You are on page 1of 10

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Het Verleggen van de Horizon.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreek

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Introductie
Tijdens de Minor Landschapsarchitectuur is er een lezingenreeks geweest waar wekelijks twee gastsprekers over hun ervaringen als ontwerpers hebben verteld. In deze reeks werden toelichtingen gegeven op hoe hun ontwerpen en onderzoeken tot stand zijn gekomen en hoe deze processen zijn gelopen. Deze Essay bundel, bestaat uit twee delen in het eerste gedeelte verdiep ik me in een onderwerp waarna ik het verdiepte reflecteer aan de hand van het werk van een spreker. In het tweede essay reflecteer ik op mijn eigen werk en werkwijze tijdens de Minor. Het eerste essay is een onderbouwde manier om mijn eigen visie op de Landschapsarchitectuur te onderzoeken en toe te lichten. Als thema in dit essay heb ik gekozen voor: De veranderende perceptie van de ruimte, de oneindigheid en eindigheid van de horizon. In het tweede essay word er gekeken naar wat mijn architectonische positie is. Dit doe ik door mijn houding als ontwerper te karakteriseren en te reflecteren aan de hand van tijdens de minor geproduceerd werk. Het overkoepelende thema van dit essay is: Mijn Architectonische Dwaling.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Het Verleggen van de Horizon


In Landschapsarchitectuur is een belangrijk thema het verleggen van grenzen. Steeds kijken naar wat de volgende stap kan zijn in het ontwerp, de grenzen van het ontwerp bepalen. Daarbij is vooruit kijken een van belang, maar ook terug kijken en leren van het verleden. Ruimte en wel de perceptie van ruimte is in de geschiedenis niet altijd hetzelfde geweest. Een grens verleggen binnen het Landschapsarchitectonisch domein zal neerkomen op een herinterpretatie van wat ruimte is en de abstractie die dit begrip kent. Wat is ruimte? en hoe is er in de geschiedenis met dit begrip omgegaan. Wordt ruimte bepaald door de grenzen, of door objecten? Tegenwoordig wordt er in planologische verhandelingen gesproken over het begrip van de stad.De stad is met de huidige inwoners en hun grillen toch heel wat anders dan 100 jaar geleden. Met flexibiliteit die van steden verwacht wordt om aan de wensen van de inwoners te voldoen is het niet meer mogelijk de stad als vast begrip te zien. Er wordt dan ook gesproken over vloeibare steden die zich net zo gedragen als onze economie en alleen maar op groei van de ruimte zijn gericht. In die zin zijn karakter schetsen van steden als grillige en chaotische gebeurtenissen waar een spoor van structuur in te herkennen is niet verwonderlijk (Hartman 2008). In het licht van deze visie van het stedelijk landschap kan gesteld worden dat de grens tussen het stedelijke en het natuurlijk landschap aan het vervagen is. De grenzen zijn doorbroken en er lijkt een grenzeloze hoeveelheid aan mogelijkheden te zijn die er voor zorgen dat het stadslandschap groeit. Het materiele Landschap en de beleving ervan wordt hierdoor fragmentarisch en oppervlakkig. (Aben, De wit 1998) Dit illustreert de houding van de huidige samenleving jegens ruimte als een abstract begrip waarmee, binnen de huidige maatschappij, om wordt gegaan, alsof het een consumptie goed is.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Nu is de trend in de ontwikkeling van het abstracte begrip van ruimte er n die is ingezet in de jaren 20 van de vorige eeuw. Met het Modernisme heeft de ruimte geen grenzen meer de nadruk wordt gelegd op rationele ruimtelijke patronen en relaties. Ruimtelijke differentiatie stond niet langer centraal, maar het programma. De abstracte ruimte domineert de geografie, in plaats van de specifieke plaats (space boven place). (Groote 2004) Nu lijkt het alsof deze verandering van betekenis van het begrip ruimte en de steeds verdere horizon een proces is dat afgelopen tijd pas in zijn ware abstracte vorm naar voren is gekomen. De duitse filosoof Heidegger zegt het volgende over ruimte:Rum, Raum, is een plaats vrij of vrijgemaakt van bebouwing en bewoning .Een plaats is iets waar ruimte voor is gemaakt, iets dat vrijgemaakt is en leeg, namelijk binnen een grens, Peras. Een grens is niet datgene wat iets tegenhoud (...) de grens is datgene waar iets begint aanwezig te zijn (..) Ruimte is in essentie dat waarvoor ruimte is gemaakt, dat wat binnen zijn grenzen is gelaten (..) Ruimten ontvangen hun zijn van locaties. (Sharr 2007) Ruimte ten tijde van de Griekse en Romeinse oudheid had ruimte een totaal andere betekenis dan het abstracte begrip dat wij in deze tijd gebruiken. Het begrip van ruimte, van stad en natuur, dat de Grieken en Romeinen aanhingen was er een van contrasten. De stadscultuur werd gezien als slecht en bedorven, een broedplek voor corruptie en machttwisten. Daartegenover stond de natuur met zijn oneindige onbedorven ruimte, daar was het paradijs. De visie op oneindigheid en ruimte is in de vroege middeleeuwen anders. In de omsloten tuin is de polariteit als kenmerkend aan te merken. De paradox van oneindigheid (natuur, kosmos) en eindigheid (begrenzing) wordt zichtbaar in de architectuur van de tuin. Deze paradox wordt pas zichtbaar als de tuin wordt gerelateerd aan de omgeving. Door de ligging van de tuin in het landschap is deze ook geneigd de meest opmerkelijke eigenschap van landschap op te nemen: de oneindigheid van de horizon.

