fonte novo in rivum eius inmisso.
Forum Iulium et basilicam, quae fuit inter aedem Castoris et aedem Saturni, coepta profligataque
opera a patre meo, perfeci et eandem basilicam consumptam incendio, ampliato eius solo, sub titulo
nominis filiorum meorum incohavi et, si vivus non perfecissem, perfici ab heredibus meis iussi.
Duo et octoginta templa deum in urbe consul sextum ex auctoritate senatus refeci, nullo
praetermisso quod eo tempore refici debebat.
Consul septimum viam Flaminiam ab urbe Ariminum refeci pontesque omnes praeter Mulvium et
Minucium.
uterque beide, allebei
impensa uitgaven, onkosten
grandis groot
reficio, reficere, refeci, refectum opnieuw maken, herstellen
rivus kanaal
vetustas, -tatis ouderdom
labor, labi (ver)vallen
fons, fontis, m. bron
inmitto, inmittere, inmisi, inmissum hier: aansluiten (op)
coepi, coeptus sum beginnen, begonnen zijn
profligo, profligare hier: grotendeels voltooien
consumo, consumere, consumpsi, consumptum verteren
incendium brand
amplio, amplare uitbreiden, vergroten
solum bodem, vloer(oppervlak)
incoho, incohare beginnen
heres, heredis erfgenaam
praetermitto, praetermittere, misi, missum overslaan, achterwege laten
pons, pontis, m. brug
..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................
17

XXI
In privato solo Martis Ultoris templum forumque Augustum ex manibiis feci.
manibiis = manubiis
manubiae krijgsbuit
..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

18

Theatrum ad aedem Apollinis in solo magna ex parte a privatis empto feci, quod sub nomine M.
Marcelli generi mei esset.
emo, emere, emi, emptum kopen
gener schoonzoon

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

Dona ex manibiis in Capitolio et in aede divi Iuli et in aede Apollinis et in aede Vestae et in templo
Martis Ultoris consacravi, quae mihi constiterunt HS circiter milliens.

Geschenken uit de krijgsbuit heb ik plechtig op het Capitool, in de tempel van de vergoddelijkte Julius, in de
tempel van Apollo, in de tempel van Vesta en in de tempel van Mars de Wreker geplaatst. Dit heeft mij
ongeveer 100.000.000 sestertin gekost.
XXII
Ter munus gladiatorium dedi meo nomine et quinquiens filiorum meorum aut nepotum nomine;
quibus muneribus depugnaverunt hominum circiter decem millia. Bis athletarum undique accitorum
spectaculum populo praebui meo nomine et tertium nepotis mei nomine.
Ludos feci meo nomine quater, aliorum autem magistratuum vicem ter et viciens. Pro contegio XV
virorum magister conlegii collega M. Agrippa ludos saeclares C. Furnio C. Silano cos. feci. Consul XIII
ludos Martiales primus feci, quos post id tempus deinceps insequentibus annis s. c. et lege fecerunt
consules.
Venationes bestiarum Africanarum meo nomine aut filiorum meorum et nepotum in circo aut in foro
aut in amphitheatris populo dedi sexiens et viciens, quibus confecta sunt bestiarum circiter tria millia
et quingentae.
Drie keer heb ik onder mijn eigen naam gladiatorengevechten gegeven en vijf keer onder de naam van mijn
zoons of kleinzoons. Bij deze spelen hebben ongeveer 10.000 mensen voor hun leven gevochten. Twee keer
heb ik onder mijn eigen naam het volk een schouwspel geboden van atleten uit heel de wereld en n keer
onder de naam van mijn kleinzoon.
Vier keer heb ik onder mijn eigen naam spelen georganiseerd en drientwintig keer onder de naam van andere
magistraten. Voor het priestercollege van vijftien heb ik als voorzitter, met Marcus Agrippa als collega, de
eeuwspelen gegeven tijdens het consulaat van Gajus Furnius en Gajus Silanus. In mijn dertiende consulaat heb
ik als eerste de spelen voor Mars georganiseerd, die in de daaropvolgende jaren op grond van een
senaatsbesluit en een wet door de consuls gegeven werden.
Zesentwintig keer heb ik onder mijn eigen naam of die van mijn zoons of kleinzoons jachtpartijen met Afrikaans
wild in het circus, op het forum of in het amfitheater gegeven. Hierbij zijn ongeveer 3.500 dieren gedood.
XXIII
Navalis proeli spectaclum populo dedi trans Tiberim, in quo loco nunc nemus est Caesarum, cavato
solo in longitudinem mille et octingentos pedes, in latitudinem mille et ducenti. In quo triginta
rostratae naves triremes aut biremes, plures autem minores inter se conflixerunt. Quibus in classibus
pugnaverunt praeter remiges millia hominum tria circiter.
19

Ik heb het volk een show, bestaande uit een zeeslag, gegeven aan de overkant van de Tiber, na uitdieping van
het terrein over een lengte van 1.800 voet en een breedte van 1.200 voet. Op deze plek is nu het park van de
Caesars. Bij dit show-gevecht leverend dertig van scheepssnebben voorziene drie- en tweeriemers (en nog veel
meer kleinere schepen) met elkaar slag. Op deze vloot hebben ongeveer 3.000 mannen gevochten, afgezien
van de roeiers.
XXIX
Signa militaria complura per alios duces amissa devictis hostibus recepi ex Hispania et Gallia et a
Dalmateis.
Parthos trium exercitum Romanorum spolia et signa reddere mihi supplicesque amicitiam populi
Romani petere coegi. Ea autem signa in penetrali, quod est in templo Martis Ultoris, reposui.
Veel veldtekens, die verloren waren gegaan onder andere legerleiders, heb ik teruggekregen vanuit Spanje en
Galli en van de Dalmatirs, nadat ik die vijanden verslagen had.
De Parthen heb ik gedwongen de buit en veldtekens van drie Romeinse legers aan mij terug te geven en als
smekelingen te vragen om een vriendschapsverdrag met het Romeinse volk. Deze veldtekens heb ik in het
binnenste vertrek van de tempel van Mars de Wreker geplaatst.
XXXIV
In consulatu sexto et septimo, postquam bella civilia exstinxeram, per consensum universorum
potitus rerum omnium, rem publicam ex mea potestate in senatus populique Romani arbitrium
transtuli.
Quo pro merito meo senatus consulto AUGUSTUS appellatus sum et laureis postes aedium mearum
vestiti publice coronaque civica super ianuam meam fixa est et clupeus aureus in curia Iulia positus,
quem mihi senatum populumque Romanum dare virtutis clementiaeque iustitiae et pietatis caussa
testatum est per eius clupei inscriptionem.
Post id tempus auctoritate omnibus praestiti, potestatis autem nihilo amplius habui quam ceteri qui
mihi quoque in magistratu conlegae fuerunt.

Nadat ik de burgeroorlogen beindigd had en toen ik met instemming van iedereen de hoogste macht in
handen had, heb ik in mijn zesde en zevende consulaat het bestuur over de staat weer overgedragen vanuit
mijn macht in handen van de senaat en het volk van Rome.
Als dank voor deze weldaad heb ik bij senaatsbesluit de titel 'Augustus' gekregen, zijn van staatswege de
deurposten van mijn huis met lauriertakken versierd, is boven mijn deur de 'burgerkroon' bevestigd en is er
een gouden schild in het Senaatsgebouw van Julius geplaatst. De inscriptie op dit schild zegt dat het mij is
aangeboden door de senaat en het volk van Rome vanwege mijn dapperheid, zachtzinnigheid, rechtvaardigheid
en plichtsbetrachting.
Na dit tijdstip stond ik in invloed ver boven ieder ander, maar ik heb niet meer macht gehad dan de mensen die
in de verschillende ambten mijn collega waren.
XXXV
Tertium decimum consulatum cum gerebam senatus et equester ordo populusque Romanus
universus appellavit me patrem patriae idque in vestibulo aedium mearum inscribendum et in curia
Iulia et in foro Aug. sub quadrigeis, quae mihi ex s. c. positae sunt, censuit.
Cum scripsi haec, annum agebam septuagensumum sextum.
Tijdens mijn dertiende consulaat hebben de senaat, de ridderstand en het hele volk van Rome mij de titel
'Vader des Vaderlands' gegeven en ze hebben bepaald dat dit in de hal van mijn woning, in het Senaatsgebouw
van Julius en op het Forum van Augustus onder het vierspan, dat door een senaatsbesluit voor mij was
20

geplaatst, moest worden vermeld.
Toen ik dit schreef was ik vijfenzeventig jaar.

