You are on page 1of 5

Kritische reflectie kwartaal 3.

Naam en klas student


Anne van de Lisdonk
PEH15VA
Stagegroep
7C

Naam SLB
Ren van Heugten
Datum
12 april 2016

Naam
werkplekbegeleider
Linda Bongarts
Werkplek
OBS Brandevoort

Wat wilde ik?


Ik wilde aan het einde van dit kwartaal ervaringen en kennis opdoen die te maken hebben
met groepen, groepsprocessen en mogelijkheden voor benvloeding ervan. Bij deze OGP
staan er een aantal doelen centraal. Ik heb naast deze doelen geprobeerd om mijn lessen
aan te passen aan de pedagogische kenmerken van mijn stagegroep.
A.1 Bespreken van en omgaan met regels.
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving

De student maakt zichtbaar welke regels er in de groep gelden en toont aan dat zij de regels kan
hanteren ten behoeve van het realiseren van een fysiek en sociaal-emotionele veilige
leeromgeving.

A.3 Leiding geven aan het groepsproces.


1.1 Zicht op groepjes leerlingen
1.3 Effectieve leerkrachtcommunicatie

De student toont aan dat zij samenwerkend/coperatief leren tijdens de onderwijsactiviteiten


bevordert en laat expliciet zien dat zij kinderen aanspreekt op gedrag, hen positief stimuleert en
zicht houdt op alle groepjes leerlingen.

A.4 Interactie aangaan met de groep.


3.12 Feedback aan leerlingen

De student toont aan dat zij vanuit een onderzoekende houding gesprekken voert met de
leerlingen door actief te luisteren. De student evalueert de onderwijsactiviteiten met kinderen en zij
geeft feedback aan leerlingen op het samenwerkingsproces en/of op de gestelde leerdoelen
(proces-en product).

B.1 Leerdoelen stellen


3.4 Passende leerinhouden vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen observeren en registreren

De student kiest in zijn lesontwerp voor passende leerdoelen (proces-en product) die aansluiten bij
leerlijnen en het bestaande onderwijsprogramma van de stagegroep.
Voor elk, aan dit OGP deelnemend, vak wordt tenminste n les ontworpen en uitgevoerd.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 Werkvormen en groeperingsvormen
4.5 Leeromgeving inrichten

De student toont in het ontwerp aan dat zij coperatieve werkvormen hanteert.
De student maakt zichtbaar dat zij oor aanvang van de lesactiviteiten benodigde materialen en
leermiddelen klaar zet.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


2.6 Samenwerking, zelfredzaamheid

De student toont aan dat zij in staat is om in de lesuitvoering coperatieve werkvormen te


hanteren.
De student toont aan dat zij leerlingen hulp biedt bij het leerproces, rekening houdend met de
kenmerken van de groep. Zij bevordert de samenwerking tussen leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Naast de doelen van de OGP heb ik gewerkt aan mijn persoonlijke leerdoelen (orde
houden, plannen, duidelijke uitleg geven en samenwerken bevorderen) en mijn POP over
differentiren.

Wat deed ik?

