Professional Documents
Culture Documents
zelfbehoud en aanpassing
André Mommen
CEPS
Maarssen
December 2010
1
De Democratische Volksrepubliek Korea (DVRK) komt regelmatig in
het wereldnieuws als een voorbeeld van een agressieve
gemilitariseerde staat die niet alleen de stabiliteit in het Verre Oosten
bedreigt, maar ook de wereldvrede in gevaar brengt. In snel tempo
heeft de DVRK immers het nucleaire wapen ontwikkeld en zich
voorzien van ballistische raketten om die atoombommen op de plaats
van bestemming te brengen. Voorts vecht het communistische regime
in Pyongyang regelmatig zeeoorlogjes met de Zuid-Koreaanse buur
uit. Van een definitieve vreedzame samenleving tussen beide staten
kan dus geen sprake zijn. Laat staan van een (vreedzame) hereniging
van de twee Korea’s. Daarbij zou het communistische regime ook nog
eens de eigen bevolking uithongeren, de mensenrechten met de voeten
treden, concentratiekampen beheren, critici monddood maken, het
vrije verkeer van de eigen burgers naar het buitenland onmogelijk
maken. Zijn er dan geen veranderingen op til? Jawel, want Noord-
Korea integreert zich langzaam maar zeker in de zich globaliserende
wereldeconomie. Hier een kort overzicht.
Historische achtergronden
2
Volksleger (KVL). Omdat Moskou pas laat, in 1945, in oorlog met
Japan trad, gebeurde de nationale bevrijding van Korea door de
capitulatie van Japan en niet door een bevrijdingsoorlog. Kim Il Sung
arriveerde pas op 10 oktober 1945 in de Koreaanse haven van
Wonsan. Hij werd de door Stalin uitverkoren vertrouwensman in de
Russische bezettingszone.
Het KVL van Kim Il Sung kreeg na de aftocht van het 25ste Sovjet
Leger de wapens cadeau. Maar dat impliceerde geenszins dat Stalin
naar een gewapende oplossing voor de Koreaanse tweedeling uitkeek.
Toen in de lente van 1949 Kim Il Sung bij Stalin op bezoek kwam,
kreeg hij van Stalin te horen dat, mochten de Zuid-Koreanen hun
grensprovocaties niet stoppen, hij mocht terugslaan. Maar de Sovjet
Unie zou dan niet interveniëren, ook niet als het conflict een
ongewenste wending zou nemen. Ook geloofde Stalin niet meteen dat
het regime van Syngman Rhee op instorten stond en dat de lokale
1
Cho Mansik (1883-1950) kwam uit de methodistische kerk van Korea, was lid geweest van de YMCA en was
een representant van de lokale industrie. Na de Japanse capitulatie werd hij minister van Financiën voor de
volksregering.(augustus 1945). Hij werd na de terugkeer van Kim Il Sung naar Korea covoorzitter van het
Voorlopig Volkscomité. In 1950 werd hij ter dood veroordeeld en terechtgesteld.
3
guerrillabewegingen er wel zoveel toekomst hadden als Kim Il Sung
beweerde.
4
uiteindelijk de bestandslijn bij het staakt-het-vuren op 27 juli 1953. Er
volgde geen vredesverdrag. Van beide zijde werd de “hereniging” van
Korea onder eigen vlag beleden.
De gevolgen van de Koreaanse oorlog waren ernstig. In Zuid-Korea
was nu een quasi-fascistisch regime onder Synghman Rhee aan de
macht. In Noord-Korea kwam een communistisch regime naar
sovjetmodel tot stand gebracht. Kim Il Sung gaf de poging om het
land onder eigen vlag te herenigen niet op, maar intussen hadden wel
veel politieke bondgenoten hem laten vallen en de oversteek naar
Zuid-Korea gemaakt.
