You are on page 1of 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Mentor
Klas
PEhv14E
Datum
16-03-2015
Stageschool
Groep
6
Plaats
Aantal lln 13
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Spelling
Persoonlijk leerdoel: Structuur aanbrengen in de les. Zie POP.
Lesdoel(en): De leerlingen leren werkwoorden met een ik vorm op a ij
Evaluatie van lesdoelen: Ik laat de leerlingen klassikaal meekijken naar de lesdoelen
en ou.
voor deze les en de uitlegkaart die hierbij hoort. Na het lezen bespreek ik de uitlegkaart
meteen zodat dit voor iedereen duidelijk is. De aanpak 3 kinderen kunnen zelfstandig aan
De leerlingen kunnen:
de slag, bij hun kijk in hun werkboek na en wat verbeterd moet worden verbeteren zij
- De woordenboek vorm van een woord opschrijven
meteen. Met de aanpak 1 en 2 kinderen maak ik de opdracht in het schrift en kijk deze
- De ik-vorm met a ij en ou opschrijven met een d of een t
meteen na zodat de leerlingen extra verdieping/uitleg hebben gehad voordat ze
- De hij-vorm van de woordenboek vorm opschrijven
zelfstandig aan de slag gaan. De aanpak 2 kinderen maken zelfstandig de opdrachten, bij
- De wij-vorm van de woordenboek vorm opschrijven
hun kijk ik het werkboek na en wat verbeterd moet worden verbeteren zij dezelfde dag
nog. De leerlingen van aanpak 1 komen aan de instructietafel zitten, ik help hun met het
Dit sluit aan bij kerndoel 11
maken van de opdrachten.
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en
regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en Ik verwacht van de aanpak 3 kinderen dat zij zonder moeite de lesdoelen gaan behalen.
delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
Voor de aanpak 2 leerlingen wordt dit iets moeilijk maar verwacht ik wel dat zij de les
- regels voor het spellen van werkwoorden;
begrijpen en deze ook foutloos zullen maken. Ik verwacht bij de aanpak 1 leerlingen dat
- regels voor het spellen van andere woorden dan
zij hier nog best veel moeite mee hebben en ze dus ook niet allemaal in staat zijn om de
werkwoorden;
lesdoelen te behalen.
- regels voor het gebruik van leestekens.
Beginsituatie: De leerlingen krijgen 4 keer in de week spellingsles. Het onderwerp waar ze nu veel mee bezig zijn is de persoonsvorm en de analogieregel. (hij zoekt,
hij vindt) De leerlingen zijn bekend met het begrip ik-vorm en weten hoe ze die kunnen achterhalen. Hierbij maken ze gebruik van de woordenboek vorm. Dit is het hele
werkwoord waar ze dan en afhalen. De leerlingen hebben al verschillende lessen gehad over de persoonsvorm, de ik-vorm, de hij-vorm en de wij- vorm. De
werkwoorden die eindigen op a ij en ou zijn nog vrij nieuw voor ze. De leerlingen uit aanpak 1 zullen hier dan ook veel moeite mee hebben.
De leerlingen zijn bekend met het verdelen van de aanpakken tijdens spelling. De leerlingen weten dus ook dat ze zelfstandig werken en weten welke regels en
consequenties hierbij gelden.

Lesverloop
Tijd 60

Leerinhoud

10 minuten Instructie

20 minuten Kern

Didactische handelingen
Leraar
Ik laat een leerling voorlezen wat ze gaan doen.
Hierna laat ik iemand de uitlegkaart voorlezen
WW6.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De leerlingen weten wat ze gaan doen

Materialen / Organisatie

De leerlingen lezen mee met de uitlegkaart

Uitlegkaart WW6

Daarna maak ik samen met de leerlingen


opdracht 1 klassikaal.
Ik leg de leerlingen uit dat ze in hun schrift 2
rijtjes maken. 1 met werkenwoorden met d en 1
met andere werkwoorden. De woorden uit de
opdracht moeten ze in het goede rijtje plaatsen.