Om mijn persoonlijke leerdoelen te bereiken heb ik deze toegepast in mijn lessen. Ik heb
bij elke les concreet verteld wat ik wilde gaan doen om deze doelen te bereiken. Bij orde
houden was het belangrijk dat ik aan het begin van de klas duidelijk aangaf wat de regels
zijn die bij mij in de les geleden. Om een duidelijke uitleg te geven heb ik Linda
geobserveerd en aan haar feedback gevraagd hoe ik dit het beste kon doen. Mijn
bevindingen en haar feedback en tips heb ik gebruikt om mijn uitleg duidelijker te maken
tijdens de lessen.
Omdat ik nou in groep 7 stage loop zie je dat er in de klas veel gebruik wordt gemaakt
van differentiren. Ik heb daarom gekozen om mijn POP hierover te maken. Om een
goede les voor alle leerlingen te geven is het belangrijk dat ik dit op een goed niveau
doe. Omdat er in mijn klas gebruikt wordt gemaakt van een groep A, B en C is de les
opgebouwd in verschillende delen. Ik ben bezig om theorie te raadplegen over
differentiren en het belang ervan, verder ben ik Linda aan het observeren en wil ik in het
volgende kwartaal een gesprek met haar aangaan over hoe zij aan het differentiren is en
waarom juist op die manier.
A.1 Bespreken van en omgaan met regels.
In het begin van dit kwartaal kwam ik er al snel achter dat het in de bovenbouw heel
anders lesgeven is als in groep 4. Ik moest wennen aan het feit dat de leerlingen heel erg
veel zelf doen en kunnen. Om een rustige omgeving te creren waarin de leerlingen
optimaal kunnen werken is het belangrijk dat er regels worden gehandhaafd. In de klas
geldt dat wanneer het stoplicht op rood hangt, iedereen stil is. Wanneer het stoplicht op
oranje hangt, je zachtjes mag overleggen met iemand uit je groepje. En wanneer het
stoplicht op groen hangt je mag overleggen met heel je groepje. Verder is er afgesproken
dat wanneer je je hand opsteekt de klas stil moet zijn.
Wanneer ik een les geef probeer ik deze regels mee te nemen in mijn les. Voordat ik mijn
les begin geef ik vaak nog specifiek aan op welke regels ik wil gaan letten in die les.
Bijvoorbeeld: tijdens mijn geschiedenis les hebben de leerlingen voorwerpen
meegenomen die te maken hadden met hun identiteit. Ik heb aan het begin van de les
duidelijk gezegd dat ik het belangrijk vindt dat iedereen elkaar met respect behandeld en
naar elkaar luistert. Verder heb ik toen duidelijk aangegeven dat wanneer iemand ging
lachen ze niet meer meededen met de les. Wanneer de leerlingen zich niet aan de regels
hielden heb ik gebruik gemaakt van de ik-boodschap. Door te werken met de ikboodschap kan ik duidelijk maken dat het om een persoonlijke mening gaat en dat er
andere meningen mogelijk zijn (Delfos, 2011).
A.3 Leiding geven aan het groepsproces.
Ik ben tijdens deze OGP heel erg bezig geweest om het samenwerken in de klas te
bevorderen. In mijn lessen rekenen, kunst en natuuronderwijs heb ik de leerlingen laten
samenwerken in groepjes en in tweetallen. Ik heb aan het begin van dit kwartaal een
sociogram afgenomen in de klas. In dit sociogram kwam naar voren met wie sommige
leerlingen niet willen samenwerken. Ik wilde in deze periode proberen deze uitkomsten te
verbeteren door de leerlingen in tweetallen te laten samenwerken. Ik heb deze tweetallen
telkens zelf gemaakt met de hulp van Linda om zo leerlingen aan elkaar te koppelen die
misschien zelf niet zo snel voor elkaar zouden kiezen.
Tijdens het geven van mijn lessen loop ik rond om te kijken hoe de leerlingen aan het
werk zijn. Ik kan op deze manier niet alleen zien hoe de leerlingen aan het werken zijn
met de opdrachten maar ook hoe ze aan het samenwerken zijn. Bij de kunst les was er in
n groepje een discussie over de kleuren die ze zouden gebruiken. Ik ben toen bij dit
groepje gaan zitten om samen tot een oplossing te komen. Toen ze een oplossing hadden
gevonden hebben ze de hele les goed kunnen samenwerken.
Tijdens mijn lessen probeer ik de leerlingen positief aan te spreken en ze ook aan te
sporen om te werken. Ik probeer rustig en zelfverzekerd voor de klas te staan omdat de
leerlingen anders over me heen gaan lopen. Ik probeer de leerlingen te belonen door aan
te geven dat als ze goed werken we paar minuten eerder kunnen stoppen om een
spelletje te spelen.

A.4 Interactie aangaan met de groep.