Appendix I
Summa pecuniae, quam dedit vel in aerarium vel plebei Romanae vel dimissis militibus: denarium
sexiens milliens.
De totale geldsom die hij uitgegeven heeft aan de schatkist, aan het Romeinse volk of aan veteranen bedroeg
600.000.000 denarii.
Appendix II
Opera fecit nova aedem Martis, Iovis Tonantis et Feretri, Apollinis, divi Iuli, Quirini, Minervae, Iunonis
Reginae, Iovis Libertatis, Larum, deum Penatium, Iuventatis, Matris Magnae, Lupercal, pulvinar ad
circum, curiam cum Chalcidico, forum Augustum, basilicam Iuliam, theatrum Marcelli, porticum
Octaviam, nemus trans Tiberim Caesarum.

..................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................
21


Het Forum van Augustus
Appendix III
Refecit Capitolium sacrasque aedes numero octoginta duas, theatrum Pompei, aquarum rivos, viam
Flaminiam.
...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................
Appendix IV
Impensa praestita in spectacula scaenica et munera gladiatorum atque athletas et venationes et
naumachiam et donata pecunia colonis municipiis oppidis terrae motu incendioque consumptis aut
viritim amicis senatoribusque quorum census explevit, innumerabilis.
De uitgaven die hij zich getroost heeft voor toneelvoorstellingen, gladiatorengevechten, schouwspelen met
atleten, jachtpartijen en de in scne gezette zeeslag en het geldbedrag dat hij geschonken heeft aan de
kolonin en de steden en aan andere door aardbevingen of brand getroffen steden of per persoon aan
vrienden en senatoren - hij vulde hun vermogen tot de vereiste hoogte aan - zijn ontelbaar.






22

Suetoni Tranquilli Vita Divi Augusti
Suetonius schreef een serie biografien van twaalf Caesaren (Julius t/m Domitianus). Hij kende Plinius
en Trajanus en was secretaris van Hadrianus. In deze functie had hij toegang tot de archieven van de
keizer, wat hem tot een belangrijke bron voor de geschiedenis van de keizertijd maakt.
[28] ... Urbem neque pro maiestate imperii ornatam et inundationibus incendiisque obnoxiam
excoluit adeo, ut iure sit gloriatus marmoream se relinquere, quam latericiam accepisset. ...
pro + abl. hier: in overeenstemming met
inundatio, -ionis overstroming
incendium brand
obnoxius + dat. onderhevig aan, kwetsbaar voor
excolo, excolere, excolui met zorg verbeteren, perfectioneren
glorior, gloriari (dep.) zich erop beroemen, dat + aci
latericius van bakstenen

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................



Model van het mausoleum van Augustus
23

[29] Publica opera plurima exstruxit, e quibus vel praecipua: forum cum aede Martis Ultoris,
templum Apollinis in Palatio, aedem Tonantis lovis in Capitolio. Fori exstruendi causa fuit hominum et
iudiciorum multitudo, quae videbatur non sufficientibus duobus etiam tertio indigere; itaque
festinatius necdum perfecta Martis aede publicatum est cautumque, ut separatim in eo publica
iudicia et sortitiones iudicum fierent. Aedem Martis bello Philippensi pro ultione paterna suscepto
voverat; sanxit ergo, ut de bellis triumphisque hic consuleretur senatus, provincias cum imperio
petituri hinc deducerentur, quique victores redissent, huc insignia triumphorum conferrent.

praecipuus belangrijkst
aedes, -is tempel
sufficio, sufficere voldoende zijn
indigeo + abl. nodig hebben
festinatius in grote haast
publico, publicare bekend maken
caveo, cavi, cautum + ut hier: er voor zorgen dat
separatim (bijwoord) apart
sortitio, -ionis loting
ultio, -ionis wraak
suscipio, suscipere, suscepi, susceptus ondernemen, op zich nemen
sancio, sanxi instellen
consulo, consulere raadplegen
deduco, deducere hier: uitgeleide doen

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................


24

Templum Apollinis in ea parte Palatinae domus excitavit, quam fulmine ictam desiderari a deo
haruspices pronuntiarant; addidit porticus cum bibliotheca Latina Graecaque, quo loco iam senior
saepe etiam senatum habuit decuriasque iudicum recognovit. Tonanti Iovi aedem consecravit
liberatus periculo, cum expeditione Cantabrica per nocturnum iter lecticam eius fulgur
praestrinxisset servumque praelucentem exanimasset. Quaedam etiam opera sub nomine alieno,
nepotum scilicet et uxoris sororisque fecit, ut porticum basilicamque Gai et Luci, item porticus Liviae
et Octaviae theatrumque Marcelli. Sed et ceteros principes viros saepe hortatus est, ut pro facultate
quisque monimentis vel novis vel refectis et excultis urbem adornarent. Multaque a multis tunc
exstructa sunt, sicut a Marcio Philippo aedes Herculis Musarum, a L. Cornificio aedes Dianae, ab
Asinio Pollione atrium Libertatis, a Munatio Planco aedes Saturni, a Cornelio Balbo theatrum, a
Statilio Tauro amphitheatrum, a M. vero Agrippa complura et egregia.

fulmen, fulminis bliksem
icio, icere, ictus treffen
decuria tiental; groep
recognosco, recognoscere hier: inspecteren
lectica draagstoel
fulgur, fulguris bliksemflits, blikseminslag
praestringo, praestrinxi rakelings vr gaan
praeluceo vr licht geven
alienus andermans
pro facultate quisque ieder naar zijn mogelijkheden
egregius uitmuntend, schitterend

...................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................



25

Strabo 5.3.78:
Strabo (Grieks: ) (ca. 64 v.Chr. - 19 na Chr.) was een Grieks historicus, geograaf en filosoof.
Hij schreef een omvangrijke universele geschiedenis, beginnend waar zijn voorganger Polybius
ophield. Dit werk ging verloren.
Wel bewaard bleef zijn Geographika, een rijke en betrekkelijk betrouwbare bron van kennis over vele
Europese, Aziatische en Afrikaanse volkeren van zijn tijd, waarvan hij de meest interessante gegevens
vermeldt, met zijdelingse opmerkingen over geschiedenis, wiskunde en geneeskunde. Al kende hij de
beschreven landen niet altijd persoonlijk, hij was toch op de hoogte van goed en betrouwbaar
bronnenmateriaal.
Keizer Augustus spande zich in iets aan de schaduwzijden van de stad te doen. Om de branden te
bestrijden vormde hij een korps van vrijgelatenen dat hulp moest bieden, en met het oog op
instortingen beperkte hij de hoogte van nieuwe gebouwen en verbood hij dat een gebouw aan de
openbare weg hoger zou zijn dan drientwintig meter. Maar toch zouden deze verbeteringen
onvoldoende zijn, als de mijnen, het hout en het gemakkelijke vervoer over de rivieren niet
beschikbaar bleven.
Dat zijn dus de zegeningen die de natuurlijke gesteldheid van het land de stad heeft gegeven, maar
de Romeinen hebben daar door hun vooruitziende blik nog andere aan toegevoegd. Want terwijl de
Grieken de naam hadden vooral een gelukkige hand te hebben bij het stichten van steden, omdat ze
letten op schoonheid, sterke positie en vruchtbare grond, hadden de Romeinen vooral zicht op zaken
waar de Grieken weinig aandacht aan gaven: aanleg van wegen, aquaducten en riolen die het vuil
van de stad kunnen lozen in de Tiber. En ze hebben ook door het hele land wegen aangelegd die
wagens kunnen dragen die hele scheepsladingen vervoeren en daarbij heuvels doorgegraven en
dalen overbrugd. De riolen zijn overdekt met in elkaar gevoegde stenen en op sommige plaatsen zo
breed dat er hooiwagens doorheen kunnen. De toevoer van water door de aquaducten is zo groot
dat er complete rivieren door de stad en de riolen stromen en bijna ieder huis reservoirs,
waterpijpen en volop stromende fonteinen heeft. Daaraan heeft Marcus Agrippa de meeste zorg
besteed, hoewel hij de stad ook met vele andere gebouwen heeft verfraaid.
Samenvattend kan men zeggen dat de eerste Romeinen zich niet veel hebben bekommerd om de
schoonheid van de stad, omdat ze gericht waren op andere dingen die belangrijker en dringender
zijn. Maar latere generaties en vooral de huidige in onze eigen tijd zijn ook op dat gebied niet
achtergebleven en hebben de stad verrijkt met veel prachtige gebouwen. Ja, Pompeius, de
vergoddelijkte Julius Caesar, Augustus, zijn zoons en vrienden, zijn vrouw en zijn zuster hebben bij
hun bouwen kosten noch moeiten gespaard.
Plinius Maior, Naturalis Historia 36, 121:
Gaius Plinius Secundus maior (Como, in 23 of 24 na Chr. - nabij Stabiae, 25 augustus 79), bijgenaamd
maior, ofwel de Oudere, ter onderscheiding van zijn gelijknamige neef Gaius Plinius Caecilius
Secundus minor, was een Romeins militair, letterkundige en amateur-wetenschapper. Zijn Naturalis
Historia was een encyclopedie van kennis, feiten, geruchten, wetenschap, weetjes en fantasie.
Agrippa gaf andere aquaducten een gezamenlijke loop, verhielp gebreken, bouwde zevenhonderd
waterbekkens, vijfhonderd fonteintjes en honderddertig verdeelpunten, waarvan verscheidene
prachtig gedecoreerd. Verder voorzag hij deze bouwwerken van driehonderd bronzen standbeelden
en vierhonderd marmeren zuilen. Dit alles deed hij in n ambtsjaar. In het verslag van zijn
26

