Professional Documents
Culture Documents
Wat?
Lassen is het verbinden van materialen, waarbij het
Enkelzijdig onderbroken
hoeklas.
Dubbelzijdige onderbroken
hoeklas, wordt ook soms
kettinglas genoemd.
Dubbelzijdig onderbroken
hoeklas waarbij de lassen
t.o.v. elkaar verschoven zijn,
wordt soms ook geschrankte
las genoemd.
Wanneer de maataanduiding
rechts vanaf het vormsymbool
niet gegeven is, betekent dit
dat het een doorlopende
hoeklas is.
112
113
114
115
118
12
121
Onderpoeder lassen
Onderpoeder met draadelektrode
122
123
124
125
13
131
135
Gasbooglassen met afsmeltende massieve draad onder bescherming van een actief gas (MAG)
136
Gasbooglassen met gevulde draad onder bescherming van een actief gas (MAG)
137
Gasbooglassen met gevulde draad onder bescherming van een inert gas (MIG)
14
141
149
15
TIG lassen
Atomair waterstoflassen
Plasmalassen
151
152
18
181
MIG plasmalassen
Poeder plasmalassen
Andere booglasprocessen
Booglassen met koolelekrode
185
2 Weerstandslassen
21
211
212
22
Puntlassen
Indirect puntlassen
Direct puntlassen
Rolnaadlassen
221
226
23
231
232
Projectielassen
24
241
Afbrandstuiklassen
Indirect projectielassen
Direct projectielassen
Afbrandstuiklassen met voorwarmen
242
25
29
291
3 Autogeen lassen
31
Autogeen lassen met zuurstof-brandstof gasmengsel
311
312
313
32
321
322
Lucht-propaanlassen
4 Druklassen
41
Ultrasoon lassen
42
44
Wrijvingslassen
Lassen met hoge mechanische energie
441
45
47
48
Explosielassen
Diffusielassen
Gasdruklassen
Kouddruklassen
5 Bundellassen
51
Elektronenbundellassen
511
512
52
Elektronenbundellassen in vacuum
Atmosferisch EB-lassen
Laser lassen
521
522
7 Andere lasprocessen
71
72
Thermietlassen
Elektroslaklassen
73
74
75
Elektrogaslassen
Inductielassen
Lassen met lichtenergie
753
77
78
Infraroodlassen
Percussielassen
Stiftlassen
8 Snijden en gutsen
81
Brandsnijden
82
83
Boogsnijden
Plasmasnijden
84
86
Lasersnijden
Vlamgutsen
87
871
Booggutsen
Booggutsen met lucht
872
88
9 Solderen
91
911
Hardsolderen
Infraroodsolderen
912
913
Vlamsolderen
Ovensolderen
914
915
Dompelsolderen
Zoutbadsolderen
916
918
Inductiesolderen
Weerstandsolderen
919
923
Diffusiesolderen
Frictiesolderen
924
93
Vacuumsolderen
Andere hardsoldeer processen
94
941
Zachtsolderen
Infraroodsolderen
942
943
944
Vlamsolderen
Ovensolderen
Dompelsolderen
945
946
Zoutbadsolderen
Inductiesolderen
947
948
Ultrasoonsolderen
Weerstandsolderen
949
951
Diffusiesolderen
Golfsolderen
952
954
Boutsolderen
Vacuumsolderen
956
96
Sleepsolderen
Andere zachtsoldeer processen
97
971
Soldeerlassen
972
Gassoldeerlassen
Boogsoldeerlassen
Druklassen
Delen worden met grote kracht op elkaar gedrukt, verhit tot ze in een deegachtige
toestand geraken.
Smeltlassen
Delen worden tot boven het smeltpunt verhit m.b.v.
- elektrische vlamboog
- thermochemische reactie
- straling
a) smeltpunt ongeveer gelijk
b) beide materialen in gesmolten toestand goed mengbaar zijn
Als stelregel neemt men voor het toevoegmateriaal hetzelfde materiaal als dat van de te
verbinden onderdelen!
De las heeft dan in principe dezelfde mechanische eigenschappen als het
moedermateriaal.
Opm.: Lassen wordt het meest toegepast bij metalen; het is echter ook goed mogelijk bij
thermoplasten.
Bij het booglassen komt het smelten tot stand onder invloed van een
elektrische vlamboog. In de meeste gevallen wordt de boog gevormd
tussen een elektrode en het metalen werkstuk.
Procesvarianten
a) booglasprocessen met afsmeltende elektroden
b) booglasprocessen met niet afsmeltende elektroden
ad a. de afsmeltende elektrode levert het toevoegmateriaal dat de
lasnaad moet vullen.
ad b. De wolfram elektrode mag niet smelten of op andere wijze worden
aangetast door de boog. Er kan worden gewerkt met of zonder
toevoegmateriaal.
Tijdens het uitvoeren van beide procesvarianten is bescherming van het smeltbad
tegen oxidatie noodzakelijk vnl. uit de omringende lucht.