Ik vind het belangrijk om de les met de leerlingen te bespreken. Door de les met de
leerlingen te evalueren kan ik zien of ze de stof hebben begrepen. Ook leren de leerlingen
door te evalueren elkaar feedback te geven. Ik krijg ook een duidelijk beeld over wat de
leerlingen van de les vonden en wat ik eventueel beter kan doen de volgende les.
Ik vind het verder heel belangrijk dat de leerlingen het gevoel hebben dat ze gehoord
worden. Ik luister naar de leerlingen wanneer ze naar mij toe komen. Door goed naar de
leerlingen te luisteren kan ik een band met ze opbouwen wat hopelijk leidt tot een veilige
leeromgeving. Persoonlijk contact is een van de belangrijkste dingen voor een veilige
leeromgeving (Luitjes, 2013). Ik probeer verder signalen op te vangen van leerlingen en
daar op te reageren. Door aan het einde van de les het samenwerken te bespreken kan ik
aan de leerlingen laten merken dat het soms beter is om met leerlingen samen te werken
die misschien niet je vriendje of vriendinnetje zijn. En dat je ondank dat je niet veel
samen doet wel veel van elkaar kunt leren op zulke momenten.
B.1 Leerdoelen stellen.
Tijdens dit kwartaal heb ik heel veel gebruik gemaakt van Tule.slo.nl. Ik heb via Tule de
kerndoelen en leerlijnen van groep 7 opgezocht voor de desbetreffende vakken. Tijdens
de les heb ik gekeken naar het werk van de leerlingen en de gemaakte toetsen. Op die
manier wist ik op welk niveau de leerlingen zaten. Dit niveau heb ik aan de kerndoelen en
leerlijnen van Tule gekoppeld om zo tot goede leerdoelen te komen. Omdat ik tijdens deze
periode het samenwerken wilde bevorderen ging het procesdoel hierover.
B. 2 Leeractiviteiten ontwerpen.
Ik heb tijdens 3 van de 7 lessen gebruik gemaakt van samenwerkend leren. Ik heb ervoor
gekozen om dit tijdens 3 lessen te doen omdat het in deze lessen het beste pasten. Bij de
andere lessen heb ik wel en kleine activiteit verzonnen als inleiding die ze samen konden
doen maar dit bevorderde niet meteen het samenwerken.
Ik ben aan het einde van mijn eerste stagedag meteen met Linda gaan zitten om te kijken
naar de manier waarop ik het samenwerken kon toepassen in de klas. Zij vertelde me
toen dat het beter was om te gaan samenwerken in tweetallen omdat de leerlingen niet
gewend waren om samen te werken. Ik zou het dus rustig moeten opbouwen. Ik heb
ervoor gekozen om de samenwerkingsactiviteiten niet te lang te maken zodat de
leerlingen het rustig konden opbouwen.
Ik heb ervoor gezorgd dat ik de lessen op tijd had doorgestuurd naar Linda zodat ze deze
kon doorlezen en eventueel nog dingen kon verbeteren. Deze tips kon ik dan meenemen
in de les. Bij de lessen waar er materialen werden gebruikt heb ik gezorgd dat deze van
te voren al klaar stonden vooraan in de klas. Bij de lessen uit de methode heb ik ervoor
gezorgd dat ik deze goed had doorgenomen en eventuele vragen heb ik tijdig aan Linda
gesteld.
B.3 Leeractiviteiten begeleiden.
Ik heb tijdens dit kwartaal veel meer lessen gemaakt waarbij de leerlingen gingen
samenwerken. Wanneer de leerlingen iets niet snapte konden ze het eerst aan iemand
anders vragen in het tafelgroepje (mits het stoplicht niet op rood stond). Door elkaar te
helpen leren de leerlingen veel meer van elkaar dan dat ik telkens de opdrachten kom
uitleggen. Ik vond het daarnaast erg wennen om de leerlingen te helpen. De stof van de
leerlingen in groep 7 is natuurlijk op een ander niveau dan groep 4. Voor mij was het een
uitdaging om bijvoorbeeld bij rekenen de sommen zo uit te leggen dat de leerlingen het
nog steeds zouden snappen. Ik vond dit in het begin vrij moeilijk bij de lessen van
breuken.
Ik heb bij het maken van de lessen goed gekeken naar de voorkennis van de leerlingen en
naar de uitkomsten van mij overdenking die ik heb geschreven na aanleiding van mijn
typering. We moesten voor deze periode een doel uitkiezen die we wilde verbeteren. Ik
heb er gekozen om het samenwerken te bevorderen en dan vooral tussen de jongens en

de meisjes. De jongens wilde namelijk alleen samenwerken met andere jongens en


meisjes met meisjes. Ik wilde proberen deze scheiding kleiner te maken.

Welke betekenis heeft het voorgaande voor mij?


