Professional Documents
Culture Documents
'Toen ik hier kwam voelde ik me een uitgedroogde spons, ik heb het gevoel dat ik water in me heb
1
opgenomen. Het verlies van de beeldentaal, die als water ons rationele denken in beweging kan
brengen, betekent een verschraling en verarming voor onze cultuur.
Steeds meer mensen worden zich bewust van het verlies van deze beeldentaal en men gaat weer op
zoek naar deze taal, waarmee men innerlijke ervaringen, vragen en emoties tot uitdrukking kan
brengen. Ervaringen die vaak samenhangen met crisissituaties in het leven; verlies, scheiding, ziekte,
afkeuring, werkloosheid, sterven, rouw.
In een cultuur, die sterk de nadruk legt op de ratio zijn er geen woorden meer voor ervaringen die
rationeel en verstandelijk niet te bevatten zijn. Innerlijke (vaak emotionele) ervaringen dreigen
daardoor onbespreekbaar te worden. Dit heeft tot gevolg, dat veel ervaringen van mensen niet meer
gedeeld kunnen worden waardoor ze niet of slecht verwerkt worden.
Tot voor kort waren de kerken belangrijke instituten waar gebruik werd gemaakt van beeldentaal;
in bijbelverhalen, liturgie, rituelen enzovoort. Steeds meer mensen beleefden deze traditionele
beeldentaal als ongeloofwaardig of men beleefde dat de kerken de beeldentaal gebruikte of
misbruikte
als machtsmiddel, een middel om mensen afhankelijk en bang te maken. Binnen de kerken wordt
steeds meer gezocht naar nieuwe
krachtige beelden, maar door de ontkerkelijking komen steeds minder mensen in aanraking met de
meer innerlijk gerichte beeldentaal.
Volgens Victor Frankl, Weens psychiater en grondlegger van de Logotherapie bestaat het diepste
streven van de mens uit het zoeken van de zin, de opgave in de levensloop. De taal van beelden is
bij uitstek geschikt om zingevingsvragen aan de orde te stellen. De door mensen zelf al zoekende
ontwikkelde beeldentaal geeft geen kant en klare antwoorden op levensvragen van mensen. Deze
beeldentaal maakt mensen innerlijk beweeglijk, bevrijdt mensen van een eenzijdig rationeel denken,
doordat beelden het hart aanspreken.
Beeldentaal stimuleert mensen om vragen te stellen, zlf op zoek te gaan naar antwoorden op
vragen naar de zin van het bestaan en de ervaringen in het leven.
Beelden en symbolen uit de natuur, verhalen, sprookjes, pozie, levensverhalen enzovoort hebben
het vermogen een taal tot ontwikkeling te brengen die het mogelijk maakt wezenlijke ervaringen
onder woorden te brengen, te delen met anderen.
De ervaring leert dat deze beeldentaal ook het vermogen heeft lasten, ingrijpende ervaringen die
men meedraagt in het leven, om te vormen in rijkdom, levenswijsheid.
Het werken met beelden en symbolen voegt een dimensie toe aan het cognitieve-en ervaringsleren
in educatief werk, onderwijs, vormingswerk enzovoort. Het versterkt de mogelijkheid om verstand
en gevoel, hoofd en hart, ratio en intutie met elkaar te verbinden.
Praktisch werken met beelden
In het educatief werk met volwassenen (en jongeren) kan op diverse manieren gewerkt worden met
beeldentaal.
1. Beelden als uitgangspunt voor een gesprek of activiteit. Dit kunnen beelden zijn die men zelf
inbrengt of beelden die door de deelnemers worden ingebracht (bijvoorbeeld naar
aanleiding van een
opdracht)
2. Beeldentaal kan een hoofdthema zijn van een bijeenkomst.
3. Beelden die deelnemers zelf inbrengen kunnen aanleiding zijn voor een gesprek.
4. Beelden als afsluiting van een gesprek of activiteit, ingebracht door de begeleider
2
Ook een korte tekst, die voorgelezen wordt, kan inspirerend en bemoedigend werken. Een
voorbeeld: een fragment uit een televisiegesprek tussen Dorothe Slle en ds. Beyers Naude.