aedielschap voegt hij nog toe dat hij op negenenvijftig dagen herdenkingsspelen oragniseerde en dat
de honderdzeventig badhuizen in Rome gratis voor het publiek toegankelijk waren. Dat aantal is
inmiddels oneindig gegroeid.
36, 104 106:
Ooit vonden de oude mensen de enorme omvang van de agger en de onderbouw van het Capitool
nog indrukwekkend, en verder de riolering, de grootste van alle vermeldenswaardige
ingenieursprestaties, waarvoor heuvels zijn doorboord zodat Rome een zwevende stad werd, waar
Marcus Agrippa, die na zijn consulaat aediel was, onderdoor is gevaren. Zeven waterlopen stromen
onder de stad door, storten zich samen in n kanaal en moeten als bergbeken alles meeslepen en
afvoeren. Als ze bovendien worden opgestuwd door extra regen, beuken ze tegen de zijkanten en
bedding van het kanaal, en als het water van de Tiber soms van de andere kant het riool
binnenstroomt en de tegengestelde stromen met geweld op elkaar botsen, houdt de stevige
constructie stand. Daarboven kunnen complete gebouwen [tijdens een watersnood] worden
meegesleurd, maar de gewelven van dit buitengewone bouwwerk begeven het niet. Spontaan of
door brand instortende runes vallen erop neer, de bodem wordt verstoord door aardschokken, en
toch zijn de riolen al bijna zevenhonderd jaar, sinds koning Tarquinius Priscus, onverwoestbaar.
Cassius Dio 60.11.1-3
Lucius Cassius Dio (ca. 155 - na 229) was een Romeins senator van Griekse afkomst en
geschiedschrijver uit de 2e/3e eeuw na Chr en daarmee het prototype van de geromaniseerde Griek.
Hij was de laatste Romein die een algemene geschiedenis (in 80 boeken!) schreef van het Imperium
Romanum. Zijn werk zou in het Byzantijnse Rijk nog lang d standaard blijven voor Romeinse
geschiedenis.
Toen er een zware hongersnood ontstond nam Claudius maatregelen om de
levensmiddelenvoorziening in ruime mate te garanderen, niet alleen op de korte termijn maar ook
voor de toekomst. Want praktisch de totale hoeveelheid graan die nodig was om Rome van voedsel
te voorzien, moest worden gemporteerd. Een probleem daarbij was dat bij de monding van de Tiber
geen veilige aanlegplaatsen of geschikte havens waren, zodat de Romeinen geen profijt hadden van
het feit dat zij de zeen beheersten. Alleen s zomers werden er voorraden aangevoerd en in loodsen
opgeslagen, s winters lag de invoer stil. (Als iemand dat risico nam, zou het slecht met hem aflopen.)
Om dit probleem op te lossen besloot Claudius tot de aanleg van een haven en hij liet zich niet van
zijn plan afbrengen, ook niet toenb de architecten, op zijn vraag naar de kosten, antwoordden: Dat
knt u toch niet willen! zo zeker waren ze dat hij van zijn voornemen zou afzien als hij zou horen
welke enorme kosten ermee gemoeid waren. Claudius echter stond een onderneming voor ogen die
in overeenstemming zou zijn met de waardigheid en grootheid van Rome, en liet het project dan ook
uitvoeren.




27

SUETONI TRANQUILII VITA DOMITIANI
[5]
Plurima et amplissima opera incendio absumpta restituit, in quis et Capitolium, quod rursus arserat;
sed omnia sub titulo tantum suo ac sine ulla pristini auctoris memoria. Novam autem excitavit aedem
in Capitolio Custodi Iovi, et forum quod nunc Nervae vocatur, item Flaviae templum gentis et stadium
et Odeum et naumachiam, e cuius postea lapide maximus circus, deustis utrimque lateribus,
exstructus est.
amplus groot
opus, operis, n. (bouw)werk
incendium brand
absumo, absumpsi, absumptus wegnemen, vernietigen
ardeo, arsi verbranden
pristinus oud, oorspronkelijk
lapis, lapidis steen
de-uro, deussi, deustus afbranden
utrimque aan beide kanten
latus, lateris, n. flank, zijde, zijkant

.................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................









28

Historia Augusta: Hadrianus. XIX, 9 11
De Historia Augusta is de benaming van een bundel van dertig biografische boeken die de levens van
keizer Hadrianus tot en met Numerianus (van 117 tot 284 na Chr.) beschrijven.
Cum opera ubique infinita fecisset, numquam ipse nisi in Traiani patris templo nomen suum scripsit.
Romae instauravit Pantheum, saepta, basilicam Neptuni, sacras aedes plurimas, forum Augusti,
lavacrum Agrippae, eaque omnia propriis auctorum nominibus consecravit. Fecit et sui nominis
pontem et sepulchrum iuxta Tiberim et aedem Bonae Deae.

ubique overal
saepta (neut. plur.) stemplein, grote, door een muur omgeven ruimte op het Marsveld waar de
Romeinse burgers zich verzamelden om hun stem uit te brengen
lavacrum badhuis

..................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................


De brug en het mausoleum van Hadrianus, nu de Engelenburcht en brug.




29

Hadrianus was ook verantwoordelijk voor de bouw van de tempel voor de godinnen Venus en Roma.
Dit heiligdom had hij zelf ontworpen, zoals blijkt uit het onderstaande fragment uit de Romeinse
geschiedenis van Cassius Dio. (De opmerking over pompoenen verwijst naar Hadrianus liefde voor
het bouwen van koepels.)

Cassius Dio 69.4.1-5
Hadrianus heeft de architect Apollodoros, die de scheppingen van Trajanus had gebouwd, eerst
verbannen en later gedood. Het heette dat hij een of andere misstap had begaan, maar de werkelijke
reden was dat hij op een keer, toen Trajanus iets met hem besprak over zijn bouwwerken, Hadrianus,
die een onbenullige opmerking maakte, had toegevoegd: Ga weg, teken jij maar pompoenen. Van
deze zaken heb je geen verstand. In die tijd gaf Hadrianus blijkbaar juist hoog op van zon tekening.
Toen hij keizer was geworden, herinnerde hij zich die belediging nog en hij verdroeg de vrijmoedige
kritiek van Apollodoros niet. Hij had hem namelijk een blauwdruk gestuurd van de tempel van Venus
en Roma om hem te laten zien dat ook zonder hem een groot werk tot stand kon worden gebracht,
en hem gevraagd of het gebouw in orde was. Apollodoros antwoordde dat de tempel op een hogere
plaats gebouwd had moeten worden en dat eronder een ruimte uitgegraven had moeten worden,
om door zijn hogere ligging de Heilige Weg beter te domineren en plaats te bieden aan de
toneelmachines, zodat die ongezien in elkaar gezet en ongemerkt naar het Amfitheater gebracht
konden worden. En wat betreft de beelden betoogde hij dat ze te groot waren in verhouding tot de
hoogte van het binnenste van de tempel. Want als de godinnen willen opstaan en naar buiten gaan,
zei hij, zullen ze dat niet kunnen.
Toen hij dit zonder omwegen schreef, werd Hadrianus razend, maar ook buitengewoon treurig,
omdat hij een onherstelbare fout had gemaakt. En hij bedwong noch zijn woede, noch zijn verdriet,
maar liet hem vermoorden.
Magister Gregorius
Over de auteur is niet veel met zekerheid te vertellen: meester Gregorius was hoogstwaarschijnlijk
een Engelsman die leefde in de 12de of 13de eeuw. Hij is op bezoek geweest in Rome en heeft daar
contact gehad met hoge kerkelijke functionarissen. Bij terugkomst heeft hij zijn vertelling over de
wonderen van de stad Rome op verzoek van zijn vrienden op papier gezet.
Gregorius laat niets los over de reden van zijn verblijf in Rome maar schrijft alleen over de klassieke
monumenten die hij gezien heeft. Hij stond zeker niet negatief tegenover het heidense Rome. Zijn
narratio is dan ook een soort reisgidsje. Een aantrekkelijke reisgids omdat het Latijn goed te volgen is,
omdat Gregorius het duidelijk naar zijn zin heeft gehad in Rome en omdat een vergelijking tussen
Gregorius' Rome, het klassieke en het hedendaagse Rome aardige details oplevert.
Magistri Gregorii narratio de mirabilibus urbis Romae
Incipit narratio de mirabilibus urbis Romae quae vel arte magica vel humano labore sunt condita.
1. Vehementius igitur admirandam censeo totius urbis inspectionem, ubi tanta seges turrium, tot
aedificia palatiorum, quot nulli hominum contigit enumerare. Quam cum primo a latere montis
alonge vidissem, stupefactam mentem meam illud Caesarianum subiit, quod quondam victis Gallis
cum Alpes supervolaret inquit, magnae
miratus ... moenia Romae:
"Tene, deum sedes, non ullo Marte coacti
Deseruere viri? Pro qua pugnabitur urbe?
Dii melius," et cetera.
Paulo post: Ignavae manus liquere urbem, capacem turbae humani generis, si coiret, et Romam
30