De Hortus conclusus www.scu.edu

Het Paradijs www.thehortusconclusus.blogspot.com

In de daarop volgende periode, de Hoge Middeleeuwen, komt er een verlangen naar de oudheid. Dit verlangen wordt vorm gegeven in de besloten tuin. De tuin wordt een metafoor voor het paradijs. Het Paradijs wordt voorgesteld als een sublieme weergave van de natuur. Het wereldbeeld van de middeleeuwer en zijn beleving van de ruimte is introvert en middelpuntgericht. De wereld is een goddelijke schepping die eindig is, alleen God is oneindig. Het middeleeuwse idee van de Hortus Conclusus is een hybride paradijsbeeld, met het accent op ordening en natuuridealisering (Aben, de Wit 1998)

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Aan het einde van de middeleeuwen komt er door reizen naar verre en exotische landen contact met andere wereldbeelden. Door invloeden van buitenaf komt er een kentering in het beeld dat tot dan toe bestaat, van de wereld en de natuur. De schoonheid komt van de aarde zelf. Eerder was dat alleen te bereiken in het paradijs. Bij deze verandering van houding ten opzichte van de natuur hoort een verruiming van de horizon. Deze verruiming wordt heel mooi beschreven door Francesco Petrarca als hij in 1336 de Mont Ventoux beklimt. Petrarca wordt geconfronteerd met een overweldigende ruimte waarbij hij voorbij de oude besloten wereld kijkt. Er is een ontmoeting tussen, de moderne en de middeleeuwse gedachte, van expansie versus zelfinkeer. Deze ontmoeting is in de tuin van het Palazzo Piccolomini (Pienza, Toscane) mooi vormgegeven. Het is een besloten tuin die zich ook opent richting het dorp. paleis en de vallei.

Tuin van Palazzo Piccolomini, Pienza, Toscane www.wikipedia.nl/

Aan het begin van de renaissance, als de oude idealen uit Griekse en Romeinse tijden weer in schwung raken horen daar ook nieuwe schoonheidsidealen bij. Zo licht de nadruk in de renaissance op geometrische abstractie en proportieleer die samen een ideaalbeeld van harmonie vormen. (Aben, de Wit 1998) Ook de perceptie van ruimte verandert. Ruimte wordt niet meer gezien als een plek met een middelpunt in samenhang met een object. Waar ruimte werd gezien als een onderwerp van beeldspraak en mystiek verandert dit, ruimte werd als meetbare afstand tussen objecten gezien, ruimte als feitelijkheid. In het licht van deze verandering begint een langzame verwijdering van mens en natuur, met tegelijkertijd een groeiende waardering voor het stedelijke leven. Tijdens de hierop volgende periode, de Barok; een stijlperiode, die grofweg van 1600 tot 1750 loopt, wordt het begrip ruimte herschreven. Het ruimtebegrip is gebaseerd op beheersing en verovering. Ruimte wordt bepaald door perspectief, proportie, geometrie en symmetrie. Daarnaast bestaat de opvatting dat een ruimte plezierig is als deze, in n keer te overzien is. In de Baroktuin is de tendens dan ook dat deze heel groot en indrukwekkend moet zijn, dat er een absolute beheersing van de elementen en het landschap van uit moet gaan, maar dat het in n keer te overzien is. Door zijn omvang lijkt de baroktuin een oneindig veld waar kleine besloten ruimtes in gecreerd zijn. De tuin als weerspiegeling van de macht.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