5
De Koreaanse Sociaal-Democratische Partij werd op initiatief van Cho
Mansik op 3 november 1945 als de Democratische Partij opgericht
voor de nationalistische kleine ondernemers en handelaren, maar ook
voor de christenen met anti-Japanse en antifeodale sentimenten. De
oorlog zorgde voor een conflict. Cho Mansik werd in 1950
terechtgesteld. Zijn partij werd na 1958 door Kim Il Sung steeds meer
ontmanteld. In 1980 werd de partijnaam in die van de Koreaanse
Sociaal-Democratische Partij veranderd.5
De Koreaanse oorlog had het grootste gedeelte van het land in puin
gelegd, twee miljoen doden veroorzaakt,8 grote bevolkingsgroepen op
de vlucht gedreven en daarna ieder perspectief of een vreedzame
hereniging onmogelijk gemaakt. Vooral China had met deze oorlog
verveeld gezeten. Kim Il Sung moest na de wapenstilstand in 1953
hoogdringend aan de economische wederopbouw werken en vooral
zijn bewind verstevigen. Kim Il Sung schakelde daarom zijn naaste
rivalen uit. De Zuid-Koreaanse partijleider Pak Hon Yong werd in
1956 veroordeeld en ongetwijfeld onmiddellijk terechtgesteld. Op
hem had Kim Il Sung de schuld voor de faliekant afgelopen oorlog
afgeschoven.
5
De huidige voorzitter van het centraal comité is Kim Yeong Ho.
6
Kim Tu Bong (1886-1957) werd voorzitter van de Arbeiderspartij van Noord-Korea en hij werd het eerste
staatshoofd (voorzitter van het presidium van de Opperste Volksvergadering) van Noord-Korea (1948-1957).
7
Door de fusie ontstond een partij met 170.000 leden, van wie er 134.000 van de Communistische Partij
afkomstig waren en 35.000 van de Nieuwe Volkspartij.
8
In 2006 werd een Waarheidscommissie in Zuid-Korea opgericht en die bracht in 2008 aan het licht dat in 1950
duizenden linkse sympathisanten door het Zuid-Koreaanse leger onder het oog van Amerikaanse militairen
waren omgebracht.
6
Intussen had Kim Il Sung de Juche9 afgekondigd: de DVRK koos
voortaan voor het op eigen kracht ontwikkelen van de economische
structuren, wat een zelfstandige koers naar het socialisme betekende.
De hereniging van het land werd niet afgezworen, maar had niet
langer prioriteit. Een politiek van geforceerde industrialisatie naar
stalinistisch model, waarbij de zware industrie de voorrang kreeg,
moest ook de militaire opbouw dienen om aan de dreiging uit het
zuiden het hoofd te kunnen bieden. Kim Il Sungs nationalisme
betekende ook beroep op het “volk” doen, en niet enkel en alleen op
het proletariaat. Kim Il Sung sloot ook niet aan bij de in 1949 in
Moskou opgerichte COMECON.
Economische problemen
9
Juche betekent zelfvoorziening. De idee zou voor het eerst in 1955 door Kim Il Sung in een toespraak zijn
gebruikt.
10
Stephan Haggard, Pathways From the Periphery. The Politics of Growth in the Newly Industrializing
Countries, Ithaca en Londen: Cornell University Press, 1990: blz. 51-75.
7
In Noord-Korea was het omgekeerde aan de orde. Hier werd de
industrialisatie uit eigen middelen betaald. Ook ging een steeds groter
deel van de opbrengsten naar de militaire uitgaven. Kim Il Sung was
immers uit het militaire apparaat voortgekomen. De opkomende
tegenstellingen tussen Moskou en Peking liet hij wijselijk over zich
heen gaan. Met lede ogen kon Kim Il Sung voorts de economische
groei van Zuid-Korea aanzien. Zuid-Korea werd samen met Taiwan
(het vroegere Formosa), Hong Kong en Singapore een “Aziatische
tijger”. De uitdaging lag er dus. Noord-Korea moest nu Zuid-Korea
economisch zien bij te benen om eventueel op voet van gelijkheid te
kunnen onderhandelen over een hypothetische hereniging.
11
The Korea Herald, 15 maart 2010.
8
Kim Il Sung stierf in 1994 op het dieptepunt van de economische
crisis. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Kim Jong Il die zijn
machtsbasis eveneens in het Volksleger had. De Juche ideologie
maakte in 1995 nu officieel plaats voor de Songun ideologie die het
“militaire eerst” in zowel de politiek als in de “economische opbouw”
en in de “ideologie” vooropstelde. De rol van het Volksleger werd
hiermede tot essentieel element in de opbouw van het socialisme
gepromoveerd. Kim Il Jong verstevigde daarna door een aantal
politieke en administratieve hervormingen, o.a. door de afschaffing
van het Staatspresidentschap, zijn greep op het staatsapparaat. Songun
bevestigde het zelfvoorzieningsideaal als middel voor de hereniging
met Zuid-Korea.