Ds. Beyers Naude:'De vraag die ik je zou willen stellen is deze: Vind je in jezelf de kracht om
alles te doorstaan wat er op je af zal komen aan teleurstelling, aan afwijzing, aan miskenning...misschien zie je er je hele leven naar uit en zul je toch geen deel hebben aan de overwinning
van de waarheid waar je voor staat? Geloof je dat je jezelf trouw kunt blijven, door al deze jaren
heen, tot het eind toe?
Dorothe Slle: 'Ik moet nu denken aan een antwoord van een vriend die, toen ik in een stemming
van hopeloosheid was en het gevoel had dat het allemaal zinloos was, dat we nooit iets zouden
bereiken, mij vertelde van de kathedralen die in de middeleeuwen gebouwd zijn. De meeste zijn
gebouwd in de loop van tweehonderd, sommige zelfs in driehonderd jaar.
Dus de bouwers aan die kathedralen hebben in grote meerderheid nooit het gebouw klaar gezien.
Zij hebben er nooit in kunnen bidden, zij hebben nooit kunnen opkijken naar de ramen ervan of
naar de andere schoonheden van dat werk waar zij hun leven aan besteden. Deze vriend zei mij
toen: "Moet je horen Dorothe, wij bouwen een kathedraal van vrede, maar misschien zullen wij
die ook niet zien. We zullen sterven vrdat die voltooid is. En toch gaan we door met hem te
bouwen, ook al zullen we nooit in dat gebouw wonen".
Beeldentaal van foto's.
(Symbolische) foto's (mappen fototaal of zelf verzamelde foto's) kunnen een goed uitgangspunt zijn
voor een gesprek. De beelden verrijken het gesprek, ervaringen worden tot beeld.
Iemand had een verlies geleden en vond het moeilijk om verder te gaan. Een foto gaf een beeld van
een nieuw perspectief: een afgezaagde wilg waar toch weer nieuwe loten uitkwamen. Deze foto
vatte een ervaring samen: 'als er iets in je leven 'afgezaagd' wordt kunnen er toch andere
afkeuring.
- Een bijeenkomst kun je ook goed evalueren met foto's
Je kunt mensen een foto laten zoeken met de vraag: zoek enkele beelden, die voor
jou uitdrukken wat de waarde van deze bijeenkomst is geweest; wat heb je
beleefd, geleerd?
Het kan goed werken, mensen in kleine groepen te laten praten over de foto's die
men heeft uitgezocht.
Het werken met verhalen.
In een groep die bijeenkwam rond het thema rouwverwerking liet ik eens een kort verhaal spelen
uit het boek van Harold Kushner: 'Als het kwaad goede mensen treft'.
Het is een oud Chinees verhaal over een vrouw die haar enige zoon verloor.
(...) In haar verdriet ging ze naar een heilige man toe en zei: 'Over welke gebeden, welke
magische
bezweringen
beschikt u om mijn zoon weer levend te maken? In plaats van haar weg te sturen of met haar te
gaan praten zei hij tegen haar: 'Breng me een mosterdzaadje uit een huis dat nooit verdriet heeft
gekend. Dat zullen we gebruiken om het verdriet uit uw leven te verdrijven'.
De vrouw ging meteen op pad, op zoek naar dat magische mosterdzaadje. Eerst kwam hij bij een
prachtig herenhuis. Ze klopte op de deur en zei: 'Ik zoek een huis dat nooit verdriet heeft gekend,
ben ik hier aan het goede adres?' Ze zeiden tegen haar: 'U bent beslist aan het verkeerde adres
hier'. En ze begonnen alle tragische gebeurtenissen op te sommen, die hun de
dan ik, die zelf ongelukkig ben?' Ze bleef een poosje om hen te troosten en ging toen verder op
haar speurtocht naar een huis dat nooit verdriet had gekend. Maar waar ze ook kwam, in krotten
of paleizen, ze kreeg het ene verhaal na het andere te horen over droefenis en ongeluk. Uiteindelijk ging ze z op in het steun bieden aan anderen die verdriet hadden geleden, dat ze haar
speurtocht naar het magische mosterdzaadje vergat, zonder ooit te beseffen dat het inderdaad het
verdriet uit haar leven had verdreven'.