De Verlichting en Romantiek, twee perioden die elkaar opvolgden en totaal verschillend zijn wat betreft de beschrijving van ruimte en de relatie met het landschap. Toch staan deze beide stromingen aan de wieg van de landschapstuin. Tijdens de verlichting ontstaat een idee van het landschap dat wordt niet meer gezien als een onveranderlijk geheel, maar als een, zelfstandig systeem, door mensen gecontroleerd. In de romantiek verandert dit beeld, de natuur kan niet onderworpen worden door de mens. De geest van de plek word als uitgangspunt genomen en de laatste grenzen tussen tuin en landschap vervliegen, het wordt als een geheel gezien, het omliggende landschap wordt omhelst door de tuin.

Caspar David Fridrich, Der Wanderer Uber Dem Nedelmeer, 1818 bron: http://www.philipphauer.de/galerie/caspar-david-friedrich-werke/

Begin twintigste eeuw is er in de landschapsarchitectuur een verandering zichtbaar, de horizon gerichte en besloten tuin worden n in de ruimtelijke abstractie. Kenmerkend voor deze visie is de grenzeloze ruimte zonder omheiningen. In deze visie staan omheiningen de harmonieuze relatie tussen mens en natuur in de weg. Het landschap wordt gezien in absolute waarden als onderdeel van functionele categorien. Binnen deze functionele gedachte gang is landschap niet meer dan een vlak waarop iets kan plaatsvinden. Het beeld van landschap is dat het onveranderlijk is, de natuur is heilig, al is het niet meer dan een abstractie. Het abstracte natuurlijke landschap en het gemaakte landschap zijn twee verschillende werelden, die niet met elkaar verenigbaar zijn en die geen relatie met elkaar kunnen hebben. De huidige trend in de samenleving is dat de vraag naar groene ruimte, vooral voor recreren, vanuit de stad enorm aan het stijgen is. Eerder is al aangestipt dat met de onstuimige groei van steden de grenzen tussen stad en platteland aan het vervagen zijn en dat ruimte als een consumptie goed wordt behandeld. Reflecterend op de voorgaande verdieping rijst de vraag of er in plaats van, een verwijdering van de natuur, zoals is ingezet aan het eind van de middeleeuwen, juist een toenadering wordt gezocht. De natuur staat tegenwoordig duidelijk, hoog op de agenda. Er wordt steeds meer gestreefd naar een groene, ecologisch verantwoorde een duurzame ontwikkeling van het landschap. In het ontwerp kunnen middels zoals waterzuivering met rietfilters, het laten meanderen van rivieren en brede akkerranden als mogelijkheden worden gezien. Er is zelfs overgegaan tot het teruggeven aan de natuur van ingepolderde landen.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Deze heiligverklaring van openruimte en natuur gaat samen met een nieuw beeld van de natuur. De natuur is niet onveranderlijk, maar bestaat uit dynamische processen en is maakbaar. De beleving van de natuur is hierbij van groot belang. Deze gedachte die recht tegen de barokke gedachte van natuur verovering en beheersing in gaat komt voort uit de romantische gedachte dat de natuur niet onderworpen kan worden door de mens, met een toevoeging dat het wel kan worden beheert. Als contrast blijft de stad ongematigd groeien. De vraag waar de natuur begint en de stad ophoudt is niet met zekerheid te beantwoorden. Wat men belangrijk vindt evenmin. De renaissancistische gedachte van de mooie stad en de natuur die mag worden bewondert om zijn schoonheid lijkt hierin door te klinken. De steden in de oudheid en de middeleeuwen werden gezien als kwade plekken. De stad als nest van corruptie en ziektes. Dit staat lijnrecht tegenover de huidige overtuiging dat de stad de plek is waar de mogelijkheden liggen. Verschillende manieren van ruimte ervaring van stad en land zijn bekeken. De vraag bestaat, of er een bepaalde tijd beter was, meer invloed had dan de andere en daardoor als belangrijker kan worden gezien. In een interview van Harry Rand zegt Friedensreich Hundertwasser het volgende hierover: Alle tijden zijn goed en slecht tegelijk. Er is geen goede tijd zonder een slechte tijd geen licht zonder schaduw. Hoe sterker het licht is hoe sterker je de schaduw ervaart en hoe dieper je in de schaduw leeft, hoe gelukkiger je bent met een beetje licht. (Rand 1995) Het besef van ruimte, het idee van eindigheid en oneindigheid in een bepaalde tijd, geeft invulling aan hoe er wordt terug gekeken en ook hoe vooruit. In de ervaring van ruimte nu, gaat het om hoe de verschillende effecten, licht en schaduw, in de tijd er toe hebben geleid dat we nu zijn waar we zijn. Door contrasten tussen perioden vallen de verschillen extra op. Zo ook hoe de visie op de verschillende elementen is gevolueerd tot de dag van vandaag. In die zin wordt het werk van gastspreker Anne Holtrop, tegen het lichtgehouden.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Tijdelijk Museum (Meer), Heemskerk 2010


