You are on page 1of 2

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Merel Nelissen Docent: Monique Peerlings


Vakgebied: Taal spellen Stagegroep: 6, 7 en 8
Klas: PEH16VC
Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)
specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de De groep bestaat uit 28 kinderen, 12 Om de klas goed in beeld te krijgen heb ik gekeken
groep is nadrukkelijk jongens en 16 meisjes. In groep 6 naar het aantal kinderen per klas. Ik heb dit gedaan
verwerkt in de omschrijving zitten 10 kinderen, groep 7 zitten 7 omdat ik een les aan de hele klas geef, maar niet
van de beginsituatie van de alle kinderen op hetzelfde niveau kunnen zitten.
kinderen en in groep 8 zitten 11
groep, zowel in
pedagogische zin (gedrag, kinderen. De kinderen zitten in De kinderen werken per klas aan het huiswerk en
groepsverhoudingen, groepjes van twee tot en met 6 vanuit daar verbreiden ze hun woordenschat. Ik heb
groepsdynamiek) als in kinderen. Alle groepjes zitten aan de hierna gekeken en vanuit het huiswerk de woorden
didactische zin muur, hierdoor is er in het midden gekozen. Ik heb met mijn mentor besproken wat
(vakspecifieke van de klas ruimte voor de matten voor een woorden ik kon kiezen voor het rendictee.
beginsituatie). waar ze met materialen kunnen We zijn samen op het idee gekomen om de woorden
te kiezen met dubbele medeklinkers. Groep 6 en 7
werken.
vinden dit meestal nog lastig. Bij groep 8 lukken
De kinderen werken op hun eigen deze woorden al goed.
niveau aan spelling. Ze maken
hiervoor dictees en huiswerk. De In de overdenking van mijn groep heb ik beschreven
kinderen kunnen lesjes vragen aan dat ik het samenwerken wil stimuleren. Met een
de juffrouw. Dit moeten ze zelf doen. dictee wordt nooit samengewerkt, maar met een
Alle kinderen werken aan rendictee zullen de kinderen samen moeten werken
om alle woorden goed te kunnen opschrijven.
verschillende spellingsregels, maar
door het huiswerk blijven ze toch op
hetzelfde niveau.
De meeste kinderen zijn op de
hoogte met de spellingsregel
dubbele medeklinker. Sommige
kinderen vinden dit nog lastig, omdat
ze een medeklinker snel vergeten.
De kinderen van groep 8 beheersen
dit goed. Zij vinden het geen
probleem om andere kinderen te
helpen. Dit is namelijk ook de visie
van de school.
Ze zijn nog niet bekent met een
rendictee.
De lesdoelen zijn Kerndoel 12 Ik heb gekeken naar de leerlijn van kerndoel 12.
afgestemd op de De leerlingen verwerven een Hieruit kon ik concluderen dat het verbreden van de
beginsituatie. In de adequate woordenschat en woordenschat van groot belang is voor mijn groep.
formulering ervan wordt
strategien voor het begrijpen van
zichtbaar dat kennis van Ik ben erachter gekomen dat voor sommige kinderen
vakdidactiek en leerlijnen voor hen onbekende woorden. het fonologisch en syllabisch principe erg lastig is. Er
op een logische manier is Onder 'woordenschat' vallen ook zijn kinderen die poten in plaats van potten
verwerkt. begrippen die het leerlingen mogelijk schrijven. Ik heb gekeken naar het niveau van de
maken over taal te denken en te klas en dat ligt best ver uit elkaar. Dit komt omdat de
spreken. klas uit 3 verschillende groepen bestaat. Ik heb
- De kinderen kunnen aan daarom gekozen voor de middenweg.
het einde van de les Paus, H. et al. (2014). Portaal. Bussum:
woorden in klanken Coutinho.
vertalen voor elkaar.
- De kinderen kunnen aan Om de middenweg te bepalen heb ik gekeken naar
het einde van de les de leerlijn. In de leerlijn is te zien dat ze vanaf groep
klanken omzetten in een 7 zouden moeten beginnen met bijvoorbeeld
woord. vreemde woorden. Het gaat er uiteindelijk om dat de
- De kinderen leren samen kinderen de woorden leren onthouden en ze dus
te werken. leren tijdens dit rendictee.
- De kinderen kunnen aan
het einde van de les De kinderen werken met een dictee nooit samen. Ik
relaties leggen tussen wil het samenwerken in de klas stimuleren. Bij dit
verschillende woorden. dictee werken de kinderen van verschillende
groepen met elkaar samen.

De woorden die ik gekozen heb, hebben een relatie


met elkaar. De kinderen zouden aan het einde van
de les de relatie tussen de woorden moeten kunnen
leggen.