Positieve ervaringen
Ik kijk tevreden terug op mijn eerste kwartaal in groep 7. Ik was vrij nerveus toen ik
hoorde dat ik naar groep 7 ging omdat ik bang was dat de leerlingen mij daar op een hele
andere manier zouden aankijken als de leerlingen in groep 4. Na de eerste dag was deze
angst meteen weg en wist ik meteen dat ik een fijne tijd bij ze zal hebben,
Als ik kijk naar de lessen die ik heb gegeven ben ik vooral trots op mijn geschiedenisles
en mijn kunstzinnige orintatie les. Ik ben trots op geschiedenis omdat deze les vrij
persoonlijk was. De leerlingen moesten elkaar dingen vertellen die niet iedereen meteen
zou zeggen. Zowel de leerlingen , Linda en ik hebben een aantal dingen geleerd van
leerlingen die we eerst nog niet wisten. De leerlingen hebben goed meegedaan en
hebben elkaar met respect behandeld.
Ik ben trots op mijn kunstzinnige orintatie les omdat ik zelf niet creatief ben maar ik
deze les toch super leuk aan de leerlingen heb weten te geven, De leerlingen waren
positief over het resultaat en ze vonden het erg leuk om te doen.
Ik ben trots op mezelf dat ik deze periode meer gebruik heb gemaakt van theorie. Ik heb
deze theorie aan mijn lessen gekoppeld. Waar ik eerst alleen maar naar Tule keek heb ik
nu ook echt boeken geraadpleegd. Ik heb in deze periode (vooral de laatste week) een
aantal leerlingen feedback gegeven. Ik vind dat mijn manier van feedback geven
verbeterd is en dat ik ook betere feedback kan formuleren.
Als ik kijk naar de OGP ben ik er trots op dat ik op tijd ben begonnen aan mijn lessen.
Zowel mijn typering als mijn overdenking waren eigenlijk meteen goed geschreven
waardoor ik niet veel hoefde aan te passen. Ik heb feedback gekregen op zowel mijn les
van rekenen als op mijn sterkte-zwakte analyse ook hieruit kwam dat ik eigenlijk alles
goed had gedaan. Ik mag dus veel meer vertrouwen in mezelf hebben.
Wat anders ging
Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om de les goed te plannen. In mijn
lesvoorbereidingen was mijn planning duidelijk maar zodra ik de lessen ging geven kwam
ik vaak in de inleiding tijd te kort. Ik denk dat dit komt omdat ik de leerlingen nog teveel
wil uitleggen voordat ze aan de slag gaan. Ik moet dus gaan leren om nog beter te gaan
kijken naar de indeling van de les zodat de leerlingen op tijd kunnen beginnen aan de
opdrachten.
Verder vond ik het lastig om een planning te maken voor de OGP. Ik was vrij snel klaar
met mijn OGP lessen. Maar ik liet het uitwerken een beetje links liggen. Doordat ik het
links liet liggen en het plotseling overlijden van mijn oma kwam ik een beetje in tijdnood.
Doordat ik in tijdnood kwam met mijn OGP heb ik ook nog geen tijd gehad om te leren
voor mijn examens van volgende week. Ik wil dus de volgende periode een duidelijke
planning maken voor mezelf zodat ik op tijd aan alles begin.
Wat anderen vinden
Ik kreeg van zowel Linda als Sanne (mentor op donderdag en vrijdag) veel positieve
feedback terug. Ze zien me echt voor de klas staan als een leerkracht. Ik maak volgens
hun goede lessen die inhoudelijk heel sterk. Naast de positieve feedback zijn er een
aantal puntjes waar ik aan kan gaan werken. En daarvan is het plannen van de
lesopbouw , verder mag ik veel strenger zijn voor de leerlingen. Ik ben vaak nog te lief
waardoor het moeilijk is om de klas stil te krijgen.

Hoe nu verder?

De komende periode wil ik veel tijd vrij maken voor mijn POP. Ik wil voor mijn POP nog
meer theorie en observaties verzamelen. Verder wil ik me gaan focussen op het CE1
zodat ik deze met een goed kan afronden en mijn Propedeuse kan binnenhalen.
Op stage ga ik proberen strenger te zijn in de klas en een betere planning te maken voor
het verloop van de les. Daarnaast wil ik proberen meer intonatie in mijn stem te leggen
zodat ik de leerlingen meer kan boeien tijdens de uitleg van de lessen.
Literatuur:
Delfos, M.F. (2011). Luister je wel naar mij? Amsterdam : Uitgeverij SWP.
Luijtjes, M. , Zeeuws-Jans, I. de (2013). Ontwikkeling in de groep. Bussum : Couthino

You might also like