12
Hyekyung Cho, Chinas langer Marsch in den Kapitalismus, Münster: Westfälisches Dampfboot, 2005;
Giovanni Arrighi, Adam Smith in Beijing. Lineages of the Twenty-First Century, Londen en New York: Verso,
2007.
9
Jaar BBP in Groei inkomen Bruto Inkomen per
miljarden US$ in % Nationaal hoofd van de
Inkomen in bevolking (in
miljarden US$ US$)
200 10,6 1,3 10,6 461
0
Bron: Macroeconomic Statistics and the DPRK, National Committee on North Korea
10
Songun in de praktijk
Staal
Computergestuurde machines
Meststoffen
13
The Korea Herald, 18 augustus 2010.
11
Om aan de agrarische crisis het hoofd te kunnen bieden waren meer en
gediversifieerde meststoffen noodzakelijk. Wegens alweer een tekort
aan elektrische energie lukte het niet om op afdoende wijze deze
tekorten weg te werken. Vandaag is de voedselcrisis nog altijd een
probleem. De rijstproductie ligt nog altijd een 1 miljoen ton per jaar
onder de binnenlandse behoefte. Onlangs vernam men wel dat de
Namhung Youth Chemical Complex erin was geslaagd om door
middel van kolenvergassing meststoffen te produceren. Aan “harde”
steenkool als antraciet is in Noord-Korea geen gebrek. Die kan als
grondstof voor de productie van ammoniak worden gebruikt.
Textiel
12
Industrie Status Evaluatie
Bron: http://www.koreaherald.com/specialreport/Detail.jsp?newsMLId=20100818000677
Steenkool
13
Elektriciteit
Buitenlandse investeringen
14
http://library.findlaw.com/19999/Jun/1/13178.html
15
www.nationsencyclopedia.com/.../Korea-Democratic-People-s-Republic-of- DPRK-FOREIGN-
INVESTMENT.html
16
http://news.bbc.co.uk/2/hi/business/3558283.stm
14
De DVRP deed inspanningen om beter aansluiting te vinden bij de
andere Aziatische landen door in juli 2000 te participeren in de
ASEAN Regional Forum (ARF) in Bangkok en door bilaterale
diplomatieke relaties aan te gaan met de Filippijnen, Canada, Groot-
Britannië, Duitsland, enz., allicht in de hoop dat ook de handelsrelaties
konden verbeteren en investeerders zouden opdagen. Nieuwe
economische hervormingen werden daarom in 2002 afgekondigd.
Bedrijven kregen een grotere vrijheid en subsidies aan staatsbedrijven
werden afgeschaft. Arbeiders kregen een prestatieloon. Industriële
producten konden via de boerenmarkten worden verkocht. De
Berlijnse automatiseringsfirma KCC bracht Noord-Korea online,
westerse consultants verschenen in het straatbeeld, pakjesbezorger
DHL opende een kantoor in Pyongyang en westerse bureaus brachten
toeristen binnen. China werd inmiddels de belangrijkste
handelspartner van de DVRP en ook de belangrijkste buitenlandse
investeerder. In 2005 investeerde de Chinese handelsfirma Tianjin
Digital 650.000 US$ in een joint venture die in Pyongyan fietsen ging
produceren.17 Men schatte dat toen ongeveer 150 Chinese bedrijven,
vooral in de voedingswarensector en de elektronica, in Noord-Korea
actief waren. Buitenlandse kapitaal stroomt ook via de Koreaanse
diaspora in Japan en China binnen.
15
Noord-Koreaanse arbeiders voor een gemiddeld loon van 70 US$ per
maand in een vijftiental Zuid-Koreaanse fabrieken die allerlei
consumptiegoederen, gaande van horloges tot schoeisel, voor de
export produceren. Deze industriële zone moest nog worden voorzien
van een spoorweg en een expresweg naar Pyongyang. Ongeveer 117
Zuid-Koreaanse KMO’s die vooral confectie en schoenen produceren,
zijn er inmiddels al actief. Ze stellen er al meer dan 47.000 Noord-
Koreaanse arbeidskrachten tewerk. De meeste uitgevoerde producten
gaan naar de Zuid-Koreaanse markt. Slechts een goede 18 procent
gaat naar de buitenlandse markten.