Anne Holtrop zijn ontwerp voor het tijdelijk museum (meer) bij Heemkerk is een goed voorbeeld van een gebouw dat vanuit het landschap is ontstaan. De gekromde organische vormen geven het idee dat ze zijn genspireerd op een meertje, maar niet letterlijk. De vorm is precies n laag hoog, hierdoor is het aanwezig maar krijgt het geen onbedoelde betekenis in verticale zin.

www.anneholtrop.nl

In het paviljoen is binnen met buiten verbonden door vier openingen die manshoog zijn in plaats van vensters zijn het kaders voor de natuur die erachter ligt. Holtrop zelf zegt dat er, in het gebouw of er buiten, geen punt is waar je het hele gebouw in n keer kan zien. Hierdoor blijft de ervaring van het gebouw altijd een relationele. Holtrop omarmt met zijn ontwerp de aanwezige natuur en probeert deze naar binnen te trekken. Dit idee word nog eens versterkt door het duidelijk zichtbare kunst in foto 2. Het pad lijkt je zo het gebouw in te dragen. Het gebouwtje word op deze manier een onderdeel van de omgeving. Deze perceptie van ruimte is er een die past in het beeld van ruimte dat in de renaissance en de Romantiek is ontstaan. Van binnen word de relatie gezocht met het landschap en andersom. De plaatsing daarentegen, op een open plek in het woud, lijkt aansluiting te zoeken bij een meer middeleeuwse gedachte. Het gebouwtje probeert onderdeel van het landschap te zijn en is tevens het middelpunt van de plek. Daarbij wordt het gedefinieerd door de begrenzing van de plek. De oneindige horizon zit hier in de grootse, onoverzienbare wouden waar de mystiek heerst. In zekere zin komt het verleggen van de Horizon hier als element voor in de vorm van inkeer. Het gebouw bevind zich in zijn eigen, hortus conclusus. Het creert de aloude paradox tussen eindigheid en oneindigheid, speculatief krijgt de verticaliteit toch een onbedoelde lading. In de woorden van Martin Heidegger: Ruimte is in essentie dat waarvoor ruimte is gemaakt, dat wat binnen zijn grenzen is gelaten (..) Ruimten ontvangen hun zijn van locaties. (Sharr 2007) Afgaande op deze woorden, is het hier de plek, die het gebouw definieert in zijn zijn.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Trail House, Almere 2009


Een ander werk van Holtrop, Trail House, dat hij in het kader van de expositie: Unknown Territories in 2009 voor Museum De Paviljoens in Almere ontwierp. Bij dit ontwerp staat het gebouw niet midden in het bos, en heeft niets met een meer te maken. Dit is een ontwerp dat zijn vorm heeft gekregen door een aantal paden, die gedurende de jaren in het landschap zijn gesleten, op een plek omhoog te trekken en er een paviljoen van te maken.

