You are on page 1of 8

betonsamenstelling

W/C =0,5
PG %

190
190
190
190
190

Vc
Vfg
Vgg
Vpg
0.120635 0.275472 0.415094
0
0.120635 0.275472 0.332075 0.083019
0.120635 0.275472 0.269811 0.145283
0.120635 0.275472 0.207547 0.207547
0.120635 0.275472 0.103774 0.311321

W/C=0,43
cement
fijn gran grof gran PG
water
0
380
750
1150
0
163.4
20
380
750
920 190.9434
163.4
35
380
750
747.5 334.1509
163.4
50
380
750
575 477.3585
163.4
75
380
750
287.5 716.0377
163.4

Vc
Vfg
Vgg
Vpg
0.120635 0.283019 0.433962
0
0.120635 0.283019 0.34717 0.086792
0.120635 0.283019 0.282075 0.151887
0.120635 0.283019 0.216981 0.216981
0.120635 0.283019 0.108491 0.325472

0
20
35
50
75

PG %

cement
fijn gran grof gran PG
water
380
730
1100
0
380
730
880 182.6415
380
730
715 319.6226
380
730
550 456.6038
380
730
275 684.9057

proeven
1 druksterkte
2 E-mod
3 trek/splijtsterkte
4 vries/dauw cyclus
5 verwerkbaarheid

Vw
0.19
0.19
0.19
0.19
0.19

Vw

Vt
1.001201
1.001201
1.001201
1.001201
1.001201

Vt
0.1634 1.001016
0.1634 1.001016
0.1634 1.001016
0.1634 1.001016
0.1634 1.001016

Betonsamenstelling voor de fundering en de onderfundering


Volgens het standaardbestek 2.2 bestaan er 3 types onderfunderingen:
Onderfundering type I 3.2
1. Materialen
zand voor drainering
zand voor onderfundering
steenslag of rolgrind
cement
kalk
aanmaakwater

3.6.2.1
3.6.2.2/3.6.1.2.2
3.7.1.2.1
3.8.1
3.9.1
NBN-EN 1008

2.lagen
3.2.1.2.A
n laag
zand van onderfundering
twee lagen
draineerzand of zand voor onderfundering
De korrelverdelingsgrenzen van het mengsel van zand en steenslag zijn overeenkomstig tabel 5-3Dit type komt overeen met het type 0/40 UF7 OC75 GV van NBN-EN 13285
zeven
80
40
20
2
0.063

Doorval in % op de zeven
100
75 tot 99
47 tot 87
15 tot 75
0 tot 7

Onderfundering type II 3.3


1. Materialen
zand voor onderfunderingen volgens 3-6.2.2;
steenslag of rolgrind voor onderfunderingen volgens 3-7.1.2.1

2.lagen
De lagen bestaan uit een homogeen mengsel van zand voor onderfunderingen en steenslag of rolg
De korrelverdelingsgrenzen van het mengsel van zand en steenslag zijn overeenkomstig tabel 5-3Dit type komt overeen met het type 0/56 UF 7 OC85 Gu van NBN-EN 13285.
zeven
80
40
20
2
0.063

Doorval in % op de zeven
100
85 tot 99
50 tot 90
30 tot 60
0 tot 7

Onderfundering type III 3.4


1. materialen
- cement volgens 3-8.1 van de klasse 32,5 of 42,5;

- hydraulisch bindmiddel volgens 3-8.2 van klasse E4 of N4 (Rc 32,5 MPa);


- kalk volgens 3-9.1;
- aanmaakwater volgens NBN-EN 1008.
2. laag
zie 3.4.1.2
3. dikte laag
nominale dikte 20cm

Fundering

1. fundering in teerhoudende asfaltgranulaatcement 4.5


materialen
zand als vulmateriaal voor steenslagfunderingen volgens 3-6.2.12;
- teerhoudend gebroken asfaltpuinsteenslag voor steenslagfunderingen volgens 3-7.
herkomst van het teerhoudend asfaltpuinsteenslag is bepaald in de opdrachtdocume
- cement volgens 3-8.1;
- aanmaakwater volgens NBN-EN 1008.
2. fundering in schraalbeton

4.11

materialen

zand voor schraal beton voor wegfunderingen volgens 3-6.2.3, met dien verstande d
van 3-6.2.3, de doorval door de zeef van 0,063 mm niet begrensd is, wanneer de do
zeef van 0,063 mm, uitgedrukt in percent van de droge massa van het zeefmonster,
van zand en steenslag of rolgrind < 5 %;
- steenslag of rolgrind voor schraal beton voor funderingen voor wegverhardingen, w
gebouwen en kunstwerken volgens 3-7.1.2.4;
- cement volgens 3-8.1;
- poederkoolvliegas voor funderingsmengsels volgens 3-10.2;
- hulpstoffen voor mortel en beton volgens 3-20.1;
- aanmaakwater volgens NBN-EN 1008.
lagen
1 homogeen laag

ndering

nderingen:

ereenkomstig tabel 5-3-1.

p de zeven

gen en steenslag of rolgrind.


ereenkomstig tabel 5-3-2.

p de zeven

Rc 32,5 MPa);

- onmiddellijke draagvermogenindex (IPI, van het Franse indice portant immdiat) van
natuurlijke watergehalte. Deze parameter drukt op een concrete manier uit hoe moeilijk
bouwmachines berijdbaar is. De IPI is de onmiddellijke CBR-waarde, zonder bovenbelast
onderdompeling gemeten aan een proefstuk grond dat bij zijn natuurlijke watergehalte
methode van de normale Proctorproef is verdicht. De proef ter bepaling van de IPI-waard
in I.3.3.1.e IPI-proef. Deze parameter is het best geschikt om een natte en een zeer n
te karakteriseren;

nderingen volgens 3-7.1.1.1.B.5; de


d in de opdrachtdocumenten;

3, met dien verstande dat in afwijking


ensd is, wanneer de doorval door de
a van het zeefmonster, van het mengsel

oor wegverhardingen, wegelementen,

ortant immdiat) van grond bij zijn


manier uit hoe moeilijk het terrein voor
e, zonder bovenbelasting of
uurlijke watergehalte volgens de
aling van de IPI-waarde wordt beschreven
natte en een zeer natte vochttoestand

You might also like