Niet alles werd een succes. Dat was met name het geval met de
toeristische zone Mount Kumgang. Die trok in 2000 nog 212.000
toeristen. Dat was het jaar toen op 13 juni de politieke leiders van de
beide Korea’s elkaar een hand gaven. Dat aantal toeristen daalde in
2001 tot slechts 56.680.18 Het project bleek voor de Hyundai Groep
een verkeerde investering te zijn.
Er is ook nog de speciale autonome regio (SAR) die naar het model
van Hong Kong in de noordwestelijke stad Sinuiji aan de Chinese
grens werd opgericht en waar vooral Chinese investeerders actief zijn.
De bedoeling van deze zone is uiteraard om met goedkope
arbeidskrachten extra harde valuta te verdienen.
18
De Mount Keumgang werd in juli 2008 stilgelegd. Kaesong Tours stopte in november van dat jaar. Korea
Tourism Association verloor sindsdien 10,5 miljard won aan winsten, terwijl de private partner Hyundai Asan en
partners 465,2 miljard won verloren. Wegens het wegvallen van het toerisme verloren restaurants en andere
uitspanningen in de zuidoostelijke grensstad Kosong (Kangwon provincie) 72,5 miljard won aan
grensoverschrijdend toeristisch verkeer, waardoor de toeristische industrie in DVRK 500 miljard won aan
inkomen derfde.
http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/content.asp?nkbriefNO=391&GoP=1
19
Een bouw- en engineeringfirma die ook een media- en meststoffenpoot heeft en die o.a. ook in Antwerpen
actief is in het parkeerbeheer. http://companydatabase.org/c/cement-hydraulic/cement-manufacturers/million-
tons/building-cement/related-materials-cement/cement-division/steel-cement/cement-ready/national-
cement/specialty-cement/orascom-construction-industries.html
20
Eigendom van de staatsfirma Pyongyang Myongdang Trading Corp.
16
moest worden gemoderniseerd en dat de productiecapaciteit tot 2,5 à 3
miljoen ton per jaar moest worden opgevoerd.21
Olie- en gaswinning
21
http://www.wilsoncenter.org/topics/pubs/may_5.pdf
22
http://english.chosun.com/site/data/html_dir/2010/05/06/2010050601410.html
23
André Mommen, “China’s Hunger for Oil”, in Journal of Developing Societies, jg. 23, nr. 4, 2007, blz. 435-
466.
17
Exploratie op de zeebodem naar olie en gas voor de Koreaanse kust
met de hulp van westerse oliemaatschappijen kan voor Noord-Korea
leiden tot een structurele oplossing voor het energietekort. Die
zoektocht werd evenwel vanaf den beginne een lange lijdensweg.
Reeds in de jaren 1960 dacht men in samenwerking met de Sovjet
Unie aan oliewinning in zee. In 1977 werd met dat doel op de Asia
Exploration Consultants (AEC) uit Singapore beroep gedaan en in
1979 op de Joegoslavische oliemaatschappij INAP. Ook dat leverde
uiteindelijk niets op. In 1980 werd de Noorse firma GECO
Geophysical, een dochteronderneming van het Franse Schlumberger,
ingeschakeld. Er werden wat kleine olie- en gasvelden in kaart
gebracht en daarna werd een olieboorplatform in Singapore gehuurd.24
Er werd verder gezocht met Sovjethulp en met Britse Leeward
Petroleum. Meridian Oil boorde hierna olie aan. Door de crisis
veroorzaakt door het uiteenvallen van de Sovjet Unie besloot Noord-
Korea spoed te zetten achter de exploratie van olie- en gasvelden. Na
Meridian Oil kwam in 1992 Taurus Petroleum AB uit Stockholm in
beeld, gevolgd door Beach Petroleum dat een tweede concessie nam.
In 1998 ging een derde concessie naar SOCO International uit
Londen. Ook op het vasteland van Noord-Korea werd geëxploreerd,
hier door Sovereign Ventures Pt. (SVPL), en wel aan de Tumen rivier
in de buurt van het Russische Vladivostok. Het probleem was om van
de fase van de exploratie naar de fase van de exploitatie over te gaan.