Bescherming middels:
Functies bekleding:
De druppelovergang
Toepassing:
- constructie werk van 2,5 mm
plaatdikte tot plaatdikten groter
dan 40 mm met een daarbij
geschikte lasnaadvorm.
Lengte 1000mm
Proces:
Stroomoverdracht tussen de elektrode en de stroombron komt tot stand in de
contactbuis in de lastoorts. Hierdoor zijn hoge stroominstellingen mogelijk
met weinig verliezen.
Afhankelijk van de lengte van het slangenpakket is het mogelijk een
trekkende, duwende of een combinatie van beide voor het draadaanvoer
systeem toe te passen.
Deze lasmethode is gemakkelijk te automatiseren, vaak in combinatie met
een lasrobot.
Het lassen met gevulde draad kan tevens rendementverhogend werken.
Het MIG-lassen wordt overwegend voor non-ferro metalen en sommige
gelegeerde staalsoorten toegepast en het MAG-lassen voor het lassen van
constructiestaal.
CO2-lassen is typerend voor grote lassnelheden, hoge stroomsterkten en veel
lasspatten.
De stand van het laspistool moet ongeveer 75 tot 80 graden zijn t.o.v.
de voortlooprichting en de uitsteeklengte 12 mm.
De richting waarin het laspistool beweegt bepaalt de vorm van de
lasrups.
Trekkend lassen
- bij trekkend lassen stuwt de lasboog het vloeibare materiaal
steeds iets terug. Hierbij wordt de inbranding dieper en het uiterlijk
van de las is smaller en hoger.
Stekend lassen
- bij stekend lassen laat de lasboog het smeltbad achter zich,
het smeltbad is groter maar kouder waardoor de inbranding weer
minder is. Het uiterlijk van de las is breder en vlakker en het aantal
lasspatten gering.
Bij het onder poederdek lassen wordt de draad vanaf een haspel en
het poeder vanuit een voorraadruimte (poederhopper) toegevoerd
en op de lasplek gestort. Het poeder heeft weer dezelfde
beschermende functie. Via een geleidesysteem (rail) verplaatst de
gehele opstelling zich langs de lasnaad.
Bij dit lasproces zijn de vlamboog en het smeltbad niet
waarneembaar. Ook bij dit lasproces ligt de contactbuis dicht bij het
werkstuk zodat hoge stroomsterkten toegepast kunnen worden.
Dit proces wordt gekenmerkt door een elektrische boog tussen een
Proceskenmerken
Insnoering van de boog door
vernauwing waardoor een
geconcentreerde temperatuur van
25000C
Bij het autogeen lassen wordt de warmte verkregen door acetyleen met
zuurstof te verbranden. In de vlam, met een hoogste temperatuur van
3200C, smelt het werkstukmateriaal plaatselijk waarbij
dan tevens metaal aan het smeltbad toegevoegd kan worden.
Er wordt dan materiaal van een lasstaaf, waarvan de samenstelling dan
iets beter is dan die van het te lassen werkstuk, afgesmolten.
Afhankelijk van de te lassen plaatdikte maakt men een brander keuze.
Toepassing:
- met name het leidingwerk
in de
installatietechniek
- reparatie aan
carrosserien
- laswerkzaamheden op
buitenlocaties
Neutrale vlaminstelling
Oxiderende vlaminstelling
Carburerende vlaminstelling
zichtzijde te vermijden?
Parameters
- de aandrukkracht van de elektroden;
- de tijdsduur van het aandrukken en
van de stroomdoorgang;
- de grootte en het verloop van de
stroomsterkte.
Toepassing
Veel uit plaatwerk samengestelde werkstukken.
Voor veel verschillende metalen en
werkstukvormen (staal, rvs, Al + Al leg. en
messing).
Zowel kleine series als voor groot fabricage.
Uitstekend geschikt voor automatisering.
Bij dit proces wordt het werkstuk tussen twee koperen rollen
doorgevoerd. Aan de rollen wordt dan met korte tussenpozen
stroom toegevoerd, waardoor ter plaatse lasverbindingen ontstaan.
Daarnaast is het mogelijk de rolnaadlas continu uit te voeren, zodat
een constante lasnaad ontstaat.
Toepassing:
- radiatoren
- vloeistoftanks
- brandblusapparaten
- kuipen van wasmachines
Toepassing:
- vloerroosters
- automobielindustrie
Uitzetten en krimpen
Bij het lassen wordt door de inwerking van de warmte van de vlam of
vlamboog en eventueel door het toevoegen van vloeibaar materiaal, het
werkstuk plaatselijk sterk verhit. Daarbij verplaatst de verwarmingsbron
zich steeds, waardoor in het materiaal plaatselijk uitzettingen ontstaan.
Als het materiaal daarna afkoelt ontstaat er krimp in het materiaal.
Het materiaal kan echter niet vrij uitzetten en krimpen, omdat het door
het omringende materiaal wordt tegengehouden. Tengevolge hiervan
ontstaan spanningen die kunnen leiden tot vormveranderingen van het
product.
mogelijk is.
De juiste naadvorm kiezen, waarbij de vulling zo klein mogelijk moet
zijn.
Opm.