invocans, instar summi numinis eam appellat. Cuius incomprehensibilem decorem diu admirans deo
apud me gratias egi, qui magnus in universa terra ibi opera hominum inaestimabili decore mirificavit.
Nam licet tota Roma ruat, nil tamen integrum sibi potest aequiperari; unde quidam sic ait:
Par tibi, Roma, nihil, cum sis prope tota ruina:
Fracta docere potes, integra quanta fores.
Cuius ruina, ut arbitror, docet evidenter cuncta temporalia proxime ruitura, praesertim cum caput
omnium temporalium Roma tantum cotidie languescit et labitur.
Vertelling over de wonderen van de stad Rome, die door toverij of door menselijke activiteit zijn ontstaan.
1. Vanuit het diepst van mijn hart meen ik dus dat aanblik van heel de stad, waar zoveel torens opschieten,
zoveel paleizen zijn, dat geen mens ze kan tellen, tot bewondering leidt. Toen ik van verre vanaf de berghelling

voor het eerst de stad zag, kwamen er bekende woorden van Caesar op in mijn met stomheid geslagen geest.
Na zijn overwinning op de Gallirs en zijn tocht over de Alpen heeft Caesar eens vol bewondering over de
muren van het grote Rome gezegd:
Hebben de mannen jou, zetel van de goden, verlaten, hoewel ze
niet daartoe gedwongen zijn door oorlogsdreiging? Voor welke stad
zal er dan nog gevochten worden? Bij de goden, enzovoorts.
Een paar regels verder: Troepen hebben laf de stad verlaten; een stad die grote aantallen mensen kan opnemen
als zij zich verzamelen. Terwijl hij Rome aanroept noemt hij haar gelijk aan de grootste goddelijke macht. Ik
bewonder al lang de oneindige pracht van Rome en ik dank God, die in zijn grootheid de daden van de mensen
op heel de aarde wonderbaarlijk maakte door onmetelijke roem. Want laat dan heel Rome een bouwval zijn,
toch kan niets, wat volledig gaaf is, met haar vergeleken worden. Daarom zegt iemand het zo:
Niets is vergelijkbaar met u, Rome, hoewel u bijna compleet een rune bent.
Nu u neergehaald bent kunt u laten zien hoe groots u in ongeschonden toestand was.
Ik ben ervan overtuigd, dat haar puinhopen ons duidelijk laten zien dat alle goederen op aarde naar verloop
van tijd vergaan, met name wanneer Rome, het hoofd van alle wereldlijke goederen, dagelijks verslapt en
wankelt.
21. De Pantheon. Pantheon autem brevi transitu praetereo, quod quondam erat idolium omnium
deorum, immo demonum. Quae domus nunc dedicata ecclesia in honore omnium sanctorum Sancta
Maria Rotunda vocatur, antonomasice quidem a prima et potiore parte, cum sit omnium sanctorum
ecclesia. Haec quidem habet porticum spatiosam, multis et mirae altitudinis columnis marmoreis
sustentatam. Ante quam conchae et vasa alia miranda de marmore porfirico et leones et cetera signa
de eodem marmore usque in hodiernum diem perdurant. Huius domus latitudinem ipse mensus sum
habetque spatium CCLXVI pedum in latitudine. Cuius quondam tectum deauratum fuit per totum, set
immoderatus amor habendi et auri sacra fames Romani populi aurum abrasit et templum deorum
suorum deturpavit. Qui ob inexplebilem cupiditatem, dum aurum sitivit et sitit, a nullo scelere
manum retraxit aut retrahit.
21. Het Pantheon. Het Pantheon behandel ik kort, omdat het vroeger de tempel voor alle goden (lees: duivels)
was. Deze tempel, nu als kerk gewijd aan alle heiligen, wordt de Heilige Maria Rotunda genoemd. De kerk is
naar de voornaamste en belangrijkste bij uitstek genoemd, hoewel ze voor alle heiligen is. Ze heeft een ruime
voorhal, die ondersteund wordt door veel wonderlijk hoge marmeren zuilen. Ervoor staan porfieren sarcofagen
en ander wonderlijk vaatwerk en ook leeuwen en andere beelden uit datzelfde materiaal; dit alles staat er
heden ten dage nog. Eigenhandig heb ik de doorsnede van dit gebouw opgemeten: 266 voet. Vroeger was het
dak geheel verguld maar de tomeloze hebzucht en vervloekte honger naar goud van het Romeinse volk hebben
het goud verwijderd en de tempel van zijn goden onteerd. In zijn dorst naar goud wordt het gewone volk door
een onverzadigbare begeerte beheerst: het kan zich niet (niet in het verleden en ook nu niet) onthouden van
misdaden.
31

31. Colosseum autem, palatium Titi et Vespasiani, transeo. Quis enim artificiosam compositionem
eius et magnitudinem sermone exequi poterit? Iuxta hoc palatium est imago suis, quam Aeneas
fetam iuxta vaticinium Priamidis Heleni legitur reperisse, signum videlicet civitatis eo loco
aedificandae, quam fata sibi dederant orbi toto imperaturam. De hoc signo Virgilius sic ait:
inverta sub ilicibus sus
alba solo recubans, albi circum ubera nati.
Est autem hoc signum ex Pario marmore candidissimo mira arte perfecto reptantque circum ubera
eius nati numero XXX.
31. Het Colosseum, het paleis van Titus en Vespasianus, sla ik over. Wie kan immers het kunstzinnige ontwerp
en de grootsheid daarvan in woorden vangen? Naast dit paleis staat een beeld van een varken. Uit de literatuur
is bekend dat Aeneas overeenkomstig de voorspelling van Priamus' zoon Helenus een drachtige zeug gevonden
heeft. Dit was het teken om op die plaats een stad te bouwen. Het lot had hem die stad, de toekomstige
heerseres over heel de wereld, gegeven. Vergilius zegt het volgende over dit beeld:
Hij vindt een witte zeug die onder de eiken
op de grond ligt, met witte biggen aan haar uier.


Dit beeld is van sneeuwwit Parisch marmer met wonderlijk vakmanschap gemaakt. Rond haar uiers krioelen
dertig biggen.