In 2004 liep het gerucht dat het Britse Aminex, via een joint venture,
voor zowel de exploratie als de exploitatie zorg zou dragen, maar de
turbulente internationale toestand belette dat al snel. In mei 2010
kwam dan het bericht dat Aminex een tweede akkoord had afgesloten.
Samen met Korex (50 procent eigendom van Aminex en 50 procent
eigendom van Chosun Energy uit Singapore, een lid van de Triton
Energy energiegroep) had Aminex met de Noord-Koreaanse
staatsmaatschappij Korea Oil Exploration Company (KOEC) de
exploratierechten voor de Koreaanse Oostzee verkregen Het akkoord
verving de eerdere overeenkomst.25
24
Keun Wook Paik, “North Korea and seabed Petroleum”, Royal Institute of International Affairs, research
paper. http://www.wilsoncenter.org/topics/docs/Keun_Wook_Paik.pdf
25
http://www.energy-pedia.com/article.aspx?articleid=140453
http://www.france24.com/en/20100603-london-firm-signs-nkorea-oil-exploration-deal
18
Een oplossing voor heel wat financiële en technische problemen zou
de samenwerking met zowel de Chinese maatschappij China National
Offshore Oil Corporation (CNOOC), als met de Zuid-Koreaanse
oliemaatschappij Korean National Oil Corporation (KNOC) zijn.
Maar de impasse in de relaties met de Verenigde Staten (zie verder)
hebben een duurzame samenwerking alsnog gedwarsboomd. In mei
2000 nodigden SOCO en Taurus, dit in opdracht van de DVRK, het
Zuid-Koreaanse conglomeraat Hyundai en KNOC uit om een
aardolie- en gasconsortium voor exploratie in de Gele Zee te vormen.
Daarbij zou de Zuid-Koreaanse regering worden gevraagd om de
fondsen voor de olie- en gasexploratie te verstrekken. In 2004 stelde
KOEC aan KNOC voor om te praten over gezamenlijke exploratie in
de Gele Zee. In 2006 werd bekend dat tussen Peking en Pyongyang
een voorakkoord werd getekend om gezamenlijk in de Gele Zee naar
olie te zoeken.26 Chinese hulp zou in deze uiterst welkom zijn daar
China voortdurend moest bijspringen om de ergste olietekorten van
Noord-Korea op te vangen.
26
http://www.globalsecurity.org/wmd/library/news/china/2006/china-060606-voa01.htm
19
Een Chinees mega-investeringsproject
20
munthervorming doorgevoerd. Begin mei 2010 bracht Kim Jong Il al
weer een bezoek aan Peking om niet alleen onmiddellijke financiële
hulp (ongeveer 60 miljoen US$) te vragen, maar allicht ook om verder
te praten over een door China beloofde steun van 10 miljard US$ voor
infrastructurele projecten. Deze laatste steun komt neer op ongeveer
70 procent van het Noord-Koreaanse BBP. Deze fondsen moeten via
de blijkbaar met dat doel opgerichte State Development Bank worden
besteed en vooral de ontwikkeling van de streek rond de Tumen
rivier29 en de speciale economische zone van Rajin-Sonbong ten goede
komen.30
Bron: Hyung-Gon Jeong en Hokyung Bang, An Analysis of North Korea´s Principal Trade
Relations, Parijs en Brussel: IFRI Center for Asia Studies, juli 2010, blz. 11.