Denk aan de economische aspecten!
Structuurveranderingen
Ontwerp aanwijzingen
voor lasconstructies
Lasmethode kwalificatie
Eerst wordt in een lasmethode beschrijving (WPS / was LMB) nauwkeurig de las en
de wijze van vervaardiging omschreven.
Vervolgens worden proefplaten gelast en beproefd. De lasproef en de uitslag van het
onderzoek worden vastgelegd in een lasmethode kwalificatie (LMK).
Het uitgangspunt van de LMK is, dat deze zijn geldigheid behoudt, zolang geen
essentile wijzigingen in de lasmethode optreden.
De procedures voor de LMKs zijn vastgelegd in voorschriften en opgesteld door
keuringinstanties zoals o.a., ASME, AWS, BS en Stoomwezen.
Lassers kwalificatie
Een lassers kwalificatie dient om aan te tonen dat de lasser over de bekwaamheden
beschikt om een las volgens de lasmethode kwalificatie correct te vervaardigen.
Periodiek zal deze aangetoond moeten worden.
CONSUMABLE
ELECTRODE
DRIVE WHEELS
POWER
SOURCE
SHIELDING GAS
BASE METAL
ARC COLUMN
PUDDLE
http://www.verbindenonline.nl/
1.
Cracks
Detection
Surface: Visual examination, magnetic particle, dye or
fluorescent penetrant inspection
Internal: Ultrasonic flaw detection, radiography
Causes:
Large depth/width ratio of weld
bead
High arc energy and/or preheat
Sulphur, phosphorus or niobium
pick-up from parent metal
Causes:
Hardened HAZ coupled with the
presence of hydrogen diffused from
weld metal
Susceptibility increases with the
increasing thickness of section
especially in steels with high carbon
equivalent composition
Can also occur in weld metal
Increase welding heat beneficial
Preheating sometimes necessary
Control of moisture in consumables
and cleanliness of weld prep desirable
Causes:
Poor ductility in through-thickness
direction in rolled plate due to nonmetallic inclusions
Occurs mainly in joints having weld
metal deposited on plate surfaces
Prior buttering of surface beneficial
for susceptible plate
Causes:
Poor creep ductility in HAZ coupled
with thermal stress
Accentuated by severe notches such
as preexisting cracks, or tears at weld
toes, or unfused root of partial
penetration weld
Heat treatment may need to include
low temperature soaking
Grinding or peening weld toes after
welding can be beneficial
X 35
X 200
2.
Cavities
Detection
Surface: Visual inspection
Internal: Ultrasonic flaw detection, radiography
Causes:
The gas may arise from contamination
of surfaces to be welded, or be
prevented from escaping from
beneath the weld by joint crevices
Causes:
Gas may originate from dampness or
grease on consumables or workpiece,
or by nitrogen contamination from
the atmosphere
If the weld wire used contains
insufficient deoxidant it is also
possible for carbon monoxide to
cause porosity
Causes:
Unstable arc conditions at weld start,
where weld pool protection may be
incomplete and temperature gradients
have not had time to equilibrate,
coupled with inadequate manipulative
technique to allow for this instability
Causes:
Excessive contamination from grease,
dampness, or atmosphere
entrainment
Occasionally caused by excessive
sulphur in consumables or parent
metal
Causes:
Incorrect manipulative technique or
current decay to allow for crater
shrinkage
Causes:
Normally by the presence of mill
scale and/or rust on prepared
surfaces, or electrodes with cracked
or damaged coverings
Can also arise from isolated undercut
in underlying passes of multi-pass
welds
4.
Cause
Lack of penetration
Linear Misalignment
Cause:
Incorrect assembly or
distortion during fabrication
Causes:
Deposition of too much weld metal,
often associated with in adequate
weld preparation
Incorrect welding parameters
Too large of an electrode for the joint
in question
Causes:
Poor manipulative technique
Too cold a welding conditions (current
and voltage too low)
Causes:
Poor welding technique
Imbalance in welding conditions
Causes:
Poor welding technique
Imbalance in welding conditions
Causes:
Incorrect edge preparation
providing insufficient support at
the weld root
Incorrect welding conditions
(too high of current)
The provision of a backing bar
can alleviate this problem in
difficult circumstances
Causes:
Shrinkage of molten pool at
weld root, due to incorrect root
preparation or too cold of
conditions
May also be caused by incorrect
welding technique
Arc Strikes
Cause:
Accidental contact of an
electrode or welding torch
with a plate surface remote
from the weld
Usually result in small hard
spots just beneath the surface
which may contain cracks, and
are thus to be avoided
Causes:
Incorrect welding conditions
and/or contaminated consumables
or preparations, giving rise to
explosions within the arc and weld
pool
Globules of molten metal are
thrown out, and adhere to the
parent metal remote from the weld
Causes:
Melting of copper contact tube in
MIG welding due to incorrect
welding conditions
X 275
Penetranten
Magnetisch
UV
Rntgen
(FRW)
Explosive Welding
(EXW)
Diffusion Welding
(DFW)
Ultrasonic Welding
(USW)