32











33

Mirabilia Urbis Romae
De Mirabilia Urbis Romae (De Wonderen van de Stad Rome) is een middeleeuwse reisgids voor
pelgrims in Rome.
De gids is rond 1143 geschreven door Benedictus, een kanunnik van de Sint-Pieter. In de Latijnse tekst
worden veel antieke Romeinse monumenten beschreven, die in deze tijd nog niet waren verdwenen.
Van de grote antieke hoofdstad van het Romeinse Rijk was destijds niet veel meer over. Gedurende de
middeleeuwen was er een enorme terugval in het burgeraantal geweest en de resterende Romeinen
woonden vrijwel alleen nog in de wijken Campus Martius en Trastevere, dicht bij de Tiber. De verlaten
wijken binnen de Aureliaanse Muur stonden vol met antieke runes, die grotendeels pas vanaf de
renaissance geheel werden afgebroken. De geschiedenis van veel van de antieke bouwwerken was
echter in de 12e eeuw vergeten en de Mirabilia staat dan ook vol met onjuiste gegevens over de
namen en functies van gebouwen. Desondanks bleef het eeuwenlang een standaard reisgids voor
Rome en de tekst werd vele malen gekopieerd, uitgebreid en vertaald. Pas in de 15e eeuw werden
twee nieuwe gidsen geschreven, die de Mirabilia konden vervangen; de Descriptio urbis Romae
(1433) en Roma instaurata (1444).
De Mirabilia blijft tot op heden een belangrijke bron bij het lokaliseren van de antieke gebouwen en
middeleeuwse kerken in Rome.
11. De iussione Octaviani imperatoris et responsione Sibille.
Tempore Octaviani imperatoris, senatores videntes eum tante pulchritudinis quod nemo in oculos
eius intueri poterat et tante prosperitatis et pacis quod totum mundum sibi tributarium fecerat,
dicunt: "Te adorare volumus quia deitas est in te; si hoc non esset, non tibi omnia essent prospera".
Qui renitens, indutias postulavit, ad se sibillam Tiburtinam vocavit, cui quod senatores dixerant
recitavit. Que spatium trium dierum petiit, in quibus artum jejunium operata est.
tante = tantae
pulchritudo, -tudinis schoonheid
intueri (dep.) kijken in
tributarius schatplichtig, ondergeschikt
reniteo stralen
indutiae hier: bedenktijd
que = quae
artus streng
ieiunium vasten
.................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

34

Post tertium diem respondit imperatori: "Hoc pro certo erit, domine imperator: iudicii signum, tellus
sudore madescet; e celo rex adveniet per secla futurus, scilicet in carne presens, ut judicet orbem" et
cetera que secuntur. Ilico apertum est celum et nimius splendor irruit super eum; vidit in celo
quandam pulcerrimam virginem stantem super altare, puerum tenentem in bracchiis. Miratus est
nimis et vocem dicentem audivit: "Hec ara filii Dei est". Qui statim in terram procidens adoravit.
Quam visionem retulit senatoribus et ipsi mirati sunt nimis. Hec visio fuit in camera Octaviani
imperatoris, ubi nunc est ecclesia sancte Marie in Capitolio; idcirco dicta est Sancta Maria Ara celi.
iudicium oordeel
tellus aarde
sudor, sudoris zweet
madesco nat worden
celo = caelo
secla = saecla = saecula; saeculum = eeuw
scilicet en wel
caro, carnis vlees
que = quae
secuntur = sequuntur
ilico meteen, onmiddellijk
aperio, aperui, apertus openen
nimius zeer veel, zeer groot
pulcerrimam = pulcherrimam
bracchium arm
miror, miratus sum (dep.) zich verwonderen
nimis zeer
hec = haec
idcirco daarom

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................




35

22. (De Augusto).
Ad portam Flammineam fecit Octavianus quoddam castellum quod vocatur Augustum, ubi
sepelirentur imperatores, quod tabulatum fuit diversis lapidibus. Intus in girum est concavum per
occultas vias. In inferiori giro sunt sepulture imperatorum. In unaquaque sepultura sunt littere ita
dicentes: "Hec sunt ossa et cinis Nerve imperatoris et victoria quam fecit". Ante quos stabat statua
dei sui, sicut in aliis omnibus sepulcris. In medio sepulcrorum est absida ubi sepe sedebat Octavianus,
ibique erant sacerdotes facientes sua cerimonia. De omnibus regnis totius orbis iussit venire unum
cirothecam plenum de terra, quam posuit super templum, ut esset in memoriam omnibus gentibus
Romam venientibus.
Flammineam = Flaminiam
sepelio begraven
tabulare hier: opbouwen
intus van binnen, binnenin
girus (k)ring, cirkel
concavus hol
sepulture = sepulturae
unusquisque elk, ieder
littere = litterae
hec = haec
os, ossis, n. bot
cinis, cineris as
absida = absis
sepe = saepe
cirotheca ? grote kist ?

..................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................................






36

Louis Couperus
In juli 1983 berichtte Couperus aan zijn uitgever Veen dat hij naar menschelijke berekening voor zeer
lang naar het buitenland zou gaan. In september vertrok hij met zijn vrouw voor zijn eerste grote reis
door het Zuiden van Europa. In oktober nam hij zijn intrek in het Palazzo Niccolini te Florence, dat de
volgende twintig jaar zijn pied--terre daar zou blijven. In december reisde hij door naar Rome. In
februari daarop bezocht hij Napels. Vervolgens ging hij naar Corfu en Athene, maar de Grieken noch
hun land wisten hem te bekoren. Couperus was blij toen hij weer voet op Italiaanse grond kon zetten.
Via Rome en Florence reisde hij in april 1894 terug naar het Noorden. Een bezoek aan Veneti moest
vanwege de weersomstandigheden uitgesteld worden tot oktober 1895.
De indrukken van deze ontmoeting met het Middellandse-Zeegebied, dat uiteindelijk zijn tweede
vaderland zou worden, heeft Couperus vastgelegd in een twaalftal reisschetsen. De eerste elf werden
tussen februari en mei 1894 als Reis-impressies in De gids voorgepubliceerd. Onder dezelfde titel
verschenen ze datzelfde jaar bij uitgeverij L.J. Veen te Amsterdam. ...
Louis Couperus, Reis-impressies. In: De Gids. Jaargang 58 (1894)
I. San Pietro.

De zon schijnt in vol licht binnen, in de baziliek, waar de menschen nog weinig zijn: de groote
baziliek, wijd en goud, met de gouden stukken vierkant aan hare binnenkoepels, die in de lucht
horizontale cirkels ronden, waarop wer andere cirkels recht staan, als gouden regenbogen. Zoo
buigen de cirkels zich langs elkar, in perspectief van segmenten en snijdende cirkelbogen, van goud.
Het licht is er egaal, koud, op al dat goud, zonder wazigheid en zonder ziel, zonder mystiek tusschen
al die cirkels van overal even fel schittergoud. En koud, boven den bronzen reuzenbaldakijn van
gedraaide zuilen, cirkelt de Spreuk zich in blauwe reuzenletters van mozaek op goud:
Gij, Petrus, zijt een rots en op dien rots zal Ik bouwen Mijne kerk en aan U zal Ik geven de sleutelen
van het Rijk der Hemelen....

*
*
*

Er zijn weinig menschen nog, verloren onder de gouden reuzencirkels. Hunne kleine aantallen
verliezen zich, waar ze wachten, waar ze eindelijk, op de ellebogen geleund, wachten aan het hek
van planken, dat een gang maakt van de kapel van het H. Sacrament, met een hoek midden de
baziliek door, met een hoek naar het zij-altaar, rechts.
En klein is de wachtende menigte, al telt ze duizenden, klein zwart verloren over het marmer, onder
de hoog opbuigende koepelingen....
Op enkele afstanden staan de hellebaardiers, telkens twee, in de gang van planken; weinige. Flink
staan ze, leunende op hunne hellebaarden, de uniform, rood, geel en zwart; de broek rood wijd,
waarover losse gele banden hangen tot de knie, met de nauwere hozen, geel en zwart, tot den voet
in lagen schoen. De koperen stormband van den helm, die diep op de oogen rust, sluit nauw aan de
onderlip.
Een oude heer, omslachtig, buigt zich over de planken balustrade en vraagt iets, in log Italiaansch,
aan een van hen. Hoe Zijne Heiligheid komen zal en van waar en hoe laat.... Kort antwoordt de
hellebaardier, vriendelijk toch, tot het hem eindelijk te lang duurt, en hij, korter, zegt:
- Non so questa.... non so.
De oude heer, omslachtig, bedankt den hellebaardier, bedankt hem zer, omdat het zoo interessant
is, niet waar, zoo een interessante dag....
37