Het meisje, dat de vrouw uit het verhaal speelde, had een aantal jassen over elkaar aangetrokken en
ze droeg een zware rugzak. Iedere keer als ze bij een huis, een krot of paleis geholpen had liet ze
een jas en iets uit haar rugzak achter. Op het eind van het spel had ze al haar zware jassen( haar
lasten) achtergelaten en ze liep niet meer gebogen onder de zware rugzak. Door haar spel en de
symbolen van jas en rugzak kreeg het verhaal een extra dimensie en extra kracht, die ieder
ontroerde. Dit kwam ten goede van het gesprek, dat hierop volgde.
Enkele voorbeelden van andere verhalen, die geschikt zijn om in een groep te gebruiken.
De opstandige oude vrouw van, Bertolt Brecht. Een verhaal over een vrouw, die nog een heel
6
Dergelijke beelden maken erg duidelijk hoe men een bepaalde situatie heeft beleefd. Als het beeld
erg negatief is kan het belangrijk zijn om op het beeld in te gaan en er eventueel een ander, positief,
beeld naast te zetten. Dit kan ertoe bijdragen dat men ervaart dat je ook op een andere manier naar
een bepaalde ervaring kunt kijken. Het is in ieder geval belangrijk om het beeld serieus te nemen.
Ingaan op dergelijke beelden kan veel emoties teweeg brengen. Daar moet men rekening mee
houden. Hier kan men ook te maken krijgen met de grens tussen educatief werk en therapeutisch
werk.
Die grens zal niet voor iedereen hetzelfde zijn.
Zelf beelden scheppen.
Schilderen, boetseren, het maken van een toneel improvisatiespel of schimmenspel geeft mensen de
mogelijkheid vanuit eigen creativiteit en fantasie beeldend bezig te zijn.
Het is opvallend hoe vaak mensen zeggen: ik ben niet creatief, ik heb geen fantasie. Terwijl men na
dergelijke werkvormen zegt: ik had nooit verwacht dat dit er uit zou komen, we zijn creatiever dan
we dachten.
Door mensen zelf beelden te laten scheppen stimuleert men de verbeeldingskracht n men geeft
mensen de kans te ontdekken dat men een 'verborgen bron' in zich heeft; fantasie en creativiteit.
Ontwikkelingsbeelden.
Het gevoel, op weg te zijn, in een ontwikkeling te staan kun je in jezelf versterken door bepaalde
waarnemingsoefeningen te doen. Bijvoorbeeld: regelmatig dezelfde boom waarnemen gedurende
het verloop van het jaar. Of het waarnemen van een Amaryllis vanaf het moment, dat je deze in een
pot hebt gezet tot de bloei, het verwelken en afsterven. Of de groei en bloei van een zonnebloem,
van kiemplantje tot uitgebloeide bloem in het najaar.
Deze oefeningen kunnen ertoe bijdragen de eigen ervaringen en de ervaringen van een ander meer
te gaan beleven in het perspectief van een ontwikkelingsweg. De gevoeligheid voor beelden wordt
vergroot door dergelijke beelden. Het is alsof de aandacht die je geeft aan een boom of plant
beantwoord wordt met gelijkenissen, die de boom of plant je 'schenkt'.
De volgende oefening kan ook het gevoel voor ontwikkeling versterken. Het is een
waarnemingsoefening met zelfportretten van Rembrandt.
In tweetallen krijgt men in een envelop een reproductie van een zelfportret van Rembrandt. Men
krijgt de opdracht deze portretten goed te bekijken. Nadat men de portretten heeft bekeken vertelt
men in de groep om de beurt iets over de waarnemingen die men heeft gedaan. Het is verrassend te
horen hoeveel verschillende aspecten dan naar voren komen van n mens. (Men weet niet dat men
allemaal een zelfportret heeft bekeken van n mens en ook niet dat het zelfportretten van de jonge
en oude Rembrandt zijn).