De leerlingen maken opdracht 1 klassikaal

Ik leg uit dat ze bij opdracht 4 goed moeten


letten op de woordenboekvorm en of daar een
d in staat. Bij opdracht 5 moeten ze de
woordenboekvorm opschrijven. Bij opdracht 6
vullen ze de persoonsvormen in en bij opdracht
7 doen ze dit met behulp van de puzzel.
Ik leg de leerlingen uit dat ze opdracht 2 tot en
met 9 zelfstandig maken. Het stoplicht gaat op
oranje. Weten ze iets niet vragen ze het
zachtjes aan hun schoudermaatje. Ik benadruk
dat wanneer je niet meer weet of je de
persoonsvorm met een d of een t schrijft je
moet denken aan het woord lopen.
Als ze kinderen klaar zijn kunnen ze verder
werken aan de opdrachten die ze nog af
moeten maken van andere lessen en anders
kunnen ze een werkblad pakken.

De leerlingen schrijven de woorden onder het juiste rijtje


in hun schrift

Werkboek blz. 20 en 21

Werkboek blz. 20 en 21
Time timer

De leerlingen luisteren mee naar wat ze moeten doen bij


de opdrachten
De leerlingen weten wat ze moeten maken en hoe lang ze
hiervoor de tijd hebben (30 minuten)
De leerlingen weten wat ze kunnen doen als ze klaar zijn

Stoplicht

2 minuten

Afsluiting

Ik vertel de leerlingen dat zij goed/niet goed


De leerlingen weten waarom ze wel/niet goed hebben
hebben gewerkt een waarom. Ook bespreek ik gewerkt
met de leerlingen of ze het moeilijk vonden en
wat ze dan moeilijk of juist makkelijk vonden. Ik
vraag ook hoe ze vonden dat het zelfstandig
werken verliep. Wanneer ik de werkboeken
nakijk laat ik de leerlingen die foutjes hebben
gemaakt dit individueel verbeteren. Ik roep ze
even bij me en bespreek samen met ze de fout.

Verantwoording:
De lesdoelen die bij deze les horen sluiten aan bij kerndoel 11 en de leerlijn; analogieregel (hij zoekt, hij vindt). Ik heb de les
verdeeld over 3 aanpakken. Omdat de aanpak 3 kinderen zelf aan de slag kunnen met dit onderwerp hoeven zij ook niet meer mee
te luisteren met de instructie. De aanpak 3 kinderen evalueer ik alleen door middel van het nakijken van de werkboeken waarin zij
de opdrachten hebben gemaakt. Wanneer ze een fout hebben gemaakt roep ik ze bij mij en bespreek ik de opdracht met ze.
De aanpak 2 kinderen luisteren mee met de instructie en maken klassikaal de opdracht in hun schrift die we dan ook meteen
nakijken. Hierdoor hebben de leerlingen extra bevestiging van de uitleg en kunnen zij daarna ook zelfstandig aan de slag. Ook hier
kijk ik de schriften na wanneer ze klaar zijn en wanneer er een fout is gemaakt roep ik de leerling bij mij en bespreek de opdracht.
De aanpak 1 kinderen, de kinderen die moeite hebben met spelling, zitten bij mij aan de instructietafel omdat ik ze dan beter kan
begeleiden met de opdrachten. Ik laat de leerlingen steeds een opdrachtje maken en bespreek deze dan ook meteen.

Persoonlijke reflectie.
De lesdoelen van deze les zijn inderdaad behaald hoe ik ze verwacht had. Het verschil tussen de aanpak kinderen komen duidelijk terug.
De les is soepel en vlot verlopen en er was veel structuur in de les. De leerlingen wisten wat ze moesten doen en wisten wat ze afspraken
waren. Dit kwam ook terug in het verloop van de les.
Feedback mentor 17-03-2015
Datum:
De uitleg was prima. Bij het maken van de zinnen zorg ervoor dat he aan de zin kunt horen wat het woord betekent. Na de uitleg aan de
instructietafel met aanpak 1 denk aan stoplicht. Leg het schrift uit door 2 woorden samen te doen daarna linker bladzijde samen. Tip: Je
mag best wat strenger zijn als je merkt dat de aanpak 1 kinderen beginnen te praten (als het niet over de les gaat) of erg op elkaar
reageren aangezien zij deze uitleg hard nodig hebben.

You might also like