29
http://www.eastasiaforum.org/2010/11/23/signs-of-hope-along-the-tumen-river/
30
http://www.eastasiaforum.org/2010/03/12/north-koreas-renewed-push-for-foreign-investment-at-rajin-
sonbong/
31
http://missiledefense.wordpress.com/2010/02/15/china-plans-10-billion-investment-in-north-korea/
21
Tabel 4: De belangrijkste handelspartners van Noord-Korea in % (export)
22
twaalf van deze zones op te richten. In elk geval werd eind 2010
bekend dat zes inter-Koreaanse industriële parken naar het model van
Kaesong Industrial Complex zullen worden gebouwd voor een totale
kostprijs van 43,09 miljard won, waarvan de regering 39,02 miljard
won voor haar rekening zou nemen. Daarnaast zou ook fase 2 en 3 van
de verdere uitbouw van Kaesong ter hand worden genomen, evenals
die van industriële parken bij Rajin-Sonbong, Sinuiju, Haeju, Nampo
en Wonsan. Rajin-Sonbong en Sinuiju zijn allebei “Free Economic
Trade Zones” en als speciale administratieve zones verschaffen ze
grote industriëterreinen voor het aantrekken van buitenlandse
investeerders. Op de tweede inter-Koreaanse top in oktober 2007 was
al overeengekomen dat Haeju zou worden ontwikkeld. Inmiddels
wordt een industrieel complex voor de lichte industrie in Nampo
(Westkust) en een voor zware industrie en chemie in Wonsan
gebouwd. De bouw van spoorwegen en autowegen is een ander
probleem. Dat probleem moet samen met de verdere ontwikkeling van
de industriële zones in 2021 zijn opgelost.34
23
laatste jaren waren er ook (geslaagde) toenaderingspogingen tot het
Brazilië van President Lula. De DVRK opende in 2004 een ambassade
in Brasilia en in 2006 werd een bilateraal handelsverdrag
ondertekend.36 Brazilië heeft, net als Noord-Korea, uitgesproken
nucleaire ambities en steunt daarin ook Iran, die andere door de
“internationale gemeenschap” verstotene terroristische staat.
24
vertaalt zich in een verandering in de samenstelling van de import en
de export, waarbij China steeds meer industriële producten afneemt
(zie Tabel 6).
Tabel 6: De structuur van het productieproces in de handel van Noord-Korea met China
Militaire spanningen
In september 2010 keerde Kim Il Jong naar Peking terug, ditmaal ook
om te praten over de politieke en militaire stabiliteit in de regio.
Vooral de oplopende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea
enerzijds en Noord-Korea en de Verenigde Staten anderzijds hadden
al tot groot ongenoegen in Peking geleid. Die spanningen gelden
vooral de door Noord-Korea ontwikkelde kernwapens en ballistische
raketten en zouden aldus de Verenigde Staten niet alleen de stabiliteit
in de regio, maar in de hele wereld bedreigen, zeker indien Noord-
Korea mocht doorgaan met het bewapenen van Iran. Een en ander is
echter ook terug te voeren tot de door President George W. Bush
onmiddellijk na zijn aantreden gelanceerde campagne tegen de “as van
het kwaad” en zijn oorlog in Afghanistan en Irak, waarbij Noord-
Korea gezien werd als een “ruige staat” die tot de orde moest worden
geroepen. Hiermede stopte Bush de door zijn voorganger Bill Clinton
ondernomen pogingen om de meningsverschillen via
onderhandelingen uit te praten. Ten slotte werd in Zuid-Korea een
rechtse regering aan de macht gebracht die de politiek van toenadering
25
met het Noord-Koreaanse regime minder goed gezind was, ook al
ging dat in tegen de belangen van het eigen bedrijfsleven.
26
Roh Moo Hyun zette dat beleid verder, maar liet de benaming
Sunshine Policy vallen. Het resultaat was dat de inter-Koreaanse
handel aanzienlijk toenam (zie Tabel 3). Op 2-4 oktober 2007 werd
een tweede inter-Koreaanse topontmoeting in Pyongyang gehouden.
Maar met het aantreden van de rechtse President Lee Myung Bak in
februari 2008 ondergingen de inter-Koreaanse betrekkingen een
verkilling. Dat belette niet dat er intussen onder druk van het Zuid-
Koreaanse zakenleven wel over economische thema’s werd
gesproken.
42
In april kondigde de DVRK aan dat het uranium verrijkte om een LWR op te starten.
27
nucleaire afschrikkingsmacht op te bouwen. Op 1 december 2003
besloot de KEDO om de werkzaamheden aan de LWR te stoppen.
28
onder verwijzing naar criminele witwassing. In juli 2006 lanceerde de
DVRK zeven ballistische raketten. De Veiligheidsraad van de VN
nam daarop unaniem resolutie nr. 1695 aan waarin van de DVRK
werd geëist om het raketprogramma stil te leggen. Aan andere landen
werd opgedragen dat Noord-Koreaanse raketprogramma niet met
leveranties te steunen of wapenonderdelen in de DVRK aan te kopen.