Werk- en Ik heb gekozen om in tweetallen het Vanaf groep 4 beginnen de kinderen met
groeperingsvormen zijn dictee te maken. Ik heb hierbij wel spellingsregels toepassen. Tijdens het rendictee
afgestemd op specifieke aangegeven dat de kinderen zullen de kinderen van groep 8 het
kenmerken van de groep n tweetallen moesten maken uit inprentingsprincipe sneller kunnen toepassen dan
op specifieke kenmerken verschillende groepen. kinderen van groep 6. Door samen te werken
van vakdidactiek. kunnen de kinderen elkaar helpen.
Paus, H. et al. (2014). Portaal. Bussum:
Coutinho.

Werk- en Ik heb gekozen om in tweetallen het Het coperatieve leren kent verschillende
groeperingsvormen zijn dictee te maken. Ik heb hierbij wel basisprincipes. Bij de werkvorm van een rendictee is
functioneel ondersteunend aangegeven dat de kinderen een positieve wederzijdse afhankelijk van belang,
bij het behalen van de tweetallen moesten maken uit omdat de opdracht alleen succesvol kan worden
lesdoelen. verschillende groepen. uitgevoerd als ieder kind uit een groepje zijn bijdrage
levert. Iedereen kan mee doen aan een rendictee.
Verder is de individuele verantwoordelijkheid ook
van belang, omdat de kinderen verantwoordelijk zijn
voor hun bijdrage. Ik kan dit controleren door te
observeren en als ik de blaadjes nakijk kan ik zien
hoeveel erop staat. Dit koppel ik dan aan mijn
observaties. Zo kan ik zien of het realistisch is wat
de kinderen gemaakt hebben.
Tenslotte is voor een goed leerproces directe
interactie van belang. De kinderen wissel met elkaar
de woorden uit door dit in klanken te communiceren.
Dit is bevorderend voor de uitkomst van de
opdracht.
Kerpel, A. (2014). Coperatief leren.
Geraadpleegd op 30-03-2017,
van http://wij-leren.nl/cooperatief-leren-artikel.php

De proces- en Ik stel de kinderen vragen, zoals wat Ik herhaal de klanken met de kinderen, zodat ze
productdoelen worden is je opgevallen aan de woorden kun weten hoe ze de woorden moeten gaan vertalen. Ik
expliciet gevalueerd met je hier een spellingsregel aan vraag de kinderen dit te herhalen, zo kan ik horen of
de kinderen. koppelen. ze het begrepen hebben.
Ik vraag de kinderen hoe het Om te kunnen controleren of de kinderen relaties
samenwerken is verlopen. tussen de woorden kunnen leggen herhaal ik aan
het einde van de les de woorden en vraag wat de
kinderen opvalt aan de woorden.
De kinderen kiezen een strategie uit hoe ze het
beste samen de minste fouten kunnen maken met
de woorden. Dit controleer ik door te observeren.
Ik vraag aan de kinderen of ze is opgevallen welke
spellingsregel er is toegepast aan de woorden. Ik
laat de kinderen de spellingsregel herhalen.
Ik vraag de kinderen hoe de samenwerking is
verlopen. Door de reacties van verschillende
kinderen aan te horen kan ik beslissen of het
samenwerken is gelukt.

De werkvormen die worden Bij een rendictee kunnen de Een directe interactie is handig om het te kijken of
gehanteerd bij evaluatie kinderen niet anders dan in iedereen het begrepen heeft. Er zijn een paar
zijn passend bij tweetallen werken. Het werken met kinderen in de klas die vaak zeggen dat ze het
vakdidactiek en sluiten aan verschillende groepen is begrepen hebben, maar het eigenlijk niet snappen.
op specifieke kenmerken bevorderend voor het leerproces. Deze kinderen wil ik extra vragen of ze het begrepen
van de groep. Om dit te controleren zal ik een hebben. Als ik merk dat de betrokkenheid laag is
directe interactie met de leerlingen tijdens het herhalen van de spellingsregel, vraag ik
aan moeten gaan of iedereen het deze kinderen de spellingsregel met hun eigen
begrepen heeft. Verder zijn woorden uit te leggen.
observaties en toetsen ook handig Voor het evalueren van de lesdoelen kun je toetsen
om te evalueren of de doelen zijn of observaties gebruiken. Bij observaties moet je niet
behaald. alleen kijken naar woordkennis, maar ook naar de
manier hoe op kinderen dit aanleren. Hier kun je
veel uithalen, zoals bijvoorbeeld als de attitude van
kinderen. Ligt het aan de houding dat ze de woorden
niet kennen.
Paus, H. et al. (2014). Portaal. Bussum:
Coutinho.

You might also like