Sterkte/ zwakte analyse rekenen:

Als ik terugkijk op de lesvoorbereiding, de uitvoering, mijn reflectie op de les en de

feedback van mijn werkplekbegeleider, kan ik het volgende concluderen:

Sterke punten:
Ik laat de kinderen ontdekkend leren. Hier zijn ze over het algemeen nog niet
zoveel mee bezig. Tijdens mijn les gebruiken de kinderen en ik verschillende
materialen.
B.2 Leeractiviteiten ontwerpen
4.2 werkvormen en groeperingsvormen
4.2 tijdsbewaking
4.5 leeromgeving inrichten
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel
kleine als grote groepen; zet hulpmiddelen
en materialen klaar voor eigen lessen.

Ik maak tijdens de les gebruik van coperatief leren. Ik laat sterke en zwakke
leerlingen samenwerking. Zo probeer ik zo goed mogelijk aan te sluiten bij de
doelen die ik heb opgesteld in de overdenking. Dit heb ik gekoppeld aan
competentie B.3: Leeractiviteiten begeleiden. 1.1 zicht op groepjes leerlingen.
En dan in het bijzonder gericht op 2.6 samenwerking, zelfredzaamheid.
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-) leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten met/
tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar behoren
functioneren; rapporteert hierover aan de leraar. De student stimuleert
samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij leerlingen.

Ik kreeg van mijn mentor de feedback dat ik heel duidelijk aangaf wat mijn
verwachtingen waren en wanneer de kinderen mochten beginnen met werken.
B.2 Leeractiviteiten ontwerpen
4.2 tijdsbewaking
4.5 leeromgeving inrichten
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel
kleine als grote groepen; zet hulpmiddelen
en materialen klaar voor eigen lessen.

Ik heb van tevoren de volgorde van het doorwisselen goed doordacht, zodat
er niet gebotst zou worden tijdens de wisselingen van de opdrachten.
B.2 Leeractiviteiten ontwerpen
4.2 tijdsbewaking
4.5 leeromgeving inrichten
 De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel
kleine als grote groepen; zet hulpmiddelen
en materialen klaar voor eigen lessen.

De kerndoelen die ik bij deze les had gezocht, sloten gelukkig goed aan bij de
les. Aangezien het een les buiten de methode was, was ik hier nog even bang
voor. Dit sluit aan bij competentie B.1: Leerdoelen stellen. 7.3 onderzoekende
en reflecterende houding.

In mijn les heb ik de leerlingen geholpen in het leerproces. Dit heb ik gedaan
door de leerlingen tijdens de activiteit te begeleiden en hen tips te geven waar
dit nodig was. Zo werd niet het hele groepje opgehouden en konden ze
gewoon verder met de opdracht. B.3: Leeractiviteiten begeleiden. 1.1 zicht op
groepjes leerlingen. De groepjes konden op de juiste manier samenwerken,
dus er ontstond een goede sfeer. Dit heb ik gekoppeld aan competentie B.3:
Leeractiviteiten begeleiden. 1.1 zicht op groepjes leerlingen. En dan in het
bijzonder gericht op 2.6 samenwerking, zelfredzaamheid.
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-) leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten met/
tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar behoren
functioneren; rapporteert hierover aan de leraar.

De groepjes konden op een juiste manier samenwerken. Hierdoor ontstond

een goede sfeer.
A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en
sociaal emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de
dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen

4.3 werkvormen en groeperingsvormen
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.

Ik heb de kinderen positief gestimuleerd toen ze aan het werk waren.

A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en
sociaal emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de
dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar.
 Ik heb goed gebruik gemaakt van de reconstructiedidactiek, waarbij de
kinderen gericht aan de slag gingen om van concreet naar formeel te werken
binnen een sociale en maatschappelijke context.

Zwakke punten:
De kinderen hebben aan het einde van de les geen duidelijke feedback van
mij gehad, terwijl dit wel mijn bedoeling was. De kinderen hebben wel hun
antwoorden mogen uitwisselen met de klas, maar daar ben ik verder niet op
ingegaan. Misschien had ik dat wel moeten doen.
B.1 Leerdoelen stellen --> 7.3 Onderzoekende en reflectieve houding.
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding; onderzoekt
systematisch zijn eigen handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback
van kinderen, docenten, medestudenten en leerkrachten; hanteert
onderzoeksinstrumenten.

Wanneer de leerlingen veel fouten hadden gemaakt in het werkblad dat ze

achteraf kregen, betekende dit dus dat voor diegene de lesdoelen niet bereikt
zijn. Gelukkig was dit maar bij n persoon het geval.
B.2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit.

Ik ken de leerlingen nog niet heel goed. Ik vind het daarom ook lastig om in te
schatten of de kinderen extra hulp nodig hebben of juist niet.
A.3 Leiding geven aan het groepsproces --> 4.7 Onverwachte situaties.
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.

Welke kritische handelingen zijn bij deze les zichtbaar geworden:

A.3 Leiding geven aan het groepsproces:

Ik heb geen moeite met het leidinggeven aan het groepsproces. Ik houd zicht op de
klas, enthousiasmeer de kinderen, pas effectieve leraarcommunicatie toe en reageer
op onverwachtse situaties, evenals ongewenst gedrag (dit sluit aan bij competentie
A.1 Bespreken van en omgaan met regels --> 2.1 fysiek en sociaal-emotioneel
veilige leeromgeving. De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van
een fysiek en sociaal emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen
gedrag, de dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met
elkaar).

B.3 Leeractiviteiten begeleiden:

 Ik heb geen moeite met het begeleiden van leeractiviteiten. Het duurt wel nog te
lang om een goede, opbrengstgerichte structuur te ontwerpen. Dit moet ik nog meer
'eigen maken'.

C.2 Rekening houden met verschillen in taal, motivatie en tempo:

Door het gebruik van het directe instructiemodel speel ik goed in op de verschillen
tussen de kinderen. Ik heb geprobeerd om tijdens de les voor een goede motivatie te
zorgen. Het tempo waarin de opdrachten gemaakt mogen worden, mogen de
kinderen zelf bepalen. Hierdoor ervaren zij geen of minder tijdsdruk.

Welke kritische handelingen zijn bij deze les niet zichtbaar geworden:
D.1 Eenvoudig gesprek met een ouder voeren:
Ik heb nog geen gesprek met een ouder uit de klas gevoerd.

Waar loop ik op dit moment tegen aan?

Ik wil heel graag bijgespijkerd worden op het gebied van reken-wiskundedidactiek. Ik
loop er nu tegenaan dat ik het lastig vind om een opgave op een juiste manier uit te
leggen. Ik heb vaak een andere manier aangeleerd dan de kinderen. Hierdoor vind ik
het lastig om alle kinderen een goede uitleg te geven, op de manier hoe zij het gehad
hebben.