De DVRK verwierp onmiddellijk deze resolutie.
29
megawatt experimentele reactor, het radiochemisch lab en de Fresh
Fuel Fabrication Plant. De DVRK verklaarde geen handel te drijven in
splijtstof, noch in nucleaire technologie. In ruil waarvoor Noord-
Korea aardolieleveranties zou krijgen. De DVRK begon daarna met
het onklaar maken van de faciliteiten in Yongbon. Ook de koeltoren
werd in juni 2008 voor het oog van de internationale media
ontmanteld. President George W. Bush schortte daarna de toepassing
van de Trading With the Enemy Act (TWEA) op. In oktober 2008
kwam een Amerikaans team voor controle naar Noord-Korea. De
resultaten van de inspectie werden in december 2008 door de zes
besproken, maar er werd geen overeenstemming bereikt. Op 5 april
2009 lanceerde Noord-Korea een raket over de Japanse Zee, hetgeen
in overtreding was met resolutie nr. 1718 van de Veiligheidsraad.
Daarop trok de DVRK zich terug uit de zespartijen besprekingen en
wees de controleurs van het Internationaal Atoomagentschap en de
technische experts van de Verenigde Staten uit. Een maand later
kwam het bericht dat Noord-Korea een tweede kernproef had
gewaagd. Op 12 juni 2009 besloot de Veiligheidsraad unaniem
resolutie nr. 1874 aan te nemen waarbij alle wapenexporten van en
naar de DVRK werden verboden (met uitzondering van lichte
wapens). Beroep op de lidstaten werd gedaan om geen financiële steun
meer te verlenen aan Noord-Korea mocht dat kunnen dienen om de
verboden activiteiten te financieren. De Verenigde Staten zonden een
diplomatieke missie naar China, Zuid-Korea, Rusland, Japan,
Singapore, Maleisië, Thailand, de Verenigde Arabische Emiraten en
Egypte om de sancties volledig te doen uitvoeren. In juli 2009 vuurde
de DVRK opnieuw korteafstandsraketten af in de Japanse Zee. Dat
werd in oktober 2009 herhaald.
30
ontkend. De Veiligheidsraad veroordeelde unaniem deze
oorlogsdaad.43 Op 23 november 2010 beschoot Noord-Koreaanse
artillerie het eiland Yonyeong dat voor de Noord-Koreaanse kust ligt
en waarvan het bezit door Noord-Korea door Pyongyang sinds 1953
bij het afsluiten van de wapenstilstand wordt betwist.44 Het eiland dat
een grote Zuid-Koreaanse basis met 4.400 soldaten heeft, zou, blijkens
getoonde televisiebeelden en commentaren in de Westerse media, te
lijden hebben onder ernstige vernielingen als gevolg van deze
beschietingen, wat tot enige ophef en scherpe westerse veroordelingen
aanleiding gaf. Of er ook militaire doelen werden geraakt is onbekend
en of de verwoeste woningen die van hulppersoneel van de militaire
basis waren, eveneens. Dit incident is niet het eerste. In juni 1999
kwam het tot een kleine zeeoorlog in de buurt van het eiland
Yeonpyeong. In juni 2002 herhaalde zich dat. In november 2009 werd
er een kleine zeeoorlog in de buurt van het eiland Daecheong
uitgevochten. Het tot zinken brengen van de Cheonan in de buurt van
het eiland Baengnyeong in maart 2010 was dus slechts een zoveelste
incident. Maar ditmaal werden er de grote media bijgehaald.
Besluit
31
als vanzelf op toen zowel de Sovjet Unie als China Zuid-Korea
erkenden. De DVRK heeft na de val van het communisme in Oost-
Europa al snel de economische betrekkingen met Zuid-Korea
aangehaald. Maar behalve tijdens een periode van dooi na 1998, was
er van enige vooruitgang naar een vreedzame hereniging geen sprake.
Toen President George W. Bush in 2001 aan het bewind kwam was
het al snel gedaan met de door President Bill Clinton ingezette
toenaderingspolitiek. Kim Il Jong werd door Bush wel tot
onderhandelingen gedwongen, maar hij wist zich telkens aan de door
Washington beoogde ontmanteling van het Noord-Koreaanse militaire
apparaat te onttrekken.
32