En verlegen, niet wetende hoe te doen, lacht de groote hellebaardier even, en zegt: Si, si, en wendt
zich af, verlegen....
De menigte is wat zwarter en dichter geworden, maar dertigduizenden schijnen zij toch nog niet,
die menschen aan het hek, in die reuzekerk, die zich reusachtiger uitbreidt, naarmate er meerdere
komen....
Door de vrije ruimte tusschen de planken loopen af en aan kanunniken met bonte pelerines,
bisschoppen, een enkele kardinaal.... Ze loopen haastig, met een slordige haast; slordig zijn hunne
kleederen, vaal, goor, dof, onaanzienlijk. Dat is een bisschop en dat een kanunnik en dat is een
kardinaal, wijst men elkar, want hen aanzien, dat ze het zijn, doet men niet. Dan heeren in rokken,
met ceremoniekettingen om den hals en choorjongens, in het zwart met vuile, witte choorhemdjes;
af en aan loopen ze: en brengt er, lachende, een hoop witte hemdjes in zijne armen ergens weg, en
haast zich....
De groote hellebaardier heeft het warm onder zijn drukkenden helm en licht dien even op, met een
zucht.
En men wacht. Dames, in het zwart, kanten voiles over het hoofd, zitten op vouwstoeltjes, aan het
hek, te wachten. Andere dames dringen op, bonter gekleed, binocles in de hand. Hier en daar, tegen
het massief vierkant der zuilen aan, ligt em and te bidden, in vrome verliezing.
En geene emotie is in het wachten. Onder de reusachtige gouden cirkels, aan het plompe, houten
hek, dat een gang maakt, is alleen een zacht dringen, een zielloos zich opstellen, om te zien....
Eindelijk. Een optocht wil zich vormen: de vuile choorjongens, lachende, giechelende, peuterende in
hun neus, slecht gedrild door een pater, die geen orde houden kan.... De heeren in rok, de
bisschoppen, ordeloos, wachtende op elkar; misschien nog anderen: een paar kardinalen. Maar
men ziet niet meer, want ene stem begint er eene lange fraze van eentonig gejuich, waarin het:
Evviva il Papa-Re, opklinkt en andere stemmen, zwak, juichen me....
En alle oogen zien met gulzigheid naar den verguld-en-glazen draagstoel, de portantina, gedragen
door dragers in liverein van gebloemd rood Utrechtsch fluweel, die aan ouderwetsche kanap's
doen denken...
* * *

De hellebaardiers staan recht en salueeren met de wit katoenen hand. In den draagstoel schemert
zichtbaar de gezetene gestalte van den Paus, oud-tenger, in het wit, de witte kalot
op de grijs-witte haren, het hoofd buigende links en rechts en de handen naar de menigte rechts en
links heffende met het gebaar der zegenende vingers. Het gelaat is oud-fijn, wasbleek, van eene
effene wasblankheid, zonder vele zichtbare rimpels, zonder dien van de neus om den mond heen
gegroefden grijnsglimlach der portretten en platen. Want de glimlach is maar even; over het gelaat
wasemt eene benevolente glimlachende zachtheid, en het oog, met diep-in gloeiende intelligente
vonk, wendt overal heen zijn innigen blik, met iets van liefhebben en weemoed, over de juichende
getrouwen.... En navrant is dit: die Majesteit der Katholieke Kerk, toegejuicht, maar omgeven door
Zijne onwaardige, onplechtige, slordige cortge: de vuile choorjongens, de gore kanunniken, de
leelijke dragers, gaande tusschen de planken, die een hek vormen....

* * *

Gaande voorbij het Hoogaltaar onder den bronzen reuzenbaldakijn, met de tombe van St. Peter,
waar, om rouw over het wereldlijk gezag, de mis nauw meer gelezen wordt; gaande, om rouwe,
zonder wierook, de kardinalen zonder hunne slepende plechtgewaden, gaande zonder de wuivende
schaduwen van veren-waaiers, gaande zonder al den splendeur van vroeger, toen de Heilige Vader
38

gedragen werd tusschen een dichte haie van hellebaardiers en niet tusschen een leelijk hek van
onversierde planken.

* * *

In de kapel van het transept, rechts van het verweduwde Hoogaltaar, is de menigte der
dertigduizenden opgedrongen, benauwd vol, aan werszijden van het hek; de menschenlucht hangt
er, zoet en wee.... En in het choor zingen nu de zangers der Sixtijnsche kapel, matweg, zonder
extaze....
Ontzettend wijd en hoog schijnt de kerk, achter leg verlaten; de zijkapel eene kerk op zichzelve; de
Paus niet te zien, vergeefs gezocht door binocles in weifelende handen voor reikhalzende gezichten.
Op het altaar daarginds, ver, verweg, tegen de vaag schemerende martyre van den H. Erasmus aan,
niets dan een kruis en, aan werszijden, drie kaarsen. De priesters-ceremoniemeesters nemen er de
misgewaden en gaan er me de trappen af, om ze den Paus te bieden. En de Opperpriester verrijst
eindelijk, zichtbaar nu boven de oogen der menigte, in de gouden kazuifel, de witte kalot op de
witgrijze haren en voorzichtig, langzaam plechtig doen zijne handen de gebaren, die heiligen....
Kleintjes klinkt de bel en klinkt wer en de menigte knielt, dicht in elkar gedrongen....
En niet, zooals vroeger, daveren er boven den koepel bazuinen den hemel toe, en vermelden het
oogenblik, dat de Hostie omhoog is gebeurd, en niets is te zien door het zwart der knielende
menigte, tot de bel wer klinkt, en ze rijst....

* * *

Het kruis en de zes kaarsen zijn weggenomen en een vergulde armstoel wordt er op de zelfde plaats,
op het altaar zichtbaar. En de Paus is er nu gezeten; in de verte gaat iets om van het aanbieden van
een groot, wit vierkant plakkaat, een adres: aan beide zijden der
kapel zijn de verschillende societeiten opgesteld, met hare vanen: op haar verzoek was
het, dat Zijne Heiligheid deze mis vierde.... En er gaat, vaag, in de verte iets om van het buigen van
ruggen en men raadt den voetkus; dan rijst een heer, die het adres voorleest, op zij van den Paus;
met luide galmingen klinkt telkens zijne stem....
Eene vermoeidheid schijnt den Heiligen Vader ner te breken. Het hoofd hangt diep op de borst, en
heft zich, nerveus, in eens op; nerveus steunt de rechter dan het hoofd en de linker daarna, alsof het
hoofd mo is en niet weet waarheen.... Dan vallen de beide armen slap en de handen hangen af van
de leuningen van den gouden stoel, alsof die zwakke handen het opgeven het moede hoofd te
steunen....
En groot is hierna de verwondering, als - het voorlezen geindigd - eene resurrectie den Paus
bezielt; hij zich recht heft in den zetel en antwoordt, en van zijne stem is geen klank te hooren, maar
krachtig, energisch, slaan de gebaren zijner gesterkte handen, slaan ze rechts, links; overtuigend
knikt het grijze hoofd me en met iedere beweging onderlijnt hij zeker wat hij zegt, in dankbare
aandoening om hun aller liefde....

* * *

En daarna wacht men, lang, eindeloos lang. Te zien is niets meer en wat er eigenlijk gebeurt is iets
geheimzinnigs, iets alleen voor ingewijden.... Want de halzen rekken zich en de binocles willen kijken,
maar te vergeefs.... En men loopt in het rond door de kerk; de Pauselijke gardes ook loopen wat
rond, zacht glimlachende pratende.... #
Op de balustrade van het Hoogaltaar zoekt men te zitten, stijf van het lange staan.... En het wachten
heeft iets, dat van streek brengt, omdat men niet meer weet hoe en waarom....
Tot eindelijk een gejuich werklinkt, zakdoeken en hoeden wuiven.... Nu niet in den glazen
draagstoel, maar op den gouden zetel wordt de Paus teruggedragen... En vol juichen de Evviva's op,
met een enthouziasme vol overtuiging, en eene diepe emotie siddert door allen heen, die daar
39

juichen, als de Priester, in het wit, met den rooden mantel, die even over de knie drapeert, nadert,
en de zegen over hunne hoofden nervalt van de twee vingers, die zich beurtelings heffen, links en
rechts.... Aan een dier wassen vingers - een witte handschoen dekt de halve hand - schittert de
groote ring met flonkerenden steen....
En de emotie is zoo innig waar, spontaan gevoeld, op dat oogenblik, als de dragers nog enmaal stil
houden, - voor de deur der kapel, vr het heengaan - en de Paus zich nog enmaal buigt, rechts en
links, en voor de ltste maal de zegen nervalt, dat zij weenen en er een oude bedelaar, goor bruin
en bevend vuil, uitbarst in snikken, die stotteren door zijn laatsten juichklank heen....
De jongelieden der societeiten, die vroegen om de Mis, storten, in extaze, zich nog nmaal naar de
deuren der kapel....
Maar de Paus is verdwenen. De groote middenpoort der baziliek opent zich. Het zonnelicht, het
leven daar buiten, vloeit binnen....
En de menigte, zwart, zwermt uit en stroomt, als in cascades van menschen, over de trappen heen,
in de piazza...

Rome, 17 Dec. '93.

# Redevoeringen volgden. De prezidenten der verschillende Katholieke sociteiten werden toegelaten tot den Handkus. Dames van de
Romeinsche aristocratie boden een rijk verlucht perkamenten adres aan, in gouden doos.

