Uitwerking DLR’S

DLR 3: Zorg op maat leer je met stage op maat

Op mijn eerste stagedag ga ik vragen welke pathologie volgens de VPK het meest voorkomt op
deze dienst. Hierover probeer ik dan zo rap mogelijk meer info op te zoeken zodat ik juiste
informatie kan geven aan de patiënten. Dit leg ik dan ook voor aan de VPK en als ik nog iets mis
van info kunnen zij deze wat meer aanvullen. Bijvoorbeeld naar de te nemen onderzoeken,
behandelingen, manier van werken…
Een andere actie dat ook nog onder deze DLR hoort zijn interventies. Hiervoor moet ik eerst het
materiaal leren kennen waar zij gebruik van maken. Om dit te bereiken ga ik op mijn eerste
stage de berging met materiaal goed gaan bekijken. Als ik het materiaal niet ken vraag ik om, als
er een handeling moet worden uitgevoerd, dit nog eens voor te tonen.
Ik zou ook graag het prikken van infusen of bloed uitvoeren in de praktijk. Hiervoor ga ik goed
luisteren tijdens de overdracht waar en wanneer deze juist worden afgenomen/geprikt. Zo kan
ik zelf meer initiatief tonen.

DLR 8: Sturing van goede zorg begint met een goede briefing
Tijdens de overdracht luister ik goed naar gebruikte afkortingen binnen deze dienst. Afkortingen
die ik niet begrijp schrijf ik op en vraag ik later na aan een VPK.
Waar ik aan moet werken is dat ik niet een situatie omschrijf maar wel enkel de essentie
doorgeef aan de VPK zodat zij weten wat er aan de hand is op een korte en efficiënte manier. Dit
ga ik doen door na de situatie na te denken wat er nu eigenlijk belangrijk is en wat wij als VPK
dienen te weten om te kunnen handelen.
Tijdens mijn stage zal ik ook zoveel mogelijk gebruik maken van het evd om hier informatie terug
te vinden van de patiënt. Ik kan hier ook zelf parameters en observaties in opschrijven en kijken
welke onderzoeken er nog moeten gebeuren. Op het intranet wil ik tijdens mijn stage ook een
aantal procedures/protocollen opzoeken via dit kanaal.

DLR 14: De student aan het stuur

Vanaf dag 1 maak ik mijn feedbackformulieren op door het reflecteren over hoe een stage dag is
gelopen. Hierin formuleer ik wat er goed ging en wat minder goed ging. Deze geef ik af aan de
VPK en vraag of ze deze kan nazien en haar bedenkingen zou willen opschrijven. Deze feedback
vraag ik niet enkel schriftelijk. Na het uitvoeren van een handeling, een ondernomen actie vraag
ik aan de VPK of wat ik heb gedaan een goede onderneming was. Uit deze feedback probeer ik te
leren en zal ik meenemen naar de volgende dagen.
In het begin van de stage ga ik eens na waar ik zelf nog in kan groeien en wat ik al onder de knie
heb. Dan probeer ik zoveel mogelijk mogelijkheden te zoeken die me deze handelingen laat
uitoefenen. Ongeveer 2 weken na de start bekijk ik deze lijst opnieuw en ga ik na of ik de ‘te
werken’ puntjes al wat beter beheers. Zo zie ik of ik een evolutie doormaak of dat ik constant
ben gebleven.
Indien ik in een situatie niet goed weet wat te doen of er komt een handeling en ik ben niet
zeker over de te ondernemen stappen, vraag ik tijdig een VPK wat te doen. Als dit nog niet lukt
vraag ik of de vpk het kan overnemen en of ik nog eens mag kijken. Deze situatie neem ik dan
ook op in mijn feedbackformulieren om zo te kijken waar het fout ging.