Vervolgens worden alle zelfportretten aan de muur gehangen. Er om heen staand ziet men, dat de
zelfportretten die men heeft waargenomen, van n mens zijn, een mens op zijn weg tussen jeugd
en ouderdom.
Tijdens de uitwisseling rond de zelfportretten wordt men getroffen door het grote verschil tussen
het bekijken van n zelfportret en het bekijken van een hele reeks zelfportretten.
Enkele reacties: de buitenkant (ook in de kleding) lijkt in het begin van zijn leven veel belangrijker
te zijn dan op latere zelfportretten, waar mooie en dure kleding en sieraden geheel ontbreken. Het
8
lijkt of het ouder wordend gelaat steeds meer 'verinnerlijkt', rijker wordt. Ondanks de grote
veranderingen in het gelaat blijven de ogen steeds herkenbaar.
Het is alsof hij een vraag aan ons stelt. Hij houdt zich letterlijk steeds weer de spiegel voor. De
portreten lijken een weerspiegeling van een voortdurend zoeken naar zelfkennis, zich steeds weer
de vraag stellen: 'wie ben ik?'
Van de portretten gaat ook een uitdaging uit: 'Mens, ken u zelve!' Wat ook opvalt: een mens heeft
in zijn leven vele gezichten. Je kunt hieraan beleven: een mens is niet, een mens wordt.
Aan de portretten kun je ook waarnemen, dat er verlies en winst is in het leven. De jeugd gaat
verloren maar hiervoor in de plaats kan komen: levenservaring die tot wijsheid wordt. De prijs die
we hiervoor moeten betalen is de lichamelijke veroudering. Maar de jeugd van het begin van ons
leven kunnen we in de loop van ons leven omvormen tot kwaliteiten als: onbevangen waarnemen,
openstaan voor nieuwe ontwikkelingen, innerlijke beweeglijkheid, vertrouwen in de toekomst.
Deze metamorfose van kwaliteiten in de levensloop kun je ook herkennen in deze zelfportretten.
Bij de overgang tussen een aantal portretten neemt men waar dat verdriet en pijn in de gelaatsuitdrukking veranderen in mildheid en warmte. Een andere ontdekking die men tijdens deze
oefening kan doen is, dat we vaak te snel geneigd zijn een oordeel te vellen over een ander op
grond van een beperkte of vluchtige waarneming.
De karaktertrekken die men meende waar te nemen op n portret blijken vaak andere aspecten te
hebben als men de hele reeks zelfportretten bijeen ziet hangen.
Wat men ook kan beleven is, dat onze waarneming wordt benvloed en kan worden vertekend en
vertroebeld door sympathie en antipathie. Als men de hele reeks portretten ziet worden oordelen
gewijzigd en genuanceerd.
Twee uitspraken van Goethe zijn hier toepasselijk:
'Niet onze zintuigen bedriegen ons, maar de oordelen die we vellen overhetgeen we waarnemen.
'We moeten een mens niet aanspreken op wat hij is, dan helpen we hem niet verder. We moeten de
mens aanspreken op wat hij worden kan, dan helpen we de mens verder'.
Tot slot nog een belangrijke ervaring die men heeft bij het waarnemen van de zelfportretten van
Rembrandt.
De schilder beeldt zich voortdurend af tussen licht en duisternis. Het licht valt meestal op een
gedeelte van het gelaat. Op de laatste zelfportretten is het gelaat van Rembrandt geheel verlicht.
Iemand zei eens: 'Het lijkt wel of hij in de loop van zijn leven steeds meer z'n hele gezicht laat zien.
Rembrandt hanteert de duisternis om het licht zichtbaar te maken. Een levenstaak waar ieder van
ons mee worstelt bij het vormgeven van ons levenskunstwerk: onze biografie tussen jeugd en
ouderdom, tussen leven en dood.
10