III. Pincio.

Op de balustrades, de treden van de groote Scala della Trinita de' Monti - de trap, die naar de Piazza
di Spagna ner treedt - slenteren de modellen, of liggen ze languit, lui.
Jongens - zwarte oogen, zwarte haren - in hunne Romeinsche Campagna-dracht, blauw en
roodbruin en gelapt, op den puntigen hoed een geknakte pauwever.
Lui liggen ze; ondeugend gaan hunne zwarte oogen naar de vreemdelingen, die boven wandelen, als
zeggen ze: je kijkt naar ons, je vindt ons mooi en wij, wij eten onze china's-appelen: de zon schijnt
warm, gemakkelijk is het leven....
In de zon geuren de gouden vruchten, de china's-appelen en mandarijnen; achter de stapels zitten
de verkoopers op den grond.
Een enkele vrouw, met zuigend kindje aan ontbloote borst; een paar meisjes met vierkanten
hoofddoek, reikende hare bloem; een oude, grijze man, in ruimen, bruinen plooimantel, net een
patriarch of een profeet. Maar meer de jongens en de kinderen; de kleine dreumessen - nauwlijks
kunnen ze loopen en bieden ze hun lucifers - de dreumessen in wat gelapt oud bruin fluweel en het
hemdje slippende uit een scheur van het fluweelen broekje, expres zoo, om de schilderachtigheid.
En bijna Moorsch doet de Trinita de' Monti, roomgeel met twee torens tegen de blauwende late
middaglucht; terwijl zoo sterk als een aroom van zonvitaal leven, de china's-appels geuren....

*
*
*

Naar den Pincio toe stevenen de wandelaars, de rijtuigen, bont in strooming van kleuren. De
rijtuigen met de paarden, trappelend en glad van huid en met de gecambreerde koppen, met de
wirlende gele en roode spaken der wielen; in de rijtuigen de kleurige dames, de bonte kindermeiden,
frisch en blozende lachende, de breede bonte linten gestoken op het zwarte haar met groote,
zilveren spelden, die staan in aureool; en lachende houden zij de teere kinderen op, de rijke-lui's-
kinderen, als pakjes witte kant....
Onder aan de viale's en terrassen van den Pincio koepelt de groote stad. Eerst, ruim, en vlak
beneden, de Piazza del Popolo, met de obelisk en de waterspuwende leeuwen, de groepen
beeldhouwwerken, de granieten kolommen en de bronzen trofeen; een lange, eenzame weg,
grijzig, schiet recht weg naar St. Pieter, opwelvenden reuzenkoepel, naar de gevangenisachtige
vierkantmassa van het Vaticaan, aan het eind, in de verte. Links, aan de Piazza del Popolo, de koepels
40

harer beide kerken - Santa Maria rechts - en achter die koepels, verder en verder weg, wijkende naar
de verte, de koepels en de koepels altijd, de ronde en de ovale en de plattere koepels, de zee van
koepelende kerken....
En achter die kerken en koepels en torens de violetvale Campagna, terwijl de heuvelenkling met de
cypressen van den Monte Mario en de pijnen van den Janiculus - parapluie-achtige boomen, klein in
de verte, - den horizont stremmen....

*
*
*

En rond, als een gouden bal, verblindend wie uitkijkt over de stad, hangt de zon in de wolkenlooze
lucht, het transparente ether, limpidener naar het Oosten toe, wit brandende, nu ze daalt, en straks
achter de daken verdwijnen zal....

*
*
*

Of... nevelen zweven over, drijvende doorzichtige vaalheden, die vullen de straten en afstompen de
duizenden koepelingen, en zich in de verre perspectieven opstapelen tot meer melkachtige
wezenlijkheden, als spoken, die belichamen....

*
*
*

Dan is het einde.... maar hangt nog de zon, dan schittert de Pincio bont, en onder, op zijn vialen,
boven op zijn terrastuin, fonkelen de palmen en mimosa's zuide-achtig in de laatste schijnsels,
flonkeren de cactussen en alos, blauwgroen met werflikkeringen van brons en metalen; en de
herfstplatanen, vol bladeren van effen goud, klateren hunne gouden tinten aan tegen den limpiden
blauwen hemel....

*
*
*

Dan schittert de Pincio bont, onder zijn bonte boomen, goud en groen; en de wielen der rijtuigen, de
linten en spelden der minnen, de pluimen en uniformen der muziekanten, de soutanes der
seminaristen - rood, blauw, paarsch, - de pijen der monniken, - de Capucijners bruin, en wit de
Benedictijners, - wirlen kaleidoscopisch door elkaar; bont, maar klein bont, terwijl de stad zich
beneden uitbreidt, koepelend en reusachtig....

Rome, Jan. '94.

VI. Brief uit Rome.
Rome, Jan. '94.

Weet je, wat er in Rome van je gevergd wordt, als je eenigszins de pretentie wil maken Rome te
kennen en Rome gezien te hebben? Ten eerste, dat je de geschiedenis - zoowel wereldals
kunsthistorie - van Romulus tot Bernini op je duim kent. Dan dat je vast bent geverseerd in Rome's
topografien, van alle die eeuwen door, bij voorbeeld z, dat als je in St. Pieter komt, je
oogenblikkelijk ook denkt aan het Circus van Nero en de Baziliek van Constantijn, waarop de
kathedraal als op tronen omhoog rees; dat, in het bont-moderne gewoel van den Pincio, je
oogenblikkelijk ook denkt aan Messalina, die er eens hare tuinen had en origien vierde... Om dit
eenigszins naar eisch te kunnen doen, wordt niet alleen de historisch-topografische kennis der
metropool verlangd, maar daarenboven de psychologische kennis van jezelven; namelijk: de macht
om je indruk -en-stemming van het oogenblik, oogenblikkelijk ook, een bliksemvlugge retrospectieve
gradenboog te laten beschrijven, die nauwkeurig aanteekent alle indrukken-en-stemmingen, welke je
ondervindt bij dien Schwung van Nero tot Leo XIII en van Messalina tot de nou-nou's met kleurige
41

linten... Zoodra je dus voet buiten de poort van je htel zet, geef je je vooral niet over aan een indruk
van het moment - aan de charme der uniek transparante lucht, waartegen de kerken aankoepelen,
de citroenen goud stippelen, de verminkte zuilen hare weemoedige majesteit strak zetten - maar
oogenblikkelijk stel je je voor - van Romulus af - hoe die straat van je htel vroeger was, en welke
runes en statuen onder je voetstap begraven kunnen liggen... En terwijl je gaat, moet de
retrospectieve gradenboog dat alles in je geest aanteekenen en juist, als je blief.
(...)
Het eenige antieke gebouw van Rome, geheel intact, is het sublime Pantheon - S. Maria Rotonda nu.
De muren staan als onverdelgbaar, al zijn ook de kapiteelen en architraven als met hamers vernield,
geheele stukken marmer er uit ner gemokerd, tot het schijnt alsof gapende wonden aan dat
bovenbeeldhouwwerk gevreten hebben en er nog reuzenlitteekens graven. Van binnen maakt de
welving - de eenvoudige enkele welving en niets meer dan die welving, met het ronde oog, waardoor
de hemel kijkt - op mij dien lichten schrik van schoonheid, die even adem beneemt en dien zelfs St.
Pieters binnenkoepel mij niet geven kan. En de essence der schoonheid van die eenvoudige rondte is
verder vooral deze gedachte, dat men den antieken tempel zuiver overhoudt, als men de katholieke
altaren in de nissen rondom er uit wegdenkt...
(...)

Rosita Steenbeek

Thuis in Rome
2000 Prometheus Amsterdam

In Thuis in Rome vertelt Rosita Steenbeek over haar liefde voor de eeuwige stad, waar ze sinds 1985
een groot deel van het jaar woont. (...) Met Rosita Steenbeek dringt de lezer door tot de vele lagen
van Rome.