Trail House, onderdeel van een expositie, Unknown Territory 2009, Museum De Paviljoens Almere

Bij het Trail House gebeurd iets heel interessants, het is geen gebouw waar een routing voor is bedacht, de routing was er al voor dat het gebouw er was. Het gebouw is een ruimtelijke vertaling van het zijn van de ingesleten paden. Hierdoor komen de elementen ruimte, tijd en plaats bij elkaar. Anders gezegd het gebouw word een pad, en het pad word iets van in het paviljoen, dat contact zoekt met buiten. In de verschillende armen van het gebouw word het pad, dan weer smaller, dan weer breder, waardoor er telkens een ander zicht is op de omgeving. Door dit veranderende gebouw is de wandelaar nooit zeker van waar hij is. Hoewel Holtrop benadrukt dat het gebouw voortkomt uit de plek, is het feit dat het gebouw er is een interventie op de plek. Het object is een obstakel waardoor de vorming en slijtage van de paden op de plek stopt. Maar juist als gevolg van het plaatsen van het gebouw kan het slijtage proces opnieuw beginnen. Het object creert ook binnenruimtes als een soort omsloten tuin, die via de vele grote openingen in het hout toch visueel contact maken met het buiten. Deze gedachte is een middeleeuwse. De paradox van eindig en oneindig word door de relatie met buiten extra benadrukt. Wat opvallend is, is dat in deze ruimtelijke visie de natuur binnen de omsloten gedeelte en daar buiten identiek is. Daarmee word feitelijk gezegd dat de sublieme weergave van de natuur, het paradijs, zich rond het gebouw bevind. Die plek, die vrij is gelaten van bebouwing is het paradijs. De Griekse gedachte van de lieflijke onbedorven natuur wat als paradijs wordt gezien sluit hier op aan. Het dwalende, dolende karakter met veel verschillende vergezichten en een telkens veranderend landschap is een beeld dat past in de romantische gedachte. Door het pad, dat ingesleten en omarmt is door het landschap, te extruderen en materialiseren. Deze extrusie is in een organische vorm en natuurlijk materiaal uitgewerkt, waardoor deze omarmt wordt door en verankert wordt in het landschap. Het geheel van deze ingreep geeft de geest van de plek een degelijke ruimtelijke vertaling. Het architectonische geheel krijgt de rol als drager van plaats. Reflecterend op wat Heidegger hierover schreef: Een plaats is iets waar ruimte voor is gemaakt, iets dat vrijgemaakt is en leeg, namelijk binnen een grens, Peras. Een grens is niet datgene wat iets tegenhoud (...) de grens is datgene waar iets begint aanwezig te zijn (..) Ruimte is in essentie dat waarvoor ruimte is gemaakt, dat wat binnen zijn grenzen is gelaten (..) Ruimten ontvangen hun zijn van locaties. (Sharr 2007) In die zin is Trail House, een ruimte, de grens en het begin van het zijn van de locatie. T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

Faculteit Bouwkunde TU Delft Minor Landschapsarchitectuur 2010/2011

Concluderend
Oneindigheid, eindigheid, ruimte, drie abstracte begrippen die binnen de Landschap Architectuur betekenisvol kunnen zijn. Kunnen zijn omdat ze afhankelijk zijn van de betekenis die wij ze willen toekennen. Gedurende de geschiedenis heeft elk van die begrippen aan betekenis ingeboet en gewonnen. Om deze begrippen voor mij zelf te verhelderen heb ik dit onderzoek gedaan. De perceptie van ruimte in een bepaalde tijd, geeft invulling aan hoe er wordt teruggekeken en ook hoe vooruit. Het hoofdthema van het essay: De veranderende perceptie van de ruimte, de oneindigheid en eindigheid van de horizon, geeft aan dat in de geschiedenis ruimte en de interpretatie daarvan niet altijd hetzelfde zijn geweest. Bij het begrijpen van het ontstaan van de verschillende gedachte van eindigheid en oneindigheid van ruimte moet daarom worden nagegaan wat de omstandigheden in de samenleving destijds waren. In algemenere termen gesproken: Een ontwerp waarin het landschap zich manifesteert, is een symbool van dat landschap. In die zin vormt het landschap ontwerp een visueel ruimtelijke relatie met het panorama, de horizon en de dynamiek van het eindeloze landschappelijke.

T.T.Flore - Slotessay Lezingenreeks

You might also like