12

Ik ren over de Piazza Navona, zoals de atleten vroeger renden over de piste van het stadion van
Domitianus, dat een paar meter onder me ligt. Het plein heeft dezelfde vorm; langwerpig met een
recht en een rond uiteinde.
Bij het licht van lantaarns en kaarsen zitten mensen te eten op de plek waar vroeger de tribunes
waren.
Jongens en meisjes hangen rond aan de rand van de fonteinen. Agenten blazen op een fluitje als
iemand zijn voeten in het water steekt. Straks moeten de agenten naar bed en wordt er heel wat
afgepoedeld.
Een van de vele ingangen naar de onderwereld is in een palazzo aan het plein, maar aan de
achterkant.
Het hek is dicht. Zou ik te laat zijn?
Over een balustrade kijk ik de diepte in, naar de grond van het klassieke Rome waar wat brokstukken
en zuilen zijn te zien, flakkerend verlicht.
Ik zie niemand. Ook keizer Domitianus niet.
Toen iemand die voor het priv-vertrek van Domitianus stond, vroeg: Is er iemand bij de keizer?
kreeg hij het antwoord: Nog geen vlieg. Dat was een toespeling op het favoriete tijdverdrijf van de
keizer: het aan een schrijfstift rijgen van vliegen. Dat had al een waarschuwing moeten zijn dat in
deze aanvankelijk milde heerser een wrede moordenaar schuilging.
Dan zie ik een groepje mensen.
Een jonge, vrouwelijke gids verkoopt kaartjes en daarna gaat ze ons voor, de trap af.
De groep bestaat uit vijf dames van middelbare leeftijd, vriendinnen zo te zien, en twee paartjes: een
ouder echtpaar en een jong stelletje. De laatste tijd zijn er veel Romeinen die zich verdiepen in de
geschiedenis van hun stad en er zijn steeds meer van dit soort rondleidingen.
42

We lopen een stukje over de grond die ik net van bovenaf bekeek en dan staan we onder enorme
bogen, die door fakkels zijn verlicht.
De mensen slaken bewonderende kreten, zuchten of zijn er stil van.
Een dame zegt: Nou loop ik toch mijn leven lang over dit plein zonder ooit vermoed te hebben dat er
een heel stadion onder lag.
Deze resten, vertelt de gids, zijn in 1936 te voorschijn gekomen bij de bouw van het
appartementencomplex hier boven ons. Daarvoor moest helaas het middeleeuwse huis dat er stond
sneuvelen en zo is er tussen de lagen van twintig eeuwen menselijke activiteit een belangrijke laag
weggevallen.'
'Niet het enige wat Mussolini heeft verwoest, bromt de oudere man die hand in hand loopt met zijn
vrouw.
In de kelders van alle palazzi rondom het plein zitten resten van dit soort bogen en van de tribune.
Ik kijk naar het vlammenspel van de fakkels op de muren terwijl de gids vertelt: In 80 is er een grote
brand geweest in dit deel van de stad, het Marsveld, maar Domitianus, die in 81 aan de macht komt,
herstelt de gebouwen en laat een paar imposante nieuwe optrekken, zoals dit stadion, waar
dertigduizend toeschouwers in konden, en het odeon ernaast, voor toneel, dans en muziek. De vorm
van het odeon is nog te zien in de rondlopende palazzi op de Corso Vittorio Emanuele. Domitianus
zette hiermee de politiek van zijn vader Vespasianus en zijn broer Titus voort, die na Neros
wandaden orde op zaken stelden en Rome uit de as deden herrijzen. Grote gebouwen gaven
uitdrukking aan de grandeur van het keizerrijk maar boden ook vertier aan het volk waardoor het
mild gestemd werd.
Domitianus veroverde grote gebieden in Germani en in het binnenland herstelde hij tucht en orde,
maar de waanzin die elke alleenheerser bedreigt krijgt ook hem te pakken: hij laat zich dominus et
deus noemen, heer en god, wordt steeds hebzuchtiger en wreder. Ook steeds achterdochtiger. De
zuilengalerijen waarin hij elke dag wandelde, liet hij bekleden met spiegelend marmer, zodat hij alles
wat er achter hem gebeurde kon zien. Een sprekende raaf die was neergestreken op Jupiters tempel
had hem gerustgesteld door te zeggen: Alles zal in orde komen. Maar de orakelduiders wisten dat
het alleen goed kon komen na de dood van Domitianus. Een paar maanden later, in 96, werd hij
vermoord en veroordeeld tot de damnatio memoriae, het uitwissen van elke herinnering aan hem.
Maar dat is dus niet gelukt: tweeduizend jaar later staan wij ons te vergapen aan zijn bouwwerk.
Onze gids wijst op een grote boog met pilaren en een trap die naar boven loopt. Een van de ingangen
naar de tribunes en naar de eerste verdieping. Het moet er schitterend uit hebben gezien. Twee rijen
bogen boven elkaar, de eerste steunend op Ionische zuilen, de tweede, waarvan ook nog een deel
overeind staat, op Corinthische. Om de vijf bogen was een trap en alles was met marmer en
geraffineerd stucwerk versierd.
Men dacht dat hier wagenrennen werden gehouden maar dat is niet zo. Het was geen circus, want
er zijn geen hokken voor de wagens en paarden gevonden en in het midden van de piste was geen
verhoging, maar het veld was volledig leeg, zoals ook te zien is op munten.
Er werden voornamelijk sportwedstrijden gehouden, vertelt de gids. Domitianus zelf zat vaak in de
keizerlijke loge, gehuld in een purperen Griekse mantel, met sandalen aan zijn voeten en om zijn
hoofd een gouden krans met een afbeelding van Jupiter, Juno en Minerva, Naast hem zat een college
van priesters die er net zo uitzagen, behalve dat hun kransen ook nog verrijkt waren met een vierde
god, de grilligste van allemaal, die hier in een boze bui of gewoon uit speelsheid op elk gewenst
moment hun hoofd voor de voeten kon laten leggen.
We lopen langs de hoge buitenmuur van het theater, achter de gids aan, die ons een ruimte onder
een van de gewelven binnenvoert.
Het stadion had een grote sociale functie, het was een ontmoetingsplek. Op de begane grond waren
drie wandelgangen en onder bogen als deze zaten winkeltjes, hoekjes waar de laatste roddels
werden uitgewisseld, politiek werd bedreven. Maar dit was ook de plek van de lichtekooien. Hier
waren veel bordelen. Het woord fornicare, overspel bedrijven, komt van fornix wat boog, gewelf
betekent.
De oudere heer zegt dat hij en zijn echtgenote in Pompeji kortgeleden een bordeel hebben gezien.
43

Dat bestond uit een hele reeks kleine kamertjes naast elkaar met op de deur in bas-relif de
eigenaardigheden en specialiteiten van de bewoonster.
Waarschijnlijk is de heilige Agnes tijdens de christenvervolgingen onder Diocletianus, aan het eind
van de derde eeuw, in een dergelijk bordeel geplaatst. Omdat ze zich niet liet schofferen werd ze
naakt aan een schandpaal gebonden, maar haar haren begonnen zo hard te groeien dat ze al snel
haar naakte lichaam bedekten. Ze werd op de brandstapel gezet maar door haar vurig gebed hadden
de vlammen geen vat op haar, ten slotte moest de beul een zwaard door haar keel steken. Op de
plek van het drama staat nu de kerk die aan haar is gewijd, Sant Agnese, tegenover de
Rivierenfontein. In de kelders van de kerk sta je in ruimtes als deze.
We lopen verder door wat er over is van een wandelgang. Ik probeer me de drukte en de opwinding
van toen voor te stellen.
Langzaam maar zeker is het stadion bedolven geraakt, marmer, goud en beelden werden geroofd
door de barbaren en de Romeinen zelf. De tribunes en gangen werden op den duur gebruikt als
fundamenten voor de huizen rond het plein.
Hier is het zwaar beschadigde beeld gevonden van Menelas, die de dode Patroclus in zijn armen
houdt. Het werd het beroemdste sprekende beeld van Rome: Pasquino, misschien de naam van de
kleermaker, kapper of literator die het vond. Sinds het begin van de zestiende eeuw staat het op de
Piazza Pasquino hier om de hoek en bemoeit zich overal mee; tot vandaag de dag worden er
satirische schotschriften op bevestigd, le pasquinate ofte wel paskwillen. Laatst zat er een
veiligheidsgordel om de marmeren tors.
De groep klimt de trap weer op, ik blijf nog wat rondslenteren onder de bogen. Ik kijk naar het beeld
van de atleet in het licht van de fakkels. Zijn schaduw staat op de muur en beweegt een beetje. Als ik
een paar stappen doe, raken onze schaduwen elkaar.
Ooit stond deze man van vlees en bloed te poseren voor een andere man van vlees en bloed die hem
uit de steen hakte. Misschien heeft hij hier gerend.
Het ruikt naar was. Die geur roken ze tweeduizend jaar geleden ook.
(...)
44



Bibliografie
De Latijnse teksten zijn ontleend aan:
www.stilus.nl (Leo Nellissen)
The Latin Library (www.thelatinlibrary.com)
www.koxkollum.nl (Cock van Montfoort).
MFT bracht hier en daar enkele kleine wijzigingen aan.

Jona Lendering: Stad in marmer. Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten.
Athenaeum Polak & Van Gennep. Amsterdam 2002

Caroline Fisser: Rome. Leven met het verleden. Stadsgids
Hermaion Lunteren. Tweede druk 2004
[Uit dit boek komen de plattegronden van het Forum Romanum en de Keizerfora]
Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina
Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren: http://www.dbnl.org/letterkunde/
(Couperus)
__________________________________________________________________________________

2013 MFT

You might also like